Upload
tom-don-carbonell
View
176
Download
0
Embed Size (px)
DESCRIPTION
Dit is de afstudeerhandleiding van de hogeschool van Amsterdam
Citation preview
H A N D L E I D I N G V O O R D E A F S T U D E E R O P D R A C H TS T U D I E J A A R 2 0 1 3 / 2 0 1 4
I N H O U D S O P G AV E
1 | INLEIDING 3
2 | COMPETENTIES 4
3 | AFSTUDEERPROCEDURE 5
4 | ROLLEN BIJ HET AFSTUDEREN 9
5 | TOETSING EN BEOORDELING 11
B I J L A G E N
1 | Inhoud afstudeervoorstel 12
2 | Inhoud plan van aanpak 16
3 | Afstudeerovereenkomst 19
4 | Formulier feedback opdrachtgever 23
5 | Format digitale samenvatting 24
6 | Toestemmingsformulier voor publicatie op HvA Scripties Online 25
1 | I N L E I D I N G
Je studie aan de opleiding Media, Informatie en Communicatie (MIC) sluit je af met
een persoonlijke proeve van bekwaamheid waarmee je bewijst in onze beroepsprak-
tijk op hbo-niveau te kunnen functioneren. Je toont dit aan door het uitvoeren van
een afstudeeropdracht.
Je afstudeeropdracht bestaat uit een praktijkgericht onderzoek dat uitmondt in een
onderzoeksverslag én een beroepsproduct. De term beroepsproduct definiëren we als
een product waar in het werkveld vraag naar is. Dit kan een ‘gebruiksvoorwerp’ zijn,
maar ook een rapport of advies. Voorbeelden van beroepsproducten zijn: een nieuwe
applicatie in de mediawereld, een nieuwe methode om een mediaproduct in de markt
te zetten, een advies voor het implementeren van een communicatiestrategie. Beroeps-
producten moeten voldoen aan de professionele standaard. Iedere beroepsgroep heeft
eigen opvattingen over wat goed/juist/waar is. Die opvattingen zijn vaak vastgelegd,
maar ze werken ook door in de waarden en normen van een beroepsgroep. Daaruit vloeit
voort dat de aard van de beroepsproducten per profiel kan verschillen. Bij alle profielen
kan het gaan om een rapport of advies. Bij met name NM en RMP zal het ook geregeld
gaan om een ‘gebruiksvoorwerp’ (reportage, weblog, dummy tijdschrift).
Het karakter van het afstuderen brengt met zich mee dat je een relevante en/of ver-
nieuwende bijdrage levert aan de beroepspraktijk. Dit betekent dat je je bij de keuze en
uitwerking van jouw afstudeeropdracht altijd grondig moet oriënteren bij deskundigen
uit het beroepenveld waarvoor je wordt opgeleid. Je zult in elk geval gedurende de loop-
tijd van je onderzoek een ‘sparringpartner’ in de beroepspraktijk moeten hebben. Je
kunt met dat doel een externe opdrachtgever benaderen, maar dat is niet in elk afstudeer-
profiel verplicht. Op de intranetpagina van jouw afstudeerprofiel vind je meer informatie
over de profielspecifieke eisen die er aan de afstudeeropdracht worden gesteld.
De gehele afstudeeropdracht levert 30 ECTS op en kent 3 onderliggende modules:
1 | Het afstudeervoorstel (1 ECTS), beoordeeld met een voldoende/onvoldoende,
moet voldoende zijn
2 | Het plan van aanpak (4 ECTS), beoordeeld met een voldoende/onvoldoende,
moet voldoende zijn
3 | Het afstudeerverslag (25 ECTS) beoordeeld met een cijfer
Je kunt het examenprogramma checken in de bijlagen van de OER (Onderwijs- en
Examenregeling), die gepubliceerd staat op het MIC-intranet.
MODULEHANDLEIDING AFSTUDEEROPDRACHT MIC 2013-2014 | VERSIE 6.0 | 3
2 | C O M P E T E N T I E S
In deze module werk je aan (onderdelen van) de volgende MIC-beroepscompetenties
(zie ook het MIC-beroeps- en competentieprofiel op intranet):
• Onderzoeken
• Ontwerpen
• Communiceren
• Professioneel handelen
• Ondernemen
Gedurende het hele proces van werken aan de afstudeeropdracht toon je aan deze
competenties op bachelorniveau te bezitten.
MODULEHANDLEIDING AFSTUDEEROPDRACHT MIC 2013-2014 | VERSIE 6.0 | 4
3 | A F S T U D E E R P R O C E D U R E
Tijdens de afstudeerfase geldt de volgende afstudeerprocedure.
FASE 1
• Oriënteren
• Eventueel: zoeken opdrachtgever
Je oriënteert je op een onderwerp voor een afstudeeropdracht en zoekt een externe
opdrachtgever (bijvoorbeeld in de organisatie waar je stage hebt gelopen) en/of een
externe begeleider. Op de intranetpagina van je profiel vind je informatie over het al
dan niet verplicht zijn van een externe opdrachtgever.
Je bespreekt je ideeën bij voorkeur met je slb’er. Daartoe neem je zelf het initiatief.
FASE 2
• Vooronderzoek
Met behulp van literatuuronderzoek (mediatheek, internet, archieven en bibliotheken)
en gesprekken met experts uit het werkveld onderzoek je of het idee voor je afstudeer -
opdracht inderdaad relevantie heeft voor de beroepspraktijk en/of vernieuwend is.
