58
1 NL RAADPLEGING VAN EUROPESE REGIO'S & STEDEN "Uw mening over Europa 2020" (Vervolg van de in 2009 door het CvdR gehouden raadpleging van Europese regio's en steden over een nieuwe strategie voor duurzame groei) Op 3 maart 2010 heeft de Europese Commissie 'Europa 2020 Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei' gepresenteerd als opvolger van de Lissabonstrategie (zie de toelichting in bijlage 2). De Europese Raad wordt nu verzocht om in te stemmen met de algemene opzet van de strategie, alsook met de overkoepelende EU-doelstellingen, en om zijn definitieve goedkeuring aan de strategie te hechten. Sommige kwesties die van belang zijn voor lokale en regionale overheden, komen in de strategie echter nog steeds niet aan bod, bijv.: de behoefte aan gedifferentieerde doelstellingen op territoriaal niveau; de behoefte aan indicatoren die verder gaan dan het BBP; de huidige rol van de lokale en regionale overheden in het uitstippelen en uitvoeren van de nieuwe strategie; de relatie tussen Europa 2020, het cohesiebeleid en de EU-begroting, alsmede de noodzaak om de nieuwe strategie bij alle EU-burgers onder de aandacht te brengen (zie bijlage 1). Het is essentieel dat deze zaken goed worden geregeld voordat de Europese Raad van juni definitief zijn goedkeuring hecht aan Europa-2020. Geef uw mening te kennen aan de Europese en nationale leiders die tijdens de Europese Raad van juni bijeenkomen: uw deelname is belangrijk. Alle details zijn te vinden op: http://portal.cor.europa.eu/europe2020/ Bijdragen in één van de officiële talen van de EU zijn welkom en zullen in de oorspronkelijke taal en in het Engels worden gepubliceerd op deze webpage (zonder uw contactgegevens). Gelieve uw reacties in Word-format (doc), gebruik makend van de open velden in dit bestand, op te sturen naar [email protected] uiterlijk op maandag 12 april 2010

RAADPLEGING VAN EUROPESE REGIO'S & STEDEN Uw mening … · steden over een nieuwe strategie voor duurzame groei) ... Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei' gepresenteerd

  • Upload
    others

  • View
    1

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: RAADPLEGING VAN EUROPESE REGIO'S & STEDEN Uw mening … · steden over een nieuwe strategie voor duurzame groei) ... Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei' gepresenteerd

1

NL

RAADPLEGING VAN EUROPESE REGIO'S & STEDEN

"Uw mening over Europa 2020"(Vervolg van de in 2009 door het CvdR gehouden raadpleging van Europese regio's en

steden over een nieuwe strategie voor duurzame groei)

Op 3 maart 2010 heeft de Europese Commissie 'Europa 2020 – Een strategie voor slimme,

duurzame en inclusieve groei' gepresenteerd als opvolger van de Lissabonstrategie (zie de

toelichting in bijlage 2).

De Europese Raad wordt nu verzocht om in te stemmen met de algemene opzet van de

strategie, alsook met de overkoepelende EU-doelstellingen, en om zijn definitieve

goedkeuring aan de strategie te hechten.

Sommige kwesties die van belang zijn voor lokale en regionale overheden, komen in de

strategie echter nog steeds niet aan bod, bijv.: de behoefte aan gedifferentieerde doelstellingen

op territoriaal niveau; de behoefte aan indicatoren die verder gaan dan het BBP; de huidige rol

van de lokale en regionale overheden in het uitstippelen en uitvoeren van de nieuwe strategie;

de relatie tussen Europa 2020, het cohesiebeleid en de EU-begroting, alsmede de noodzaak

om de nieuwe strategie bij alle EU-burgers onder de aandacht te brengen (zie bijlage 1).

Het is essentieel dat deze zaken goed worden geregeld voordat de Europese Raad van juni

definitief zijn goedkeuring hecht aan Europa-2020.

Geef uw mening te kennen aan de Europese en nationale leiders die tijdens de

Europese Raad van juni bijeenkomen: uw deelname is belangrijk.

Alle details zijn te vinden op: http://portal.cor.europa.eu/europe2020/

Bijdragen in één van de officiële talen van de EU zijn welkom en zullen in de

oorspronkelijke taal en in het Engels worden gepubliceerd op deze webpage (zonder uw

contactgegevens).

Gelieve uw reacties in Word-format (doc), gebruik makend van de open velden in ditbestand, op te sturen naar [email protected]

uiterlijk op maandag 12 april 2010

Page 2: RAADPLEGING VAN EUROPESE REGIO'S & STEDEN Uw mening … · steden over een nieuwe strategie voor duurzame groei) ... Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei' gepresenteerd

2

Naam en voornaam van de afzender1:

Contactgegevens (adres, telefoonnr.,

email):

Orgaan: Vlaamse overheid

Land: België

1. Doelstellingen EUROPA 2020

De Commissie heeft de 3 prioriteiten van de Europa 2020-strategie (slimme,

duurzame en inclusieve groei) in 5 EU-streefcijfers op Europees niveau vertaald:

1. 75 % van de bevolking tussen 20-64 jaar moet werk hebben;

2. 3% van het EU-BBP moet worden geïnvesteerd in O&O;

3. de "20/20/20"-klimaat- en energiedoelstellingen moeten worden gehaald (dit

met inbegrip van een grotere reductie van 30% als aan de daartoe vereiste

voorwaarden wordt voldaan);

4. het percentage voortijdige schoolverlaters moet minder dan 10% bedragen,

terwijl minstens 40% van de jongere generatie een diploma van het hoger

onderwijs moet hebben;

5. het aantal mensen voor wie armoede dreigt, moet met 20 miljoen dalen.

Om ervoor te zorgen dat iedere lidstaat de Europa 2020-strategie op zijn eigen

situatie afstemt, rekening houdend met de nationale omstandigheden en de

verschillende uitgangssituaties, stelt de Commissie voor deze doelstellingen vóór de

Europese Raad van juni om te zetten in nationale streefcijfers.

1.1 Zijn de drie componenten van de strategie, te weten de economische, sociale en

ecologische, met elkaar in evenwicht? Zo niet, gelieve een en ander toe te

lichten.

Vlaanderen schrijft zich in in de algemene uitgangsprincipes en de keuze van de 3

prioriteiten, maar benadrukt dat de wisselwerking tussen de prioriteiten ook in de

verdere uitwerking van de strategie moet gegarandeerd worden. Vlaanderen vindt

dat de economische, sociale en milieucomponent elkaar onderling moeten versterken

zonder dat het ene ten koste gaat van het andere, als voorwaarde voor een duurzame

1Privacy Disclaimer Bij de verwerking van uw bijdrage moeten uw persoonlijke gegevens (naam,

contactgegevens enz.) in een bestand worden opgenomen. Mocht u meer informatie willen hebben of uw rechten

krachtens Verordening (EG) 45/2001 (bv. H100

et recht op toegang tot gegevens of het recht om gegevens te corrigeren) willen uitoefenen, dan kunt u zich wenden

tot de data controller (hoofd van de eenheid Netwerken en subsidiariteit) ([email protected]). Ook kunt u

zonodig contact opnemen met de data protection officer van het Comité van de Regio's

([email protected]). Verder kunt u te allen tijde beroep aantekenen bij de Europese data protection

supervisor (www.edps.europa.eu). Uw persoonlijke gegevens zullen niet online worden bekendgemaakt.

Page 3: RAADPLEGING VAN EUROPESE REGIO'S & STEDEN Uw mening … · steden over een nieuwe strategie voor duurzame groei) ... Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei' gepresenteerd

3

groeistrategie.

Een aantal aspecten die Vlaanderen in de strategie mist zijn de volgende:

-ook milieu en landbouw kunnen een bron van slimme en duurzame groei zijn, dit

komt niet aan bod in het voorstel van de Europese Commissie

-transport en mobiliteitsbeleid dragen niet alleen bij tot duurzame groei maar

kunnen ook actief bijdragen aan het realiseren van de andere twee prioriteiten van

de strategie.

-wat de prioriteit ‘inclusieve groei’ betreft mag de sociale dimensie niet uit het oog

verloren worden. Vlaanderen pleit daarom voor een sterke link met de sociale

zekerheidssystemen, en adequate aandacht voor de zwakkeren in de samenleving.

1.2 Is het aantal doelstellingen voldoende? Zijn zij duidelijk toegespitst?

Vlaanderen is van oordeel dat de focus op (slechts) 5 kwantitatieve doelstellingen de

efficiëntie van de strategie in belangrijke mate kan bevorderen. De Europese

doelstellingen moeten vertaald worden naar nationale/regionale doelstellingen en

trajecten al naargelang de startpositie, en dat laat toe de doelstellingen te verfijnen

naar een aantal (regionale) subdoelstellingen. In die subdoelstellingen kunnen dan

eigen klemtonen gelegd worden.

Vlaanderen is in het bijzonder tevreden omwille van de expliciete aandacht voor de

armoedeproblematiek. Werkgelegenheidsbeleid kan onmiskenbaar een belangrijke

bijdrage leveren aan het reduceren van de armoede. Wel meent Vlaanderen dat de

sociale dimensie ruimer bekeken dient te worden dan armoede. Immers, het

armoedebeleid, een beleid gericht op sociale inclusie en een sociaal

beschermingsbeleid gaan hand in hand.

1.3 Welke andere doelstellingen zou uw land als nationale doelstellingen willen

voorstellen om recht te doen aan de regionale omstandigheden en de

verschillende uitgangssituaties op lokaal en regionaal niveau?

Vlaanderen kan zich in grote mate vinden in de door de Europese Commissie

voorgestelde kwantitatieve doelstellingen, maar wenst een aantal verfijningen naar

voor te schuiven:

Tewerkstelling: Vlaanderen pleit voor een verfijning van deze doelstelling op

subniveau, zoals een ambitieuze werkzaamheidgraad voor kansengroepen

(vrouwen, ouderen,…) en een activeringsstrategie die inspeelt op de

opleidingsdeelname van werkzoekenden en werkenden, de problematiek van de

afstemming werk en gezin, evenals de werkbaarheid van jobs.

Onderzoek en ontwikkeling: de 3%-norm blijft beperkt tot een input-indicator.

(voorstel tot bijkomende indicatoren zie antwoord op vraag 2.1). Vlaanderen vindt

het vooral belangrijk dat er duidelijke outputindicatoren komen. Enkele voorbeelden

die op dit vlak aangegeven worden: een verdubbeling van de investeringen in

Page 4: RAADPLEGING VAN EUROPESE REGIO'S & STEDEN Uw mening … · steden over een nieuwe strategie voor duurzame groei) ... Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei' gepresenteerd

4

onderzoek, ontwikkeling en innovatie, een toename van het aandeel van

innoverende ondernemingen over alle sectoren tot 50%, en een stijging van het

aandeel van de hoogtechnologische sector in de uitvoer tot 20%. Ook ontbreken er

indicatoren op vlak van o.a. ondernemerschap.

Klimaat –en energie: deze doelstelling is te eenzijdig gericht op de klimaat –en

energiedoelstellingen, de milieudimensie ontbreekt in deze doelstelling volledig.

Onderwijs: de focus van deze doelstelling blijft sterk liggen op hoger onderwijs en

doorstroming naar de arbeidsmarkt. Daardoor is deze target te weinig

gedifferentieerd. Toename van de participatie aan onderwijs in het algemeen en aan

levenslang leren in het bijzonder zijn voor Vlaanderen essentieel. Voor levenslang

leren is er zelfs geen target geformuleerd.

Armoede: Deze doelstelling mag voor Vlaanderen ambitieuzer gesteld worden en

stelt daarom een versterking van de armoedereductie met 30% voor i.p.v. 25% en een

halvering van de kinderarmoede.

Page 5: RAADPLEGING VAN EUROPESE REGIO'S & STEDEN Uw mening … · steden over een nieuwe strategie voor duurzame groei) ... Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei' gepresenteerd

5

2. EUROPA-2020 indicatoren

De Commissie heeft verklaard dat zij jaarlijks een overzicht zal geven van de

resultaten van de strategie "aan de hand van een reeks indicatoren voor de algemene

vorderingen in de richting van de doelstelling van een slimme, groene en inclusieve

economie die voor sterke werkgelegenheid, productiviteit en sociale cohesie zorgt".

De indicatoren worden in het voorstel echter niet uitgewerkt.

Voor de politieke richtsnoeren van de economische strategieën wordt gekeken naar

de gemeten prestaties. Momenteel heerst er al een brede consensus om het BBP te

combineren met indicatoren die de economische prestaties, de levensstandaard en de

levenskwaliteit beter in kaart brengen.

2.1 Welke indicatoren moeten er gebruikt worden om de voortgang te meten, gelet

op de doelstellingen op Europees niveau?

Voor het antwoord op deze vraag grijpt Vlaanderen terug op de input van de

Vlaamse Regering op de consultatie van de Europese Commissie (Zie bijlage VR2010

1501 MED0027)

Er is nood aan een reeks realistische indicatoren, die evolutief van aard zijn en die

goed gekoppeld zijn aan de beoogde doelstellingen. Bovendien moet erover gewaakt

worden dat de indicatoren transparant en meetbaar zijn. De voortgang moet

geregistreerd worden of zichtbaar gemaakt worden op eenvoudige wijze (huidige

werkwijze van de Europese Commissie verderzetten, nl. werken met rankings,

scoreboards – deze zouden kunnen verruimd worden tot de regio’s), zonder dat dit

gepaard gaat met bijkomende administratieve lasten.

Er is nood aan een kwalitatieve kijk op de economische, sociale en milieusituatie met

betere indicatoren op de verschillende geografische schaalniveaus. Dit houdt in dat

ook kwalitatieve indicatoren moeten ontwikkeld worden zoals duurzame

welvaartsindicatoren (belang van “beyond gdp” en indicatoren die de ongelijkheid

in de samenleving meten) of een governance indicator die aangeeft hoe/of andere

overheden en stakeholders bij de Europa 2020 strategie worden betrokken. Voor het

verbeteren van de efficiëntie en effectiviteit van de werking van de

overheidsorganisaties en het verhogen van de kwaliteit van de dienstverlening is het

wenselijk dat er zo snel mogelijk een set indicatoren ter beschikking komt, zodat

overheden hun prestaties, efficiëntie en effecten beter kunnen opvolgen en

internationaal kunnen ‘benchmarken’.

Vlaanderen doet ook een aantal voorstellen tot bijkomende indicatoren in haar

standpunt over de Europa 2020-strategie op basis van de Mededeling van de

Page 6: RAADPLEGING VAN EUROPESE REGIO'S & STEDEN Uw mening … · steden over een nieuwe strategie voor duurzame groei) ... Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei' gepresenteerd

6

Europese Commissie van 3 maart 2010 (VR2010 1903 MED 0121TER)

-Vlaanderen hecht belang aan de ontwikkeling van bijkomende indicatoren inzake

ondernemerschap (bv. verdubbeling van de oprichtingsratio), concurrentiekracht

van ondernemingen en kennistransfert tussen onderwijs, onderzoek en de

bedrijfswereld.

-Vlaanderen wenst een indicator die de milieudruk in kaart brengt;

-Vlaanderen wenst ook indicatoren op alle niveaus van opleiding waarbij rekening

wordt gehouden met de sociale dimensie.

2.2 Welke haken en ogen zitten er aan het gebruik van deze indicatoren?

De 3% norm voor onderzoek en ontwikkeling is een input-indicator. Zoals in

bovenstaande vraag geantwoord, pleit Vlaanderen voor bijkomende indicatoren die

outputgerelateerd zijn gericht zijn op innovatie-intensiteit.

Wat betreft de kwantitatieve doelstelling inzake onderwijs, nl. het percentage

voortijdige schoolverlaters moet lager zijn dan 10 % en minstens 40% van de jongere

generatie moeteen titel of hoger onderwijsdiploma hebben tegen 2020, wenst

Vlaanderen een technische opmerking te geven betreffende de gekozen

leeftijdscategorie (30-34 jaar) en de operationalisering van de benchmark. De 30-34-

jarigen van 2020 zijn de 20-24 jarigen van nu (2010). Beleidsinspanningen om meer

mensen naar hoger onderwijs te leiden, zullen dus maar weinig effect hebben op de

resultaten van de monitor want op 20-24 jarige leeftijd is de keuze meestal al

gemaakt. Landen die speciale maatregelen nemen om participatie aan hoger

onderwijs te doen toenemen, zullen dit nauwelijks merken bij de opvolging van deze

indicator. Zeker de inspanningen in de laatste jaren van het decennium zullen een

verwaarloosbaar effect hebben op de monitor. De benchmark mist dus (alleszins

voor Vlaanderen) zijn doel.

Page 7: RAADPLEGING VAN EUROPESE REGIO'S & STEDEN Uw mening … · steden over een nieuwe strategie voor duurzame groei) ... Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei' gepresenteerd

7

3. EUROPA-2020: de rol van de lokale en regionale

overheden

De Commissie stelt dat

"alle nationale, regionale en lokale autoriteiten het partnerschap zouden

moeten uitvoeren, "in nauwe samenwerking met de parlementen, de sociale

partners en vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld, en een

bijdrage moeten leveren aan het uitwerken van de nationale

hervormingsprogramma’s en de uitvoering daarvan."

Tegelijkertijd stelt de Commissie voor om de praktische toepassing van dit beginsel

(werkzaamheden en initiatieven) – met name ten aanzien van de zeven

"kerninitiatieven", die de belangrijkste doelstellingen van Europa-2020 moeten

verwezenlijken (zie de info in de bijlage) - te coördineren op EU- en nationaal niveau,

terwijl de rol van het regionale en lokale niveau onvermeld blijft.

3.1 Zijn er in uw land institutionele mechanismen die regio's en steden

doeltreffend kunnen betrekken bij de uitwerking van de strategie

(formulering van nationale doelstellingen en hervormingsprogramma's), en bij

de uitvoering daarvan? Hoe kunnen regio's en steden bereiken dat de strategie

meer gericht wordt op en aangepast wordt aan lokale en regionale verschillen?

De Vlaamse Regering is altijd nauw betrokken geweest bij de totstandkoming van de

Belgische hervormingsprogramma’s en rapportages in het kader van de

Lissabonstrategie en leverde daartoe steeds een substantiële bijdrage. De inbreng van

de gemeenschappen en gewesten in België wordt structureel verzekerd via de

deelname aan het politiek begeleidingscomité en redactiecomité. Vlaanderen neemt

ook deel aan de jaarlijkse bilaterale ontmoeting met de Europese Commissie waar de

voortgang inzake de uitvoering van de hervormingsprogramma’s wordt besproken.

De eigen Vlaamse Lissabonrapportering maakt integraal onderdeel uit van het

nationaal voortgangsrapport, waar het als bijlage wordt toegevoegd en aan de

Europese Commissie bezorgd. Ook voor de voorbereiding van de nieuwe “Europa

2020 strategie” wordt deze constructieve samenwerking in federale context

verdergezet.

Vlaanderen stelt voor dat de gedifferentieerde doelstellingen ook tot op niveau van

regio’s kunnen uitgewerkt worden en dat deze ook in de benchmark-oefeningen

zichtbaar gemaakt worden.

(a) Algemeen kader

De Belgische federale regering en de gemeenschaps –en gewestregeringen hielden op

19 maart 2010 een gemeenschappelijke vergadering waar eerste stappen van de

Page 8: RAADPLEGING VAN EUROPESE REGIO'S & STEDEN Uw mening … · steden over een nieuwe strategie voor duurzame groei) ... Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei' gepresenteerd

8

Belgische 2020 agenda (BE2020-agenda) werden uitgetekend. De agenda werkt rond

5 assen: (1) competitiviteit en industrieel beleid, (2) innovatie en digitale

maatschappij, (3) klimaat, energie en mobiliteit, (4) werkgelegenheid, skills en

onderwijs en (5) gevecht tegen armoede en voor cohesie. De gezamenlijke agenda zal

in de komende maanden uitgewerkt worden aan de hand van een aantal concrete

samenwerkingsdossiers. Het bestaande begeleidingscomité (*) zal een centrale rol

spelen voor de verdere opvolging en realisatie van de samenwerkingsdossiers.

(*) Het begeleidingscomité wordt voorgezeten door de secretaris van het Overlegcomité en bestaat uit

de vertegenwoordigers van de Minister-presidenten van de gemeenschaps- en gewestregeringen, de

federale Vice Premiers en de betrokken ministers.

(b) Principes

- De Europa 2020 agenda is een agenda voor de Europese, federale, regionale

overheden en de sociale partners waarin ieder binnen zijn eigen bevoegdheid

gezamenlijke doelstellingen nastreeft met inachtneming van het

subsidiariteitsprincipe.

