Download pdf - Digitalis september 2013

Transcript
Page 1: Digitalis september 2013

DIGITALIS

Uitgave van en voor leden van de

Christelijke Vereniging

Angst- en Dwangstoornissen en Fobieën

14e jaargang nummer 3

september 2013

Page 2: Digitalis september 2013

1

INHOUDSOPGAVE

Van de redactie 2 Van de voorzitter 2 Wat zegt de Bijbel 3 Voor u gelezen 5 Behandeling van kinderen bij …. 7

Interview 9 Gevraagd .. AMC 11 Onder dwang naar school 12 Persbericht SIRE 13 Huiskamerbijeenkomsten 16

Colofon 18

Page 3: Digitalis september 2013

2

VAN DE REDACTIE

De uiterste inleverdatum voor het decembernummer in 2013 is 30 november. U kunt uw bijdrage(n) per e-mail (zie colofon) of per brief aanleveren. Alle in ons blad vermelde data zijn natuurlijk Deo Volente! Jan de Jong, hoofdredacteur.

VAN DE VOORZITTER

Het derde nummer van 2013 ligt weer voor u. Ook in deze periode heeft het bestuur niet vergaderd. De communicatie verliep in de vakantieperiode via de moderne media. Ook nu is de hoofdredacteur er weer in geslaagd een lezenswaardig nummer in elkaar te zetten. In dit nummer vindt u weer mooie artikelen. Iedere keer weer zijn wij ook blij dat we huiskamerbijeenkomsten kunnen vermelden. Het is de moeite waard deze uitgave met belangstelling te lezen. Henk Dekkers

Wat zegt de Bijbel Onbeschrijfelijk.

Als al Zijn daden een voor een opgeschreven zouden worden,

zou de wereld te klein zijn, voor de boeken die dan geschreven moesten worden

Johannes. 21 : 25

Dit zijn de laatste woorden uit het evangelie dat Johannes heeft geschreven.

Page 4: Digitalis september 2013

3

Bijzondere woorden! ‘Als je alles zou willen vertellen wat Jezus

gedaan heeft toen Hij op aarde was, zou de wereld te klein zijn!’ Ik heb altijd wat vreemd tegen deze laatste woorden aangekeken. Eigenaardige slotwoorden! Een klein beetje overdrijven…, ach wie maakt zich daar druk om. Maar dit gaat wel heel erg ver. Want de wereld is heel groot en daar passen heel, heel veel boeken in… En dat, terwijl Johannes in andere gevallen zijn woorden zo

zorgvuldig kiest! Is het niet heel erg opgeklopt om te zeggen, dat de wereld te klein is om alle boeken te bevatten, die je zou kunnen schrijven over het leven van Jezus? Is dit een uitschieter, om niet te zeggen uitsmijter, aan het slot? Maar kun je hier ook niet eens anders naar kijken? Eerst denk je misschien dat deze uitspraak betrekking heeft op het leven van Jezus’ op aarde. Maar wacht eens even… zouden deze woorden ook niet wat anders kunnen zeggen? Als een doordenkertje aan het slot?

Opeens gaat je een licht op. De slotwoorden van het evangelie naar Johannes gaan niet over lang geleden, over wat Jezus ooit op aarde deed. Dat was heel veel. Dat heeft de wereld veranderd. Maar… dat was het einde niet. Nadat Jezus de Heer alles volbracht heeft op aarde wat Hij te doen had, is Hij aan de rechterhand van God gaan zitten. Als Koning van hemel en aarde. En als hogepriester die voor ons bidt. En als profeet die vanuit de hemel zijn stem laat horen op aarde. Johannes heeft het niet over het verleden, hij heeft het over

wat Jezus nu allemaal voor ons aan het doen is. Dat is met geen pen te beschrijven. Daar kun je eindeloos boeken mee vullen. Als je alles wat Jezus na zijn hemelvaart doet zou willen opschrijven, dan is de wereld te klein. De vier evangeliën beschrijven alleen maar het begin. Maar wat Jezus nu, na zijn hemelvaart aan het doen is, is onbeschrijflijk!

