44
officieel orgaan der werktuigbouwkundige studievereniging ‘Gezelschap Leeghwater’ te Delft jaargang 14 - mei 2010 - no. 4 Liquid Breathing: een vloeistof in- en uitademen? Apache: de krachten van de vliegende tank Microjetinjection: een alternatief voor naalden DESERTEC Woestijnenergie Cover.indd 1 21-4-2010 18:08:43

Slurf 14-4

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Slurf 14-4

Citation preview

Page 1: Slurf 14-4

officieel orgaan der werktuigbouwkundige studievereniging‘Gezelschap Leeghwater’ te Delftjaargang 14 - mei 2010 - no. 4

Liquid Breathing: een vloeistof in- en uitademen?

Apache: de krachten van de vliegende tank

Microjetinjection: een alternatief voor naalden

DESERTECWoestijnenergie

Cover.indd 1 21-4-2010 18:08:43

Page 2: Slurf 14-4

Werken bij IHC Merwede betekent werken aan grootse projecten. We zijn wereldmarktleider in de bouw vangespecialiseerd baggermateriaal en complexe custom-built-off shoreschepen. Vele tonnen staal die door de kennis enkunde van onze mensen tot leven komen. We bouwen echter niet alleen schepen, maar ontwikkelen ook hoogwaardigequipment voor die schepen en combineren en integreren dit waar relevant. Zonder de bijdrage van onze mensen- hoe klein soms ook - rolt er geen schip van de helling af. En die bijdrage wordt bij IHC Merwede groot beloond. Naastuitstekende arbeidsvoorwaarden krijg je bij ons de kans om alles uit jezelf en je vak te halen. We zien graag dat je jezelfbij ons ontwikkelt, groeit en doorstroomt. En in het tempo dat je zelf bepaalt. Want groter dan bij ons kun je niet worden.

Kijk voor actuele vacatures, traineeships en stage- en afstudeermogelijkheden op onze site.

www.ihcjobs.nl

IH-290473.indd 1 19-11-09 14:28

Page 3: Slurf 14-4

inhoud

de Slurf - mei 2010 - no. 4 3

RedactioneelVan het bestuurVOL nieuwsVOL interviewLeeghwater activiteitenBachelorMasterAfstudeerverhaal - R. ArkesteijnPromovendusverhaal - J.HussongBuitenlandverhaal - KeniaGadgetsPhilipsDIY - TalkboxAngel of deathDrillingLiquid breathingOase van energieEen duwtje in de rugAlternatief voor naaldenColumnNawoord

45791012131618212224272830323638404242

IHC MerwedeASMLKoninklijke Boskalis WestminsterShellShellA.T. Kearney Vanderlande IndustriesExxonMobilExxonMobilVan Oord DMCVIRO Engineering

2681415202634 354344

inhoudsopgave

adverteerdersindex

28 | Angel of death Apaches

30 | Drilling 32 | Liquid breathing

36 | Oase van energie 38 | Een duwtje in de rug

40 | Microjetinjection 24 | Philips

3_Inhoud.indd 1 21-4-2010 14:12:26

Page 4: Slurf 14-4

redactioneel

de Slurf - mei 2010 - no. 44

De ventilatoren op het Leeghwaterkantoor hebben afgelopen Slurf-weekend op volle toeren gedraaid en dat is een goed teken: De lente is gearriveerd. Terwijl menig student welverdiend aan het genieten was van de zon, werd er op de Mekelweg hard gewerkt aan de vierde Slurf van deze veertiende jaargang. Ten opzichte van de vorige editie is het aantal pagina’s dit nummer met vier terug gebracht tot 44. Met het motto ‘kwaliteit boven kwantiteit’ in het achterhoofd is er, ondanks de nodige tijdsdruk, wederom een professionele Slurf gecreëerd.

In de vaste bijdrage van de voorzitter van het Leeghwaterbestuur geeft Jan Warnaars duidelijkheid over enkele activiteiten die georgani-seerd worden door Gezelschap Leeghwater. In het VOL nieuws wordt onder andere de lang verwachte Leeghwater Garage besproken. Oud-bestuurslid Anton Paardekooper blikt in het VOL interview terug op zijn studententijd en carrière. Bovendien geeft hij bruikbaar advies voor huidige werktuigbouwkundestudenten. Op pagina tien zijn bij de Leeghwateractiviteiten verslagen te vinden van de excursies, cases en borrels die de afgelopen periode hebben plaatsgevonden. Goof van de Weg licht in het bachelorverhaal onder andere de vernieuwing van de collegezalen toe. Deze zomer zal een grote verbouwing plaatsvin-den om de collegezalen comfortabeler te maken voor de studenten. In het masterverhaal, geschreven door Thijs Bosma, wordt de structuur van de master Material Science and Engineering toegelicht. Roald Arkesteijn brengt je in het afstudeerverhaal op de hoogte van zijn ervaringen met de master SPET en de aspecten die hij fascinerend vindt aan zijn afstuderen. Het meest technische verhaal in deze Slurf is waarschijnlijk het promovendusverhaal. Daarin vertelt Jeanette Hussong over haar onderzoek naar een nieuwe techniek waarbij met

mechaniek geprobeerd wordt menselijke trilhaartjes te imiteren. Jan Willem Zwarteveen deelt in zijn artikel de bijzondere ervaringen die hij heeft opgedaan tijdens zijn tijd in Kenia. Precies in het midden van dit tijdschrift kan de werktuigbouwkundestudent de hipste gad-gets aanschouwen op de gadgetpagina’s.

Naast al deze artikelen heeft ook de redactie zelf zich weer in verschil-lende innovatieve onderwerpen verdiept om de lezer te kunnen laten genieten van enkele werktuigbouwkundige artikelen. Het mag als vanzelfsprekend aangenomen worden dat de meeste technologische innovaties tegenwoordig plaatsvinden op het gebied van energiewin-ning. Zo schrijft Carmen over het laatste project van Huisman, een olieboorschip. Haaks daarop staat het Desertecproject. Het artikel over dat onderwerp, dat Sten onder zijn hoede heeft genomen, gaat over een ambitieus idee om Europa en Afrika te voorzien van in de Sahara gewonnen zonne-energie. Thijs verkent in zijn artikel de bi-ologische kant van de techniek. Hij beschrijft de potentiële mogelijk-heid om via een vloeistof te kunnen ademen. Dat de mens van nature lui is weet iedereen. Met die wetenschap heeft Marc zich verdiept in de elektrische fiets, waarbij zelfs een stukje praktijkervaring aan te pas is gekomen. Oud-redactielid Teun Koomen heeft een bezoek ge-bracht aan Philips Drachten en heeft aan deze ervaring zijn artikel gewijd. De jongste aanwinst van de Slurf, Nicky Mol, heeft zichzelf bewezen door een ijzersterk artikel over microjetinjectie te schrijven. Niet eerder stond er een artikel over een helikopter in de Slurf, terwijl ook helikopters hun werktuigbouwkundige aspecten hebben. Juist daarom kun je in deze Slurf het artikel van ondergetekende lezen over de AH64-Apache gevechtshelikopter.

Het succes van deze Slurf hebben wij mede te danken aan de hulp van oud-Slurfers Teun Koomen en Jan Warnaars. Daarnaast wil ik de Slurfjongste, Nicky, welkom heten bij de Slurfredactie en hem in het bijzonder complimenteren met zijn werktempo, aanpassingsvermo-gen en punctualiteit.

Robert Draisma, hoofdredacteur

Algemene voorwaardenDe Slurf verschijnt vijf maal per jaar en is een uitgave van Ge-zelschap Leeghwater, de studievereniging van werktuigbouw-kundige studenten aan de Technische Universiteit Delft. Niets uit deze uitgave mag gereproduceerd worden en/of openbaar gemaakt worden door middel van boekdruk, fotokopie, mi-crofilm of welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Gezelschap Leeghwater. Gezel-schap Leeghwater verklaart dat deze uitgave op zorgvuldige wijze en naar beste weten is samengesteld, evenwel kan zij op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de informatie. Tevens is zorgvuldig gezocht naar recht-hebbenden van de gepubliceerde illustraties, dit is echter niet in alle gevallen na te gaan. Wanneer u denkt auteursrechten te hebben kunt u contact opnemen via onderstaande gege-vens. Gezelschap Leeghwater aanvaardt geen enkele aan-sprakelijkheid voor schade, van welke aard ook, die het gevolg is van handelingen en/of beslissingen die gebaseerd zijn op bedoelde informatie.

RedactieHoofdredacteur: Robert Draisma Eindredacteur: Carmen MolhoekSecretaris: Thijs de GrootCommissaris Lay-out: Sten OuborgRedacteur: Marc van EttenRedacteur: Nicky MolQQ’er: Koen van WitteveenMet dank aan de ROSRechthebbende coverfoto: Hauke Dressler

Verzending‘de Slurf’ wordt verzonden aan de ereleden, het college leden van verdiensten, de leden van studievereniging Gezelschap Leeghwater en de Vereniging Oud Leeghwater. De Slurf wordt verzonden aan instellingen binnen en buiten Delft, alle Profes-soren van de faculteit 3mE en bedrijven waarmee Gezelschap Leeghwater samenwerkt. De PR-afdeling van de faculteit ont-vangt 200 exemplaren ten behoeve van voorlichting.

AbonnementenHet aanvragen van een abonnement kan via de vermelde gegevens. Een abonnement op ‘de Slurf’ kost €14,- per jaar. Nieuwe abonnementen kunnen het gehele jaar door ingaan. Een abonnementsjaar loopt gelijk met een collegejaar en dus wordt de eerste maal het abonnement pro rata berekend.

Oplage & Druk3000, Drukkerij Koninklijke de Swart, Den Haag

Gezelschap LeeghwaterFaculteit 3mEMekelweg 2, 2628 CD DelftTel: +31 15 27 86 501Fax: +31 15 27 81 [email protected]: 44.23.10.919Giro: 66967

“Hij is moeilijk desertecbaar!”

Sten O.

Redactioneel.indd 2 22-4-2010 14:22:20

Page 5: Slurf 14-4

van het bestuur

de Slurf - mei 2010 - no. 4 5

Uit één van de onderzoeken blijkt bijvoorbeeld dat olifanten met hun gewicht, tot wel vierduizend kilo, veel efficiënter lopen dan de mens, maar daar blijft het niet bij. Met een energieverbruik van 0,8 Joule per kilogram per meter rent een olifant namelijk dertig keer efficiënter dan een muis. Een andere studie onderzocht hoe het eigenlijk kon dat de Slurfachtigen zich zo efficiënt kunnen voortbewegen. De gedachte was dat een olifant zijn poten tijdens het lopen stijf hield om zijn gigantische gewicht te dragen, maar niks blijkt minder waar. Hoe harder een olifant loopt, hoe meer hij zijn knieën buigt. Hierdoor beweegt de olifant zich een stuk eleganter voort. Het buigen van de knieën kost echter wel veel energie en de onderzoekers vroegen zich daarom ook af hoe het komt dat een olifant toch lange afstanden kan rennen. De olifant heeft daar de volgende oplossing voor gevonden. Andere vierpotige zoogdieren gebruiken hun achterpoten om hard af te zetten tijdens het rennen en hun voorpoten doen dan gewoon maar mee. Olifanten gebruiken juist alle vier hun poten in gelijke mate. De vergelijking van een olifant met een vierwielaangedreven auto met supervering is dan ook snel gemaakt. Dat werktuigen zeer goed vergeleken kunnen worden met olifanten is natuurlijk bij de leden van Gezelschap Leeghwater al sinds olifantenheugenis bekend. Net zoals de olifant, beweegt Gezelschap Leeghwater zich ook voort

als een goed geoliede machine. In het onderstaande stuk zal ik daar verder op ingaan.

ProfessorenlunchOp donderdag 11 maart hebben wij de professoren van 3mE uitge-nodigd voor een lunch. Met een tiental professoren hebben wij de problemen van de faculteit en de TU besproken. De discussie over bezuinigingsmaatregelen was zeer informatief en het was vooral in-teressant om te horen hoe de professoren hier tegenaan kijken. OuderdagNiet alleen de wetenschappelijke opvoeders van de werktuigbouw-kundestudenten hebben wij op bezoek gehad, ook onze eigen ouders hebben wij op het kantoor verwelkomd. Na een rondleiding en een presentatie over wat ons bestuursjaar zo fantastisch maakt, zijn we de stad in gegaan voor een heerlijk diner. Als dank hebben onze ouders onze collectie aan olifantenrelikwieën verder vergroot met een groot aantal nieuwe olifantjes.

VoortbewegingDe komende tijd zal de vereniging zijn tred vergroten. Niet alleen staan er, zoals eerder aangekondigd, drie reizen en een rally op het programma, maar ook in Delft zelf zal er ontzettend veel te doen zijn. Verschillende bedrijven zijn uitgenodigd om een lunch- of borrellezing te houden. Daarnaast zal een hypnotiseur zijn kunsten vertonen en zal hij wellicht de voortbeweging van de nuchtere werk-tuigbouwer op hol doen slaan. Maar deze beproeving zal in het niet staan bij de afgelopen krachtmeting met de ME. Daar lieten onze oli-fanten zich niet gek maken en bewogen zij zich veel efficienter voort en had de menselijke Mobiele Eenheid het nakijken.

Jan Warnaarsvoorzitter ‘Gezelschap Leeghwater’

De olifant blijft altijd tot de fantasie spreken. Niet alleen is de olifant de meest gebruikte metafoor in de mense-lijke taal, maar het grootste landdier ter wereld blijft ook de wetenschap verba-zen. Onderzoekers hebben zich de laat-ste tijd vooral gericht op het voortbewe-gen van de olifant.

Gez

elsc

hap

Leeg

hwat

er

vanhetbestuur14-4.indd 3 22-4-2010 14:33:56

Page 6: Slurf 14-4

De race om steeds meer IC-schakelingen op

de vierkante centimeter te realiseren, is niet

de enige race in de chipwereld. Fabrikanten

willen ook de chipproductie zélf versnellen.

Maar hoe voer je een machine op, die op de

nanometer nauwkeurig moet presteren?

Chips met 45-nm-details kun je alleen

maken als je - tussen versnelling en

vertraging door - op de nanometer exact

belicht. 1000 sensoren en 8000 actuatoren

bedwingen en daarmee 180 wafers

per uur belichten. Hoeveel software en

processoren vraagt dat? En hoe manage

je de architectuur daarvan?

In de chip-lithografiesystemen

waar ASML nu aan werkt, wordt

een schijf fotogevoelig silicium

(de wafer) op hoge snelheid

belicht.

De wafer ligt op de zogenoemde

waferstage (ruim 35 kilo). Die beweegt

onder het licht door. Heen en weer,

dus met een extreme versnelling en

vertraging van 33 m/s2.

Versnellen met 33 m/s2 is al een uitdaging

op zich. Welke motoren kies je? Waar vind je

versterkers met 100 kW vermogen, 120 dB

SNR en 10 kHz BW? En dan begint het pas.

Want voorkom maar ’ns dat al die warmte je

systeem weer onnauwkeurig maakt...

Deep UV-licht (193 nm)

33 m/s2

t

v

0

10

20

30

40

50

60

70

6 m/s

33 m/s2

Morgen kunnen we sneller chips maken. Vandaag mag jij ons vertellen hoe.

Profiel: Wereldwijd marktleider in chip-lithografiesystemen | Marktaandeel: 65% | R&D-budget: 500 miljoen

euro | Kansen voor: Fysici, Chemici, Software Engineers, Elektrotechnici, Mechatronici en Werktuigbouw-

kundigen | Ontdek: ASML.com/careers

Voor engineers die vooruitdenken

17000023 ASML_adv_A4_NIEUW_2.indd 1 09-07-2008 10:54:33

leegh.indd 1 29-5-2009 8:52:29

Page 7: Slurf 14-4

VOL nieuws

de Slurf - mei 2010 - no.4 7

Vereniging Oud Leeghwater, alumnivereniging Werktuigbouwkunde

PMBEr gaan geruchten dat het praktijkgedeelte van het eerstejaars ontwerp-project uitbesteed gaat worden aan MBO-studenten. De Ontwerp-wedstrijd zal van twee naar drie kwartalen gaan. Wat de eerstejaars-studenten ontwerpen, zullen zij doorsturen naar de MBO-studenten die vervolgens feedback zullen geven over de uitvoerbaarheid van het ontwerp. Na aanpassing van het ontwerp zullen de MBO-studenten de onderdelen vervaardigen. Met deze aanpassing verschuift het doel van dit project van het leren vervaardigen van een ontwerp naar het leren communiceren met de uitvoerders. Wij zijn er nog niet zeker van of dit een goede ontwikkeling is. Onze commissaris Onderwijs Bachelor ontvangt graag ideeën hierover op [email protected].

SymposiumDit jaar hebben wij een symposiumcommissie samengesteld die voor eind september een symposium moet organiseren. Op dit moment staat de streefdatum op 29 september. Het thema van het symposium is ‘Human 2.0, mechanically upgrading human capacity’. Met het symposium willen wij graag laten zien hoe de techniek heeft bij-gedragen aan de verbeteringen van de fysieke eigenschappen van de mens en hoe de techniek in de toekomst nog meer zal bijdragen om de mens sterker, groter en sneller te maken. Wij willen mensen graag laten nadenken over de vraag of dit wel positieve veranderingen zijn. Op dit moment is de symposiumcommissie druk bezig om sprekers voor het symposium te regelen. De comissie heeft contact met ver-schillende mensen op de TU, maar probeert ook een professor van het MIT als spreker te krijgen. Het symposium is bedoeld voor alle stu-denten en medewerkers van de TU, maar ook alumni, bedrijven en andere geïnteresseerden zijn welkom.

Leeghwater GarageNa een aantal jaar van voorbereidingen is de Leeghwater Garage ein-delijk klaar voor gebruik. Studenten en medewerkers van de TU maar ook alumni kunnen de garage huren. De garage bevindt zich aan de overkant van de Schie, in de zogeheten Schiehallen. Hier hebben wij een afsluitbare ruimte met plaats voor één auto. Voor iedereen die aan het klussen is in de hal zijn er ook twee bruggen beschikbaar. Bin-

nenkort zal er nieuw gereedschap in de garage geplaatst worden. Dan zullen er onder andere een compressor, pneumatisch gereedschap, assteunen, bankschroeven en een gereedschapskar in de ruimte te vinden zijn. Kortom genoeg tools om goed aan je auto te kunnen klussen. Meer informatie is te vinden op www.leeghwater.nl/garaco.

Proefzitten nieuwe collegestoelenDe collegezalen van 3mE worden deze zomer verbouwd. Begin april was er een proefzitting voor de collegebanken. Studenten konden twee verschillende collegebanken testen en aangeven welke van de twee het best zat. Deze zitting zal worden herhaald in de universi-teitsbibliotheek. De nieuwe collegezalen zullen wat ruimer opgezet worden dan de oude, aangezien de studenten van tegenwoordig gro-ter zijn dan ze waren toen de collegezalen gebouwd werden. Deze ver-bouwing zal tijdens de zomer plaatsvinden.

TU AlumniverenigingDe algemene Alumnivereniging van de TU, die de contributie incas-seerde voor de VOL, houdt hiermee op. Binnenkort kunt u een brief verwachten met uitleg hoe dit voortaan zal gebeuren. Het betekent namelijk dat er een aantal veranderingen gaat plaatsvinden, onder andere betreffende de contributie. Ook zullen wij binnenkort in sa-menwerking met de Alumnivereniging van de TU een Alumni-to-be borrel geven. Voor deze borrel willen wij afstuderende studenten en studenten die het af gelopen jaar zijn afgestudeerd uitnodigen. Tij-dens deze borrel zullen wij een korte uitleg geven over het nut van een lidmaatschap bij de twee alumniverenigingen. Hiermee hopen wij weer wat meer nieuwe, jonge leden te trekken.

