77
UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2015 2016 MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven: onderzoek naar de bedrijfswebsite en sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master of Science in de Toegepaste Economische Wetenschappen Kathy Van de Velde en Joris Vermeire onder leiding van Prof. Dr. Patricia Everaert

MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

  • Upload
    others

  • View
    6

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

UNIVERSITEIT GENT

FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE

ACADEMIEJAAR 2015 – 2016

MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven:

onderzoek naar de bedrijfswebsite en sociale media als communicatiemiddel.

Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van

Master of Science in de Toegepaste Economische Wetenschappen

Kathy Van de Velde en Joris Vermeire

onder leiding van

Prof. Dr. Patricia Everaert

Page 2: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het
Page 3: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

UNIVERSITEIT GENT

FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE

ACADEMIEJAAR 2015 – 2016

MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven:

onderzoek naar de bedrijfswebsite en sociale media als communicatiemiddel.

Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van

Master of Science in de Toegepaste Economische Wetenschappen

Kathy Van de Velde en Joris Vermeire

onder leiding van

Prof. Dr. Patricia Everaert

Page 4: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

PERMISSION

Ondergetekenden verklaren dat de inhoud van deze masterproef mag geraadpleegd en/of

gereproduceerd worden, mits bronvermelding.

Kathy Van de Velde en Joris Vermeire

Page 5: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

I

VOORWOORD

Dit thesisonderzoek kadert in het thema maatschappelijk verantwoord ondernemen en gaat na in

welke mate de Belgische beursgenoteerde bedrijven gebruik maken van hun website en de sociale

media om aan duurzame rapportering te doen.

In een eerste deel van deze studie breiden we verder uit over het concept maatschappelijk

verantwoord ondernemen en de rapportering erover. Er wordt daarbij stilgestaan bij de motieven

van de bedrijven om duurzaam te rapporteren en waarover vooral gerapporteerd wordt. Tevens

schenken we hierbij aandacht aan in hoeverre bedrijven reeds gebruik maken van een website om

hun rapportering te communiceren en in het bezit zijn van een account op de sociale media. Op

basis van deze gevonden informatie en de opgestelde onderzoeksvragen worden er een aantal

hypothesen geformuleerd. Een tweede deel behandelt de methodologie, waarin duidelijk

omschreven wordt hoe te werk werd gegaan om de gegevens te verzamelen en te analyseren. Een

derde deel zal vervolgens bestaan uit het testen van de eerder geformuleerde hypothesen waarbij

de gevonden resultaten in detail gerapporteerd worden. Het thesisonderzoek wordt finaal

afgesloten met een uitgebreide conclusie.

Verder willen we via deze weg een aantal mensen bedanken. In het bijzonder onze promotor

Dr. Prof. Patricia Everaert, om samen met ons te brainstormen over een geschikt onderwerp en

voor de goede begeleiding gedurende het schrijven van deze thesis. Tevens bedanken we Hilde

Van de Velde voor het nalezen van het werkstuk. Ook onze partners, Ludo Bleyenberg en Dries

de Bruycker, én onze zussen, Sofie Van de Velde en Katrien Vermeire, willen we bedanken voor

de vele steun gedurende het onderzoek. Als laatste dienen we ook onze ouders te bedanken die

ons in de eerste plaats in de mogelijkheid stelden deze studies aan te gaan en ze vervolgens ook

tot een goed einde te brengen.

Kathy Van de Velde Joris Vermeire

Page 6: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

II

INHOUDSOPGAVE

1. INLEIDING ............................................................................................................................... 1

2. LITERATUURONDERZOEK ................................................................................................... 3

2.1. MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD ONDERNEMEN GEDEFINIEERD ................................................. 3

2.1.1. Rapportering ..................................................................................................................... 3

2.1.2. Waarom rapporteren ......................................................................................................... 4

2.1.2.1. Sociaal-politieke theorieën ......................................................................................................... 4

Stakeholdertheorie .................................................................................................................................. 4

Legitimiteitstheorie .................................................................................................................................. 5

2.1.2.2. Identiteit, imago en reputatie ...................................................................................................... 6

2.1.3. Waarover rapporteren ....................................................................................................... 7

2.2. MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD ONDERNEMEN OP DE WEBSITE ............................................... 8

2.2.1. De website als communicatiemiddel ................................................................................ 8

2.2.2. Inhoud van de bedrijfswebsite .......................................................................................... 9

2.2.3. Hypotheseontwikkeling ................................................................................................... 10

2.3. MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD ONDERNEMEN OP SOCIALE MEDIA ........................................ 13

2.3.1. Sociale media als communicatiemiddel .......................................................................... 13

2.3.2. Inhoud op sociale media ................................................................................................. 15

2.3.3. Hypotheseontwikkeling ................................................................................................... 15

3. METHODOLOGIE .................................................................................................................. 16

3.1. SELECTIE VAN BEDRIJVEN ......................................................................................................... 16

3.2. PROCEDURE DATAVERZAMELING ............................................................................................... 17

3.3. DATAVERZAMELING .................................................................................................................. 18

3.4. INHOUDSANALYSE .................................................................................................................... 19

3.5. MAATSTAVEN ........................................................................................................................... 21

3.5.1. Industrie en grootte ......................................................................................................... 21

3.5.2. Website ........................................................................................................................... 22

3.5.3. Sociale media ................................................................................................................. 22

3.5.4. Overzicht ......................................................................................................................... 24

4. RESULTATEN ....................................................................................................................... 26

4.1. BESCHRIJVENDE STATISTIEKEN ................................................................................................. 26

4.1.1. Website-, Facebook- en Twitterbeheer .......................................................................... 26

4.1.2. Duurzame rapportering op de drie kanalen .................................................................... 29

4.1.3. GRI-topics ....................................................................................................................... 30

4.2. CORRELATIE ............................................................................................................................ 32

4.3. HET TOETSEN VAN DE HYPOTHESES .......................................................................................... 35

4.3.1. Hypothese 1 en 2 ............................................................................................................ 35

Page 7: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

III

4.3.2. Hypothese 3 en 4 ............................................................................................................ 37

4.3.3. Hypothese 5 .................................................................................................................... 39

4.3.4. Hypothese 6 .................................................................................................................... 43

4.3.5. Hypothese 7 .................................................................................................................... 45

5. CONCLUSIES ........................................................................................................................ 46

5.1. ALGEMENE CONCLUSIE ............................................................................................................. 46

5.2. BEPERKINGEN VAN HET ONDERZOEK ......................................................................................... 48

5.3. OPPORTUNITEITEN VOOR VERDER ONDERZOEK .......................................................................... 48

Page 8: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

IV

LIJST MET TABELLEN

Tabel 1: GRI – richtlijnen ....................................................................................................................... 20

Tabel 2: Overzicht van de gebruikte variabele ...................................................................................... 25

Tabel 3: Frequentietabel ........................................................................................................................ 28

Tabel 4: Descriptieve resultaten m.b.t. hoeveelheid gepubliceerde informatie per medium per topic .. 31

Tabel 5: Descriptieve resultaten m.b.t. de aanwezigheid van informatie per medium per topic ........... 31

Tabel 6: Correlatie hoofdvariabelen ...................................................................................................... 32

Tabel 7: Correlatie per medium per topic .............................................................................................. 34

Tabel 8: Coëfficiëntentabel binaire logistische regressie H1 & H2 ....................................................... 35

Tabel 9: Output lineaire regressie H1 .................................................................................................... 36

Tabel 10: Output One-Way ANOVA H2 ................................................................................................ 36

Tabel 11: Output multinomiale logistische regressie H3 & H4 .............................................................. 37

Tabel 12: Output lineaire regressie H3 .................................................................................................. 38

Tabel 13: Output One-Way ANOVA H4 ................................................................................................ 38

Tabel 14: Output Chi-kwadraat test m.b.t. vergelijking website en Facebook H5 (N=154) .................. 40

Tabel 15: Output Chi-kwadraat test m.b.t. vergelijking website en Twitter H5 (N=154) ....................... 40

Tabel 16: Output Chi-kwadraat test m.b.t. vergelijking website en Facebook H5 (N=61) .................... 41

Tabel 17: Output Chi-kwadraat test m.b.t. vergelijking website en Twitter H5 (N=61) ......................... 41

Tabel 18: Output lineaire regressie H6 (Facebook) .............................................................................. 43

Tabel 19: Output lineaire regressie H6 (Twitter) ................................................................................... 44

Tabel 20: Output lineaire regressie H6 (Sociale media) ....................................................................... 44

Tabel 21: Overzicht van de rangordes op de website, Facebook en Twitter m.b.t. de GRI-topics ....... 45

Tabel 22: Output Wilcoxon Rangtekentest H7 ...................................................................................... 46

Tabel 23: Uitgebreide correlatietabel ..................................................................................................XXII

Page 9: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

V

LIJST MET GRAFIEKEN

Grafiek 1: Het gebruik van minstens één type sociale media per land (in %) ....................................... 14

Grafiek 2: Het gebruik van sociale netwerken per land (in%) ............................................................... 14

Grafiek 3: Het aantal bedrijven per sector (in %) .................................................................................. 27

Grafiek 4: Levelfrequenties (in %) ......................................................................................................... 29

Grafiek 5: Vergelijking aanwezigheid van rapportering tussen website en Facebook (N=154) ............ 42

Grafiek 6: Vergelijking aanwezigheid van rapportering tussen website en Twitter (N=154) ................. 42

Grafiek 7: Vergelijking aanwezigheid van rapportering tussen website en Facebook (N=61) .............. 42

Grafiek 8: Vergelijking aanwezigheid van rapportering tussen website en Twitter (N=66) .................. 42

Page 10: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het
Page 11: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

1

1. INLEIDING

Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) kan omschreven worden als het proces waarbij

bedrijven vrijwillig streven naar een bedrijfs- en maatschappelijke verbetering door op een

systematische wijze economische, milieu- en sociale overwegingen in de volledige bedrijfsvoering

te integreren (ICDO, 2006). Ondanks dat het gaat om een vrijwillige inspanning door het bedrijf,

vormt MVO steeds meer een belangrijk punt op de agenda bij het bepalen van de bedrijfsstrategie.

Door middel van rapportering, kunnen bedrijven hun stakeholders op de hoogte brengen van hun

MVO-activiteiten. Niet langer zijn enkel de aandeelhouders en kredietverschaffers van belang, elke

stakeholder dient de nodige aandacht te krijgen. Freeman (2013) definieert een stakeholder als

een persoon of een groep van personen die beïnvloedt wordt door of zelf een invloed uitoefent op

de activiteiten die bedrijven uitvoeren met zicht op het verwezenlijken van hun doelstellingen. Ze

krijgen onrechtstreeks de macht toegewezen om de continuïteit van de onderneming te

beïnvloeden. Het is dus van groot belang dat een bedrijf haar stakeholders tevreden stelt door

rekening te houden met hun (duurzame) eisen (Gray, Kouhy, & Lavers, 1995). Met behulp van

MVO-rapportering tracht de organisatie haar voortbestaan te legitimeren tegenover diezelfde

stakeholders. Op die manier trachten ze hen ervan te overtuigen dat het bedrijf handelt binnen een

kader dat door de samenleving als maatschappelijk aanvaardbaar wordt beschouwd (Aerts &

Cormier, 2009). Een laatste drijfveer om te rapporteren is het uitbouwen van een positieve identiteit,

imago en reputatie. Indien goed uitgebouwd, kunnen deze strategisch worden ingezet en leiden tot

een competitief voordeel (Weigelt & Camerer, 1988; Dierickx, 1989; Grant, 1991; Roberts &

Dowling, 2002). Ze vormen een maat voor de aandacht van de onderneming tegenover milieu-,

sociale en ethische problemen (Highouse, Brooks, & Gregarus, 2009). Door de technologische

vooruitgang heeft het bedrijf tal van communicatiemiddelen ter beschikking gekregen die het

eenvoudig maken om maatschappelijk verantwoorde informatie te rapporteren. Zo biedt het

internet de opportuniteit om via een bedrijfswebsite of via een sociaal medium (Facebook, Twitter,

Youtube,…) snel informatie de wereld in te sturen. Het doel van deze thesis is dan ook te

onderzoeken in hoeverre de Belgische beursgenoteerde bedrijven gebruik maken van deze

kanalen om duurzaam te rapporteren.

Onze studie bestaat uit drie grote pijlers. Een eerste pijler bestaat daarbij uit het onderzoek naar

de mate waarin bedrijven over een website beschikken en hierop rechtstreeks rapporteren over

hun inspanningen om maatschappelijk verantwoord te ondernemen. We willen daarbij uitzoeken of

de bedrijfsgrootte en de industrie waarin het bedrijf werkzaam is in zekere mate de keuze om te

rapporteren en de hoeveelheid rapportering beïnvloeden. Een tweede pijler kadert in het gebruik

van de sociale media door bedrijven. In hoeverre beschikken de Belgische beursgenoteerde

bedrijven reeds over een account op Facebook en/of Twitter? Worden deze accounts ook ingezet

Page 12: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

2

om MVO-informatie te communiceren? Een derde en laatste pijler heeft betrekking op het zoeken

naar een verband tussen de communicatie op de website en de communicatie op de sociale media.

We onderzoeken of het gemak waarmee de informatie gevonden wordt op de website de

hoeveelheid informatie op de sociale media bepaalt. Ook wordt er een rangorde toegekend aan de

verschillende GRI-topics op basis van voorkomen op zowel de website als de sociale media,

waarna deze onderling vergeleken worden. Concreet onderzochten we 180 Belgische

beursgenoteerde bedrijven, gebaseerd op de informatie weergegeven op Euronext. We keken of

deze bedrijven over een eigen website beschikken en al dan niet een account op Facebook en/of

Twitter beheren. Wanneer we het bedrijf aantroffen op de vermelde communicatiekanalen,

berekenden we hoeveel duurzame informatie precies aanwezig was. Vervolgens analyseerden we

de gepubliceerde inhoud aan de hand van een inhoudsanalyse, gebaseerd op de GRI-richtlijnen.

Een belangrijk gegeven hierbij is dat we ons enkel baseerden op de rechtstreeks beschikbare

informatie op de website en de sociale media accounts. Pdf-bestanden, persberichten en

verwijzingen naar externe pagina’s maken geen deel uit van dit onderzoek.

Resultaten toonden aan dat de bedrijfsgrootte en de industrie inderdaad een invloed uitoefenen op

het communiceren van duurzame rapportering op de website. Hoe groter de bedrijven zijn, hoe

groter de kans dat ze MVO-informatie rechtstreeks op hun website vrijgeven. Bovendien zal deze

informatie ook uitgebreider zijn. Hetzelfde geldt voor milieugevoelige bedrijven tegenover bedrijven

met een niet-milieugevoelige bedrijfsactiviteit. Ook de sociale media blijken ingezet te worden voor

MVO-rapportering. De topics die op Facebook en Twitter aan bod komen, blijken in grote mate

overeen te stemmen met deze die het meest aan bod komen op de website.

Door de sociale media te incorporeren in ons onderzoek en een vergelijking te maken met de

rapportering op de website, komen we tot een aantal nieuwe inzichten die bijdragen tot de huidige

literatuur. Slechts een beperkt aantal onderzoeken bestudeerden reeds of sociale media worden

ingezet om MVO-informatie te communiceren (Etter, 2013). Bovendien bieden we een nieuwe

stand van zaken over de aanwezigheid van de Belgische beursgenoteerde bedrijven op het internet

en de sociale netwerksites (Facebook en Twitter).

Verder is onze masterproef opgebouwd uit een literatuuronderzoek, waarbij we ons verdiepen in

voorgaande onderzoeken en een algemeen beeld trachten te scheppen over maatschappelijk

verantwoord ondernemen. Daarnaast schenken we reeds aandacht aan MVO-rapportering op de

website en de sociale media. Op basis van het voorgaande worden een aantal hypothesen

opgesteld die later in de thesis statistisch worden onderzocht. In een derde onderdeel omschrijven

we de gebruikte onderzoeksmethoden en de verscheidene variabelen die hierbij gehanteerd

worden. Vervolgens worden de resultaten m.b.t. de getoetste hypothesen omschreven en

geanalyseerd in een vierde deel. Als laatste komen we tot een algemeen besluit waar we tevens

stilstaan bij de beperkingen van onze studie en de opportuniteiten in het kader van verder

onderzoek.

Page 13: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

3

2. LITERATUURONDERZOEK

2.1. Maatschappelijk verantwoord ondernemen

gedefinieerd

Sinds het einde van de tachtigerjaren tot heden kent het MVO-beleid in België een extensieve

evolutie. Reeds in de jaren 90’ behoorde het concept duurzame ontwikkeling tot de Belgische

woordenschat. De invulling van het begrip was toen echter beperkt tot de milieudimensie van

maatschappelijke verantwoordelijkheid. Ecologische initiatieven doken op en zelfs wetten werden

gestemd. De wet van 5 mei 1997 over de coördinatie voor een federaal duurzaamheidsbeleid

leidde tot de ontwikkeling van een juridisch raamwerk voor het bepalen van een federale

duurzaamheidsstrategie (Martens, 2003). Dit raamwerk fungeert als een co-operatieproces tussen

de verschillende ministeries met het oog op het voorbereiden, het toezicht houden op en het

opstellen van het federaal duurzaamheidsplan. Een belangrijke organisatie betrokken bij de

ontwikkeling van het MVO-beleid in België, is de Interdepartementale Commissie voor Duurzaam

Ondernemen (ICDO). Na de ontwikkeling van het federale actieplan voor MVO in 2006, bracht

deze organisatie de nationale discussie over de sociale verantwoordelijkheid van bedrijven op gang

(Louche, 2007). Volgens de ICDO kan maatschappelijk verantwoord ondernemen gedefinieerd

worden als:

“Een proces waarbij ondernemingen vrijwillig streven naar verbetering op bedrijfs- en

maatschappelijk vlak door op systematische wijze economische, milieu- en sociale overwegingen

op een geïntegreerde en coherente manier in de gehele bedrijfsvoering op te nemen, waarbij

overleg met stakeholders, of belanghebbenden van de onderneming deel uitmaakt van dit proces”

(ICDO, 2006).

2.1.1. Rapportering

Inherent aan dit proces is de communicatie tussen het bedrijf en haar belanghebbenden via

rapportering. Traditioneel rapporteerden bedrijven via hun jaarverslag. Vandaag de dag is het

internet op een zodanige manier geïntegreerd in het bedrijfsleven, dat ook de rapportering een

bepaalde evolutie onderging. Steeds meer werden de verslagen beschikbaar gesteld op de

bedrijfswebsite, tot op het punt dat de online documenten de papieren versies vervingen (Morhardt,

2010). Niet alleen via pdf-bestanden, maar ook rechtstreeks op de website wordt er over MVO

gerapporteerd. Dergelijke vorm van rapportering vormt het onderwerp van deze paper. Niet alleen

willen we nagaan hoeveel bedrijven op deze manier duurzame informatie communiceren, maar

ook hoe gemakkelijk en hoe snel deze informatie terug te vinden is. Daarnaast zijn bedrijven steeds

actiever op de sociale media. Zo worden sociale media niet gezien als een trend van de huidige

Page 14: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

4

tijd, maar iets waar bedrijven aandacht moeten aan schenken om te blijven overleven (Audenaert-

Attanasio & Van Kenhove, 2009-2010). Hoewel er weinig literatuur beschikbaar is, tonen bepaalde

onderzoeken reeds aan dat ook sociale media worden ingezet om MVO-informatie te

communiceren (Etter, 2013). Vandaar dat wij willen onderzoeken hoeveel van de bedrijven, die

rechtstreeks op hun website rapporteren, een account op sociale media hebben en of ze deze

gebruiken om over hun maatschappelijke bijdragen te communiceren. Tevens bekijken we het

verband tussen het rechtstreeks rapporteren op de website en de hoeveelheid maatschappelijk

verantwoorde informatie beschikbaar op de sociale media accounts.

