60
O productontwikkeling

PO|guide Winter edition 2010

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Dit jaar introduceren wij de PO|guide. Het is een eerste aanzet naar om de studenten kennis te laten maken met de bijzondere verhalen van medestudenten, docenten en alumni, die allen door de opleiding Product ontwikkeling aan de Hogeschool in Antwerpen, Belgie gebeten zijn.

Citation preview

Page 1: PO|guide Winter edition 2010

O

productontwikkeling

Page 2: PO|guide Winter edition 2010

PO|guideWinter Edition 2010

Page 3: PO|guide Winter edition 2010

© 2010 - 2011 PO|events Uitgever: PO|events Media 2010-2011

Redactie: PO|events Media 2010-2011Eindredactie: Geert Frateur, Artesis Hogeschool Antwerpen

Dankbetuiging

Wij bedanken iedereen die mee werkte aan de PO|guide, in bijzonder bedanken wij: Andreas Van Speybroeck, Bar Choq, Board of innovation, Bundl, Carlo Van Hove, Ivory Grand, Jeroen Depuydt, Karin Vandoorsselaer, La Dolce Vita, Maxim Conrardy, Michael Vandemergel, Niko, Philippe Gouwy, Rob Linders, San Bonquet, Vincent Nulens en Yoeri Artemieff.

Ook bedanken wij onze sponsors: Achilles Associates, Arjaan de Feyter, Artesis Hogeschool Antwerpen, Bar Choq, Frituur de Smulpaep, Hessenhuis, KBC, La Dolce Vita, Parsprototo, Peter Van Riet studio, Pilipili, Roxy en vVio voor het mogelijk maken van de eerste editie van de PO|guide

Page 4: PO|guide Winter edition 2010

Tijdens die jaren is er bij iedereen van ons een vreemd gevoel naar boven gekomen. Dit gevoel wordt ieder jaar nog groter en groter. Misschien klinkt dit voor de eerstejaarsstudenten nog erg vreemd, maar ieder-een die al een tijdje binnen de muren van Product-ontwikkeling leeft weet dat er in onze richting een heus groepsgevoel heerst.

Als je Productontwikkeling studeert dan word je deel van deze groep, iedereen spreekt dan ook van de “PO-ers”. Misschien komt het omdat we niet zo’n richt-ing zijn zoals alle anderen... of gewoon omdat we al-lemaal iets te veel van het blauwe polystyreenschuim hebben opgesnoven.

Waarschijnlijk zullen we het echte antwoord nooit vind-en, maar wat vastgesteld kan worden is dat een PO-er verdomd trots is om PO-er te zijn. Dit jaar proberen wij als PO|events er een schepje boven op te doen en introduceren wij dit boekje onder de naam PO|guide!

De PO|guide is een eerste aanzet naar om de student-en kennis te laten maken met de bijzondere verhalen van medestudenten, docenten en alumni, die allen door PO gebeten zijn.

Wij bedanken iedereen die ons hierbij heeft geholpen en speciaal de opleiding Productontwikkeling aan Artesis Hogeschool Antwerpen.

Als eerstemasterstudenten Productontwikkeling gaan wij al enkele jaren vroeg uit de veren om vervolgens in de Ambtmanstraat de schoolbanken in te schuiven.

4

VOORWOORD

Page 5: PO|guide Winter edition 2010

INHOUD

5

Voorwoord.............................................................4Wat is Product ontwikkeling?................................6Postura.................................................................8PO|events............................................................10

PO|events organiseert tijdens het jaar verschil-lende evenementen en activiteiten voor de Pro-ductontwikkeling studenten. Dit jaar introduceren wij deze gids, de “PO|guide”.

Speerwerpster......................................................12Dat Productontwikkeling veel bijzondere mensen kent weet iedereen, wij polsten naar het sportive verleden van Karine Vandoorsselaer.

Labo modelbouw..................................................16Bundl....................................................................18Schetsen..............................................................22Bar Choq..............................................................28

Na vijf jaar te Productontwikkeling te hebben gestudeerd starte Jens Oris een koffiecafé. Een bijzonder verhaal wij gingen op pad.

Doctoraat.............................................................30La Dolce Vita........................................................32Erasmus..............................................................36Ivory Grand...........................................................38

Creativiteit kent geen grenzen ook in de muziek wereld zijn Productontwikkelaars ook succesvol, daarom een interview met de band Ivory Grand.

Stage...................................................................40Board of Innovation...............................................42Rendering............................................................46Bedenkerskamp...................................................50Car designer?.......................................................52

Andreas Van Speybroeck (3Ba) verbaasde afge-lopen jaar professionals uit de Car design wereld. Wij vonden het daarom tijd voor een interview.

Niko.....................................................................54Prijslijst Kelderke..................................................57

Page 6: PO|guide Winter edition 2010

Zo goed als alle producten worden industrieel vervaar-digd. Hoe groot of hoe klein ze ook zijn, hoe ingewik-keld of hoe eenvoudig... ooit hebben mensen voor een bedrijf een voorstel bedacht, beschreven en technisch uitgewerkt. Zij houden daarbij rekening met de kansen op de markt, de bedrijfsstrategie, het imago, de nieuw-ste technologische snufjes, het milieu, de gebruiks-vriendelijkheid, de vormgeving en tientallen andere cruciale aspecten. Dat is productontwikkeling: nieuwe producten op nieuwe markten!

Productontwikkelaars zijn professionals die verschil-lende technieken creatief toepassen om een product-ontwerp gestructureerd op te bouwen: van eerste idee tot marktklaar product. Ze zoeken daarbij voortdurend de meerwaarde van het nieuwe product. Het zijn dus geen designers die er voor zorgen dat het product enkel een nieuw uiterlijk krijgt, ook gaan zij profes-

sioneler te werk en kunnen niet worden vergeleken met uitvinders.

Wat na je studies Productontwikkeling?

Bedrijven worden vandaag uitgedaagd om te inno-veren en te vernieuwen. De geschikte persoon om dit complexe en uitdagende proces van vernieuwing mee tot stand te brengen is de productontwikkelaar. Met zijn brede bagage, ontwerpvaardigheden, com-mercieel inzicht, technologisch overzicht, blik op wat mensen nodig hebben, computerskills én een neus voor vernieuwing is hij de best geplaatste persoon om een bedrijf te helpen innoveren.Met een Master in de Productontwikkeling kan je op vele niveaus en manieren werken aan vernieuwing:• als industrieel ontwerper geef je concreet vorm aan nieuwe producten en diensten.

Heb je ooit eens stilgestaan bij wat er allemaal komt kijken als een bedrijf een nieuw product lanceert? Het is meer dan je denkt!

6

WAT IS PO?foto: ontwerp Pieter Van de Velde

Page 7: PO|guide Winter edition 2010

7

• als new products manager ben je de stuwende kracht achter de innovatie en neem je beslissingen die stra-tegisch zijn voor product en bedrijf.• als trendbewuste, marktgevoelige en gebruikersge-richte innovatiespecialist plaats je het juiste product op de juiste markt en als creatieve ondernemer stamp je een eigen onderneming uit de grond die groeit door de kwaliteit van zijn vernieuwende producten of ontwerp-en.• als wetenschappelijk onderzoeker voeg je kennis toe aan het vakgebied van de productontwikkeling. Wat leer je tijdens je studies PO?

• SamenwerkenTijdens de opleiding ontwikkel je spontaan een hele-boel vaardigheden: in team nadenken en overleggen, constructief en opbouwend werken, tijd nuttig leren in-delen én besteden, doeltreffende presentaties geven, je ideeën beargumenteren, enz. Sterke vaardigheden die je later beslist professioneel kan benutten. Uiter-aard ontdek je ook hoe internationaal de opleiding is: studiereizen, Erasmus-uitwisselingen, internationale ontwerpweken, gastsprekers…

• Samenwerken met bedrijvenTijdens de Bachelorjaren werk je al samen met bekende bedrijven, zoals: Procter & Gamble, Bekaert, Egemin, Kreon, Pioneer, Jaga, De Ster, MIO, enz. In je laatste Masterjaar ontwikkel je voor je afstudeer-project een doorgedreven relatie en samenwerking met de industrie. Door al deze ervaringen krijg je al heel snel tijdens de opleiding voeling met de praktijk van productontwikkeling. De competenties die je daar-bij verwerft komen je later in je verdere loopbaan goed van pas.

• Samen in POProductontwikkeling is verre van een klassieke oplei-ding. Je leert intens en opbouwend samenwerken met je jaargenoten én je leert ook erg veel van studenten uit hogere jaren. De opleiding is daarom heel sociaal en meteen een aangename kans om je samen met anderen te ontplooien en te groeien.

• Samen in de prijzenOok door deel te nemen aan wedstrijden doen onze studenten veel bruikbare ervaring op. Zij zijn trouwens graag geziene deelnemers op wedstrijden en awards,

zoals: Portfolio, Bizidee, Dyson, Ecodesign en Indigo. Zo vallen we samen elk jaar in de prijzen.

• Samen verderMet meer dan 40 jaar ervaring en groeiende exper-tise is deze opleiding de enige waar je een Master in Productontwikkeling kan halen. Tal van andere Mas-ters sluiten trouwens naadloos aan op onze integrale opleiding. Bijvoorbeeld, Master na Master in Product Innovation & Entrepreneurship (Universiteit Antwer-pen Management School). Als je gebeten bent door de wetenschap van de productontwikkeling dan kan je bij ons doctoreren of onderzoek verrichten binnen een bepaald domein.

Bekijk de website: www.artesis.be/ productontwikkeling

foto: Product ontwikkeling, Ambtmanstraat 1, Antwerpen

Page 8: PO|guide Winter edition 2010

De naam Postura staat voor Productontwikkeling stu-denten raad. Ze zijn een groep studenten opgericht door en voor studenten van de opleiding Product-ontwikkeling aan de Artesis Hogeschool Antwerpen. Postura bestaat uit een groep enthousiaste studenten uit de verschillende opleidingsjaren Productontwikke-ling. Zij staan voor het verbeteren van het welzijn van de studenten binnen Productontwikkeling. Hieronder stellen zij zich voor en vertellen wat zij doen en waar ze voor staan. Wat doet Postura?

Onze groep heeft verschillende punten waar zij aan probeert te werken. Wij vormen het platform tussen de studenten en de docenten en Artesis. Zo worden er vragen behandeld als nieuwe fietsenrekken voor het gebouw, extra computerschermen en sketch tablets als ook aanpassingen van examenroosters en (buiten-landse) beursbezoeken. Wij vormen dus een aanspreekpunt voor alle ideeën, problemen, suggesties waar Productontwikkeling stu-denten naartoe kunnen komen. Ons doel is iedereen zich thuis laten voelen op school.

Wat organiseert Postura?

Ieder jaar vindt het POweekend plaats, waar alle stu-denten de kans krijgen elkaar beter te leren kennen,

als ook verhalen en tips uit te wisselen. Dit natuurlijk met de kans eens goed door te zakken en een kijk te nemen in het POstudenten leven. Regelmatig organiseren wij wedstrijden voor de studenten, zoals de jaarlijkse T-shirt design contest, een redesign van ’t Kelderke of papierenvliegtuigwed-strijd. Ook organiseren wij filmavonden, een Po|quiz en de Po|run worden door Postura in goede banen geleid. Ook organiseert Postura al enkele jaren de Po|snow, waar studenten met hun vrienden en vriendinnen voor een week naar een skigebied vertrekken tegen een zeer goede prijs. Zo waren er voorgaande jaren meer dan 100 studenten die na de examens in Januari naar de bergen vertrokken voor een onvergetelijke sneeuw- ervaring. Natuurlijk kent ook de POsnow de wel gekende Apresski met de nodige gratis vaten, Jager-meister en vooral marginale feestjes.

Wie zit er in Postura?

Dit jaar bestaat Postura uit een team van negen per-sonen zijnde: Lien Debrouwere (2Ma) als voorzitter Tom De Boeck (1Ma) als ondervoorzitter. Zij worden ondersteund door de rest van het team zijnde Emma Janssen (2Ma), Sara De Moitié (2Ma), Jeroen Dep-uydt (2Ma), Thomas Leterme (2Ma), Maxim Conrardy (1Ma), Mathijs Provoost (3Ba) en Yannick Devos (2Ba).

Productontwikkeling kent een studentenorganisaties Postura en POevents. Hieronder stelt Postura zich zelf voor.

8

POSTURAfoto: Het resultaat van een Postura T-shirt ontwerpwedstrijd

Page 9: PO|guide Winter edition 2010

9

Elk jaar zijn wij op zoek naar gemotiveerde mensen die ons willen helpen met onze opdracht. Vooral eerstejaars zijn geschikt als aanvulling voor ons team, zij zien de school vaak via een ander perspectief dan de meeste studenten die al enkele jaren bij ons op school zitten.

Waar vind je Postura?

Je kan ons vinden achter ...de deur met de strik... om de hoek helemaal aan het einde van het tweede

verdieping in lokaal 2.20 We vergaderen elke dinsdag tijdens de middagpauze. Voor ideeën of suggesties of je wil graag deel uitmaken van Postura, kom dan ge-rust eens langs. Als we niet aanwezig zijn steek je een briefje onder de deur of neem contact via de contactpagina op de website www.postura.be

Page 10: PO|guide Winter edition 2010

Wij organiseren tijdens het jaar verschillende evene-menten, activiteiten, optredens en feesten voor de studenten en de alumni. Ook zijn wij verantwoordelijk voor ‘t Kelderke dat iedere middag open is om stu-denten te voorzien van hun dagelijke behoefte aan ontspanning en een lunch.

We creëren een gezellige sfeer binnen onze richting en zorgen we voor heel wat faciliteiten en activiteiten voor medestudenten. PO|events is al vele jaren ac-tief en tot nu toe elk jaar opnieuw een groot succes.

Ondertussen zijn er al wat feestjes van ons achter de rug, zoals de gratis vaten in La Dolce Vita en de zeer succesvolle Peter en Meter fuif en Nine to Five party. Maar er staat dit jaar nog meer op de planning!

