24
Woonlastenonderzoek Woonconcept Woonconcept en Huurdersvereniging Cascade en Huurdersvereniging Meppel 23 november 2018 Definitief

23 november 2018 Definitief - Huurdersvereniging Cascade · De resultaten van het Drentse corporaties gezamenlijk en per gemeente zijn in de hoofdrapportage beschreven. Vraagstelling

  • Upload
    others

  • View
    1

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: 23 november 2018 Definitief - Huurdersvereniging Cascade · De resultaten van het Drentse corporaties gezamenlijk en per gemeente zijn in de hoofdrapportage beschreven. Vraagstelling

Woonlastenonderzoek Woonconcept Woonconcept en Huurdersvereniging Cascade en Huurdersvereniging Meppel

23 november 2018 Definitief

Page 2: 23 november 2018 Definitief - Huurdersvereniging Cascade · De resultaten van het Drentse corporaties gezamenlijk en per gemeente zijn in de hoofdrapportage beschreven. Vraagstelling

DATUM 23 november 2018

TITEL Woonlastenonderzoek Woonconcept

ONDERTITEL [Voer hier een ondertitel in]

OPDRACHTGEVER Woonconcept en Huurdersvereniging Cascade en Huurdersvereniging Meppel

AUTEUR(S) Jeroen Wissink

Martin Bleijenburg

PROJECTNUMMER 5218.106

STATUS Definitief

Page 3: 23 november 2018 Definitief - Huurdersvereniging Cascade · De resultaten van het Drentse corporaties gezamenlijk en per gemeente zijn in de hoofdrapportage beschreven. Vraagstelling

3

Inhoud

1 Inleiding 4

2 De risicogroep in beeld 6

2.1 Het begrip betaalbaarheidsrisico 6

2.2 Typering van de risicogroep 8

3 De woonlasten in beeld 12

3.1 Hoogte van de huurlasten 12

3.2 Hoogte van de woonlasten 13

3.3 Woonlasten in relatie tot het inkomen 14

4 De beleving van de huurder 17

4.1 Bezuinigen en moeite met rondkomen 17

Begrippenlijst 19

Bijlage: Huurlasten, woonlasten en energieverbruik 20

Page 4: 23 november 2018 Definitief - Huurdersvereniging Cascade · De resultaten van het Drentse corporaties gezamenlijk en per gemeente zijn in de hoofdrapportage beschreven. Vraagstelling

5218.106 | Woonlastenonderzoek Woonconcept 4

1 Inleiding

Aanleiding en achtergrond De Drentse woningcorporaties en huurdersorganisaties hebben de afgelopen jaren de betaalbaarheids-

en armoedeproblematiek stevig aangepakt. Het woonlastenonderzoek uit 2014 heeft hierin een

belangrijke agenderende functie gehad, en gaf helder inzicht in stand van zaken en de omvang van de

problematiek. Op basis van deze informatie hebben de corporaties en huurdersorganisaties actief ingezet

op het vergroten van de betaalbaarheid van het wonen en verkleinen van betaalbaarheidsrisico’s voor

huurders. Dit heeft geresulteerd in een breed palet aan maatregelen gericht op drie sporen, namelijk het

verlagen van de woonlasten, het vergroten van de inkomsten en het helpen van huurders om grip te

krijgen op hun uitgaven.

Naast de maatregelen die corporaties hebben genomen is er een aantal (maatschappelijke)

ontwikkelingen die van invloed zijn op de betaalbaarheid en armoedeproblematiek. Denk aan de

invoering van het passend toewijzen, de economische ontwikkeling, ontwikkelingen rond

extramuralisering en de stijging van de zorgkosten.

Met deze achtergronden is het juiste moment aangebroken om deze vervolgmeting uit te voeren. Wat is

de huidige stand van zaken? Welke groepen zitten nu in de knel en wat is er veranderd ten opzichte van

2014? Maar ook: welke maatregelen hebben een belangrijke bijdrage geleverd aan het verbeteren van de

woonlasten?

In deze rapportage worden de uitkomsten van Woonconcept gepresenteerd. De resultaten van het

Drentse corporaties gezamenlijk en per gemeente zijn in de hoofdrapportage beschreven.

Vraagstelling en onderzoeksopzet De centrale vraagstelling in dit onderzoek luidt als volgt:

1. Wat geven huurders uit aan woonlasten zoals huur, gas, elektra en gemeentelijke heffingen en hoe

verhoudt zich dat tot de hoogte van het inkomen (huur- en woonquote)?

2. Welk deel van de huurders ervaart moeilijkheden bij het betalen van de woonlasten?

Daarnaast geven we in dit onderzoek een antwoord op de volgende achtergrondvragen:

• Wat zijn de kenmerken en achtergronden van huurders die moeilijkheden ondervinden?

• Welk deel van de woningvoorraad is betaalbaar voor welke inkomensgroepen?

• Welke verandering heeft er plaatsgevonden ten opzichte van de uitkomsten van 2014?

• Wat is het effect van de maatregelen die corporaties hebben genomen om de betaalbaarheid van het

wonen te vergroten?

Het onderzoek is uitgevoerd via twee onderzoekslijnen. Enerzijds is er een vragenlijst onder alle huurders

uitgezet en anderzijds is er een Big-Data analyse uitgevoerd op basis van beschikbare (feitelijke)

datagegevens. In dit onderzoek zijn beide onderzoekslijnen bij elkaar gebracht.

Enquête onder alle huurders

In de maand mei zijn alle huurders van de deelnemende corporatie uitgenodigd om deel te nemen aan

het onderzoek. Huurders waarvan de emailadressen bekend waren zijn aangeschreven per email en de

overige huurders per post. Huurders hebben de mogelijkheid gehad om een schriftelijke vragenlijst in te

vullen of een internetvragenlijst.

Page 5: 23 november 2018 Definitief - Huurdersvereniging Cascade · De resultaten van het Drentse corporaties gezamenlijk en per gemeente zijn in de hoofdrapportage beschreven. Vraagstelling

5218.106 | Woonlastenonderzoek Woonconcept 5

Tabel 1.1: Responsoverzicht enquête per gemeente

Aantal aangeschreven Respons Respons %

Assen 306 37 12%

De Wolden 17 3 18%

Hoogeveen 3318 240 7%

Meppel 4069 324 8%

Steenwijkerland 3055 236 8%

Westerveld 25 1 4%

Totaal 10.790 841 8%

Bron: Enquête woonlastonderzoek 2018

In totaal zijn 10.790 huurders aangeschreven en hebben 841 respondenten deelgenomen aan het

onderzoek. Het responspercentage komt daarmee uit op 8%. Op basis van deze respons kunnen we op

totaalniveau uitspraken doen met een betrouwbaarheid van 95% en een nauwkeurigheidsmarge van 5%.

In vergelijking tot het onderzoek uit 2014 is de respons beduidend lager, toen bedroeg de totale respons

in het Drents woonlastenonderzoek 18%. Er is een aantal mogelijke verklaringen voor deze lage respons:

• In 2014 hadden huurders enkele jaren van (forse) huurstijgingen achter de rug in een periode waarin

Nederland er economisch gezien minder goed voorstond dan op dit moment het geval is. Daarbij

ontvingen huurders destijds de vragenlijst enkele dagen nadat ze de brief met de huuraanpassing

hadden ontvangen. Mogelijk dat dit de motivatie om deel te nemen aan het onderzoek destijds heeft

versterkt.

• Sinds 25 mei 2018 geldt de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG). In deze periode is

het verzamelen, verwerken en bewaren van persoonsgegevens vaak in het nieuws geweest.

