43

fmlekens.home.xs4all.nl  · Web viewZe vatte het plan op om wat gasten uit te nodigen, maar toen ze dat opperde, vroeg haar vader wat die mensen in hemelsnaam op Overland moesten

  • Upload
    others

  • View
    4

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: fmlekens.home.xs4all.nl  · Web viewZe vatte het plan op om wat gasten uit te nodigen, maar toen ze dat opperde, vroeg haar vader wat die mensen in hemelsnaam op Overland moesten
Page 2: fmlekens.home.xs4all.nl  · Web viewZe vatte het plan op om wat gasten uit te nodigen, maar toen ze dat opperde, vroeg haar vader wat die mensen in hemelsnaam op Overland moesten

Henry James

De huwelijken

vertaling: Frank Lekens© 31 januari 2020

Page 3: fmlekens.home.xs4all.nl  · Web viewZe vatte het plan op om wat gasten uit te nodigen, maar toen ze dat opperde, vroeg haar vader wat die mensen in hemelsnaam op Overland moesten

InhoudDe huwelijken

IIIIIIIV

NawoordAantekeningen

Page 4: fmlekens.home.xs4all.nl  · Web viewZe vatte het plan op om wat gasten uit te nodigen, maar toen ze dat opperde, vroeg haar vader wat die mensen in hemelsnaam op Overland moesten

De huwelijken

I

‘Blijven jullie niet nog even?’ vroeg de gastvrouw, en glimlachend hield ze de hand van het meisje vast. ‘Iedereen vertrekt veel te vroeg, het is te zot voor woorden.’ Mevrouw Churchley neeg haar hoofd opzij en keek bevallig over een reusachtige waaier van rode veren die ze vagelijk afwerend voor haar gezicht hield. Adela Chart vond alles aan haar reusachtig. Ze had grote ogen, grote tanden, grote schouders, grote handen, grote armbanden en ringen, grote juwelen in alle soorten en maten en in groten getale. De sleep van haar karmijnrode japon was langer dan alle andere, haar huis was kolossaal en haar salon leek, zeker nu de gasten waren vertrokken, een uitgestrekte vlakte waar het meisje uitkeek over een verzameling van de grootste sofa’s en stoelen, prenten, spiegels en klokken die ze ooit had aanschouwd. Was ook mevrouw Churchleys rijkdom groot, dat ze zich zoveel reusachtigs kon veroorloven? Dat wist Adela niet, maar terwijl ze hun gastvrouw lief toelachte, bedacht ze dat ze daar maar eens achter moest proberen te komen. Mevrouw Churchley bezat in ieder geval een hoog rijtuig met een span zeer grote paarden en was in Hyde Park doorgaans te zien op een imposant jachtros. Zelf was ze ook rijzig en fors, zij het niet direct dik: ze had stevige botten, lange ledematen en een harde, jachtige stem, als de bel van een stoomboot. Al pratend met de dochter leek ze zich een beetje beschroomd achter de struisvogelveren te verschuilen voor kolonel Chart zelf. Maar de kolonel was geen man die zich liet negeren of ontwijken.

‘Iedereen gaat natuurlijk door naar iets anders,’ zei hij. ‘Ik geloof dat er vanavond van alles te doen is.’

‘En waar gaat ú heen?’ vroeg mevrouw Churchley, terwijl ze haar waaier liet zakken en haar felle, fonkelende ogen op de kolonel richtte.

‘O, ik doe daar niet aan!’ antwoordde hij, met enige wrevel die zijn dochter niet ontging. Ze leidde eruit af dat hij zich door mevrouw Churchley tekortgedaan voelde. Maar hoe kwam de brave borst erbij dat dit een vrouw was die oog had voor fijne nuances? De nuance was bovendien wel heel subtiel—het verschil tussen ‘doorgaan naar iets anders’ en aanzitten bij een diner voor twintig personen. Het tweetal was in de rouw. Na meer dan een jaar was Adela dat nog onverminderd, maar de kolonel had geen bezwaar gemaakt tegen dit etentje bij mevrouw Churchley, zoals hij met Pasen ook al geen bezwaar had gehad tegen een bezoek aan de familie Millward: ook mevrouw Churchley was daar van de partij geweest, en het meisje had zo haar redenen om te denken dat hij dat vooraf had geweten. Hoe en wanneer de twee elkaar voor het eerst hadden ontmoet, wist Adela niet, dat bleef in nevelen gehuld.

Met een kreetje betuigde mevrouw Churchley haar instemming. Ze zei niet met zoveel woorden: ‘Ach, beste vriend, dat begrijp ik,’ maar dat was duidelijk de meelevende toon die ze wilde treffen. Het ontlokte Adela

Page 5: fmlekens.home.xs4all.nl  · Web viewZe vatte het plan op om wat gasten uit te nodigen, maar toen ze dat opperde, vroeg haar vader wat die mensen in hemelsnaam op Overland moesten

meteen de vraag: ‘U moet zelf toch ook wel ergens heen?’‘Ja, u zult wel tal van verplichtingen hebben,’ viel de kolonel haar

bij, met een afgunstige blik op haar glanzende gewaad. Adela las daar een stilzwijgende boodschap in: ‘En u gaat niet onder zo’n smartelijk verlies gebukt.’

Mevrouw Churchley wendde zich van haar af en wachtte even voor ze antwoord gaf. De rode waaier ging weer omhoog en schermde haar ditmaal van Adela af. ‘Die laat ik graag schieten—voor ú,’ klonk het van achter de struisvogelveren. ‘Blijf toch alstublieft nog even. Ik vind dit altijd zo’n fijn moment van de dag, ideaal om eens echt met elkaar te kunnen praten,’ ging ze verder. De kolonel lachte, zei dat ze haar dat niet konden aandoen. Maar hun gastvrouw ging door tegen zijn dochter: ‘Ga toch zitten. Wanneer praat je anders met elkaar?’

Het meisje zag dat haar vader ging zitten, maar zelf liep ze weg, ze keerde hun de rug toe en veinsde interesse in een schilderij. Ze was het hartgrondig met mevrouw Churchley oneens, ze vond dit zelfs een bijzonder akelig tijdstip. Ze wist hoe vreemd, hoe gênant het in Londen dan toeging, die eensgezinde vlucht van de gasten na het diner, de algemene sfeer van sauve qui peut, ingegeven door de panische angst om alleen achter te blijven met gastheer en gastvrouw. Toch werd ze er zelf altijd door aangestoken, nam ze altijd aan de stormloop deel. Daarbij voelde ze dat ze nu begon te blozen, vanwege een plots bij haar gerezen besef dat ze wilde verhullen.

Haar vader ging met mevrouw Churchley op een van de grote sofa’s zitten. Gelukkig was hij iemand die zich in gezelschap wel alleen kon redden. Adela had geen zin om getuige te zijn van hun vrijage, zoals ze het botweg noemde, en nog minder zin om aan hun gesprek deel te nemen. Ze slenterde verder en liep naar een andere kamer—fraai ingerichte vertrekken waren het, schaars aangekleed in heldere kleuren, als vrouwen op een bal—waar de houding van verveeld converserende gasten nog bewaard leek in de stoelen die schots en scheef door elkaar stonden. Haar hart ging vreemd tekeer, maar ze bleef interesse veinzen voor de schilderijen aan de muur en de kunstschatten op de tafels, en ze hoopte maar dat haar vader het goedvond dat ze liever hier rondliep. Ze hoopte ‘vreselijk’, zoals ze zelf gezegd zou hebben, dat hij haar niet onbeleefd vond. Ze was een dapper meisje en hij was een lieve, intens gemoedelijke man, maar toch was ze behoorlijk beducht voor hem. Bij hen thuis was het een welhaast religieuze plicht om aardig te zijn voor de mensen die hij graag mocht. En haar moeder, die vrouw zonder weerga, zo briljant, zo feilloos en volmaakt—hoe had zij in de goede oude tijd die kunst niet tot in de finesses beheerst! O, haar moeder, haar voorgoed verloren moeder! Het schilderij waar ze naar keek werd wazig van de tranen.

Normaal gesproken zou mevrouw Churchley zelf meteen na het diner bij andere mensen op visite zijn gegaan. Adela zag al voor zich hoe die hoog oprijzende knokige schouders, die lange karmijnrode sleep en dat overal even sprankelende hoofdknikje zich efficiënt door de rest van de uitgaansavond zouden wurmen. Ze moest dus haar redenen hebben om hen hier te houden. Sommige moeders verdachten iedere vrouw

Page 6: fmlekens.home.xs4all.nl  · Web viewZe vatte het plan op om wat gasten uit te nodigen, maar toen ze dat opperde, vroeg haar vader wat die mensen in hemelsnaam op Overland moesten

ervan hun oudste zoon aan de haak te willen slaan, en het meisje vroeg zich af of zijzelf misschien het soort dochter was dat iedere vrouw ervan verdacht datzelfde te willen doen met haar vader.

De twee lieten haar met rust, en al wilde ze niet bij hen zijn, ze was toch gepikeerd dat mevrouw Churchley haar niet riep. Het bewees dat zij zich van de situatie bewust was. Normaal gesproken zou ze haar teruggeroepen hebben, maar kolonel Chart had waarschijnlijk ‘laat maar’ gemompeld. Wat weer bewees dat ook hij zich van de situatie bewust was.

Toch duurde het niet lang—er waren hooguit tien minuten verstreken—voordat hij vrolijk, vriendelijk en in gespeeld verwijt uitriep: ‘Zeg Adela, het is hoog tijd dat we deze beste dame van ons gezelschap verlossen!’ Zo klonk het natuurlijk alsof het aan Adela lag dat ze hier nog waren. Bij het afscheid keek ze mevrouw Churchley—zonder bijbedoeling of minachting, uit eenvoudige, oprechte bezorgdheid—langer in de ogen dan ze ooit had gedaan. De gitzwarte pupillen van mevrouw Churchley leken haar vraag te beantwoorden, het was alsof ze zeiden: ‘Ja, dat ben ik—als je het zo nodig wilt weten!’

Wat het nog erger maakte, wat het meisje in haar overtuiging sterkte, was het stilzwijgen dat haar vader onderweg naar huis in de coupé bewaarde. Ze reden door de schemering van Prince’s Gate terug naar Seymour Street en staarden in gedachten verzonken uit het raam, zonder iets te zien van de jachtige Londense juni-avond, het schijnsel van de lantaarns, het ratelende hout van voortsnellende vigilantes en andere coupés. Adela had verwacht dat haar vader iets over mevrouw Churchley zou zeggen, maar nu leek zijn zwijgen vreemd genoeg nog veelzeggender.

In Seymour Street vroeg hij de knecht of Godfrey al thuis was, waarop die vertelde dat meneer Godfrey vroeg thuisgekomen en meteen naar zijn kamer gegaan was. Adela had dat in stilte al geconstateerd toen ze achter een raam op de derde verdieping licht had zien branden, maar ze zweeg. Onder aan de trap bleef haar vader aarzelend staan, alsof hij nog iets wilde zeggen—maar blijkbaar was dat niet meer dan het droge ‘welterusten’ waarmee hij uiteindelijk naar boven liep. Het was de eerste keer sinds het overlijden van haar moeder dat hij afscheid van haar nam zonder een nachtkus. In hun gezin werd altijd veel gekust, en de dood van haar moeder had die gewoonte een extra impuls gegeven. Iedereen in het gezin miste haar zo dat ze met iedere kus aan elkaar ook hun moeder een beetje leken te kussen. En nu Adela hier in de vestibule naast die stram toekijkende bediende stond (ze had hem wel kwaad ‘ga weg!’ willen toesissen) en met onuitsprekelijk verdriet opkeek naar de rug van haar vader die de trap besteeg, voelde het alsof hij andere, nog veel weerlozer lippen zijn kus had onthouden.

Hij liep naar zijn kamer en ze hoorde hem de deur dichtdoen. Toen zei ze tegen de knecht: ‘Sluit het huis maar af’ (ze trachtte alles te doen wat haar moeder altijd had gedaan, haar enigszins te vervangen, in het volle besef van haar eigen ontoereikendheid) en begaf zich naar boven. Eenmaal in haar kamer bleef ze achter de deur staan luisteren, doodsbang om te horen dat haar vader uit zijn kamer kwam om naar die

Page 7: fmlekens.home.xs4all.nl  · Web viewZe vatte het plan op om wat gasten uit te nodigen, maar toen ze dat opperde, vroeg haar vader wat die mensen in hemelsnaam op Overland moesten

van Godfrey te lopen. Hij zou het hem gaan vertellen, het achter de rug willen hebben, juist omdat het zo moeilijk was. Ze vroeg zich af waarom hij het wel aan Godfrey zou vertellen, terwijl hij de rit naar huis niet had benut om het háár te vertellen. Maar ze wilde ook geen aankondiging krijgen, wilde er niets over horen. Ze zag het ineens allemaal zo levendig voor zich dat ze nu alleen nog verlangde naar de zekerheid dat haar vader zijn kamer niet uitkwam. Na tien minuten begreep ze dat dit gevaar was geweken en verliet ze zelf haar kamer om naar Godfrey te gaan. Wat zij hem nu wilde zeggen, voordat haar vader een beroep op zijn grotere toegeeflijkheid kon doen, voordat hij iets kon zeggen, was: ‘Vergeef het hem niet. Doe dat toch niet!’

