Author
gkettelarij
View
217
Download
0
Embed Size (px)
7/21/2019 Parate Kennisvragen
1/32
H1. Het proces risicomanagement
1. Leg uit hoe het ondersteunende proces van een security manager eruit kan zien.
Antwoord:
Risicomanagement voor security managers houdt dus in:
a. voldoen aan de eisen die vanuit het primaire proces of de besturing gesteld worden
b. helpen bij het bepalen van die eisen en bij de invoering van maatregelenc. het voeren van risicomanagement voor het eigen proces.
2. Wat is de essentie van het begrip risico?
Antwoord:
In deze module sluiten wij ons aan bij de omschrijving van risico in de Dikkevan Dale: gevaarlijke
of kwade kans of kansen die zich bij iets voordoen.Daarmee richten wij ons vooral op de statische
risicos. Om dat die risicoshoren bij bedrijfsprocessen, wordt het dynamische aspect echter niet
vergeten. De bedrijfsprocessen zijn immers opgezet om voordelen te behalen. Zowel het risico als de
kosten die moeten worden gemaakt om die risicos te beperken,gaan ten koste van de beoogde
voordelen.
Essentieel voor het begrip risico is dat het om een subjectieve (dus persoonlijke) beoordeling gaatvan onzekere gebeurtenissen.
3.
Wat is het risico voor een willekeurig proces, van een voorafgaande schakel in de
productieketen?
Antwoord:
Risicomanagement is erop gericht belangen te beschermen door mogelijke bedreigingen te
onderkennen en gepaste maatregelen te nemen. Deze belangen, dreigingen en maatregelen vormen
samen de kern van risicomanagement. Binnen risicomanagement wordt er steeds vanuit gegaan dat
inbreuken op de bedrijfsvoering steeds (kunnen) leiden tot een verstoring daarvan. Afhankelijk van
de situatie en de ernst van de optredende bedreiging zal de verstoring groter of kleiner zijn. Omdat
de bedrijfsvoering veelal sterk afhankelijk is van voorafgaande en opvolgende schakels in de
bedrijfsketen, zal men bijtoepassing van risicomanagement met deze ketens rekening moeten
houden.
4.
Welke rol spelen bedrijfsdoelen bij risicomanagement?
Antwoord:
Bedreigingen hebben in meer of mindere mate invloed op de continuteit van de bedrijfsvoering
(kwade kansen). Deze continuteit kan voor de meeste organisaties als een centrale doelstelling
worden gezien.
5. Wat is het nut van een structurele aanpak van risicomanagement?
Antwoord:
In afb. 2 wordt het proces van risicomanagement schematisch weergegeven. De structuur van de
aanpak wordt weergegeven door een cirkel of een wiel. De gedachte erachter is dat het proces dat
de omvang van de risicos en de kwaliteitvan de getroffen maatregelen beheerst, voortdurend
aandacht krijgt. In deze module worden de zeven stappen in het gestructureerde proces in twee
delen samengebracht. In het eerste deel gaat het om de diagnose. Binnen de afgebakende
omgeving worden de risicos bepaald en de betekenis daarvan voor deproceseigenaar. In het tweede
deel gaat het om de remedie. Welke maatregelen kunnen worden ingevoerd om de risicos het hoofd
te bieden?
6.
Waarom is de proceseigenaar degene die verantwoordelijk is voor risicomanagement?
Antwoord:
Het proces van risicomanagement laat zien hoe een overzichtelijke en stapsgewijze aanpak mogelijk
is, gericht op het beheersen van relevante risicos.Structuur in een aanpak zorgt voor overzicht en
7/21/2019 Parate Kennisvragen
2/32
stuurmogelijkheden. Er zijn altijd vele betrokkenen bij het onderkennen van risicos en het bedenken
en invoeren van maatregelen daartegen. Dat vraagt om cordinatie en duidelijke
verantwoordelijkheden. De centrale persoon daarbij is steeds de eigenaar van het bedrijfsproces.
Deze zal de verantwoordelijke zijn, niet alleen voor het eigen bedrijfsproces maar ook voor het
proces van risicomanagement dat daarvoor wordt uitgevoerd.
7. Wat zijn de processtappen voor risicomanagement en wat zijn de verschillen met de stappen van
de COSO-methode?
Antwoord:
Risicomanagement omvat de volgende stappen:
1. Bewustwording, het creren van de omstandigheden waarin over risicos en maatregelen kan
worden nagedacht.
2. Visie ontwikkelen, het verkrijgen van inzicht en het bepalen van de gewenste richting door het
management.
3. Besluitvorming, het bepalen van de strategie en de keuze van prioriteiten waaruit de maatregelen
volgen die zullen worden ingevoerd of verbeterd.
4. Het ontwerpen van maatregelen.5. Het bouwen en realiseren van maatregelen.
6. Het invoeren van maatregelen.
7. Evalueren, het beheren van maatregelen door permanente controle en verbetering.
Afb. 3 geeft de kubus weer die in de methode van COSO centraal staat. Deeerste dimensie (de
voorzijde) bestaat uit de acht stappen voor risicomanagement:
1. De interne omgeving.
2. De doelstellingen van de organisatie.
3. Het identificeren van bedreigende gebeurtenissen.
4. Het bepalen van de risicos.
5. De manier waarop met de risicos zal worden omgegaan.
6. Maatregelen om risicos te beheersen.
7. Informatie en communicatie over risicos en maatregelen.
8. Controle op de status van de maatregelen, de naleving.
8. Leg uit wat belangrijk is bij de keuze van een methode voor risicomanagement.
Antwoord:
Voor het uitvoeren van risicoanalyses zijn allerlei hulpmiddelen en methodes beschikbaar. Zowel
formele softwarepakketten als informele self assessment- middelen kunnen worden gebruikt. De
gebruikte methode kan bepalend zijn voor de uitkom sten om dat er binnen de methode gebruik
wordt gemaakt van bepaalde aannames. En niet alle aannames gelden in iedere situatie. Daarom is
het van belang aandacht te schenken aan de keuze van een methode. Externe deskundigen kunnen
een rol spelen bij de keuze van een methode of bij de beoordeling van de betekenis van de methode
voor gebruik in een concrete situatie. Contra-expertise is een bruikbaar middel om resultaten van
een risicoanalyse die niet helemaal worden vertrouwd of begrepen, tegen het licht te houden. De
methode die in deze module wordt gebruikt, is open in de zindat in iedere stap door de
risicomanager zelf wordt bepaald welke keuzes worden gemaakt. Voorbeelden van methode voor
risicoanalyse:
1. Geautomatiseerde hulpmiddelen (software):
CRAMM, een voor informatiebeveiliging gebruikt pakket van Amerikaanseoorsprong.
Riskwatch, een Amerikaans pakket dat de effectiviteit van maatregelenhelpt bepalen op basis van
return on investment.
2. Algemene analysemethoden:
Failure Modes Effects and CriticalityAnalysis (FMECA), een op brainstorminggebaseerde What if -
methode onder het motto: niets voorwaar houden dat niet evident is.
7/21/2019 Parate Kennisvragen
3/32
Gebeurtenissenboom, een methode om problemen op te lossen door verdeling toe te passen.
Foutenboom, een methode waarbij van het simpele naar het gecompliceerdewordt opgeklommen.
Hazard and Operability Analysis (HAZOP), waarbij een zo volledigmogelijke opsomming wordt
gemaakt van mogelijk falen.
3. Methode gebruikt bij informatiebeveiliging:
Afhankelijkheid- en kwetsbaarheidanalyse (A&K-analyse), een voor de overheid voorgeschrevenmethode.
4. Risicoanalyse als onderdeel van de methode die wordt gevolgd in deze module en de COSO-
methode.
9. Leg uit wat subjectief en toekomstgericht betekenen voor risicomanagement.
Antwoord:
Bij het uitvoeren van een risicoanalyse m oet men beseffen dat risicoanalyse veel subjectieve
elementen bevat. Objectiviteit is op enkele onderdelen mogelijk maar niet op alle elementen die in
de analyse worden gebruikt. Zo kunnen aan diverse bedrijfsbelangen door verschillende personen
een uiteenlopende waardering worden toegekend. Dit geldt ook voor de dreigingen. Door het veelal
onbekende karakter van een dreiging ontstaat er veel ruimte voor interpretatie, veronderstellingenen percepties.
Risicoanalyse is op de toekomst georinteerd. Dit betekent dat slechts in beperkte mate gebruik kan
worden gemaakt van gegevens uit het verleden. Statistische gegevens over het optreden en de
gevolgen van bedreigingen zijn immers algemeen en niet op specifieke situaties toepasbaar.
Bovendien is het verleden geen goede voorspeller voor de toekomst.
10.
Wat zijn de vier strategien van risicomanagement?
Antwoord:
In de praktijk bestaan er vier strategien voor risicomanagement:
Verminderen van risicos:Het treffen van maatregelen om de kans van het optreden van bepaalde bedreigingen te
verminderen (preventie) of de mogelijke gevolgen daarvan te beperken (repressie).
Preventie:
Veiligheidsvoorschriften, opleiding en training, procedures en regels, brandwerende materialen,
preventief onderhoud et cetera.
Repressie:
Crisisplannen en draaiboeken, procedures voor storing- en incidentafhandeling, blusapparatuur,
helpdesk, EHBOers et cetera.
Vermijden van risicos:
Het zodanig inrichten van een bedrijfsproces dat het risico niet kan voorkomen. Hiertoe kan ook het
beindigen van activiteiten worden gerekend.
Voorbeelden: Het besluit om geen asbest te gebruiken, leidt ertoe dat
(althans in de omgeving waar het besluit geldt) in de toekomst geen
negatieve gevolgen van het gebruik van asbest kunnen optreden. Het
vermijden van contact m et iemand die de bron kan zijn van een besm ettelijke
ziekte heeft als gevolg dat het risico van besmetting door die bewuste
bron wordt vermeden.
Overdragen van risicos:
Het aan een andere partij overdragen van de gevolgen van het optreden van een bepaalde
bedreiging. In de praktijk wordt naast het overdragen van de financile gevolgen (verzekering) ook
hedging gebruikt, diversificatie, outsourcing en het aangaan van samenwerkingsverbanden. De
meeste vormen van overdragen kom en daardoor neer op een vorm van spreiding van het risico over
meerdere partijen.
7/21/2019 Parate Kennisvragen
4/32
Voorbeelden: Door een vergoeding te betalen voor een eventuele schadeloosstelling, kunnen de
financile gevolgen van een brand worden afgewenteld op een verzekeraar. Daarmee zijn andere
gevolgen (missen van onvervangbare zaken zoals fotos) nog niet overgedragen. Door het
outsourcen van bepaalde activiteiten worden de risicos niet overgedragen.Wel is de zorg voor de
(geoutsourcete) processen overgedragen maar de gevolgen van een falen van deze processen blijft
als voorheen het bedrijfsproces bedreigen. De zorg voor het treffen van maatregelen is echter inandere handen overgegaan.
Accepteren van risicos:
Het achterwege laten van (nog meer) maatregelen ter voorkoming van het optreden van dreigingen
of ter beperking van de gevolgen. Er kan worden overwogen dat de kosten van extra maatregelen
niet meer opwegen tegen de (resterende) risicos. Dit restant wordt dan bewustgeaccepteerd, wat
betekent dat in een voorkomend geval niet over de schade wordt gezeurd.