De Leeghwater Garage onder constructie Karel Drenth deelt poedelprijs uit tijdens de Ontwerpwedstrijd

Tot ons grote verdriet hebben wij kennis genomen van het overlijden van

Ir. K. F. Drenth Medewerker van de faculteit 3mE sinds 1971

Het 142ste Bestuur van Gezelschap Leeghwater

Gez

elsc

hap

Leeg

hwat

er

Gez

elsc

hap

Leeg

hwat

er

VolNieuws.indd 3 22-4-2010 14:40:48

Page 8: Slurf 14-4

Russia

Kazachstan

India

Pakistan

SaudiArabia

Iran

China

Japan

Australia

HOE VER GA JIJ?Je weet waar je vandaag staat in je carrière (studie). Maar waar ben je volgend jaar? Of in 2020?

Bij Boskalis misschien wel veel verder dan je voor mogelijk houdt.

BOSKALIS.NL/TRAINEE

Boskalis_advertentie_MvdH_v4.indd 1 10-03-2010 17:28:33

Page 9: Slurf 14-4

VOL interview

de Slurf - mei 2010 - no. 4 9

bedrijf. Hierna kreeg ik de kans als algemeen directeur een aantal familiebedrijven samen te voegen tot een groep met een sterker en gecombineerd distributienetwerk. Deze verandering vond en vind ik nog steeds erg leuk, ik ben verantwoordelijk voor de gang van zaken en het resultaat voor alle aspecten van het bedrijf.

In welk opzicht gebruikt u Werktuigbouwkunde?Het bedrijf dat ik nu leid, ontwerpt en maakt machines voor land-schapsonderhoud. Het inrichten en opzetten van een fabrieksorga-nisatie vergt inzicht in de technische processen en vooral in de drijf-veer van mensen. Zonder kennis van de techniek is dat veel lastiger. Bij nieuwe productontwikkelingen is het handig dat je de details begrijpt en inzicht hebt in mechanica, materiaalkunde, besturings-techniek en elektronica. Ik vind het nog steeds leuk om met een klant bij één van onze producten te staan en voor zijn wensen en proble-men een oplossing te bedenken.

Is Werktuigbouwkunde een goede keuze geweest?Ja absoluut, voor mij in ieder geval wel; de brede mix van technieken en de focus op industriële toepasbaarheid vind ik prachtig. Het blijkt dat je als werktuigbouwer leert verschillende technieken en weten-schappen snel te doorgronden en de essentie ervan in te zien. Hier horen vanzelfsprekend de zwaardere fundamentele vakken als basis bij, tijdens de studie knap vervelend, maar achteraf gezien toch leuk dat ik die ook in mijn bagage heb.

Welk advies heeft u voor de student?Doe wat je leuk vindt en doe het dan vooral ook enthousiast en goed. Het studeren in samenwerking met anderen op de universiteit of in de Koninklijke Bibliotheek heeft mij goed vooruit geholpen, op mijn kamer in mijn studentenhuis had ik veel te veel afleiding. De laatste twee jaar in de vakgroep heb ik het meest genoten van het volledig op schema liggen in de colleges en practica en de productieve relatie die je dan hebt met de staf. Had ik dat maar bedacht in mijn eerste twee jaar.

Vereniging Oud Leeghwater, alumnivereniging Werktuigbouwkunde

Anto

n Pa

arde

koop

er

Vanuit de Vereniging Oud Leeghwater interviewen we elke Slurf een alumnus van onze mooie vereniging. Op deze manier krijgen studen-ten een goed beeld van waar ze terecht kunnen komen met de studie Werktuigbouwkunde en zien alumni wellicht een oude bekende.

Waar denkt u aan als u terugkijkt op uw studententijd in Delft?Aan een tijd met oneindig veel mogelijkheden; mijn studententijd was een brede mix die varieerde van hard studeren, serieus en enthou-siast commissies en Leeghwaterbestuur doen tot soms lange avonden op de sociëteit. Ik denk aan het gesleutel aan de auto’s en vervolgens even proefrijden naar Leiden. Op de nieuw ingevoerde APK-keuring faalde mijn Lancia jammerlijk op de Italiaanse ziekte: heel snel maar wel door en door rot. Veel van de vrienden die ik nu nog heb, zijn degenen met wie ik omging tijdens mijn studie.

Hoe is uw studie verlopen?Vooral de uitdaging en de grote vrijheid, ten opzichte van de mid-delbare schooltijd, te combineren met studievoortgang viel tegen. Mijn propedeuse heb ik net op tijd gehaald, maar juist tijdens een grote lustrumcommissie en mijn Leeghwaterbestuur heb ik bijna nominaal gestudeerd. De twee lastigste vakken vond ik Mechanica II en Systemen, Signalen en Stochastiek. Ik ontdekte dat bijna al mijn clubgenoten en vrienden deze vakken al hadden gehaald. Pas nadat ik de colleges serieus ging volgen, begreep ik de stof en heb ik de ten-tamens gehaald. Het afstuderen bij Prof. Reijers was erg leuk; we had-den een relatief kleine vakgroep met een groep betrokken docenten en studenten. We volgden gedisciplineerd college wat beloond werd met mooie cijfers.

Kunt u een korte schets van uw carrière geven?Na mijn afstuderen lag de hele industrie in Nederland stil, ik heb daarom eerst zes maanden als monteur airco’s in auto’s gemonteerd. Mijn eerste baan als ingenieur was bij Philips, ik heb daar een aantal verschillende taken mogen vervullen. Ik ben gestart als werkplaats-assistent en werkvoorbereider en daarna ben ik opgeklommen tot accountmanager. Vervolgens verhuisde ik naar Almelo en heb daar vier jaar lang twee grote productie- en montageafdelingen geleid en een MBA gedaan. Na negen jaar werken voor een grote multinatio-nal leek het me uitdagend om als Supply Chain Manager de inkoop en logistiek op orde te brengen bij Grasso Products, een middelgroot

Wie is Anton Paardekooper?

naam:bedrijf:functie:woonplaats:afstudeerrichting: jaar van afstuderen:

Anton PaardekooperEcology Group BVAlgemeen DirecteurUtrechtFlexibele Productie Automatisering1992

VOL_interview2.indd 3 21-4-2010 11:16:50

Page 10: Slurf 14-4

Leeghwater

de Slurf - mei 2010 - no. 410

Case HuismanMaandag 1 maart heeft de case van Huisman in Schiedam plaatsgevon-den. Wij zijn hier met negen personen, voorzien van laptops, naar toe gegaan. Na de ontvangst met een bak koffie begon Fred Kofman met een presentatie over de bezigheden van Huisman. Snel werd duidelijk dat het een dynamisch bedrijf is dat streeft naar perfectie. Aansluitend aan de presentatie kregen wij een inleiding over het onderwerp van de daadwerkelijke case. Na deze inleiding kregen wij een rondleiding over het terrein van Huisman, waar onder andere te zien was hoe één van de boortorens voor op een schip gefabriceerd wordt. Hier kan meer over worden gelezen in het artikel ‘Drilling’. Het doel van de case was om één van de installaties van Huisman in kunststof te gaan uitvoeren. De bedoeling was dat er nagedacht zou worden over de brandveiligheid,

het gewicht, corrosiebestendigheid en natuurlijk ook over de sterkte en de kosten. Na een onderdeel te hebben uitgekozen, leverde Huis-man ons de tekeningen van het desbetreffende onderdeel. Hierop vol-gend werd er in groepjes een studie gedaan naar mogelijk te gebruiken kunststoffen. Het was een pittige case, omdat eigenschappen van ver-schillende kunststoffen niet aangeleverd werden.

ALVOp woensdag 3 maart heeft de tweede Algemene Leden Verga-dering plaatsgevonden. Naast de lange lijst met mededelingen over de afgelopen activiteiten waren er ook de nodige commis-sies die gedechargeerd en geïnstalleerd moesten worden. Een bijzondere installatie was die van de eerste Stuntcommissie. Na de installaties, met zwetende penningmeesters die hun begroting aan de zeer kritische leden presenteerden, konden de olifanten een lek-ker biertje of een frisje nuttigen op de Slagtandborrel. Deze afslui-ter werd door veel leden met beide handen aangegrepen en de borrel ontvouwde zich tot een waar festijn.

Excursie ThalesOp donderdag 4 maart vertrok een grote groep enthousiastelingen richting de Duitse grens om Thales te bezoeken. Thales is een bedrijf dat zich gespecialiseerd heeft in radarapparatuur. Thales is een waar exportbedrijf, maar liefst 75 procent van de omzet komt uit de export. Door hun specialisme in radarapparatuur doen ze ook erg veel voor defensie. Zo zijn er verschillende langeafstandradarsystemen voor waarnemingen, maar ook zijn er volgsystemen voor de verschillende wapensystemen. Eén van de nieuwe ontwikkelingen is de geïnte-

Leeghwater agenda

april

meimeimeimeimeimeimei

juni

Borrellezing hypnoseA. T. Kearney caseAlgemene Leden VergaderingLascursusBuitenlandreisASML caseLunchlezing DynaflowBorrellezing Boskalis

Buitenland Rally

29

7

1011

16202025

11

activiteitenV1.indd 2 22-4-2010 17:23:53

Page 11: Slurf 14-4

de Slurf - mei 2010 - no. 4 11

greerde camera’s die een 360 graden beeld rond een schip creëren. Via verschillende monitoren is het mogelijk om in en uit te zoomen om bepaalde dreigingen, zoals piraten, te kunnen identificeren. Na de zeer interessante presentaties met videomateriaal kwam de rondleiding waar iedereen met smart op zat te wachten. Zelfs Le Monsieur kon zijn ogen niet geloven toen hij de SMART-L (Signaal Multibeam Acquisi-tion Radar for Tracking, L-band) zag. Deze radar heeft met zijn zestien antennes, de afmetingen van ruim acht bij vier bij vier meter en een ge-wicht van bijna acht ton, een bereik van ruim vierhonderd kilometer.

Business Tour interesseborrelDinsdag 9 maart was het de eer aan de Business Tour commissie 2010, kortweg BTC’10, om het programma te onthullen. Sinds het 28ste lustrum van het Gezelschap heeft de Business Tour haar grenzen ver-legd. De keuze om het Kanaal over te steken was snel gemaakt door de Business Tour commissie. Onder het motto ‘Piece of Case’ zullen dit jaar niet alleen Nederlandse maar ook Belgische en Engelse be-drijven aangedaan worden om aldaar een kijkje onder de motorkap te nemen. Ook het vooruitzicht van een weekendprogramma in London bleek voor de geïnteresseerden een aangename verrassing.

NuCo revivalborrelOp 16 maart vond in het Lagerhuysch de nuldejaarsweekend revi-valborrel plaats. De eerstejaars hadden hun overall weer uit de kast gehaald om terug te blikken op een fantastisch kennismakingsweek-end en alle vriendschappen werden met een gratis biertje verstevigd. Daarnaast kon er getennist worden op de Wii en een potje tafelvoet-bald worden gespeeld. Al met al een zeer geslaagde borrel die net zo gezellig was als het weekend zelf.

Excursie KLM Vrijdag 19 maart gingen twintig werktuigbouwers naar KLM om een aantal vliegtuigen te bekijken. We waren uitgenodigd op de onder-houdsafdeling van KLM. Hier werden verscheidene safety-checks

gedaan en hebben we een complete ontkoppeling van een motor gezien. Naast deze technisch vernuftige operaties was het ook erg indrukwekkend om een keer onder en om gigantische Boeing- en Airbusvliegtuigen te lopen.

Fuco afterborrelHet laatste verzetje van de FuCo was op 23 maart. Het naverslag en de foto’s werden aan alle deelnemers uitgedeeld op de afterborrel die werd aangeboden door Engenius. Het was een avond vol met hilari-sche herinneringen en anekdotes. Als klap op de vuurpijl verlootte Engenius ook nog een boek onder de aanwezigen. De laatste après-ski biertjes zijn gedronken en de verhalen zijn verteld.

SlagtandborrelOp 24 maart leek alles er op dat het een dag zou worden zoals gister. Het was mooi weer, de vogeltjes floten en de fietsbellen rinkelden. De Stuntcommissie pakte deze gelegenheid aan om een webcam op het borrelende publiek te richten en Chatroulette op een groot scherm te projecteren. Voor de mensen die het niet kennen: Chatroulette is een chatprogramma met webcam waarbij je met één druk op een knop je huidige chatpartner voor een ander willekeurig persoon op de wereld, die nog niet verbonden is met een chatpartner, inruilt. Iedereen begrijpt natuurlijk dat dit tot zeer grappige en onverwachte gebeurtenissen kan leiden.

Buitenlandreis interesselunchDe buitenlandreis interesselunch barstte los op 30 maart. Vele honge-rige olifanten waren uitgerukt om deze lunch te verorberen. Tijdens deze lunch werd onder andere uit de doeken gedaan dat Mercedes en AMG op het programma staan. Dit is iets waar menig olifant zijn hartje sneller van voelt kloppen. Op zondag 16 mei zullen de eerste kilometers naar het oosten dan ook worden afgelegd. Het grootste gedeelte van de buitenlandreis 2010 zal zich in het Ruhrgebied af-spelen.

activiteitenV1.indd 3 22-4-2010 17:23:58

Page 12: Slurf 14-4

bachelor

TentamenroosterIedereen heeft te maken met het tentamenrooster. Dat dit rooster niet altijd voor iedere student praktisch in elkaar steekt is menig student bekend. Volgend jaar wordt het tentamenrooster grotendeels overgenomen. Daarom heeft de commissaris Onderwijs Bachelor het rooster eens grondig doorgenomen en aanbevelingen gedaan hoe het rooster wellicht beter kan. De reden van dit advies is dat een student over het algemeen beter inzicht heeft in de moeilijkheidsgraad van bepaalde tentamens dan de TU zelf heeft. De situatie die in dit kwar-taal bijvoorbeeld voorkwam was dat de herkansingen voor Thermo-dynamica 2, Differentiaalvergelijkingen en het reguliere tentamen Stromingsleer op drie achtereenvolgende dagen plaatsvonden. Gezien het feit dat veel ouderejaarsstudenten deze vakken volgen en dus ook de herkansingen veel gedaan worden, resulteerde dit in een situatie die voor een groot aantal studenten ongunstig was. Onder andere deze situatie zal volgend jaar veranderen.

BSc-onderzoeksopdrachtDe bacheloronderzoeksopdrachten zijn in volle gang. Het doel van deze opdrachten is het aanleren van onderzoeksmethodologie. De fa-culteit biedt echter ook de mogelijkheid om een ontwerpopdracht te doen. Hierin ligt echter een probleem. Er zijn geen duidelijke richt-lijnen voor een ontwerpopdracht en de opdracht voldoet over het algemeen niet aan het opgestelde leerdoel. Doordat het project niet is ingesteld op het ontwerpen is het voor de groepen die een ontwer-popdracht hebben erg moeilijk om efficiënt te werken. Daarnaast is het lastig om een goede beoordeling te krijgen. Wij zijn dan ook van mening dat er geen mogelijkheid moet zijn om ontwerpopdrachten te doen om de volgende redenen: Er zitten al genoeg ontwerpop-drachten in de bachelor, het is het enige moment dat onderzoeks-methodologie wordt aangeleerd en de uitvoering van de ontwerpop-dracht is onder de maat.

Herinrichting collegezalenIn de zomervakantie zullen de collegezalen verbouwd worden. Omdat er meer faculteiten met het probleem van verouderde zalen zitten is er een plan gemaakt om achttien collegezalen te renoveren. Deze zalen zullen allemaal volgens hetzelfde basisplan gemaakt worden. Naast

onder andere comfortabele stoelen wordt er ook rekening gehouden met de onderwijsvernieuwingen zoals Collegerama en slimme white-boards. Het nadeel van deze ontwikkelingen is dat de capaciteit zal afnemen, de nieuwe stoelen nemen immers meer ruimte in. Voor sommige faculteiten neemt de capaciteit met slechts drie procent af, maar voor onze collegezalen zal de capaciteit met maar liefst vijftien procent afnemen. Dit getal zegt wel hoe nijpend de huidige situatie van onze collegezalen is.

VooraanmeldingenZoals elk jaar worden er door de faculteit weer de vooraanmeldingen bijgehouden. Ben jij benieuwd of het volgend jaar weer net zo gezel-lig druk wordt als dit jaar? Kijk dan op de Leeghwaterwebsite onder het kopje onderwijslinks en klik op vooraanmeldingen. Op deze site worden wekelijks de cijfers van de vooraanmeldingen van dit jaar bij-gehouden en deze cijfers worden vergeleken met de cijfers van vorig jaar.

PMBMomenteel wordt de PMB-ruimte gedeeld door 3mE en IO. De facul-teit 3mE gebruikt PMB veel voor metaalbewerking en IO doet veel meer met kunststoffen en hout. IO heeft nu besloten om de metaal-bewerkingsmachines af te stoten. Hierdoor zal het PMB-practicum zoals wij nu kennen in de toekomst niet meer te behouden zijn. On-der andere de Ontwerpwedstrijd zal dan in een nieuw jasje gestoken moeten worden. De faculteit heeft als oplossing voor dit probleem be-dacht om het vervaardigen van het ontwerp uit te besteden aan MBO-studenten. Het leuke hieraan is dat de studenten mensen leren aan-sturen en goed moeten communiceren, eigenlijk een beetje zoals een ingenieur later ook op de werkvloer zal moeten handelen. Het nadeel is dat je het inzicht in het ontwerpproces niet meer vergroot door te leren van je fouten. Een veel geziene fout is bijvoorbeeld het overdi-mensioneren van de constructie. Wij dringen er bij de faculteit zoveel mogelijk op aan de studenten praktische vaardigheden te geven. Het maakt de opleiding namelijk niet alleen leuk, maar wij zijn van me-ning dat het niet mogelijk is om een product te ontwerpen dat gefa-briceerd moet worden op bijvoorbeeld een draaibank als je nog nooit met een draaibank hebt gewerkt.

Het leven van een student is niet in één volzin te definiëren, zeker nu er steeds meer veranderingen in het onderwijs worden doorgevoerd. In deze editie van de Slurf zal ik een korte toelichting verschaffen over de veranderingen in het onderwijs.door: Goof van de Weg, commissaris Onderwijs Bachelor

de Slurf - mei 2010 - no. 412

bachelor.indd 1 21-4-2010 14:21:12

Page 13: Slurf 14-4

master

de Slurf - mei 2010 - no. 4 13

The answers lie in the field of Material Science & Engineering. Cre-ating metal alloys that can withstand temperatures as high as were reported during the 9-11 disaster could prevent buildings like the WTC from collapsing when hit by an airplane. Not the force from the impact caused the towers to collpase, but the extreme temperatures during the explosion made the construction metal weak. Examining asphalt that has the ability to repair itself when it is damaged, could result in less maintenance of the asphalt and a lot less inconvenience like damaged paintwork from up leaping pieces of asphalt and traffic jams caused by damaged roads. The Master Materials Science & En-gineering is concerned with the development of materials that meet and exceed performance expectations for specific functions, as men-tioned above. It is also concerned with the manufacturing processes that convert basic materials into final engineered products and with the design of innovative new materials for the continuously evolving needs of society.