PO|events organiseert dit jaar enkele evenementen zoals: de “8 to 8” een feest georganiseerd van 21hr tot 5hr met drank aan een prijs € 1,- euro; Upstairs met live muziek door verschillende bands en tot slot een zomerse “Barbie Q”.

Dit jaar hopen wij ook enkele nieuwe concepten te introduceren als een “winter Apres-ski partie” en een “Beursfeest” met een echte index.

Na heel wat jaren PO|events zijn er ondertussen een aantal terugkomende en vooral succesvolle even-ementen.

De meeste buitenstaanders kennen ons van “Sortie” een jaarlijks georganiseerd afsluit feest met ieder jaarmeer dan 1000 bezoekers. Zo is ook het feest “Dead-line” met een 500 bezoekers een gekende naam buiten Productontwikkeling.

Wij organiseren ook het hele jaar door acties in ‘t Kelderke met oa. hotdogs, noedels, bickyburgers, etc. Ook publiceren wij als PO|events (voor de eerste keer) deze gids, de PO|guide. Binnenkort starten we ook met onze eigen merchan-dise en wat dat allemaal inhoudt houden we liefst nog even stil.

Uiteindelijk wordt alle omzet en moeite vertaald in de financiering van onze eindejaarsreis, die wij zullen maken in de 2de master Product ontwikkeling.

Voor meer informatie vinden jullie ons natuurlijk op facebook maar voor echte updates bezoeken jullie best steevast http://po-events.be/

PO|events bestaat uit een groep enthousiaste studenten uit de 1ste master Product ontwikkeling van de Artesis Hogeschool Antwerpen.

10

PO EVENTS

Page 11: PO|guide Winter edition 2010

11

CALENDAR 2010-2011

- the DeadlineDECEMBER

- geen programmaJANUARI

- Apreski Party- Workshops

FEBRUARI

- Bodega- Bruut feest

MAART

- BeursfeestAPRIL

- Barie QMEI

- SortieJUNI

Ook dit jaar heeft PO|events elke maand een feest in aanbod. Via onze website houden we jullie op de hoogte. Dus bekijk regelmatig: http://po-events.be/

Page 12: PO|guide Winter edition 2010

Dat Productontwikkeling veel bijzondere mensen kent weet iedereen, daarom spraken wij Karine Vandoorsselaer en polsten naar haar ware en daarom niet min-der bijzondere verhaal.

12

SPEERWERPSTER

Page 13: PO|guide Winter edition 2010

13

Er doen zich allerlei geruchten de ronde dat jij een erg sportief verleden hebt. Kun je hierover iets meer vertellen?

Haha, dat is juist, vooruit dan zal ik eraan beginnen. Ik ben begonnen toen ik 15 jaar oud was met speer-werpen en volleybal. Een tijdje geleden dus, zo’n 30 jaar. Volleybal heb ik enkel recreatief gespeeld bij een ploeg uit het Gentse.

Bij het speerwerpen verliep alles vlot, ik ben Belgisch kampioen en Belgisch recordhoudster geweest bij de cadetten en de scholieren. In 1983 heb ik een sport-blessure gehad en ben ik enkele jaren uit het speer-werpen geweest. Ik was toen 18 jaar. Enkele jaren na-dien heb ik de draad weer opgenomen en heb ik heel actief aan speerwerpen gedaan tot in 2008. In de periode na mijn sportblessure was mijn beste prestatie bij de senioren 3de plaats op het Belgisch kampioenschap. Hierna beland je bij de veteranen, de masters wordt het ook genoemd, en hierbij was ik ook Belgisch kampioen en Belgisch recordhoudster.

Vanaf welke leeftijd zijn de masters dan?

Vanaf 35+ ben je een master. Vanaf toen had ik veel last van mijn schouder en een operatie volgde hierop, met het gevolg dat het hier voor mij stopte. Zoals je merkt heb ik vrij lang aan speerwerpen gedaan, natuur- lijk niet constant, met die blessures die ertussen kwa-men.

Heb je ooit een topsportstatuut gehad?

In de tijd toen ik begon met speerwerpen bestond dit nog niet. Ik heb gestudeerd aan de Hogeschool van Gent en ik vond een goede overlapping en evenwicht tussen de sport en mijn studies. Sinds 1987 tot voor kort heb ik ook veel training ge-geven in het speerwerpen.

Waar gaf je zoal training?

Op de piste van Gent, Lokeren en op de piste van Zele. Er zijn niet veel mensen die aan speerwerpen doen, laat staan dat er veel trainers zijn.

Enkele jaren geleden ben ik gecontacteerd geweest door de topsportschool, hier worden beloftevolle jong-

eren opgeleid in hun specifieke discipline, om training te geven aan deze studenten. Dit heb ik slechts 1 jaar gedaan, omdat de mentaliteit van deze groep stu-denten mij niet aanstond. Bovendien kreeg ik hier een fulltime job aangeboden en de trainingen die ik tot nu toe gaf vonden enkel op woensdagnamiddag plaats.

Wat heb je exact gestudeerd? Sloot dit aan bij jouw passie voor speerwerpen?

Ik heb industrieel ingenieur in de scheikunde met specialisatie kunststoffen gestudeerd aan het CTL te Gent. Bijgevolg ben ik sinds dan gebeten door de kunststoffen.In 1986 ben ik afgestudeerd en was toen al sterk be-gaan met milieu. Ik heb dan ook een bijkomende licen-tie gevolgd aan de VUB met betrekking tot het milieu, de opleiding heet ‘Bijzondere licentie in de menselijke ecologie’. Deze opleiding duurde 1,5 jaar en werd op zaterdag georganiseerd.

Het is ook dankzij deze bijkomende licentie dat ik in 1999 mijn doctoraat heb gehaald. Om als docent aangesteld te kunnen worden in het hoger onderwijs van het lange type, nu de masters genoemd, moet je een doctoraat kunnen voorleggen. Ik ben in 1995 gestart met het doctoraat onder begeleiding van een professor van de VUB en heb het in 1999 succesvol kunnen afronden.

Wanneer ben je dan op deze opleiding beginnen werken?

In april 1990 ben ik hier begonnen als assistent. Het vak ‘kunststoffen’ werd toen gedoceerd door Mr. Stef-fens. Samen met een andere assistente zorgden wij voor de labo-oefeningen. De studenten kregen toen oefeningen om te leren werken met polyester, polyur-ethaan en het ‘materiaal van de toekomst’ destijds, waar nu geen haan meer over kraait, de mineraal polymeren.

In 1995 is Mr. Steffens op pensioen gegaan en heb ik de lessen materialenleer overgenomen. Ik was toen nog niet aangesteld als docent,omdat ik het doctoraat moest overbruggen. Pas in 2002 kreeg ik de aanstel-ing 100 % docent. Vorig jaar, anno 2009 is de vaste benoeming gevolgd.

Page 14: PO|guide Winter edition 2010

14

Bestaan deze assistenten nu nog steeds?

Deze opleiding behoorde destijds tot het kunstonder-wijs. Bij de herstructuring van het hoger onderwijs begin jaren ‘90 waren er diverse stakingen om onze opleiding op te waarderen. Bij deze actie’s werd het PO-gebouw al eens ingepakt met kunststoffolie. Het is een lange weg geweest om te komen waar we nu staan. Ook al die omschakelingen is het lessenpakket zo-danig veranderd tegenover 20 jaar geleden, dat er geen testlabo’s meer zijn. Ook ligt de nadruk van het vak materialenleer niet enkel meer op de kunststoffen, maar ook de metalen worden behandeld. De hulp van assistenten bij labo-opdrachten is dus niet meer aan de orde.

Vanwaar die passie voor kunststoffen?

Deze passie is gegroeid. In het middelbaar onderwijs volgde ik de richting wetenschappen. In de opleiding Industrieel Ingenieur Chemie had ik de keuze tussen zuivere scheikunde of kunststoffen. Kunststoffen vond ik toen al leuke materialen en daarom deze keuze. Nu is het mijn hobby geworden.

De wereld van de kunststoffen, materialen tout court, is constant in beweging. Materialenleer is een heel dankbaar vak, je kan iets laten zien en voelen aan stu-denten. Over alles wat ik toon in de lessen, kan ik een verhaal maken. Dat maakt het boeiend.

Een student productontwikkeling die niets kent van materialen en technieken is een sukkelaar. Het is een heel belangrijk vak. Als ontwerper moet je kunnen kiezen tussen vorm, materialen en technieken, de ko-stprijs dirigeert. Als je niets kent van materialen en ver-werkingstechnieken kan je geen alternatieven zoeken.Voor mij is het een plezante hobby, ik ga dikwijls naar rommelmarkten op zoek naar leuke vormen en pro-ducten die ik dan kan gebruiken in mijn lessen.

Hoe blijf je op de hoogte van nieuwe technolo-gieën die zich ontwikkelen?

Door een bezoek te brengen aan beurzen en bedrijven en door de vakliteratuur uit te pluizen. Ik ben er con-stant met bezig, zo gaat dat met hobby’s!

Waar houd je je nu zoal mee bezig in je vrije tijd nu je geen sport meer beoefent?

Ik ben begonnen met een cursus Grieks, maar ik heb helaas geen talenknobbel, dus het is niet gemakkelijk. Waarom Grieks? Omdat ik verliefd ben op Grieken-land en ik wil ooit eens een gesprek kunnen voeren met de lokale bevolking. Verder doe ik ook nog een poging om gitaar te spelen. De akkoorden van liedjes die me aanspreken zoek ik op het internet en als het eenvoudige akkoorden zijn, waag ik mijn kans!.

Zou je zelf graag productontwikkeling gedaan heb-ben?

Nee, ik blijf bij mijn materialen. Productontwikkeling is heel complex en ik ben niet zo creatief en zeker geen computerspecialist. Vanuit mijn vak help ik jullie wel en zo ben ik op mijn manier bezig met productontwik-keling. Het ganse palet van productontwikkeling zou niets voor mij zijn.

Als laatste vraag, is je Belgische record reeds ver-broken?

Bij de kadetten ben ik op de ranglijst ‘beste prestatie’s allertijden’ naar de ca. 12de plaats weggezakt. Op de ranglijst van de veteranen/masters weet ik het niet. Dat moet je maar eens opzoeken!

met dank aan Karine Vandoorsselaer, Oktober 2010

foto: Karine Vandoorsselaer in volle actie

Page 15: PO|guide Winter edition 2010

CUTTING EDGE DESIGN

Boy Wonder Chief 3D

www.parsprototo.be

15

Page 16: PO|guide Winter edition 2010

Dit om aan te duiden dat ons labo zich onderscheid van een atelier. Het onderscheid zit hem in het zijn van een plaats waar tastbare modellen worden getest en beproefd (een labo dus) en de plaats waar objecten en modellen worden gegenereerd omwille van de arte-factische waarde (zoals bijvoorbeeld een beeldhouw-ersatelier). Het onderzoeken op basis van modellen staat dus centraal.

In de diverse fases van het ontwerpproces worden ver-schillende soorten modellen ingezet, om een ontwerp te onderzoeken, testen, verifiëren en te interpreteren. Zonder het labo voor modelbouw is een goed ontwerp-proces dus niet mogelijk, vandaar ook ons interview met de twee labo gezichten, Vincent Nullens en Carlo Van Hove.

Bij wie kunnen we voor wat terecht?

Vincent coördineert het labo en omdat hij zelf product-ontwikkelaar de kan hij, in overleg met de ontwerp-

begeleiders, de relevantie van het bouwen van een model goed inschatten. Wat wil de student juist veri-fiëren, met welke techniek gaan we het model bouwen (handmatig, machinaal, via rapid prototyping)? Qua technieken beheerst Vincent de FDM rapid prototyp-ingmachine, het vacuümvormen, het verfspuiten, het manueel draaien en alle andere machinale en hand-matige technieken.Carlo is de technische operator van het labo die de in-frastructuur onderhoudt en studenten bijstaat met alle handmatige en machinale technieken. Zijn expertise is zoals iedereen weet het werken met de cnc-freesma-chine. Alsook alle soorten laswerk.

Waarom is prototyping zo’n belangrijk onderdeel van onze opleiding?

Omdat het de enige juiste manier is om als ontwer-per de tastbare aspecten van je ontwerphypotheses te verifiëren. Ook kan het proces van het bouwen van een model tot nieuwe ontwerpinzichten leiden.

Binnen Productontwikkeling wordt de plaats waar modellen worden onderzocht, getest en geverifieerd het labo voor modelbouw genoemd.

16

LABO MODELBOUW

Page 17: PO|guide Winter edition 2010

17

Tijdens het bouwen van een prototype of model wordt je als ontwerper met de neus op de feiten gedrukt en zie je snel dat niet alles wat je bedenkt of tekent (zelfs in CAD) zomaar mogelijk is.

Kunnen alle studenten hun prototypes ten alle tijde laten frezen en printen, of zijn hier voor-waarden aan verbonden?

Voor het frezen en printen van prototypes zijn er een hele reeks voorwaarden. Die kan je opdelen in voorwaarden van technische aard (CAD-parameters, grootte van de machines, materialen, kostprijs…) die worden bepaald en meegedeeld aan het begin van een ontwerpopdracht. De andere reeks voorwaarden zijn eerder organisatorisch of educatief van aard. Door de krappe personeelsomkadering van het labo kun je niet verwachten dat je à la minute kan laten cnc-frezen of 3D-Printen. Anderzijds is het vaak vanuit educa-tief standpunt beter de geautomatiseerde technieken bewust achterwege te laten. Vaak is het zo dat de relevantie van het bouwen van het model eerst gron-dig in vraag moet gesteld worden.

Zit er nog toekomst in het maken van handge-maakte modellen nu 3D-printers steeds betaal-baarder worden?