7/21/2019 Parate Kennisvragen
5/32
H2. De proceseigenaar als risicomanager
1. Wat is het verschil tussen individuele en collectieve risicos?
Antwoord:
individuele problemen, zoals kou vatten, verkeersrisicos of doehet- zelven, dan is de persoon in
kwestie de eigenaar van het proces waaraan de risicos zijn verbonden. Hij of zij zal zelf getroffen
worden door de negatieve effecten en de gevolgen dus moeten dragen. Het individu zal zelf demaatregelen treffen die hij nodig vindt.
Zodra het gaat om een bedrijfsproces (in een ruime betekenis van het woord) worden risicos al snel
collectief van aard. Zo kunnen om wonenden het slachtoffer worden van gebeurtenissen die zich
buiten hun invloedsfeer afspelen. Grootschalige incidenten in het verkeer, in de chemische industrie
of tijdens evenementen geven in de praktijk voldoende voorbeelden. De proceseigenaar is in
dergelijke gevallen verantwoordelijk voor het al dan niet nemen van maatregelen om risicos (ook
tegenover derden) tegen te gaan of te beperken. De proceseigenaar zal de risicomanager moeten
zijn van zijn eigen bedrijfsproces.
2. Waarom is het voor een proceseigenaar niet nodig specifieke kennis van risicos te hebben?
Antwoord:Zoals in vele situaties geldt ook hier het adagium dat de proceseigenaar zich moet richtenop zijn eigen sterke kanten. Voor zaken die specialistische kennis of ervaring vergen, kan een beroep
op specialisten nuttig zijn.
3. Waarom is risicomanagement van belang?
Antwoord:Risicomanagement biedt de mogelijkheid toekomstige problemen voor te zijn. Dat scheelt
veel discussie achteraf en geeft meer rust tijdens de uitvoering van de operaties waarom het
allemaal is begonnen.
4. In welke gevallen heeft een procesbenadering of juist een objectbenadering van
risicomanagement de voorkeur?
Antwoord:Bij een procesbenadering zal de aandacht voor de risicos worden gericht op de
processtappen en de daarbij gebruikte middelen, de invoer en de uitvoer en de betrokken partijen.
Vooral in de gevallen waarin een duidelijk product of dienst moet worden voortgebracht, is een
procesbenadering zinvol. De dynamiek van de processen kan daarbij volledig aan de orde komen.
Een objectbenadering is meer statisch van aard en richt zich op het handhaven van een status-quo.
5. Welke rol spelen eisen in een keten van opvolgende processen?
Antwoord:Voor de eigenaar van het leverende proces is het dus zaak goed te weten welke eisen de
afnemer stelt. Risicos kunnen dan worden gezien als omstandigheden waarin niet (of niet geheel)
kan worden voldaan aan die eisen.
6. Security management heeft als ondersteunend proces te maken met de risicos van het eigen
proces en die van het proces dat wordt ondersteund. Leg uit wat het verschil is.
Antwoord:Security management is een typisch ondersteunend bedrijfsproces. Dat betekent dat de
resultaten van dit proces bijdragen aan de successen (of teleurstellingen) van het (primaire) proces
waaraan ondersteuning wordt verleend.
7/21/2019 Parate Kennisvragen
6/32
H3. Bewustwording
1) Hoe hebben emoties een effect op het gedrag van een persoon?
Antwoord:Gedrag wordt bepaald door de houding die men op dat moment heeft. Daarbij speelt een
aantal factoren mee. Naast rationele aspecten die betrekking hebben op het onderwerp dat aan de
orde is, zijn er ook niet-rationele aspecten. Bijvoorbeeld: de emoties van het moment (een goedhumeur hebben, er zin in hebben),recente gebeurtenissen (met het verkeerde been uit bed
gestapt, in de file gestaan) en dergelijke. Die laatste aspecten kunnen moeilijk in algemene zin
worden benvloed omdat ze wisselend en zeer persoonlijk zijn.
2)
Welke rol speelt kennis bij het bewust omgaan met risicos?
Antwoord: Allereerst gaat het bij gedrag om de kennis die een persoon heeft van en de ervaring die
hij heeft met het onderwerp. In het geval van risicomanagement gaat het erom dat mensen op de
hoogte zijn van risicos die horen bij hetbedrijfsproces waaraan zij een bijdrage leveren. Kennis
daarover bestaat bij de meeste mensen wel in algemene zin, ook al is de kennis van specifieke cijfers
beperkt. Zo weet iedereen dat de mens sterfelijk is en een levensverwachting heeft van rond de 80
jaren. Hoe de statistische levenskansen zijn per geslacht, per leeftijdscategorie, naar geografischgebied en dergelijke, is informatie die alleen bij specialisten bekend is. In dit voorbeeld gaat het om
individuele risicos. Risicos van de onderneming, het bedrijfsproces, de eigen functie, zijn niet altijd
voor iedereen duidelijk. Bovendien is het in organisaties gewenst dat er enige mate van
overeenstemming is over risicos zodat het gedrag van demedewerkers daarop kan worden
afgestemd. Door voorlichting, opleiding en training kan daar functiegericht aan worden gewerkt.
Daarom is het van belang open over risicomanagement te spreken en te laten zien welke risicos
worden onderkend.
3) Wat is de invloed van de omgeving op iemands gedrag?
Antwoord:Naast kennis en ervaring is er de sociale omgeving die bepalend is voor houding. In het
algemeen bedoelen we hiermee dat de houding en het gedrag van andere mensen die in de directe
omgeving een rol spelen, een bepaald effect hebben op de houding en het gedrag van anderen. Een
individu laat zich dus in een bepaalde mate mede leiden door het optreden van een bepaalde
persoon of een groep waartoe hij zich aangetrokken voelt. Dat kan een voorbeeldpersoon zijn naar
wie men zich graag richt, maar ook de directe werkomgeving heeft een dergelijke invloed.
Vanzelfsprekend zal de proceseigenaar een voorbeeldfunctie hebben voor zijn medewerkers. Dat
geldt dan voor allerlei manieren waarop gedrag wordt getoond. Voor de proceseigenaar zullen
collegas en andere bedrijfsprocessen een omgeving vorm en maar ook de afnemers, leveranciers
en andere relaties waarmee hij veel contact onderhoudt.
4) Leg uit waarom straffen niet altijd voldoende helpt om mensen ergens bewust van te maken.
Antwoord: Wie gedrag van derden wil sturen, zal vooral de krachten moeten vinden die de eigen wil
van die anderen bepalen. De proceseigenaar kan overtuigen door betrokkenen met een goed
voorbeeldgedrag te laten zien dat er voordelen zijn die de nadelen overtreffen. Daarmee wordt een
vruchtbare bodem gelegd onder het proces van risicomanagement.
5)
Waarop is de BORG-methode gericht?
Antwoord: Vanaf 1 januari 2008 moet in het kader van de Regeling BORG Beveiligingsbedrijf
gebruikgemaakt worden van de Verbeterde Risicoklasse-indeling (VRKI). Het gaat hier om een
instrument om het inbraakrisico van woningen en bedrijfspanden te bepalen. Aan de hand van het
inbraakrisico kan worden vastgesteld welk soort preventiemaatregelen getroffen moet worden en
van welke zwaarte. De VRKI heeft de steun van Uneto-VNI en het Verbond van Verzekeraars. Het
Verbond van Verzekeraars heeft het Centrum Criminaliteitspreventie Veiligheid (CCV) verzocht het
beheer van de VRKI te verzorgen.
7/21/2019 Parate Kennisvragen
7/32
6) Welke kennis kan men gebruiken om de bewustwording te vergroten?
Antwoord:Naast de incidenten binnen de eigen organisatie zijn er de incidenten uit de omgeving.
Deze vormen een andere bron van inspiratie voor risicomanagement. Krantenberichten of bekende
gebeurtenissen in de buurt, kunnen een reactie uitlokken als: kan dat bij ons ook gebeuren? of
hoe zijn wij op eendergelijke gebeurtenis voorbereid? Een kans voor een eerste oefening met
risicomanagement. De bewustwording is gestart.
7) Wat is de rol van partijen buiten de organisatie bij de bewustwording?
Antwoord:
8)
Noem enkele factoren die de invoering van risicomanagement belemmeren.
Antwoord:Negatieve factoren voor de introductie van risicomanagement blijken voort te kom en uit:
Druk die door de omgeving wordt opgelegd. Operationele problemen van alledag kunnen leiden tot
een vermindering van aandacht voor de interne regelingen die noodzakelijk zijn om een
bedrijfsproces zo goed mogelijk te laten verlopen. Als voorbeeld van risicos die het gevolg zijn van
dergelijke ontwikkelingen, kan de verkorting van Time to market gelden. Door externe en interne
druk om zo snel mogelijk nieuwe diensten of producten op de markt te brengen, kan de inrichtingvan het bedrijfsproces dat de nieuwe dienst moet leveren op de achtergrond raken. Daardoor kan de
noodzakelijke aandacht voor de interne controle en goede procedures tekortschieten. Aan
risicomanagement komt men dan ook niet toe.
Korte en lange termijn. Bedrijfsproblemen moeten vaak op korte termijnworden opgelost, nieuwe
initiatieven moeten snel iets opleveren. Voorrisicomanagement geldt dat het effect op langere
termijn zichtbaar zal worden. De proceseigenaar heeft dus wat adem nodig en mag niet te
ongeduldig zijn. De denkhorizon van de proceseigenaar is niet altijd geschikt voor risicomanagement.
Vooral als de rol van proceseigenaar wordt gespeeld door een interim -manager, komt de langere
termijn er bekaaid af en zijn de kansen voor invoering van risicomanagement gering. Het ontbreken
van een doeltreffende en praktische methode om de eerste stappen te zetten.
Een geschikte projectleider die (eventueel m et externe hulp) kan laten zien hoe invoering mogelijk
is en waar dat toe kan leiden, kan goede diensten verrichten.
9)
Wat is de reden dat het COSO model de interne omgeving als startpunt neemt voor
risicomanagement?
Antwoord: Door de interne omgeving in het proces van risicomanagement voorop te stellen, dwingt
de COSO-methode tot bewust gedrag. Zoals in dit hoofdstuk aangegeven, is bewustzijn voor risicos
de basis voor een geslaagd risicomanagement.
7/21/2019 Parate Kennisvragen
8/32
H4. Visie ontwikkelen
1. Wat is de betekenis van de elementen van de formule voor risico?
Antwoord: Risico = kans x gevolg x gevoeligheid
Een kansheeft altijd betrekking op een gebeurtenis. Zonder die gebeurtenis is het gebruik van het
begrip kans zinloos. Gebeurtenissen in risicoanalyses hebben vrijwel altijd betrekking op dreigendegebeurtenissen, namelijk gebeurtenissen die een negatief effect kunnen hebben. De "dreiging slaat
dus zowel op het mogelijke negatieve effect als op het feit dat de gebeurtenis niet hoeft op te
treden.