In alle profielen zijn er bijeenkomsten gericht op het versterken van je onderzoeksvaar-
digheden. Soms gebeurt dit in het derde jaar, soms zijn er (opfris)bijeenkomsten tijdens
de afstudeerfase. Meer informatie hierover vind je op de intranetpagina van je afstudeer-
profiel.
Op intranet vind je ook meer informatie over de specifieke voorwaarden die een afstu-
deerprofiel stelt aan de afstudeeropdracht, zoals de rol van de slb’er, het al dan niet
verplicht hebben van een externe opdrachtgever en de eisen waaraan zo’n externe
opdracht dan moet voldoen.
FASE 3
• Formuleren afstudeervoorstel
• Inleveren in drievoud: getekend afstudeervoorstel plus uitdraai SIS bij je slb’er
Je mag natuurlijk in een vroeg stadium al nadenken over je afstuderen en een afstudeer -
voorstel indienen. Dit is niet gebonden aan een aantal behaalde studiepunten.
Voor de eisen aan het afstudeervoorstel: zie bijlage 1.
Je laat je afstudeervoorstel goedkeuren door je slb’er. Deze stuurt het vervolgens naar
de afstudeer coördinator van je profiel. Indien het afstudeervoorstel is goedgekeurd,
ontvang je 1 studiepunt.
MODULEHANDLEIDING AFSTUDEEROPDRACHT MIC 2013-2014 | VERSIE 6.0 | 5
FASE 4
• Uitwerken afstudeervoorstel tot voorlopig plan van aanpak
Je mag pas beginnen aan je plan van aanpak als je afstudeervoorstel is goedgekeurd.
De afstudeercoördinator van je profiel wijst een docent-begeleider en een tweede
docent toe. We raden je aan vervolgens zo snel mogelijk een afspraak te maken met
jouw docent-begeleider, om te bespreken hoe jullie de begeleiding gaan vormgeven en
hoe je van je voorstel tot een goed uitgewerkt plan van aanpak kunt komen. Het kan
zijn dat je het plan van aanpak een paar keer moet herschrijven voordat het wordt goed-
gekeurd en je daadwerkelijk kunt beginnen met het uitwerken van je afstudeeropdracht.
Voor de eisen aan het plan van aanpak: zie bijlage 2.
FASE 5
• Inleveren drie exemplaren definitief plan van aanpak bij docent-begeleider
• Goedkeuring plan van aanpak door afstudeercommissie
• Bij externe opdrachtgever moet het plan van aanpak bovendien vergezeld gaan
van een door opdrachtgever en student ondertekende Afstudeerovereenkomst.
Het plan van aanpak is een belangrijk document in je afstudeertraject. Je docent-bege-
leider geeft een exemplaar van je plan van aanpak aan de afstudeercommissie van je
profiel. Die zal binnen uiterlijk twee weken beoordelen of je plan van aanpak is goed-
gekeurd. Pas als je plan van aanpak is goedgekeurd door de afstudeercommissie, mag je
je afstudeeropdracht uitwerken. Je ontvangt 4 studiepunten voor het plan van aanpak.
Het plan van aanpak kan pas bij de afstudeercommissie worden ingediend indien je aan
de eis van 105 ECTS uit de postpropedeutische fase (waaronder de beroepsvoorbereidende
stage) hebt voldaan. Als bijlage van je plan van aanpak voeg je een uitdraai van je SIS toe.
De 25 ECTS voor de afstudeeropdracht komen overeen met 15 werkweken. Dit betekent
dat het plan van aanpak 15 weken vóór de geplande inleverdatum moet zijn goedgekeurd
wil je daadwerkelijk genoeg tijd hebben voor het afstudeeronderzoek. Omdat de afstu-
deercommissie twee weken nodig heeft om een plan van aanpak te beoordelen, moet je
je plan van aanpak uiterlijk 17 weken voor je geplande afstudeerdatum hebben ingediend.
De exacte deadlines staan op de intranetpagina van de Examencommissie: afstuderen.
Nota bene: Het goedgekeurde plan van aanpak moet je opnemen in de definitieve
versie van je afstudeeropdracht. Zonder dit plan voldoet je afstudeeropdracht niet
aan de eisen.
Als je gedurende het afstudeertraject een nieuwe probleemstelling formuleert, moet
het plan van aanpak opnieuw worden goedgekeurd door de afstudeercommissie.
Als je een externe opdrachtgever hebt, moeten jullie beiden de Afstudeerovereen komst
tekenen. Deze overeenkomst lever je in als bijlage bij het plan van aanpak. Je zorgt er
zelf voor dat je opdrachtgever een exemplaar van het plan van aanpak en van de Afstu-
deerovereenkomst ontvangt. Eventuele wijzigingen die je in opdracht van je docent-
begeleider doorvoert in het plan van aanpak dien je met je opdrachtgever te bespreken.
Voor Afstudeerovereenkomst: zie bijlage 3.
MODULEHANDLEIDING AFSTUDEEROPDRACHT MIC 2013-2014 | VERSIE 6.0 | 6
Nota bene: Op de Afstudeerovereenkomst kan aangegeven worden dat de afstudeer -
opdracht vertrouwelijk is en dus niet gepubliceerd mag worden.
FASE 6
• Uitvoeren afstudeeronderzoek
Je mag pas beginnen met het uitvoeren van het afstudeeronderzoek (25 ECTS) nadat je
plan van aanpak met een ‘voldoende’ is beoordeeld door de afstudeercommissie van het
betreffende profiel.
Je zult al gauw merken dat je afstudeeronderzoek meer tijd in beslag neemt dan je denkt.