- Afstemming en gezamenlijke opvolging van het gehele proces middels (1) het

gezamenlijk vertalen van de EU doelstellingen in dialoog met de Europese

Commissie en (2) het detecteren en gezamenlijk aanpakken van de

samenwerkingsdossiers met oog voor haalbaarheid.

- De Belgische federale overheid is in dit proces facilitator

- Op niveau van het Vlaamse programma zijn inmiddels de voorbereidingen gestart

op vlak van de doelstellingen; deze zullen overlegd worden met de sociale partners

vooraleer de Vlaamse regering hieromtrent de beslissingen neemt.

(c) Timing

In aanloop naar de Europese Raad van juni zullen de volgende stappen worden

genomen:

- Maart: adviesvraag door begeleidingscomité aan neutrale instanties bijvoorbeeld

Nationale Bank van België en Federaal Planbureau in samenwerking met regionale

overheden over doelstellingen

- April: Overlegcomité (*) neemt voorlopige positie in over de doelstellingen

- Eind april: informeel consultatieproces met de Europese Commissie over gevraagd

niveau van ambitie bij vertaling EU-doelstelling

- Mei: Overlegcomité neemt definitieve positie in over de nationale doelstellingen

- Vakraden bediscussiëren coherentie nationale en EU-doelstellingen

- Juni: Europese Raad neemt de doelstellingen aan.

Page 9: RAADPLEGING VAN EUROPESE REGIO'S & STEDEN Uw mening … · steden over een nieuwe strategie voor duurzame groei) ... Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei' gepresenteerd

9

(*) Het Overlegcomité is een orgaan waarin vertegenwoordigers van de federale regering en de

gemeenschaps –en gewestregeringen zetelen om overleg te plegen.

Het Overlegcomité is als volgt samengesteld:

de premier, die de vergadering voorzit

vijf leden van de federale regering

de minister-president van de Vlaamse regering

een minister uit de Vlaamse regering

de minister-president van de Regering van de Franse Gemeenschap

de minister-president van de Waalse Gewestregering

de minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke regering

een minister uit de Brusselse Hoofdstedelijke regering, van een andere taalgroep dan de minister-

president

wanneer het gaat om een aangelegenheid die de Duitstalige Gemeenschap aanbelangt, woont ook de

minister-president van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap de vergadering bij.

(d) Bijdrage van Vlaanderen aan Europa 2020 en BE2020

Ook op Vlaams niveau werden de voorbereidingen inmiddels opgestart om de

Europese doelstellingen vanuit regionale invalshoek te bekijken. Hierbij wordt o.m.

teruggegrepen naar het Pact 2020 (zie www.vlaandereninactie.be), het toekomstpact

voor Vlaanderen, afgesloten door de Vlaamse Regering en de sociale partners dat 20

doelstellingen bevat met concrete streefcijfers, o.m. inzake werkgelegenheid,

logistiek, onderzoek en ontwikkeling enzovoort.

De federale regering en de gemeenschaps- en gewestregeringen zullen op gepaste

tijdstippen samen zitten om de ‘BE2020 agenda’ verder uit te werken en zodat de

regionale overheden kunnen bijdragen aan de vaststelling van de doelstellingen op

Belgisch niveau.

Wat de Europese streefcijfers betreft, beschikt Vlaanderen over belangrijke

bevoegdheden om deze te realiseren. Zo is bijvoorbeeld onderwijs in België een

exclusieve gemeenschapsbevoegdheid.

3.2 Hoe ziet u uw rol in de uitvoering van EUROPE-2020 (in het algemeen, en met

name voor de uitwerking van kerninitiatieven)?

Vlaanderen vindt het positief dat de rol van de regio’s in de strategie wordt erkend,

maar deze rol wordt echter niet concreet ingevuld binnen de 7 kerninitiatieven. Zo

worden regio’s bijvoorbeeld niet vermeld in het kerninitiatief “Jongeren in

beweging” terwijl onderwijs in verschillende lidstaten een regionale bevoegdheid is.

Wat Vlaanderen betreft zal toch wel een belangrijke taak weggelegd zijn aangezien

onderwijs maar o.a. ook werkgelegenheid, milieubeleid bevoegdheden zijn die in

Page 10: RAADPLEGING VAN EUROPESE REGIO'S & STEDEN Uw mening … · steden over een nieuwe strategie voor duurzame groei) ... Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei' gepresenteerd

10

België aan de deelstaten zijn toegewezen.

Zoals hoger reeds gesteld werd op 19 maart 2010 een gemeenschappelijke

vergadering gehouden waar de federale regering samen met de gewestregeringen de

eerste stappen heeft bepaald naar de BE2020 strategie, in aanloop naar de Europese

Raad van juni 2010. Daar werden een reeks samenwerkingsdossiers bepaald

Vlaanderen van haar kant is gestart met de voorbereidingen van haar specifieke

programma. In eerste instantie zullen de targets bepaald worden. Vlaanderen kan

daarvoor terugvallen op het Pact 2020, dat in januari 2009 ondertekend werd door de

Vlaamse regering, de sociale partners en het ruime middenveld in Vlaanderen. In

tweede instantie, nadat Vlaanderen de doelstellingen met de sociale partners

besproken heeft, zal het programma opgemaakt worden. Een deel daarvan zal

bestaan uit de samenwerkingsdossiers die samen met de federale overheid en de

andere gewesten worden uitgewerkt.

Page 11: RAADPLEGING VAN EUROPESE REGIO'S & STEDEN Uw mening … · steden over een nieuwe strategie voor duurzame groei) ... Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei' gepresenteerd

11

4. EUROPA-2020, EU-financiering en cohesiebeleid

Het Comité van de Regio's benadrukt dat het cohesiebeid bedoeld is om

"de verschillen tussen de ontwikkelingsniveaus van de onderscheiden regio's

(…) te verkleinen" (Verdrag betreffende de Europese Unie, art. 174). Wil men

dat de in Europa-2020 opgenomen prioriteit van "inclusie" de belangrijkste

schakel wordt tussen groei en (economische, sociale en territoriale) cohesie,

dan moet zij dus in geloofwaardige doelstellingen vertaald worden.

Het voorstel voor Europa-2020 van de Europese Commissie stelt het volgende:

"Cohesiebeleid en structuurfondsen zijn op zichzelf al belangrijke

beleidsinstrumenten, maar ook doorslaggevend voor de verwezenlijking van

de prioriteiten op het gebied van slimme, duurzame en inclusieve groei in de

lidstaten en regio's."

Hieraan wordt het volgende toegevoegd:

"Er moet niet alleen worden gesproken over de omvang van de financiering,

maar ook over de wijze waarop verschillende financieringsinstrumenten –

zoals structuurfondsen, fondsen voor landbouw en plattelandsontwikkeling,

het kaderprogramma voor onderzoek, het kaderprogramma voor

concurrentievermogen en innovatie – moeten worden benut om de

doelstellingen van Europa 2020 te bereiken met maximale resultaten,

efficiëntie en EU-meerwaarde."

Anderzijds wordt het volgende erkend:

"In verband met de territoriale samenhang is het ook van groot belang dat de

economische groei alle delen van de Unie ten goede komt, ook de meest

afgelegen regio's."

4.1 Hoe, en onder welke voorwaarden, zou het cohesiebeleid de belangrijkste

doelstelling uit het Verdrag, nl. het "verkleinen van verschillen", kunnen

verwezenlijken en tegelijk kunnen bijdragen aan de prioriteiten van Europa-2020,

nl.: slimme, duurzame en inclusieve groei?

Vlaanderen staat positief ten aanzien van de koppeling tussen het cohesiebeleid en

de Europa 2020 strategie. De link moet wel verder versterkt worden. Zo kunnen

naast de versterking van de oormerking, ook positieve incentives ingevoerd worden

om de lidstaten die op goede weg zijn om de doelstellingen te behalen, belonen.

Page 12: RAADPLEGING VAN EUROPESE REGIO'S & STEDEN Uw mening … · steden over een nieuwe strategie voor duurzame groei) ... Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei' gepresenteerd

12

4.2 Hoe zou de EU-financiering moeten bijdragen aan territoriale cohesie en aan

slimme, duurzame en inclusieve groei, gelet op (A) de totale omvang ervan en (B)

op de verdeling ervan over verschillende financieringsinstrumenten, zoals de

structuurfondsen, de fondsen voor landbouw en plattelandsontwikkeling, het

kaderprogramma voor onderzoek en het kaderprogramma voor

concurrentievermogen en innovatie (CIP)?

Vlaanderen hoopt op een maximale afstemming met en coherentie tussen de inhoud

van de Europa 2020 strategie en andere lopende en geplande EU-agenda’s

(bijvoorbeeld, strategie voor duurzame ontwikkeling, plattelandsbeleid,

stedenbeleid, industrieel beleid etc.) en de benodigde financiering hiervoor.

Het aanwenden van de middelen uit het Kaderprogramma voor Onderzoek als

stimuli voor de Europa 2020 strategie mag echter geen afbreuk doen aan het

excellentiecriterium dat de verdeling van die middelen beheerst.

Vlaanderen vraagt ook dat in de Europa 2020 strategie voldoende aandacht zou

besteed worden aan de herziening van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. Een

duurzame toekomst voor de landbouw bewerkstelligen in alle regio’s zal ertoe

bijdragen dat de energie-afhankelijkheid van Europa naar grondstoffen uit derde

landen afneemt en de graad van voedselzekerheid toeneemt.

Page 13: RAADPLEGING VAN EUROPESE REGIO'S & STEDEN Uw mening … · steden over een nieuwe strategie voor duurzame groei) ... Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei' gepresenteerd

13

5. EUROPA-2020 voor het voetlicht brengen

In 2009 merkten respondenten van de CvdR-raadpleging over de toekomst van de

Lissabonstrategie op dat de strategie door de gemiddelde burger niet als relevant

werd beschouwd.

De Commissie erkent dat er een belangrijke rol is weggelegd voor de regio's om uit

te leggen waarom we ons moeten inzetten voor EUROPA-2020 en waarom Europa

en de lidstaten van de "burgers, bedrijven en de hen vertegenwoordigende

organisaties" bijdragen verwachten om de nodige hervormingen gestalte te geven.

Hiervoor zal zij "gemeenschappelijke communicatiemethoden" voorstellen, met

inachtneming van de "nationale omstandigheden en tradities".

5.1 Denkt u dat de communicatie over het voorstel Europa-2020 vlotter kan

verlopen dan die over de Lissabonstrategie? Welke delen van de Europese

samenleving en regio's komen in aanmerking voor doelgerichte communicatie,

gelet op de ervaringen met de Lissabonstrategie?

Communicatie over de strategie is essentieel. De Lissabonstrategie die éen van de

belangrijkste strategieën was van het voorbije decennium, was nauwelijks of niet

gekend bij de Europese burger. Regio’s kunnen hierin een schakel zijn om een

horizontale strategie als de Europa 2020 strategie te doen doorstromen naar de

sociaaleconomische stakeholders, de lokale overheden en de burger. Complementair

hieraan kunnen regio’s een bottom-up functie, om goede initiatieven van lokale

overheden op Europees niveau kenbaar te maken. De structurele betrokkenheid van

de regio’s aan de nieuwe strategie kan zo bijdragen aan het mobiliseren van lokale

actoren. De regio’s hebben als het ware een brugfunctie en creëren op die manier

nieuwe partnerschappen.

Het feit dat de Europa-2020 strategie zich van bij het begin zal focussen op 5

kwantitatieve doelstellingen tegen 2020 maakt dat de strategie ‘zichtbaarder’ wordt

en gemakkelijker communiceerbaar, in vergelijking met de Lissabonstrategie, met

haar amalgaam van doelstellingen.

5.2 Welke elementen dienen de door de Commissie voorgestelde

communicatiemethoden te bevatten? Hoe moet recht worden gedaan aan de

economische, sociale, territoriale en culturele verschillen in de landen en regio's

van de EU?

Page 14: RAADPLEGING VAN EUROPESE REGIO'S & STEDEN Uw mening … · steden over een nieuwe strategie voor duurzame groei) ... Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei' gepresenteerd

14

- links naar websites van regionale en lokale overheden die actief werken rond de

strategie op de website van de Europese Commissie ter bevordering van de

informatiedeling en uitwisseling van best practices

- Grotere structurele betrokkenheid van regionale overheden

- Vlaanderen pleit ook voor een versterking van het LMP-platform

- Meer aandacht voor de regionale bevoegdheden tijdens de Fact Finding Missions

van de Europese Commissie aan de lidstaten.

Aanvullingen:

Meer informatie over de Vlaamse Lissabonstrategie is te vinden op

www.vlaandereninactie.be/lissabon

Bijlagen:

(1) Input van de Vlaamse Regering ten aanzien van het raadplegingsdocument van de

Europese Commissie (VR2010 1501 MED0027) (p.15)

(2) Standpunt van Vlaanderen over de Europa 2020 strategie op basis van de Mededeling van

de Europese Commissie van 3 maart 2010: “Europe 2020. A strategy for smart, sustainable

and inclusive growth” COM(2010)2020 final (VR2010 1903 MED0121 TER) (p.43)

Page 15: RAADPLEGING VAN EUROPESE REGIO'S & STEDEN Uw mening … · steden over een nieuwe strategie voor duurzame groei) ... Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei' gepresenteerd

15

Input van de Vlaamse Regering ten aanzien van het

raadplegingsdocument van de Europese Commissie

betreffende de EU 2020 strategie

15 januari 2010

Vlaamse Regering

Martelaarsplein 19

1000 Brussel VR 2010 1501 MED.0027

Page 16: RAADPLEGING VAN EUROPESE REGIO'S & STEDEN Uw mening … · steden over een nieuwe strategie voor duurzame groei) ... Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei' gepresenteerd

16

Input van de Vlaamse Regering t.a.v. de consultatienota van de Europese

Commissie

1.1. Inleidend

De Vlaamse Regering verwelkomt het initiatief van de Europese Commissie om een

raadpleging te houden betreffende de toekomst van de Lissabonstrategie, of de

EU2020-strategie zoals deze nu wordt genoemd. De toekomst stelt ons voor grote

uitdagingen op economisch, sociaal en ecologisch vlak. Dit overtuigt de Vlaamse

Regering dat een raadpleging van allerlei belanghebbenden een absolute

meerwaarde kan betekenen. Door lidstaten, regionale en lokale overheden,

institutionele actoren en andere geïnteresseerden de kans te geven hun visie op het

ontwerpvoorstel aan de Europese Commissie kenbaar te maken, kan het draagvlak

voor deze nieuwe strategie bij deze actoren reeds in de beginfase worden

opgebouwd.

1.2. Terugblik op de implementatie van de Lissabonstrategie door Vlaanderen

Vlaanderen toonde zich de afgelopen tien jaar een zeer geëngageerde partner

betreffende de Lissabonstrategie. Als regio met eigen wetgevende bevoegdheden is

zij immers actief op heel wat terreinen die nauw bij de Lissabonstrategie aansluiten

(op bijvoorbeeld het vlak van onderwijs, werkgelegenheid, mobiliteit en openbare

werken, leefmilieu, onderzoek en ontwikkeling, enzovoort).

De uitdagingen waarop de Lissabonstrategie een antwoord tracht te geven, zijn ook

de uitdagingen waarmee Vlaanderen in een steeds meer globaliserende wereld te

maken krijgt. De financieel-economische crisis maakte dit het afgelopen jaar ook

voor Vlaanderen zeer duidelijk.

Vlaanderen volgde de voorbije tien jaar de Europese Lissabonstrategie van nabij op.

Eén sleutelwoord stond hierbij centraal, nl. het opnemen van ownership o.a. door

middel van volgende acties:

De Vlaamse Regering stelde een eigen Vlaams hervormingsprogramma 2005-2008 (oktober 2005) op en voerde in september 2008 een update door voor deperiode 2008-2010.

Sinds oktober 2005 werd elk jaar aan de Vlaamse Regering een gedetailleerddocument voorgelegd dat de stand van zaken betreffende de uitvoering van hetVlaams Hervormingsprogramma weergeeft.

De Vlaamse Regering ontwikkelde ook een eigen Lissabonwebsite(www.vlaandereninactie.be/lissabon) waar deze hervormingsprogramma’s envoortgangsrapporten raadpleegbaar zijn.

De sociale partners worden in Vlaanderen nauw bij de Lissabonstrategiebetrokken zowel bij de opmaak van het programma als bij de jaarlijkserapportering en evaluatie.

Elk jaar wordt door de Vlaamse minister-president een terugkoppeling aan hetVlaamse Parlement gegeven betreffende de uitvoering van de Lissabonstrategiein Vlaanderen.

In 2008 werd een conferentie georganiseerd “Lisbon is a region”. Vlaanderen is ook een actieve partner binnen het Lisbon Monitoring Platform van

het Comité van de Regio’s.

Page 17: RAADPLEGING VAN EUROPESE REGIO'S & STEDEN Uw mening … · steden over een nieuwe strategie voor duurzame groei) ... Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei' gepresenteerd

17

De Vlaamse Regering was en is bijzonder nauw betrokken bij de opmaak enredactie van het Belgisch nationaal hervormingsprogramma’s envoortgangsrapporten en levert voor deze rapporten een substantiële bijdrage.Vlaanderen nam ook de redactie van het hoofdstuk betreffende de bijdrage vande structuurfondsen tot Lissabonstrategie in het nationaal voortgangsrapport van2009 voor haar rekening.

De Vlaamse Regering is ook zeer nauw betrokken bij en neemt deel aan debilaterale ontmoetingen met de Europese Commissie inzake de uitvoering van deLissabonstrategie in België. De Vlaamse Regering zal in de toekomst meeraandacht besteden aan de opvolging van de aanbevelingen en deaandachtspunten die de Europese Commissie aan België (en degemeenschappen en gewesten) bezorgt, zodat deze daadwerkelijk aanleidingzullen geven tot het nemen van effectieve en concrete maatregelen. Regionaaltoegespitste aanbevelingen kunnen daartoe bijdragen.

In 2006 legde Vlaanderen ook de basis voor Vlaanderen in Actie (ViA), een

actieprogramma dat Vlaanderen tegen 2020 een duurzame plaats moet geven

binnen de Europese topregio’s. ViA vormde daarmee de concrete vertaling op het

terrein van de Lissabonstrategie. Om de uitvoering van de doorbraken uit het ViA-

plan te verzekeren, werd het Pact 2020 gelanceerd. Dit Pact bevat 20 doelstellingen2

met concrete streefcijfers en wil onder andere meer mensen aan de slag krijgen, in

meer werkbare jobs en in gemiddeld langere loopbanen, een betere levenskwaliteit

creëren en een efficiënt en doeltreffend bestuur verzekeren.

Met deze bijdrage aan de consultatieronde bouwt de Vlaamse Regering voort op een

mededeling inzake de Lissabonstrategie post 2010 waarvan ze op 29/05/2009

akte nam. In deze mededeling werden een aantal voorstellen betreffende de nieuwe

Lissabonstrategie post 2010 ontwikkeld. Deze voorstellen vormden eveneens de

basis voor de input van de Vlaamse Regering op de bevraging die het Comité van de

Regio’s3 in maart 2009 betreffende de Lissabonstrategie post 2010 opstartte.

Samenvattend hadden deze voorstellen betrekking op een aantal aanpassingen op

procesmatig en inhoudelijk vlak voor de opvolger van de Lissabonstrategie:

Op procesmatig vlak dient er gesleuteld te worden aan het governanceluikvan de Lissabonstrategie. De Lissabonstrategie post 2010 moet eeninspirerend en mobiliserend project zijn waarbij alle overheidsniveaus(Europees, nationaal, regionaal en lokaal) betrokken worden en er“ownership” voor opnemen. Voor Vlaanderen is een grotere en meerstructurele betrokkenheid van de regionale overheden prioritair, omdat hettoekomstige succes van de nieuwe Lissabonstrategie immers ook sterkafhankelijk zal zijn van de uitvoering ervan door de Europese regio’s.

