Upload
vonhan
View
213
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
Errata en aanvullingen bij Toegepaste Energieleer 1e druk 2005, ISBN 90 395 2301 0
Inhoud Theorie .................................................................................................................................1
Hoofdstuk 2 Energievormen .............................................................................................1 Hoofdstuk 3 Toestandsgrootheden en stofeigenschappen.................................................1 Hoofdstuk 5 Gesloten systemen........................................................................................2 Hoofdstuk 6 Theoretische kringprocessen ........................................................................2 Hoofdstuk 7 Open systemen .............................................................................................3 Hoofdstuk 8 Niet-omkeerbaarheden .................................................................................3 Hoofdstuk 9 Werkelijke kringprocessen...........................................................................5 Hoofdstuk 10 Wrijvingsloze onsamendrukbare stroming.................................................5 Hoofdstuk 11 Wrijvingsloze gasstroming.........................................................................6 Hoofdstuk 12 Stroming met weerstand.............................................................................7 Hoofdstuk 13 Stationair warmtetransport .........................................................................7 Hoofdstuk 14 Instationair warmtetransport.......................................................................9 Hoofdstuk 15 Warmteoverdracht door convectie ...........................................................10 Hoofdstuk 16 Warmteoverdracht door straling...............................................................11
Opgaven .............................................................................................................................13 Hoofdstuk 2 Energievormen ...........................................................................................13 Hoofdstuk 3 Toestandsgrootheden en stofeigenschappen...............................................13 Hoofdstuk 6 Theoretische kringprocessen ......................................................................13 Hoofdstuk 7 Open systemen ...........................................................................................13 Hoofdstuk 8 Niet-omkeerbaarheden ...............................................................................13 Hoofdstuk 10 Wrijvingsloze onsamendrukbare stroming...............................................14 Hoofdstuk 11 Wrijvingsloze gasstroming.......................................................................14 Hoofdstuk 12 Stroming met weerstand...........................................................................14 Hoofdstuk 13 Stationair warmtetransport .......................................................................14 Hoofdstuk 14 Instationair warmtetransport.....................................................................14 Hoofdstuk 15 Warmteoverdracht door convectie ...........................................................14
Antwoorden .......................................................................................................................16 Hoofdstuk 2 Energievormen ...........................................................................................16 Hoofdstuk 3 Toestandsgrootheden en stofeigenschappen...............................................16 Hoofdstuk 5 Gesloten systemen......................................................................................16 Hoofdstuk 6 Theoretische kringprocessen ......................................................................16 Hoofdstuk 7 Open systemen ...........................................................................................16 Hoofdstuk 8 Niet-omkeerbare toestandsveranderingen ..................................................16 Hoofdstuk 10 Wrijvingsloze onsamendrukbare stroming...............................................17 Hoofdstuk 11 Wrijvingsloze gasstroming.......................................................................17 Hoofdstuk 12 Stroming met weerstand...........................................................................17 Hoofdstuk 13 Stationair warmtetransport .......................................................................17 Hoofdstuk 14 Instationair warmtetransport.....................................................................17 Hoofdstuk 15 Warmteoverdracht door convectie ...........................................................17 Hoofdstuk 16 Warmteoverdracht door straling...............................................................17
Errata Energieleer – 1/17 –
Theorie Hoofdstuk 2 Energievormen
Blz. 18: antwoord voorbeeld 2.8 is 75 J
Blz. 23: onderaan ∆T i.p.v. T.
Blz. 26: ‘In ons geval geeft die de steilheid’ i.p.v. ‘In ons geval geeft de steilheid’
Blz. 28: In figuur 2.21 Topp bij het wandoppervlak; bij [2.23] Topp i.p.v. Twand
Blz. 30 en 31: 3
1 .4.. gems Tσεα = i.p.v. 4
1 .4.. gems Tσεα =
Blz. 32: KmWTgems2383
1 /30,5308.4.10.67,5.8.0.4.. === −σεα i.p.v.