Bekijk welke onderdelen van het verslag je al kunt uitschrijven terwijl je nog met het
onderzoek bezig bent, of begin – indien dat van toepassing is – alvast te werken aan
het beroepsproduct. Houd ook geregeld contact met de eventuele opdrachtgever en
maak gebruik van de expertise van jouw netwerk in de beroepspraktijk. Ook met de
docent-begeleider onderhoud je in deze fase regelmatig contact, waarbij je als richtlijn
eenmaal per maand kunt aanhouden. In geval van tegenslag of andere problemen zal
het verstandig zijn vaker met elkaar te spreken over de voortgang. Het initiatief voor
afspraken ligt bij jou. Je beslist in deze fase zelf of je een concepttekstgedeelte (bijvoor-
beeld een hoofdstuk) voorlegt aan de docentbegeleider.
FASE 7
• Inleveren afstudeerverslag in viervoud bij het Onderwijsbureau, conform de data op
intranet. Het gaat om drie papieren versies en één digitale versie (PDF) op cd-rom of dvd.
Zet op de dvd of cd-rom ook – in Word – een Engelse en Nederlandse samenvatting van
je onderzoeksverslag. Vul het toestemmingsformulier in voor publicatie op HvA Scripties
Online en lever dit met de afstudeeropdracht in bij het Onderwijsbureau.
• Bij voldoende kwaliteit afstudeeropdracht: eindgesprek
• Bij onvoldoende kwaliteit: verbeteren afstudeeropdracht en herhaling stap 6 en 7.
Data voor het inleveren van de afstudeeropdracht, het voeren van de eindgesprek-
ken en de diploma-uitreiking vind je op het MIC-intranet (pagina Examencommissie:
afstuderen). De wenselijke omvang van de afstudeeropdracht is 25 tot 50 bladzijden,
exclusief de bijlagen en/of het beroepsproduct. Overleg tijdig met de docent-begeleider
als je denkt meer ruimte nodig te hebben.
Voor Format digitale samenvatting: zie bijlage 5.
De digitale versie (PDF) van jouw afstudeeropdracht is bedoeld voor opname in de
databank HvA Scripties Online, een digitaal archief beheerd door de mediatheek van de
Hogeschool van Amsterdam (http://scriptiesonline.bib.hva.nl). Afstudeeropdrachten die
zijn beoordeeld met een 7 of hoger, worden automatisch in deze databank gepubliceerd,
tenzij er sprake is van vertrouwelijkheid. Bij de digitale versie van je afstudeeropdracht
lever je ook een digitale samenvatting in het Engels en Nederlands in en het Toestemmings-
formulier voor publicatie op HvA Scripties Online (bijlage 6).
MODULEHANDLEIDING AFSTUDEEROPDRACHT MIC 2013-2014 | VERSIE 6.0 | 7
Nota bene: Als je afstudeerverslag vertrouwelijk is, lever je geen digitale versie van
het afstudeerverslag in en vul je uiteraard ook niet het Toestemmingsformulier voor
publicatie in.
Nadat je jouw afstudeeropdracht bij het Onderwijsbureau hebt ingeleverd en de docent-
beleider en de tweede docent je afstudeeropdracht hebben beoordeeld, krijg je van je
docent-begeleider te horen of jouw afstudeeropdracht voldoende kwaliteit heeft om in
aanmerking te komen voor het voeren van een eindgesprek (zie ook 4.1: toetsing en
beoordeling). Je krijgt dan een voorlopig cijfer. Het eindcijfer wordt vastgesteld na het
eindgesprek.
Nota bene: Met het eindgesprek kan je het eindcijfer voor je afstudeeropdracht met
maximaal 1 punt beïnvloeden (verhogen of verlagen, dus een 6 kan bijvoorbeeld een 5
of een 7 worden).
FASE 8
• Eindgesprek: presentatie en debat
• Bij voldoende na eindgesprek: getuigschrift, mits je voldaan hebt aan alle onderdelen
van het examenprogramma
• Bij onvoldoende na eindgesprek: nieuw eindgesprek plannen bij een volgende
afstudeermogelijkheid
Het eindgesprek gaat over het onderwerp van de afstudeeropdracht en duurt maximaal
40 minuten. Het eindgesprek bestaat altijd uit een presentatie en een debat. Je krijgt
van de docent-begeleider van tevoren te horen welke punten er in de presentatie aan
bod moeten komen (bijv. op punten waarop de beoordelaars kritisch zijn of meer infor-
matie willen) en hoe lang de presentatie mag duren. In het daaropvolgende debat onder-
bouw je de aanpak en resultaten, en geef je aanvullende informatie.
Voor het beoordelingsformulier afstudeeropdracht: zie intranetpagina van je afstudeer-
profiel.
Bij het eindgesprek kan een externe gecommitteerde aanwezig zijn. Deze beoordeelt
niet, maar neemt wel actief deel aan het debat en adviseert de docent-begeleiders over
de praktische waarde van je onderzoeksverslag en beroepsproduct.
Je bent er zelf verantwoordelijk voor dat je opdrachtgever een exemplaar van jouw
afstudeeropdracht ontvangt. Uiteraard presenteer je hem/haar de resultaten van je
onderzoek. Je kunt dat bij de opdrachtgever op locatie doen, maar je kunt je opdracht-
gever ook uitnodigen om aanwezig te zijn bij het eindgesprek. Laat dit dan tijdig weten
aan je docent-begeleider. Je opdrachtgever beoordeelt niet, maar we ontvangen graag
zijn of haar advies over de manier waarop je de afstudeeropdracht hebt uitgevoerd.
Laat je opdrachtgever daarom het ‘Formulier feedback opdrachtgever’ invullen en voeg
dit toe aan je afstudeerverslag of laat het hem/haar per mail opsturen naar je docent-
begeleider.
