Stichting Atos jaarverslag 2017 definitief 4 juni 2018 Atos jaarverslag 2017 definitief 4 juni 2018...+rul]rqwdoh yhudqwzrruglqj sdj +hw whyuhghqkhlgvrqghu]rhn sdj 2yhuljh ]dnhq

JAARVERSLAG 2017

Jaarrekening 201741013 / Stichting Algemeen Toegankelijk Onderwijs 3-Stromenland, te Huissen

Pagina:

1

47

52

53

54

55

60

64

65

66

Verantwoording subsidies 67

68

71

Ondertekening door bestuurders en toezichthouders 72

74

75

76

80

82

Wet normering bezoldiging topfunctionarissen

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

Verbonden partijen

(Voorstel) bestemming van het resultaat

Overige gegevens:

Niet uit balans blijkende rechten en verplichtingen

Gebeurtenissen na balansdatum

Gegevens over de rechtspersoon

Staat van baten en lasten 2017 per kostenplaats

Statutaire bestemming van het resultaat

Bijlagen:

Reserves en voorzieningen per kostenplaats

INHOUDSOPGAVE

Grondslagen van waardering en resultaatbepaling

Balans per 31 december 2017

Toelichting op de te onderscheiden posten van de staat van baten en lasten

Bestuursverslag:

Bestuursverslag

Staat van baten en lasten 2017

Jaarrekening:

Kasstroomoverzicht 2017

Toelichting op de te onderscheiden posten van de balans

Versie: definitief / 4 juni 2018


BESTUURSVERSLAG

Versie: definitief / 4 juni 2018

1

Inhoudsopgave

1. Algemene informatie 1.1 Stichting Algemeen Toegankelijk Onderwijs 3 – Stromenland, stg. ATOS pag. 2 1.1.1 Intern toezicht pag. 4 1.2 Juridische structuur pag. 8 1.2.1 Het organogram van stg. ATOS pag. 9 1.3 De doelstellingen van de organisatie pag. 9 1.3.1 Kernactiviteiten pag. 11 1.4 Belangrijke kenmerken van het gevoerde financiële beleid pag. 11

2. Beleid 2.1 Kwaliteitsbeleid pag. 12 2.2 PassendWijs pag. 12 2.3 Leerlab pag. 12 2.4 Human Dynamics pag. 13 2.4.1 Interne scholing pag. 13

3. Onderwijs 3.1 De onderwijsresultaten pag. 15 3.2 Uitstroom leerlingen groep 8 pag. 17 3.3 Inspectie onderwijs pag. 18 3.4 Toegankelijkheid pag. 18

4. Personeel 4.1 Ziekteverzuim pag. 19 4.2 Eigenrisicodragerschap pag. 20 4.3 Personeelsbestand pag. 21 4.4 Studiedag stg. ATOS pag. 23

5. Leerlingen 5.1 De leerlingen pag. 24

6. Huisvesting pag. 26

7. Horizontale verantwoording pag. 27 7.1 Het tevredenheidsonderzoek pag. 27

8. Overige zaken 8.1 Samenwerking met derden pag. 28 8.2 Verbonden partijen pag. 28 8.3 Afhandeling van klachten pag. 28 8.3.1 De Klokkenluidersregeling pag. 29

9. Toekomstige ontwikkelingen 9.1 Bestuurlijke voornemens pag. 30 9.2 Zaken met politieke/maatschappelijke impact pag. 30

10. Financieel beleid pag. 31

2

1. Algemene informatie

1.1 Stichting Algemeen Toegankelijk Onderwijs 3-Stromenland bestuurt de openbaar/algemeen toegankelijke scholen in de gemeente Lingewaard. Bestuursnummer is 41013

Samenstelling van de Raad van Toezicht ultimo 2017Voorzitter: dhr. M.A.J. DonckersLid dhr. M.J. van Hoek (afgetreden per 01-07-2017) Lid dhr. M.M. Beekhuizen Lid mw. C. Sahin Lid dhr. G.J. Vonk (toegetreden per 01-02-2017) Lid mw. H.C. Rookmaker (toegetreden per 01-02-2017)

Het bestuursbureau is gevestigd in Gendt: Bezoekadres: Fruitlaan 6, 6681 NP Bemmel Centraal postadres: Postbus 91, 6850 AB Huissen (vervallen per 1-11-2017)

Telefoon: 0481-481283 Website: www.stichtingatos.nl

De dagelijkse leiding is in handen van het College van Bestuur: mw. A.C. Queens E-mail: [email protected] Administratie: [email protected]

(gemeenschappelijke) Medezeggenschapsraad Aan elke school is een Medezeggenschapsraad (MR) verbonden. De raad is voor de helft samengesteld uit personeelsleden en voor de helft uit ouders. Elke MR kiest leden voor de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR). Het College van Bestuur voert namens de stichting overleg met de GMR. De voorzitter van de GMR is mw. E. Molenaar, lid personeelsgeleding (‘t Holthuus).

3

De scholenDe volgende scholen ressorteren onder het bestuur van de stichting

IKC ’t Holthuus te Huissen Directeur dhr. M. van de Koppel Telefoonnummer 026-3252933 www.holthuus.nl

IKC De Regenboog te Bemmel Directeur mw. B. Mom-Stift Telefoonnummer: 0481-461242 www.regenboog-bemmel.nl

IKC De Tichelaar te Gendt Directeur S. Schwartau Telefoonnummer: 0481-421090 www.detichelaar.nl

4

1.1.1 Intern Toezicht

Verslag raad van toezicht over 2017

Inleiding

Stichting ATOS hanteert kent sinds 1 augustus 2014 een raad van toezicht. In dit hoofdstuk legt de raad van toezicht verantwoording af over het verslagjaar 2017. De raad van toezicht is op grond van de statuten belast met het houden van toezicht op de organisatie. De taken van de raad van toezicht zijn vastgelegd in het bestuurs- en toezichtreglement. De raad heeft tot taak om vanuit een maatschappelijke verantwoordelijkheid toe te zien op het beleid van het college van bestuur en de algemene gang van zaken binnen de stichting. Hieronder vallen de rechtmatige verwerving en rechtmatige en doelmatige bestedingen van middelen. De raad van toezicht adviseert (gevraagd en ongevraagd) het college van bestuur, fungeert als klankbord en vervult de werkgeversrol voor het college van bestuur. Bij de vervulling van hun taak richten de toezichthouders zich op het belang van de organisatie. Daarnaast benoemt de raad van toezicht de externe accountant.

Samenstelling De raad is samengesteld uit leden, onder wie de voorzitter, die extern zijn geworven via open sollicitatieprocedures. Hierbij is ernaar gestreefd behalve op bestuurlijke ervaring van de leden van de raad van toezicht ook te letten op spreiding van specifieke deskundigheden evenals op deskundigheid op het gebied van (primair) onderwijs. De raad van toezicht kende in 2017 de volgende samenstelling:

Dhr. M.A.J. Donckers voorzitter Dhr. M.M. Beekhuizen lid Mw. C. Sahin lid Mw. H.C. Rookmaker lid (per 1-2-2017) Dhr. G.J. Vonk lid (per 1-2-2017) Dhr. M.J. van Hoek lid (tot 1-8-2017)

De leden van de raad van toezicht hebben opgaaf gedaan van hun hoofd- en nevenfuncties. Deze staan in de bijlage vermeld.

Rooster van aftreden Benoemd Aftredend Termijn Dhr. M.A.J. Donckers 01-09-2010 01-09-2018 tweede Dhr. M.M. Beekhuizen 01-09-2014 01-09-2018 eerste Mw. C. Sahin 01-02-2015 01-02-2019 eerste Mw. H.C. Rookmaker 01-02-2017 01-02-2021 eerste Dhr. G.J. Vonk 01-02-2017 01-02-2021 eerste Dhr. M.J. van Hoek 01-10-2011 01-08-2017* tweede

* De heer M.J. van Hoek is per 1-8-2017 afgetreden.

5

Commissies binnen de raad van toezicht Binnen de raad zijn in 2017 vijf commissies actief.

ICT en huisvesting: hieronder zijn onder andere de strategische zaken omtrent ICT en

huisvesting ondergebracht.

Onderwijskwaliteit: deze commissie houdt toezicht op de kwaliteit van het onderwijs,

de identiteit en de borging hiervan.

Personeel & Organisatie: deze commissie houdt toezicht op het gevoerde

personeelsbeleid en diverse strategische personele vraagstukken.

Financiën (audit commissie): deze commissie houdt toezicht op de financiële gang van

zaken, in en externe (risico)beheersing en treasurybeleid en voert onder andere overleg

met de externe accountant over de uitkomsten van de jaarrekeningcontrole.

Remuneratiecommissie: deze heeft onder andere de taak het beoordelen van het functioneren van de bestuurder en het doen van voorstellen betreffende het te voeren

bezoldigingsbeleid.

Overleg raad van toezicht en werkzaamheden 2017 De raad van toezicht en het college van Bestuur vergaderden in 2017 zes maal in reguliere vergaderingen. Hiernaast zijn er nog twee niet-reguliere vergaderingen geweest. Onder het mom ‘tijdig anticiperen is doordacht regisseren’, heeft de Raad van Toezicht in juni 2017 een sessie belegd met het college van Bestuur, de schooldirecteuren en de leden van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad. Het doel van deze bijeenkomst was om een gezamenlijke verkenning te maken naar de toekomst van stichting ATOS in 2025: de ambities, kansen en mogelijkheden (haalbaarheid). De opbrengsten van deze avond zijn gebruikt bij het opstellen van het bestuurdersprofiel dat zal worden gebruikt bij de werving van de nieuwe bestuurder. In de andere niet reguliere vergadering, die plaatsvond in september 2017, zijn de schoolplannen door de schooldirecteuren gepresenteerd.

De vergaderingen werden in opdracht van de voorzitter van de raad van toezicht en de bestuurder inhoudelijk voorbereid door de secretaris. De voorzitter van de raad van toezicht en de bestuurder bespreken in de regel elke 2-3 weken algemene beleidsaangelegenheden en ad hoc vraagstukken, ieder binnen de eigen verantwoordelijkheid. De inzet van de in 2016 aangetrokken externe bestuurssecretaris is in 2017 gecontinueerd. Dit in het kader van de verdere professionalisering van de raad. De vergadercyclus van de raad ligt vast en wordt onder andere bepaald door de begroting, tussentijdse (financiële en niet-financiële) rapportages, jaarrekening en het bestuursverslag. Stichting ATOS conformeert zich aan de code “Goed Onderwijsbestuur Primair Onderwijs”. Vast agendapunt bij elke vergadering is de bestuursletter die door de bestuurder wordt opgesteld. Hierin wordt beknopt melding gemaakt van de lopende zaken vanuit bestuursniveau.

In 2017 waren de belangrijkste zaken op de agenda: 1. voorbereiding werving van een nieuwe bestuurder; 2. bestuurlijke continuïteit; 3. goedkeuren van het jaarverslag;

6

4. goedkeuren van de kalenderjaarbegroting; 5. goedkeuren van de meerjaren begroting; 6. vaststellen van het jaarverslag van de raad van toezicht; 7. zelfevaluatie raad van toezicht; 8. intervisie & benchmarking; 9. bespreken van het bestuursformatieplan; 10. bespreken van het tevredenheidsonderzoek; 11. bespreken van de tussentijdse financiële en niet-financiële managementrapportages, waaronder ziekteverzuim en onderwijskundige scores; 12. bespreken van de onderwijskwaliteit en inspectiebezoeken; 13. renovatie van IKC ‘t Holthuus; 14. bespreken van diverse personele ontwikkelingen(zoals aanstelling van twee nieuwe leden en het vertrek van een lid); 15. procedurele zaken zoals het handboek raad van toezicht en de opzet van de bestuursletter.

Het intern toezicht is van mening dat in 2017 een bijdrage is geleverd aan het realiseren van de doelstellingen zoals zijn opgenomen in het strategisch beleidsplan. Voor de behaalde resultaten wordt verwezen naar het algemeen bestuursverslag.

Het jaar 2017 heeft, evenals 2016, in het teken gestaan van deskundigheidsbevordering en de professionalisering van de verdere invulling van de taak van de raad van toezicht. 2017 is het derde volle jaar als raad van toezicht (voorheen bestuur). Hierdoor is te zien dat de basis voor de meest optimale vorm van uitvoering van de taken van de raad van toezicht steeds meer vorm krijgt. Verdere professionalisering en borging hiervan blijft een continue proces waar we de komende jaren verder mee zullen gaan.

Centraal staat de ontwikkeling van het kind; de ATOS-scholen dienen maximaal in staat gesteld te worden om hun leerlingen zo goed mogelijk voor te bereiden op onze hedendaagse samenleving, ervoor te zorgen dat leerlingen alles uit zichzelf kunnen halen zodat de leerlingen een voor hen optimale vervolgstap kunnen zetten. Als raad van toezicht zien we erop toe hoe het bestuur invulling geeft aan die missie. Hierbij kijken we niet alleen naar de interne organisatie, maar ook naar wat er om ons heen gebeurt. Wat vinden de ouders belangrijk, wat gebeurt in onze gemeente, en wat op landelijk niveau. De wereld is per slot van rekening voortdurend in beweging. Samen met het bestuur toetsen we de doelstellingen van het stichtingsbestuur, de missie en visie die daar achter liggen. We zien onszelf als kritische vriend van het bestuur. U als lezer van dit stuk bent overigens ook van harte uitgenodigd om bij de openbare vergaderingen van de raad van toezicht aanwezig te zijn en met ons mee te kijken, te denken en vooruitgang te boeken.

Wij zullen verder gaan op deze ingeslagen weg. Om met elkaar en met anderen de hoogst mogelijke kwaliteit af te leveren. Hierbij zullen we ook kijken naar vormen van samenwerking die de stichting, de scholen, de leraren en bovenal de kinderen verder kunnen brengen. Hoewel de stichting ATOS financieel gezond is, de scholen nog voldoende instroom kennen, komen er ook een aantal uitdagingen aan. Leerlingen aantallen zullen op termijn teruglopen, de centrale en lokale overheid komen steeds verder op afstand te staan en er wordt steeds meer verlangd van leerlingen, leraren en bestuur. Deze uitdagingen zien met het volste vertrouwen tegemoet als we maar in beweging blijven en open staan voor elkaar en anderen, precies zoals het past bij het adagium van de stichting ATOS: “ik ben ik, jij bent jij en samen zijn we wij”!

7

Honorering en deskundigheidsbevordering De vergoeding van de raad is reeds in 2015 vastgesteld, gebaseerd op de handreiking honorering vanuit de VTOI. Als gevolg van een wetswijziging zijn toezichthouders sinds 2013 BTW verschuldigd over de vergoeding. Op grond van de “kleine ondernemingsregeling” heeft een deel van de leden van de raad van toezicht ontheffing van de BTW plicht van de Belastingdienst gekregen.

De voltallige raad is lid van de landelijke vereniging van toezichthouders in onderwijs instellingen (VTOI).

Tot slot Het bestuur heeft in een turbulent jaar ook kans gezien om invulling te geven aan de kwaliteitsverbetering die we allemaal steeds voor ogen hebben. We bedanken haar voor de geleverde bijdrage in 2017.

Namens de raad van toezicht,

Dhr. M.A.J. Donckers, voorzitter

8

1.2 Juridische structuur

Het bevoegd gezag van de Stichting Algemeen Toegankelijk Onderwijs 3-Stromenland (ATOS) wordt gevormd door het College van Bestuur. Zij voert enerzijds bestuurstaken uit en heeft de dagelijkse leiding van de stichting, hetgeen ook inhoudt dat zij voorzitter is van het directeurenoverleg, deelneemt aan vergaderingen van de Raad van Toezicht, het overleg met de GMR voert en de stichting in- en extern vertegenwoordigt. Tijdens de vergaderingen met de Raad van Toezicht legt het college van bestuur verantwoording af.

De taken en bevoegdheden van de Raad van Toezicht, het College van Bestuur en de directeuren van de scholen zijn vastgelegd in de statuten en in het managementstatuut. Dit is in het kader van de implementatie van code goed bestuur in 2014 herzien en opnieuw vastgesteld. De nieuwe statuten en afgeleide reglementen zijn gecontroleerd en gepasseerd bij de notaris.

Elke school wordt geleid door een directeur die integraal verantwoordelijk is. Hij/zij wordt ondersteund door een managementteam en administratief medewerkster. De directeuren hebben zitting in het directeurenoverleg. Dit bereidt het bovenschools beleid m.b.t. het kwaliteitsbeleid, personeel en organisatie voor. Directeuren met een speciale expertise brengen hun kwaliteit in tijdens dit overleg dat driewekelijks bijeenkomt en wordt voorgezeten door de bestuurder.