This Master programme is divided in four specializations: Metals Sci-ence & Technology (MST), Advanced Functional Polymers (AFP), Ma-terials for Energy & Environmental Impact (MEEI), Advanced Con-struction Materials: Roads & Buildings (ACM). The programme is as follows: the first semester holds a thirty ECTS individual programme (Science or Engineering oriented) depending on the previous educa-tion of the student. The second semester contains forty ECTS of core modules from Materials Science & Engineering and Mechanical Prop-erties. During the third semester fourteen ECTS of the specialization and six ECTS of electives are scheduled. Then in the fourth semester the forty ECTS graduation project takes place.

Metals Science & Technology (MST) The specialization in Metals Science and Technology focuses on the design, characterization, engineering, production and performance of metallic microstructures to meet the challenges of our future.

Topics that are covered include: production and processing of metals, properties of materials and their microstructure and performance of metals.

Advanced Functional Polymers (AFP) Students following the Advanced Polymers Specialization learn about the design, characterization and processing of functional polymer materials for optical, electronic and high-performance mechanical applications. The profile covers activities in the polymer chemistry and synthesis, the polymer physics and characterization and the polymer engineering and processing. Materials for Energy & Environmental Impact (MEEI) This specialization deals with the use of materials in different en-ergy systems, including production and disposal of materials. Ma-terials science in the context of the growing interest in sustainable technologies is also addressed more broadly. Courses offered include Solar Cells, Materials at high temperature, Thermal power plants and Technology & Sustainability.

Advanced Construction Materials (ACM) This specialization provides materials science MSc students with an opportunity to study modeling and experimental aspects of advanced construction materials in greater depth by focusing on such topics as repair & maintenance of construction materials, concrete science & technology and micromechanics & computational modeling of building materials.

Career MSE gives graduates the opportunity to pursue careers in the indus-try at companies like Corus, Stork and Phillips and academia. Some others have more unusual positions in archaeology or authenticating works of art on behalf of museums.

Could we prevent catastrophes like the 9-11 World Trade Centre disaster in the fu-ture? Suppose future asphalt could repair itself, would that be the solution for all the inconvenience and congestion caused by road repair?by: Thijs Bosma, commissaris Onderwijs Master

Gez

elsc

hap

Leeg

hwat

er

Template_Masterverhaal.indd 1 21-4-2010 11:56:53

Page 14: Slurf 14-4

TECHNICAL & COMMERCIAL GRADUATESWhatever new technology the future holds, we’ll need plenty of energy to power it.

At Shell we’re working on all sorts of ideas to meet the growing demand.And we need ambitious graduates to help us tackle the energy challenge.

Think further. Visit www.shell.com/careersShell is an Equal Opportunity Employer.

R01828-HR Oxford CA Future City Advert_A4.indd 1 3/19/10 5:50 PM

Page 15: Slurf 14-4

Careers at Shell SHELL TECHNICAL GRADUATE IN-HOUSE DAY, 10 JUNE 2010

Shell is hosting a technical graduate In-house day. The event will include interactive workshops, career discussions and the opportunity to network and meet with managers and recent graduate joiners from across the technical function. We invite students who are in the last phase of a Master degree, as well as those who have recently completed their studies in well engineering, discipline engineering, process engineering, product/process research and asset maintenance engineering. This is an opportunity to find out how we are constantly turning bright ideas into important new and improved technologies and making some of the world’s biggest, more complex projects a reality.

To register, email your CV (in English), quoting Technical in-house day’ to: [email protected] Application deadline: 25 May 2010

Visit www.shell.com/careers to find out about our technical career opportunities.

Shell is an equal opportunity employer.

shell_advert.indd 1 23-4-2010 13:28:23

Page 16: Slurf 14-4

de Slurf - mei 2010 - no. 416

Om bachelorstudenten meer inzicht te geven in de mogelijkheden van afstuderen bij SPET, wil ik even kort bespreken wat de mogelijk-heden zoal zijn. Deze kunnen onderverdeeld worden in vijf vakgroepen binnen SPET, maar concreter zijn de verschillende onder-zoeksgebieden. Een groot onderzoeksgebied is bijvoorbeeld biomassa. Biomassa wordt zo-wel voor energieproductie als basisgrondstof in de chemische industrie gebruikt. Studen-ten werken aan modelleren, experimenten of een combinatie van beiden. Een ander on-derzoeksveld is het scheiden van stoffen met behulp van kristallisatie en distillatie. Een interessant voorbeeld is de HIDiC, Heat In-tegrated Distillation Column, die tot vijftig procent energie kan besparen ten opzichte van conventionele distillatie en waarvan een grote proefopstelling buiten staat bij P&E, ‘Process & Energy’. Ook hier wordt veel on-derzoek gedaan door studenten. Een ander interessant en populair onderzoeksgebied is de bouw en toepassing van de verschillende energieconversietechnieken. Deze lopen uiteen van moderne kolenverbranding tot aan brandstofcellen. Bovenstaande voorbeel-den beschrijven niet alle mogelijkheden bij SPET, maar ze geven wel het brede scala weer waar studenten en de medewerkers van P&E dagelijks mee bezig zijn. Het werk kenmerkt zich door modelleren, ontwerpen en het doen van experimenten.

Frictional diffusionVanaf de zomer 2009 tot en met januari 2010 ben ik bezig geweest met mijn afstudeerwerk over frictional diffusion. Deze scheidings-techniek kan (gas)componenten van elkaar scheiden door het verschil in diffusiesnel-heid in een extra stof, genaamd het sweep-gas. Het mengsel en het sweepgas worden uit elkaar gehouden door een poreus scherm dat vergelijkbaar is met een membraam, maar dan met grotere poriën. Door het verschil in concentratie zal er diffusie door de poriën optreden in beide richtingen; de gassen A en B diffunderen richting sweepzijde en het sweepgas diffundeert richting feedzijde. Als gas A nu sneller diffundeert dan gas B, zal er een scheiding optreden. Frictional diffusion, ofwel FricDiff is gebaseerd op deze scheiding. Een consortium van bedrijven, onder andere AkzoNobel en Shell, zagen vier jaar geleden grote potenties voor deze nieuwe schei-dingstechniek door de potentieel lagere in-vesteringen en het lagere energieverbruik in vergelijking met respectievelijk membraan-technologie en distillatie. Het fundamentele onderzoek hiervoor is uitgevoerd in Eindho-ven en het meer toepassingsgerichte werk vindt plaats in Delft en bij de bedrijven zelf.

Een goede mixEén onderdeel van dit toepassingsgerichte werk wat nog onderzocht moest worden was

wild

dem

o

de beheersbaarheid van het proces. Daar-voor moet gekeken worden hoe het proces beheerst kan worden met kleppen, PID-con-trollers et cetera. Het leuke van deze opdracht is het toepassen van kennis die tijdens de ba-chelor- en masterfase is opgedaan van zowel modelleren als Systeem- en Regeltechniek. Zoals menig student zat ik tijdens mijn ba-chelor te twijfelen tussen twee masters en dan is het erg leuk als je de kans krijgt om af te studeren op een onderwerp wat raakvlak-ken heeft met andere vakgebieden, in mijn geval dus Procestechnologie en Systeem- en Regeltechniek.

AanpakOm de beheersbaarheid van het proces te onderzoeken is het nodig om het proces dy-namisch te modelleren. Daarvoor maak je een model in Matlab en Simulink met alle bijbehorende massa’s, energiebalansen en een aantal diffusievergelijkingen. Door het model voldoende te vereenvoudigen, ver-krijg je een snel doch nauwkeurig model. Veel kennis en ervaring hierover is tijdens de bachelorfase verkregen tijdens verschillende vakken. Het is leuk om te zien hoe eenvou-dig je een deel van deze kennis kan gebrui-ken voor je eigen onderzoek. De volgende stap is het toepassen van de kennis van het vak Systeem- en Regeltechniek. Deze toepas-sing bevat een aantal dynamische analyses

Vijftien procent van het jaarlijkse energiegebruik in Nederland zit in de procesindustrie. Meer dan veertig procent daarvan is nodig voor het scheiden van meng-sels. Frictional diffusion is een nieuwe en innovatieve scheidingsmethode met veel potentie op het gebied van energiebesparing. Frictional diffusion combineert de voordelen van membraantechnologie; het scheiden op basis van diffusiesnelheden, met de voordelen van distillatie, wat weinig onderhoud vergt en waarmee grote doorvoer mogelijk is.door: Roald Arkesteijn

Frictional diffusionafstudeerverhaal

Afstudeerverhaal2.indd 2 22-4-2010 14:47:04

Page 17: Slurf 14-4

de Slurf - mei 2010 - no. 4 17

en het op de juiste manier instellen van de toegepaste PID-regelaars. Al snel loop je te-gen de beperkingen van deze eenvoudige regelaars aan waardoor je op zoekt gaat naar complexere controllers met wisselend suc-ces. Uiteindelijk resulteert al dit werk in een model waarbij je een scheidingsproces met een paar drukken op de knop op je scherm ziet draaien en je de gewenste zuiverheid uit je proces kan halen. Een waar genot voor een werktuigbouwer die na al die jaren in Delft van Matlab is gaan houden. Modelleren blijkt een krachtig middel als je bedenkt dat een enkele student dit in grofweg vijf tot zes maanden kan bereiken, terwijl het bouwen van een opstelling om dit alles experimen-teel uit te vinden een veelvoud van de moeite en kosten in beslag zal nemen.

ProjectmanagementHet standaardverhaal zou nu afsluiten met de resultaten van dit onderzoek, maar ik gok dat de gemiddelde lezer weinig inte-resse heeft in het exacte regelschema voor de FricDiff. Mocht iemand dit toch hebben, dan zijn vragen uiteraard meer dan welkom. Waar je als masterstudent waarschijnlijk wel in geïnteresseerd bent, is hoe je nou eigenlijk je afstuderen kan doorlopen zonder al te veel nachten door te hoeven werken en zonder deadlines te missen. Het geheim zit hem in de aanpak die de faculteit ons probeert bij te brengen in de gehele bachelorfase: Projectmatig werken met het bijbehorende projectmanagement. Projectmanagement is een sierlijke term die je vertelt dat je van te voren moet bedenken wat je wilt gaan doen. Dit ga je plannen en vervolgens uitvoeren. Velen zullen zeggen dat het vooral mis gaat tijdens het uitvoeren en dat een project voor-al tot een goed einde gebracht kan worden door hard te werken. Hoewel hier een kern van waarheid in zit, is er hoop voor studen-ten die graag efficiënter te werk gaan. Hoe meer tijd en moeite je stopt in het voorwerk en het plannen, hoe minder moeite het kost om werk van hoge kwaliteit binnen de ge-wenste tijd af te leveren. Begin bij het afstu-deren niet gelijk de literatuur in te duiken, maar ga eerst eens een week goed je doelen formuleren en praten met je begeleiders over wat ze van je verwachten. Zet dit dan alle-maal op papier zodat je dit aan het eind er nog eens bij kan pakken. Maak daarna een planning van je project en presenteer deze planning aan het einde van elk voortgangs-gesprek zodat iedereen weet waar je staat en naartoe wilt. Door deze telkens te bespreken creëer je de juiste verwachtingen bij jezelf en de betrokkenen en daardoor is succes vrijwel gegarandeerd. Als je dit leest en het idee hebt dat je de kern hiervan enigszins gemist hebt

in al die jaren bij Werktuigbouwkunde, dan krijg je hierbij de gouden tip om deze projectmanagementkennis en -ervaring toch nog aan te scherpen. Op de afdeling P&E is een hoogleraar ‘Management of Engineering Projects’ werkzaam naast zijn baan als vicepresident binnen de projectaf-deling bij Shell. Een interessante combi-natie van de theorie uit de universiteit en de rijke ervaring uit het bedrijfsleven. Een echte aanrader dus voor een ieder die later in projecten wil gaan werken. Als laatste

wens ik heel veel succes toe aan iedereen die voor een masterkeuze staat en aan degene die binnenkort voor de keuze staat voor een afstudeeronderwerp. En onthoudt: De mas-ter SPET draait niet alleen om de Thermo-dynamica en Stromingsleer, maar gebruikt deze en andere beginselen om de meest inte-ressante en grootste industrie te beschrijven: de proces- en energie-industrie. Van biofuels tot aan Proces- en Regeltechniek, van Stro-mingsleer tot aan projectmanagement en van modelleren tot aan experimenteren.

Roald Arkesteijn met de testopstelling

SPET: Sustainable Processes and Energy Technologies

Roal

d Ar

kest

eijn

Roa

ld A

rkes

teijn

Afstudeerverhaal2.indd 3 22-4-2010 14:47:27

Page 18: Slurf 14-4

de Slurf - mei 2010 - no. 418

Our body is a collection of liquid pumps. For instance: The heart induces pressure driven blood flow, the intestines make use of peris-taltic motion and each single body cell trans-ports liquids by osmosis. But it is the airway system that uses one of the most amazing and complex pumps of nature: cilia, tiny ac-tively beating, hair-like cell extensions of the epithelium. In my PhD research project the principle of cilia-induced fluid transport is investigated as a means to efficiently trans-port fluid through micro-channels in engi-neering applications such as lab-on-a-chip. Therefore artificial cilia have been synthe-sized and the cilia-induced fluid motion is measured.

IntroductionWhile artificial cilia have been successfully used to mix fluids, no net fluid transport could be achieved by artificial cilia up to now. The reason is that natural cilia perform a complex three-dimensional beat, which is very difficult to mimic mechanically at these small scales. The beat circle of natural cilia consists of a forward and a backward stroke. While the cilia are stretched during the for-ward stroke, they are bend on the backward stroke. This is called the shape anisotropy between the strokes and it is accompanied by a difference in the force exerted on the fluid during the one and the other stroke which

results in a net fluid displacement. In addi-tion, natural cilia beat slightly out of phase to their neighbors. When large arrays of cilia beat with such a phase lack to their neigh-bors it happens in a well-coordinated man-ner such that wave like motions are created that travel over the cilia tip array as can be seen in figure one on protozoa, a microscopic water animal. Pumping by artificial cilia ac-tuators has a high potential for micro-scale technologies such as lab-on-a-chip, which may find numerous applications in health care, bio-medical research and analytical sciences. Inspired by examples from nature, artificial cilia could be lately synthesized and externally actuated. However, those struc-tures were only shown to mix fluid [den Toonder et al. 2007, Fahrni et al. 2009]. To show that significant artificial cilia induced pumping is possible, large numbers of wor-king cilia have to be integrated into a micro channel. Furthermore, the cilia have to move in a synchronized fashion and the generated beat cycles have to be steady over a long time-period.

MethodNatural cilia are direct cell extensions. A cili-um is typically circular consisting of dynein tubuli. Such a complex structure is hard to synthesize technologically. Instead, artificial cilia are made by soft lithography. In the so-

J. H

usso

ng

called release process, the silicon substrate is brought into contact with a liquid that dis-solves the non-cross-linked material. Only the actual cilia are left. Due to the method of manufacturing, the artificial cilia are rec-tangular. Figure two shows a top view on such structures after release. On one silicon wafer one thousand individual cilia are syn-thesized, covering an area of one millimeter span-wise and one centimeter stream-wise. The silicon substrate is the bottom of the microfluidic channel. Channel walls and top are assembled around the cilia before the wafer is released which can be seen in figure five. The channel walls are made of PMMA, a cohesive polymer that is alcohol-resistant. The channel cover has integrated in- and outflow as well as a window. A groove along the edge forms the vacuum channel when the channel is assembled. The vacuum chan-nel seals by sucking a vacuum. While in na-ture cilia are driven by the relative sliding of two different, Adenosine-5’-triphosphate (ATP) powered sets of cellular skeleton struc-ture, called the axoneme [Satir1 and Chris-tensen 2008], artificial cilia are actuated by an external electromagnet which consists of two coil pairs. Fe3O4 particles are embedded in the polymer matrix of the 53 micrometers long and 13 micrometers wide artificial cilia. After assembly, a homogeneous field is app-lied over the whole cilia array with its rota-

Fluids in micro channels are usually driven by pressure. However, our body uses a variety of micro pumps. Can we copy one of these biological pumping principles and manipulate these into a technical application? by: Jeanette Hussong

Flow with the beatPhD article

Template_Promovendus.indd 2 21-4-2010 17:13:18

Page 19: Slurf 14-4

de Slurf - mei 2010 - no. 4 19

tion axis pointing in the span-wise channel direction. Due to the homogeneous field, all released cilia beat synchronized. This leads to an oscillating fluid motion since at one in-stance all cilia perform a forward stroke while an instance later they all move back again, dragging fluid with them in both phases. A net fluid displacement depends critically on the shape difference of the cilia during the forward and backward stroke. The actuation system is designed in such a way that the ci-lia can be observed from a top view during the rotation of the external magnetic field. Bright-field recordings of the cilia motion are performed to measure the cilia response to the external magnetic field. The recor-ding rate is adjusted in time to the actuation phase, such that the cilia position and veloci-ty can be related to the external field orienta-tion and strength at any instance. The fluid motion is visualized by fluorescent particles seeded in the fluid. The particles have the same density as the fluid and therefore fol-low the flow. A Pegasus dual head laser serves as a light source to illuminate the fluorescent particles. A camera records a pair of particle images at two instances in time. The distan-ce that particles are displaced between both images is a direct measure for the fluid velo-city. This optical measurement technique is called Micro Particle Image Velocimetry (mi-cro PIV). Also the micro PIV measurements of the cilia-induced fluid motion are adjusted in time to the actuation phase.

First results After the release more than eighty percent of the cilia are fully functional. The cilia motion is steady for over more than 24 hours. The cilia deflect two times up and down during one actuation circle. The cilia-tip velocity de-creases at the end of the upward stroke due to the cilia’s bending stiffness. The downward stroke is more rapid since both the cilia ben-ding moment and the magnetic field act in concert. The Reynolds number based on the maximum cilia-tip velocity and cilia width is approximately 0.1. Since the Reynolds num-ber expresses the ratio between inertial and viscous forces we know that viscous forces dominate the flow. Successfully released cilia move in a highly synchronous way, inducing periodic fluid oscillations of up to seventeen micrometers per second in a plane approxi-mately fifty micrometers above the cilia tips. It must be said, however, that for the inves-tigated actuation mechanism and cilia sam-ples no significant fluid transport could be measured. It is anticipated that a net fluid transport does not take place because the cilia beat cycle lacks the required asymmetry bet-ween the upward and the downward stroke.

Ongoing researchCurrently, we numerically have been explo-ring the effect of cilia beating with a small time lack to their neighbors. Thereby a wave-like motion of the cilia is generated similar to the one that can be seen in figure one. The effect of such a coordinated mo-tion strongly depends on the shape of the individual cilia during the beat. However, lately we showed in simulations that for straight, stiff cilia such a wave-like motion leads to a net fluid transport if the cilia are densely packed. This is due to the effec-tive cilia density which increases when ci-lia bend towards each other and decreases when they point away from each other. If the phase shift from cilia row to cilia row is constant groups of cilia that are effectively closer to each other perform a forward stro-ke while those that point away from each other perform a backward stroke. Since the fluid drag is higher when moving cilia are densely packed the drag force of the for-ward beating cilia group dominates over the drag force induced by those moving backward. In this way pumping can be in-duced in a micro channel where the fluid viscosity dominates. To verify a coordinated wave-like motion of groups of cilia, well defined, time-variable field gradients of the actuation field are required. How many waves are to be created and how this can be experimentally verified is currently investigated.

Figure two: artificial cilia after release

Sid

ney L

. Tam

m

J. H

usso

ng

Figure one: Ciliary Motion in Paramecium

Template_Promovendus.indd 3 21-4-2010 17:13:20

Page 20: Slurf 14-4

We don’t bring our clients standard solutions… We bring them the right ones

Real Passion, Right Results.Together!