Voor Formulier feedback opdrachtgever: zie bijlage 4.
MODULEHANDLEIDING AFSTUDEEROPDRACHT MIC 2013-2014 | VERSIE 6.0 | 8
4 | R O L L E N B I J H E T A F S T U D E R E N
Tijdens je afstudeertraject krijg je te maken met verschillende mensen, die ieder een
andere rol vervullen.
Slb’er
Met je slb’er kun je jouw voorstel voor de afstudeeropdracht bespreken. Dat raden
we je ook aan, omdat je slb’er kan beoordelen of je idee aansluit bij het beroepsprofiel
en voldoet aan het hbo-niveau. Bovendien kan hij /zij je op weg helpen en je op een
spoor zetten via zijn/haar netwerk in de beroepspraktijk. Het initiatief voor afspraken
met je slb’er over de afstudeeropdracht moet van jou komen. Maak er gebruik van.
De afstudeercoördinator
Nadat je slb’er je voorstel heeft geaccordeerd, keurt de afstudeercoördinator je
afstudeervoorstel goed. Dit zal in de meeste gevallen een globale toetsing zijn. Past
je voorstel bij het profiel en bij het hbo-niveau en/of zit je probleemstelling deugdelijk
in elkaar? Als het voorstel niet wordt goedgekeurd, bespreekt de afstudeercoördinator
en/of slb’er dit met je. Als de afstudeercoördinator het voorstel goedkeurt, zal hij/zij je
een docent-begeleider en een ‘tweede docent’ toewijzen.
De docent-begeleider
Met hulp van je docent-begeleider werk je het afstudeervoorstel uit tot een plan van
aanpak. De docent-begeleider legt je plan van aanpak ter goedkeuring voor aan de
afstudeercommissie van je profiel. Binnen twee weken hoor je van je docent-begeleider
of de afstudeercommissie je plan van aanpak heeft goedgekeurd. Daarna kun je pas aan
de slag met je onderzoek. De begeleiding bij het afstudeertraject is erop gericht dat je
zelfstandig werkt en heeft daarom vooral het karakter van bewaken van het voortgangs-
proces. Jij neemt als student het initiatief voor het maken van afspraken met de docent-
begeleider. Tussentijds kun je desgewenst een concepthoofdstuk of een deel van je
onder zoeksverslag aan de docent-begeleider voorleggen, om te controleren of je op
de juiste weg bent.
De tweede docent
Met je tweede docent van je profiel heb je tijdens het afstudeerproces niet rechtstreeks
te maken. Hij of zij speelt uitsluitend een rol op de achtergrond: samen met de docent-
begeleider beoordeelt hij of zij of je plan van aanpak voldoende is uitgewerkt om dit ter
goedkeuring voor te leggen aan de afstudeercommissie. Daarnaast beoordelen de docent-
begeleider en tweede docent samen je afstudeeropdracht en zijn beiden aanwezig bij het
afstudeergesprek.
MODULEHANDLEIDING AFSTUDEEROPDRACHT MIC 2013-2014 | VERSIE 6.0 | 9
De afstudeercommissie
Ieder profiel heeft een afstudeercommissie van drie personen met specialistische kennis
van onderzoek en/of het werkveld waarvoor je profiel opleidt. De commissie velt een
onafhankelijk oordeel over de kwaliteit en uitvoerbaarheid van je plan van aanpak en
bepaalt of je je onderzoeksvoorstel mag uitwerken. Zonder de goedkeuring van deze
commissie mag je niet verder met je afstudeeronderzoek.
Externe opdrachtgever
De externe opdrachtgever (niet in alle profielen verplicht) is belanghebbende, en kan
daarnaast de rol van adviseur, inhoudsdeskundige en informant vervullen. Hoewel de
opdrachtgever bepaalde eisen kan stellen aan jouw verslag en/of product, bepaalt de
school of het plan van aanpak wordt goedgekeurd en wat je eindcijfer wordt.
Externe begeleider
Als je geen externe opdrachtgever hebt, willen we dat je een externe sparringpartner
hebt. Iemand uit de beroepspraktijk die met jou van gedachten kan wisselen over de
waarde van je afstudeeronderzoek voor de beroepspraktijk en die daarnaast de rol van
adviseur, inhoudsdeskundige of informant kan vervullen.
MODULEHANDLEIDING AFSTUDEEROPDRACHT MIC 2013-2014 | VERSIE 6.0 | 10
5 | T O E T S I N G E N B E O O R D E L I N G
De docenten kunnen het cijfer voor deze module in decimalen geven, maar het
eindcijfer is een geheel cijfer. Voor de inhoudelijke criteria voor de beoordeling
van afstudeeropdracht en eindgesprek: zie het beoordelingsformulier op de
modulepagina op intranet.
In het algemeen hoor je binnen twee weken na het inleveren van de afstudeeropdracht
bij het Onderwijsbureau of deze voldoende is bevonden om toegelaten te worden tot
het eindgesprek. Je krijgt dan een voorlopig cijfer. Als de afstudeeropdracht onvoldoende
wordt bevonden, zijn er twee mogelijkheden:
1 | De onvoldoende is veroorzaakt door de onvoldoende kwaliteit van de verslaglegging,
maar de uitvoeringsfase zelf is wel in orde. In dit geval stellen de docenten vast of
het haalbaar is dat je jouw afstudeeropdracht op zeer korte termijn bijstelt. Je spreekt
dan met de docent-begeleider af wanneer je de afstudeeropdracht opnieuw (en
opnieuw in viervoud) moet inleveren. Het eindgesprek wordt pas gepland als de
afstudeeropdracht voldoende is verbeterd.