9

1.2.1 Het organogram van stg. ATOS

1.3 Doelstellingen van de organisatie.

De visie en missie van de stichting zijn opgenomen in het strategisch beleidsplan 2017-2021.

Missie Stichting ATOS staat voor het stimuleren en waarborgen van kwalitatief hoogwaardig, innovatief, opbrengstgericht en gevarieerd openbaar/algemeen toegankelijk onderwijs, waarin veel aandacht is voor samen leren, samen werken en samen leven, teneinde door ons onderwijs een fundamentele bijdrage aan de ontwikkeling van elk kind te leveren.

- Ieder kind kan zich daarbij in een veilige en uitdagende leeromgeving veelzijdig ontwikkelen. - Zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid worden gestimuleerd vanuit een houding van respect. - Ontmoeting staat centraal met waardering en aandacht voor verschillen tussen kinderen, ouders en medewerkers. - Competente medewerkers zorgen voor optimale resultaten voor ieder kind. - Dat doen ze samen met ouders en andere betrokkenen in voortdurende interactie met de maatschappelijke omgeving van de school.

Daarbij hoort een flexibel en gedifferentieerd aanbod aan begeleiding, voorzieningen, structuren en gunstige condities op school- en bovenschoolsniveau, zodat alle kinderen kunnen groeien en opbrengsten realiseren op cognitief, creatief, sociaal-emotioneel en motorisch gebied.

10

Visie De uitgangspunten/kernwaarden van stg. ATOS zijn;

De verschillen tussen kinderen en volwassenen vormt de kracht van ons onderwijs. Openbaar/algemeen toegankelijk onderwijs is de beste voorbereiding op de maatschappij van nu en van de toekomst omdat we uitgaan van gelijkwaardigheid van kinderen ongeacht hun afkomst, levensovertuiging, vaardigheden en perspectief. Door kinderen samen te laten spelen, leren en samenwerken ervaren ze dat we allemaal verschillend zijn maar daardoor juist verbonden. Kernwaarde van openbaar/algemeen toegankelijk onderwijs is “Iedereen is welkom”. Het gevoel welkom te zijn, dat je er toe doet zoals je bent is de basisbehoefte van ieder mens. De kracht van het verschil komt ook naar voren in het stimuleren van de eigenheid van de individuele scholen. De kracht van het verschil komt terug in alle aspecten van het onderwijs, verschillen maken het onderwijs boeiend en stimuleren de ontwikkeling. Dit vereist van alle betrokkenen een open houding naar zichzelf, de ander en de omgeving. Dit maakt ons openbaar/algemeen toegankelijk onderwijs bijzonder in zijn begeleiding bij ontwikkeling naar volwassenheid.

Het algemene instellingsbeleid is weergegeven in het strategisch beleidsplan 2015-2019. Vanuit dit plan is in 2017 de koers tot 2020 uitgezet (koersplan 2017-2020)

De kernwoorden hierin zijn: Kwaliteit, passend en duurzaam.

De hoogwaardige kwaliteit is passend en duurzaam: Elk kind tot zijn recht te laten komen en kansen te bieden zich optimaal te ontwikkelen; aanwezige talenten vergroten en verborgen talenten aanboren en stimuleren. Passend is het kind helpen zich te ontwikkelen. Andere termen die zijn/worden gebruikt zijn gedifferentieerd, adaptief, kindgericht etc., allemaal bedoeld om rekening te houden met de verschillen in ontwikkeling van de kinderen. Passend heeft wel een aanvullende dimensie namelijk: kijken voor je begint, welke leerbehoefte heeft het? Welk doel welk aanbod past er bij dit kind? De behoefte beslaat de vier ontwikkelingsgebieden (cognitief, creatief, motorisch en sociaal-emotioneel) voor elk gebied moeten er kaders zijn beschreven die bepalen en helpen bij het aangeven wat kan en wenselijk is.

Duurzame kwaliteit betekent dat de kinderen niet alleen leren voor nu, (bijv. voor een goede toets) maar ook voor later. Wij leggen een goede basis door uit te gaan van en oog te hebben voor verschillen en daarbij aan te sluiten. Wij waarderen dat we allemaal anders zijn en zorgen voor een omgeving waarin iedereen zich welkom voelt. Dan pas kun je met succes alle

11

talenten aanboren en verder ontwikkelen. Met een goede basis kunnen de leerlingen met dat wat zij bij ons hebben geleerd verder in hun leven.

Versterking van het openbaar/algemeen toegankelijk onderwijs in een omgeving die in het verleden alleen was gericht op het traditionele katholieke onderwijs en dat het antwoord is voor ouders die bewust nadenken over wat wil ik met/voor mijn kinderen; in welke wereld groeien ze op en wat hebben ze nodig om daarin op te groeien en te kunnen leven. Laten zien waarom het openbaar algemeen toegankelijk onderwijs bijzonder is. Het strategisch beleidsplan wordt jaarlijks uitgewerkt in een jaarplan.

1.3.1. Kernactiviteiten

Stg. ATOS organiseert en verzorgt openbaar en algemeen toegankelijk Primair Onderwijs voor kinderen van 4 tot 12 jaar. Openbaar algemeen toegankelijk betekent dat de scholen open staan voor alle leerlingen ongeacht hun afkomst, zowel sociaal-cultureel als religieus zodat zij een goede afspiegeling vormen van onze maatschappij en daardoor onderwijs bieden dat een optimale voorbereiding is op functioneren in de moderne samenleving waarin mensen van diverse afkomst en met verschillende kwaliteiten en mogelijkheden gezamenlijk een bijdrage leveren. Dat het onderwijs kwalitatief hoogstaand is betekent dat er gestreefd wordt naar optimale resultaten op cognitief, sociaal/emotioneel, motorisch en creatief gebied voor alle leerlingen. Openbaar betekent ook transparant; verantwoording afleggen naar alle stakeholders. We bereiken deze doelstellingen door continue aandacht voor de inhoudelijke ontwikkeling en borging van de kwaliteit en de resultaten van het onderwijs en door een open houding naar de omgeving waarin wij opereren. Onze basisscholen hebben een eigen onderwijsconcept en werken binnen dit concept aan de realisatie van de doelen van de stichting.

1.4 Belangrijkste kenmerken van het gevoerde financiële beleid

Het financieel beleid kenmerkt zich door de exploitatie van de eerdergenoemde scholen en de daarvoor aangestelde personeelsleden en directeuren. De inkomsten worden verdeeld over de locaties naar rato van het aantal deelnemende leerlingen. Er vindt een afdracht plaats ten behoeve van de bovenschoolse exploitatie. De stichting heeft voldoende reserve opgebouwd en bewaakt haar uitgaven in lijn met de daartoe algemeen geldende richtlijnen. Het aantal leerlingen bij stg. ATOS daalde een aantal jaren, de vorig jaar ingezette groei is dit jaar gecontinueerd. De verwachte daling is derhalve bijgesteld. Omdat wij opereren in een krimpregio is er blijvend aandacht nodig voor fluctuatie. Dit heeft invloed op de rijksbekostiging. Omdat stg. ATOS de afgelopen jaren had geanticipeerd op de daling is het personeelsbestand gereduceerd door natuurlijk verloop en gestimuleerd vertrek. Hierdoor is de positie van de stichting op alle gebieden goed in balans. In 2017 hebben we wederom een aantal medewerkers een vast contract kunnen aanbieden waarmee we de inhoudelijke ontwikkeling kunnen borgen. Door een jaarlijks geactualiseerd formatieplan kan de gewenste ontwikkeling van de formatie voor de komende jaren worden aangegeven en gevolgd.

12

2. Beleid

In 2017 is er op alle niveaus hard gewerkt om onze doelstellingen verder te realiseren. kwalitatief, duurzaam en passend onderwijs voor onze leerlingen.

2.1 Kwaliteitsbeleid

De kwaliteit van de opbrengsten van de eindtoetsen heeft onder druk gestaan. De eindscores waren lager dan verwacht. De opbrengsten hebben dit jaar nogmaals op alle locaties extra aandacht gehad; hoe kunnen we deze verbeteren, aan welke onderdelen moeten we werken. Na de analyse en de actieplannen waren de eindscores in 2017 bij twee scholen weer hoger (zie verder 3.1).

De tussenopbrengsten van het technisch leesonderwijs zijn door de invoering van Listlezen significant verbeterd. We zitten nu in de borgingsfase. Het begrijpend lezen heeft een sprong vooruit gemaakt mede dankzij de externe begeleiding van het aanbod en implementatie van deze intensievere aanpak. Het kwaliteitssysteem is verder ontwikkeld. Bij de ontwikkeling van het nieuwe strategisch beleidsplan (2015-2019) hebben we de verbinding tussen de ontwikkelingsgebieden van het kind, de kennis en vaardigheden van de leerkrachten en de ontwikkeling van de organisatie voortdurend voor ogen gehad en hieruit is in het Koersplan 2020/2025 ontstaan. Dit is in 2017 vastgesteld.

2.2 Passend onderwijs

Stg. ATOS werkt samen binnen de regio Overbetuwe/ Lingewaard dat valt onder Passend Wijs. Het handelingsgericht werken is op alle locaties ingevoerd. De structuur wordt toegepast op alle leergebieden en wordt geborgd. Op alle scholen zijn voor een of meer leerlingen arrangementen aangevraagd en ontvangen, er is begeleiding ingekocht ter ondersteuning en verbetering van de zorg aan de leerlingen.

Een hulpmiddel bij het realiseren van passend onderwijs is het gebruik van tablets. Na een pilot op een van de locaties is het gebruik verder ingevoerd. Snappet helpt bij het realiseren van de individuele leerlijnen en het werken met leerdoelen. De ervaringen zijn zeer positief en het gebruik is uitgebreid naar groep 4. Er is besloten tablets niet eerder structureel in te zetten dan in groep 4.

2.3 Leerlab

Het ontwikkelen, uitvoeren en implementeren van leerplannen en activiteiten ten behoeve van leerlingen met speciale talenten en behoeften is vervolgd. Dit is gedaan door gespecialiseerde medewerkers van de stichting die samen een intern netwerk hebben opgebouwd. Zij komen een aantal keren per jaar bij elkaar. Het junior leerlab voor extra uitdaging en ondersteuning voor kinderen in de onderbouw is in schooljaar 2016-2017 verder opgepakt.

Dit jaar zijn we gestart met een nieuw leerlab ten behoeve van kinderen die meer tijd nodig hebben om zich de aangeboden leerstof eigen te maken. Dit noemen we het leerlab Zon.

13

Om dit te realiseren krijgen scholen een bijdrage uit de gelden van het Herfstakkoord dat eind 2013 door de overheid is uitgekeerd. Dit budget is opgenomen bij de reserves t.b.v. de bevordering van de kwaliteit en wordt de komende jaren overeenkomstig een plan gebruikt.

2.4 Human Dynamics

Dit is onze onderlegger bij de uitvoering van passend onderwijs. De leergroep is weer verschillende keren bij elkaar geweest en er zijn formulieren ontwikkeld waarmee de leerkracht kinderen kan observeren om een beter inzicht te krijgen in de dynamiek en kracht van individuele leerlingen en de behoefte die kinderen tijdens een leerproces hebben om te kunnen worden meegenomen. De externe begeleiding is afgesloten en opgepakt door medewerkers die hiervoor geschoold zijn. De speciaal opgeleide coaches en trainers van de scholen vormen samen het HD-netwerk dat een aantal keren per jaar bij elkaar komt om de ontwikkeling en implementatie op de scholen verder te realiseren. Deze specialisten zijn de spil bij de verdere ontwikkeling op de locaties en binnen de stichting. Implementatie van de kennis en vaardigheden van Human Dynamics op alle niveaus in de organisatie dus binnen de samenwerking van de teams, begeleiding van de kinderen in en buiten de groep en in gesprekken met ouders.

“Door het zien en erkennen van verschil tussen volwassenen en kinderen kan men beter omgaan met de verschillen van de kinderen en daardoor de aansluiting bij de leerbehoeften verbeteren”. Dit sluit naadloos aan bij onze kernwaarde ‘de kracht van het verschil” en onze opdracht open staan voor alle kinderen.

2.4.1. Interne scholing/deskundigheidsbevordering

De afgelopen jaren is er geïnvesteerd in opleiding van medewerkers. We hebben nu een aantal eigen trainers en op elke school twee HD-coaches. Stg. ATOS heeft twee interne scholingen gegeven van de basistraining Diferenci, gebaseerd op Human Dynamics, voor nieuwe medewerkers en de collega’s van de voor-en naschools opvang.

Hiervoor is samengewerkt met de partners binnen het IKC. Dit was weer een groot succes en voor 2018 staat het vervolg al op het programma. Dit aanbod bevordert de samenwerking van alle medewerkers binnen de IKC’s en binnen de scholen van de stichting.

Bij de scholing in het kader van Human Dynamics leren medewerkers vooral ook van elkaar. Er is veel aandacht op de scholen voor de professionele cultuur en de rol die de leerkrachten daarin hebben. Het eigenaarschap, de eigen verantwoordelijkheid wordt ontwikkeld. Dit heeft als gevolg dat er na de leergroepen voor HD en het Leerlab ook andere specialisten elkaar hebben opgezocht. Binnen de stichting komen de interne vertrouwenspersonen en de interne begeleiders samen om van elkaar te leren. Zo ontstaan er professionele leergroepen.

De ict-coördinatoren en andere specialisten zullen dit ook gaan doen.

14

De bovenschoolse professionele leergroepen vinden een vertaalslag naar de werkvloer. Op alle locaties wordt nu gewerkt met expertise groepen die een aansturende en stimulerende rol hebben bij de inhoudelijke ontwikkeling van de school. Bij de samenstelling van deze werkgroepen wordt gebruik gemaakt van specifieke kwaliteit en vaardigheden van teamleden.

15

3. Onderwijs

3.1 De onderwijsresultaten

Als eindtoets zijn we in 2016 overgestapt van CITO naar IEP, een van de andere door het ministerie goedgekeurde eindtoetsen.Wij vinden dat de toets beter past bij het onderwijs op onze scholen, want er wordt rekening gehouden met de verschillen tussen de leerlingen. Hoe deze toets dat doet leest u in onderstaande informatie.

Iedere leerling in zijn kracht: van makkelijk naar moeilijkDe IEP Eindtoets is zo gemaakt dat iedere leerling de toets kan maken. We selecteren vooraf niet op niveau, omdat we merken dat leerlingen vaak meer aankunnen dan men van tevoren verwacht. De opgaven in de IEP Eindtoets lopen op in moeilijkheidsgraad. Het begint met gemakkelijke opgaven en eindigt met moeilijkere opgaven. Zo ervaart iedere leerling een succesgevoel en krijgt iedere leerling de eerlijke kans om te laten zien wat hij kan.

Combinatie van gesloten én open vragenDe IEP Eindtoets is de enige eindtoets die ook open vragen gebruikt. Deze manier van vragen, waar de leerling zelf het antwoord mag invullen, verhoogt de validiteit van de toets.

Overzichtelijke indeling en vormgevingWe hebben de IEP Eindtoets zo ingedeeld dat de leerling zo weinig mogelijk hoeft te zoeken naar wat er van hem wordt verwacht. De leerling werkt in één boekje. Bij lezen staat de tekst op de ene pagina en de vragen en antwoordmogelijkheden op de pagina ernaast. Zo hoeven leerlingen niet heen en weer te bladeren en kunnen ze zich concentreren op de vragen.

Frisse en herkenbare vormgevingDoordat de vragen in de IEP Eindtoets aansluiten bij de belevingswereld van de leerlingen, vinden de leerlingen de toets zelfs leuk om te maken. Het gebruik van alleen functionele, maar wel frisse afbeeldingen draagt daaraan bij. Leerlingen vergeten dat ze getoetst worden en kunnen dus echt laten zien wat ze in hun mars hebben.

Ook voor leerlingen met speciale ondersteuningsbehoeftenBij de ontwikkeling van de IEP Eindtoets is standaard al rekening gehouden met het toetsen van leerlingen met een speciale ondersteuningsbehoefte, zodat ook zij de toets gewoon kunnen maken. Het lettertype en de opmaak dragen hieraan bij.

Resultaten van de IEP

School 2016 (IEP) 2017 (IEP)De Regenboog 77.15 82.6 De Tichelaar 85.13 84.6 ‘t Holthuus 73.62 76.5 Landelijk gemiddelde

79.8 80.6

Gemiddelde bestuur

80.9

16

Twee scholen scoren boven het landelijk gemiddelde. De school die onder het landelijke gemiddelde scoort heeft relatief veel zij-instromende leerlingen die ze binnen hun onderwijsconcept een mooie nieuwe vervolg start geven. Op de scholen bij onze stichting doen alle leerlingen in groep 8 mee aan de eindtoets.

Het al dan niet laten deelnemen van leerlingen met een LWOO-advies en de grootte van de groep zijn van directe invloed op de gemiddelde schoolscore.