Uiteraard. Rapid Prototyping is een modelbouwtech-niek die pas later in het ontwerpproces (in de late systeemontwerp- of in de conceptfase) wordt ingezet en nuttig is. Handgemaakte modellen zullen net als schetsboeken nooit uit het ontwerpproces verdwijnen.Voor het schuren van een handgemaakt schuimmodel zijn in principe alleen je creativiteit en je geduld be-perkende factoren. Bij het inzetten van Rapid Proto-

typing ben je beperkt door de infrastructuur en zeker ook door je CAD-skills.

Zouden we op school moeten leren lassen en hout bewerken of is dat niet nuttig voor de opleiding?

Een productontwikkelaar zou best héél veel praktische materiaalverwerkende kennis hebben, niet alleen lassen en houtbewerken maar ook naaien, giettech-nieken, keramiek, glasbewerken, draaien en frezen, metsen, koken, bier brouwen, enz…Maar gezien het aantal studenten en de keuzes die gemaakt zijn bij de ontwikkeling van ons curriculum is dat niet mogelijk.

Wat is het beste ontwerp dat jullie al hebben zien ontstaan in het labo voor modelbouw?Wij zien vaak alleen maar ‘stukken’ van het ontwerp en dan nog vrij laat in het ontwerpproces. Het beste ontwerp ontstaat dan ook meestal niet in het labo, maar staat wellicht op één of ander bierkaartje.

Waarom werken jullie in het labo voor modelbouw, of op school?

Vincent: ik vind dat we ondanks de beperkte middelen toch behoorlijk mooie resultaten kunnen neerzetten en de studenten op een bewuste manier leren omgaan met modelbouw. Ook vind ik dat we nog een stuk ver-der moeten gaan, bijvoorbeeld met de integratie van elektronica en software in modellen zodat we beter de interactie van de eindgebruiker met computer embedded intelligente producten kunnen prototypen. Carlo: daar dit een non-profit organisatie is voel ik mij hier helemaal thuis, het verspreiden van kennis en kunde is de basis van het mensdom.

met dank aan Vincent Nulens en Carlo Van Hove, Oktober 2010

Page 18: PO|guide Winter edition 2010

Als afgestudeerd Productontwikkelaar kun je jezelf hierbij neerleggen of je neemt het heft in eigen handen en begint je eigen zaak. Dit is precies wat Product-ontwikkelaars Pieter Van de Velde en Thomas Van Halewyck hebben gedaan. Samen startten Pieter en Thomas het ontwerpbureau Bundl dat zich specifiek richt op de ruime sector van de collectieve goederen of met andere woorden de publieke diensten, educatie, verkeerswerken, cultuur, recreatie, etc. Wij spraken met Pieter op de nieuwe en zeer moderne locatie van ontwerpbureau Bundl in de Stoofstraat 9 in Antwerpen.

Hoe zien jullie dit, is dit iets dat je de rest van je leven wil doen of heb je nog andere dromen?

Bundl en productontwikkeling in het algemeen zie ik op dit moment zeker centraal staan in wat ik wil doen en denk dat dit niet snel zal veranderen.

Voor de komende jaren is de uitdaging om een goed productontwikkelingsbureau uit de grond te stampen alleszins groot en spannend genoeg. Daarbij zijn de mensen die hierbij betrokken zijn ook diegenen met wie ik wil blijven werken. Stel dat deze uitdaging zou verkleinen ben ik er zeker van dat Bundl en de mensen errond de basis kunnen vormen voor nieuwe dromen en uitdagingen, zoals een eigen product com-mercialiseren, andere bedrijfsconcepten, andere pro-jecten, het buitenland, ...

Hoe zien jullie de toekomst van Bundl? Wat is het ultieme doel?

Aangezien we nog een jong bureau zijn kan het nog vele richtingen uitgaan, zeker als we denken in de verre toekomst. Op dit moment is ons doel vooral om binnen de productontwikkelingsmarkt te blijven en te groeien in de kwaliteit en innovatiegraad van op-drachten. Het liefst vertrekken we namelijk vanuit de

Juni 2008 eindigde met een stortvloed aan slecht en slechter economisch nieuws. Vooral het aantal faillissementen bij starters was groot, dit geldt niet voor Bundl.

18

BUNDLfoto: Pieter Van de Velde en Thomas Van Halewyck, founders of Bundl

Page 19: PO|guide Winter edition 2010

19

product definition statement, hierbij moeten de hoofd-kenmerken van het product nog vastgelegd worden en kan dus volgens ons de grootste meerwaarde gecreëerd worden. Misschien is het ultieme doel dus om gevraagd te worden mee te werken bij ontwikke-lingen van producten die een groot effect hebben op het denken en doen van mensen. Welk type product en met hoeveel mensen we samenwerken, lijkt ons op dit moment nog ondergeschikt aan de inhoud van de opdracht.

Als we denken aan ontwerpbureaus denken we uiteraard enkel aan ontwerpen. Is dat in de praktijk ook zo of komt er meer bij kijken?

Aangezien wij met drie interne, vaste mensen zijn, komt er zeer veel bij kijken buiten ontwerpen. Onze bezigheden gaan van het ontwerpen zelf, tot prospec-tie, tot het vinden van de juiste competenties voor projecten, tot ervoor zorgen dat deze mensen in een goede bedrijfsstructuur komen, het korte en lange ter-mijn plannen, ervoor zorgen dat de juiste contracten worden afgesloten, de boekhouding, …

Al deze taken zorgen er in eerste instantie voor dat er goed ontworpen kan worden, dus kunnen er niet los van gezien worden. Natuurlijk is dit vanuit de optiek van een eigen bureau, ontwerpers die bij ons aan de slag gaan, zijn wel hoofdzakelijk bezig met het ontwerp- en, onze taak ligt dan meer in een goede briefing, bij- sturing en opvolging...

Wanneer wist je welke richting je zou ingaan na Productontwikkeling?

Tijdens mijn derde en vierde jaar heb ik één à twee dagen per week stage gedaan bij Erik Huysmans, een ontwerper die wereldwijd verlichtingsarmaturen op de markt brengt. In die periode stond ik hem bij in alles wat met nieuwe producten lanceren te maken had. Daaruit heb ik ook geleerd dat het niet enkel het ontwerpen was dat mij interesseerde, maar ook het managen van het bedrijf en alles wat er bij komt kijken. Dit soort werk bleek perfect in lijn te zijn met mijn strev-en naar nieuwe uitdagingen: in ons beroep creëer je je eigen uitdagingen.

Ik wist dus vrij vroeg dat ik zelfstandig ontwerper wou worden. Thomas en ik hebben tijdens het samenwerk-

en voor de Sortie over elkaars plannen gesproken. We hebben deze een jaar lang laten rijpen in ons laatste jaar en hebben dan besloten om ons eigen bureau bundl op te starten.

Aan welk vak heb je het meest gehad en waarom?

Door ons zeer breed takenpakket binnen ons bureau, is eigenlijk ieder vak belangrijk en reeds gebruikt in het bedrijfsleven. Economische vakken hebben ons geleerd te communiceren met onze boekhouder en ons bedrijf te beheren. Cursussen over Intellectual Pro-perty helpen ons te praten met advocaten en klanten- begeleiding waar het nodig is. Tijdens het ontwerpen grijpen we constant terug naar onze leerstof ergono-mie, fysica, schetsen, modellen en renderen.

Wat al deze vakken gemeen hebben, is dat ze een basis bieden om de materie te begrijpen en te kun-nen communiceren naar experten. Enkel binnen de ontwerpvakken zijn wij de experten, vandaar gaat mijn voorkeur uit naar deze vakken. Zowel op vlak van de methodologie als de vaardigheden.

Welk vak ontbreekt er nog in Productontwikkeling volgens jou?

Communicatie is volgens mij een van de belangrijkste begrippen binnen productontwikkeling.Voor mij is het grootste onderscheid tussen Product-ontwikkeling op school en de bedrijfswereld de tijd waarop alles gebeurt. Snelle, doelgerichte, maar toch professionele communicatie is dus cruciaal. Dat wil zeggen dat met zeer weinig tijd en effort complexe systemen, concepten, enzovoort moeten worden uit-gelegd. Hierbij wordt snel en communicatief schetsen dus uiterst onmisbaar.Ik zou dus aanraden om hier meer aandacht op te vestigen. Dit hoeft voor mij niet persé als extra vak: tijdens consulten van de ontwerpopdrachten kan hier al veel gebeuren.

Waarom heb je beslist om Productontwikkeling te studeren?

Van kleins af aan wou ik architect worden: huizen tekenen, die dan gebouwd werden in het echt leek me ideaal. Dit was toen ook het enige beroep met die in-houd dat ik kende: van PO had ik nog nooit gehoord,

Page 20: PO|guide Winter edition 2010

20

dus was het onmogelijk om hiervoor te kiezen.

Tijdens de studiekeuzebegeleiding sprak ik met een docent architectuur over mijn eventuele keuze en interesses. Hij raadde aan om zeker productontwik-keling eens te bekijken, aangezien dit qua inhoud vrij gelijkend was. Na het lezen van de folders en de open-deurdag, was ik volledig verkocht aan PO, dus was de keuze vrij eenvoudig.

Welke verwachtingen had je vooraf en zijn die in-gelost?

Grotendeels zijn alle verwachtingen die ik had van productontwikkeling ingelost, vooral gezien vanuit het lessenpakket. Het enige wat ik gemist heb tijdens de vijf jaar is de link met de productontwikkeling binnen het bedrijfsleven. Wel merk ik dat dit reeds veel ver-beterd is tegenover onze periode op school, dus dit gaat zeker de goede weg op.

Een andere verwachting was dat afgestudeerden pro-ductontwikkeling bijna allemaal terechtkwamen bin-nen ontwerpbureaus of PO-afdelingen binnen grote bedrijven, voornamelijk als ontwerpers. Door de brede opleiding blijkt dit een veel ruimere waaier aan functies te zijn. In principe wordt, voor mij althans, een PO’er

zo opgeleid dat hij zichzelf, na de studies, nog in bijna iedere richting kan vormen. Dit was een inzicht dat ik pas op het einde of zelfs na po heb leren inzien.

Welke aangeleerde vaardigheden ben je aan het verwaarlozen en hoe komt dat?

Het doorgedreven voorstellen van concepten of pro-ducten, d.m.v. renders en photoshop was tijdens de studies één van mijn favoriete bezigheden. Nu, binnen bundl, blijkt er zeer weinig tijd voor te zijn waardoor dit in minder gedetailleerde mate kan. Hierdoor blijf je natuurlijk niet up-to-date over de trends, software, …

Heb je nog een gouden tip voor de studenten?

Tijdens de studies zoveel mogelijk luiken van product-ontwikkeling leren kennen, om zo te weten in welke richting je wil verder gaan. Iemand die dit duidelijk weet op het einde van de rit, zal hier met zeer veel motivatie aan willen beginnen. Het is deze motivatie die je vooruit helpt, zowel persoonlijk als binnen je om-geving, bij het vinden van een job, het opstarten van een bureau, het verder studeren, …

met dank aan Pieter Van de Velde en

Thomas Van Halewyck, Oktober 2010

foto: ontwerp van Bundl, een parasol voor Umbrosa

Page 21: PO|guide Winter edition 2010

21

Page 22: PO|guide Winter edition 2010

Helaas is niet iedereen zomaar in staat een echt expresieve schets of tekening op papier te zetten, maar is het effectief zo dat enkel een mooie schets of tekening kwalitatief is? Het antwoord op deze vraag is gelukkig nee, maar dan wel een genuanceerde nee. Een kwalitatieve schets of tekening is er een die zijn functie vervult en dat werk is afhankelijk van wat je ermee wil bereiken.

Doodle schets

Een doodle is een kleine schets voor jezelf. Het zijn meestal krabbels waarmee je ideeën snel op papier zet en hierbij is het enige belang de kwantiteit van ideeën. Als je een bepaald idee neergekrabbeld hebt kan daar weer een ander idee uit voortvloeien en zo bekom je een heleboel kleine doodles die elk een idee representeren.

Als we binnen Productontwikkeling over schetsen praten, gaat het vaak over de kwaliteit die gemeten wordt door de emotionele waarde van een schets of tekening.

22

SCHETSEN

schets: http://www.spencernugent.com/, Oktober 2010

Page 23: PO|guide Winter edition 2010

23

Exploratieve schets

Een exploratieve schets is nog steeds bedoeld om verschillende ideeën op papier te zetten, maar dan al iets meer in een bepaalde richting. Als je bij de doodles allerhande keukengereedschap hebt geschetst kan je bij de exploratieve schets bijvoorbeeld allerlei verschillende scharen schetsen. Dit zijn ook schetsen waarmee je naar een klant of een docent kan stappen. Er zit nog geen detail in de schets, maar het geeft wel een goed overzicht van de verschillende mogelijkheden.

Technische schets

Een technische schets is bedoeld om het systeem van je idee/product te exploreren. Het is net zoals de explora-tieve schets puur om verschillende ideeën te schetsen, maar het is wel belangrijk dat je wat meer aandacht aan de schets besteedt. Als je op een bepaalde manier twee onderdelen in elkaar wil laten bewegen moet je vooral rekening houden met verhoudingen. Het is niet nodig om per idee meer dan 5 minuten te besteden, maar het kan wel handig zijn om een meetlat bij de hand te hebben voor de basis verhoudingen en om de details correct neer te schetsen. Zo voorkom je dat je systeem op papier foutloos werkt, maar in de praktijk onmogelijk kan functioneren.

schets: http://www.spencernugent.com/, Oktober 2010

schets: http://www.spencernugent.com/, Oktober 2010

Page 24: PO|guide Winter edition 2010

24

Uitgewerkte schets

Hier heb je al heel wat beslissingen genomen over je ontwerp, en bevind je in de uitwerkingsfase. Je component-en zijn er al, maar er moet nog een mooie behuizing rond gemaakt worden. Een goeie manier om dat te doen is om de outlines van de componenten 20 keer uit te printen en daar telkens variaties rond te maken. In een volgend stadium kan je hetzelfde doen met de globale behuizing om er allerlei details op aan te brengen. Op het einde van deze fase moet het product helemaal op punt staan.

