106
Dienstencentrum Sint-Vincentius -1-

huizesintvincentius.be · Web viewDeze 3 groepen waren het eens dat de kracht van onze organisatie in de kernprocessen ligt. Het zijn ook de kernprocessen die uit de zelfevaluatie

  • Upload
    others

  • View
    4

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Dienstencentrum Sint-Vincentius

Huize Sint-Vincentius VZW

Dorpsstraat 72 3545 Halen – Zelem

Tel. 013/44.11.22

Fax. 013/44.36.77

E-mail : [email protected]

website : www.huizesintvincentius

Dankjewel

voor je tomeloze inzet,

voor je positieve kijk

elke dag opnieuw!

Vertrouwen geven,

is verbinding beleven.

Om dingen anders te maken,

Willen we de ander respectvol raken.

Door krachten in de verf te zetten,

door verantwoordelijkheid te delen,

zijn we ineens met velen.

Velen om onze jongeren en gezinnen te dragen,

dat is waar wij actief naar vragen!

Ter gelegenheid van dit jaarverslag danken wij :

· alle verwijzende instanties voor hun vertrouwen en samenwerking;

· alle aanmelders, hulpverleners, scholen en andere instanties die meehelpen aan de realisatie van onze doelstellingen;

· alle ouders en jongeren die ons hun vertrouwen geven;

· de leden van de Algemene Vergadering en van de Raad van Bestuur van VZW Huize Sint-Vincentius;

· de congregatie van de Zusters van Sint-Vincentius à Paolo te Deinze;

· de personeelsleden voor hun niet aflatende inzet.

VOORWOORD

Het voorbije jaar was een historisch jaar in de geschiedenis van vzw Huize Sint-Vincentius.

De ingrijpende ombouw van de organisatie naar ‘regionale functionele modulaire entiteiten’ betekende een omwenteling in de werking van onze vzw.

Ons hulpverleningsaanbod, bestaande uit 292 gediversifieerde hulpverleningsmodules, is sinds 01 september 2014 per regio (Oost-Brabant, West-Limburg, Zuid-Limburg) gebundeld in “multifunctionele moduleclusters” in plaats van per werkvorm.

Deze regionale indeling zal het totale moduleaanbod van onze organisatie meer beheersbaar maken in kleinschaliger multimodale entiteiten.

Voor het kamer- en studiotrainingscentrum voor meisjes “Raat” plannen we een eigen evolutie op maat van de eigenheid van dit centrum.

Als aanloop naar de invoering van deze regionale multifunctionele moduleclusters is er in de ganse organisatie enorm veel voorbereidend werk geleverd. Het was belangrijk oog te hebben voor een geleidelijk op weg gaan en een brede gedragenheid in alle geledingen van de organisatie.

Samen hebben we op onderbouwde wijze de lijnen uitgezet naar het nieuwe organisatieconcept dat sinds 01 september 2014 operationeel is.

Het doel van deze veranderingen is de dienstverlening aan jongeren en gezinnen te versterken. De veranderingen zullen ons toelaten om het modulair aanbod binnen onze organisatie beter te kunnen beheren ten dienste van de jongeren en gezinnen, alsook een versterkt aanbod inzake hulpverlening te bieden, op maat van de vraag van cliënten en met meer mogelijkheden tot flexibiliteit en naadloos schakelen.

We beögen nog meer continuiteit, verbinding en 'rode draad' te realiseren in onze hulpverlening doorheen schakelingen tussen zorgvormen.

Als basis voor deze ontwikkelingen hebben we de 2 voorbije jaren, in brede gedragenheid met alle medewerkers in onze organisatie, duidelijke beleidskeuzes gemaakt inzake hulpverlening en inzake ondersteunende organisatiestructuur.

We hebben gebouwd aan een fundering met een aantal basisprincipes, een aantal bouwstenen als grondslag. Enkele hiervan zijn :

· Hulpverlening dient vraaggestuurd te zijn en in te spelen op de zorgbehoefte van de jongere en zijn context.

· Hulpverlening gebeurt op maat en op tempo van cliënten.

· De cliënt en zijn belang staat centraal, waarbij we gelijktijdig ook de contextbegeleiding verder versterken en nog meer centraal stellen als een basismodule die kan gecombineerd worden met andere hulpverleningsmodules in ons aanbod of in extern aanbod. Hiertoe hebben we het aantal contextbegeleiders gevoelig verhoogd.

· We richten ons op kracht- en oplossingsgerichte methodieken die wetenschappelijk onderbouwd zijn.

We werken krachtgericht (appel op nemen van verantwoordelijkheid, jongeren en ouders in hun kracht zetten, inspelen op hun sterkten, hun talenten en competenties).

· Hierbij vertrekken we vanuit een waarderende, positieve benadering.

Om dit alles in het belang van het cliëntsysteem, beter mogelijk te maken, in een kader met een ruim, gedifferentieerd hulpaanbod is onze organisatie getransformeerd naar regionale multifunctionele moduleclusters, waarin per regio verschillende zorgvormen in één pakket worden aangeboden.

In de nieuwe organisatiestructuur worden per regio diverse zorgvormen flexibel inzetbaar in functie van de zorgnoden, en dit onder één regie. Er kan soepel en vlot geschakeld worden tussen zorgvormen naargelang de behoefte.

Door het creëren van één contextteam voor elk regionaal multifunctioneel modulecluster vermijden we breuken in de contextbegeleiding.

We hebben geöpteerd voor een centralisatie van de contextbegeleiders per regio in één team om beter de verbinding te kunnen realiseren bij schakelingen tussen de diverse hulpverleningsmodules en alzo de continuiteit in begeleidingstrajecten beter te kunnen realiseren.

De contextbegeleiders vormen “de rode draad” in de begeleiding doorheen de diverse zorgmodules. De draad van hulpverlening dient niet telkens na elke schakeling tussen aangeboden hulpvormen opnieuw opgenomen.

Er ontstaat meer naadloze hulp op maat. De continuïteit wordt verzekerd door de contextbegeleider die met jongere en ouders als vertrouwenspersoon, als verbindingsfiguur mee door diverse modules schuift.

Bij heel deze transitie is de brede gedragenheid van personeel en de actieve betrokkenheid van gebruikers belangrijk.

Parallel met deze fundamentele ontwikkeling waren er in 2014 in onze organisatie andere belangwekkende evoluties :

· Een nieuwe gemengde leefgroep voor verblijf en studiotraining voor +12 jarigen werd voorbereid en opgestart in de Prins Albertlaan 50 A te Sint-Truiden. Als naam voor deze afdeling werd gekozen voor 'Karakt'. Deze naam verwijst zowel naar de de voormalige oogartsenpraktijk in deze woning als naar de streek Haspengouw. Tevens is de naam een knipoog naar de pedagogische finaliteit van dit centrum.

· Op hetzelfde adres werd ook huisvesting voorzien voor het contextteam en de coördinatoren van de regionale functionele entiteit “Zuid-Limburg”.

· De leefgroepen “Paviljoen” en “Pardoes” in Zelem-Halen fuseerden tot de verticale leefgroep “Strapats”.

· Er werd een huisvesting gezocht en gevonden voor het contextteam en de coördinatoren van de regionale functionele entiteit Oost-Brabant.

Deze accommodatie wordt in de loop van 2015 verbouwd en aangepast aan zijn nieuwe functie. We hopen de nieuwe accommodatie aan de Oude Baan 19 te Diest in het najaar 2015 in gebruik te kunnen nemen.

· Naar de toekomst toe werd er binnen de vzw een nieuwe directiestructuur uitgetekend. Deze nieuwe structuur wordt momenteel geleidelijk en stapsgewijze ingevoerd.

· Naast al deze interne ontwikkelingen startte op 01 maart 2014 de intersectorale toegangspoort. Het CBJ en de bemiddelingscommissie verdwenen.

Het OCJ (ondersteuningscentrum Jeugdhulp) werd opgericht om samen met het VK (vertrouwenscentrum kindermishandeling) als gemandateerde voorzieningen de maatschappelijke noodzaak te bewaken.

De intersectorale toegangspoort regelt nu de instap naar de niet-rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp (NRTJ).

De brede instap naar de rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp (RTJ) wordt voortaan gerealiseerd door CLB, CAW, CGG en andere eerstelijnsdiensten.

Er is heel wat veranderd en in beweging gebracht het voorbije jaar 2014.

Ook voor 2015 kondigen zich verdere ingrijpende sectorale en interne veranderingen aan zoals het rechtstreeks toegankelijk worden van contextbegeleiding en dagbegeleiding, de invoering van een zelfevaluatiesysteem op kwaliteitsvlak, de verdere informatisering van onze werking, de invoering van een cliëntregistratiesysteem en de hererkenningsinspecties van voorzieningen.

Samen willen we er werk van maken om de lopende en de zich aandienende uitdagingen en veranderingen met veel inzet en bewogenheid aan te pakken in functie van een betere kwalitatieve zorg voor jongeren en hun gezinnen.

Jef Lemmens

Directeur

HOOFDSTUK 1 : PROCES ZELFEVALUATIE

Geïnspireerd door de evoluties in kwaliteitszorg en de op dat moment in voorbereiding zijnde uitvoeringsbesluiten van het kwaliteitsdecreet, startten we in het najaar van 2013 een proces van zelfevaluatie binnen onze organisatie op. Reeds jaren doen we via diverse wegen en methodieken aan zelfevaluatie, zij het telkens voor diverse onderdelen en nog niet als een geïntegreerd proces in het kwaliteitsbeleid.

We besloten om een "punt 0", een eerste stand van zaken binnen onze organisatie op de diverse domeinen, te bepalen. We baseerden ons hierbij op de groeiniveau's van het EFQM-model, zoals vertaald naar onze sector en ons bezorgd door het Agentschap Jongerenwelzijn. Deze fase van de zelfevaluatie eindigt met een score op elk onderdeel van deze groeiniveau's.

Om deze score te bepalen en de zelfevaluatie te onderbouwen, gingen we gefaseerd te werk.

In eerste instantie kozen we voor een zelfevaluatie in groep. Dit deden we aan de hand van twee intensieve sessies binnen de overlegstructuur van de stuurgroep kwaliteit in het najaar van 2013 (24/10/2013 en 28/11/2013). We kozen voor dit platform omdat de deelnemers (verantwoordelijken, coördinatoren en directie) het best op de hoogte zijn van de evoluties in het kwaliteitsgebeuren en zij op beleidsmatig vlak de organisatie aansturen.

We overliepen elk onderdeel van de kwaliteitszorg, kernprocessen, gebruikersresultaten, medewerkersresultaten en samenlevingsresultaten en gingen na welke indicatoren we in huis hadden om het niveau van dat onderdeel te bepalen.

We noteerden dit per onderdeel en kwamen zo aan een eerste en voorlopige inschaling van onze organisaties op de diverse groeiniveau's.

We hielden ons aan het principe dat alle onderdelen per niveau aantoonbaar dienen te zijn vooraleer de score van dat niveau toe te kennen. Bij een aantal groeiniveau's kunnen we ook onderdelen van een hoger niveau aantonen, maar deze brachten we dan niet in rekening. Gemiddeld gaven we onszelf een niveau 2, enkel de onderdelen uit de kernprocessen scoorden beter.