Voordat de kinderen de eindtoets maken krijgen ze een schooladvies.

bron Parnassys

In het kleurendiagram hierboven staat het diagram van de adviezen naar de verschillende niveaus in 2016-2017 vergeleken met de adviezen van schooljaar 2014-2015 en 2015-2016 Je ziet een verschuiving bij de HAVO en TL. De groep TL /Havo is wat groter en die van TL kleiner.

In het voorjaar van 2017 hebben de leerlingen de eindtoets (IEP) gemaakt. Vervolgens wordt er gekeken of de gegeven adviezen overeenkomen met de resultaten op de eindtoets. De hoogte van de score is namelijk gerelateerd aan een de cognitieve niveaus van het vervolgonderwijs. De adviezen van de school kwamen dit jaar overeen met de uiteindelijke scores en zijn niet bijgesteld

17

De resultaten op de eindtoets in eerdere jaren. In onderstaande tabel staat het verloop van de scores op de CITO-eindtoets van de afgelopen jaren tot en met 2015.

School 2013 2014 2015 De Regenboog 532.4 534 536 De Tichelaar 532.8 531.2 535.3 ‘t Holthuus 537.4 530.8 534.5 De Zilverzwaan 530.8 533.8Landelijk gemiddelde

534.7 534.4 534.8

3.2 Uitstroom groep 8

In onderstaande tabel staan de aantallen uitstroom groep 8 per categorie zoals opgegeven door de scholen. De categorie anders betekent een combinatie van niveau, dat de leerling gebruik maakt van de zgn. dakpanconstructie, een gecombineerde groep waarin men in het eerste jaar het niveau bepaalt of een leerling gaat naar de Jan Ligthartschool in Arnhem voor een tussenjaar om door te groeien op cognitief of sociaal emotioneel.

Niveau vwo havo vmbo t vmbogl vmbokl vmbobl pro vso anders totaal Aantal lln 2015 19 38 28 1 15 6 0 0 0 107 Aantal lln 2016 25 24 29 1 8 4 1 0 12 103 Aantal lln 2017 21 31 25 1 7 4 2 0 8 99

In alle schooljaren hebben we een brede uitstroom van leerlingen. Dit geeft aan dat we een breed palet van kinderen bedienen en dat we er in slagen hen te begeleiden naar het vervolg onderwijs.

18

3.3 Inspectie

Een van de scholen heeft een inspectiebezoek aangevraagd en uitgevoerd. De resultaten waren zeer goed. Het mooie is dat ook op deze locatie de inspectie een positieve relatie opmerkt tussen de opbrengsten op de verschillende onderdelen en het gedachtengoed van Human Dynamics dat daaraan bijdraagt.

Onze scholen hebben op grond van de resultaten een basisarrangement.

bron Parnassys

3.4 Toegankelijkheid

Voor kinderen die het nodig hadden is een aantal keren samen met de ouders een passende plaats op een andere school gezocht. Dit is uiteindelijk in alle situaties gelukt op een andere basisschool of op een speciale school voor basisonderwijs.

IKC ’t Holthuus heeft te maken met een grote zij instroom van leerlingen. Een deel komt van andere scholen in Huissen en een deel uit Arnhem. Wij zijn blij dat er zoveel ouders zijn die hun kind een plaats op deze school gunnen. Echter komt het steeds vaker voor dat kinderen tijdens het schooljaar worden aangemeld. Het gevolg is dat de school ouders en kinderen moet teleurstellen omdat anders de continuïteit van de kwaliteit van het onderwijs voor de leerlingen die al op school zitten in de knel komt. De school heeft daarom besloten voorlopig te werken met een wachtlijst.

19

4. Personeel

Het personeelsbestand is in 2017 toegenomen. Een aandachtspunt is dat veel tijdelijke aanstellingen op één school werken. Een paar van hen hebben vanwege goed functioneren binnen de wet al een keer verlenging gehad en zo een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van de kwaliteit op school. Een vaste sterke kern leerkrachten die de missie en visie van de school kunnen dragen is essentieel voor het uitdragen waar de school voor staat en het continueren van de kwaliteit. In 2017 hebben we 3 fte vaste contracten gegeven. Bijkomend doel van deze aanstellingen is het realiseren van de opbouw van een evenwichtiger personeelsbestand. Omdat het leerlingenaantal in de toekomst weer zal dalen hebben we afgesproken dat we een flexibele schil van 10% in ons personeelsbestand handhaven. In verband met het uitvoeren van de WWZ worden er elk jaar tijdelijke contracten beëindigd. Deze medewerkers zijn uitkeringsgerechtigd. De aanvraag voor vergoeding van de uitkering door het Participatiefonds is uitbesteed aan Dyade. In de huidige situatie komt het voor dat de Stichting (mee) moet betalen aan de uitkering van de (ex) medewerker. Wij volgen in deze het advies van Dyade.

Er hebben twee medewerkers gebruik gemaakt van de mogelijkheid om met vervroegd pensioen te gaan en een medewerker is uitgestroomd naar een baan bij een andere stichting (totaal 1,5 wtf)

4.1. Ziekteverzuim

In onderstaande tabel is het verzuimpercentage van 2016 en 2017 opgenomen. Het ziekteverzuim wordt opgevangen door medewerkers met een tijdelijke uitbreiding op de arbeidsbetrekking of door medewerkers die via IPPON (invalpool) invallen voor de duur van de afwezigheid. Het landelijk gemiddelde ziekteverzuim cijfer voor het onderwijs is 6,4 (bron vervangingsfonds). Stichting ATOS is in 2017ook onder het landelijk gemiddelde gebleven. Onze stichting heeft te maken gehad met een aantal langdurig zieke medewerkers in het afgelopen jaar, met name op IKC de Tichelaar en IKC de Regenboog. Gemiddeld is een medewerker vier dagen ziek.

Bron: RAET

20

Bron: RAET

4.2 Eigenrisicodrager schap

Bekostiging van vervanging werd altijd verzekerd bij het vervangingsfonds. De stichting heeft een laag ziekteverzuim, zoals bovenstaande cijfers laten zien en kwam de laatste jaren altijd in aanmerking voor de bonus. In 2015 hebben we laten onderzoeken of de stichting eigenrisicodrager zou kunnen worden bij het vervangen van afwezige leerkrachten. Sinds 1 augustus 2015 draagt de stichting zelf het risico voor en bij de vervanging van leerkrachten. De premiebesparing levert ook in 2017 een positief resultaat op.

21

4.3 Personeelsbestand

Onderstaande tabel geeft de leeftijdsverdeling weer van het personeelsbestand binnen stg. ATOS, per peildatum 1 augustus 2017.

Bron: RAET

22

De leeftijdsgroep van 35 tot 45 jaar is het grootst. We zijn in 2017 gestart met een zgn. talentenpool voor leerkrachten. Hiermee worden pas afgestudeerde leerkrachten voor 0.4 wtf. ingezet op een locatie voor aanvullende/inval werkzaamheden. Ze doen zo verschillende ervaringen op en leren hoe het is om deel uit te maken van een team. Na een jaar worden ze ingezet in een groep en krijgen ze de kans hun bekwaamheid te vergroten. Vervolgens wordt er bepaald of ze in aanmerking kunnen komen voor meer uren en/of een vast contract. Dit beleid heeft in 2017 al geresulteerd en een evenwichtiger opbouw van ons personeelsbestand. De gemiddelde leeftijd van het personeelsbestand per 1 oktober 2017 is 39,63 jaar. In 2016 was dit 40,70 jaar.

De aanstellingen

Onderstaande tabel geeft type aanstelling weer, per peildatum 1 augustus 2017

Bron: RAET

In 2017 is de inzet van tijdelijke medewerkers gestegen, dit heeft met name te maken met inzet van IPPON-medewerkers die korttijdelijke vervangingen (1 à 2 dagen) invullen binnen de stichting.

Het aantal vaste medewerkers is ook verhoogd, dit is bewust gedaan. In verband met de groei en de krapte op de arbeidsmarkt is het noodzakelijk het bestand de komende jaren op peil te houden. Dit is een voorwaarde voor het handhaven van de (duurzame) kwaliteit op de scholen.

23

4.4 Studiedag stg. ATOS

In november hebben we onze jaarlijkse studiedag gehouden. Dit jaar was het thema De Veilige school en de inhoud was de geactualiseerde meldcode Kindermishandeling. De medewerkers zijn in groepen bijgeschoold m.b.t. de meldcode en het signaleren van kinderen in de knel. In de middag heeft men de signaleringsgesprekken geoefend. De cursusleiding constateerde een hoge betrokkenheid van alle medewerkers. De informatie en workshops zijn gegeven door Spectrum uit Arnhem. Tijdens de gezamenlijke lunch was er ruimschoots de gelegenheid elkaar te ontmoeten.

24

5. leerlingen

5.1 De leerlingen

Het leerlingenaantal is dit jaar vermeerderd van 841 (1-10 2016) naar 859 (1-10-2017), dit zijn er 18 meer dan in 2016 De weging van de huidige leerlingenpopulatie is gemiddeld te noemen. Ditzelfde geldt voor de inkomsten op basis van zorgarrangementen.

Overzicht leerlingen per school (zwart/bovenste = gemeente Lingewaard, geactualiseerd)

Kleur: 2015,2016,2017 realistisch, 2018 prognose.

De gekleurde aantallen zijn de realistisch. In 2013 hadden we nog 848 leerlingen, de jaren erna daalde het aantal licht door om in 2016 weer op het niveau van 2013 te zitten. Tot en met 2018 zet de stijging door. Daarna zou de daling weer in kunnen zetten, maar na de ervaring van de laatste jaren moeten we dat afwachten. De grootste stijger is ’t Holthuus en De Tichelaar doet het ook goed. De Regenboog daalt conform het totale aantal in Bemmel.

De terugloop van het totaal aantal leerlingen in Lingewaard zal volgens de prognoses de komende jaren doorzetten. In alle kernen geven de prognoses van de gemeente een terugloop van de bevolking aan. Dit geldt voor De Regenboog in Bemmel meer dan voor De Tichelaar en ’t Holthuus.

25

Dat Stg. ATOS is gegroeid is dan ook een prettige afwijking van de verwachting. Ouders weten ons steeds beter te vinden en ons aanbod te waarderen. Bron: gemeente De verwachting is dat we in 2018 verder groeien, met name ’t Holthuus en deze school zal ruimte nodig hebben om de kinderen te huisvesten. Omdat de verwachte krimp in Lingewaard de komende jaren doorzet (tot 2025 rond 20 %) moeten we waakzaam blijven en op tijd anticiperen.

Verdeling van de leerlingen tussen de onderbouw en de bovenbouw op 1-10-2017

Stg. ATOS Onderbouw Bovenbouw totaal

totaal 442 417 859

% onderbouw % bovenbouw

• 2014-2015 54 46

• 2015-2016 52 48

• 2016-2017 53 47

• 2017-2018 52 48

Van 2010 tot 2014 was het percentage leerlingen in de onderbouw kleiner dan dat in de bovenbouw. Sinds dat jaar (2014) is de verhouding onderbouw bovenbouw omgekeerd en dit zet zich in dit schooljaar door.

Bron: ParnasSys

26

6. Huisvesting

De huisvesting van de scholen in Huissen (Ot en Sienpad) heeft ook dit jaar de nodige aandacht vereist. In 2017 de eindfase van de voorbereiding bereikt en is de uitvoering van start gegaan. De verwachting is dat dit voorjaar 2018 wordt afgerond. Vanwege de groei van ’t Holthuus zal de huisvesting aandacht blijven vragen. De school heeft behoefte aan extra lokalen en dit zal de komende jaren zo zijn. Op alle locaties is het geplande onderhoud uitgevoerd. Na de oplevering van het gerenoveerde pand van ’t Holthuus zal de meerjarenonderhoudplanning in 2018 worden geactualiseerd.

27

7. Horizontale verantwoording

Goede contacten met ouders zijn van groot belang in verband met de ontwikkeling van het kind. School en ouders hebben een gezamenlijk belang als het gaat om goed onderwijs en zorg voor de kinderen. De school wil de ouders ondersteunen bij de opvoeding en ontwikkeling van hun kind(eren). Voor leraren zijn de bevindingen van ouders essentieel om het kind goed te kunnen begeleiden. Zij zijn elkaars partner in deze. Voor ouders is het van belang dat zij goed geïnformeerd worden over de ontwikkeling van hun kind. De scholen informeren ouders middels een regelmatig uitkomende nieuwsbrief, hun website, ouderavonden en 10-minutengesprekken (over hun kind). Op alle locaties is er het zogenaamde 3-gesprek van ouders leerkracht en leerling aan het begin van het schooljaar. Dit is door alle betrokkenen zeer positief ontvangen en ervaren. Het educatief partnerschap wordt hiermee verder geconcretiseerd.

7.1 Het tevredenheidsonderzoek.

In 2013 hebben we een tevredenheidsonderzoek afgenomen. De scholen hebben daarna de resultaten gebruikt om hun kwaliteit te verbeteren en hebben tussendoor gepeild o.a. via de medezeggenschapsraad of de acties zichtbaar waren. In februari van dit jaar is het onderzoek herhaald. Voor bijna alle groepen was de score omhoog gegaan. De laagste scores was een 7.1 en de hoogste een 8.8. Fijn is dat op onze 3 scholen de tevredenheid van de leerlingen verder is toegenomen, ze geven hun school een 8 of meer! De respons was goed en de resultaten ook. Van alle betrokkenen is het gemiddelde gestegen met als totaal een gemiddelde van 8.

In onderstaande tabel ziet u het overzicht van de stakeholders.

school gemiddelde score ATOS gem. Holthuus 8.5 leerlingen 8.4 (+0.4)Tichelaar 7.4 ouders 7.8 (+0.3)Regenboog 8.2 personeel 7.9 (+0.1)

ATOS 8 8

Uit de benchmarking blijkt dat we hoog scoren. Het college van bestuur onderhoudt namens de stichting het contact met de GMR. In haar jaarverslag geeft de GMR aan waaraan zij in een schooljaar hebben gewerkt en wat hun aandachtspunten zijn voor het volgend jaar.

28

8. Overige zaken

8.1 Samenwerking met derden

De stichting werkt samen met instanties die een meerwaarde hebben voor de kwaliteit van het onderwijs en de ontwikkeling van de kinderen. De stichting onderhoudt contacten met: - De gemeente i.v.m. huisvesting en LEA (lokale educatieve agenda) - Het samenwerkingsverband Passend Wijs - Organisaties voor dagopvang en BSO - De SKAR op De Regenboog en ’t Holthuus - Zonnekinderen op De Tichelaar - het Overbetuwe College i.v.m. het vervolgonderwijs - De Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN), afdeling PABO - UMC de Radboud, Knooppunt Wetenschap en Techniek- Opdidakt begeleiding en advies

Voor aanvullende diensten m.b.t. financiën, gebouwen, ICT en leermiddelen hebben we bovenschoolse contracten afgesloten.

8.2 Verbonden partijen

De stichting is in het kader van het uitvoeren van de zorgplicht en passend onderwijs verbonden aan Passend Wijs voor Arnhem en omstreken. Binnen dit verband participeert de stichting in de deelgroep Overbetuwe/Lingewaard.

In het kader van de ontwikkeling van de opvang en zorg voor de kinderen van 0 tot 13 jaar werkt de stichting samen met SKAR (inrichting IKC in Bemmel en Huissen) en Zonnekinderen (IKC in Gendt).

8.3 Afhandeling klachten

De scholen hanteren dezelfde klachtenprocedure. De regeling wordt elk jaar geëvalueerd. Er is een klachtencommissie voor alle scholen van het bevoegd gezag die de klacht onderzoekt en het bevoegd gezag hierover adviseert.

De procedure staat beschreven in de regeling: 1. De klager dient de klacht in bij:

a. Bevoegd gezag; of b. De klachtencommissie

2. De klacht dient binnen een jaar na de gedraging of beslissing te worden ingediend, tenzij de klachtencommissie anders beslist.

3. Indien de klacht bij het bevoegd gezag wordt ingediend, verwijst het bevoegd gezag de klager naar de vertrouwenspersoon of klachtencommissie, tenzij toepassing wordt gegeven aan het vierde lid.

4. Het bevoegd gezag kan de klacht zelf afhandelen indien hij van mening is dat de klacht op een eenvoudige wijze kan worden afgehandeld. Het bevoegd gezag meldt een dergelijke afhandeling op verzoek van de klager aan de klachtencommissie.

29

5. Indien de klacht wordt ingediend bij een ander orgaan dan de in het eerste lid genoemde, verwijst de ontvanger de klager aanstonds door naar de klachtencommissie of naar het bevoegd gezag. De ontvanger is tot geheimhouding verplicht.