Page 5: Digitalis september 2013

4

Het evangelie naar Johannes vertelt, hoe Jezus er steeds op uit

is mensen persoonlijk te ontmoeten. Jezus blijkt mensen door en door te kennen. Hij blijkt desondanks diep van hen te houden en heeft een plan met ieder van hen. Jezus komt om mensen op te zoeken, te ontmoeten. Dat is lang geleden gebeurd: De ontmoeting met Nathanael . De ontmoeting met de Samaritaanse vrouw. De ontmoeting met een zieke man die al 38 jaar lang ligt te wachten bij kuuroord Betzata. De ontmoeting met een overspelige vrouw. De ontmoeting met een man die vanaf zijn geboorte blind is.

De ontmoeting met zijn vriend Lazarus . De ontmoeting met Maria die zijn voeten wast met haar tranen. De ontmoeting met Maria van Magdala. De ontmoeting met Johannes zelf, de lievelingsleerling. Al deze persoonlijke ontmoetingen staan in het evangelie beschreven. Maar nu zegt dit slotvers van het evangelie: dit boek met ontmoetingen is nog lang niet klaar. Er is veel meer te vertellen! Vul je naam maar in!

Want Hij, die naar de hemel is gegaan, is niet gestopt met zijn persoonlijke ontmoeting met mensen. Er volgen onbeschrijflijk veel nieuwe ontmoetingen met mensen: mensen die Jezus door en door kent, van wie Hij houdt en voor wie Hij een plan heeft. Zo wil Hij ook jou ontmoeten. Als je al die dingen die Jezus nu doet in het leven van miljoenen mensen zou willen beschrijven, al die levensverhalen, dan zou de wereld te klein zijn om alle boeken te bevatten. Wat Christus’ vandaag de dag aan het doen is, is met geen pen te beschrijven! Hij wil ook de Heer en Redder zijn van u. En

van jou. Ook wanneer je verdrietig bent. Of angstig. Je kunt je zo alleen voelen soms. Maar Hij is dichtbij en kent je door en door. Overal in de wereld is Hij bezig mensen te helpen en te troosten. Ook jou kan Hij helpen. Hij doet onbeschrijflijk veel! Ds. Gerrit Gunnink, Amersfoort.

Page 6: Digitalis september 2013

5

Voor u gelezen. Ik kan het niet loslaten geschreven door Annemarie van Heijningen-Steenbergen Het boek is geschreven door Annemarie, die een tweewekelijks column heeft in het EO programmablad

Visie. Ze beschrijft in dit boek hoe ze vastliep in perfectionisme en controledrang. Het gevolg hiervan uitte zich in een hardnekkige slaapstoornis waar ze mee heeft geworsteld. De slaapstoornis wordt beschreven in dit boek. Elk hoofdstuk bestaat uit verschillende elementen.

In het eerste gedeelte beschrijft Annemarie haar

eigen verhaal. Daarnaast bevat ieder hoofdstuk een coachend gedeelte waarin Annemarie pastorale en praktische adviezen geeft. Elk hoofdstuk eindigt met de ‘Kwestie van Kees’ waarin psycholoog Kees Roest een psychologisch puntje op de i zal zetten. Het boek begint met de geboorte van zoon Marvin van Annemarie. Een tijdje nadat Marvin geboren is, gaat ze weer aan het werk en dan blijkt dat het heel belangrijk voor haar is om goed te slapen. Als Annemarie maar een halve nacht heeft

geslapen is ze een half mens. Ze moet slapen van zichzelf. Deze gedachte dringt zich steeds meer aan haar op. De als-dan redeneringen die veel mensen hebben komen mij bekend voor. Ik heb ze zelf namelijk ook. Je wilt zelf ergens de controle over houden. Je gaat teveel eisen van jezelf en er ontstaat een uitgesleten spoor, een vicieuze cirkel. Hoe eerder je dit

Page 7: Digitalis september 2013

6

onderkent hoe beter het is. Je kunt beginnen met na te denken

over wat je denkt. Annemarie gaat na verloop van tijd af en toe medicatie gebruiken om te slapen. Er wordt in het boek het een en ander geschreven over medicatie ook in verband met de zwangerschappen, die Annemarie heeft gehad. Ze gebruikt het middel Seresta hiervoor en het mag van de verloskundige. Op dat moment is het een uitkomst voor haar. Later als ze bevallen is van haar tweede zoon, dan blijkt dat er teveel van het middel in haar bloed zit. Het kind heeft een ademhalingsdepressie gehad, het ging niet ademen direct na de geboorte. Er komt een uitgebreid medisch onderzoek.