De voornaamste vaststelling na deze eerste grondige analyse was dat we hard werken aan verschillende onderdelen van het kwaliteitsgebeuren. Het ontbreekt ons echter aan een duidelijke visie op kwaliteitszorg en aan een systematiek in het kwaliteitsgebeuren. We doen teveel losse acties en nemen teveel initiatieven zonder systematische borging, zonder systematische evaluatie, zonder systematisch de effecten en gevolgen op andere onderdelen van het kwaliteitsgebeuren mee in beschouwing te nemen.

Als reactie hierop zijn we in het voorjaar van 2014 met een werkgroep gestart die de opdracht kreeg de visie op kwaliteit te omschrijven waarin een kwaliteitssysteem ontwikkeld wordt. In het najaar kon deze werkgroep al een eerste versie van de tekst voorstellen.

In de tweede fase van de zelfevaluatie, maakten we gebruik van vragenlijsten uit het systeem Prose. We gebruikten hiervoor de Quickscan, op dat moment het meest geschikte instrument voor deze analyse. We vonden het in deze fase belangrijk om medewerkers vanuit de organisatie te betrekken bij de analyse. We zochten hiervoor vrijwilligers die zich betrokken voelen bij het beleid en kwaliteitsgebeuren. In de maanden februari en maart 2014 organiseerden we de bevraging aan de hand van de Quickscan, opgedeeld in 3 aparte groepen:

1. de leden van de stuurgroep kwaliteit (12 deelnemers)

2. hoofdbegeleiders op vrijwillige basis (9 deelnemers)

3. begeleiders uit leefgroepen en dagcentra en contextbegeleiders, op vrijwillige basis (15 deelnemers)

Deze 3 groepen waren het eens dat de kracht van onze organisatie in de kernprocessen ligt. Het zijn ook de kernprocessen die uit de zelfevaluatie in groep de hoogste score behaalden. Het strategisch beleid, het personeelsbeleid en de waardering door de maatschappij scoorden het laagst. Ook dit waren conclusies uit de zelfevaluatie in groep. Een meer gedetailleerde lezing van de diverse onderdelen leerde ons dat we op vlak van communicatie intern (communicatieprocessen, transparantie) en extern (profilering ten aanzien van de buitenwereld) nog stappen te zetten hebben.

In de vergaderingen van de stuurgroep kwaliteit van mei en juni 2014 (22/05/2014 en 19/06/2014) brachten we alle input vanuit beide methodieken samen per onderdeel van het model en finaliseerden we onze zelfevaluatie.

Het eindresultaat van de zelfevaluatie sluit aan bij de eerste evaluatie in groep, en ziet er als volgt uit:

KWALITEITSZORG

Organisatie en visie

Niveau 2

Betrokkenheid

Niveau 2

Methodieken en instrumenten

Niveau 2

Verbetertraject

Niveau 2

KERNPROCESSEN

Onthaal van de gebruiker

Niveau 3

Doelstellingen en handelingsplan

Niveau 3

Afsluiting en nazorg

Niveau 3

Pedagogisch profiel

Niveau 2

Dossierbeheer

Niveau 3

GEBRUIKERSRESULTATEN

Klachtenbehandeling

Niveau 3

Gebruikerstevredenheid

Niveau 2

Effect van de hulpverlening

Niveau 1

MEDEWERKERSRESUTATEN

Personeelstevredenheid

Niveau 2

Indicatoren en kengetallen

Niveau 3

SAMENLEVINGSRESULTATEN

Waardering strategische partners

Niveau 1

Maatschappelijke opdrachten / tendensen

Niveau 2

Samen met het maken van deze analyse, noteerden we alle zaken die voor verbetering vatbaar waren of die we dienden aan te pakken en clusterden deze tot 14 grote actiepunten, die elk uit diverse onderdelen bestaan.

De 14 grote thema's zijn de volgende:

1. kwaliteitszorg en kwaliteitssysteem

2. communicatie en profilering naar de buitenwereld

3. aanpassen algemeen kwaliteitshandboek

4. communicatiebeleid

5. participatie

6. methodieken in de hulpverlening

7. verbetertraject

8. tevredenheidsbevragingen

9. nazicht en aanpassen procedures kwaliteit

10. visie op contextwerking

11. pedagogisch profiel modules en afdelingen actualiseren

12. implementeren van een cliëntregistratiedossier

13. bescherming van persoonsgegevens

14. lerende organisatie

In september 2014 stelden we deze thema's en hun bijhorende concrete actiepunten aan de verschillende afdelingen en teams voor. In overleg met hen bepaalden we de prioriteiten, die dan de basis vormen voor de verbeterpunten 2015 die hierna volgen.

Daarnaast ontwierpen we een eerste versie van een meerjarenplanning kwaliteit, waarin de overige thema's in volgorde van urgentie ingepland werden voor de komende 5 jaar. Hierbij gebruikten we onze evaluatiecyclus van 5 jaar (+ 1 integratiejaar) zoals we omschreven in onze visie op kwaliteit en kwaliteitssysteem, een tekst waarvan de ontwerpversie klaar was in het najaar 2014.

In de komende periode willen de visietekst kwaliteit en kwaliteitssysteem finaliseren en hulpmiddelen voor de toepassing ervan verder uitwerken, zoals de meerjarenplanning kwaliteit en het overzicht van de indicatoren voor de verschillende groeiniveau's.

HOOFDSTUK 2 : VERBETERACTIES 2015

0. INLEIDING

Uit de resultaten van de zelfanalyse die we in 2013 en 2014 uitvoerden, weerhouden we 11 verbeteracties voor het werkjaar 2015. Deze verbeteracties maken deel uit van een meerjarenplanning voor de komende 5 jaar (+1 integratiejaar).

We selecteerden die verbeteracties die het meest prioritair bevonden werden om zo snel mogelijk te behandelen. De andere thema's worden verder in de tijd in de meerjarenplanning opgenomen. Het opmaken en opvolgen van de verbeteracties gebeurt volgens de visie en procedures die omschreven staan in de tekst "visie op kwaliteit en kwaliteitssysteem".

1. VISIE OP KWALITITEIT EN KWALITEITSSYSTEEM

· Aandachtsgebied:

Het omschrijven, integreren en implementeren van een visie op integrale kwaliteitszorg met beschrijving van een kwaliteitssysteem en bijhorende procedures.

· Doelgroep:

Deze visie omvat de dagelijkse werking van alle medewerkers van de organisatie in de uitvoering van hun takenpakket en heeft als dusdanig effect op alle cliënten en betrokken externe partners.

· Doelstelling, motivering:

1. De visie op integrale kwaliteitszorg is omschreven in het kwaliteitshandboek;

2. Deze visie bevat een beschrijving van het kwaliteitssysteem, waartoe een systematische evaluatie van alle onderdelen van kwaliteitszorg behoort;

3. Deze visie bevat aan de hand van procedures en processen over het effectief bereiken van kwaliteitsdoelstellingen;

4. Deze visie beslaat alle domeinen van de organisatie. Deze domeinen zelf worden in aparte beleidsteksten omschreven;

5. Deze visie is geïntegreerd in de dagelijkse werking;

6. Er wordt verwezen naar de wijze waarop de participatie van medewerkers, cliënten en externe partners gebeurt;

7. De manier van opstellen, uitvoeren en evalueren van verbeteracties is omschreven alsook de wijze waarop hierover gerapporteerd wordt, zowel aan de betrokkenen bij de verbeteractie als aan de administratie jongerenwelzijn, als ten aanzien van de buitenwereld;

8. De inhoud van de visie op kwaliteit en kwaliteitssysteem dient gekend te zijn en opgevolgd te worden door de leden van de beleidsvergadering. De medewerkers, cliënten en derden zijn betrokken bij het kwaliteitsbeleid door de uitvoering ervan, maar dienen de inhoud en bijhorende kennis niet te beheren.

· Stappenplan

1. Deelnemers

· De werkgroep bestaat uit 5 leden van de beleidsvergadering die over dit thema volledige bevoegdheid hebben;

· De overige leden van de beleidsvergadering zijn betrokken partij: toetssteen, uitvoerder, opvolger van de gemaakte afspraken. Zij leveren advies, correcties, aanvullingen maar werken dit verbeterpunt niet uit. De eindverantwoordelijkheid ligt bij de werkgroep;

· Bij het begin van de uitvoering van de verbeteractie worden concrete afspraken gemaakt over het participatieniveau van de betrokkenen.

2. Verloop

· Bestaande werkgroep werkt opdracht verder uit;

· Werkgroep rapporteert maandelijks over de vooruitgang en stand van zaken tijdens de beleidsvergadering;

· Werkgroep sensibiliseert en geeft inhoudelijke toelichting aan de coördinatoren, waardoor de inhoud en het proces rond kwaliteitswerking en –systeem gekend en opgevolgd blijft;

· De werkgroep werkt de verschillende procedures uit die bij deze visietekst horen;

· Het resultaat wordt geïntegreerd in het algemeen kwaliteitshandboek.

3. Tijdschema

· Afronden beleidstekst tegen maart 2015

· Afronden bijhorende procedures tegen april 2015

· Opname in kwaliteitshandboek tegen mei 2015

4. Ingezette middelen

· Personele middelen

· Kwaliteitscoördinator neemt deel aan intervisiegroepen kwaliteit in Vlaams-Brabant en Limburg

· Evaluatiecriteria:

1. De leden van de beleidsvergadering kennen de visie op kwaliteit en kwaliteitssysteem;

2. De procedures worden toegepast;

3. Er wordt naar de tekst en procedures teruggegrepen als werkinstrument bij het kwaliteitsbeleid;

4. De visie en procedures voldoen aan alle criteria van (ten minste) groeiniveau 3 van alle onderdelen van kwaliteitszorg.

· Rapportage

1. Aan betrokkenen bij dit verbeterpunt:

· Maandelijkse rapportage op de beleidsvergadering;

· Via de toepassing van de tekst en procedures worden ook medewerkers, cliënten en derden betrokken zonder dat zij noodzakelijkerwijze deze inhoud dienen te kennen.

2. Aan administratie Jongerenwelzijn:

· Verslaggeving verloop van deze verbeteractie wordt opgenomen in het jaarverslag 2015, dat aan de administratie wordt bezorgd;

· Zelfevaluatie en kwaliteitssysteem is een onderdeel van de hererkenningsinspectie van 2015: het verslag van deze inspectie komt bij de administratie terecht.

3. Ten aanzien van buitenwereld:

· Het jaarverslag 2015 wordt op de website van Huize Sint-Vincentius geplaatst wanneer dit klaar is.

2. ZELFEVALUATIECYCLUS

· Aandachtsgebied:

In 2014 werd een eerste nulmeting van de werking van de organisatie uitgevoerd aan de hand van een zelfevaluatie en de verschillende groeiniveau’s gebaseerd op het EFQM-model. Er wordt een planning opgemaakt waarin alle onderdelen van de kwaliteitswerking worden opgenomen om op deze manier de werking van de kwaliteitscyclus te borgen.

· Doelgroep:

Het uitwerken van deze verbeteractie heeft effect op de dagelijkse werking van alle medewerkers van de organisatie in de uitvoering van hun takenpakket en heeft als dusdanig effect op alle cliënten en betrokken externe partners.