Hij had examens, de arme jongen, en de laatste weken bleef de lamp in zijn kamer tot in de kleine uurtjes branden. Het waren toelatingsexamens voor de diplomatieke dienst, waarbij hij het moest opnemen tegen een angstwekkend aantal rivalen; maar Adela had hoge verwachtingen—ze had een heilig geloof in zijn kunnen en zag vol medelijden hoe hard hij zat te blokken. Dit zou genoeg reden voor haar zijn geweest om hem met rust te laten, niet te storen, niet van zijn schaarse nachtrust te beroven—als er niet zoiets afschuwelijks op het spel had gestaan. Maar gelukkig kon ze rekenen op zijn montere koelbloedigheid: hij was niet alleen mooi maar wijs voor zijn jaren. Daarbij was hij degene die zich de kwestie het meest zou aantrekken. Leonard was de oudste—die had vanzelfsprekend dienst genomen in het leger en zat nu in India, waar hij het goed getroffen had met een aanstelling in de staf van een gouverneur-generaal—maar zou juist daarom betrekkelijk onverschillig zijn. Zijn leven speelde zich elders af en zijn vader was in zekere zin zijn wapenbroeder, zodat hij schroom zou voelen om te protesteren: hij zou zijn vader immers ook niet graag tegen een affaire van hemzelf horen protesteren. Beatrice en Muriel zou het wel aan het hart gaan, maar zij waren te jong om zich uit te spreken, en daarom rustte er nu zo’n grote verantwoordelijkheid op haar.

Godfrey zat in werktenue: broek, hemd, pantoffels en een fraaie zijden kamerjas. Het was warm in zijn kamer, ondanks de zomerse avondlucht die door het open raam kwam. De lamp op de tafel wierp zijn nijvere licht over een forse stapel studieboeken en aantekeningen, en aan het bed was te zien dat hij daar een probleem had liggen overdenken. Ze viel met de deur in huis: ‘Vader gaat met mevrouw Churchley trouwen!’

Ze zag de arme jongen bleek wegtrekken. ‘Hoe weet je dat?’‘Ik heb het met eigen ogen gezien. We hebben daar gedineerd, we

komen er net vandaan. Hij is verliefd op haar—en zij op hem. Het gaat er heus van komen.’

‘Nee maar!’ riep Godfrey vol ongeloof uit.‘Heus, heus, heus!’ riep het meisje, en ze barstte in tranen uit.Godfrey had een sigaret in zijn hand en stak die nu aan bij een van

de kaarsen op de schoorsteenmantel, alsof hij zich geneerde. Adela had zich in zijn leunstoel laten vallen en bleef maar snikken, waarop hij zei: ‘Dat moet hij niet doen—dat moet hij niet doen.’

‘O, denk toch aan moeder—denk aan moeder!’ zei het meisje.‘Ja, hij zou aan moeder moeten denken.’ Godfrey staarde naar het

Page 8: fmlekens.home.xs4all.nl  · Web viewZe vatte het plan op om wat gasten uit te nodigen, maar toen ze dat opperde, vroeg haar vader wat die mensen in hemelsnaam op Overland moesten

uiteinde van zijn sigaret.‘Met zo’n vrouw! Na moeder!’‘Onze lieve moeder,’ zei Godfrey, en hij nam een trek van zijn

sigaret.Adela stond weer op en droogde haar tranen. ‘Het is een belediging

aan haar nagedachtenis. Het is alsof hij haar bestaan ontkent.’ Al pratend voelde ze haar heilige verontwaardiging stijgen. ‘Alsof hij al hun jaren van geluk met één veeg uitwist.’

‘Ze waren vreselijk gelukkig,’ zei Godfrey.‘Als je denkt aan hoe zij was... Zoals zij kan er toch nooit een

tweede zijn!’ riep het meisje uit.‘Ik denk dat hij nu niet erg gelukkig is,’ zei Godfrey nogal vaag.‘Natuurlijk niet, wij toch ook niet? En het is afschuwelijk dat hij dat

wel weer wil worden.’‘Pieker er nou maar niet te veel over zolang je het nog niet zeker

weet,’ zei de jongeman.Maar zijn zus betoogde dat ze het nu al zeker wist, door hoe het

stel zich had gedragen en hoe haar vader op de terugweg had gezwegen. Als Godfrey erbij was geweest, zou hij het zelf hebben gezien. Ze kon het hem niet uitleggen, maar hij zou het ook hebben gevoeld. Toen hij vroeg wanneer het eerste vermoeden bij haar was gerezen, zei ze dat het zomaar ineens was gekomen, die avond; dat ze zich tot die tijd althans van geen kwaad bewust was geweest. Wel hadden zich al twee of drie weken lang bepaalde tekenen voorgedaan die ze niet had opgepikt—vanaf het moment dat mevrouw Churchley in Seymour Street was komen dineren. Adela had het toen al vreemd gevonden dat vader die vrouw wilde uitnodigen, terwijl ze zelden mensen ontvingen; ze kenden haar amper. Hij had iets gezegd over hoe vriendelijk ze voor hem was geweest, en die avond had Adela al de indruk gekregen dat hij vaker bij mevrouw Churchley op bezoek was gegaan dan ze had gedacht. Vanavond had ze duidelijk ingezien dat hij haar sinds de avond van dat diner iedere dag had bezocht: iedere middag, wanneer zij hem op de sociëteit had gewaand. Mevrouw Churchley wás zijn sociëteit—dat was wat ze was: een sociëteit. Daar moest Godfrey om lachen. Hij vroeg wat zijn zus nou van sociëteiten wist. Het viel haar een beetje tegen dat hij erom lachte, het krenkte haar een beetje, maar ze wist precies wat ze bedoelde: ze bedoelde dat mevrouw Churchley patserig en publiek was, mannelijk en gemeenzaam.

‘Ach, volgens mij is ze best aardig,’ zei Godfrey, alsof hij eigenlijk weer aan het werk wilde. Hij keek naar de klok op de schoorsteenmantel: hij moest nog wel een uurtje.

‘Is het aardig om hier de plaats van ons mamaatje te komen innemen—te gaan zitten waar zíj altijd zat, met haar verschrikkelijke vingers háár spullen te bepotelen?’ Adela was ontsteld over het schijnbare gemak waarmee haar broer dat vooruitzicht leek te accepteren, te meer daar ze dat niet van hem had verwacht.

Hij bloosde; er was iets in haar hartstochtelijke trouw aan hun moeders nagedachtenis dat hem verzengde. Ze keek hem aan met een tragische blik, alsof hij een altaar had ontheiligd.

Page 9: fmlekens.home.xs4all.nl  · Web viewZe vatte het plan op om wat gasten uit te nodigen, maar toen ze dat opperde, vroeg haar vader wat die mensen in hemelsnaam op Overland moesten

‘Ach, zover zal het heus niet komen.’‘Niet als wij onze plicht doen,’ zei Adela.‘Onze plicht?’‘Je moet er met hem over praten, hem zeggen wat wij ervan vinden.

Dat we het hem nooit zullen vergeven, dat we het niet kunnen verdragen.’

‘Dat zou hij brutaal vinden,’ wierp Godfrey tegen. Hij zat weer over zijn aantekeningen gebogen, met zijn rug naar haar toe en zijn handen in zijn zakken.

‘Brutaal? Als je opkomt voor háár nagedachtenis?’‘Hij zal zeggen dat het mij niets aangaat.’‘Dus je gelooft wel dat hij het gaat doen?’ riep het meisje uit.‘Ach welnee. Ga toch naar bed.’‘Dan ga ík met hem praten,’ zei Adela, zo bleek als een jonge

priesteres.‘Piep nou niet voordat je geslagen wordt. Wacht maar tot hij er

tegen jou over begint.’‘Dat doet hij niet, dat doet hij niet!’ beweerde ze. ‘Straks trouwt hij

nog met haar zonder ons iets te vertellen.’Haar broer had zich weer naar haar toe gedraaid. Hij schrok een

beetje van haar laatste woorden en stak zijn sigaret, die was uitgegaan, weer aan bij een kaars. Ze keek hem even aan; toen zei hij iets dat haar verraste.

‘Is mevrouw Churchley erg rijk?’‘Ik heb geen idee. Wat doet dat ertoe?’Godfrey nam een trek van zijn sigaret. ‘Leeft ze op grote voet?’‘Ze heeft een hoop protserige spullen.’‘Nou ja, laten we een oogje in het zeil houden,’ zei Godfrey. ‘En nu

moet ik weer doorwerken.’ Hij gaf zijn zuster een kus, als om goed te maken dat hij haar wegstuurde, dat zijn verontwaardiging tekortschoot—en ze hield hem even vast, drukte haar hoofd tegen zijn schouder.

Een golf van emoties rees in haar op. Ze jammerde: ‘Ach, waarom heeft ze ons verlaten? Waarom heeft ze ons verlaten?’

‘Ja, waarom?’ zuchtte de jongeman, en met een mismoedig gebaar maakte hij zich van haar los.

Page 10: fmlekens.home.xs4all.nl  · Web viewZe vatte het plan op om wat gasten uit te nodigen, maar toen ze dat opperde, vroeg haar vader wat die mensen in hemelsnaam op Overland moesten

II

Adela kreeg in zoverre gelijk, dat haar vader aan het einde van de week nog niet met de gevreesde mededeling was gekomen. Toch bleef ze zeker van haar zaak. Dat kwam doordat er tussen hen iets was veranderd—er hing iets onuitgesprokens in de lucht, iets wat bleef zeuren als een wond die niet wil helen. Toen ze daar tegen Godfrey over begon, zei die dat de verandering haar verzinsel was, dat ze hun oudeheer zwaar onrecht deed. Die onverwachte onredelijkheid van haar broer bracht haar nog verder van haar stuk. Ze had dit nooit van hem gedacht, de teleurstelling was bijna vernederend, en met veel moeite schroefde ze haar verwachtingen over hem omlaag. Ze vroeg zich af wat hem bezielde, waarom hij was veranderd. Ze had altijd gedacht op zijn oordeel te kunnen vertrouwen, zeker in zo’n kwestie als deze. Hun toewijding aan de nagedachtenis van hun moeder, hun eensgezindheid over haar onvervangbare rol binnen het gezin, over de onschatbare invloed die zij had gehad op het leven van hun vader, op zijn successen, zijn carrière, op het hele verleden van het gezin en het welvaren van het huishouden—zo talentvol, intelligent, zachtaardig, kundig, goed en mooi als ze was geweest, een vrouw wier onnadrukkelijke kwaliteiten alom zo werden geroemd dat Adela van een van de prinsessen, de meest hooggeplaatste van haar moeders vriendinnen, na haar overlijden een briefje over haar had gekregen zoals prinsessen dat maar zelden schijnen te schrijven: hun stille vrome gedenken van dit alles was een soort religie, en ook een soort ereplicht, en daaraan verzaken riekte naar verraad. Het was niet hoe men in Londen doorgaans met een verlies omging, wist ze; maar veeleisend, vurig en opmerkzaam als ze was, had ze met haar verstolen sentimenten en vagelijk onconventionele denkbeelden al eerder de conclusie getrokken dat je voor verfijnde gevoelens niet in Londen moest zijn. De nagedachtenis aan overledenen werd in deze stad dun uitgesmeerd—wie er trouw aan bleef, was een zeurkous. De weerloze doden werden opgeofferd; altaren werden er niet aan gewijd, want de mensen schaamden zich werkelijk voor ieder rouwvertoon. Ze verdreven alle emotie uit hun leven, en veinsden vervolgens te diep te zijn geraakt om erover te spreken.

Tegen haar zusjes zei Adela niets, dat hoorde bij de taak die ze zich oplegde. Zíj moest nu hun moeder zijn, haar directe afgevaardigde en plaatsvervanger op aarde. Het schrikbeeld dat de andere vrouw zich die rol zou aanmeten, gaf haar de kracht om zich listig te gedragen. Dat kwam er vooral op neer dat ze haar vader angstvallig in de gaten hield.