Annemarie wordt als verdachte gezien en dat doet haar pijn. Ze heeft heel vaak gevraagd of het geen kwaad kon om Seresta te gebruiken. In het boek worden het hulpverleningstraject dat Annemarie heeft gevolgd beschreven. Ze komt eerst bij een psycholoog terecht. Later gaat ze naar de huisarts en hoort ze dat ze een slaapstoornis heeft. Annemarie kan pas na een half jaar terecht bij een slaapcentrum. In de tussentijd heeft ze contacten met verschillende christelijke instanties en komt ze terecht bij een christelijke psychologe, die ervaring heeft met slaapstoornissen. Annemarie gaat slaaprestrictie doen. De tijd

in bed wordt dan teruggebracht naar echte slaaptijd. In het begin word je extreem vermoeid, maar na verloop van tijd merk je dat je de regie over het slapen terugkrijgt. Het is een zware methode. Na een half jaar kan Annemarie terecht bij het slaapcentrum. Ze krijgt allerlei onderzoeken. Belangrijk is om een stap te zetten om te werken aan je probleem. Uiteindelijk komt er niets uit de onderzoeken tevoorschijn, dus wordt Annemarie doorverwezen naar een psycholoog, een slaapdeskundige, Caroline Kluft. Ze heeft ook nog steeds contact met de andere psycholoog, omdat alles zo langzaam gaat.

Naast de slaaprestrictie krijgt Annemarie Cognitieve Therapie (RET), sleutelslaapjes: overdag wegzakken en binnen een paar seconden weer wakker worden met het gevoel of je weer veel energie hebt gekregen. Daarnaast leert ze snoozen: als de wekker gaat snooze indrukken, negen minuten indommelen, weer gewekt worden, weer indommelen. Deze dingen helpen Annemarie, zodat het beter met haar gaat.

Page 8: Digitalis september 2013

7

Na verloop van tijd gaat het zo goed, dat ze geen contact meer

heeft met het slaapcentrum. Ze vraagt zich af hoe het komt dat ze zo is vastgelopen. Er zijn een heleboel vragen. Ze komt niet verder, maar ze weet wel dat ze in de loop van de tijd de lat steeds hoger is gaan leggen voor zichzelf. In het boek wordt beschreven hoe Annemarie God ziet en zag in de gehele situatie. Ze voelt zich steeds belabberder en vraagt zich af waar God is in dit alles. Je verwacht alles van Hem, maar je angst wordt steeds groter. Ze beschrijft haar strijd, maar aan het einde van het boek ook haar Dankbaarheid aan Hem. Jezus wil je rust geven omdat alles, alles is voldaan, door God zelf! God accepteert ons zoals wij zijn. Dat mag ons

als mensen veel rust geven. We hoeven niets, maar we mogen leven zoals we zijn. God dienend. Ik vond het een fijn boek om te lezen, het leest makkelijk. Van alle informatie die ik las in het boek herkende ik veel. Ik vond het ook fijn dat ze beschreef over hoe haar relatie met God was en dat God echt een plaats krijgt in dit boek. Ik heb niet dezelfde stoornis, maar vaak is er vergelijk tussen de verschillende stoornissen en angsten. Dat is ook wat je merkt als je met lotgenoten praat. Het boek sluit af met slaaptips en informatie over cognitieve therapie. Het boek is een aanrader.

172 pagina's | Paperback | ISBN: 9789023920281 € 15,90

De behandeling van dwangstoornissen bij kinderen Geneeskunde

Promotie

Lidewij Wolters onderzocht de werkingsmechanismen van de behandeling van dwangstoornis of obsessieve-compulsieve stoornis bij kinderen en jongeren. Ze bekeek voor wie cognitieve gedragstherapie geschikt is en voor wie deze behandeling minder effectief is, en wat er moet gebeuren als de dwangklachten niet over zijn na de standaardbehandeling.

Mw. L.H. Wolters: Towards Improving Treatment for Childhood OCD: Analyzing Mediating Mechanisms & Non-Response.

Page 9: Digitalis september 2013

8

Promotoren zijn prof. dr. E. de Haan en prof. dr. F. Boer.

Co-promotor is prof. dr. P.J.M. Prins.