Op inhoudelijk vlak moet de centrale doelstelling voor de Lissabonstrategiepost 2010 “duurzame groei en jobs” zijn. De duurzaamheidsdimensie moettransversaal in alle beleid en maatregelen van de Lissabonstrategie terug tevinden zijn en de Lissabonstrategie post 2010 moet blijven inzetten op

2De 20 doelstellingen van het Pact 2020 zijn : (1) Duurzame top-regio, (2) Solidaire open regio, (3)

Internationalisering, (4) Innovatie, (5) Ondernemerschap, (6) Logistiek en infrastructuur, (7) Energie,

(8) Eco-efficiëntie, (9) Werkzaamheid, (10) Werkbaarheid, (11) Talent, (12) Zorg, (13) Armoede, (14)

Milieu, (15) Natuur, (16) Mobiliteit, (17) Gezondheidsbevordering, (18) Overheid, (19)

Maatschappelijke betrokkenheid en verantwoordelijkheid, (20) Begroting.3 Zowel de input van de ongeveer 80 regionale en lokale overheden (waaronder Vlaanderen) als het

eindrapport betreffende de bevraging is raadpleegbaar op http://lisbon.cor.europa.eu

Page 18: RAADPLEGING VAN EUROPESE REGIO'S & STEDEN Uw mening … · steden over een nieuwe strategie voor duurzame groei) ... Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei' gepresenteerd

18

duurzame en structurele hervormingen en maatregelen om de centraledoelstelling te realiseren. Op economisch vlak staan drie speerpuntencentraal: (1) maatregelen inzake ondernemerschap; (2) maatregelen inzakeinnovatie, wetenschap, onderzoek en ontwikkeling; en (3) maatregelen inzakelogistiek, mobiliteit en infrastructuur. Op milieuvlak moet worden ingezet opmaatregelen inzake klimaatverandering en energie. Op sociaal vlak staanvolledige werkgelegenheid, onderwijs en opleiding. centraal. Een hogerewerkgelegenheid en de versterking van onderwijs en opleiding vormen daarbijde beste garantie voor het wegwerken van armoede en een grotere socialecohesie en inclusie. Ten slotte wordt ook voorgesteld om aandacht tebesteden aan de organisatiebrede maatregelen van de Lissabonstrategie, dieverband houden met het bevorderen van de overheidsefficiëntie eneffectiviteit, de link met het cohesiebeleid en de externe dimensie van deLissabonstrategie.

Met betrekking tot de nieuwe Lissabonstrategie of de EU2020-strategie blijft de

Vlaamse Regering aanpassingen op procesmatig en inhoudelijk vlak4 noodzakelijk

vinden.

De Vlaamse Regering vindt ook zeer waardevolle elementen terug in de Opinie van

het Comité van de Regio’s over de toekomst van de Lissabonstrategie.5 In haar

opinie formuleert het Comité van de Regio’s voorstellen betreffende het investeren in

groene economie, de sociale cohesie en inclusie, het belang van multilevel

governance, het meten van de impact van de strategie en de evidence-based

benadering.

1.3. Standpunt van de Vlaamse Regering t.a.v. het raadplegingsdocument

1.3.1 Inleidend

Zoals hierboven al werd aangegeven verwelkomt de Vlaamse Regering het

raadplegingsdocument van de Europese Commissie en erkent ze de bijzondere

meerwaarde ervan.

De Vlaamse Regering vindt in het consultatiedocument veel elementen terug die

aansluiten bij wat Vlaanderen belangrijk acht voor het post 2010 scenario. Deze

reactie bouwt daarom voort op de hoger geformuleerde mededeling van 29/05/2009.

Er kan hier bijvoorbeeld verwezen worden naar de aandacht voor de

governancedimensie van de strategie (o.a. betrokkenheid van regionale actoren, de

aandacht voor de verschillen tussen lidstaten die een praktische weerslag heeft op

het vlak van indicatoren en doelstellingen..) en een aantal inhoudelijke punten van de

strategie zoals de aandacht voor duurzaamheid van de strategie, het inzetten op

groei en jobs, de aandacht voor onderwijs, de transportproblematiek enzovoort.

In het Vlaams Regeerakkoord 2009-2014 dat op 15 juli 2009 werd goedgekeurd,

wordt het belang van de nieuwe Lissabonstrategie benadrukt: “De regering zal op

4De mededeling van de Vlaamse Regering van 29/05/2009 is raadpleegbaar op

www.vlaandereninactie.be/lissabon.5 Opinion of the Committee of the Regions on the future of the Lisbon Strategy post 2010, 82nd

plenary session, 3-4 december 2009, ECOS-IV-032.

Page 19: RAADPLEGING VAN EUROPESE REGIO'S & STEDEN Uw mening … · steden over een nieuwe strategie voor duurzame groei) ... Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei' gepresenteerd

19

basis van de doelstellingen en de doorbraken van Vlaanderen in Actie, in overleg

met de sociale partners en de federale regering, de sociaaleconomische

hervormingen in het kader van de Lissabonstrategie voortzetten. Vlaanderen zal, met

Vlaanderen in Actie als referentiekader, ook meewerken aan de verdere

voorbereiding van een nieuwe Lissabonstrategie op Europees niveau. De klemtoon

voor Vlaanderen ligt daarbij op het realiseren van economische innovatie en op een

geïntegreerd arbeidsmarktbeleid.”

Deze visie wordt verder uitgewerkt in de Beleidsnota Buitenlands beleid. Met het

oog op een meer competitieve Europese Unie wordt daar gesteld: “Bruggen slaan

tussen Vlaanderen in Actie en het Pact 2020 en de Europese accenten in de post-

Lissabonstrategie is daarom een prioriteit. Deze processen lopen onafhankelijk van

elkaar maar zijn niettemin nauw met elkaar verweven. In de vernieuwde

Lissabonstrategie blijft een koppeling en afstemming met de strategie duurzame

ontwikkeling van belang om de synergie tussen economische, sociale en ecologische

objectieven verder te versterken. De essentiële uitdaging daarbij is om de

ontwikkeling van een efficiënte en innovatieve economie te combineren met

effectieve antwoorden op sociale en ecologische bezorgdheden. Het beleid van de

Vlaamse Regering wil zich ten volle inschrijven in de Europese post-

Lissabonstrategie.”

De Vlaamse Regering geeft hieronder aan waar voor haar de positieve nieuwe

elementen uit het raadplegingsdocument liggen, en voor welke thema’s meer

aandacht en verdieping cruciaal is.

1.3.2 Governance en inhoud moeten voor de Vlaamse Regering bij de EU2020-

strategie voorop staan

De drie hoofddoelstellingen van de strategie worden in het raadplegingsdocument

duidelijk aangegeven en uitgewerkt maar daarna wordt overgegaan tot een snelle

opsomming van relevante thema’s en geraakt het algemeen beeld en daardoor de

slagkracht van de nieuwe EU2020-strategie wat zoek. De meeste elementen komen

aan bod, maar de samenhang tussen de elementen ontbreekt soms of is

onvoldoende uitgewerkt. Er wordt ook weinig of geen aandacht besteed aan een

evaluatie van de Lissabonstrategie tot op heden. Door dit wel te doen zou de

Europese Commissie kunnen aangeven op welke wijze de EU 2020-strategie aan de

tekortkomingen van de bestaande Lissabonstrategie zou kunnen tegemoetkomen.

In haar reactie op het raadplegingsdocument van de Europese Commissie wil de

Vlaamse Regering focussen op twee dimensies, nl. de governancedimensie (A) en

de inhoudelijke dimensie (B). Op het einde van deze bijdrage aan de consultatie

wordt het standpunt van de Vlaamse Regering samengevat.

Page 20: RAADPLEGING VAN EUROPESE REGIO'S & STEDEN Uw mening … · steden over een nieuwe strategie voor duurzame groei) ... Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei' gepresenteerd

20

A. Beheer van de strategie: Governance

A.1. Nood aan duidelijke regels

De Vlaamse Regering verwelkomt het feit dat het raadplegingsdocument van de

Europese Commissie bijzondere aandacht besteed aan de governancedimensie

o.m. in de subparagraaf “Vaststelling van duidelijke regels om de nieuwe strategie

doeltreffend te maken”. Vlaanderen heeft in het verleden steeds aangedrongen op

een goed uitgebouwde governancedimensie omdat deze cruciaal is voor het

welslagen van de strategie. Wat de implementatie van de strategie betreft wordt dan

ook terecht gepleit voor meer beleidscoördinatie –en integratie.

Volledigheidshalve wil de Vlaamse Regering een opmerking maken bij de

voorgestelde hiërarchie (pag.12). De Europese Raad staat in voor het uittekenen

van de grote beleidslijnen en de algemene sturing en ECOFIN en andere relevante

thematische Raden, staan vervolgens in voor de uitvoering van de beslissingen. De

Vlaamse Regering wil wijzen op de in het verdrag neergelegde

bevoegdheidsverdeling. Zo heeft de EU op vlak van onderwijs en beroepsopleiding

slechts aanvullende bevoegdheden, en worden de Europese doelstellingen terzake

op vrijwillige basis geïmplementeerd binnen de open coördinatiemethode. Het ware

wenselijk geweest dat de raadplegingsnota ook was ingegaan op de sterke en

minder sterke punten betreffende de open coördinatiemethode en ook op dit vlak een

aantal voorstellen had geformuleerd.

De herziening van de huidige governancemethodiek, vergt een grondige

evaluatie van de huidige richtsnoeren alsook van de performantie van de open

coördinatiemethode, opdat de EU2020 strategie een breed mobiliserend project

wordt, waarvan de doelstellingen gedragen worden door alle overheidsniveaus en

waarbij het middenveld, de sociale partners en de Europese bevolking sterker

betrokken zijn. De open coördinatiemethode (OCM) is voor de Vlaamse regering van

groot belang. Deze aanpak verzekert een continue opvolging zowel per lidstaat als

op niveau van de Europese Unie. De Vlaamse Regering vindt het daarom

aangewezen dat de OCM op een aantal punten nog verder wordt versterkt. Zo kan

door de Europese Commissie nog meer geïnvesteerd worden in zowel de bilaterale

ontmoetingen als Fact Finding Missions met de lidstaten en de regio’s (in België).

Tijdens deze bilaterale ontmoetingen en Fact Finding Missions wordt de

implementatie van de Lissabonstrategie besproken. Analyses per beleidsdomein

(bijvoorbeeld inzake werkgelegenheid, onderwijs,…) en het werken met

regiospecifieke aanbevelingen kunnen hierbij een bijzondere meerwaarde

betekenen.

In 2015 zal een eerste tussentijdse evaluatie moeten plaatsvinden om na te gaan of

de uitvoering van de EU2020-strategie op koers zit, wat inderdaad aangewezen is.

A.2. Ambitieuze maar realistischere doelstellingen

De Vlaamse Regering staat positief ten opzichte van het doel met de EU2020-

strategie “een beperkte reeks belangrijke doelstellingen te bereiken” en is

Page 21: RAADPLEGING VAN EUROPESE REGIO'S & STEDEN Uw mening … · steden over een nieuwe strategie voor duurzame groei) ... Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei' gepresenteerd

21

voorstander van realistische, resultaatgerichte en gedifferentieerde

doelstellingen. Daarom is de Vlaamse Regering bijzonder tevreden met de

impliciete acceptatie van de verschillen tussen de lidstaten en de mogelijkheid tot

differentiatie van de streefdoelen op lidstaatniveau, rekening houdende met de

nationale context. Dit is een belangrijke stap voor de lidstaten om zich de EU2020-

strategie ‘eigen’ te maken.

Dit was nl. een zwak punt in de vorige Lissabonstrategie, waar de 14 structurele

indicatoren voor alle lidstaten van toepassing waren. Een doelstelling was voor de

ene lidstaat weinig inspirerend omdat ze te ver stond van de realiteit, terwijl een

andere lidstaat die doelstelling reeds had gehaald. De nieuwe aanpak kan zeker

vruchten afwerpen. Peer-pressure zal in dit geval ook noodzakelijk blijven.

Naast de nood aan duidelijke EU2020-doelstellingen is een optimale

governancestructuur vereist die optimaal bijdraagt aan de doelstellingen en ze ook

efficiënt integreert. De Vlaamse Regering is vragende partij voor afdwingbare en

resultaatsgerichte doelstellingen.

Regio’s spelen steeds meer een sleutelrol bij de realisatie van de gezamenlijke

doelstellingen en dit in uiteenlopende situaties. In heel wat gevallen zal het dus

wenselijk zijn dat naast de nationale objectieven ook regionale objectieven6 (en

regionale indicatoren) worden vastgelegd, zeker in deze lidstaten waar de regio’s

over exclusieve bevoegdheden beschikken. Maatwerk (een ‘variabele geometrie’) zal

vereist zijn. Dit biedt voor de Europese Commissie trouwens ook het voordeel dat ze

de ontwikkelingen op een meer gedetailleerde wijze kan opvolgen. Zo kan de

Europese Commissie ook tijdens bilaterale ontmoetingen of Fact Finding Missions

doelgerichter vragen formuleren, zowel aan de nationale overheden als aan de

betrokken deelstaten. Hoger werd al verwezen naar het actieprogramma Vlaanderen

in Actie en het Pact 2020. De daarin concreet opgenomen becijferde doelstellingen

geven in feite al uitvoering aan grote onderdelen van de Lissabonstrategie.

De doelstellingen van de EU2020-strategie stellen ook uitdagingen voor het

Europees regionaal beleid: bijvoorbeeld de aanpassingen aan klimaatverandering,

het behoud van biodiversiteit, werken naar het verduurzamen van het gebruik van

materialen vormen belangrijke regionale uitdagingen waarvoor ook het Europese

beleidsinstrumentarium meer inzetbaar moet gemaakt worden / aangepast worden.

A.3. Structurele betrokkenheid van de regio’s

De Vlaamse Regering stelt met genoegen vast dat het belang van de strategie

voor de regionale overheden wordt erkend. Zo stelt het raadplegingsdocument

(pag. 12) “Alleen via partnerschap kunnen de specifieke maatregelen en

doelstellingen worden bereikt: het is immers essentieel op te treden op het niveau

van de EU, de lidstaten en de regio’s, en dankzij de interactie tussen deze niveaus

zal het potentieel van de strategie volledig kunnen worden geactualiseerd.” De

6De Vlaamse Regering volgde 13 van de 14 structurele Lissabonindicatoren tijdens de afgelopen

Lissabonstrategie van nabij op.

Page 22: RAADPLEGING VAN EUROPESE REGIO'S & STEDEN Uw mening … · steden over een nieuwe strategie voor duurzame groei) ... Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei' gepresenteerd

22

meerwaarde die regionale actoren aan de Lissabondimensie kunnen verlenen, bleek

trouwens ook heel duidelijk uit de resultaten van een high level conferentie7 die door

het Zweeds EU-voorzitterschap werd georganiseerd. Deze aandacht voor de

betrokkenheid van regionale en lokale overheden bij de nieuwe Lissabonstrategie

werd ook in het trio-voorzitterschapsprogramma van Spanje – België – Hongarije

(goedgekeurd door de Raad Algemene Zaken op 7 /12/2009) opgenomen.

De regio’s spelen steeds meer een sleutelrol bij de realisatie van de

doelstellingen. Gelet op de verregaande autonomie van sommige regio’s zoals

Vlaanderen, moeten deze regio’s in de EU2020-strategie een (aan)gepaste rol

krijgen. Net als het Comité van de Regio’s (Europolitics 8/12/2009 ‘Regions want to

be fully involved’) dringt de Vlaamse Regering erop aan dat de Europese Commissie

ook structurele oorstellen aanreikt om de betrokkenheid van de regionale actoren

daadwerkelijk en structureel te verzekeren.

De Vlaamse Regering kijkt uit naar initiatieven van de Europese Commissie

m.b.t. de vormgeving van structurele betrokkenheid van de regio’s en doet

hierna alvast enkele voorstellen ter overweging. Zo is de Vlaamse Regering

alvast bereid haar ervaringen in o.a. de Belgische context te delen met andere

overheden (Europees, nationaal, regionaal en lokaal). Vlaanderen stelt concreet het

aanduiden van regionale ‘Lissaboncoördinatoren’ voor die ownership willen

opnemen voor de Lissabonstrategie in hun regio. Vooral de regio’s die eigen

bevoegdheden hebben kunnen hier een prominente plaats opnemen. Deze regionale

Lissaboncoördinatoren worden op deze manier ook voor de Europese Commissie

een gesprekspartner, kunnen in nauwe samenwerking met de nationale

Lissaboncoördinatoren de nieuwe EU2020 strategie opvolgen en deze ook

doorvertalen naar de regionale praktijk, kunnen overleg plegen met de lokale

overheden enzovoort. De structurele betrokkenheid van regio’s vormt een win-win

situatie.

Hoewel het op dit ogenblik nog niet duidelijk is of binnen een herziene governance-

methodiek van de EU2020-strategie ook met hervormingsprogramma’s en

voortgangsrapporten zal worden gewerkt, ziet de Vlaamse Regering een

toegevoegde waarde voor regio’s (die dit wenselijk achten) om een eigen regionaal

EU2020-rapport aan de Europese Commissie te bezorgen. In dit rapport kan dan

aangegeven worden welke maatregelen de regio neemt ter implementatie van de

EU2020-strategie en op deze manier kan binnen de regio het draagvlak en

mobilisatie voor de strategie worden verhoogd. Dit regionale EU2020-rapport kan

dan de regionale vertaling zijn van de Europese EU2020-strategie, die in een

regionale context werd doorvertaald (voor Vlaanderen d.m.v. "Vlaanderen in Actie"

en het "Pact 2020").

Hoe kan het partnerschap tussen de verschillende actoren in de multilevel

governance structuur effectief gevormd worden, en hoe kan de ‘interactie tussen

deze niveaus’ bewerkstelligd worden, zodat de kans op slagen van de strategie het

7 Growing together for a sustainable Europe – Local and regional implementation of the strategy for

growth and jobs after 2010”

Page 23: RAADPLEGING VAN EUROPESE REGIO'S & STEDEN Uw mening … · steden over een nieuwe strategie voor duurzame groei) ... Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei' gepresenteerd

23

grootst is? Dit zal een centrale uitdaging voor de EU2020-strategie zijn. Het

structureel betrekken van de regio’s bij de nieuwe EU2020-strategie kan bijdragen

aan het mobiliseren van de lokale actoren en op die manier kan de regio de brug

vormen naar de lokale overheden en bijdragen aan nieuwe partnerschappen. Op het

vlak van partnerschappen moet ook de link worden gelegd met de beschikbare

budgetten. Om binnen het Europese kader gezamenlijke doelstellingen te bereiken,

moeten de nationale/federale en regionale prioriteiten dus variëren naargelang de

specifieke nationale of regionale context. De Europese middelen moeten daarbij

vooral ingezet worden voor het bereiken van die gemeenschappelijke of transversale

Europese doelstellingen, zonder daarbij aanleiding te geven tot

concurrentievervalsing of ‘dubble spending’. Om te komen tot een efficiënter en

effectiever gebruik van de middelen moeten de verschillende overheidsniveaus de

middelen als het ware op complementaire wijze inzetten, zodat Europese,

nationale/federale en regionale instrumenten elkaar optimaal versterken door

hefboomeffecten binnen een gezamenlijk kader. Vlaanderen stipt het belang aan van

partnerschappen waarbij acties op niveau van de Unie, de lidstaten en de regio’s

efficiënt worden gecoördineerd.

A.4. Communicatie van de strategie

De Lissabonstrategie die één van de belangrijkste EU-strategieën van het voorbije

decennium was, was nauwelijks of niet gekend bij de Europese burger. In haar

raadplegingsdocument gaat de Europese Commissie echter niet in op de

meerwaarde die de strategie voor de Europese burger kan betekenen en hoe ze

daarover zal communiceren. Ook hier kunnen regio’s een belangrijke zijn schakel om

een horizontale strategie als de EU2020-strategie te doen doorstromen naar de

sociaaleconomische stakeholders, de lokale overheden en de burger.

Complementair hieraan kunnen regio’s een bottom-up functie opnemen, om goede

initiatieven van het lokale overheden op Europees niveau kenbaar te maken.8 De

regio’s kunnen hieromtrent een aangepaste communicatie ontwikkelen. Dit kan

gefaciliteerd worden door bijvoorbeeld de aanduiding van regionale coördinatoren

voor de strategie, zoals hoger voorgesteld. Ook parlementen, zowel nationale als

regionale parlementen, kunnen hierin een belangrijke rol opnemen.

A.5. Kwantitatieve targets

De Vlaamse Regering zet hierna haar eerder geformuleerde voorstellen voor

‘Europese’ operationele doelstellingen (mededeling Vlaamse Regering van

29/05/2009) in de vorm van richtsnoeren/targets, deels gebaseerd op de Pact

2020-doelstellingen/ViA-doorbraken, uiteen en dit voor het werkgelegenheidsdomein

van de EU2020-strategie. Wat de andere domeinen (zoals economie en milieu) van

de EU2020-strategie betreft, is de Vlaamse Regering graag bereid om ook daar in de

nabije toekomst voorstellen rond te formuleren en deel te nemen aan initiatieven van

de Europese Commissie op dit vlak.