Vijf dagen na het diner bij mevrouw Churchley vroeg hij of ze die dame nog een bezoek had gebracht.

‘Welnee, waarom zou ik?’ Adela wist dat hij naar de bekende weg vroeg, want mevrouw Churchley zou het hem hebben verteld.

‘Ga je niet op bezoek bij mensen bij wie je hebt gedineerd?’ vroeg kolonel Chart.

‘Na verloop van tijd, ja. Ik hol er niet meteen dezelfde week nog

Page 11: fmlekens.home.xs4all.nl  · Web viewZe vatte het plan op om wat gasten uit te nodigen, maar toen ze dat opperde, vroeg haar vader wat die mensen in hemelsnaam op Overland moesten

naartoe.’Haar vader keek haar aan met een blik zo koel als ze nog nooit van

hem had gekregen—wat waarschijnlijk ook omgekeerd het geval was, bedacht ze. ‘Ga er morgen dan alsjeblieft als de weerga naartoe. De twaalfde komt ze bij ons eten en dan verwacht ik je zusjes ook aan tafel.’

Adela staarde hem aan. ‘Tussen de gasten?’‘Het wordt geen diner met gasten. Ik wil ze voorstellen aan

mevrouw Churchley.’‘En komt er verder niemand?’‘Godfrey natuurlijk. Een familie-dinertje.’Die avond vroeg ze haar broer of dat dan soms niet neerkwam op

een aankondiging. Hij schonk haar een merkwaardige blik en zei: ‘Ik ben al bij haar langs geweest.’

‘Waarom dat in hemelsnaam?’‘Dat wilde vader graag.’‘Hij heeft het je dus wel verteld?’‘Wat?’ vroeg Godfrey, en de moed zonk haar in de schoenen nu hij

het haar zo moeilijk maakte.‘Dat ze verloofd zijn natuurlijk. Wat kan dit anders betekenen?’‘Dat heeft hij me niet verteld, maar ik mag haar wel.’‘Je mág haar wel?’ gilde het meisje.‘Het is een heel aardige, goede vrouw.’‘Een vrouw die zich aan ons opdringt, terwijl wij zo’n hekel aan

haar hebben? Noem je dat aardig? Noem je dat nou fatsoenlijk?’‘Ach, ik heb helemaal geen hekel aan haar,’ zei Godfrey, en hij

wendde zich af alsof Adela hem verveelde.De volgende dag ging ze op bezoek bij mevrouw Churchley, met het

vage plan haar hart uit te storten, een beroep op haar te doen, te zeggen: ‘Spaar ons toch! Heb medelijden! Laat hem met rust! Ga weg!’ Eenmaal tegenover haar gezeten was dat echter niet zo eenvoudig. Mevrouw Churchley was vastbesloten om, zoals zij het zou noemen—het was een uitdrukking die ze om de haverklap gebruikte—de banden aan te halen; maar haar goede bedoelingen waren zo deprimerend als slechtzittende kleding. Deze vrouw zou nooit begrijpen dat er bij hen geen plaats was voor haar vulgaire welwillendheid; dat hun leven was doordrongen van een geur van perfectie waar deze vrouw geen neus voor had. Ze was zo onhuiselijk als een winkelpui en zo schel als een papegaai. Ze zou hen op straat laten leven, of de straat in hun leven brengen—het kwam op hetzelfde neer. Ze had duidelijk nog nooit een boek gelezen, en ze sprak met stembuigingen die Adela nog nooit had gehoord, alsof ze uit Australië of Amerika kwam. Ze bezag alles met een vulgaire blik. Zo vertelde ze over Godfreys bezoek en meende hem te prijzen, maar zei gruwelijke dingen—dat hij er zo vreselijk knap uitzag, een echte gentleman, een man naar haar hart. Hoe kon haar vader, die verder toch zo’n lieve schat was, zo’n vrouw aanhoren of zelfs maar in zijn omgeving dulden—een vrouw die een goede beurt dacht te maken door de zoon van zijn overleden vrouw ‘een echte gentleman’ te noemen. Wat had ze anders verwacht? Ze had geen idee wie ze voor zich had!

Toen ze de wens had uitgesproken dat Adela haar aardig zou

Page 12: fmlekens.home.xs4all.nl  · Web viewZe vatte het plan op om wat gasten uit te nodigen, maar toen ze dat opperde, vroeg haar vader wat die mensen in hemelsnaam op Overland moesten

vinden, had het meisje even gedacht dat haar kans was gekomen—de kans om haar te smeken hen met rust te laten. Maar ze was zo ondoordringbaar oppervlakkig gebleven dat het geweest zou zijn alsof Adela die boodschap uitsprak tegen een glimmend gelakte deur. Dit was geen vrouw, zei Adela bij zichzelf, dit was een adres.

Toen mevrouw Churchley in Seymour Street kwam eten, viel ze erg in de smaak bij ‘de kinderen’, zoals het meisje de anderen noemde, Godfrey incluis. Verlegen zwijgend staarden Beatrice en Muriel naar het spektakel van haar kleding (ze was ongenadig opgedirkt!), uiteraard zonder enig besef van het gevaar dat in de lucht hing. De argeloze zielen vonden haar amusant en beseften evenmin als mevrouw Churchley zelf dat die laatste hen kleineerde. Toen ze na het eten boven zaten, zag Adela haar de kamer rondkijken naar alles wat ze wilde veranderen: de spullen van haar moeder, zo verschillend van haar eigen spullen en duidelijk te min voor haar. Nadat ze dat een kwartiertje had aangezien, was onze jongedame ervan overtuigd dat mevrouw Churchley haar neus ophaalde voor dit dierbare oude huis in Seymour Street, dat twintig jaar lang goed genoeg was geweest voor hun moeder. Was ze al plannen aan het beramen om iedereen over te hevelen naar haar gruwelijke woning in Prince’s Gate? Eén ding wist Adela in ieder geval zeker: haar vader, die op dat moment nog met Godfrey in de eetkamer zat—zogenaamd met een glas wijn, om tijd te rekken—kwam daar nu ter zake, deelde zijn zoon het nieuws mee. Toen ze boven kwamen, gedroegen de mannen zich in haar ogen allebei vreemd: het nieuws was verteld.

Nog voordat mevrouw Churchley was vertrokken, kreeg ze dat al te horen van Godfrey, toen ze de salon verliet om haar zusjes naar bed te brengen en hij achter haar aan kwam. Ze wachtte hem op bij de deur van haar kamer. Haar vader was toen alleen met zijn verloofde (een wanstaltig woord vond Adela dat). Het was alsof die hier al thuis was.

‘Wat heb je tegen hem gezegd?’ vroeg ze toen haar broer het had verteld.

‘Ik heb niets gezegd.’ En met een lichte blos—dat dwong haar blik wel af—voegde hij eraan toe: ‘Er viel niets te zeggen.’

‘Vind jij dat?’ zei Adela, starend naar de lamp.‘Hij vroeg me iets tegen haar te zeggen,’ ging Godfrey verder.‘Tegen haar?’‘Dat ik blij ben.’‘En heb je dat gedaan?’ Adela hapte naar adem.‘Ik weet het niet. Ik heb wel iets gezegd. Ze gaf me een kus.’‘O, hoe kún je?’ Ze huiverde en sloeg de handen voor het gezicht.‘Hij zegt dat ze heel rijk is,’ zei Godfrey simpelweg.‘Heb je haar daarom gekust?’‘Ik heb haar niet gekust. Welterusten.’ Hij keerde haar de rug toe

en vertrok.Toen haar broer weg was, sloot Adela zich in haar kamer op alsof

ze bang was nog verder te worden verrast of overweldigd; en in een koortsachtige, doorwaakte nacht die haar altijd zou heugen, lag ze de hele zaak met haar typerende onverzettelijkheid te overdenken. Ze zag de dingen zoals ze waren, de volle vernedering van het leven. De

Page 13: fmlekens.home.xs4all.nl  · Web viewZe vatte het plan op om wat gasten uit te nodigen, maar toen ze dat opperde, vroeg haar vader wat die mensen in hemelsnaam op Overland moesten

lichtzinnigheid, de spotlust, de ontrouw, de smerigheid, ze zag het allemaal voor zich uitgetekend als op een landkaart; de wereld was pour rire, maar zij moest er toch van huilen. De dag brak al vroeg aan, of eigenlijk leek het alsof er geen nacht was geweest, alleen een ziekelijk bleke, voortsluipende dag. Maar tegen de tijd dat ze in huis de eerste tekenen van leven hoorde, wist ze wat haar te doen stond.

Toen ze de ontbijtkamer in kwam, zat haar vader daar al met kranten en brieven, en ze verwachtte dat zijn eerste woorden een berisping zouden zijn voor het feit dat ze de vorige avond zomaar was verdwenen zonder afscheid te nemen van mevrouw Churchley. Maar ze merkte dat hij zo aardig mogelijk wilde zijn, haar alle ruimte wilde geven, haar wilde opbeuren en voor zich winnen. Hij wist dat ze het van Godfrey had gehoord, en hij stond op om haar een kus te geven. Hij vertelde het haar zo snel mogelijk, om het maar achter de rug te hebben, een beetje stotterend, met een ‘ik moet je iets vertellen waar je waarschijnlijk van zult schrikken’, maar ook met een overdreven ernstig en plechtig gezicht, om haar het ontzag in te boezemen dat hij niet verdiende. Toen hij haar een kus gaf hield ze het niet meer, ze barstte in tranen uit. Hij drukte haar tegen zich aan, overlaadde haar met kussen en zei zacht: ‘Ja, ik weet het, ik weet het.’ Maar hij wist niets, anders had hij het nooit gedaan.

Beatrice en Muriel kwamen binnen en schrokken toen ze haar zagen huilen, en schrokken nog meer toen zij zich tot hen wendde met een tekst en een toon die een verschrikkelijke wanklank waren in hun prettige jonge leventje: ‘Papa gaat trouwen. Hij gaat met mevrouw Churchley trouwen!’ De kinderen stonden even te staren, zagen hun vader er al net zo schutterig bij zitten als Adela, zij het op een andere manier, en begonnen ook te huilen, zodat de bedienden die net thee en gekookte eieren brachten, niet goed wisten wat ze moesten doen: binnenkomen of nog even wachten. Daarop raapten ze allemaal hun laatste restje waardigheid bij elkaar en zodra de spullen op tafel stonden, joeg de kolonel de bedienden met zijn blik de kamer uit. Vervolgens sprak hij Beatrice en Muriel liefdevol toe en verzekerde hun dat mevrouw Churchley een allerliefste, geweldige vrouw was, die hen alleen maar gelukkig wilde maken, en hem gelukkig wilde maken, en ervan overtuigd was dat hij gelukkig werd als zij het waren en dat zij het zouden zijn als hij het was.

Wat betekenen zulke woorden nog, vroeg Adela zich af. Volgens haar betekenden ze niets, maar ze zweeg, en vervolgens zweeg iedereen omdat juffrouw Flynn, de gouvernante, erbij kwam zitten en kolonel Chart deze kwestie niet in haar bijzijn wilde bespreken. Als alles liep zoals hij wilde, besefte Adela ineens, zouden de kinderen praktisch nooit meer met hem alleen zijn. Tot hij getrouwd was zou hij de hele tijd bij mevrouw Churchley zitten, en daarna zou mevrouw Churchley de hele tijd bij hem zitten. Adela schaamde zich voor hem, en dat was afschuwelijk—helemaal omdat iedereen zich zou schamen, al zijn vrienden, iedereen die haar moeder ooit had gekend. Haar heilige nagedachtenis mocht niet zo publiekelijk worden bezoedeld. Hij mocht zijn zin niet krijgen.

Page 14: fmlekens.home.xs4all.nl  · Web viewZe vatte het plan op om wat gasten uit te nodigen, maar toen ze dat opperde, vroeg haar vader wat die mensen in hemelsnaam op Overland moesten

Na het ontbijt zei haar vader dat hij het prettig zou vinden als ze over een dag of twee met haar zusjes bij mevrouw Churchley langsging, en ze zei dat ze hem zou gehoorzamen. Hij hield haar hand even vast en keek haar aan, met in zijn blik iets smekends dat al snel verhardde tot strengheid. Hij wilde dat ze hem vergaf, maar hij wilde ook duidelijk maken dat ze op haar tellen moest passen, zich netjes moest gedragen. Ze sloeg de ogen neer, ze schaamde zich werkelijk voor hem.