Voor kinderen en jongeren met een obsessief-compulsieve stoornis (OCS) is cognitieve gedragstherapie een effectieve behandeling. Hierbij wordt het kind herhaaldelijk blootgesteld aan de gevreesde situatie en mag de bijbehorende dwangmatige handeling, bijvoorbeeld handenwassen, niet uitvoeren.

Cognitieve gedragstherapie is ook effectief tegen OCS bij kinderen met ernstige dwangklachten of kenmerken van een

autisme-spectrumstoornis (ASS). Therapeuten moeten niet te snel opgeven als kinderen aan het begin van de behandeling weinig vooruitgang boeken in de vorm van afname van dwangklachten, want vaak is er aan het eind toch verbetering. Wel is het soms nodig om de behandeling na zestien sessies te verlengen bij kinderen die aanvankelijk weinig vooruitgaan. Is er echter geen enkele verbetering, dan heeft verlenging geen zin. Wolters verwachtte dat het veranderen van negatieve gedachten belangrijk zou zijn voor een succesvolle behandeling, maar vond daarvoor geen bewijs. Medicatie is volgens Wolters een minder zinvolle aanvulling op cognitieve

gedragstherapie.

Page 10: Digitalis september 2013

9

Interview met Nellie.

1. Kunt u mij vertellen wat uw beperkingen precies inhouden? Ik heb poetsdwang. Dat heb ik al ongeveer 30 jaar. Ik verblijf zo’n 10 jaar in een TBS kliniek. Mijn ervaring is dat ze in een TBS kliniek weinig van dwang weten en hoe ze er mee om moeten gaan. Mijn poetsdwang bestaat er voornamelijk uit dat mijn kamer spic en span moet zijn. Naast dat hij helemaal schoon moet zijn moet alles ook precies staan of liggen. Op mijn kleding ben ik erg schoon en ook op mezelf.

2. Wat is het moeilijkst voor u?

Ik durf geen mensen op mijn kamer te laten i.v.m. vuil. Als er iemand aan mijn deur komt maak ik die gelijk schoon. Bij alles wat ik zelf aanraak op mijn kamer was ik eerst mijn handen.

3. Gebruikt u medicatie?

Als medicatie voor de dwang gebruik ik Prozac wat wel de scherpe kantjes van de dwang haalt.

Page 11: Digitalis september 2013

10

4. Bent u onder behandeling van een therapeut?

Ik ben onder behandeling van een psychotherapeute geweest. Al vrij snel werd haar duidelijk dat mijn poetsdwang vanuit mijn opgelopen trauma’s voortkwam.

5. Als u therapie krijgt (kreeg) wat houdt (hield) dat dan precies

in? Ik heb ongeveer 1 jaar geleden een intake EMDR gedaan. Helaas kwam de EMDR niet van de grond.

6. Heeft u steun aan uw geloof?

Ik ervaar geen steun vanuit mijn geloof. Ik bedoel dat ik mij door God vaak in de steek gelaten voel. Door alles wat ik meegemaakt heb en nog meemaak. Als ik bijv. naar mensen hier kijk die aan geen God of gebod doen en waar alles goed loopt dan vind ik het best wel moeilijk te bedenken waarom bij de ene mens alles mee lijkt te zitten en bij de ander alles tegen zit. Hoe reageert uw omgeving op uw beperking? Mijn omgeving begrijpt weinig van mijn dwang.

7. Kunt u er met mensen in uw omgeving over praten?

Met sommige mensen kan ik over mijn dwang praten. Bijvoorbeeld met mijn vriend, die mij ook erg steunt. En met een vriendin die mij belt en bezoekt.

Page 12: Digitalis september 2013

11

Vragenlijstonderzoek Werkfunctioneren

Gevraagd door het Academisch Medisch Centrum Amsterdam

Werknemers met en zonder ADF voor het invullen van een korte vragenlijst (leuke beloning!)

De vragenlijst gaat over wat werkende mensen met en zonder

ADF als de belangrijke en minder belangrijke aspecten van werkfunctioneren (“functioneren als werknemer”) zien

Dit onderzoek doen we om betere instrumenten voor onderzoek te ontwikkelen én om zicht te krijgen op waar ondersteuning en behandeling voor werknemers met een gezondheidsaandoening effect op moet hebben

Invullen van de vragenlijst duurt geschat zo'n 15 tot 20

minuten (dit kunt u bijvoorbeeld thuis of in uw werkpauze doen). We gaan vertrouwelijk om met uw persoonlijke gegevens en informatie

Het onderzoek gaat via de post en meedoen is voor u kosteloos.