8 Ook het Comité van de Regio’s hecht belang aan bottom-up initiatieven van de lokale overheden in

haar advies over de toekomst van de Lissabonstrategie post 2010, § 22.

Page 24: RAADPLEGING VAN EUROPESE REGIO'S & STEDEN Uw mening … · steden over een nieuwe strategie voor duurzame groei) ... Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei' gepresenteerd

24

Meer specifiek wenst de Vlaamse Regering dus alvast de volgende focal points in

het werkgelegenheidsdomein van de EU2020 strategie te beklemtonen en

concreet uitgewerkt te zien (zie mededeling Vlaamse regering 28 mei 2009 ‘eerste

aanzet van visie van de Vlaamse overheid mbt Lissabonstrategie na 2010’).

Focus op werkzaamheid en eindeloopbaan

Een verdere toename van de werkzaamheidsgraad (bvb. tot dedoelstelling van 70% of meer in 2020);

Toename van de gemiddelde Europese uittredeleeftijd als maatstafvoor gemiddeld langere loopbanen (bvb. tot 65 jaar in 2020);

Een cruciaal aandachtspunt is het inzetten op zowel het stimulerenvan ondernemerschap als op een kwalitatief ingevuldondernemerschap. Bijv. een toename van het totale aantal/aandeelexporterende bedrijven, inclusief KMO’s (verdubbeling t.a.v. 2007).

Focus op kansengroepen/evenredige arbeidsdeelname en diversiteit

Een uitgesproken toename van de werkzaamheidsgraad voorkansengroepen (bvb. De Europese doelstelling van 55% voor 55-plussers in 2020 of de doelstelling om de nationaliteitskloof weg tewerken tegen 2020).Ook doelstellingen voor personen met eenarbeidshandicap of een welzijnsproblematiek kunnen wordenuitgewerkt;

Ook in de uitwerking van nieuwe doelstellingen en benchmarks onderandere focal points moet aandacht uitgaan naar de kansengroepen;

Meer maatwerk in het Europese doelstellingenkader vooractiveringsbeleid, door indicatoren voor een aangepasteactiveringsaanpak naar werkzoekende 50-plussers, naarwerkzoekenden met een arbeidshandicap, naar werkzoekenden metmedische, mentale, psychische en psychiatrische problemen (MMPP)en ten slotte naar werkzoekenden die moeilijk inzetbaar zijn vanwegeeen sociale problematiek;

Herziening van het huidige onderscheid in de doelstelling van eennieuwe start voor -25 jarigen en +25 jarigen.

Focus op actief arbeidsmarktbeleid:

Toename van de bestedingen voor actief arbeidsmarktbeleid (bvb. tothet niveau van minstens 1,5% van het BBP in 2020);

Aandacht voor de (kosten-) efficiëntie van de ‘nieuwe start’indicatoren;

Het toevoegen van resultaatsindicatoren voor actiefarbeidsmarktbeleid, zoals uitstroomdoelstellingen endoorstroomindicatoren;

Aandacht voor de impact van de economische crisis en het gevoerderelancebeleid;

Verdere toename van het activeringspercentage voor langdurigwerklozen (bvb. Aan de hand van een nieuwe benchmark (25% ofmeer in 2020).

Ontwikkeling/operationalisering van het rugzakprincipe op Europeesniveau: Het rugzakprincipe wordt opgenomen om enerzijdsdoorstroom van kansengroepen te ondersteunen en stimuleren vansociale economie naar reguliere economie en anderzijds de instroom

Page 25: RAADPLEGING VAN EUROPESE REGIO'S & STEDEN Uw mening … · steden over een nieuwe strategie voor duurzame groei) ... Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei' gepresenteerd

25

van kansengroepen op de arbeidsmarkt te bevorderen. De rugzak iseen recht op ondersteuning, begeleiding en opleiding (op dewerkvloer) en/of een redelijke aanpassing van de arbeidspost moetkunnen meegaan met de gerechtigde werknemer/werkzoekende.

Focus op een brede levensloopbaanbenadering (van jobzekerheid naarloopbaanzekerheid):

Ontwikkeling van een coherent indicatorenkader voor flexizekerheid(en transitionele loopbanen) in het werkgelegenheidsbeleid van delidstaten (en de regio’s), o.b.v. een duidelijk gespecificeerde engedragen omschrijving van het begrip.

Een verdere afname van het aantal kortgeschoolden op dearbeidsmarkt (bvb. Met de helft tegen 2020);

Een verdere afname van de ongekwalificeerde uitstroom uit hetonderwijs (bvb. Een halvering tegen 2020);

Een groeipad voor het aantal jongeren dat deelneemt aan hoger(beroeps)—onderwijs;

Ontwikkelen van een strategische visie m.b.t. opleidingsdeelname enstreven naar een verdere toename van deze deelname (bvb. Tot 15%of meer in 2020);

Ontwikkelen van Europese indicatoren voor ‘life long guidance’, alsaanvulling op het eenzijdige doelstellingenkader in de huidigeLissabonstrategie (enkel ‘life long learning’);

Ontwikkelen van Europese indicatoren voor ‘niet-formeel leren’, alsaanvulling op het eenzijdige doelstellingenkader in de huidigeLissabonstrategie (enkel ‘toename van de formeleopleidingsdeelname’);

Ontwikkelen van Europese indicatoren voor ‘informeel leren’, alsaanvulling op het eenzijdige doelstellingenkader in de huidigeLissabonstrategie;

Het belang van ‘Eerder en elders verworven competenties’ moetworden erkend en verder uitgewerkt teneinde de arbeidsmobiliteit teverhogen en de positie van mensen op de arbeidsmarkt te versterken.Europese initiatieven zoals Europass, Eures en buitenlandse stagesmoeten sterker worden ondersteund en verder worden uitgebreid;

Het ontwikkelen van indicatoren, definities en targets op het vlak vanklimaat en werkgelegenheid, in het kader van het anticiperen op‘future skills’.

Focus op sociale economie

Met het oog op duurzame werkgelegenheid voor de meest kwetsbarenin de samenleving, de optimalisering van hetinschakelingsinstrumentarium vanuit sociale economie. Hierbij dientaandacht besteed te worden aan de kwaliteit van de arbeid, deduurzaamheid van de inschakeling en in casu de doorstroom naar hetnormaal economisch circuit;

Er dienen inspanningen geleverd te worden om de maatgerichteaanpak van bij de screening van de werkzoekende tot op de effectievetewerkstellingsplaats eenduidig en geïntegreerd aan te pakken.

Als onderdeel van het activeringstraject op maat voor de uiterstkwetsbare groepen (mensen in armoede en MMPP) dienen eraangepaste en maatgerichte trajecten te worden ontwikkeld waarbijde zorgaspecten en de randvoorwaarden tot het slagen van hetwerktraject op een consistente en geïntegreerde wijze wordtaangepakt. Een groeipad voor bijkomende trajecten en arbeidszorg

Page 26: RAADPLEGING VAN EUROPESE REGIO'S & STEDEN Uw mening … · steden over een nieuwe strategie voor duurzame groei) ... Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei' gepresenteerd

26

dient uitgewerkt te worden op langere termijn afgestemd op eengeïntegreerd beleidskader.

Focus op werkbaar werk:

Ontwikkelen van Europese indicatoren betreffende de kwaliteit van dearbeid, in het bijzonder m.b.t. werkbaarheid van en welbevinden ophet werk;

Ontwikkelen van een kader voor een duurzaam HR-beleid met daarinoog voor competentieontwikkeling, diversiteit en de sociale aspectenvan maatschappelijk verantwoord ondernemerschap.

De Vlaamse Regering wenst ook het investeren in zowelkwaliteitsvolle kinderopvang als kleuteronderwijs naar voor teschuiven in de Lissabonstrategie post 2010.

A.6. Monitoring

Er wordt vermeld dat de lidstaten doelstellingen voor vijf jaar zullen opstellen en datde vooruitgang in de richting van deze doelstellingen elk jaar door de EuropeseCommissie en de Europese Raad zullen worden gemonitored. De Vlaamse Regeringdringt er echter op aan de huidige werkwijze van de Europese Commissie verder tezetten, nl om rankings en scoreboards op te stellen om de voortgang van de lidstatende vooropgestelde benchmarks te kunnen opvolgen. De Vlaamse regering stelt voordeze scoreboards te verruimen naar de regio’s. Op basis van deze gegevenskunnen vervolgens niet enkel landen- maar ook regiospecifieke aanbevelingen doorde Europese Commissie worden geformuleerd.

Boven werd al het belang van de structurele betrokkenheid van regionale overheden

vermeld. Gelet op de steeds belangrijkere rol en de verregaande autonomie van

sommige regionale overheden, moeten deze in de nieuwe EU 2020 strategie

voortaan een (aan)gepaste rol krijgen (voorbereiding, uitvoering, verslaggeving m.b.t.

de doelstellingen). In het bijzonder geldt dit voor Vlaanderen omdat het als deelstaat

zelfs een hele reeks exclusieve bevoegdheden uitoefent, ook op het domein van de

structurele hervormingen en doelstellingen binnen de EU 2020 strategie (innovatie,

onderzoek, opleiding, onderwijs, arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding, sociale

inclusie, en groene economie…).

De Vlaamse Regering vindt dat de rol van indicatoren moet verduidelijkt worden. Er

is nood aan een reeks realistische indicatoren, die rekening houden met de

verschillende startposities van lidstaten, die evolutief van aard zijn, beter gekoppeld

worden aan de beoogde doelstellingen. Bovendien moet er ook over gewaakt

worden dat de indicatoren transparant en meetbaar zijn en de voortgang (of het

gebrek eraan) kan geregistreerd en zichtbaar gemaakt worden op eenvoudige wijze.

Dit vergt noodzakelijke technische ontwikkelingen. Belangrijk aandachtspunt is dat dit

niet gepaard gaat met bijkomende administratieve lasten.

Het is onvoldoende om enkel kwantitatieve doelstellingen en indicatoren op sociaal-

economisch en milieuvlak op te stellen. Er is nood aan een gelijkwaardige en vooral

kwalitatieve kijk op de economische, sociale en milieusituatie met betere indicatoren

op de verschillende geografische schaalniveaus. Dit houdt in dat ook kwalitatieve

indicatoren zoals duurzame welvaartsindicatoren (belang van ‘beyond GDP’ en

(meet)indicatoren die de ongelijkheid binnen de samenleving) moeten ontwikkeld

Page 27: RAADPLEGING VAN EUROPESE REGIO'S & STEDEN Uw mening … · steden over een nieuwe strategie voor duurzame groei) ... Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei' gepresenteerd

27

worden, of een governance-indicator die aangeeft hoe/of andere overheden en

stakeholders bij de EU2020-strategie worden betrokken. Indien in de toekomst met

landenspecifieke aanbevelingen wordt gewerkt, zou dit ook één van de te beoordelen

criteria door de Europese Commissie kunnen zijn. Zoals verder zal blijken hecht de

Vlaamse Regering ook belang aan de bijdrage die een efficiënte en effectieve

overheid aan de EU2020-strategie kan leveren. Voor de verbetering van de

efficiëntie en effectiviteit van de werking van de overheidsorganisaties en het

verhogen van de kwaliteit van de dienstverlening in de Europese Unie is het

wenselijk dat er zo snel mogelijk een set indicatoren ter beschikking komt zodat de

overheden hun prestaties, efficiëntie en effecten beter kunnen opvolgen en

internationaal kunnen ‘benchmarken’ aan de hand van geijkte methodieken.

De Vlaamse Regering stelt dat de 3% norm in het kader van onderzoek en

ontwikkeling zijn rol kan blijven spelen en wil hierbij opmerken dat het in het Vlaams

regeerakkoord 2009-2014 heeft aangegeven om in 2014 de 3% norm te bereiken. De

Vlaamse Regering wil volledigheidshalve ook aangeven dat er een betere koppeling

moet komen met onderzoeks- en innovatie-doelstellingen in de EU2020 strategie

dan tot op heden het geval is. De gangbare inputindicator van 3% alleen is te

algemeen om het volledige veld van onderzoek en ontwikkeling en innovatie af te

dekken. Er is op dit specifieke terrein nood aan een realistische reeks van input,

throughput en output-outcome indicatoren.

De Vlaamse Regering onderschrijft grotendeels het nieuwe strategische kader van

de EU2020 strategie betreffende het werkgelegenheidsbeleid maar is bezorgd over

het gebrek aan kwantificeerbare operationele doelstellingen op het vlak van

werkgelegenheid. Het is teleurstellend dat de strategische doelstellingen m.b.t.

werkgelegenheidsbeleid zich niet vertalen in heldere, kwantificeerbare en

mobiliserende richtsnoeren voor duurzame groei en jobs en met o.a. een nieuw

baanbrekend objectief inzake werkzaamheidsgraad hoger dan 70%..

A.7. Relatie met andere strategieën, beleid en begroting

De Vlaamse Regering wenst aan te geven dat er nood is aan synergie en

afstemming tussen de EU2020-strategie en andere Europese strategieën en

beleidsvelden. In het bijzonder kan verwezen worden naar de Europese Strategie

Duurzame Ontwikkeling, het EU plattelandsontwikkelingsbeleid, het stedenbeleid

(Charter van Leipzig), de Industrial Policy, het Innovation Plan, de Europese

onderzoeksruimte enzovoort.

Belangrijk is ook het feit dat de institutionele component bij dit alles niet uit het oog

wordt verloren. Bij de nieuwe EU2020-strategie zal er binnen de Europese

Commissie een duidelijke coördinatie nodig zijn. Ook tussen de verschillende

raadsformaties zal er een voortreffelijke coördinatie bij de EU2020-strategie moeten

zijn. Bij de bestaande Lissabonstrategie is de huidige coördinatie tussen de

verschillende raadsformaties onvoldoende. De Europese Raad moet hieromtrent in

de toekomst een zeer belangrijke taak op zich nemen. Binnen de Commissie dient er

één verantwoordelijke te zijn voor de EU2020-strategie. Dat kan de Voorzitter zijn.

Page 28: RAADPLEGING VAN EUROPESE REGIO'S & STEDEN Uw mening … · steden over een nieuwe strategie voor duurzame groei) ... Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei' gepresenteerd

28

Een ander belangrijk aandachtspunt vormt ook link met de begroting. Het is

belangrijk dat de Europese begroting duidelijk de prioriteiten weerspiegelt van de

EU2020-strategie en dat er zicht komt op de (bijkomende) middelen die voor de

nieuwe strategie worden uitgetrokken. Een ambitieuze EU2020-strategie moet

immers worden ondersteund met voldoende middelen. Het is van belang is dat de

EU2020-strategie voor de verschillende betrokken beleidsvelden richtinggevend is,

ook inzake het vrijmaken en aanwenden van middelen. Zo was het bijvoorbeeld een

goede zaak dat een aantal jaar geleden de structuurfondsen werden georiënteerd

richting de Lissabonstrategie.

A.8. Institutionele partners

De Vlaamse Regering is verheugd dat de Europese Commissie een grotere rol ziet

weggelegd voor het Europees Parlement. Het EP wordt expliciet uitgenodigd ook te

reageren op de raadpleging en dit kan belangrijk zijn om het draagvlak voor de

strategie te vergroten. Er moet verder geïnvesteerd worden in de ontwikkeling van

strategische partnerships met actoren die de Lissabonstrategie kunnen

ondersteunen.

Voor de Vlaamse Regering kan ook het Comité van de Regio’s (CoR) een

belangrijkere en meer structurele rol in het governanceluik worden toebedeeld. De

activiteiten (o.a. de uitwisseling van goede praktijken) die binnen het Lisbon

Monitoring Platform van het CoR inzake de Lissabonstrategie worden ontwikkeld,

kunnen ook binnen de EU2020-strategie een meerwaarde betekenen voor heel veel

regionale en lokale actoren. De rol van het LMP kan nog verder worden uitgebouwd

en versterkt. Het CoR kan ook een belangrijke rol spelen in het nagaan hoe binnen

verschillende lidstaten de regionale en lokale overheden worden betrokken en

hieromtrent voorstellen formuleren, zodat best practices ruim binnen de Europese

Unie verspreid worden. Indien de Europese Commissie wenst verder te werken met

landenspecifieke aanbevelingen en aandachtspunten, mogen deze niet beperkt

blijven tot het macro- en micro-economische beleid en het beleid inzake

werkgelegenheid. Ook inzake governance van de strategie binnen de lidstaat moet

het mogelijk zijn dat er aanbevelingen en aandachtspunten worden geformuleerd.

Sociale partners. Ook de betrokkenheid van het Europees Economisch en

Sociaal Comité (EESC) kan van belang zijn om het draagvlak voor de EU2020-

strategie te versterken. De Europese Commissie besteedt onvoldoende aandacht

aan het betrekken van de sociale partners bij de strategie. Ze zegt wel de actieve

steun van de sociale partners en het middenveld nodig te hebben maar gaat daar

niet verder op in. In Vlaanderen is het zo dat de sociale partners actief bij de

Lissabonstrategie worden betrokken. Zowel bij de bijdrage van de Vlaamse Regering

aan de enquête van het Comité van de Regio’s, als bij het opstellen van een

antwoord op deze raadpleging werden de sociale partners betrokken. Dit gebeurde in

het kader van VESOC (Vlaams economisch en sociaal overlegcomité).

De Europese Commissie hoopt ook op meer belangstelling van de nationale

parlementen, maar vergeet eraan toe te voegen dat ook de belangstelling van

regionale parlementen moet worden gewekt. Ook hier kan een rol weggelegd zijn

Page 29: RAADPLEGING VAN EUROPESE REGIO'S & STEDEN Uw mening … · steden over een nieuwe strategie voor duurzame groei) ... Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei' gepresenteerd

29

voor de regionale Lissaboncoördinator. Er kan op dit vlak ook gewezen worden op

het subsidiariteitsprincipe, waarbij in Vlaanderen het parlement een belangrijke rol

speelt in materies zoals onderwijs en beroepsopleiding, waar de Europese Unie

slechts beperkte, aanvullende bevoegdheden heeft.

Concluderend

Een goed uitgebouwde en uitgebalanceerde governancedimensie moet dus een

essentieel onderdeel zijn van de strategie. Het welslagen van de nieuwe strategie zal

ervan afhangen. De governancedimensie moet concreet worden vormgegeven. Zo

zal het bijvoorbeeld niet langer volstaan dat, zoals de vorige jaren tijdens de

Europese lenteraden het geval was, eerder beleefdheidshalve naar de structurele

betrokkenheid van regionale en lokale overheden wordt verwezen, maar deze

betrokkenheid niet concreet wordt ingevuld.

Page 30: RAADPLEGING VAN EUROPESE REGIO'S & STEDEN Uw mening … · steden over een nieuwe strategie voor duurzame groei) ... Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei' gepresenteerd

30

B. Inhoud

B.1. De EU2020-strategie als duurzame strategie

De Vlaamse Regering schrijft zich in het algemene uitgangsprincipe in dat de

opvolger van de Lissabonstrategie het kader moet zijn om de exit uit de crisis te

bewerkstelligen en structurele hervormingen op lange termijn te blijven doorvoeren

(pag. 2): “Het einde van de crisis moet het begin zijn van een nieuwe duurzame

sociale markteconomie, een slimmere, groenere economie, waarin onze welvaart

voorkomt uit innovatie en uit een beter gebruik van de hulpbronnen, en waarin kennis

de basis is van alles”.