Een gevolg of effectvan het optreden van de dreigende gebeurtenis is niet altijd gelijk. Dezelfde
gebeurtenis richt de ene keer meer schade aan dan de andere keer. Dat heeft te maken met de
intensiteit van de gebeurtenis maar ook met de plaats en het moment van optreden. Daarom
worden aardbevingen aangeduid met een cijfer die de kracht aangeeft op een schaal (in dit geval
bedacht door Richter). De dreiging aardbeving is algemener van aard dan de dreigingaardbeving
met een kracht van meer dan 6. Vanzelfsprekend zal de kans van optreden verschillen al naar gelang
de keuze van de omschrijving van de dreiging.
De gevoeligheidvoor een risico heeft betrekking op de al door de organisatie genomen maatregelen
om een risico te beperken. Dat kan door preventieve maatregelen te nemen die erop zijn gericht de
kans op een dreigende gebeurtenis te verminderen. Ook is het mogelijk repressieve maatregelen te
treffen. Deze zijn gericht op het beperken van de schade als de dreigende gebeurtenis onverhoopt
toch optreedt.
2.
Waarom is het nuttig de probleemstelling van een risicoanalyse precies te formuleren?
Antwoord: De probleemstelling kan algemeen zijn: Welke risicos zijn voor onze organisatiete
onderkennen? of specifiek gericht op een bepaalde activiteit van de organisatie, bijvoorbeeld:
Onder welke voorwaarden kunnen wij in zee gaanmet een nieuwe aanbieder van
bewakingsdiensten? In alle gevallen is dedoelstelling van het proces bepalend. Dat is de reden
waarom COSO voor het nadenken en bepalen van deze doelstelling een aparte stap heeft
gereserveerd in zijn methode, te weten: stap twee, bepalen van de doelstellingen. En als er toch over
doelen wordt nagedacht, is het ook goed een doelstelling te bepalen van de risicoanalyse. Dat
voorkomt in een later stadium het eindeloos uitbreiden van de analyse om nieuwe opkomende
vragen maar meteen mee te analyseren. Maar ook een risicoanalyse dient doelmatig te worden
uitgevoerd. Een beperking tot datgene wat als doel is meegegeven, zorgt voor overzicht en tijdige
afronding van de analyse.
3. Welke vier typen van gevolgen voor bedrijfsprocessen kunnen worden onderscheiden bij het
optreden van dreigende gebeurtenissen?
Antwoord: Deze gevolgen kunnen worden samengevat in de volgende categorien:
De kwantificeerbare tijdsafhankelijke schades.
Verstoringschade.
Niet-kwantificeerbare gevolgen.
Overige gevolgen.
4. Hoe kan de waarde van hulpmiddelen in een risicoanalyse worden bepaald?
Antwoord: De gevolgen van optredende dreigende gebeurtenissen kunnen ontstaan door het niet-
beschikbaar zijn van deze/dergelijke hulpmiddelen. Vertragingsschade van de bedrijfsprocessen kan
dus ontstaan doordat niet aan verplichtingen kan worden voldaan om dat een apparaat het laat
afweten. Het gevolg voor het bedrijfsproces wordt in de risicoanalyse in dat geval niet aan het
apparaat toegewezen m aar aan het proces. De gebruikswaarde van het hulpmiddel voor
7/21/2019 Parate Kennisvragen
9/32
het proces komt dus tot uitdrukking in de vertragingsschade. Als de waarde van een hulpmiddel wel
wordt betrokken in een risicoanalyse, dient dubbeltelling te worden vermeden.
5. Leg uit wat we kunnen verstaan onder een risicogebied.
Antwoord:Bedrijfsmiddelen staan in verschillende bedrijfsruimten opgesteld. Dreigende
gebeurtenissen zullen dus niet altijd alle bedrijfsmiddelen tegelijkertijd treffen. Voor de risicoanalyseis dat van groot belang. De ruim ten waarin de bedrijfsmiddelen staan opgesteld, worden in de
analyse risicogebiedengenoemd. In de analyse wordt aangegeven in welke mate men verwacht
dat bij het optreden van een bedreiging meerdere gebieden tegelijkertijd worden getroffen. Het is
immers mogelijk dat een hele etage van een gebouw wordt getroffen, of enkele aan elkaar
grenzende ruimten. Ook dit aspect kan in een risicoanalyse worden betrokken. De ene keer wil men
immers een etage als gebied beschouwen, in een andere situatie kiest men eengebouw of slechts
een specifieke ruim te of kamer als gebied.
6. Vul de parameters in van een dreiging die zich in uw eigen werkomgeving zou kunnen voordoen.
Antwoord:
7/21/2019 Parate Kennisvragen
10/32
7. Wat is het verschil tussen het beoordelen van opzet, bestaan en werking van
maatregelen?
Antwoord:
Opzet:
Bij de beoordeling van de opzetvan de maatregelen wordt nagegaan of de maatregelen aansluiten
op de doelstellingen voor beveiliging en het door de leiding geformuleerde beleid. Daarbij zal menook kritisch moeten nagaan of de doelen en het beleid passend zijn voor het bedrijfsproces. Voor
een aantal maatregelen geldt dat er voorschriften of wettelijke verplichtingen zijn die moeten
worden nageleefd. In die gevallen kan bij de beoordeling worden volstaan met een onderzoek naar
de mate waarin aan die voorschriften wordt voldaan. Naast voorschriften op het niveau van
maatregelen zoals de Arbowet, milieuvoorschriften, regels voor transport, voorschriften voor
brandveiligheid en bouwconstructies, zijn er voorschriften voor bepaalde branches van organisaties
die vaak ook hun eigen toezichthouders kennen, zoals banken en financile instellingen (De
Nederlandse Bank, Autoriteit Financile M arkten, AFM), telecommunicatiebedrijven (Onafhankelijke
Post en Telecommunicatie Autoriteit, OPTA), energiebedrijven en dienstverleners als accountants,
advocaten, notarissen en organisatieadviseurs.
Bestaan:
Maatregelen kunnen in opzet, dus volgens het beleid, aanwezig zijn, maar of ze werkelijk bestaan,
zal men moeten nagaan. Een doorlichting van de bestaande maatregelen kan worden uitgevoerd
door systematisch te inventariseren welke maatregelen er zijn en tevens te evalueren wat de
kwaliteit (doeltreffendheid) is van de beveiligingsmaatregelen.
Werking:
Ook al zijn maatregelen aanwezig, de naleving ervan is een apart punt van aandacht. Er kunnen
omstandigheden zijn waarbij de voortgang van het bedrijfsproces vereist dat van voorschriften wordt
afgeweken. Dergelijke omstandigheden dienen echter te worden gedocumenteerd of per geval
toegestaan.Op eigen initiatief negeren van maatregelen moet worden voorkomen.
Dat betekent dat de leiding naast het opzetten van de regelingen moet zorgen voor de feitelijke
aanwezigheid (handboeken) en controle op de naleving. Tot die controle kan ook het periodiek
beoordelen van de maatregelen worden gerekend. Daarbij kan blijken dat (delen van) maatregelen
moeten worden aangepast.
7/21/2019 Parate Kennisvragen
11/32
H5. Besluitvorming
1. Wat is het verschil tussen een enkelvoudige en een jaarlijkse schadeverwachting?
Antwoord: De enkelvoudige schadeverwachting (SLE) wordt per dreiging bepaald en geeft de schade
(meestal uitgedrukt in geld) weer die kan worden verwacht bij het (eenmalig) optreden van de
betreffende dreiging. Indien bij het bepalen van de gevolgschade rekening is gehouden met het feit
dat dreigingen niet altijd even intensief optreden, kan voor het berekenen van de SLE eengemiddelde worden bepaald.
De jaarlijkse schadeverwachting geeft een ander resultaat van de risicoanalyse weer en wel per
dreiging van de te verwachten schade op jaarbasis. Dit houdt in dat de Single Loss Expectancy dient
te worden vermenigvuldigd met het verwachte aantal keren (kans) dat de dreiging zich zal voordoen.
Hierbij wordt dus verondersteld dat het optreden van dreigingen keurig verloopt volgens de
aangenomen kansverdeling. Als eerder in de analyse rekening werd gehouden met de mogelijkheid
dat de frequenties van de dreigingen tussen een minimum - en een maximumwaarde kunnen liggen,
dan zal de ALE uit twee bedragen bestaan: een minimum en een maximum. Hiermee kan zowel aan
optimisten als aan pessimisten recht worden gedaan.
2.
Wanneer is het nuttig een schadeverdeling per proces te bepalen?Antwoord: Indien meerdere bedrijfsprocessen in de analyse worden betrokken of wanneer een
bedrijfsproces in onderdelen wordt geanalyseerd, kan de relatieve positie van de processen
onderling worden bepaald. Met andere woorden, de meest kritische processen worden
onderscheiden van de minder kritische.
3. Hoe wordt de schadeverwachting berekend in het geval waarin gedurende langere tijd uitval
wordt verwacht van een proces?
Antwoord: zie blz. 5.6
4. Welke schades kunnen in een risicogebied ontstaan?
Antwoord: Net als de verdeling van schades over de verschillende processen die in een analyse
worden betrokken, is het mogelijk de schades toe te wijzen aan de verschillende gebieden die
onderdeel zijn van de risicoanalyse. Omdat het bij gebieden altijd gaat om de daarin opgestelde
apparatuur, kan de schade worden getoond als vernietiging en herstelkosten. Voor vernietiging kan
een percentage worden gebruikt van de waarde die de in het gebied opgestelde apparatuur heeft.
Dit kan de boekwaarde zijn, de vervangingswaarde of een andere waarde die door de proceseigenaar
wordt bepaald. Door van alle dreigingen na te gaan of en zo ja in welke mate zij bij optreden tot
vernietiging zullen leiden, kan de vernietigingsschade per dreiging worden vastgesteld. Het
is mogelijk per gebied ook een schatting te maken van de kosten die gemoeid zullen zijn met het
herstellen van de situatie na het optreden van de dreiging. Door de apparatuur per gebied te
koppelen met de betreffende dreigingen, ontstaan de schadeverwachtingen per gebied. Dit zijn
jaarlijkse schadeverwachtingen omdat rekening is gehouden met de frequentie van de dreigingen.
5. Wat is een risicomatrix?
Antwoord: De interpretatie van de resultaten van een risicoanalyse is gericht op de mogelijkheden
die er zijn om risicos te verminderen. Dat vraagt allereerst om een overzichtelijke presentatie van de
in de analyse gebleken risicos. In eenrisicomatrix worden de enkelvoudige schadeverwachting van
dreigingen gecombineerd met de frequentie waarmee de dreigingen verwacht worden op te treden.
In afb. 6 wordt aangegeven welke actie mogelijk is voor elk van de cellen van de matrix waarin een
dreiging terecht kan komen.
7/21/2019 Parate Kennisvragen
12/32
6.
Wat is het verschil tussen de uitkomsten van een kwantitatieve en een kwalitatieve
risicoanalyse?
Antwoord: Vaak wordt in geval van een kwantitatieve benadering gesproken van
schijnnauwkeurigheid. Hiermee wordt dan een negatief oordeel gegeven over een methode die als
gevolg van calculaties leidt tot gedetailleerde bedragen.