6. Het bevoegd gezag kan een voorlopige voorziening treffen 7. Op de ingediende klacht wordt de datum van ontvangst aangetekend. 8. Na ontvangst van de klacht deelt de klachtencommissie het bevoegd gezag, de klager

en de aangeklaagde binnen vijf werkdagen schriftelijk mee dat zij een klacht onderzoekt.

9. Het bevoegd gezag deelt de directeur van de betrokken school schriftelijk mee dat er een klacht wordt onderzocht door de klachtencommissie.

10. Klager en aangeklaagde kunnen zich laten bijstaan of laten vertegenwoordigen door een gemachtigde.

De stichting is aangesloten bij de Landelijke Klachtencommissie basisonderwijs. In 2017 zijn geen klachten ontvangen.

*De klachtenprocedure is dit jaar geëvalueerd en door de GMR opnieuw vastgesteld.

8.3.1 De Klokkenluidersregeling

Sinds augustus 2016 is elke werkgever met meer dan 50 werknemers verplicht een regeling voor klokkenluiders te hebben. Het bestuur heeft de regeling voor Stichting ATOS ter instemming aangeboden aan de GMR. Er waren aanvullende opmerkingen die zijn verwerkt. Begin 2017 is er ingestemd met deze regeling en is hij toegevoegd aan het integraal personeelsbeleid. Er zijn dit jaar geen meldingen binnengekomen.

30

9. Toekomstige ontwikkelingen

9.1 Bestuurlijke voornemens

De stichting heeft in de 3 grote kernen van Lingewaard middelgrote scholen die de voortgang en kwaliteit van het onderwijs in de nabije toekomst kunnen garanderen. Om het aanbod voor de kinderen van 0 tot 13 jaar door te ontwikkelen is er op alle locaties verder geïnvesteerd in de samenwerking met de voor- en vroegschoolse zorgaanbieders (SKAR en Zonnekinderen) om de doorgaande ontwikkelingslijn te verbeteren en te borgen. Op alle locaties wordt na de wetwijziging op 1 januari 2018 ook peuterwerk aangeboden.

Om tegemoet te komen aan het verschil in ontwikkeling en kansen van kinderen zal het doortrekken van de doorgaande ontwikkelingslijn van 0 tot 13 naar 0 tot 18 jaar in de toekomst op de agenda staan. De eerste stap zal het verbeterde aanbod voor de leeftijdsgroep 10-14 jaar zijn. Hierover zullen de betrokkenen in 2018 in gesprek gaan.

Bestuurlijke continuïteit De huidige bestuurder zal eind 2018 met pensioen gaan. Het proces van de opvolging zal daaraan voorafgaand plaats hebben. Behalve het invullen van deze vacature blijft het noodzakelijk in verband met de grootte van de stichting en de ontwikkelingen in de regio te kijken naar mogelijke samenwerkingen in de nabije toekomst.

Om beter zicht te krijgen op de richting die de stichting op moet en de uitdagingen die eraan komen zal in 2018 een risico-inventarisatie worden afgerond.

9.2 Zaken met een behoorlijke politieke of maatschappelijke impact

Ook Lingewaard moet huisvesting voor vluchtelingen realiseren. Dit kan betekenen dat er op onze scholen, net als op De Tichelaar, extra nieuwe leerlingen zullen instromen die een passend aanbod moeten krijgen, zoals NT2 onderwijs door een gespecialiseerde leerkracht.


Activa 31-12-2017 31-12-2016 Passiva 31-12-2017 31-12-2016

Materiële vaste activa 499.909 435.845 Eigen vermogen 1.533.403 1.390.867 Financiële vaste activa 324.970 316.791 Voorzieningen 367.178 461.278 Vorderingen 250.746 234.913 Kortlopende schulden 393.271 412.866 Liquide middelen 1.218.227 1.277.462

Totaal activa 2.293.852 2.265.011 Totaal passiva 2.293.852 2.265.011

-materiële vaste activa

- financiële vaste activa

- vorderingen

- liquide middelen

Toelichting op de balans:

Activa

middelen, onder andere chromebooks, het netwerk en een telefooncentrale. In schoolmeubilair is

afschrijvingslasten. De waarde van de materiële vaste activa is met dat bedrag toegenomen.

De financiële vaste activa bestaan uit kortlopende obligaties BNG Fido Kapitaalmarktselect en betaalde waarborgen. In de kortlopende obligaties wordt niet gehandeld. De waarde van de

De belangrijkste vordering is de vordering op het ministerie i.v.m. het betaalritme van de personele bekostiging en prestatiebox. In de periode augustus-december wordt minder dan 5/12 van de jaarsubsidie ontvangen, waardoor er op 31 december sprake is van een vordering. Deze vordering

leerlingenaantal op 1 oktober 2016 was 30 hoger dan op 1 oktober 2015, hierdoor is het totaal van de rijksbijdrage personeel en de prestatiebox voor 2017-2018 hoger dan voor 2016-2017. Derhalve is de

Naast de vordering op het ministerie zijn er enkele kleinere vorderingen op onder andere het

2016. Het totaal aan overlopende activa is ongeveer gelijk aan 31 december 2016. Er zijn meer vooruitbetaalde kosten, maar de nog te ontvangen interest is veel lager.

vorderingen zijn geen risico's verbonden, waardoor er geen voorziening wegens mogelijke oninbaarheid is gevormd.

afgenomen. Dit wordt met name veroorzaakt door de hoge onttrekkingen uit de onderhoudsvoorziening en de investeringen die hoger waren dan de afschrijvingslasten. In het kasstroomoverzicht wordt nader ingegaan op de ontwikkeling van de liquide middelen.

FINANCIEEL BELEID

Financiële positie op balansdatum

Onderstaand is de balans van 31 december 2017 opgenomen. Deze is vergeleken met de balans van 31 december 2016. Na de balans volgt een korte toelichting op de belangrijkste wijzigingen in de balans.

Versie: definitief / 4 juni 2018 31


- eigen vermogen

reserve ziektevervanging

reserve kwaliteit onderwijs

- voorzieningen

-kortlopende schulden

Passiva:

Naast de algemene reserve zijn er bestemmingsreserves:

In 2015 is de stichting eigen risicodrager geworden voor de ziektevervanging. Met de GMR is afgesproken dat een bestemmingsreserve ziektevervanging zal worden opgebouwd van maximaal twee jaarsalarissen. Die reserve wordt opgebouwd uit het positieve verschil tussen de bespaarde premie en de vervangingslasten. De reserve is bedoeld als buffer voor als het ziekteverzuim sterk stijgt en voor hoge vervangingslasten zal zorgen. In 2017 was het positieve verschil tussen premie en

december ontvangen en het was pas laat in 2013 bekend dat er extra subsidie zou worden ontvangen. Het bedrag is opgenomen in de bestemmingsreserve de 'reserve kwaliteit onderwijs'. In 2017 is van de

De stichting heeft twee voorzieningen, een jubileumvoorziening en een voorziening groot onderhoud. De jubileumvoorziening is bedoeld ter dekking van de gratificaties bij een 25- of 40-jarig dienstverband.

De voorziening groot onderhoud is bedoeld ter egalisatie van de lasten van het groot onderhoud. In

de eigen bijdrage aan de renovatie van 't Holthuus. De rest van het bedrag had betrekking op vervanging speeltoestellen, werkzaamheden noodverlichting, toiletgroepen, afzuiging en op

De belangrijkste kortlopende schulden zijn de af te dragen loonheffing en pensioenpremies en het nog te betalen vakantiegeld. Deze schulden worden eind januari en eind mei betaald. De salarisgebonden

2016. Dit komt met name door de premie Participatiefonds. Op 31 december 2016 moesten de premies van meerdere maanden worden afgedragen, op 31 december 2017 slechts één maand.



Realisatie2017

Begroting2017

Verschil Realisatie 2016

Verschil

BatenRijksbijdragen OCenW 4.409.670 4.073.549 336.121 4.010.773 398.897 Overige overheidsbijdragen 196 2.470 -2.274 2.387 -2.191 Overige baten 48.203 26.070 22.133 45.841 2.362

Totaal baten 4.458.069 4.102.089 355.980 4.059.001 399.068

LastenPersonele lasten 3.456.274 3.330.613 125.661 3.156.678 299.596 Afschrijvingen 83.696 101.056 -17.360 98.019 -14.323 Huisvestingslasten 354.472 333.740 20.732 323.351 31.121 Overige lasten 417.980 376.770 41.210 404.288 13.692

Totaal lasten 4.312.422 4.142.179 170.243 3.982.336 330.086

Saldo baten en lasten 145.647 -40.090 185.737 76.665 68.982

Financiële baten en lastenFinanciële baten 694 8.000 -7.306 4.184 -3.490 Financiële lasten 3.806 1.175 2.631 796 3.010

Totaal financiële baten en lasten -3.112 6.825 -9.937 3.388 -6.500

Totaal resultaat 142.535 -33.265 175.800 80.053 62.482

Analyse realisatie 2017 versus realisatie 2016 en realisatie 2017 versus begroting 2017

Onderstaand is de staat van baten en lasten voor het kalenderjaar 2017 opgenomen. De gerealiseerde baten en lasten zijn vergeleken met de begrote baten en lasten voor het kalenderjaar 2017 en gerealiseerde baten en lasten voor het kalenderjaar 2016.

Analyse resultaat

Het verschil tussen het begrote resultaat en het gerealiseerde resultaat wordt met name veroorzaakt

het jaar ontvangen dat ze niet meer beleidsrijk konden worden ingezet. Zo werd in oktober een

In de volgende paragraaf wordt nader op ingegaan op de verschillen tussen begroting en realisatie 2017 en tussen realisatie 2017 en 2016.



Toelichting op de staat van baten en lasten:

- rijksbijdragen OCenW

-overige overheidsbijdragen

-overige baten

-personele lasten

In de begroting waren als overige baten opgenomen verhuurbaten, baten detachering personeel, ouderbijdragen en leerlinggebonden financiering van derden. Alleen de leerlinggebonden financiering was lager dan begroot, de andere posten waren allen hoger. Daarnaast zijn meer incidentele baten ontvangen zoals een vergoeding van het Vervangingsfonds en een vergoeding vakbondsfaciliteiten.

dan in 2016. In 2016 was een vergelijkbare vergoeding van het Vervangingsfonds ontvangen. De baten detachering personeel waren in 2017 hoger dan in 2016 en dan begroot doordat de laatste maanden van 2017 sprake was van een onverwachte tweede detachering. De leerlinggebonden financiering van derden was in 2017 lager dan in 2016 en dan begroot. Kentalis is de financiële vergoeding aan het afbouwen en levert in plaats daarvan ondersteuning op de werkplek.

In de begroting was uitgegaan van een daling van de formatieve inzet met 2,5 fte per augustus 2017. In werkelijkheid is de formatieve inzet met 3,0 fte toegenomen. Dit betreft een deel vaste invallers

De overige personele lasten kwamen goed overeen met de begrote lasten. De nascholingslasten

uitkeringen wegens negatief getoetsten. In vergelijking met 2016 waren de nascholingslasten hoger, net zoals de arbokosten. De kosten van in- en externe mobiliteit waren lager.

De rijksbijdragen OCenW bestaan uit de reguliere subsidies voor personeel, materiële instandhouding en subsidie personeel- en arbeidsmarktbeleid, uit de overige subsidies OCenW en uit de ontvangsten van het samenwerkingsverband. Deze waren allemaal hoger dan begroot en hoger dan in 2016. Dit komt voor een belangrijk deel door de verhoging van de normbedragen. In de begroting was uitgegaan van de normbedragen van november 2016. Deze zijn in de loop van 2017 een aantal keer verhoogd.

ieder jaar wel een nabetaling ontvangen, maar de omvang varieert sterk waardoor deze niet wordt begroot. De nabetaling over 2016-2017 was uitzonderlijk hoog. In vergelijking met 2016 waren de baten ook hoger door het hogere leerlingenaantal. In 2016 werd voor gemiddeld 808 leerlingen bekostiging ontvangen, in 2017 voor gemiddeld 821.De reguliere rijksbijdragen waren ook hoger dan begroot door extra subsidie door groeitellingen. Er waren meerdere groeitellingen personeel en voor 't Holthuus ook een groeitelling materieel. Deze

leerlingaantallen was geen rekening gehouden met de mogelijkheid van een groeitelling. In 2016 was

De overige subsidies OCenW waren ook hoger dan begroot en dan in 2016 door de aanvullende

aanvullende vergoeding was niet begroot omdat er de afgelopen jaren een snel verloop was van vluchtelingenleerlingen en omdat bij het opstellen van de begroting niet bekend was hoeveel leerlingen 2e jaar in Nederland er zouden zijn.De vergoeding van het samenwerkingsverband was hoger dan begroot doordat er een kleinere afdracht per leerling was aan de centrale rekening van de regio Overbetuwe/Lingewaard.

In de begroting was uitgegaan van de ontvangst van de gemeentelijke subsidie voor cultuureducatie. Deze is niet ontvangen. De in 2017 ontvangen vergoeding betreft een vergoeding wegens ontstane schade.



- afschrijvingen

-huisvestingslasten

-overige lasten

- financiële baten en lasten

Door de korte afschrijftermijn had dit grote invloed op de totale afschrijvingslasten. Het niet realiseren

afschrijvingstermijn had, is al vervangen.

veroorzaakt door de verhuizing van 't Holthuus. Bij de andere huisvestingslasten waren er geen grote

begroting rekening mee gehouden.

De overige lasten bestaan uit administratie en beheerlasten, uit lasten inventaris en apparatuur, uit

hogere lasten van de leer-en hulpmiddelen, met name ICT-gerelateerde lasten. Daarnaast waren er lasten voor het ondersteunen bij het opstellen van de strategische kaart e.d. De administratielasten waren lager dan begroot doordat er geen kosten voor een mogelijke fusie zijn gemaakt. In vergelijking

en hulpmiddelen en de ondersteuning bij het opstellen van de strategische kaart. De administratielasten waren in 2017 lager doordat er geen fusiekosten waren, welke er in 2016 wel waren.

De rentebaten waren door de zeer lage rentestand veel lager dan in 2016 en dan begroot. Door de waardevermindering van de kortlopende obligaties was er in totaal sprake van een negatief resultaat op de financiële exploitatie.

Investeringen en financieringsbeleid

Het beleid van de stichting is gericht op het zoveel mogelijk met eigen middelen financieren van de investeringen waarvoor geen investeringssubsidie wordt ontvangen. Het uitgangspunt is dat geen vreemd vermogen wordt aangetrokken voor het doen van investeringen. De investeringen van 2017 zijn dan ook met eigen middelen gefinancierd.De toekomstige omvang van de liquide middelen is te zien in de toekomstbalans in de continuïteits-paragraaf. Hierbij is rekening gehouden met de geplande investeringen en de onttrekkingen uit de onderhoudsvoorziening. Uit de meerjarenbalans blijkt dat de omvang van de liquide middelen de komende jaren meer dan voldoende zal zijn om de lasten, de investeringen en de onttrekkingen uit de voorzieningen te betalen.

Treasuryverslag

De stichting heeft in 2016 een nieuw treasurystatuut opgesteld en vastgesteld dat voldoet aan de nieuwe regeling beleggen, belenen en derivaten van het ministerie. In 2017 is conform het statuut gehandeld. De algemene doelstellingen van het treasurybeleid zijn:a. het kunnen voldoen aan de financiële verplichtingen van de organisatie door tijdige beschikbaarheid van de benodigde liquide middelen tegen acceptabele conditiesb. het optimaliseren van het rendement op de overtollige liquide middelenc. het minimaliseren van de kosten van leningen

geldstromen van de organisatie zijn verbonden



Om die doelstellingen te bereiken worden de liquide middelen aangehouden op rekeningen bij banken met een voldoende rating (ABN AMRO, Rabobank, BNG, SNS, ASN en ING). Het gaat hierbij om betaalrekeningen en spaarrekeningen waarbij het saldo vrij opvraagbaar is. Een deel van de overtollige liquide middelen is weggezet in kortlopende obligaties (financial bonds) BNG Fido Kapitaalmarktselect. Deze kortlopende obligaties hebben minimaal een AA-rating bij twee van de drie ratingbureau's. Ze worden aangehouden voor de risicospreiding en om een hoger rendement te bereiken. De kortlopende obligaties kennen geen einde looptijd. De stichting heeft geen plannen om de kortlopende obligaties op korte termijn van de hand te doen. De afgelopen jaren hebben geen nieuwe beleggingen plaatsgevonden. Er zijn geen voornemens de obligatieportefeuille uit te breiden. Tijdelijk overtollige liquide middelen zullen worden aangehouden op spaarrekeningen bij de banken met een voldoende rating.In 2017 is door de waardedaling van de obligaties een negatief resultaat op de liquide middelen en de financiële vaste activa behaald. In 2016 was er een positief resultaat van 0,2%. In 2017 hebben geen bijzondere treasury-activiteiten plaatsgevonden.



