36
Afstudeerhandleiding ICA

Afstudeerhandleiding ICA Versie September 2010

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Afstudeerhandleiding ICA Versie September 2010

Afstudeerhandleiding ICA

Page 2: Afstudeerhandleiding ICA Versie September 2010

Afstudeerhandleiding

2

Page 3: Afstudeerhandleiding ICA Versie September 2010

ICA

3

Praktijkbureau ICA

Kamer C101

026-3658256

[email protected]

Ruitenberglaan 26

6826 CC Arnhem

Postbus 2217

6802 CE Arnhem

Versie: 1 september 2010

Page 4: Afstudeerhandleiding ICA Versie September 2010

Afstudeerhandleiding

4

Page 5: Afstudeerhandleiding ICA Versie September 2010

ICA

5

Inhoud

Inleiding ............................................................................................................................................................................................. 7 De eindsprint naar je diploma .................................................................................................................................... 7

Doel en organisatie .................................................................................................................................................... 7

1. Vóór je begint.......................................................................................................................................................................... 8

Instapeisen ................................................................................................................................................................. 8

Periode ....................................................................................................................................................................... 8

Verschil met stage ...................................................................................................................................................... 8

Eisen aan opdracht en bedrijf/organisatie ................................................................................................................. 8

De procedure .............................................................................................................................................................. 9

Afstuderen bij je eigen bedrijf .................................................................................................................................. 10

2. Tijdens het afstuderen ..................................................................................................................................................... 11 De procedure ............................................................................................................................................................ 11

Rollen en taken......................................................................................................................................................... 12

Begeleiding ............................................................................................................................................................... 12

Tijdens je werk ......................................................................................................................................................... 13

Stagecontract ........................................................................................................................................................... 14

Aansprakelijkheid en verzekering ............................................................................................................................ 14

Vakantie ................................................................................................................................................................... 15

3. Producten voor school ..................................................................................................................................................... 16

Plan van Aanpak ....................................................................................................................................................... 16

Verslag(en) ............................................................................................................................................................... 16

Inleveren verslag ...................................................................................................................................................... 17

Negatief advies ......................................................................................................................................................... 17

4. De beoordeling .................................................................................................................................................................... 18

Het afstudeerassessment ......................................................................................................................................... 18

Eindbeoordeling ....................................................................................................................................................... 18

Herkansingsprocedure ............................................................................................................................................. 19

Beroepsmogelijkheden............................................................................................................................................. 19

Kwaliteitsbewaking .................................................................................................................................................. 19

Tenslotte ......................................................................................................................................................................................... 20

Bijlage I – Richtlijnen voor afstudeeropdrachten per studierichting

Bijlage II – Generieke indicatoren bij competenties

Bijlage III – Beoordelingsformulier bedrijfsbegeleider

Bijlage IV – Checklist afstudeerverslag

Page 6: Afstudeerhandleiding ICA Versie September 2010

Afstudeerhandleiding

6

Met de publicatie van deze versie op HAN Scholar vervallen alle regels en procedures zoals

beschreven in de voorgaande versies.

Waar deze handleiding geen uitsluitsel geeft over te volgen regels en procedures geldt het ICA

opleidingsstatuut.

Overal waar ‘hij’ staat kan natuurlijk ook ‘zij’ worden gelezen.

Page 7: Afstudeerhandleiding ICA Versie September 2010

ICA

7

Inleiding

De eindsprint naar je diploma

“Aan het einde gekomen van mijn afstudeerperiode kan ik stellen dat ik tijdens deze periode met erg veel

plezier aan deze opdracht heb gewerkt. Ik heb veel nieuwe kennis opgedaan, en veel van mijn bestaande

kennis in praktijk kunnen brengen.”

Theo Vermeulen, afgestudeerd januari 2007.

Misschien heb je al een beetje om je heen gekeken: waar kan ik straks aan de slag als ik mijn diploma heb?

Je studie zit er bijna op. Het afstudeerproject is de eindsprint naar je diploma. In deze handleiding vind je

alle informatie over de afstudeerfase, zodat je precies weet wat je nog moet doen om je diploma te halen.

Heb je na het lezen van deze informatie nog vragen dan kun je terecht bij het praktijkbureau.

De afstudeeropdracht duurt één semester. Tijdens de afstudeeropdracht werk je, net zoals bij een

semester, aan competenties. De beoordeling vindt plaats op basis van indicatoren. Bij het afsluiten van de

afstudeeropdracht met minstens een voldoende voor een zestal competenties op niveau 4 krijg je 30

studiepunten.

Doel en organisatie Je toont d.m.v. het afstuderen aan dat je in staat bent een domeinrelevante opdracht (d.w.z. een (deel van

een) beroepstaak) uit te voeren in een representatieve beroepsomgeving. Daardoor toon je ook aan dat je

een hbo-diploma ‘waard’ bent.

Je moet minimaal twee domeincompetenties binnen de studierichting en de algemene hbo-competenties

op niveau 4 aantonen. Je geeft in het Plan van Aanpak aan om welke twee domeincompetenties het gaat

en welke stappen je gaat zetten om aan te tonen dat je over deze competenties beschikt. De

verantwoordelijkheid voor de voortgangsbewaking ligt bij jou.

Let op: In dit document staan geen data. Deze staan in een apart gepubliceerde bijlage genaamd Tijdlijn afstuderen. Deze bijlage vind je op de website van het praktijkbureau.

Page 8: Afstudeerhandleiding ICA Versie September 2010

Afstudeerhandleiding

8

1. Vóór je begint

Instapeisen

Voorwaarde om te mogen starten met de afstudeeropdracht is dat je 210 studiepunten moet hebben

gehaald. Dat komt er op neer dat je alle andere onderdelen van je studie succesvol moet hebben afgerond

op de eerste werkdag van je afstudeerproject. Dit wordt gecontroleerd in het cijferadministratiesysteem in

de eerste week van je project. Controleer dit zelf ook! Waarschuw op tijd het praktijkbureau als een

herkansingsdocent de cijfers niet invoert.

Periode Het afstudeerproject kan elke lesperiode starten in week 1 en duurt één semester (20 weken). De

examencommissie kan een start op een ander moment toestaan.

Verschil met stage Natuurlijk zijn er verschillen tussen de stage en het afstuderen. Bij de stage moet je twee

domeincompetenties en één algemene hbo-competentie (zelfsturing) op niveau 3 bewijzen. Bij het

afstuderen moet je twee domeincompetenties en alle vier de algemene hbo-competenties op niveau 4

bewijzen. Dat niveauverschil uit zich onder meer in de volgende punten:

Een afstudeeropdracht is moeilijker dan een stageopdracht.

Bij de stage mag je naast een hoofdproject ook kleinere opdrachten uitvoeren; bij het afstuderen

gaat het om één groot project.

Je dient de opdracht positief kritisch te bekijken, terwijl bij stage de opdracht als gegeven mag

worden beschouwd.

Je moet positief kritisch staan t.o.v. de gedachtegang van de opdrachtgever, terwijl je bij stage de

gedachtegang van de opdrachtgever mag volgen.

Je bent helemaal zelf verantwoordelijk voor de planning en uitvoering van dit project.

Je begeleidend docent zal je tijdens het afstuderen wel wijzen op fouten, maar niet zeggen hoe je

die moet verbeteren.

Het afstuderen is een proeve van bekwaamheid, terwijl de stage dient als kennismaking met het

beroepenveld.

Eisen aan opdracht en bedrijf/organisatie Je wil zelf natuurlijk graag slagen voor je afstudeeropdracht en je opleiding. Wij willen dat ook. Om grote

risico’s uit te sluiten hebben we een aantal eisen opgesteld die gelden voor de opdracht en voor de

organisatie waarin en waarvoor je de opdracht uitvoert. Deze eisen worden strikt gehanteerd!