Voor het meedoen aan het onderzoek krijgt u een leuke beloning (een kraslot waarmee u iets kunt winnen) en het is belangrijk dat ook werknemers met ADF hun mening geven bij dit onderzoek. Ook helpt u ons echt enorm door mee te doen aan het onderzoek!

Wie vragen wij mee te doen? Werkzame mensen met en zonder

ADF Hoe meedoen? Email of bel alstublieft dr. Edwin Boezeman (020 56 65 340 / 06 28 48 10 49 / [email protected]) van het AMC Coronel Instituut voor Arbeid en Gezondheid en geef a.u.b. door dat u mee wilt doen met het onderzoek. U krijgt dan een vragenlijst toegestuurd. Wij kunnen uw hulp echt heel erg goed gebruiken, doet u alstublieft mee!

Page 13: Digitalis september 2013

12

„Desnoods stuur je het kind onder dwang naar school.

Kinderen die bang zijn om naar school te gaan, kunnen echt fysiek ziek worden van angst. „Juist dan moeten ouders ze naar school sturen”, zegt Nienhuis.

Deze periode, zo vlak na de zomervakantie, is volgens de onderwijsadviseur een piek te zien in het aantal schoolweigeraars. Vooral bij kinderen die voor het eerst naar de middelbare school gaan. „Er wordt veel van die kinderen gevraagd, een nieuwe klas, een nieuwe omgeving. Als een kind al een beetje angstig is, gedragsproblemen heeft of lastig aansluiting vindt, kan dat voor problemen zorgen.” Nienhuis schreef het boek Schoolangst en schoolweigering bij kinderen. Ook werkt ze als deskundige bij RENN4, een onderwijsorganisatie voor leerlingen met beperkingen in gedrag en/of psychiatrische problematiek. „Hoewel de problemen heel erg uiteenlopen, kun je over het algemeen stellen dat het over onzekere, angstige kinderen gaat met een afhankelijke relatie met de ouders of ouder.” Deze ouders gaan volgens Nienhuis te veel mee in de angst van het kind. „Natuurlijk is het moeilijk om een angstig kind te dwingen naar school te gaan, zeker als de zoon of dochter echt ziek lijkt en bijvoorbeeld moet overgeven. Maar vaak zie je dat

het om 10 uur ’s ochtends weer over is, als de school dus is begonnen.” Uit buitenlandse onderzoeken blijkt dat ongeveer 1 procent van de leerplichtige kinderen, ongeveer evenveel jongens als meisjes, uit angst niet meer naar school gaat. In Nederland zijn daar geen cijfers over bekend, maar Nienhuis vermoedt dat het hier ook voor ongeveer 1 op de 100 geldt. In een recent rapport van de Kinderombudsman wordt gesproken over duizenden thuiszitters om uiteenlopende redenen, waaronder schoolangst. Een oplossing tegen schoolangst is volgens Nienhuis voor de

hand liggend, maar niet eenvoudig. „Ouders moeten het heft in handen nemen. In plaats van het kind zielig vinden en te vertroetelen, moet hij of zij gedwongen worden naar school te gaan.” En scholen moeten ook concessies doen, vindt ze. „Als een kind doodsbang is voor de gymlessen, dan moet hij of zij maar een tijdje niet gymmen. Het is het allerbelangrijkste dat een kind gewoon naar school durft.”

Page 14: Digitalis september 2013

13

Persbericht

Amsterdam, 27 juni 2013 SIRE opent nieuwe hulplijn voor mensen zónder psychische ziekte Nieuwe campagne agendeert taboe op psychisch ziek zijn