Kengetallen

Realisatie2016

Realisatie2017

Begroting2018

Begroting2019

Begroting2020

Aantal leerlingen op 1 oktober 839 859 886 875 866

Personele bezetting in fte op 31 decemberBestuur / Management 4,97 4,25 4,46 3,92 3,87Personeel primair proces 39,33 42,93 45,17 45,39 44,99Ondersteunend personeel 4,43 4,54 4,78 4,61 4,46

Totale personele bezetting 48,73 51,72 54,41 53,92 53,32

Het leerlingenaantal is na enige jaren van daling de afgelopen paar jaar weer toegenomen. Op basis van de geboortecijfers en de aanmeldingen mag worden verwacht dat het aantal nog twee jaar zal toenemen. Daarna zal het leerlingenaantal naar verwachting weer afnemen.

De formatieve inzet (exclusief tijdelijke vervangers) is in 2017 toegenomen.In de meerjarenbegroting 2018-2022 is uitgegaan van formatietoekenning conform het bestuursformatieplan. Dit betekent dat formatie wordt toegekend op basis het van het leerlingenaantal van t-1. Op basis van het leerlingenaantal is het aantal groepen bepaald. Op basis daarvan is de benodigde leerkrachtformatie bepaald. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen onderbouw-, middenbouw- en bovenbouwgroepen. Op basis van het leerlingenaantal is bepaald hoeveel formatie voor directie, IB, bouwcoördinatoren, conciërge, administratie en leerlab nodig is. Daarnaast is extra formatie beschikbaar, bestaande uit 0,1 fte onderwijsassistenten per school welke worden betaald uit de herfstakkoordgelden, 0,2 fte per school voor het vrijroosteren van senior leerkrachten voor begeleiding en coaching, 0,4 fte per school voor de Talenten-invalpool, 0,1 fte per school voor extra inzet onderwijsassistenten en 0,25 fte op bestuursniveau participatiebaan voor ICT-ondersteuning. Op bestuursniveau is ook extra formatie beschikbaar, bestaande uit 0,0787 fte voor de ontwikkeling doorgaande leerlijn 0-14 jaar en 0,2362 fte voor extra stimulering/ondersteuning onderwijs.

Er is geen sprake van majeure investeringen of van volledige doorcentralisatie van de huisvesting. De gemeente heeft geen plannen om tot volledige doordecentralisatie over te gaan. Voor de komende jaren worden geen veranderingen verwacht op het gebied van het eigendom van de gebouwen. 't Holthuus zal in 2017-2018 worden gerenoveerd. De gemeente zal dit bekostigen. De eigen bijdrage van de stichting wordt bekostigd vanuit de onderhoudsvoorziening. Er zal geen sprake zijn van externe financiering. De opgenomen meerjarenbegroting heeft betrekking op drie jaar. Aangezien er geen sprake is van majeure investeringen is er geen reden een vijfjarige meerjarenbegroting op te nemen.

CONTINUÏTEITSPARAGRAAF

Toelichting op de kengetallen

In deze paragraaf wordt ingegaan op de toekomstige ontwikkelingen voor de stichting. Hiermee wordt een beeld gegeven over de continuïteit van de stichting.



Balans

Activa Realisatie31-12-2016

Realisatie31-12-2017

Prognose 31-12-2018

Prognose31-12-2019

Prognose31-12-2020

Materiële vaste activa 435.845 499.909 694.852 700.643 657.428 Financiële vaste activa 316.791 324.970 324.970 324.970 324.970

Totaal vaste activa 752.636 824.879 1.019.822 1.025.613 982.398

Vorderingen 234.913 250.746 250.746 250.746 250.746 Liquide middelen 1.277.462 1.218.227 827.832 943.191 985.515

Totaal vlottende activa 1.512.375 1.468.973 1.078.578 1.193.937 1.236.261

Totaal activa 2.265.011 2.293.852 2.098.400 2.219.550 2.218.659

Passiva Realisatie31-12-2016

Realisatie31-12-2017

Prognose 31-12-2018

Prognose31-12-2019

Prognose31-12-2020

Algemene reserve 1.215.093 1.336.354 1.249.766 1.272.130 1.244.657 Bestemmingsreserves 175.774 197.049 222.591 250.572 278.561

Eigen vermogen 1.390.867 1.533.403 1.472.357 1.522.702 1.523.218

Voorzieningen 461.278 367.178 232.772 303.577 302.170 Kortlopende schulden 412.866 393.271 393.271 393.271 393.271

Totaal passiva 2.265.011 2.293.852 2.098.400 2.219.550 2.218.659

De omvang van de balans zal in 2018 sterk afnemen door de geplande hoge investeringen en de onttrekkingen uit de onderhoudsvoorziening. In 2019 en 2020 neemt de omvang van de balans weer toe door de positieve resultaten, de toevoegen aan de onderhoudsvoorziening en de lagere investeringen.

reguliere investeringen en geen projectinvesteringen De financiële vaste activa bestaan uit kortlopende obligaties en waarborgen. Er zijn geen voornemens de obligaties van de hand te doen. Er zijn eveneens geen voornemens om eigen tablets aan te schaffen, waardoor de borg de komende jaren ook gelijk zal blijven. De omvang van de vorderingen is gelijk gehouden aan de omvang op 31 december 2017. De balans is een momentopname en het is lastig de omvang van de vorderingen op dat ene moment te voorspellen. Dat is sterk afhankelijk van wanneer de subsidies en andere vergoedingen worden ontvangen. De omvang van de liquide middelen zal in 2018 sterk afnemen met name door de onttrekkingen uit de voorziening en de investeringen. De jaren daarna zal de omvang weer sterk toenemen door de positieve resultaten, de toevoegingen aan de voorzieningen en de investeringen die lager zijn dan de afschrijvingslasten. Deze post is als sluitpost berekend.

Toelichting op de balans



Staat van baten en lasten

Realisatie2016

Realisatie2017

Prognose2018

Prognose2019

Prognose2020

Baten

Gebaseerd op aantal leerlingen t-1 en t-2 808 821 847 870 881

Rijksbijdragen OCenW 4.010.773 4.409.670 4.387.092 4.432.462 4.378.875 Overige overheidsbijdragen 2.387 196 2.470 2.470 2.470 Overige baten 45.841 48.203 36.210 24.265 24.265

Totaal baten 4.059.001 4.458.069 4.425.772 4.459.197 4.405.610

LastenPersoneelslasten 3.156.678 3.456.274 3.609.438 3.578.577 3.569.029 Afschrijvingen 98.019 83.696 101.057 121.652 127.192 Huisvestingslasten 323.351 354.472 355.958 316.208 316.208 Overige lasten 404.288 417.980 420.365 392.415 392.665

Totaal lasten 3.982.336 4.312.422 4.486.818 4.408.852 4.405.094

Saldo baten en lasten 76.665 145.647 -61.046 50.345 516

Financiële baten en lastenFinanciële baten 4.184 694 - - - Financiële lasten 796 3.806 - - -

Totaal financiële baten en lasten 3.388 -3.112 - - -

Totaal resultaat 80.053 142.535 -61.046 50.345 516

De begroting is opgesteld op basis van onderstaande uitgangspunten:-

-

-

-

De begrote resultaten zijn aan het eigen vermogen toegevoegd. Bij de verrekening van het resultaat is rekening gehouden met de verwachte toevoegingen aan de reserve ziektevervanging totdat deze de gewenste twee jaarsalarissen bedraagt. Er kan momenteel geen inschatting worden gemaakt van de lasten die via de resultaatverdeling uit de bestemmingsreserve kwaliteit onderwijs zullen worden onttrokken.

onderhoud. De meeste onderhoudswerkzaamheden betreffen 't Holthuus, de renovatie van het gebouw en nieuwe speeltoestellen voor het plein. In het onderhoudsplan was uitgegaan van renovatie in 2017. In 2017 is gestart, maar de werkzaamheden zullen pas in 2018 worden afgerond. De toevoegingen en de onttrekkingen voor 2019 en 2020 zijn gebaseerd op de meerjarenonderhoudsplannen. In 2019 en 2020 zal minder groot onderhoud worden uitgevoerd.De omvang van de kortlopende schulden is net zoals de omvang van de vorderingen lastig te voorspellen. Deze omvang is sterk afhankelijk van het moment waarop de facturen worden ontvangen. De omvang is gelijk gehouden aan de omvang op 31 december 2017.

Er is realistisch begroot. In de begroting is uitgegaan van haalbare doelstellingen betreffende onder andere de ontwikkeling van het leerlingenaantal en de bijbehorende formatieve inzet.De begroting is opgesteld uitgaande van de geldende richtlijnen en weten regelgeving. Het gaat hierbij om de richtlijnen en regelgeving op alle gebieden, dus onderwijs, financiën in het algemeen, belastingen e.d.Er is gestreefd naar een zo volledig mogelijke begroting. Ontwikkelingen die nu bekend zijn, zijn opgenomen. Ontwikkelingen die mogelijk zijn, maar waar de informatie ontbreekt om een redelijke inschatting te maken van zowel de baten als de lasten zijn niet opgenomen.De basis voor de leerlingprognoses is de gemeentelijke prognose. Aangezien deze de afgelopen jaren niet volledig bleek te kloppen, is deze bijgesteld o.b.v. de werkelijke in- en uitstroom en de ontwikkelingen binnen het voedingsgebied van de school.



-

-

-

-

In de begroting zijn nauwelijks overige baten opgenomen. De overige baten die zijn opgenomen zijn zeker. Hier liggen overeenkomsten aan ten grondslag.

De rijksbijdragen zijn gebaseerd op de normbedragen die in november 2017 van kracht waren. Voor de personele (schooljaar) bekostiging zijn de normbedragen opgenomen in de regeling van 19 oktober 2017. Voor de materiële (kalenderjaar) bekostiging zijn dit de normbedragen zoals deze zijn opgenomen in de regeling van 3 oktober 2017.

De personele lasten zijn gebaseerd op de bij de kengetallen opgenomen formatieve inzet welke is gebaseerd op de beschreven normeringen. In de begroting is rekening gehouden met budget voor

voldoet aan de in de cao opgenomen minimumbedragen.De afschrijvingslasten zijn gebaseerd op de in de administratie aanwezige materiële vaste activa en zijn verhoogd met de afschrijvingslasten van de geplande investeringen.De huisvestingslasten zijn gebaseerd op de lasten in 2017. De invloed van de renovatie van 't Holthuus op de energielasten en de lasten dagelijks onderhoud zijn niet in te schatten. De lasten zijn daarom op hetzelfde niveau gehouden. Er is wel rekening gehouden met lagere energielasten door de installatie van de zonnepanelen.De overige instellingslasten zijn gebaseerd op de historische lasten. Hierbij is rekening gehouden met de incidentele lasten van 2017. Voor 2018 zijn extra lasten inventaris en apparatuur begroot voor 't Holthuus, na een renovatie is er meestal sprake van extra aanschaffingen die niet kunnen worden geactiveerd.

De formatieve inzet is begroot op basis van de normeringen uit in het formatieplan. Dit is een wijziging in vergelijking met de meerjarenbegroting van vorig jaar. Vorig jaar was de formatieve inzet begroot op basis van de op dat moment aanwezige formatieve inzet en de verwachte of benodigde ontwikkeling van het aantal groepen. Deze wijziging in uitgangspunt voor de formatieve bezetting is doorgevoerd om te zorgen dat de twee planningsdocumenten, meerjarenbegroting en bestuursformatieplan, beter op elkaar aansluiten.In de begroting is uitgegaan van de bekende lasten en is een inschatting gemaakt van de lasten die uitgaande van de ontwikkelingen te verwachten zijn. Lasten worden in de exploitatie genomen als ze bekend zijn.

Onderstaande toelichting op de meerjarenbegroting is een cijfermatige toelichting. Voor de inhoudelijke toelichting wordt verwezen naar het algemeen deel van het bestuursverslag en de uitgebreidere toelichting in de meerjarenbegroting zelf. De meerjarenbegroting 2018-2022 is vastgesteld door het College van Bestuur na goedkeuring door de Raad van Toezicht.

De rijksbijdragen zullen de komende jaren stijgen door het hogere aantal bekostigde leerlingen. De subsidies zijn berekend op basis van de bij de kengetallen opgenomen leerlingaantallen en de normbedragen die bekend waren in november 2017. Uit het regeerakkoord blijkt dat er meer middelen naar het onderwijs zullen gaan. Op het moment van opstellen van de begroting was nog niet bekend om hoeveel extra subsidie per leerling of per school het zou gaan. Daarom zijn geen extra middelen begroot. Als ze worden ontvangen, kan op dat moment alsnog worden besloten hoe ze worden ingezet.De gemeentelijke subsidie is de vergoeding voor cultuureducatie. De overige baten zijn voorzichtig geschat en bestaan met name uit verhuurbaten en vergoedingen detacheringen. Er is geen sprake van 3e geldstromen en contractactiviteiten.

Toelichting op de staat van baten en lasten



Kengetallen

Realisatie2016

Realisatie2017

Prognose2018

Prognose2019

Prognose2020

Huisvestingsratio 8,1% 8,2% 7,9% 7,2% 7,2%Liquiditeit 3,66 3,74 2,74 3,04 3,14Rentabiliteit 2,0% 3,2% -1,4% 1,1% 0,0%Solvabiliteit 81,8% 82,9% 81,3% 82,3% 82,3%Weerstandvermogen 34,2% 34,4% 33,3% 34,1% 34,6%

In het voorjaar wordt het bestuursformatieplan / businessplan opgesteld. Dit plan omvat vier schooljaren en is gebaseerd op de meerjarenbegroting. Indien rddf-plaatsing noodzakelijk wordt geacht, zal het plan in het najaar gelijk met de meerjarenbegroting worden opgesteld. Daar is op dit moment geen reden voor. Het bestuursformatieplan wordt opgesteld in samenspraak tussen de schooldirecteuren en het College van Bestuur. Het wordt voor 1 mei ter instemming aan de GMR voorgelegd.

Overige rapportages

Risicomanagement en beschrijving van de belangrijkste risico's en onzekerheden

Rapportage aanwezigheid en werking van het interne risicobeheersings- en controlesysteem

In het najaar van 2017 is opdracht gegeven voor het opstellen van risico-analyse. Voor het opstellen van de analyse hebben de bestuurder, de drie schooldirecteuren, de voorzitter GMR en twee leden van de Raad van Toezicht een online risicoscan ingevuld. Op basis van de uitkomsten is een korte rapportage gemaakt waarin duidelijk is op welke gebieden volgens ATOS de belangrijkste risico's zitten. Met de deelnemers is besproken waarom bepaalde antwoorden zijn gegeven. Met name bij zeer verschillende antwoorden was dat van belang. Er zal een definitieve rapportage worden opgesteld. Deze zal worden besproken. In het gesprek komen de beheersmaatregelen aan bod die ATOS heeft genomen, dan wel voornemens is te nemen om de risico's te beperken en/of de eventuele negatieve gevolgen te beperken. Eventueel zal worden berekend welke financiële buffer nodig is voor het afdekken van de restrisico's.

De stichting kent een eenvoudig risicobeheersings- en controlsysteem. De meerjarenbegroting wordt in het najaar opgesteld in overleg tussen de schooldirecteuren en het College van Bestuur met ondersteuning van Dyade. De meerjarenbegroting omvat vijf jaar en wordt in de decembervergadering van de Raad van Toezicht besproken en indien mogelijk goedgekeurd.Periodiek wordt een financiële rapportage opgesteld welke wordt besproken in het overleg tussen College van Bestuur en Raad van Toezicht.

Bij de realisatie van de meerjarenbegroting zullen de kengetallen onderstaande ontwikkeling laten zien.

De kengetallen blijven voldoen aan de signaleringsgrenzen van de onderwijsinspectie. Zie hiervoor het onderdeel kengetallen waarin bovenstaande kengetallen verder zijn uitgewerkt. Er is derhalve geen aanleiding voor zorg over de continuïteit van de stichting.



-

-

-

Ondertekening namens het bestuur

De risico-analyse moet nog worden afgerond. Dit betekent dat de in de analyse opgenomen specifieke risico's nog niet kunnen worden opgenomen in deze continuïteitsparagraaf. Op dit moment worden onderstaande risico's als belangrijkste algemene risico's gezien. Dit zijn risico's die inherent zijn aan het onderwijs en geen ATOS-specifieke risico's.