Presentatietekening

In principe heb je tot nu toe nog geen tijd verloren met schetsen want je hebt alles snel op papier gezet. Dat is heel goed want ‘time is money’, en in de industrie lachen ze er niet mee als je voor elk idee uren verliest om het mooi voor te stellen terwijl het waarde van het idee niet erg hoog is. Presentatietekeningen zijn ideeën die uitgewerkt worden en uiteindelijk aan de klant/baas/jury moeten voorgesteld worden. Hier kan je eindelijk wat tijd besteden om een mooie tekening te maken. Het doel hiervan is om het product op een mooie manier voor te stellen, zodat het duidelijk is hoe het product eruit ziet, wat het doet, welke componenten er aanwezig zijn en uit welke material-en het gemaakt is. Het is echter niet de bedoeling dat je hier een extreem perspectief kiest, of je product in een donkere omgeving plaatst, want alles moet nog steeds duidelijk ‘leesbaar’ zijn.

schets: http://www.spencernugent.com/, Oktober 2010

tekening: http://www.spencernugent.com/, Oktober 2010

Page 25: PO|guide Winter edition 2010

25

Emotionele tekening

Hier kan je jezelf helemaal laten gaan. De overtuigende tekening moet emoties losweken bij de persoon die er-naar kijkt. Het product is niet altijd helemaal zichtbaar omdat er extreme camerahoeken gekozen worden, of men laat slechts een detail van het product zien. Niet iedereen kan deze tekeningen maken, want hiermee moet je echt mensen overtuigen van je product en zodoende kan je je geen foutje permitteren.

Samengevat

Er bestaan dus verschillende niveaus om je idee op papier te zetten. Tijdens het ontwerpproces doorloop je chrono- logisch alle bovengenoemde fases. Een belangrijk iets dat vaak wordt vergeten is het onderscheid tussen een schets en een tekening. Binnen Productontwikkeling verklaren we deze als volgt:

• Schetsen, tijdens dit proces is het ontwerp dat je schetst nog in volle evolutie. Je schetst verschillende oplossingen en bent dus nog bezig met ontwerpen.

• Tekenen, bij tekenen is het proces van ontwerpen afgesloten, de beslissingen staan dus vast. Je tekent één ontwerp vanuit verschillende standpunten om te communiceren met andere personen.

tekening: http://www.carbodydesign.com/ BMW LayerOn Concept, Oktober 2010

Page 26: PO|guide Winter edition 2010

26

Page 27: PO|guide Winter edition 2010

27

Page 28: PO|guide Winter edition 2010

Wij hadden een interview met de door koffie ge-fascineerde persoon in het door hem opgestarte koffiecafé Bar choq.

Wie ben je en welke richting ben je ingeslagen na je studie Productontwikkeling?

Ik ben Jens en toen ik nog PO studeerde lag mijn in-teresse vooral in het begin van het ontwerpproces, de ontwikkeling en innovatie. Daarom wou ik me meer verbreden in management en studeerde ik na de mas-ter Productontwikkeling, het Enterpreneurship aan de UAMS. Ik wou meer weten over enterpreneurship, maar wist nog niet precies wat, ik wou vooral zelf iets gaan doen.

Na mijn studies heb ik een tijd gewerkt voor een con-sultancybedrijf in Brussel. Na twee projecten bleek het toch niet zo mijn ding, vooral het rijden naar Brussel was mij te veel. Het was toen dat ik me geroepen voel-

de door het ondernemerschap, ik wou het echt heel graag doen, het liefst de dag erna in eender welke branche. Eigenlijk vooral om te zien of ik de stress en het management aan kon. Toen was het moment want als ik veertig zou zijn zou ik allerlei dingen hebben die me tegen zouden houden.

Toen ik begon had ik geen geld, maar begon toch te zoeken naar iets wat ik kon starten met weinig geld. Al snel kwam ik in de horeca terecht waar ik een hogere slaagkans had. Uiteindelijk werkte ik mijn plan uit tot koffiecafé. Nu ben ik daar al bijna ruim twee jaar mee bezig.

Ik ben gefascineerd door koffie, ook koffiemachines boeien mij enorm, ik zou altijd met koffie willen bezig blijven. Zelf zie ik me binnen nu en tien jaar nog bezig aan een koffiegerelateerd product. Het zou zonde zijn al mijn ontwerpkennis zo maar weg te gooien en dit lijkt mij geen slechte keuze.

Als afgestudeerd Productontwikkelaar is het niet zo vanzelfsprekend dat je na vijf jaar studeren een koffiecafé opstart. Toch heeft Jens Oris dit gedaan...

28

BAR CHOQ

Page 29: PO|guide Winter edition 2010

BAR CHOQ

29

Vanaf het begin van de Kaffeenation was ik daar vaste klant, de passie voor koffie is er altijd al geweest en in Antwerpen was er veel groeipotentieel.Het bedrijf Starbucks maakte voor mij goede reclame, het maakt koffie terug populair. Er werd weer over koffie gesproken en de koffiecultuur werd zo terug in de verf gezet. Ook kun je spreken over vakmanschap, niet enkel technologie. Natuurlijk kan iedereen een kan koffie maken, maar er zijn verschillende niveaus. Voordat je het goed onder de knie hebt moet je veel oefenen, het is nu eenmaal een lang leerproces. Eenmaal je goede cappuccino maakt, merk je dat ook effectief aan de verkoop. Dit geeft mij natuurlijk ook voldoen-ing, mensen komen speciaal naar hier voor een goede cappuccino, deze voldoening had ik in mijn vorige be-roep niet.

Kun je in het kort uitleggen wat Bar choq is?

Bar choq is een espressobar en focust zich volledig op koffie. Tot nu toe wou ik vooral testen of mijn concept aansloeg maar binnen enkele jaren wil ik koffie begin-nen branden; koffie gaan kopen in landen zoals Kenia.

Veel mensen begrijpen niet dat je na zes jaar studeren dit begint. Maar er komt meer bij kijken dan je denkt, het is een plezierige mix van sociale en economische aspecten. Persoonlijk zie ik dit als een grote ontwikke-ling op gebied van business concept. Een café lijkt dan misschien wel geen product, maar uiteindelijk verkoop ik toch mijzelf, mijn koffie en vooral sfeer. Een groot voordeel van Productontwikkeling is de brede basis en die kan je echt op alles toepassen.

Momenteel gebruik ik totaal geen engineering skills maar de wetenschappelijke kant achter koffie is dan toch weer iets waar je je vaardigheden kan benutten.

Ik ben blij dat ik snel in zag dat ik wou ondernemen, al heb ik het misschien van mijn vader die ook altijd zelf-standige is geweest. In de toekomst hoop ik minder zelf te serveren maar momenteel is het eigenlijk routine geworden.

Heb je veel verschil gemerkt tussen PO en UAMS?

In mijn tijd was UAMS erg warrig, het was toen ook het eerste jaar dat de richting van start ging. Het is

goed om een extra diploma te hebben, het opent meer deuren voor jezelf. Een groot stuk op UAMS gaat over jezelf verkopen. Daar heb ik lessen gekregen in sol-licitatie en cv’s opstellen. Dit was voor mij compleet nieuw.

Waarom heb je destijds voor PO gekozen?

Als eerste heb ik een technische opleiding gedaan. Daar leerde ik draaien, frezen en slijpen. Ik zou toen een stap verder zetten zelf ontwerpen en tekeningen maken. Binnen Productontwikkeling heb ik heel veel plezier gehad. Het creatief proces is niet voor iedereen weggelegd. Het is een erg brede opleiding en je kan er alle kanten mee uit.

met dank aan Jens Oris, Oktober 2010

foto: Jens Oris eigenaar Bar Choq

Page 30: PO|guide Winter edition 2010

Deze graad kan alleen verkregen worden door het uitvoeren van onderzoek. Dit klinkt voor veel mensen ver van hun bed maar ook in de richting Product-ontwikkeling zijn er verschillende mensen bezig aan een doctoraatsstudie. Wij spraken Rob Linders (één van de docenten van de richting Productontwikkeling) en kwamen tot een bijzondere ontdekking.

Waarom zou je een doctoraat willen behalen?

Het gaat mij helemaal niet om het doctoraat, het gaat mij om het onderwerp. Het onderwerp zijn scharnier-ende knieprotheses, dat is iets wat ik zelf nodig heb. Per jaar worden er zo’n 18.500 knieprotheses ge-plaatst. Hierbinnen bevindt er zich een selecte groep waarbij er naast die prothese ook andere complica-ties zijn, ikzelf behoor tot deze groep. Hiervoor zijn er helaas geen goede protheses te vinden. Dit omdat de industrie hier momenteel niet aan werkt, het is nu een-maal een erg klein marktsegment.

Vaak werkt de industrie voor de oudere bevolking. Hier gaan de huidige protheses met een levensduur van 6 tot 7 jaar lang genoeg mee. De levensverwachting-en zijn hier minder hoog en bovendien zijn ze minder actief, ze spelen geen sport en lopen maar kleine af-standen.

Ik ben tevens een speciaal geval, de meeste mensen doctoreren vlak nadat ze afgestudeerd zijn. Ik doc-toreer ruim 22 jaar later en na heel wat papierwerk ben ik uit dit jaar eindelijk officieel aan mijn doctoraat begonnen.

De meeste doctoraatsstudies zijn theoretisch. Binnen onze school zijn alleen ik en Kristof Vaes bezig met een praktisch doctoraat. Hiermee ben ik erg blij, iets theoretisch dat is niks voor mij.

Waarom heb je dit onderwerp gekozen?

Ik heb zelf nood aan een prothese. In 1976 heb ik een ongeval gehad met de fiets. Hierbij was mijn scheen-been gebroken en waren mijn kruisbanden en laterale meniscus gescheurd. Ik was toen nog maar twaalf jaar oud en had een botbreuk over de groeiringen, dat was funest. Destijds ben ik operatief hersteld met technieken van de jaren zeventig en had een erg goed herstel. Uiteindelijk viel ik 15 jaar later op de stoep en na een minder goede operatie werd mijn situatie slechter en slechter. Ik kreeg speling op de knie en kon niet meer goed lopen... na heel wat jaren sukkelen en opereren ben ik terecht gekomen bij een goede doctor en (nu) mijn promotor in Leuven.

Doctor of Philosophy, is een Anglo-Amerikaanse variant op de Academische graad van Doctor. Om deze titel te behalen doe je aan onderzoek en schrijf je een doctoraatsthesis.

30

DOCTORAATfoto: Rob Linders, docent Product Ontwikkeling

Page 31: PO|guide Winter edition 2010

31

Toen ik bij Artesis Hogeschool kwam werken werd er wel eens gesproken over een doctoraatsstudie en ik dacht toen waarom eigenlijk niet? Uiteindelijk doe ik het deels voor mezelf maar ik hoop vooral dat ik met dit onderzoek mensen met hetzelfde probleem kan helpen. Ik zie en ken de tekortkoming in de protheses van vandaag en denk dat ik hierbij goed kan helpen!

Waarom is de huidige prothese zo zwak? Ligt dit aan het ontwerp?

Het grote nadeel van de huidige knie protheses is dat ze maar een jaar of zes mee gaan, vaak vanwege het verzwakken van de verbinding tussen de botten en de prothese. Een bot is een levend object en past zich aan de omstandigheden aan. Het maakt zichzelf sterker op plaatsen waar het nodig is, helaas geldt dit ook andersom, een bot maakt zichzelf zwakker indien hij minder belast wordt. Om de verbinding tussen het bot en de prothese sterk te houden is het belangrijk om het bot te stimuleren. Een idee is dus om de pro-these zwakker te maken zodat het bot zijn functie be-houdt en zo ook zijn sterkte. Menselijk bot is erg taai en flexibel maar tegelijk ook heel licht. Dit zijn tegen-strijdige materiaaleigenschappen, het vergt dan ook een grote expertise om het juiste prothesemateriaal te selecteren.

Hoe ga je te werk bij een doctoraat?

Je trekt conclusies uit een onderzoek. Helaas kunnen deze conclusies een afwijkend antwoord hebben. Zo kan het zijn dat er uit het onderzoek een heel ander ontwerp komt waarmee ik uiteindelijk niet mee ben geholpen. Op dit moment lees ik erg veel en doe ik vooral analysewerk natuurlijk denk ik al aan oploss-ingen, maar nu kan ik nog geen echte beslissingen nemen. Op dit moment zie ik drie belangrijke aan-dachtspunten:

• Vooreerst ben ik op zoek naar een prothese die niet alleen scharniert, maar ook kan rollen en glijden, dit zoals de natuurlijke bewegingsvorm van de knie.

• Een tweede aspect is demping, de huidige protheses hebben dit niet en belasten de botten met zeer hoge pieken. Wat hinderlijk en pijnlijk is bij het stappen.

• Het derde aspect is gebaseerd op een onderzoek van NASA, m.b.t. lange reizen naar Mars. Door de gewichtsloosheid zullen de botten van de astronauten langzaamaan degraderen. Trillingen kunnen dit proces tegengaan en zijn bovendien goed voor de spieren dat weten we al een aantal jaar. Het idee is om het bot rond- om te prothese een bepaalde tijd bloot te stellen aan trillingen. Door deze trillingen wordt het bot rondom de prothese ontlast en belast en blijft hierdoor actief.

Uiteindelijk is het erg leuk om aan een doctoraat bezig te zijn. Tenslotte is de motivatie bij mij buitengewoon hoog en ik kijk uit om eraan verder te werken.

met dank aan Rob Linders, Oktober 2010

foto: de huidige prothese

Page 32: PO|guide Winter edition 2010

Met zijn unieke interieur en zijn bijhorende gezellige sfeer behoort dit café tot een stukje geschiedenis van elke PO student. Maar waarom is dit het stamcafé van de PO student, wie is de eigenaar en hoe begon het allemaal. Dit vroegen wij ons ook af.