2.1.2. Waarom rapporteren

Hoewel financiële rapportering door Belgische bedrijven bij wet verplicht is, dient verduidelijkt te

worden dat MVO-rapportering dit niet is. Bedrijven dienen slechts duurzame informatie op te nemen

indien deze informatie nodig is om de resultaten van het bedrijf te begrijpen (Bouten & Everaert,

2012). Wat zet bedrijven er dan toe aan om toch aan MVO-rapportering te doen?

2.1.2.1. Sociaal-politieke theorieën

In de literatuur worden de stakeholdertheorie en de legitimiteitstheorie vaak gebruikt als verklaring

voor vrijwillige rapportering. Hoewel beide theorieën uitgaan van een externe druk, situeert deze

druk zich in de twee theorieën op een ander niveau (Bouten & Everaert, 2012).

Stakeholdertheorie

Freeman (2013) definieert een stakeholder als een persoon of een groep van personen die

beïnvloedt wordt door of zelf een invloed uitoefent op de activiteiten die bedrijven uitvoeren met

zicht op het verwezenlijken van hun doelstellingen. Verder bouwend op deze definitie kunnen

stakeholders worden ingedeeld in grofweg drie categorieën: beïnvloedde stakeholders,

beïnvloedende stakeholders of stakeholders die zowel een invloed ondervinden als zelf de

activiteiten beïnvloeden (Guimarães-Costa & Pina e Cunha, 2008). Binnen deze categorieën vindt

men vaak de meer specifieke stakeholdersgroepen zoals aandeelhouders, klanten, werknemers,

leveranciers, concurrenten, de maatschappij en de overheid. Elk van deze groepen heeft zijn eigen

belangen en zullen aan de hand daarvan op een verschillende manier benaderd worden door de

onderneming. Het is de taak van de managers om de belangen van de stakeholders in acht te

nemen en deze zo goed mogelijk te beantwoorden. Iedere belanghebbende kan de continuïteit van

de onderneming in positieve of negatieve zin beïnvloeden. Met de opkomst van sociale media zoals

Facebook, Twitter, YouTube, enzovoort, treden ook begrippen zoals klantenengagement op. Dit

houdt in dat, waar vroeger de beslissingen uitsluitend genomen werden door het management,

beslissingen nu worden beïnvloed door klanten. Sociale media maken het voor klanten mogelijk

om deel te nemen aan het proces van waardetoevoeging en beslissingen i.v.m. de marketingmix

doordat zij niet alleen in contact staan met de verkopers, maar ook met andere klanten en niet-

klanten (Sashi, 2012). Klantentevredenheid wordt hierdoor een prioriteit bij meer en meer bedrijven.

Page 15: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

5

Ook het begrip bargaining power speelt in deze context een belangrijke rol. Wanneer stakeholders

1) zich makkelijk kunnen verenigen, 2) toegang hebben tot belangrijke informatie, 3) een hoge

vervangingskost hebben voor de onderneming en 4) zelf een lage kost ondervinden om te

veranderen van onderneming, dan beschikken zij over een goede onderhandelingspositie (Coff,

1999). Deze bargaining power kan worden ingezet door elke stakeholder. Hoe groter hun power,

hoe meer invloed ze kunnen uitoefenen op de onderneming. Hieruit kan men besluiten dat het voor

een onderneming belangrijk is om haar stakeholders zo veel mogelijk tevreden te stellen door

rekening te houden met hun (duurzame) eisen bij het opstellen van haar beleid. Hoe groter de

power van de stakeholders, hoe meer de onderneming zich dient aan te passen (Gray, Kouhy, &

Lavers, 1995).

Legitimiteitstheorie

Een andere theorie die vaak gebruikt wordt voor het verklaren van MVO-rapportering, is de

legitimiteitstheorie. Deze theorie vertrekt van het idee dat om succesvol te kunnen blijven

ondernemen, de onderneming dient te handelen binnen bepaalde grenzen die de maatschappij als

sociaal aanvaardbaar beschouwt (O’Donovan, 2002). Anders gezegd, een onderneming probeert

haar bedrijfsactiviteiten te legitimeren. Een bedrijf handelt in een samenleving op basis van sociale

contracten. In deze contracten stelt men dat de onderneming sociaal begeerde acties onderneemt

in ruil voor de goedkeuring van hun doelstellingen en andere beloningen. Door hun acties te

legitimeren, hoopt de onderneming haar voortbestaan te rechtvaardigen tegenover de samenleving

(Guthrie & Parker, 1989). Het wel of niet sociaal aanvaard worden door de maatschappij ligt dus

tot op zekere hoogte in de handen van de onderneming zelf. Deze kan namelijk via bepaalde

strategische keuzes de perceptie van de samenleving beïnvloeden. MVO-rapportering over haar

activiteiten stelt de onderneming in de mogelijkheid om zich te identificeren met bepaalde

symbolen, waarden en acties die door de maatschappij worden gezien als legitiem (Aerts &

Cormier, 2009). Naarmate de publieke druk toeneemt, zullen bedrijven meer aan duurzame

rapportering doen. Voorgaande onderzoeken wezen uit dat zowel de grootte van het bedrijf als de

sector waarin ze actief zijn deze publieke druk beïnvloeden (Patten, 2002). Verder vermeldt Gray

et al. (1995) vier strategieën die de onderneming kan implementeren met het zicht op legitimering.

Een eerste strategie bestaat erin het publiek te informeren over effectieve veranderingen in de

acties en activiteiten van de onderneming. Deze strategie wordt voornamelijk toegepast wanneer

de legitimacy gap1 te wijten is aan een fout begaan door de onderneming in kwestie. De

onderneming kan er ook voor opteren om de perceptie van het publiek te veranderen zonder

effectief haar gedrag te wijzigen. Deze strategie wordt gevolgd wanneer de gap ontstaat doordat

de maatschappij de onderneming verkeerd percipieert. Een derde strategie is gebaseerd op

manipulatie. Wanneer de maatschappij zich focust op een bepaald probleem veroorzaakt door de

1Sethi (Sethi, 1975) definieert legitimacy gaps als de afwijkingen tussen de activiteiten van de

onderneming en de verwachtingen van de maatschappij voor deze onderneming.

Page 16: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

6

onderneming, zal deze de aandacht proberen af te wenden van het probleem door ze te richten op

de goede activiteiten van de onderneming. Wanneer de samenleving het bijvoorbeeld niet eens is

met het vervuilingsbeleid van het bedrijf, zal deze de aandacht proberen te focussen op alle andere

inspanningen die ze doet voor het milieu. Een laatste strategie houdt in dat de onderneming de

verwachtingen van de maatschappij probeert te wijzigen. Deze weg wordt gevolgd wanneer de

onderneming van mening is dat de maatschappij haar onrealistische verwachtingen oplegt. Deze

verschillende strategieën tonen aan dat legitimiteit geen statisch gegeven is. Het is de taak van de

onderneming om legitimacy gaps te vermijden en haar legitimiteit in de samenleving te

onderhouden. Zelfs wanneer de onderneming haar activiteiten conform de verwachtingen van de

maatschappij zijn, kan de legitimiteit van de onderneming nog steeds in het gedrang komen doordat

de onderneming hierover verkeerd communiceert (Branco & Rodrigues, 2008). Tot slot dient

genuanceerd te worden dat bedrijven niet de volledige maatschappij dienen te overtuigen van hun

bestaansrecht. De onderneming hoeft slechts die entiteiten te identificeren die hun voortbestaan

kunnen garanderen en de hierboven beschreven tactieken op hen toe te passen (Johnson & Holub,

2003).

2.1.2.2. Identiteit, imago en reputatie

Naast de klassieke socio-politieke theorieën, wordt ook meer en meer aandacht besteed aan de

concepten corporate identity, coporate image en corporate reputation als verklaring voor vrijwillige

MVO-rapportering. Hoewel deze begrippen vaak door elkaar gebruikt worden, hebben ze een

verschillende betekenis. Argenti (2007) definieert corporate identity als de visuele manifestatie van

de organisatie zoals deze wordt overgebracht via haar naam, logo, motto, producten, diensten,

gebouwen, uniformen en alle overige materiële of tastbare bewijzen gecreëerd door de organisatie

en gecommuniceerd naar de maatschappij. Eenvoudiger gezegd, de corporate identity van een

organisatie is dus de manier waarop de onderneming zich positioneert in de maatschappij en hoe

ze wil gezien worden door de samenleving. Het is een intern proces. Corporate image daarentegen

is een extern proces. Het is de manier waarop buitenstaanders de onderneming effectief zien. Het

netto-effect van beide concepten resulteert in de corporate reputation. Met andere woorden, het is

een collectieve representatie van wat de onderneming naar buiten brengt en hoe de omgeving dit

interpreteert en vervolgens de onderneming waarneemt (Barnett, Jermier, & Lafferty, 2006).

Eerdere studies (Weigelt & Camerer, 1988; Dierickx, 1989; Grant, 1991; Roberts & Dowling, 2002)

toonden aan dat een goede reputatie een hoge strategische waarde heeft. Een positieve reputatie

is vaak het gevolg van specifieke historische beslissingen waardoor deze uniek en moeilijk te

imiteren is. Eerder dan het opbouwen van een goede reputatie, kan de onderneming er ook voor

kiezen om de maatschappij gerust te stellen via garanties en langetermijncontracten. Men kan

echter niet met zekerheid aantonen dat deze alternatieven onderling gesubstitueerd kunnen

worden. Sommige bedrijven investeren namelijk tijd in beide concepten. Het gebrek aan substituten

en het unieke en moeilijk te imiteren karakter van een positieve reputatie, maakt van de corporate

reputation een immaterieel actief dat kan leiden tot een duurzaam competitief voordeel (Barney,

Page 17: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

7

1991). Anders geformuleerd betekent dit dat een goede reputatie leidt tot een hogere

winstgevendheid. Uit het onderzoek van Roberts en Dowling (2002) blijkt dat deze relatie

dynamisch is. Niet alleen bevordert een goede reputatie de winstgevendheid, sommige activiteiten

met het oog op winstverhoging hebben ook een positieve invloed op de reputatie. Een onderneming

heeft er dus alle baat bij een positieve reputatie te ontwikkelen. In dit verband heeft men het vaak

over de term impressiemanagement of zelfpresentatie. Het is een techniek die bedrijven toepassen

om de manier waarop de samenleving hen ziet – hun reputatie – te sturen in de richting die ze zelf

willen. Het gebruik van de bedrijfswebsite vergemakkelijkt deze toepassing. Naast de klassieke

sociale verslagen wordt nu ook vaak op de website gerapporteerd over maatschappelijk

verantwoord ondernemen. Verschillende strategieën worden hierbij toegepast. Vaak zullen

bedrijven proberen te imponeren met winstcijfers om aan te tonen dat ze succesvolle wereldspelers

zijn. Om geloofwaardigheid toe te voegen aan hun statements, maken ze gebruik van werkwoorden

van continuïteit. Op die manier geven ze aan dat iets reeds van toepassing was in het verleden,

maar ook van toepassing zal blijven in de toekomst. Een derde linguïstisch trucje is het gebruiken

van de passieve vorm voor het formuleren van zinnen. Verder kan men inspelen op de emoties

van de lezers door de onderneming te “vermenselijken”. Dit gebeurt door gezichten te plakken op

de mensen achter de organisatie. Daarnaast laten de bedrijven het er niet op na om het te hebben

over hoe groot ze zijn, hun titel als marktleider, hun visie tegenover verandering en vooral het zijn

van een voorbeeldig lid van de maatschappij (Pollach, 2005). Samengevat vormt de reputatie van

een bedrijf de link tussen duurzaam ondernemen en een competitief voordeel. In dit opzicht is de

corporate identity een product van de organisatie haar aandacht tegenover milieu-, sociale en

ethische problemen (Highouse, Brooks, & Gregarus, 2009).

2.1.3. Waarover rapporteren

Doorheen de tijd werden verschillende richtlijnen ontwikkeld wat betreft duurzame rapportering.

Wijdverspreid en het meeste gebruikt zijn de Global Reporting Initiative (GRI) richtlijnen. Hun

doelstelling is het ondersteunen van ondernemingen bij het opstellen van MVO-rapporten die zowel

de economische als de sociale en de ecologische impact van het bedrijf beschrijven (Isaksson &

Steimle, 2009). Voor elk van deze dimensies voorziet de GRI in richtlijnen over wat wel en niet

thuishoort in een duurzaam rapport. De categorieën Economic, Environmental en Social vormen

de hoofdcategorieën van de standaard. Hierbij wordt de hoofdcategorie Social onderverdeeld in de

categorieën Labour Practices, Human Rights, Society en Product Responsibility. Elke categorie

wordt dan nog eens onderverdeeld in subcategorieën. Voor een overzicht van de betreffende

richtlijnen en bijhorende voorbeelden verwijzen we naar de implementatiehandleiding van de GRI

(Global Reporting Initiative, 2013). Verder in deze studie vindt u een adaptatie van deze

opsomming. Hierbij werd de economische dimensie weggelaten omdat deze niet relevant is voor

het onderzoek.

Page 18: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

8

Vertrekkend van de GRI-richtlijnen trachtte eerder onderzoek reeds na te gaan welke onderwerpen

het meest aan bod komen in duurzame rapportering. Waar vroeger vooral gefocust werd op de

ecologische aspecten van duurzaam ondernemen, is er een duidelijke verschuiving naar de sociale

dimensie waarneembaar (Kolk, 2003). De hoofdcategorie Social blijkt nu de meest besproken

categorie te zijn. Binnen Social neemt de categorie Labour Practices het voortouw, gevolgd door

respectievelijk Society, Product Responsibility en Human Rights (Skouloudis, Evangelinos, &

Kourmousis, 2009). Deze resultaten werden bekomen door online beschikbare MVO-rapporten te

onderzoeken. In dit onderzoek willen we nagaan of deze volgorde ook toepasselijk is voor

rechtstreekse rapportering op de website zoals omschreven in paragraaf 2.1.1. We laten hierbij de

economische dimensie achterwege zoals eerder vermeld. Tevens houden we geen rekening met

de overkoepelende categorie Social, maar vertrekken we vanuit haar onderverdeling. Tot slot willen

we nagaan of dezelfde volgorde ook waar te nemen is op de sociale media.

2.2. Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen op de

website

2.2.1. De website als communicatiemiddel

Op korte termijn is de website een belangrijk communicatiemiddel geworden voor organisaties

(Sullivan, 1999). Enerzijds is dit te verklaren door een wereldwijde drastische toename van het

aantal internetgebruikers gedurende de afgelopen tien jaar. Het aantal nam toe van 778 miljoen

gebruikers in 2003 tot maar liefst 2,9 biljoen gebruikers in 2013 (International Telecommunication

Union (ITU) & United Nations Population Division, 2014). Anderzijds biedt het internet tal van

voordelen aan een onderneming. Zo zijn bedrijfswebsites een algemeen aanvaard middel voor

public relations, waarbij ze gebruikt worden om zowel intern als extern informatie door te geven

(Hill & White, 2000). Tevens verschaffen webpagina’s de mogelijkheid om in dialoog te treden met

het brede publiek en te communiceren met duizenden individuen op het zelfde ogenblik, elk met

andere interesses (Kent & Taylor, 1998). Daarnaast geven internetpagina’s de opportuniteit om

een relatie op te bouwen met de stakeholders (Kent, Taylor, & White, 2003). Bovendien laat het

internet aan organisaties toe om rechtstreeks te communiceren met haar toehoorders zonder dat

er bepaalde inhoud wordt weggefilterd door journalisten of auteurs. Hierdoor wordt het wereldwijde

web gezien als een gecontroleerd massacommunicatiemiddel (White & Raman, 1999). Voorts

krijgen bedrijven de kans om informatie en problemen over hun maatschappelijke

verantwoordelijkheid mee te delen op de bedrijfswebsite (Esrock & Leichty, 1998).

Tijdens de eerste onderzoeken rond bedrijfswebsites werd er vooral nagegaan hoeveel bedrijven

in het bezit waren van een eigen website. Volgens Petravick en Gillet (1996) hadden 69% van de

toenmalige Fortune 150 bedrijven wereldwijd een eigen website. Deller et al. (1999) besloten dat

95% van de bedrijven gelegen in de Verenigde Staten (S&P 100) een website beheerde, 85% in

Page 19: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

9

het Verenigd Koninkrijk (FTSE 100) en 76% in Duitsland (DAX100). Daarentegen bracht een

onderzoek gevoerd door Craven en Marston (1999) aan het licht dat slechts 74% van de grootste

bedrijven in het Verenigd Koninkrijk een eigen website had. In Stockholm onderzocht Hedlin (1999)

een sample van 60 lukraak gekozen beursgenoteerde bedrijven. Van deze bedrijven bleek 98%

een website te beheren. Williams en Ho Wern Pei (1999) bestudeerden 172 organisaties uit vier

naties van Azië-Pacific en 85% had een eigen bedrijfswebsite ter beschikking. De stand van zaken

bij de Ierse beursgenoteerde bedrijven werd onder de loep genomen door Brannan en Kelly (2000),

waaruit bleek dat 67% van de organisaties in het bezit was van een website. Resultaten uit het

onderzoek van Marston (2003) geven aan dat 92% van de toenmalige 99 Japanse topbedrijven

een website beheerde. Van de DAX 100 bedrijven in 2000 hadden alle bedrijven een eigen website

(Marston & Polei, 2004). Ook Eurostat, de statistische dienst van de Europese Unie, onderzocht in

welke mate Europese bedrijven een website hebben. Het onderzoek bevat alle bedrijven die toen

minstens tien personen tewerkstellen in de sectoren bouw, transport, industrie, hotels en

accommodatie, communicatie, de handel, radio en televisie, verhuur en zakelijke dienstverlening,

vastgoed, film- en videoactiviteiten. Gemiddeld hadden 64% van de Europese bedrijven in januari

2008 een eigen website. Dit is een lichte stijging tegenover januari 2007 waar 63% van de

Europese bedrijven een eigen webpagina beheerde. De grote winnaars in Europa waren

Denemarken (87%), Zweden (86%), Nederland (85%) en Finland (82%) waar meer dan 80% van

de bedrijven een eigen webpagina had. De verliezers waren Roemenië (27%), Bulgarije (33%),

Letland (42%), Portugal (46%), Cyprus en Hongarije (beiden 48%) waar minder dan de helft van

de bedrijven een website bezat. België bevond zich in de middenmoot met een percentage van

76% (Eurostat, 2008). In 2010 beheerde 67% van de Europese bedrijven een eigen website. Dit

percentage nam toe met 6% in 2013, waardoor ongeveer drie vierde (73%) van de Europese

bedrijven over een eigen website beschikte. Deze stijgende tendens was ook per land

waarneembaar. Bovenaan de ranking stonden nog steeds Finland (94%), Denemarken (92%),

Zweden (89%) en Oostenrijk (86%). Onderaan de ranking stonden opnieuw Roemenië (42%),

Bulgarije (47%), Letland (56%), Portugal (59%), Griekenland en Hongarije (61%). België bleef tot

de middenmoot behoren met 78% (Eurostat, 2013).

2.2.2. Inhoud van de bedrijfswebsite

De Literatuur voorziet reeds in verschillende onderzoeken naar de inhoud van bedrijfswebsites.