Ze wachtte drie dagen en ging toen met haar zusjes bij mevrouw Churchley langs. Die had een groot aantal bezoekers, zoals Adela vooraf had geweten: het was haar ontvangdag, ze had het tijdstip daarop uitgekozen. De dagen ervoor had ze de hele tijd bij haar zusjes gezeten en steeds over hun moeder gepraat, hun geheugen opgefrist, hen laten huilen en lachen met herinneringen aan hun vroegste kindertijd en anekdotes uit haar eigen jeugd. Maar ze had hun ook verzekerd dat er volgens haar geen kwaad in mevrouw Churchley school, en dat zij ongetwijfeld veel met ze zou uitgaan als het eenmaal zover was. Met nauw verholen ergernis moest ze vervolgens toezien hoe het tweetal van dat bezoek in Prince’s Gate genoot; ze hadden nog nooit zo’n ‘grote-mensengelegenheid’ bijgewoond en nog nooit zoveel modieuze hoedjes en schitterende gezichten bij elkaar gezien. Ze kregen bovendien alle aandacht, alsof ze, behorend tot mevrouw Churchleys nieuwe leven, als vooraf aangekondigde hoofdrolspelers het podium betraden. Er waren zoveel dames op bezoek dat mevrouw Churchley weinig tijd had om met de meisjes te praten, maar ze noemde ze haar ‘kuikentjes’ en vroeg ze thee en brood met boter rond te delen. Dat was allemaal ontzettend leuk en zelfs ronduit opwindend voor Beatrice en Muriel, die bij vertrek al net zo’n felrode blos op hun wangetjes hadden als hun gastvrouw. Adela huiverde bij de gedachte dat haar moeders kinderen nu mevrouw Churchleys ‘kuikentjes’ waren en deel uitmaakten van haar leven.

Maar weten wat haar te doen stond, was één ding; tot daden overgaan was een tweede. Toen ze van Godfrey hoorde dat er een datum was gekozen, en wel 20 juli, dus al over zes weken, begreep ze dat er dringend actie was geboden. Ze hoorde alles nu alleen van Godfrey, omdat ze het hypocriet vond haar vader ernaar te vragen. Zelfs haar zwijgen was al hypocriet, maar ze kon moeilijk in gejammer uitbarsten. Haar vader legde grote tact aan de dag. Hij sloeg geen acht op haar stugheid en deed alsof het om een tijdelijke gril ging die vanzelf zou betijen als hij haar maar liet uitmokken.

Ze piekerde lang over de vraag of ze Godfrey in vertrouwen moest nemen, wat ze zonder aarzelen zou hebben gedaan als hij haar niet zo was tegengevallen. Hij gedroeg zich zo vreemd en leek zo door andere zorgen in beslag genomen, dat ze het alleen kon verklaren door de hoge druk waaronder hij stond, zijn vrees voor het examen. Hij zat in spanning, in de rats, maakte een laatste eindspurt om als eerste over de streep te komen; was daarbij sceptisch over zijn kansen op succes en verder cynisch over alles. Hij leek de algemene stelregel dat ze geen vreemde vrouw in huis wilden wel te onderschrijven, maar mevrouw Churchley vond hij ‘een verduveld aardige vrouw om te kennen’. Hij was bij haar op bezoek geweest, hij had haar al driemaal bezocht. Hij zei

Page 15: fmlekens.home.xs4all.nl  · Web viewZe vatte het plan op om wat gasten uit te nodigen, maar toen ze dat opperde, vroeg haar vader wat die mensen in hemelsnaam op Overland moesten

tegen zijn zus dat hij haar nu zo goed mogelijk wilde leren kennen, omdat hij in de toekomst nog maar weinig in Seymour Street zou zijn. Uiteindelijk besloot Adela hem te vertellen dat het huwelijk nooit zou plaatsvinden. Toen hij vroeg wat ze bedoelde en wie het dan zou tegenhouden, antwoordde ze dat het echtpaar in spe er zelf de brui aan zou geven, of dat mevrouw Churchley althans binnen een week of twee zou terugkrabbelen.

‘Dat zou echt afschuwelijk zijn,’ zei Godfrey. ‘Ze zijn nu zo ver gekomen dat het onfatsoenlijk zou zijn om het nog af te blazen. Dat zou nogal leuk zijn voor vader, zeg: als het net lijkt of hij de bons krijgt.’

Dat bracht haar weer twee dagen aan het twijfelen, maar ze vond een antwoord op alle bezwaren. Het veelstemmige antwoord op alles—het was als de herfstwind die om het huis loeit—was de postume krenking van haar moeder. Haar moeder mocht dan al overleden zijn, nu dreigde ze andermaal de dood in te worden gejaagd.

Dus op een ochtend tegen elven, toen ze wist dat haar vader aan zijn correspondentie zat, verliet Adela stilletjes het huis en liet zich met de eerste de beste vigilante naar Prince’s Gate rijden. Mevrouw Churchley was thuis en Adela werd de salon in gelaten met het verzoek vijf minuten te wachten. Dat deed ze zonder het op de valreep te kwaad te krijgen, zonder de minste aanvechting alsnog de benen te nemen, iets waar ze toch rekening mee had gehouden. In het rijtuig en bij de voordeur had ze haar hart in haar keel voelen bonzen, maar nu ze daadwerkelijk aan zet was, werd ze ineens kalm en helder van geest. Ze was achteraf erg blij dat mevrouw Churchley haar zo aantrof: niet stamelend, verward of weifelend, hooguit lichtelijk verbaasd over haar eigen moed, zich bewust van de immense verantwoordelijkheid die ze op zich nam, en wonderbaarlijk wijs voor haar jaren. Haar gastvrouw staarde haar aanvankelijk aan met de afwachtende blik van een caissière, maar na een poosje barstte ze tot Adela’s verrassing in tranen uit. Daarop begon het meisje zelf ook te huilen, zij het met heimelijke blijdschap omdat ze zich gered waande. Mevrouw Churchley zei dat ze zou nadenken over wat haar was verteld, en beloofde plechtig en van harte om de kolonel niet over haar bezoek te vertellen.

Ze waren gered—ze waren gered: dat refrein klonk in haar hoofd terwijl ze de trap afdaalde. Toen de deur voor haar werd geopend, stond ze daar oog in oog met haar broer, en ze keken elkaar verrast aan, beiden verbaasd over het tijdstip waarop de ander zich hier vertoonde. Godfrey opperde dat mevrouw Churchley nog eens genoeg zou krijgen van hun familie, en Adela zei dat ze er misschien al meer dan genoeg van had. Maar de jongeman ging evengoed naar binnen, en zijn zus keerde terug naar huis.

Page 16: fmlekens.home.xs4all.nl  · Web viewZe vatte het plan op om wat gasten uit te nodigen, maar toen ze dat opperde, vroeg haar vader wat die mensen in hemelsnaam op Overland moesten

III

Bijna een week lang zag Adela Chart haar broer niet. Hij hield meer en meer zijn eigen uren aan, nam zijn verantwoordelijkheid en zat hele dagen bij zijn repetitor. Als ze ’s avonds laat op de deur van zijn kamer klopte, was hij er nooit. Iedereen in huis wist dat hij in grote spanning zat, hij was bloednerveus voor de examens. Die zouden op 23 juni beginnen, en zijn vader zat al net zo in spanning als hijzelf. De huwelijksdatum was erop afgestemd: eerst moest het lot van Godfrey zijn beslist—ondanks het besef dat het een domper op de feestvreugde zou zetten als die beslissing ongunstig uitpakte.

Tien dagen na haar bezoek aan mevrouw Churchley begon Adela te merken dat er een verandering in de lucht hing, maar ze durfde nog niet te jubelen. Het was geen blijde verandering, dus er zouden nog heel wat droeve uren kunnen volgen. Sinds de bekendmaking van zijn huwelijksvoornemen was haar vader bijzonder met zichzelf ingenomen geweest, maar daaraan leek nu een eind gekomen. Adela voelde zoiets als wat passagiers op een groot stoomschip ervaren wanneer ze midden in de nacht ineens de motoren horen uitvallen. Zoals die gewaarwording overgaat in het algemene gevoel dat er iets ernstigs is gebeurd, zo vroeg ook het meisje zichzelf af wat er nu was gebeurd. Ze had op iets ernstigs gerekend, maar het was alsof ze niet stil in haar hut kon blijven afwachten—ze wilde het dek op om het zelf te aanschouwen. Op de twintigste bracht haar meid haar vlak voor het ontbijt een boodschap van haar broer. Jongeheer Godfrey zou het op prijs stellen als ze naar zijn kamer kwam. Ze ging meteen naar hem toe, bang om hem ziek aan te treffen, ingestort aan de vooravond van zijn zware examenweek. Dat was niet het geval, hij bleek zelfs aan het werk te zijn, al sinds het krieken van de dag. Maar hij was krijtwit en had een nieuwe, vreemde blik in de ogen. Haar knappe jonge broer zag er veel ouder uit, nors en afgetobd.

Het was alsof hij op haar had zitten wachten en hij zei meteen: ‘Adela, wil je me eens vertellen wat jij bij mevrouw Churchley kwam doen, die ochtend dat wij elkaar bij haar voordeur troffen?’

Ze staarde hem aan, ze aarzelde. ‘Wat ik kwam doen? Hoezo? Waarom vraag je dat?’

‘Ze stellen het uit, ze stellen het een maand uit.’‘O, God zij dank!’ zei Adela.‘Waarom zou je God daarvoor danken?’ snauwde Godfrey.Zijn zus keek hem met een strakke, gespannen glimlach aan. ‘Je

weet toch dat ik ertegen ben.’Hij stond haar van top tot teen op te nemen. ‘Wat heb je daar

gedaan? Waar heb je je mee bemoeid?’‘Wie zegt dat ik me ermee bemoeid heb?’ vroeg ze blozend.‘Je hebt iets gezegd, iets gedaan. Dat wist ik al toen ik je naar

buiten zag komen.’‘Wat ik gedaan heb, zijn mijn zaken.’‘Rot op met je zaken!’ riep de jongeman uit.

Page 17: fmlekens.home.xs4all.nl  · Web viewZe vatte het plan op om wat gasten uit te nodigen, maar toen ze dat opperde, vroeg haar vader wat die mensen in hemelsnaam op Overland moesten

Nog nooit in haar leven had iemand zo tegen haar gesproken—en als het haar vooraf was gevraagd, dan zou ze hebben gezegd dat ze nog liever doodging dan zo door Godfrey te worden toegesproken. Maar ze verkeerde in een triomfantelijke stemming, en werd nu even zo woedend alsof iemand met een zweep naar haar had uitgehaald. Ze was de striem ontlopen, maar voelde de pijn van de krenking.

‘En jouw zaken dan?’ vroeg ze. ‘Ik vraag me ook af wat jíj daar te zoeken had.’

Hij stond haar nog even boos aan te kijken. Toen draaide hij zich om en met de uitroep ‘Je hebt er een mooie puinhoop van gemaakt!’ zette hij zich achter zijn boeken.

Het huwelijk werd inderdaad uitgesteld, zoals hij had gezegd. Haar vaders mededeling was droog, stijf en formeel: ‘Ik laat je maar even weten dat we de bruiloft hebben verzet naar het einde van de zomer. Mevrouw Churchley heeft nog zoveel te regelen.’ Meer liet hij er niet over los. Ze wist niet zeker of ze zich nu inbeeldde dat hij met een scheef oog haar reactie peilde, maar het kon haar ook niet schelen. Ze meende door Godfreys reactie, bruut als die was geweest, voldoende te zijn voorbereid om nu gewiekst te reageren. Haar geweten was rein: ze had immers ondervonden welke weerzinwekkende invloed mevrouw Churchley, die ze sinds de ochtend van haar bezoek niet meer had gezien, nu al op hun onderlinge verhoudingen uitoefende. Uit haar vaders gedrag kon ze afleiden dat het uitstel niet zijn idee was geweest, want hij was rustelozer dan voorheen, afweziger en opvallend prikkelbaar. Al kon dat natuurlijk ook verband houden met zijn bezorgdheid om Godfrey. Die laatste ging zo ver dat hij zijn zuster iets afschuwelijks toevoegde: ‘Als ik niet slaag, is het jouw schuld.’ Het was een akelige tijd voor Adela, en ze had zich er nooit doorheen kunnen slaan als ze de geest van haar overleden moeder niet aan haar zijde had geweten. Gelukkig voelde ze die altijd in haar nabijheid om haar te steunen, te prijzen, te rechtvaardigen.

Haar vader wilde ineens dat ze onverwijld met haar zussen naar hun buitenhuis Overland ging, waar ze altijd wat bedienden aanhielden en wel enkele weken konden verblijven. De enige verklaring die hij voor zijn wens gaf, was dat ze hem dan niet in de weg liepen. Ze vroeg zich af waarbij dan, want huwelijksvoorbereidingen werden in Seymour Street voorlopig niet getroffen. Ze kon zich voorstellen dat ze vooral zijn gemoedsrust in de weg zaten.