Deze strategie sluit aan bij de toekomststrategie die de Vlaamse regering, de sociale

partners en diverse maatschappelijke bewegingen in het Pact 2020 uitgewerkt

hebben..Het gekozen tijdsperspectief van de EU2020-strategie is bovendien ideaal,

omdat op deze manier ook een synergie kan beoogd worden met de 20-20-20

doelstellingen van de Europese Unie. Toch wenst de Vlaamse Regering enkele

maatschappelijke evoluties beklemtonen die nu onvoldoende in het document aan

bod komen en die dit decennium een nog grotere rol zullen spelen dan nu reeds het

geval is. Deze zullen ongetwijfeld van invloed zijn op de ruime economische, sociale

en ecologische ontwikkelingen en dus van belang voor de EU2020-strategie. De

Vlaamse Regering wenst in het bijzonder volgende thema’s onder de aandacht te

brengen:

Naast de acute financieel-economische crisis blijven er ook zeer manifeste milieu-

uitdagingen waaraan de Europese Commissie onvoldoende aandacht besteedt. Het

klimaatprobleem is prioritair, maar andere belangrijke milieu-uitdagingen (toestand

van natuurlijke hulpbronnen, hier en elders, duurzaam gebruik van materialen in de

economie, verlies van biodiversiteit, milieu en gezondheid) mogen niet naar de

achtergrond verdwijnen. Deze uitdagingen genereren zowel directe economische

problemen (stijgende prijzen voor energie, grondstoffen, landbouwproducten en

voedsel) en bemoeilijken het perspectief van duurzame ontwikkeling (verlies van

natuurlijke hulpbronnen en biodiversiteit, sociale ongelijkheid). Toenemende

verstedelijking is een andere uitdaging waaraan in de EU2020- strategie aandacht

moet besteed worden. Dit fenomeen biedt enerzijds kansen (de steden als motor

voor sociale en economische ontwikkeling), maar stelt ons ook voor nieuwe

uitdagingen (omtrent de realisatie van milieudoelstellingen). Een ander punt dat te

weinig aandacht krijgt, is de Europese demografische situatie. Ontgroening en

vergrijzing worden weliswaar als een probleem aangeduid, maar de gevolgen van

deze evoluties zullen ingrijpend zijn en een impact hebben op een brede waaier

beleidsterreinen. Zo vormt in Vlaanderen de demografische situatie nu reeds een

grote uitdaging voor de arbeidsmarkt. De toenemende migratie, vaak als gevolg van

demografische ontwikkelingen zal ook implicaties hebben op sociaal en economisch

vlak. Uitdagingen op vlak van taal en taalverwerving, op vlak van integratie maar ook

op sociaal vlak zullen op vele plaatsen in Europa toenemen, ook in Vlaanderen.

Sociale cohesie, inzonderheid in de steden, is daarbij een belangrijk aandachtspunt.

Page 31: RAADPLEGING VAN EUROPESE REGIO'S & STEDEN Uw mening … · steden over een nieuwe strategie voor duurzame groei) ... Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei' gepresenteerd

31

Op inhoudelijk vlak moeten voor Vlaanderen de economische, sociale en

milieucomponent van de EU2020-strategie elkaar onderling versterken zonder dat de

ene ten koste gaat van de andere, als voorwaarde voor een duurzame groeistrategie.

Er moet dus naar synergieën gezocht worden. Vlaanderen stelt met genoegen vast

dat een aanzet hiervoor wordt opgenomen, met name: “Onze sociale, economische

en milieudoelstellingen moeten op elkaar zijn afgestemd als we resultaat willen

boeken ten aanzien van onze thematische prioriteiten voor 2020”.

Voor de Vlaamse Regering moet duurzaamheid het uitgangspunt van de nieuwe

strategie zijn. Duurzaamheid moet daarbij als een transversale prioriteit in de

EU2020-strategie worden opgenomen en verfijnd worden binnen de drie grote pijlers:

de economische, de sociale en de milieupijler. De Vlaamse Regering bevestigt dat

de EU2020 strategie moet blijven inzetten op duurzame groei en jobs en daarbij

moet blijven voortbouwen aan structurele hervormingen.

De Vlaamse Regering meent dat er een efficiënte, gecoördineerde en

geïntegreerde wisselwerking van de verschillende doelstellingen (meerwaarde

van kennis als basis voor groei, kansen bieden in een samenleving die niemand

uitsluit, een competitieve en groene netwerkeconomie creëren) moet zijn voor deze

duurzame groeistrategie. De integratie in de “EU 2020” strategie van de sociale

dimensie en de klimaatverandering moet samengaan met duurzame groei en

jobcreatie.

De Vlaamse Regering kan zich daarom aansluiten bij de keuze van de door de

Europese Commissie voorgestelde 3 inhoudelijke prioriteiten. Hierbij acht de

Vlaamse Regering het van bijzonder belang dat deze prioriteiten verder worden

aangepast en ingevuld in functie van de maatschappelijke uitdagingen van deze tijd.

Drie belangrijke thema’s die de Vlaamse Regering in de voorliggende EU2020

strategie mist zijn het bestrijden van sociale ongelijkheid en armoede en de

meerwaarde die een efficiënte en effectieve overheidsorganisatie kan opleveren

voor de EU2020-strategie.

Sociale gelijkheid is een belangrijke factor voor het realiseren van een duurzame

economische groei. Alle vormen van ongelijkheid moeten bestreden worden. In het

bijzonder moet ook aandacht besteedt worden aan gendergelijkheid omdat dit in het

bijzonder van belang is voor de verwezenlijking van de EU-doelstellingen ten aanzien

van de economische en sociale samenhang en een hoog niveau van

werkgelegenheid, alsook voor het verwezenlijken van duurzame groei en

concurrentievermogen, en voor het aanpakken van de demografische uitdagingen.

De Vlaamse Regering pleit voor een inclusieve en integrale benadering van het

fenomeen armoede 9, waarbij ten volle rekening wordt gehouden met de diversiteit

van het fenomeen. 2010 is het jaar van de bestrijding van de armoede en de sociale

uitsluiting. Daarom is dit het ideale moment om armoedebestrijding structureel in de

9 Ook het Comité van de Regio’s hecht belang aan de bestrijding van de armoede in haar advies over de

toekomst van de Lissabonstrategie post 2010, § 25 en 28.

Page 32: RAADPLEGING VAN EUROPESE REGIO'S & STEDEN Uw mening … · steden over een nieuwe strategie voor duurzame groei) ... Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei' gepresenteerd

32

EU2020-strategie op te nemen. Dit vereist dat er ook nieuwe indicatoren worden

ontwikkeld op het vlak van armoede en inkomensongelijkheid, en dat deze ook

worden gemonitored. Er moet ook worden nagegaan op welke wijze de

armenorganisaties kunnen betrokken worden bij de uitvoering van de EU2020

strategie.

In het raadplegingsdocument ontbreekt een duidelijke visie over de bijdrage die

de publieke sector en dienstverlening kan betekenen voor de realisatie van de

EU2020-strategie. De "dienstensector" wordt quasi-exclusief in de particuliere sector

gesitueerd. De dienstensector en de andere economische sectoren zijn de motoren

voor de groei, maar de economische en sociale bekommernissen van de burgers

zullen gerespecteerd worden "met het juiste beleidskader" (pag. 4). Dat blijft zeer

vaag, zoals ook het signaal over de gewenste evolutie van de publieke

dienstverlening. De Vlaamse Regering vindt dat een efficiënte en effectieve

overheidsadministratie een essentiële bijdrage kan leveren aan de realisatie van

duurzame groei en jobs. Dit houdt o.m. in: verdere aandacht voor better regulation,

e-government, de overheid als innoverende en lerende organisatie, onderbouwde

beleidsvoorbereiding door gebruik van ex ante en ex post evaluaties, de overheid als

voortrekker op een aantal terreinen (bvb. inzake de energie-efficiëntie van

overheidsgebouwen, transportinfrastructuur, bevordering van het gebruik van

groene, duurzaam geproduceerde producten,..) enz.

Tenslotte wil de Vlaamse Regering beklemtonen dat voor de uitvoering de nodige

middelen en financiële stabiliteit van belang zijn en benadrukt in dit verband de

bijdrage die het cohesiebeleid10 kan leveren bij de realisatie van de EU2020

strategie. Uit de operationele plannen van de lidstaten voor de

programmeringsperiode 2007-2013, blijkt reeds een duidelijke accentverschuiving in

de richting van de belangrijkste ‘Lissabonprioriteiten’.

Een efficiënt werkend openbaar bestuur is bovendien cruciaal om de

doeltreffendheid en doelmatigheid van de openbare financiën te verbeteren en

aldus op dit terrein een belangrijke bijdrage te leveren aan de EU2020 strategie en

de exit uit de crisis. De Vlaamse Regering heeft haar verantwoordelijkheid

genomen om de financieel-economische crisis te bestrijden. Om de financiële

gezondheid van Vlaanderen ook in de toekomst te waarborg zal de Vlaamse

Regering tijdens de regeerperiode 2009-2014 een besparingspad op de uitgaven

volgen met het oog op het bereiken van een begrotingsevenwicht in 2011.

De Vlaamse Regering staat hierna stil bij de drie voorgestelde

hoofddoelstellingen van de EU2020-strategie.

B.2. Meerwaarde van kennis als basis van groei

10 Ook het Comité van de Regio’s onderlijnt het belang van het cohesiebeleid voor de EU2020 strategie

in haar advies over de toekomst van de Lissabonstrategie post 2010, § 26.

Page 33: RAADPLEGING VAN EUROPESE REGIO'S & STEDEN Uw mening … · steden over een nieuwe strategie voor duurzame groei) ... Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei' gepresenteerd

33

De Vlaamse Regering stelt tevreden vast dat de Europese Commissie het begrip

‘innovatie’ vanuit brede maatschappelijke tendensen en uitdagingen benadert, naast

technologie en onderzoek en ontwikkeling. Toch mist Vlaanderen het verband met de

andere ‘pijlers’ van de EU2020 en meerbepaald over innovatie in de generieke

betekenis van het woord. Het inspelen op sociale inclusie, opleiding, vergroening van

de economie en duurzaamheid vereist immers dat niet alleen aandacht wordt

besteed aan technologische innovatie, maar ook innovatieve toepassingen worden

ontwikkeld in andere domeinen zoals de sociale economie, de creatieve en

ontspanningsindustrie, cultuur, media als in functie van procesmatige transities naar

duurzame productie- en consumptiepatronen. Gunstige voorwaarden moeten

gecreëerd worden opdat innovatie kan gespreid worden over alle sectoren en

beleidsvelden. Innovatie moet vanuit de maatschappelijke uitdagingen en noden

worden gedreven (‘societal driven innovation’). Dit houdt een reoriëntatie in van de

onderzoeksactiviteiten naar strategische domeinen.

Onderwijs is éen van de drie hoeken van de kennisdriehoek en wordt voor het eerst

aangevuld met ‘creativiteit’. Belangrijk is dat via kennis de omslag naar innovatie

wordt gemaakt. Een andere positieve ontwikkeling is dat onderwijs niet langer

beperkt wordt tot hoger onderwijs en universiteiten. De basis voor het deelnemen

aan het hoger onderwijs aan het levenslang leren wordt immers gelegd in het

basisonderwijs en secundair onderwijs. Daar worden de kennis, basisvaardigheden

én attitudes verworven die het fundament vormen voor vervolgopleidingen,

creativiteit, innovatie en onderzoek. Bovendien wordt mobiliteit niet langer gezien als

prioriteit op zich, maar als een instrument om andere doelstellingen te bereiken. Dit

getuigt van een meer realistische visie.

De samenvattende zin (pag. 6): “Doel van de 2020-strategie is een echte

kennisruimte, die steunt op een kennisinfrastructuur van wereldklasse, en waarin alle

partijen (studenten, docenten, onderzoekers, onderwijs –en onderzoeksinstellingen)

profiteren van het vrije verkeer van personen, kennis en technologie (de vijfde

vrijheid).” negeert echter bovenstaande ruimere kijk op het verwerven van

competenties (kennis, vaardigheden en attitudes) en reduceert de eerste

thematische prioriteit tot het realiseren van een Europese kennisruimte.

Daarenboven is de Europese samenwerking op het terrein van onderwijs sinds 2001

verbreed naar onderwijs en beroepsgericht onderwijs en beroepsopleidingen. De

Vlaamse Regering vraagt de Europese Commissie deze benadering te handhaven

voor de toekomst. Ook het beroepsgericht onderwijs en de beroepsopleidingen

(“vocational education and training”) leveren een bijdrage tot de ontwikkeling van

toekomstgerichte kennis, vaardigheden en hebben aandacht voor creativiteit en

innovatie.

De Vlaamse Regering wil haar bijdrage leveren tot de creatie van een Europese

kenniseconomie en de circulatie van kennis over de grenzen. In dit kader wil de

Vlaamse Regering ook het belang van de Europese Digitale Bibliotheek, Europeana,

benadrukken en pleit ervoor dat Europa blijft werk maken van een adequate

financiering van de digitalisering van het rijke culturele en wetenschappelijke

Europese erfgoed. Deze ontwikkeling moet wel gekoppeld zijn aan een adequate

oplossing van de problematiek van het intellectuele eigendom dat rekening houdt

Page 34: RAADPLEGING VAN EUROPESE REGIO'S & STEDEN Uw mening … · steden over een nieuwe strategie voor duurzame groei) ... Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei' gepresenteerd

34

met aspecten van bescherming, maar ook met de nieuwe mogelijkheden en vragen

naar terbeschikkingstelling.

Wat levenslang leren (LLL) betreft is Vlaanderen akkoord dat de toegang tot LLL

moet vergemakkelijkt worden. Toegang bevorderen tot LLL is echter onvoldoende

om een hogere participatie aan LLL te realiseren. Daartoe moeten er eveneens

‘incentives’ ter beschikking gesteld worden. De Vlaamse Regering wil er tenslotte op

wijzen dat ‘afstandsleren’ een correctere Nederlandse vertaling is van het

Engelstalige begrip ‘distance learning’ dan ‘afstandsonderwijs’.

B.3. Kansen bieden in een samenleving die niemand uitsluit

De Vlaamse Regering kan zich in grote mate vinden in de strategische

doelstellingen inzake werkgelegenheid zoals beschreven in het

consultatiedocument. Deze komen immers in grote mate tegemoet aan de

belangrijkste aandachtspunten van de Vlaamse Regering (actief arbeidsmarktbeleid,

verhogen van de werkbaarheid en de kwaliteit van het werk, een

levensloopbenadering, een breed competentiebeleid, evenredige arbeidsdeelname

en diversiteit en het verkleinen van de afstand tot de arbeidsmarkt voor de

kansengroepen).

De Vlaamse Regering onderschrijft dus grotendeels de strategische visie dat

de huidige en nieuwe richtsnoeren voor groei en jobs in eerste instantie tegemoet

moeten komen aan de uitdagingen op lange termijn. Vooral de vergrijzing van de

bevolking noopt tot een versnelde modernisering van het Europees sociaal model,

door verhoogde inspanningen om meer mensen aan de slag te krijgen, in meer

werkbare banen en in gemiddeld langere loopbanen (zie ook Pact2020 en

Vlaanderen in Actie).

De Vlaamse Regering is tevreden dat “kansen bieden in een samenleving die

niemand uitsluit”, éen van de drie centrale doelstellingen is voor de uit te stippelen

EU2020 strategie.

De Vlaamse Regering is bezorgd dat de beoogde ‘inclusiviteit’ beperkt wordt tot

werknemers die door de crisis hun werk hebben verloren. Het raadplegingsdocument

besteedt onder deze paragraaf immers geen aandacht aan kwetsbare

kansengroepen zoals o.a. personen met een handicap, ouderen en jongeren.

Nieuwe ict-technieken in een zgn. digitale economie, waarvan sprake onder ”de

meerwaarde van kennis als basis van groei” kunnen voor kwetsbare kansengroepen

zoals personen met een handicap een manier zijn om opnieuw aansluiting te vinden

bij een werkende samenleving. Daarom lijkt het voor de Vlaamse Regering gepast

het belang van ‘assistive technologies’ te benadrukken in de EU2020-strategie.

Zoals hoger betreffende de monitoring van de strategie reeds werd

aangegeven, ziet de Vlaamse Regering een aantal blinde vlekken betreffende

werkgelegenheid en stelt voor dat de volgende focal points in de EU2020

strategie worden opgenomen en uitgewerkt :

Page 35: RAADPLEGING VAN EUROPESE REGIO'S & STEDEN Uw mening … · steden over een nieuwe strategie voor duurzame groei) ... Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei' gepresenteerd

35

Een focus op werkzaamheid en eindeloopbaan: In het licht van de vergrijzing zijn

versterkte richtsnoeren noodzakelijk die bijdragen tot een structurele verhoging van

het arbeidsaanbod in het algemeen en van 50-plussers in het bijzonder.

Focus op kansengroepen in een perspectief van evenredige arbeidsdeelname en

diversiteit. De Vlaamse Regering wenst expliciet dat de achtergestelde positie van

bepaalde groepen op de Europese arbeidsmarkt wordt aangegrepen om

richtsnoeren (en targets) voorop worden gesteld met het oog op evenredige

arbeidsdeelname en diversiteit.

Focus op actief arbeidsmarktbeleid. Er is nood aan een versterkt activeringsbeleid,

met focus op intensieve arbeidsbemiddeling en het aanbieden van werkervaring

(work first) en opleidingskansen (train-first) voor werklozen en inactieven. Ook de

meest kwetsbare groepen moeten vandaag worden voorbereid op (snelle

inzetbaarheid bij) een toekomstige economische heropleving.

Focus op een inclusieve arbeidsmarkt, waarbij discriminatie actief bestreden wordt.

Focus op een brede levensloopbenadering. De maatschappelijke ‘onderinvestering’

in competenties moet worden omgebogen om de productiviteit en de slagkracht van

de Europese economie te versterken. Traditioneel heeft de Europese Commissie

hiervoor terecht veel aandacht. Nu komt het erop aan om deze aandacht om te

zetten in werkgelegenheidsrichtsnoeren, die niet alleen oog hebben voor het formele

leren (maar bijv. ook voor de erkenning van kwalificaties, de aansluiting onderwijs-

arbeidsmarkt, de inbedding in een loopbaanbenadering, …).

Focus op de sociale economie. Omwille van de afstand tot de arbeidsmarkt van

diverse kansengroepen is moeten de lidstaten de kans krijgen om binnen het

Europese kader een aangepast tewerkstellingscircuit op maat te organiseren.

Focus op werkbaar werk. Via investeringen in kwaliteitsvolle kinderopvang, sociale

innovatie, competentieontwikkeling, ondersteuningsinstrumenten in de combinatie

van arbeid en gezin, enz. Meer werkbaar werk is essentieel in de strategie om

mensen langer aan het werk te houden, om een goede werk-gezin-relatie te

bevorderen en bij te dragen aan armoedebestrijding en sociale inclusie, in het

bijzonder om de problematiek van werkende armen te keren. Zo is investeren in

kwaliteitsvolle kinderopvang, naast onderwijs, een cruciale factor in een samenleving

die niemand uitsluit. Het is tevens een belangrijke investering voor economische

groei, een fundament voor toekomstig levenslang leren, en creëert kansen op de

arbeidsmarkt voor ouders.

B.4. Een competitieve en groenere netwerkeconomie creëren

De Vlaamse Regering wenst het aanzienlijke belang te onderlijnen van innovatie in

de EU 2020 strategie, en ziet voor innovatie meerbepaald een drievoudige rol

weggelegd:

Page 36: RAADPLEGING VAN EUROPESE REGIO'S & STEDEN Uw mening … · steden over een nieuwe strategie voor duurzame groei) ... Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei' gepresenteerd

36

een antwoord helpen bieden op de belangrijke maatschappelijke uitdagingenzoals de overgang naar een meer kennisgedreven, lage koolstof- enkringloopeconomie, de klimaatverandering, het verlies aan biodiversiteit, deenergievoorziening en de vergrijzing;

de internationale concurrentiepositie verder versterken; afstemming binnen het kader van EU 2020 op de doelstellingen van uitbouw van

een duurzaam maatschappelijk en economisch weefsel en deze met betrekkingtot sociale inclusie en duurzaamheid-vergroening mee ondersteunen.

Het instrumentarium voor innovatie en onderzoek moet daartoe worden verfijnd om

beter afgestemd te zijn op al deze doelstellingen. Tegelijk moet innovatie binnen de

overheidsorganisaties verder geïntegreerd en horizontaal uitgebouwd worden en ook

de “open innovatie” worden aangemoedigd binnen de globale governance van de

Europese Onderzoeksruimte.

De Vlaamse Regering stelt vast dat aan het industrieel beleid een belangrijke rol

wordt toebedeeld in het raadplegingsdocument en wenst het daarbij het belang van

de band innovatie met industrieel beleid aan te stippen voor de transformatie van

de industrie en de overgang naar een lage koolstof –en kringloopeconomie. Ook

moeten ondernemerschap, kmo’s, en groeisectoren zich ten volle kunnen ontplooien.

De Vlaamse Regering vindt dat het stimuleren van ondernemerschap en een

kwalitatiever ingevuld ondernemerschap (vereenvoudiging van het

ondernemingsklimaat, maatschappelijk verantwoord ondernemen, stimuleren van

kennisontwikkeling, groei en internationalisering) cruciale aandachtspunten voor de

EU2020 strategie moeten zijn.

Het raadplegingsdocument focust op de vergroening van de economie en legt daarbij

sterk het accent op de nieuwe technologieën zonder daarbij de traditionele industrie

te vergeten, die moet transformeren. Een aantal andere sectoren komen echter

onvoldoende aan bod. Er kan concreet verwezen worden naar bijvoorbeeld de

landbouwsector, die ook aan een transitie bezig is die vergelijkbaar is met de

transitie van de industrie. De landbouwsector en bij uitbreiding het gehele

agrovoedingscomplex speelt een belangrijke rol in het plattelandsontwikkelingsbeleid

en als basis voor een biobased economy. Ook in deze sector is verdere

verduurzaming aan de orde en in dat kader zal het vernieuwd gemeenschappelijk

landbouwbeleid vanaf 2013 een belangrijke rol moeten spelen.