Algemene eisen aan de opdracht

De opdracht dient een beroepstaak te betreffen uit het beroepsprofiel dat hoort bij de gevolgde

studierichting.

De opdracht moet je in staat stellen de op school aangeleerde vaktechnische kennis te verbreden,

te verdiepen en toe te passen.

Page 9: Afstudeerhandleiding ICA Versie September 2010

ICA

9

Je moet door uitwerken van de opdracht minimaal twee domeincompetenties en de algemene hbo-

competenties kunnen toepassen op niveau 4.

De opdracht moet je in staat stellen de samenhang van verschillende facetten van problemen die in

het beroepenveld voorkomen te leren zien.

De opdracht wordt in principe alleen uitgevoerd, niet met z’n tweeën. Je moet immers zelf en

zelfstandig aantonen dat je het hbo-diploma verdient.

De opdracht dient je in staat te stellen je eigen werk te plannen en de voortgang daarvan te

bewaken en bij te sturen.

Stage en afstuderen worden niet in hetzelfde bedrijf uitgevoerd.

Stage en afstuderen worden niet aansluitend gedaan.

In bijlage I vind je per opleiding een aantal richtlijnen die je kunt gebruiken bij het zoeken naar en/of het opstellen van een geschikte afstudeeropdracht.

Eisen aan de afstudeerorganisatie

De organisatie waarin de student gaat afstuderen moet een ICT- of multimediabedrijf zijn of een bedrijf in

het vakgebied van de Technische Automatisering. Of een ICT-, multimedia- of Technische

Automatiseringsafdeling van een groot bedrijf/instelling. De organisatie of afdeling waar de opdracht wordt

uitgevoerd dient enige omvang (d.w.z. minstens vijf personeelsleden in vaste dienst) te hebben. Het bedrijf

moet een bewezen staat van dienst hebben, bijvoorbeeld aan te tonen met een portfolio.

Het bedrijf dient tijd beschikbaar te stellen voor van school uit verplichte activiteiten, zoals het bezoeken

van de terugkomdag en het schrijven van verslagen. Uiteraard moet er een geschikte werkplek beschikbaar

zijn voor de student.

Eisen aan de begeleiding

Voor de begeleiding van de student dient er iemand in de organisatie regelmatig beschikbaar te zijn

(minstens één keer per week). Deze begeleider dient (aantoonbaar) kennis en ervaring op het gebied van

jouw eigen studierichting te hebben, minstens op hbo-niveau.

De procedure Je bent zelf verantwoordelijk voor het vinden van een geschikte afstudeeropdracht vóór de deadline die is

vastgesteld door het praktijkbureau (zie de tijdlijn die los is gepubliceerd). In dit stadium is de opdracht nog

vrij globaal. Wel moet al duidelijk zijn of de opdracht de mogelijkheid biedt de te bewijzen competenties op

voldoende niveau toe te passen.

Enkele maanden voor de start van het afstuderen wordt er door het praktijkbureau een

voorlichtingsbijeenkomst georganiseerd. Hier wordt de procedure voor het vinden van een geschikte

opdracht toegelicht en er worden tips gegeven voor het zoeken. Eén keer per jaar wordt deze

voorlichtingsbijeenkomst gecombineerd met een bedrijvenmarkt, waar bedrijven die afstudeerders zoeken

zich presenteren.

Page 10: Afstudeerhandleiding ICA Versie September 2010

Afstudeerhandleiding

10

Bij het praktijkbureau is een groot aantal bedrijven en instellingen bekend waar we goede ervaringen mee

hebben. Het verdient de voorkeur om bij één van deze organisaties af te studeren. Afstuderen bij een

ander bedrijf of instelling mag ook, maar houd er rekening mee dat de praktijkcoördinator ruim de tijd

nodig heeft om te toetsen of het bedrijf aan de criteria voldoet. Geschikte opdrachten die het

praktijkbureau van bedrijven en instellingen ontvangt worden op de website gepubliceerd. Studenten

kunnen bij het praktijkbureau ook terecht voor advies en ondersteuning.

Als je een afstudeeropdracht hebt gevonden vul je het formulier Praktijkopdracht in dat je op de website

van het praktijkbureau kunt vinden. Dit mail je naar [email protected]. De praktijkcoördinator van je

studierichting zal de opdracht toetsen en je laten weten of deze is goedgekeurd. Houd rekening met een

verwerkingstijd van enkele dagen, en als het bedrijf ons niet bekend is een week of twee.

Let op: Studenten die op het moment van de deadline geen goedgekeurde opdracht hebben worden niet meer geplaatst en hebben daarmee een half jaar studievertraging.

Enkele dagen voor het begin van het afstuderen organiseert het praktijkbureau een aftrapbijeenkomst. Hier

wordt nog eens uitgelegd wat er de komende periode van je verwacht wordt. Tijdens deze bijeenkomst

wordt ook bekend gemaakt wie jouw begeleidende docent is.

Afstuderen bij je eigen bedrijf Afstuderen bij je eigen bedrijf (een bedrijf waar je zelf de baas bent) wordt afgeraden en mag alleen onder

de volgende strikte voorwaarden:

Je hebt de minor Ondernemerschap van het Centrum voor Ondernemerschap gevolgd en gehaald

(zie www.han.nl/cvo).

Je hebt van te voren een inhoudsdeskundig ICA-docent bereid gevonden je te willen helpen bij

vragen (dit is dus niet je afstudeerbegeleider). Je neemt zelf met enige regelmaat contact op met

deze docent om te toetsen of je inhoudelijk de juiste dingen doet.

Je afstudeeropdracht moet voldoen aan alle eerder genoemde eisen; dus relevant zijn voor je

opleiding en van voldoende omvang en complexiteit.

Je afstudeeropdracht moet gewoon voor 20 weken werk zijn. Activiteiten en producten die te

maken hebben met het opzetten en runnen van je bedrijf vallen daar buiten.

Page 11: Afstudeerhandleiding ICA Versie September 2010

ICA

11

2. Tijdens het afstuderen

De procedure Je kunt pas starten met het afstuderen als de conceptopdracht is goedgekeurd door de praktijkcoördinator.

Je voegt direct aan de opdracht de competenties toe waaraan je gaat werken.

Eén week na de start van het afstuderen lever je per mail een gedetailleerde beschrijving in bij de

begeleidende docent. Deze wordt beoordeeld door de docent.

Mogelijkheden:

De opdracht is akkoord. Je kunt verder.

De opdracht is niet akkoord. De reden kan bijvoorbeeld zijn:

- de opdracht heeft onvoldoende omvang of

- is inhoudelijk niet op niveau 4.

De opdracht wordt aangepast in overleg met de docent, het bedrijf en de praktijkcoördinator. Als

er binnen het bedrijf geen mogelijkheid bestaat de opdracht aan te passen, dan moet jij een ander

bedrijf zoeken. Als je geen studievertraging wil oplopen, heeft dat natuurlijk haast.

Je schrijft een Plan van Aanpak en levert dit binnen twee weken in bij de begeleidende docent. Verderop

kun je lezen wat daar onder meer in moet staan. De docent beoordeelt het Plan van Aanpak:

Het Plan van Aanpak is akkoord: je start met de opdracht

Het Plan van Aanpak is niet akkoord, het voldoet niet aan de eisen. Je krijgt de gelegenheid het Plan

van Aanpak te verbeteren. Je gaat niet van start met uitvoering van de opdracht en wacht op

definitieve goedkeuring.

Je stuurt elke twee weken een voortgangsverslag. Voor de inhoud hiervan, zie Begeleiding.

Je zorgt ervoor dat de mijlpaalproducten, aangegeven in het Plan van Aanpak, tijdig in bezit zijn van de

docent, zodat deze feedback hierop kan geven.