Een dergelijke kwalificatie is niet terecht. In de kwantitatieve analyse wordt evenals in de
kwalitatieve gewerkt met aannames. In beide gevallen tracht men voor een specifieke situatie zo
goed mogelijk te benaderen wat de mogelijke schade zou kunnen zijn. Een berekening leidt nu
eenmaal tot een precies getal dat makkelijker te interpreteren is dan een kwalitatieve aanduiding als
ernstig, veel o fgering. Door afronding (duizendtallen) kan optisch eenglobaler beeld worden
verkregen. Een kwalitatieve benadering zal altijd voor de berekeningen eentoevlucht zoeken bij
een getalsmatige indeling van klassen (bijvoorbeeld 1 = weinig, 2 = matig, 3 = sterk). Vervolgens kan
er worden gerekend en geordend, waarbij m en weer terug kan grijpen op de gehanteerde
begrippen. Hoe verfijnder de getallen, hoe preciezer men kan rekenen en hoe meer onderlinge
verschillen bij de uitkomsten ontstaan. O m dat de uiteindelijke presentatie gebruik maakt van
rangordes en relatieve posities, is de mate van verfijning in de eerste plaats een ordeningshulp.
Daarnaast rekent het makkelijker. Bovendien is in onderlinge communicatie en bij besluitvorming
een kwantitatieve aanduiding makkelijker hanteerbaar.
7.
Hoe kan een vermindering van een risico worden gesimuleerd?
Antwoord: Verbeteringen in maatregelen hebben ook een positieve uitwerking op andere dreigingen.
Als gevolg hiervan kan het totale effect van een gesimuleerde maatregel op de organisatie nog groter
zijn. Dit kan worden aangetoond door in de simulatie de verbeteringen van de ene maatregel op alle
dreigingen te verwerken. In een dergelijk geval wordt de vraagstelling als het ware omgedraaid: wat
is het totale effect op het risicoprofiel door het verbeteren van maatregel huisregels in de klasse:
methoden, procedures en programmas?
Dergelijke what if-vragen leiden tot een kosten-/batenanalyse, omdat men bij voldoende
(verminderend) effect op de schadeverwachting kan nagaan of de beoogde effecten ook tegen een
aanvaardbare prijs kunnen worden gerealiseerd. Tot de prijs zullen in dit verband niet alleen de
kosten van installatie, introductie en onderhoud worden gerekend maar ook de last die de
maatregel betekent voor de klanten of de medewerkers van de organisatie. Daarmee loopt de
kosten-/batenanalyse vooruit op het besluitvormingsproces. Ze vereenvoudigt de discussie over de
keuze van aard en uitvoering van de maatregel. Ook de daarbij te volgen prioriteit kan bij de
besluitvorming worden betrokken.
8. Wat zijn de strategien voor het beheersen van risicos?
Antwoord:In de literatuur over risicostrategien blijken vier mogelijkheden om met risicos om te
gaan steeds weer te worden genoemd:
1.
Verminderen; het verminderen of beperken van de risicos door het treffenvan preventieve
of repressieve maatregelen.
7/21/2019 Parate Kennisvragen
13/32
2. Vermijden; het vermijden of opheffen van de risicos door het aanpassen van activiteiten,
methoden of bepaalde hulpmiddelen of door daarvan af te zien.
3. Overdragen-, het overdragen van (de gevolgen van) risicos aan derden.
4. Accepteren; de acceptatie van risicos.
9.
Hoe kunnen risicos worden verminderd?Antwoord: Bij deze strategie kan relatief eenvoudig worden bepaald hoever het beperken van risicos
wordt doorgevoerd. Als de kosten van het ontwerpen, realiseren en invoeren en onderhouden van
maatregelen groter worden dan de te verwachten opbrengsten (baten) in de zin van verminderd
risico, dan zal men stoppen met de maatregelen. De resterende risicos worden door de keuze van
de maatregelen vervolgens impliciet geaccepteerd. Zo hangt de vierde strategie, acceptatie, nauw
samen met de gemaakte keuze voor maatregelen. Vaak is er een duidelijke afweging van de kosten
en baten mogelijk en kan door het accepteren van meer risico met minder kosten voor maatregelen
worden volstaan.
10.Hoe kunnen risicos worden vermeden?
Antwoord: Het vermijden van risicos door het nalaten of afzien van een activiteit of hulpmiddel iseen optie die zich kan voordoen in sommige situaties. Als voorbeeld kan de dreiging van besmetting
door een computervirus gelden. Een vermijdingsstrategie kom t erop neer dat geen computers
worden toegelaten met een mogelijkheid programmatuur van buiten te laden (afsluiten van het
diskettestation en de USB-poort bij een personal computer en geen verbinding met internet
toelaten). Volledig kan deze oplossing niet zijn om dat ergens inde organisatie de mogelijkheid van
het laden van programmatuur zal moetenbestaan, ook voor deze computers. Overigens blijft in
die situatie ook nog de kans bestaan dat een medewerker zelf een virus maakt en die intern
verspreid.
11.Hoe kunnen risicos worden overgedragen?
Antwoord: Het overdragen als strategie is meestal maar beperkt toepasbaar. Er is een mogelijkheid
bepaalde activiteiten over te dragen aan een andere organisatie (outsourcing). In een dergelijke
situatie blijven de risicos in stand maarworden ze door een derde gedragen. Deze heeft de zorg voor
de maatregelen en de instandhouding daarvan. Alle rompslomp is dus overgedragen door de
proceseigenaar. Maar iemand die een deel van een bedrijfsproces de deur uitdoet, blijft wel
degelijk afhankelijk van de goede en tijdige werking van die hulpmiddelen. Alleen door de partij aan
wie hij de operatie heeft overgedragen, te wijzen op de verantwoordelijkheid voor de beveiliging,
blijft het risico beheersbaar. De door de derde te nemen maatregelen zullen in een overeenkomst
(service level agreement) moeten worden vastgelegd. Daarmee wordt de doelstelling voor de
beveiliging voor de overnemende partij dus bepaald. Het tonen van compliance met de
gedocumenteerde eisen, is een belangrijk onderdeel van de overeenkomst.
12.
Wat is de betekenis van het accepteren van risicos?
Antwoord: Accepteren blijft voor risicos altijd een mogelijkheid. Het probleem metaccepteren is dat
bij onverhoopt optreden van de dreiging schade ontstaat die toch te groot kan blijken te zijn. Met
andere woorden, men dacht een acceptabel risico te kunnen lopen en later blijkt dat tegen te vallen.
Die onzekerheid maakt dat in de besluitvorming vaak wordt getwijfeld. Daarbij kan meespelen
dat belanghebbenden bij de organisatie (klanten, leveranciers, werknemers, kapitaalverschaffers)
geen begrip kunnen opbrengen voor een gekozen strategie. Maar ook in die situatie is het de
proceseigenaar die de keuze moet maken: accepteren van het risico of er iets tegen ondernemen.
13.
Wat is de rol van aanbevelingen in het proces van besluitvorming?
Antwoord: Als volgende stap in het proces van risicomanagement worden aanbevelingen
geformuleerd. De gedachte achter deze stap wordt gevormd door de ervaring dat een risicoanalyse
door meerdere betrokkenen wordt uitgevoerd. Tijdens de analyse worden gegevens verzameld en
7/21/2019 Parate Kennisvragen
14/32
verwerkt en worden ideen geboren en beproefd in simulaties. Er worden alternatieven bedacht en
uitgewerkt; kortom , een aantal mensen is min of meer actief betrokken alvorens men een besluit
kan nemen. Het is daarom verstandig op een af andere wijze de verzamelde kennis zodanig samen te
vatten dat deze in de vorm van aanbevelingen kan worden verspreid en toegelicht.
14.
Wat is het verschil tussen een risicomijder en een risicozoeker in de besluitvorming?Antwoord: Toegepast op het treffen van beveiligingsmaatregelen zouden we kunnen beweren dat de
keuze er een is tussen: een bepaalde kans op een negatief financieel gevolg van een optredende
dreiging (de spelkeuze) tegenover de zekerheid van het uitgeven van geld (voor maatregelen) met de
verwachting dat het financile gevolg bij onverhoopt optreden van de dreiging minder groot is. De
mijders en zoekers van risicos kunnen aan de slag om met elkaar de juistekeuze te bepalen. H5.18.
15.Wat is de inhoud van een plan voor de beveiliging?
Antwoord: Het resultaat van de besluitvorming als onderdeel van het proces van risicomanagement
is een plan voor de beveiliging. Dit plan omvat een concrete en haalbare projectplanning voor alle in
te voeren maatregelen. In dit plan komen per aanbevolen (groep van) maatregel(en) de volgende
paragrafen te staan: doelstelling van de maatregel
resultaten die van de maatregel worden verwacht
betrokkenen bij de uitvoering (ontwerp, bouw en implementeren)
omschrijving van de projectactiviteiten
inschatting van de kosten en baten
benodigde tijd voor de uitvoering van het project
tijdsplanning.
Projectplannen zijn meestal binnen de organisatie al een bekend fenomeen, zodat er ervaring is met
het besturen van projecten. Daarvan kan men gebruikmaken bij de volgende stap in het proces: het
ontwerpen van maatregelen.
7/21/2019 Parate Kennisvragen
15/32
H6. Het ontwerpen van maatregelen
1. Welke activiteiten kunnen worden onderscheiden bij beveiligen?
Antwoord: Het ontwerpen, bouwen en invoeren van maatregelen kan worden gezien als een project,
bedoeld om de maatregel initieel te realiseren. Het gaat om een eenmalige, tijdelijke actie die
vervolgens overgaat in een fase van gebruik en beheer. Ten slotte kunnen de evaluatie en controlevan de maatregel als activiteit worden beschouwd.
2. Wat is de betekenis van wet- en regelgeving voor risicomanagement?
Antwoord: Het is raadzaam na te gaan in hoeverre wetten voorschriften bevatten die relevant
kunnen zijn voor de beveiliging van een organisatie tegen dreigingen. Afgezien van mogelijke
problemen in de toekomst bij niet naleven van die voorschriften, kunnen de voorschriften ook
handige hulpen zijn voor de te ontwerpen maatregelen.
3. Welke dilemmas komen voor bij het ontwerpen van maatregelen?
Antwoord: Wel kunnen algemeen bekende standaarden en norm en worden gebruikt als
richtingwijzer of richtsnoer. De keuze van de maatregelen en de wijze van uitvoering, implementatie,naleving en onderhoud vergen een betrokkenheid van de organisatie. Daarbij is een eigen
zelfstandige argumentatie over nut en noodzaak belangrijker dan het feit dat gekozen is voor in de
markt gebruikelijke oplossingen. Meestal biedt een standaard of baseline ook slechts een
zogenaamd framework waarbinnen een organisatie zelf nog eigen specifiekekeuzes moet maken.
4. Welke klassen van maatregelen kunnen worden onderscheiden?
Antwoord: De zes algemene klassen van maatregel zijn:
7/21/2019 Parate Kennisvragen
16/32
5. Wat is het verschil tussen fysieke en logische beveiligingsmaatregelen?
Antwoord: Een dergelijke indeling is nuttig voor de beantwoording van de vraag of maatregelen aan
hun doel beantwoorden. Dit wordt ook wel de functionaliteit genoemd. Een personele maatregel
dient allereerst doeltreffend te zijn voor personen en een fysieke maatregel dient fysieke zaken zoals
gebouwen, apparatuur en dreigingen die een fysiek karakter hebben. De indeling is dus een
functionele. Vanzelfsprekend kunnen verfijningen in de indeling worden aangebracht als daaraanbehoefte bestaat. In de literatuur worden verschillende indelingen van maatregelen aangetroffen,
meestal toepasbaar voor de beschreven situatie. Logische beveiliging heeft te maken met
softwarematige oplossingen en is maar op een beperkt terrein toepasbaar.