De Vlaamse Regering wil ook het belang van sociale innovatie in de verf zetten.

Het aanboren en inzetten van alle talenten is noodzakelijk om het succes van de

EU2020 strategie te verzekeren. Daartoe dienen –naast investeringen in toegankelijk

en kosteloos kwalitatief onderwijs- ook nieuwe innovatieve strategieën ontwikkeld te

worden, die de talenten en participatie versterken van degene die niet (meer) actief

(kunnen) zijn op de reguliere arbeidsmarkt. Een waardige competitieve

netwerkeconomie zal ook pas optimaal renderen als de toegang tot de gecreëerde

welvaart voor iedereen gegarandeerd wordt.

Bijzondere aandacht vragen we ook voor de social profit sector, in het bijzonder de

performante gezondheidssector die een sterk innovatiepotentieel kent. Met een

Page 37: RAADPLEGING VAN EUROPESE REGIO'S & STEDEN Uw mening … · steden over een nieuwe strategie voor duurzame groei) ... Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei' gepresenteerd

37

versterkt innovatiebeleid kan er ingezet worden op een competitieve ‘witte

economie’.

In het Vlaams regeerakkoord 2009-2014 wordt ingezet op de transitie naar een

groene economie en de Vlaamse Regering meent dat de totstandbrenging van een

milieuefficiënte economie een essentieel onderdeel van EU2020-strategie moet zijn.

Eco-innovatie is een noodzaak voor een verbeterende milieuperformantie en voor de

bijdrage aan de concurrentiepositie van de bedrijven. Hoewel het klimaatprobleem

prioritair is, vindt de Vlaamse Regering, zoals hierboven al werd aangegeven, dat

andere belangrijke milieudoelstellingen (toestand van natuurlijke hulpbronnen hier en

elders, duurzaam gebruik van materialen in de economie, biodiversiteit, milieu en

gezondheid) niet naar het achterplan mogen verdwijnen, o.a. omdat ze onderling

verweven zijn. Er zijn wettelijk bindende doelstellingen die deze vertalen, op

klimaat/energie zowel als op andere vlakken (water, lucht, afval, …). Het

bedrijfsleven kan commerciële kansen benutten die met al deze terreinen te maken

hebben.

De Vlaamse Regering vindt het positief dat in de EU2020 strategie meer aandacht

wordt besteed aan het vervoer- en infrastructuurbeleid. In de bestaande

Lissabonstrategie was de aandacht hiervoor tamelijk beperkt en werd hieraan enkel

in richtsnoer 16 aandacht besteed.

De maritieme sector – en meer algemeen het watergebonden vervoer – zal

ongetwijfeld een bijdrage leveren aan het bereiken van een concurrerend en

welvarend Europa dat snel en duurzaam groeit en veel werkgelegenheid en sociale

vooruitgang oplevert. De binnenscheepvaart wordt door de Vlaamse Regering

aanzien als een potentieel volwaardig en milieuvriendelijk alternatief voor het vervoer

van goederen over de weg, en zal ook verder gestimuleerd worden met het oog op

een modale verschuiving in de richting van duurzame vervoersmodi maar ook met

het oog op een grotere eco-efficiëntie binnen deze deelsector. Aangezien vervoer

een essentiële component is van de Europese economie, moet evenwel worden

benadrukt dat de gehele vervoersector, en dus ook de andere vervoersmodi (weg,

spoor, lucht, ondergronds transport), een bijdrage zullen leveren tot het creëren van

een competitieve en groenere netwerkeconomie. Het zou echter verkeerd zijn om op

dit punt alle heil te verwachten van de vervoersector, aangezien transport op de

eerste plaats een middel is ten dienste van de economie. Toch dient vanuit het

oogpunt van werkgelegenheid bijzondere aandacht te worden besteed aan de

toegangspoorten, noodzakelijke overslagcapaciteit en goederenlogistiek.

Investeren in de infrastructuur van de toekomst en het wegwerken van missing links

is – mits een goede, voorafgaandelijke maatschappelijke kosten-baten analyse –

absoluut noodzakelijk. Prioriteit mag daarbij weliswaar niet uitsluitend gegeven

worden aan het aanleggen of moderniseren van de harde infrastructuur. Financiële

ondersteuning moet ook geboden worden voor de ontwikkeling van zachte

infrastructuur en de interactie tussen beide infrastructuurvormen. Het verbinden van

de infrastructuur en het integreren van de vervoersnetwerken vergt immers niet

alleen extra investeringen in het water-, spoor- en wegennet, maar ook bijvoorbeeld

in de grensoverschijdende en intermodale operabiliteit van de ICT-toepassingen die

Page 38: RAADPLEGING VAN EUROPESE REGIO'S & STEDEN Uw mening … · steden over een nieuwe strategie voor duurzame groei) ... Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei' gepresenteerd

38

door de verschillende modi worden gebruikt. Het raadplegingsdocument legt

bovendien een te eenzijdige nadruk op infrastructuur. De Vlaamse Regering vindt

dat eveneens aandacht moet worden besteed aan de vervoersdiensten die van de

harde en zachte infrastructuur gebruik maken. Vanuit het oogpunt van de

dienstverlening moet onder andere gewerkt worden aan slimme en tegelijk

praktische oplossingen (bvb. e-mobiliteit of een “one stop shop”).

De Europese Commissie ziet het toekomstige vervoer- en infrastructuurbeleid op deeerste plaats bijdragen aan de realisatie van het derde prioritaire thema: de creatievan “een competitieve en groenere netwerkeconomie”. Voor de Vlaamse Regeringdienen een slimme logistiek, mobiliteit en infrastructuur inderdaad één van deeconomische speerpunten te worden van de “EU 2020”-strategie, waarin deduurzaamheidsdimensie transversaal in alle beleid en maatregelen terug te vindenis. De sociale, economische en milieudoelstellingen moeten m.a.w. op elkaar zijnafgestemd. Daarom kan en moet het vervoerbeleid ook een bijdrage leveren aande overige twee prioritaire thema’s “kansen bieden in een samenleving dieniemand uitsluit” en “de meerwaarde van kennis als basis van groei”. Bovendienheeft een verhoogde aandacht voor de uitdagingen die voornoemde thema’s aan hetvervoerbeleid stellen, zonder twijfel een positieve invloed op de bijdrage van desector aan een duurzame economische groei. Dit wordt in het consultatiedocumentonvoldoende belicht, omdat het vervoerbeleid uitsluitend vanuit een economische enecologische invalshoek wordt benaderd.

Vanuit het oogpunt van vervoer wijst de Vlaamse Regering op een spanningsveld

tussen de prioritaire thema’s. Vooruitgang in het ene thema, zorgt ook voor

bijkomende uitdagingen in een ander thema. Bij het bevorderen van de modal shift

van de weg naar de waterweg en van de co-modaliteit (thema groenere economie),

botst men bijvoorbeeld op het probleem van de vergrijzing van de bemanning en de

te beperkte instroom in het technisch en beroepsgerichte onderwijs en vorming die

we aanpakken door transities te faciliteren tussen sectoren/opleidingen.

Ook kan de introductie van allerhande technologieën in het vervoer (thema

onderzoek) mogelijks ten koste gaan van de toegankelijkheid van het

vervoersysteem (het sociale thema). Er moet in dat verband dus een evenwicht en

synergie worden gevonden worden tussen enerzijds een duurzame economie die

technologische vooruitgang realiseert en anderzijds een gebruiksvriendelijk

vervoersysteem dat ten dienste staat van een inclusieve samenleving. De Europese

Commissie moet er rekening mee houden dat soortgelijke spanningsvelden zich

waarschijnlijk ook in andere beleidsdomeinen dan vervoer zullen manifesteren.

Concluderend

De Vlaamse Regering is positief over de keuze van de drie grote hoofddoelstellingen

die de Europese Commissie met betrekking tot de EU2020-strategie vooropstelt.

Toch spoort ze de Commissie aan het evenwicht tussen de 3 dimensies in de

verdere uitdieping van de EU2020 strategie te waarborgen, en naar meer synergiëen

te streven. Voorts geeft de Vlaamse Regering een aantal thema’s aan die te weinig

of niet belicht werden in het raadplegingsdocument en die toch een plaats moeten

krijgen in de EU2020 strategie. Het duurzame karakter van de hervormingen moet

daarbij centraal staan.

Page 39: RAADPLEGING VAN EUROPESE REGIO'S & STEDEN Uw mening … · steden over een nieuwe strategie voor duurzame groei) ... Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei' gepresenteerd

39

Kris PEETERS

Minister-president van de Vlaamse Regering

Page 40: RAADPLEGING VAN EUROPESE REGIO'S & STEDEN Uw mening … · steden over een nieuwe strategie voor duurzame groei) ... Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei' gepresenteerd

40

Samenvatting van het standpunt van de Vlaamse Regering en de sociale

partners betreffende de EU2020-strategie.

De Vlaamse Regering verwelkomt in samenwerking met de sociale partners het

consultatiedocument inzake de EU2020-strategie van de Europese Commissie en is

van oordeel dat bij de nieuwe EU2020-strategie governance én inhoud voorop

staan. Met de voorgestelde strategie kunnen we vanuit het Pact 2020 voor

Vlaanderen nauwe aansluiting zoeken. Toch willen we een aantal klemtonen leggen

ten aanzien van het Europese document.

Wil de EU2020-strategie kans op slagen hebben, zal ze volgens de Vlaamse

Regering vooral moeten inzetten op een goed uitgebouwde governancedimensie.

Dat is nodig opdat de EU2020 strategie een breed mobiliserend project wordt,

waarvan de doelstellingen gedragen worden door alle overheidsniveaus en waarbij

het middenveld, de sociale partners en de Europese bevolking sterker betrokken zijn.

Op de eerste plaats vindt de Vlaamse regering het daarbij belangrijk dat er

duidelijke regels bepaald worden. Daarom wil de Vlaamse regering een versterking

van de Open Coördinatiemethode. Werken met realistische, resultaatgerichte en

waar nodig en relevant, gedifferentieerde doelstellingen zijn daarin essentieel. Omdat

de Vlaamse regering zelf veel belang hecht aan concrete doelstellingen doet ze een

aantal voorstellen voor Europese operationele doelstellingen in de vorm van

richtsnoeren en targets. O.a. inzake werkzaamheidsgraad wordt de Commissie

gevraagd een uitdagend objectief te formuleren dat verder gaat dan het huidige

Europese objectief. Zonder monitoring kunnen resultaten niet opgevolgd worden. Het

is daarbij onvoldoende om enkel kwantitatieve doelstellingen en indicatoren op

sociaal-economisch en milieuvlak op te stellen. Er is nood aan een gelijkwaardige en

vooral kwalitatieve kijk op de economische, sociale en milieusituatie met betere

indicatoren op de verschillende geografische schaalniveaus. Dit houdt in dat ook

kwalitatieve indicatoren zoals duurzame welvaartsindicatoren en governance-

indicator moeten ontwikkeld worden. De Vlaamse regering dringt er tenslotte

uitdrukkelijk bij de Europese Commissie op aan om de methodiek van rankings en

scoreboards verder te zetten om op basis daarvan de vooropgestelde benchmarks te

kunnen opvolgen.

Op de tweede plaats wil de Vlaamse regering de structurele betrokkenheid van de

regio’s bij de EU2020-strategie versterken. De regio’s spelen immers steeds meer

een sleutelrol bij de realisatie van de doelstellingen. Bovendien kunnen de regio’s

een belangrijk rol spelen om lokale actoren te mobiliseren en bijgevolg een

belangrijke rol spelen om interactie tussen verschillende niveau via

partenerschappen te bevorderen. Voor de Vlaamse regering en de Vlaamse sociale

partners is het wenselijk zijn dat naast de nationale objectieven ook regionale

objectieven11 (en regionale indicatoren) worden vastgelegd, zeker in deze lidstaten

waar de regio’s over exclusieve bevoegdheden beschikken. Regionale EU2020-

rapporten, regionale Lissabon-coördinatoren zijn daarbij belangrijke instrumenten.

11De Vlaamse Regering volgde 13 van de 14 structurele Lissabonindicatoren tijdens de afgelopen

Lissabonstrategie van nabij op.

Page 41: RAADPLEGING VAN EUROPESE REGIO'S & STEDEN Uw mening … · steden over een nieuwe strategie voor duurzame groei) ... Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei' gepresenteerd

41

Essentieel is dat de scoreboards en rankings op basis waarvan vooruitgang kan

vastgesteld worden, uitgebreid worden naar de regio’s. Op basis van deze gegevens

kunnen dan ook regio-specifieke aanbevelingen door de Europese Commissie

geformuleerd worden.

Tenslotte beklemtonen de Vlaamse Regering en de sociale partners inzake

governance de nood aan synergie en afstemming van de EU2020-strategie met

andere Europese strategieën en beleidsvelden en aan betrokkenheid van andere

institutionele actoren op Europees, nationaal en regionaal niveau m.n. de

parlementen en de sociale partners.

Naast deze voorstellen die de Vlaamse Regering aan de Europese Commissie

aanreikt m.b.t. de governance van de strategie, formuleert ze ook verschillende

voorstellen die betrekking hebben op de inhoudelijke dimensie van de strategie.

De Vlaamse Regering schrijft zich in het algemene uitgangsprincipe in dat de

opvolger van de Lissabonstrategie het kader moet zijn om de exit uit de crisis te

bewerkstelligen en structurele hervormingen op lange termijn te blijven

doorvoeren. Voor de Vlaamse Regering moet duurzaamheid het uitgangspunt van

de nieuwe strategie zijn. Duurzaamheid moet daarbij als een transversale prioriteit in

de EU2020-strategie worden opgenomen en verfijnd worden binnen de drie grote

pijlers: de economische, de sociale en de milieupijler. De Vlaamse Regering

bevestigt dat de EU2020 strategie moet blijven inzetten op duurzame groei en jobs

en daarbij moet blijven voortbouwen aan structurele hervormingen. De Vlaamse

Regering schaart zich achter de drie voorgestelde hoofddoelstellingen van de

EU2020-strategie, zijnde meerwaarde van kennis als basis van groei, kansen bieden

in een samenleving die niemand uitsluit en een competitieve en groenere

netwerkeconomie creëren.

Drie thema’s die de Vlaamse Regering in de voorliggende EU2020 strategie mist zijn

het bestrijden van sociale ongelijkheid en armoede en de meerwaarde die een

efficiënte, effectieve en kwaliteitsvolle overheidsorganisatie kan opleveren voor de

EU2020-strategie. De Vlaamse regering wenst ook het bijzondere belang te

benadrukken van het cohesiebeleid en gezonde openbare financiën voor het

welslagen van de EU2020-strategie.

Binnen de drie terreinen worden nog een aantal specifieke aandachtspunten

geformuleerd.

Wat de meerwaarde van kennis als basis van groei betreft, geeft de Vlaamse

Regering aan dat gunstige voorwaarden moeten gecreëerd worden opdat innovatie

kan gespreid worden over alle sectoren en beleidsvelden. Innovatie moet in dit

verband ook vanuit de maatschappelijke uitdagingen en noden worden gedreven

(‘societal driven innovation’). Onderwijs is éen van de drie hoeken van de

kennisdriehoek en wordt voor het eerst aangevuld met ‘creativiteit’. Belangrijk is dat

via kennis de omslag naar innovatie wordt gemaakt. Een andere positieve

ontwikkeling is dat onderwijs niet langer beperkt wordt tot hoger onderwijs en

universiteiten. In het basisonderwijs en secundair onderwijs worden immers de

Page 42: RAADPLEGING VAN EUROPESE REGIO'S & STEDEN Uw mening … · steden over een nieuwe strategie voor duurzame groei) ... Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei' gepresenteerd

42

kennis, basisvaardigheden én attitudes verworven die het fundament vormen voor

vervolgopleidingen, creativiteit, innovatie en onderzoek. Om hogere participatie aan

levenslang leren te bevorderen moeten er eveneens ‘incentives’ ter beschikking

gesteld worden.

Wat het bieden van kansen betreft in een samenleving die niemand uitsluit, kan

de Vlaamse Regering kan zich in grote mate vinden in de strategische doelstellingen

inzake werkgelegenheid zoals beschreven in het consultatiedocument. De Vlaamse

Regering wijst echter op een aantal blinde vlekken betreffende werkgelegenheid en

stelt voor dat bovenvermelde zes focal points in de EU2020 strategie worden

opgenomen en uitgewerkt, in het bijzonder de focus op werkzaamheid en

eindeloopbaan, evenredige arbeidsdeelname en diversiteit, actief

arbeidsmarktbeleid, brede levensloopbenadering, sociale economie en werkbaar

werk. De Vlaamse Regering wil bovendien haar bezorgdheid uiten over het gebrek

aan aandacht voor kwetsbare kansengroepen in het raadplegingsdocument.

Wat tenslotte de competitieve en groenere netwerkeconomie betreft, wenst de

Vlaamse Regering de aanzienlijke rol van innovatie in de EU 2020 strategie te

benadrukken en wijst op het belang van de band innovatie met industrieel beleid voor

de herstructurering van de industrie en de overgang naar een lage koolstof –en

kringloopeconomie. Daarnaast wil de Vlaamse Regering ook het belang van sociale

innovatie in de verf zetten. Het aanboren en inzetten van alle talenten is noodzakelijk

om het succes van de EU2020 strategie te verzekeren. Bijzondere aandacht vragen

we ook voor de social profit sector, waar met een versterkt innovatiebeleid kan

ingezet worden op een competitieve ‘witte economie’.Hoewel het klimaatprobleem

prioritair is, vindt de Vlaamse Regering, zoals hierboven al werd aangegeven, dat

andere belangrijke milieudoelstellingen (toestand van natuurlijke hulpbronnen hier en

elders, duurzaam gebruik van materialen in de economie, biodiversiteit, milieu en

gezondheid) niet naar het achterplan mogen verdwijnen. De Vlaamse Regering vindt

het positief dat in de EU2020 strategie meer aandacht wordt besteed aan het

vervoer- en infrastructuurbeleid. De gehele vervoersector, en dus ook de maritieme

sector en andere vervoersmodi (weg, spoor, lucht, ondergronds transport), kunnen

een bijdrage leveren tot het creëren van een competitieve en groenere

netwerkeconomie. Het raadplegingsdocument legt echter een te eenzijdige nadruk

op infrastructuur. Wat betreft het wegwerken het verbinden van de infrastructuur en

het integreren van de vervoersnetwerken vergt dit niet alleen extra investeringen in

het water-, spoor- en wegennet, maar ook bijvoorbeeld investeringen in de

grensoverschijdende en intermodale operabiliteit van de ICT-toepassingen die door

de verschillende modi worden gebruikt.

Page 43: RAADPLEGING VAN EUROPESE REGIO'S & STEDEN Uw mening … · steden over een nieuwe strategie voor duurzame groei) ... Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei' gepresenteerd

43

De minister-president van de Vlaamse Regering

MEDEDELING AAN DE VLAAMSE REGERING

Betreft: Standpunt van Vlaanderen over de Europa 2020 strategie op basis van

de Mededeling van de Europese Commissie van 3 maart 2010: “Europe 2020. A

strategy for smart, sustainable and inclusive growth” COM(2010)2020 final

1. Inleiding

De Europese Commissie maakte op 3 maart 2010 haar langverwachte Europa 2020

strategie bekend (bijlage 1). De strategie is opgebouwd rondom drie prioriteiten die

moeten worden omgezet in concrete maatregelen op Europees en nationaal niveau:

slimme groei, duurzame groei en inclusieve groei. In vijf streefcijfers wordt geschetst

hoe de Europese Unie er in 2020 voor moet staan:

75% van de bevolking tussen 20-64 jaar moet werk hebben 3% van het EU-BBP moet worden geïnvesteerd in onderzoek en ontwikkeling De 20/20/20 klimaat en energiedoelstellingen moeten worden gehaald Het percentage voortijdige schoolverlaters moet lager zijn dan 10% en

minstens 40% van de jongere generatie moet een titel of hogeronderwijsdiploma hebben

Het aantal mensen voor wie armoede dreigt moet met 20 miljoen dalen

Deze streefcijfers zullen door de lidstaten in hun hervormingsprogramma’s moeten

vertaald worden naar nationale streefcijfers en nationale trajecten, rekening

houdende met de verschillende startposities. Om deze streefcijfers te halen stelt de

Europese Commissie een Europa 2020 agenda voor in de vorm van een 7-tal

kerninitiatieven of zogenaamde ‘flagship initiatives’. De Europa 2020 strategie zal op

de Europese Raad van 25 en 26 maart 2010 door de staats –en regeringsleiders van

de Europese Unie worden besproken en goedgekeurd. Er zijn 3 prioriteiten, 5

doelstellingen en 7 vlaggenschepen.