Dus op een rustige avond trok een van onze reporters het café in, bestelde een pintje en haal-de zijn notitieboek boven.

Sascha Mispoulier, 32 jaar, en al 6 jaar trotse eige-naar van La Dolce Vita. Samen met zijn vriendin heeft hij net een huisje gekocht in Berchem, hier niet al te ver vandaan. Dat was de man die onze vragen ging beantwoorden.

La Dolcé Vita, het goede leven. Achter zo’n naam zit toch een geschiedenis?

Jaja, en of dat zo is... Zo’n 25 jaar geleden bracht Domien, de vorige cafébaas, zijn vakantie door in het

prachtige Italië. Hier verloor hij zijn hart. Het prachtige landschap, de beste pizza’s en bloedmooie vrouwen. Dit was het leven zei hij, La Dolcé Vita.

La Dolcé Vita, een echt po-café, is dit altijd zo geweest?

In het begin trok het café vooral studenten van archi-tectuur aan, dit was te verklaren doordat Domien zelf architectuur had gestudeerd. Gelukkig vonden ook enkele po-studenten de weg naar La Dolcé Vita. Maar een echt academie-café werd het pas toen ik de zaak overnam. Hoewel ik rechten studeerde hier in Antwerp- en, was ik zeer goed bevriend met studenten van productontwikkeling en wat als je kameraad een café heeft, dan zou ik het ook wel weten. Uiteindelijk heb ik 6 jaar lang rechten gestudeerd hier aan de univer-siteit. Het is een interessante richting, maar toen ik het allemaal door begon te krijgen, dus het totale plaatje snapte, wist ik dat het niets voor mij was en besloot ik om te stoppen. Ondertussen was ik ook al 25 jaar

La Dolcé Vita, een danscafé gelegen op een hoek van de Stadswaag, een gezellig pleintje in het hart van de studentenbuurt.

32

LA DOLCé VITAfoto: Sascha Mispoulier

Page 33: PO|guide Winter edition 2010

33

oud geworden, dus tijd om te beginnen werken en dat deed ik hier, in La Dolcé Vita.

Waarom Rechten, is Productontwikkeling niets voor jou?

Absolute wetenschappen spreken mij wel aan en aanvullend studeerde een vriend hier, dus waarom niet. Maar had ik geweten dat PO bestond, had ik dat gedaan.

Een leven als barman Sascha, het klinkt als elke avond feest, maar is dit ook zo?

Haha, je komt wel veel tegen. Je ontmoet veel interes-sante mensen, in de week studenten en in de week-ends werkmensen, elk met hun eigen verhaal. Maar anderzijds je leeft wel ‘s nachts, maar je moet commu-niceren met de dag. Rekeningen binnen brengen, de brouwer regelen, langst de post en dergelijke, dus veel slapen zit er niet in en dat is de mindere kant.

Eerder vernoemde je dat dit een academie-café is, wat bedoel je daar precies mee?

Heel simpel, hier komen voornamelijk studenten van de academie. Ook laat ik geen studenten binnen die een lint aanhebben. Ze mogen binnenkomen, maar dan vraag ik vriendelijk om de lintjes af te doen. Dit doe ik omdat de academie er geen heeft en al die on-zin die er mee samen gaat vind ik ook niets bijzonders. Ik heb in mijn studentenjaren wel zelf in een studen-tenvereniging gezeten, maar de academie heeft toch een puntje voorrang. Met het weigeren van linten heb ik zeker wel last gehad... dan beginnen ze over dis-criminatie en dergelijke. Gewoon laten doen denk ik dan. Een leuk verhaal trouwens over de academie en studentenverenigingen is dat ongeveer twee jaar geleden enkele studenten van architectuur het idee hadden om een studentenvereniging voor de acade-mie op te richten. Enkele dagen na de bekendmaking werd er spontaan door de studenten van de academie zelf een petitie opgestart om dit tegen te gaan. Dus als je het mij vraagt wil ook zo de academie-student zich onderscheiden van de ‘gewone’ student.

Over de jaren zijn hier al verscheidene succesvolle feestjes georganiseerd, maar welk feestje spande de kroon?

De 7 to 7, georganiseerd door PO|events enkele jaren geleden, was wel een topper. Het concept was ge-niaal: op de 7e mei kon je voor 7 euro van 7 uur ‘s avonds tot 7 uur ‘s morgens zo veel drinken als je op kon. Het plein stond helemaal gevuld, allemaal voor mijn café. Dat was echt een topfeestje.

Dat was PO|events van enkele jaren geleden, wat zijn je verwachten voor het komende jaar?

Haha, gespannen! Nee, het is elk jaar anders, steeds andere studenten in events. Maar dit jaar kijk ik er wel naar uit, ik denk persoonlijk dat dit een veel belovend jaar is.

Sascha jij staat zeer bekend voor uw cocktails. Ze zijn altijd zeer verzorgd en uniek. Voor Waa-gstock, een jaarlijks festival hier op de stads-waag, had je zelfs speciaal één gecreëerd. Hoe zou de PO-cocktail smaken? De PO-cocktail, daar moet ik over nadenken. Of wacht... Sascha draaide zich om en ging aan de slag. Hij nam een long-drink glas en liep zijn dranktoog af. Hij staarde er enkele minuten naar (diep aan het na-denken veronderstel ik) en nam enkele flessen. Als een meester van de cocktails begon Sascha profes-sioneel te mixen, limoen te persen en ijs te crushen. Een groen flesje frisdrank ging er nog in en de cocktail was af. Alsjeblief zei hij, ik presenteer de PO-cocktail, een primeur. Ik nipte eens, niet slecht, hopla, drinken die sh#t! Er moet nog wel aan gesleuteld worden, zei hij, maar elke keer als hij besteld wordt, zal hij net iets beter smaken als de keer ervoor.

Hierna hebben ik en Sascha nog veel lol gehad en zitten lachen tot diep in de nacht. Halverwege de weg naar huis bedacht ik: “als ik volgende keer niet weet wat te bestellen, dan wordt het PO-cocktail natuurlijk”.

met dank aan Sascha Mispoulier, Oktober 2010

Page 34: PO|guide Winter edition 2010

34

Page 35: PO|guide Winter edition 2010

35

Page 36: PO|guide Winter edition 2010

Wij spraken San Bonquet en vroegen naar haar unieke ervaringen in het buitenland. Vorig jaar vertrok zij in september voor vier maanden naar Valencia in Spanje. Daar deed San mee aan het European Project Semester, ook wel gekend als EPS. Dit is niet gelijk aan een Erasmus-programma waarbij je lessen volgt in een buitenlandse school. EPS is op een project gebaseerd Erasmus-programma voor in-ternationale studenten met het onderscheid dat EPS studenten uit verschillende ingenieurs- en business-richtingen samenbrengt om in teams aan een pro-ject te werken. Hieronder vertelt San over haar vier maanden in Spanje.

Voor mij is de EPS een onvergetelijke herinnering. Het is leuk om met mensen met een andere achtergrond en kennis samen te werken. Voor een deel leunt dit project dicht aan bij de echte werkwereld waar je ook met ingenieurs en economisten moet samenwerken. Je leert hen begrijpen maar je leert jezelf ook duideli-jk te maken, want het is helemaal anders om een

ontwerp uit te leggen aan een ontwerper dan aan een niet-ontwerper, en dat in een andere taal!

Mijn project ging over outdoor meubels. Het was de bedoeling om een innovatief ontwerp van meubels te creëren gebaseerd op het leven in Valencia. Voor het project doorloop je alle stappen van het ontwerpproces van ideevorming uit marktonderzoek tot prototyping. Ons resultaat waren twee ontwerpen een picknick trol-ley met vervormbare stoeltjes en een meubelontwerp voor in de publieke parken. Naast een andere school leer je ook nog een nieuwe cultuur kennen. Het was leuk om de Spaanse tradities te leren kennen en alles in Valencia te bezoeken. Het was ook fijn dat je door het project ook de stad leert kennen omdat dit onze doelgroep was. Daarnaast leer je ook nog eens veel nieuwe mensen en vrienden kennen. Ik ben zeer tevreden over mijn uitwisseling. Het was een leerrijke en zeer toffe ervaring. Zeker een aan-rader!

Tijdens de opleiding PO heb je de mogelijkheid een half jaar of een jaar in het buiten-land te studeren. Meestal via een Erasmus- of EPS- programma.

36

ERASMUSfoto: San Bonquet (helemaal links) tijdens haar EPS in Valencia

Page 37: PO|guide Winter edition 2010

37

Page 38: PO|guide Winter edition 2010

Ivory Grand is een Antwerpse progrock band waarvan momenteel twee leden Productontwikkeling studeren. Met Leander Feliers achter het drumstel en Nicolas Faes als piano, gitaar en zanger zijn ze samen met nog twee bandleden een aanstormend talent.

Wanneer en hoe is Ivory Grand ontstaan?

Nicolas: Jenten en ik hadden al eens een paar keer samengespeeld en een liedje thuis opgenomen. Maar Ivory Grand ontstond pas eind 2008 wanneer Lean-der mee kwam doen. Jenten studeerde ook Product-ontwikkeling in de eerste bachelor maar is ondertus-sen verder gegaan als industrieel ingenieur.

Jenten: Ik ben gestopt omdat het ontwerpen me niet echt lag, ik zocht een meer theoretische richting. Nu studeer ik industrieel ingenieur aan de paardemarkt.

Leander: Na een paar weken hadden we onze eerste demo al thuis opgenomen, juist op tijd voor de ex-amens (januari 2009). We maakten ons klaar voor

ons eerste optreden toen Ralph (neef van Nicolas) ten tonele kwam. Dit was begin februari 2009 en meteen ook de vervollediging van Ivory Grand. We repeteren en nemen de muziek zelf op thuis, op een zolder bij Nicolas. Dezelfde demo werd opnieuw ‘uitgebracht’ met de baslijnen van Ralph dit keer.

Nicolas: Ralph is de jongste van de band. Hij is bezig met een muzikale studie piano op de kunsthumaniora en is van plan om naar het conservatorium te gaan.

Wat hebben jullie al bereikt?

Leander: We hebben deelgenomen aan de Fnac Un-signed Music Talents 2009 en zijn toen tot in de Finale geraakt in ‘Petrol’. Deze winter (2009-2010) zijn we eenmalig op StuBru geweest met het nummer Future Appointment dankzij vi.be/onair.

Nicolas: Momenteel hebben we een nieuwe demo (demo2 genaamd) klaarliggen met drie nummers.

Buiten Productontwikkeling slagen de meesten van ons erin om ook hun vrije tijd succesvol door te brengen. Een bijzonder geval is de groep Ivory Grand.

38

IVORY GRANDfoto: Ivory Grand

Page 39: PO|guide Winter edition 2010

39

Wat zijn de meest onvergetelijke optredens?

Nicolas: De Halve finale UMT in Luik, de optredens in Ieper (stadsfestival), het optreden in Kavka en Waag-stock waren voor ons onvergetelijk.

Wie zijn jullie inspiratiebronnen en wat zijn de dromen?

Leander: o.a. Sigur Ros, Coldplay en Moby inspireren ons, maar we hebben allemaal een bagage aan muzi-kale inspiratiebronnen. Zo ook zijn Pink Floyd, Morn-ing Runner, The Editors, Kings Of Leon, Neil Young, Tool ........ inspiratiebronnen.

Nicolas: Waar de meeste bands van dromen: Succes door wat ze doen.

Hoe combineren jullie de studie en de muziek?

Leander: We repeteren in de week op dagen dat we geen deadlines hebben. Soms is dit twee maal, maar meestal krijgen we er maar één repetitie uit!

Nicolas: Het handige is wel dat Leander en ik de-zelfde agenda hebben..

Leander: Omdat ik in het weekend terug naar Ieper ga, wordt er nooit in het weekend gerepeteerd, tenzij er een optreden plaatsvindt.

Houden jullie veel rekening met deadlines als er aanbod binnenkomt voor een optreden?

Nicolas: Dat hangt van de soort deadline af en het soort optreden. Voor een jury wagen we het meestal niet, hoewel het dit jaar één keer is voorgekomen. Maar het optreden was zeker de moeite!

Muziek of een Productontwikkeling carriere?

Leander: Dat is een onmogelijke vraag.

Nicolas: Die vraag is momenteel inderdaad moeilijk te beantwoorden. Momenteel houden we beiden vol, mijn mening is om dit zo lang mogelijk vol te houden!

met dank aan: Nicolas Faes, Leander Feliers,

Jenten De Roeck, Ralph Hermans, Oktober 2010

foto v.l.n.r. Ralph Hermans 1992 - Basgitaar kunsthumaniora, Nicolas Faes 1988 - Piano, gitaar en zang (2Ma)Leander Feliers 1988 - drum (2Ma) en Jenten De Roeck 1988 gitaar en zang Industrieel ingenieur

Page 40: PO|guide Winter edition 2010

Sinds kort is het mogelijk binnen de opleiding Pro-ductontwikkeling een stage te doen. Een van de stu-denten die van deze gebruik heeft gemaakt is Yoeri Artemieff. Hij liep stage bij twee bedrijven en vertelde ons zijn verhaal.