KmWTgems2484
1 /30,5308.4.10.67,5.8.0.4.. === −σεα
Blz. 33: ‘Door de specifieke arbeid en/of specifieke warmte te vermenigvuldigen met de massastroom krijgen we het vermogen resp. de warmtestroom:’ i.p.v. ‘Door de specifieke arbeid en/of specifieke warmte te vermenigvuldigen krijgen we het vermogen resp. de warmtestroom’
Hoofdstuk 3 Toestandsgrootheden en stofeigenschappen Blz. 42, figuur 3.2
Blz. 44: ‘Uit metingen blijkt dan dit moment evenredig is met de snelheid v= ω.Ru en omgekeerd
evenredig met de spleetafstand s’ i.p.v. ‘Uit metingen blijkt dan dit moment evenredig is met de snelheid v= ω.Ru en de spleetafstand s’ ‘Doordat M weer evenredig is met v en 1/s kunnen we schrijven’ i.p.v. ‘Doordat M weer evenredig is met v en d kunnen we schrijven’
s
vC=τ i.p.v.
s
VC=τ
Blz. 48: dh∆ i.p.v. damph∆
Blz. 49: onderaan achter [3.21]: met ρ1=v volgt sR
T
pv = [3.21a]
Blz. 59: vld hxhxh )1(. −+= [3.33] i.p.v. vld hxhxh )1(. −−= [3.33]
Blz. 62: waarin: x = absolute vochtigheid [kg/kg] wdm = massa waterdamp [kg]
dlm = massa droge lucht [kg]
i.p.v. waarin: x = absolute vochtigheid [g/kg] wdm = massa waterdamp [g]
dlm = massa droge lucht [kg]
wΦ
Figuur 3.2 Radiator
mΦ
mΦ
Errata Energieleer – 2/17 –
Hoofdstuk 5 Gesloten systemen Blz. 96: ‘Daardoor zijn de energieveranderingen t.g.v. veranderingen van v en z te verwaarlozen’ i.p.v.
‘Daardoor zijn de veranderingen van v en z te verwaarlozen’.
Blz. 106: toevoegen onder [5.14]: met k = exponent van de isentroop waarvoor geldt V
p
c
ck =
Blz. 119:
JTTmcQ V 2227)7361773.(716.10.3)( 32323 =−=−= −
JTTmcQU V 2227)7361773.(716.10.3)( 3232323 =−=−==∆ −
i.p.v.
JTTmcQ V 2227)7361773.(716.10.3)( 32323 =−−=−= −
JTTmcQU V 2227)7361773.(716.10.3)( 3232323 =−−=−==∆ −
Hoofdstuk 6 Theoretische kringprocessen Blz. 135: Voorbeeld 6.5
Gegeven is een Carnotproces dat afspeelt tussen een omgevingstemperatuur van 20 °C en een hoge temperatuur die oploopt van 20 naar 1000 °C’ i.p.v. ‘Gegeven is een Carnotproces dat afspeelt tussen een omgevingstemperatuur van 20 °C en een hoge temperatuur die oploopt van 20 naar 200 °C’
Blz. 138: onderaan
‘In de toestandsverandering 12 wordt een brandstofluchtmengsel isentropisch gecomprimeerd’ i.p.v. ‘In de toestandsverandering 12 wordt een brandstofluchtmengsel gecomprimeerd’
Blz. 157: Figuur 6.29
Blz. 158 onderaan: cV i.p.v. cp (4x).
Blz. 159:
=
1
2112 ln
V
VTmRQ s [b] en
=
3
4334 ln
V
VTmRQ s [c]
i.p.v.
=
1
212 ln
V
VTmRQ s [b] en
=
3
434 ln
V
VTmRQ s [c]
Blz. 160 onderaan: 3805,0=thη i.p.v. 38,0=thη
Errata Energieleer – 3/17 –
Blz. 161 kgkJqw toethnt /0,1196,312.3805,0. === η i.p.v.
kgkJqw toethnt /5,1226,312.381,0. === η
Hoofdstuk 7 Open systemen Blz. 177: Tch p= (zie blz. 47)
Blz. 181: 222
2
1
2
1
2
1inuitk vvve −=
∆=∆
Blz. 190 en 191:
−
Φ
−=
−
11
1
n
n
in
uitinsmcompr p
pTR
n
nP i.p.v.
−
Φ
−−=
−
11
1
n
n
in
uitinsmcompr p
pTR
n
nP
Blz. 192, voorbeeld 7.8:
−
−=
−
11
1
k
k
in
uitinscompr p
pTmR
k
kW i.p.v.
−
−=
−
11
1
n
n
in
uitinscompr p
pTmR
k
kW
Blz. 193: bij [7.28]
expansieverhouding1 λexp 1 In de literatuur komen we hiervoor ook het begrip volumetrisch rendement tegen. Wij kennen aan het volumetrisch rendement een andere betekenis toe, namelijk een rendement waarin de invloed van lekkage en opwarming bij aanzuigen opgenomen is. Zie boek ‘Toegepaste energietechniek’.