Aangezien dit onderzoek een analyse van veel privacy gevoelige informatie als inkomen,

huishoudenssamenstelling en uitgaven betreft, kan dit mogelijk een rol spelen waarom minder

mensen aan het onderzoek hebben deelgenomen.

Big-Data analyse

Sinds 2014 is er steeds meer (deels openbare) data beschikbaar over bijvoorbeeld

huishoudensamenstelling, bron van inkomen, hoogte van inkomens, toeslagen, energielasten en lokale

lasten. In dit onderzoek is analyse uitgevoerd om de feitelijke situatie in beeld te brengen. Op basis van

deze analyse is het mogelijk om de situatie op een veel lager schaalniveau in beeld te brengen dan enkel

op basis van de enquête. Daarnaast zijn de gegevens uit de data-analyse gebruikt ter verificatie van de

uitkomsten uit de enquête. Voor de data-analyse hebben we gebruik gemaakt van de volgende bronnen:

• De VHE-registratie van de corporaties. Op basis hiervan zijn de kenmerken van de woningvoorraad in

beeld gebracht. Denk hierbij aan de huurprijs, servicekosten en woningtype.

• Er is een analyse uitgevoerd op Microdatabestanden van het CBS. Op basis van deze bestanden is het

mogelijk om feitelijk inzicht te geven van onder andere het energieverbruik, de woonsituatie, het

inkomen en diverse toeslagen van huurders. Companen is geaccrediteerd om deze data te mogen

analyseren. Vanwege de privacy zijn de uitkomsten geaggregeerd op het niveau van CBS-wijken.

• De lokale lasten zijn in beeld gebracht via de Lokale Lasten Monitor van COELO. Dit geeft inzicht in de

hoogte van de gemeentelijke en waterschaplasten.

Page 6: 23 november 2018 Definitief - Huurdersvereniging Cascade · De resultaten van het Drentse corporaties gezamenlijk en per gemeente zijn in de hoofdrapportage beschreven. Vraagstelling

5218.106 | Woonlastenonderzoek Woonconcept 6

2 De risicogroep in beeld

In dit hoofdstuk schetsen we een beeld van de groep huurders met een betaalbaarheidsrisico. Hoe groot

is de groep en wat zijn hun achtergronden. Hierbij wordt telkens onderscheid gemaakt tussen de totale

groep Drentse huurders en de groep die in de knel zit. Daarnaast wordt de vergelijking met de situatie in

2014 gemaakt.

2.1 Het begrip betaalbaarheidsrisico

Om in beeld te brengen wat passende woonlasten zijn kijken we naar wat de verschillende

huishoudensgroepen (gemiddeld) per maand te besteden hebben op basis van het besteedbaar inkomen.

Bij het besteedbaar inkomen wordt niet alleen gekeken naar het netto-inkomen uit loon of uitkering, maar

wordt ook rekening gehouden met eventuele toeslagen als huurtoeslag, zorgtoeslag, kinderbijslag en

kindgebonden budget. Per huishouden is doorgerekend wat mensen per maand gemiddeld aan

besteedbaar inkomen hebben. Hierbij gelden de uitkerings- en toeslagnormen per 1 januari 2018 (bron:

Nibud 2018).

Het NIBUD maakt inschattingen van het minimaal noodzakelijke inkomen voor mensen om rond te komen

per huishoudensgroep. Zij doet dat met behulp van referentie-berekeningen en dit betreft het basisniveau

en dit zijn de minimaal noodzakelijke uitgaven voor levensonderhoud. Dit wordt ook wel het

basisbehoeftebudget genoemd. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van het Niet-veel-maar-toereikend

budget van het Sociaal Cultureel Planbureau. In dit budget worden naast de minimaal noodzakelijke

uitgaven voor levensonderhoud ook rekening gehouden met een (beperkt) budget voor participatie in de

samenleving (sociale participatie). Denk hierbij aan uitgaven voor een korte vakantie en lidmaatschap van

verenigingen / sport. In totaal wordt hier een bedrag van circa €90 extra voor gereserveerd.

Huishoudens met een betaalbaarheidsrisico hebben een betaalbaarheidsrisico als de genormeerde

uitgaven voor levensonderhoud en de feitelijke uitgaven voor woonlasten hoger zijn dan de inkomsten.

Hierbij gaan we uit van het niet-veel-maar-toereikend budget.

Persoon B Persoon A

Uitgaven

• Uitgaven

levensonderhoud volgens NIBUD en SCP

• OPL-heffingen

• Water

• Servicelasten

Netto inkomen

per maand

Huurtoeslag Bruto huur

Uitgaven hoger dan inkomsten:

betaalbaarheids-risico

Uitgaven lager dan inkomsten: geen betaalbaarheids-

risico:

Page 7: 23 november 2018 Definitief - Huurdersvereniging Cascade · De resultaten van het Drentse corporaties gezamenlijk en per gemeente zijn in de hoofdrapportage beschreven. Vraagstelling

5218.106 | Woonlastenonderzoek Woonconcept 7

Factoren die een rol spelen bij ontwikkeling betaalbaarheidsrisico De ontwikkeling van het aandeel huishoudens met een betaalbaarheidsrisico is afhankelijk van de

ontwikkeling van de inkomsten en / of de uitgavenkant. In vergelijking tot het onderzoek uit 2014 hebben

zich een aantal veranderingen voorgedaan. Ten eerste is sinds 2014 de koopkracht van het ‘gemiddelde’

Nederlandse huishouden verbeterd. Dit betekent overigens niet dat alle huishoudens er op vooruit zijn

gegaan. De koopkrachtontwikkeling van mensen met een betaalde baan is het sterkst toegenomen,

namelijk met 9,7% in de periode 2014 tot en met 2017. De koopkracht van bijstandsontvangers is

gestegen met circa 3,2%, terwijl bij arbeidsongeschikten een stijging van 1,9% is. Huishoudens met een

pensioen zijn er in de afgelopen jaren nauwelijks op vooruitgegaan, namelijk 0,6%. Veel huurders in de

sociale voorraad behoren tot de pensioengerechtigde leeftijd.

Figuur 2.1: Koopkrachtontwikkeling naar belangrijkste bron van inkomen, 2008-2017*(voorlopige cijfers)

Bron: CBS 2018

De koopkrachtontwikkeling van gepensioneerden is mede afhankelijk van de hoogte van het aanvullende

pensioen naast de AOW-uitkering. Hieruit blijkt dat ouderen met een beperkt aanvullend pensioen er in

2017 iets op vooruit zijn gegaan, terwijl ouderen met een aanvullend pensioen vanaf €20.000 daalde. De

meeste ouderen in een corporatiewoning behorend tot de eerste groep (AOW met beperkt aanvullend

pensioen).

Figuur 2.2: Koopkrachtontwikkeling gepensioneerden naar hoogte aanvullend inkomen naast AOW, 2008-2017*(voorlopige cijfers)

Bron: CBS 2018

90

95

100

105

110

115

120

2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017*

Totale bevolking Werknemer Zelfstandige

Bijstandsontvanger Arbeidsongeschikte Gepensioneerde

80

85

90

95

100

105

110

2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017*

Totaal gepensioneerden tot 5 000 euro 5 000 tot 10 000 euro

10 000 tot 20 000 euro 20 000 euro en meer

Page 8: 23 november 2018 Definitief - Huurdersvereniging Cascade · De resultaten van het Drentse corporaties gezamenlijk en per gemeente zijn in de hoofdrapportage beschreven. Vraagstelling

5218.106 | Woonlastenonderzoek Woonconcept 8

De koopkrachtontwikkeling wordt naast ontwikkeling van de inkomsten (loon, pensioen, uitkering) en

uitgaven (consumentenprijsindex) ook bepaald door eventuele toeslagen die huishoudens ontvangen.