Datum: Plaats: Naam: Functie:

de ontwikkeling van het leerlingenaantal en dan met name het niet tijdig anticiperen op de daling. Zoals eerder is aangegeven is het leerlingenaantal vanaf 2014 weer gestegen nadat het de jaren daarvoor snel was gedaald. Op dit moment mag voor 2018 nog een stijging worden verwacht, maar de jaren daarna zal het aantal waarschijnlijk weer dalen. In de meerjarenbegroting voor 2016 werd nog uitgegaan van een daling van het leerlingenaantal voor 1 oktober 2016. Dit geeft aan hoe onvoorspelbaar de ontwikkeling van het leerlingenaantal blijkt te zijn, ondanks met zorg opgestelde prognoses. Aangezien het leerlingenaantal de basis is voor de inkomsten, is de relatieve onvoorspelbaarheid een risico.de nieuwe cao. Per 1 oktober 2017 is geen nieuwe cao afgesloten. De afspraken uit de vorige cao zijn nog steeds van kracht. Indien een nieuwe cao wordt afgesloten kunnen daar afspraken in staan met financiële gevolgen, waarvan het niet duidelijk is of ze zullen worden gecompenseerd door hogere rijksbijdragen. De ontwikkeling van hoogte van de normbedragen zou worden gebaseerd op de referentiesystematiek en dus de ontwikkeling van de salarissen in de markt i.p.v. de ontwikkelingen in het onderwijs zelf. Dit kan betekenen dat bij in de cao opgenomen salarisverhogingen mogelijk niet volledig worden gecompenseerd door hogere rijksbijdrage. In de cao kunnen ook andere afspraken worden gemaakt die financiële gevolgen hebben voor de stichting.de schaarste op de arbeidsmarkt. De komende jaren zullen veel leerkrachten met pensioen gaan, er zijn minder leerkrachten die van de pabo komen en ook daadwerkelijk het onderwijs in gaan. Hierdoor kan het moeilijker worden om goede leerkrachten aan te trekken, met name vervangers, omdat die in het bijzonder onderwijs door de WWZ eerder een vaste betrekking zullen krijgen.

-onzekere inkomsten vanuit het samenwerkingsverband. De vergoeding vanuit het samenwerkingsverband bestaat uit een vergoeding per leerling voor zware en lichte zorg van het samenwerkingsverband PassendWijs verminderd met een afdracht per leerling naar de centrale rekening van de regio Overbetuwe/Lingewaard. Deze afdracht wordt jaarlijks opnieuw bepaald en het verleden wijst uit dat dit behoorlijk kan fluctueren. In de begroting is uitgegaan van de bedragen voor schooljaar 2017-2018, maar het risico bestaat dat de afdracht een stuk hoger wordt.



Kengetallen voor 2017 en 2016

Kengetal 2017 2016Huisvestingsratio 0,08 0,08 groter dan 0,10Liquiditeit (current ratio) 3,74 3,66 kleiner dan 0,75Rentabiliteit (1-jarig) 0,03 0,02 lager dan -0,10Solvabiliteit 0,83 0,82Weerstandsvermogen 0,34 0,34

Huisvestingsratio

Kengetal:31-12-2016

0,08

Hieronder zijn de kengetallen huisvestingsratio, liquiditeit, rentabiliteit, solvabiliteit en het weerstandsvermogen opgenomen. Deze kengetallen zijn vergeleken met de signaleringswaarde zoals de onderwijsinspectie hanteert. Met behulp van de signaleringswaarde bepaalt de onderwijsinspectie of er mogelijk sprake is van een financieel risico.

Het kengetal "huisvestingsratio" geeft de verhouding weer tussen de huisvestingslasten en de totale lasten (inclusief financiële lasten).

Definitie: Som van de huisvestingslasten en afschrijvingen gebouwen en terreinen gedeeld door som van de totale lasten (inclusief financiële lasten).

De huisvestingsratio is voor 2017 lager dan de signaleringswaarde onderwijsinspectie. In vergelijking met 2016 is de huisvestingsratio gelijk gebleven.

De onderwijsinspectie hanteert een signaleringswaarde van groter dan 0,10.

kleiner dan 0,05

Signaleringswaarde onderwijsinspectie

kleiner dan 0,30

31-12-20170,08

Hieruit kan worden geconcludeerd dat de stichting, volgens de normen van de inspectie, niet het risico loopt dat een onevenredig groot deel van de baten wordt besteed aan huisvesting.

KENGETALLEN

0,08 0,08

3,74 3,66

0,03 0,02

0,83 0,82

0,34 0,34

0,00

1,00

2,00

3,00

4,00

2017 2016

Jaar

Kengetallen voor 2017 en 2016

Huisvestingsratio Liquiditeit (current ratio) Rentabiliteit (1-jarig) Solvabiliteit 1 Weerstandsvermogen



Liquiditeit (current ratio)

Kengetal:\

Rentabiliteit

Kengetal 1-jarig:

Solvabiliteit

Kengetal:

De onderwijsinspectie hanteert een signaleringswaarde lager dan -0,10.

0,03

Definitie: Resultaat gedeeld door de totale baten (inclusief financiële baten).

De onderwijsinspectie hanteert een signaleringswaarde kleiner dan 0,75.

In bovenstaande berekening is geen rekening gehouden met de in de voorzieningen opgenomen verplichtingen.

De rentabiliteit geeft de verhouding aan tussen het resultaat en de totale baten.

De liquiditeit is voor 2017 hoger dan de signaleringswaarde onderwijsinspectie. In vergelijking met 2016 is de liquiditeitspositie gestegen.

De liquiditeitsratio geeft aan dat 3,74 keer kan worden voldaan aan de uitstaande kortlopende schulden, bestaande uit kortlopende verplichtingen aan crediteuren, nog te betalen posten en de overlopende passiva.

3,7431-12-2016

0,02

3,66

Definitie: De verhouding tussen de vlottende activa (som van liquide middelen, kortlopende effecten, vorderingen en voorraden) en de kortlopende schulden.

31-12-2017

31-12-2017 31-12-2016

Deze bedragen zijn binnen één jaar opeisbaar, waardoor kan worden voldaan aan de openstaande schulden

Hieruit kan worden geconcludeerd dat, volgens de normen van de inspectie, de stichting niet het risico loopt dat zij op korte termijn niet aan de verplichtingen kan voldoen. Dit blijkt ook uit de in de continuïteitsparagraaf opgenomen meerjarenbalans. De komende jaren kunnen extra middelen worden ingezet ten behoeve van het onderwijs.

De liquiditeit geeft aan in hoeverre de organisatie op korte termijn aan haar verplichtingen kan voldoen.

De rentabiliteit geeft aan hoeveel van de totale opbrengsten omgezet wordt in het uiteindelijke resultaat.

De solvabiliteit geeft de verhouding tussen eigen en vreemd vermogen aan en verschaft dus inzicht in de financieringsopbouw. De solvabiliteit geeft ook aan in hoeverre de organisatie op langere termijn aan haar verplichtingen kan voldoen.

Definitie inclusief voorzieningen: Eigen vermogen en voorzieningen gedeeld door het totale vermogen

in dat 0,03 deel van de baten wordt omgezet in het uiteindelijke resultaat, ofwel van elke euro die wordt

31-12-2017 31-12-20160,83 0,82

De rentabiliteit is voor 2017 hoger dan de signaleringswaarde onderwijsinspectie. In vergelijking met 2016 is de rentabiliteitspositie gestegen.Hieruit kan worden geconcludeerd dat de stichting, volgens de normen van de inspectie, niet het risico loopt dat het resultaat dusdanig is dat het voortbestaan van de stichting in gevaar is. Ook de meerjarige gerealiseerde rentabiliteit van de stichting ligt boven de signaleringsgrens van de inspectie. De meerjarenbegroting bevestigt het beeld dat het voortbestaan van de stichting niet in gevaar is en dat de komende jaren extra middelen kunnen worden ingezet ten behoeve van het onderwijs.



De onderwijsinspectie hanteert een signaleringswaarde kleiner dan 0,30.

Weerstandsvermogen

Kengetal:

Kapitalisatiefactor

Kengetal:

De kapitalisatiefactor geeft een indicatie hoe rijk een schoolbestuur is; dit om te signaleren of onderwijsorganisaties misschien een deel van hun kapitaal niet of inefficiënt benutten voor de vervulling van hun taken.

Definitie: De activazijde van de balans minus de materiële vaste activa betreffende gebouwen en terreinen gedeeld door de totale baten (inclusief financiële baten).

Het weerstandsvermogen geeft aan het vermogen om niet-voorziene tot de reguliere bedrijfsvoering behorende risico's op te vangen.

Definitie inclusief materiële vaste activa: Het eigen vermogen gedeeld door de totale baten (inclusief financiële baten)

De onderwijsinspectie hanteert een signaleringswaarde kleiner dan 0,05.In deze definitie wordt de rol van het eigen vermogen als risicobuffer voor onvoorziene gebeurtenissen benadrukt.Bij toepassing en verankering van het risicomanagement in de organisatie en het goed functioneren van de planning & control cyclus blijven altijd restrisico's achter. Voor het opvangen van de mogelijke financiële effecten moet het bestuur voldoende weerstandsvermogen hebben of opbouwen.

0,34

Het weerstandsvermogen is voor 2017 groter dan de signaleringswaarde onderwijsinspectie. In vergelijking met 2016 is het weerstandsvermogen gelijk gebleven.

0,34

Deze definitie van de solvabiliteit geeft aan dat 83% van het totale vermogen uit eigen vermogen ofwel reserves en voorzieningen bestaat, hetgeen inhoudt dat slechts 17% van het totale vermogen gefinancierd wordt met vreemd vermogen.

De onderwijsinspectie de signaleringswaarde voor de kapitalisatiefactoren laten vervallen. In 2015 werd een bovengrens van 35% tot 60% gehanteerd (35% was de bovengrens voor grote besturen, 60% voor kleine besturen). De stichting behoort tot de kleine besturen. De kapitalisatiefactor is lager dan de bovengrens. Hieruit kan worden geconcludeerd dat, volgens de normen van de Commissie Don, de stichting het kapitaal niet inefficiënt benut.

0,51 0,5531-12-2017 31-12-2016

31-12-2017 31-12-2016

De solvabiliteit is voor 2017 groter dan de signaleringswaarde onderwijsinspectie. In vergelijking met 2016 is de solvabiliteitspositie gestegen.Hieruit kan worden geconcludeerd dat de stichting, volgens de normen van de inspectie, de komende jaren aan de verplichtingen op de lange termijn kan voldoen. Dit wordt bevestigd in de meerjarenbalans die is opgenomen in de continuïteitsparagraaf. De solvabiliteit is dusdanig hoog en blijft volgens de meerjarenprognose van de kengetallen dusdanig hoog dat de komende jaren extra middelen kunnen worden ingezet ten behoeve van het onderwijs.

Hieruit kan worden geconcludeerd dat, volgens de normen van de inspectie, de stichting het vermogen heeft om de financiële gevolgen van mogelijke optredende risico's op te vangen. Het gaat hierbij om niet-voorziene risico's en risico's die tot de reguliere bedrijfsvoering horen. Het weerstandsvermogen is dusdanig hoog dat de komende jaren extra middelen kunnen worden ingezet ten behoeve van het onderwijs.



JAARREKENING



Algemeen

Vergelijking met voorgaand jaar

De grondslagen voor waardering van activa, passiva en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd tenopzichte van voorgaand jaar.

Verbonden partijen

Grondslagen Balans

Materiële vaste activa

Onderstaand worden de afschrijvingstermijnen per categorie weergegeven. Tevens zijn de activeringsgrenzen vermeld.

afschrijvings-termijn in maanden

afschrijvings-percentage per

jaar

activerings-

480 2,5 500120 10 500120 10 500180 6,7 500

96 12,5 50060 20 50060 20 50084 14,3 500

Categorie

De grondslagen van waardering en resultaatbepaling zijn conform de Regeling voor de Jaarverslaggeving Onderwijs (RJO). Op basis van de Regeling voor de Jaarverslaggeving Onderwijs worden Titel 9 Boek 2 BW en de Richtlijnen van de Raad voor de Jaarverslaggeving toegepast (behoudens afwijkingen

Activa en passiva, met uitzondering van het (groeps)vermogen, worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans, de staat van baten en lasten en het kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen. Met deze referenties wordt verwezen naar de toelichting.

Voor zover noodzakelijk worden op de vorderingen voorzieningen getroffen voor verwachte oninbaarheid.

Samenwerkingsverbanden zijn aan te merken als verbonden partijen.

ICT Digitaal schoolbord

De aard van de verbondenheid met het samenwerkingsverband is dat door de schoolbesturen gezamenlijk vorm wordt gegeven aan een stelsel waarbij sprake is van een flexibele inrichting van de speciale onderwijszorg, waardoor besturen en scholen in staat zijn aan de zorgplicht te voldoen. Het samenwerkingsverband heeft zorgmiddelen betaald aan de Stichting Algemeen Toegankelijk Onderwijs 3-Stromenland te Huissen.

De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs plus bijkomende kosten of de vervaardigingsprijs, verminderd met de afschrijvingen. De afschrijvingen vinden lineair en naar tijdsgelang plaats op basis van de verwachte toekomstige gebruiksduur. Er wordt rekening gehouden met de bijzondere waardeverminderingen die op balansdatum worden verwacht.

GebouwenStofferingMachines en installatiesMeubilairLeermiddelenDuurzame apparatuur

GRONDSLAGEN VOOR WAARDERING VAN ACTIVA, PASSIVA EN RESULTAATBEPALING



Gebouwen

Financiële vaste activa

Effecten

Overige vorderingen

Vlottende activa

Vorderingen

Liquide middelen

Eigen vermogen

Omschrijving Doel Beperkingen EUR62.542

134.507

De gebouwen en terreinen worden opgenomen indien sprake is van economisch eigendom. Hiervan is sprake in het geval van eigen investeringen of van doordecentralisatie van de huisvesting. Op terreinen wordt niet afgeschreven.

Voor de toekomstige kosten van groot onderhoud aan de bedrijfsgebouwen is een voorziening voor groot onderhoud gevormd. De toevoeging aan de voorziening wordt bepaald op basis van het geschatte bedrag van het onderhoud en de periode die telkens tussen de werkzaamheden van groot onderhoud verloopt.

De bestemmingsreserves zijn reserves met een beperktere bestedingsmogelijkheid, welke door het bestuur is aangebracht.

Gekochte, rentedragende effecten die tot het einde van de looptijd worden aangehouden worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs.

Vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie. Vorderingen worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Als de ontvangst van de vordering is uitgesteld op grond van een verlengde overeengekomen betalingstermijn wordt de reële waarde bepaald aan de hand van de contante waarde van de verwachte ontvangsten en worden er op basis van de effectieve rente rente-inkomsten ten gunste van de winst-en-verliesrekening gebracht. Voorzieningen wegens oninbaarheid worden in mindering gebracht op de boekwaarde van de vordering.

Door het bestuur, alleen voor ziektevervanging.

Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en deposito's met een looptijd korter dan 12 maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen nominale waarde.

- Reserve kwaliteit onderwijs Door het bestuur, alleen ter bevordering van de kwaliteit van het onderwijs.

Het bevorderen van de kwaliteit van het onderwijs.

De onder financiële vaste activa opgenomen overige vorderingen omvatten waarborgsommen en worden initieel gewaardeerd tegen reële waarde. Vervolgens worden deze waarborgsommen gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Omdat de goederen waarvoor borg is betaald eigendom zijn voor de duur van het gebruik wordt er geen voorziening getroffen voor oninbaarheid.

- Reserve ziektevervanging

Het eigen vermogen bestaat uit de algemene reserves en bestemmingsreserves.

Het bekostigen van ziektevervanging.



Voorzieningen

Voorziening jubilea

Voorziening groot onderhoud

Kortlopende schulden

De overlopende passiva betreffen de vooruitontvangen bedragen die aan opvolgende perioden wordentoegerekend en/of nog te betalen bedragen, voor zover ze niet onder de andere kortlopende schuldenzijn te plaatsen.Kortlopende schulden worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Kortlopende schulden worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, zijndehet ontvangen bedrag rekening houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactiekosten. Dit is meestal de nominale waarde.

Grondslagen Staat van Baten en lasten

Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de baten en lasten over het verslagjaar, metinachtneming van de hiervoor reeds vermelde waarderingsgrondslagen.

De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Lasten en risico's diehun oorsprong vinden vóór het einde van het verslagjaar, zijn in acht genomen als zij voor het opmakenvan de jaarrekening bekend zijn geworden.

Voor uitgaven voor groot onderhoud van gebouwen wordt een voorziening gevormd om deze lasten gelijkmatig te verdelen over een aantal boekjaren. De toevoeging aan de voorziening wordt bepaald op basis van het geschatte bedrag van het groot onderhoud en de periode die telkens tussen de werkzaamheden voor groot onderhoud verloopt.

Voor het contant maken van de waarde van de voorziening wordt gerekend met een rekenrente welke voor eind 2017 wordt bepaald. De berekening is als volgt:Rekenrente = Wettelijke rente (bron: DNB) -/- Inflatie (bron: CBS).