En SV
aanzV
S
aanz
V
V
,
,exp Φ
Φ==λ i.p.v.
SV
aanzV
S
aanz
V
V
,
,exp Φ
Φ==η
Blz. 195 voorbeeld 7.9:
- Expansieverhouding i.p.v. volumetrisch rendement
- inVaanzV ,, Φ=Φ
- expλ i.p.v. volη
Blz. 201 Voorbeeld 7.11:
−
−=
−
11
1
k
k
in
uitinscompr p
pTmR
k
kW i.p.v.
−
−=
−
11
1
n
n
in
uitinscompr p
pTmR
k
kW
Hoofdstuk 8 Niet-omkeerbaarheden Blz. 211:
‘Wanneer in de turbine een ideaal gas (hiervoor geldt h=cpT) expandeert kunnen we het isentropisch rendement ook uitdrukken in temperaturen’ i.p.v. ‘Wanneer in de turbine een ideaal gas expandeert kunnen we het isentropisch rendement ook uitdrukken in temperaturen’.
Blz. 212 bovenaan:
‘Wanneer we een zeer slecht uitgevoerde arbeidsleverende of –vragende machine hebben is 0≈isη
(dus alle toegevoerde arbeid wordt gebruikt om de inwendige energie te verhogen)’ i.p.v. ‘Wanneer we een zeer slecht uitgevoerde arbeidsleverende of –vragende machine hebben is 0≈isη (dus alle
toegevoerde warmte wordt gebruikt om de inwendige energie te verhogen)’.
Errata Energieleer – 4/17 –
Blz. 213 Tekstueel wijzigen:
De entropieverandering kunnen we bepalen uit:
∫=∆omk T
dQS [8.8]
We kunnen elk willekeurig omkeerbaar proces hanteren. Doordat we voor omkeerbare toestandsveranderingen de warmtevergelijkingen uit hoofdstuk 5 hebben, kunnen we de integraal oplossen. Voor dQ kunnen we schrijven mcdTdQ = . Dus
∫=∆omk T
dmcTS
Voor een adiabatisch proces geldt 0=c zodat uit [8.7] volgt voor een omkeerbaar adiabatisch proces dat de toename van de entropie gelijk is aan:.
00 ====∆ ∫∫∫ T
dT
T
dmcT
T
dQS
omkomk
De entropie blijft constant.
Blz. 214 Afleiding: ∫=∆omk T
dQS i.p.v. ∫=∆
T
dQSomk
Blz. 215:
In tabel 8.1 is een overzicht gegeven is van de entropieverandering. Deze zin verwijderen: De betreffende vergelijkingen kunnen echter ook gebruikt worden voor niet-omkeerbare toestandsveranderingen omdat de entropie een toestandsgrootheid is.’
Blz. 217: [3.21] i.p.v. [3.18]
Blz. 220:
∫>∆no T
dQS [8.19] i.p.v. ∫>∆
omk
no T
dQS
no
no
ST
dQS ∆+=∆ ∫ [8.19a]
waarin: noS∆ = de toename van de entropie t.g.v. niet-omkeerbaarheden bij een niet omkeerbaar
proces [J/K] i.p.v.
omkno SS ∆>∆ [8.19a]
waarin: noS∆ = de toename van de entropie bij een niet omkeerbaar proces [J/K
Voor het kringproces geldt volgens [8.18] i.p.v. Voor het kringproces geldt volgens [5.42]:
Blz. 222: ∫=∆omk T
dQS i.p.v. ∫=∆
T
dQSomk
Blz. 223: ‘Voor het thermisch rendement van een omkeerbaar positief kringproces geldt’ i.p.v. ‘Voor het thermisch rendement van een positief kringproces geldt’.
Blz. 227:
2x: omkno TT ,2,2 > i.p.v. omkTT ,22 >
Onder figuur 8.13: enthalpietoename i.p.v. enthalpieval.
Errata Energieleer – 5/17 –
Blz. 230:
∫=∆omk T
dQS i.p.v. ∫=∆
T
dQSomk
no
no
ST
dQS ∆+=∆ ∫ i.p.v. ∫>∆
T
dQSno
Hoofdstuk 9 Werkelijke kringprocessen Blz. 234: ‘Een werkelijk kringproces dat in een installatie plaatsvindt, bestaat uit een aaneenschakeling van
niet-omkeerbare open systemen (zie paragraaf 7.4) en niet-ideale fluïda.’ i.p.v. ‘Een werkelijk kringproces dat in een installatie plaatsvindt, bestaat uit een aaneenschakeling van niet-omkeerbare open systemen. Zie paragraaf 7.4 en niet-ideale fluïda.’