N.B.: Voldoen voortgangsrapportage en/of mijlpalen niet aan de eisen, dan geeft de docent dit schriftelijk,

beargumenteerd aan (per mail of brief, maar niet mondeling). Dit geldt als waarschuwing dat de

afstudeeropdracht mogelijk niet met succes zal worden afgerond. Het Praktijkbureau wordt hierover

geïnformeerd en ontvangt een kopie van de correspondentie.

Je levert het concept eindverslag vier weken voor de inleverdatum van het definitieve verslag in. De docent

verplicht zich binnen twee weken feedback te geven met eventueel concrete verbeterpunten. Zie de tijdlijn

voor precieze data.

De eindversie van het verslag wordt door de docent, de assessor en de gecommitteerde beoordeeld.

N.B.: In uitzonderlijke gevallen waarin blijkt dat je absoluut niet in staat bent de opdracht op het juiste

niveau naar tevredenheid uit te voeren kan besloten worden je van de opdracht af te halen. Dit wordt

besloten in overleg met docent, bedrijf en praktijkcoördinator. Je SLB-er wordt hierover geïnformeerd.

Page 12: Afstudeerhandleiding ICA Versie September 2010

Afstudeerhandleiding

12

Rollen en taken

Student

Je bent zelf verantwoordelijk voor het verkrijgen van een goede opdracht, het plannen en uitvoeren van

deze opdracht en voor de communicatie met de begeleidende docent en bedrijfsbegeleider.

Begeleidend docent

De afstudeerdocent begeleidt de student, bewaakt de voortgang en is in staat het niveau van de producten

te beoordelen. Hij beoordeelt de opdrachtomschrijving, het Plan van Aanpak, de mijlpaalproducten, het

eindverslag en eindproduct en is eindbeoordelaar van het afstudeerproject. Zie ook de paragraaf

‘Begeleiding’.

Bedrijfsbegeleider

De bedrijfsbegeleider fungeert als opdrachtgever en begeleider voor de student en is regelmatig (d.w.z.

minstens één keer per week) beschikbaar voor overleg. Hij/zij is tevens aanwezig bij de bedrijfsbezoeken

door de docent en bij het afstudeerassessment.

Assessor

De assessor is medebeoordelaar van het verslag en tijdens het assessment. Dit is een ICA-docent. Op

initiatief van de docent of student kan deze al eerder bij de opdracht worden betrokken, bijvoorbeeld naar

aanleiding van tussenproducten of het conceptverslag.

Gecommitteerde

De gecommitteerde vertegenwoordigt het beroepenveld. Dit is iemand van buiten ICA. Hij beoordeelt het

eindverslag en het eindproduct en is lid van de afstudeercommissie. Ook zal de gecommitteerde erop

letten dat de afstudeeropdracht voldoet aan de gestelde hbo-criteria.

Praktijkcoördinator

De praktijkcoördinator verzorgt de voorlichting en biedt opdrachten uit het bedrijfsleven aan aan de

studenten. Hij begeleidt de studenten in het zoeken naar een geschikte opdracht en onderhoudt de

contacten met de bedrijven. Hij beoordeelt de concept-opdrachtomschrijving en bewaakt de kwaliteit van

het totale proces. Hij wijst docenten toe aan student/opdrachtcombinaties.

Onderwijsbureau

Het onderwijsbureau verzorgt de organisatie van het assessment.

Examencommissie

De examencommissie is een beroepsorgaan, dat (bindend) advies of toestemming geeft bij afwijking van de

procedure.

Begeleiding

De beoordeling van de afstudeeropdracht is gericht op het toepassen van competenties op niveau 4. De

begeleidende docent beoordeelt de uitgewerkte opdrachtomschrijving, het Plan van Aanpak,

mijlpaalproduct(en), eindproduct, eindverslag en reflectieverslag. Hij geeft aan wat er wel of niet goed is,

maar geeft niet aan hoe er verbeterd moet worden (dit laatste i.t.t. bij de stage). De begeleiding kent

diverse feedbackmomenten. Verbeteracties zijn zichtbaar in het volgende mijlpaalproduct.

Page 13: Afstudeerhandleiding ICA Versie September 2010

ICA

13

De begeleidende docent bezoekt je twee keer op het bedrijf waarvan de eerste keer in de eerste maand

van het afstuderen. Tijdens dit bezoek wordt het Plan van Aanpak teruggekoppeld.

Halverwege de afstudeerperiode kom je naar school voor de terugkomdag. Er wordt op deze dag een

toelichting gegeven over het afstudeerverslag en de eindpresentatie plus verdediging. Daarnaast is er

gelegenheid om ervaringen uit te wisselen met medestudenten.

Je stuurt eenmaal per twee weken een voortgangsverslag. In dit voortgangsverslag komen de volgende

punten aan de orde:

Afgelopen periode: uitgevoerde activiteiten in vergelijking tot de geplande activiteiten

Gevolgen van afwijkingen voor de projectplanning

Planning komende periode

De docent geeft feedback op de voortgangsverslagen als deze daartoe aanleiding geven. Het is niet de

verantwoordelijkheid van de docent om rapportages te vragen als je deze niet regelmatig stuurt.

In de periode na de terugkomdag en voor het assessment van de afstudeeropdracht vindt het tweede

bezoek van de docent aan het bedrijf plaats. De docent evalueert het afstuderen met jou en de begeleider

en laat de laatste het beoordelingsformulier invullen.

N.B. In probleemgevallen kunnen er extra contactmomenten of een extra bezoek nodig zijn.

Tijdens je werk Natuurlijk voer je je afstudeeropdracht uit voor het bedrijf. Maar denk er aan dat je ook voor school bezig

bent. Denk tijdens het werken aan de competenties en indicatoren die je voor school moet aantonen.

Competenties

Zoals je tot nu toe gewend bent van de courses en projecten, zul je ook bij het afstuderen moeten werken

aan competenties. In tegenstelling tot bij de onderwijseenheden op school, zul je bij het afstuderen

gedeeltelijk zelf moeten aangeven aan welke competenties je gaat werken. Je moet in ieder geval werken

aan alle vier de algemene hbo-competenties. Voor de volledigheid, dat zijn:

Samenwerken

Communiceren

Planmatig werken

Zelfsturing en -reflectie

Deze competenties moet je aantonen op niveau 4.

Daarnaast dien je zelf te kiezen voor twee van de domeincompetenties:

Analyseren / onderzoeken

Adviseren

Ontwerpen

Realiseren (+ testen + invoeren)

Evalueren

Beheren

Page 14: Afstudeerhandleiding ICA Versie September 2010

Afstudeerhandleiding

14

De door jou gekozen twee domeincompetenties moet je ook aantonen op niveau 4.

Zorg dat je in je opdrachtbeschrijving aangeeft aan welke competenties je wilt gaan werken. Uiteraard

moeten deze passen bij de opdracht die je gaat uitvoeren. Het moet mogelijk zijn in de opdracht aan de

gekozen competenties te werken.

Indicatoren

Je werkt altijd aan competenties in een bepaalde context. Om aan het eind van je afstudeerperiode te

kunnen beoordelen of je de competenties op voldoende niveau bezit zijn alleen de termen ‘samenwerken’,

‘ontwerpen’ etcetera te onduidelijk. Vandaar dat we bij de competenties altijd indicatoren opstellen waarin

de context, in dit geval je afstudeeropdracht, wordt meegenomen. Omdat de indicatoren erg afhankelijk

zijn van je opdracht, kunnen wij ze dit keer niet voor je bedenken. Je moet zelf indicatoren maken bij de

twee gekozen domeincompetenties en bij de algemene hbo/competentie zelfsturing. Maak zo´n vier

indicatoren per competenties, dus twaalf in totaal.

In bijlage II kun je een lijst vinden van ‘generieke’ indicatoren bij alle competenties. Je moet deze generieke indicatoren aanpassen, zodanig dat ze passen bij jouw opdracht.