· Doelstelling, motivering:

1. Alle onderdelen van de kwaliteitswerking worden in een planning ingeroosterd;

2. De planning bestaat, conform de visie op kwaliteit en kwaliteitssysteem, uit 5 jaren en 1 integratiejaar;

3. Voor alle onderdelen van de kwaliteitswerking wordt nagegaan welke de mogelijke kwaliteitsindicatoren zijn;

4. De kwaliteitsindicatoren die momenteel gekend zijn en gebruikt worden, worden voorgesteld in een eerste overzicht;

5. De eerste en onvolledige versie van de meerjarenplanning kwaliteit, wordt hierdoor vervolledigd.

· Stappenplan

1. Deelnemers

· Deze verbeteractie wordt concreet uitgevoerd door de kwaliteitscoördinator en de adjunct-directeur;

· De overige leden van de beleidsvergadering zijn betrokken partij als toetssteen. Zij leveren advies, verbeteringen en correcties, maar voeren dit verbeterpunt niet uit. De eindverantwoordelijkheid voor dit verbeterpunt ligt bij de kwaliteitscoördinator en de adjunct-directeur;

· De medewerkers van de organisatie op het moment van de toetsing van de meerjarenplanning;

· Bij het begin van de uitvoering van de verbeteractie worden concrete afspraken gemaakt over het participatieniveau van de betrokkenen.

2. Verloop

· Overleg in kleine groep, bespreken, inplannen van de onderdelen van de kwaliteitswerking in de meerjarenplanning;

· Eerste basistekst opmaken rond indicatoren: wat, hoe, doel in onze organisatie;

· Ontwerpen van een eerste overzicht van indicatoren;

· Maandelijkse rapportage over de vooruitgang en stand van zaken tijdens de beleidsvergadering;

· De meerjarenplanning wordt getoetst bij de medewerkers van de organisatie via teamvergaderingen;

· Het resultaat wordt bekrachtigd tijdens de beleidsvergadering en vormt de basis voor de cyclus in de zelfevaluatie.

3. Tijdschema

· De meerjarenplanning is klaar in februari 2015

· Een eerste tekst rond indicatoren is klaar tegen maart 2015

· Een eerste overzicht van de indicatoren is klaar tegen april 2015

· Werken met indicatoren is een verbeterpunt voor 2016; de bijhorende verbeteractie wordt uitgeschreven tegen mei 2015.

4. Ingezette middelen

· Personele middelen

· Kwaliteitscoördinator neemt deel aan intervisiegroepen kwaliteit in Vlaams-Brabant en Limburg

· Evaluatiecriteria:

1. Er is een meerjarenplanning die de basis vormt voor de cyclus van zelfevaluatie;

2. Deze meerjarenplanning is goedgekeurd op de beleidsvergadering;

3. De medewerkers van de organisatie hebben notie van de meerjarenplanning en kunnen zich hierin vinden;

4. Er is een eerste tekst rond indicatoren;

5. Er is een eerste overzicht van indicatoren;

6. Deze indicatoren worden gebruikt bij de zelfevaluatie.

· Rapportage

1. Aan betrokkenen bij dit verbeterpunt:

· Maandelijkse rapportage op de beleidsvergadering;

· Via de toepassing van de tekst en procedures worden ook medewerkers, cliënten en derden betrokken zonder dat zij noodzakelijkerwijze deze inhoud dienen te kennen.

2. Aan administratie Jongerenwelzijn

· Verslaggeving verloop van deze verbeteractie wordt opgenomen in het jaarverslag 2015, dat aan de administratie wordt bezorgd.

· Zelfevaluatie en kwaliteitssysteem is een onderdeel van de hererkenningsinspectie van 2015: het verslag van deze inspectie komt bij de administratie terecht.

3. Ten aanzien van buitenwereld

· Het jaarverslag 2015 wordt op de website van Huize Sint-Vincentius geplaatst wanneer dit klaar is.

3. KWALITEITSHANDBOEK

· Aandachtsgebied:

Reeds in 2014 tekenden we een vernieuwde structuur van de kwaliteitshandboeken uit. Deze structuur werd besproken en goedgekeurd. Er werd een eerste aanzet tot samenstelling van deze vernieuwde boeken gegeven die nu in 2015 verder dient uitgewerkt te worden.

· Doelgroep:

Het aangepast kwaliteitshandboek dient als basisinstrument voor alle medewerkers van de organisatie en in de uitvoering van hun takenpakket. Hierdoor heeft het als dusdanig effect op de kwaliteit van de dienstverlening ten aanzien van alle cliënten en betrokken externe partners.

· Doelstelling, motivering:

1. Alle onderdelen van de kwaliteitsteksten vanuit de diverse afdelingen worden geïntegreerd in één kwaliteitshandboek dat voor de totale organisatie van toepassing is;

2. Het kwaliteitshandboek zit logisch in elkaar en is gebruiksvriendelijk in de praktijk;

3. Er worden afspraken gemaakt omtrent de gebruikte documenten, die wel kunnen verschillen naargelang de module of afdeling;

4. In de structuur en opbouw van het kwaliteitshandboek wordt rekening gehouden met de vereisten vanuit het kwaliteitsdecreet;

5. Het vernieuwde kwaliteitshandboek is een buikbaar tool, een werkinstrument voor de dagelijkse ondersteuning van de medewerkers.

· Stappenplan

1. Deelnemers

· Deze verbeteractie wordt concreet uitgevoerd door de kwaliteitscoördinator en de adjunct-directeur;

· De overige leden van de beleidsvergadering zijn betrokken partij als toetssteen. Zij leveren advies, verbeteringen en correcties, maar voeren dit verbeterpunt niet uit. De eindverantwoordelijkheid voor dit verbeterpunt ligt bij de kwaliteitscoördinator en de adjunct-directeur;

· Bij het begin van de uitvoering van de verbeteractie worden concrete afspraken gemaakt over het participatieniveau van de betrokkenen.

2. Verloop

· Opzoeken van alle bestaande teksten en informatie;

· Taakverdeling: wie doet wat en tegen wanneer;

· De teksten worden samen gebracht in het nieuwe handboek;

· Het vernieuwde voorstel wordt getoetst op de beleidsvergadering;

· Het vernieuwde handboek wordt intern verspreid via de overlegstructuur;

· Er worden slechts een beperkt aantal exemplaren afgedrukt.

3. Tijdschema

· De uitwerking van dit actiepunt loopt doorheen het jaar 2015

· Het is de bedoeling het vernieuwde kwaliteitshandboek klaar te hebben tegen het najaar 2015.

4. Ingezette middelen

· Personele middelen

· Evaluatiecriteria:

1. Het vernieuwde kwaliteitshandboek is klaar en werd goedgekeurd door de beleidsvergadering;

2. Het vernieuwde kwaliteitshandboek voldoet aan de vereisten van het kwaliteitsdecreet;

3. Het vernieuwde kwaliteitshandboek wordt in de praktijk gebruikt door de medewerkers als referentiewerk.

· Rapportage

1. Aan betrokkenen bij dit verbeterpunt:

· Rapportage op de beleidsvergadering bij belangrijke stappen in dit actiepunt;

· Het eindproduct wordt aangeboden aan de medewerkers van de organisatie. Vermits dit actiepunt geen inhoudelijke aanpassingen toebrengt, gaat het enkel over een vernieuwing in de structuur.

2. Aan administratie Jongerenwelzijn

· Verslaggeving verloop van deze verbeteractie wordt opgenomen in het jaarverslag 2015, dat aan de administratie wordt bezorgd.

· We streven ernaar dat het vernieuwde kwaliteitshandboek gebruikt kan worden tijdens de hererkenningsinspectie van 2015. Via de rapportage van deze inspectie, wordt ook de administratie jongerenwelzijn op de hoogte gebracht.

3. Ten aanzien van buitenwereld

· Het jaarverslag 2015 wordt op de website van Huize Sint-Vincentius geplaatst wanneer dit klaar is.

4. WEBSITE EN HUISSTIJL

· Aandachtsgebied:

De laatste periode zijn er veel wijzigingen gebeurd in de sector en binnen de organisatie. Onze organisatie dient zich duidelijker te profileren binnen het hulpverleningslandschap. Daartoe dient de website van onze organisatie te worden aangepast, zowel op vlak van inhoud als op vlak van lay-out. De nieuwe lay-out waarvoor gekozen wordt in de website, wordt verder doorgetrokken in de andere communicatiemiddelen van de organisatie, zoals briefhoofding, brochures, …

· Doelgroep:

Dit verbeterpunt is in eerste instantie gericht op de bezoekers van onze website en ontvangers van onze communicatiemiddelen: andere hulpverleningsinstanties, cliënten, geïnteresseerden, (toekomstige) medewerkers en allen die betrokken zijn bij de organisatie.

· Doelstelling, motivering:

1. We kiezen voor een website die visueel aantrekkelijk is;

2. We kiezen voor een website die gebruiksvriendelijk is;

3. De website bevat de noodzakelijke informatie;

4. De nieuwe lay-out is visueel aantrekkelijk;

5. De nieuwe lay-out is handig in gebruik, zowel voor eigen publicaties als voor intern gebruik;

6. De nieuwe lay-out is bruikbaar in kleur maar ook in zwart-wit.

· Stappenplan

1. Deelnemers

· Voor deze verbeteractie is reeds een kleine werkgroep opgericht met vertegenwoordigers uit de beleidsvergadering en deskundige medewerkers op dit domein;

· De overige leden van de beleidsvergadering zijn betrokken partij als toetssteen. Zij leveren advies, verbeteringen en correcties, maar voeren dit verbeterpunt niet uit. De eindverantwoordelijkheid voor dit verbeterpunt ligt bij de kleine werkgroep;

· Het ontwerp van de website zal worden getoetst bij medewerkers, cliënten en eventueel bij betrokken derden. Deze partijen kunnen advies leveren;

· Bij deze verbeteractie is een extern bureau voor webdesign betrokken, zij werken uit op basis van onze input. Dit bureau heeft eveneens adviesbevoegdheid;

· Bij het begin van de uitvoering van de verbeteractie worden concrete afspraken gemaakt over het participatieniveau van de betrokkenen.

2. Verloop

· Afspraken maken over structuur website in kleine groep;

· Afspraken maken over inhoud website;

· Afspraken maken rond lay-out;

· Overleg met extern bureau over structuur, inhoud en voorbereiding, voorbereiden uitwerking;

· Proefversies toetsen: intern bij de beleidsvergadering, eigen medewerkers, maar ook bij een steekproef van cliënten en eventueel ook bij betrokken derden;

· Lanceren website;

· Implementeren van lay-out in briefwisseling

· Vernieuwen van organisatiebrochures op basis van de nieuwe lay-out.

3. Tijdschema

· Verdere voorbereiding en overleg over structuur, inhoud en vormgeving, zowel intern als met extern bureau gedurende januari – februari en maart;

· proefversie website en voorstel lay out tegen april 2015;

· toetsen van de vernieuwing in mei en juni;

· website life en lay out in gebruik vanaf juli 2015.

4. Ingezette middelen

· Personele middelen

· Externe organisatie voor webdesign, afgesproken prijsafspraken

· Evaluatiecriteria:

1. De nieuwe huisstijl wordt gebruikt in communicatiemiddelen van de organisatie;

2. De nieuwe website is gelanceerd;

3. Uit een korte toetsing blijkt de nieuwe website en huisstijl positief geëvalueerd door medewerkers, cliënten en betrokken derden.

· Rapportage

1. Aan betrokkenen bij dit verbeterpunt:

· Maandelijkse rapportage op de beleidsvergadering

· Communicatie aan medewerkers, cliënten en betrokken derden bij try-out en lancering van nieuwe website.