Sign up now for our

Strategy Days at www.atkearney.nl

In an industry dominated by pre-packaged answers, we give our people the freedom to be true problem solvers.

That’s why A.T. Kearney is looking for a secret weapon called you!

Armed with your own intuition and talents, and supported by our history and expertise, we think you’ll show us things we haven’t seen before.

So meet us and tell us how you see it!

kearney.indd 1 17-4-2010 17:58:18

Page 21: Slurf 14-4

de Slurf - mei 2010 - no. 4 21

Als beloning na drie en een half jaar hard werken werd ik begin 2009 toegelaten tot de Honours Track. Deze track biedt studenten de kans om dertig ECTS naast de 120 ECTS wegende Master te halen. De meerwaarde van dit programma, ten opzichte van het vol-gen van keuzevakken, is de intensieve onder-steuning vanuit de universiteit en het door de Rector Magnificus ondertekende certifi-caat. Omdat de dertig ECTS een samenhan-gend geheel moeten vormen, besloot ik mij te richten op de thema’s ‘techniek, onderne-merschap en internationale ontwikkeling’. Na in mijn bachelor een half jaar in Stellen-bosch, Zuid-Afrika gestudeerd te hebben, had het Afrikaanse continent mij aangegre-pen. Toen de mogelijkheid zich aandiende om binnen de Honours Track een project in Kenia te gaan doen, greep ik deze direct.

OmgevingOngeveer drie en een half uur rijden van de hoofdstad Nairobi ligt de eerste commerci-ele biodieselfabriek van Kenia. Hier moet je je niet te veel bij voorstellen: De aan een zandweg gelegen fabriek telde slechts zes werknemers. De omgeving bestaat voorna-melijk uit half droge landbouwgrond. Lokale inkomsten zijn voornamelijk gebaseerd op de landbouw. Dit levert hen niet veel op: Een gemiddeld dagloon is tweehonderd Kenian Shilling, wat ongeveer twee euro is.

Het projectDoordat ik zonder duidelijke opdracht aan de slag ging, had ik alle ruimte om mijn

eigen projecten te definiëren. Het uitein-delijke doel was het verbeteren van de fi-nanciële situatie van de actoren in de ‘value chain’ van de dieselproductie. Dit doel werd geconcretiseerd in een viertal projecten. Eén van deze projecten richtte zich op ‘reverse manufacturing’: Gebruik maken van afval van de fabriek als input voor nieuwe produc-ten. Een ander opvallend onderzoek betrof het ontwerpen en bouwen van een door bio-massa aangedreven waterpomp. De meeste projecten worden op dit moment door de fabrieksmedewerkers zelf uitgevoerd. Kenia was tot midden twintigste eeuw een kolonie van Groot Brittannië. Eén van de vele werk-loze mannen in Nairobi vertelde mij dat hij liever terug wilde naar de kolonisatie: “Free-dom is nothing without development”. De loyale houding ten opzichte van de Europese cultuur is aan meer dingen te merken. Als je als blanke of Mzungu, zoals dit in het Swa-hili heet, op straat loopt is iedereen vriende-lijk: Kinderen willen je een hand geven en de politie laat alles toe. Het enige wat men van je verwacht is dat je al hun problemen oplost. Dit zorgde ook voor problemen in de biodieselfabriek. Ondanks dat ik de jongste werknemer was, kreeg ik vanaf het begin al een directeursbehandeling. Afdelingshoof-den wilden mijn advies voor het maken van beslissingen en de hele productie werd stil-gelegd op het moment dat ik een test wilde uitvoeren. Ik heb voornamelijk geleerd om uit deze positie te stappen en de mensen het vertrouwen te geven dat ze hun eigen pro-blemen op kunnen lossen. De werknemers

Sinds enkele jaren richt de TU zich op het stimuleren van ondernemerschap. Dit in de academische wereld bekende fenomeen zorgt ervoor dat het doel van universiteiten verschuift van het genereren van kennis naar economische ontwikkeling. Deze uitdaging greep ik in november 2009 graag aan door in één van de armste gebieden van Kenia de productiviteit van de eerste commerciële biodieselfabriek van het land te verbeteren. door: Jan Willem Zwarteveen

zijn hier namelijk wel toe in staat: Ze heb-ben goede ideeën en houden van hard wer-ken. Helaas gebeurt het niet: Ze weten hun ideeën niet om te zetten in uitvoering.

OntspanningNaast deze culturele bedrijfsmatige acti-viteiten ontkwam ik er niet aan om van de prachtige natuur te genieten. Doordat ik een motorfiets tot mijn beschikking had, die als Mzungu zonder problemen te berijden is zonder officieel motorrijbewijs, had ik de mogelijkheid om veel van de omgeving te zien. Zo heb ik tussen de bizons en de giraf-fes gereden, met nijlpaarden op het strand gestaan en in één dag achthonderd kilome-ter gereden om bij het strand te komen.

ReflectieAchteraf heb ik van deze veldervaring erg veel geleerd, zowel technisch als sociaal. Doordat je in de Westerse wereld leeft, is het verleidelijk om te vergeten dat er een zeer grote groep bestaat met kleinere financiële rijkdom. Door hard te werken kunnen ze langzaam maar zeker, economisch groeien. Dit zal met Westerse financiële hulp nooit lukken. Het maakt de mensen slechts pas-siever in het nadenken over het oplossen van hun eigen problemen. Gelukkig kan je als westerling wel iets doen. Het promoten van ondernemerschap of het stimuleren van productiviteitstoename, met inachtneming van het kapitalistische systeem, zal op lange termijn een land als Kenia op economisch gebied vooruit helpen.

Keniabuitenlandverhaal

Living water from heaven

21_Buitenlandverhaal.indd 3 22-4-2010 15:08:30

Page 22: Slurf 14-4

KurkparapluMet deze paraplu maak je tijdens je regenachtige wandeling ge-garandeerd de blits. Doordat hij gemaakt is van kurk is de para-plu licht en milieuvriendelijk.

111,-www.keeutility.com

111,-

122,-

gadgets

de Slurf - mei 2010 - no. 422

N.v.t.www.designboom.nlwww.gadgetgarden.nl

www.thinkgeek.com

Phone Dock Waarom zou je met je mobiel door huis gaan lopen, als je via een kabel op een vaste plaats kan bellen? Plug je iPhone in en smijt lekker de hoorn op de haak na een frustrerend gesprek!

iCadeBen jij een iPad scepticus? Dan heb je nu toch een reden om hem te kopen! In een handom-draai bouw je hem om tot een ouderwetse arcade speelkast!

EarphonesMet deze old-school ‘oortjes’ kan iedereen meegenieten van jou muziek.

gadgets.indd 2 21-4-2010 17:18:53

Page 23: Slurf 14-4

Galatea stoelWat te doen met het geld dat je na je studie gaat verdienen? Bijvoorbeeld de Galatea SPA Chair kopen. Hij zal je masseren terwijl je via voice command het 180 graden lasertouchscreen aanstuurt om een filmpje te kijken.

Seeker slippers Treasure Seeker slippers, slippers met een metaaldetector erin, zo-dat je niet met zo’n belachelijk apparaat over het strand hoeft te lopen.

70,-www.megagadgets.nl

N.v.t.www.bornrich.org

Supersize stoelHet is geen kleine man die je in deze stoel ziet. De super-sized camping stoel is met een hoogte van één meter en zeven decimeter een enorme stoel. Een geweldige vinding voor bij een festival.

112,-www.craziestgadgets.com

de Slurf - mei 2010 - no. 4 23

Sun jarEen pot die zonlicht opslaat en ‘s avonds uitstraalt door een zonnepaneeltje, hoewel het lijkt alsof er een gas in zit die het licht uitstraalt.

www.gadgethouse.nl 29,-

gadgets.indd 3 21-4-2010 17:19:08

Page 24: Slurf 14-4

de Slurf - mei 2010 - no. 424

Wij van de redactie waren uiteraard erg en-thousiast en na de nodige telefoongesprek-ken en mailtjes begaven wij ons richting Drachten om op onderzoek uit te gaan. Eerst een korte geschiedenis van Philips en de ves-tiging Philips Drachten.

Scheerapparaten van PhilipsNaast Frits Philips heeft nog een ander per-soon, die in het bijzonder belangrijk was voor de vestiging in Drachten, aan de toen-malige Technische Hogeschool Delft zijn diploma behaald; Alexandre Horowitz. Na-dat Horowitz de HBS had bezocht, ging hij naar de Technische Universiteit Delft. Hier was hij een briljant student. Hij studeerde in 1927 dan ook af als werktuigbouwkundig en elektrotechnisch ingenieur. Dit was de grondlegging van zijn voorspoedige carrière. Horowitz begon in 1929 met zijn loopbaan bij Philips en was daar persoonlijk aange-steld door de oprichter van de multinatio-nal en toenmalig bestuursvoorzitter, Anton Philips, op de onderzoeksafdeling van de radiofabriek. Vanwege de economische re-cessie ging Philips andere mogelijkheden zoeken om producten te vervaardigen. Zo kwam men in 1937 uit Amerika terug met een koffer vol elektrische scheerapparaten. Deze scheerapparaten waren ontwikkeld door Jacob Schick en hadden lineair bewe-gende mesjes. Horowitz was erg enthousiast

over deze apparaten maar vond dat er te hard aan de haartjes werd getrokken waardoor de huid geïrriteerd raakte. Hij begon naar eigen inzicht een elektrisch scheerapparaat te ontwikkelen. In 1939 werd de eerste Phi-lishave met roterende mesjes aan het publiek getoond. Roterende mesjes waren het groot-ste onderscheid tussen de Philishave en de Schick met lineair bewegende mesjes.

DrachtenDe vestiging in Drachten werd geopend in 1950. Er werkten zestig jaar geleden ongeveer dertig mensen. Tegenwoordig is de vesti-ging in Drachten, waar nu zo ongeveer 1 450 mensen werken, verantwoordelijk voor de ontwikkeling en productie van de Consu-mer Lifestyle producten en de productie van Philips scheerapparaten. Wij werden ont-vangen door Mark Lelieveld, een technisch projectmanager bij Philips die ons zou gaan rondleiden om ons te vertellen over deze ves-tiging en de producten die er worden ont-worpen, getest en uiteindelijk ook worden geproduceerd.

ECMIedereen kent ze wel, de scheerkoppen van Philips. Vroeger werden de scheerkapjes nog met conventionele methodes gefreesd, maar tegenwoordig maken ze bij Philips gebruik van een modernere techniek: Elec-

Enige tijd geleden ontvingen wij een uitnodiging van Philips of wij wellicht geïnteresseerd waren om bij één van hun vestigingen langs te komen om te zien hoe Philips daar te werk gaat. Het betrof de vestiging Philips Consumer Lifestyle Drachten. door: Teun Koomen

Phili

ps

trochemical Machining (ECM). ECM is een niet-conventionele metaalbewerkingstech-niek gebaseerd op elektrolyse. De basis voor deze techniek is door Michael Faraday ge-legd. Een kathode (elektrode), welke de in-verse vorm van het gewenste eindproduct heeft, en een anode (werkstuk) worden op een machine nauwkeurig ten opzichte van elkaar gepositioneerd. Door de ingestelde spleet tussen werkstuk en elektrode wordt een elektrolyt gespoeld. Het elektrolyt ge-leidt de stroom en zorgt er ook voor dat reactieproducten, zoals metaalionen, warm-te en gas, worden afgevoerd tijdens het pro-ces. Door het geleiden van een elektrische stroom door de anode, elektrolyt en de ka-thode wordt lokaal anodisch materiaal op-gelost tot het product de gewenste eindvorm heeft verkregen. Met deze techniek kan het materiaal met grote precisie worden bewerkt zodat de mesjes die de haren afsnijden op een minimale afstand van enkele tientallen micrometers van de scheerkop kunnen wor-den geplaatst.

Lift and CutEen groot probleem van scheerapparaten is altijd geweest dat de haren eerst de scheer-kop in moeten en dan nog eens moeten wor-den afgesneden. Je zou dus zeggen dat de haren nooit tot aan de huid kunnen worden gesneden omdat er altijd nog wat tussen zit.

Philips Consumer Lifestyle

Philips Drachten.indd 2 23-4-2010 14:07:34

Page 25: Slurf 14-4

de Slurf - mei 2010 - no. 4 25

Philips heeft daarvoor een geweldig systeem ontwikkeld; lift and cut. Onder de scheer-koppen van de Philips shavers vinden we het zogenaamde spinnetje, dit is het wieltje waarop mesjes zitten die de haren afsnijden. Als we goed naar de spinnetjes kijken dan zien we dat er een heel dun metalen haakje aan zit. Dit haakje steekt een klein beetje verder uit dan het mesje. Deze haakt zichzelf vast aan de haren en kan dan maar één kant op, namelijk naar boven. Hierdoor worden de haren meer de scheerkop in getrokken zodat het mesje ze dichter op huid af kan snijden en huidirritatie geminimaliseerd wordt.

Mark LelieveldNadat wij een rondleiding van Mark Lelie-veld hadden gekregen konden wij hem een aantal vragen te stellen.

Hoe is je studie Werktuigbouwkunde verlo-pen?Mijn studie in Delft is iets anders verlopen dan die van de meeste. Ik begon in 1998 met de studie Werktuigbouwkunde aan de TU Delft. Na vier maanden besloot ik over te stappen naar de TH Rijswijk. Op dat mo-ment was ik met teveel andere dingen bezig, maar ik had wel altijd de intentie om terug te gaan naar de TU Delft omdat mijn hart bij Werktuigbouwkunde lag. Op de TH kon ik, omdat ik al vier maanden ‘bagage’ van de TU had, mijn propedeuse binnen twee maanden halen. Nadat ik daar was afgestu-deerd ben ik weer terug gegaan naar de TU Delft. Daar ben ik er echt voor gegaan en kreeg van een professor de kans om een jaar in Japan af te studeren. Daar heb ik een hap-tische interface voor een robothand gemaakt die voorzien was van force feedback. Het was een schitterende afsluiting van mijn studie.

Hoe ging het verder na je studie en hoe ben je bij Philips beland?Sinds mijn jeugd ben ik bezig met techniek. Mijn vader heeft hier een grote rol in ge-speeld, want hij had de beste machines staan,

zoals een draaibank en andere machines. Ik ben dus altijd al bezig geweest met zelf din-gen maken en repareren en vond dit altijd heel erg interessant. Ik was echt op zoek naar een baan waar ik me kon richten op het ont-wikkelen van fijne mechanische apparaten. Tevens zocht ik een internationaal bedrijf. Ik heb mij verdiept in verschillende bedrijven. Uiteindelijk kwam ik bij Philips terecht. Philips doet veel met fijne mechanica en is een groot internationaal bedrijf waar je echt de kans kan krijgen om jezelf te onwikkelen. Ik ben toen naar de recruitmentwebsite ge-gaan en na een aantal selectierondes ben ik hier in Drachten op gesprek gegaan en ben ik aangenomen.

Hoe bevalt het nu om bij Philips te werken?Je eerste baan is altijd een gok, je weet nooit echt waar je aan begint. Bij mij is deze gok heel erg goed bevallen. Ik heb hier eerst drie jaar als functieontwikkelaar gewerkt. Ik kreeg hier echt de kans om vrij te werken en mijn creativiteit los te laten. Toen werd ik ge-vraagd als projectmanager en kreeg ik mijn eerste eigen project met een internationale setting. Het is geweldig om te zien wat er allemaal bij komt kijken om een product te ontwikkelen voordat het in de winkel komt.

Je bent betrokken bij het ontwerp, design, productie en de logistiek.

Als een product klaar voor de markt is, komt deze dan eerst in één land of meteen wereldwijd op de markt?Er is meestal een vaste opzet want je kunt een product niet meteen in de hele wereld beleve-ren. Er zijn dus landen die altijd als eerst aan de beurt komen en landen die soms als testland dienen. De markt van bijvoorbeeld scheerap-paraten is zeer stabiel omdat deze al vijftig jaar bestaat. Hoe men het product innoveert en op de markt brengt staat eigenlijk al vast.

En als we het over een product als de Wake Up Light hebben?Deze is eerst in een specifiek land op de markt gebracht en dit sloeg zo goed aan dat ze deze meteen ook in andere landen op de markt heb-ben gebracht. Er is uitgebreid onderzoek ge-daan naar hoe een mens nou eigenlijk wakker wordt en dit hebben ze allemaal verwerkt in de Wake Up Light. De lamp gaat met een bepaald algoritme net als de zon, feller schijnen en stopt als hij de instelbare eindintensiteit heeft be-reikt. Onbewust krijgen je hersenen een signaal via de ogen dat de zon opkomt. Hierdoor be-gin je bepaalde hormonen aan te maken. Als de wekker of radio dan aan gaat, na een half uur blootgesteld te zijn aan de Wake Up Light is je lichaam er van overtuigd dat het tijd is om wakker te worden en word je opgewekt wakker.

Heb je nog advies voor studenten?De TU Delft zag ik zelf echt als topsport en het studeren aan de TU heeft mij echt geholpen om mezelf te ontwikkelen. Probeer zoveel mogelijk dingen naast je studie te doen en niet alleen maar studeren om tentamens te halen. Ga naar bedrijven, verdiep je in andere dingen en pro-beer je zo breed mogelijk te oriënteren. Later ga je hier de vruchten van plukken.

Phili

ps

Het Lift and Cut systeem Tweede versie van de Philips Wake Up Light

Phili

ps

Phili

ps

Mark Lelieveld met één van zijn creaties.

Philips Drachten.indd 3 23-4-2010 14:08:03

Page 26: Slurf 14-4

vanderlande.indd 1 17-4-2010 17:46:39

Page 27: Slurf 14-4

Benodigdheden

Do it yourself

de Slurf - mei 2010 - no. 4 27

voor de PVC-buis. Doe dit zo dat de afsluiting nog wel op de PVC-buis past. Zaag een stuk PVC-buis af. Zorg dat het stuk lang genoeg is zodat de elektronica in de buis past met genoeg ruimte om de an-dere afsluiting te monteren. Boor in de andere afsluiting een gat met dezelfde diameter als de flexibele slang. Steek de slang door het gat en lijm deze ook vast met secondelijm. Monteer de afsluitingen op het stuk PVC-buis. De klankkast met elektronica voor je talkbox is klaar!

AansluitingZorg dat de schakeling is ingeschakeld. Als er een volumeknop op de schakeling aanwezig is, zorg dat die volledig open is gedraaid. Sluit de audio-inputkabel aan op de geluidsbron die je met je mond wil vervormen. Als dit een gitaar of keyboard of iets dergelijks is, dan zul je je talkbox aan moeten sluiten op de headphone-uitgang. Omdat pc-speakersetjes altijd een 3.5 millimeter audio jack-ingang hebben, heb je wel een verloopstukje van 3.5 millimeter audio jack naar 1/4 inch audio jack nodig. Deze sluit je aan op je keyboard of gitaarver-sterker. Als je geluidsbron nu geluid maakt, moet dit geluid uit de flexibele slang komen. Als je de slang tussen je kiezen klemt, circu-leert het geluid door je keel. Het geluid is een plaatsvervanger voor je stembanden. Als je verschillende vormen maakt met je mond, zoals je ook doet als je praat, kun je het geluid manipuleren. En presto: Je hebt een stem als T-Pain!

ResultaatDe talkbox is een gave gadget waarmee je een leuk effect toe kan voegen aan je gitaar- of keyboardgeluid. Zo hoef je geen honderden euro’s uit te geven aan apparatuur waarmee je het geluid van bijvoor-beeld een gitaar kan manipuleren. Je doet het gewoon met je mond!