Als Productontwikkelingstudent heb ik reeds twee stages achter de rug. Als eerste liep ik twee weken stage bij het bedrijf ‘’Made’’ in Antwerpen. Mijn tweede stage deed ik bij “POTM Studios” in Eindhoven en du-urde iets langer dan vier weken. Aangezien de stage periodes relatief kort zijn kan je nooit een volledig project van begin tot einde meemaken. Je wordt dus meestal ingezet voor verschillende projecten die alle-maal in een andere fase van het ontwerpproces zit-ten. Dit zorgt ervoor dat je zeer verschillende taken krijgt. Zo heb ik bijvoorbeeld mee geholpen aan brain-storms, presentaties voor klanten gemaakt, prototypes gemaakt met vacumeer machines en cnc-frezen, conceptontwerpen bedacht, uitgewerkt in 3D en ge-rendered voor de presentatie. Dit is slechts een kleine greep uit de taken, maar geeft toch een beeld dat je met elke fase van het ontwerp kennis maakt. Mijn stage heb ik vooral gevonden door mensen te kennen en te netwerken, netwerken en nog eens netwerken. De eerste stageplaats heb ik gevonden via een tip van een docent. De tweede stageplaats heb ik

gevonden door contact op te nemen met een persoon die ooit een workshop in school heeft gegeven waar ik aan had meegedaan. Zelf heb ik nog een hoop andere bedrijven gecontacteerd dus je hebt zeker niet van de eerste keer beet. Je begint je zoektocht door contact-gegevens te verzamelen van bedrijven die je kent. Dan begin je rond te mailen en bel je best ook nog eens. Een bedrijf krijgt per dag tientallen mails binnen en jouw mail wordt dus al snel opzij geschoven. Daar-om is het aangeraden om ook nog altijd eens te bellen nadat je gemaild hebt zodat je hen terug kan wijzen op je mail. Ik had op voorhand ook een portfoliowebsite gemaakt waar ik in mijn mails steeds naar verwees. Zo kan het bedrijf snel zien wat je in petto hebt en of dit bij hun eisen past. Tijdens een stage leer je hoe het allemaal “echt” in zijn werk gaat. Op school leer je vooral de theorie. Als je voor een bedrijf werkt kan je niet afkomen met mooie tekeningen van ontwerpen die niet kunnen worden geproduceerd. Op school simuleren we het bedrijfs-leven, maar omdat we niet werkelijk investeren en pro-duceren zijn er eigenlijk geen risico’s aan je ontwerp beslissingen verbonden. Bovendien is er een gigan-tisch verschil tussen de theorie die je leert in het school en hoe alles er in de praktijk aan toe gaat. Vergelijk het met je rijexamen. Als je je theorie hebt gehaald kan je ook nog niet effectief rijden. Hiervoor heb je er-

“Een stage biedt de unieke kans om tijdens je opleiding al met het bedrijfsleven in contact te komen. Deze mag je zeker niet laten voorbij gaan”.

40

STAGEschets: ontwerp van een USB modem door Made

Page 41: PO|guide Winter edition 2010

41

varing nodig dit geldt ook voor Productontwikkeling. Hoe meer ervaring je op doet, hoe beter je de gang van zaken begrijpt. Je wordt er een beter ontwerper van. Nog een enorm voordeel van stage is dat je te weten komt wat je nu eigenlijk waard bent in het echte leven. Het is niet omdat je op school steeds goede punten behaalt dat je in de praktijk ook vlot mee kan draaien in een bedrijf. Door de evaluatie na een stage weet je waar je staat. Je ontdekt je zwakke punten die je verder moet ontwikkelen. Maar het leukste is nog dat je ook je sterke punten leert kennen. Meestal ben je te bescheiden over wat je kan. Via stage krijg je dus een goed en correct beeld van je eigen kunnen. Voor mij was elke stage anders. Een stage hangt enorm af van het bedrijf waarbij je stage doet. In grote bedrijven word je nog al snel als extra hulpje ingeschakeld. Bij kleine bedrijven word je over het algemeen veel beter geïntegreerd in het bedrijf. Je draait er echt mee als een vaste ontwerper. Je werklast en de verantwoordelijkheid die je krijgt is natuurlijk nog beperkt maar je kan wel je eigen in-breng in projecten brengen. Er is niets zo leuk als wanneer het project verder gaat in een richting die jij eraan gegeven hebt. Dan voel je je pas echt nut-tig, je merkt dat je een echte PO’er bent geworden. De bedrijfsactiviteiten bepalen ook heel hard de sfeer van je stage. Ga dus best geen stage doen bij een bedrijf dat zaken ontwerpt die je echt niet boeien. Zo is de stage niet leuk voor jou en je zal waarschijnlijk ook niet je volle capaciteit kunnen laten zien omdat je motivatie lager ligt. Maar vergis je niet, het is niet allemaal amusement er moet ook hard gewerkt worden. Maar bij de twee bedrijven waar ik stage heb gedaan was er altijd een leuke sfeer tussen de ontwerpers. Wel werk je als ontwerper niet volgens een strak uurschema en wordt er vaak flexibiliteit van je verwacht.De sfeer is meestal erg goed en ontspannen maar ook inspirerend. Er is dus een gezonde balans tussen amusement en werken. Dit hangt natuurlijk ook af van het bedrijf waarbij je werkt. Daarom zocht ik ook altijd naar jonge bedrijven die met leuke projecten bezig zijn. Als je bij een bedrijf gaat werken met een heel selecte niche en saaie projecten zal de sfeer waar-schijnlijk ook tegenslagen op het bedrijf. Mijn stage heb ik vooral gedaan omdat het een onver-

getelijke ervaring is en het staat ook nog eens mooi op je CV. Zo springt jou CV er later in de berg andere CV’s uit. Dit kan later de doorslag geven voor het be-halen van die ene job die je zo graag wou. Je leert er ook enorm veel bij, en die dingen zijn zaken die je niet op school kan leren maar ze zijn wel belangrijk voor je ontwikkeling tot volwaardig PO’er. Bij mij waren beide stages onbetaald; het lijkt dus soms verleidelijk om een gewone vakantiejob te doen die niets met PO te maken heeft maar wel goed betaalt. Bedenk echter dat je dit soort ervaring niet kan kopen. Bezie het als een investering voor later. Mijn korte stage viel tijdens het school. Deze was goed te combineren met school hoewel het soms krap was met mijn schoolprojecten. Maar uiteindelijk was het goed combineerbaar omdat beide bedrijven waar ik stage heb gedaan weten dat je ook nog steeds stu-dent bent. Ze hebben dus begrip als je een namid-dag niet komt werken omdat je consult hebt of als je enkele uurtjes op bureau aan een schoolproject werkt. Soms zijn je stagebegeleiders zelfs bereid om je te helpen met schoolprojecten. En indien je het echt niet ziet zitten om dit te combineren met schoolwerk heb je in de zomer nog steeds drie maanden waarin je wel een stage kan plannen. Het is zeker de moeite waard!

met dank aan Yoeri Artemieff, Oktober 2010

foto: Yoeri Artemieff (2MA) Product Ontwikkeling

Page 42: PO|guide Winter edition 2010

Bij Board of Innovation staat zoeken naar nieuwe inkomstenstromen rond producten of diensten centraal. Ze onderzoeken bijvoorbeeld of een ‘gratis kranten- model’ ook toegepast kan worden bij een muziekstart-up of onderzoeken hoe crowdsourcing principes in-gezet kunnen worden bij een online B2B-retailer. Wij spraken met Nick de Mey één van de oprichters van Board of Innovation en stelde hem de volgende vra-gen.

Heeft jullie taak nog veel met productontwikkeling en de aangeleerde vaardigheden te maken?

In essentie ‘ontwerp’ ik vandaag business ideeën. De aanpak is bovendien erg gelijkaardig aan het ontwerp-en van producten. Dat is althans onze filosofie en we pakken het ook zo aan. Ontwerpen bedrijven nieuwe producten dan weten ze ondertussen wel dat je ideaal met een multidisciplinair team werkt. Starten met con-cepten uitwerken en bespreken is heel evident. Men maakt productschetsen, een morfologische kaart, enz.

Het voordeel kent elke PO-er wel. In deze creatieve fase kan je snel tientallen ideeën genereren en ieder-een (marketing, productie, finance,…) kan meedenk-en. Visueel werken is hier cruciaal. Pas later ga je rationaliseren met bijvoorbeeld krachtberekeningen of kostencalculaties. Dan pas komt Excel boven.

Zoekt men nu bij bedrijven naar een innovatief busi-ness model, dan komt na twee seconden die excel sheet boven. Een paar mensen van het manage-ment bedenken twee,drie ideetjes maken wat in-vesteringscalculaties en klaar. Hier blijft dus veel potentieel op de tafel liggen. Wij bij Board of In- novation starten nu met een creatieve fase. Om onze business ideeën te kunnen schetsen ontwikkelden we onze eigen 16-delige visuele toolbox om verdienmodel- len in kaart te kunnen brengen. Deze stap is erg te vergelijken met het bepalen van een productarchitect-uur. Met magnetische iconen illustreren we tijdens workshopsessies welke tientallen business modellen ingezet kunnen worden bij bedrijven.

Board of Innovation is nog altijd het enige Belgische bureau dat zich louter specialiseert op Business Model Innovatie.

42

NICK DE MEYfoto: Nick de Mey, cofounder Board of Innovation

Page 43: PO|guide Winter edition 2010

43

Later helpen we uiteraard ook mee een business- en marketingplan schrijven, helpen we bij prijsstrategie, enz. Ook de rationele ‘drogere’ materie moet behand-eld worden. Maar dat is verderop in het innovatie tra-ject. Het feitelijk ontwerp van producten doen we niet. Ik zit dus niet meer uren in Pro/Engineer.

Hoe ben je erop gekomen om een dergelijke dienst aan te bieden?

Na PO heb ik nog een extra jaar aan de Antwerp Man-agement School gedaan doen met een focus op inno-vation & entrepreneurship. Daar leerde ik Philippe de Ridder kennen, een TEW-er met eenzelfde kijk op in-novatie als ikzelf. Nadat ik een jaar bij Verhaert werkte in Kruibeke had ik voor mezelf besloten dat ik eerder wou doorgroeien in strategische consulting dan louter productontwerp. Ik kon goed vergelijken aangezien ik beide zaken moest doen voor Verhaert’s klanten.

Begin 2009 borrelden de eerste ideeën op wat uiteinde- lijk tijdens de zomer leidde tot de oprichting van Board of Innovation BVBA. We zijn nu een dik jaar bezig.

Hoe zie je de toekomst van jullie bedrijf?

Als alles loopt zoals het vandaag, kunnen we over een dik jaar op onze rug in de zon gaan liggen! Nee, we moeten wel goed doorwerken. We hebben ondertus-sen voldoende klantenprojecten om onze boterham-men te betalen. Daarnaast zijn we nog bijzonder hard aan het werken aan onze eigen marketing & brand-ing. Onze innovatietools en methodes worden nog weke-lijks bijgestuurd. Dit vraagt allemaal best veel tijd. Maar wat positief is, is het feit dat we wel inter-nationaal worden opgepikt. Vragen komen nu al vanuit US, UK, Oostenrijk, Finland,.. We zien onze activiteit-en dus zeker internationaal groeien. Met wat geluk houden we er zelf dus wel wat geld aan over. Ik hoop uiteindelijk vooral die dingen te doen die ik graag doe.

Hierboven: Een business model uitgewerkt door Board of Innovation. Het model van hierboven is specifiek voor Quirky.com, een online product design

platform waarbij elke week een groep designers een nieuw product lanceert.

Page 44: PO|guide Winter edition 2010

44

Als ondernemer kies je zelf wie je klanten en partners zijn en waar je in wil groeien. Een luxe die veel werk-nemers missen.

Was je tijdens de opleiding ook meer met ‘dergeli-jke dingen’ bezig dan met ontwerpen pur sang?

Al voor enkele jaren onderhoud ik een innovatieblog op mouseover.be. Voornamelijk dankzij deze con-tacten kan ik doen wat ik vandaag doe. Toen al werd ik wel eens gevraagd om een sessie te geven rond trends en andere zaken. Het bedenken van nieuwe ideeën (producten, diensten) heeft me altijd al wel ge-boeid. Vandaag kan ik hier mijn geld mee verdienen. Ideaal dus!

Vind je dat we interdisciplinair genoeg zijn of ont-breken er nog essentiële dingen aan de opleiding?

Ik ben uiteraard een beetje vooringenomen maar ik denk dat het breder (economisch) kader van PO-activiteiten onvoldoende belicht wordt. Niet ieder-een wil natuurlijk deze richting uit maar toch is het belangrijk om een beter zicht te hebben op de meer complexe werking van productontwikkeling in België. Veel ontwerpwerk bij KMO’s draait om het ontwerp van halffabricaten. Een stuk van een behuizing, een sluitingsmechanisme, enz. Het ontwerpen van een to-taal product komt nagenoeg zelden voor. Bovendien leven we in een dienstenmaatschappij. Innoveren (zeg maar het verschil maken) doe je dus eerder vandaag door totale bedrijven te redesignen dan door een paar weerhaken te restylen. Ik zie het wat scherp maar daar draait het wel om. Producten moeten goed zijn, knap gedesigned, innovatief en zo meer. Geen twijfel daar. Maar concurrenten doen dit ook. Als ontwerper moet je goed beseffen hoe je meedraait in de strategie van een bedrijf. Om net dat te begrijpen miste ik wel de nodige inzichten tijdens de opleiding.

Wat vond je het leukste/interessantste vak ge-durende de opleiding en waarom?

Het leukste blijft het eigenlijke ontwerpen en vakken zoals Ruimtelijk & Visueel denken. Ideeën uitwerken én ze realiseren. Dat vind ik geweldig dus vakken die daar bij aansloten hadden mijn voorkeur.

Waarom heb je voor Productontwikkeling gekozen en voldeed het aan de verwachtingen?

Ik begrijp graag hoe zaken werken. (producten, be-drijven, enz.) Het helpt dus als je van alles toch iets weet. PO sluit daar goed bij aan. Ik denk niet dat ik ooit nog zwaar in de fysiologie ga duiken maar zelfs vandaag nog helpt deze kennis mij als ik voor een farmaceutisch bedrijf rond een nieuwe service in dier-geneeskunde moet werken. Je begrijpt de mensen van verschillende afdelingen en spreekt hun taal. Er zijn weinige andere opleidingen die deze expertise aanbieden.

Heb je nog een gouden tip voor de studenten?