6.
Welke indeling van maatregelen zal worden gebruikt in de volgende hoofdstukken?
Antwoord: In de volgende hoofdstukken zullen we werken met een indeling naar:
Bouwkundige maatregelen, bestaande uit materialen die ruim ten afscheiden waardoor
afzonderlijke compartimenten ontstaan.
(Elektro)technische maatregelen, bestaande uit apparatuur en hulpmiddelen die kunnen
worden toegepast ter beveiliging van objecten en personen.
Organisatorische maatregelen, bestaande uit regelingen en afspraken over het te volgengedrag, ook ten aanzien van bouwkundige of technische maatregelen.
7. Wat is de relatie tussen bouwkundige, technische en organisatorische maatregelen enerzijds en
preventie anderzijds?
Antwoord:Tegen Indringen kan bouwkundig worden opgetreden door bedrijfsmiddelengoed op
te bergen zodat het indringen niet direct mogelijk is. Omdat het nooit zeker is dat iedere dreiging
kan worden tegengehouden, zal in de meeste gevallen sprake zijn van vertraging van de gebeurtenis.
Vaak zal vertraging voldoende zijn voor het beoogde beveiligingsniveau. Tegen Verslijten kunnen
alleen organisatorische maatregelen worden getroffen. Deze maatregelen betreffen de zorg voor het
handhaven van de maatregelen door Toezicht uit te oefenen op zowel de status van demaatregel
als de naleving ervan. Dat gebeurt onder andere door onderhoud. In de praktijk zullen weinigbouwkundige of technische maatregelen kunnen worden gevonden tegen Verslijten. Eerder zullen
deze maatregelen zelf op Verslijten moeten worden gecontroleerd.In technische zin kan aan het
bouwkundige Opbergen het Afsluitenworden toegevoegd. Zo zal een gebouw nooit alleen uit
muren kunnen bestaan om een niet-geautoriseerde buiten te sluiten. De noodzakelijke doorgangen
voor de geautoriseerde zullen dus specifiek tegen niet-geautoriseerde moeten worden Afgesloten
door het plaatsen van deuren en sloten. In logische zin kan dat bijvoorbeeld door softwarematig
persoonsidentificatie toe te passen, waarbij allerlei technische varianten mogelijk zijn.
8. Wat is de relatie tussen bouwkundige, technische en organisatorische maatregelen enerzijds en
repressie anderzijds?
Antwoord: Repressieve maatregelen beogen de schade van een opgetreden dreigende gebeurtenis(inmiddels tot een incident geworden) zo veel mogelijk te beperken. Allereerst is het daarvoor
noodzakelijk te weten dat een gebeurtenis heeft plaatsgevonden. Detectie is daarom het eerste
onderwerp voor repressie. Vervolgens komen het bestrijden van de gebeurtenis en de
schadevermindering aan de orde. Voor detectie zijn vooral technische maatregelen geschikt voor het
meten en signaleren van afwijkingen in de normale gang van zaken. Snellewaarschuwing voor een
opgetreden (of mogelijk optredende) gebeurtenis, helpt de schade te beperken om dat tijdig kan
worden ingegrepen (rookdetectie kan een signaal geven voor een zich ontwikkelende brand). Ook
kan menselijke waarneming worden gebruikt voor het geven van dergelijke signalen. Beoordeling
van situaties, signalen en toestanden maken deel uit van de organisatorische maatregelen. Audits en
controlerondes zijn hiervan voorbeelden. Bestrijding van gebeurtenissen en vermindering van schade
kan zowel bouwkundig, door het voorzien in goed toegankelijke vluchtwegen, als technisch of
organisatorisch gebeuren. Technische maatregelen omvatten middelen zoals blusapparatuur,
reserveonderdelen, redundant uitgevoerde apparatuur of voorzieningen bedoeld voor noodsituaties
7/21/2019 Parate Kennisvragen
17/32
(reddingsboten). De organisatorische regelingen worden vastgelegd in afspraken m et derden
(bijvoorbeeld leveranciers) en noodplannen of continuteitplannen. In afb. 7 wordt een overzicht
gegeven van de groepering van repressieve maatregelen.
9.
Wat is de reden voor het toepassen van zonering?
Antwoord: De keuze van ruim ten die als kritisch worden aangeduid, is het uitgangspuntvoor hettreffen van maatregelen. Vervolgens wordt een ordening van deze ruim ten aangebracht. Door de
ruim ten die een gelijke beveiliging vereisen te concentreren, wordt het eenvoudiger het
beveiligingsniveau te realiseren en te handhaven. Daartoe maakt men gebruik van zonering. Dit
houdt in dat een hirarchie wordt aangegeven van ruim ten en in te voeren beveiligingsmaatregelen.
10.
Wat is een kritische ruimte?
Antwoord: Een kritische ruimte is een afgeschermd deel van een gebouw, waarin een incident zoveel
schade kan aanrichten, dat de continuteit van de bedrijfsactiviteiten langdurig kan worden
verstoord.
11.
Wat is een kritisch proces?Antwoord: In relatie tot de continuteit van de bedrijfsvoering wordt vaak het begrip kritisch proces
gebruikt. Hiermee wordt aangegeven dat niet voor alle bedrijfsprocessen gelijke maatregelen hoeven
te worden getroffen met het oog op de continuteit. Zo kan bijvoorbeeld een proces voor de
orderverwerking als kritisch worden aangemerkt, terwijl het proces dat de
crediteurenadministratie verricht, als niet-kritisch wordt aangeduid. De argumentatie voor een
dergelijke keuze kan worden ontleend aan een risicoanalyse. Een kritisch proces omschrijven we hier
als: Een bedrijfsproces waarbij een inbreuk op de continuteit boven een zekere grens onacceptabel
wordt geacht.
12.Wat is het nut van een plan voor de beveiliging?
Antwoord: Het plan voor de beveiliging is een middel om voor geselecteerde dreigingen op een
beheersbare manier maatregelen te realiseren.
7/21/2019 Parate Kennisvragen
18/32
H7. Het bouwen van maatregelen
1. Waarover gaat het bij het bouwen vanmaatregelen?
Antwoord: Het bouwen van maatregelen zullen we beschrijven aan de hand van de indeling uit het
vorige hoofdstuk. Eerst komen de vormen van bouwkundige maatregelen aan de orde, vervolgens
die van de technische maatregelen en ten slotte gaan we in op de organisatorische maatregelen.
2. Wat betekent opbergen bij het realiseren van bouwkundige maatregelen?
Antwoord: Compartimentering kan ervoor zorgen dat incidenten beperkt blijven tot de eerst
getroffen ruimte. Daardoor vermindert compartimentering dus ook de verspreiding van de gevolgen
van incidenten. Branddeuren en -wanden zijn voorbeelden van dergelijke bouwkundige
voorzieningen. Doorlopende wanden (van bouwvloer tot bouwplafond), zijn een goede basis voor
het fysiek scheiden van ruimten. Zwevende plafonds en verhoogde vloeren hebben zwevende
wanden als gevolg. Daardoor wordt het indringenvan onheilen uit aangrenzende ruimten
vereenvoudigd. Door uitsluitend gebruik te maken van doorlopende wanden, vermindert de
mogelijkheid van het overslaan van dreigingen als brand, wateroverlast en dergelijke. De diktevan
wanden, vloeren en plafonds is niet alleen van belang voor de dragende krachten maar ook tegen
vervorming, instorting en braak en ten behoeve van brandbestendigheid.
3.
Wat betekent compartimentering?
Antwoord: In zekere zin zijn bouwkundige maatregelen als compartimentering zowel preventief als
repressief gericht. Compartimenteren is het in aparte bouwkundig gescheiden ruim ten verdelen van
een gebouw. Als gevolg hiervan ontstaan ruim ten (compartimenten) die elk op een eigen manier
kunnen worden beveiligd. Bijvoorbeeld zodat ruimte A niet vanuit ruimte B kan worden betreden.
Het verkleinen van de kans dat een dreiging optreedt door compartimentering, leidt er tegelijkertijd
toe dat de gevolgen beperkt worden omdat de dreiging niet naar andere ruimten kan overslaan,
bijvoorbeeld in het geval van brand, door de scheidingsmuren geheel door te laten lopen van vloer
tot plafond.
4. Wat betekent afsluiten bij technische maatregelen?
Antwoord: Beheersing van het toelaten van personen tot gebouwen en specifieke ruimten is een
algemeen onderwerp van fysieke beveiliging. Veelal zijn hindernissen opgeworpen om een vrije
toegang tot een gebouw en de ruim ten daarbinnen tegen te gaan. Om de toegang goed te
beheersen, wordt dan gebruikgemaakt van een toegangscontrolesysteem. Een dergelijk systeem
bestaat uit fysieke middelen zoals toegangshekken, deuren en sloten en uit organisatorische
regelingen waartoe ook bewakings- of receptiepersoneel behoort. Deze regelingen omvatten tevens
de afspraken over autorisatie voor toegang, controle van de autorisatie bij toegang en controle op de
aanwezigheid van personen. Dergelijke regelingen zijn er ook om de indringing tegen te gaanvan
vuur, water en andere stoffen die schade kunnen toebrengen.
5.
Wat is het doel van detectie?
Antwoord: Doel van detectie is steeds zo snel mogelijk het bestaan van een dreigende gebeurtenis te
ontdekken en daarover een signaal te geven aan personen of instanties die bevoegd zijn een actie te
starten. Een signaal (of melding) over een gedetecteerd voorval zal altijd worden gevolgd door een
vorm van interpretatie van het signaal, zodat men kan besluiten over actie ter bestrijding van de
gebeurtenis en de beperking van de gevolgen. Dit geldt zowel voor automatische (technische)
detectie als voor detectie door de mens (fysieke waarneming).
6. Wat is het verschil tussen handmelders en automatische melders?
Antwoord: Bij niet-automatische (brand)melding wordt verondersteld dat het personeel via de
telefoon een dreiging (brand) meldt. Deze melding, die meestal wordt opgevangen op een centraal
punt, wordt vervolgens doorgegeven aan de instantie die het gemelde incident kan bestrijden,
verhelpen of daarover moet oordelen (bijvoorbeeld de brandweer).
7/21/2019 Parate Kennisvragen
19/32
Automatische installaties voor het melden van inbraak en/of brand zijn gebaseerd op de detectie van
natuurkundige verschijnselen (beweging, warmte, rook) die kunnen wijzen op het manifesteren van
een mogelijke dreiging door braak, brand of waterschade. De gedetecteerde afwijking kan direct naar
de hulpdienst worden doorgestuurd zodat de reactietijd wordt bekort. Het nadeel is echter dat een
loos alarm tot frustratie kan leiden bij de hulpdiensten (diespreken ook wel van nodeloos alarm ).
Daarom geeft men vaak de voorkeur aan een beoordeling van de situatie door een lid van debewaking of beveiligingsdienst, alvorens de officile instanties te waarschuwen.