KostenDe talkbox kost ongeveer vijftien euro. De duurste onderdelen zijn de PVC-onderdelen en de flexibele slang. Als je geluk hebt, heb je nog ergens een oud pc-speakersetje liggen of kun je die gratis krijgen van iemand.

De cel wordt opgeladen met een 9 Volt batterij.

De cel levert twee volt.

Gez

elsc

hap

Leeg

hwat

er

Een open talkbox. De stroomtoevoer is hier in de vorm van een USB-kabel.

TalkboxAls echte werktuigbouwkundige ben je natuurlijk dol op gadgets. Nog leuker is het echter om de gadgets zelf te maken. In deze ru-briek wordt precies uitgelegd hoe je deze gadgets maakt. Dit keer: een talkbox!

De bedoeling is om met de PVC-buis en de afsluitingen een klank-kast maken, waar door een slang het geluid weg kan. Als je deze slang in je mond houdt en de vorm van je mond verandert, heb je je eigen T-Pain-geluid!

SpeakertjesAllereerst moet je de elektronica uit het pc-speakersetje halen. Doe dit door de boxjes open te schroeven, of door ze te molesteren. Zorg echter dat alle elektronica heel blijft, omdat je dit gaat gebruiken in je talkbox. Een pc-speakersetje heeft meestal een rechter- en lin-kerbox. In één van de boxen zit de schakeling met de versterker. Op deze schakeling zijn ook de audio-ingang en het elektriciteits-snoer aangesloten. Verwijder de speakertjes uit de boxen, terwijl je de schakeling met de audio ingang en het elektriciteitssnoer intact laat. Mocht je last hebben van te lange kabels of onverhoopt toch een draad beschadigen, knip dan deze draad door en soldeer de uitein-den aan elkaar.

KlankkastBoor een gat in de afsluiting van de PVC-buis waar de audio-ingang en de stroomdraad doorheen kunnen. Haal de kabels door het gat. Plak vervolgens met de secondelijm de elektronica op deze afsluiting

Gez

elsc

hap

Leeg

hwat

er

Wij hebben ervoor gekozen om de boxjes te molesteren.

Oud pc-speakersetje

Een stuk PVC-buis van ongeveer vijftien centimeter langTwee afsluitingen voor de PVC-buisEen stuk flexibele slang van ongeveer een halve meter langBoor

Soldeerbout en -tinSecondelijm

DIY[3].indd 3 21-4-2010 14:10:38

Page 28: Slurf 14-4

de Slurf - mei 2010 - no. 428

Gelukkig beschikt het Nederlandse leger over 29 van de meest geavanceerde machines op het slagveld om de patrouille te bescher-men, als een engeltje op hun schouder. Met die wetenschap kunnen de soldaten toch met een gerust hart hun werk doen.

GeschiedenisZeventig jaar geleden maakte Igor Sikorsky, geïnspireerd door ontwerpen van Leonardo da Vinci, met zijn zelfgemaakte helikopter de eerste succesvolle helikoptervlucht. Kort hierna, nog tijdens de Tweede Wereldoor-log, werden de eerste helikopters gekocht door het Amerikaanse leger. Het was echter pas in de oorlogen in Korea en Vietnam dat helikopters hun nut voor het leger bewezen. Sindsdien heeft de helikopter een steeds gro-tere rol gekregen binnen militaire operaties. De helikopter kon gebruikt worden als ver-voermiddel, maar ook als wapen. Dit leidde tot de productie van verschillende soorten militaire helikopters. De meest bekende en meest dodelijke daarvan is de AH-64 Apache. De naam Apache verwijst naar de indianen-stam die bekend staat om haar oorlogsvaar-digheden. Deze gevechtsmachine gaat al ruim 25 jaar mee en is nog steeds één van de meest gevreesde tegenstanders op het slag-veld. Dit komt omdat de Apache snel, wend-baar en lastig detecteerbaar is. Bovendien is dit monster beladen met wapens.

AandrijvingEen helikopter blijft in de lucht dankzij hetzelfde principe dat bij vliegtuigen wordt gebruikt. De rotorbladen van de helikopter hebben dezelfde functie als de vleugels van een vliegtuig. Omdat de rotorbladen rond-draaien, hoeft een helikopter zelf geen snel-heid te hebben om in de lucht te blijven. Op deze manier kan hij dus stil blijven hangen. De staartrotor zorgt ervoor dat een helikopter niet in tegengestelde richting van de rotor-bladen gaat draaien. Ook de Apache maakt gebruik van dit systeem. De rotorbladen van de Apache zijn speciaal vervaardigd voor de omstandigheden waaronder de helikopter moet opereren. De randen van de bladen zijn bijvoorbeeld van titanium gemaakt. Daar-door zijn ze bestand tegen botsingen met natuurlijke objecten, zoals de takken van bomen, waar zij eventueel tijdens het vlie-gen mee in contact komen. Het komt name-lijk vaak voor dat de gevechtshelikopter zo dicht mogelijk bij de grond moet vliegen om zijn tegenstanders te verrassen. De Apache wordt aangedreven door twee straalmotoren die samen 3 700 paardenkrachten leveren. Hiermee kan de snelheid van de helikopter oplopen tot driehonderd kilometer per uur.

SensorenDe sensoren van de Apache geven de piloten veel informatie en zijn voor hen van levens-

Uitgestrekte vlakten, een vijand die overal op de loer kan liggen en praktisch onidentificeerbaar is. Een Ne-derlandse patrouille verkent de Afghaanse provincie Tarin Kowt. Hun officiële missie is om contact te leggen met de lokale bevolking en daar de veiligheid te hand-haven. Achter in hun hoofd weten zij echter dat het zomaar tot een confrontatie met de Taliban kan komen: een verontrustende gedachte. door: Robert Draisma

Boei

ng

belang. Dankzij de sensoren zijn de presta-ties van de AH-64 niet afhankelijk van het weer of het daglicht. De piloot en copiloot hebben ieder hun eigen nachtkijker welke de infrarode straling detecteert die door warme voorwerpen wordt uitgestraald. Beide nacht-kijkers zitten op een draaibaar platform en zijn gekoppeld aan de helmen van de pilo-ten. In de helm zit een klein display voor het oog van de piloot waarop het beeld van de nachtkijker te zien is. Sensoren in de cockpit registreren de bewegingen van het hoofd van de piloot. Als de piloot zijn hoofd draait, dan beweegt de nachtkijker in die richting mee. Zo kunnen de piloten gemakkelijk hun om-geving afspeuren, op zoek naar hun doelwit. Naast de nachtkijker zitten er op de voorkant van de Apache ook nog een gewone videoca-mera en telescoop gemonteerd. Dankzij de telescoop kunnen de piloten heel precies bijhouden wat er op de grond gebeurt, ter-wijl zij zich hoog boven het aardoppervlak bevinden. Om vijandige doelwitten op te sporen zit er boven de rotorbladen een zo-geheten ‘radar dome’. De radar bepaalt met radiogolven de grootte van alle voorwerpen in de omgeving en koppelt die grootte aan objecten die in een database vaststaan, zoals tanks of personen, om ze te kunnen identifi-ceren. Die objecten worden vervolgens weer-gegeven op de radarschermen van de piloten. Als een object als vijandig is geïdentificeerd,

Angel of death

apache2.indd 2 22-4-2010 15:20:57

Page 29: Slurf 14-4

de Slurf - mei 2010 - no. 4 29

kan er gekozen worden om over te gaan tot de aanval. AanvalssystemenDe Apache kan verschillende rollen vervullen op het slagveld maar het hoofddoel van de gevechtshelikopter is het uitschakelen van gepantserde vijandige doelen, bijvoorbeeld tanks. Om tegenstanders uit te schakelen heeft de Apache drie verschillende wapens aan boord. Eén daarvan is een raketsoort die bedoeld is om de zwaar bepantserde doelen schade toe te brengen: de Hellfire-raket. De naam Hellfire is een afkorting voor ‘helicop-ter launched fire-and-forget’. De nieuwste versie van de Hellfire-raket is eigenlijk een klein vliegtuigje met zijn eigen radarsys-teem, aandrijving en aansturingsysteem. Nadat de raket is afgevuurd kan deze zijn ei-gen weg naar het doelwit vinden. Dit gebeurt met een snelheid van ruim 1 500 kilometer per uur. De raket heeft een bereik van acht kilometer. Zelfs als het doelwit niet meer in het gezichtsveld van de Apache is, kan de ra-ket zijn bestemming vinden. Daardoor kan de gevechtshelikopter de raket afvuren en meteen dekking zoeken. Voor de wat klei-nere doelwitten zijn er de multifunctionele ‘Hydra 70’-raketten. Deze ongeleide raket-ten worden afgevuurd uit een negentien-loops lanceerinrichting. Afhankelijk van het doel zijn deze raketten met verschillende soorten lading uitgerust. Dit kan een vari-atie in de hoeveelheid explosieve lading zijn, maar ze kunnen ook worden gebruikt om een rookgordijn op te gooien of om, in geval van nachtelijke gevechten, de duisternis te verlichten. Mocht er een strijd losbarsten die op kortere afstand wordt uitgevochten, dan heeft de copiloot van de Apache de beschik-king over het M230 automatische kanon. Dit wapen zit onder de Apache bevestigd en is gekoppeld aan de helm van de copiloot. In de helm zit een schermpje waardoor de pi-loot ziet waar het wapen op gericht is. Als hij vervolgens zijn hoofd draait, volgt het kanon de beweging en op die manier kan de

piloot het wapen richten en afvuren waarbij meer dan zeshonderd kogels per minuut de loop verlaten. De Apache draagt voor dit wa-pen maximaal 1 200 explosieve kogels, die ontworpen zijn om lichte bepantsering te doorboren. Aanvallen is voor deze helikopter dus geen probleem, maar hoe zit het met de verdediging?

VerdedigingssystemenOndanks alle bewapening zal een Apache ook wel eens over moeten gaan op defen-sieve maatregelen. Ondanks het feit dat de helikopter door zijn zware bepantsering en kogelvrije glas lastig neer te halen is, zijn er nog enkele verdedigingssystemen waar de piloten op kunnen vertrouwen. Dankzij de radarstoorzender is het mogelijk om de vij-and te verwarren over de locatie van de Apa-che. Mocht er dan toch een hittezoekende raket op de helikopter afkomen, dan moet het afweersysteem ervoor zorgen dat deze raket op het verkeerde been wordt gezet. Op het moment dat er een hittezoekende raket op de Apache is afgeschoten, vuren de pilo-ten flares af. De flares zijn bedoeld om de raket te misleiden. Wanneer de flares ont-branden bereiken zij een temperatuur van enkele duizenden graden Celsius, wat veel warmer is dan de uitlaatgassen die de heli-kopter uitstoot. De raket verkiest de flares boven de Apache als doelwit en zo blijft de helikopter gespaard. Om dit effect te ver-groten en om de detecteerbaarheid van de helikopter te verkleinen is de Apache ont-worpen om zo min mogelijk warmte uit te stoten. Dit gebeurt door de grote hoeveel-heid lucht die rond de helikopter stroomt met de uitlaatlucht te mengen. Het mengsel gaat vervolgens door een speciaal filter dat nog meer hitte absorbeert. Daarmee wordt het moeilijk voor hittezoekende raketten om de Apache te vinden. De belangrijkste veiligheidsmaatregel van de Apache is echter

om buiten het bereik van de vijand te blij-ven. Door aanvallen vanaf een grote afstand te doen, zo dicht mogelijk bij de grond te vliegen en, waar mogelijk, beschutting te zoeken lopen de piloten de minste kans om onder vuur genomen te worden. Het kan ge-beuren dat al deze maatregelen niet genoeg zijn en de Apache onbestuurbaar wordt en neerstort. Om begrijpelijke redenen heeft de Apache geen schietstoel, maar de piloten moeten het doen met een kreukelzone rond hun cockpit. In combinatie met de kevlar stoelen, die deels de klap opvangen, moet dit ervoor zorgen dat de piloten een grote kans hebben om levend uit een neergestorte Apa-che te komen.

ToekomstDat het oorspronkelijke ontwerp van het toestel 25 jaar oud is betekent niet dat de techniek die de helikopter gebruikt ook verouderd is. Dankzij het continu doorvoe-ren van verbeteringen is de AH-64 Apache nog altijd een hightech machine. Daardoor wordt het toestel vandaag de dag nog inge-zet in bijvoorbeeld Irak en Afghanistan, on-der andere door het Nederlandse leger. Toch zijn er alternatieven voor oorlogshelikopters op komst. De ‘angel of death’ zal in de toe-komst waarschijnlijk plaats moeten maken voor de UCAV (unmanned combat air vehi-cle). Het gebruik van onbemande aanvals-vliegtuigen komt steeds dichterbij. Het grote voordeel van deze op afstand bestuurde gevechtsvliegtuigen is dat piloten hun leven niet hoeven te riskeren. Doordat een UCAV geen bemanning mee hoeft te nemen wordt er een hoop gewicht bespaard en wordt het voertuig beweeglijker, kan het meer lading dragen en verder vliegen. Er zal echter altijd iemand nodig zijn om het apparaat te bedie-nen, al is het alleen maar vanwege de grote verantwoordelijkheid die een dergelijke mis-sie met zich meebrengt.

De ‘Hydra-70’-raketten

dam

mit

Het in de pilotenhelm geïntegreerde beeldschermpje

Sisl

er

apache2.indd 3 22-4-2010 15:22:13

Page 30: Slurf 14-4

de Slurf - mei 2010 - no. 430

Ondanks de opkomst van groene energie zal de vraag naar olie en gas voorlopig blij-ven toenemen. Hierdoor worden steeds meer olie- en gasbronnen aangeboord en wordt er gezocht naar nieuwe plekken waar nog fos-siele brandstoffen aanwezig zijn. In de zeeën is nog veel te halen daarom blijft de offshore-industrie een belangrijke rol spelen. Met seismologie wordt de structuur van de grond onderzocht op de aanwezigheid van olie. Met behulp van boorschepen worden hier vervol-gens ‘samples’ uit de grond gehaald. Omdat er slechts in tien procent van de gevallen ook daadwerkelijk een goed olieveld te vin-den is, kosten deze onderzoeken relatief veel geld. De olie-industrie heeft er daarom baat bij dit zo goedkoop mogelijk te doen. Het is dan ook opmerkelijk dat de techniek in deze industrie de laatste jaren wel is ontwikkeld, maar dat er geen drastische veranderingen hebben plaatsgevonden. Eerder loonde het niet om te investeren, maar door de groeien-de schaarste durven grote oliemaatschappijen het risico van nieuwe technieken eindelijk te nemen. Er moet op steeds lastigere plaat-sen naar olie geboord worden en dat vereist nieuwe ontwikkelingen. Eén van de meest innovatieve vindingen van de laatste jaren is het nieuwe boorschip van Huisman-Itrec. Het bedrijf heeft hiermee een primeur in de offshore-industrie, dankzij een goed staaltje werktuigbouwkunde.

BoorschepenSinds het eerste boorschip ter wereld in 1961 haar entree maakte, is er eigenlijk nooit veel veranderd. Er wordt een schip, vaak een oude olietanker, op de kop getikt en deze wordt dan uitgerust met de benodigde apparatuur. Zo wordt er een enorm groot vakwerk, dat wel iets weg heeft van een hoogspannings-mast met een boor in het midden, op het schip geplaatst. Voeg hier een dynamic po-sitioning system, DP, aan toe om het schip op zijn plaats te houden en een nieuw boor-schip is gereed om het ruime sop te kiezen. Het is weliswaar al jaren gebruikelijk om op deze manier een boorschip te realiseren, maar efficiënt is het niet. De schepen zijn log en de samenwerking tussen het schip en zijn nieuwe attributen verloopt niet altijd even soepel. Na een nieuwe techniek die is toegepast op de boortorens van de schepen, waar verderop in het artikel meer over is te lezen, is er inmiddels ook een schip in ont-wikkeling dat direct als één geheel in elkaar gezet kan worden. Behalve dat er voor 180 personen ruimte is, bevat het schip onder andere een bioscoop, sauna, ziekenhuis, game-room en een sportzaal. Bovendien is er nu meer ruimte over op het dek. Door alle leidingen zo goed mogelijk in het schip weg te werken, blijft er meer werkruimte over en kan het schip een stuk kleiner worden. Waar de conventionele boorschepen 228 meter

Met een productie van 85 miljoen vaten per dag met een gezamenlijk volume van 13 515 miljoen liter is het zwarte goud nog prominent aanwezig op de wereld-markt. Helaas blijven de bronnen niet eeuwig vloeien en moeten de grote oliemaatschappijen op zoek naar nieuwe olievelden. Geologen zoeken de aardkorst af. Slechts op tien procent van de plekken waar olie aanwezig is, is de grootte van de voorraad het boren waard. Hoe makkelijker de olie uit de grond komt, hoe goedkoper het wordt. door: Carmen Molhoek

fira

s

lang en 42 meter breed zijn, is het nieuwe boorschip slechts 189 meter lang en 32 me-ter breed. Het effectief dekoppervlak wordt niet kleiner, maar juist met 1 000 vierkante meter vergroot. Dit is in vele opzichten effi-ciënter. Er is minder materiaal nodig, maar ook minder energie om het geheel varende te houden. Ook de aanvoer van de pijpen, om de olie omhoog te pompen, gebeurt efficiën-ter door de ruimte op het dek. Er zijn veel pijpen nodig om helemaal tot de oliebron te komen en deze moeten allemaal mee op het schip. Aan boord is hiervoor genoeg plek met dertien kilometer aan opslagcapaciteit. Hiervan is drie kilometer bestemd voor de buizen. De overige tien kilometer wordt ge-bruikt voor onder andere de opslag van olie. De boor kan, vanaf het wateroppervlak gere-kend, namelijk tot wel twaalf kilometer diep boren, maar van deze twaalf kilometer slechts drie kilometer door het water. Zo diep onder water is de druk heel groot. Alle materialen moeten tegen deze hoge druk bestand zijn en dat is niet altijd even makkelijk. Niet al-leen de druk van het water is groot. Als er een bron wordt aangeboord is er vaak sprake van een ‘blow-out’. Dit betekent dat de olie door de druk naar buiten zal spuiten. Iets wat je niet wilt hebben in de oceaan. Om dit tegen te gaan bestaat er de BOP, de ‘blow-out pre-venter’. Dit is kort gezegd een enorm ventiel dat sluit bij een overdruk vanaf de onder-

Drilling

30_31_drillingl.indd 2 21-4-2010 11:42:01

Page 31: Slurf 14-4

de Slurf - mei 2010 - no. 4 31

kant. Deze wordt eerst op de zeebodem op de plek waar geboord gaat worden gezet en dan begint het echte werk.