2 | Als bijstellen op korte termijn niet haalbaar wordt geacht of als de onvoldoende
een andere oorzaak heeft, dient de afstudeeropdracht te worden herzien en bij een
volgende gelegenheid (zie intranet) te worden ingeleverd.
De manier waarop je de afstudeeropdracht presenteert en verdedigt maakt onderdeel
uit van de eindbeoordeling. Direct na afloop van het eindgesprek wordt je eindcijfer
vastgesteld en krijg je de uitslag te horen. Een goed eindgesprek kan het cijfer voor je
afstudeeropdracht met maximaal één punt verhogen, een slecht eindgesprek kan het
cijfer met maximaal één punt verlagen. Mocht je na het eindgesprek een onvoldoende
krijgen (5) dan kun je een nieuw eindgesprek aanvragen bij de eerstvolgende gelegen-
heid. Je kunt dan natuurlijk ook proberen de kwaliteit van je afstudeeropdracht te ver-
beteren, om zo meer kans te maken op een voldoende eindcijfer.
Als je het niet eens bent met een beoordeling of het cijfer, dan kun je schriftelijk bezwaar
maken bij de Examencommissie MIC. De bezwaarprocedure staat beschreven in het
Studentenstatuut van de HvA en in de Onderwijs en Examenregeling.
Het getuigschrift wordt aan je uitgereikt als je aan alle onderdelen van het examen -
programma hebt voldaan, dus inclusief de minor en de afstudeeropdracht. Ook moeten
alle financiële verplichtingen aan de HvA zijn nagekomen.
Het getuigschrift wordt vijf maal per jaar uitgereikt. De Examencommissie stelt in samen-
werking met de cijferadministratie vast of je examenprogramma aan de eisen voldoet.
Dit heet het ‘afsluitend examen’. Als je examenprogramma in orde is kan het getuigschrift
worden verzorgd. Dit getuigschrift kun je op de gezamenlijke uitreiking in ontvangst
nemen. De procedures die gelden als je examenprogramma (inclusief afstudeeropdracht)
nog hiaten vertoont, vind je op intranet op de pagina van de Examencommissie.
MODULEHANDLEIDING AFSTUDEEROPDRACHT MIC 2013-2014 | VERSIE 6.0 | 11
B I J L A G E 1 : I N H O U D A F S T U D E E R V O O R S T E L
Inhoud afstudeervoorstel Media, Informatie en Communicatie
(een aparte versie van dit formulier vind je op de intranetpagina van je afstudeerprofiel)
Student
Naam student: Profiel:
Studentnummer: Groep:
E-mailadres:
Telefoonnummer:
Naam + paraaf voor akkoord slb’er
Datum:
Paraaf voor akkoord student
Datum:
Paraaf voor akkoord afstudeercoördinator
Datum:
Probleemsituatie
Wat: is de aanleiding?
Wie: is de opdrachtgever?
Wanneer: is het probleem ontstaan?
Waarom: is het een probleem?
Waar: doet het probleem zich voor?
Hoe/Waardoor: is het probleem ontstaan?
Voorlopige probleemstelling (het WAT van het onderzoek)
(De definitieve probleemstelling werk je uit in het plan van aanpak, in overleg met je
docent-begeleider).
Dit is de centrale vraag waarop het onderzoek antwoord moet geven. Dit moet een
open vraag zijn.
TIP: je kunt hiervoor de doelstelling in een vraag omzetten (bijv: ‘Inzicht brengen in
de behoefte van de doelgroep’ wordt dan ‘Wat is de behoefte van de doelgroep?’)
MODULEHANDLEIDING AFSTUDEEROPDRACHT MIC 2013-2014 | VERSIE 6.0 | 12
Voorlopige doelstelling (het WAAROM van het onderzoek)
(De definitieve doelstelling werk je uit in het plan van aanpak, in overleg met je
docent-begeleider):
Bijvoorbeeld: ‘Inzicht brengen in …. om advies te geven over …’
of: ‘inzicht brengen in … om een reportage te kunnen schrijven voor …’
• het eerste deel (‘inzicht brengen in …’) komt terug in de conclusie en is eigenlijk het
WAT van het onderzoek (en komt ook terug in de vraagstelling), het tweede deel (om
advies te geven over…) komt terug in de aanbevelingen. Dit tweede deel geeft het
WAAROM aan.
• je kunt het tweede deel evt. nog specifieker maken door te zeggen: … ‘om advies
te geven over….. in de vorm van een… (bijv. marketingplan). Maak je een journalistiek
beroepsproduct (bijv. radiodocumentaire, dummy), dan formuleer je wel conclusies,
maar geen aanbevelingen. Je beroepsproduct komt daarvoor in de plaats.
Wat is de relevante en/of vernieuwende bijdrage van jouw onderzoek aan de
beroepspraktijk?
Welk beroepsproduct maak je?
Hoe sluit je onderzoek aan bij je beroepsproduct?
MODULEHANDLEIDING AFSTUDEEROPDRACHT MIC 2013-2014 | VERSIE 6.0 | 13
Welke relevante literatuur heb je gelezen over dit onderwerp?
Noem vijf (online) publicaties zoals boeken, artikelen en/of onderzoeken, ook internatio-
naal (notering in MIC-huisstijl). Vat per publicatie in één alinea samen wat de belang-
rijkste bevinding is voor je onderzoek en/of beroepsproduct.