Je mag ze dus niet één-op-één, zonder aanpassingen, overnemen. Daarvoor zijn ze te algemeen. Tijdens de

aftrapbijeenkomst zal een stagecoördinator extra uitleg geven over het opstellen van indicatoren.

De indicatoren moeten door je afstudeerdocent worden goedgekeurd. Als ze zijn goedgekeurd neem je de

indicatoren op in je Plan van Aanpak, dat uiterlijk drie weken na aanvang van het afstudeerproject afgerond

en goedgekeurd moet zijn.

Het beoordelen van de hbo-competenties communiceren, planmatig werken en samenwerken doet je

begeleidend docent aan de hand van de generieke indicatoren, op basis van je gedrag en een aantal

(vastgestelde) producten. Je hoeft alleen een reflectie te schrijven als jij of je docent daar aanleiding toe

zien. Bij de gekozen domeincompetenties en de hbo-competentie zelfsturing moet je wel een ‘tvr-verslag’

(toelichting, verantwoording, reflectie) maken, aan de hand van de indicatoren. Dit tvr-verslag neem je op

in je afstudeerverslag, als hoofdstuk of als bijlage. Zie ook de paragraaf ‘verslaglegging’.

Stagecontract Jij en het bedrijf zijn verplicht het door het College van Bestuur van de HAN vastgestelde stagecontract te

gebruiken. Dit is vereist voor dekking volgens de door de HAN afgesloten bedrijfs- en beroepsverzekering.

Het contract vind je op de website van het praktijkbureau. Op verzoek kan echter de eigen overeenkomst

van de stagebiedende organisatie, bedrijf of instelling worden gebruikt. In dergelijke gevallen dient overleg

met het praktijkbureau plaats te vinden.

Aansprakelijkheid en verzekering De positie van de afstudeerstagiair is, ondanks het ontbreken van een arbeidsovereenkomst (een

stagecontract is geen arbeidsovereenkomst), volgens de Nederlandse wetgeving te vergelijken met de

positie van een medewerker. De stagebiedende organisatie is op vergelijkbare wijze aansprakelijk als bij

een reguliere medewerker voor schade aan de stagiair of schade veroorzaakt aan derden door de stagiair,

Page 15: Afstudeerhandleiding ICA Versie September 2010

ICA

15

bij uitvoering van stagegerelateerde werkzaamheden. Voor die gevallen dat de stageverlenende organisatie

rechtens geen verantwoordelijkheid draagt voor een schade veroorzaakt door de student, heeft de

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen mede ten behoeve van haar studenten een

aansprakelijkheidsverzekering afgesloten. De volledige notitie Aansprakelijkheid en verzekering bij

praktijkleren staat op HAN Insite bij de pagina’s van het servicebedrijf Studentzaken.

Vakantie De ‘studiebelasting’ van het afstuderen bedraagt 20 weken. Vakantiedagen neem je op zoals dat in het

bedrijf gebruikelijk is. Je hebt dus niet zonder meer de schoolvakanties vrij!

Page 16: Afstudeerhandleiding ICA Versie September 2010

Afstudeerhandleiding

16

3. Producten voor school

Plan van Aanpak In het Plan van Aanpak geef je in ieder geval, maar niet uitsluitend:

Een korte beschrijving van het bedrijf en eventueel van de afdeling waar je werkt.

Een probleem- en een opdrachtbeschrijving.

Een globale planning en mijlpaalproducten.

De methoden die je in iedere fase gaat toepassen.

Voor zover al bekend: technieken die je gaat toepassen.

De competenties waar je aan gaat werken en de goedgekeurde indicatoren aan de hand waarvan je

gaat worden beoordeeld.

Eventueel: uitleg over hoe je de competenties voor een te herkansen semester denkt te gaan

bewijzen en een planning daarvan.

Het Plan van Aanpak moet uiterlijk drie weken na het begin van de afstudeerperiode zijn afgerond, dus

ook goedgekeurd door bedrijfsbegeleider en begeleidend docent.

Verslag(en)

Afstudeerverslag

Het afstudeerverslag is een zakelijke beschrijving van het verloop van het project en geeft in ieder geval

antwoord op de volgende vragen:

In hoeverre is het gewenste product gerealiseerd?

Wat is er gedaan om het product te realiseren (beschrijving en motivering van de aanpak en

verantwoording van de fasen en het verloop van de opdracht)?

Wat was het resultaat ervan?

In het verslag wordt altijd teruggekoppeld naar het Plan van Aanpak (met name naar de centrale

probleemstelling en de deelvragen). Vier weken voor de deadline van het definitieve verslag lever je een

conceptversie in bij de begeleidende docent.

In het verslag staat een methodische verantwoording van de keuzes. Voorwaarde voor een positieve

beoordeling is natuurlijk ook een volledige literatuur- en bronnenlijst.

Het verslag heeft een product- en procesgerichte insteek. De doelgroep van dit verslag wordt gevormd

door de docent, de assessor, de gecommitteerde, je bedrijfsbegeleider en overige geïnteresseerden met

enige beroepsmatige kennis.

Reflectieverslag (‘TVR-verslag’)

Behalve het afstudeerverslag lever je een reflectieverslag in. De centrale vragen bij het reflectieverslag zijn:

In welke mate acht ik mezelf competent?

Wat werd er van me verwacht?

Page 17: Afstudeerhandleiding ICA Versie September 2010

ICA

17

Wat heb ik gedaan?

Wat toon ik daarmee aan?

Doe dit aan de hand van de indicatoren die je in het Plan van Aanpak hebt opgenomen. Als het goed is kun

je bij iedere indicator aangeven in welke mate je er aan voldoet, wat je hebt gedaan en wat je er mee

aantoont (toelichting, verantwoording, reflectie). Vergeet ook een reflectie over het gehele

afstudeerproject niet.

De doelgroep van dit verslag bestaat uit de docent en de assessor en de gecommitteerde.

Dit verslag wordt als hoofdstuk of als bijlage (naar keuze) aan het afstudeerverslag toegevoegd. Indien je

redenen hebt om het reflectieverslag niet bij het afstudeerverslag te voegen maar apart in te leveren,

overleg dit dan met je docent.

Je hoeft geen TVR (toelichting, verantwoording, reflectie) te geven voor de drie hbo-competenties

communiceren, planmatig werken en samenwerken. Het beoordelen van deze hbo-competenties doet je

begeleidend docent aan de hand van je gedrag en een aantal verplichte, vastgestelde producten (zie

paragraaf Beoordeling).

Als jij zelf of je docent er aanleiding voor zien, mag je natuurlijk wel een reflectie schrijven bij deze

competenties.

In bijlage IV vind je een checklist voor het verslag. Je kunt hiermee controleren of je verslag aan de richtlijnen voldoet.

Inleveren verslag Per semester wordt via de losse bijlage Tijdlijn de datum bekendgemaakt waarop alle verslagen inclusief de

bijlagen ingeleverd moeten zijn.

Het verslag met bijlagen moet in drievoud op papier plus één cd worden ingeleverd bij het

onderwijsbureau. Eén exemplaar voor de docent, één voor de assessor, één voor de gecommitteerde en de

cd is voor het archief.

Eindproduct(en)

Gelijktijdig met het verslag lever je het/de eindproduct(en) in. Aanvullingen op het/de eindproduct(en) zijn

toegestaan tot aan het moment van assessment.

Negatief advies Als de docent op basis van het definitieve verslag denkt dat je weinig tot geen kans van slagen hebt,

overlegt de docent met de assessor. Vervolgens raadt de docent je binnen een week na het inleveren van

het definitieve verslag af om door te gaan met het afstudeerassessment. Je mag dit advies negeren.