Denk hierbij aan zorgtoeslag, huurtoeslag, kinderbijslag en het kindgebonden budget. Met name voor

éénoudergezinnen is er veel veranderd. Tot en met 2014 werden éénoudergezinnen financieel veel

minder gecompenseerd. In tegenstelling tot 2014 ontvangen zij beduidend meer kindgebonden budget.

Dit wordt de ‘alleenstaande-ouderkop’ genoemd. Alleenstaande ouders krijgen maximaal €3.101 per jaar

extra aan kindgebonden budget. Hierdoor is het besteedbaar inkomen van deze groep huishoudens

toegenomen.

Naast veranderingen aan de inkomstenzijde hebben er ook veranderingen plaatsgevonden aan de

uitgavenkant. Het passend toewijzen, en de wijze waarop Drentse corporaties dit ten uitvoering hebben

gebracht, speelt hier een belangrijke rol in. Door het passend toewijzen is voor nieuwe huurders de

verhouding tussen de huurlasten en het inkomen kleiner geworden. Dit verlaagt het betaalbaarheidsrisico

van huishoudens die per 1 januari 2016 (intreding passend toewijzen) een nieuwe huurwoningen hebben

betrokken. Ook het gematigde huurbeleid speelt een belangrijke rol in het beperken van de uitgaven. De

huren in Drenthe zijn in de afgelopen jaren minder hard gestegen dan in andere delen van het land.

Daarnaast hebben een aantal corporaties ook de huren verlaagd. In de volgende hoofdstukken gaan we

hier nader op in.

Tegelijkertijd zijn er ook uitgaven gestegen. Denk bijvoorbeeld aan de uitgaven van de zorgverzekering en

de verhoging van het eigen risico. In 2014 kostte een gemiddelde zorgverzekering circa €95 en in 2018 is

dit gestegen naar €116. Daarnaast is het verplichte eigen risico gestegen van €360 naar €385. Dit laatste

raakt met name ouderen die naar verhouding meer zorgkosten hebben.

2.2 Typering van de risicogroep

In deze paragraaf gaan we nader in op achtergronden van de huurders en de huishoudens met een

betaalbaarheidsrisico. In de verschillende tabellen wordt de totale omvang van de groep gepresenteerd

en het aandeel huishoudens hiervan met een betaalbaarheidsrisico.

Samenstelling naar huishoudenstype Tabel 2.1: Woonconcept. Samenstelling naar huishoudenstype als totaal en naar betaalbaarheidsrisico

Huishoudens totaal 2018 Huishoudens betaalbaarheidsrisico

% Aantal % 2018 Aantal 2018 Situatie 2014

1 persoons tot 66 jaar 31% 3380 30% 1030 43%

2 persoons tot 66 jaar 12% 1250 25% 310 29%

1-ouder gezin 10% 1070 40% 430 60%

2-ouder gezin 11% 1150 40% 460 52%

1 persoons 66+ 20% 2110 9% 190 10%

2 persoons 66+ 17% 1820 20% 360 13%

Totaal 100% 10790 26% 2780 32%

Bron: Enquête woonlastonderzoek 2018

• Ongeveer 31% van de huishoudens valt in de groep eenpersoonshuishoudens tot 66 jaar.

• Het betaalbaarheidsrisico is het laagst bij 1 persoonshuishoudens van 66+. Het hoogst ligt het

betaalbaarheidsrisico bij 1- en 2-ouder gezinnen. Hierbij heeft 40% risico.

• Bij alle groepen is het betaalbaarheidsrisico gedaald ten opzichte van 2014. Dit sterkste daling is bij

de groep 1-ouder gezinnen. De zwakste daling is bij 1 persoons huishoudens van 66+.

Page 9: 23 november 2018 Definitief - Huurdersvereniging Cascade · De resultaten van het Drentse corporaties gezamenlijk en per gemeente zijn in de hoofdrapportage beschreven. Vraagstelling

5218.106 | Woonlastenonderzoek Woonconcept 9

Samenstelling naar leeftijdsklasse Tabel 2.2: Woonconcept. Samenstelling naar leeftijdsklasse als totaal en naar betaalbaarheidsrisico

Huishoudens totaal Huishoudens betaalbaarheidsrisico

% Aantal % 2018 Aantal 2018 Situatie 2014

< 35 jaar 14% 1480 22% 330 %

35 tot 55 jaar 27% 2870 29% 840 %

55 tot 66 jaar 23% 2440 42% 1030 %

66 tot 76 jaar 19% 2060 13% 260 %

Ouder dan 75 18% 1920 16% 310 %

Totaal 100% 10790 26% 2780 %

Bron: Enquête woonlastonderzoek 2018

• Het aantal huishoudens is redelijk evenredig verdeeld over de leeftijdsklassen.

• Het betaalbaarheidsrisico is het hoogst bij de leeftijdsgroep van 55 tot 66 jaar met 42%.

Samenstelling naar inkomensklasse Tabel 2.3: Woonconcept. Samenstelling naar inkomensklasse als totaal en naar betaalbaarheidsrisico

Huishoudens totaal Huishoudens betaalbaarheidsrisico

% Aantal % 2018 Aantal 2018 Situatie 2014

Tot HT-grens 62% 6730 40% 2700 50%

Tot €36.798 19% 2070 4% 80 2%

€36.978 tot 41.056 5% 520 0% 0 2%

Meer dan €41.056 14% 1480 0% 0 0%

Totaal 100% 10790 26% 2780 32%

Bron: Enquête Woonlastenonderzoek 2018, CBS Microdata 2016

• Circa 62% van de huurders van Woonconcept heeft een inkomen tot de huurtoeslaggrens. Er bestaat

duidelijk een negatief verband tussen de hoogte van het inkomen en betaalbaarheidsrisico van de

huishoudens: naarmate het inkomen stijgt, daalt het betaalbaarheidsrisico.

• Ten opzichte van 2014 is het betaalbaarheidsrisico voor de huishoudens met een inkomen tot de

huurtoeslaggrens met 6%-punt gedaald.

Samenstelling naar woningtype Tabel 2.4: Woonconcept. Samenstelling naar woningtype als totaal en naar betaalbaarheidsrisico

Huishoudens totaal Huishoudens betaalbaarheidsrisico

% Aantal % 2018 Aantal 2018 Situatie 2014*

Tussen- of rijwoning 37% 4000 30% 1180 36%

Hoekwoning 21% 2300 21% 480 %

Twee-onder-één-kap 3% 270 50% 140 %

Vrijstaande woning 0% 20 0% 0 %

Appartement met lift 24% 2580 22% 570 21%

Appartement z. lift 7% 770 24% 190 34%

Be-/bovenwoning 7% 740 28% 210 44%

Anders 1% 100 0% 0 %

Totaal 100% 10790 26% 2780 32%

Bron: Enquête woonlastonderzoek 2018

*In de rapportage van 2015 is er gebruik gemaakt van andere woningtypes. De percentages van deze woningtypes waren:

(Half)vrijstaand 38%, Seniorenwoning laag 18%. Het totaal lag op 32%.

• Meer dan een derde deel (en daarmee de grootste groep) van de huishoudens van Woonconcept

woont in een tussen- of rijwoning.

• Er lijkt geen directe relatie te bestaan tussen het type woning en het betaalbaarheidsrisico van de

huishoudens die in deze woningen wonen.

Page 10: 23 november 2018 Definitief - Huurdersvereniging Cascade · De resultaten van het Drentse corporaties gezamenlijk en per gemeente zijn in de hoofdrapportage beschreven. Vraagstelling

5218.106 | Woonlastenonderzoek Woonconcept 10

• Het hoogste betaalbaarheidsrisico komt voor bij mensen die in een twee-onder-één-kap woning

wonen met 50%. Dit betreft echter maar 140 huishoudens.