Maar ze had nooit aansporing nodig gehad om naar Overland te gaan, dat dierbare oude huis waar ze de gelukkigste dagen van haar jonge leven had gekend en waar ze de stille aanwezigheid van haar moeder altijd het meest om zich heen voelde. Ze was er weer gelukkig, met Beatrice en Muriel en juffrouw Flynn, en het zomerse weer, en de kamers waar het spookte, en de tuin van haar moeder, de fluisterende eiken en de nachtegalen. Ze schreef haar vader een briefje om, zoals hij had verzocht, te laten weten hoe het huis ervoor stond; en hij schreef terug dat ze maar beter daar kon blijven, als ze het daar zo naar haar zin had (ze herinnerde zich niet dat ze dat had geschreven). De rest van het seizoen was voor haar niet van belang, en hij kon zich prima alleen

Page 18: fmlekens.home.xs4all.nl  · Web viewZe vatte het plan op om wat gasten uit te nodigen, maar toen ze dat opperde, vroeg haar vader wat die mensen in hemelsnaam op Overland moesten

redden.1 Hij liet weten dat Godfrey klaar was met zijn examens, maar zoals ze wist moesten ze nog een hele tijd wachten voordat de uitslag kwam. Godfrey ging een maand naar het buitenland met de jonge Sherard—hij had wel wat rust en vertier verdiend.

Godfrey vertrok zonder nog een woord met Adela te wisselen, maar schreef in zijn fraaie handschrift wel een plagerig afscheid aan Beatrice. Het kind kwam bij haar grote zus pronken met die brief, waar ze heel trots op was en waarin hij Adela niet eens de groeten deed. Dat was in de hele crisis nog de bitterste pil voor deze jongedame: dat ze zo’n vreemde kant leerde kennen van de persoon die haar, na haar moeder, in de hele wereld altijd het dierbaarst was geweest.

Kolonel Chart had gezegd dat hij nog een keer bij zijn kinderen in Overland zou ‘aanwippen’, maar daar hoorden ze niets meer over. Hij schreef een paar keer naar juffrouw Flynn over zaken waarvan het Adela verbaasde dat hij er geen contact over opnam met haar. Muriel wrochtte een onbevangen briefje aan mevrouw Churchley—iets wat haar oudere zus stimuleerde noch ontmoedigde—waarop mevrouw Churchley pas twee weken later een zuinig en, naar Adela’s mening, ongeletterd antwoord stuurde, waarin ze met geen woord van een naderende verbintenis repte. De situatie was duidelijk veranderd. Van een huwelijk was geen sprake meer, althans voorlopig.

Die gedachte gaf haar een uitzonderlijk en bijna duizelingwekkend gevoel van macht, ze voelde zich meegevoerd op een grote golf van verantwoordelijkheid. Ze had haar besluit genomen en haar daad gesteld, en meer konden zelfs de allergrootsten niet doen. Het mooiste was om te zien dat je werk resultaat had, en dat zag ze nu toch? Die resultaten werkten door in rijke en gewichtige levens; het podium waarop ze haar spelers liet bewegen, was groot. Dat was een opwindende gedachte, en aangezien ze op Overland over enkele pony’s beschikten, probeerde ze de opwinding van zich af te rijden in een lange galop.

Een dag of twee later kwam er nieuws dat de opwinding weer aanwakkerde. Godfrey was terug, de uitslag was bekend, hij was met vlag en wimpel geslaagd. Dat heuglijke bericht kwam van de jongeman zelf: hij meldde het in een telegram aan Beatrice, die nog nooit zoiets had ontvangen en navenant naast haar schoenen liep. Adela vond wel dat ze zichzelf gepasseerd moest voelen, maar ze was te blij om daar lang bij stil te staan. Ze waren vrij, ze waren weer zichzelf, de nachtmerrie van de afgelopen weken was overgewaaid, de waardigheid en integriteit van haar vaders leven was behouden, en om haar triomfgevoel compleet te maken had Godfrey nu de eerste stap gezet naar een glansrijke carrière. Ze schreef hem de volgende dag, liefdevol en openhartig alsof ze volstrekt niet van elkaar waren vervreemd. En ze vertelde niet alleen hoe blij ze was met zijn succes, maar vroeg hem ook om alsjeblieft te laten weten hoe de zaken er precies voor stonden met betrekking tot mevrouw Churchley.

Laat in de zomermiddag wandelde ze met haar brief door het park naar het dorp, deed hem op de bus en liep terug. Halverwege zag ze bij een van de bochten in de laan ineens een jongeman die naar haar keek en op haar stond te wachten—een jongeman die Godfrey bleek te zijn, te

Page 19: fmlekens.home.xs4all.nl  · Web viewZe vatte het plan op om wat gasten uit te nodigen, maar toen ze dat opperde, vroeg haar vader wat die mensen in hemelsnaam op Overland moesten

voet onderweg van het station. Hij had de kortste weg naar het huis genomen en haar zien aankomen, en hij was hier blijkbaar niet gekomen met de bedoeling haar te ontwijken. Toen hij een paar schamele stappen in haar richting zette, was op zijn gezicht echter niets van vreugde over zijn succes te lezen; en al stond hij stijfjes toe dat ze hem een kus gaf, onder het uitroepen van: ‘Wat ben ik blij, wat ben ik blij’, ze voelde dat hij dat niet deed met de kalmte van de diplomaat in spe. Hij liep een eindje met haar op in de richting van het huis, terwijl zij de hoop uitsprak dat hij een paar dagen zou blijven.

‘Eén nachtje maar. Ze sturen me al meteen naar Madrid. Ik kom afscheid nemen. Een knecht brengt mijn valies.’

‘Naar Madrid! Wat leuk! En wat vreselijk fijn dat je gekomen bent,’ zei Adela, en ze haakte haar arm in de zijne.

Bij dat gebaar bleef hij staan. Hij draaide zich met een ruk naar haar toe, en uit zijn gezicht sprak meer dan alleen een donker vermoeden: een fel verwijt. ‘Waar ik eigenlijk voor kom—ik kan het net zo goed meteen zeggen—is om jou iets te vragen.’

‘Iets vragen?’ herhaalde Adela met bonzend hart.Zoals ze daar stonden, twee mooie, jonge en gezonde mensen

onder de oude bomen, in het strijklicht van de late middag, pasten ze oppervlakkig gezien perfect in het vredige Engelse landschap. Maar van dichterbij was zichtbaar dat Godfrey Chart niet voor iets oppervlakkigs naar Overland was gekomen. Hij keek zijn zus diep in de ogen en vroeg op dwingende toon: ‘Wat heb je die ochtend tegen mevrouw Churchley gezegd?’

Adela staarde even naar de grond. Toen keek ze hem weer aan: ‘Waarom vraag je dat nog, als ze je dat al heeft verteld?’

‘Ze heeft me niets verteld. Ik heb het zelf gezien.’‘Wat heb je gezien?’‘Ze heeft het afgeblazen—het is helemaal van de baan. Vader zit in

zak en as.’‘In zak en as?’ zei het meisje met bevende stem.‘Had je dan gedacht dat hij er vrolijk van zou worden?’ vroeg haar

broer.‘Hij komt er wel overheen. Dan zal hij blij zijn.’‘Dat staat te bezien. Jij hebt iets uitgehaald, jij hebt iets verzonnen,

jij hebt haar omgepraat. Ik eis dat je me vertelt wat je hebt gedaan.’Adela meende dat ze dit best kon blijven weigeren, en dat ze

desnoods een schat aan drogredenen voorhanden had om dat te verdedigen. Ze sloeg de ogen even neer en dacht bij zichzelf: ik kan stommetje blijven spelen, maar daar verlaag ik me niet toe. Ze schaamde zich niet voor wat ze had gedaan, maar ze wilde eerst duidelijkheid.

‘Weet je absoluut zeker dat het voorbij is?’‘Hij weet het zeker, en zij ook. Dus zo zeker is het.’‘Welke reden gaf ze ervoor?’‘Geen enkele—of een handvol. Dat komt op hetzelfde neer. Ze is

van gedachten veranderd—ze heeft zich in haar gevoelens vergist—ze hecht aan haar onafhankelijkheid. En hij heeft te veel kinderen.’

‘Heeft hij je dat verteld?’ zei Adela.

Page 20: fmlekens.home.xs4all.nl  · Web viewZe vatte het plan op om wat gasten uit te nodigen, maar toen ze dat opperde, vroeg haar vader wat die mensen in hemelsnaam op Overland moesten

‘Dat was wat mevrouw Churchley me vertelde. Ze is nu voor een jaar naar het buitenland.’

‘En ze heeft je niet verteld wat ik tegen haar heb gezegd?’‘Waarom zou ik het dan komen vragen?’‘Misschien om mij te kwellen,’ zei Adela. ‘Daar lijk je op uit te zijn.’‘Nee, kwellen laat ik aan jóú over. Met de fraaie dienst die je mij

hebt bewezen!’ riep de jongeman uit, en de tranen sprongen hem in de ogen.

Ze staarde hem aan, verbijsterd door het groeiende besef dat er iets akeligs was waar zij niets van wist. Maar hij liep weer verder, boos zwijgend en haar de rug toekerend alsof hij niet voor zichzelf instond. Ze had de afschuw in zijn afgewende gezicht gelezen, in de manier waarop hij zijn schouders rechtte en met zijn rotting op de grond sloeg, en ze snelde hem achterna om weer naast hem te gaan lopen.

Even liepen ze zwijgend verder, tot ze vroeg: ‘Wat bedoel je? Wat heb ik jou in hemelsnaam misdaan?’

‘Zij zou me geholpen hebben. Ze stond klaar om mij te helpen,’ zei Godfrey.

‘Helpen? Waarmee dan?’ Ze vroeg zich af wat hij bedoelde: of hij schulden had gemaakt die hij niet durfde op te biechten aan zijn vader en die hij—een gruwelijke gedachte—door mevrouw Churchley wilde laten betalen. Bij het idee alleen al moest ze blozen, maar meteen daarop juichte ze ook inwendig dat ze er wellicht in was geslaagd die schandvlek te voorkomen.

‘Zie je dan niet dat ik in de problemen zit? Waar zitten je ogen, je verstand, dat medeleven waar je zo de mond van vol hebt? Zie je dan niet dat ik al een half jaar onder een helse kwelling gebukt ga?’

Ze greep zijn arm, dwong hem te blijven staan, keek naar hem op als een angstig klein kind. ‘Wat is er, Godfrey? Wat is er dan?’

‘Je hebt me tot wanhoop gedreven—ik kan je wel wurgen!’ gromde hij. Die gedachte joeg haar geen angst aan; haar enige angst was dat hij iets had misdaan, zich ergens schuldig aan had gemaakt. Handenwringend zei ze dat, ze smeekte hem alles te vertellen. Maar hij werd nog feller en kapte haar af met de uitroep: ‘Geef in godsnaam antwoord! Wat heb je voor duivelse streek uitgehaald?’

‘Het was niet duivels, het was goed. Ik heb tegen haar gezegd dat moeder diep ongelukkig was geweest,’ zei Adela.

‘Ongelukkig? Hoe durf je zo te liegen?’‘Het was het enige wat ik kon doen, en ze geloofde me.’‘Hoezo ongelukkig—waar—wanneer?’ stamelde de jongeman.‘Ik heb gezegd dat papa haar ongelukkig had gemaakt, en dat zij

dat moest weten. Ik zei dat ik verschrikkelijk met de kwestie in mijn maag zat, maar het als mijn plicht zag haar dit te vertellen.’ Adela stokte even, en haar gezicht straalde bravoure uit, alsof ze onder het praten weliswaar besefte dat ze iets monsterlijks vertelde, maar daar toch geen greintje berouw voor kon opbrengen. ‘Ik heb haar gewaarschuwd dat hij slechte kanten en eigenaardigheden heeft die moeders leven tot een lange lijdensweg maakten—dat ze haar martelaarschap voor de buitenwereld verborgen wist te houden, maar dat wij het wel zagen en

Page 21: fmlekens.home.xs4all.nl  · Web viewZe vatte het plan op om wat gasten uit te nodigen, maar toen ze dat opperde, vroeg haar vader wat die mensen in hemelsnaam op Overland moesten

dat ik haar vaak beklaagd heb. Ik heb haar ook verteld wat ze waren, die slechte kanten en eigenaardigheden, ik heb de puntjes op de i gezet. Ik zei dat ik niemand met hem mocht laten trouwen zonder daarvoor te waarschuwen. Ik heb haar gewaarschuwd; ik heb gedaan wat mijn geweten me ingaf. Zij kon doen wat ze wilde. Daar eindigde mijn verantwoordelijkheid.’