Men gaat daarbij na of bedrijven duurzaam rapporteren via hun website en waarover men dan

vooral communiceert. Een websiteonderzoek van Esrock en Leichty (1998) bij de toenmalige

Fortune 500 bedrijven leidde tot de conclusie dat 90% van de bedrijven over een eigen website

beschikte, waarvan 80% communiceerde over maatschappij gerelateerde onderwerpen. Men

onderzocht hierbij niet alleen de rechtstreekse inhoud op de website, maar ook persberichten,

speciale rapporten, links naar andere websites, audiovisueel materiaal en online publicaties. Meer

dan de helft van de websites stelde gegevens openbaar over de gemeenschap (60%), het milieu

Page 20: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

10

(52%) en het onderwijs (52%). Opmerkelijk hierbij was dat louter 27% van de bedrijfswebsites was

uitgerust met een directe link op de home page naar informatie over duurzaam ondernemen. Jose

en Lee (2007) onderzochten hoeveel van de toenmalige 200 grootste bedrijven wereldwijd

milieugegevens communiceerden op de website en kwamen tot volgende resultaten: 140 bedrijven

delen milieugegevens mee, 52 bedrijven geven geen informatie weer, zeven bedrijven voorzien

geen informatie in het Engels en één bedrijf fuseerde met een ander. Om deze resultaten te

bekomen, baseerden Jose en Lee zich op online beschikbare informatie, meer bepaald milieu

gerelateerde publicaties.

2.2.3. Hypotheseontwikkeling

Eerder onderzoek trachtte reeds relaties te vinden tussen de diverse bedrijfsspecifieke

karakteristieken en de rapportering op de bedrijfswebsite. Adams et al. (1998) deelden de mening

dat de maatschappelijke rapporteringsmethode afhankelijk is van een aantal factoren bij bedrijven.

In deze studie keken de onderzoekers naar de invloed van de bedrijfsgrootte bij 150 annual reports

afkomstig van zes West-Europese landen. De resultaten toonden aan dat grote bedrijven meer

duurzame informatie weergeven in hun annual report dan kleinere. Verder bestudeerden Marston

en Polei (2004) de mate waarin Duitse ondernemingen gebruik maakten van de bedrijfswebsite om

financiële en andere investeerder gerelateerde informatie te verspreiden. Hierbij kwamen de

onderzoekers tot het unaniem besluit dat de bedrijfsgrootte een significante verklaringsvariabele is

voor inlichtingen op de bedrijfswebsite. Ook de resultaten uit het onderzoek naar het

internetgebruik bij elektriciteitsbedrijven in het Verenigd Koninkrijk suggereren dat de

bedrijfswebsite vooral door grotere bedrijven als communicatiemiddel gebruikt wordt. Alle grote

bedrijven hadden immers een eigen website en publiceerden meer informatie dan kleinere

bedrijven. Een mogelijke verklaring ligt in de hoeveelheid beschikbare bedrijfsmiddelen aangezien

informatie voorzien op een mooi ontworpen website financieel vrij duur is en veel tijd vergt (Cooper,

2003). Du en Veira (2012) kwamen eveneens tot deze conclusie bij hun onderzoek naar

maatschappelijk verantwoorde rapportering op de bedrijfswebsite bij oliebedrijven. Grote bedrijven

hanteren meer uitgebreide rapporteringsmethoden en meer effectieve communicatiestrategieën

dan kleinere bedrijven. Dit komt doordat grote bedrijven over meer middelen beschikken, maar ook

meer zakelijke motieven hebben om deel te nemen aan duurzame activiteiten en daarover

uitgebreid te communiceren naar de buitenwereld toe. Voortbouwend op deze literatuur, kunnen

we stellen dat grotere bedrijven meer over maatschappij gerelateerde onderwerpen zullen

communiceren via hun website dan kleinere bedrijven.

H1: Grotere Belgische beursgenoteerde bedrijven doen meer aan rechtstreekse MVO-

rapportering op de website dan kleinere Belgische beursgenoteerde bedrijven.

Naast de bedrijfsgrootte blijkt de milieugevoeligheid van bedrijven ook een invloed te hebben op

de rapportering. De Villiers en Van Staden (2011) concludeerden dat slechte milieuspelers

Page 21: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

11

significant meer informatie publiceren in annual reports. Slechte milieuspelers trachten op die

manier de prestaties te verantwoorden tegenover de geldschieters. Dergelijke publicaties bevatten

meestal bedrijfsinformatie over milieurisico’s en toekomstige kosten waarmee discreet moet

worden omgesprongen. Daartegenover staan de bedrijven die geconfronteerd worden met een

milieucrisis die significant meer milieugegevens ter beschikking stellen op de website. De bedoeling

hiervan is om tijdig de stakeholders te informeren over de crisis en politieke kosten te vermijden of

te reduceren. Bedrijven kunnen immers op een kosteneffectieve manier de milieucrisis

verantwoorden. Verder is het volume van de informatie een belangrijke factor omdat het zorgt voor

een verhoogde zichtbaarheid van de informatie en aantoont wat managers belangrijk vinden. Een

andere studie uitgevoerd door Jose en Lee (2007) onderzocht welke bedrijven milieu informatie

rapporteerden op de website en welke karakteristieken ze gemeen hebben met andere bedrijven

die hetzelfde doen. Een groot deel van de bedrijven beschouwt het milieu en de omgeving als een

belangrijke strategische factor. Zo schenken bedrijven veel aandacht aan milieuprogramma’s met

het oog op het ontwikkelen van een competitief voordeel, eerder dan het gehoorzamen aan de wet.

Daarnaast laat het onderzoek toe te besluiten dat industrieën met een grote ecologische

voetafdruk, zoals de auto-industrie, meer inlichtingen geven dan bijvoorbeeld financiële instellingen

met een beduidend lagere ecologische voetafdruk. Ook Adam et al. (1998) keken naar de invloed

van de sector waarin de onderneming opereert bij 150 annual reports afkomstig van zes West-

Europese landen. De onderzoekers besloten dat de industrie waarin de bedrijven actief zijn een

belangrijke verklarende factor is voor de hoeveelheid informatie die wordt weergegeven over het

milieu en de werknemers. Het oefent daarentegen geen invloed uit op de beschikbare ethische

informatie. Deze resultaten zijn tegenstrijdig aan het onderzoek van Cho en Roberts (2010) waar

de milieugevoeligheid van de sector geen significante invloed uitoefende op de inhoud en de

presentatie van milieu-informatie op bedrijfswebsites. Ondanks deze tegenstrijdige conclusies

gaan we er in dit onderzoek van uit dat gevoelige sectoren zoals de energiesector meer over

maatschappij gerelateerde onderwerpen zullen communiceren op hun website dan bedrijven met

niet-milieugevoelige bedrijfsactiviteiten.

Page 22: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

12

H2: Belgische beursgenoteerde bedrijven uit de “gevoelige sectoren” zoals de

energiesector, zullen meer aandacht besteden aan rechtstreekse MVO-rapportering op

de website dan Belgische beursgenoteerde bedrijven met een niet-milieugevoelige

activiteit.

Capriotti en Moreno (2007) kwamen tot de conclusie dat alle Spaanse beursgenoteerde bedrijven

in 2005 informatie rond maatschappelijk verantwoord ondernemen openbaar gemaakt hebben op

hun website. Deze informatie beperkt zich in dit onderzoek tot informatie die rechtstreeks

beschikbaar is op de website. Documenten in bijlagen werden gecatalogeerd, maar niet

geanalyseerd. 68,6% van de onderzochte websites beschikte op dat moment over een specifiek

tabblad gerelateerd aan MVO. Dit tabblad was in 80% van de gevallen terug te vinden op de

homepage zelf. Het grootste deel van de bedrijven (29,2%) noemde het tabblad ‘Corporate Social

Responsibility’. Ook de benamingen ‘Corporate Responsibility’ (25%) en ‘Social Responsibility’

(16.7%) werden gebruikt. Slechts één bedrijf omschreef het tabblad als ‘Sustainable Development’.

Onderzoek naar MVO-communicatie op bedrijfswebsites bij de top 100 informatietechnologische

bedrijven in India wees uit dat iets meer dan één derde (36,6%) een rechtstreekse link bevatte naar

duurzame informatie. Ongeveer twee derden (60%) vertoonde een rechtstreekse link in het tabblad

‘About us’ or ‘About company’, waarbij één bedrijf een link had voorzien in een subtabblad (lifestyle)

binnen ‘About us’ (Chaudhri & Wang, 2007). Als laatste concludeerden Daejoong et al. (2010) na

hun websiteonderzoek bij de toenmalige Fortune 500 bedrijven dat bij 71% van de bedrijven een

stand-alone menu aanwezig was op de website. Deze menu’s werden gelabeld onder de namen

‘Environmental Responsibilities’, ‘Environment’ en ‘Environmental Measures’. Ondanks

bovenstaande inspanningen van bedrijven, blijven Cho en Roberts (2010) van mening dat het

internet onvoldoende structuur biedt om snel de nodige informatie terug te vinden. Gebaseerd op

de hierboven beschreven literatuur, willen we onderzoeken of de bedrijfskarakteristieken grootte

en sector hierop een invloed uitoefenen. Zo gaan we er van uit dat MVO-informatie sneller en

gemakkelijker terug te vinden zal zijn bij grotere bedrijven met een milieugevoelige activiteit dan bij

kleinere bedrijven met een niet-milieugevoelige activiteit.

H3: De MVO-rapportering van grotere Belgische beursgenoteerde bedrijven is gemakkelijker

terug te vinden dan van de kleinere Belgische beursgenoteerde bedrijven.

H4: De MVO-rapportering van Belgische beursgenoteerde bedrijven uit de gevoelige

sectoren is gemakkelijker terug te vinden dan van Belgische beursgenoteerde bedrijven

met een niet-milieugevoelige activiteit.

Page 23: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

13

2.3. Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen op

sociale media

2.3.1. Sociale media als communicatiemiddel

Het is voor bedrijven interessant om naast een klassieke website ook gebruik te maken van sociale

media om te communiceren met de buitenwereld. De overkoepelende term omvat een variëteit aan

online mediaplatforms zoals sociale netwerksites (Facebook, Twitter en LinkedIn), video sharing

sites (YouTube) en foto sharing sites (Flickr, Picasa). Sociale media worden niet gezien als een

trend van de huidige tijd, maar iets waar bedrijven aandacht moeten aan schenken om te blijven

overleven (Audenaert-Attanasio & Van Kenhove, 2009-2010). Niet alleen zijn het ideale marketing

media, ze bieden ook de mogelijkheid om rechtstreeks te communiceren met (potentiële) klanten

en werknemers (Dekay, 2012). Daarnaast staan deze klanten ook in contact met elkaar. Klachten

of misnoegen gaan al snel viraal. Indien bedrijven hier geen aandacht aan schenken, kan hun

continuïteit in het gedrang komen. Voorbeelden zijn legio. Een professionele muzikant wiens gitaar

werd beschadigd door de luchtvaartmaatschappij United Airlines, die op haar beurt een

compensatie weigerde, publiceerde een zelf gecomponeerd lied op YouTube. Het liedje heet

“United Breaks Guitars” en heeft tot op vandaag meer dan 15 miljoen views. Een initiële besparing

van 1200 dollar leidde voor United Airlines in een public relations fiasco (Kesavan, Bernacchi , &

Mascarenhas , 2013). Bedrijven doen er daarom niet slecht aan om de sociale media toe te voegen

aan hun marketingmix. Amper zeven jaar geleden had slechts 10% van de bedrijven een budget

voor sociale media. In 2010 was dit percentage reeds toegenomen tot 30%. Meer en meer

bedrijven opteren er ook voor om niet langer toegang tot sociale media te blokkeren. Verder is

Eurostat, de statistische dienst van de Europese Unie, van mening dat sociale media een kans

geven aan bedrijven om hun imago te verbeteren en hun aanwezigheid op het internet te verhogen

(Eurostat, 2013). Het aantal actieve gebruikers op Facebook en Twitter neemt immers toe. Zo kent

Facebook een stijging van een miljoen actieve gebruikers in 2004 (Facebook, 2004) naar een

biljoen in 2015 (Facebook, 2015). Twitter kent daarentegen een toename van 100 miljoen actieve

gebruikers in 2011 (Twitter, 2011) naar 316 miljoen in 2015 (Twitter, 2015). Hoewel Twitter minder

actieve gebruikers kent, is dit het meest gebruikte sociale netwerk door bedrijven met betrekking

tot duurzame communicatie. De reden hiervoor is dat kortere berichten geprefereerd worden ten

opzichte van langere voorbereide teksten (bijvoorbeeld blogs) waarbij de responstijd veel hoger

ligt.

Ondanks dat 30% van de Europese bedrijven minstens één type van sociale media gebruikt, heeft

slechts 8% een formeel beleid. Dit blijkt uit een onderzoek naar het ICT2 gebruik en de e-commerce

bij bedrijven van de EU28 lidstaten, uitgevoerd door Eurostat (Eurostat, 2013). Er treden echter

2 Informatie- en communicatietechnologie

Page 24: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

14

grote verschillen op tussen de landen onderling. Het percentage bedrijven die gebruik maakt van

minstens één type van sociale media rijkt van 15% in Letland, 16% in Tsjechië en 19% in Frankrijk,

Polen en Roemenië tot 55% in Malta, 50% in Nederland, 48% in Ierland, 45% in Zweden en 42%

in het Verenigd Koninkrijk. België behoort tot de middenmoot met 35%. Een volledig overzicht wordt

in grafiek 1 weergegeven.

Grafiek 1: Het gebruik van minstens één type sociale media per land (in %)

Onder de verschillende types van sociale media werden voor het gebruik van sociale netwerken

de hoogste percentages genoteerd in Malta (52%), Ierland (46%), Nederland (45%), Zweden (42%)

en het Verenigd Koninkrijk (40%). De laagste percentages werden geconstateerd in Letland (13%),

Tsjechië (15%), Polen (16%), Frankrijk en Roemenië (beiden 17%). België behoort opnieuw tot de

middenmoot met 31%. Een volledig overzicht wordt in onderstaande grafiek weergegeven.

Grafiek 2: Het gebruik van sociale netwerken per land (in%)

3531

16

40

33

27

48

3431

19

37

25

38

15

38

3026

5550

39

19

36

19

37

26

37

4542

Bel

giu

m

Bu

lgar

ia

Cze

ch R

epu

blic

Den

mar

k

Ge

rman

y

Esto

nia

Irel

and

Gre

ece

Spai

n

Fran

ce

Cro

atia

Ital

y

Cyp

rus

Latv

ia

Lith

uan

ia

Luxe

mb

ou

rg

Hu

nga

ry

Mal

ta

Ne

the

rlan

ds

Au

stri

a

Po

lan

d

Po

rtu

gal

Ro

man

ia

Slo

ven

ia

Slo

vaki

a

Fin

lan

d

Swed

en

Un

ited

Kin

gdo

m

31 30

15

36

2924

46

28 29

17

30

21

37

13

3126

22

52

45

35

16

33

17

34

21

34

42 40

Bel

giu

m

Bu

lgar

ia

Cze

ch R

epu

blic

Den

mar

k

Ge

rman

y

Esto

nia

Irel

and

Gre

ece

Spai

n

Fran

ce

Cro

atia

Ital

y

Cyp

rus

Latv

ia

Lith

uan

ia

Luxe

mb

ou

rg

Hu

nga

ry

Mal

ta

Ne

the

rlan

ds

Au

stri

a

Po

lan

d

Po

rtu

gal

Ro

man

ia

Slo

ven

ia

Slo

vaki

a

Fin

lan

d

Swed

en

Un

ited

Kin

gdo

m

Page 25: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

15

2.3.2. Inhoud op sociale media

Volgens Colleoni (2013) maken stakeholders vooral gebruik van sociale media om zichzelf te

informeren omtrent de activiteiten van bedrijven. Het zijn peer-to-peer netwerken waarop men vrijuit

meningen kan formuleren met betrekking tot de inspanningen die bedrijven leveren in het kader

van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Bedrijven daarentegen doen aan wat Schultz en

Wehmeier (2010) definiëren als moralisatie van bedrijfscommunicatie. De bedrijven ontwikkelen

een bepaalde definitie van maatschappelijke verantwoordelijkheid in hun zelfpresentatie en

refereren daarbij naar verschillende sociale en ecologische problemen (bijvoorbeeld

klimaatverandering). Dit is ook duidelijk in de manier waarop ze hun berichten op de sociale media

formuleren. Ze bestaan steeds uit de vermelding van de naam van het bedrijf en een positieve

activiteit met betrekking tot duurzaam ondernemen.

Een studie van Etter (2013) toont aan dat sommige bedrijven ook specifieke MVO-accounts

beheren. Uit een onderzoek bij de 100 best corporate citizins bleek dat zes bedrijven een duurzaam

account beheerden. Bij deze accounts waren ongeveer 71% van de tweets gerelateerd aan

maatschappelijk verantwoord ondernemen. Op de overige bedrijfsaccounts bleek 14,5% van de

tweets MVO-gerelateerd te zijn.

2.3.3. Hypotheseontwikkeling

De sociale media bieden zowel opportuniteiten als uitdagingen voor ondernemingen. Een studie

van Kiljae, Won-Yong en Namhyeok (2013) toont aan dat maatschappelijk verantwoorde

ondernemingen eerder de voordelen van sociale media ondervinden. Bedrijven met een hoge

MVO-rating slagen erin om in minder tijd een hogere online aanwezigheid te ontwikkelen.

Daarnaast zullen berichten van duurzame bedrijven zich sneller verspreiden. Bedrijven met een

lage MVO-rating daarentegen, zullen eerder geconfronteerd worden met de uitdagingen van

sociale media. Het onderzoeken van het effect van maatschappelijk verantwoord ondernemen op

het hebben van een Twitter account gebeurde aan de hand van twee modellen. Een eerste model

toonde aan dat de grootte van het bedrijf een positieve invloed uitoefent op het gebruik van een

Twitter account door het betreffende bedrijf. Een tweede model toonde aan dat de MVO-rating van

het bedrijf positief geassocieerd is met het gebruik van sociale media. Uit dit onderzoek kon men

dus concluderen dat sociaal georiënteerde bedrijven eerder gebruik zullen maken van sociale

media dan niet-sociaal georiënteerde bedrijven. Omwille van deze conclusie, zullen we er in dit

onderzoek van uit gaan dat bedrijven met MVO-rapportering op hun website eerder zullen

rapporteren op sociale media dan bedrijven die niet rapporteren op hun website. Aansluitend hierop

gaan we er eveneens van uit dat bedrijven waarbij deze rapportering makkelijker terug te vinden is

meer over MVO zullen communiceren op sociale media dan bedrijven waar de MVO-informatie

moeilijk terug te vinden is.

Page 26: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

16

H5: Belgische beursgenoteerde bedrijven met MVO-rapportering op de website zullen eerder

over MVO communiceren op sociale media dan Belgische beursgenoteerde bedrijven

zonder MVO-rapportering op hun website.

H6: Belgische beursgenoteerde bedrijven waarvan de MVO-rapportering op de website

gemakkelijk beschikbaar is, zullen meer communiceren over MVO op de sociale media

dan Belgische beursgenoteerde bedrijven waarvan de MVO-informatie op de website

moeilijk te vinden of afwezig is.

Het gebruik van sociale media door bedrijven werd nog niet uitvoerig besproken in de huidige

literatuur. Hoewel heel wat onderzoek aantoont dat bedrijven gebruik dienen te maken van sociale

media om te overleven, is men vaak vaag over de inhoud op deze accounts. Specifieke

onderzoeken naar het gebruik van sociale media om aan duurzame rapportering te doen zijn

moeilijk te vinden. Indien men er dan toch kan vinden, wordt er niet uitgeweid over de inhoud van

de rapportering. Daarom zullen we er in dit onderzoek van uit gaan dat op de sociale media

hetzelfde gecommuniceerd wordt als op de bedrijfswebsites. Specifiek betekent dit dat de GRI-

topics die het meest aan bod komen op de sociale media, dezelfde topics zijn waarover het meest

gerapporteerd wordt op de bedrijfswebsites.

H7: De duurzame topics waarover het meest gerapporteerd wordt op de website zijn

eveneens de topics die het meeste aan bod komen in de sociale media.

3. METHODOLOGIE

In dit onderdeel volgt een gedetailleerde uiteenzetting van de gevolgde methode om alle informatie

te verzamelen voor het onderzoek. Eerst besteden we aandacht aan de selectie van de bedrijven,

de procedure en de eigenlijke dataverzameling. Vervolgens bespreken we de inhoudsanalyse en

de gebruikte maatstaven.