2. Vlaams standpunt

Deze mededeling aan de Vlaamse Regering geeft het standpunt van Vlaanderen

weer ten aanzien van de Europa 2020 strategie. De visie kwam tot stand tijdens een

gemengde interkabinettenwerkgroep (bijlage 2) van 4 maart 2010 (die gehouden

Page 44: RAADPLEGING VAN EUROPESE REGIO'S & STEDEN Uw mening … · steden over een nieuwe strategie voor duurzame groei) ... Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei' gepresenteerd

44

werd om een gedragen Vlaamse insteek te kunnen doen op de Ad Hoc DGE-

coördinatievergadering van 4 maart 2010) en een bijkomende IKW, die plaatsvond

op 10 maart 2010.

Het Vlaams standpunt volgt de structuur van de Commissiemededeling.

Page 45: RAADPLEGING VAN EUROPESE REGIO'S & STEDEN Uw mening … · steden over een nieuwe strategie voor duurzame groei) ... Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei' gepresenteerd

45

2.1 Drie prioriteiten

Vlaanderen schrijft zich in in de algemene uitgangsprincipes en de keuze van de 3

prioriteiten slimme groei, duurzame groei en inclusieve groei. Deze prioriteiten

passen immers in de lange termijn-doelstellingen waartoe de Vlaamse Regering zich

engageerde, met name het Pact 2020 en Vlaanderen in Actie.

Wat de prioriteit “inclusieve groei” betreft mag de sociale dimensie niet uit het oog

verloren worden. Vlaanderen pleit daarom voor een sterke link met de sociale

zekerheidssystemen, en adequate aandacht voor de zwakkeren in onze

samenlevingen.

De Europese Commissie geeft aan dat deze prioriteiten elkaar onderling versterken.

Vlaanderen benadrukt dat die wisselwerking ook bij de verdere uitwerking van de

strategie moet gegarandeerd worden. Enkele voorbeelden:

- De Europese Commissie onderkent dat transport- en mobiliteitsbeleid eenbelangrijke pijler is voor een duurzame groei en een groenere economie.Vlaanderen wenst aan te stippen dat het transport- en mobiliteitsbeleid nietalleen bijdraagt aan duurzame groei, maar ook actief kan bijdragen aan hetrealiseren van de andere twee prioriteiten van de nieuwe strategie

- Hetzelfde geldt voor de prioriteiten milieu en landbouw die ook bron vanwerkgelegenheid en smart growth kunnen zijn; hetzelfde geldt voorwerkgelegenheid en arbeidsmarktbeleid dat ook essentieel is om smartgrowth en duurzame groei te realiseren.

2.2 Vijf kwantitatieve doelstellingen

Vlaanderen hecht belang aan een maximale aansluiting tussen de prioriteiten, de

kwantitatieve doelstellingen en de vlaggenschepen.

Tewerkstelling: The employment rate of the population aged 20-64 should

increase from the current 69% to at least 75%, including through the greater

involvement of women, older workers and the better integration of migrants in

the work force

De kwantitatieve doelstelling van 75% werkzaamheidsgraad is haalbaar, want

Vlaanderen realiseert nu reeds 72,3% (20-64 jaar). Deze target is niet zo ambitieus

als het lijkt want de leeftijdscategorie is teruggebracht tot 20-64 jaar, in plaats van 15-

64 jaar voorheen.

Vlaanderen pleit voor de verfijning van deze target op subniveau: ambitieuze

werkzaamheidsgraad voor kansengroepen (vrouwen, ouderen,…). Een verhoging

van de werkzaamheidsgraad vereist evenwel een parallele aanpak gericht op

werkbaarheid, voorkomen van langdurige werkloosheid etc.

Onderzoek en ontwikkeling: The Commission proposes to keep the 3% target

while developing an indicator which would reflect R&D and innovation

intensity

Page 46: RAADPLEGING VAN EUROPESE REGIO'S & STEDEN Uw mening … · steden over een nieuwe strategie voor duurzame groei) ... Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei' gepresenteerd

46

De 3% norm voor onderzoek en ontwikkeling is een minimum, blijft beperkt tot een

‘inputindicator’ en houdt geen rekening met innovatie. Vlaanderen wenst ook

indicatoren die gericht zijn op innovatie-intensiteit zoals de mededeling aangeeft en

éen die output-gerelateerd is. Daarom worden de volgende bijkomende indicatoren

voorgesteld : een verdubbeling van de investeringen in R&D&I (research,

development, innovation), een toename van het aandeel van innoverende

ondernemingen over alle sectoren tot 50%, een stijging van het aandeel van de

hoogtechnologische sector in de uitvoer tot 20%.

Daarnaast hecht Vlaanderen ook belang aan de ontwikkeling van bijkomende

indicatoren inzake ondernemerschap (bv verdubbeling van de oprichtingsratio),

concurrentiekracht van ondernemingen en kennistransfert tussen onderwijs,

onderzoek en de bedrijfswereld.

Klimaat en energie: Reduce greenhouse gas emissions by at least 20%

compared to 1990 levels or by 30%, if the conditions are right; increase the

share of renewable energy sources in our final energy consumption to 20%;

and a 20% increase in energy efficiency

Vlaanderen vindt dat deze doelstelling te eenzijdig gericht is op de klimaat -en

energiedoelstellingen. De milieudimensie, die ook kan bijdragen aan de

competitiviteit, ontbreekt in deze doelstelling volledig. Daarom vraagt Vlaanderen de

ontwikkeling van een indicator om de milieudruk in kaart te brengen (Beyond GDP)..

Onderwijs: A target on educational attainment which tackles the problem of

early school leavers by reducing the drop out rate to 10% from the current

15%, whilst increasing the share of the population aged 30-34 having

completed tertiary education from 31% to at least 40% in 2020

Vlaanderen is tevreden met deze doelstelling. Onderwijs komt aan bod binnen de 3

grote prioriteiten, met het zwaartepunt in het vlaggenschip “Youth on the move”. Er

gaat aandacht voor voortijdige schoolverlaters, beroepsonderwijs –en

beroepsopleiding. Toch blijft de focus liggen op het hoger onderwijs en de transitie

naar de arbeidsmarkt (Youth employment framework) en is de target te weinig

gedifferentieerd. Er zijn ook andere redenen om participatie en succesvolle

doorstroom in hoger onderwijs aan te moedigen dan louter economische redenen,

bijvoorbeeld vanuit het perspectief van sociale inclusie, burgerschap en

democratisering.

Vlaanderen maakt een technische opmerking betreffende de gekozen

leeftijdscategorie (30-34 jaar) en de operationalisering van deze benchmark. De 30-

34-jarigen van 2020 zijn de 20-24 jarigen van nu (2010). Beleidsinspanningen om

meer mensen naar hoger onderwijs te leiden, zullen dus maar weinig effect hebben

op de resultaten van de monitor want op 20-24 jarige leeftijd is de keuze meestal al

gemaakt. Landen die speciale maatregelen nemen om participatie aan hoger

onderwijs te doen toenemen, zullen dit nauwelijks merken bij de opvolging van deze

Page 47: RAADPLEGING VAN EUROPESE REGIO'S & STEDEN Uw mening … · steden over een nieuwe strategie voor duurzame groei) ... Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei' gepresenteerd

47

indicator. Zeker de inspanningen in de laatste jaren van het decennium zullen een

verwaarloosbaar effect hebben op de monitor. De benchmark mist dus zijn doel.12

Armoede: The number of Europeans living below the national poverty lines

should be reduced by 25%, lifting over 20 million people out of poverty

Deze doelstelling mag voor Vlaanderen ambitieuzer gesteld worden. Daarom wordt

volgende streefcijfer voorgesteld: de armoedegraad met 30% te verminderen i.p.v.

25% en een halvering van het aantal kinderen dat in armoede geboren wordt.

Daarnaast zou deze doelstelling eerder in relatieve termen moeten worden

geformuleerd, en niet in absolute termen (cf. 20 miljoen).

2.3 Zeven vlaggenschepen

Algemeen

Vlaanderen stelt dat de vlaggenschepen onderling goed samenhangend moeten zijn,

en niet mogen losstaan van elkaar. De indruk leeft dat elk Directoraat Generaal van

de Europese Commissie zijn eigen vlaggenschip heeft opgesteld en dat zo in de

Europa 2020 mededeling heeft ingevoegd. De coherentie tussen de vlaggenschepen

moet wel worden versterkt om win-winsituaties te bevorderen. Zo moet o.m.

gendergelijkheid meer horizontaal in de Europa 2020 strategie naar voor komen,

doorheen alle prioriteiten, vlaggenschepen, terwijl dit nu enkel in de prioriteit

“inclusieve groei” aan bod komt.

Daarnaast heerst er onduidelijkheid over de afstemming van de inhoud van deze

vlaggenschepen met lopende en geplande overkoepelende en sectorale EU

agenda’s en de benodigde financiering hiervoor.

Als er geen extra middelen komen, kunnen er spanningen optreden tussen de

maatregelen die in uitvoering van de Europa 2020 strategie moeten worden

genomen en de beperkte budgettaire mogelijkheden waarmee heel wat lidstaten

worden geconfronteerd als gevolg van de crisis.

Flagship Initiative “Innovation Union”

Vlaanderen onderstreept het aanzienlijke belang van innovatie in de Europa 2020

strategie, en is verheugd dat innovatie een prominente rol krijgt doorheen de

verschillende thema’s. De concrete uitwerking van de “Innovation Union” vereist

echter de nodige budgetten en coherentie tussen de EU instrumenten onderling.13

Zo moet het instrumentarium voor innovatie en onderzoek worden verfijnd om beter

afgestemd te zijn op al deze doelstellingen. Vlaanderen hoopt dat het Innovatie

Actieplan een gepaste rol aan de regio’s zal toebedelen. Het aanwenden van de

middelen uit het Kaderprogramma voor Onderzoek als stimuli voor de Europa 2020

strategie mag echter geen afbreuk doen aan het excellentiecriterium dat de verdeling

van die middelen beheerst.

12 Vlaanderen behaalt nu reeds 43,64% in de leeftijdsgroep 30-34 (EAK 2008).13 KP voor OTO, KCI, GTI, GP, EIT, …

Page 48: RAADPLEGING VAN EUROPESE REGIO'S & STEDEN Uw mening … · steden over een nieuwe strategie voor duurzame groei) ... Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei' gepresenteerd

48

Flagship Initiative: “Youth on the move”

Vlaanderen stelt voor de focus (mobiliteit van studenten) te verruimen naar mobiliteit

van jongeren en jeugdwerkers.

Flagship Initiative: “A Digital Agenda for Europe”

De Europese Commissie geeft aan de fondsen voor onderzoek en innovatie te

hervormen en innovatie op vlak van ICT te stimuleren “across all business sectors”.

Ook de social profit-sector zou aan de scope moeten toegevoegd worden.

Er moet voor gewaakt worden dat de acties binnen dit vlaggenschip de digitale kloof

niet doen vergroten, maar juist doen verkleinen. Daarom moet specifieke aandacht

gaan naar de mensen die geen of moeilijke internettoegang hebben of niet vertrouwd

zijn met werken via internet.

Flagship Initiative: “Resource efficient Europe”

Vlaanderen stelt voor dat in het verder procesverloop kwantitatieve streefcijfers

worden opgenomen die een bredere milieudimensie geven aan de Europa 2020

strategie om een verdere achteruitgang van het milieu en biodiversiteitsverlies te

voorkomen en duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen en materialen te

stimuleren. Specifiek vraagt Vlaanderen dat in dit initiatief meer aandacht gaat naar

het ‘duurzaam gebruik van materialen. Daarnaast wenst Vlaanderen de

hoofddoelstelling 2020 voor biodiversiteit en het belang van ecosysteemdiensten

explicieter in het initiatief op te nemen.

Vlaanderen vraagt om in de Europa 2020 strategie aandacht te besteden aan de

herziening van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB), die het GLB na 2013

efficiënter en doeltreffender te maken en een grotere rol te laten spelen in de

klimaats- en energieuitdagingen. Een duurzame toekomst voor de landbouwsector in

alle regio’s bewerkstelligen zal ertoe bijdragen dat de energieafhankelijkheid van

Europa naar grondstoffen uit derde landen afneemt en de graad van

voedselzekerheid toeneemt.

Hinderpalen voor een snellere en hoogwaardige ontwikkeling van de goederen-

logistiek in Europa moeten in kaart worden gebracht en versneld worden

weggewerkt. Om multimodale logistieke diensten aan te moedigen, zijn de

verbindingen tussen de verschillende transportmodi van bijzonder belang. In die

optiek zijn zowel de infra-structuur (o.m. overslagfaciliteiten) als de wijze waarop de

logistieke sector van deze infrastructuur gebruik maakt (nieuwe logistieke concepten,

bvb. “extended gateways”, en ICT) van belang. Door de voordelen van afzonderlijke

transportmodi te gaan combineren en te zorgen voor een optimale afstemming,

ontstaan de meest concurrentiële logistieke ketens. Voor Vlaanderen is een

gecoördineerde inzet van de Europese middelen voor transport- en mobiliteitsbeleid

een belangrijk aandachtspunt.

Page 49: RAADPLEGING VAN EUROPESE REGIO'S & STEDEN Uw mening … · steden over een nieuwe strategie voor duurzame groei) ... Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei' gepresenteerd

49

Het gebruik van ICT en intelligente vervoerssystemen (ITS) in de bevoorradingsketen

moet verder worden aangemoedigd en dient bij te dragen aan een performant

gebruik van de bestaande capaciteit en een geïntegreerd vervoers-systeem.

Interoperabiliteit tussen de verschillende vervoersmodi moet deze intelligente

transportsystemen mee mogelijk maken.

Flagship Initiative: “An industrial policy for the globalisation era”

Vlaanderen apprecieert sterk de prioriteit voor industrieel beleid. Ook dit vergt echter

een geïntegreerde aanpak waarbij de band tussen innovatie en het industrieel beleid

gestimuleerd wordt, maar evenzeer de link met werkgelegenheidsbeleid en

duurzame ontwikkeling. Dit komt echter in het voorstel van de Europese Commissie

niet duidelijk naar voor.

Vlaanderen ziet graag dat niet enkel de Europese toerismesector vermeld wordt als

sector waarvan de competitiviteit moet verbeterd worden maar ook de

dienstensector, het ondernemerschap en high tech-ondernemingen dienen hierin aan

bod te komen.

Vlaanderen wil werk maken van een ondersteuning op Europees vlak van het

industrieel beleid waar Europa samen met de Lidstaten/regio’s tot win-win-projecten

kan komen. Ook hiervoor zullen de nodige budgetten voorzien moeten worden op

Europees niveau.

Flagship Initiative “An Agenda for new skill and jobs”

De tekst van de Europese Commissie hanteert een te algemene benadering. Het is

van cruciaal belang om vorm en inhoud van de vlaggenschepen onder het

werkgelegenheidsluik (An Agenda for new skills and jobs, European platform against

poverty) verder te verfijnen naar aanloop van de adoptie van de richtsnoeren op de

Europese Raad van juni 2010 (en naar aanloop van het Belgisch EU-

voorzitterschap). Er ontbreekt nl. een visie over de instrumenten die een pro-actief

arbeidsmarktbeleid versterken (maatwerk, herstructurering, employability, etc.).

Indien deze prioriteiten niet gekoppeld worden aan concrete instrumenten is de kans

groot dat de doeltreffendheid van de strategie wordt ondermijnd.

Flagship Initiative: "European Platform against Poverty"

Vlaanderen is tevreden omwille van de expliciete aandacht voor de

armoedeproblematiek. De klemtoon ligt sterk op economie en werk, maar een

efficiënte bestrijding van de armoede vergt een integrale aanpak. Meer werk alleen

volstaat immers niet om armoede effectief te bestrijden (problematiek van ‘werkende

armen’). Het vlaggenschip “European Platform against poverty” kon inhoudelijk beter

worden uitgebouwd. Het is belangrijk dat voldoende aandacht gaat naar

kinderarmoede, intergenerationele armoede, maatschappelijke integratie en sociale

zekerheidssystemen. Actieve inclusie14 zou in dit vlaggenschip moeten worden

14 Aanbeveling van de Commissie van 3 oktober 2008 over de actieve inclusie van personen die van de

arbeidsmarkt zijn uitgesloten (Kennisgeving geschied onder nummer C(2008) 5737)

Page 50: RAADPLEGING VAN EUROPESE REGIO'S & STEDEN Uw mening … · steden over een nieuwe strategie voor duurzame groei) ... Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei' gepresenteerd

50

meegenomen, evenals de sociale economie, een sector die een belangrijke bijdrage

kan leveren aan de bestrijding van de armoede.

2.4 Missing Links and bottlenecks

Koppeling Europa 2020 en Stabiliteits- en Groeipact

De koppeling tussen de Europa 2020 strategie en het Stabiliteits –en Groeipact, o.m.

door simultane rapportering, wordt over het algemeen positief onthaald. Dit voorstel

kan immers opgevat worden als een strakkere houding/opvolging van de Europese

Commissie hetgeen in zekere mate tegemoet komt aan de vraag om meer

‘afdwingbaarheid’, waarvoor Vlaanderen reeds herhaaldelijk heeft gepleit. De

koppeling moet dus vooral een versterking inhouden: het minder functioneren van

het ene mag niet leiden tot een verzwakking van het andere.

Koppeling Europa 2020 en cohesiebeleid

De koppeling tussen de Europa 2020 strategie en het cohesiebeleid, werd over het

algemeen positief onthaald. De link moet wel verder versterkt worden. Zo kunnen,

naast een versterking van de oormerking inzake ‘Lisbonisering’, ook positieve

incentives ingevoerd worden om lidstaten die op goede weg zijn om de doelstellingen

te behalen, te belonen. Vlaanderen dringt ook aan op een snelle aanpak op vlak van

financiële perspectieven en budget review.

2.5 Governance

Het is positief dat de rol van de regio’s in de nieuwe strategie wordt erkend, maar

deze rol wordt niet concreet ingevuld in de zeven vlaggenschepen. Zo worden de

regio’s niet vermeld in het vlagschip “Youth on the Move”, hoewel onderwijs in

verschillende lidstaten een regionale bevoegdheid is. De regio’s kunnen bij al de 7

vermelde vlaggenschepen een belangrijke rol opnemen. Wat “ownership” betreft,

wordt te vaag gerefereerd naar het belang van regionale actoren.

Wat de uitwerking van de Nationale Hervormingsprogramma’s en de implementatie

van de nieuwe strategie betreft, vermeldt de Commissie dat er een ‘permanente

dialoog’ tot stand moet worden gebracht tussen alle overheidsniveaus. Afgezien

daarvan worden geen concrete voorstellen gedaan en/of instrumentarium ontwikkeld

om de betrokkenheid van de regio’s bij de nieuwe strategie structureel te verankeren,

zoals regionale Lissabonindicatoren en/of een regionaal EU2020 rapport 15.

Vlaanderen dringt er dan ook op aan dat bij de gedifferentieerde nationale

doelstellingen, die nu mogelijk gemaakt worden, ook regionale objectieven

opgenomen kunnen worden.

Wat betreft het samenspel stabiliteits- en convergentieprogramma’s en

hervormingsprogramma’s stelt zich de vraag waarom de landenrapporteringen geen

betrekking kunnen hebben op de vlaggenschepen. De aandacht lijkt in dit verband

15 VR2010 1501 MED 0027

Page 51: RAADPLEGING VAN EUROPESE REGIO'S & STEDEN Uw mening … · steden over een nieuwe strategie voor duurzame groei) ... Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei' gepresenteerd

51

vooral uit te gaan naar het bewerkstelligen van macro-economische stabiliteit, terwijl

vooruitgang inzake arbeidsmarkthervormingen minder prioritair lijkt te zijn.

Er moet bovendien voldoende tijd voorzien worden om de nieuwe nationale

hervormingsprogramma’s op te stellen, bijvoorbeeld indiening in december 2010.16

De timing die gangbaar was in het kader van de Lissabonstrategie, nl. midden

oktober, zou weinig realistisch zijn voor de lidstaten om een kwaliteitsvol nieuw

programma te kunnen neerleggen bij de Europese Commissie. De tussentijdse

evaluatie van de Europa 2020 strategie, zou bij voorkeur nu reeds in de EU-agenda

ingepland worden.