BoortorenToen Huisman een aantal jaar geleden de opdracht kreeg om een boortoren voor een schip te ontwerpen, een nieuw gebied voor het bedrijf dat gespecialiseerd is in hijskra-nen, werd er snel een conclusie getrokken: Hier moet iets veranderen. De logge boorto-rens die worden gebruikt op de schepen zijn ontzettend inefficiënt. Bij kranen is het al langer een gebruik om katrollen, elektra en hydrauliek in het huis van de kraan weg te werken. Dit kan ook toegepast worden op boortorens. In wezen was het nieuwe ont-werp hierdoor ‘gewoon’ een grote hijskraan met extra’s. Dit is natuurlijk wat eenvoudig voorgesteld, want er moet een boor en meer-dere pijpen doorheen en er moet demping in zitten. De deining van de zee mag niet

voor een te groot hoogteverschil zorgen als de pijpen worden gelegd. Een demper zorgt ervoor dat de pijpen en de boor op hun plek blijven. Omdat alle gereedschappen binnen-in de toren zijn verwerkt, blijft er aan de bui-tenkant ruimte over. Deze wordt benut door een carrousel voor boorpijpen. Met het ont-werpen van pijplegsystemen voor schepen heeft het bedrijf al eerder te maken gehad, dus deze kennis kwam goed van pas. De car-rousel draait rond als het kogelhuis van een revolver om de pijpstukken te positioneren. Hierdoor wordt het aanzetten van nieuwe pijpen een stuk eenvoudiger. Het proces is dan ook volledig geautomatiseerd. Eerder werden de pijpen vanaf het dek de boortoren ingetrokken.

Dynamic positioning systemHet allereerste boorschip werd uitgerust met vier stuurbare schroeven. Hiermee was men in staat tot op ongeveer een diepte van één kilometer het schip in een positie te hou-den die niet meer dan 180 meter afweek van het beginpunt. De positie werd in de gaten gehouden met een radar, die de afstand tot boeien kon meten, en een sonar, die bakens onder water in de gaten hield. Met ankers was het mogelijk om het schip in wateren tot tweehonderd meter diepte op positie te hou-den. Tegenwoordig wordt er over veel grotere dieptes gesproken. De boorschepen die nu gebruikt worden moeten op positie kunnen blijven, terwijl ze zich drie kilometer boven de zeebodem bevinden. Hun positie is niet meer te behouden met de oude methodes, vandaar dat er gebruik gemaakt wordt van DP. Dit is een systeem dat automatisch de positie of koers van een schip constant houdt door gebruik te maken van positie-referentiesystemen, gyrokompassen en refe-rentiesystemen die externe factoren meten.

Positiereferentiesystemen maken gebruik van een uitgebreide vorm van GPS, Diffe-rential GPS. Behalve van satellieten wordt er ook van een referentiepunt op het vaste land gebruik gemaakt, welke meet waar het schip zich bevindt en samen met de coördinaten van het GPS kan zo de locatie nauwkeurig worden bepaald. Verder spelen op zee veel externe factoren mee die een schip uit posi-tie kunnen brengen, bijvoorbeeld wind en stroming. Waar vroeger de schroeven hand-matig bediend moesten worden op positie en snelheid, wordt dit nu allemaal met de computer gestuurd.

ToekomstVerschillende bedrijven uit de oliesector hebben inmiddels ingezien dat het wel dege-lijk voordelen oplevert om actief bezig te zijn met vernieuwingen. Huisman heeft dan ook al verschillende contracten binnen gehaald. Als het schip goed werk levert, zal het aantal orders nog wel oplopen. Het geïntegreerde nieuwe boorschip met de naam ‘Huisdrill’ wordt op dit moment op de werf in China in elkaar gelast. In 2011 gaat het schip op weg naar Schiedam waar onder andere de boor-toren op het schip wordt gemonteerd. Het zal dus nog wel even duren voordat dit schip in bedrijf wordt genomen. Ondertussen gaat de speurtocht naar nieuwe olievelden gewoon door. Ieder jaar wordt er een schat-ting gemaakt, die zegt dat er over vijftien tot twintig jaar geen olie meer zal zijn. Geluk-kig worden er ieder jaar ook weer nieuwe bronnen gevonden en is deze schatting zelf ongeveer al vijftien jaar hetzelfde. Het duurt dus nog wel even voordat de voorraad op is, vooral als er steeds makkelijker en dieper ge-boord kan worden. Zolang de voorraad strekt zal er voor werktuigbouwers nog genoeg te doen zijn in de olie-industrie.

De nieuwe boortoren

Hui

sman

-itre

c

Het nieuwe boorschip, de Huisdrill

Hui

sman

-itre

c

30_31_drillingl.indd 3 21-4-2010 11:42:09

Page 32: Slurf 14-4

de Slurf - mei 2010 - no. 432

In de laatste roman van Dan Brown wordt hoofdpersoon professor Robert Langdon lig-gend in een kist opgesloten. De kist vult zich langzaam met vloeistof. Om verdrinking te voorkomen beantwoordt Langdon al de vra-gen van zijn folteraar. Maar de toevoer wordt niet stopgezet en de vloeistof vult de kist. Na enige tijd weet Langdon zijn ademreflex niet langer te onderdrukken en ademt hij de vloeistof in. Hij raakt buiten bewustzijn en menig lezer houdt hem voor dood. Een aan-tal hoofdstukken later blijkt het tegendeel waar. De professor was, door de magische vloeistof, gewoon voorzien van zuurstoftoe-voer en koolstofdioxideafvoer. In dit geval fictie, maar deze fictie grenst aan de reali-teit.

AdemenDe mens wil bewegen en zijn lichaam moet warm blijven. Hier is energie voor nodig. Deze energie wordt onder andere verkregen via verbranding van voeding; glucose en zuurstof worden omgezet in water, koolstof-dioxide en energie. Bij ademen wordt lucht, door het op en neer bewegen van de borstkas, de longen ingezogen en uitgeblazen. Na vele vertakkingen in de longen komt de lucht uit-eindelijk in de longblaasjes, waar de zuurstof uit de lucht wordt opgenomen in het bloed en koolstofdioxide uit het bloed aan de lucht wordt afgeven.

GeschiedenisDe eerste onderzoeken naar het inademen van vloeistoffen, vrij vertaald van de Engelse term ‘Liquid Breathing’, begonnen in de ja-ren zestig. Dr. Kylstra had bedacht dat zout-oplossingen onder hoge druk met zuurstof verzadigd konden worden. Hij voerde expe-rimenten op muizen uit. De vraag was of de muizen de vloeistof in en uit konden ade-men en of daarbij voldoende zuurstoftoe-voer en koolstofdioxideafvoer plaatsvond. De muizen overleefden deze experimenten tot achttien uur. Het probleem was dat het kool-stofdioxide niet snel genoeg werd afgevoerd, waardoor deze zich opbouwde tot dodelijke hoeveelheden. In 1966 zetten dr. Clark en dr. Golan de onderzoeken naar vloeistofademen voort. Zij experimenteerden met twee vloei-stoffen, namelijk een bepaalde fluorkoolstof, een vloeistof waarin zuurstof en koolstofdi-oxide zeer goed oplossen, en siliconenolie. Wederom werden muizen gebruikt en de vloeistoffen werden met pompen door de muizenlongen gecirculeerd. Na de experi-menten werden de vloeistoffen uit de longen verwijderd. De muizen die de siliconenolie hadden ingeademd stierven kort nadat ze terugkeerden naar gewoon ademen. De muizen die via de fluorkoolstoffen ademden overleefden de experimenten en bleven nog een aantal weken in leven, waarna ze uitein-delijk toch stierven aan longbeschadigingen.

Tijdens het lezen van een boek van Dan Brown word je bestookt met weetjes, technologieën, legendes en verhalen, zowel uit de verre geschiedenis als uit de moderne tijd. Al deze informatie zit gebundeld in een spannend verhaal. Of het verhaal telkens even vernieu-wend is, is een tweede, de informatie is in ieder geval altijd vernieuwend. Zo vernieuwend en soms zelfs onthullend, dat het veel vragen en mogelijk enige scep-sis opwekt. Neem bijvoorbeeld zijn laatste roman, ‘Het Verloren Symbool’; is het echt mogelijk dat iemand het langdurig inademen van een vloeistof overleeft?door: Thijs de Groot

Thew

allp

aper

s

De aard van deze beschadigingen was niet helemaal duidelijk, wellicht was de fluor-koolstofvloeistof verontreinigd en niet puur genoeg. Het fluorkoolstofexperiment werd ook uitgevoerd op katten. De zuurstoftoe-voer was uitstekend, maar er waren wederom problemen met het afvoeren van koolstofdi-oxide. Ook de katten hadden last van long-beschadigingen als gevolg van het ademen van de fluorkoolstoffen. Naast de problemen van het afvoeren van het koolstofdioxide en de longbeschadigingen waren er nog een aantal barrières die overwonnen moesten worden voordat de mens ooit een vloeistof zou kunnen ademen. Zo is een vloeistof, ten opzichte van een gas, zwaarder de longen in en uit te bewegen omdat een vloeistof een hogere dichtheid en viscositeit heeft dan een gas. Verder werd een deel van de fluorkool-stof soms opgenomen door het lichaam.

PerfluorkoolstoffenIn opvolgende jaren is er veel onderzoek ge-daan naar het ademen van vloeistoffen. En ook nu nog vinden veel onderzoeken naar dit onderwerp plaats. De meest potentiële stoffen zijn perfluorkoolstoffen, wellicht be-ter bekend onder de Engelse naam perfluoro-carbons, dat vaak afgekort wordt naar PFC’s. PFC’s zijn afgeleid van koolwaterstoffen, waarbij alle waterstofatomen vervangen zijn door fluoratomen. De binding tussen fluor-

Liquid Breathing

Liquid breathing.indd 2 21-4-2010 17:52:41

Page 33: Slurf 14-4

de Slurf - mei 2010 - no. 4 33

en koolstofatomen is één van de sterkste bin-dingen die tussen twee atomen voor komt. Dit maakt PFC’s thermisch stabiel en che-misch bijna inert, dat wil zeggen dat ze niet gemakkelijk reageren. PFC-vloeistoffen zijn helder, kleurloos, geurloos, niet geleidend en niet ontvlambaar. Door hun hoge molecu-laire gewicht hebben ze een hoge dichtheid, namelijk tot ongeveer twee keer de dicht-heid van water. Het belangrijkste kenmerk van de vloeistoffen is misschien wel de lage intermoleculaire kracht, de kracht tussen de moleculen onderling. Dit geeft de vloeistof-fen eigenschappen die ze zo geschikt maken voor vloeistofbeademing. Zo hebben ze een lage viscositeit, een lage oppervlaktespan-ning, een lage verdampingstemperatuur en lossen gassen als zuurstof en koolstofdioxide er zeer goed in op. Twee PFC’s lijken voor-namelijk geschikt. In een onderzoek van dr. Riess in 2001 wordt ook opgemerkt dat dit de meest besproken PFC’s zijn. De eerste is per-fluorodecalin (C10F18), een perfluorkoolstof-keten met tien koolstofatomen met aan alle overgebleven bindingen een fluoratoom. De tweede is perfluorobron (broomperfluoro-n-octaan, C8F17Br), een perfluorkoolstofketen met acht koolstofatomen, wederom voor-zien van het maximale aantal fluoratomen, waarbij één fluoratoom is vervangen door een broomatoom. In een onderzoek van dr. Gomes in 2008 blijkt dat de biocompatibi-liteit al verzekerd is. Dat wil onder andere zeggen dat ze met een hoge zuiverheid ver-kregen kunnen worden, snel uit het lichaam verdwijnen en weinig bijwerkingen hebben. Ook zijn de kosten van effectieve industriële productie laag.

Partial en Total Liquid VentilationIn hoofdlijnen zijn er twee verschillende aanpakken van vloeistofbeademing te onder-scheiden, namelijk Total Liquid Ventilation, TLV, en Partial Liquid Ventilation, PLV. Bij TLV worden de longen volledig gevuld met vloeistof. Volgens een onderzoek van Wolf-sen in 2008 zou dit zeer heilzaam kunnen werken. Er zijn echter nog een aantal proble-men. Gezien het feit dat de longen compleet

gevuld zijn met vloeistof moet er voldoende zuurstof- en koolstofdioxidetoe- en afvoer zijn en moeten er ook grote hoeveelheden vloeistof in relatief korte tijd verplaatst wor-den. Dit vergt veel van de benodigde buisjes, pompen, verwarmingselementen et cetera. Er vinden nog veel onderzoeken plaats naar TLV en wellicht zal het een werkende toepas-sing krijgen. PLV lijkt in ieder geval op korte termijn meer potentie te hebben. In tegen-stelling tot bij TLV wordt bij PLV slechts een gedeelte van de totale longcapaciteit gevuld met vloeistof. Dit gedeelte zou bijvoorbeeld een hoeveelheid gelijk aan de ‘functionele residuale capaciteit’ kunnen zijn. Dit is het volume dat in de longen overblijft na een normale uitademing, ongeveer veertig pro-cent van je totale longvolume. Een groot voordeel van PLV is dat bestaande gasventi-latiemachines gebruikt kunnen worden om de hoeveelheid zuurstof van één ademteug, in een gasmengsel aan te voeren.

Medische toepassingenLiquid breathing kent een aantal mogelijke toepassingen, onder andere op medisch ge-bied. De toepassingen bevinden zich echter nog wel in de ontwikkelingsfase. Zo zijn er veel onderzoeken gedaan naar een toepas-sing van PLV bij longziektes. Longaandoe-ningen zijn de meest voorkomende oorzaak van ziekte en sterfte bij pasgeboren baby’s. Tijdens de zwangerschap krijgen baby’s zuurstof via de placenta en zijn hun longen gevuld met vocht. Vlak na de geboorte begin-nen baby’s met ademen. Bij te vroeg geboren baby’s komt het vaak voor dat de longen nog niet ver genoeg ontwikkeld zijn. Een deel van het probleem is het gebrek aan een surfac-tant, een belangrijke stof aan de binnen-wand van de longblaasjes, die onder andere de oppervlaktespanning reduceert, zodat de longblaasjes ook bij lagere druk open blijven. Bij de behandeling worden de longen deels gevuld met bijvoorbeeld perfluorobron. Het perfluorobron neemt de functie van lucht in de longblaasjes over en zorgt voor de uitwis-seling van zuurstof en koolstofdioxide met het bloed. Verder verhoogt het de veerkracht en de zuurstofverwerking van de longen en zorgt het voor een afname van druk in de luchtwegen. Verder is PLV een veelbelo-vende toepassing bij longaandoeningen als ARDS, acute respiratory distress syndrome. Bij ARDS treden ontstekingen in de longen op waarbij de longen ‘verstopt’ raken door ontstekingsproducten als vocht en eiwitten waardoor de zuurstofuitwisseling bemoei-lijkt wordt. Maar ook bij longaandoeningen als gevolg van het inademen van giftige stof-fen of rookgassen. De stoffen die er niet thuis horen zouden uit de longen ‘gespoeld’ kun-

nen worden, zonder dat er een gebrek aan zuurstof ontstaat. Ook TLV heeft mogelijke toepassingen. In 2007 onderzocht dr. Tissier er een, en wel met een positief resultaat. Het afkoelen van het hart schijnt in sommige ge-vallen een beschermende werking te hebben, onder andere tijdens een hartinfarct. Door de PFC gekoeld de longen in te brengen kan het lichaam en dus het hart zeer snel afgekoeld worden. PFC’s hebben naast de toepassingen in vloeistofademen nog een andere veelbelo-vende toepassing in de medische wereld. Alle eerder genoemde eigenschappen, en in het bijzonder de eigenschap dat gassen er zeer goed in oplossen, maken PFC’s een zeer inte-ressante kandidaat als bloedsubstituut.

ConclusieHet mooie aan boeken van Dan Brown is dat technieken als liquid breathing uit de don-kere laboratoriums, in het daglicht komen. Helaas wordt er wel een duistere toepassing van vloeistofademen aangehaald, namelijk het gebruik van TLV als martelmechanisme. Gelukkig blijken er ook ‘goede’ toepassingen met veel potentie te bestaan, waarvan vooral de genoemde medische toepassingen inte-ressant zijn. Naast toepassingen in de me-dische wereld zijn er ook mogelijke toepas-singen in de duikwereld. Vloeistofademen zou daar de problemen weg kunnen nemen van druk in combinatie met gassen, zoals de caissonziekte, waarbij gasbelletjes door plot-selinge drukverandering bij te snel terugke-ren naar het wateroppervlak, in de bloedva-ten ontstaan. Ook zijn er zeer futuristische toepassingen te bedenken, bijvoorbeeld voor ruimtereizen. Vloeistoffen zijn, in tegenstel-ling tot gassen, nagenoeg incompressibel, dat wil zeggen bijna niet samenpersbaar. Als het lichaam zich volledig in een vloeistof bevindt, wordt de druk van extreme versnel-ling van vliegmanoeuvres over het gehele lichaam gelijk verdeeld. De druk wordt dan niet op één plek geconcentreerd zoals bij een stoel of ruimtepakriemen. Echte uitwerkin-gen zijn er nog niet, maar de onderzoeken zijn veelbelovend. Liquid breathing is dus niet alleen een martelmiddel, het gaat echt levens redden.

Muis ademend ondergedompeld in perfluorocarbon

Jour

nal o

f Mat

eria

ls

Boven: perfluorodecalin, onder: perfluorobron

Lígi

a G

omes

- U

FP

Liquid breathing.indd 3 21-4-2010 17:52:45

Page 34: Slurf 14-4

more energy.fewer emissions.it takes the brightest minds working together.Our people have vision, they are driven, result-oriented and focused on getting the best out of their teams. They thrive in our company culture: open, with an international mindset and down to earth.

Our hands-on approach, job rotation system and regular training enables our people to learn and develop their talents continuously. The acquired skills and knowledge will help them to become our future generation of managers.

For decades ExxonMobil consistently led the industry in research and technology. That is why we now make the largest investment ever made by a private company in independent climate and energy research. We believe we have to think out of the box to find the technology that answers the energy challenges the world is facing.

Interested to get a glimpse of what it is like to work for the world’s most successful company?

Check our starting positions and career opportunities:exxonmobil.com/careers

56282_EM_A4_general_ad_B.indd 1 02-02-2009 17:41:12

Page 35: Slurf 14-4

Naam:

Werkt bij:

Functie:

Opleiding:

Waar:

Jasper Truffino

ExxonMobil

Reliability engineer

Werktuigbouwkunde

TU Delft

Tijdens mijn studie Werktuigbouwkunde ben ik via een mail van Ge-zelschap Leeghwater geattendeerd op de jaarlijkse Business Course van ExxonMobil. Dit leek me een uitdaging om meer over het bedrijf te weten te komen. Tijdens deze Business Course leerde ik in drie da-gen tijd het bedrijf en een groot aantal werknemers kennen. De sfeer sprak mij erg aan, de mensen waren down to earth en er heerste een no-nonsense cultuur. De Rotterdamse mentaliteit ‘niet lullen maar poet-sen’ heerste ook zeker in dit bedrijf.

Na een kijkje in de keuken te hebben gehad en met veel mensen ge-sproken te hebben, kwam ik tot de conclusie dat dit het juiste bedrijf voor mij was om te gaan werken na mijn studie. Bij ExxonMobil dach-ten ze er ook zo over en zodoende kon ik vrijwel direct na mijn afstu-deren aan de slag. Inmiddels ben ik een jaar werkzaam bij ExxonMobil in Rotterdam.

Naast een behoorlijk aantal trainingen die worden aangeboden is het bij ExxonMobil vooral learning on the job. Vanaf dag één ben je met-een verantwoordelijk voor een paar projecten, je wordt in het diepe gegooid. Dit zie je ook terug in het Job rotation systeem. Om de twee

jaar wissel je van functie, je kunt zelf aangeven of je in de techniek wilt

blijven of meer richting een ma-nagement functie wilt door-groeien. Hierdoor zie je dat je alle kanten op kan, van unit engineer tot een func-tie bij Human Relations.