1. Auteur en titel:
Belangrijkste bevinding:
2. Auteur en titel:
Belangrijkste bevinding:
3. Auteur en titel:
Belangrijkste bevinding:
4. Auteur en titel:
Belangrijkste bevinding:
5. Auteur en titel:
Belangrijkste bevinding:
MODULEHANDLEIDING AFSTUDEEROPDRACHT MIC 2013-2014 | VERSIE 6.0 | 14
Wie heb je over dit onderwerp gesproken?
Noem drie mensen met kennis over dit onderwerp plus hun functie en de naam van
de organisatie waar ze werken. Vat voor elk van hen in één alinea de meest relevante
conclusie samen voor je onderzoek en/of beroepsproduct.
1. Naam, functie en organisatie:
Belangrijkste bevinding:
2. Naam, functie en organisatie:
Belangrijkste bevinding:
3. Naam, functie en organisatie:
Belangrijkste bevinding:
Heb je uitgezocht of jouw onderzoeksvraag al door iemand anders is beantwoord?
Waar en hoe heb je gezocht?
Wie is je opdrachtgever of, als je die niet hebt, je sparringpartner uit de beroepspraktijk?
MODULEHANDLEIDING AFSTUDEEROPDRACHT MIC 2013-2014 | VERSIE 6.0 | 15
B I J L A G E 2 : I N H O U D P L A N VA N A A N PA K
Inhoud plan van aanpak afstudeeropdracht Media, Informatie en Communicatie
(op de intranetpagina van je afstudeerprofiel vind je een versie van dit formulier in Word)
Student
Naam student: Profiel:
Studentnummer: Groep:
E-mailadres:
Telefoonnummer:
Paraaf voor akkoord student:
Paraaf: Datum:
Paraaf voor akkoord docent-begeleider en tweede docent:
Naam docentbegeleider + paraaf: Datum:
Naam tweede docent + paraaf: Datum:
Paraaf voor akkoord afstudeercommissie:
Paraaf: Datum:
Probleemsituatie
Wat: is de aanleiding?
Wie: is de opdrachtgever of wie kan iets met de resultaten?
Wanneer: is het probleem ontstaan?
Waarom: is het een probleem?
Waar: doet het probleem zich voor?
Hoe/waardoor: is het probleem ontstaan?
Probleemstelling (het WAT van het onderzoek)
Dit is de centrale vraag waarop het onderzoek antwoord moet geven. Dit moet een
open vraag zijn.
TIP: je kunt hiervoor de doelstelling in een vraag omzetten (bijv: ‘Inzicht brengen in
de behoefte van de doelgroep’ wordt dan ‘Wat is de behoefte van de doelgroep?’)
Doelstelling (het WAAROM van het onderzoek)
Bijvoorbeeld: ‘Inzicht brengen in …. om advies te geven over …’ of: ‘inzicht brengen in
… om een reportage te kunnen schrijven voor …’
• het eerste deel (‘inzicht brengen in …’) komt terug in de conclusie en is eigenlijk het
WAT van het onderzoek (en komt ook terug in de vraagstelling), het tweede deel
(om advies te geven over…) komt terug in de aanbevelingen. Dit tweede deel geeft
het WAAROM aan.
MODULEHANDLEIDING AFSTUDEEROPDRACHT MIC 2013-2014 | VERSIE 6.0 | 16
• je kunt het tweede deel evt. nog specifieker maken door te zeggen: … ‘om advies te
geven over….. in de vorm van een… (bijv. marketingplan). Maak je een journalistiek
beroepsproduct (bijv. radiodocumentaire, dummy), dan formuleer je wel conclusies,
maar geen aanbevelingen. Je beroepsproduct komt daarvoor in de plaats.
Deelvragen
Dit zijn de grote (niet meer dan zeven) vragen waarin je de probleemstelling uitsplitst.
De deelvragen zelf kun je eventueel weer onderverdelen in kleinere onderzoeksvragen.
Minstens één deelvraag gaat over theoretische verdieping en bij alle deelvragen wordt,
waar mogelijk, de internationale theorie en/of praktijk betrokken. De antwoorden op
alle deelvragen bij elkaar moeten het antwoord vormen op de probleemstelling.
Deelvraag 1
Evt. onderzoeksvragen
Deelvraag 2
Evt. onderzoeksvragen
Deelvraag 3
Evt. onderzoeksvragen
Deelvraag 4
Evt. onderzoeksvragen
Deelvraag 5
Evt. onderzoeksvragen
Matrix deelvragen/methode van onderzoek
Deskresearch Fieldresearch Internationale component
Kwantitafief Kwalitatief
onderzoek onderzoek
Deelvraag 1
Deelvraag 2
Deelvraag 3
Deelvraag 4
Deelvraag 5
MODULEHANDLEIDING AFSTUDEEROPDRACHT MIC 2013-2014 | VERSIE 6.0 | 17
Verantwoording methode van onderzoek
Hierin moeten in ieder geval de volgende onderwerpen beschreven worden:
1 | Verantwoording van de wijze van informatie verzamelen
(bijv. deskresearch, interview- en enquêtevragen)
2 | Verantwoording van de diepgang van het literatuuronderzoek
(voor theoretische verdieping)
3 | Kwaliteit van de onderzoekinstrumenten, bijv. enquête (indien van toepassing):
• betrouwbaarheid
• validiteit
4 | Verantwoording van de steekproef (indien van toepassing):
• definitie van de populatie;
• methode van steekproeftrekken;
• gerealiseerde steekproefomvang;
• representativiteit;
5 | Beschrijving van de data-analysemethode
6 | Gebruik van referenties en oude onderzoeken
Concept hoofdstukindeling
Vorm beroepsproduct (bijv. advies, rapport, weblog, dummy, marketingplan, reportage)
(specificaties: bijv. lengte, medium, doelgroep; onderbouw deze keuzes)
Tijdsplanning
(minimaal: enquêtemomenten/ interviewmomenten, voorleggen concept-hoofdstuk of
onderdeel aan docent, afstudeermoment)
Afspraken over de begeleiding
Welke afspraken wil je maken over de begeleiding tijdens het afstudeertraject?