3.1. Selectie van bedrijven

In deze studie werd een lijst van 180 Belgische beursgenoteerde bedrijven onderzocht zoals

weergeven op de website van Euronext op 14 september 2015

(https://www.euronext.com/nl/equities-directory/brussels). Deze lijst vormde de basis voor het

volledige onderzoek. De reden waarom we gekozen hebben om deze bedrijven te onderzoeken is

tweeledig. Enerzijds willen we grote bedrijven bestuderen omdat de kans groter is dat dergelijke

bedrijven al aan enige vorm van duurzame rapportering doen, zoals aangetoond in eerder

onderzoek (Adams, Hill, & Roberts, 1998; Cooper, 2003; Marston & Polei, 2004; Du & Vieira Jr.,

2012). Anderzijds zagen we dat voorgaande literatuur (Wilmshurst & Frost, 2000; Marston & Polei,

Page 27: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

17

2004; Capriotti & Moreno, 2009; Mahadeo, Oogarah-Hanuman, & Soobaroyen, 2011) tevens

onderzoek uitvoerde bij beursgenoteerde bedrijven.

Om fouten te voorkomen, werden bedrijven die gedurende de gegevensverzameling fuseerden of

van de beurs gehaald werden uit het onderzoek geschrapt. Ook bedrijven waarvan geen website

of sectorbeschrijving aanwezig was werden niet verder onderzocht. Enkel het al dan niet aanwezig

zijn van een website werd bijgehouden omwille van statistische redenen. Dit resulteerde in een

uiteindelijke steekproef van 154 Belgische beursgenoteerde bedrijven.

3.2. Procedure dataverzameling

De gevolgde onderzoeksprocedure ging van start met een klein vooronderzoek omdat weinig tot

geen voorgaand onderzoek bekend was over MVO-rapportering op sociale media. In dit

vooronderzoek trachtten we een overzicht te verkrijgen van het aantal Belgische beursgenoteerde

bedrijven die beschikken over een website, Facebook- en/of Twitterpagina. Verder gingen we na

hoeveel bedrijven gebruik maakten van deze kanalen om MVO-informatie te communiceren. Elke

onderzoeker nam hierbij 90 bedrijven voor haar of zijn rekening waarna we de resultaten

samenlegden.

Op basis van de informatie vergaard tijdens het literatuur- en vooronderzoek, werkten we een

handleiding uit met bijhorende Excel-template. Hierin werden alle data vanop de verschillende

websites en sociale media geregistreerd van beide onderzoekers. Zowel de handleiding als de

Excel-template werden onderworpen aan een pilot test. De beursgenoteerde bedrijven werden

genummerd in de Excel-template, waarna we aan de hand van een random nummer generator tien

bedrijven willekeuring selecteerden. Door deze beperkte sample een eerste maal te onderwerpen

aan de werkwijze omschreven in de handleiding, konden een aantal fouten worden opgespoord.

Deze gebreken werden vervolgens gecorrigeerd, zowel met betrekking tot de handleiding als de

template. De laatste versie van de handleiding is terug te vinden in bijlage 1.

Wanneer de handleiding en de Excel-template op punt stonden, gingen we over tot de

gegevensverzameling voor alle Belgische beursgenoteerde bedrijven. Elke onderzoeker

verzamelde onafhankelijk van elkaar de nodige informatie en registreerde dit in zijn of haar Excel-

template. Daarnaast werden de gevonden data op de bedrijfswebsites, Facebook en Twitter door

elke onderzoeker zorgvuldig bijgehouden in een Word-bestand. Nadien legden we de templates

naast elkaar en vergeleken we de gevonden resultaten. Wanneer er grote verschillen in de

resultaten opdoken, werd er beroep gedaan op de Word-bestanden van beide onderzoekers.

Vervolgens herbekeken en hertelden we samen de verzamelde data aanwezig in de Word-

bestanden, waarna we tot een consensus kwamen. Dit zorgt voor een hoge inter-rater reliability.

Alle data werd uiteindelijk samengebracht en verzameld in één Excel-template, waarmee we

gedurende de rest van het onderzoek werkten.

Page 28: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

18

Tot slot vulden we de template aan met het totaal der activa, waarvoor we respectievelijk de

database van Bel-First, de Nationale Bank van België en de bedrijfswebsite raadpleegden.

3.3. Dataverzameling

Zoals eerder aangehaald verzamelden we alle nodige informatie op de bedrijfswebsite, de

Facebook- en de Twitterpagina van de geselecteerde bedrijven. Om er zeker van te zijn dat de

juiste bedrijfswebsite van het te onderzoeken bedrijf werd geanalyseerd, openden we de link van

de website aanwezig op Euronext bij de bedrijfsinformatie. Indien er bij Euronext geen

bedrijfswebsite bekend was, stopte het onderzoek voor het betreffende bedrijf. Dit was onder

andere het geval bij Keyware Technologies en Fluxys. Hetzelfde is van toepassing op de

sectorbeschrijving.

Vervolgens gingen we op zoek naar een rechtstreekse link op de bedrijfswebsite naar de

Facebook- en de Twitterpagina van het bedrijf. Dit bestempelden we als de officiële pagina.

Wanneer deze directe link niet aanwezig was, gingen we na of er een officieuze pagina bestond

van het bedrijf. Dit deden we door de bedrijfsnaam in te geven in de zoekbalk op Facebook en

Twitter. Wanneer we via deze weg ook geen pagina terugvonden, concludeerden we dat het bedrijf

niet beschikte over een eigen Facebook- en/of Twitterpagina. Deze procedure doorliepen we zowel

tijdens het vooronderzoek als tijdens de eigenlijke dataverzameling. Zo konden we concluderen

dat 157 bedrijven beschikken over een eigen website waarvan er drie bedrijven werden weggelaten

omwille van het ontbreken van een sectorbeschrijving. Van de resterende 154 bedrijven bleek dat

61 bedrijven over een eigen Facebookpagina en 66 bedrijven over een eigen Twitterpagina

beschikken. Bijkomstig ontdekten we dat sommige bedrijven geen eigen Facebook- of

Twitterpagina hadden voor het bedrijf zelf, maar wel voor hun individuele merken. Zo heeft het

bedrijf Van de Velde geen eigen Facebook- of Twitterpagina, maar wel voor haar drie merken Marie

Jo, PrimaDonna en Andres Sarda afzonderlijk. Het bedrijf Exmar is hier eveneens een voorbeeld

van. Deze pagina’s maken dus geen deel uit van onze studie doordat de ze meestal gelinkt zijn

aan een eigen website per merk.

Als laatste consulteerden we de database van Bel-First, beheerd door Bureau Van Dijck. Hieruit

exporteerden we het totaal der activa voor alle beursgenoteerde bedrijven, waarna we de

overbodige bedrijven wegfilterden. Dit resulteerde in gegevens voor 132 bedrijven. Voor de overige

22 bedrijven raadpleegden we eerst de balanscentrale van de Nationale Bank van België en als

laatste hun eigen website. Zo verkregen we gegevens voor de volledige steekproef van 154

bedrijven.

Page 29: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

19

3.4. Inhoudsanalyse

We maakten gebruik van een inhoudsanalyse om MVO-informatie te kwantificeren en te

classificeren. Deze methode voorziet onderzoekers in een systematische aanpak om grote en

ongestructureerde datasets te analyseren (Hackston & Milne, 1996; Mahadeo, Oogarah-Hanuman,

& Soobaroyen, 2011). Dezelfde methode werd eveneens gehanteerd in studies door onder andere

Gray et al. (1995), Islam en Deegan (2008), Jose en Lee (2007) en Wilmshurst en Frost (2000).

De inhoudsanalyse werd ondersteund door de Global Reporting Initiative (GRI) zoals in de

onderzoeken van Gill et al. (2008) en Capriotti en Moreno (2007; 2009). De GRI verstrekt

verschillende richtlijnen en een handleiding voor het opstellen van duurzaamheidsverslagen van

organisaties. Deze richtlijnen bieden daarenboven een internationale referentie voor iedereen die

geïnteresseerd is in de economische, de milieu- en de sociale impact en prestaties van organisaties

(Global Reporting Initiative, 2013).

Aangezien in ons onderzoek de nadruk ligt op wat bedrijven in het bijzonder doen voor mens en

dier laten we het economische luik hier achterwege en maakt dit dus geen deel uit van deze studie.

De GRI (2013) omschrijft in de handleiding uitgebreid de ecologische en de sociale dimensie. De

ecologische dimensie (Environment) heeft betrekking op de impact van bedrijven op (niet-) levende

natuurlijke systemen, waaronder land, lucht, water en ecosystemen. Deze categorie bevat de

invloeden gerelateerd aan input (energie en water) en output (emissies, afvalwater en afval).

Daarbij komend omvat het de biodiversiteit, het transport, product- en service gerelateerde effecten

en de naleving van milieuwetgevingen. De sociale dimensie verwijst daarentegen naar de impact

van bedrijven op de sociale systemen waarbinnen ze actief zijn. Deze hoofdcategorie wordt

onderverdeeld in vier aparte categorieën, namelijk Labour Practices, Human Rights, Society en

Product Responsibility. Bij Labour Practices staan de belangen van de werknemer centraal. Human

Rights daarentegen houdt rekening met de mate waarin processen zijn geïmplementeerd,

veranderingen in de mogelijkheden van de belanghebbenden om hun mensenrechten uit te

oefenen en schendingen van de mensenrechten. Society is gerelateerd aan de invloed die

bedrijven hebben op de samenleving en lokale gemeenschappen. Als laatste heeft Product

Responsibility betrekking op de producten en diensten die belanghebbenden en klanten

rechtstreeks beïnvloeden. De verschillende categorieën met bijhorende subcategorieën worden

samengevat weergegeven in tabel 1 en vormden de basis voor de inhoudsanalyse.

Page 30: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

20

Tabel 1: GRI – richtlijnen

CATEGORIE (GRI-TOPICS) SUBCATEGORIE

Environment Materials Energy Water Biodiversity Emissions Effluents and waste Products and services Compliance Transport Supplier environmental assessment Environmental grievance mechanisms Overall

Labour Practices Employment Labour/ management relations Health and safety Training and education Diversity and equal opportunity Equal pay for men and women Supplier assessment for labour practices Labour practices grievance mechanisms Overall

Human Rights Investment Non-discrimination Freedom of association and collective bargaining Child labour Forced labour Security practices Indigenous rights Assessment Supplier human rights assessment Human rights grievance mechanisms Overall

Society Local communities Anti-corruption Public policy Anti-competitive behaviour Compliance Supplier assessment for impacts on society Grievance mechanisms for impacts on society Overall

Product Responsibility Customer health and safety Product and service labelling Marketing communications Customer privacy Compliance Overall

Page 31: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

21

3.5. Maatstaven

Tijdens het uitvoeren van de inhoudsanalyse hanteerden we een aantal maatstaven die

nauwlettend werden bijgehouden in de eerder vermelde Excel-template. In eerste instantie gingen

we na in welke sector het bedrijf actief is en hoe groot het bedrijf is. In tweede instantie werden de

gebruikte maatstaven onderverdeeld in twee groepen: een groep voor de website en een groep

voor de sociale media. Beide kanalen worden dus op een verschillende manier benaderd. De

gebruikte maatstaven voor Facebook en Twitter zijn gelijklopend doordat het concept van beiden

amper verschilt van elkaar. Dit onderdeel sluiten we af met een overzicht van de gebruikte

maatstaven in tabel 2.

3.5.1. Industrie en grootte

Om te bepalen in welke industrie de onderzochte bedrijven actief zijn, hebben we ons gebaseerd

op de industry classification benchmark (ICB) classificatie. Deze gegevens zijn terug te vinden op

Euronext onder het tabblad ‘marktinformatie’. Aansluitend deelden we de industrieën op in twee

groepen op basis van hun milieugevoeligheid. Zo classificeerden we in totaal zeven sectoren als

milieugevoelig. Als eerste beschouwden we de chemicals, openbare nutsbedrijven (utilities) en

olieraffinaderijen (oil & gas) als milieugevoelig doordat deze sectoren omgaan met een breed

gamma aan gevaarlijke stoffen. Voorbeelden hiervan zijn pesticiden, chemicaliën, kleurstoffen,

fossiele brandstoffen, olie en nucleaire energie. Het vrijkomen van een grote hoeveelheid van deze

verontreinigende stoffen zorgt voor aanzienlijke milieurampen waarbij ernstige schade wordt

toegebracht aan dieren, planten en de mens (Belgische Federale Overheidsdiensten,

Milieurampen, 2012). Vers in het geheugen zit ongetwijfeld nog het ontplofte olieboorplatform

Deepwater Horizon in de Golf van Mexico in 2010, waardoor 780 miljoen liter ruwe olie in de zee

vloeide (De Redactie, 2010). De gevolgen waren niet te overzien. Ook bosbranden worden erkend

als milieurampen (Belgische Federale Overheidsdiensten, 2012), dus beoordeelden we de basic

resources - meer bepaald de bos- en mijnbouw evenals de industriële metalen - als een gevoelige

sector. Ontginning van grondstoffen en in het wilde weg bomen omhakken hebben op hun beurt

een invloed op het milieu. Verder heeft de voedings- en drankensector (food & beverage) volgens

onze mening een belangrijke taak bij de instandhouding van het milieu. Deze bedrijven staan dicht

bij een steeds milieubewuster wordende consument met als gevolg dat het bedrijf er alle belang bij

heeft om rekening te houden met het milieu tijdens het productieproces. Als laatste klasseerden

we construction & materials en industrial goods & services als milieugevoelig, omdat deze sectoren

hun steentje kunnen bijdragen door milieuverantwoorde materialen en transportmiddelen te

hanteren.

Vervolgens hebben we ervoor gekozen de grootte van de bedrijven te berekenen op basis van de

natuurlijke logaritme van het totaal der activa. Om deze gegevens te bekomen voor de

verschillende bedrijven deden we beroep op respectievelijk Bel-First, de Nationale Bank van België

Page 32: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

22

en de bedrijfswebsite. Voor beide variabelen werden de gevonden data ingegeven in de Excel-

template.

3.5.2. Website

Eerst onderzochten we of het bedrijf een eigen website beheert a.d.h.v. de gegevens aanwezig

op Euronext bij de bedrijfsinformatie. Indien het bedrijf een website heeft, gingen we na hoelang

het duurt om iets van MVO-informatie terug te vinden en op welk level deze data terug te vinden is

op de bedrijfswebsite. Hiervoor hebben we ons gebaseerd op voorgaand onderzoek door Daejoong

et al. (2010) en Capriotti en Moreno (2007; 2009). De duurtijd werd gemeten door gebruik te

maken van een chronometer. De tijd startte wanneer de homepage van het bedrijf volledig was

geladen en stopte wanneer duurzame informatie werd gevonden of de zoekactie werd gestaakt

doordat niets kon gevonden worden. Enkel in het eerste geval werd de duurtijd weergegeven in

seconden in de Excel-template en gingen we na op welk level deze data aan te treffen was. Alle

informatie gevonden op de homepage werd aangeduid als level 1. Wanneer er bijvoorbeeld een

tabblad aanwezig was op de homepage waarvan de titel iets te maken had met MVO

(Sustainability, duurzaamheid, environment, milieu, CSR, MVO, responsibility,

verantwoordelijkheid,…), werd deze informatie gemarkeerd als level 2. Per submenu werd er een

level bijgeteld. Deze levels werden ook ingevuld in de Excel-template en de gevolgde weg werd

nauwkeurig bijgehouden in het Word-bestand door print screens te nemen. Ingeval er geen

informatie werd gevonden, kreeg de website het level 0 toegewezen. Op basis hiervan werd een

nieuwe variabele gecreëerd die omschreef of MVO-informatie aanwezig was of niet,

gemakkelijkheidshalve omschreven als AanwWeb_MVO. Dit is een 0/1-variabele die enkel de

waarde 1 aanneemt als het level verschilt van 0. Voorts keken we in welke talen bedrijven

informatie beschikbaar stellen op de bedrijfswebsite.

Als laatste werd de inhoud geanalyseerd en getoetst aan de GRI-topics. Hierbij werd alleen

rekening gehouden met gegevens die bedrijven expliciet weergeven en beschrijven op de website

zelf. Zoals eerder vermeld maken documenten of pdf-bestanden die worden gepubliceerd geen

deel uit van ons onderzoek. Alle gevonden informatie werd geclassificeerd volgens de GRI-topics

waarbij we bestudeerden welke topics wel of niet aanwezig waren en waarbij we het aantal

woorden per topic telden. Dit deden we door eerst alle data te kopiëren en te categoriseren in het

Word-bestand per GRI-topic. Daarna werd het aantal woorden per GRI-topic geteld door gebruik

te maken van de ‘woordtelfunctie’ in Word. Tot slot maakten we het totaal van het aantal woorden

op de bedrijfswebsite door het getelde aantal woorden van de vijf GRI-topics samen te tellen. De

bekomen resultaten werden eveneens aangevuld in de Excel-template.

3.5.3. Sociale media

Bij de sociale media gingen we eerst na of het bedrijf in het bezit is van een Facebook- en/of

Twitterpagina. Daarna telden we het totale aantal berichten die het bedrijf postte tot maximum

Page 33: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

23

een jaar terug. Bijvoorbeeld, wanneer de Facebook- of Twitterpagina op 1 oktober 2015 werd

onderzocht, analyseerden we alle berichten in de periode van 2 oktober 2014 t.e.m.

1 oktober 2015. Bedrijven die pas in het jaar van onderzoek een account aanmaakten of waarvan

we niet de volledige periode konden terugkeren, werden vanaf het eerst beschikbare bericht

geanalyseerd.

Daaropvolgend controleerden we alle geposte berichten op hun inhoud en keken we welke

berichten gerelateerd zijn aan maatschappelijk verantwoord ondernemen. Deze werden op hun

beurt geturfd over de verschillende GRI-topics. Op die manier verkregen we een beeld van welke

topics wel of niet aanwezig waren en het aantal berichten per topic. Hierbij gold dezelfde regel

als bij de website en werden er geen documenten, pdf’s of linken geopend. Alles werd uiteraard

ingeschreven in de Excel-template en print screens van de MVO-berichten werden opgeslagen in

het Word-bestand. Tot slot maakten we het totaal van het aantal berichten met MVO-informatie

op de Facebook- en Twitterpagina door telkens het aantal berichten van de vijf GRI-topics samen

te tellen. Hierbij hebben we nog extra variabelen gecreëerd die omschreven of er MVO-informatie

aanwezig was of niet op de sociale media, benoemd als AanwFB_MVO en AanwTW_MVO. Ook

de taal waarin de berichten werden gepost, hielden we bij in de Excel-template.

Page 34: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

24

3.5.4. Overzicht

VARIABELE NICKNAME BETEKENIS

Industrie De industrietak waarin het bedrijf actief is o.b.v. ICB classificatie.

Milieugevoeligheid Het al dan niet milieugevoelig zijn van de industrietak. (0/1-variabele) Niet milieugevoelig = 0 ; Milieugevoelig = 1

Grootte De natuurlijke logaritme van het totaal der activa.

Website Het al dan niet hebben van een bedrijfswebsite. (0/1-variabele) Geen bedrijfswebsite = 0 ; Een bedrijfswebsite = 1

Duurtijd De tijd die nodig is om MVO-informatie terug te vinden op de bedrijfswebsite. (in seconden)

Level

Het level op de bedrijfswebsite waar MVO-informatie terug te vinden is. (Level 0 t.e.m. 4) Level 0 = Geen MVO-informatie gevonden Level 1 t.e.m. 4 = MVO-informatie gevonden

AanwWeb_MVO Het al dan niet aanwezig zijn van MVO-informatie op de bedrijfswebsite. (0/1-variabele) Level 0 = 0 ; Level 1 t.e.m. 4 = 1

MVOWebLevel Het level indien er MVO-informatie werd gevonden. (Level 1 t.e.m. 4)

Totaal aantal woorden

AantalWoordWEB_MVO Het totale aantal woorden gerelateerd aan MVO op de bedrijfswebsite.