7. Hoe kunnen middelen, reserves en redundantie helpen bij het verminderen van schades?
Antwoord: Een bekend technisch middel ter bestrijding van ongewenste gebeurtenissen en het
verminderen van de mogelijke gevolgen is blusapparatuur. Die is er in verschillende soorten.
Eenvoudige brandslangen zijn veelal op haspels in gangen of in grotere ruim ten aanwezig. Het
dilemma wel of niet direct aansluiten op de wateraanvoer is bekend van de voorbeelden van
vandalisme. Voor de grap de brandslang openen kan grote gevolgen hebben. Niet direct aansluiten
van de watertoevoer betekent vertraging in het geval waarin gebruik voor het blussen van een brand
noodzakelijk is. Gecompliceerde sprinklerinstallaties kunnen worden toegepast om ruim ten met
water te kunnen blussen zonder dat een menselijke hand richting geeft aan de blussing. Deaansluiting op het systeem dat de installatie in werking stelt, is een kritiek element omdat door een
directe koppeling tussen een waarneming en het in werking stellen, de kans van loos alarm
bestaat waardoor eventuele blussing plaatsvindt zonder dat er daadwerkelijk aanleiding voor is. In
die gevallen kan grote waterschade ontstaan. Vaak wordt daarom een vertraging ingebouwd
tussen de detectie en het in werking stellen van de sprinklerinstallatie.
Beperking van schade bij storingen in apparatuur kan men bereiken door het in voorraad houden en
toepassen van reserveapparatuur. Feitelijk gaat het dan om het beperken van de schade aan het
proces dat door het uitvallen van de betreffende apparatuur wordt ondersteund. Sommige
computers worden met redundante elementen uitgerust (schijven) zodat een defect in dat element
niet direct tot het disfunctioneren van de gehele computer hoeft te leiden. Maar ook op andere
manieren kan reservemateriaal helpen de schade aan apparatuur te beperken. Een voorbeeld
daarvan is het redundant uitvoeren van kabels voor de verzorging van communicatie en energie. Het
gescheiden aanvoeren van energie naar een gebouw vanuit twee onafhankelijke leveranciers (dus
vanuit verschillende centrales) kan zorgen voor een permanente energievoorziening, ook als een van
de centrales geheel uitvalt. Datzelfde effect kan worden bereikt bij gescheiden voorzieningen voor
het transport van (gesproken of geschreven) informatie.
Een bijzonder geval wordt gevormd door voorzieningen voor noodstroom . Deze vorm van
schadebeperking in geval van het uitvallen van de stroom voorziening kent verschillende varianten.
Voorbeelden hiervan zijn reservebatterijen voor het beheerst afsluiten van de gegevensverwerking,
of een zogenaamde UPS (Uninterruptible Power Supply) die in staat is gedurende enige tijd voor
stroomvoorziening te zorgen zodat processen niet worden onderbroken, of een eigen
noodstroomaggregaat voor langdurige stroomuitval.
8.
Wat betekent toezicht bij organisatorische maatregelen?
Antwoord: Hieraan verwant zijn de regels rond het meenemen van middelen buiten deorganisatie.
Omdat buiten de organisatie de fysieke maatregelen niet werkzaam zijn, zullen regels moeten
worden gesteld zodat ook in die buitensituatie hetoptreden van bedreigingen zo veel mogelijk
wordt voorkomen. Hierbij kan worden gedacht aan voortdurend toezicht (dus niet in een auto
onbeheerd achterlaten van computers of gegevensdragers) en het veilig (afgesloten) opbergen op
locaties buiten de organisatie. Vaak worden ook vormen van versleuteling van opgeslagen gegevens
toegepast, zodat in geval van diefstal of verlies de opgeslagen gegevens niet eenvoudig toegankelijk
zijn. Dit is echter een repressieve maatregel die de kans op diefstal niet beperkt.
7/21/2019 Parate Kennisvragen
20/32
9. Wat betekent onderhoud bij organisatorische maatregelen?
Antwoord: In de tweede plaats gaat het om regels voor onderhoud aan het gebouw en in de
verschillende ruim ten. Deze werkzaamheden worden vaak door derden uitgevoerd. Daarop zal
toezicht moeten worden uitgeoefend. De ervaring leert dat werkzaamheden, zowel in als rond het
gebouw, vaak de oorzaak zijn van het optreden van bedreigende gebeurtenissen. Branden ontstaan
vaak door werkzaamheden door derden die on(voldoende)gecontroleerd worden uitgevoerd. Eenander bekend voorbeeld is het opgraven en vernielen van kabels bij grondwerkzaamheden.
10.Wat betekent inspectie en beoordeling voor organisatorische maatregelen?
Antwoord: Deze situatie pleit ervoor de detectie met hulpmiddelen te doen en te automatiseren.
Maar ook in die situaties komen valse meldingen voor en verdient een beoordeling van de situatie
door een deskundige de voorkeur alvorens een alarm uit te laten gaan voor het starten van acties.
Het behoort tot de organisatorische maatregelen de detectie en meldingsprocedure op te zetten die,
in combinatie met apparatuur en eventuele directe doorschakelingen, verbindingen met instanties
buiten de organisatie (politie, brandweer, GGD) tot stand brengen.
11.
Wat betekent plannen en regelingen voor organisatorische maatregelen?Antwoord:Organisatorische maatregelen voor bestrijding van incidenten en het verminderen van
mogelijke schade, worden veelal in de vorm van plannen aangetroffen. Dergelijke plannen bevatten
een aantal elementen zoals:
een procedure om vast te stellen wat de ernst is van een incident
alarmeringsprocedures
de aanwijzing van verantwoordelijken tijdens een incident
uit te voeren acties
het inschakelen van instanties zoals politie en brandweer
communicatie met officile instanties, de pers, leveranciers en dergelijke.
12.
Waaruit bestaat een bedrijfsnoodplan?Antwoord: Een van de maatregelen is het opstellen van een bedrijfsnoodplan waarin de volgende
onderdelen zijn opgenomen:
1. een veiligheidsplan
2.
een brandpreventieplan
3.
een aanvalsplan
4.
een ontruimingsplan.
13.Leg uit welke procedures het beheren van wijzigingen mogelijk maken.
Antwoord: Uitgangspunten voor wijzigingenbeheer:
1.
Wijzigingen op apparatuur, programmatuur, gegevens en/of documentatie van applicaties
vinden alleen plaats met schriftelijke (geautoriseerde) toestemming van de desbetreffendeeigenaren.
2. De opdrachtgever van wijzigingen is verantwoordelijk voor de specificatie van beveiligingseisen
en -maatregelen.
3. De eigenaars dan wel beheerders zijn te allen tijde op de hoogte van lopende wijzigingen,
geplande wijzigingen dan wel de frequentie van wijzigingen. Tijdens het wijzigingsproces vindt
door de wijzigingscordinator terugkoppeling plaats aan de opdrachtgever en
eigenaar/functioneel beheerder.
4.
Voor het beheer van wijzigingen en uit te voeren onderhoud in de brede zin van het woord
(correctief, adaptief, preventief en/of perfectief) zijn de volgende procedures opgesteld:
verzoek
uitvoering testen en acceptatie
7/21/2019 Parate Kennisvragen
21/32
implementatie
toetsing.
7/21/2019 Parate Kennisvragen
22/32
H8. Invoeren
1. Wie worden bedoeld met beheerders van maatregelen?
Antwoord:Voorbeelden van beheerders van de maatregelen zijn functionarissen zoals
bewakingspersoneel, beheerders van ICT-middelen, security officers en personen die
autorisatietabellen beheren, bij een helpdesk werken of tot officile instanties behoren die zijningericht om op te treden bij incidenten (EHBO, GGD, Politie, Brandweer).
2. Wie moeten maatregelen naleven?
Antwoord:Diegenen die de maatregelen moeten naleven, kunnen worden verdeeld in een interne
en een externe groep. Het verschil tussen deze twee groepen is dat de internen geacht mogen
worden op de hoogte te zijn van de voor de organisatie belangrijke zaken. Begrip voor risicos en het
naleven van maatregelen kan door voorlichting, opleiding en (werk) gesp rekken duidelijk worden
gemaakt. Ook kunnen zij door de dagelijkse gang van zaken een gevoel krijgen voor belangrijke
aspecten van beveiliging. Voor externen ligt dat anders. Zij kennen de organisatie niet altijd even
goed en hebben dus ook niet een dusdanig sterke band dat het gevoel voor risicosen beveiliging als
vanzelfsprekend mag worden aangenomen. Externen moeten dus op een specifieke manier op dehoogte worden gebracht van maatregelen die hen aangaan. Een bijzondere groep wordt gevormd
door de mensen die tijdelijk in dienstzijn. Stagiaires, uitzendkrachten, (onderhouds)personeel van
derden en dergelijke vormen een groep die soms niet goed van internen is te onderscheiden.De
proceseigenaar doet er goed aan na te gaan of er een reden is om dergelijke groepen specifieke
aandacht te geven wanneer het gaat om beveiliging. Beveiligers, mensen die zich vanuit hun beroep
bezighouden met allerlei aspecten van beveiliging, vorm en een aparte categorie. Zij zijn vaak juist te
werk gesteld om bepaalde maatregelen uit te voeren of daar toezicht op te houden. Zij zullen vanuit
hun kennis en ervaring de bedoeling van maatregelen makkelijker begrijpen dan andere
medewerkers en ook met het naleven minder moeite hebben.
3. Wat zijn toezichthouders?
Antwoord: Er kunnen twee groepen van toezichthoudende instanties of personen worden
onderscheiden. In de eerste plaats de groep toezichthouders die wordt gevormd door
leidinggevenden die uit hoofde van hun functie geacht worden erop toe te zien dat hun
medewerkers zich houden aan de regels en dus beveiligingsmaatregelen naleven. Deze groep is niet
altijd deskundig op het gebied van beveiliging, maar in hun toeziende activiteit zal van de kant van de
medewerkers een dergelijke deskundigheid toch worden verwacht.
In de tweede plaats zijn er de toezichthouders die als deskundige optreden op het gebied van
beveiliging. Het gaat hierbij om adviseurs, auditors, inspecteurs en anderen die als specialist
optreden. Zij zullen een professionele interesse voor maatregelen hebben en zullen deze
beoordelend bezien. Hun betrokkenheidmet maatregelen is daarom een andere dan die van de
andere onderscheiden groepen. Toezichthouders kunnen zowel intern als extern zijn ten opzichte
van het bedrijfsproces. Vaak wordt extern toezicht door een objectieve en onafhankelijke
beoordelaar door wetten voorgeschreven of door de leiding van de organisatie gewenst.
4.
Hoe kan een gewenst gedrag worden bereikt?
Antwoord: Bij een bewustwordingsprogramma wordt getracht invloed uit te oefenen op het gedrag
in de verwachting een gewenst gedrag te bereiken. Beseft moet worden dat het gedrag van
mensen niet zo eenvoudig benvloed kan worden. Via de lijn van kennis kan men proberen
duidelijk te maken waarom een bepaald gedrag gewenst is. De sociale omgeving kan als voorbeeld
dienen om het gedrag aan te passen, straffen kunnen dwang uitoefenen op mensen, maar of
hierdoor de houding verandert en leidt tot een aangepast en gewenst gedrag, blijft onzeker.