2. Aan administratie Jongerenwelzijn

· Verslaggeving verloop van deze verbeteractie wordt opgenomen in het jaarverslag 2015, dat aan de administratie wordt bezorgd.

· Zelfevaluatie en kwaliteitssysteem is een onderdeel van de hererkenningsinspectie van 2015: het verslag van deze inspectie komt bij de administratie terecht.

3. Ten aanzien van buitenwereld

· Het jaarverslag 2015 wordt op de website van Huize Sint-Vincentius geplaatst wanneer dit klaar is.

5. INFORMATICASYSTEEM

· Aandachtsgebied:

Binnen de organisatie is er nood aan het raadplegen van cliëntinformatie vanuit verschillende locaties en aan een vereenvoudigd en gebruiksvriendelijk systeem voor de noodzakelijke rapportages (bezetting, benutting, contexturen, …). We wensen hiervoor te investeren in een informaticasysteem.

· Doelgroep:

Dit informaticasysteem zal worden gebruikt door onze eigen medewerkers. Dit zijn begeleiders voor de inhoudelijke opvolging van het begeleidingstraject, maar eveneens administratieve medewerkers voor de opvolging van registratie en basisgegevens, alsook coördinatoren en directie voor opvolging en coaching.

· Doelstelling, motivering:

1. Het informaticasysteem voldoet aan de noden inzake cliëntregistratie, dossieropvolging en rapportage;

2. Het informaticasysteem is praktisch in gebruik;

3. Er wordt opgevolgd of er een link mogelijk is met het registratiesysteem Binc, dat verplicht gebruikt dient te worden door de administratie jongerenwelzijn;

4. We kiezen voor een systeem dat door meerdere organisaties wordt gebruikt zodat een blijvende ontwikkeling en evolutie gegarandeerd kan worden;

5. We kiezen voor een systeem dat betaalbaar is voor onze sector en vergelijkbaar inzake prijs met andere programma’s die in de organisatie gebruikt worden (vb. boekhoudprogramma, programma personeelsdienst);

6. De nodige technische omkadering (server) wordt voorzien en geïmplementeerd;

7. Het gebruik van dit programma faciliteert het proces van informatieveiligheid.

· Stappenplan

1. Deelnemers

· Het directieteam en de raad van bestuur hebben de eindverantwoordelijkheid over de keuze, aankoop en implementatie van het programma;

· De overige leden van de beleidsvergadering zijn betrokken partij als toetssteen. Zij leveren advies, verbeteringen en correcties, maar voeren dit verbeterpunt niet uit;

· Na aankoop en implementatie zullen alle medewerkers opgeleid worden in het gebruik van dit programma;

· Bij het begin van de uitvoering van de verbeteractie worden concrete afspraken gemaakt over het participatieniveau van de betrokkenen.

2. Verloop

· De noden en vereisten voor het informaticaprogramma worden onderzocht en omschreven;

· Er wordt een marktonderzoek gedaan van programma’s die hiervoor in aanmerking komen;

· Er wordt overlegd, zowel intern in functie van noden en vereisten, als extern met andere organisaties die ook een aankoop overwegen;

· Er worden contacten gelegd met mogelijke leveranciers, offertes worden geëvalueerd;

· Er wordt een beslissing genomen welk programma het meest voldoet aan de noden en vereisten;

· De implementatie wordt voorbereid; medewerkers worden opgeleid;

· Het programma wordt gelanceerd;

· We voorzien een evaluatie na 6 maanden gebruik.

3. Tijdschema

· Inventarisatie van noden, vereisten, marktonderzoek en vergelijking van offertes tegen eind februari 2015;

· Doelstelling voorbereiding en opleiding in maart-april;

· We streven naar een implementatie in mei of juni 2015.

4. Ingezette middelen

· Personele middelen

· Budget voor de aankoop, opleiding en opvolging van zowel de technische omkadering (server) als het programma.

· Evaluatiecriteria:

1. De technische omkadering is aanwezig;

2. Het programma wordt gebruikt voor de bepaalde doelstellingen;

3. Een positieve evaluatie na 6 maanden gebruik van het programma;

4. De foutenmarge in de rapportage van cijfergegevens wordt significant beperkt;

5. De doelstellingen en actiepunten inzake informatieveiligheid zijn makkelijker te vervullen dan zonder het beschikken over een informaticasysteem.

6. Het systeem is gebruiksvriendelijk en betrouwbaar

· Rapportage

1. Aan betrokkenen bij dit verbeterpunt:

· Maandelijkse rapportage op de beleidsvergadering;

· Informatie en opleiding aan begeleiders wanneer er concrete beslissingen genomen worden;

· Informeren van cliënten inzake gebruik van persoonsgegevens (zie ook informatieveiligheid).

2. Aan administratie Jongerenwelzijn

· Verslaggeving verloop van deze verbeteractie wordt opgenomen in het jaarverslag 2015, dat aan de administratie wordt bezorgd.

· Zelfevaluatie en kwaliteitssysteem is een onderdeel van de hererkenningsinspectie van 2015: het verslag van deze inspectie komt bij de administratie terecht.

3. Ten aanzien van buitenwereld

· Het jaarverslag 2015 wordt op de website van Huize Sint-Vincentius geplaatst wanneer dit klaar is.

6. SEKSUALITEITSBELEID

· Aandachtsgebied:

Het finaliseren van de beleidsvisie op seksualiteit en het integreren van deze visie in de praktijk.

· Doelgroep:

De medewerkers van onze organisatie passen de beleidsvisie en de daaruit volgende afspraken toe in de werking in de praktijk. Hierdoor zijn onze jongeren en hun ouders of opvoedingsverantwoordelijken eveneens betrokken partij.

· Doelstelling, motivering:

1. Het is de bedoeling een integraal beleid rond seksualiteit af te werken dat aandacht heeft voor normale seksuele ontwikkeling, voor preventie en interventie, dat een duidelijke visie van de organisatie ten aanzien van seksualiteit omvat en dat een kader biedt voor regels en afspraken in de afdelingen;

2. Deze tekst voldoet aan de vereisten die hieromtrent in het erkenningsbesluit werden opgenomen;

3. Het seksualiteitsbeleid wordt geïntegreerd in de praktijk, zowel naar regels en afspraken als naar een bewust beleid in het kader van preventie van grensoverschrijdend gedrag.

· Stappenplan

1. Deelnemers

· De werkgroep seksualiteit bestaat uit medewerkers vanuit verschillende afdelingen en een kerngroep met vertegenwoordigers uit de beleidsvergadering;

· De overige leden van de beleidsvergadering zijn betrokken partij: toetssteen, uitvoerder, opvolger van de gemaakte afspraken. Zij leveren advies, correcties, aanvullingen maar werken dit verbeterpunt niet uit. De eindverantwoordelijkheid ligt bij de werkgroep.

· Op afgesproken momenten worden de tussentijdse resultaten getoetst bij de jongeren en ouders of opvoedingsverantwoordelijken en worden hun opmerkingen in rekening gebracht;

· De raad van bestuur wordt op de hoogte gehouden tijdens het verloop van dit verbeterpunt;

· Bij het begin van de uitvoering van de verbeteractie worden concrete afspraken gemaakt over het participatieniveau van de betrokkenen.

2. Verloop

· De visietekst werd eind 2014 bekrachtigd in de beleidsvergadering. Deze visietekst wordt nu nogmaals uitvoerig besproken met de brede werkgroep en nadien voorgelegd in de verschillende afdelingen. Er wordt tijd uitgetrokken voor een diepgaande reflectie over de inhoud van de tekst en de consequenties naar de praktijk;

· Het hoofdstuk preventie van grensoverschrijdend gedrag wordt uitgewerkt en gebundeld samen met het reactiebeleid;

· De regels en afspraken m.b.t. seksualiteit en relaties worden op teamniveau aangepast conform de visietekst en in overleg met de doelgroep en ouders of opvoedingsfiguren;

· Werkgroep rapporteert maandelijks over de vooruitgang en stand van zaken tijdens de beleidsvergadering;

· Het eindresultaat wordt toegelicht aan en goedgekeurd door de raad van bestuur;

· Het resultaat wordt geïntegreerd in het algemeen kwaliteitshandboek.

3. Tijdschema

· Sensibilsering visietekst tegen april 2015

· Preventie- en reactiebeleid klaar tegen zomer 2015

· Regels en afspraken op teamniveau worden verder in de loop van 2015 uitgewerkt

· Implementatie in het kwaliteitshandboek tegen zomer 2015

4. Ingezette middelen

· Personele middelen

· Evaluatiecriteria:

1. De visietekst is goed gekend en wordt gedragen door de medewerkers, de consequenties zijn duidelijk;

2. De visietekst biedt een duidelijk kader voor regels en afspraken op teamniveau;

3. De regels en afspraken op teamniveau worden voorbereid en uitgewerkt;

4. De afspraken rond preventie en interventie worden toegepast;

5. Het seksualiteitsbeleid voldoet aan de vereisten uit het erkenningsbesluit;

6. Indien van toepassing: eventuele meldingen van historisch misbruik kunnen op een respectvolle manier opgevangen en opgevolgd worden.

· Rapportage

1. Aan betrokkenen bij dit verbeterpunt:

· Maandelijkse rapportage op de beleidsvergadering

· Via de sensibilisering van de beleidstekst worden ook alle medewerkers van de organisatie betrokken en op de hoogte gehouden

· Regels en afspraken worden opgesteld met inspraak van jongeren en ouders, aan hen wordt nadien teruggekoppeld.

2. Aan administratie Jongerenwelzijn:

· Verslaggeving verloop van deze verbeteractie wordt opgenomen in het jaarverslag 2015, dat aan de administratie wordt bezorgd.

· Het beleid inzake grensoverschrijdend gedrag is een onderdeel van de hererkenningsinspectie van 2015: het verslag van deze inspectie komt bij de administratie terecht.

3. Ten aanzien van buitenwereld:

· Het jaarverslag 2015 wordt op de website van Huize Sint-Vincentius geplaatst wanneer dit klaar is.

7. VISIETEKST PARTICIPATIE

· Aandachtsgebied:

Het opstellen van een vernieuwde visietekst participatie, gebaseerd op de evoluties en bevindingen uit de interne werkgroep participatie.

· Doelgroep:

Alle partijen die betrokken zijn bij onze organisatie, zowel personeelsleden als cliënten, hun belangrijke contextfiguren en relevante externe partners.

· Doelstelling, motivering:

1. Verankeren van de vernieuwde visie op (gebruikers)participatie in een visietekst;

2. Integreren van de vernieuwde definitie participatie, opgesteld door de vertegenwoordigers uit de interne werkgroep participatie in overleg met jongerenvertegenwoordiging uit JOPLim;

3. Integreren van de huidige teksten omtrent inspraak en participatie tot één geheel;

4. Omschrijven van participatie op micro-, meso- en marco-niveau.

· Stappenplan

1. Deelnemers

· Een kleine werkgroep samengesteld uit vertegenwoordigers van de beleidsvergadering omschrijft de nieuwe visietekst;

· De deelnemers uit de interne werkgroep (gebruikers)participatie zijn de toetssteen voor deze tekst;

· De overige leden van de beleidsvergadering zijn betrokken partij: toetssteen, uitvoerder, opvolger van de gemaakte afspraken. Zij leveren advies, correcties, aanvullingen maar werken dit verbeterpunt niet uit. De eindverantwoordelijkheid ligt bij de werkgroep;

· Bij het begin van de uitvoering van de verbeteractie worden concrete afspraken gemaakt over het participatieniveau van de betrokkenen.