Aantal woorden per topic

AantalWoordWEB_Env Het totale aantal woorden gerelateerd aan de GRI-topic Environment op de bedrijfswebsite.

AantalWoordWEB_Labour Het totale aantal woorden over de GRI-topic Labour Practices op de bedrijfswebsite.

AantalWoordWEB_Human Het totale aantal woorden gerelateerd aan de GRI-topic Human Rights op de bedrijfswebsite.

AantalWoordWEB_Society Het totale aantal woorden gerelateerd aan de GRI-topic Society op de bedrijfswebsite.

AantalWoordWEB_Product Het totale aantal woorden gerelateerd aan de GRI-topic Product Responsibility op de bedrijfswebsite.

Facebookpagina Het al dan niet hebben van een bedrijfsaccount op Facebook. (0/1-variabele) Geen account = 0 ; Een account = 1

AanwFB_MVO Het al dan niet aanwezig zijn van MVO-informatie op de Facebookpagina. (0/1-variabele) Geen MVO-informatie = 0 ; MVO-informatie = 1

Het totale aantal Facebookberichten

AantalBerFB Het totale aantal berichten die het bedrijf postte tot maximum een jaar terug op de Facebookpagina.

Het totale aantal Facebookberichten met MVO-informatie

AantalBerFB_MVO Het totale aantal berichten gerelateerd aan MVO op de Facebookpagina.

Page 35: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

25

Aantal berichten

per topic

AantalBerFB_Env Het totale aantal berichten gerelateerd aan de GRI-topic Environment op de Facebookpagina.

AantalBerFB_Labour Het totale aantal berichten gerelateerd aan de GRI-topic Labour Practices op de Facebookpagina.

AantalBerFB_Human Het totale aantal berichten gerelateerd aan de GRI-topic Human Rights op de Facebookpagina.

AantalBerFB_Society Het totale aantal berichten gerelateerd aan de GRI-topic Society op de Facebookpagina.

AantalBerFB_Product Het totale aantal berichten gerelateerd aan de GRI-topic Product Responsibility op de Facebookpagina.

Twitterpagina Het al dan niet hebben van een bedrijfsaccount op Twitter. (0/1-variabele) Geen account = 0 ; Een account = 1

AanwTW_MVO Het al dan niet aanwezig zijn van MVO-informatie op de Twitterpagina. (0/1-variabele) Geen MVO-informatie = 0 ; MVO-informatie = 1

Het totale aantal

Twitterberichten AantalBerTW

Het totale aantal berichten die het bedrijf postte tot maximum een jaar terug op de Twitterpagina.

Het totale aantal

Twitterberichten met

MVO-informatie

AantalBerTW_MVO Het totale aantal berichten gerelateerd aan MVO op de Twitterpagina.

Aantal berichten

per topic

AantalBerTW_Env Het totale aantal berichten gerelateerd aan de GRI-topic Environment op de Twitterpagina.

AantalBerTW_Labour Het totale aantal berichten gerelateerd aan de GRI-topic Labour Practices op de Twitterpagina.

AantalBerTW_Human Het totale aantal berichten gerelateerd aan de GRI-topic Human Rights op de Twitterpagina.

AantalBerTW_Society Het totale aantal berichten gerelateerd aan de GRI-topic Society op de Twitterpagina.

AantalBerTW_Product Het totale aantal berichten gerelateerd aan de GRI-topic Product Responsibility op de Twitterpagina.

Topics wel of

niet aanwezig

Topic_Environment Het al dan niet aanwezig zijn van de GRI-topic Environment .

Topic_Labour Het al dan niet aanwezig zijn van de GRI-topic Labour Practices.

Topic_Human Het al dan niet aanwezig zijn van de GRI-topic Human Rights.

Topic_Society Het al dan niet aanwezig zijn van de GRI-topic Society.

Topic_Product Het al dan niet aanwezig zijn van de GRI-topic Product Responsibility .

Talen De taal waarin de bedrijven informatie weergeven. (Nederlands, Frans en/of Engels)

Rangorde Topics

Rangorde_WEB Volgorde in voorkomen van GRI-topics op de bedrijfswebsite. (Rang 1 t.e.m. 5) Rang 1 = Meest voorkomend; Rang 5 = Minst voorkomend

Rangorde_FB Volgorde in voorkomen van GRI-topics op Facebookpagina. (Rang 1 t.e.m. 5) Rang 1 = Meest voorkomend; Rang 5 = Minst voorkomend

Rangorde_TW Volgorde in voorkomen van GRI-topics op Twitterpagina. (Rang 1 t.e.m. 5) Rang 1 = Meest voorkomend; Rang 5 = Minst voorkomend

Tabel 2: Overzicht van de gebruikte variabele

Page 36: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

26

4. RESULTATEN

Door de 180 Belgische beursgenoteerde bedrijven te bestuderen, trachtten we een algemeen

overzicht te verkrijgen van de mate waarin bedrijven de dag van vandaag gebruik maken van de

bedrijfswebsite en de sociale media om informatie over maatschappelijk verantwoord ondernemen

te communiceren naar de buitenwereld. In wat volgt bespreken we vooreerst in hoeverre de

bedrijven beschikken over een eigen website en een account op Facebook en/of Twitter.

Vervolgens behandelen we de resultaten over de mate waarin de bedrijven deze

communicatiekanalen inzetten in het kader van duurzame rapportering. De

tabellen 3, 4 en 5 geven hiervan een bondige samenvatting. In een tweede deel bespreken we de

verbanden tussen de verschillende variabelen in het onderzoek aan de hand van de bijgevoegde

correlatietabel. Finaal bespreken we de gebruikte statistische testen om na te gaan of de

vooropgestelde hypothesen uit paragrafen 2.2.3 en 2.3.3. al dan niet kloppen.

4.1. Beschrijvende statistieken

4.1.1. Website-, Facebook- en Twitterbeheer

Van de 180 onderzochte bedrijven zijn er 157 bedrijven (87,2%) die beschikken over een eigen

bedrijfswebsite volgens de gegevens bekend bij Euronext (tabel 3). Deze vaststelling kan

vergeleken worden met voorgaand onderzoek door Eurostat (2013) waarbij men onderzocht

hoeveel Belgische bedrijven met minstens tien werknemers een eigen website hadden. Uit deze

resultaten bleek dat 78% van de Belgische bedrijven in 2013 een eigen website beheerde. Dit is

een lichte stijging tegenover 2008 waar 76% van de Belgische bedrijven in het bezit was van een

website (Eurostat, 2008). Hieruit kunnen we concluderen dat het aantal bedrijven blijft toenemen

die gebruik maakt van een bedrijfswebsite als communicatiemiddel.

Daaropvolgend onderzochten we in welke industrietak de verschillende bedrijven met een

bedrijfswebsite opereren (tabel 3). Grafiek 3 geeft een globaal overzicht weer van het aantal

bedrijven per sector. Elke sector werd op haar beurt gelabeld als milieugevoelig of – ongevoelig.

Zeven sectoren kregen het label milieugevoelig toegekend, vertegenwoordigd door 56 van de

154 bedrijven (36,4%). Bovenop de 23 bedrijven die niet over een website beschikten, werden

namelijk nog drie bedrijven buiten beschouwing gelaten omwille van het ontbreken van

sectorgegevens. Dit resulteerde in een inkrimping van de sample tot 154 bedrijven in plaats

van 180, zoals reeds besproken in paragraaf 3.3..

Page 37: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

27

Grafiek 3: Het aantal bedrijven per sector (in %)

Op het gebied van de sociale media werd het ons duidelijk dat er nog heel wat inspanningen

moeten gebeuren door de bedrijven om zich kenbaar te maken op deze kanalen. Van de

154 bedrijven die een bedrijfswebsite beheren, beschikken 61 bedrijven (39,6%) over een

Facebookpagina en 66 bedrijven (42,9%) over een Twitterpagina (tabel 3). Wanneer we dit

vergelijken met resultaten uit het onderzoek van Eurostat (2013) uitgevoerd bij Belgische bedrijven

met minstens tien werknemers, zien we een stijging tegenover 2013. Hieruit bleek namelijk dat

respectievelijk 35% en 31% van de onderzochte bedrijven een Facebook- en Twitterpagina

hadden. Dit wijst er dus op dat Belgische bedrijven steeds meer aandacht besteden aan de sociale

media om te communiceren met haar belanghebbenden. Daarnaast zien we een verschuiving in

het gebruik van de sociale media. Waar men vroeger eerder opteerde voor een account op

Facebook, creëren bedrijven nu vaker een account op Twitter. Een mogelijke verklaring hiervoor

kan zijn dat Facebook twee jaar eerder werd opgericht waardoor Twitter pas later in populariteit

toenam. Ook prefereren bedrijven steeds meer voor kortere berichten. Omdat Twitterberichten

beperkt zijn tot maximaal 140 tekens is dit het medium bij uitstek.

3,2

0,6

4,53,2

0,6

9,7 9,1

11,7

16,2

1,9 2,6

0,6

5,2

15,6

3,2

6,5

1,3 1,9 1,9

Ban

ks

Bas

ic r

eso

urc

es

Ch

em

ical

s

Co

nst

ruct

ion

& m

ate

rial

s

Equ

ity/

No

nEq

uit

y In

v. In

stru

m.

Fin

anci

al s

ervi

ces

Foo

d &

be

vera

ge

Hea

lth

car

e

Ind

ust

rial

go

od

s &

ser

vice

s

Insu

ran

ce

Me

dia

Oil

& g

as

Pe

rso

nal

& h

ou

seh

old

go

od

s

Re

al e

stat

e

Re

tail

Tech

no

logy

Tele

com

mu

nic

atio

ns

Trav

el &

leis

ure

Uti

litie

s

Page 38: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

28

N % VALID % CUMULATIEF %

Website Afwezig (0) 23 12,8 12,8 12,8

Aanwezig (1) 157 87,2 87,2 100,0

TOTAAL 180 100,0 100,0

Industrie Milieugevoelig

Banks 0 5 2,8 3,2 3,2

Basic resources 1 1 0,6 0,6 3,9

Chemicals 1 7 3,9 4,5 8,4

Construction & materials 1 5 2,8 3,2 11,7

Equity/NonEquity Invest. Instrum. 0 1 0,6 0,6 12,3

Financial services 0 15 8,3 9,7 22,1

Food & beverage 1 14 7,8 9,1 31,2

Health care 0 18 10 11,7 42,9

Industrial goods & services 1 25 13,9 16,2 59,1

Insurance 0 3 1,7 1,9 61

Media 0 4 2,2 2,6 63,6

Oil & gas 1 1 0,6 0,6 64,3

Personal & household goods 0 8 4,4 5,2 69,5

Real estate 0 24 13,3 15,6 85,1

Retail 0 5 2,8 3,2 88,3

Technology 0 10 5,6 6,5 94,8

Telecommunication 0 2 1,1 1,3 96,1

Travel & leisure 0 3 1,7 1,9 98,1

Utilities 1 3 1,7 1,9 100,0

Totaal 154 85,6 100,0

Missing values 26 14,4

TOTAAL 180

AanwWeb_MVO Afwezig (0) 79 43,9 51,3 51,3

Aanwezig (1) 75 41,7 48,7 100,0

Totaal 154 85,6 100,0

MVOWebLevel Level 1 2 2,7 2,7 2,7

Level 2 30 40,0 40,0 42,7

Level 3 35 46,7 46,7 89,3

Level 4 8 10,7 10,7 100,0

Totaal 75 100,0 100,0

Facebookpagina Afwezig (0) 93 60,4 60,4 60,4

Aanwezig (1) 61 39,6 39,6 100,0

Totaal 154 100,0 100,0

AanwFB_MVO Afwezig (0) 22 36,1 36,1 36,1

Aanwezig (1) 39 63,9 63,9 100,0

Totaal 61 100,0 100,0

Twitterpagina Afwezig (0) 88 57,1 57,1 57,1

Aanwezig (1) 66 42,9 42,9 100,0

Totaal 154 100,0 100,0

AanwTW_MVO Afwezig (0) 32 48,5 48,5 48,5

Aanwezig (1) 34 51,5 51,5 100,0

Totaal 66 100,0 100,0

Milieugevoelige bedrijven Ja (0) 56 36,4 36,4 36,4

Neen (1) 98 63,6 63,6 100,0

Totaal 154 100,0 100,0

Tabel 3: Frequentietabel

Page 39: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

29

4.1.2. Duurzame rapportering op de drie kanalen

Met 75 van de 154 onderzochte bedrijven blijkt ongeveer de helft (48,7%) in duurzame informatie

op hun website te voorzien (tabel 3). Bij meer dan vier vijfden van de bedrijven was deze informatie

terug te vinden op het tweede (40,0%) of het derde level (46,7%). Slechts twee bedrijven gaven

MVO-informatie weer op de homepage zelf. Ongeveer 10% van de bedrijven stelde deze informatie

maar beschikbaar op het vierde level van de website. Grafisch wordt dit voorgesteld in grafiek 4.

De tijd die uiteindelijk nodig was om iets in verband met duurzaam ondernemen aan te treffen op

de bedrijswebsites varieerde tussen de 3 en de 128 seconden (tabel 4). De duurtijd is een indicator

voor de mate waarin de bedrijfswebsite overzichtelijk en gestructureerd is opgemaakt. Hoe

overzichtelijker en beter gestructureerd, hoe sneller de nodige informatie kan gevonden worden.

Gemiddeld duurde het 32 seconden om de juiste informatie op te sporen op de bedrijfwebsites.

Grafiek 4: Levelfrequenties (in %)

Wanneer we kijken naar de bedrijven die beschikken over een Twitterpagina, zien we dat iets meer

dan de helft (51,5%) hierop duurzame gegevens meedeelt. Op Facebook doen bedrijven het

opmerkelijk beter. Ongeveer 64% van de onderzochte bedrijfspagina’s op Facebook bevat MVO-

gerelateerde berichten (tabel 3). Hieruit kunnen we besluiten dat bedrijven wel degelijk gebruik

maken van de sociale media om hun maatschappelijk verantwoorde activiteiten kenbaar te maken.

Een verklaring hiervoor kan teruggevonden worden in het gemak waarmee informatie op de sociale

media gedeeld kan worden. Terwijl extra informatie op de website plaatsen al snel enkele uren in

beslag neemt, kan je via Facebook en Twitter in slechts enkele seconden een foto, een filmpje of

een korte boodschap de wereld in sturen. Daarbij komt dat belanghebbenden op een

bedrijfswebsite actief moeten zoeken naar de informatie die ze nodig hebben. Dit zoekproces valt

weg wanneer de stakeholders de bedrijven kunnen volgen via de sociale media. Met een simpele

klik van de muis of een aanraking van je touchscreen kan je al snel een Facebook- of Twitterpagina

volgen. Wanneer je dan je nieuwsoverzicht laadt op Facebook of je muur bekijkt op Twitter, zie je

onmiddellijk wat de bedrijven recent hebben gepost. Tevens is het mogelijk om in te schakelen om

een melding te ontvangen wanneer het desbetreffende bedrijf een nieuw bericht plaatst. Op deze

manier staan bedrijven veel dichter bij het brede publiek waardoor bedrijfsnieuwtjes op een

efficiëntere manier de juiste personen bereiken. De bedrijven die geen gebruik maken van de

2,7%

40,0%

46,7%

10,7%

Level 1 Level 2 Level 3 Level 4

Page 40: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

30

Facebook en/of Twitter doen dit uit argwaan tegenover deze nieuwe media. Ook negatieve

opmerkingen verspreiden zich immers snel.

4.1.3. GRI-topics

Welke GRI-topics bespreken de Belgische beursgenoteerde bedrijven op de website en de sociale

media? Op de bedrijfswebsite neemt de topic Environment de leiding met maar liefst 90% van de

bedrijven die informatie weergeven over hun impact op het milieu. Daarnaast is er bij 64% van de

bedrijven gegevens aanwezig over de topic Society, gevolgd door de topic Labour Practices

(64,0%) en de topic Product Responsibility (36,0%). Slechts een vierde van de onderzochte

bedrijven besteedt aandacht aan de topic Human Rights op de website (tabel 5). Deze gegevens

stemmen in grote mate overeen met het onderzoek van Skouloudis, Evangelinos en Kourmousis

(2009). Labour Practices is echter niet meer de belangrijkste subcategorie binnen Social, maar wel

de categorie Society. Ook wanneer we het gemiddeld aantal gepubliceerde woorden per GRI-topic

bekijken, bekomen we hetzelfde besluit. Gemiddeld zijn er 500 woorden te lezen over de topic

Environment en 250 woorden over de topic Society. Het aantal woorden per bedrijf binnen deze

categorieën schommelt wel enorm van slechts een honderdtal woorden bij het ene bedrijf tot een

duizendtal en zelfs tienduizendtal woorden bij het andere (bijvoorbeeld Total). Over de topic Human

Rights schrijven bedrijven gemiddeld amper 24 woorden (tabel 4).

De GRI-topics die bedrijven aanhalen op de website en de sociale media verschillen lichtjes van

elkaar. Zo rapporteren op Facebook ruim 90% van de bedrijven over de topic Society en slechts

60% over de topic Environment. Het verschil tussen beide topics is minder uitgesproken op de

Twitterpagina’s, waar ongeveer 70% van de bedrijven zowel gegevens weergeven over de topic

Environment (70,6%) als over de topic Society (73,5%). Verder zien we op de Facebookpagina’s

dat 43,6% van de bedrijven gegevens over de topic Labour Practices beschikbaar stellen en 20,5%

over de topic Product Responsibility. De topic Human Rights moet alweer het onderspit delven

waarbij slechts drie bedrijven aandacht besteden aan deze topic (7,7%). De resultaten met

betrekking tot Twitter zijn vrij gelijklopend, namelijk 55,9% geeft informatie over de topic Labour

Practices, 23,5% over de topic Product Responsibility en 11,8% over de topic Human Rights. Bij

het analyseren van het gemiddeld aantal geposte berichten over de GRI-topics op Facebook en

Twitter, merken we wel dat bedrijven meer berichten posten over de topic Environment dan over

de topic Society. Bedrijven posten gemiddeld 1,05 berichten op Facebook en 4,18 berichten op

Twitter aangaande het topic Environment. Dit staat tegenover slechts 0,92 berichten op Facebook

en 1,27 berichten op Twitter betreffende de topic Society. De topic Society komt dus vaker aan

bod, maar wordt minder uitgebreid besproken dan de topic Evironment.

Samengevat kunnen we dus stellen dat de volgorde op de website (Environment ≥ Society ≥ Labour

Practices ≥ Product Responsibility ≥ Human Rights) niet overeenstemt met de volgorde op de

sociale media op vlak van aanwezigheid enerzijds (Society ≥ Environment ≥ Labour Practices ≥

Product Responsibility ≥ Human Rights), maar wel op vlak van aantal berichten anderzijds.

Page 41: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

31

Tabel 4: Descriptieve resultaten m.b.t. hoeveelheid gepubliceerde informatie per medium per topic

WEBSITE FACEBOOKPAGINA TWITTERPAGINA

N % N % N %

Topic_Environment Afwezig (0) 8 10,7 16 41,0 10 29,4

Aanwezig (1) 67 89,3 23 59,0 24 70,6

TOTAAL 75 100,0 39 100,0 34 100,0

Topic_Labour Afwezig (0) 29 38,7 22 56,4 15 44,1

Aanwezig (1) 46 61,3 17 43,6 19 55,9

TOTAAL 75 100,0 39 100,0 34 100,0

Topic_Human Afwezig (0) 57 76,0 36 92,3 30 88,2

Aanwezig (1) 18 24,0 3 7,7 4 11,8

TOTAAL 75 100,0 39 100,0 34 100,0

Topic_Society Afwezig (0) 27 36,0 5 12,8 9 26,5

Aanwezig (1) 48 64,0 34 87,2 25 73,5

TOTAAL 75 100,0 39 100,0 34 100,0

Topic_Product Afwezig (0) 48 64,0 31 79,5 26 76,5

Aanwezig (1) 27 36,0 8 20,5 8 23,5

TOTAAL 75 100,0 39 100,0 34 100,0

Tabel 5: Descriptieve resultaten m.b.t. de aanwezigheid van informatie per medium per topic

N

MIN. MAX. GEM. STAND.