Blz. 265: T3=T1 i.p.v. T3=T4
Blz. 267: ‘Aangezien T3=T1 (het warmtewisselaarrendement van de tussenkoeler is 100%) volgt dat ook T4=145 °C’. i.p.v. ‘Aangezien T3=T1 volgt dat ook T4=145 °C’.
Blz. 272: ‘de brandstofmassa is verwaarloosd ten opzichte van de luchtmassa.’
i.p.v. ‘de brandstof is verwaarloosd ten opzichte van de luchtmassa.’
Blz. 275 figuur 9.46:
Blz. 277:
‘Doordat het kringproces plaatsvindt tussen twee drukken en de expansie isenthalpisch plaatsvindt en voor de berekening van de koudefactor enthalpiën bepaald moeten worden’ i.p.v. ‘Doordat het kringproces plaatsvindt tussen twee drukken en de expansie isenthalpisch plaatsvindt en voor de berekening van de koudefactor en de koudefactor enthalpiën bepaald moeten worden’
Hoofdstuk 10 Wrijvingsloze onsamendrukbare stroming Blz. 291:
dt
dEPee syst
Wuituitmininm =−Φ+Φ−Φ ,, i.p.v. dt
dEPee syst
prodWWuituitmininm =−Φ+Φ+Φ−Φ ,,,
Blz. 293: ∫=ΦA
V vdA i.p.v. ∫=ΦA
V vdA
Blz. 297:
Errata Energieleer – 6/17 –
dt
dEPee syst
Wuituitmininm =−Φ+Φ−Φ ,, i.p.v. dt
dEPee syst
prodWWuituitmininm =−Φ+Φ+Φ−Φ ,,,
Blz. 299: Horizontaal leidingsysteem i.p.v. leidingsysteem
Blz. 304: ongestoorde stroming i.p.v. ongestuurde stroming
Blz. 305: ∫=ΦA
V vdA i.p.v. ∫=ΦA
V vdA
Blz. 307 Figuur 10.17: 2. inm
stuw
v
P
Φ i.p.v.
2. inm
stuw
v
F
Φ
Blz. 314: uitgeoefend wordt i.p.v. uitgeoefend
Blz. 315: De volumestroom die i.p.v. De volumestroom dat
Blz. 317: We gaan [10.15] i.p.v. We gaan [10.12]
Hoofdstuk 11 Wrijvingsloze gasstroming Blz. 326: We kunnen dan in plaats van [11.1] gebruikmaken van [10.6]. i.p.v. ...gebruik maken van [10.2].
Onderaan: [3.10] i.p.v. [11.2]
Blz. 328: • De ideale gaswet sTT
p =ρ
[d] i.p.v. De ideale gaswetkk
pp
1
1
2
2
ρρ= [d]
Blz. 329: mssa
lt 07,200207,0
1450
3 ===∆=∆ i.p.v. mssa
lt 07,200207,0
1000
3 ===∆=∆
Blz. 331:
−
−=
ρρpp
k
kv
1
1
1
2 i.p.v.
−
−=
ρρpp
k
kv
2
1
1
2
Blz. 340: Aanpassen:
Met Tch p= volgt dan
kgkJkgJ
vTcvhhvhh uitinpuitinuituituitin
/797/7973909002
16231930
2
1
2
1
2
1
2
222
==⋅−⋅
=−=−=⇒=−
en )140(41393,1
797CK
c
hT
p
uituit °===
Met de derde Wet van Poisson [5.9] kunnen we de druk bepalen:
barT
Tpp
p
T
p
T k
k
in
uitinuitk
in
kin
kuit
kuit 29,2
623
413.12
133,1
33,11
11=
=
=⇒=
−−
−−
Vervolgens kunnen we met de ideale gaswet suituit
uit RT
p=
ρ de uittrededichtheid bepalen:
35
/22,1405.462
10.29,2mkg
TR
p
uits
uituit ===ρ
Errata Energieleer – 7/17 –
Hoofdstuk 12 Stroming met weerstand
Blz. 349: Kc
pT
V
w 16,1718.2,1
1000 ==∆
=∆ρ
i.p.v. Kc
pT
V
w 1714.2,1
1000 ==∆
=∆ρ
Blz. 355 boven figuur 12.9: De wrijvings coefficient volgt uit... i.p.v. De weerstandscoefficient...