SIRE draait met haar nieuwste campagne de rollen om: de Stichting lanceert vandaag een hulplijn voor mensen zonder psychische ziekte. Hier kunnen familie, collega's of vrienden van hen die aan een psychische aandoening lijden vragen stellen over hoe zij het beste met deze situatie kunnen omgaan. Het blijkt namelijk dat veel Nederlanders moeite hebben om normaal om te gaan met mensen die een psychische aandoening hebben, zoals een depressie, psychose of burn-out. Verschillende studies tonen aan dat een gebrekkige omgang

met mensen die een psychische aandoening hebben bij hen uiteindelijk kan leiden tot werkloosheid, een klein sociaal netwerk, mindere kwaliteit van leven en lage zelfachting. En dat terwijl ongeveer 20% van de bevolking per jaar met dit soort ziekten wordt geconfronteerd, als slachtoffer of via mensen in de directe omgeving. Psychisch ziek zijn zou – afgaande op de mate waarin deze aandoeningen voorkomen – net zo normaal moeten zijn als een gebroken been, maar uit eerdere studies en onderzoek dat speciaal voor deze campagne is uitgevoerd, blijkt anders.

Blauw Research heeft voor SIRE een onderzoek onder de bevolking gehouden en concludeert het volgende:

Als men een bekende in de directe omgeving heeft met een psychische aandoening, dan vinden vier op tien het moeilijk om over de aandoeningen met deze persoon te spreken (39%)

Page 15: Digitalis september 2013

14

Men praat liever over andere dingen dan over de

aandoening (52%) En 42% praat meer met anderen dan met de persoon in

kwestie over de aandoening Zes op de tien Nederlanders die zelf een psychische

aandoening hebben (gehad), hebben last (gehad) van vreemde reacties of uitlatingen van anderen (61%)

Ruim een kwart van de Nederlanders die zelf een psychische aandoening hebben (gehad) geeft aan hierdoor vrienden of kennissen verloren te hebben (28%).

Om aandacht te vragen voor deze problematiek heeft SIRE de hulplijn opgericht voor mensen zonder psychische ziekte. Mensen zonder psychische ziekte die het moeilijk vinden om goed te reageren op vrienden, collega’s of familie met een psychische aandoening kunnen de hulplijn bellen voor advies van ervaringsdeskundigen die een psychische ziekte hebben of hebben gehad. De hulplijn is van dinsdag tot en met zaterdag van 11.00 uur tot 14.00 uur en van 18.00 uur tot 21.00 uur te bereiken via telefoonnummer 0900-0727.

Behalve via de hulplijn is de campagne ook zichtbaar via TV- en radio-spots en aandacht online, in dagbladen en magazines. Sabine van Aken, SIRE bestuurslid en projectleider voor deze campagne: “SIRE zet maatschappelijk verweesde of verwaarloosde onderwerpen op de publieke agenda. Een taboe is per definitie te herleiden naar een verweesd onderwerp. SIRE is aan de slag gegaan met het inzicht van professor Jaap van Weeghel, dat stigmatisering op psychisch ziek zijn wellicht het belangrijkste obstakel vormt voor rehabilitatie en herstel. Dit startpunt heeft geleid tot het oprichten van een hulplijn en

een omvangrijke campagne.” Voor het opzetten van de hulplijn (naar het creatief concept van JWT Amsterdam) heeft SIRE nauw samengewerkt met de Stichting ‘Samen Sterk tegen Stigma’. Gerdien Rabbers, directeur van de Stichting Samen Sterk Tegen Stigma: “Met de campagne hopen we psychische ziektes bespreekbaar te

Page 16: Digitalis september 2013

15

maken. De Stichting coördineert de hulplijn en begeleidt de

ervaringsdeskundigen. De stichting doet dit omdat gelijkwaardig contact tussen mensen met en zonder psychische aandoeningen het beste werkt tegen vooroordelen, en dat is precies wat deze hulplijn tot stand brengt.” Dat de campagne breed gedragen wordt, blijkt uit de enthousiaste reacties van zowel experts uit het veld als mensen met psychische klachten. Zo heeft schaatskampioen Stefan Groothuis toegezegd achter de hulplijn plaats te nemen. Groothuis: “Ik heb zelf ondervonden hoe lastig men het vindt om met je over je psychische aandoening te praten. Terwijl ik

juist gebaat was bij een normaal gesprek over mijn depressie. Die boodschap wil ik de bellers van de hulplijn graag meegeven.” Ook voormalig NOS weervrouw Marjon de Hond draagt de campagne een warm hart toe: “Een heel goed initiatief. Ik heb tijdens mijn burn-out zelf ondervonden dat men het ongemakkelijk vindt om over een psychische aandoening te praten. Terwijl ik al heel snel merkte dat praten gewoon helpt. Het maakt nauwelijks uit met wie, als je maar praat.”