Page 18: Afstudeerhandleiding ICA Versie September 2010

Afstudeerhandleiding

18

4. De beoordeling

Het afstudeerassessment Het afstudeerassessment bestaat uit de beoordeling van je verslag, de presentatie, de verdediging en de

beoordeling daarvan. Het afstudeer-assessment is een formele procedure. Het is niet vanzelfsprekend dat

je slaagt. Het is dan ook niet mogelijk zelf publiek uit te nodigen voor deze zitting.

Het assessment wordt afgenomen door de afstudeercommissie. Deze bestaat uit afstudeerdocent

(voorzitter), assessor en gecommitteerde. Ook je bedrijfsbegeleider wordt uitgenodigd. Deze is adviseur

van de afstudeercommissie, maar maakt daar geen deel van uit.

Het assessment bestaat uit de volgende onderdelen:

De presentatie van het afstudeerproject (maximaal 20 minuten)

Eventueel een productpresentatie (maximaal 10 minuten)

En tot slot de ondervraging door de afstudeercommissie over het project (maximaal 30 minuten)

Tijdens het afstudeerassessment wordt door de afstudeercommissie getoetst of je voldoende in staat bent

te verantwoorden aan de competenties te voldoen. Hier moet je bewijzen dat je ´hbo-waardig’ bent, dat je

vakinhoudelijk kunt functioneren op hbo-niveau, dat je zelfstandig kunt opereren, dat je initiatief neemt,

discipline toont en dat je creatief met problemen kunt omgaan. Kortom: hier moet je laten zien dat je het

hbo-diploma waard bent!

Na het assessment trekken de afstudeercommissie en de bedrijfsbegeleider zich terug voor overleg. De

bedrijfsbegeleider heeft in dit overleg een adviserende rol. Als de afstudeercommissie het eens wordt over

het resultaat dan krijg je dat van je afstudeerdocent direct te horen. Hij zal dan ook toelichten hoe de

commissie tot de beoordeling is gekomen.

Mocht de commissie er niet uitkomen dan wordt (direct) de examencommissie ingeschakeld door de

docent of assessor. Indien dit door hem/haar mogelijk wordt geacht, zal een lid van de examencommissie

ter plaatse een besluit nemen. Als dit niet mogelijk is wordt je binnen een week op de hoogte gebracht van

de definitieve uitslag.

Eindbeoordeling

De afstudeercommissie verantwoordt voor zes onderdelen zijn beoordeling: de twee gekozen

domeincompetenties en de hbo-competenties zelfsturing, communiceren, planmatig werken en

samenwerken. Per onderdeel wordt een cijfer toegekend. Als je voor één of meer onderdelen een

onvoldoende (< 5,5) hebt, ben je gezakt. Als je alle onderdelen minstens een voldoende hebt, ben je

geslaagd. De commissie stelt een eindcijfer vast, gebaseerd op de deelcijfers. Dit is een gewogen

gemiddelde, waarbij de weging wordt bepaald door de afstudeercommissie.

De twee gekozen domeincompetenties en de hbo-competentie Zelfsturing worden beoordeeld op niveau 4

aan de hand van de indicatoren zoals je die in het Plan van Aanpak hebt opgenomen. Het beoordelen van

de hbo-competenties communiceren, planmatig werken en samenwerken doet je begeleidend docent ook

Page 19: Afstudeerhandleiding ICA Versie September 2010

ICA

19

op niveau 4, aan de hand van je gedrag en een aantal verplichte, vastgestelde producten. Voor wat betreft

je gedrag kun je kijken naar de generieke indicatoren bij deze competenties in bijlage II. De vastgestelde,

verplichte producten zijn:

Voor communiceren: Plan van Aanpak, afstudeerverslag, reflectieverslag, tussentijdse rapportages,

presentatie

Voor planmatig werken: Plan van Aanpak (kaderstelling, keuze voor projectmethode, planning),

voortgangsrapportages (voortgangsbewaking, kwaliteitsbewaking), afstudeerverslag

(verantwoording afwijkingen, Plan van Aanpak).

Voor samenwerken: voortgangsrapportages, beoordeling door bedrijfsbegeleider.

De bedrijfsbegeleider vult zijn beoordeling in op een eigen beoordelingsformulier. De beoordeling van de

bedrijfsbegeleider maakt geen formeel onderdeel uit van de totale beoordeling. De docent neemt deze

beoordeling echter wel als advies mee in de eindbeoordeling.

Het beoordelingsformulier voor de bedrijfsbegeleider is opgenomen in bijlage III. Je kunt deze bijlage zelf kopiëren en aan je begeleider geven.

Herkansingsprocedure Als één of meerdere onderdelen onvoldoende zijn, kunnen docent en assessor je de mogelijkheid geven dit

binnen één week te repareren. Als de docent en assessor van mening zijn dat het niet mogelijk is om

binnen een week te repareren dan ben je gezakt. De reparatie wordt door de docent en assessor

beoordeeld. Er is geen andere herkansings- of verbetermogelijkheid.

Beroepsmogelijkheden

In het opleidingsstatuut staan de beroepsmogelijkheden voor de student.

Kwaliteitsbewaking

Enquêtes onder studenten, docenten, bedrijven en gecommitteerden worden schriftelijk afgenomen na

afronding van het assessment. De resultaten worden besproken in het praktijkteam, dat verbeteracties

formuleert.

Regelmatig is er een bijeenkomst met alle docenten voor afstemming over het niveau en de beoordeling

van de het afstuderen, rendement, de geschiktheid van bedrijven, evaluatie van de procedure etc.

Page 20: Afstudeerhandleiding ICA Versie September 2010

Afstudeerhandleiding

20

Ten slotte

Namens alle docenten en de directie van ICA wenst het praktijkteam je veel succes bij dit laatste onderdeel

van je studie!

José du Croix, Anneke in ‘t Zandt (coördinator)

Bert Slijkhuis (BI)

Chiel Fritz (DC, CS en CMD-C)

Jorg Janssen (I, TI en CMD-I)

Email: [email protected]

Page 21: Afstudeerhandleiding ICA Versie September 2010

ICA

21

Bijlage I

Richtlijnen afstudeeropdrachten per studierichting

Zie eerst de algemene eisen voor opdrachten en bedrijven in hoofdstuk 1.

Studierichting Informatica Met de afstudeeropdracht moet de student bewijzen dat hij/zij het ingenieursdiploma Informatica waard is.

Van een afstudeeropdracht verwachten we dan ook een grote mate van complexiteit en flinke hoeveelheid

werk. De complexiteit van een opdracht kan in een aantal punten te zitten, waaronder (enkele van, hoeft

niet allemaal):

een meerlaags systeemarchitectuur met verschillende protocollen

complexiteit en grootte van het informatiemodel en de daaruit volgende database (dus een flinke

hoeveelheid tabellen en relaties)

veel en complexe business rules en daaruit volgende constraints plus implementatie daarvan in

verschillende lagen van de architectuur

uitschrijven en uitprogrammeren van complexe algoritmes

interessante beveiliginsproblematiek, bijvoorbeeld challenge-response-systemen, single sign-on,

encryptie

performanceproblematiek

schaalbaarheidsissues

een meer-dan-standaard gebruikersinterface (interactief, grafisch)

gebruik van (voor de student en/of bedrijf) nieuwe technieken

complexiteit in planning, samenwerking en zelfstandig werken

Belangrijk is ook dat er een onderzoekscomponent in de opdracht zit. Bijvoorbeeld doordat voor één of

meer van de bovenstaande punten ook door de opdrachtgever nog geen oplossing is bedacht. Daarnaast is

wenselijk, maar niet noodzakelijk, dat de opdracht een realistisch bedrijfsprobleem oplost, het liefst in de

primaire processen van de opdrachtgever.