Bronnen (literatuurlijst)
(in MIC-huisstijl)
MODULEHANDLEIDING AFSTUDEEROPDRACHT MIC 2013-2014 | VERSIE 6.0 | 18
B I J L A G E 3 : A F S T U D E E R O V E R E E N K O M S T
(op de intranetpagina van je afstudeerprofiel vind je een versie van deze overeenkomst in Word)
Opleiding Media, Informatie en Communicatie Afstudeerovereenkomst
Naam student en groep ook roepnaam vermelden
Studentnummer het studentnummer
staat op de collegekaart
Afstudeerprofiel
Modulecode
Externe opdrachtgever
Naam organisatie/bedrijf
Internetadres
Telefoonnummer het centrale telefoonnummer
van het bedrijf vermelden
Faxnummer het centrale faxnummer
van het bedrijf vermelden
Postadres (straat, postcode, plaats)
Contactpersoon bij externe opdrachtgever
Naam dhr./mevr. dhr. of mevr. doorhalen
E-mail adres
Direct telefoonnummer
Bezoekadres
Postadres *)
Afdeling/Filiaal/Vestiging **)
Functie in het bedrijf
*) Alleen invullen indien afwijkend van die van het bedrijf.
Beoogde afstudeerdatum Vertrouwelijk ja / nee
Akkoord vertrouwelijkheid Paraaf
afstudeercoördinator afstudeercoördinator
Naam docent-begeleider in te vullen door de opleiding
E-mailadres
Handtekening voor akkoord Handtekening voor akkoord
Opdrachtgever Student
Datum Datum
Op deze overeenkomst zijn van toepassing de ‘Bepalingen bij de afstudeerovereenkomst’.
MODULEHANDLEIDING AFSTUDEEROPDRACHT MIC 2013-2014 | VERSIE 6.0 | 19
Opleiding Media, Informatie en Communicatie
Bepalingen bij afstudeerovereenkomst
Artikel 1
De onderwijsinstelling benoemt een docent-begeleider: zie gegevensformulier.
De docent-begeleider heeft als taken:
• bewaken van het voortgangsproces van de afstudeeropdracht, onder meer
door regelmatig overleg met de student, waarbij het initiatief bij de student ligt;
• beoordelen van plan van aanpak, de afstudeeropdracht en het eindgesprek,
gezamenlijk met de tweede docent en rekening houdend met het oordeel van
de praktijkbegeleider.
Artikel 2
De praktijkbegeleider verklaart d.m.v. het ondertekenen van de overeenkomst:
• op te treden als inhoudelijk adviseur van de student in alle stadia van het
afstudeertraject;
• indien van toepassing: op te treden als opdrachtgever;
• akkoord te gaan met het plan van aanpak;
• de afstudeeropdracht van de student binnen 1-2 weken na inlevering van een
beoordeling te voorzien volgens het formulier ‘feedback opdrachtgever’ dat door
de student dient te worden aangeleverd;
• akkoord te gaan met publicatie van de afstudeeropdracht (zie ook artikel 7).
Artikel 3
Overeenkomstig de Onderwijs- en examenregeling van de opleiding bedraagt de om-
vang van het gehele afstudeertraject 21 weken van 40 studiebelastinguren.
Artikel 4
Bij ziekte van langere duur verwittigt de student de praktijkbegeleider en de docent-
begeleider.
Artikel 5
Het plan van aanpak is door de opleiding goedgekeurd en vormt de basis van de
afstudeeropdracht. Eventuele wijzigingen in het plan van aanpak behoeven daarom
de goedkeuring van de docent-begeleider.
MODULEHANDLEIDING AFSTUDEEROPDRACHT MIC 2013-2014 | VERSIE 6.0 | 20
Artikel 6
De student is gehouden geheim te houden datgene wat hem/haar tijdens het uitvoeren
van de afstudeeropdracht onder geheimhouding wordt toevertrouwd, alsook de infor-
matie die hem/haar ter beschikking komt en waarvan hij/zij het vertrouwelijke karakter
kan onderkennen.
Artikel 7
Indien is aangegeven dat de afstudeeropdracht een vertrouwelijk karakter heeft, wordt
de afstudeeropdracht vertrouwelijk verklaard voor de duur van zes maanden, na het
moment van inleveren. Gedurende deze termijn kunnen in dat geval alleen de direct
betrok kenen kennis nemen van de inhoud van de afstudeeropdracht.
Artikel 8
a | Bij problemen van inhoudelijke aard tijdens het uitvoeren van de afstudeeropdracht
richt de student zich allereerst tot de praktijkbegeleider, voor andersoortige problemen
tot de docent-begeleider.
b | Geschillen tussen student en praktijkbegeleider worden voorgelegd aan de
docent-begeleider.
c | Indien praktijkbegeleider, docent-begeleider en student niet tot een oplossing komen,
wordt het geschil voorgelegd aan de afstudeercoördinator van de opleiding en
(indien een bedrijf of organisatie opdrachtgever is) de directie.