In de eerste weken had ik veel gesprekken met ma-

nagers op de plant in Rot-terdam. Daarnaast kreeg ik

Jasper Truffino beschrijft hier hoe het is om voor het meeste winstgevende olieconcern

ter wereld te werken. In juni 2009 is hij begonnen als Reliability engineer op de raffina-

derij in het Rotterdamse Botlek gebied.

meteen een project toebedeeld. Ik had de taak om een destillatie ko-lom van 40 meter hoog te behandelen met Thermal Spray Aluminium (TSA). Dit klinkt misschien niet zo spannend, maar het betekende dat ik verantwoordelijk was voor het bouwen van een steiger, het verwij-deren van de isolatie van de toren, de TSA aanbrengen en daarna weer nieuwe isolatie installeren. De grootste uitdaging zat het hem echter in het samenwerken met de mensen die moesten zorgen dat dit alles ging gebeuren. Voor dit project heb ik met 5 aannemers sa-mengewerkt en in totaal hebben er ongeveer 35 man aan dit project meegeholpen. In het begin van dit project heb ik mij met de technische kant van het contract bezig gehouden, daarna heb ik een wekelijkse meeting gehouden met verschillende contractors, om te zorgen dat dit project veilig en zo snel mogelijk werd afgerond. Al met al een hele ervaring om mee te beginnen als starter.

In mijn functie houd ik me tevens bezig met het maken van het main-tenance jaarplan, waarin alle onderhouds items staan die we dit jaar gaan uitvoeren. Om het jaarplan van 2010 te maken is er bij alle items gekeken naar het risico; de items met de hoogste risico-kosten ratio gaan we dit jaar uitvoeren. Alle andere items worden doorgeschoven naar volgend jaar. Een heel proces wat de nodige overdenkingen ver-eist, maar erg interessant is.

Een van de dingen die ik erg leuk vind in mijn werk is de diversiteit ervan. Het ene moment loop ik met mijn helm en overall de plant in om te kijken hoe werkzaamheden ervoor staan, het andere moment zit ik in een vergadering in Brussel met managers om te overleggen hoe dingen beter geregeld kunnen worden. Daarnaast mag ik ook nog geregeld aanschuiven bij een bedrijvendiner met studenten van-uit het ExxonMobil Universiteits Team Delft om mijn enthousiastme te delen over werken bij ExxonMobil. Na nu een jaar werkzaam te zijn bij ExxonMobil is elke dag nog steeds een uitdaging en dat was precies wat ik zocht toen ik klaar was met studeren.

Ben jij op zoek naar een carrière en een uit-

daging in plaats van een baan kijk dan op

www.exxonmobil.nl of neem contact met mij

op via [email protected].

advertorial Exxon_2_goed.indd 1 21-4-2010 15:58:45

Page 36: Slurf 14-4

de Slurf - mei 2010 - no. 436

De laatste jaren is de wereldpopulatie alsmaar groter aan het worden. Een groei in de wereld-bevolking gaat hand in hand met de groei van de energiebehoefte. In hoog tempo worden er nieuwe energiecentrales opgebouwd, waarbij altijd kritisch gekeken moet worden naar de duurzaamheid en de invloed op het milieu. Er is een nieuw plan om een energiecentrale te maken die Europa tegen het jaar 2050 voor vijftien procent van schone duurzame ener-gie gaat voorzien: Desertec.

ConceptDesertec is een initiatief dat is gestart door een aantal Duitse banken, bedrijven en ver-zekeringsmaatschappijen. Het plan is om een groot netwerk van zonnecentrales en windmolenparken rond de Sahara aan te leg-gen. Hiermee wordt de energie van de felle woestijnzon van de Sahara gebruikt om elek-triciteit op te wekken. De energie die hierbij wordt opgewekt zal deels gebruikt worden door Afrikaanse landen en deels worden ge-transporteerd via gelijkspanningskabels naar Europa. Zo zal de Europese energie schoner worden en hebben Afrikaanse landen een kans om economisch te groeien, zonder last te hebben van het Kyoto-protocol. Aanvan-kelijk heeft het idee vleugels gekregen door Duitse investeerders, waaronder de Deutsche Bank. Het plan kent nu ook financiële steun uit andere landen en van grote multinatio-

nals. Onder de investeerders bevinden zich ook elektriciteitsbedrijven als E.ON, RWE en Abengoa Solar, de Spaanse leider op zonne-energiegebied. Voor een project van deze om-vang is veel geld nodig. De initiatiefnemers van Desertec hebben de investering geschat op vierhonderd miljard euro over een tijd-spanne van veertig jaar.

WerkingVan die vierhonderd miljard euro gaat 350 miljard naar de aanleg van 130 vierkante ki-lometer aan zonnecentrales. Vijftig miljard gaat naar het aanleggen van een geavanceerd hoogspanningsnetwerk en één of meerdere hoogspanningskabels van het Afrikaanse con-tinent naar Europa. Het geavanceerd hoog-spanningsnetwerk, ook wel Super Grid, is een netwerk dat meerdere energienetwerken ver-bindt. Heel West-Europa, met uitzondering van Engeland, Ierland en de Scandinavische landen is aangesloten op het UCTE-netwerk. Het oostelijke deel van Europa, Rusland en de omringende Slavische landen zijn aangeslo-ten op het IPS/UPS-netwerk. Het Super Grid zal deze netwerken verbinden tot één groot Europees elektriciteitsnetwerk. Ook zul-len Turkije, verschillende Noord-Afrikaanse landen en landen uit het Midden-Oosten aan het nieuwe netwerk worden toegevoegd, omdat die nu allemaal op aparte netwerken zijn aangesloten. Een netwerk, ook wel ‘grid’

Stel je een dag in de Sahara voor: Een enorme zandmas-sa die zich honderden kilometers voor je uitstrekt. De lucht en het zand zijn kurkdroog. Af en toe steekt er een stevige zandstorm op. Met een flinke dosis wilskracht en survivalkennis zul je deze dag misschien over-leven. Als je geluk hebt kom je een oase tegen waar je kan schuilen tegen je grootste vijand in deze woestijn: de zon. Is er dan niets positiefs aan dit natuurgeweld, veroorzaakt door de felle zon?door: Sten Ouborg

Cels

ias

genoemd, bestaat uit alle energiecentrales en stroomverbruikers, van huishoudens tot zware industrie. Een grid heeft een bepaalde capaciteit aan energie dat te allen tijden gele-verd kan worden. Dit heeft te maken met het feit dat de meeste energiecentrales een con-stant vermogen kunnen leveren, aangezien gasturbines en stoomketels geen aan- of uit-knop hebben. Er zijn natuurlijk wel marges in zo’n systeem, dat wil zeggen: De energie-behoefte in het grid mag nooit veel verschil-len van het gezamenlijke vermogen dat wordt geleverd door de energiecentrales, anders zou een heel grid over- of onderbelast kun-nen worden. Het mag dus duidelijk zijn dat het samenvoegen van al deze grids een grote klus gaat worden. Om de grids op meerdere plaatsen te verbinden moeten er ten eerste vele kilometers hoogspanningskabel worden aangelegd. Ten tweede wordt het grid veel groter, wat betekent dat schommelingen in stroomverbruik nog groter worden dan dat ze in een kleiner grid zijn. Het grid moet dus nauwkeurig per regio in de gaten gehouden worden en als het misgaat, razendsnel gere-pareerd kunnen worden. Ten derde moet het grid van een behoorlijk hoge kwaliteit zijn. Het UCTE is van redelijk hoge kwaliteit, en Nederland heeft als onderdeel van UCTE één van de beste hoogspanningsnetwerken ter wereld. Als alle grids worden verbonden, kan er niet nauwkeurig gezegd worden

Een oase van energie

Desertec[3].indd 2 21-4-2010 15:23:20

Page 37: Slurf 14-4

de Slurf - mei 2010 - no. 4 37

langs welke weg stroom van de Sahara naar bijvoorbeeld het Ruhrgebied zal gaan. Als er namelijk in het Ruhrgebied veel stroom gevraagd wordt, zal er stroom van de Sahara daar naartoe moeten. Deze stroom neemt altijd de weg van de minste weerstand. Om-dat de weerstand in bepaalde delen van een grid fluctueert, zou de stroom in plaats van via een logische weg ook via bijvoorbeeld Turkije en de Balkan naar het Ruhrgebied kunnen gaan. Het grid in de Balkan kan ver-volgens van een lage kwaliteit zijn, waardoor het geen groot vermogen aan kan. Omdat de stroom een onverwachte weg zou kunnen kiezen naar zijn doel, is een grid in principe zo sterk als zijn zwakste schakel. In de mees-te West-Europese landen zijn deze grids redelijk sterk, maar in minder rijke landen is dit niet zo. Er moet dus veel geld en tijd geïnvesteerd worden in de kwaliteit van het grid. De verbinding tussen Noord-Afrika en Europa gaat gerealiseerd worden door één of meerdere gelijkhoogspanningskabels aan te leggen. Het huidige hoogspanningsnetwerk in Nederland werkt met wisselstroom. De energie wordt opgewekt in de centrale door turbines die wisselstroom leveren en wordt onveranderd het elektriciteitsnetwerk inge-stuurd. Als de kabels een aanzienlijke lengte krijgen speelt de weerstand een grote rol in de keuze tussen gelijk- of wisselstroom. Over een grote lengte heeft een gelijkspan-ningskabel minder weerstand, dus voor een intercontinentale afstand zijn gelijkstroom-verbindingen meer geschikt.

ZonnecentralesDe zonnecentrales zullen niet op een kluitje midden in de Sahara worden neergezet. Ze zullen langs de randen van de woestijn ge-plaatst worden. Het totale oppervlak van de zonnecentrales zal 130 vierkante kilometer beslaan, maar de zonnecentrales zullen uit-gespreid worden over een gebied van 17 000 vierkante kilometer. De centrales zijn geba-seerd op een parabolische spiegel. Alle stralen die recht op een parabolische spiegel afgaan, weerkaatsen en komen samen in één punt, het brandpunt. Als een parabolische spie-gel recht naar de zon is gericht, kan men er

vanuit gaan dat alle stralen evenwijdig lopen, recht op de spiegel. Alle zonnestralen conver-geren dus in het brandpunt van de spiegel. In het brandpunt van de parabolische spiegel kan de temperatuur dus extreem hoog wor-den. Een zonnecentrale maakt gebruik van hetzelfde principe als de parabolische spiegel. Elke spiegel richt door middel van een uiterst geavanceerd computersysteem de inkomen-de zonnestralen op een toren in het midden van het veld met alle spiegels. Het computer-systeem berekent tegelijkertijd de stand van de zon zodat de spiegels de baan van de zon volgen en de zonnestralen te allen tijden naar dezelfde plek convergeren. Alle zonnestralen worden gericht op een boiler die bovenop de toren staat. In deze boiler bevindt zich een vloeistof. Per centrale varieert dit van water tot olie of zelfs zout dat smelt bij de temperatuur in de boiler. In het geval van de olie of gesmol-ten zout wordt de warmte van deze vloeistof vervolgens overgedragen op water, dat onder de juiste temperatuur en druk stoom wordt. Deze stoom wordt langs stoomturbines ge-duwd, waar stroom wordt opgewekt.

PolitiekDe plannen zijn nog niet uitgewerkt, maar in 2012 ligt het volledige plan met techni-sche en financiële benodigdheden klaar. Ook de contracten waarin afspraken staan over het gebruik van het Desertec Super Grid moeten in 2012 opgesteld en getekend zijn. Er is samen met de Marokkaanse regering besloten dat de bouw van het project zal be-ginnen in Marokko. Zo’n enorm initiatief heeft niet alleen gevolgen op het gebied van energiewinning. Zulke plannen doen altijd ook een hoop economisch en politiek stof opwaaien. Op economisch gebied is de in-vestering van vierhonderd miljard euro op-zienbarend groot, hoewel Desertec de Duitse

banenmarkt wel weer spekt met 240 000 ba-nen. Ook heeft het project tegen 2050 al twee biljoen euro aan elektriciteit geproduceerd. Er zijn echter nog wat politieke drempels die overwonnen moeten worden. Het succes van Desertec hangt voor een groot deel af van de politieke en economische samenwerking tussen Marokko en Algerije. Dit is nogal een heikel punt, aangezien de grens tussen Alge-rije en Marokko al sinds 1994 gesloten is door onenigheid over de westelijke Sahara. Ook waarschuwen critici voor de toenemende Eu-ropese afhankelijkheid van Noord-Afrikaanse landen. De EU-landen hebben tegenwoordig een goede verstandhouding, maar de meeste Noord-Afrikaanse landen zijn landen waar corruptie en terrorisme aan de orde van de dag zijn. Critici zijn bang dat zonnecentra-les aangevallen zouden kunnen worden door terroristen, of dat geld voor de aanleg ervan in de verkeerde handen komt. Vervolgens is er het punt dat het vermogen van een zon-necentrale sterk afhankelijk is van de reflectie van de spiegels. Vieze spiegels weerkaatsen minder zonlicht. Vooral in een stoffige om-geving als de Sahara is er veel water nodig om de spiegels schoon te houden. Water dat de lokale bevolking misschien drinkt of ge-bruikt voor irrigatie. Uiteindelijk is er ook de onduidelijkheid over de eigenaar van De-sertec. De zonnecentrales staan namelijk in Noord-Afrika, maar zijn grotendeels opgezet door Europeanen en leveren ook stroom aan Europa. Hier moeten dus duidelijke afspra-ken over gemaakt worden. Of we uiteindelijk onze energie zullen halen uit die droge ver-dorven Sahara, staat dus nog niet vast. Maar hoe verdorven ze ook lijkt, in zes uur vangt de woestijn meer energie in de vorm van zon-nestralen dan de hele wereldbevolking in één jaar verbruikt. In 2012 zullen we er in ieder geval meer over horen.

Het Desertec-plan met de bestaande energiecentrales, toekomstige centrales en hoogspanningsverbindingen

DES

ERTE

C Fo

unda

tion

Een kunstenaarsvisie op de toekomst van de Sahara

Scie

ncef

orum

s

Desertec[3].indd 3 21-4-2010 15:23:39

Page 38: Slurf 14-4

de Slurf - mei 2010 - no. 438

In 1817 bedacht baron Karl Drais de loopfiets. De loopfiets had geen trappers maar men be-woog zich voort door zich met de benen af te zetten. Pas in 1865 ontstond een voertuig dat op onze huidige fiets leek. Aan de voorwie-len waren al wel trappers gemonteerd maar bij deze fiets was er nog geen sprake van een kettingaandrijving. John Kemp Starley bouwde in 1885 een fiets met kettingaandrij-ving en een frame uit stalen buizen. Sinds-dien is er niet veel meer veranderd aan het ontwerp van de fiets. In 2003 bracht Sparta de elektrische fiets op de markt. Daarmee is een nieuwe kijk op het oer-Hollandse fietsen geïntroduceerd. Maar hoe zit een dergelijke elektrische fiets nu eigenlijk in elkaar? Neem nu bijvoorbeeld de nieuwe Sparta ION. Deze fiets heeft een accu in het frame die een elek-trische motor aandrijft. De motor zit op zijn beurt op de voor- of achternaaf. De fiets kan trapondersteuning geven wanneer dat ge-wenst is.

De sensorenWanneer weet de fiets dat er hulp geboden moet worden bij het trappen? De elektri-sche fietsen van Sparta werken met behulp van een snelheids- of een trapkrachtsensor. Deze trapkachtsensor, een koppelsensor, re-gistreert de buiging in het pedaal. Het gere-gistreerde signaal wordt doorgegeven aan de boordcomputer die op zijn beurt de inspan-

ning vergelijkt met het gekozen rijprogram-ma. Op basis daarvan wordt de Xtra High Po-wer motor, ook wel XHP-motor, aangestuurd om meer of minder energie te leveren. Het tweede principe is de snelheidssensor, deze meet de snelheid om terugkoppeling te ge-ven aan de motor. Bij een lage snelheid en een hoge ingegeven ondersteuningsstand zal de elektrische motor veel kracht leveren. Het resultaat is een minder comfortabele en meer onrustige manier van bekrachtiging. Het wegrijden met een snelheidssensor gaat minder eenvoudig omdat het systeem pas na enkele wielomwentelingen de snelheid kan meten. Beide sensoren geven signalen af waarna de boordcomputer een commando aan de XHP-motor geeft.

De motorDe XHP-motor is een borstel- en tandwiello-ze motor en zit, voor een optimale overbren-ging, in de naaf weggewerkt. Het gebruik van deze motor wordt ook wel ‘direct drive’ genoemd. Bij deze elektrische motor zijn de windingen op de behuizing geplaatst en de magneten op de rotor. De behuizing van de motor is dus hetgeen dat draait en zit, met de spaken, vast aan de velg. Door de win-dingen op het juiste moment een stroom te laten dragen kan er een koppel gegenereerd worden. Hierbij wordt gebruik gemaakt van elektrische commutatie, het omkeren van

‘s Ochtends pak je de fiets om naar college, werk of iets anders te gaan. Het weer staat een ritje met de fiets toe en je gaat op pad. Na een tijdje fietsen begin je het toch wat warm te krijgen en die bruggetjes gaan je ook niet in de koude kleren zitten. Nu met die kleine tegenwind wordt het fietsen toch wel zwaar en moet je behoorlijk bijtrappen. Op je bestemming aangekomen ga je aan het werk, maar merk je dat je helemaal bezweet bent van het fietsen: geen lekker begin van de dag.door: Marc van Etten

Rich

ard

Tull

och

de stroomrichting in de wikkeling. Veelal wordt dit gedaan met een Hall-sensor die de positie van de magneet, in dit geval de rotor, meet. Hiermee wordt de elektronica aangestuurd die de polariteit op de windin-gen zet. De borstel- en tandwielloze motor is slijtvast, betrouwbaar en stil. Daarbij komt dat de motor een koppel van veertig new-tonmeter heeft en dat mag bijzonder krach-tig genoemd worden. De motor heeft een vermogen van ongeveer 250 watt en geeft je trapondersteuning tot 25 kilometer per uur. Hiermee heeft de fiets de maximale waar-den van de richtlijnen, die door de Europese Unie zijn vastgesteld, behaald. Het aantal wattuur van de motor houdt zowel rekening met de capaciteit als met de gemiddelde ont-laadspanning. Het vermogen is eenvoudig als volgt te berekenen: Het aantal wattuur is gelijk aan het aantal ampère-uur, vermenig-vuldigd met het voltage (Wh = Ah x V). Bij de sterke XHP-motor kom je dan uit op elf ampère-uur vermenigvuldigd met 24 volt is gelijk aan 264 wattuur. Bij het standaardpro-gramma kun je dan maximaal 51 kilometer met volledige trapondersteuning fietsen.