2. Verloop

· Opstellen van de visietekst participatie;

· Toetsing door de interne werkgroep, aanpassingen aanbrengen waar nodig;

· toetsing door de beleidsvergadering, aanpassingen aanbrengen waar nodig;

· Integreren in het kwaliteitshandboek;

· Toelichten in alle afdelingen van de organisatie.

3. Tijdschema

· Eerste versie klaar eind februari 2015

· Toetsing en aanpassing van de tekst op basis van de feedback uit de diverse organen van maart tot juni 2015

· Opname in het kwaliteitshandboek juni 2015

· Toelichten van de tekst in alle afdelingen september 2015

4. Ingezette middelen

· Personele middelen

· Evaluatiecriteria:

1. De visietekst stemt overeen met de visie op participatie zoals deze in de praktijk wordt waargemaakt;

2. De visietekst is gekend en wordt in de praktijk toegepast.

· Rapportage

1. Aan betrokkenen bij dit verbeterpunt:

· Maandelijkse rapportage op de beleidsvergadering

· Rapportage aan de werkgroep participatie door hen de toetsing voor te leggen.

2. Aan administratie Jongerenwelzijn:

· Verslaggeving verloop van deze verbeteractie wordt opgenomen in het jaarverslag 2015, dat aan de administratie wordt bezorgd.

3. Ten aanzien van buitenwereld:

· Het jaarverslag 2015 wordt op de website van Huize Sint-Vincentius geplaatst wanneer dit klaar is.

8. PERSONEELSBELEID

· Aandachtsgebied:

Het actualiseren van de beleidsteksten betreffende personeelsbeleid en het integreren van alle onderdelen van personeelsbeleid naar een geheel in het kwaliteitshandboek.

· Doelgroep:

De huidige en toekomstige medewerkers van onze organisatie.

· Doelstelling, motivering:

1. Actualiseren van de bestaande teksten rond personeelsbeleid, rekening houdend met de nieuwe functies en verantwoordelijkheden voortvloeiend uit de reorganisatie naar regionale functionele eenheden;

2. Clusteren van de diverse teksten naar een geheel, onderlinge linken duiden;

3. Aanpassen van de functieomschrijvingen: organigram en verantwoordelijkheidsgebieden;

4. Aanpassen van de basisvisie personeelsbeleid;

5. Aanpassen tekst onthaal nieuwe medewerkers;

6. Aanpassen tekst functionerings- en evaluatiegesprekken;

7. Linken en clusteren tekst VTO-beleid in het geheel;

8. Ontwikkelen visietekst op leiderschap.

9. Deze teksten voldoen aan de vereisten die hieromtrent in het erkenningsbesluit werden opgenomen.

· Stappenplan

1. Deelnemers

· Dit actiepunt zal worden uitgevoerd door de stafmedewerker directie en de adjunct-directeur;

· Nauwe toetsing gebeurt op de beleidsvergadering en ondernemingsraad;

· De voorstellen en aanpassingen worden voorgelegd aan de raad van bestuur, hun aanvullingen en opmerkingen worden geïntegreerd in de teksten;

· Alle medewerkers worden op de hoogte gebracht van de eindteksten;

· Bij het begin van de uitvoering van de verbeteractie worden concrete afspraken gemaakt over het participatieniveau van de betrokkenen.

2. Verloop

· Eerste versie visietekst leiderschap (die al bestaat) wordt verder verfijnd op de beleidsvergadering;

· Per onderdeel worden de grote lijnen van de inhoud en aanpassingen ten aanzien van de huidige tekst besproken op de beleidsvergadering;

· De uitwerking gebeurt door de stafmedewerker organisatie en de adjunct-directeur;

· Toetsing op ondernemingsraad en bij de raad van bestuur;

· Opname in het kwaliteitshandboek;

· Voorstelling en toelichting teksten aan het personeel in de diverse afdelingen.

3. Tijdschema

· Dit actiepunt loopt doorheen het jaar 2015

· Doelstelling is dat alle teksten geïntegreerd zijn tegen einde 2015.

4. Ingezette middelen

· Personele middelen

· Evaluatiecriteria:

1. De basisvisie personeelsbeleid is geactualiseerd en stemt overeen met de huidige visie op personeelsbeleid;

2. De visieteksten sluiten aan bij de missie, visie en doelstellingen van de organisatie;

3. De structuur en samenhang tussen de diverse teksten rond personeelsbeleid zijn duidelijk en correct;

4. Dit geheel voldoet aan de vereisten uit het kwaliteitsdecreet;

5. De medewerkers herkennen de inhoud van de teksten als gerealiseerd in de praktijk.

· Rapportage

1. Aan betrokken bij dit verbeterpunt:

· Maandelijkse rapportage op de beleidsvergadering

· Via de sensibilisering van de beleidstekst worden ook alle medewerkers van de organisatie en de leden van de ondernemingsraad betrokken en op de hoogte gehouden.

2. Aan administratie Jongerenwelzijn:

· Verslaggeving verloop van deze verbeteractie wordt opgenomen in het jaarverslag 2015, dat aan de administratie wordt bezorgd.

3. Ten aanzien van buitenwereld:

· Het jaarverslag 2015 wordt op de website van Huize Sint-Vincentius geplaatst wanneer dit klaar is.

9. TEVREDENHEIDSBEVRAGINGEN

· Aandachtsgebied:

Het op elkaar afstemmen van de diverse tevredenheidsbevragingen van cliënten: zowel wat betreft inhoud als wat betreft procedure.

· Doelgroep:

De rechtstreekse doelgroep zijn de cliënten van onze organisatie: de kinderen, jongeren en ouders / opvoedingsverantwoordelijken die door onze organisatie begeleid worden.

· Doelstelling, motivering:

1. De tevredenheidsbevragingen worden inhoudelijk bestudeerd: welke onderdelen willen we bevragen en welke indicatoren kunnen we hiervoor gebruiken, hoe passen we dit aan rekening houdend met de leeftijd, ouders of opvoedingsverantwoordelijken en ingezette modules, welk instrument gebruiken we;

2. De procedure van afname wordt besproken: wanneer wordt er bevraagd, wie doet de bevraging en op welke manier; zijn er overeenkomsten of verschillen naargelang de werkvorm;

3. We willen hierbij de bevragingen van cliënten intern meer op gelijke lijn brengen en waken dat de afspraken realistisch en haalbaar zijn zodat dit in de praktijk makkelijk omgezet kan worden;

4. Hierbij willen we beter voldoen aan het onderdeel "gebruikersresultaten" in het kwaliteitssysteem. De indicatoren rond gebruikersparticipatie worden scherper gesteld en de resultaten zijn makkelijker hanteerbaar.

· Stappenplan

1. Deelnemers

· Er wordt een werkgroep samengesteld met vertegenwoordigers uit de diverse modules die het mandaat hebben om rond dit thema te werken;

· Er gebeurt een toetsing bij cliënten: jongeren, ouders, opvoedingsverantwoordelijken;

· Er gebeurt een toetsing binnen de beleidsvergadering;

· Bij het begin van de uitvoering van de verbeteractie worden concrete afspraken gemaakt over het participatieniveau van de betrokkenen.

2. Verloop

· Er wordt een werkgroep samengesteld;

· De bestaande bevragingen worden geïnventariseerd;

· Er worden afspraken gemaakt inzake inhoud van de bevragingen;

· Er worden afspraken gemaakt aangaande procedure van bevragingen;

· De instrumenten en procedures worden aangepast;

· Er gebeurt een toetsing bij cliënten: kinderen, jongeren en ouders / opvoedingsverantwoordelijken;

· Er gebeurt een toetsing in de beleidsvergadering;

· De vernieuwde instrumenten en procedures worden voorgesteld en toegelicht aan de interne medewerkers;

· Het resultaat wordt geïntegreerd in het algemeen kwaliteitshandboek.

3. Tijdschema

· Opstart werkgroep april 2015

· Uitvoering actiepunt tussen april en oktober 2015

· Finalisering project november 2015

4. Ingezette middelen

· Personele middelen

· Evaluatiecriteria:

1. De bevragingen zijn binnen de organisatie afgestemd op vlak van inhoud en procedure;

2. De vernieuwde instrumenten zijn duidelijk en goed hanteerbaar door de cliënten;

3. De medewerkers gebruiken de nieuwe procedure;

4. De indicatoren voor het meten van gebruikerstevredenheid zijn duidelijk en leveren concrete resultaten op.

· Rapportage

1. Aan betrokkenen bij dit verbeterpunt:

· Maandelijkse rapportage op de beleidsvergadering

· Er wordt een terugkoppeling voorzien aan cliënten die betrokken werden tijdens dit actiepunt

· Er gebeurt een rapportage aan de medewerkers in de diverse afdelingen van de organisatie.

2. Aan administratie Jongerenwelzijn:

· Verslaggeving verloop van deze verbeteractie wordt opgenomen in het jaarverslag 2015, dat aan de administratie wordt bezorgd.

· Het beleid inzake participatie is een onderdeel van de hererkenningsinspectie van 2015: het verslag van deze inspectie komt bij de administratie terecht.

3. Ten aanzien van buitenwereld:

· Het jaarverslag 2015 wordt op de website van Huize Sint-Vincentius geplaatst wanneer dit klaar is.

10. INFORMATIEVEILIGHEID

· Aandachtsgebied: Met de komst van het nieuwe decreet Integrale Jeugdhulp werd de reeks van gegevensstromen uitgebreid door o.a. een koppeling met (en dus een uitwisseling van) gegevens uit het Rijksregister. Deze koppeling met het Rijksregister verplicht voorzieningen BJZ tot het aanstellen van een informatieveiligheidsconsulent, alsook tot het opstellen van een informatieveiligheidsbeleid, waarin het veilig omgaan met persoonsgegevens centraal staat.

· Doelgroep: Het informatieveiligheidsbeleid is van toepassing op alle medewerkers van de organisatie belast met de verwerking van persoonsgegevens.

· Doelstelling, motivering:

1. De kandidaatstelling van de informatieveiligheidsconsulent voor Huize Sint-Vincentius wordt door de Privacycommissie weerhouden;

2. De informatieveiligheidsconsulent adviseert het dagelijks bestuur omtrent informatieveiligheid op verschillende terreinen (vb. medewerkers, fysische beveiliging, continuïteitsbeheer, …) en informeert hogere leidinggevenden omtrent proces;

3. Opstellen van een informatieveiligheidsbeleid volgens de referentiemaatregelen van de Privacy Commissie;

4. Een 3-jarenplan informatieveiligheid wordt opgesteld en omvat verbeteracties die werden afgeleid uit de eerste nulmeting informatieveiligheid (initiële audit eind 2014) en risico-analyse;

5. Een interne dienst informatieveiligheid wordt opgericht, met oog op bundelen van in de voorziening aanwezige kennis, het creëren van een breed draagvlak betreffende adviseren en sensibiliseren van medewerkers;

6. Het implementeren van een informaticasysteem (kwaliteitsplanning 2015 punt 5) ondersteunt en faciliteert het informatieveiligheidsbeleid;

7. De voorziening participeert in een lerend netwerk informatieveiligheid georganiseerd vanuit provincie Limburg;

8. Een sensibiliseringscampagne i.v.m. informatiebeveiliging wordt opgezet door de interne dienst informatieveiligheid;

9. Alle medewerkers zijn zich bewust van de gevoeligheid van persoonsgegevens en dragen bij tot de uitvoering van het informatieveilligheidsbeleid.