Samenstelling naar huurprijsklasse Tabel 2.5: Woonconcept. Samenstelling naar huurprijsklasse als totaal en naar betaalbaarheidsrisico

Huishoudens totaal Huishoudens betaalbaarheidsrisico

% Aantal % 2018 Aantal 2018 Situatie 2014

Tot €417 24% 2.590 24% 630 27%

€417 tot €597 54% 5.820 26% 1.520 32%

€597 tot €640 8% 900 39% 350 27%

€640 tot €711 9% 1.020 18% 180 25%

€711 of meer 4% 470 21% 100 32%

Totaal 100% 10.791 26% 2.780 32%

Bron: Enquête Woonlastenonderzoek 2018, VHE-registraties corporaties 2018

• 54% van de huishoudens die bij Woonconcept huurt, betaalt een huur tussen de €417 en €597.

• Er lijkt geen verband te zijn tussen de huurprijs en het betaalbaarheidsrisico. Ook in 2014 was dit niet

het geval.

Samenstelling naar woonduur Tabel 2.6: Woonconcept. Samenstelling naar woonduur als totaal en naar betaalbaarheidsrisico

Huishoudens totaal Huishoudens betaalbaarheidsrisico

% Aantal % 2018 Aantal 2018 Situatie 2014

0 tot 1 jaar 2% 250 21% 50 29%

1 tot 3 jaar 19% 2080 25% 530 41%

3 tot 5 jaar 9% 1000 32% 320 31%

5 tot 10 jaar 20% 2200 29% 630 34%

10 jaar of langer 49% 5250 24% 1250 28%

Totaal 100% 10790 26% 2790 32%

Bron: Enquête woonlastonderzoek 2018

• Bijna de helft van alle huurders van Woonconcept woont minimaal 10 jaar in de huidige woning.

• Er is geen correlatietussen hoe lang men in een woning woont in verhouding tot hoe hoog

betaalbaarheidsrisico is. Dit geldt voor zowel 2018 als 2014.

• Behalve voor de groep die 3 tot 5 jaar in de woning woont, is het betaalbaarheidsrisico voor alle

huishoudens in 2018 gedaald in vergelijking met 2014.

Samenstelling naar dagelijkse bezigheid Tabel 2.7: Woonconcept. Belangrijkste inkomensbron van het huishouden

Huishoudens totaal Huishoudens betaalbaarheidsrisico

% Aantal % Aantal

Loon 36% 3.870 19% 740

Zelfstandig ondernemer 2% 230 17% 40

Werkloosheids-/ Bijstandsuitkering 13% 1.410 38% 530

Uitkering arbeidsongeschiktheid 12% 1.310 61% 800

Pensioen 36% 3.900 16% 640

Studiefinanciering 1% 70 57% 40

Totaal 100% 10.790 26% 2.790

Bron: Enquête Woonlastenonderzoek 2018, CBS Microdata 2016

• Ruim een derde deel van de huurders van Woonconcept ontvangt inkomen uit loon. Bijna 40% van

de huurders ontvangt pensioen.

Page 11: 23 november 2018 Definitief - Huurdersvereniging Cascade · De resultaten van het Drentse corporaties gezamenlijk en per gemeente zijn in de hoofdrapportage beschreven. Vraagstelling

5218.106 | Woonlastenonderzoek Woonconcept 11

• Het grootste betaalbaarheidsrisico ligt bij de huishoudens met studiefinanciering of een

werkloosheids- of arbeidsongeschiktheidsuitkering, ongeveer een kwart van alle huishoudens. Voor

ongeveer dan de helft van deze groep huishoudens bestaat er een betaalbaarheidsrisico.

Page 12: 23 november 2018 Definitief - Huurdersvereniging Cascade · De resultaten van het Drentse corporaties gezamenlijk en per gemeente zijn in de hoofdrapportage beschreven. Vraagstelling

5218.106 | Woonlastenonderzoek Woonconcept 12

3 De woonlasten in beeld

In dit hoofdstuk gaan we verder in op de hoogte van de huur- en de woonlasten van huurders. Hierbij

maken we onderscheid in de situatie van de totale groep huurders en de groep met een

betaalbaarheidsrisico.

3.1 Hoogte van de huurlasten

De huurlasten bestaan uit kosten voor kale huur en servicekosten verminderd met het eventuele bedrag

dat men aan huurtoeslag ontvangt. De situatie 2014 is gebaseerd op basis van de gegevens uit de

enquête die is gehouden onder de zes deelnemende corporaties. De situatie 2018 is deels gebaseerd op

feitelijke data (huishoudens totaal) en deels gebaseerd op basis van de enquête (huishoudens met een

betaalbaarheidsrisico).

Tabel 3.1: Woonconcept. Huurlasten huishoudens totaal en huurlasten huishoudens betaalbaarheidsrisico, 2014-2018

Situatie 2014 Situatie 2018

Huishoudens totaal Huishoudens met betaalbaarheidsrisico

Huishoudens totaal Huishoudens met betaalbaarheidsrisico

Kale huur €505 €510 €505 €540

Servicekosten €20 €25 €25 €10

Huurtoeslag €75 €130 €95 €140

Netto huurlasten €450 €405 €435 €410

Bron: Woonlastenonderzoek Companen 2014, Enquête Woonlastenonderzoek 2018, VHE-registratie corporaties, CBS Microdata

• De gemiddelde netto huurlasten van de huurders van Woonconcept zijn tussen 2014 en 2018 iets

gedaald. Ook in de opbouw van de netto huurlasten bestaat weinig verschil.

• De kale huur van huishoudens met een betaalbaarheidsrisico is in 2018 ten opzichte van 2014 iets

gestegen.

Tabel 3.2: Woonconcept. Huurlasten per gemeente/wijk.

Gemeente Kale huur Service kosten Huurtoeslag Netto huurlasten

Assen €635 €30 €110 €555

De Wolden €675 €10 €120 €565

Hoogeveen €500 €25 €100 €425

Meppel €490 €25 €80 €435

Steenwijkerland €525 €20 €105 €440

Westerveld €635 €50 €80 €605

Eindtotaal €505 €25 €95 €435

Bron: VHE-registraties corporaties, CBS Microdata

• De gemiddelde maandelijkse kale huur voor de huurders van Woonconcept is € 505. In De Wolden is

de huur gemiddeld het hoogst (€675), in Meppel het laagst (€490). De servicekosten voor de huurders

zijn gemiddeld € 25 per maand. De maandelijkse huurtoeslag die huurders van Woonconcept

ontvangen ligt gemiddeld op € 95.

• De gemiddelde netto huurlasten per maand schommelen tussen de € 425 (Hoogeveen) en €605

(Westerveld). De hoogte van de netto huurlasten per gemeente hangen samen met de hoogte van

de gemiddelde kale huur per gemeente.

De kaartjes hieronder geven de gemiddelde kale huur en gemiddelde netto huurlasten per wijk weer van

de gemeenten waarin Woonconcept woningbezit heeft (zie voor de onderliggende cijfers de bijlage).