Hierdoor wordt duidelijk dat het voortdurend informeren van mensen en het betrekken van mensen
bij zaken als risicos en maatregelen,noodzakelijk is om iedereen op de zelfde lijn te krijgen en te
houden.
7/21/2019 Parate Kennisvragen
23/32
5. Waarom kan beveiliging door personeel succesvol zijn?
Antwoord:Het beveiligen doorhet personeel is een belangrijk element van risicomanagement en
wel tijdens de invoering en het gebruik van maatregelen. Zodra beveiligingsmaatregelen worden
ingevoerd, wordt een beroep gedaan op medewerkers om zich overeenkomstig deze maatregelen te
gedragen en daardoor bij te dragen aan een beperking van risicos. Personeelsleden wordendusgevraagd te participeren in het proces van risicomanagement. Daaraan zijn enkele belangrijke
aspecten verbonden. In de eerste plaats vormen de medewerkers de ogen en oren van de
organisatie. Zij kunnen gedurende het uitvoeren van hun werkzaamheden attent zijn op alles wat een
correcte uitvoering van het bedrijfsproces zou kunnen schaden. In de tweede plaats zullen de
medewerkers door hun betrokkenheid bij het bedrijfsproces in staat zijn de maatregelen goed uit te
voeren en na te leven. Daarbij kunnen gebreken of tekortkomingen blijken die, indien gemeld,
kunnen leiden tot een verbetering van de beveiliging en dus het beperken van de risicos. Om het
nuttig effect werkelijk te bereiken, kan een aantal voorwaarden worden genoemd. Daartoe behoren
natuurlijk kennis van de achtergrond en werkwijze van de maatregelen, middelen om de
maatregelen na te leven (daartoe behoort ook tijd) en de motivatie om aandacht te geven aan
dit onderdeel van het bedrijfsproces. In de derde plaats kunnen medewerkers in repressieve zin eenbijdrage leveren. Enerzijds door handelend op te treden bij een incident en anderzijds door anderen
erop aan te spreken zich te houden aan de beveiligingsregels.
6. Wat is de rol van sociale controle bij beveiliging?
Antwoord:De invloed die mensen op elkaar hebben in hun onderlinge contact is een hulpmiddel bij
het benvloeden van dat gedrag. Sociale controle is het effect dat dergelijk onderling contact heeft op
het gedrag. Daardoor is sociale controle een vorm van controle waarbij medewerkers blijk geven van
hun oplettendeaanwezigheid. Het is echter de vraag of sociale controle zich laat organiseren.
Het is een informeel, groepsgebonden verschijnsel waarvan we mogen betwijfelen of het
management er voor de beheersing van beveiligingsmaatregelen iets aan heeft. In ieder geval kan de
proceseigenaar er niet formeel een beroep op doen. Dat maakt sociale controle als instrument
ongeschikt, een voldoende waarborg kan het niet zijn. Tegelijkertijd is het wel plezierig als deze
spontaan functioneert in een organisatie.
7.
Wat is de rol van werkoverleg en taakomschrijvingen bij beveiliging?
Antwoord: Het werkoverleg is een goede gelegenheid om beveiliging aan de orde te stellen.
Juist om dat daar de dagelijkse uitvoering van de werkzaamheden worden besproken, zal beveiliging
daarin ter sprake kunnen worden gebracht. De jaarlijkse (of frequenter te houden) beoordelings- en
werkgesprekken lenen zich goed voor de evaluatie van het omgaan met beveiliging. Het gaat er
immers om een medewerker aan te spreken op zijn bijdrage aan de werkzaamheid van de
beveiligingsmaatregelen. De voor een functie gespecificeerde beveiligingseisen zijn op de functie
gericht en zullen dus als onderdeel van het werkoverleg moeten worden gevalueerd. Het naleven
van de maatregelen wordt op deze wijze beoordeeld maar ook de noodzakelijkheid van de eis, het
effect en de werkbaarheid van de maatregel.
8.
Welke dilemmas spelen een rol bij het beoordelen van medewerkers?
Antwoord:De elementen van een taak- en functiebeschrijving zijn bij de beoordeling van geleverde
prestaties de norm . Het is de vraag welke elementen in de uitvoering door de medewerker de
meeste aandacht krijgen. W at wordt door de baas op prijs gesteld? Welke elementen wegen voor de
baas het zwaarst (denkt de medewerker)? Wat zijn de afspraken over beveiliging? En hoe zwaar
tellen die mee in de beoordelingsgesprekken? Kortom, er zijn dilemmas bij het beoordelen
van het gedrag van medewerkers:
Participatie verkrijgen door bevelen is niet populair meer, er moet weliswaar een initiatief
zijn maar vervolgens moeten de medewerkers zelf aan de slag kunnen.
7/21/2019 Parate Kennisvragen
24/32
Afdwingen versus vrijwilligheid is een structuurvraag waarbij het belang van het
bedrijfsproces een rol speelt, maar ook de persoonlijke plaats van de medewerker.
De beschikbare tijd voor het vervullen van een taak is beperkt, waardoor een competitie
ontstaat m et andere belangen wat pleit voor het integreren en expliciet benoem en van
beveiligingstaken in de eigenlijke taak.
Delegatie van verantwoordelijkheid kan helpen de medewerker alert te houden maar daarhoort wel bij dat toezicht wordt gehouden.
9.
Welke vragen kunnen aan maatregelen worden gesteld als daarvan de compleetheid, de
werkbaarheid en dergelijke moeten worden beoordeeld?
Antwoord: 8.10 Bij de invoering van maatregelen kom t het erop aan vast te stellen dat een
noodzakelijke en werkbare verzameling maatregelen is bedacht en gerealiseerd. Dat kan natuurlijk
ook worden uitgesteld tot de evaluatie van de maatregelen, maar op het moment van invoering
komt ook steeds de vraag naar hetwaarom aan de orde. En daarbij hoort ook steeds de vraag naar
de effecten van andere maatregelen. Invoering van maatregelen kan daarom ook worden gezien als
een test op de toepasselijkheid en bruikbaarheid van de maatregel. Een soort acceptatietest die
door kritische vragen van de toekomstige gebruikers kan worden geconcretiseerd.
10.Hoe kan het stellen van vragen bijdragen aan de invoering van maatregelen?
Antwoord: 8.10 Bij de invoering van maatregelen kom t het erop aan vast te stellen dat een
noodzakelijke en werkbare verzameling maatregelen is bedacht en gerealiseerd. Dat kan natuurlijk
ook worden uitgesteld tot de evaluatie van de maatregelen, maar op het moment van invoering
komt ook steeds de vraag naar hetwaarom aan de orde. En daarbij hoort ook steeds de vraag naar
de effecten van andere maatregelen. Invoering van maatregelen kan daarom ook worden gezien als
een test op de toepasselijkheid en bruikbaarheid van de maatregel. Een soort acceptatietest die
door kritische vragen van de toekomstige gebruikers kan worden geconcretiseerd.
7/21/2019 Parate Kennisvragen
25/32
H9. Evaluatie
1. Waarom is het noodzakelijk om alle stappen van het proces van risicomanagement te evalueren?
Antwoord:Evalueren houdt meer in dan controle alleen. Beperkt controle zich tot het vergelijken van
de werkelijkheid met een norm , bij evalueren gaat het ook om het beheersen en continu verbeteren
van de maatregelen. Maar ook de stappen die aan het treffen van maatregelen zijn voorafgegaan(keuzes, overwegingen), zijn onderwerp van evaluatie. De wereld verandert immers voortdurend.
2. Waarom worden doelstellingen en beleid gevalueerd?
Antwoord: De doelstellingen en het beleid die aan de invoering van maatregelen ten grondslag
liggen, zullen worden gevalueerd om na te gaan of deze passend zijn voor het betreffende
bedrijfsproces. Na het initieel opzetten van een proces voor risicomanagement is dat een gebruikelijk
controleonderwerp. Vervolgens zal men periodiek moeten beoordelen of in de actuele situatie de
eerder gekozen prioriteiten nog steeds gelden. Bij de beoordeling daarvan zullen maatschappelijke
ontwikkelingen, veranderingen in de branche en de omgeving van het bedrijfsproces een rol spelen.
In de terminologie van de auditor gaat het hier om de opzet van de maatregelen. Hij zal zich over
die opzet een beeld vormen en rapporteren in hoeverre hij van oordeel is dat de opzet passend isvoor het bedrijfsproces waarvoor de maatregelen gelden. Hierbij spelen gewoonten en gebruiken in
de branche een rol, maar ook de veronderstelde relatie tussen de te beschermen processen en
middelen enerzijds en de doelen en het beleid ter beveiliging anderzijds. Te veel of te weinig
aandacht voor bepaalde aspecten of dreigingen
3. Welke vraag kan worden gesteld om de keuze van maatregelen te evalueren?
Antwoord: De keuze van maatregelen hangt nauw samen met prioriteiten. Veranderingen in de
prioriteiten kunnen dus ook leiden tot veranderingen in de keuze voor maatregelen. Een centrale
vraag die bij de evaluatie kan worden gesteld, luidt: vormen de maatregelen een consequent en
doeltreffend geheel dat past binnen het beleid? Evenwicht in de gemaakte keuze is daarbij een
belangrijk punt. Ook het proces dat leidt tot keuzes zal onderwerp van evaluatie moeten zijn. Ook op
dit punt zal de auditor vooral letten op de manier waarop de keuze tot stand is gekomen (opzet).
4.
Wat is de betekenis van een evaluatie van een projectmatig opgezette ontwerp, bouw of
invoering van maatregelen?
Antwoord:Evaluatie van projecten kan eenvoudig worden uitgevoerd door de rapportages en
documentatie te beoordelen. Ook kunnen interviews worden gehouden met projectdeelnemers. Dat
kan gebeuren aan het einde van een tijdelijk project, maar ook tussentijds. Vooral om dat een project
vaak een multidisciplinaire activiteit is waarbij niet alle betrokkenen het hele project meemaken, is
tussentijdse evaluatie nuttig. Een bijzondere vorm daarvan is de zogenaamde debriefing die volgt
op militaire acties. Hierbij worden vragen gesteld aan de betrokken militairen over wat zij hebben
gezien, gehoord, ervaren. Overigens is voor organisaties als beveiliging, brandweer en politie een
debriefing ook een normale actie volgend op een inzet.
5.
Wat is de kernvraag bij de evaluatie van bestaande maatregelen?
Antwoord:Het nut en de noodzaak van maatregelen wordt gevalueerd bij de keuze van
maatregelen. Daar gaat men na in hoeverre de reden om de maatregel in tevoeren (relatie met
risico) voldoende is onderbouwd en geldig is. Bestaande maatregelen behoeven daarnaast een
periodieke controle. Het doel dat met controleren wordt beoogd, is vast te stellen dat de
maatregelen inhoudelijk correct zijn en dat alle middelen, regels en andere voorwaarden voor het
functioneren daadwerkelijk aanwezig zijn. De kernvraag luidt hier dan ook: zijn de maatregelen
daadwerkelijk aanwezig op die plaatsen en in die situaties waarvoor ze zijn bedoeld? In de
terminologie van de auditor is dit het bestaanvan de maatregel. Een maatregel wordt getroffen
om een beoogd doel te bereiken (bijvoorbeeld de beperking van een risico) en de auditor zal willen
beoordelen of dat doel in voldoende mate kan worden bereikt.