DEVIATIE VARIANTIE

VALID MISSING

Grootte 154 26 4,62 26,16 18,9773 2,84 8,08

Duurtijd 75 105 3,00 128,00 32,45 30,87 953,07

AantalWoordWEB_MVO 154 26 0 31.875,00 993,16 2.991,07 8.946.496,26

AantalBerFB_MVO 154 26 0 69,00 2,45 8,20 67,27

AantalBerTW_MVO 154 26 0 300,00 6,18 29,53 871,88

AantalWoordWEB_Env 154 26 0 17.192,00 498,96 1.577,41 2.488.224,77

AantalWoordWEB_Labour 154 26 0 3.744,00 143,88 418,91 175.483,34

AantalWoordWEB_Human 154 26 0 1.624,00 24,03 138,54 19.193,27

AantalWoordWEB_Society 154 26 0 10.206,00 248,54 962,75 926.878,15

AantalWoordWEB_Product 154 26 0 2.276,00 89,94 331,57 109.939,52

AantalBerFB_Env 154 26 0 43,00 1,05 4,96 24,64

AantalBerFB_Labour 154 26 0 9,00 0,25 0,96 0,92

AantalBerFB_Human 154 26 0 1,00 0,02 0,14 0,02

AantalBerFB_Society 154 26 0 17,00 0,93 2,52 6,33

AantalBerFB_ Product 154 26 0 18,00 0,21 1,52 2,31

AantalBerTW_Env 154 26 0 266,00 4,18 24,59 604,64

AantalBerTW_Labour 154 26 0 8,00 0,34 1,17 1,36

AantalBerTW_Human 154 26 0 2,00 0,03 0,21 0,05

AantalBerTW_Society 154 26 0 27,00 1,27 4,51 20,37

AantalBerTW_Product 154 26 0 32,00 0,36 2,72 7,38

Page 42: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

32

4.2. Correlatie

Gro

ott

e

Du

urt

ijd

MV

OW

eb

Lev

el

Aa

nta

lWo

ord

WE

B_

MV

O

Aa

ntB

erF

B_

MV

O

Aa

ntB

erT

W_

MV

O

Grootte Pearson Correlation 1

Sig. (2-tailed)

N 154

Duurtijd Pearson Correlation -0,162 1

Sig. (2-tailed) 0,165

N 75 75

MVOWebLevel Pearson Correlation -0,217 ,415** 1

Sig. (2-tailed) 0,061 0,000

N 75 75 75

AantalWoordWEB_MVO Pearson Correlation ,430** -0,115 -0,197 1

Sig. (2-tailed) 0,000 0,324 0,091

N 154 75 75 154

AantBerFB_MVO Pearson Correlation ,380** 0,072 -0,131 ,490** 1

Sig. (2-tailed) 0,000 0,539 0,262 0,000

N 154 75 75 154 154

AantBerTW_MVO Pearson Correlation ,363** 0,189 -0,154 ,575** ,802** 1

Sig. (2-tailed) 0,000 0,105 0,186 0,000 0,000

N 154 75 75 154 154 154

** Correlation is significant at the 0.01 level (2-tailed).

Tabel 6: Correlatie hoofdvariabelen

Op basis van deze correlatietabel, kunnen we ons reeds een eerste beeld vormen over de

vooropgestelde hypothesen. Zoals verwacht bestaat er een statistisch significant positief verband

tussen de grootte van een bedrijf en de hoeveelheid informatie die rechtstreeks gerapporteerd

wordt op hun website. Concreet betekent dit dat naarmate het bedrijf groter wordt, ze meer over

MVO-gerelateerde onderwerpen zullen rapporteren op de bedrijfswebsite. Daarnaast zijn de tijd

om informatie terug te vinden en het level waarop deze informatie teruggevonden wordt, negatief

gecorreleerd met de grootte van het bedrijf. Dit houdt in dat naarmate de grootte van het bedrijf

toeneemt, de MVO-informatie gemakkelijker terug te vinden is. Aangezien zowel de duurtijd als het

level variabelen zijn die bepalen hoe gemakkelijk de informatie terug te vinden is, is het een logisch

gevolg dat beide variabelen onderling significant positief gecorreleerd zijn. Indien informatie sneller

teruggevonden wordt, is dit voornamelijk doordat deze informatie op een lager level gesitueerd is.

Bovendien kunnen we constateren dat de duurtijd en het level negatief geassocieerd zijn met de

hoeveelheid informatie (AantalWoordWeb_MVO) die wordt weergegeven op de bedrijfswebsite.

Page 43: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

33

Specifiek houdt dit in dat bedrijven die hun MVO-informatie op een lager level ter beschikking

stellen, waardoor het sneller terug te vinden is, ook meer informatie zullen weergeven.

Bovenstaande bevindingen pleiten in het voordeel van respectievelijk hypothesen 1 en 3.

Conform hypothese 5, merken we een hoge statistisch significante correlatie op tussen de

hoeveelheid informatie beschikbaar op de website en de hoeveelheid informatie op de sociale

media. Hoe meer bedrijven aandacht schenken aan MVO op hun website, hoe vaker ze over MVO-

posten op hun Facebook- en Twitteraccounts. Omtrent hypothese 6 is de correlatietabel niet

eenduidig. Enerzijds is de negatieve associatie tussen het level waarop de informatie

teruggevonden wordt en de hoeveelheid informatie op de sociale media in overeenstemming met

de betreffende hypothese. Naarmate het level daalt en de informatie gemakkelijker terug te vinden

is, hoe meer berichten er worden waargenomen op de sociale media accounts. Anderzijds gaat

het positieve verband tussen de duurtijd en de hoeveelheid informatie op de sociale media in tegen

de zesde hypothese. Dit verband zou betekenen dat bedrijven waarbij de informatie trager en dus

moeilijker terug te vinden is, meer zouden rapporteren op de sociale media. Deze verbanden zijn

echter niet statistisch significant.

De hoogste correlatie merken we op tussen MVO-gerelateerde berichten op respectievelijk Twitter

en Facebook. Dergelijk positief verband kan verklaard worden doordat berichten die verschijnen

op het ene medium, vaak terugkeren op het andere medium.

Een verder uitwerking van tabel 6 wordt weergegeven in tabel 7 waarbij niet langer gewerkt wordt

met de totaalcijfers, maar rekening gehouden wordt met de verschillende GRI-categorieën.

Dezelfde conclusies zijn van toepassing. De grootte heeft nog steeds een significante positieve

invloed op de hoeveelheid gerapporteerde informatie, zowel op de website als op de sociale media.

Ook met betrekking tot de duurtijd en het level kunnen we dezelfde verbanden constateren.

Opmerkelijk is dat binnen de verschillende media, de categorieën onderling sterk correleren.

Verder zien we met uitzondering van ‘Human Rights’ dat per categorie, de verschillende media

positief met elkaar verband houden. De hoogste correlaties zijn opnieuw waar te nemen tussen de

sociale media onderling. Vooral de associatie tussen het aantal berichten over ‘Environment’ op

respectievelijk Facebook en Twitter, maar ook tussen het aantal berichten over ‘Product

Responsibility’, is uitermate hoog. Een volledig uitgewerkte correlatietabel, inclusief het

significantieniveau (Sig. 2-tailed) en het aantal waarnemingen (N), is terug te vinden in bijlage 2.

Page 44: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

34

Gro

ott

e

Du

urt

ijd

MV

OW

eb

Le

vel

Aan

talW

oo

rdW

EB

_E

nv

Aan

talW

oo

rdW

EB

_L

ab

ou

r

Aan

talW

oo

rdW

EB

_H

um

an

Aan

talW

oo

rdW

EB

_S

ocie

ty

Aan

talW

oo

rdW

EB

_P

rod

uc

t

Aan

talB

erF

B_E

nv

Aan

talB

erF

B_L

ab

ou

r

Aan

talB

erF

B_H

um

an

Aan

talB

erF

B_S

oc

iety

Aan

talB

erF

B_P

rod

uc

t

Aan

talB

erT

W_E

nv

Aan

talB

erT

W_L

ab

ou

r

Aan

talB

erT

W_H

um

an

Aan

talB

erT

W_S

ocie

ty

Aan

talB

erT

W_P

rod

uc

t

Grootte 1

Duurtijd -0,162 1

MVOWebLevel -0,217 ,415** 1

AantalWoordWEB_Env ,394** -0,113 -0,191 1

AantalWoordWEB_Labour ,433** -0,069 -0,027 ,881** 1

AantalWoordWEB_Human ,265** -0,137 -0,070 ,848** ,743** 1

AantalWoordWEB_Society ,379** -0,089 -,229* ,875** ,737** ,805** 1

AantalWoordWEB_Product ,360** -0,160 -0,140 ,454** ,602** ,266** ,303** 1

AantalBerFB_Env ,345** 0,138 -0,180 ,361** ,400** ,221** ,367** ,534** 1

AantalBerFB_Labour 0,145 0,078 0,036 0,131 0,137 0,020 0,054 ,305** ,374** 1

AantalBerFB_Human -0,065 0,142 0,223 0,002 -0,033 -0,012 -0,037 -0,038 0,055 ,259** 1

AantalBerFB_Society ,355** 0,006 -0,027 ,430** ,486** ,293** ,414** ,550** ,550** ,484** ,191* 1

AantalBerFB_Product ,249** -0,132 -0,096 ,313** ,431** ,245** ,228** ,634** ,509** ,256** -0,019 ,619** 1

AantalBerTW_Env ,328** 0,207 -0,182 ,509** ,470** ,365** ,542** ,305** ,891** ,211** -0,005 ,382** ,273** 1

AantalBerTW_Labour ,294** ,308** -0,122 ,433** ,406** ,268** ,432** ,302** ,681** ,538** 0,121 ,433** ,163* ,714** 1

AantalBerTW_Human ,169* ,366** 0,026 0,148 0,119 -0,002 ,191* 0,046 ,528** ,218** ,424** ,201* -0,021 ,651** ,512** 1

AantalBerTW_Society ,370** 0,065 0,042 ,485** ,466** ,408** ,486** ,385** ,649** ,342** 0,106 ,558** ,439** ,634** ,521** ,381** 1

AantalBerTW_Product ,216** -0,094 -0,039 ,226** ,386** 0,155 0,092 ,655** ,484** ,219** -0,019 ,489** ,957** ,239** 0,145 0,014 ,421** 1

** Correlation is significant at the 0.01 level (2-tailed).

* Correlation is significant at the 0.05 level (2-tailed).

Tabel 7: Correlatie per medium per topic

Page 45: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

35

4.3. Het toetsen van de hypotheses

Om onze hypothesen te testen maken we gebruik van logistische en standaard OLS

regressiemodellen, evenals de One-Way ANOVA-toets. Bij het nagaan van de assumpties die aan

de grondslag liggen van de lineaire regressie, kwamen we tot de constatatie dat voornamelijk

heteroscedasticiteit een probleem vormde. Door het nemen van de natuurlijke logaritme van de

afhankelijke variabelen kon dit verholpen worden. Eens de homoscedasticiteit in de modellen

verzekerd was, bleek ook aan de overige assumpties voldaan te zijn.

4.3.1. Hypothese 1 en 2

Om de invloed van de grootte en industrie van een bedrijf op de kans dat het betreffende bedrijf

MVO-informatie vrijgeeft op haar website na te gaan, werd een binaire logistische regressie

uitgevoerd op onze bekomen dataset. Het logistische model was hierbij significant met χ² = 40,155

en p-waarde = 0,000. Het model verklaarde 30,6% (Nagelkerke R²) van de variantie in het wel of

niet aanwezig zijn van MVO-informatie op de bedrijfswebsite en classificeerde 69,5% van de

gevallen op een juiste manier. Wanneer de grootte van het bedrijf toeneemt met één grootteorde,

is er 1,543 keer meer kans dat het bedrijf MVO-informatie publiceert op haar website. Ook de

invloed van de sector is statistisch significant. Wanneer bedrijven een milieugevoelige activiteit

uitoefenen wordt de kans dat ze rechtstreeks rapporteren over MVO op hun website 2,509 keer

groter (tabel 8).

Binaire logistische regressie

Afhankelijke variabele: AanwWeb_MVO

Onafhankelijke variabelen: Grootte en Milieugevoeligheid

Predictors B SE Wald p Exp(B)

Grootte 0,434 0,091 22,888 0,000 1,543

Milieugevoelig 0,92 0,388 5,625 0,018 2,509

Constante -8,64 1,757 24,183 0,000 0,000

N 154

Chi-square 40,155 (p=0,000)

-2LL 173,231

Nagelkerke R² 0,306

Tabel 8: Coëfficiëntentabel binaire logistische regressie H1 & H2

Aan de hand van een lineair regressiemodel, konden we de invloed van de bedrijfsgrootte op de

hoeveelheid informatie die gepubliceerd wordt nagaan. Uit de samenvattende tabel kunnen we

afleiden dat de correlatie tussen de bedrijfsgrootte en de hoeveelheid informatie op de website

eerder hoog is (0,564). Tevens kunnen we zien dat in dit model de onafhankelijke variabele

bedrijfsgrootte 30,9% van de variantie in de hoeveelheid MVO-informatie verklaart. Vervolgens

kunnen we uit de ANOVA-tabel afleiden dat het model de afhankelijke variabele statistisch

significant kan verklaren (sig. 0,000). Verder voorziet de coëfficiëntentabel in de nodige informatie

Page 46: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

36

om de hoeveelheid informatie te voorspellen aan de hand van de bedrijfsgrootte. Zo zien we dat

de grootte significant bijdraagt aan het model (sig. 0,000). Indien de grootte toeneemt met één

eenheid, zal de grootteorde van de hoeveelheid informatie op de website toenemen met 0,308

(tabel 9).

Lineaire regressie

Afhankelijke variabele: Ln(AantalWoordWEB_MVO)

Onafhankelijke variabele: Grootte

Predictors B SE Beta T p

Grootte 0,308 0,051 0,564 6,027 0,000

Constante 0,459 1,035 0,443 0,659

R 0,564

R² 0,318

Adjusted R² 0,309

Std. Error of

the Estimate 1,13929

ANOVA

Afhankelijke variabele: Ln(AantalWoordWEB_MVO)

Predictors: Grootte en Constante

Sum of Squares Df Mean Square F p

Regression 47,146 1 47,146 36,323 0,000

Residuals 101,243 78 1,298

Total 148,389 79

Tabel 9: Output lineaire regressie H1

Een One-Way ANOVA-test werd gebruikt om na te gaan of de industrie waarin de onderneming

actief is een invloed uitoefent op de hoeveelheid gepubliceerde informatie. Aan de hand van de

descriptieve tabel kunnen we reeds zien dat er een verschil bestaat in het gemiddeld aantal

woorden toegewijd aan MVO op de bedrijfswebsite op basis van de variabele milieugevoeligheid.

Deze variabele liet ons toe een onderscheid te maken tussen de bedrijven die actief zijn in een

milieugevoelige sector en bedrijven met een niet-milieugevoelige bedrijfsactiviteit (tabel 10).

Tabel 10: Output One-Way ANOVA H2

Descriptives

Afhankelijke variabele: Ln(AantalWoordWEB_MVO)

Onafhankelijke variabelen: Milieugevoeligheid

N Mean Std.

Deviation

Std. Error 95% confidence interval Min. Max.

Lower bound Upper bound

0 46 6,3651 1,38202 0,20377 5,9547 6,7755 2,64 9,11

1 34 7,0387 1,2741 0,21851 6,5941 7,4832 4,09 10,37

Total 80 6,6514 1,37053 0,15323 6,3464 6,9564 2,64 10,37

ANOVA

Afhankelijke variabele: Ln(AantalWoordWEB_MVO)

Onafhankelijke variabelen: Milieugevoeligheid

Sum of Squares df Mean Square F p

Between Groups 8,87 1 8,87 4,959 0,029

Within Groups 139,52 78 1,789

Total 148,389 79

Page 47: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

37

Gebaseerd op de tabel kunnen we stellen dat bedrijven actief in een milieugevoelige sector meer

informatie vrijgeven op hun website. De ANOVA tabel toont aan dat het gevonden verschil in

gemiddelden tussen beide categorieën statistisch significant is (sig. 0,029).

4.3.2. Hypothese 3 en 4

Zoals uitgelegd in paragraaf 2.1.1. meten we hoe gemakkelijk rechtstreekse MVO-rapportering op

de website terug te vinden is door te kijken op welk level de informatie gevonden wordt en hoeveel

seconden we erover deden om de info te vinden. Om na te gaan in welke mate de grootte van een

bedrijf en de sector waarin het actief is bepalen op welk level de MVO-informatie terug te vinden is

op hun website, maakten we gebruik van een multinomiale logistische regressie (tabel 11).

Tabel 11: Output multinomiale logistische regressie H3 & H4

Het opgestelde model blijkt hierbij niet significant te zijn. Aan de hand van de model fitting tabel

kunnen we zien dat het toevoegen van de verklarende variabelen het model niet significant

verbetert (sig. 0,259). Anders geformuleerd slaagt het model inclusief verklarende variabelen er

dus niet in de onafhankelijke variabele beter te voorspellen dan het model met enkel het intercept.

Hetzelfde komt tot uiting in de likelihood ratio testen. Hier zien we dat zowel grootte (0,115) en

milieugevoeligheid (0,560) niet significant zijn.

Aan de hand van een lineair regressiemodel (tabel 12), konden we de invloed van de bedrijfsgrootte

op de tijd die het in beslag neemt om de gepubliceerde informatie terug te vinden nagaan. Uit de

samenvattende tabel kunnen we afleiden dat de correlatie tussen de bedrijfsgrootte en de duurtijd

eerder laag is. Daarnaast kunnen we zien dat in dit model de onafhankelijke variabele grootte

slechts 2,9% van de variantie in de duurtijd verklaart. Vervolgens kunnen we uit de ANOVA-tabel

afleiden dat het model de afhankelijke variabele niet statistisch significant kan verklaren

(sig. 0,147). Verder voorziet de coëfficiëntentabel in de nodige informatie om de duurtijd te

Multinomiale logistische regressie

Afhankelijke variabele: MVOWebLevel

Onafhankelijke variabelen: Grootte en Milieugevoeligheid

Model fitting

information

Model Fitting Criteria Likelihood Ratio Tests

-2 Log Likelihood Chi-Square Df p

Intercept Only 158,633

Final 150,908 7,726 6 0,259

Likelihood ratio

tests

Model Fitting Criteria Likelihood Ratio Tests

-2 Log Likelihood Chi-Square Df p

Intercept 150,908 0 0 .

Grootte 156,845 5,938 3 0,115

Milieugevoelig 152,967 2,059 3 0,56

Pseudo R-Square

Cox and Snell 0,098

Nagelkerke 0,111

McFadden 0,049

Page 48: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

38

voorspellen aan de hand van de hoeveelheid informatie. De tabel bevestigt echter dat de grootte

niet significant bijdraagt tot het verklaren van de duurtijd (sig. 0,147).