Page 13: 23 november 2018 Definitief - Huurdersvereniging Cascade · De resultaten van het Drentse corporaties gezamenlijk en per gemeente zijn in de hoofdrapportage beschreven. Vraagstelling

5218.106 | Woonlastenonderzoek Woonconcept 13

Figuur 3.1: Woonconcept Kale huur en netto huurlasten per wijk

Bron: VHE-registraties corporaties, CBS Microdata

3.2 Hoogte van de woonlasten

De totale woonlasten bestaan uit de netto huurlasten aangevuld met de uitgaven voor energie (gas en

elektra), water en gemeentelijke lasten. Bij de gemeentelijke lasten zijn zowel de gemeentelijke heffingen

(rioolheffing, afvalstoffenheffing) als de waterschapslasten opgenomen (zuiveringsheffing en

watersysteemheffing). Tabel 3.3: Woonconcept. Woonlasten huishoudens totaal en woonlasten huishoudens betaalbaarheidsrisico, 2014-2018

Situatie 2014 Situatie 2018

Huishoudens totaal Huishoudens met betaalbaarheidsrisico

Huishoudens totaal Huishoudens met betaalbaarheidsrisico

Netto huurlasten €450 €405 €435 €410

Energielasten €125 €135 €115 €120

Water €10 €10 €15 €15

Gemeentelijke lasten €40 €30 €40 €35

Netto woonlasten €625 €580 €605 €580

Bron: Woonlastenonderzoek 2014, Enquête Woonlastenonderzoek 2018, VHE-registratie corporaties, CBS Microdata, COEL2018

• De gemiddelde netto woonlasten van de huurders van Woonconcept zijn in 2018 iets lager dan in

2014 (€605 in 2018 vs €625 in 2014).

• De gemiddelde netto woonlasten zijn voor huishoudens met een betaalbaarheidsrisico gelijk

gebleven in de afgelopen 4 jaar (€ 580). De opbouw van deze lasten is wel iets gewijzigd, zij het

met kleine verschillen.

Tabel 3.4: Woonconcept. Woonlasten per gemeente.

Gemeente Netto huurlasten Energielasten Water Gemeentelijke lasten

Netto woonlasten

Assen €555 €110 €15 €40 €720

De Wolden €565 €110 €15 €45 €735

Emmen €490 €145 €15 €30 €680

Hoogeveen €425 €125 €15 €40 €605

Meppel €435 €110 €15 €45 €605

Westerveld €605 €135 €15 €25 €780

Eindtotaal €435 €115 €15 €40 €605

Bron: VHE-registratie corporaties, CBS Microdata, COEL2018

• De energielasten van de huurders van Woonconcept zijn gemiddeld € 115 per maand. Deze kosten

bepalen samen met de netto huurlasten voor een groot deel de netto woonlasten van de huurders.

• De gemeentelijke lasten verschillen van €25 (Westerveld) tot €45 (De Wolden, Meppel).

Page 14: 23 november 2018 Definitief - Huurdersvereniging Cascade · De resultaten van het Drentse corporaties gezamenlijk en per gemeente zijn in de hoofdrapportage beschreven. Vraagstelling

5218.106 | Woonlastenonderzoek Woonconcept 14

• Huurders in gemeente Westerveld hebben de hoogste gemiddelde woonlasten (€780 per maand),

huurders in gemeente Hoogeveen en Meppel de laagste (€605 per maand).

De onderstaande kaart laat de gemiddelde woonlasten per wijk in de verschillende gemeenten zien.

Figuur 3.2: Woonconcept. Netto woonlasten per wijk

Bron: VHE-registratie corporaties, CBS Microdata, COEL2018

3.3 Woonlasten in relatie tot het inkomen

Het netto huishoudinkomen is het inkomen dat mensen na aftrek van belastingen en premies ontvangen.

Dit is gebaseerd op het inkomen dat men heeft ingevuld in de vragenlijst. Het netto besteedbaar inkomen

is het netto huishoudinkomen aangevuld met toeslagen waarvoor men in aanmerking komt. Het gaat

hierbij om de huurtoeslag, zorgtoeslag, kinderbijslag en kindgebonden budget. In de vragenlijst is

gevraagd naar de hoogte van de huurtoeslag. De hoogte van de zorgtoeslag en het kindgebonden budget

is gebaseerd op een schatting (naar inkomen en aantal kinderen onder de 18 jaar) volgens de rekenhulp

van het Nibud. De hoogte van de kinderbijslag is gebaseerd op het aantal thuiswonende kinderen jonger

dan 18 jaar.

Tabel 3.5: Woonconcept. Inkomenssituatie huurders

Netto huishoudinkomen Besteedbaar huishoudinkomen

éénpersoonshuishouden tot 66 jaar € 1.280 €1.570

tweepersoonshuishouden tot 66 jaar € 1.950 €2.230

1-ouder gezin € 1.330 €1.970

2-ouder gezin € 1.990 €2.450

éénpersoonshuishouden vanaf 66 jaar € 1.500 €1.780

tweepersoonshuishouden vanaf 66 jaar € 1.890 €2.190

Totaal € 1.590 €1.930

Bron: Enquête woonlastonderzoek 2018

• Het gemiddelde netto inkomen van de huurders van Woonconcept is € 1.590 per maand. 2-ouder

gezinnen hebben het hoogste netto inkomen (€ 1.985), éénpersoonshuishouden tot 66 jaar het

laagste (€ 1.280).

Page 15: 23 november 2018 Definitief - Huurdersvereniging Cascade · De resultaten van het Drentse corporaties gezamenlijk en per gemeente zijn in de hoofdrapportage beschreven. Vraagstelling

5218.106 | Woonlastenonderzoek Woonconcept 15

• Het besteedbare inkomen ligt voor de huurders van Woonconcept op € 1.930. Het besteedbare

inkomen is het hoogst voor de tweeoudergezinnen (€ 2.450) en het laagst voor 1-

persoonshuishoudens tot 66 (€ 1.570).

Huur- en woonquotes van de verschillende huishoudenstypen De huurquote is het aandeel van het netto besteedbaar inkomen dat een huishouden uitgeeft aan de

huurlasten. Bij de woonquote delen we de woonlasten door het netto besteedbaar inkomen. Huurders

zijn ongeveer een kwart van hun inkomen kwijt aan huurlasten en ruim een derde van hun inkomen aan

woonlasten.

Tabel 3.1: Woonconcept. Huurquote huishoudens totaal en huishoudens betaalbaarheidsrisico

Huurquote

Huishoudens totaal Huishoudens met betaalbaarheidrisico

éénpersoonshuishouden tot 66 jaar 27% 29%

tweepersoonshuishouden tot 66 jaar 28% 27%

1-ouder gezin 24% 27%

2-ouder gezin 24% 28%

éénpersoonshuishouden vanaf 66 jaar 27% 40%

tweepersoonshuishouden vanaf 66 jaar 29% 36%

Totaal 27% 30%

Bron: Enquête woonlastonderzoek 2018

• In totaal geven huurders van Woonconcept gemiddeld 27% van hun inkomen uit aan huurlasten.

Tweepersoonshuishoudens vanaf 66 jaar betalen relatief het meest (29%).

• In totaal geven huurders met een betaalbaarheidsrisico van Woonconcept gemiddeld 30% van hun

inkomen uit aan huurlasten. Eénpersoonshuishouden vanaf 66 jaar betalen relatief het meest (39%).

Tabel 3.2: Woonconcept. Huurquote huishoudens totaal en huishoudens betaalbaarheidsrisico

Woonquote

Huishoudens totaal Huishoudens met betaalbaarheidrisico

éénpersoonshuishouden tot 66 jaar 38% 44%

tweepersoonshuishouden tot 66 jaar 39% 41%

1-ouder gezin 35% 42%

2-ouder gezin 34% 41%

éénpersoonshuishouden vanaf 66 jaar 37% 53%

tweepersoonshuishouden vanaf 66 jaar 40% 50%

Totaal 37% 44%

Bron: Enquête woonlastonderzoek 2018

• In totaal geven huurders van Woonconcept gemiddeld 37% van hun inkomen uit aan woonlasten.

Tweepersoonshuishoudens vanaf 66 jaar betalen relatief het meest (42%).