Blz. 355 figuur 12.9:
Blz. 356 voorbeeld 12.6:
Gegeven is een 2 m lange buis met een diameter van 3 mm waardoor brandstof stroomt... i.p.v. Gegeven is een 2 m lange buis waardoor brandstof stroomt...
Blz. 359: (zie voorbeeld 10.2) i.p.v. (zie voorbeeld 10.1)
Blz. 360 voorbeeld 12.7: Eerst ΦV uitrekenen met Wet van Poiseuille en dan controleren of stroming laminair is.
Hoofdstuk 13 Stationair warmtetransport Blz. 376:
dt
dEPee syst
wuituitmininm =−Φ+Φ−Φ ,, i.p.v. dt
dEPee syst
prodwwuituitmininm =−Φ+Φ+Φ−Φ ,,,
t
EdPdeded syst
Wuituitmininm ∂∂
=−Φ+Φ−Φ ,, i.p.v.
t
EdPddeded syst
prodWWuituitmininm ∂∂
=−Φ+Φ+Φ−Φ ,,,
t
Ud w ∂
∂=Φ i.p.v. t
Udd prodww ∂
∂=Φ+Φ ,
Toevoegen onder [13.1]: Φw bestaat uit warmtestromen over de systeemgrenzen en warmteproductie binnen de systeemgrenzen.
2,55.105
0,017
0,0002
Errata Energieleer – 8/17 –
Blz. 381:
t
Tcg
z
T
y
T
x
T
∂∂=+
∂∂+
∂∂+
∂∂ ρλ
2
2
2
2
2
2
i.p.v. t
Tcg
x
T
x
T
x
T
∂∂=+
∂∂+
∂∂+
∂∂ ρλ
23
2
22
2
21
2
02
2
2
2
2
2
=+
∂∂+
∂∂+
∂∂
gz
T
y
T
x
Tλ i.p.v. 02
3
2
22
2
21
2
=+
∂∂+
∂∂+
∂∂
gx
T
x
T
x
Tλ
Blz. 387 voorbeeld 13.3: grenst aan lucht van 20 i.p.v. 22 °C.
Blz. 389 figuur 13.14:
Blz. 391 figuur 13.16:
Blz. 393 figuur 13.18:
r
T12
Errata Energieleer – 9/17 –
Blz. 399 voorbeeld 13.7:
Een elektriciteitdraad heeft een straal van 6 mm, een warmtegeleidingcoëfficiënt van 20 W/mK. De elektrische stroom genereert een warmte van 107 W/m3. De temperatuur aan het oppervlak van de draad wordt gehandhaafd op 20 °C. i.p.v. Een elektriciteitdraad heeft een straal van 6 mm, een warmtegeleidingcoëfficiënt van 20 W/mK. De elektrische stroom genereert een warmte van 109 W/m3. De temperatuur aan het oppervlak van de draad wordt gehandhaafd op 100 °C.
CT o5,2420.4
)0006,0(1020
227
=−+= i.p.v. CT o12,12820.4
)00015,0(10100
229
=−+=
Blz. 407 boven figuur 13.30 toevoegen:
Fluïdum 1 is het fluïdum dat afgekoeld wordt en fluïdum 2 dat opgewarmd wordt. Blz. 408: [13.29] i.p.v. [13.2] en [13.30] i.p.v. [13.29]
Blz. 412: 0,1,1, =Φ+Φ−Φ− +− prodmwmmwmmw i.p.v. 0,1,1, =Φ+Φ−Φ +− prodmwmmwmmw
Blz. 416: [13.38] en [13.39] i.p.v. [13.51] en [13.52]
Blz. 421:
21,1211
xgTT
xT
x fluïdum
∆−−=∆
+
∆+− αλλα i.p.v.
21,21
xgTT
xT
x fluïdum
∆−−=∆
+
∆+− αλλα
Blz. 422:
22,2342
xgTT
xT
x fluïdum
∆−−=∆
+
∆+− αλλα i.p.v.