Vlaanderen stelt vast dat de Europese Commissie geen voorstellen doet ter

versterking van de open coördinatiemethode. De Vlaamse voorstellen m.b.t. fact

finding missions door de Europese Commissie met de lidstaten/regio’s en de

uitwerking van regionale scoreboards vonden geen ingang. De Europese Commissie

krijgt nu wel de mogelijkheid om bij een niet-afdoende respons van de lidstaten op

een aanbeveling van de Raad een zogenaamde ‘policy warning’ of waarschuwing uit

te vaardigen op basis van artikel 121.4 VEU. Het is echter onduidelijk hoe dit proces

zal verlopen en wat de impact ervan zal zijn voor de lidstaat in kwestie

Vlaanderen benadrukt de cruciale rol van de sectorale raden en wil in het bijzonder

haar bezorgdheid uiten wegens de afwezigheid van de raadsformatie Landbouw, als

éen van de betrokken raadsformaties om input te geven over de Europa 2020

strategie aan de Europese Lenteraad van 25 en 26 maart 2010.

2.6 Verdere aanpak

De Vlaamse Regering zal onmiddellijk de werkzaamheden opstarten ter

voorbereiding van een nieuw Vlaams hervormingsprogramma EU 2020. Aan de

Vlaamse Regering zal zo spoedig mogelijk een voorstel van aanpak worden

voorgelegd waarbij de IKW EU2020 de werkzaamheden zal coördineren en de

ambtelijke werkgroep binnen de administratie de werkzaamheden zal voorbereiden.

Met de sociale partners zal nagegaan worden op welke wijze ze bij de voorbereiding

betrokken willen worden. Inmiddels wordt ook dit standpunt overlegd met de sociale

partners.

Kris PEETERS

Minister-president van de Vlaamse Regering

16 De timing die de Europese Commissie in de haar mededeling hanteert: “during the last quarter of the

year” (p.26)

Page 52: RAADPLEGING VAN EUROPESE REGIO'S & STEDEN Uw mening … · steden over een nieuwe strategie voor duurzame groei) ... Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei' gepresenteerd

52

Page 53: RAADPLEGING VAN EUROPESE REGIO'S & STEDEN Uw mening … · steden over een nieuwe strategie voor duurzame groei) ... Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei' gepresenteerd

53

Bijlage I

Europa-2020: achtergrondnotavan het Europa-2020 Monitoringplatform van het Comité van de Regio's

1. De blauwdruk van de EC, Europa-2020, komt tegemoet aan enkele

belangrijke verzoeken van EU-steden en regio's

Het voorstel dat de Commissie heeft neergelegd in haar Mededeling "EUROPA 2020

- Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei"17 komt grotendeels

tegemoet aan vijf verzoeken van het CvdR en is een constructieve reactie op het

initiatiefadvies dat het CvdR tijdens zijn zitting van 3-4 december 200918 heeft

goedgekeurd, alsook op enkele van de "Vragen over de toekomst van de

Lissabonstrategie", behorend bij de CvdR-raadpleging van Europese steden en regio's

over een nieuwe strategie voor duurzame groei, die eerder in 2009 is gehouden19. Na

de 5e Territoriale dialoog, die op 18 januari 2010 plaatsvond, zijn deze zaken

samengevat in een brief van de voorzitter van het CvdR en het Spaanse

voorzitterschap van de Raad die verzonden is aan de voorzitter van de Europese Raad,

de heer Herman Van Rompuy, alsook aan de voorzitter van de Commissie, de heer

José Manuel Durão Barroso.

Eerst en vooral wordt in het voorstel erkend dat de lokale en regionale

overheden in de EU beschouwd moeten worden als permanente partners

voor het uitstippelen en uitvoeren van de strategie, hetgeen het CvdR al

sinds 2006 bepleit. Par 5.2 van het voorstel, "Wie doet wat?" vermeldt het als

volgt (onderstreping CvdR) "Alle nationale, regionale en lokale autoriteiten

zouden het partnerschap moeten uitvoeren in nauwe samenwerking met de

parlementen, de sociale partners en vertegenwoordigers van het

maatschappelijk middenveld, en een bijdrage leveren aan het uitwerken van

de nationale hervormingsprogramma’s en de uitvoering daarvan. Door een

permanente dialoog tussen de verschillende overheidsniveaus op te zetten,

komen de prioriteiten van de EU dichter bij de burger te staan en ontstaat een

breder draagvlak om het doel van de Europa 2020-strategie te bereiken."

Tevens wordt het volgende erkend: "Ook de uitwisseling van goede praktijken,

toetsingsmethoden en netwerken (zoals die door een aantal lidstaten worden

toegepast) is een goed middel gebleken om het draagvlak en de dynamiek die voor

de hervormingen nodig zijn, te vergroten." Ondanks de beweringen van de

Commissie zijn deze netwerken door tal van stakeholders opgericht, zoals

regio's en steden of het CvdR, meer dan door de lidstaten zelf. Hun rol

verdient meer erkenning en een platform waar hun bijdragen beter in kaart

kunnen worden gebracht.

17 COM(2010)2020 (3.3.2010).18 De toekomst van de Lissabonstrategie na 2010 (CdR 25/2009).19 www.cor.europa.eu/europe2020.

Page 54: RAADPLEGING VAN EUROPESE REGIO'S & STEDEN Uw mening … · steden over een nieuwe strategie voor duurzame groei) ... Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei' gepresenteerd

54

Ten tweede, zoals ook verlangd in het CvdR-advies20, vermeldt het voorstel

EUROPA-2020 dat het (Europees Economisch en Sociaal Comité en) het

Comité van de Regio's "sterker bij Europa 2020 moeten worden betrokken";

Ten derde worden de sociale en milieupijler net zo belangrijk als de

economische pijler, waarmee een eind komt aan de

stiefmoederlijke behandeling van sociale en ecologische aspecten (volgens de

meeste EU-steden en regio's een groot manco van de Lissabonstrategie). Het

voorstel van de Commissie wijst er terecht op dat de doelstellingen in verband

met de prioriteiten van Europa-2020 (slim, duurzaam en inclusief) "met elkaar

samenhangen" en elkaar wederzijds versterken. Het voorstel komt ook

tegemoet aan de oproep van het CvdR dat "Europa concurrentiekrachtiger

moet worden gemaakt in de groene economie"21;

Ten vierde wordt erkend dat de strategie flexibel moet kunnen worden

aangepast aan de verschillende uitgangssituaties. Door doelstellingen op

EU-niveau te hanteren voor de drie vermelde prioriteiten erkent de Commissie

dat "iedere lidstaat anders is en de EU van 27 lidstaten meer verscheidenheid

kent dan de EU van tien jaar geleden", en dat "traditionele sectoren en

landelijke gebieden" en "een diensteneconomie met veel hoogopgeleide

arbeidskrachten" van elkaar verschillen. Daarom stelt de Commissie voor dat

elke lidstaat de EU-doelstellingen vertaalt naar "nationale streefcijfers en

trajecten" zodat "Investeren in onderzoek en ontwikkeling, innovatie,

onderwijs en zuinige technologie (…) de economische, sociale en territoriale

cohesie (versterkt)";

Ten vijfde wordt erkend dat Europa-2020 solidariteit moet kweken tussen de

rijkste en de armste gebieden van de Unie; de resultaten van de strategie

moeten bijdragen aan de territoriale cohesie, een doelstelling uit het Verdrag

van Lissabon, te weten: "In verband met de territoriale samenhang is het ook

van groot belang dat de economische groei alle delen van de Unie ten goede

komt, ook de meest afgelegen regio's."

2. Andere kwesties die van belang zijn voor de lokale en regionale

overheden van de EU krijgen echter niet de aandacht die ze verdienen

Andere door het CvdR aangestipte kwesties die van belang zijn voor de lokale en

regionale overheden van de EU, krijgen in Europa-2020 niet de aandacht die ze

verdienen, met name:

terwijl ingezien wordt dat er behoefte is aan een sterker economisch bestuur,

gaat Europa-2020 niet in op de oproep van het CvR dat "Nationale

20 De toekomst van de Lissabonstrategie na 2010 (CdR 25/2009).21 Ibidem.

Page 55: RAADPLEGING VAN EUROPESE REGIO'S & STEDEN Uw mening … · steden over een nieuwe strategie voor duurzame groei) ... Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei' gepresenteerd

55

regeringen (…) meer prikkels (moeten) krijgen om zich te verbinden tot de

verwezenlijking van de (…) doelstellingen van de nieuwe strategie"22. In plaats

daarvan wordt vertrouwd op de doeltreffendheid van de mechanismen die zijn

gebaseerd op de landspecifieke aanbevelingen die de Europese Raad heeft

geformuleerd en op de bijbehorende waarschuwing die de Commissie kan

geven indien een lidstaat na twee jaar de aanbevelingen nog niet heeft

opgevolgd;

wat betreft de rol van de lokale en regionale overheden: in tegenstelling tot

de hiervoor vermelde positieve opmerkingen, gaat het voorstel voorbij aan de

noodzaak om hen permanent en gestructureerd te betrekken bij de opzet en

uitvoering van de kerninitiatieven;

ondanks de erkenning dat het CvdR (en het EESC) "sterker (bij Europa 2020)

moeten worden betrokken", wordt niet aangegeven hoe dit in zijn werk moet

gaan bij de opzet, uitvoering en monitoring van de nieuwe strategie;

het voorstel vermeldt dat er moet worden gesproken "over de wijze waarop

verschillende financieringsinstrumenten – zoals structuurfondsen (…) -

moeten worden benut om de doelstellingen van Europa 2020 te bereiken

(…)". De eenvoudige erkennning dat "cohesiebeleid en structuurfondsen op

zichzelf al belangrijke beleidsinstrumenten (zijn)" verdient nadere uitwerking.

Het CvdR heeft altijd al gewezen op het gevaar van de momenteel toenemende

regio-overschrijdende economische ongelijkheid (terwijl de verschillen tussen

landen afnemen) en bijgevolg de ongelijke sociale omstandigheden, die het

Europese sociale model schaden. Daarom moet in de context van de discussie

over de omvang en de uitgangspunten van de EU-begroting het verband

tussen cohesiebeleid en EUROPA 2020 nauwkeuriger tegen het licht

worden gehouden, rekening houdend met de betekenis van het cohesiebeleid

voor inclusiviteit;

het voorstel zwijgt over de oproep van het CvdR om verder te kijken dan "het

gebruik van het BBP als voornaamste maatstaf voor economische

prestaties"23 en de noodzaak om dit aan te vullen met nieuwe indicatoren, die

een betere weergave zijn van de diverse verschijnselen welke van invloed zijn

op de kwaliteit van het bestaan en op de (economische, sociale en ecologische)

aspecten van duurzaamheid. Er wordt in brede kring beseft (en overal ter

wereld wordt hierover volop gesproken) dat het BBP gecombineerd moet

worden met indicatoren die de economische prestaties, de kwaliteit van het

bestaan en de levensstandaard van burgers beter meten24. Het voorstel kondigt

22 Ibidem.23 Ibidem.24 Tal van onderzoeken hierover kunnen worden aangehaald (bijv. "Meten van de vooruitgang vansamenlevingen", een initiatief van de OESO, of de studie van de commissie Stiglitz-Sen-Fitoussi naar

Page 56: RAADPLEGING VAN EUROPESE REGIO'S & STEDEN Uw mening … · steden over een nieuwe strategie voor duurzame groei) ... Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei' gepresenteerd

56

dan ook het volgende aan: "De Europese Commissie geeft jaarlijks een

overzicht van de situatie aan de hand van een reeks indicatoren voor de

algemene vorderingen in de richting van de doelstelling van een slimme,

groene en inclusieve economie die voor sterke werkgelegenheid, productiviteit

en sociale cohesie zorgt", maar laat in het ongewisse hoe deze indicatoren

er uitzien;

Europa 2020 vermeldt dat de op EU-niveau voorgestelde doelstellingen " niet

volledig (zijn), maar (…) wel aan(geven) hoe de Commissie wil dat de EU er

(…) voor staat." De lidstaten worden opgeroepen zelf aanvullende indicatoren

en doelstellingen te formuleren, indien zij dat willen. In het voorstel wordt

evenwel geen steun uitgesproken voor aanvullende indicatoren op EU-

niveau, wat belangrijk is als de indicatoren in de gehele EU voor bestuurlijke

doeleinden toegepast moeten worden (vergelijkingen en benchmarking;

monitoring en evaluatie; uitvoering van regionaal beleid);

voor een doeltreffender communicatie met de burger en stakeholders

kondigt het voorstel "gemeenschappelijke communicatiemethoden" aan,

waarover echter geen details worden meegedeeld. Dit blijft een essentieel

onderdeel voor het succes van Europa 2020 in de praktijk. Het CvR heeft in

zijn advies25 gepleit voor "een efficiëntere communicatiestrategie (…)

Daardoor moet de nieuwe strategie in grotere kringen bekendheid gaan

genieten en dienen de voornaamste boodschappen ervan te worden

uitgedragen." De respondenten van de CvdR-raadpleging26 verzochten om een

strategie "die meer aansluit bij het dagelijks leven van de gewone burger".

het meten van economische prestaties en sociale vooruitgang), alsook het werk van de Commissie zelf(Mededeling "Het BBP en verder" - COM(2009) 433 final).25 De toekomst van de Lissabonstrategie na 2010 (CdR 25/2009).26 CvdR-raadpleging van Europese regio's en steden over een nieuwe strategie voor duurzame groei,www.cor.europa.eu/europe2020.

Page 57: RAADPLEGING VAN EUROPESE REGIO'S & STEDEN Uw mening … · steden over een nieuwe strategie voor duurzame groei) ... Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei' gepresenteerd

57

Bijlage II

Europa 2020: Commissie komt met nieuwe economische strategie voor Europa

(perscommuniqué IP/10/225, 3 maart 2010)

De Europese Commissie heeft vandaag het startsein gegeven voor de Europa 2020-strategie, die

de EU uit de crisis moet helpen en de Europese economie moet voorbereiden op de komende tien

jaar. De Commissie zet drie hoofdlijnen uit, die moeten worden omgezet in concrete maatregelen

op EU- en nationaal niveau: slimme groei (accent op kennis, innovatie, onderwijs en de digitale

maatschappij); duurzame groei (in ons productieproces zuiniger omgaan met hulpbronnen en

toch onze concurrentiekracht vergroten), en groei voor iedereen (arbeidsparticipatie verhogen,

beter onderwijs bieden en armoede bestrijden). Deze strijd om groei en banen vereist een stevig

draagvlak op het hoogste politieke niveau en de inzet van alle betrokken partijen in Europa. In

vijf streefcijfers wordt geschetst hoe de EU er in 2020 voor moet staan; hieraan kunnen de

vorderingen worden afgemeten.

Voorzitter Barroso zei: "Europa-2020 gaat over wat we vandaag en morgen moeten doen om de EU-

economie weer op gang te krijgen. De crisis heeft fundamentele problemen en onhoudbare tendensen

blootgelegd die we niet langer kunnen negeren. Europa heeft een groeiachterstand die een bedreiging

vormt voor onze toekomst. We moeten vastberaden onze tekortkomingen verhelpen en onze troeven

uitspelen. We moeten aan een nieuw economisch model werken op basis van kennis, een koolstofarme

economie en een hoge arbeidsparticipatie. Deze strijd vereist de inzet van alle betrokken partijen in

Europa."

Europa moet in de eerste plaats lering trekken uit de mondiale economische en financiële crisis. Onze

economieën zijn nauw met elkaar verweven. Geen enkele lidstaat kan zelfstandig mondiale problemen

oplossen. We staan sterker als we samenwerken, en als we de crisis echt achter ons willen laten, zullen

we het economisch beleid goed moeten coördineren. Doen we dat niet, dan kan dat leiden tot een

"verloren decennium" met relatieve achteruitgang, een permanent verlies aan groei en een structureel

hoge werkloosheid.

De Europa 2020-strategie biedt een visie op Europa's sociale-markteconomie voor de komende tien jaar

en is gebaseerd op drie samenhangende en elkaar versterkende prioriteiten: slimme groei – voor een

economie op basis van kennis en innovatie; duurzame groei – voor een koolstofarme, concurrerende

economie waarin zuinig wordt omgesprongen met hulpbronnen; en groei voor iedereen – voor een

economie met veel werkgelegenheid en sociale en territoriale cohesie.

De vorderingen ten aanzien van deze doelstellingen worden getoetst aan vijf centrale EU-streefcijfers,

die door de lidstaten moeten worden vertaald in nationale streefcijfers, naar gelang van hun

uitgangspositie:

75 % van de bevolking tussen 20-64 jaar moet werk hebben;

3% van het EU-BBP moet worden geïnvesteerd in O&O;

de "20/20/20"-klimaat- en energiedoelstellingen moeten worden gehaald;

het percentage voortijdige schoolverlaters moet lager zijn dan 10% en minstens 40% van

de jongere generatie moet een titel of diploma van het hoger onderwijs hebben;

het aantal mensen voor wie armoede dreigt, moet met 20 miljoen dalen.

Om de streefcijfers te halen, stelt de Commissie een Europa 2020-agenda voor in de vorm van een

aantal kerninitiatieven. Het uitvoeren van deze initiatieven is een gedeelde prioriteit en er zal op alle

niveaus actie moeten worden ondernomen: door EU-organisaties, lidstaten, en lokale en regionale

overheden. Het gaat om:

Page 58: RAADPLEGING VAN EUROPESE REGIO'S & STEDEN Uw mening … · steden over een nieuwe strategie voor duurzame groei) ... Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei' gepresenteerd

58

Innovatie-Unie: het accent in het O&O- en innovatiebeleid verleggen naar de

belangrijkste knelpunten en de kloof tussen wetenschap en markt overbruggen zodat

uitvindingen kunnen worden omgezet in producten. Het EU-octrooi zou ondernemingen

bijvoorbeeld 289 miljoen euro per jaar kunnen besparen;

Jongeren in beweging: de kwaliteit en de internationale aantrekkingskracht van het hoger

onderwijs in Europa verbeteren door de mobiliteit van studenten en jonge arbeidskrachten

te bevorderen. Concreet betekent dit dat vacatures in de lidstaten toegankelijker moeten

zijn vanuit geheel Europa en dat diploma's en ervaring erkend moeten worden;

een digitale agenda voor Europa: duurzame economische en sociale voordelen bieden

dankzij een digitale interne markt op basis van ultrasnel internet. Alle Europese burgers

moeten in 2013 toegang hebben tot een snel internet;

efficiënt gebruik van hulpbronnen in Europa: de verschuiving naar een zuinige en

koolstofarme economie ondersteunen. Europa moet vasthouden aan de 2020-

doelstellingen op het gebied van energieproductie, -efficiëntie en -verbruik. Dit leidt tot

een besparing van 60 miljard euro op olie- en gasimport in 2020;

een industriebeleid voor groene groei: zorgen dat de industriële basis van de EU de

concurrentie in de wereld van na de crisis aankan, door ondernemerschap te bevorderen

en nieuwe vaardigheden te ontwikkelen. Dit levert miljoenen nieuwe banen op;

een agenda voor nieuwe vaardigheden en banen: de voorwaarden scheppen voor

modernisering van de arbeidsmarkten, om meer werkgelegenheid te creëren en onze

sociale modellen te kunnen behouden, nu de babyboomers met pensioen gaan; en

Europees platform tegen armoede: sociale en territoriale cohesie bevorderen door armen

en anderen die langs de zijlijn blijven staan, te helpen en in staat te stellen een actieve rol

te spelen in de samenleving.

De ambitie van Europa-2020 vergt sterker leiderschap en meer verantwoording. De Commissie roept

de staatshoofden en regeringsleiders op zich achter deze strategie te scharen en er tijdens de

voorjaarsvergadering van de Europese Raad hun goedkeuring aan te hechten. Ook voor het Europees

Parlement is een grotere rol weggelegd.

De bestuursmethoden worden verbeterd om ervoor te zorgen dat woorden worden omgezet in daden.

De Commissie zal toezien op de geboekte vorderingen. Ter verbetering van de samenhang vinden de

verslaglegging en evaluatie van Europa-2020 en het stabiliteits- en groeipact gelijktijdig plaats (het

blijven echter aparte instrumenten). Zo kunnen beide strategieën soortgelijke

hervormingsdoelstellingen verwezenlijken, zonder te hoeven worden samengevoegd.

--------------------------------

De volledige tekst van het voorstel Europa 2020 en nadere informatie is te vinden op:

http://ec.europa.eu/eu2020/index_en.htm.