• In totaal geven huurders met een betaalbaarheidsrisico van Woonconcept gemiddeld 44% van hun

inkomen uit aan woonlasten. Eénpersoonshuishouden vanaf 66 jaar betalen relatief het meest

(53%).

Page 16: 23 november 2018 Definitief - Huurdersvereniging Cascade · De resultaten van het Drentse corporaties gezamenlijk en per gemeente zijn in de hoofdrapportage beschreven. Vraagstelling

5218.106 | Woonlastenonderzoek Woonconcept 16

Tabel 3.3: Woonconcept. Huur- en woonquote naar inkomensgroep. Huurquote Woonquote

Tot HT-grens 28% 40%

Tot €36.798 27% 35%

€36.798 tot €41.056 25% 32%

Meer dan €41.056 22% 28%

Totaal 27% 37%

Bron: Enquête woonlastonderzoek 2018

• Huishoudensgroepen die huren van Woonconcept geven, naarmate hun inkomen hoger is, een

steeds kleiner deel van hun totale inkomen uit aan huurlasten. Hetzelfde geldt voor het deel van het

inkomen wat wordt uitgegeven aan woonlasten.

Page 17: 23 november 2018 Definitief - Huurdersvereniging Cascade · De resultaten van het Drentse corporaties gezamenlijk en per gemeente zijn in de hoofdrapportage beschreven. Vraagstelling

5218.106 | Woonlastenonderzoek Woonconcept 17

4 De beleving van de huurder

Het begrip betaalbare woonlasten is niet enkel te vatten in een rekenkundige exercitie van het verschil

tussen inkomen, uitgaven en referentiebegrotingen. De beleving van de huurders speelt hierin ook een

belangrijke rol. Geven huurders aan dat ze moeite hebben met rondkomen, maakt men zich wel eens

zorgen over het betalen van de huur, en waarop bezuinigd men

4.1 Bezuinigen en moeite met rondkomen

Figuur 4.1: Woonconcept. Waarop bezuinigd men?

Bron: Enquête woonlastonderzoek 2018

• Huurders van Woonconcept bezuinigen het meest op vakanties, het kopen van kleding, uitgaan en

abonnementen op kranten/tijdschriften. Dit geldt voor zowel de totale groep huurders als voor de

huurders in de risicogroep.

• Huurders in de risicogroep geven op alle punten (met uitzondering van de maatregel ‘Anders’) aan

vaker te bezuinigen dan de totale groep huurders. Vooral het verschil tussen beide groepen op het

bezuinigen van medische zorg en verzekeringen is relatief groot.

• Bijna 15% van de totale groep huurders van Woonconcept geeft aan nergens op te bezuinigen. Van

de groep huurders met een betaalbaarheidsrisico is dit 10%.

Figuur 4.2: Woonconcept. Maakt men zich zorgen over het betalen van de huur?

Bron: Enquête woonlastonderzoek 2018

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80%

Op vakantie

Kopen van kleding

Op uitgaan

Abonnementen krant / tijdschrift

Dagelijkse boodschappen

Lidmaatschap verenigingen

Op vervoer (auto / ov)

Op elektriciteitsverbruik

Vervanging elektrische apparatuur

Op gasverbruik

Cadeaus voor (klein)kinderen

Op waterverbruik

Medische zorg

Verzekeringen

Anders

Nee, bezuinig nergens op

Totale groep huurders Huurders risicogroep

59%

44%

41%

56%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Huurders risicogroep

Totale groep huurders

Ja Nee

Page 18: 23 november 2018 Definitief - Huurdersvereniging Cascade · De resultaten van het Drentse corporaties gezamenlijk en per gemeente zijn in de hoofdrapportage beschreven. Vraagstelling

5218.106 | Woonlastenonderzoek Woonconcept 18

• Ongeveer 45% van de totale groep huurders van Woonconcept maakt zich zorgen over het betalen

van de huur. Van de huurders in de risicogroep is dit percentage bijna 60%.

Figuur 4.3: Woonconcept. Kunnen huurders rondkomen met hun inkomen?

Bron: Enquête woonlastonderzoek 2018

• Van de totale groep huurders van Woonconcept geeft 12% aan niet rond te kunnen komen, 60%

komt naar eigen zeggen net rond. De overige kleine 30% kan goed rond komen en deels een beetje

sparen.

• Van de groep huurders met een betaalbaarheidsrisico kan relatief een groter deel niet rondkomen,

namelijk 25%. Het percentage van de huurders is de risicogroep dat net kan rondkomen is ongeveer

gelijk aan dat van de totale groep huurders, namelijk 64%. Van de huurders in de risicogroep kan een

beduidend kleiner deel goed rondkomen en eventueel iets sparen (10%).

Figuur 4.4: Woonconcept. Gewenste ondersteuning

Bron: Enquête woonlastonderzoek 2018

• Van de totale groep huurders van Woonconcept geeft ruim 80% aan geen ondersteuning te willen

ontvangen op het gebied van hun inkomsten en uitgaven. De groep huurders met een

betaalbaarheidsrisico staat iets welwillender tegenover ondersteuning: bijna 25% wenst deze

ondersteuning te ontvangen.

• Voor beide huishoudensgroepen is ondersteuning bij het aanvragen van subsidies en toeslagen het

meest gewenst: ruim 15% van de risicogroep en 10% van de totale groep huurders staat open voor

deze vorm van ondersteuning. Van de ander twee vormen van ondersteuning geeft slecht een klein

percentage van de huishoudens aan deze graag te willen ontvangen.

25%

12%

64%

60%

6%

21%

4%

7%

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%

Huurders risicogroep

Totale groep huurders

Kom niet rond Kom net rond Kom goed rond Kom goed rond en kan sparen

0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90%

Nee

Ja, bij aanvragen subsidies / toeslagen

Ja, met grip krijgen op uitgaven

Ja, anders

Totale groep huurders Huurders risicogroep

Page 19: 23 november 2018 Definitief - Huurdersvereniging Cascade · De resultaten van het Drentse corporaties gezamenlijk en per gemeente zijn in de hoofdrapportage beschreven. Vraagstelling

5218.106 | Woonlastenonderzoek Woonconcept 19

Begrippenlijst

Netto huurlasten: Kale huur + servicekosten - huurtoeslag.

Netto woonlasten: Netto huurlasten + gas + elektra + water + gemeentelijke heffingen.

Netto huishoudinkomen: Gezamenlijk huishoudinkomen na aftrek belastingen en premies.

Besteedbaar inkomen: Netto huishoudinkomen aangevuld met eventuele toeslagen (huurtoeslag,

zorgtoeslag, kindgebondenbudget, kinderbijslag) en verminderd met een

verplichte (basis)zorgverzekering. Bij het benaderen van het besteedbaar

inkomen is geen rekening gehouden met eventuele aanvullende inkomsten

als alimentatie of mogelijke uitgaven vanwege schulden of afbetalingsrege-

lingen. Hierover zijn namelijk geen gegevens bekend.

In het onderzoek hanteren we de volgende inkomensgrenzen:

Primaire doelgroep: De oorspronkelijke BBSH-doelgroep van beleid. Hiervoor gelden de volgende

inkomensgrenzen:

éénpersoonshuishouden tot 66 jaar € 22.400;

meerpersoonshuishouden tot 66 jaar € 30.400;

éénpersoonshuishouden van 66 jaar e.o. € 22.375;

meerpersoonshuishouden van 66 jaar e.o. € 30.400.

Secundaire doelgroep: Huishoudens met een inkomen boven de BBSH-doelgroep tot en met

€ 36.798. Deze grens sluit aan bij de maximum inkomensgrenzen per 1-1-2018.