Godfrey staarde haar aan. Met open mond stond hij te luisteren, ongelovig en vol afgrijzen. ‘En bij het weven van zo’n web van onwaarheden en verdachtmakingen durf jij het nog over je geweten te hebben? Biecht jij hier nou bij je volle verstand zo’n misdaad op?’

‘Ik was tot elke misdaad bereid die ons kon redden.’‘Je eigen vader beschimpen en belasteren?’ ging Godfrey verder.‘Hij komt het nooit te weten. Ze heeft gezworen om het hem niet te

vertellen.’‘Ik mag dood neervallen als ík het hem niet vertel!’ riep Godfrey.Adela werd wee in haar maag bij dat dreigement, maar ze ontstak

ook in woede over wat zij als verraad beschouwde. ‘Ik heb er goed aan gedaan—het was nodig!’ zei ze gloedvol. ‘Ik heb God op mijn knieën om raad gebeden en ik heb de nagedachtenis van moeder voor die schande behoed. Als ik dat niet had gedaan, dan... dan...’ Ze viel even stil. ‘Ik ben geen haar slechter dan jij, en ik ben heus niet zo slecht, want jij hebt iets gedaan waar je je zo voor schaamt dat je het mij niet eens wilt vertellen.’

Godfrey had zijn horloge uit zijn zak gehaald en stond daar met plotse aandacht naar te turen, alsof hij haar niet hoorde en niet meer horen wilde. Toen sloeg hij de ogen op en keek haar monsterend aan, lang genoeg om met peilloze afschuw en minachting uit te roepen: ‘Jij bent volslagen gestoord!’ Hij keerde haar de rug toe en beende met grote passen terug door de laan, waarna ze hem over het gras zag snellen om de kortste weg naar het station te nemen.

Page 22: fmlekens.home.xs4all.nl  · Web viewZe vatte het plan op om wat gasten uit te nodigen, maar toen ze dat opperde, vroeg haar vader wat die mensen in hemelsnaam op Overland moesten

IV

Toen Adela thuiskwam, was Godfreys valies daar al bezorgd, maar Beatrice en Muriel, die dit te horen hadden gekregen, zaten vergeefs op hun broer te wachten. Hun zus vertelde niet dat ze hem had gezien en accepteerde na enige tijd, met een kalmte die haar verraste, de gedachte dat hij naar de stad was teruggekeerd om haar aan de kaak te stellen. Ze meende dat het nu niets meer uitmaakte—ze had gedaan wat ze had gedaan. In zekere zin stelde ze haar vertrouwen in mevrouw Churchley. Als zij de verloving had verbroken, zou ze niet op haar schreden terugkeren. Ze was geen lichtvoetige vrouw, het ontbrak haar aan de nodige wendbaarheid. Adela bedacht dat ze misschien ook wel echt had gevonden dat haar vader te veel kinderen had. Tot slot putte ze kracht uit de gedachte—ridicuul in deze omstandigheden, en een teken van haar gebrekkige gevoel voor ironie—dat haar vader niet met zich liet sollen.

Als ze dit huwelijk inderdaad had weten te verhinderen, meende ze verder in ieder geval alles te kunnen verdragen: opsluiting op water en brood, zweepslagen en foltering, zelfs haar vaders levenslange verwijten. Wat ze nog het moeilijkst te verdragen vond, was het mysterie van de problemen die ze Godfrey had bezorgd. Ze kreeg dagenlang de tijd om zich hierover (volkomen vergeefs) het hoofd te breken—want er verstreken meer dagen dan ze had verwacht zonder dat ze in Londen werd ontboden om haar straf te ondergaan. Ze zette op een rijtje wat de mogelijkheden waren, woog af wat het meest waarschijnlijk was, maar achtte zich in haar afzondering slecht tot speculeren in staat. Ze probeerde wel te bedenken welke rampspoed een jongeman zich op de hals kon halen, maar kwam niet verder dan dat het iets met geld of vrouwen te maken moest hebben. Ze realiseerde zich dat ze van beide nauwelijks verstand had. Ondertussen kwam vanuit Seymour Street niet het verwachte rumoer—alleen een drukkende stilte.

Op Overland bracht ze vele uren in de tuin van haar moeder door, waar ze was opgegroeid en waar ze zich dacht voor te bereiden op haar oude dag, die ze niet aan de kaarttafel wilde slijten. Ze was aan die tuin verknocht zoals een goed katholiek aan de geur van zijn parochiekerk; in haar passie voor bloemen zat ook iets van religieus ontzag. Bloemen leken haar de enige dingen in de wereld die zichzelf werkelijk respecteerden—naast Nutkins misschien, de tuinman die nog voor haar moeder had gewerkt, met wie ze een hechte band had en die iets van hun zuiverheid had meegekregen. Hij was in de hele wereld eigenlijk nog de enige met wie ze innig over haar moeder kon spreken. Onder elkaar hoefden zij haar nooit bij naam te noemen, ze hadden het gewoon over ‘haar’, en Nutkins gaf grif toe dat hij alles van haar had geleerd. Als Beatrice en Muriel het over ‘haar’ hadden, bedoelden ze nu mevrouw Churchley.

Adela had reden om te denken dat ze nimmer zou trouwen en dat ze op een goede dag zou moeten leven op een inkomen van zo’n duizend pond per jaar. Daarom stelde ze zich in de verre toekomst een eigen

Page 23: fmlekens.home.xs4all.nl  · Web viewZe vatte het plan op om wat gasten uit te nodigen, maar toen ze dat opperde, vroeg haar vader wat die mensen in hemelsnaam op Overland moesten

tuintje voor aan de voet van een heuvel, vol zeldzame en prachtige planten, waarin ze het grootste deel van haar oude dag op de knieën zou doorbrengen, met een schort en grote handschoenen aan, tuinschaar en troffel binnen handbereik, doordrongen van het geruststellende besef dat iedereen haar voor gek versleet.

Toen ze tien dagen na de scène met Godfrey kort voor het middagmaal het huis in liep, kwam juffrouw Flynn zeggen dat er in de salon al enige tijd een dame op haar zat te wachten. Bij ‘een dame’ moest Adela meteen aan mevrouw Churchley denken. Dit zou de straf zijn die op haar neerdaalde, dacht ze: een persoonlijk onderhoud met de misleide vrouw. De dame had haar naam niet gegeven, en juffrouw Flynn had mevrouw Churchley nog nooit gezien; toch zei de gouvernante heel stellig dat Adela’s vermoeden niet klopte.

‘Is ze groot en verschrikkelijk?’ vroeg het meisje.Juffrouw Flynn, de behoedzaamheid zelve, aarzelde even. ‘Ze is

verschrikkelijk, maar niet groot.’ Ze voegde eraan toe dat ze niet zeker wist of ze Adela wel met haar alleen moest laten; maar die jongedame voelde zich een ware heldin, en heldinnen gaan geen enkele confrontatie uit de weg. Stond ze niet permanent in bovenzinnelijk contact met haar moeder? Wellicht had de bezoekster niets te maken met het drama van haar vaders afgeblazen huwelijk; maar voor Adela hield alles daar nu verband mee.

Juffrouw Flynns beschrijving had haar op een flinke schok voorbereid, maar een eerste blik op de bezoekster kon haar niet verontrusten. Het was een vrij jonge, goedgeklede vrouw, en zwijgend stonden ze elkaar aan te kijken. Maar nog voordat een van beiden een woord had gesproken, begon Adela te begrijpen wat juffrouw Flynn had bedoeld. In het licht dat door het raam viel, zag ze een vrouw van vijfendertig met helblond haar. Ze droeg een blauw ensemble met koperen knopen, een opstaande kraag als van een herenpak, een das geknoopt als een zeemansdas, met een gouden speldje in de vorm van een tennisracket, en parelgrijze handschoenen met dik zwart stiksel. Adela’s tweede gedachte was dat het een actrice was; haar derde dat nog nooit een vrouw van zulk allooi een voet over hun drempel had gezet.

‘Ik zal zeggen waar ik voor kom,’ zei de verschijning. ‘Ik kom u vragen een goed woordje te doen.’ Een actrice was ze niet. Een actrice zou een aangenamer stem hebben gehad.

‘Een goed woordje?’ Adela was te verbijsterd om haar een stoel aan te bieden.

‘Bij uw vader, hè. Hij weet het nog niet, maar hij moet het wel een keer weten.’ Ze sprak ‘moet’ uit als ‘mot’, en in die tongval legde ze uit dat ze Godfreys vrouw was, dat ze inmiddels al zeven hele maanden getrouwd waren. Als Godfrey naar het buitenland ging, moest zij met hem mee, en dat kon alleen als zijn vader hem dat opdroeg. Hij was bang voor zijn vader, dat was wel duidelijk: hij durfde het hem niet eens te vertellen. Daarom had ze besloten een ander familielid aan te spreken (‘an te spreke’ klonk het uit haar mond) en te kijken of ze hem zo kon benaderen. Als niemand haar kon helpen, zou ze zelf contact moeten zoeken. De kolonel moest over de brug komen—iets anders zat er niet op.

Page 24: fmlekens.home.xs4all.nl  · Web viewZe vatte het plan op om wat gasten uit te nodigen, maar toen ze dat opperde, vroeg haar vader wat die mensen in hemelsnaam op Overland moesten

Wat er precies gebeurde heeft Adela nooit helemaal begrepen; waar het op leek was dat de kamer begon te tollen. Door die duizeling heen voelde ze alleen nog de felle dolkstoten van het relaas van haar gast, als de woorden die patiënten opvangen terwijl ze onder zeil gaan op de operatietafel. Achteraf ontkende ze heftig, ook tegenover zichzelf, dat ze zoiets verachtelijks had gedaan als flauwvallen; maar de tussenkomst van juffrouw Flynn kon ze zich niet herinneren. Die tussenkomst was blijkbaar actief geweest, want toen ze later die dag alles bespraken, op fluistertoon en in uiterst bedekte termen vanwege de kinderen, was het verhaal van de gouvernante nog uitgebreider en buitenissiger dan dat van Adela. Ze meende in ieder geval dat ze in de salon een fysieke krachtmeting met de blondine was aangegaan, nadat ze Adela uit de kamer had gehaald en voordat ze de vrouw van Godfrey de deur uit had weten te werken. Juffrouw Flynn had nog nooit zo’n spannende dag beleefd, want ook het vervolg was een en al opwinding en beraadslaging, voorzorgsmaatregelen en waarschuwingen. Beatrice en Muriel kregen te horen dat hun zus plotseling ziek was geworden en door hun gouvernante op haar eigen kamer werd verpleegd. Adela was ook nog nooit zo ontdaan geweest; dit was een slag waartegen ze geen verweer had. Het enige wat ze kon doen, was die ondergaan en de vernedering verduren.

Aanvankelijk weigerde ze dat. Het was veel makkelijker om te denken dat die vrouw een monsterlijke maskerade had opgevoerd. Bovendien mocht je zoiets pas geloven als je het uit de eerste hand hoorde, en dat was in dit geval van Godfrey zelf. Wat zijn zus zich ook had voorgesteld van zijn problemen, haar fantasie had het niet gebracht tot zoiets smadelijks als een stompzinnig clandestien huwelijk met zo’n opgeverfde ouwe heks. Adela herhaalde die laatste twee woorden, alsof ze daar nog enige troost in vond; de hele situatie was dan ook zo rampzalig dat een leeftijdsverschil van vijftien jaar het nauwelijks erger maakte.

Juffrouw Flynn was een geweldenaar, juffrouw Flynn had korte metten gemaakt met die harpij. Het mens had haar ondervraagd en had haar niet klein gekregen. Dit was het roemrijkste moment van haar leven. Moest ze er meestal genoegen mee nemen om in stilte sombertjes haar gelijk te koesteren, nu kon ze er grootmoedig mee schitteren. Haar enige dilemma was wat de volgende stap moest zijn: naar kolonel Chart schrijven, of zelf naar de stad afreizen om hem in te lichten. Ze bloeide helemaal op van die keuzerijkdom, voor haar een ongekende weelde.