· Stappenplan:

1. Deelnemers

· Verantwoordelijke voor informatieveiligheid: algemeen directeur;

· Adviserende rol: informatieveiligheidsconsulent;

· Interne dienst informatieveiligheid bestaat uit: administratief medewerker verantwoordelijk voor ICT – 1 coördinator per regio – stafmedewerker directie – informatieveiligheidsconsulent;

· Hogere leidinggevenden zijn betrokken partij: uitvoerder en opvolger van het beleid in de dagelijkse werking;

· Bij het begin van de uitvoering van de verbeteractie worden concrete afspraken gemaakt over het participatieniveau van de betrokkenen.

2. Verloop

· Aanstellen van informatieveiligheidsconsulent en oprichten van interne dienst informatieveiligheid;

· Indienen van de nodige officiële documenten bij daartoe bevoegde instanties;

· Adviezen uitbrengen op overleg directie;

· Regelmatige rapportage op beleidsvergadering en CPB;

· Sensibilisering van medewerkers;

3. Tijdschema

· Kandidaatstelling informatieveiligheidsconsulent (reeds ingediend) – advies Privacy Commissie: voorjaar 2015

· Actieplan informatieveiligheid opstellen: januari 2015

· Uitvoering en opvolging verbeteracties opgenomen in voornoemde actieplan: 2015-2017

· Opnemen informatieveiligheidsbeleid in kwaliteitsplanning 2015, alsook in jaaractieplan CPB 2015

· Oprichten interne dienst informatieveiligheid: tegen maart 2015

· Sensibilisering medewerkers: doorheen 2015

4. Ingezette middelen

· Personele middelen

· (Eventuele en weloverwogen) financiële middelen

· Evaluatiecriteria:

1. Er is een informatieveilgheidsconsulent en een interne dienst informatieveiligheid;

2. Er is een visie en een meerjarenplanning informatieveiligheid;

3. Het informaticasysteem is in werking;

4. De informatieveiligheidsconsulent neemt actief deel aan intervisie;

5. Hogere leidinggevenden kennen de visie informatieveiligheid en ondersteunen medewerkers in de dagelijkse werking;

6. Er worden (schriftelijke) adviezen uitgebracht t.a.v. dagelijks bestuur;

7. Informatieveiligheid staat op de agenda van het CPB.

· Rapportage:

1. Aan de doelgroep:

· Regelmatige rapportage aan hogere leidinggevenden via beleidsvergadering, alsook aan CPB

· Via hogere leidinggevenden, alsook via sensibiliseringscampagne worden alle medewerkers betrokken

2. Aan betrokken deelnemers

· Aan algemeen directeur op overleg directie en via (schriftelijke) adviezen

· Aan interne dienst informatieveiligheid op overlegmomenten en via verslaggeving

3. Aan bevoegde toezichtsinstanties:

· Via indienen van actieplan informatieveiligheid

4. Ten aanzien van buitenwereld

· Het jaarverslag 2015 wordt op de website van Huize Sint-Vincentius geplaatst wanneer dit klaar is.

11. PROJECT DAGBESTEDING

· Aandachtsgebied

Het uitwerken van een zinvolle dagbesteding voor de jongeren in begeleiding binnen de organisatie, die tijdelijk niet naar school of werk gaan.

· Doelgroep

Jongeren in begeleiding binnen de organisatie.

· Doelstelling, motivering:

1. Jongeren een zinvolle invulling van de dag geven;

2. Jongeren ritme en structuur geven doorheen de dag;

3. Activeren van jongeren;

4. Jongeren terug positieve ervaringen laten opdoen;

5. Interesses ontwikkelen bij jongeren;

6. Talenten leren ontdekken, positieve ervaringen opdoen;

7. Verbinding met zichzelf, de omgeving, de maatschappij stimuleren;

8. Werken aan interne motivatie om zo terug aansluiting te vinden bij school of werk;

9. Inhoudelijke versterking van de begeleiding van jongeren; dagbesteding als methodiek binnen hulpverlening.

· Stappenplan

1. Deelnemers

· De werkgroep bestaat uit vertegenwoordigers van de beleidsvergadering: drie coördinatoren, de stafmedewerker directie en de adjunct-directeur;

· Deze zullen begeleiders van teams, jongeren en ouders en vrijwilligers betrekken bij het uitwerken van dit project;

· Bij het begin van de uitvoering van de verbeteractie worden concrete afspraken gemaakt over het participatieniveau van de betrokkenen.

2. Verloop

· Bestaande werkgroep werkt opdracht verder uit;

· Werkgroep rapporteert maandelijks over de vooruitgang en stand van zaken tijdens de beleidsvergadering;

· Coördinatoren rapporteren om de drie maand over de vooruitgang en stand van zaken aan de afdelingen waarin adolescenten begeleid worden. De teams leveren advies over de concrete uitwerking van het project.

3. Tijdschema

· Opstellen van de doelstellingen ivm dagbesteding binnen en over de verschillende regio's tegen april 2015

· Concrete uitwerking van deze doelstellingen tegen eind 2015.

4. Ingezette middelen

· Personele middelen

· Bijkomende financiële en of materiële middelen, bekomen mogelijks via fondsenwerving, of weloverwogen en na overleg vanuit de organisatie.

· Evaluatiecriteria

Er is een gevarieerd aanbod aan alternatieve dagbesteding op niveau en interesse van de jongeren (in begeleiding binnen onze organisatie) die hier behoefte aan hebben.

· Rapportage

1. Aan de doelgroep

· Rapportage via uitproberen van initiatieven, bespreken van voorstellen, detecteren van noden en interesses, evaluatie wordt nadien voorzien.

2. Aan betrokken deelnemers

· Maandelijkse rapportage op de beleidsvergadering

· Feedback en bespreking van proef-initiatieven met al diegenen die een invulling willen bieden aan dagbesteding, evaluatie na de sessies;

· Driemaandelijkse rapportage aan de betrokken teams.

3. Aan administratie jongerenwelzijn:

· Via de rapportage van het kwaliteitsverslag 2015.

4. Ten aanzien van buitenwereld

· Het jaarverslag 2015 wordt op de website van Huize Sint-Vincentius geplaatst wanneer dit klaar is.

HOOFDSTUK 3 : STATISTIEKEN BEVOLKING VOORZIENINGEN

Dienstencentrum Sint-Vincentius

1. CIJFERGEGEVENS REGIO WEST-LIMBURG

Deze regio omvat volgende afdelingen :

1. Leefgroep “Pallieters” : Dorpsstraat 72, 3545 Zelem

1. Leefgroep Thibauters” : Thibautstraat z/n, 3545 Zelem

1. Leefgroep “Strapats” : Thibautstraat z/n, 3545 Zelem

1. Dagcentrum “De Bareel” : Laan op Vurten, 3581 Beringen

1. Contextteam “West-Limburg” : Dorpsstraat 72, 3545 Zelem

Centraal adres :

Huize Sint-Vincentius VZW

Dorpsstraat 72

3545 Halen-Zelem

Tel. 013/44.11.22

Fax. 013/44.36.77

E-mail : [email protected]

Website : www.huizesintvincentius.be

MODULE VERBLIJF

DEEL I : NIEUWE BEGELEIDINGEN 2014

1. Spreiding naar geslacht en leeftijd

Leeftijd

Meisjes

Jongens

Totaal

0-3

4-6

1

1

7-12

2

1

3

13-18

19-21

Totaal

3

1

4

2. Spreiding per verwijzende instantie

Regio

OCJ

JRB

Totaal

Hasselt

2

2

Brussel

Hasselt

Leuven

2

2

Maaseik

Tongeren

Turnhout

Totaal

4

4

3. Verblijfplaats bij toekenning

Herkomst

Aantal

Gezin

4

K-dienst

MPI

OOOC

Pleeggezin

Residentieel

Mol time-out

CKG

Intensieve behandel unit

Totaal

4

4. Domicilieadres

Woonplaats

Aantal

Herk-de-Stad

2

Wommersom

2

DEEL II : BEGELEIDINGEN OP 31/12/2014

--

1. Spreiding naar geslachte en leeftijd

Leeftijd

Meisjes

Jongens

Totaal

0-3

4-6

2

1

3

7-12

8

12

20

13-18

3

10

13

19-21

Totaal

13

23

36

Regio

OCJ

JRB

Totaal

Mechelen

Brussel

2

2

Hasselt

4

13

17

Leuven

2

5

7

Maaseik

Tongeren

Turnhout

1

4

5

geen verwijzende instantie

5

Totaal

7

24

36

2. Etnische origine

Land

Aantal

België

34

Nederland

2

Totaal

36

3. Gezinssituatie

Gezinssituatie

Aantal

Kerngezin

1

Een-ouder vader

6

Eén-ouder moeder

19

Nieuw samengesteld gezin

7

Pleeggezin

Co-ouderschap

1

Wees

2

Leefgroep

Totaal

36

*Totalen kunnen hoger liggen dan aantal cliënten, aangezien er meerdere interventiesystemen mogelijk zijn

4. Opleidingsniveau/dagbesteding

Statuut

Aantal

Nog niet schoolgaand

Kleuteronderwijs

1

Bijzonder kleuteronderwijs

Lager onderwijs

11

Bijzonder lager onderwijs

11

Beroepssecundair onderwijs

3

Technisch secundair onderwijs

2

Algemeen secundair onderwijs

7

Buitengewoon secundair onderwijs

3

Hoger onderwijs

Universitair onderwijs

Leercontract

Deeltijds onderwijs

Werkend

Werkzoekend

Kunstonderwijs

Totaal

38

5. Domicilieadres

Woonplaats

Aantal

Antwerpen

1

Beringen

2

Bekkevoort

2

Brussel

2

Diest

1

Genk

2

Halen

1

Ham

6

Hasselt

1

Herk-de-Stad

2

Herselt

1

Leopoldsburg

1

Olen

4

Oostende

1

Scherpenheuvel

1

Tienen

2

Westerlo

2

Wommersom

2

Zelem

2

Totaal

36

DEEL III : STOPGEZETTE BEGELEIDINGEN IN 2014

1. Spreiding naar geslachte en leeftijd

Leeftijd

Meisjes

Jongens

Totaal

0-3

4-6

2

2

7-12

1

2

3

13-18

2

2

19-21

Totaal

1

6

7

2. Begeleidingsduur

Duur

Meisjes

Jongens

Totaal

0-3 mdn

3-6 mdn

6-9 mdn

9-12 mdn

12-18 mdn

18-24 mdn

2-3 jaar

3-4 jaar

1

2

3

4-5 Jaar

2

2

>5 jaar

2

2

Totaal

1

6

7

MODULE CONTEXTBEGELEIDING LAAGINTENSIEF (niet gekoppeld aan andere modules)