De campagne loopt van 27 juni tot en met oktober 2013, waarna de hulplijn overgedragen zal worden aan het Landelijk Platform GGZ.

Page 17: Digitalis september 2013

16

Huiskamerbijeenkomsten:

Op Maandag 10 juni 2013 zijn we als groep regio Ermelo weer bij elkaar geweest. Een lid van de groep had zich afwezig gemeld . We zijn begonnen met het lezen uit Filippensen 4: 1-7 Paulus schrijft hier om eensgezind

en standvastig te blijven in de HEER, ook heeft hij het over altijd verheugd te zijn in blijde en droeve dagen, wees vriendelijk jegens alle mensen. Dank God in alles, dan zal de vrede van God “de innerlijke rust” ( vrucht van het geloof) die alle verstand te boven gaat, uw hart en gedachten in Christus Jezus bewaren. Deze avond hebben we het gehad over Multi- media en wat dat voor onrust geeft in de mens. Normaal gesproken kan dat al veel onrust geven, maar iemand met een stoornis heeft daar al

gauw meer last van. Vooral als je ook nog een perfectionist bent kost dit veel meer tijd en energie. Ook de snelheid waarmee het allemaal gaat baart ons nog al wat zorgen en de vraag is of je het ook wel moet willen, als je ouder wordt voel je de kloof steeds groter worden. Ook de duivel zou hierin wel eens een rol in kunnen spelen, al die onrust kan ons parten spelen in ons geloof en het zicht op Gods woord, ook hierin geldt grenzen stellen en de juiste keuzes maken. Aan het einde van de avond is er geëindigd met gebed. De volgende bijeenkomst is onder voorbehoud op 9 september,

met als onderwerp “stigmatisering”. Groeten Gerrit.

Page 18: Digitalis september 2013

17

Meerkerk

Op 5 juli zijn wij als lotgenotengroep weer bij elkaar geweest. Het was enige tijd geleden dat we samen waren geweest. Dat had te maken met de gezondheid van sommige leden. We waren nu met 3 mensen. Na gesproken te hebben over hoe het met iedereen ging, ging een lid voor door het lezen van psalm 23. In de tijd dat ze in een diep dal zat heeft ze veel aan deze psalm gehad en hem elke dag gelezen. We hebben tijdens de avond gesproken over het onderwerp 'heeft je stoornis invloed op hoe je gelooft'. Iedereen vertelde er iets over en we bespraken ook zaken die door het gesprek naar voren kwamen. Een ander lid sloot af met gebed. Het was een waardevolle

avond en we hopen dat de andere leden er de volgende keer weer bij kunnen zijn.' Heeft u ook interesse om mee te draaien in een huiskamergroep neem dan contact op met Mariëlle van ’t Slot. De plaatsen waar op dit moment groepen draaien zijn: Amersfoort, Barneveld/Scherpenzeel, Ermelo,

Kampen, Katwijk, Meerkerk, Rijssen en Woerden.

Page 19: Digitalis september 2013

18

Colofon Het blad Digitalis is een uitgave van de Christelijke Vereniging Angst- en Dwangstoornissen en Fobieën en verschijnt 4 maal per jaar. Postbanknummer: 81 34 934 t.n.v. CVADF, p/a Almstein 5 3328 MP Dordrecht.

Wij willen u vriendelijk verzoeken op dit rekeningnummer uw contributie van € 15,- over te maken voor 1 juli.

Bestuur:

Voorzitter: Henk Dekkers, [email protected]

Secretaris: Jan de Jong, Rijssensestraat 146, 7642 NN

Wierden, [email protected]

Penningmeester: Dik den Hollander,

[email protected]

Contact vereniging: Vrouwkje Messink, [email protected]

Lotgenotencontact: Mariëlle van ‘t Slot

[email protected] en Vrouwkje Messink

PR: Jan Messink

Redactie:

Eindredacteur: Henk Dekkers

Hoofdredacteur: Jan de Jong

Redacteuren: Vrouwkje Messink en Mariëlle van ‘t Slot

Redactieadres:

Rijssensestraat 146, 7642 NN Wierden, 0546 57 20 56

[email protected]

Website : www.cvadf.nl Overname van artikelen is toegestaan. Wel dient er een duidelijke bronvermelding te zijn.