Page 22: Afstudeerhandleiding ICA Versie September 2010

Afstudeerhandleiding

22

Studierichting Communication & Multimediadesign, ICT-variant Met de afstudeeropdracht moet de student bewijzen dat hij/zij het bachelordiploma ICT waard is. Van een

afstudeeropdracht verwachten we dan ook een grote mate van complexiteit en flinke hoeveelheid werk. De

complexiteit van een opdracht kan in een aantal punten te zitten, waaronder (enkele van, hoeft niet

allemaal):

complexe sociale structuren (grootte, aantal rollen, hiërarchieën, rechten en plichten)

ingewikkelde gebruikerstaken

veel verschillende soorten content (multimedia, gestructureerde en ongestructureerde gegevens,

statistische gegevens)

een meerlaags systeemarchitectuur met verschillende protocollen (bijvoorbeeld een SOA-

gebaseerde omgeving gecombineerd met legacy-systemen, xml)

complexe algoritmiek en/of constraints (declaratief programmeerwerk in sql of xslt, scripting)

performanceproblematiek en schaalbaarheidsissues

uitgebreide navigatiestructuur met meerdere dimensies en complexe beperkingen

rijke gebruikersinterfaces (interactief, grafisch, adaptief, “nieuwe” invoermogelijkheden)

(web-)frameworks (onderzoeken, ontwerpen en eventueel aanpassen, dus niet alleen het

gebruiken van een framework)

simulatie-omgevingen (bijvoorbeeld game-engines, natuurkundige modellen)

conceptontwikkeling (creatieve oplossingen bedenken)

gebruik van (voor de student en/of bedrijf) nieuwe technieken

complexiteit in planning, samenwerking en zelfstandig werken

Belangrijk is ook dat er een onderzoekscomponent in de opdracht zit. Bijvoorbeeld doordat voor één of

meer van de bovenstaande punten ook door de opdrachtgever nog geen oplossing is bedacht. Daarnaast is

wenselijk, maar niet noodzakelijk, dat de opdracht een realistisch bedrijfsprobleem oplost, het liefst in de

primaire processen van de opdrachtgever.

Page 23: Afstudeerhandleiding ICA Versie September 2010

ICA

23

Studierichting Communication & Multimediadesign, communicatie-variant Met de afstudeeropdracht moet de student bewijzen dat hij/zij het diploma Bachelor of ICT waard is. Van

een afstudeeropdracht verwachten we dan ook een grote mate van complexiteit en flinke hoeveelheid

werk. De complexiteit van een opdracht kan in een aantal punten te zitten, waaronder (enkele van, hoeft

niet allemaal):

complexe sociale structuren (grootte, aantal rollen, hiërarchieën, rechten en plichten)

ingewikkelde gebruikerstaken

veel verschillende soorten content (multimedia, gestructureerde en ongestructureerde gegevens,

statistische gegevens)

uitgebreide navigatiestructuur met meerdere dimensies en complexe beperkingen

rijke gebruikersinterfaces (interactief, grafisch, adaptief, “nieuwe” invoermogelijkheden)

conceptontwikkeling (creatieve oplossingen bedenken)

complexiteit in planning, samenwerking en zelfstandig werken

voldoende breedte, waarbij vanuit meerdere disciplines (marketing, communicatie, media) moet

worden samengewerkt

een integrale aanpak: niet alleen ontwikkelen maar ook (aanzet tot) implementatie

ruime toepassing van testresultaten (persona’s, gebruikersgroepen)

methodiekkeuze (voor- en nadelen van keuzen, afweging en onderbouwing)

toepassing van de theorie over het ontwerpproces

in een context van structurele veranderingen (in omgeving, binnen organisatie) bijvoorbeeld de

overgang van print naar digitaal uitgeven en informatie verspreiden

vernieuwende en innoverende processen (hoe onderzoek je nog niet bestaande applicaties,

toepassingen of concepten?)

Belangrijk is ook dat er een onderzoekscomponent in de opdracht zit. Bijvoorbeeld doordat voor één of

meer van de bovenstaande punten ook door de opdrachtgever nog geen oplossing is bedacht. Daarnaast is

wenselijk, maar niet noodzakelijk, dat de opdracht een realistisch bedrijfsprobleem oplost, het liefst in de

primaire processen van de opdrachtgever.

Page 24: Afstudeerhandleiding ICA Versie September 2010

Afstudeerhandleiding

24

Studierichting Communicatiesystemen (Digitale Communicatie) Met de afstudeeropdracht moet de student bewijzen dat hij/zij het diploma Bachelor of Communication

waard is. Van een afstudeeropdracht verwachten we dan ook een grote mate van complexiteit en flinke

hoeveelheid werk. De complexiteit van een opdracht kan in een aantal punten te zitten, waaronder (enkele

van, hoeft niet allemaal):

complexe sociale structuren (grootte, aantal rollen en hun kenmerken, hiërarchieën, rechten en

plichten)

ingewikkelde gebruikerstaken

complexe communicatiepatronen

verschillende maten van kwaliteit en kwantiteit van te communiceren informatie

nauwe relaties tussen ICT projecten en interne en externe communicatie

multimodale interfaces

integratie digitale communicatie in dagelijks leven

uitgebreide navigatiestructuur met meerdere dimensies en complexe beperkingen

conceptontwikkeling (creatieve oplossingen bedenken)

e-marketing, e-business, integratie digitale communicatie in bedrijfsstrategie

complexiteit in planning, samenwerking en zelfstandig werken

voldoende breedte, waarbij vanuit meerdere disciplines (marketing, communicatie, media) moet

worden samengewerkt

een integrale aanpak: niet alleen ontwikkelen maar ook (aanzet tot) implementatie

ruime toepassing van testresultaten (persona’s, gebruikersgroepen)

methodiekkeuze (voor- en nadelen van keuzen, afweging en onderbouwing)

toepassing van de theorie over het ontwerpproces

in een context van structurele veranderingen (in omgeving, binnen organisatie) bijvoorbeeld de

overgang van print naar digitaal uitgeven en informatie verspreiden

vernieuwende en innoverende processen (hoe onderzoek je nog niet bestaande applicaties,

toepassingen of concepten?)

Belangrijk is ook dat er een onderzoekscomponent in de opdracht zit. Bijvoorbeeld doordat voor één of

meer van de bovenstaande punten ook door de opdrachtgever nog geen oplossing is bedacht. Daarnaast is

wenselijk, maar niet noodzakelijk, dat de opdracht een realistisch bedrijfsprobleem oplost, het liefst in de

primaire processen van de opdrachtgever.

Page 25: Afstudeerhandleiding ICA Versie September 2010

ICA

25

Studierichting Bedrijfskundige Informatica Met de afstudeeropdracht moet de student bewijzen dat hij/zij het diploma Bachelor of ICT waard is. Van

een afstudeeropdracht verwachten we dan ook een grote mate van complexiteit en flinke hoeveelheid

werk. De complexiteit van een opdracht kan in een aantal punten zitten, waaronder (enkele van, hoeft niet

allemaal):

complexe bedrijfsprocessen (het vinden van knelpunten en het definiëren van mogelijke

oplossingen moet uitdagend zijn)

complexe informatiestromen en/of informatiesystemen

complexe eisen en wensen van gebruikers van verschillende afdelingen

complexe oplossingstrajecten (functioneel ontwerp van een zelf te bouwen systeem,

pakketselectie, implementatieplan)

complexe business-problemen (dus niet alleen operationele detailproblemen)

complexe security-problemen van organisatorische, bedrijfskundige en/of informatiekundige aard

complexe bedrijfssdoelen (die je dus zelf moet concretiseren, waarvan je zelf moet nagaan of

huidige en nieuw ontworpen processen en informatiesystemen helpen deze te realiseren)

gebruik van (voor de student en/of bedrijf) nieuwe technieken

complexiteit in planning, samenwerking en zelfstandig werken

Belangrijk is ook dat er een onderzoekscomponent in de opdracht zit. Bijvoorbeeld doordat voor één of

meer van de bovenstaande punten ook door de opdrachtgever nog geen oplossing is bedacht. Daarnaast is

wenselijk, maar niet noodzakelijk, dat de opdracht een realistisch bedrijfsprobleem oplost, het liefst in de

primaire processen van de opdrachtgever.