22,34
xgTT
xT
x fluïdum
∆−−=∆
+
∆+− αλλα
Blz. 424 na [13.43]: Bi is het kengetal van Biot: λ
α xBi
∆=
Blz. 426:
042
2 ,1,1,,1 =−∆+++ −+− nmWnmnmnm Tx
TTT ϕλ
i.p.v. 042
2 ,1,1,1 =−∆+++ −+− nmWnmnmm Tx
TTT ϕλ
Hoofdstuk 14 Instationair warmtetransport
Blz. 440: 1,010.35,44.46
01,0.84 4 <<=== −
λ
α d
Bi i.p.v. 1,010.33,34.60
01,0.84 4 <<=== −
λ
α d
Bi
min3,41247620200
2040ln
84
01,0.460.7840
0ln4
0ln
==
−−−
=
−=
−−=
−=
−−=
s
fluïdumT
tT
fluïdumT
eindT
dc
fluïdumT
tT
fluïdumT
eindT
oA
cVafkoelt
α
ρ
αρ
i.p.v.
min7,38232520200
2040ln
84
01,0.434.7800
0ln4
0ln
==
−−−
=
−=
−−=
−=
−−=
s
fluïdumT
tT
fluïdumT
eindT
dc
fluïdumT
tT
fluïdumT
eindT
oA
cVafkoelt
α
ρ
αρ
Errata Energieleer – 10/17 –
Blz. 441: 1,00395,02.81,0
008,0.82 <<===λ
α d
Bi i.p.v. 1,0023,02.4,1
008,0.82 <<===λ
α d
Bi
CTeeT
eTT
TTo
tcV
A
fluïdumt
fluïdum 02,9549,0.2020549,0200
20 6,0600
004,0.800.2500
8
0
=−=⇒===−−
⇒=−
− −−−
=
ρα
i.p.v.
CTeeT
eTT
TTo
tcV
A
fluïdumt
fluïdum 46,9527,0.2020527,0200
20 64,0600
004,0.750.2500
8
0
=−=⇒===−−
⇒=−
− −−−
=
ρα
Hoofdstuk 15 Warmteoverdracht door convectie Blz. 493: Ls = H (hoogte cilinder)
Blz. 494 voorbeeld 15.12:
Hoogte H = 2 m
( )10
25
23
2
23
10.56,410.95,1.313
09,1.2.81,9.60
.
...==
−==
−filmfilm
filmluchtopp
T
HgTTGr
η
ρ i.p.v.
( )4
25
23
2
23
10.98,110.95,1.313
09,1.015,0.81,9.60
.
...==
−==
−filmfilm
filmluchtopp
T
DgTTGr
η
ρ
1010 10.19,370,0.10.56,4Pr. === GrRa i.p.v. 1386070,0.19800Pr. === GrRa
Blz. 495 veranderen:
We zien dat Ra>109 is en gebruiken daardoor [15.38]
( ) 17,310.98,1.10,0.10,03/1103/1 === RaNu
Hieruit is de warmteoverdrachtscoëfficiënt te bepalen:
KmWd
Nuc
2/44,42
028,0.17,3. === λα
Per strekkende meter buislengte is de warmtestroom gelijk aan:
( ) mWTTOTTA luchtoppcluchtoppcW /6,12)2080.(015,0..44,4).(... =−=−=−=Φ παα
Blz. 497 tabel aanvullen:
Errata Energieleer – 11/17 –
Blz. 507: en A
Om
λα= =
6
3
10.600.5.50
10*)505(2.20−
−+ , ηvin=15 en L=0,6 volgt...
i.p.v.
en A
Om
λα= =
6
3
10.50.5.50
10*)505(2.20−
−+ , nvin=15 en L=0,6 volgt
Hoofdstuk 16 Warmteoverdracht door straling Blz. 517: figuur 16.6:
Blz. 520: ‘Voor twee grote grijze oppervlakken’ i.p.v. ‘Voor twee oppervlakken…’
Blz. 523 Figuur 16.11: Φw1a,netto i.p.v. Φwa1,netto
Blz. 524 onder [16.14]:
In hoofdstuk kwamen we de volgende vergelijking tegen:
)(. 42
41112112, TTAw −Ψ=Φ σε [2.25]
model tipvoorwaarde temperatuurverloop in vin
fluidumwand
fluidum
x TT
TT
−−
==0θ
θ
warmtestroom van vin
vinw,Φ
A Convectie-voorwaarde
LxLx dx
d
==
−= θλαθ
mLm
mL
xLmm
xLm
sinhcosh
)(sinh)(cosh
+
−
+−
λαλ
α
[15.40] mL
mmL
mLm
mLM
sinhcosh
coshsinh
λαλ
α
+
+[15.41]
B Adiabatische randvoorwaarde
0=
=Lxdx
dT
mL
xLm
cosh
)(cosh −[15.42]
mLM tanh [15.43]
C Oneindig lange vin
0==Lxθ
mxe− [15.44]
M
Errata Energieleer – 12/17 –
Bij zwarte oppervlakken (ε=1) geldt dat de uitwisselingsfactor ψ12 gelijk is aan de zichtfactor F12. Bijlage 1: Wiskunde Blz. 546: differentaalquotiënt i.p.v. differentiequotiënt. Blz. 548: differentiaal i.p.v. differentie (2x) Bijlage 2: Mediumeigenschappen Stofeigenschappen bij 1 bar. Helium: k=1,67 i.p.v. 1,66
Errata Energieleer – 13/17 –
Opgaven Hoofdstuk 2 Energievormen
Blz. 36, Opgave 4
Dichtheid lucht bij 20 °C.