Cijfer je niet weg en toon wat ambitie. Ik zie spijtig genoeg veel studenten die na hun opleiding aan een erg monotone job beginnen waarvoor weinig expertise vereist is. Als PO-er weet je best wat en dat moet je kunnen verkopen bij bedrijven. En als zij het niet be-grijpen, dan kan je altijd nog je eigen zaak opstarten.

met dank aan Nick de Mey, Oktober 2010

Page 45: PO|guide Winter edition 2010

45

Page 46: PO|guide Winter edition 2010

Toch bestaan er nog veel alternatieven. Niet alleen de kwaliteit/realiteit is belangrijk bij renderen, ook de snelheid is vaak erg van belang. In dit interview zetten we twee andere renderprogramma’s naast elkaar en bekijken we van elk de voordelen. We spraken Jeroen Depuydt (2Ma) over Vray en Arthur Lamon (1Ma) over Keyshot.

Waarom ben jij (Jeroen) een grote fan van V-ray?

Ik gebruik Vray voor realistische productrenders die niet onmiddelijk in een (standaard) studio omge-ving staan. Dat Vray de beste renderer is zou ik niet zeggen, maar het is op dit moment wel de enige ren-derer waar ik mee werk en erg tevreden van ben.

Het grootste voordeel tegenover rendersoftware zoals Flamingo, Photoview360, Hypershot,... is eveneens het grootste nadeel van Vray: “aanpasbaarheid”... De mogelijkheden zijn enorm - al is Vray for Rhino niet met alle functionaliteiten van Vray for 3dsmax uit-

gerust - waardoor een snelle 3D-schets ook meteen gerenderd kan worden. Als je altijd enkel eenvoudige studiorenders wil maken, die op zich heel duidelijk zijn en perfect kunnen dienen als presentatie, heb je Vray niet echt nodig. Vray laat toe om creatiever om te gaan met belichting, omgevingen, randobjecten, scene,... en dit gaat vrij makkelijk eens je een aantal van de instellingen begrijpt.

“Als je een shampoo fles wilt prestenteren op een re-alistische keukenvloer wil met hier en daar wat water druppels, dan is Vray het meest geschikte programma”

Momenteel experimenteer ik graag met Vray om de rendertijd te verkorten en toch kwaliteit te behouden, ook maak ik tegenwoordig zelf complexe materialen.

In vergelijking met Hypershot is heb je in Vray veel meer controle over de materialen, reflectie, ruwheid, light, etc. In Vray kun je bijna alles instellen maar dit brengt ook een groot nadeel van Vray... de rendertijd.

Er bestaan verschillende renderprogramma’s om je 3d-modellen realistisch voor te stellen. Op school worden vooral Flamingo en Photoview360° aangeleerd.

46

RENDERINGModel: Tibo Grandry (3Ba)

Vray render: Jeroen Depuydt (2Ma)

Page 47: PO|guide Winter edition 2010

47

Nu wordt dit nadeel als maar kleiner als je eenmaal geoefend bent met Vray, momenteel ben ik bezig om mijn instellingen te minimaliseren om in de buurt van de rendertijden van Hypershot te komen.

Vray is een erg complex programma, hoe heb je ermee leren werken?

Op de website van ASGVIS (de verkoper van Vray for Rhino) vond ik een aantal goede tutorials, hiermee heb ik met de materialeneditor leren werken. Maar vooral door het gebruiken heb ik meer en meer van de func-tionaliteit leren kennen. Tegenwoordig maak ik dikwijls dezelfde instellingen en laat ik bepaalde instellingen onaangeraak, want ook voor mij kent het programma nog nieuwe instellingen en mogelijkheden.

Wat zijn de nadelen van Vray?

De instelbaarheid is een van de grootste drempel om met Vray te renderen. Niet iedere rendering vraagt dezelfde aanpak, waardoor je al gauw instellingen moet proberen om een goed resultaat te krijgen. Na een tijdje word je hierin handiger en ben je al voor 95% klaar en doe je enkel nog finetuning na de basis instel-lingen. Daarom grijp ik tegenwoordig zelfs voor een eenvoudige render al snel naar Vray.

Wat je ook kunt zien als een nadeel is de hardware die je nodig hebt... maar dit geldt vrijwel voor alle render programma’s. Met een snellere processor, of een pro-cessor met meerdere kernen kun je sneller renderen en instellingen testen.

Het is een Rhino-plugin, hoe render je dan je Solid-works modellen?

Meestal modelleer ik mijn modellen in Solidworks en importeer ze in Rhino via algemene bestand formaten als IGS en STEP. De omgeving maak ik altijd in Rhino, maten en nauwkeurigheid zijn hierbij meestal niet van belang.

Keyshot is de nieuwe naam van het render pro-gramma dat vroeger Hypershot werd genoemd. Arthur Lamon (1Ma) is al enkele jaren gebruiker van dit programma wij spraken hem in het onder-staande interview.

Wat zijn de voordelen van Keyshot?

Bij Keyshot draait het vooral om snelheid. Niet zozeer de rendersnelheid op zich, maar vooral de snelheid waarmee je alle materialen ingesteld hebt en je model in de juiste omgeving staat. Als ik iets geleerd heb uit

Model en Render : Leander Feliers (2Ma)

Page 48: PO|guide Winter edition 2010

48

de bedrijfswereld, dan is het “time is money”. Het is allemaal erg leuk om uren te zoeken naar het juiste materiaal en dat te tweaken tot je een perfect resul-taat hebt, maar meestal heb ik daar absoluut geen tijd voor.

Keyshot is super snel omdat je geen lichten moet plaatsen, je moet enkel de juiste materialen toeken-nen en eventueel een van de standaardomgevingen kiezen. Alle basic materialen en omgevingen staan standaard in Keyshot, dus een realistische render heb je op 1-2-3 gemaakt. Keyshot rendert extern, je rendert dus niet in Solid-works of Rhino maar in een los programma. Je kan dus ook tegelijkertijd meerdere renders maken. Ook werkt Keyshot “live”...het rendert dus al terwijl je in-stellingen maakt en daardoor zie je meteen resultaat.

Vergt het veel moeite om met Keyshot te werken?

Absoluut niet, buiten het zoeken naar wat shortkeys is het eenvoudig te leren. Voor een goede presentatie- render is Keyshot erg snel en kan je ook instellingen maken in je materialen. De grote kracht van Keyshot is de snelheid je kan dus tweaken, maar eindeloze in-stellingen als bij Vray zijn er niet.

Naar mijn mening zijn de instellingen die Keyshot aan-biedt genoeg om industriele producten te renderen. Maar als je een universeel pakket zoekt dat letterlijk alles kan renderen is Vray het programma... maar ver-geet niet in “time is money”!

Zijn er ook nadelen aan?

Hoewel ik over Keyshot erg tevreden ben heb ik soms kleine frustraties, maar verwacht ik dat deze in

toekomstige versies van het programma zullen ver- dwijnen. Eén van mijn frustraties is dat je een part uit Solidworks maar één materiaal kan geven. De oploss-ing is om je model in meerder parts op te bouwen, maar dit leidt vaak tot zeer complexe bestanden. Voor het renderen van Rhinomodellen dient ieder materiaal in een andere layer te staan, dit geeft ook vaak proble-men in complexiteit van je model.

Sinds kort bied Solidworks hun Photoview 360 als extern render programma aan. Wat kunnen jullie hierover vertellen?

Photoview is een zeer praktisch renderprogramma. Het is te vergelijking met de werking van Keyshot omdat het ook een extern renderprogramma is. Toch vinden wij Keyshot en Vray beter omdat voor zowel de materialen als de omgeving meer mogelijkheden zijn... Toch blijft Photoview360 de moeite waard als je niet al teveel wil aanpassen en snel een professionele render wil maken. De materialenbibliotheek is gelim-iteerd, maar de materialen die het bevat zijn van hoge kwaliteit. Photo-view360 sluit perfect aan bij Solid-works en daarom heb je geen geknoei met materialen toekennen aan surfaces, parts, en assemblies... Dit betekent jammer genoeg ook dat het nogal vaak prob-lemen geeft bij het importeren van Rhinomodellen. Wij verwachten dat komende versies van Photoview360 minder kinderziektes bevatten en dat het een serieuze concurrent van Keyshot kan worden.

met dank aan Jeroen Depuydt (2Ma) en

Arthur Lamon (1Ma), Oktober 2010

Photoworks render: www.solidworksgallery.com

Page 49: PO|guide Winter edition 2010

smartly designed by Achilles Associatesachilles.be

49

Page 50: PO|guide Winter edition 2010

Afgelopen jaren hebben Arthur, Tom en Michael ge-probeerd onze kennis over te brengen op 10-12 jarigen op het bedenkerskamp, hieronder hun verhaal.

Twee jaar geleden werd er via Postura een oproep gedaan om een kamp te begeleiden dat als doel heeft kinderen producten te laten ontwerpen. Het spreekt voor zich dat een vijf jaar durende opleiding niet samengeperst kan worden in een kamp dat één week duurt, toch leek het ons erg leuk en gingen wij de uitdaging aan. Op het kamp wordt er niet alleen ontworpen maar de kinderen doen naast onze begeleiding ook de helft van de tijd andere activiteiten die ze hebben met an-dere monitoren zoals kajakken, dansen, bosspelen enz. Dit was zowel voor hen als voor ons een aan-gename afwisseling want dertig kinderen aandachtig houden op een taak is niet zo simpel. Om in vijf dagen tijd tot een tastbaar model te komen, moet je enige structuur volgen. Zo volgen wij al twee jaar het traject dat je bij ons op school leert maar dan een tikkeltje eenvoudiger. We hebben het traject opgedeeld in: één dag brainstormen, één dag ideeën selecteren, één dag ideeën uitwerken, één dag benodigde materiaal kopen en twee dagen knutselen. Als afsluiter mogen de kinderen daarna hun idee voorstellen op een show.

Uit ervaring blijkt wel dat je zelf heel wat meer werk steekt in de ideeën, zowel van bedenken tot bouwen,

maar het is vooral belangrijk de kinderen geïnteres-seerd te houden en ze warm maken voor ontwerpen. De laatste twee jaar hebben we misschien niet altijd de beste ontwerpen afgeleverd, maar ik heb wel het gevoel dat we hen iets bijgeleerd hebben over ontwerp-en en misschien wel aangezet tot meer. Verder leer je zelf ook iets over het vertalen van de geavanceerde materie die je krijgt op school naar een toegankelijk-ere wijze voor kinderen, je leert er in groepsverband beslissingen nemen en je leert er structuur geven aan je ontwerpen. Allemaal vaardigheden die in Product-ontwikkeling goed van pas kunnen komen.

Daarnaast is de sfeer ook altijd goed en heb je be-hoorlijk wat contact met monitoren. Voor mij waren de bedenkerskampen waar ik ben geweest aangename ervaringen waar ik positief op terugkijk. Ook dat je er (weliswaar beperkt) voor betaald wordt is het een aan-gename aanvulling.

Voor het komende jaar staat er een gelijkaardig kamp gepland en omdat Arthur, Tom en Michael dit erg graag doen dagen we jullie uit om mee te komen be-geleiden op een bedenkers kamp. Dus voel jij je ge-roepen neem dan contact met een van de drie.

met dank aan Arthur Lamon (1Ma), Tom De Boeck (1Ma) en

Michael Vandemergel (2Ma) ,Oktober 2010

Gedurende de opleiding Productontwikkeling verwerf je nogal wat vaardigheden. Zo leer je stapsgewijs ontwerpen, schetsen, marketingstrategieën, samenwerken.

50

BEDENKERSKAMPFoto v.l.n.r. Michael Vandemergel (2Ma), Tom De Boeck (1Ma), Arthur Lamon (1Ma)

Page 51: PO|guide Winter edition 2010

51

Page 52: PO|guide Winter edition 2010

Tijdens de jaarlijks georganiseerde workshopweek, waar Andreas aan een workshop auto’s schets-en deelnam, verbaasde hij menig professional. Wij vonden het tijd om meer te weten te komen over dit wellicht nieuwe talent!

Hoe komt het dat je al bovengemiddeld kon tekenen voor je aan Productontwikkeling begon?

Ik teken al van kleinsaf en ben er nooit echt mee gestopt. Het is iets wat ik altijd graag gedaan heb en iets wat je graag doet, doe je meestal heel veel en wat je veel doet, kan je na een tijdje normaal gezien erg goed.

Heb je nog veel bijgeleerd op vlak van schetsen tijdens je studie Productontwikkeling?

Hier op school werd tekenen een vak en was het niet enkel een hobby, tekenen werd een belangrijk onder-deel van elke ontwerpopdracht. Ik heb veel geleerd in de lessen Schetsen en Visueel en ruimtelijk denken. Docenten kunnen je duiden op fouten die je zelf niet ziet, je nieuwe technieken aanleren zoals het gebruik maken van markers die ik voordien nooit had gebruikt.Ik heb ook geleerd schetsen te maken die naast het esthetisch aspect ook communicatief moesten zijn. Je moet je ideeën vlot over kunnen brengen aan de do-centen tijdens een consult.

Andreas Van Speybroeck is pas begonnen aan de 3e bachelor productontwikkeling.Toch heeft hij op velen al heel wat indruk gemaakt de afgelopen jaren.

52

CAR DESIGNER?schets: Andreas Van Speybroeck (3Ba)

Page 53: PO|guide Winter edition 2010

53

Hoe heb je PO leren kennen? Wist je direct dat het iets voor jou zou zijn? Voldoet het aan de ver-wachtingen?