€ 36.798-€ 41.056: Huishoudens met een bruto belastbaar jaarinkomen tussen € 36.798 en

€ 41.056. Deze grens sluit aan bij de maximum inkomensgrenzen per 1-1-

2018.

Vanaf € 41.056: Huishoudens met een bruto belastbaar jaarinkomen van € 41.056 of hoger.

Deze grens sluit aan bij de maximum inkomensgrenzen per 1-1-2018.

Om te bepalen of een huishouden moeite heeft om rond te komen, maken we gebruik van de budgetten

die het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) en het Nibud hanteren in de Armoedemonitor. Het gaat om

het Basisbehoeftebudget en het Niet-Veel-Maar-Toereikend-budget (NVMT-budget). Deze laatste grens

wordt ook wel de armoedegrens genoemd.

Basisbehoeftebudget: De minimale uitgaven van een huishouden aan voedsel, kleding, wonen,

verzekeringen, niet-vergoede ziektekosten en persoonlijke verzorging. In dit

onderzoek wordt gebruikt gemaakt van het:

NVMT-budget: Het basisbudget aangevuld met een bescheiden budget voor ruimte voor

(betaalbaarheidsrisico) ‘sociale participatie’. Het gaat hierom kosten voor bijvoorbeeld lidmaatschap

vereniging of een korte vakantie. Een auto is overigens niet inbegrepen.

Page 20: 23 november 2018 Definitief - Huurdersvereniging Cascade · De resultaten van het Drentse corporaties gezamenlijk en per gemeente zijn in de hoofdrapportage beschreven. Vraagstelling

5218.106 | Woonlastenonderzoek Woonconcept 20

Bijlage: Huurlasten, woonlasten en energieverbruik

Tabel 1: Woonconcept. Opbouw netto huurlasten per wijk Aantal

woningen Netto huur Servicekosten Huurtoeslag Netto huurlasten

Gemeente Assen 306 € 635 € 30 € 110 € 555

Wijk 00 Assen centrum 141 € 590 € 40 € 100 € 530

Wijk 01 Assen West 60 € 695 € 30 € 125 € 600

Wijk 08 Kloosterveen 105 € 670 € 15 € 115 € 570

Gemeente De Wolden 17 € 675 € 10 € 120 € 565

Wijk 07 Echten 10 € 640 € 10 € 145 € 505

Wijk 08 Ruinen 1 € 955 € 5 € 95 € 865

Wijk 11 Ruinerwold 5 € 675 € 5 € 85 € 595

Wijk 12 Koekange 1 € 740 € 5 € 95 € 650

Gemeente Emmen 1 € 610 € 5 € 125 € 490

Wijk 45 Emmerschans 1 € 610 € 5 € 125 € 490

Gemeente Hoogeveen 3318 € 500 € 25 € 100 € 425

Wijk 50 Hoogeveen 2582 € 505 € 30 € 100 € 435

Wijk 51 De Weide 280 € 510 € 25 € 110 € 425

Wijk 53 Elim 106 € 450 € 5 € 85 € 370

Wijk 54 Hollandscheveld 321 € 480 € 10 € 100 € 390

Wijk 55 Noordscheschut 25 € 455 € 5 € 90 € 370

Wijk 61 Zuideropgaande Nieuw Moscou 4 € 400 € 5 € 0 € 405

Gemeente Meppel 4069 € 490 € 25 € 80 € 435

Centrum 599 € 420 € 20 € 75 € 365

Ezinge 85 € 495 € 5 € 85 € 415

Haveltermade 1384 € 450 € 10 € 70 € 390

Koedijkslanden 1293 € 550 € 45 € 100 € 495

Oosterboer 520 € 510 € 15 € 85 € 440

Watertoren 188 € 515 € 20 € 60 € 475

Gemeente Steenwijkerland 3055 € 525 € 20 € 105 € 440

Wijk 00 Stad-Steenwijk 2983 € 525 € 15 € 105 € 435

Wijk 02 Oldemarkt 60 € 505 € 65 € 95 € 475

Wijk 04 Kuinre 12 € 675 € 80 € 0 € 755

Westerveld 25 € 635 € 50 € 80 € 605

Wijk 08 Havelte 25 € 635 € 50 € 80 € 605

Eindtotaal 10791 € 505 € 25 € 95 € 435

Bron: VHE-registratie corporaties, CBS Microdata

Page 21: 23 november 2018 Definitief - Huurdersvereniging Cascade · De resultaten van het Drentse corporaties gezamenlijk en per gemeente zijn in de hoofdrapportage beschreven. Vraagstelling

5218.106 | Woonlastenonderzoek Woonconcept 21

Tabel 2: Woonconcept. Opbouw netto woonlasten per wijk1 Netto

huurlasten Gas Elektra Water Gem

heffingen Netto

woonlasten

Gemeente Assen € 555 € 75 € 35 € 15 € 40 € 720

Wijk 00 Assen centrum € 530 € 65 € 25 € 15 € 40 € 675

Wijk 01 Assen West € 600 € 100 € 40 € 15 € 40 € 795

Wijk 08 Kloosterveen € 570 € 75 € 40 € 15 € 40 € 740

Gemeente De Wolden € 565 € 80 € 30 € 15 € 45 € 735

Wijk 07 Echten € 505 € 70 € 25 € 15 € 45 € 660

Wijk 08 Ruinen € 865 € 95 € 35 € 15 € 45 € 1.055

Wijk 11 Ruinerwold € 595 € 100 € 40 € 15 € 45 € 795

Wijk 12 Koekange € 650 € 100 € 35 € 15 € 45 € 845

Gemeente Emmen € 490 € 105 € 40 € 15 € 30 € 680

Wijk 45 Emmerschans € 490 € 105 € 40 € 15 € 30 € 680

Gemeente Hoogeveen € 425 € 90 € 35 € 15 € 40 € 605

Wijk 50 Hoogeveen € 435 € 90 € 35 € 15 € 40 € 615

Wijk 51 De Weide € 425 € 85 € 35 € 15 € 40 € 600

Wijk 53 Elim € 370 € 105 € 40 € 15 € 40 € 570

Wijk 54 Hollandscheveld € 390 € 95 € 30 € 15 € 40 € 570

Wijk 55 Noordscheschut € 370 € 95 € 30 € 15 € 40 € 550

Wijk 61 Zuideropgaande Nieuw Moscou € 405 € 90 € 35 € 15 € 40 € 585

Gemeente Meppel € 435 € 80 € 30 € 15 € 45 € 605

Centrum € 365 € 70 € 25 € 15 € 45 € 520

Ezinge € 415 € 90 € 40 € 15 € 45 € 605

Haveltermade € 390 € 80 € 30 € 15 € 45 € 560

Koedijkslanden € 495 € 85 € 35 € 15 € 45 € 675

Oosterboer € 440 € 75 € 30 € 15 € 45 € 605

Watertoren € 475 € 80 € 30 € 15 € 45 € 645

Gemeente Steenwijkerland € 440 € 90 € 30 € 15 € 35 € 610

Wijk 00 Stad-Steenwijk € 435 € 90 € 30 € 15 € 35 € 605

Wijk 02 Oldemarkt € 475 € 75 € 20 € 15 € 35 € 620

Wijk 04 Kuinre € 755 € 90 € 30 € 15 € 35 € 925

Westerveld € 605 € 100 € 35 € 15 € 25 € 780

Wijk 08 Havelte € 605 € 100 € 35 € 15 € 25 € 780

Eindtotaal € 435 € 85 € 30 € 15 € 40 € 605

Bron: VHE-registratie corporaties, CBS Microdata, COEL2018

1 De schuingedrukte getallen in de tabel zijn gemeentegemiddelden voor de betreffende wijk. Deze getallen misten in het onderzoek.