Page 26: Afstudeerhandleiding ICA Versie September 2010

Afstudeerhandleiding

26

Studierichting Technische Informatica

Met de afstudeeropdracht moet de student bewijzen dat hij/zij het ingenieursdiploma Technische

Informatica waard is. Van een afstudeeropdracht verwachten we dan ook een grote mate van complexiteit

en flinke hoeveelheid werk. De complexiteit van een opdracht kan in een aantal punten te zitten,

waaronder (enkele van, hoeft niet allemaal):

een meerlaags systeemarchitectuur met verschillende protocollen

uitschrijven en uitprogrammeren van complexe algoritmes

automatisering van complexe processen (bijv. m.b.v. scada, plc’s)

integratie procescontrole met bedrijfsinformatiesystemen

kritische kwaliteitsbewaking procescontrole

embedded omgeving

ontwerpen en realiseren aansturingssoftware met niet-standaard protocollen

toepassen van sensoren en actuatoren

realtime problematiek

interessante beveiliginsproblematiek (bijv. challenge-response-systemen, single sign-on, encryptie)

performanceproblematiek

schaalbaarheidsissues

toepassen van kunstmatige intelligentie

ad-hoc networking

gebruik van (voor de student en/of bedrijf) nieuwe technieken

complexiteit in planning, samenwerking en zelfstandig werken

Belangrijk is ook dat er een onderzoekscomponent in de opdracht zit. Bijvoorbeeld doordat voor één of

meer van de bovenstaande punten ook door de opdrachtgever nog geen oplossing is bedacht. Daarnaast is

wenselijk, maar niet noodzakelijk, dat de opdracht een realistisch bedrijfsprobleem oplost, het liefst in de

primaire processen van de opdrachtgever.

Page 27: Afstudeerhandleiding ICA Versie September 2010

ICA

27

Bijlage II – Generieke indicatoren bij de competenties

In deze bijlage vind je generieke indicatoren bij de ICA-competenties. Deze generieke indicatoren dienen als

hulpmiddel bij het maken van de indicatoren bij de door jou gekozen competenties. Deze generieke

indicatoren moeten nog concreet worden gemaakt. Dat wil zeggen dat je ze moet aanpassen aan de

context van je afstudeeropdracht. Je mag ze dus niet één-op-één over nemen. Je docent moet jouw

indicatoren goedkeuren.

ANALYSEREN /ONDERZOEKEN

Eindkwalificatie

Afgestudeerden van ICA kunnen op een systematische en professionele wijze een analyse

uitvoeren en onderzoek doen.

Indicatoren voor het eindniveau van de opleiding

1. Brengt de situatie in kaart en formuleert de probleem- of doelstelling.

2. Vertaalt de probleem- of doelstelling naar onderzoeks( of deel-) vragen.

3. Gebruikt analyse- en onderzoeksmethodieken, -technieken en -gereedschappen.

4. Verzamelt systematisch informatie, onderscheidt hoofd- en bijzaken, en beoordeelt of de

informatie relevant en voldoende is.

5. Interpreteert de informatie en beantwoordt de onderzoeksvragen.

6. Trekt conclusies en beantwoordt de probleemstelling.

7. Rapporteert en presenteert de resultaten en hoe deze bereikt zijn.

ADVISEREN

Eindkwalificatie

Afgestudeerden van ICA kunnen, gegeven een adviesvraag, een professioneel verantwoord en

haalbaar advies geven.

Indicatoren voor het eindniveau van de opleiding

1. Formuleert een advies op basis van een analyse/onderzoek.

2. Toetst haalbaarheid van het advies.

3. Creëert draagvlak voor het advies.

4. Maakt afweging tussen alternatieven.

5. Past methoden en/of technieken toe.

6. Presenteert het advies overtuigend.

Page 28: Afstudeerhandleiding ICA Versie September 2010

Afstudeerhandleiding

28

ONTWERPEN

Eindkwalificatie

Afgestudeerden van ICA kunnen, uitgaande van een verzameling eisen en wensen, op een

gestructureerde en professioneel verantwoorde wijze een zodanige realisatie mogelijk maken dat

zo goed mogelijk aan genoemde eisen en wensen is voldaan.

Indicatoren voor het eindniveau van de opleiding

1. Maakt een ontwerp dat voldoet aan eisen en verwachtingen.

2. Onderzoekt mogelijke alternatieve ontwerpen.

3. Verdedigt ontwerpbeslissingen in relatie tot mogelijke alternatieven.

4. Valideert tijdens het ontwerpproces tussenresultaten.

5. Hanteert ontwerpmethoden, -technieken, - gereedschappen en –notaties.

6. Beschrijft het ontwerp zó, dat een ander op grond hiervan het product kan realiseren.

7. Documenteert alle ontwerpkeuzes.

REALISEREN

Eindkwalificatie

Afgestudeerden van ICA kunnen, uitgaande van een ontwerp, op een professionele wijze een

product realiseren en invoeren dat aan de gestelde eisen en wensen voldoet.

Indicatoren voor het eindniveau van de opleiding

1. Realiseert een product op basis van een ontwerp en volgens in de situatie geldende richtlijnen.

2. Maakt op professionele wijze realisatiekeuzes waar het ontwerp of richtlijnen geen uitsluitsel

geven.

3. Hanteert methoden, technieken en gereedschappen bij de realisatie, de controle en de

invoering.

4. Zorgt voor terugkoppeling naar de ontwerper.

5. Controleert tussentijds of de realisatie voldoet aan het ontwerp en richtlijnen.

6. Controleert of het gerealiseerde product voldoet aan de eisen en wensen.

7. Zorgt voor overdraagbaarheid van het product.

8. Zorgt voor invoering van het product.

Page 29: Afstudeerhandleiding ICA Versie September 2010

ICA

29

EVALUEREN

Eindkwalificatie

Afgestudeerden van ICA kunnen evalueren of een oplossing of product beantwoordt aan de

gestelde eisen en wensen.

Indicatoren voor het eindniveau van de opleiding

1. Stelt bij evaluatie een haalbaar stappenplan op.

2. Gebruikt geschikte methoden, technieken en gereedschappen effectief voor het opstellen en

uitvoeren van de evaluatie.

3. Gaat bij opstellen van een evaluatie uit (indien mogelijk) van de

eisen/specificaties/doelstellingen.

4. Stelt de evaluatie systematisch per onderdeel van de eisen/specificaties/doelstellingen op.

5. Kan per evaluatieonderdeel aangeven op welk onderdeel van de

eisen/specificaties/doelstellingen het evaluatieonderdeel betrekking heeft.

6. Richt de evaluatie zowel op gewone situaties alsook op uitzonderingsgevallen en randsituaties.

7. Kan overtuigend beargumenteren dat de evaluatie operationeel uitvoerbaar is (meetbaar,

testbaar, etc.) en economisch verantwoord is (d.w.z. de evaluatieonderdelen zijn voldoende

krachtig en in aantal niet groter dan nodig).

8. Hergebruikt aantoonbaar reeds bestaande evaluatieonderdelen (indien van toepassing) waar

mogelijk en zinvol.

BEHEREN

Eindkwalificatie

Afgestudeerden van ICA kunnen op een systematische en professionele wijze vorm geven aan

beheer van een bestaand product om de exploitatie en de continuïteit te waarborgen

Indicatoren voor het eindniveau van de opleiding

1. Hanteert methoden, technieken en gereedschappen bij exploitatie en beheer.

2. Beschrijft beheertaken en processen.

3. Beoordeelt alle consequenties van wijzigingsvoorstellen voor exploitatie en continuïteit van het

product.