Tegen de avond moest Adela erkennen dat Godfreys getob van de laatste maanden inderdaad ernstig genoeg had geleken om voort te kunnen komen uit zo’n ongewenst huwelijk. Ze besefte bovendien dat het niet ondenkbaar was dat een jongeman in zijn positie stiekem beneden zijn stand trouwde, omdat ze jaren geleden, toen haar moeder nog leefde, Lady Molesley bij de thee vrolijk had horen verklaren dat dit precies was waar ze het bij haar oudste zoon nog weleens van zag komen. In het schelle licht van de volgende ochtend tekenden de ergste mogelijkheden zich het scherpst af; het enige wat nog een flardje duistere troost bood, was de vaagheid van Godfreys verwijt dat juist de actie van zijn zus hem

Page 25: fmlekens.home.xs4all.nl  · Web viewZe vatte het plan op om wat gasten uit te nodigen, maar toen ze dat opperde, vroeg haar vader wat die mensen in hemelsnaam op Overland moesten

de das had omgedaan. Dat was een raadsel op zichzelf, en ze pijnigde haar hersenen met de vraag wat het verband kon zijn tussen mevrouw Churchley en de vrouw van Godfrey. Uiteindelijk kwam ze tot de conclusie dat ze bloedverwanten moesten zijn; hoewel duidelijk niet beiden even gefortuneerd, waren ze hoogstwaarschijnlijk nichten of zelfs zusters. Maar dan bleef nog steeds de vraag wat haar broer had bedoeld.

Juffrouw Flynn, bijkans bedwelmd door alle ongebruikelijke mogelijkheden, ontving nog voor het middagmaal een telegram van kolonel Chart: dat hij kwam eten en het rijtuig in gereedheid moest worden gebracht; hij en Godfrey zouden om zes uur arriveren. In de tussenliggende uren had Adela genoeg stof tot nadenken, waarin medelijden met haar vader om voorrang streed met vreugde over het feit dat haar moeder dit niet meer meemaakte. Ze meende nu te begrijpen waarom zij door de voorzienigheid zo wreed aan het gezin was ontrukt. Toch vond ze ook nog tijd om zich af te vragen waarom haar vader in deze omstandigheden Godfrey meetroonde. Al besefte ze dat ze geen idee had wat een jongeheer gewoonlijk te wachten stond als hij in zo’n parket verkeerde. Ze sprak wel van ‘deze omstandigheden’, maar de aard van die omstandigheden was haar volkomen duister.

Dat voelde ze des te sterker toen bij haar vaders komst alles heel anders bleek te gaan dan zij had verwacht. De hele zaak bleef in een onverbrekelijk stilzwijgen gehuld—geen drama, geen openheid, geen wanklank. Het drama had zich al afgespeeld in Londen, dat was van de gezichten van beide mannen af te lezen, al probeerden ze het te verbloemen; zodat ze nu gewoon het avondmaal genoten als altijd, met Beatrice en Muriel en de gouvernante, en het zelfs bijna gezellig was, als gevolg van hun wens om iedere openheid te vermijden. Adela bewonderde dit in haar vader; als mevrouw Godfrey tegen hem tekeer was gegaan, wist ze hoe hij zich moest voelen, en toch gedroeg hij zich ronduit hoffelijk. Hij was heel vriendelijk, hij keek niet naar zijn zoon, en bij vlagen leek hij haast ziek van verdriet. Godfreys gedrag was al even ondoorgrondelijk, en in dat opzicht totaal anders dan tijdens de confrontatie in het park. Hij wilde carrière maken in de diplomatieke dienst (met zo’n echtgenote!—dat deed toch al zijn kansen teniet?) en toonde zich nu professioneel genoeg om een masker op te zetten.

Nog voor ze van tafel opstonden was haar verwarring compleet, zo weinig gevolgen als ze bespeurde van deze grote oorzaken. Ze had zich schrap gezet voor een knallende scène, maar er hing een sfeer zo wee als chloroform. Het ontging haar geen moment dat haar vader intens bedroefd was—deerniswekkend als iedere afgewezen minnaar. Hij was geknakt, maar gaf geen blijk van wrok; het drukte hem zwaar op het hart, maar hij droeg het met verve door zich voor het diner net zo piekfijn te kleden als anders. Ze vroeg zich af hoe hevig de ruzie in Londen wel niet moest zijn geweest, dat zijn woede nu was uitgeraasd. Hij deed alles zoals het hoorde, inclusief de nazit alleen met zijn zoon. Toen de mannen uit de eetkamer kwamen, vroeg hij Beatrice en Muriel mee naar de biljartkamer; en aangezien juffrouw Flynn zich discreet terugtrok, bleef Adela alleen achter met Godfrey, die compleet veranderd was en niet langer woedend. Ook hij was geknakt, maar niet zo deerniswekkend als

Page 26: fmlekens.home.xs4all.nl  · Web viewZe vatte het plan op om wat gasten uit te nodigen, maar toen ze dat opperde, vroeg haar vader wat die mensen in hemelsnaam op Overland moesten

zijn vader. Hij was alleen uiterst correct en verontschuldigend. Hij zei tegen zijn zus: ‘Het spijt me vreselijk dat jíj ermee werd lastiggevallen. Daar had ik geen moment rekening mee gehouden.’

Ze begreep niet meteen wat hij bedoelde, tot ze besefte dat hij het over de blondine had. Toch wist ze niet goed hoe ze moest reageren; misschien had zijn vader met hem afgesproken dat ze er maar het beste van moesten maken. Maar haar eigen wanhoop klonk door in de vraag die ze prevelde: ‘O Godfrey, Godfrey, is het waar?’

‘Ik ben ook zo’n enorm uilskuiken—je mag me uitmaken voor wat je wilt. Je kunt me niets ergers naar het hoofd slingeren dan ik zelf al heb gedaan.’

‘Broertje, broertje!’ kreunde ze toen ze dat hoorde. Hij gebaarde dat ze niet moest jammeren, en ze vroeg: ‘Wat heeft vader gezegd?’

Godfrey keek over haar heen. ‘Hij geeft haar zeshonderd pond per jaar.’

‘O, hij is een engel!’‘Op voorwaarde dat ze uit mijn buurt blijft. Dat heeft ze plechtig

beloofd, en ze zal me ook wel met rust laten, om haar geld te krijgen. En anders kan ik het in de diplomatie wel vergeten.’ De jongeman had zijn blik door de kamer laten dwalen om haar niet te hoeven aankijken, maar uiteindelijk gaf hij dat op en ontving ze de trieste biecht van zijn ogen. ‘Ik heb in een hel geleefd,’ zei hij.

‘O, broertje, broertje!’ herhaalde ze.‘Ik ben niet achterlijk, maar bij haar heb ik me wel zo gedragen.

Vraag me er niet naar, je kunt het beter niet weten. Het gebeurde allemaal in één dag, en stel je eens voor hoe ik er daarna aan toe was—terwijl ik moest studeren!’

‘Godzijdank heb je het gehaald!’ riep Adela uit.‘Anders had ik mezelf een kogel door de kop gejaagd. Ik heb

gisteren een vreselijke dag met vader gehad, het heeft tot ’s avonds laat geduurd. Volgende week verlaat ik het land. Hij heeft me meegenomen om hier de schone schijn op te houden—om de kinderen niets te laten merken.’

‘Hij is grandioos!’ prevelde ze.‘Nou en of!’ zei Godfrey.‘Heeft zíj het hem verteld?’ vroeg ze.‘Ze is regelrecht van hier naar Seymour Street gegaan. Eerst sprak

ze hem alleen, toen heeft hij mij erbij gehaald. Dat heerlijk samenzijn heeft een uurtje geduurd.’

‘Arme, arme vader!’ zei Adela, waarop haar broer zweeg. Toen hij even later zei dat het precies de scène was geweest waarvoor hij tijdens het blokken voortdurend had gevreesd, stamelde ze haar medeleven en bewondering uit voor die opeenstapeling van zorgen en de triomf van zijn talent, en ze vroeg: ‘Heb je het hem nog verteld?’

‘Wat?’‘Wat je hem zou vertellen: wat ík heb gedaan.’Godfrey wendde zijn blik af, alsof die ondergeschikte kwelling hem

nu weinig meer kon schelen. ‘Ik was wel kwaad op je, maar mijn woede bekoelde weer. Ik heb niets gezegd.’

Page 27: fmlekens.home.xs4all.nl  · Web viewZe vatte het plan op om wat gasten uit te nodigen, maar toen ze dat opperde, vroeg haar vader wat die mensen in hemelsnaam op Overland moesten

Adela sloeg haar handen ineen. ‘Omdat je aan moeder dacht!’‘Ach, begin toch niet over moeder,’ zei de jongeman zacht.Het was geen vrolijk moment, en ze mompelde: ‘Nee... Als je aan

haar had gedacht...’Daarop keek Godfrey haar weer aan, met een kleine fonkeling in

zijn ogen. ‘O, maar dat had niets uitgemaakt. Ik dacht dat dit een goede vrouw was. Ik geloofde in haar.’

‘Is ze héél erg?’ vroeg haar zus.‘Ik zal het nooit meer met jou over haar hebben,’ zei Godfrey

plechtig.‘Geloof maar dat ik ook niet meer over haar zal beginnen. En vader

weet het dus niet?’ vervolgde ze.‘Wat niet?’‘Wat ik tegen mevrouw Churchley heb gezegd.’‘Ik denk het niet, maar dat moet je zelf maar uitvissen.’‘Dat zal ik doen,’ zei Adela. ‘Maar wat had mevrouw Churchley er

nu mee te maken?’‘Met mijn miserie? Ik had het haar opgebiecht. Ik moest het toch

aan iemand kwijt.’‘Waarom niet aan mij?’Godfrey aarzelde. ‘Ach, jij vat alles zo verschrikkelijk zwaar op—jij

maakt altijd zo’n heisa.’ Adela sloeg haar handen voor haar gezicht en hij vervolgde: ‘Ik zocht troost, geen schrobbering. Ik dacht dat ik gek werd. Ik hoopte dat mevrouw Churchley het aan vader zou kunnen vertellen, dat ze een goed woordje voor me kon doen en hem kon helpen de schok te verwerken. Ze was vreselijk aardig voor me, ze luisterde en ze begreep me, ze kon zich voorstellen hoe het was gekomen. Zonder haar was ik eraan onderdoor gegaan. Ze mocht mij wel, hoor,’ liet Godfrey vallen. ‘Ze zei dat ze haar best voor me zou doen. Ze was heel meelevend en vindingrijk. Ik bouwde echt op haar. Maar toen jij je ermee ging bemoeien, bedierf je natuurlijk alles. Daarom was ik zo kwaad op je. Omdat zij toen niets meer voor me kon doen.’

Adela liet haar handen in haar schoot vallen en staarde voor zich uit. Het was alsof ze in duisternis had gewandeld. ‘Zodat hij alles in zijn eentje moest trotseren?’

‘Dame!’ zei Godfrey, die zijn Frans stevig had bijgespijkerd.2

Muriel verscheen in de deuropening om te zeggen dat papa hen vroeg om erbij te komen, en de volgende dag keerde Godfrey terug naar de stad. Zijn vader bleef de rest van de zomer en het hele najaar onafgebroken op Overland, wat Adela de kans gaf om er, zoals ze gezegd had, achter te komen of hij van haar bemoeienis op de hoogte was. Toch slaagde ze daar niet in. Hij wist dat mevrouw Churchley hem de bons had gegeven en hij wist dat zijn dochter daar verheugd over was, maar het verband tussen die twee feiten leek hij niet te zien. En vreemd genoeg was een van de zaken die hij het duidelijkst zag—Adela’s stille triomf—nu juist iets wat verdere ontboezemingen steeds meer in de weg stond.

Ze had te zeer met hem te doen om alleen maar blij te zijn. Ze zag hoe hij zich probeerde te interesseren voor het vee en de ontwatering, en ze deed haar uiterste best zijn periodiek oplaaiende liefde voor de

Page 28: fmlekens.home.xs4all.nl  · Web viewZe vatte het plan op om wat gasten uit te nodigen, maar toen ze dat opperde, vroeg haar vader wat die mensen in hemelsnaam op Overland moesten

orchideeënkweek aan te wakkeren. Ze vatte het plan op om wat gasten uit te nodigen, maar toen ze dat opperde, vroeg haar vader wat die mensen in hemelsnaam op Overland moesten doen. Het was een verduveld saai oord, zei hij, met alle respect voor haar kwaliteiten. Beatrice en Muriel begrepen er niets van: alle vooruitzichten op leuke uitjes waren volledig verdampt. Het leek erop dat ze nooit meer onder de mensen zouden komen. Kolonel Chart liep doelloos en verveeld rond; hij ijsbeerde in zijn kamer en begon weer te roken, wat slecht voor hem was, en staarde mistroostig uit het raam alsof hij iets hoopte te zien komen. Verwachtte hij mevrouw Churchley, dacht hij dat ze zou bijdraaien? Adela was ervan overtuigd dat ze daar geen enkel teken van gaf. Ze vond het wel opmerkelijk dat mevrouw Churchley haar gewiekste jonge bezoekster niet had verraden. Misschien schatte Adela haar medemens te laag in, maar volgens haar zouden veel vrouwen onder deze omstandigheden minder terughoudend zijn geweest. Gezien het eergevoel waar deze dame nu blijk van gaf, moest ze hoger worden aangeslagen dan gedacht.