Voor 2017 wordt er gerekend met een rekenrente van 0,70%. Waarbij de waarde voor de wettelijke rente vastgesteld is op 2,00% en de uitgangswaarde voor de inflatie 1,30% is.

Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen, tenzij anders vermeld.

Wanneer de verwachting is dat een derde de verplichtingen vergoedt, en wanneer het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting, dan wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen.

Voorzieningen worden onderscheiden naar aard en doel.

Toevoegingen aan de voorzieningen vinden plaats door dotaties ten laste van de staat van baten en lasten. De onttrekkingen vinden rechtstreeks plaats ten laste van de betreffende voorziening.

De voorziening jubilea wordt opgenomen tegen de contante waarde van de verwachte uitkeringen gedurende het dienstverband. Voor de berekening van de contante waarde van de voorziening wordt gerekend met de rekenrente welke onder het kopje voorzieningen is benoemd. Daarnaast wordt onder meer rekening gehouden met verwachte salarisstijgingen en de blijfkans.



Het resultaat van de staat van baten en lasten wordt toegevoegd aan de bestemde reserves die doorhet bestuur zijn bepaald.

Rijksbijdragen worden als baten verantwoord in de staat van baten en lasten in het jaar waarop detoekenning betrekking heeft.

OverheidssubsidiesExploitatiesubsidies worden als bate verantwoord in de staat van baten en lasten in het jaar waarin de gesubsidieerde kosten zijn gemaakt of opbrengsten zijn gederfd, of wanneer een gesubsidieerdexploitatietekort zich heeft voorgedaan. De baten worden verantwoord als het waarschijnlijk is dat dezeworden ontvangen en de Stichting de condities voor ontvangst kan aantonen.

PersoneelsbeloningenLonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de staatvan baten en lasten voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers.

De Stichting heeft de toegezegd-pensioenregeling bij het bedrijfstakpensioenfondsin de jaarrekening verwerkt als verplichtingenbenadering.

Voor toegezegde-bijdrageregelingen betaalt de instelling op verplichte, contractuele of vrijwillige basispremies aan pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen. Behalve de betaling van premies heeftde instelling geen verdere verplichtingen uit hoofde van deze pensioenregelingen.De premies worden verantwoord als personeelskosten als deze verschuldigd zijn. Vooruitbetaaldepremies worden opgenomen als overlopende activa indien dit tot een terugstorting leidt of tot eenvermindering van toekomstige betalingen.

Pensioenregeling

Nederlandse pensioenregelingen:

De instelling heeft op de balans geen eigen pensioenvoorziening opgenomen.De instelling is volgens de cao PO aangesloten bij het ABP. De belangrijkstekenmerken van deze regelingen zijn: · pensioengevende salarisgrondslag is middelloon· er heeft in 2017 geen indexatie plaatsgevonden· de dekkingsgraad van het ABP was per 31-12-2017 104,40%· overige kenmerken zijn te vinden op www.abp.nl

Op de Nederlandse pensioenregelingen zijn de bepalingen van de Nederlandse Pensioenwet vantoepassing en worden op verplichte, contractuele of vrijwillige basis premies aan pensioenfondsen enverzekeringsmaatschappijen betaald door de instelling. De premies worden verantwoord alspersoneelskosten zodra deze verschuldigd zijn. Vooruitbetaalde premies worden opgenomen alsoverlopende activa indien dit tot een terugstorting leidt of tot een vermindering van toekomstige betalingen. Nog niet betaalde premies worden als verplichting op de balans opgenomen.

Afschrijvingen op materiële vaste activaMateriële vaste activa worden vanaf het moment van ingebruikneming afgeschreven over de verwachtetoekomstige gebruiksduur van het actief. Over terreinen en vastgoedbeleggingen wordt nietafgeschreven. Indien een schattingswijziging plaatsvindt van de economische levensduur, dan wordende toekomstige afschrijvingen aangepast.

Boekwinsten en -verliezen bij verkoop van materiële vaste activa zijn begrepen onder de afschrijvingen.



Financiële baten en lasten

Rentebaten en rentelastenRentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoetvan de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden metde verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen.

DividendenDividenden te ontvangen van niet op nettovermogenswaarde gewaardeerde deelnemingen en effecten,worden verantwoord zodra de stichting het recht hierop heeft verkregen.

Waardeveranderingen financiële instrumenten gewaardeerd tegen reële waardeWaardeveranderingen van effecten worden rechtstreeks verwerkt in de staat van baten en lasten.staat van baten en lasten:

Grondslagen Kasstroomoverzicht

Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. Bij de indirecte methodewordt het resultaat als basis genomen.Dit overzicht geeft weer waaraan de in de verslagperiode beschikbaar gekomen gelden zijn besteed.

In samenhang met de balans en de staat van baten en lasten moet het kasstroomoverzicht bijdragenaan het inzicht in de financiering, de liquiditeit, de solvabiliteit en het vermogen van de instelling omgeldstromen te genereren.

Prijsrisico

Rente- en kasstroomrisico

KredietrisicoDe liquide middelen staan uit bij banken die minimaal voldoen aan het treasurybeleid.

activa en effecten, opgenomen onder vlottende activa. De instelling beheerst het marktrisico door onderscheid aan te brengen in de portefeuille, en limieten te stellen.

De Instelling loopt renterisico over de rentedragende vorderingen (met name onder financiële vaste activa, effecten en liquide middelen) en rentedragende langlopende en kortlopende schulden (waaronder schulden aan kredietinstellingen). Met betrekking tot vastrentende vorderingen en schulden loopt de



En vergelijkende cijfers 2016. - na verwerking resultaatbestemming -

1 ACTIVA

1.1 Vaste activa1.1.2 Materiële vaste activa 499.909 435.845 1.1.3 Financiële vaste activa 324.970 316.791

Totaal vaste activa 824.879 752.636

1.2 Vlottende activa1.2.2 Vorderingen 250.746 234.913 1.2.4 Liquide middelen 1.218.227 1.277.462

Totaal vlottende activa 1.468.973 1.512.375

TOTAAL ACTIVA 2.293.852 2.265.011

2 PASSIVA

2.1 Eigen vermogen 1.533.403 1.390.867 2.2 Voorzieningen 367.178 461.278 2.4 Kortlopende schulden 393.271 412.866

TOTAAL PASSIVA 2.293.852 2.265.011

31-12-2017 31-12-2016

BALANS PER 31 DECEMBER 2017



En vergelijkende cijfers 2016

3 Baten3.1 Rijksbijdragen OCW 4.409.670 4.073.549 4.010.773 3.2 Overheidsbijdragen en

-subsidies overige overheden196 2.470 2.387

3.5 Overige baten 48.203 26.070 45.841

Totaal baten 4.458.069 4.102.089 4.059.001

4 Lasten4.1 Personeelslasten 3.456.274 3.330.613 3.156.678 4.2 Afschrijvingen 83.696 101.056 98.019 4.3 Huisvestingslasten 354.472 333.740 323.351 4.4 Overige lasten 417.980 376.770 404.288

Totaal lasten 4.312.422 4.142.179 3.982.336

Saldo baten en lasten * 145.647 -40.090 76.665

6 Financiële baten en lasten6.1 Financiële baten 694 8.000 4.184 6.2 Financiële lasten 3.806 1.175 796

Saldo financiële baten en lasten * -3.112 6.825 3.388

Resultaat * 142.535 -33.265 80.053

Resultaat na belasting * 142.535 -33.265 80.053

Totaal resultaat * 142.535 -33.265 80.053

*(- is negatief)

STAAT VAN BATEN EN LASTEN 2017

Een (voorstel) bestemming van het resultaat is opgenomen na de toelichting op de te onderscheiden posten van de staat van baten en lasten.

(Voorstel) bestemming van het resultaat

2017 Begroot 2017 2016



En vergelijkende cijfers 2016

Ref.

Kasstroom uit operationele activiteiten

Saldo baten en lasten 145.647 76.665

Aanpassingen voor aansluiting bedrijfsresultaat:- Afschrijvingen 4.2 83.696 98.019- Mutaties voorzieningen 2.2 -94.100 57.175

Totaal van aanpassingen voor aansluiting met het bedrijfsresultaat -10.404 155.194Veranderingen in werkkapitaal:- Vorderingen 1.2.2 -15.833 7- Kortlopende schulden 2.4 -19.595 14.866

Totaal van aanpassingen in werkkapitaal -35.428 14.873

Kasstroom uit bedrijfsoperaties 99.815 246.732

Ontvangen interest 6.1.1 559 2.885Betaalde interest 6.2.1 - 796Ontvangen dividenden 6.1.2 135 -Mutaties overige financiële vaste activa 6.1.4 / 6.2.2 -3.806 -

Totaal kasstroom uit operationele activiteiten 96.703 248.821

Kasstroom uit investeringsactiviteitenInvesteringen in materiële vaste activa 1.1.2 -147.760 -119.218Overige investeringen in financiële vaste activa 1.1.3 -8.179 -26.798

Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten -155.939 -146.016

Kasstroom uit overige balansmutatiesOverige mutaties - 1.299

Totaal kasstroom uit overige balansmutaties - 1.299

Mutatie liquide middelen 1.2.4 -59.236 104.104

Het verloop van de geldmiddelen is als volgt:

Stand liquide middelen per 1-1 1.277.463 1.173.358Mutatie boekjaar liquide middelen -59.236 104.104Stand liquide middelen per 31-12 1.218.227 1.277.462

2017 2016

2017 2016

KASSTROOMOVERZICHT 2017



1 Activa

1.1 Vaste activa

1.1.2 Materiële vaste activa 1.1.2.1 1.1.2.3 1.1.2.4Gebouwen Inventaris en

apparatuurOverige materiële vaste activa

Totaal materiële vaste activa

26.045 1.233.605 257.455 1.517.106 6.857 867.578 206.826 1.081.261

19.189 366.028 50.629 435.845

- 114.590 33.170 147.760 - - - - 1.321 69.553 12.821 83.696 - - - -

1.321- 45.037 20.349 64.064

26.045 1.348.195 290.625 1.664.866 8.178 937.131 219.647 1.164.957

17.867 411.064 70.977 499.909

TOELICHTING OP DE TE ONDERSCHEIDEN POSTEN VAN DE BALANS

Afschrijvingen op desinvesteringen

Stand per 01-01-2017Verkrijgings- of vervaardigingsprijsCumulatieve afschrijvingen en waardeverminderingen

Materiële vaste activa per 01-01-2017

Verloop gedurende 2017InvesteringenDesinvesteringenAfschrijvingen

Mutatie gedurende 2017

Stand per 31-12-2017Verkrijgings- of vervaardigingsprijsCumulatieve afschrijvingen en waardeverminderingen

Materiële vaste activa per 31-12-2017



1.1.3 Financiële vaste activa Boek- Investe- Desinves- Waarde- Boek-waarde ringen teringen verandering Resultaat waarde1-1-2017 2017 2017 2017 2017 31-12-2017

1.1.3.7 Effecten 272.241 135 - -3.806 - 268.5701.1.3.8 Overige vorderingen 44.550 11.850 - - - 56.400

Totaal Financiële vaste activa 316.791 11.985 - -3.806 - 324.970

1.1.3.7 Effecten Boek- Investe- Desinves Waarde- Boek-waarde ringen teringen verandering waarde1-1-2017 2017 2017 2017 31-12-2017

1.1.3.7.1 BNG Financial Bond Fonds 272.241 135 - -3.806 268.570

Totaal Effecten 272.241 135 - -3.806 268.570

BNG Financial Bond Fonds

Betreft BNG Fido Kapitaalmarktselect

1.1.3.8 Overige vorderingen Boek- Verstrekte Aflossingen Waarde- Boek-waarde leningen verandering Resultaat waarde1-1-2017 2017 2017 2017 2017 31-12-2017

1.1.3.8.3 Waarborgsommen tablets 44.550 11.850 - - - 56.400

Totaal Overige vorderingen 44.550 11.850 - - - 56.400

1.2 Vlottende activa

1.2.2 Vorderingen

1.2.2.2 OCW 218.115 205.2891.2.2.10 Overige vorderingen 19.182 16.747

Subtotaal vorderingen 237.297 222.036

1.2.2.12 Vooruitbetaalde kosten 12.889 10.0171.2.2.14 Te ontvangen interest 559 2.860

Overlopende activa 13.448 12.877

Totaal Vorderingen 250.745 234.913

Alle vorderingen genoemd onder 1.2.2 hebben een looptijd korter dan een jaar .

31-12-2017 31-12-2016



1.2.2.10 Overige vorderingen

1.2.2.10.2 Huur en medegebruik - 2.7371.2.2.10.7 Vergoeding salariskosten 10.875 -1.2.2.10.7 Samenwerkingsverband 7.746 11.1341.2.2.10.7 Overige vorderingen 561 2.876

Totaal Overige vorderingen 19.182 16.747

1.2.4 Liquide middelen

1.2.4.1 Kasmiddelen 618 3441.2.4.2 Tegoeden op bankrekeningen 1.217.609 1.277.119

Totaal liquide middelen 1.218.227 1.277.463

31-12-2017 31-12-2016

31-12-2017 31-12-2016



2

2.1 Eigen vermogenStand per

01-01-2017

Resultaat2017

Overige mutaties

Stand per 31-12-2017

2.1.1 Eigen vermogen2.1.1.1 Algemene reserve 1.215.093 121.261 - 1.336.3542.1.1.2 Bestemmingsreserves (publiek) 175.774 21.275 - 197.049

Totaal Eigen vermogen 1.390.867 142.536 - 1.533.403

2.1.1.2 Bestemmingsreserves (publiek)Stand per

01-01-2017

Resultaat2017

Overige mutaties


2.1.1.2.2 Reserve ziektevervanging 32.929 29.613 - 62.5422.1.1.2.9 Reserve kwaliteit onderwijs 142.845 -8.338 - 134.507

Totaal bestemmingsreserves publiek 175.774 21.275 - 197.049

Voor een specificatie per kostenplaats verwijzen wij u naar bijlage "Reserves en voorzieningen per kostenplaats".

2.2 VoorzieningenStand per

01-01-2017

Dotatie 2017

Vrijval 2017

Rente mutatie*


Bedrag < 1 jaar

Bedrag 1 t/m 5 jaar

Bedrag > 5 jaar

2.2.1 Personele voorzieningen 56.346 3.793 2.013 - - 58.127 3.716 21.226 33.185

2.2.3 Voorzieningen voor groot onderhoud 404.932 128.528 224.409 - - 309.051 79.645 229.406 -

Totaal Voorzieningen 461.278 132.321 226.422 - - 367.178 83.361 250.632 33.185

* bij netto contante waarde

2.2.1 Personele voorzieningen Stand per

01-01-2017

Dotatie 2017

Vrijval 2017

Rente mutatie*


Bedrag < 1 jaar

Bedrag 1 t/m 5 jaar

Bedrag > 5 jaar

2.2.1.4 Jubileum-voorziening 56.346 3.793 2.013 - - 58.127 3.716 21.226 33.185

Totaal personele voorzieningen 56.346 3.793 2.013 - - 58.127 3.716 21.226 33.185

* bij netto contante waarde

Voor een specificatie per kostenplaats verwijzen wij u naar bijlage "Reserves en voorzieningen per kostenplaats".