4. Organiseert exploitatie en beheer.

5. Zorgt voor overdraagbaarheid van exploitatie en beheer.

Page 30: Afstudeerhandleiding ICA Versie September 2010

Afstudeerhandleiding

30

COMMUNICEREN 3

Eindkwalificatie

Afgestudeerden van ICA zijn in staat informatie, ideeën en oplossingen over te brengen op en uit

te wisselen met een publiek bestaande uit specialisten of niet-specialisten.

Indicatoren voor het eindniveau van de opleiding

1. Is doel- en doelgroepgericht zowel verbaal als non-verbaal.

2. Zorgt dat boodschap en samenhang ondersteund worden door opzet, structuur en stijl.

3. Toetst of de boodschap is overgekomen bij de doelgroep.

4. Past grammaticaal correct taalgebruik toe en hanteert de juiste spelling.

5. Kan hoofd- en bijzaken onderscheiden.

6. Schakelt indien nodig tussen inhouds- en betrekkingsniveau.

PLANMATIG WERKEN

Eindkwalificatie

Afgestudeerden van ICA kunnen (in een multidisciplinaire omgeving) een onderzoeks-, ontwikkel-

of beheertraject (projectmatig) inrichten en geschikte methoden kiezen en toepassen.

Indicatoren voor het eindniveau van de opleiding

1. Oriënteert zich op de opdracht.

2. Stelt inhoudelijke, financiële, juridische en/of organisatorische kaders.

3. Kiest en verantwoordt een methodische aanpak.

4. Maakt een realistische tijdsplanning.

5. Maakt een plan van aanpak.

6. Houdt zich aan het plan van aanpak en weet eventuele afwijkingen daarvan

overtuigend te verantwoorden.

7. Bewaakt voortgang en kwaliteit.

8. Legt waar nodig acties en werkwijzen vast in procedures.

Page 31: Afstudeerhandleiding ICA Versie September 2010

ICA

31

SAMENWERKEN

Eindkwalificatie

Afgestudeerden van ICA kunnen in een multidisciplinair team samen werken.

Indicatoren voor het eindniveau van de opleiding

1. Overlegt over taakverdeling en maakt daarover afspraken.

2. Houdt zich aan gemaakte afspraken.

3. Stemt eigen taakuitvoering af met teamleden.

4. Levert inhoudelijke bijdragen in een overleg.

5. Activeert teamleden.

6. Neemt verantwoordelijkheid voor de (multidisciplinaire) samenwerking.

7. Weet actief met conflicten om te gaan.

8. Doet zonodig een beroep op expertise van anderen.

9. Deelt kennis en ervaring met teamleden.

10. Heeft zicht op de rollen van alle teamleden

11. Beschrijft de interactie binnen de groep

ZELFSTURING / REFLECTIE

Eindkwalificatie

Afgestudeerden van ICA kunnen zichzelf sturen in hun beroepsmatig functioneren en

beroepsmatige ontwikkeling.

Indicatoren voor het eindniveau van de opleiding

1. Vertoont gedrag dat hoort bij het beroep.

2. Reflecteert op eigen beroepsmatig handelen.

3. Werkt aan de verbetering van zijn beroepsmatig handelen.

4. Bevordert de eigen deskundigheid.

5. Zoekt actief naar en is kritisch t.a.v. kennisbronnen.

6. Is bereid om eigen handelen te verantwoorden.

7. Maakt afwegingen bij ethische en maatschappelijke dilemma’s.

8. Zoekt actief naar en staat open voor nieuwe opvattingen en inzichten voor het vakgebied.

Page 32: Afstudeerhandleiding ICA Versie September 2010

Afstudeerhandleiding

32

Bijlage III – Beoordelingsformulier bedrijfsbegeleider

Bedrijf: ____________________________________________

Afdeling: ___________________________________________

Begeleider:_______________________ __________________

Student: ____________________________________________

Beoordeling van het functioneren van de stagiair:

-- - 0 + ++

Belangstelling

Inzicht

Nauwkeurigheid

Praktische vaardigheid

Inzet

Zelfstandigheid

Initiatief

Resultaatgerichtheid

Contact met de begeleider

Planmatig werken

Samenwerking met collega’s

Mondelinge taalvaardigheid

Schriftelijke taalvaardigheid

Creativiteit

Assertiviteit

Flexibiliteit

Zelfreflectie

Als u een item niet kunt beoordelen, laat dit dan leeg. De scores boven de kolommen betekenen:

-- slecht, – beneden gemiddeld, 0 gemiddeld, + boven gemiddeld, ++ uitstekend.

Beoordeling van de/het eindproduct(en) van het afstudeerproject:

Cijfer:

Datum: Handtekening

Page 33: Afstudeerhandleiding ICA Versie September 2010

Bijlage IV – Checklist verslag

Hoofdvraag In hoeverre is het gewenste resultaat behaald?

Subvragen 1 Wat waren de opdrachtkaders?

2 Volgens welke methode is gewerkt en waarom?

3 Wat waren de resultaten?

Tekstsoort Beschrijvend

Vorm Rapport

Beoordelingsvraag In hoeverre is de ontwikkeling van het eindproduct goed aangepakt?

Status Moet voldoende zijn om het afstuderen te kunnen afronden

Vorm

25 tot 30 pagina's

Bijlagen / producten op CD of (gedeeltelijk) afgedrukt (in overleg met docent)

Page 34: Afstudeerhandleiding ICA Versie September 2010

Check Opmerkingen

VOORWERK

Bevat het voorblad alle noodzakelijke elementen?

Aanduiding soort rapport

Titel (en evt. subtitel)

Naam opdrachtgever/organisatie

Plaats en datum

Naam stagiair(s) of projectleden

Bevat het rapport een samenvatting die los gelezen kan

worden van het rapport?

Bevat het rapport een overzichtelijke inhoudsopgave?

HOOFDWERK

Wordt in de inleiding de huidige situatie voldoende

beschreven? Wordt duidelijk wat de aanleiding is voor

het project?

Wordt in de inleiding de gewenste situatie duidelijk

beschreven? Wordt duidelijk waar de opdracht aan moet

bijdragen?

Bevat de inleiding een concrete vraagstelling of

opdrachtformulering? Is het duidelijk wat de hoofdvraag

Page 35: Afstudeerhandleiding ICA Versie September 2010

van het rapport is?

Bevat de inleiding een vooruitblik op de inhoud die

verder gaat dan een herhaling van titels uit de

inhoudsopgave?

Wordt er voldoende teruggekoppeld naar het Plan van

Aanpak?

Is de aanpak en uitwerking een passend antwoord op de

vraagstelling? Is het onderbouwd met argumenten die

terzake doen?

Heeft er een beoordeling van diverse oplossingen

plaatsgevonden?

Is er een onderbouwde keuze gemaakt voor de

methode? Heeft er een goede afweging plaatsgevonden

tussen verschillende methoden?

Is het probleem voldoende beschreven en

geanalyseerd?

Zijn er relevante bronnen gebruikt? Zijn die bronnen

goed vermeld in het rapport?

BIJLAGEN

Zijn uitgebreide gegevens opgenomen in bijlagen?

Wordt er in de kernhoofdstukken goed verwezen naar de

bijlagen?

Zijn de bijlagen apart genummerd en van titel voorzien?

Page 36: Afstudeerhandleiding ICA Versie September 2010

TAAL EN TEKST

Is het rapport geschreven in de ‘verzorgde spreekstijl’?

Zijn alle woorden correct gespeld?

Zijn alle zinnen goed geformuleerd (geen ontspoorde

zinnen of knip- en plakresten)?

Is de schrijver consequent in zijn perspectief van tijd

(wordt niet te pas en te onpas gewisseld van OTT naar

OVT en andersom)?

Klopt de alinea-indeling? Staan de zinnen in één alinea

achter elkaar en zijn alinea’s door een witregel van

elkaar gescheiden?

Dekken de titels en tussenkopjes de lading?