Adela wist dat haar vader zwaar onder de last van Godfreys misstap gebukt ging en danig ontriefd was door de zeshonderd pond die hij dat afschuwelijke mens jaarlijks moest betalen. Ongetwijfeld kreeg hij heel nare brieven van haar, ongetwijfeld dreigde ze de vuile was buiten te hangen. Als de wereld hier lucht van kreeg, zou het op slag gedaan zijn met Godfreys carrière. Die vond Madrid charmant en curieus, maar zijn vrouw bleef in Engeland, waar zijn vader haar moest verduren. Adela putte een droeve troost uit de gedachte dat haar moeder dít tenminste niet meer hoefde mee te maken—het zou haar dood zijn geweest; maar dat maakte haar niet blind voor het feit dat haar vader de steun ontbeerde van iemand om zijn problemen mee te bespreken. Het kwam niet in hem op om dat met haar te doen, en zij durfde hem er niet naar te vragen. Binnen het gezin wilde hij geen woord over de hele kwestie horen.

In het begin van de winter ging hij tien weken naar het buitenland en liet haar met haar zussen alleen achter in het buitenhuis, waar in dit jaargetijde—dat viel niet te ontkennen—weinig te beleven viel. Ze was een beetje beducht dat haar schoonzus haar weer op het dak zou vallen; maar dat bleef haar bespaard, en het stilzwijgen van een dergelijk persoon had vermoedelijk een hoge prijs: ze moesten ongetwijfeld op bijkomende kosten rekenen.

Kolonel Chart ging naar Parijs en Monte Carlo en bezocht daarna zijn zoon in Madrid. Adela vroeg zich af of hij mevrouw Churchley ook ergens zou zien, want als die inderdaad een jaar op reis was, verbleef ze nu nog op het vasteland. Als hij haar tegenkwam, zou het vuur wellicht weer oplaaien; ze betrapte zich erop dat ze daarover mijmerde. Maar haar vader kwam terug zonder nieuws over haar, en omdat ze hem een tijd niet had gezien, viel haar weer op hoe afgedankt en uitgeleefd hij eruitzag. Dat stond haar niet aan, het maakte haar kwaad. Ze had bijna willen zeggen dat je zo niet met een man mocht omgaan.

In maart keerden ze allemaal terug naar de stad, en op een van de eerste dagen in april zag ze mevrouw Churchley in het park. Blijkbaar

Page 29: fmlekens.home.xs4all.nl  · Web viewZe vatte het plan op om wat gasten uit te nodigen, maar toen ze dat opperde, vroeg haar vader wat die mensen in hemelsnaam op Overland moesten

bleef zijzelf onzichtbaar voor die dame—zijzelf en Beatrice en Muriel, met wie ze in hun moeders flesgroene landauer zat. Mevrouw Churchley zat hoger dan ooit en reed hen voorbij zonder een blik van herkenning; maar dat weerhield Adela er niet van om nog voor het einde van de maand bij haar langs te gaan. Net als bij haar vorige gedenkwaardige bezoek ging ze in de ochtend, en weer had ze het geluk te worden ontvangen. Maar ditmaal duurde het onderhoud niet zo lang, en een week later—een troosteloze week—schreef ze haar broer in Madrid het volgende:

Ik kon het niet langer verdragen—ik heb alles opgebiecht en alles teruggenomen. Ik heb zo goed mogelijk uitgelegd dat er niets klopte van wat ik haar tien maanden geleden heb verteld, en wat mijn zuivere maar kortzichtige motieven toen waren. Ik smeekte haar te doen alsof het niet was gezegd, mij te vergeven, mij niet al te zeer te verachten, erbarmen te hebben met mijn arme, volmaakte vader, en bij hem terug te komen. Ze reageerde vrolijker dan je zou verwachten, sterker nog: ze moest er hartelijk om lachen. Ze had nooit enig geloof aan mijn verhaal gehecht—dat was te zot voor woorden. Ze had alleen een hartgrondige hekel aan mij gehad. Ze vond me enorm achterbaks (daar wond ze geen doekjes om), en ze had tegen papa gezegd dat ze mij een kreng vond. Ze had hem gezegd dat ze nooit met zo iemand onder één dak kon leven, en dat hij me elders moest onderbrengen, aangezien ik toch nooit zou trouwen. Kortom, ze walgde van me. Papa heeft het toen voor mij opgenomen, hij weigerde mij op te offeren, en in feite heeft dat tot hun breuk geleid. Papa heeft haar, als het ware, opgegeven omwille van mij. Stel je toch voor, die engel—en stel je voor wat ik de rest van zijn leven voor hem moet proberen te zijn! Mevrouw Churchley komt nooit meer terug—ze gaat trouwen met Lord Dovedale.

Page 30: fmlekens.home.xs4all.nl  · Web viewZe vatte het plan op om wat gasten uit te nodigen, maar toen ze dat opperde, vroeg haar vader wat die mensen in hemelsnaam op Overland moesten

Nawoord

‘The Marriages’ is een van de minder bekende werken van James, maar dit verhaal over de soms bizarre gedachtekronkels van Adela Chart behoort tot mijn favorieten. Dat gold blijkbaar ook voor Robert Louis Stevenson, de auteur van Schateiland en een goede vriend van James. In oktober 1891 schreef hij hem vanaf Samoa, waar hij voor zijn gezondheid verbleef: ‘Mijn beste Henry James, verwacht van dit verontruste en opgejaagde schepsel niet meer dan een kort krabbeltje, en dat dan in de vorm van een jubelkreet voor Adela. O, ze is verrukkelijk, verrukkelijk; ik zou wel willen leven en sterven met Adela—sterven nog het meest; nooit eerder heb je zoiets raaks geschreven, en nooit zul je dat overtreffen.’3

Een wereld van verschil, zo besefte Stevenson, met de avonturenverhalen waar hij op dat moment zelf (overigens tot volle tevredenheid) aan werkte, zoals het vervolg op Kidnapped. Hij sloot zijn korte brief af met de volgende ‘beëdigde verklaring van R.L.S.’:

Geen mens ter wereld kan zich met Adela meten: ik aanbid Adela en haar schepper. Is getekend, Robert Louis Stevenson.

Volgt nog een subliem gedicht.

Adela, Adela, Adela Chart,Wat doe je me aan? Denk toch aan mijn hart!Geen vrouw die ooit zo mooi te boek is gesteld.Jij bent de beste, jij bent nu mijn held.Jij bent echt precies wat je broer van je zei:‘Volslagen gestoord’—Adela, dat ben jij!Een gek zo verrukkelijk als dit domme wichtVind je nergens op aarde, in geen enkel gesticht.O, stapelverliefd sluit ik jou in mijn hart,Ik loof je en lach om je, Adela Chart—Hoewel ik de Heer wel graag dankzeggen zoudat jij niet mijn kind bent, en ook niet mijn vrouw.Want voor je familie ben jij best wel hard:Je drijft ze tot zelfdoding, Adela Chart!Maar in deze schets van James’ vaardige handBen jij ’t zonnetje in huis, de mooiste van ’t land.

R.L.S.

En mocht dan nog niet duidelijk zijn hoezeer hij van het verhaal heeft genoten—na de ondertekening volgde een tweede oprisping van rijmelarij:

Eructavit cor meum.4

Mijn hart zong nog het een en ander van Adela Chart.

Page 31: fmlekens.home.xs4all.nl  · Web viewZe vatte het plan op om wat gasten uit te nodigen, maar toen ze dat opperde, vroeg haar vader wat die mensen in hemelsnaam op Overland moesten

Liefdespijlen raakten mij wel vaker in het hart,Maar nooit leed ik zo’n smart als van Adela Chart.Boeken zitten vol vrouwen, van zacht tot keihard,Maar waar vind je de stoerheid van Adela Chart?Ik droomde dat ik naar de galg werd gekard—Droomde dat ik gehuwd was met Adela Chart;Uit de eerste ontwaakte ik doodsbang, benard,Uit de tweede verbijsterd, o Adela Chart!

Je ziet, er werd mij nog een vers ontrukt; de wreedheid van de Muze kent geen grenzen.

De wreedheid van James’ nietsontziende kijk op dit gezin trouwens evenmin: zijn verhaal is een sardonisch freudiaans sprookje over het victoriaanse familieleven.

Dat het verhaal zo onbekend is, voelt bijna als een onrecht. Het is wel begrijpelijk dat een origineel werk als What Maisie Knew grotere bekendheid geniet, en dat Ian McEwans terecht befaamde roman Atonement (Boetekleed in de vertaling van Rien Verhoef), die van meet af aan vergelijkingen opriep met het werk van James, critici dus vooral aan die roman deed denken—zozeer zelfs dat de uitgever in 2007 beide romans samen als één pakket presenteerde in de Vintage Twin Classics-reeks. Maar de manier waarop de bemoeizucht van de vroegrijpe Briony Tallis in Boetekleed een onherstelbare puinhoop aanricht in de levens van haar zus en dier vriendje, doet mij eerder denken aan de goedbedoelde maar rampzalige misstappen van (de weliswaar iets oudere, maar ook voortdurend als ‘girl’ aangeduide) Adela Chart in ‘De huwelijken’.

En ik noem dat een sprookje omdat ik hier en daar, zoals in bepaalde beschrijvingen van mevrouw Churchley en het motief van de kleur rood, subtiele verwijzingen naar sprookjes als Roodkapje meen te ontwaren. Dat komt natuurlijk voort uit de gedachtewereld van de hoofdpersoon: het is Adela die in mevrouw Churchley onbewust een grote boze wolf ziet.

En dat sprookje is freudiaans omdat het na Freud nu eenmaal moeilijk is om sprookjes nog anders te lezen. Welke hedendaagse lezer krijgt geen ongemakkelijk gevoel bij de boetedoening die Adela zichzelf aan het slot van het verhaal oplegt (‘stel je voor wat ik de rest van zijn leven voor hem moet proberen te zijn!’)? Dat mag dan ook mijn keuze verklaren voor de omslagillustratie, het schilderij De wandeling (vader en dochter) van David Oyens (1842-1902).

‘The Marriages’ verscheen voor het eerst in boekvorm in The Lesson of the Master and other stories (1892), terug te vinden op Wikisource; die eerste editie was de brontekst voor deze vertaling.

Een woord van dank is op zijn plaats voor Nele Ysebaert, die me met grondige en steekhoudende kritiek op een heel vroege versie van deze vertaling—alweer heel wat jaren geleden—de goede richting in duwde. Wat er nu nog aan schort, is natuurlijk geheel aan mij te wijten.

Page 32: fmlekens.home.xs4all.nl  · Web viewZe vatte het plan op om wat gasten uit te nodigen, maar toen ze dat opperde, vroeg haar vader wat die mensen in hemelsnaam op Overland moesten

Frank Lekensjanuari 2020

Page 33: fmlekens.home.xs4all.nl  · Web viewZe vatte het plan op om wat gasten uit te nodigen, maar toen ze dat opperde, vroeg haar vader wat die mensen in hemelsnaam op Overland moesten

Aantekeningen

Page 34: fmlekens.home.xs4all.nl  · Web viewZe vatte het plan op om wat gasten uit te nodigen, maar toen ze dat opperde, vroeg haar vader wat die mensen in hemelsnaam op Overland moesten

1 het seizoen: Het Londense seizoen, dat grofweg in de eerste helft van het jaar viel (officieel, d.w.z. volgens de etiquette-gids van Debrett, van april tot augustus), was de periode waarin de landadel in Londen vertoefde om daar aan allerlei sociale activiteiten deel te nemen. De rest van het jaar verbleef die landadel buiten de stad en was er voor de hoge kringen in Londen minder te doen.2 Dame: hier is niet het Franse (en ook wel Engelse) woord voor vrouw bedoeld, maar de milde Franse vloek dame, ‘drommels, verrek’.3 In oktober 1891 schreef hij: De brief van Stevenson is onder meer na te lezen in Henry James and Robert Louis Stevenson (1948) van A.J. Smith, online beschikbaar op Internet Archive.4 Eructavit cor meum: ‘Mijn hart sprak.’ Een citaat uit psalm 44 in de oude Latijnse Vulgaat-versie.