Hoofdstuk 3 Toestandsgrootheden en stofeigenschappen Blz. 72, Opgave 30
In een stoomketel wordt water van 40 °C bij een druk van 80 bar omgezet in stoom. De specifieke toegevoerde warmte is gelijk aan 3000 kJ/kg Wat is de uittredetemperatuur?
Blz. 72, Opgave 31
Oververhitte stoom van 350 °C wordt onder een constante druk van 50 bar verwarmd tot 450 °C. Bereken de toe te voeren hoeveelheid warmte en de gemiddelde soortelijk warmte van het water.
Blz. 72, Opgave 32
Beantwoord de vraag nogmaals maar nu voor de situatie dat er verwarmd wordt van 450 °C tot 550 °C. In tabel B2.8 vinden we de h’s.
kgKkJTT
hhcTch
inuit
inuitpp /315,2
100
5,33170,3549. =−=
−−
=⇒∆=∆
Blz. 73, Opgave 34
vloeistofgehalte i.p.v. vochtgehalte
Blz. 73, Opgave 35
vloeistofpercentage i.p.v. vochtpercentage.
Hoofdstuk 6 Theoretische kringprocessen Blz. 171, Opgave 13
Een koelmachine die werkt volgens het Carnotproces voert warmte af uit een koelruimte bij een koeltemperatuur van 10 °C. De omgevingstemperatuur is 40 °C. De temperatuurverschillen over het warmte-uitwisselend oppervlak van de verdamper en condensor is 5 K. Wat is de waarde van de koudefactor?
Hoofdstuk 7 Open systemen Blz. 207, Opgave 12
We willen in een compressor lucht isothermisch van 1 bar verhogen naar 8 bar. Per uur wordt er 3600 kg lucht geleverd. De begintemperatuur is 30 °C. De schadelijke ruimte bedraagt 10% van het slagvolume. Hoeveel vermogen is er nodig voor het aanzuigen, comprimeren, uitdrijven en expanderen van de lucht in de compressor?
Bepaal tevens het benodigde compressorvermogen.
Blz. 171, Opgave 14
Massastroom is 100 kg/s i.p.v. 10 kg/s.
Hoofdstuk 8 Niet-omkeerbaarheden Blz. 231, Opgave 5
adiabatisch i.p.v. isentropisch; 600 i.p.v. 20 °C.
Blz. 231, Opgave 6
adiabatisch i.p.v. isentropisch
Errata Energieleer – 14/17 –
Blz. 231, Opgave 7
geleverde vermogen i.p.v. benodigde vermogen
Blz. 231, Opgave 9
Lucht wordt gecomprimeerd van 10 naar 1 m3 waarbij de temperatuur stijgt van 40 naar 400 °C. Wat is de entropieverandering?
Blz. 231, Opgave 11
300 °C i.p.v. 200 °C.
Blz. 232, Opgave 12
300 °C i.p.v. 200 °C.
Blz. 232, Opgave 14
In een stoomketel wordt 1 kg vloeibaar water bij 200 °C omgezet in stoom. Daarbij daalt de temperatuur van de rookgassen van 1200 naar 400 °C. Wat is de verandering van de entropie van de rookgassen en het water? Wat is de totale entropieverandering? Voor de eigenschappen van de rookgassen mag uit gegaan worden van de eigenschappen van lucht.
Hoofdstuk 10 Wrijvingsloze onsamendrukbare stroming Blz. 322, Opgave 3
Door een horizontaal kanaal
Blz. 322, Opgave 6
Uit een buis met een diameter van 3 mm stroomt 1 kg/s water. Dit water stroomt uit op een plaat. Welke kracht wordt op de plaat uitgeoefend? Zowel de statische druk in de buis als de omgevingsdruk is 1 bar.