Passiva

Onttrekking 2017

Onttrekking 2017



2.4 Kortlopende schulden

2.4.6 Schulden aan gemeenten en Gemeenschappelijke regelingen 1.667 -2.4.8 Crediteuren 47.969 58.8292.4.9 Belastingen en premies sociale verzekeringen 144.734 159.2462.4.10 Schulden terzake van pensioenen 39.474 32.6472.4.12 Overige kortlopende schulden 40.388 56.457

Subtotaal kortlopende schulden 274.232 307.179

2.4.14 Vooruit ontvangen subsidies OCW 10.449 5.4982.4.16 Vooruit ontvangen bedragen - 2.1002.4.17 Vakantiegeld en vakantiedagen 108.591 98.089

Overlopende passiva 119.040 105.687

Totaal Kortlopende schulden 393.272 412.866

2.4.9 Belastingen en premies sociale verzekeringen

2.4.9.1 Loonheffing 136.656 128.1512.4.9.3 Premies sociale verzekeringen 8.078 31.095

Totaal belastingen en premies sociale verzekeringen 144.734 159.246

2.4.12 Overige kortlopende schulden

2.4.12.4 Netto salarissen 1.844 7.5022.4.12.8 Overige geldstromen 1.403 8232.4.12.8 Vonkenmorgen, energie Tichelaar 7.298 13.5882.4.12.8 PWC, accountantscontrole 9.087 4.1292.4.12.8 Samenwerkingsverband 14.860 15.1692.4.12.8 Vergoeding Raad van Toezicht 3.025 11.8702.4.12.8 Overige schulden 2.870 3.376

Totaal overige kortlopende schulden 40.388 56.457

31-12-2017 31-12-2016

31-12-2017 31-12-2016

31-12-2017 31-12-2016



3 Baten

3.1.1 Rijksbijdragen3.1.1.1 Rijksbijdrage OCW 3.955.990 3.714.799 3.682.541

Totaal Rijksbijdrage 3.955.990 3.714.799 3.682.541

3.1.2 Overige subsidies3.1.2.1 Overige subsidies OCW 309.407 219.009 208.625

Totaal Rijksbijdragen 309.407 219.009 208.625

3.1.4 Ontvangen doorbetalingen rijksbijdrage SWV 144.273 139.741 119.606

Totaal Rijksbijdragen 4.409.670 4.073.549 4.010.772

3.2.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies overige overheden

3.2.2.2 Overige gemeentelijke en Gemeenschappelijke Regelingen -bijdragen en -subsidies 196 2.470 2.387

Totaal Overige overheidsbijdragen en -subsidies overige overheden

196 2.470 2.387

Totaal overheidsbijdragen en -subsidies overige overheden 196 2.470 2.387

3.5.1 Verhuur 13.050 10.920 14.5723.5.2 Detachering personeel 14.452 8.700 8.8453.5.4 Sponsoring - - 1.9343.5.5 Ouderbijdragen 3.445 3.100 2.7803.5.10 Overige 17.256 3.350 17.710

Totaal overige baten 48.203 26.070 45.841

Overige

Vervangingsfonds 8.062 - 8.101Leerlinggebonden financiering 1.250 3.350 5.423Vakbondsfaciliteiten 5.053 - -Overige 2.891 - 4.186

17.256 3.350 17.710

Overheidsbijdragen en -subsidies overige overheden

3.2

20173.5 Overige baten Begroot 2017 2016

TOELICHTING OP DE TE ONDERSCHEIDEN POSTEN VAN DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN

2017 Begroot 2017 2016

2017 Begroot 2017 2016

Rijksbijdragen3.1



4 Lasten

4.1.1 Lonen, salarissen, sociale lasten en pensioenlasten

4.1.1.1 Lonen en salarissen 2.483.513 3.131.678 2.329.9924.1.1.2 Sociale lasten 444.436 - 410.1734.1.1.5 Pensioenpremies 335.077 - 265.344

Totaal lonen, salarissen, sociale lasten en pensioenlasten 3.263.026 3.131.678 3.005.509

4.1.2 Overige personele lasten4.1.2.1 Dotaties personele voorzieningen 3.793 2.500 6.0714.1.2.3 Overig 187.450 196.436 177.171

Totaal overige personele lasten 191.243 198.936 183.242

4.1.3 Ontvangen uitkeringen personeel

4.1.3.3 Overige uitkeringen personeel -2.005 - 32.073

Af: Ontvangen uitkeringen personeel-2.005 - 32.073

Totaal personele lasten 3.456.274 3.330.614 3.156.678

Overig

Kosten uitbesteding derden 10.374 12.750 8.754Nascholing 99.015 114.000 84.171Arbokosten 13.544 8.000 5.223Negatief getoetsten 5.507 - 2.348In- en externe mobiliteit 28.846 30.000 51.786Overige 30.164 31.686 24.889

187.450 196.436 177.171

Gemiddeld aantal werknemers (personen)

Bestuur / Management 6 7Personeel primair proces 63 62Ondersteunend personeel 11 10

Totaal gemiddeld aantal werknemers 80 79

4.2.2 Afschrijvingen op materiële vaste activa 83.696 101.056 98.019

Totaal afschrijvingen 83.696 101.056 98.019

Afschrijvingen 2017 Begroot 2017 20164.2

Het gemiddeld aantal werknemers bedraagt 80 in 2017 (2016: 79). Hieronder is de onderverdeling te vinden van het gemiddeld aantal werknemers.

2017 2016

4.1 2017 Begroot 2017 2016Personeelslasten



4.3.1 Huur 20.000 25.000 20.0224.3.3 Klein onderhoud 25.684 19.500 25.6474.3.4 Energie en water 44.455 46.000 40.5364.3.5 Schoonmaakkosten 95.856 92.700 86.8944.3.6 Belastingen en heffingen 8.891 8.150 8.2234.3.7 Dotatie onderhoudsvoorziening 128.528 128.590 128.5284.3.8 Overige 31.058 13.800 13.501

Totaal huisvestingslasten 354.472 333.740 323.351

4.3.8.1 Tuinonderhoud 2.837 2.000 1.6244.3.8.2 Bewaking/beveiliging 6.121 6.800 7.3134.3.8.3 Overige huisvestingslasten 22.100 5.000 4.564

Totaal huisvestingslasten 31.058 13.800 13.501

Overige huisvestingslasten

4.4.1 Administratie en beheerlasten 127.007 146.660 162.0704.4.2 Inventaris en apparatuur 19.311 12.500 16.1694.4.3 Leer- en hulpmiddelen 146.781 111.500 118.2054.4.5 Overige 124.881 106.110 107.844

Totaal overige lasten 417.980 376.770 404.288

Seperate specificatie kosten instellingsaccountant

4.4.1.1.1 Controle van de jaarrekening 12.112 8.000 9.771

12.112 8.000 9.771

Uitsplitsing honoraria naar accountantskantoor

Honoraria met betrekking tot de werkzaamheden

4.3 Huisvestingslasten

4.3.8 Overige huisvestingslasten 2017

2017 Begroot 2017 2016

Begroot 2017 2016

4.4

Bovenstaande accountantshonoraria zijn verwerkt op basis van het lastenstelsel.

In het boekjaar zijn de volgende bedragen aan accountantshonoraria (reeds onderdeel van 4.4.1) ten laste van het resultaat gebracht:

2017 Begroot 2017 2016

Alle hierboven opgesomde werkzaamheden zijn verricht door hetzelfde accountantskantoor in het huidig en/of vorig boekjaar.

Bovenstaande honoraria betreffen uitsluitend de werkzaamheden die bij de stichting zijn uitgevoerd door accountantsorganisaties en externe accountants zoals bedoeld in art. 1, lid 1 Wta (Wet toezicht accountantsorganisaties). De kosten voor de controle zijn inclusief bekostiging en omzetbelasting.

Hier vallen kosten van de verhuizing van 'Holthuus onder.

Overige lasten 2017 Begroot 2017 2016



4.4.5.1 Wervingskosten 575 2.000 9.5024.4.5.2 Representatiekosten 2.189 1.950 1.0824.4.5.3 Huishoudelijke kosten 11.331 9.100 10.6594.4.5.4 Buitenschoolse cq bijzondere

activiteiten 3.061 5.100 2.8774.4.5.6 Contributies 9.476 10.905 8.7264.4.5.7 Abonnementen 2.873 4.705 3.8174.4.5.8 Medezeggenschapsraad 2.021 5.100 4.5244.4.5.9 Verzekeringen 4.110 4.750 3.8644.4.5.10 Reproductiekosten, drukwerk,

schoolgids 48.517 44.000 45.2474.4.5.11 Toetsen en testen 5.897 4.200 3.7774.4.5.12 Culturele vorming 11.217 8.300 6.4614.4.5.13 Overige overige lasten 23.613 6.000 7.308

Totaal overige lasten 124.880 106.110 107.844

Overige overige lasten

6 Financiële baten en lasten

6.1.1 Rentebaten en soortgelijke opbrengsten 559 6.500 2.885

6.1.2 Ontvangen dividenden 135 1.500 -6.1.3 Waardevermeerderingen financiële

vaste activa en effecten - - 1.299

Totaal financiële baten 694 8.000 4.184

6.2.1 Rentelasten en soortgelijke lasten - 1.175 7966.2.2 Waardeverminderingen financiële

vaste activa en effecten 3.806 - -

Totaal financiële lasten 3.806 1.175 796

6.1 Financiële baten

Financiële lasten6.2

Hier vallen kosten voor strategische kaarten onder.

Begroot 2017 2016

2017 Begroot 2017 20164.4.5 Overige lasten

2017 Begroot 2017 2016

2017



2.1.1 Algemene reserve (publiek) 121.261

2.1.2 Bestemmingsreserves (publiek)

2.1.2.2 Reserve ziektevervanging 29.6132.1.2.9 Reserve kwaliteit onderwijs -8.338

2.1.2 Totaal bestemmingsreserves publiek 21.275

Totaal bestemmingsreserves 21.275

Totaal resultaat 142.536

Resultaat 2017

(VOORSTEL) BESTEMMING VAN HET RESULTAAT



Er zijn geen gebeurtenissen na balansdatum die hier dienen te worden toegelicht.

GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM



Verbonden partij, minderheidsdeelneming

CodeJuridische Statutaire activi- Deelname

Statutaire naam vorm 2017 zetel teiten percentage

Samenwerkingsverband PassendWijs Stichting Arnhem 4 -

Code activiteiten: 1. contractonderwijs, 2. contractonderzoek, 3. onroerende zaken, 4. overige

VERBONDEN PARTIJEN



G1 Verantwoording van subsidies zonder verrekeningsclausule(Regeling ROS art. 13, lid 2 sub a en EZ regelingen betrekking hebbend op de EZ subsidies)

G1-A Beknopt gespecificeerd

Omschrijving PrestatieKenmerk Datum afgerond?

Lerarenbeurs 775638-1 20-09-2016 JaLerarenbeurs 852289-1 20-09-2017 NeeLerarenbeurs 852241-1 20-09-2017 Nee

VERANTWOORDING SUBSIDIES

Toewijzing



Aantal complexiteitspunten per instellingscriteria: 2017

Gemiddelde totale baten 2Gemiddeld aantal leerlingen, deelnemers of studenten 1Gewogen aantal onderwijssoorten of sectoren 1

Totaal aantal complexiteitspunten 4

Bezoldigingsklasse A

Bezoldigingsmaximum 107.000

De indeling van de rechtspersonen of instellingen over de bezoldigingsklassen gebeurt op basis van drie generieke instellingscriteria te weten: (a) de gemiddelde totale baten per kalenderjaar (b) het gemiddelde aantal leerlingen, deelnemers of studenten, en (c) het gewogen aantal onderwijssoorten of -sectoren. Deze instellingscriteria bieden een weergave van de zwaarte van de functie van de topfunctionaris gebaseerd op functiewaarderingsverhoudingen. Gezamenlijk geven de criteria een indicatie van de complexiteit van de betreffende bestuursfunctie.

Per 1 januari 2013 is de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) in werking getreden. De WNT schrijft voor dat de beloning van topfunctionarissen verantwoord dient te worden in de jaarrekening, ook als de beloning beneden de norm blijft. Voor overige functionarissen geldt publicatieplicht alleen als de norm overschreden wordt.

WNT: WET NORMERING BEZOLDIGING TOPFUNCTIONARISSEN PUBLIEKE EN SEMIPUBLIEKE SECTOR

Indeling en bezoldigingsklasse

Complexiteitspunten

Afwijkende bezoldiging

Er is geen afwijkende bezoldiging van toepassing voor het verslagjaar 2017.

Voor ieder criterium wordt een schaal gehanteerd. Uit de score op die schaal volgt een aantal complexiteitspunten. Het totaal van deze complexiteitspunten bepaalt in welke bezoldigingsklasse de rechtspersoon of instelling valt en welk bezoldigingsmaximum daarmee van toepassing is op de topfunctionaris(sen). Voor de bepaling van de complexiteitspunten verwijzen wij naar de Regeling bezoldiging topfunctionarissen OCW-sectoren.



Bestuurder

Dienstbetrekking JaAanhef MevrouwVoorletters A.C.Achternaam Queens-Molenaar

Functievervulling in 2017

Functie(s) College van bestuurAanvang functie in verslagjaar 01-01Afloop functie in verslagjaar 31-12Taakomvang (fte) 1,000Gewezen topfunctionaris Nee

Bezoldiging 2017

Beloning plus belastbare onkostenvergoeding 76.092 Beloningen betaalbaar op termijn 12.878 Subtotaal bezoldiging 88.970 Onverschuldigd betaald bedrag bezoldiging - Totale bezoldiging 88.970 Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum 107.000 Reden waarom de overschrijding al dan niet is toegestaan n.v.t.

Gegevens 2016

Aanvang functie vorig verslagjaar 01-01Afloop functie vorig verslagjaar 31-12taak omvang vorig verslagjaar (fte) 1,000Beloning plus belastbare onkostenvergoeding in vorig verslagjaar 79.141 Beloningen betaalbaar op termijn in vorig verslagjaar 10.761 Totale bezoldiging in vorig verslagjaar 89.902

Uitkeringen wegens beëindiging dienstverband in 2017

Niet van toepassing


Leidinggevend topfunctionaris zonder dienstbetrekking maand 1 - 12 van de functievervulling

Leidinggevend topfunctionaris met dienstbetrekking of zonder dienstbetrekking vanaf 13e maand van de functievervulling en gewezen topfunctionaris

De volgende leidinggevend topfunctionarissen met dienstbetrekking of zonder dienstbetrekking vanaf 13e maand van de functievervulling en gewezen topfunctionarissen zijn in de tabel hieronder opgenomen.

Niet van toepassing, er zijn geen leidinggevend topfunctionarissen zonder dienstbetrekking maand 1- 12 van de functievervulling.



Toezichthouder

Dienstbetrekking Ja Ja Ja Ja Ja JaAanhef De heer De heer De heer Mevrouw De heer MevrouwVoorletters M.A.J. M.J. M.M. C. G.J. H.C.Tussenvoegsel vanAchternaam Donckers Hoek Beekhuizen Sahin Vonk Rookmaker

Functievervulling in 2017

Functiecategorie Voorzitter Lid Lid Lid Lid LidAanvang functie in verslagjaar 01-01 01-01 01-01 01-01 01-02 01-02Afloop functie in verslagjaar 31-12 31-07 31-12 31-12 31-12 31-12

Bezoldiging 2017

Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen 5.920 2.226 4.371 4.371 4.007 4.007Beloningen betaalbaar op termijn - - - - - -Subtotaal bezoldiging 5.920 2.226 4.371 4.371 4.007 4.007 Totale bezoldiging 5.920 2.226 4.371 4.371 4.007 4.007 Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum

16.050 6.215 10.700 10.700 9.791 9.791

Gegevens 2016

Aanvang functie vorig verslagjaar 01-01 01-01 01-01 01-01Afloop functie vorig verslagjaar 31-12 31-12 31-12 31-12Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen in vorig verslagjaar 5.800 3.816 3.816 3.816 Beloningen betaalbaar op termijn in vorig verslagjaar - - - - Totale bezoldiging in vorig verslagjaar 5.800 3.816 3.816 3.816 - -

Uitkering wegens beëindiging dienstverband 2017

Niet van toepassing


Toezichthoudend topfunctionaris

Niet-topfunctionarissen boven de norm

Niet van toepassing, er zijn geen niet-topfunctionarissen boven de norm.

De volgende toezichthoudend topfunctionarissen zijn in de tabel hieronder opgenomen.



Rechten

De volgende niet uit balans blijkende rechten worden hieronder toegelicht.

VlgNr. Omschrijving

Loop-tijd

Bedrag per

maand

Bedrag verslag-

jaarBedrag < 1 jaar

Bedrag 1 - 5 jaar

Bedrag > 5 jaar

Bedrag totaal

Mndn

1 Zonnekinderen BV 1-9-2017-1-9-2018 12 890 10.680 7.120 - - 7.120

Verplichtingen

De volgende niet uit balans blijkende verplichtingen worden hieronder toegelicht.

VlgNr. Omschrijving

Loop-tijd

Bedrag per

maand

Bedrag verslag-

jaarBedrag < 1 jaar

Bedrag 1 - 5 jaar

Bedrag > 5 jaar

Bedrag totaal

Mndn

1 BNP Paribas Leasing Solutions N.V. 19-10-2015-19-11-2018 37 2.304 27.646 24.190 - - 24.190

Periode van t/m

Periode van t/m

NIET UIT DE BALANS BLIJKENDE RECHTEN EN VERPLICHTINGEN



Stichting Algemeen Toegankelijk Onderwijs 3-Stromenland

Bestuur

College van bestuur A.C. Queens-Molenaar

Raad van Toezicht

Voorzitter M.A.J. Donckers

Overige leden C. Sahin M.M. Beekhuizen

G.J. Vonk H.C. Rookmaker

Stichting Algemeen Toegankelijk Onderwijs 3-StromenlandAdres feitelijke activiteiten Fruitlaan 6, 6681 NP BemmelStatutaire vestigingsplaats BemmelFeitelijke vestigingsplaats Bemmel

ONDERTEKENING DOOR BESTUURDERS EN TOEZICHTHOUDERS


Documents

Stichting Atos jaarverslag 2017 definitief 4 juni 2018 Atos jaarverslag 2017 definitief 4 juni 2018...+rul]rqwdoh yhudqwzrruglqj sdj +hw whyuhghqkhlgvrqghu]rhn sdj 2yhuljh ]dnhq