7/21/2019 Parate Kennisvragen
26/32
6. Wat is de kernvraag bij de controle op naleving?
Antwoord:Maatregelen kunnen er zijn maar datwil nog niet zeggen dat ze ook worden toegepast
of werkzaam zijn. Daarom dient ook de correcte werking en het naleven ervan te worden
gecontroleerd. Een kernvraag is hier: worden de maatregelen nageleefd? Voor de auditor is dat de
controle op de werkingvan de maatregelen. De drie aspecten in de benadering van de auditor,opzet, bestaan en werking, zullen samen een bevredigend oordeel moeten krijgen. Als op een of
meer van de aspecten door de auditor aanmerkingen worden gemaakt, betekent dit dat de
proceseigenaar voor de rapportage naar betrokkenen wat heeft uit te leggen. Vanzelfsprekend zal de
auditor van de gelegenheid gebruikmaken suggesties te doen voor verbetering.
7.
Welke drie vorm en van controle kunnen worden onderscheiden?
Antwoord: Een controleplan wordt opgesteld om periodiek op een gestructureerde manier alle
noodzakelijke controles van maatregelen te kunnen uitvoeren. Doelstelling daarvan is de
maatregelen actueel te houden door de inhoud zowel op actualiteit als op uitvoerbaarheid te
toetsen. In het algemeen kunnen we drie vorm en van controle onderscheiden:
o
Verificatie, een controle op feitelijk, formeel bestaan van een maatregel.o Walk through, een oefening, een papieren exercitie, droog oefenen.
o Praktijktoets, een test in de praktijk op de werking van een maatregel.
8. Wat wordt door een verificatie vastgesteld?
Antwoord: Verificatie betreft een beoordeling van de feitelijke toestand van een maatregel.
Het gaat om een sterk objectieve actie, die de bedoelde status vergelijkt met de werkelijkheid.
Meestal is een vergelijking van documenten voldoende. Hierbij wordt bijvoorbeeld vastgesteld dat de
gegevens van een maatregel inhoudelijk correct zijn of dat een rapportage recent is uitgevoerd
(beoordeling actualiteit door vaststelling datum van uitvoering of wijziging). Niet alle maatregelen
kunnen door verificatie worden beoordeeld. Indien verificatie wordt uitgevoerd, moet men nagaan
of daarmee een voldoende controle is uitgevoerd. Vaak zal blijken dat een praktijktoets gewenst is
om afdoende te kunnen vaststellen dat de maatregel actueel en uitvoerbaar is.
9.
Wat wordt door een walk through vastgesteld?
Antwoord: Een walk through is een (meestal) theoretische bespreking van procedures enplannen
met het doel na te gaan of deze procedures en plannen in de praktijk kunnen functioneren. Het
verschil met een toets is dat de procedure of het plan niet daadwerkelijk wordt geoefend maar dat
de oefening op papier gebeurt.Er zijn maatregelen waarvoor een praktijktoets zich niet leent om
dat het provoceren van de dreiging waartegen de maatregel is gericht, oncontroleerbaar kan worden
of onacceptabele kosten mee zou brengen. Deze controlevorm is vooral geschikt voor maatregelen
die niet goed kunnen worden getest in een praktijksituatie. Vooral in de sfeer van noodplannen en
calamiteitenplannen komt dat veel voor.
10.Wat wordt door een praktijktoets vastgesteld?
Antwoord: In een praktijktoets wordt beoordeeld of een maatregel in de praktijk werkt. De
praktijktoets kan in veel situaties worden toegepast. Zo kan de naleving van maatregelen door
medewerkers worden getoetst door waarneming. De werking van apparatuur, bijvoorbeeld
blusinstallaties, kan worden getest door een proefblussing te doen maar ook door onderdelen van
het blussysteem te testen. Voor het toetsen van plannen is een simulatie van (een deel van) het plan
noodzakelijk. Er wordt dan gespeeld dat een calamiteit is opgetreden.Een voorbeeld daarvan is de
ontruimingsoefening van gebouwen en de sloepenrollen die worden gehouden aan boord van
schepen. In de luchtvaart is een praktijktoets nooit ingevoerd voor de passagiers. Deze moeten het
doen met instructies die vlak voor de vlucht worden verstrekt. Het vliegend personeel wordt wel
tijdens de opleiding getraind in vluchtveiligheid en ontruimingsoefeningen.
7/21/2019 Parate Kennisvragen
27/32
11.Wat is de taak van een beoordelaar?
Antwoord: Een beoordelaar (auditor, inspecteur) kan niet alleen de maatregelen zelf beoordelen
maar ook het proces van het tot stand kom en van de maatregelen. Dat laatste kan van belang zijn
als de objectiviteit en onafhankelijkheid voor het selecteren, ontwerpen, bouwen en invoeren van
maatregelen belangrijk is. Omdat interne belangen van het bedrijfsproces van invloed kunnen zijn op
het gevolgde proces van risicomanagement, wordt bij de beoordeling vaak gebruikgemaakt vanexterne onafhankelijke beoordelaars.
7/21/2019 Parate Kennisvragen
28/32
H10. Organisatie van risicomanagement
1. Wat wordt mogelijk als het proces van risicomanagement wordt ingebed in de bedrijfsvoering?
Antwoord: Als nieuwe risicos ontstaan, is het prettig als er een infrastructuur is die kanworden
gebruikt om de nieuwe risicos te beoordelen, te bedenken wat er tegente doen valt en vervolgens
maatregelen te treffen en deze in stand te houden. Het proces van risicomanagement is een
dergelijke infrastructuur. Inbedding van dit proces in de bedrijfsvoering, maakt het mogelijk om alertte reageren op veranderingen in technologie of marktomstandigheden en nieuwe risicosdie
ontstaan door maatschappelijke ontwikkelingen.
2. Hoe ontstaat risicomanagement vaak in organisaties?
Antwoord: Het begin van risicomanagement ligt vaak in twijfel. De proceseigenaar heeft weliswaar
zijn zaken voor elkaar, maar je weet maar nooit. Gebeurtenissen in de omgeving, in de media, vragen
van toezichthouders, maatschappelijke ontwikkelingen (zoals corporate governance) kunnen leiden
tot vragen over het eigen bedrijfsproces. Zijn wij voldoende voorbereid op een incident?
Kunnen wij een tekort van een voorziening of een plotseling optredend probleem wel aan? Kunnen
wij onder alle omstandigheden onze verplichtingen of toezeggingen waarmaken?
3.
In welk voorbeeld van opdrachten op het gebied van risicomanagement heeft de opdrachtgever
uiteindelijk geen zin in risicomanagement?
Antwoord: Projectactiviteit: De analyse levert een groot aantal risicos op dat de organisatiekan
treffen. Voor de bedrijfsvoering zijn risicos potentile kosten, maar het treffen van maatregelen kost
ook geld. De cultuur van de organisatie is er een van liever reageren op incidenten dan anticiperen.
De kosten van de sprinklerinstallatie kunnen na de risicoanalyse goed worden afgezet tegen de\
risicos van brand. Maar er zijn nog andere risicos die investeringen vragen. Hetmanagement stelt
de beslissing nog maar even uit. De verzekeringsmanager gaat ergens anders werken. Hij is
teleurgesteld in het management dat hem te weinig mogelijkheid biedt risicomanagement als een
serieus aspect van de bedrijfsvoering verder te ontwikkelen.
4.
Uit welke onderdelen bestaat de balanced scorecard van het risicoprofiel?
Antwoord: In afb. 1 geven we een voorbeeld van een dergelijke balanced scorecard waarbij we vier
gebieden onderscheiden die samen het risicoprofiel van het bedrijfsproces bepalen.
7/21/2019 Parate Kennisvragen
29/32
5. Leg uit wat de functie is van een risicoprofiel.
Antwoord: Het risicoprotocol is door het bedrijf opgesteld naar aanleiding van zorgen om de
geheimhouding van zowel informatie als details van de bedrijfsvoering. Er is een risicoanalyse
uitgevoerd op de mogelijke uitbesteding van de plantendienst aan een extern bedrijf. Een van de
risicos is het ongeautoriseerd toegang verkrijgen tot informatie van het bedrijf. Alle dreigingen die
gerelateerd zijn aan het operationele proces leveren geen relevante risicos op. Zij wordengeachtacceptabel te zijn. De dreiging dat de plantendienst een wanprestatie levert waardoor het bedrijf het
imago van verwaarlozing van planten krijgt, wordt niet groot geacht en is daarom ook acceptabel.
Om de dienstverlener scherp te houden, wordt het contract voor een jaar aangegaan met een optie
voor verlenging.
6.
Leg uit hoe maatregelen en controle zijn geregeld in het risicoprotocol.
Antwoord:Daarom wordt besloten tot de volgende interne maatregelen:
De plantendienst treedt op tijdens de normale werktijden.
De medewerkers worden op de hoogte gesteld van het optreden van de plantendienst.
Tijdig voor het optreden van de dienst worden de medewerkers daarover genformeerd.
Medewerkers worden geacht toezicht te houden op het verblijf van de plantendienst in hunkantoor.
Tijdens het verblijf van de plantendienst mogen de medewerkers hun kantoren slechts
verlaten als aan de regels van clear desk en clear screen is voldaan.
Kantoren waarvan de bewoners niet aanwezig zijn, kunnen door de plantendienst vrijelijk
worden bezocht om dat wordt aangenomen dat de betreffende medewerkers volgens de
regels geen vertrouwelijk zaken onbeheerd hebben achtergelaten.
Voor drie kritische afdelingen wordt bepaald dat het secretariaat zorgt voor toezicht tijdens
de werkzaamheden van de plantendienst.
De incidentenregeling (definitie van het begrip incident, procedure voor melding, registratie
en rapportage) wordt op de nieuwe situatie aangepast door de security manager.
Tevens vraagt men aan de dienstverlener periodiek een onafhankelijke beoordeling te laten maken
van de naleving van de door haar voorgestelde regelingen. Het controleplan voor de periodieke
beoordeling van de interne en externe regelingen bevat de volgende acties:
Rapportage door bewakingsdienst van het bedrijf (dagelijks).
Beoordeling van deze rapportages door de security officer (wekelijks).
Overleg met dienstverlener (facilitair manager, maandelijks).
Overleg met afdelingsleiding (security officer, maandelijks).
Maandelijks overleggen de security en facility manager en rapporteren over de procedure en
hun bevindingen aan de bedrijfsleiding.
7.
Leg uit hoe men tot een extern oordeel komt.Antwoord: Operationeel staat de kwaliteit van de dienstverlening voorop. Dat is voor dit contract
geen bijzondere vaststelling, dat geldt altijd voor de diensten die de plantendienst verleent.
Datzelfde geldt voor de betrouwbaarheid van de medewerkers van de plantendienst.
Betrouwbaarheid staat hoog in het vaandel en komt tot uiting in de gewoonte personeel zorgvuldig
te selecteren en daarbij niet alleen te kijken naar vakbekwaamheid. In dit geval echter is het gedrag
van de medewerker bij het bedrij