Artikel 9
a | De praktijkbegeleider is gerechtigd deze overeenkomst terstond te beëindigen indien:
• de student naar het oordeel van de externe opdrachtgever de voorschriften of
aanwijzingen van de praktijkbegeleider niet opvolgt;
• de student zijn geheimhoudingsplicht ex artikel 8 jegens de praktijkbegeleider
niet nakomt;
• de student zich anderszins zodanig gedraagt dat van de praktijkbegeleider
redelijker wijze niet kan worden gevergd dat hij zijn medewerking aan de
afstudeeropdracht blijft verlenen;
• de praktijkbegeleider om hem moverende redenen redelijkerwijze niet in staat
geacht kan worden verdere medewerking te verlenen aan de afstudeeropdracht.
b | De opleiding is gerechtigd deze overeenkomst terstond te beëindigen en de kwalifi-
catie afstudeeropdracht te ontnemen aan de werkzaamheden van de student, indien
naar het oordeel van de opleiding de uitvoering van de afstudeeropdracht ernstig
afwijkt van de richtlijnen zoals die vanuit de opleiding hiervoor gelden en pogingen
om hierin verbetering te brengen geen effect hebben gesorteerd.
MODULEHANDLEIDING AFSTUDEEROPDRACHT MIC 2013-2014 | VERSIE 6.0 | 21
c | Voorts eindigt deze overeenkomst:
• zodra de afstudeeropdracht volledig is uitgevoerd;
• bij onderling goedvinden van de partijen;
• bij overlijden van de student of de praktijkbegeleider;
• in geval van een externe opdrachtgever: bij faillissement of ontbinding van
bedrijf of organisatie.
Artikel 10
De student zal, in het belang van orde, veiligheid en gezondheid, de gegeven gedrags-
regels, voorschriften en aanwijzingen, zoals deze voor het personeel van het bedrijf of
de organisatie van toepassing zijn, in acht nemen. Voor het overige volgt de student ter
plaatse de aanwijzingen van de praktijkbegeleider op.
Artikel 11
Voor schade tijdens het uitvoeren van de afstudeeropdracht veroorzaakt door de student
aan het bedrijf of de organisatie is de Hogeschool van Amsterdam niet aansprakelijk.
Artikel 12
Afspraken over een eventuele tegemoetkoming in de reis- en verblijfkosten en/of
over andere soorten vergoeding worden tussen het bedrijf/de organisatie en de student
geregeld.
MODULEHANDLEIDING AFSTUDEEROPDRACHT MIC 2013-2014 | VERSIE 6.0 | 22
B I J L A G E 4 : F O R M U L I E R F E E D B A C K O P D R A C H T G E V E R
(op de intranetpagina van je afstudeerprofiel vind je een versie van dit formulier in Word)
Wij danken u dat u een student van de opleiding Media, Informatie en Communicatie
de kans hebt geboden om een afstudeeropdracht uit te voeren voor uw bedrijf. Inmiddels
heeft u het eindresultaat ontvangen. Wij vinden het belangrijk van u te horen of de
student de opdracht naar tevredenheid heeft uitgevoerd, zodat we uw advies kunnen
meenemen in ons eindoordeel. Daarom vragen we u op één A4tje antwoord in elk geval
antwoord te geven op de volgende vragen en uw reactie uiterlijk twee weken na ont-
vangst van het eindproduct te mailen naar de docent-begeleider van de student
(voor mailadres: zie Afstudeerovereenkomst).
1 | Is de opdracht naar tevredenheid uitgevoerd?
2 | Hoe bruikbaar zijn de uitkomsten?
3 | Gaat u de uitkomsten ook daadwerkelijk gebruiken en hoe?
4 | Heeft de student zelfstandig aan het onderzoek gewerkt?
5 | Heeft u een loopbaanadvies voor de student?
6 | Heeft u een advies voor de opleiding Media, Informatie en Communicatie?
MODULEHANDLEIDING AFSTUDEEROPDRACHT MIC 2013-2014 | VERSIE 6.0 | 23
B I J L A G E 5 : F O R M A T D I G I T A L E S A M E N VA T T I N G O N D E R Z O E K S V E R S L A G
(op de intranetpagina van je afstudeerprofiel vind je een versie van dit format in Word)
Ter informatie van studenten die na jou afstuderen, willen we je vragen een korte
(max. 1 A4) Nederlandse én Engelstalige samenvatting van je afstudeerverslag te schrijven
volgens onderstaand format. Zet deze samenvattingen op de dvd/cd met de digitale versie
van je afstudeeropdracht en lever dit samen met de drie papieren versies van de afstudeer-
verslag in bij het Onderwijsbureau.
Naam student:
Datum afstuderen:
Afstudeerprofiel:
Titel van de afstudeeropdracht:
In opdracht van (indien van toepassing):
Samenvatting:
MODULEHANDLEIDING AFSTUDEEROPDRACHT MIC 2013-2014 | VERSIE 6.0 | 24
B I J L A G E 6 :T O E S T E M M I N G S F O R M U L I E R P U B L I C A T I E H VA S C R I P T I E S O N L I N E
Opleiding Media, Informatie en Communicatie
(op de intranetpagina van je afstudeerprofiel vind je een versie van dit format in Word)
Door ondertekening van dit formulier, geeft ondergetekende toestemming voor
publicatie van de afstudeeropdracht op Scripties Online.
Afstudeeropdracht
Auteur
Auteur (2) Indien van toepassing
E-mailadres
E-mailadres (2) Indien van toepassing
Titel
Afstudeerprofiel
Docent-begeleider
Beoogde afstudeerdatum Vertrouwelijk ja / nee
Paraaf voor akkoord Paraaf voor akkoord
Auteur (student) Auteur 2 (student)
Datum paraaf Datum paraaf
MODULEHANDLEIDING AFSTUDEEROPDRACHT MIC 2013-2014 | VERSIE 6.0 | 25