DEEL I : NIEUWE BEGELEIDINGEN 2014

1. Spreiding naar geslacht en leeftijd

Leeftijd

Meisjes

Jongens

Totaal

0-3

4-6

7-12

1

1

13-18

2

2

Totaal

1

2

3

2. Spreiding per verwijzende instantie

Regio

OCJ

JRB

Totaal

Brussel

Hasselt

1

1

2

Leuven

Maaseik

Tongeren

Turnhout

1

1

Totaal

2

1

3

3. Verblijfplaats bij toekenning

Herkomst

Aantal

Gezin

2

K-dienst

Gemeenschapsinstelling

OOOC

Pleeggezin

Crisisverblijf

Grootouders

1

Internaat

Totaal

3

4. Domicilieadres

Woonplaats

Aantal

Leopoldsburg

1

Zonhoven

1

Averbode

1

Totaal

3

DEEL II : BEGELEIDINGEN OP 31/12/2014

1. Spreiding naar geslachte en leeftijd

Leeftijd

Meisjes

Jongens

Totaal

0-3

4-6

7-12

1

1

13-18

2

2

Totaal

1

2

3

2. Spreiding per verwijzende instantie

Regio

OCJ

JRB

Totaal

Hasselt

1

1

2

Leuven

Maaseik

Turnhout

1

1

Totaal

2

1

3

3. Etnische origine

Land

Aantal

België

3

Totaal

4. Gezinssituatie

Gezinssituatie

Aantal

Kerngezin

1

Een-ouder vader

1

Eén-ouder moeder

2

Nieuw samengesteld gezin vader

Nieuw samengesteld gezin moeder

Grootouders

Totaal

4

*Totalen kunnen hoger liggen dan aantal cliënten, aangezien er meerdere interventiesystemen mogelijk zijn

5. Opleidingsniveau/dagbesteding

Statuut

Aantal

Nog niet schoolgaand

Kleuteronderwijs

Bijzonder kleuteronderwijs

Lager onderwijs

1

Bijzonder lager onderwijs

Beroepssecundair onderwijs

Technisch secundair onderwijs

Algemeen secundair onderwijs

Buitengewoon secundair onderwijs

Hoger onderwijs

Universitair onderwijs

Leercontract

Deeltijds onderwijs

Werkend

Werkzoekend

Geen

Totaal

3

6. Domicilieadres

Woonplaats

Aantal

Leopoldsburg

1

Zonhoven

1

Averbode

1

Totaal

3

DEEL III : STOPGEZETTE BEGELEIDINGEN 2014

Er zijn geen begeleiding stopgezet in 2014.

MODULE DAGBEGELEIDING IN GROEP “DE BAREEL”

DEEL I : NIEUWE BEGELEIDINGEN 2014

0. Spreiding naar geslacht en leeftijd

Leeftijd

Meisjes

Jongens

Totaal

0-3

4-6

7-12

4

1

5

13-18

1

1

19-21

Totaal

4

2

6

0. Spreiding per verwijzende instantie

Regio

OCJ

JRB

Totaal

Brussel

Hasselt

5

Leuven

1

Maaseik

Tongeren

Turnhout

Totaal

5

1

0. Verblijfplaats bij toekenning

Herkomst

Aantal

Gezin

4

K-dienst

MPI

OOOC

Pleeggezin

Residentieel

1

Mol time-out

CKG

(Andere)

1

Totaal

6

0. Domicilieadres

Woonplaats

Aantal

Beringen

3

Leopoldsburg

1

Ham

2

DEEL II : BEGELEIDINGEN OP 31/12/2014

1. Spreiding naar geslachte en leeftijd

Leeftijd

Meisjes

Jongens

Totaal

0-3

4-6

7-12

5

1

6

13-18

2

2

4

19-21

Totaal

7

3

10

2. Spreiding per verwijzende instantie

Regio

OCJ

JRB

Totaal

Mechelen

Brussel

Hasselt

7

1

8

Leuven

Maaseik

Tongeren

Turnhout

Totaal

*2 jongeren hebben geen verwijzende instantie

3. Etnische origine

Land

Aantal

België

8

Turkije

2

Totaal

10

4. Gezinssituatie

Gezinssituatie

Aantal

Kerngezin

5

Een-ouder vader

2

Eén-ouder moeder

3

Nieuw samengesteld gezin moeder

1

Pleeggezin

Co-ouderschap

Wees

(andere)

1

Totaal

12

*Totalen kunnen hoger liggen dan aantal cliënten, aangezien er meerdere interventiesystemen mogelijk zijn

5. Opleidingsniveau/dagbesteding

Statuut

Aantal

Nog niet schoolgaand

Kleuteronderwijs

Bijzonder kleuteronderwijs

Lager onderwijs

2

Bijzonder lager onderwijs

4

Beroepssecundair onderwijs

3

Technisch secundair onderwijs

1

Algemeen secundair onderwijs

Buitengewoon secundair onderwijs

Hoger onderwijs

Universitair onderwijs

Leercontract

Deeltijds onderwijs

Werkend

Werkzoekend

Kunstonderwijs

Totaal

10

6. Domicilieadres

Woonplaats

Aantal

Beringen

7

Leopoldsburg

1

Ham

2

Totaal

10

DEEL III : STOPGEZETTE BEGELEIDINGEN 2014

1. Spreiding naar geslachte en leeftijd

Leeftijd

Meisjes

Jongens

Totaal

0-3

4-6

7-12

1

1

2

13-18

4

4

19-21

Totaal

1

5

6

2. Begeleidingsduur

Duur

Meisjes

Jongens

Totaal

0-3 mdn

3-6 mdn

6-9 mdn

9-12 mdn

1

1

12-18 mdn

18-24 mdn

1

1

2-3 jaar

4

4

3-4 jaar

4-6 Jaar

>5 jaar

Totaal

1

5

6

3. Reden van stopzetting

Statuut

Aantal

Doelstellingen bereikt

3

Voortijdige afronding door cliënt met akkoord

1

Voortijdige afronding door cliënt zonder akkoord

Na zwaar incident

Na ontvluchting

Veiligheidsrisico te groot

Aanbod niet geschikt

Opstart andere hulpverleningsvorm

2

Bemiddelingscommissie

Verhuis buiten werkgebied

Bereiken leeftijdsgrens

Overlijden cliënt

Bereiken maximale begeleidingsduur

Totaal

6

4. Bestemming na stopzetting

Bestemming

Aantal

Alleen wonen

Crisisopvang

MPI

Naar huis

6

Familie

Semi-ambulant

Pleeggezin

Residentieel

OOOC

Begeleidingstehuis

Begel. cat. 1 bis

(Andere)

Totaal

6

1. CIJFERGEGEVENS REGIO ZUID-LIMBURG

Deze regio omvat volgende afdelingen :

1. Leefgroep “Karmijn”, Melverencentrum 1, 3800 St. Truiden

1. Leefgroep “Karakt”, Prins Albertlaan 50 A, 3800 St. Truiden

1. Dagcentrum “’t Spant”, Grevensmolenweg 58, 3800 St. Truiden

1. Contextteam Zuid-Limburg, Prins Albertlaan 50 A, 3800 St. Truiden

Centraal adres :

Huize Sint-Vincentius VZW

Dorpsstraat 72

3545 Halen-Zelem

Tel. 013/44.11.22

Fax. 013/44.36.77

E-mail : [email protected]

Website : www.huizesintvincentius.be

MODULE VERBLIJF

DEEL I : NIEUWE BEGELEIDINGEN 2014

1. Spreiding naar geslacht en leeftijd

Leeftijd

Meisjes

Jongens

Totaal

12-14

6

3

9

14-16

3

4

7

16-18

3

3

Totaal

9

10

19

1. Spreiding per verwijzende instantie

Regio

OCJ

JRB

Totaal

Brussel

4

4

Hasselt

4

4

8

Leuven

2

3

5

Maaseik

Tongeren

1

1

2

Turnhout

Totaal

7

12

19

1. Verblijfplaats bij toekenning

Herkomst

Aantal

Gezin

9

K-dienst

1

Gemeenschapsinstelling

1

OOOC

1

Pleeggezin

1

Crisisverblijf

3

Andere leefgroep

2

Internaat

1

Totaal

19

1. Domicilieadres

Woonplaats

Aantal

St. Truiden

5

Hasselt

3

Heers

1

Tienen

3

Herk-de-Stad

1

St. Lambrechts Woluwe

4

Rummen

1

Everberg

1

Totaal

19

DEEL II : BEGELEIDINGEN OP 31/12/2014

1. Spreiding naar geslachte en leeftijd

Leeftijd

Meisjes

Jongens

Totaal

12-14

4

2

6

14-16

1

2

3

16-18

2

5

7

+18

1

1

Totaal

8

9

17

2. Spreiding per verwijzende instantie

Regio

OCJ

JRB

Totaal

Brussel

2

2

Hasselt

3

5

8

Leuven

2

1

3

Mechelen

1

1

Tongeren

1

1

2

Zonder

1

Totaal

6

10

17

3. Etnische origine

Land

Aantal

België

10

Congo

2

Brazillië

1

Algerije

1

Nederland

1

Zuid-Afrika

1

Kosovo

1

Totaal

17

4. Gezinssituatie

Gezinssituatie

Aantal

Kerngezin

2

Een-ouder vader

3

Eén-ouder moeder

4

Nieuw samengesteld gezin vader

4

Nieuw samengesteld gezin moeder

7

Familie

2

Totaal

22

*Totalen kunnen hoger liggen dan aantal cliënten, aangezien er meerdere interventiesystemen mogelijk zijn

5. Opleidingsniveau/dagbesteding

Statuut

Aantal

Nog niet schoolgaand

Kleuteronderwijs

Bijzonder kleuteronderwijs

Lager onderwijs

Bijzonder lager onderwijs

Beroepssecundair onderwijs

4

Technisch secundair onderwijs

4

Algemeen secundair onderwijs

4

Buitengewoon secundair onderwijs

4

Hoger onderwijs

Universitair onderwijs

Leercontract

Deeltijds onderwijs

Werkend

Werkzoekend

Geen

1

Totaal

17

6. Domicilieadres

Woonplaats

Aantal

St. Truiden

5

Hasselt

4

Heers

1

Tienen

2

Herk-de-Stad

1

Everberg

1

Rukkelingen

1

Sint Lambrechts Woluwe

2

Totaal

17

DEEL III : STOPGEZETTE BEGELEIDINGEN 2014

1. Spreiding naar geslachte en leeftijd

Leeftijd

Meisjes

Jongens

Totaal

6-12

2

2

12-14

2

1

3

14-16

1

1

16-18

1

1

2

+18

1

1

Totaal

5

4

9

2. Begeleidingsduur

Duur

Meisjes

Jongens

Totaal

0-3 mdn

2

2

3-6 mdn

2

4

6

6-9 mdn

9-12 mdn

12-18 mdn

18-24 mdn

2-3 jaar

3-4 jaar

1

1

4-7 jaar

>5 jaar

Totaal

4

5

9

3. Reden van stopzetting

Statuut

Aantal

Doelstellingen bereikt

3

Voortijdige afronding door cliënt met akkoord

Voortijdige afronding door cliënt zonder akkoord

Na zwaar incident

Na ontvluchting

1

Veiligheidsrisico te groot

Interne doorschuiving

3

Opstart andere hulpverleningsvorm

1

Bemiddelingscommissie

Verhuis buiten werkgebied

Bereiken leeftijdsgrens

1

Overlijden cliënt

Bereiken maximale begeleidingsduur

Totaal

9

4. Bestemming na stopzetting

Bestemming

Aantal

Alleen wonen

Gemeenschapsinstelling

1

MPI

Naar huis

1

Naar huis met ambulante observatie

2

Ontvluchting

1

Kamertraining

1

Andere leefgroep

3

OOOC

Begeleidingstehuis

Begel. cat. 1 bis

(Andere)