Lineaire regressie

Afhankelijke variabele: Ln(Duurtijd)

Onafhankelijke variabelen: Grootte

Predictors B SE Beta t p

Constante 4,41 0,959 4,596 0,000

Grootte -0,069 0,047 -0,169 -1,465 0,147

R 0,169

R² 0,029

Adjusted R² 0,015

Std. Error of the Estimate 1,01611

ANOVA

Afhankelijke variabele: LN(Duurtijd)

Predictors: Grootte en Constante

Sum of Squares df Mean Square F p

Regression 2,215 1 2,215 2,145 0,147

Residuals 75,371 73 1,032

Total 77,586 74

Tabel 12: Output lineaire regressie H3

Een One-Way ANOVA-test (tabel 13) werd opnieuw gebruikt om na te gaan of de industrie waarin

de onderneming actief is een invloed uitoefent op de tijd om de MVO-rapportering op de website

terug te vinden. Aan de hand van de descriptieve tabel kunnen we zien dat er een verschil bestaat

in de gemiddelde duurtijd op basis van de variabele milieugevoeligheid. De ANOVA-tabel toont

echter aan dat dit verschil niet significant is (sig. 0,254).

Tabel 13: Output One-Way ANOVA H4

Descriptives

Afhankelijke variabele: Ln(Duurtijd)

Onafhankelijke variabelen: Milieugevoeligheid

N Mean Std. Dev. Std. Error 95% confidence interval Min. Max.

Lower bound Upper bound

0 40 3,1422 1,02950 0,16278 2,8130 3,4715 0,92 4,82

1 35 2,8706 1,01276 0,17119 2,5227 3,2184 1,10 4,85

Total 75 3,0154 1,02394 0,11823 2,7798 3,2510 0,92 4,85

ANOVA

Afhankelijke variabele: Ln(Duurtijd)

Onafhankelijke variabelen: Milieugevoeligheid

Sum of Squares df Mean Square F p

Between Groups 1,378 1 1,378 1,32 0,254

Within Groups 76,208 73 1,044

Total 77,586 74

Page 49: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

39

4.3.3. Hypothese 5

Bij hypothese 5 stelden we dat bedrijven die reeds aan duurzame rapportering doen op hun

website, eerder MVO-informatie zullen communiceren via hun sociale media accounts dan

bedrijven die niet rapporteren via hun website. Om dit na te gaan maakten we gebruik van een Chi-

kwadraat test, waarbij we de aanwezigheid van rapportering op de website vergelijken met de

aanwezigheid van rapportering op respectievelijk Facebook en Twitter.

Een eerste model (Website – Facebook) toont aan dat er een statistisch significant verband bestaat

tussen MVO-rapportering op de website en MVO-rapportering op Facebook (χ² = 30,951; sig.

0,000). Van de bedrijven die niet rapporteren via de website, zal slechts 6,30% dit wel doen via

Facebook. Dit staat in contrast met 45,3% van de bedrijven die wel reeds rapporteren via de

website. We constateren echter dat 54,7% van de bedrijven die rapporteren via de website dit niet

doen via Facebook (tabel 14). Deze hoge frequentie wordt veroorzaakt doordat ook bedrijven die

rapporteren via de website maar geen Facebook account hebben werden opgenomen in de

berekeningen Indien we geen rekening houden met deze bedrijven, verandert de verhouding naar

82,90% van de bedrijven die wel rapporteren via Facebook tegenover 17,10% die dat niet doen.

Als we nog een stap verder gaan en enkel kijken naar bedrijven die rapporteren via Facebook, dan

zien we dat 87,20% van de bedrijven ook via de website rapporteren en slechts 12,80% dit niet

doen (tabel 16). Grafisch worden deze resultaten weergegeven in grafiek 5 en 7.

Dezelfde conclusies met andere cijfers komt tot uiting in model 2 (Website – Twitter) dat eveneens

statistisch significant is (χ² = 27,297; sig. 0,000). Van de bedrijven die niet rapporteren via de

website zal slechts 5,10% dit wel doen via Twitter. Het percentage bedrijven die zowel op de

website als op hun Twitter account bedraagt 40%. Opnieuw wordt een hoog percentage aan

bedrijven weergegeven die wel via de website rapporteren maar niet via hun Twitterpagina (60%).

Net als in het eerste model wordt dit veroorzaakt door het aandeel bedrijven die niet over een

Twitter account beschikken (tabel 15). Indien we deze buiten beschouwing laten verandert de

verhouding tussen bedrijven die via de website rapporteren en respectievelijk wel en niet via Twitter

communiceren naar 63,80% - 36,20%. Als we finaal enkel kijken naar de bedrijven die MVO-

informatie communiceren via hun Twitterpagina, rapporteert 88,20% van deze bedrijven wel via de

website en slechts 11,80% niet (tabel 17). Grafisch worden deze vaststellingen samengevat in

grafiek 6 en 8.

Beide modellen tonen op basis van de 3 verschillende sample selecties (alle bedrijven, enkel

bedrijven met een Facebook/Twitter account, enkel bedrijven die rapporteren via hun sociaal

medium) aan dat er inderdaad een hogere kans bestaat dat bedrijven die rapporteren via hun

website ook zullen rapporteren via een sociaal medium (Facebook of Twitter).

Page 50: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

40

AanwFB_MVO Totaal

0 1

AanwWeb_MVO

0

Count 74 5 79

% within AanwWeb_MVO 93,70% 6,30% 100,00%

% AanwFB_MVO 64,30% 12,80% 51,30%

% of Total 48,10% 3,20% 51,30%

1

Count 41 34 75

% within AanwWeb_MVO 54,70% 45,30% 100,00%

% within AanwFB_MVO 35,70% 87,20% 48,70%

% of Total 26,60% 22,10% 48,70%

Totaal

Count 115 39 154

% within AanwWeb_MVO 74,70% 25,30% 100,00%

% within AanwFB_MVO 100,00% 100,00% 100,00%

% of Total 74,70% 25,30% 100,00%

Chi-kwadraat testen

a: 0 cells (0,0%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 18,99

b: Computed only for a 2x2 table

c: 2-sided

d: 1-sided

Value df Asymptotic Sig.c Exact Sig.c Exact Sig.d

Pearson Chi-Square 30,951a 1 0

Continuity Correctionb 28,923 1 0

Likelihood Ratio 33,695 1 0

Fisher's Exact Test 0 0

Linear-by-Linear Association 30,75 1 0

N of Valid Cases 154

Tabel 14: Output Chi-kwadraat test m.b.t. vergelijking website en Facebook H5 (N=154)

AanwTW_MVO Totaal

0 1

AanwWeb_MVO

0

Count 75 4 79

% within AanwWeb_MVO 94,90% 5,10% 100,00%

% AanwTW_MVO 62,50% 11,80% 51,30%

% of Total 48,70% 2,60% 51,30%

1

Count 45 30 75

% within AanwWeb_MVO 60,00% 40,00% 100,00%

% within AanwTW_MVO 37,50% 88,20% 48,70%

% of Total 29,20% 19,50% 48,70%

Totaal

Count 115 120 34

% within AanwWeb_MVO 74,70% 77,90% 22,10%

% within AanwTW_MVO 100,00% 100,00% 100,00%

% of Total 74,70% 77,90% 22,10%

Chi-kwadraat testen

a: 0 cells (0,0%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 18,99

b: Computed only for a 2x2 table

c: 2-sided

d: 1-sided

Value df Asymptotic Sig.c Exact Sig.c Exact Sig.d

Pearson Chi-Square 27,297a 1 0

Continuity Correctionb 25,304 1 0

Likelihood Ratio 29,98 1 0

Fisher's Exact Test 0 0

Linear-by-Linear Association 27,12 1 0

N of Valid Cases 154

Tabel 15: Output Chi-kwadraat test m.b.t. vergelijking website en Twitter H5 (N=154)

Page 51: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

41

AanwFB_MVO Totaal

0 1

AanwWeb_MVO

0

Count 15 5 20

% within AanwWeb_MVO 7,2 12,8 20

% AanwFB_MVO 75,00% 25,00% 100,00%

% of Total 68,20% 12,80% 32,80%

1

Count 7 34 41

% within AanwWeb_MVO 14,8 26,2 41

% within AanwFB_MVO 17,10% 82,90% 100,00%

% of Total 31,80% 87,20% 67,20%

Totaal

Count 22 39 61

% within AanwWeb_MVO 22 39 61

% within AanwFB_MVO 36,10% 63,90% 100,00%

% of Total 100,00% 100,00% 100,00%

Chi-kwadraat testen a: 0 cells (0,0%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 18,99 b: Computed only for a 2x2 table c: 2-sided d: 1-sided

Value df Asymptotic Sig.c Exact Sig.c Exact Sig.d

Pearson Chi-Square 19,562a 1 0

Continuity Correctionb 17,131 1 0

Likelihood Ratio 19,792 1 0

Fisher's Exact Test 0 0

Linear-by-Linear Association 19,241 1 0

N of Valid Cases 61

Tabel 16: Output Chi-kwadraat test m.b.t. vergelijking website en Facebook H5 (N=61)

AanwTW_MVO Totaal

0 1

AanwWeb_MVO

0

Count 15 4 19

% within AanwWeb_MVO 9,2 9,8 19

% AanwTW_MVO 78,90% 21,10% 100,00%

% of Total 46,90% 11,80% 28,80%

1

Count 17 30 47

% within AanwWeb_MVO 22,8 24,2 47

% within AanwTW_MVO 36,20% 63,80% 100,00%

% of Total 53,10% 88,20% 71,20%

Totaal

Count 32 34 66

% within AanwWeb_MVO 32 34 66

% within AanwTW_MVO 48,50% 51,50% 100,00%

% of Total 100,00% 100,00% 100,00%

Chi-kwadraat testen a: 0 cells (0,0%) have expected count less than 5. The minimum expected count is 18,99 b: Computed only for a 2x2 table c: 2-sided d: 1-sided

Value df Asymptotic Sig.c Exact Sig.c Exact Sig.d

Pearson Chi-Square 9,913a 1 0,002

Continuity Correctionb 8,274 1 0,004

Likelihood Ratio 10,365 1 0,001

Fisher's Exact Test 0,002 0,002

Linear-by-Linear Association 9,762 1 0,002

N of Valid Cases 66

Tabel 17: Output Chi-kwadraat test m.b.t. vergelijking website en Twitter H5 (N=61)

Page 52: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

42

Grafiek 5: Vergelijking aanwezigheid van rapportering tussen website en Facebook

(N=154)

Grafiek 6: Vergelijking aanwezigheid van rapportering tussen website en Twitter

(N=154)

Grafiek 7: Vergelijking aanwezigheid van rapportering tussen website en Facebook

(N=61)

Grafiek 8: Vergelijking aanwezigheid van rapportering tussen website en Twitter

(N=66)

93,70%

6,30%

54,70%45,30%

MVO op FB niet aanwezig MVO op FB aanwezig

geen MVO op website MVO op website

94,90%

5,10%

60,00%

40,00%

MVO op TW niet aanwezig MVO op TW aanwezig

geen MVO op website MVO op website

75,00%

25,00%17,10%

82,90%

MVO op TW niet aanwezig MVO op TW aanwezig

geen MVO op website MVO op website

78,90%

21,10%

36,20%

63,80%

MVO op TW niet aanwezig MVO op TW aanwezig

geen MVO op website MVO op website

Page 53: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

43

4.3.4. Hypothese 6

Hypothese 6 stelt dat het gemak waarmee MVO-informatie teruggevonden kan worden op de

website de kans waarmee bedrijven duurzaam rapporteren op sociale media beïnvloedt. De

correlatietabel in paragraaf 4.2 geeft echter een eerst indicatie dat deze hypothese verworpen dient

te worden. De coëfficiënten voor de verbanden tussen het aantal berichten over MVO op Facebook

en Twitter en de variabelen duurtijd en level zijn laag en niet statisch significant. Om De hypothese

statistisch te testen werd opnieuw een lineaire regressie toegepast. Drie modellen werden

opgesteld met steeds duurtijd en level als verklarende variabelen en respectievelijk het aantal

berichten op Facebook, Twitter en een combinatie van beiden als afhankelijke variabele. ANOVA

1 (tabel 18) toont aan dat een eerste model om het aantal berichten over MVO op Facebook te

verklaren niet significant blijkt te zijn (sig. 0,206). Uit de coëfficiëntentabel leiden we af dat zowel

duurtijd (sig. 0,592) als level (0,232) er niet in slagen de afhankelijke variabele statistisch significant

te voorspellen.

Lineaire regressie

Afhankelijke variabele: Ln(AantalBerFB)

Onafhankelijke variabelen: MVOWebLevel en Ln(Duurtijd)

Predictors B SE Beta T P

MVOWebLevel -0,398 0,327 -0,242 -1,22 0,232

Ln(Duurtijd) -0,146 0,271 -0,107 -0,541 0,592

Constante 3,227 0,924 3,493 0,001

R 0,311

R² 0,097

Adjusted R² 0,039

Std. Error of

the Estimate 1,15413

ANOVA 1

Afhankelijke variabele: Ln(AantalBerFB)

Predictors: MVOWebLevel, Ln(Duurtijd) en Constante

Sum of Squares df Mean Square F P

Regression 4,436 2 2,218 1,665 ,206

Residuals 41,293 31 1,332

Total 45,729 33

Tabel 18: Output lineaire regressie H6 (Facebook)

Dezelfde conclusies qua statistische significantie kunnen getrokken worden op basis van ANOVA 2

(tabel 19) met betrekking tot een tweede model om het aantal berichten op Twitter te verklaren.

Het volledige model is niet statistisch significant met als p-waarde 0,490. De coëfficiëntentabel

toont opnieuw aan dat zowel duurtijd (sig. 0,807) als level (sig. 0,261) er niet in slagen de

afhankelijke variabele statisch significant te voorspellen. Om na te gaan of dezelfde conclusie kan

toegepast worden op het totaalconcept sociale media, werd een derde model opgesteld waarbij de

afhankelijke variabele bestaat uit de som van de berichten op Facebook en Twitter. Ook dit model

blijkt statistisch insignificant te zijn op basis van ANOVA 3 (tabel 20) (sig. 0,151). Aan de hand van

Page 54: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

44

de hiervoor beschreven resultaten wordt hypothese 6 niet ondersteund. Hoewel bedrijven waarvan

MVO-informatie makkelijk terug te vinden is op de website geacht worden veel belang te hechten

aan maatschappelijke verantwoordelijkheid en duurzame rapportering, betekent het niet dat ze ook

gebruik zullen maken van sociale media om deze rapportering te communiceren. Bedrijven

waarvan de informatie makkelijk teruggevonden kan worden zullen dus niet méér beroepen op

sociale media om dezelfde informatie te verspreiden dan bedrijven waarbij de informatie moeilijk

terug te vinden is.

Lineaire regressie

Afhankelijke variabele: Ln(AantalBerTW)

Onafhankelijke variabelen: MVOWebLevel en Ln(Duurtijd)

Predictors B SE Beta T P

MVOWebLevel -0,513 0,447 -0,249 -1,148 0,261

Ln(Duurtijd) 0,092 0,374 0,054 0,247 0,807

Constante 3,394 1,236 2,745 0,011

R 0,227

R² 0,051

Adjusted R² -0,019

Std. Error of

the Estimate 1,53862

ANOVA 2

Afhankelijke variabele: Ln(AantalBerTW)

Predictors: MVOWebLevel, Ln(Duurtijd) en Constante

Sum of Squares df Mean Square F P

Regression 4,436 2 2,218 1,665 ,206

Residuals 41,293 31 1,332

Total 45,729 33

Tabel 19: Output lineaire regressie H6 (Twitter)

Lineaire regressie

Afhankelijke variabele: Ln(AantalBerFB+AantalBerTW)

Onafhankelijke variabelen: MVOWebLevel en Ln(Duurtijd)

Predictors B SE Beta T P

MVOWebLevel -0,541 0,396 -0,273 -1,368 0,18

Ln(Duurtijd) -0,124 0,321 -0,077 -0,387 0,701

Constante 4,375 1,018 4,296 0,00

R 0,325

R² 0,105

Adjusted R² 0,053

Std. Error of

the Estimate 1,42481

ANOVA 3

Afhankelijke variabele: Ln(AantalBerFB+AantalBerTW)

Predictors: MVOWebLevel, Ln(Duurtijd) en Constante

Sum of Squares Df Mean Square F P

Regression 8,131 2 4,065 2,003 ,151

Residuals 69,023 34 2,03

Total 77,154 36

Tabel 20: Output lineaire regressie H6 (Sociale media)

Page 55: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

45

4.3.5. Hypothese 7

De Wilcoxon rangtekentoets werd uitgevoerd om te bepalen welke GRI-topics het meest aan bod

komen op zowel de website als op de sociale media. Hiervoor stelden we eerst een nieuwe tabel

samen (tabel 21). Deze is gebaseerd op tabel 5 waaruit kan afgeleid worden hoeveel procent van

de bedrijven over een bepaalde categorie informatie vermelden. Hierop steunend is het mogelijk

om een rangorde volgens voorkomen af te leiden. Zo zien we bijvoorbeeld dat op de website de

topic Environment het meeste voorkomt, gevolgd door de topics Society, Labour Practices, Product

Responsibiliy en Human Rights.

GRI-TOPIC WEBSITE FACEBOOKPAGINA TWITTERPAGINA

% RANGORDE % RANGORDE % RANGORDE

Environment 89,3 1 59,0 2 70,6 2

Labour Practices 61,3 3 43,6 3 55,9 3

Human Rights 24,0 5 7,7 5 11,8 5

Society 64,0 2 87,2 1 73,5 1

Product Responsibility 36,0 4 20,5 4 23,5 4

TOTAAL 100,0 - 100,0 - 100,0 -

Tabel 21: Overzicht van de rangordes op de website, Facebook en Twitter m.b.t. de GRI-topics

Bij het intuïtief analyseren van deze gegevens is er duidelijk een verschil tussen de website en de

sociale media in het voorkomen en de rangordes van de verschillende GRI-topics. Zo komt de topic

Environment het meest aan bod op de bedrijfswebsites, terwijl op de sociale media de topic Society

het meest besproken wordt. De overige topics (Labour Practices, Product Responsibility en Human

Rights) krijgen dezelfde rangorde toegewezen op de diverse media. Wanneer we deze rangordes

echter statisch vergelijken door gebruik te maken van de Wilcoxon rangtekentoets, zien we dat

deze rangordes niet statistisch significant verschillend zijn van elkaar met Z=0 en p-waarde=1

(tabel 22). Een mogelijke verklaring voor deze tegenstrijd kan liggen in het feit dat er te weinig

variabelen (slechts vijf GRI-topics) werden onderzocht, waardoor het verschil weinig tot niet

doorweegt. Verder bevestigen de resultaten dat drie rangen (topics Labour Practices, Product

Responsibility en Human Rights) overeen komen bij de website en de sociale media. Eén rang

(topic Society) is groter en één rang (topic Environment) is kleiner ten opzichte van de website.

Kort samengevat betekent dit dus dat de hypothese, statistisch gezien, niet verworpen wordt en de

duurzame topics waarover het meest gerapporteerd wordt op de website eveneens de topics zijn

die het meeste aan bod komen in de sociale media. Intuïtief gezien komen we wel tot een ander

besluit, namelijk de topic Environment komt meer aan bod op de website en de topic Society op de

sociale media.

Page 56: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

46

Wilcoxon Rangteken test

N Mean Rank Sum of Ranks

Rangorde_FB – Negative Ranks 1a 1,5 1,5

Rangorde_WEB Positive Ranks 1b 1,5 1,5

Ties 3c

Total 5

Rangorde_TW – Negative Ranks 1d 1,5 1,5

Rangorde_WEB Positive Ranks 1e 1,5 1,5

Ties 3f

Total 5

a RangFB < RangWeb

b RangFB > RangWeb

c RangFB = RangWeb

d RangTW < RangWeb

e RangTW > RangWeb

f RangTW = RangWeb

Rangorde_FB–

Rangorde_WEB

Rangorde_TW –

Rangorde_WEB

Z ,000b ,000b

Asymp. Sig. (2-tailed) 1 1

a Wilcoxon Signed Ranks Test

b The sum of negative ranks equals the sum of positive ranks.