De accu’sDe belangrijkste toevoegingen van het elek-trische systeem aan de fiets zijn niet alleen sensoren, een boordcomputer en een motor. Eén van de belangrijkste onderdelen is de

Een duwtje in de rug

Een duwtje in de rug.indd 2 21-4-2010 17:13:43

Page 39: Slurf 14-4

de Slurf - mei 2010 - no. 4 39

energiebron; de accu. Om een motor van 24 volt zijn taak te laten voldoen is er minstens tien ampère nodig. De elektrische fiets kan gebruik maken van twee verschillende ac-cu’s. De eerste is de nikkel-metaalhydride-accu, ook bekend als NiMH-accu, die in het frame verstopt zit. Deze accu’s worden ook gebruikt in elektrische auto’s en hebben een grote capaciteit. Hoe groter de capaciteit, hoe verder en langer je kunt fietsen, tot wel zestig kilometer met de krachtigste motor. Daarnaast kan deze NiMH-accu goed te-gen lage temperaturen, zodat je tijdens een winterse rit niet zonder vermogen komt te zitten. Deze accu dient wel zo veel mogelijk opgeladen te worden in verband met het ge-heugeneffect, maar zal niet vermoeid raken. Dit geheugeneffect ontstaat als leeggereden accu’s niet voor het stallen worden opgela-den. Als de accu te lang leeg blijft, ontstaat er diepteontlading. Hierbij ‘herkent’ de accu zijn eigen waarde niet meer. Vervolgens kan hij niet meer optimaal geladen worden, wat de kwaliteit beïnvloedt. Als vóór het stal-len de accu geladen wordt, treedt dit effect niet op en kan een accu probleemloos vijf jaar of langer mee. De accu is oplaadbaar in elk stopcontact. De tweede accu is het Smart Driving System, ook wel SDS, dat gebruik maakt van een lithium-ionaccu. Het SDS-principe bestaat uit een extern afneembaar batterijpakket op de achterdrager. Voordeel van deze accu is dat deze uitneembaar is. De lithium-ionaccu heeft, in tegenstelling tot de NiMH-accu, wel last van vermoeidheid. Lithium-ionaccu’s verliezen namelijk gedu-rende het gebruik geleidelijk kracht, hoe je ze ook laadt. Het voorbeeld van de mobiele telefoon kent iedereen wel. In het begin hoeft

hij niet vaak opgeladen te worden, maar na verloop van tijd om de dag of zelfs elke dag. Het is nog onduidelijk hoelang deze accu’s meegaan totdat hun vermogen drastisch vermindert. Daarbij komt dat het lithium-ionpakket moeite kan hebben met lage tem-peraturen zoals die zich afgelopen winter voordeden. De NiMH-accu kan elf ampère leveren en het lithium-ionbatterijenpakket net iets minder, namelijk tien ampère. De extra’sHet ION-systeem, een soort boordcomputer, op de Sparta is zeer flexibel. Bij de fietsen-winkel kunnen updates gemakkelijk geïn-stalleerd worden. Er zijn verschillende rij-programma’s voor de elektrische fiets. Ga je op vakantie naar een bergachtige omgeving? Dan kun je het Plusprogramma laten instal-leren. Dit is een extra krachtig programma dat nieuwe rijeigenschappen toekent aan de drie trapstanden op je fiets. Als je terug bent van vakantie en meer op vlakke stukken gaat rijden, kun je kiezen voor de installatie van het batterijvriendelijke Ecoprogramma. Zo heeft iedereen zijn eigen rijprofiel. Deze per-soonlijke profielen kunnen tijdelijk of per-

manent geïnstalleerd worden op de boord-computer. Andere functionele modules die je kunt toevoegen zijn de Power Assistent Module en de Heart Support Module. Met de Power Assist Module kan je door middel van stuurbediening, een soort gashendel aan het stuur, kiezen voor automatische aandrijving of extra kracht. De fiets uit een parkeerkel-der omhoog duwen, een zetje extra bij het wegrijden of hulp bij tegenwind? Je kunt de fiets met behulp van PAM zelfstandig laten rijden tot een snelheid van zes kilometer per uur, zowel voor- als achteruit. Wel zo handig als je moet manoeuvreren tijdens het in- of uitparkeren. Tijdens het fietsen verandert de functie in een power-boost. Zo kan je bij dat vervelende bruggetje of het stukje over die dijk een extra duwtje in de rug krijgen, zelfs als de ION al in de hoogste stand staat. Bij de Heart Support Module wordt het sig-naal van de hartslag geregistreerd door een borstband die bij de fietser om de borst zit. Dit signaal wordt draadloos verzonden naar een ontvanger op het stuur. Vóór of tijdens het fietsen kun je een maximale en minimale waarde voor je hartslag invoeren op de dis-play. Wanneer je maximale hartslag bereikt wordt, zal de motor starten met het geven van trapondersteuning. Andersom zal de trapondersteuning verminderen wanneer je de minimale ingevoerde hartslag bereikt. Er kan ook gekozen worden om de hart-slag juist te stimuleren. Als voor deze optie gekozen wordt, geeft de fiets juist minder ondersteuning om er zo voor te zorgen dat de hartslag op peil blijft. De fiets wordt zo in één klap een fitnessapparaat. De slimme elektrische fietsen kunnen een fietstochtje nog leuker en toegankelijker maken. Iemand op leeftijd kan met een elektrische fiets weer met een gerust hart deelnemen aan het ver-keer. Wegrijden bij het verkeerslicht gaat zonder enige moeite en een bruggetje is al snel overwonnen. Moet er rekening worden gehouden met het hart, ook dan kan er ge-woon weer gefietst worden. En de zakenman die altijd zo bezweet van de fiets afstapt, kan met behulp van de elektrische fiets nu fris en fruitig aan het werk. Het enige wat de fietser nu nog tegen kan houden is de regen. XHP-Motor op de achternaaf

Spar

ta

De motor op de achternaaf en de accu in het frame

Spar

ta

De afneembare accu en de motor op de voornaaf

Spar

ta

Een duwtje in de rug.indd 3 21-4-2010 17:17:22

Page 40: Slurf 14-4

de Slurf - mei 2010 - no. 440

De meeste chronische ziekten zijn complex, dynamisch en ontwikkelen zich in de loop van de tijd. De laatste dertig jaar zijn er di-verse medicaties ontwikkeld, voornamelijk gebaseerd op proteïnes en peptiden. Deze nieuwe medicaties bieden mogelijkheden tot een goede behandeling van de patiënten. Desondanks blijft de toediening van deze medicatie minder effectief en efficiënt met de huidige toedieningsmethoden zoals in-jecties. Door de in korte tijd grote hoeveelhe-den toegediende en opgenomen medicatie ontstaan er te grote medicatieconcentraties in de bloedcirculatie wat resulteert in on-aangename neveneffecten. Tevens kunnen er beschadigingen aan het huidoppervlak optreden, waar de patiënt vaak beurse en pijnlijke plekken aan overhoudt. Microjet-injectie is een toedieningsmethode die in ontwikkeling is om de toediening van medi-catie effectiever en efficiënter te maken. Met deze methode worden door middel van een microfluidische jet zeer kleine hoeveelheden medicatie met hoge snelheid vlak onder de huid geschoten. De kleine hoeveelheden in combinatie met een frequente toediening in de bloedcirculatie moeten resulteren in effectievere en efficiëntere toediening van medicatie. De kleine toedienhoeveelheden resulteren in een kleinere schommeling van medicatie in de bloedcirculatie, waardoor de kans op neveneffecten geminimaliseerd

wordt. Tevens ligt hierdoor de concentratie van het toegediende middel altijd om en na-bij het optimum.

InjectieHet apparaat waarmee geïnjecteerd wordt bestaat uit verschillende onderdelen die al-lemaal invloed hebben op de effectiviteit van het injecteren. Een piëzoelectrische ac-tuator zit aangesloten op een energiebron en zorgt ervoor dat energie wordt omgezet in mechanische arbeid, in de vorm van ex-pansie van de piezoactuator. Door deze ex-pansie wordt een plunjer met hoge snelheid in de nozzlekamer gedrukt. De vloeistof in de nozzlekamer wordt hierdoor onder grote druk gebracht die kan oplopen tot honderd bar. De vloeistof, die onder grote druk staat, wordt door de nozzle omgezet in een jet met een grote kinetische energie. Deze grote ki-netische energie is nodig om de stratum cor-neum, de buitenste en hardste huidlaag, te penetreren. Om de stratum corneum te kun-nen penetreren zijn snelheden van rond de 100 meter per seconde nodig. De uitgang van de nozzle is slechts tientallen micrometers groot, waardoor het contactoppervlak van de jet op de huid klein is en de patiënt weinig tot niets zal merken van deze vorm van me-dicatietoediening. Op de nozzlekamer zit een pompje aangesloten. Daarboven bevindt zich het reservoir met het medicijn in de

Veel mensen met een chronische ziekte moeten elke dag medicatie innemen om de ziekteverschijnselen van hun aandoeningen tegen te gaan. Vaak wordt deze medicatie met behulp van een injectiespuit in de bloed-baan gebracht. Op deze manier worden de werkzame stoffen immers snel opgenomen. Een injectienaald brengt echter problemen met zich mee en vaak vinden patiënten het onplezierig om een naald in hun lichaam geprikt te krijgen.door: Nicky Mol

Blen

der

wor

ks

vorm van een vloeistof die geïnjecteerd dient te worden. Het pompje zorgt ervoor dat de nozzlekamer op tijd met de juiste hoeveel-heid vloeistof hervuld wordt voor de forma-tie van een nieuwe microjet.

HervulprocedureDe nozzlekamer moet gevuld worden om een nieuwe microjet te creëren. Dit gebeurt met behulp van een zeer accuraat en tevens snel micropompje. Het volume dat bijgevuld dient te worden ligt tussen de tien en hon-derd nanoliter. De hervulfrequentie is gelijk aan de jetfrequentie en is maximaal honderd hertz. Dat is dus ongeveer tien milliseconden per microjet. De nauwkeurigheid van het hervulproces komt zeer kritisch. Wanneer er teveel vloeistof in de kamer wordt gepompt vormt er zich een druppel buiten de nozzle. Wordt er te weinig vloeistof bijgevuld, dan blijft er lucht in de kamer zitten. In beide ge-vallen zal dit resulteren in een sterke afname van de kinetische energie van de microjet, waardoor de jet onvoldoende of geen pene-tratie in de huid kan berwekstelligen.

HuidDe huid die gepenetreerd dient te worden bestaat uit twee lagen, de buitenste laag is de epidermis. De ondoordringbaarheid van de huid is te danken aan deze laag. De laag kan worden onderverdeeld in een laagje van

Alternatief voor naalden

Alternatief_voor_naalden.indd 2 22-4-2010 14:17:50

Page 41: Slurf 14-4

de Slurf - mei 2010 - no. 4 41

dode opgehoopte huidcellen die nagenoeg ondoordringbaar is, de stratum corneum, en een tweede laag bestaande uit verschil-lende dicht op elkaar gepakte cellagen die kleine deeltjes en vloeistoffen tegenhouden. De tweede laag is de dermis. In het bovenste deel van deze laag bevinden zich de haarva-ten die het medicijn op moeten nemen in de bloedcirculatie. Ondanks de hoge snelheid van de microjet kan de jet slechts tot in het bovenste deel van de dermis doordringen. De kinetische energie neemt af naarmate de microjet dieper in de huid komt. Op een gegeven moment is de kinetische energie van de microjet dusdanig afgenomen dat de vloeistof niet dieper de huid in kan. Deze grens kan beschouwd worden als een stag-natiepunt van de microjet van waar opname plaatsvindt naar de omliggende haarvaten. Omdat niet elke huid even dik is dient de ki-netische energie van de microjet voldoende hoog te zijn om penetratie te garanderen.

ToepassingenEr zijn veel toepassingsmogelijkheden op het gebied van microjetinjectie. Voor zieken-huizen zou deze techniek een uitkomst zijn. Reguliere injecties met behulp van injectie-naalden mogen vaak alleen door artsen of verplegend personeel worden toegediend, dit in verband met het risico op beschadiging van huid en/of onderliggend spierweefsel. Microjetinjectie maakt toediening mogelijk zonder dat daar een arts voortdurend bij aanwezig hoeft te zijn. Dit scheelt veel tijd en geld. Mensen die bijvoorbeeld diabetes mellitus hebben moeten vaak meerdere ma-len per dag een insuline-injectie toegediend krijgen. Dit zou met een microjetinjector door de patiënt zelf gedaan kunnen worden, zonder dat er een naald aan te pas hoeft te komen.

ToekomstEr wordt op dit moment veel onderzoek ge-daan naar de toepassingen en werking van microjetinjectiesystemen onder andere door de onderzoeksafdeling van Philips in Eind-hoven. Veel mensen met een chronische ziekte dienen medicatie tot zich te nemen om de ziekteverschijnselen uit te bannen of te remmen. De frequentie van de toediening verschilt per aandoening. In de meeste ge-vallen is dit dagelijks of zelfs meerdere ma-len per dag. Dit kan erg beperkend zijn in het dagelijks leven van de patiënt. Een oplos-sing voor deze beperkingen zou een draag-baar microjetinjectiesysteem zijn, die ervoor zorgt dat er op de benodigde tijdstippen een injectie plaatsvindt. Denk hierbij aan een band om de arm of buik met een microjet-injectiesysteem. Ook zal er een regelsysteem aan gekoppeld worden welke ervoor zorgt dat er op een vooraf ingestelde tijd injecties plaatsvinden. In de toekomst zou het zelfs mogelijk kunnen worden om met een sen-sor op de huid de concentratie van de me-dicatie in de bloedcirculatie te meten en die waarde terug te koppelen naar het microjet-

injectiesysteem. Het systeem kan vervolgens zelf bepalen hoeveel medicatie geïnjecteerd dient te worden. Zo zal er in de bloedcircu-latie altijd een juiste en constante hoeveel-heid medicatie aanwezig zijn en zal er een optimaal gewenst effect nagestreefd kunnen worden. In de toekomst zal het voor veel mensen met een chronische ziekte een stuk aangenamer worden om hun medicijnen toe te dienen. Het is echter nog niet zo ver. Er zal eerst nog veel onderzoek plaats moeten vinden om de technologie te perfectioneren. Voor dit onderzoek zal er een goede samen-werking nodig zijn tussen ontwikkelaars en farmaceutische bedrijven. Tot die tijd zullen we het met naalden moeten doen.

Met dank aan Gwindor Mol die in het kader van zijn master onderzoek bij Philips Research heeft gedaan.

Schematische weergave van de penetratie van de huid

Sam

ir M

itra

gotr

i

Schematische weergave van een microjetinjectiesyteem

Phili

ps

Impressie van een draagbaar microjetinjectiesysteem

Phili

ps

Alternatief_voor_naalden.indd 3 22-4-2010 14:17:59

Page 42: Slurf 14-4

column

de Slurf - mei 2010 - no. 442

De Slurf, als professioneel magazine zijnde, is een medium. De me-dia weet altijd op slinkse wijze zijn mening door te voeren. Politieke standpunten zijn vaak tussen de zinnen door te lezen in kranten, en opvattingen worden onbewust gezien op televisie. De Slurf probeert zo objectief mogelijk te blijven. Er is echter één plek in de Slurf waar een mening betoogd kan worden, en dat is hier. Een recente ontwik-keling wekt bij een redacteur zorgen op. Het betreft hier een oude legende. Iets wat vele honderden jaren geleden vastgesteld is door een, voor die tijd, ongekend ontwikkelde samenleving; de Maya’s. Dat zij ontwikkeld waren blijkt wel uit de vele sporen waaromheen nu nog veel mysterie bestaat. Eén van die mysteries is een onderwerp waar mensen over nadenken, iets dat sommige mensen wakker houdt, waar bepaalde mensen bang voor zijn en voor waarschuwen, en waar zelfs al films over worden gemaakt. Dit mysterieuze onderwerp be-treft de Mayakalender. Het volk had voor het meten van de verstreken tijd een aantal ingewikkelde kalenders, die samenkwamen in de zo-genaamde ‘lange telling’. Deze kalender is gebaseerd op het twintig-tallig stelsel. ‘Onze’ achtiende dag van de vierde maand, april, van het jaar 2010 wordt bijvoorbeeld volgens de lange telling weergegeven als

12.19.17.5.2. Deze lange telling gaat volgens ‘onze’ telling op 13 okto-ber 4772 een orde hoger, naar het magische getal 1.0.0.0.0.0. Het duurt nog wel even voordat het zover is en dit is dus ook niet de datum waar mensen zich nu druk om maken. De gevreesde datum is 21 december 2012. Op deze datum zal de vijfde ‘Grote Cyclus’ die in het jaar 3114 voor Christus begon, eindigen. Er wordt veel over gespeculeerd, maar wat er op deze datum gaat gebeuren weet niemand. Doemdenkers spreken over de Apocalyps. De media spelen hier smullend op in. Zo is er een aardige film genaamd ‘2012’ gemaakt. Maar de specifieke ontwikkeling waar deze redacteur zich enigszins zorgen over maakt is het feit dat vooral de reclamemedia nog weleens misbruik van deze mysterieuze legendes zou kunnen gaan maken. Net als de ongekend overdreven angst voor de ‘Y2K-bug’, die wellicht door slimme mar-keting is opgeblazen. De eerste bewijzen dienen zich reeds aan. Een bekend automerk adverteert al met een tekst in de trant van “Betaal de helft pas in 2012, als de wereld dan nog bestaat”. Het vriendelijke verzoek aan onze semi-collegamedia is dan ook: Gooi ons alstublieft niet dood met 2012-reclames, zo vlak voor het einde van de wereld.TDG

nawoordWat is er nou beter dan direct na de tentamens aan je favoriete hobby te beginnen: Slurfen? De gehele Slurfredactie was dan ook vrijdag-middag weer aanwezig om in het weekend eens goed te beunen en ons nieuwe commissielid Nicky Mol de kneepjes van het vak te leren. Na een spetterende start was het rond zes uur tijd voor een welver-diend biertje in het altijd gezellige Lagerhuysch. Dankzij onze alom geliefde QQ’er konden wij diezelfde avond naar de presentatie van

Herman Koch, inderdaad Kerstens van Jiskefet, in de aula. Zijn ver-haal over de waarheid en de leugen inspireerde de Slurfredactie. Som-mige ideeën over nieuwe technologiën grenzen namelijk dichter aan fictie dan aan werkelijkheid. Zoals meneer Koch uiteen heeft gezet kan je de waarheid ook als fictie brengen of een leugen geloofwaardig maken door in diezelfde leugen een nog groter leugen te vertellen. Na de verhalen waarvan niemand meer wist of het fictie of feit was, ging het Slurfen weer van start. De avond werd afgesloten met een fantastisch speciaalbiertje in de Bebop, wat uiteindelijk niet bij één biertje bleef. De volgende dag was alleen onze ijverige Slurfjongste op tijd aanwezig, maar het was werderom een productieve dag. De Slurfers waren weliswaar een beetje jaloers op de mensen die zater-dag lekker van het zonnetje konden genieten, hoewel de voldoening van weer een nu al leeghendarische Slurf veel goed maakte evenals de zelfgebakken spare-ribs die avond. Zoals alle olifanten houden ook de Slurfers van een pindaatje, dus werd de avond afgesloten in café de Klomp, waar iedereen zichtbaar genoot van het bier en de pinda’s. Op de laatste dag van het Slurfweekend was iedereen om tien uur ‘s ochtends op het Leeghwaterkantoor en werd er hard gewerkt. Na een bijzonder redactioneel zat het weekend er om middernacht weer op en kon de Slurfredactie genieten van hun welverdiende nachtrust.

Met Slurf hoogh groeten wij u,De Slur ommissieG

ezel

scha

p Le

eghw

ater

Column_Nawoord.indd 2 21-4-2010 17:23:38

Page 43: Slurf 14-4

Wij

bouw

den

Wij

bouw

den

de P

alm

in D

ubai

www.vanoord.comvanoord.comvanoord

Dredging and Marine Contractors

... en voltooiden de Wereld

Waar ligt jouw uitdaging?

Studeer je of heb je je studie afgerond én heb je interesse om internationaal

te werken? Koers dan naar Van Oord!

Wij bieden internationale uitdagingen voor technische studenten en

afgestudeerden. Uitdagingen in een bedrijf dat innovatie hoog op de agenda

heeft staan en waar jij je volop kunt ontwikkelen.

Kijk op www.vanoord.com voor meer informatie over onze projecten en

een overzicht van onze actuele vacatures.

Adv_Leeghwater_A4.indd 1 29-09-2009 15:03:09

Page 44: Slurf 14-4

Viro.indd 1 21-4-2010 12:28:58