Page 22: 23 november 2018 Definitief - Huurdersvereniging Cascade · De resultaten van het Drentse corporaties gezamenlijk en per gemeente zijn in de hoofdrapportage beschreven. Vraagstelling

5218.106 | Woonlastenonderzoek Woonconcept 22

Tabel 3: Woonconcept. Gemiddeld gasverbruik (m3) per jaar 2014-2017

2014 2015 2016 2017

Gemeente Assen 820 850 870 830

Wijk 00 Assen centrum 800 810 810 760

Wijk 01 Assen West x x x x

Wijk 08 Kloosterveen 860 920 990 950

Gemeente De Wolden 1260 1310 1380 1310

Wijk 07 Echten 830 840 850 900

Wijk 08 Ruinen 1250 1260 1350 1290

Wijk 11 Ruinerwold 1260 1340 1410 1320

Wijk 12 Koekange 1310 1420 1450 1360

Gemeente Emmen 1370 1430 1530 1470

Wijk 45 Emmerschans 1370 1430 1530 1470

Gemeente Hoogeveen 1120 1210 1230 1160

Wijk 50 Hoogeveen 1120 1210 1220 1160

Wijk 51 De Weide 1030 1090 1120 1060

Wijk 53 Elim 1330 1390 1520 1400

Wijk 54 Hollandscheveld 1190 1310 1350 1290

Wijk 55 Noordscheschut 1130 1310 1300 1240

Wijk 61 Zuideropgaande Nieuw Moscou x x x x

Gemeente Meppel 950 1010 1070 1030

Centrum 820 860 910 860

Ezinge 1240 1310 1240 1210

Haveltermade 930 990 1060 1030

Koedijkslanden 1040 1100 1190 1160

Oosterboer 910 970 1010 970

Watertoren 1010 1060 1110 1070

Gemeente Steenwijkerland 1100 1160 1240 1180

Wijk 00 Stad-Steenwijk 1110 1170 1240 1180

Wijk 02 Oldemarkt 830 930 970 820

Wijk 04 Kuinre x x x x

Westerveld 1300 1370 1430 1350

Wijk 08 Havelte 1300 1370 1430 1350

Eindtotaal 1060 1130 1170 1120

Bron: CBS Microdata 2017

Page 23: 23 november 2018 Definitief - Huurdersvereniging Cascade · De resultaten van het Drentse corporaties gezamenlijk en per gemeente zijn in de hoofdrapportage beschreven. Vraagstelling

5218.106 | Woonlastenonderzoek Woonconcept 23

Tabel 3: Woonconcept. Gemiddeld gasverbruik (m3) per jaar per graaddag 2014-2017 2014 2015 2016 2017 2014-2017

Gemeente Assen 0,34 0,32 0,31 0,31 -9%

Wijk 00 Assen centrum 0,33 0,30 0,29 0,28 -14%

Wijk 01 Assen West x x x x x

Wijk 08 Kloosterveen 0,36 0,34 0,36 0,35 -1%

Gemeente De Wolden 0,52 0,49 0,50 0,49 -6%

Wijk 07 Echten 0,34 0,31 0,31 0,34 -2%

Wijk 08 Ruinen 0,52 0,47 0,48 0,48 -7%

Wijk 11 Ruinerwold 0,52 0,50 0,51 0,49 -6%

Wijk 12 Koekange 0,54 0,53 0,52 0,51 -7%

Gemeente Emmen 0,57 0,53 0,55 0,55 -3%

Wijk 45 Emmerschans 0,57 0,53 0,55 0,55 -3%

Gemeente Hoogeveen 0,46 0,45 0,44 0,43 -7%

Wijk 50 Hoogeveen 0,46 0,45 0,44 0,43 -7%

Wijk 51 De Weide 0,43 0,41 0,40 0,39 -7%

Wijk 53 Elim 0,55 0,52 0,55 0,52 -5%

Wijk 54 Hollandscheveld 0,49 0,49 0,48 0,48 -2%

Wijk 55 Noordscheschut 0,47 0,49 0,47 0,46 -1%

Wijk 61 Zuideropgaande Nieuw Moscou x x x x x

Gemeente Meppel 0,39 0,38 0,38 0,38 -2%

Centrum 0,34 0,32 0,33 0,32 -6%

Ezinge 0,51 0,49 0,45 0,45 -12%

Haveltermade 0,38 0,37 0,38 0,38 0%

Koedijkslanden 0,43 0,41 0,43 0,43 0%

Oosterboer 0,38 0,36 0,36 0,36 -4%

Watertoren 0,42 0,40 0,40 0,40 -5%

Gemeente Steenwijkerland 0,45 0,43 0,45 0,44 -3%

Wijk 00 Stad-Steenwijk 0,46 0,44 0,45 0,44 -4%

Wijk 02 Oldemarkt 0,34 0,35 0,35 0,31 -11%

Wijk 04 Kuinre x x x x x

Westerveld 0,54 0,51 0,51 0,50 -6%

Wijk 08 Havelte 0,54 0,51 0,51 0,50 -6%

Eindtotaal 0,44 0,42 0,42 0,42 -5%

Bron: CBS Microdata 2017

Page 24: 23 november 2018 Definitief - Huurdersvereniging Cascade · De resultaten van het Drentse corporaties gezamenlijk en per gemeente zijn in de hoofdrapportage beschreven. Vraagstelling

5218.106 | Woonlastenonderzoek Woonconcept 24

Tabel 5: Woonconcept. Gemiddeld elektraverbruik (kWh) per jaar 2014-2017 2014 2015 2016 2017 2014-2017

Gemeente Assen 2140 2110 2080 2040 -5%

Wijk 00 Assen centrum 1860 1820 1810 1780 -4%

Wijk 01 Assen West x x x x x

Wijk 08 Kloosterveen 2630 2610 2570 2500 -5%

Gemeente De Wolden 2520 2400 2380 2360 -6%

Wijk 07 Echten 1810 1780 1830 1910 6%

Wijk 08 Ruinen 2460 2350 2290 2320 -6%

Wijk 11 Ruinerwold 2680 2510 2520 2440 -9%

Wijk 12 Koekange 2410 2370 2350 2320 -4%

Gemeente Emmen 2910 2800 2750 2630 -10%

Wijk 45 Emmerschans 2910 2800 2750 2630 -10%

Gemeente Hoogeveen 2350 2310 2270 2190 -7%

Wijk 50 Hoogeveen 2310 2260 2240 2160 -6%

Wijk 51 De Weide 2540 2460 2420 2290 -10%

Wijk 53 Elim 2630 2530 2570 2510 -5%

Wijk 54 Hollandscheveld 2290 2270 2210 2190 -4%

Wijk 55 Noordscheschut 2340 2410 2180 2160 -8%

Wijk 61 Zuideropgaande Nieuw Moscou x x x x x

Gemeente Meppel 2170 2130 2100 2030 -6%

Centrum 1970 1940 1900 1860 -6%

Ezinge 2620 2640 2640 2540 -3%

Haveltermade 2070 2040 2020 1930 -7%

Koedijkslanden 2330 2280 2260 2200 -6%

Oosterboer 2210 2140 2120 2030 -8%

Watertoren 2140 2100 2000 1990 -7%

Gemeente Steenwijkerland 2190 2110 2070 2050 -6%

Wijk 00 Stad-Steenwijk 2190 2120 2080 2060 -6%

Wijk 02 Oldemarkt 1720 1540 1640 1590 -8%

Wijk 04 Kuinre x x x x x

Westerveld 2590 2480 2450 2290 -12%

Wijk 08 Havelte 2590 2480 2450 2290 -12%

Eindtotaal 2270 2220 2190 2130 -6%

Bron: CBS Microdata 2017