Mijn ouders hadden vrienden wiens zoon of dochter de opleiding Productontwikkeling volgde en dachten dat dit echt wel iets voor mij zou kunnen zijn. Ik ben dan toevallig in contact gekomen met iemand die toen in de eerste Master studeerde, die heeft mij op één van de opendeurdagen een rondleiding gegeven en wat meer uitleg gegeven over wat de richting nu juist inhield. Zelf wist ik al redelijk vroeg dat ik iets wou doen met creativiteit en met veel tekenen maar dat toch een toekomst zou hebben na het afstuderen. Ik heb gekozen voor Productontwikkeling en heb tot op de dag van vandaag zéker geen spijt van mijn keuze, het is alles wat ik ervan verwachte. Ik vind het een zeer leuke richting. Maar zoals bij elke richting die je kiest zijn er bepaalde aspecten die je minder goed be-heerst, voor mij zijn dit de vakken Wiskunde en Fysica. Tijdens mijn humaniora heb ik voor deze vakken tel-kens een extra inspanning moeten leveren en dit is ondertussen jammer genoeg niet veranderd. Deze vakken dragen wel bij tot betere ontwerpen, zo blijf ik wel gemotiveerd om voor deze vakken me blijvend in te zetten.

Wat ga je na Productontwikkeling doen? Wat zou voor jou het ideale scenario zijn?

Het ideale scenario is in de vooropgestelde 5 jaar af te studeren als Productontwikkelaar en daarna nog een opleiding Transportation design te volgen en daarin verder te gaan.

Je hebt veel indruk gemaakt op de workshopweek, is er nog geen jobaanbieding in de bus gevallen?

De workshop-week vond ik de leukste week van de af-gelopen 2 jaar Productontwikkeling. Vooral het thema was voor mij fantastisch. Het was tof om bevestiging te krijgen van professionelen (die in de wereld van car-design en transportation design werken) dat je goed bezig bent. Ik vind het belangrijk mensen te leren ken-nen die je in de juiste richting kunnen sturen en je blijv-en aanmoedigen. Maar ik denk dat er nog heel wat te verbeteren en te leren valt voordat jobaanbiedingen zomaar in de bus vallen.

Wat verwacht je van het 3e jaar?

Ik verwacht weer een jaar vol uitdagingen. Zoals ge-woonlijk een goed gevuld, druk jaar.

Heb je een schetstip voor de andere Product-ontwikkeling studenten?

Ik zou zeggen blijven schetsen, teken wat je graag tekent en niet enkel tekenen omdat je moet voor een ontwerpopdracht. Je niet laten ontmoedigen als het niet lukt en blijven doorzetten. We hebben tegenwoor-dig genoeg sites die volstaan van de tutorials en voor-beelden die we kunnen gebruiken om beter te worden.Voldoende doorzettingsvermogen, wilskracht en veel doen! Zoals ze bij mij in Gent zeggen: ‘nie peuje’.

Bekijk Andreas zijn blog: andreasvanspeybroeck.blogspot.com

met dank aan Andreas Van Speybroek, Oktober 2010

schetsen: Andreas Van Speybroeck (3Ba)

Page 54: PO|guide Winter edition 2010

Een R&D afdeling met 45 mensen, waarvan er 8 Pro-ductontwikkelaars, dit leek ons het perfecte bedrijf voor een interview over productontwikkeling op de ontwerpafdeling van een groot bedrijf.Wij spraken met Luc Meirlaen, de R&D manager die in 1990 is afgestudeerd, en Stijn Geeraerts, 5 jaar geleden afgestudeerd en momenteel als ontwerper aan de slag bij Niko.

Waarom heb je voor de studie PO gekozen?

Stijn: Ik dacht eerst aan architectuur, maar ik vond daar niet alles in terug wat ik wilde doen en ik had ook interesse in andere zaken zoals marketing en meer economische zaken. Dat heeft mij ergens wel weer-houden om architectuur te gaan doen. Uiteindelijk heb dus ook ik voor productontwikkeling gekozen omdat deze opleiding een breed spectrum van verschillende richtingen inhoudt. Verder vond ik het ook de geschik-te basis om na mijn 18e verder te gaan zonder al direct

in een bepaald vakje geduwd te worden, zoals dat bij sommige andere opleidingen wel het geval is. Bij pro-ductontwikkeling speelt het creatieve aspect een grote rol maar toch is er ook plaats voor een theoretische omkadering. Juist deze combinatie vond ik wel interes- sant.

Hoe ziet jullie dag er doorgaans uit?

Stijn: Vrijwel elke dag is eigenlijk anders. De nadruk ligt natuurlijk wel bij het ontwerpen, het exploreren van de vormen en de kleuren. Als het ware heel die wereld rond ontwerpen, maar dan toegepast telkens op an-dere cases in andere fases.

Luc: Bij mij zijn er drie dingen belangrijk. Ten eerste is het bouwen van visie en strategie rond productdesign en usability. Ten tweede, maken dat de productdesign-ers zoals Stijn naar behoren kunnen functioneren, zorgen dat ze de middelen hebben, zorgen dat ze

De R&D afdeling van Niko bestaat uit 45 mensen, waarvan 8 Productontwikkelaars. Niko is tevens marktleider op gebied van domotica.

54

NIKOfoto: Luc Meirlaen en Stijn Geeraerts

Page 55: PO|guide Winter edition 2010

55

voldoende opgeleid zijn, dat ze de tijd hebben, dat ze naar beurzen kunnen gaan, dat ze impact hebben op de zaken. En als derde, dat is meer mijn staat van dienst, dat ik bij alles betrokken wordt waarbij ik eigen-lijk niet betrokken zou moeten worden, als afdelings-fosiel, of hoe je het ook noemt. Ik word bij heel veel dingen betrokken, ook naar productie en naar market-ing, omdat ik zeer veel weet van de producten en de markten. Maar dat is eigenlijk los van productontwik-keling, wat we eigenlijk zouden moeten doen.

Op welke manier komt de opleiding PO hierbij van pas, of heb je dit alles voornamelijk uit de praktijk moeten leren?

Stijn: Ik denk dat je zeker dingen meeneemt uit de opleiding. Zoals welke visie je hebt. Door de opleiding word je een beetje gevormd tot een bepaald persoon. Dat neem je automatisch mee in je job achteraf. Het vertaalt zich in je schetsstijl en in je ontwerpstijl. Ik moet wel zeggen dat je het gevoel voor vormgeving en dergelijke pas na verloop van tijd creeërt. Dat as-pect begint niet in je opleiding en het eindigt ook niet in de opleiding, het groeit, het komt niet “out of the blue”.Dus eigenlijk heb je niets in het bijzonder pas geleerd toen je bent gaan werken?

Luc: Je hebt sowieso de eigenheid van het bedrijf die je moet leren kennen, dat kan je niet op voorhand leren. Wat je ook nooit kan leren is je positie binnen een bedrijf of ontwerpbureau. Pas als je ergens werkt, weet je hoe het voelt om er te werken en hoe je jezelf wilt plaatsen in het bedrijf. Zulke dingen leer je niet op school, ze kunnen je alleen maar met zoveel mogelijk dingen in contact brengen. Zo leer je wat je zelf graag doet en welke mogelijkheden er allemaal zijn. Ik denk dat je het “echte leven” pas leert kennen als je er in terecht komt. Hoewel, je moet dat ook niet te serieus nemen, het echte leven.

Jullie werken in teams met mensen met allemaal verschillende opleidingen, verloopt de communi-catie dan wel nog vlot?

Luc: Iedereen heeft binnen het team wel een ander focuspunt, maar voor een groot deel wordt dit op-gevangen door de projectleider van dat team, die or-ganiseert en stuurt, maar voor de rest heb ik niet de indruk dat er echt zware omschakelingen nodig zijn.

Stijn: Als je met iemand van software praat, is dat natuurlijk een heel andere taal. Het is een heel andere wereld, de termen alleen al, daardoor kan je ze niet altijd goed verstaan.

Luc: Ja, maar dat is het voordeel van een product-ontwikkelaar ten opzichte van een ingenieur. Een ingenieur kan heel moeilijk afstand nemen van zijn eigen taal. Terwijl een productontwikkelaar of designer dat wel kan. Op die manier sta je als productontwik-kelaar sterker, je kan je inleven in de leefwereld van die andere en er makkelijk mee praten. Ik denk dat juist die ongebondenheid een grote sterkte is van de opleiding en van de richting.

Lopen er meerdere projecten tegelijkertijd of worden deze serieel gepland?

Luc: Er lopen gemiddeld 5 à 8 projecten tegelijk, dat is een beetje afhankelijk van de grootte van de pro-jecten. We zijn nu met een heel groot project bezig waar de helft van de afdeling aan meewerkt, de rest zijn dan een aantal kleinere projecten.

Hoe lang duurt het dan om zo’n project af te werk-en?

Luc: Er zijn projecten bij die een jaar duren en er zijn er die drie jaar duren. Dat is afhankelijk van de con-text, de grootte van het project en hoeveel impact het project heeft op het bedrijf. Ik bedoeld daarmee, als een projectteam start, dan is dat vanaf een idee of een productvraag tot op het moment dat het product in de stock ligt.

Wordt er binnen het bedrijf een methodologie, zoals we die zien bij PO, gehanteerd voor het door-lopen van de projecten?

Luc: In principe denk ik van wel, alleen hebben wij zelf een methode uit de software ontwikkeling geïn-troduceerd nu, zelfs uit de pure mechanica ontwikke-ling, namelijk “scrum and agile” ontwikkeling. Bij deze methode werkt men met zelfsturende teams, die de overkoepelende opdracht opbreken in korte ‘sprints’. Hierbij bepalen ze zelf de inhoud van deze cycli. Op het einde van iedere sprint is er dan telkens een mo-ment van verantwoording. Tijdens die momenten heeft

Page 56: PO|guide Winter edition 2010

56

het management inspraak en de mogelijkheid op bij-sturing indien nodig. Het vergelijken van de verschil-lende concepten van de teams gebeurt op basis van de functionaliteiten van het product. Dit wordt hiervoor omschreven als het theoretische, ideale pakket van functionaliteiten. Op basis van het in meer of mindere mate bezitten van deze functionaliteiten dan gaan selecteren.

U kreeg nog geen 3d-modelling veronderstel ik. Volgen jullie opleidingen om dergelijke vaar-digheden aan te leren?

Luc: Op school heb ik dat inderdaad nooit gehad. Ik heb zelfs de introductie daarvan hier zelf meegedaan. Toen dat wij hier begonnen, was alles nog in 2d teken-ingen, maar al wel op computer. Daarna hebben we de overschakeling gemaakt met 3d. Ik weet zelfs nog welke reeks ik toen getekend, de eerst in 3d. Nu wordt er zelfs niets meer getekend dat niet in 3d staat.

Stijn: Ik kan het mij ook nog maar moeilijk voorstel-len. Ik heb wel nog technisch tekenen gehad, zelfs nog op een tekentafel als industrieel ingenieur. In PO zelf waren wij juist het jaar dat naast de boot viel. Ik kan niet zeggen dat ik een deftig 3d pakket aangeleerd heb gekregen. Dat was allemaal zelfstudie. Er zijn wel lessen geweest, maar toch. Nu krijg je al van in het eerste jaar Rhino en Solidworks, dat was toen niet zo.

Wat is tot nog toe uw favoriete project dat je uit-gewerkt hebt bij Niko?

Stijn: Voor mij is dat het “Inside out”-verhaal, een pro-ject dat ik vorig jaar heb gedaan. Dat was een project waarbij wij de mogelijkheid kregen om compleet “los zu gehen”, zal ik maar zeggen. Het was van nul be-ginnen. Er werd een oproep gelanceerd van Niko zelf voor heel Niko, en met al de ideeën die werden ver-zameld werd dan een product gemaakt. En ja, dat was toch wel een bijzonder project omdat je echt van nul mocht beginnen, er is niets in het begin en je bouwt zo naar een zevental nieuwe, echt vernieuwende innova-tieve concepten die je ook gaat testen.

Luc: Ik vond dat ook een heel tof project, maar voor mezelf heb ik toch een andere favoriet. Ik heb ooit een heel groot project geleid: de overschakeling van alle inbouwreeksen en alle mechanismes. Dat is dan wel op zich een incrementele verbetering, maar dat was zo’n drastische verandering voor Niko en ook voor de markt, dat ging over zoveel producten (1200 eindpro-ducten) die in één keer op de markt gekomen zijn. Wij hebben daarmee ook een derde van de fabriek mee gewijzigd. Dus dat geeft een enorme voldoening als je dan als productontwikkelaar als projectleider daarmee bezig bent, drie jaar lang.

met dank aan Luc Meirlaen en

Stijn Geeraerts, Oktober 2010

foto: ontwerp lijn Mysterious door Niko

Page 57: PO|guide Winter edition 2010
Page 58: PO|guide Winter edition 2010

‘t KelderkeAmbtmanstraat 12000 Antwerpen - Belgiëhttp:// po-events.be

Kelderke‘t Kelderke, ook wel gekend als de studenten bar binnen het PO|gebouw. Je vindt er veel Productontwikkelaars en het is de ideale plaats om iets te eten of drinken. Er hangt een gezellige sfeer en je kunt onderanderen gratis gebruik maken van internet, darts en de airhockey- en een voetbaltafel.

Iedereen is welkom in ‘t Kelderke.

Page 59: PO|guide Winter edition 2010

Winter Edition 2010© 2010 - 2011 PO|events

PO|guide

Page 60: PO|guide Winter edition 2010

Join La Dolce Vita on

Freedays - 12inch Knights10-Pintenkaart f or only € 13,-

FRIDAY

Night of the Two Euro - Dj Sa GustoStrong beers & Martini’s at € 2,-

TUESDAY

Beats 2 Love - Dj William TomPromo: Ricard and Wine at € 1,-

MONDAY

Saterday night out - Dj Sa GustoCava at € 2,50

SATURDAY

Rock’t Pub - Dj Sa Gusto10-Pintenkaart for only € 13,-

WEDNESDAY

• Het Productontwikkeling Café• 10-Pintenkaart voor maar € 14,-• Live Champions & Euro-League• Huur onze ruimte voor meetings/events

Club Dolce - Akira, Thomas Lazo, Barrington, and many moreCocktails at € 4,- and Shots at € 2,-

THURSDAY

productontwikkeling Artesis HogeschoolAmbtmanstraat 1, B-2000 AntwerpenT+3232056170productontwikkeling@artesis.bewww.artesis.be/productontwikkeling