Totaal

9

MODULE CONTEXTBEGELEIDING LAAGINTENSIEF (niet gekoppeld aan andere modules)

DEEL I : NIEUWE BEGELEIDINGEN 2014

5. Spreiding naar geslacht en leeftijd

Leeftijd

Meisjes

Jongens

Totaal

0-3

4-6

7-12

1

1

2

13-18

1

1

Totaal

1

2

3

6. Spreiding per verwijzende instantie

Regio

OCJ

JRB

Totaal

Hasselt

Brussel

Hasselt

2

2

Leuven

Maaseik

Tongeren

1

1

Turnhout

Totaal

3

3

7. Verblijfplaats bij toekenning

Herkomst

Aantal

Gezin

3

K-dienst

Gemeenschapsinstelling

OOOC

Pleeggezin

Crisisverblijf

Andere leefgroep

Internaat

Totaal

3

8. Domicilieadres

Woonplaats

Aantal

St. Truiden

2

Hasselt

1

Totaal

3

DEEL II : BEGELEIDINGEN OP 31/12/2014

1. Spreiding naar geslachte en leeftijd

Leeftijd

Meisjes

Jongens

Totaal

0-3

4-6

7-12

1

1

2

13-18

1

1

2

Totaal

2

2

4

2. Spreiding per verwijzende instantie

Regio

OCJ

JRB

Totaal

Hasselt

Hasselt

2

2

Leuven

1

1

Maaseik

Tongeren

1

1

Totaal

4

4

3. Etnische origine

Land

Aantal

België

4

Totaal

4. Gezinssituatie

Gezinssituatie

Aantal

Kerngezin

Een-ouder vader

Eén-ouder moeder

3

Nieuw samengesteld gezin vader

Nieuw samengesteld gezin moeder

1

Totaal

4

*Totalen kunnen hoger liggen dan aantal cliënten, aangezien er meerdere interventiesystemen mogelijk zijn

5. Opleidingsniveau/dagbesteding

Statuut

Aantal

Nog niet schoolgaand

Kleuteronderwijs

Bijzonder kleuteronderwijs

Lager onderwijs

2

Bijzonder lager onderwijs

Beroepssecundair onderwijs

2

Technisch secundair onderwijs

Algemeen secundair onderwijs

Buitengewoon secundair onderwijs

Hoger onderwijs

Universitair onderwijs

Leercontract

Deeltijds onderwijs

Werkend

Werkzoekend

Geen

Totaal

4

6. Domicilieadres

Woonplaats

Aantal

St. Truiden

2

Hasselt

1

Rotselaar

1

Totaal

4

DEEL III : STOPGEZETTE BEGELEIDINGEN 2014

1. Spreiding naar geslachte en leeftijd

Leeftijd

Meisjes

Jongens

Totaal

0-3

4-6

7-12

13-18

1

1

19-21

Totaal

1

1

2. Begeleidingsduur

Duur

Meisjes

Jongens

Totaal

0-3 mdn

3-6 mdn

6-9 mdn

9-12 mdn

12-18 mdn

1

1

18-24 mdn

2-3 jaar

3-4 jaar

4-8 jaar

>5 jaar

Totaal

1

1

3. Reden van stopzetting

Statuut

Aantal

Doelstellingen bereikt

1

Voortijdige afronding door cliënt met akkoord

Voortijdige afronding door cliënt zonder akkoord

Na zwaar incident

Na ontvluchting

Interne doorschuiving

Aanbod niet geschikt

Opstart andere hulpverleningsvorm

Bemiddelingscommissie

Verhuis buiten werkgebied

Bereiken leeftijdsgrens

Overlijden cliënt

Bereiken maximale begeleidingsduur

Totaal

1

4. Bestemming na stopzetting

Bestemming

Aantal

Alleen wonen

Gemeenschapsinstelling

MPI

Naar huis

1

Naar huis met ambulante observatie

Ontvluchting

Kamertraining

Andere leefgroep

OOOC

Begeleidingstehuis

Begel. cat. 1 bis

(Andere)

Totaal

1

MODULE DAGBEGELEIDING IN GROEP “’T SPANT”

DEEL I : NIEUWE BEGELEIDINGEN 2014

1. Spreiding naar geslacht en leeftijd

Leeftijd

Meisjes

Jongens

Totaal

0-3

4-6

7-12

4

1

5

13-18

Totaal

4

1

5

2. Spreiding per verwijzende instantie

Regio

OCJ

JRB

Totaal

Hasselt

2

2

4

Brussel

Hasselt

Leuven

Maaseik

Tongeren

1

1

Turnhout

Totaal

2

3

5

3. Verblijfplaats bij toekenning

Herkomst

Aantal

Gezin

5

K-dienst

Gemeenschapsinstelling

OOOC

Pleeggezin

Crisisverblijf

Andere leefgroep

Internaat

Totaal

5

4. Domicilieadres

Woonplaats

Aantal

St. Truiden

4

Hasselt

1

Totaal

5

DEEL II : BEGELEIDINGEN OP 31/12/2014

1. Spreiding naar geslachte en leeftijd

Leeftijd

Meisjes

Jongens

Totaal

0-3

4-6

7-12

5

4

9

13-18

1

1

Totaal

5

5

10

2. Spreiding per verwijzende instantie

Regio

OCJ

JRB

Totaal

Hasselt

Hasselt

6

2

Leuven

Maaseik

Tongeren

1

Totaal

6

3

*1 jongere is in begeleiding zonder verwijzende instantie

3. Etnische origine

Land

Aantal

België

10

Totaal

4. Gezinssituatie

Gezinssituatie

Aantal

Kerngezin

Een-ouder vader

2

Eén-ouder moeder

7

Nieuw samengesteld gezin vader

2

Nieuw samengesteld gezin moeder

3

Totaal

14

*Totalen kunnen hoger liggen dan aantal cliënten, aangezien er meerdere interventiesystemen mogelijk zijn

5. Opleidingsniveau/dagbesteding

Statuut

Aantal

Nog niet schoolgaand

Kleuteronderwijs

Bijzonder kleuteronderwijs

Lager onderwijs

6

Bijzonder lager onderwijs

3

Beroepssecundair onderwijs

1

Technisch secundair onderwijs

Algemeen secundair onderwijs

Buitengewoon secundair onderwijs

Hoger onderwijs

Universitair onderwijs

Leercontract

Deeltijds onderwijs

Werkend

Werkzoekend

Geen

Totaal

10

6. Domicilieadres

Woonplaats

Aantal

St. Truiden

7

Kortenbos

1

Nieuwerkerken

1

Borlo

1

Totaal

10

DEEL III : STOPGEZETTE BEGELEIDINGEN 2014

1. Spreiding naar geslachte en leeftijd

Leeftijd

Meisjes

Jongens

Totaal

0-3

4-6

7-12

1

2

3

13-18

1

1

2

19-21

Totaal

2

3

5

2. Begeleidingsduur

Duur

Meisjes

Jongens

Totaal

0-3 mdn

3-6 mdn

6-9 mdn

9-12 mdn

12-18 mdn

1

1

18-24 mdn

3

3

2-3 jaar

1

1

3-4 jaar

4-9 jaar

>5 jaar

Totaal

2

3

5

3. Reden van stopzetting

Statuut

Aantal

Doelstellingen bereikt

3

Voortijdige afronding door cliënt met akkoord

Voortijdige afronding door cliënt zonder akkoord

Na zwaar incident

Na ontvluchting

Interne doorschuiving

Aanbod niet geschikt

Opstart andere hulpverleningsvorm

2

Bemiddelingscommissie

Verhuis buiten werkgebied

Bereiken leeftijdsgrens

Overlijden cliënt

Bereiken maximale begeleidingsduur

Totaal

5

4. Bestemming na stopzetting

Bestemming

Aantal

Alleen wonen

Gemeenschapsinstelling

MPI

Naar huis

3

Naar huis met ambulante observatie

Ontvluchting

Kamertraining

Andere leefgroep

OOOC

Begeleidingstehuis

Contextbegeleiding (mobiel)

2

Totaal

5

1. CIJFERGEGEVENS REGIO OOST-BRABANT

Deze regio omvat volgende afdelingen :

1. Leefgroep “Het Anker”, St. Jansveld 17, 3290 Diest

1. Leefgroep “Jonathan”, Turnhoutsebaan 1, 3290 Diest

1. Leefgroep “De Sijsjes”, Kloosterbergstraat 6, 3290 Diest

1. Dagcentrum “’Transit”, Stationsstraat 59, 3200 Aarschot

1. Thuisbegeleidingsdienst “Oost-Brabant”, Basilieklaan 71, 3270 Scherpenheuvel

Centraal adres :

Huize Sint-Vincentius VZW

Dorpsstraat 72

3545 Halen-Zelem

Tel. 013/44.11.22

Fax. 013/44.36.77

E-mail : [email protected]

Website : www.huizesintvincentius.be

MODULE VERBLIJF

DEEL I : NIEUWE BEGELEIDINGEN 2014

2. Spreiding naar geslacht en leeftijd

Leeftijd

Meisjes

Jongens

Totaal

0-3

4-6

7-12

2

2

13-18

6

1

7

Totaal

6

3

9

2. Spreiding per verwijzende instantie

Regio

OCJ

JRB

Totaal

Antwerpen

1

1

Hasselt

1

1

Leuven

1

3

4

Maaseik

Tongeren

Turnhout

1

1

Totaal

2

5

7

*2 jongeren hebben geen verwijzende instantie

2. Verblijfplaats bij toekenning

Herkomst

Aantal

Gezin

5

K-dienst

Gemeenschapsinstelling

OOOC

Residentieel

2

Crisisverblijf

Familie

1

CKG

1

Totaal

9

2. Domicilieadres

Woonplaats

Aantal

Kaggevinne

1

Geen domicilieadres

1

Aarschot

1

Antwerpen

1

Diest

1

Molenstede

1

Paal-Beringen

1

Lummen

1

Tessenderlo

1

Totaal

9

DEEL II : BEGELEIDINGEN OP 31/12/2014

1. Spreiding naar geslachte en leeftijd

Leeftijd

Meisjes

Jongens

Totaal

0-3

4-6

7-12

3

4

7

13-18

11

7

18

19-21

1

1

Totaal

14

12

26

2. Spreiding per verwijzende instantie

Regio

OCJ

JRB

Totaal

Hasselt

1

13

14

Leuven

2

2

4

Mechelen

1

1

Tongeren

Turnhout

1

1

Totaal

4

16

20

*6 jongeren hebben geen verwijzende instantie

3. Etnische origine

Land

Aantal

België

24

Nigeria

1

Frankrijk

1

Totaal

26

4. Gezinssituatie

Gezinssituatie

Aantal

Kerngezin

Een-ouder vader

7

Eén-ouder moeder

11

Nieuw samengesteld gezin vader

1

Nieuw samengesteld gezin moeder

6

Volle wees

1

Pleeggezin

1

Totaal

27

*Totalen kunnen hoger liggen dan aantal cliënten, aangezien er meerdere interventiesystemen mogelijk zijn

5. Opleidingsniveau/dagbesteding

Statuut

Aantal

Nog niet schoolgaand

Kleuteronderwijs

Bijzonder kleuteronderwijs

Lager onderwijs

3

Bijzonder lager onderwijs

3

Beroepssecundair onderwijs

10

Technisch secundair onderwijs

5

Algemeen secundair onderwijs

4

Kunst secundair