Hoofdstuk 11 Wrijvingsloze gasstroming Blz. 345, Opgave 2
De statische druk onderin is 1 bar.
Blz. 345, Opgave 5
In een omkeerbare gasstroming...
Hoofdstuk 12 Stroming met weerstand Blz. 372, Opgave 4
0,2 kg/s i.p.v. 2 kg/s.
Hoofdstuk 13 Stationair warmtetransport Blz. 433, Opgave 13
100 m3/s i.p.v. 10 m3/s.
Hoofdstuk 14 Instationair warmtetransport Blz. 465, Opgave 6
De gevelsteen heeft een λ=1,1 W/mK.
Hoofdstuk 15 Warmteoverdracht door convectie Blz. 511, Opgave 6
Gevraagd de warmteoverdrachtscoëfficiënt
Blz. 511, Opgave 11
Errata Energieleer – 16/17 –
Antwoorden Hoofdstuk 2 Energievormen Opgave 6: 40.000 N
Opgave 9: 6 MJ en 10 kW
Opgave 13: 2,78 m3/s
Hoofdstuk 3 Toestandsgrootheden en stofeigenschappen Opgave 3: 48,3 °C
Opgave 4: 61,2 kJ
Opgave 6: 2,03 kW/m2
Opgave 9: 502 kW
Opgave 11: 77,5 °C
Opgave 16: 2,3 kg/m3
Opgave 21: 22 °C
Opgave 24: 66,7.105 Pa
Opgave 30: 410 °C.
Opgave 35: 972,2 kJ/kg
Hoofdstuk 5 Gesloten systemen Opgave 8: Er wordt 5,17 kJ geleverd
Opgave 11: 464 K
Opgave 18: 15 K
Opgave 22: afname van 260,8 kJ en er wordt 260,8 kJ arbeid geleverd.
Opgave 24: 6,44 l
Opgave 25: 1,091
Opgave 27: 463 kJ, 463 kJ en 0
Opgave 30: 8098 kJ, 0 en –8098 kJ.
Hoofdstuk 6 Theoretische kringprocessen Opgave 3: 33,3 % en 57,0 kJ/kg
Opgave 10: 4,87
Opgave 15: 4,72
Hoofdstuk 7 Open systemen Opgave 2: 80,0024 °C
Opgave 6: 200,9 kW
Opgave 7: 0,196 m3/s
Opgave 11: 96,6 kW, -200,9 kW en -96,6 kW
Opgave 12: deelprocessen: 8,7, -663,3 kW,-8,7 en 482,4 kW; compressor: 180,8 kW
Hoofdstuk 8 Niet-omkeerbare toestandsveranderingen Opgave 4: 0,0026 K
Opgave 7: 1275 kW
Errata Energieleer – 17/17 –
Hoofdstuk 10 Wrijvingsloze onsamendrukbare stroming Opgave 7: 2763 N rechtsboven
Hoofdstuk 11 Wrijvingsloze gasstroming Opgave 2: 78,1 kPa
Hoofdstuk 12 Stroming met weerstand Opgave 4: 470 kPa
Hoofdstuk 13 Stationair warmtetransport Opgave 4: 15,625 °C
Opgave 7: 2,39 W/m2
Opgave 13: 30,3 en 51,9 °C
Hoofdstuk 14 Instationair warmtetransport Opgave 2: 147,2 °C
Hoofdstuk 15 Warmteoverdracht door convectie Opgave 1: 0,75
Opgave 2: 300
Opgave 3: 1568 W
Opgave 4: 1499 W
Opgave 5: 6870 W/m2K
Opgave 6: 16,1 kW/m2K
Opgave 7: 53,2 kW/m
Opgave 8: 5184 W
Opgave 9: 2600 W
Opgave 10: 2,29 kW
Opgave 11: 60 °C en 18,4 W/m
Opgave 12: 24806 resp. 412 W
Opgave 13: 0,0301 W en 0,0746 W
Opgave 14: 0,998 en 0,883
Hoofdstuk 16 Warmteoverdracht door straling Opgave 1: 2460 W
Opgave 2: 4,8 kW
Opgave 3: 459 °C
Opgave 4: 0,2 en 0,28
Opgave 5: 0,25, 0,16 en 0,18
Opgave 6: 45,5 kW
Opgave 7: 10,8 kW