Tabel 22: Output Wilcoxon Rangtekentest H7

5. CONCLUSIES

5.1. Algemene conclusie

De doelstelling van deze studie was na te gaan in welke mate bedrijven gebruik maken van hun

website om aan MVO-rapportering te doen. Meer bepaald wouden we nagaan of de grootte van

het bedrijf en de sector waarin het actief is een invloed uitoefent op de beslissing om duurzaam te

rapporteren en de hoeveelheid informatie die in het geval van rapportering gepubliceerd wordt. We

hielden daarbij enkel rekening met de rapportering die rechtstreeks op de website te vinden was

zonder bepaalde bestanden te openen. Op basis van de beschreven literatuur stelden we dat

grotere bedrijven eerder tot het rapporteren van duurzame informatie zullen overgaan dan kleinere

bedrijven. Daarnaast zouden deze bedrijven meer informatie vrijgeven. Om dit na te gaan maakten

we gebruik van logistische en lineaire regressiemodellen. Hieruit bleek dat wanneer de grootte van

het bedrijf toeneemt met één grootteorde, de kans dat het bedrijf MVO-informatie publiceert op

haar website maar liefst 1,543 keer groter is. Tegelijkertijd neemt ook de grootteorde van de

hoeveelheid vrijgegeven informatie toe met 0,308. De bekomen resultaten tonen aan dat de

vooropgestelde hypothese aanvaard kan worden en in overeenstemming zijn met onderzoeken

van Adams et al. (1998), Marston en Polei (2004) en Du en Vieira (2012). Strijdig met het onderzoek

Page 57: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

47

van Cho en Roberts (2010), maar conform met het onderzoek van Jose en Lee (2007), blijkt ook

de invloed van de sector statistisch significant. Wanneer bedrijven een milieugevoelige activiteit

uitoefenen wordt de kans dat ze rechtstreeks rapporteren over MVO op hun website 2,509 keer

groter. Ook het gemak waarmee de gepubliceerde informatie terug te vinden is werd getoetst aan

de variabelen grootte en industrie. Ondanks de inspanningen van de bedrijven om structuur aan te

brengen op hun website zoals omschreven in de onderzoeken van Capriotti en Moreno (2007) en

Chaudhri en Wang (2007), blijken de bedrijfsgrootte en de industrie waarin het bedrijf actief is geen

invloed uit te oefenen op het gemak waarmee de info teruggevonden kan worden.

Omdat bedrijven zich steeds meer inschrijven op netwerken zoals Facebook en Twitter, wouden

we ook deze sociale media betrekken in onze scriptie. Om na te gaan in welke mate deze accounts

worden ingezet om MVO-rapportering te communiceren, werd tijdens het verzamelen van de

websitegegevens tevens bijgehouden welke bedrijven een account hadden op Facebook en/of

Twitter. 39,6% van de bedrijven blijkt ingeschreven te zijn op Facebook en 42,9% beschikt over

een Twitter-account. Deze accounts werden vervolgens onderworpen aan een gelijkaardige

inhoudsanalyse als bij de websites. Gebaseerd op een onderzoek van Kiljae, Won-Yong en

Namhyeok (2013) stelde hypothese 5 dat bedrijven die reeds rapporteren op de website, eerder

zouden rapporteren via de sociale media dan bedrijven die niet rapporteren op de website.

Statistiek toonde aan dat de kans dat bedrijven MVO-informatie communiceren via minstens één

van deze nieuwe kanalen toeneemt indien ze reeds MVO-informatie vrijgeven op de website.

Als laatste onderzochten we het verband tussen de rapportering op de website en deze op de

sociale media. Hierbij bleek de duurtijd om de informatie te verzamelen en het level waarop deze

zich bevond op de website, geen invloed uit te oefen op de hoeveelheid informatie die gepubliceerd

wordt via de sociale media. Hypothese 6 werd dus op basis van de beschreven statistiek niet

ondersteund en een expliciet verband tussen de website en de nieuwe media werd dus niet

bevestigd. Wat de onderwerpen betreft op beide kanalen (de website enerzijds en de sociale media

anderzijds), blijkt er geen groot verschil te bestaan. Hoewel er op de website vaker gerapporteerd

wordt over het topic Environment en op de sociale media meer over het topic Society, blijkt de

volgorde van de overige topics voor beiden dezelfde te zijn. Statistisch gezien is er dan ook geen

significant verschil in rangordes. Wat de hoeveelheid informatie betreft zijn de volgordes voor beide

kanalen met betrekking tot de verschillende topics gelijk.

We kunnen dus besluiten dat bedrijven steeds meer rapporteren over hun inspanningen inzake de

maatschappij en hun invloed op het milieu. Hoe groter de bedrijven, hoe groter de kans dat ze deze

informatie rechtstreeks beschikbaar stellen op de bedrijfswebsite en hoe uitgebreider de duurzame

rapportering zal zijn. Dezelfde conclusie is van toepassing voor bedrijven actief in een

milieugevoelige sector tegenover bedrijven met een niet-milieugevoelige bedrijfsactiviteit. Deze

variabelen (grootte en milieugevoeligheid) hebben echter geen invloed op het gemak waarmee de

MVO-informatie teruggevonden kan worden (duurtijd en level). Bedrijven die reeds op de website

Page 58: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

48

rapporteren zullen dit met een grotere kans ook doen op de sociale media indien ze over een

account beschikken. Het gemak waarmee de info teruggevonden wordt op de website beïnvloedt

echter niet de mate waarin er op de nieuwe media (Facebook en Twitter) gerapporteerd wordt (het

aantal berichten). De volgorde waarin de beschreven GRI-topics aan bod komen, verschilt niet

opmerkelijk tussen de website en de sociale media. Zowel de website als de sociale media worden

dus in belangrijke mate ingezet in het kader van duurzaam ondernemen.

5.2. Beperkingen van het onderzoek

Voor eventueel verder onderzoek kan het belangrijk zijn om in acht te nemen dat ons onderzoek

aan een aantal beperkingen is onderworpen. Als eerste dient men aandacht te schenken aan de

hoge volatiliteit van het internet. Websites, Facebook- en Twitterpagina’s kunnen namelijk in een

mum van tijd aangepast worden. We bekijken de website slechts op één moment waardoor het

mogelijk is dat de onderzochte bedrijfswebsites ondertussen al zijn geüpdatet en meer duurzame

informatie ter beschikking stellen. Ook bekijken we de sociale media accounts maar over een

periode van één jaar. Buiten deze periode kan het bedrijf mogelijks meer inspelen op MVO-

gerelateerde topics. Verder is het vrij eenvoudig voor een bedrijf om een website te creëren of een

account op Facebook en Twitter aan te maken. Het kan dus gebeuren dat bedrijven die nog niet

over een eigen website of account op de sociale media beschikten op het moment van de

gegevensverzameling, inmiddels een website of account hebben aangemaakt. Een derde

beperking is ontstaan doordat we ons enkel focussen op de informatie expliciet weergeven op de

website en sociale media. Pdf-bestanden, documenten en externe links behoren niet tot ons

onderzoek, maar kunnen eventueel wel duurzame rapportering bevatten. Als vierde is de keuze in

het aantal onderzochte netwerken binnen de sociale media beperkt tot Facebook en Twitter.

Bedrijven zijn de dag van vandaag ook actief op LinkedIn, Youtube en diverse blogs waarop ze

bedrijf gerelateerde informatie kunnen publiceren. Daarnaast zijn bedrijven vrij in wat ze publiceren

op het wereldwijde web. Dit betekent dat wat bedrijven omschrijven op de website of de sociale

media niet steeds de werkelijke weergave is van hun actuele activiteiten. Als laatste, beperken we

ons tot twee factoren (grootte en industrie) om de bedrijfsrapportering op de website en de sociale

media te verklaren. Ook andere factoren zoals leverage, winstgevenheid en percentage of free

float3 kunnen een verklaringspotentieel bevatten.

5.3. Opportuniteiten voor verder onderzoek

Verder onderzoek kan een aantal van de bovenstaande beperkingen wegwerken. Zo biedt een

longitudinaal onderzoek de mogelijkheid om de website en de sociale media accounts op een later

tijdstip terug te bestuderen en een vergelijking te maken in de tijd. Op die manier kan gekeken

3 Het aantal aandelen die worden verhandeld op de beurs.

Page 59: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

49

worden naar hoe bedrijven zich ontwikkelen op het internet en in welke mate de duurzame focus

van bedrijven wijzigt doorheen de tijd. Daarnaast steunen we in ons onderzoek op de vijf

hoofdcategorieën van de GRI-richtlijnen waardoor een gedetailleerde analyse van de

subcategorieën nog potentieel biedt. Evenzeer is het interessant om andere sociale media te

onderzoeken. Bijvoorbeeld, LinkedIn wordt gebruikt om zakelijke netwerken te onderhouden

waardoor bedrijven ook op dit medium geïnteresseerden de nodige tekst en uitleg kunnen

verschaffen. Youtube is eveneens een opportuniteit om bedrijfsgegevens te verspreiden door

bedrijfsfilmpjes te posten. Tot slot, zou het achterhalen van de actuele activiteiten een mooie

vergelijking opleveren tussen wat bedrijven beweren om hun imago aan te sterken en werkelijk

doen om onze planeet en haar bewoners te beschermen.

Page 60: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

VI

LIJST VAN GERAADPLEEGDE WERKEN

Adams, C. A., Hill, W.-Y., & Roberts, C. B. (1998). Corporate social reporting practices in Western

Europe: Legitimating corporate behaviour? British Accounting Review, Vol. 30, No. 1, 1-21.

Aerts, W., & Cormier, D. (2009). Media legitimacy and corporate environmental communication.

Accounting, Organizations and Society, Vol. 34, 1-27.

Argenti, P. (2007). Corporate communication. New York: McGraw-Hill.

Audenaert-Attanasio, V., & Van Kenhove, P. (2009-2010). Marktonderzoek en nieuwe trends in

mediagebruik. Gent: Faculteit Economie en Bedrijfskunde.

Barnett, M. L., Jermier, J. M., & Lafferty, B. A. (2006). Corporate Reputation: The Defi nitional

Landscape. Corporate Reputation Review, Vol. 9, No. 1, 26-38.

Barney, J. (1991). Firm Resources and Sustained Competitive Advantage. Journal Of

Management, Vol. 17, No. 1, 99-120.

Belgische Federale Overheidsdiensten. (2012). Bosbrand. Opgeroepen op December 8, 2015, van

Portaal Belgium.be: http://www.belgium.be/nl/leefmilieu/milieurampen/bosbrand/

Belgische Federale Overheidsdiensten. (2012). Milieurampen. Opgeroepen op December 8, 2015,

van Portaal belgium.be: http://www.belgium.be/nl/leefmilieu/milieurampen/

Bouten, L., & Everaert, P. (2012). MVO-rapportering in België. Accountancy en bedrijfskunde.

Branco, M. C., & Rodrigues, L. L. (2008). Social responsibility disclosure: A study of proxies for the

public visibility of Portuguese banks. The British Accounting Review, Vol. 40, 161-181.

Brennan, N., & Kelly , S. (2000). Use of the Internet by Irish Companies for Investor Relations

Purposes. Irish Business and Administrative Research, Vol. 21, No. 2, 107-135.

Capriotti, P., & Moreno, Á. (2007). Corporate citizenship and public relations: The importance and

interactivity of social responsibility issues on corporate websites. Public Relations Review,

Vol. 33, 84-91.

Capriotti, P., & Moreno, A. (2009). Communicating CSR, citizenship and sustainability on the web.

Journal of Communication Management, Vol. 13, No. 2, 157-175.

Chaudhri, V., & Wang, J. (2007). Communicating Corporate Social Responsibility on the Internet:

A Case Study of the Top 100 Information Technology Companies in India. Management

Communication Quarterly, Vol. 21, No.2,232-247.

Page 61: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

VII

Cho, C. H., & Roberts , R. W. (2010). Environmental reporting on the internet by America's Toxic

100: Legitimacy and self-presentation. International Journal of Accounting Information

Systems , Vol. 11, 1-16.

Coff, R. W. (1999). When competitive advantage doesn't lead to performance: the resource-based

view and stakeholder bargaining power. Organization Science, Vol. 10, No. 2, 119-133.

Colleoni, E. (2013). CSR communication strategies for organizational legitimacy in social media.

Corporate Communications: An International Journal, Vol. 18, No. 2, 228 - 248.

Cooper, S. M. (2003). Stakeholder communication and the Internet in UK electricity companies.

Managerial Auditing Journal, Vol. 18, No. 3, 232-243.

Craven , B., & Marston, C. (1999). Financial reporting on the Internet by leading UK companies.

European Accounting Review, Vol. 8, No. 2, 321-333.

Daejoong, K., Nam, Y., & Kang, S. (2010). An analysis of corporate environmental responsibility

on the global corporate Web sites and their dialogic principles. Public Relations Review,

Vol. 36, 285-288.

Darus, F., Che Ku Hamzah, E. A., & Yusoff, H. (2013). CSR Web Reporting: The Influence of

Ownership Structure and Mimetic Ismorphism. Procedia Economics and Finance, Vol. 7,

236-242.

De Redactie. (2010, Augustus 8). 780 miljoen liter olie stroomde in zee. Opgehaald van De

Redactie.be: http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/buitenland/Olielek/1.837797

de Villiers, C., & van Staden, C. J. (2011). Where firms choose to disclose voluntary environmental

information. J. Account. Public Policy, Vol. 30, 504-525.

Dekay, S. H. (2012). How large companies react to negative Facebook comments. Corporate

Communications: An International Journal, Vol. 17, No. 3, 289-299.

Deller, D., Stubenrath, M., & Weber, C. (1999). A survey on the use of the internet for investor

relations in the USA, the UK and German. European Accounting Review, Vol. 8, No. 2,

351-364.

Dierickx, I. (1989). Asset stock accumulation and sustainable competitive advantage. Management

Science, Vol. 35, 1504-1511.

Du , S., & Vieira Jr., E. T. (2012). Striving for Legitimacy Through Corporate Social Responsibility:

Insights from Oil Companies. Journal of Business Ethics, Vol. 110, No.4, 413-427.

Page 62: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

VIII

Esrock, S. L., & Leichty, G. B. (1998). Social Responsibility and Corporate Web Pages: Self-

Presentation or Agenda-Setting? Public Relations Review, Vol 24., 305-319.

Etter, M. (2013). Reasons for low levels of interactivity (Non-) interactive CSR communication in

twitter. Public Relations Review, Vol. 39, 606-608.

Etter, M. (2013). Reasons for low levels of interactivity, (non-) interactive CSR communication in

twitter. Public Relations Review, Vol. 39, 606-608.

Eurostat. (2008). Almost two thirds of enterprises in the EU27 had a website in 2008. Europa:

Eurostat Newsrelease. Opgehaald van http://ec.europa.eu/eurostat

Eurostat. (2013). Social media used by 30% of enterprises in the EU28… and almost three quarters

of enterprises had a website. Europa: Eurostat Newsrelease.

Facebook. (2004, December 1). Company info. Opgeroepen op November 2015, 2015, van

Newsroom: http://newsroom.fb.com/company-info/

Facebook. (2015, September 30). Company Info. Opgeroepen op November 11, 2015, van

Newsroom: http://newsroom.fb.com/company-info/

Freeman, E. R. (2013). Strategic Management: A Stakeholder Approach. Cambridge University

Press.

Gill, D. L., & Dickinson, S. J. (2008). Communicating sustainability. Journal of Communication

Management, Vol. 12, No. 3, 243-262.

Global Reporting Initiative. (2013). G4 Sustainability Reporting Guidelines. Amsterdam: Global

Reporting Initiative.

Grant, R. (1991). The resource-based theory of competitive advantage: implications for strategy

formulation. California Management Review, 114-135.

Gray, R., Kouhy, R., & Lavers, S. (1995). Corporate social and environmental reporting.

Accounting, Auditing & Accountability Journal, Vol. 26, No. 2, 47-77.

Guimarães-Costa, N., & Pina e Cunha, M. (2008). The atrium effect of website openness on the

communication of corporate social responsibility. Corporate social responsibility and

environmental management , Vol. 15, 43-51.

Guthrie, J., & Parker, L. D. (1989). Corporate Social Reporting: A Rebuttal Of Legitimacy Theory.

Accounting and Business Research, Vol. 19, No. 76, 343-352.

Page 63: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

IX

Hackston, D., & Milne, M. J. (1996). Some determinants of social and environmental disclosures in

New Zealand companies. Accounting, Auditing & Accountability Journal, Vol. 9, No. 1, 77 -

108.

Hedlin, P. (1999). The Internet as a vehicle for investor relations: the Swedish case. European

Accounting Review, Vol. 8, No. 2, 373-381.

Highouse, S., Brooks, M. E., & Gregarus, G. (2009). An Organizational Impression Management

Perspective on the Formation of Corporate Reputations. Journal of Management, Vol. 35,

No. 6, 1481-1493.

Hill, L. N., & White, C. (2000). Public relations practitioners’ perception of the world wide web as a

communications tool. Public Relations Review, Vol. 26, 31–51.

ICDO. (2006). Referentiekader MVO in België. Brussel: Programmatorische overheidsdienst

maatschappelijke integratie.

International Telecommunication Union (ITU), & United Nations Population Division. (2014, Juli 1).

Internet Users. Opgeroepen op Oktober 16, 2015, van Internet Live Stats:

http://www.internetlivestats.com/internet-users/#sources

Isaksson, R., & Steimle, U. (2009). What does GRI-reporting tell us about corporate sustainability?

The TQM Journal, Vol. 21, No. 2, 168-181.

Islam, M. A., & Deegan, C. (2008). Motivations for an organisation within a developing country to

report social responsibility information. Accounting, Auditing & Accountability Journal, Vol.

21, No. 6, 850 - 874.

Johnson, J., & Holub, M. J. (2003). Questioning Organizational Legitimacy: The Case of U.S.

Expatriates. Journal of Business Ethics, Vol. 47, 269-293.

Jose, A., & Lee, S.-M. (2007). Environmental Reporting of Global Corporations: A Content Analysis

based on Website Disclosures. Journal of Business Ethics, Vol. 72, 307-321.

Kent, M. L., & Taylor, M. (1998). Building dialogic relationships through the world wide web. Public

Relations Review, Vol. 24,321–334.

Kent, M. L., Taylor, M., & White, W. J. (2003). The relationship between Web site design and

organizational responsiveness to stakeholders. Public Relations Review, Vol. 29, 63–77.

Kesavan, R., Bernacchi , M. D., & Mascarenhas , O. A. (2013). Word of Mouse: CSR

Communication and the Social Media. International Management Review , Vol. 9, No. 1.

Page 64: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

X

Kiljae, L., Won-Yong, O., & Namhyeok, K. (2013). Social Media for Socially Responsible Firms:

Analysis of Fortune 500’s Twitter Profiles and their CSR/CSIR Ratings. Journal Business

Ethics, Vol. 118, 791-806.

Kolk, A. (2003). Trends in sustainability reporting by the fortune global 250. Business Strategy and

the Environment, Vol. 12, 279–291.

Louche, C. (2007). CSR in Belgium: the institutional context and practices. Vlerick Leuven Gent

Working Paper Series.

Mahadeo, J. D., Oogarah-Hanuman, V., & Soobaroyen, T. (2011). Changes in social and

environmental reporting practices in an emerging economy (2004-2007): Exploring the

relevance of stakeholder and legitimacy theories. Accounting Forum, Vol. 35, No. 158-175.

Marston, C. (2003). Financial reporting on the Internet by leading Japanese companies. Corporate

Communications: An International Journal, Vol. 8, No. 1, 23 - 34.

Marston, C., & Polei, A. (2004). Corporate reporting on the Internet by German companies.

International Journal of Accounting Information Systems, 285-311.

Martens, B. (2003). A legal framework for federal sustainable development strategy. Pre-condition

for effective sustainable development policy but not sufficient. The Belgian federal case.

Fifth Ministerial Conference “Environment for Europe” (pp. 1-10). Kiev, Ukraine: European

Eco-forum.

Morhardt, E. J. (2010). Corporate Social Responsibility and Sustainability. Business Strategy and

the Environment, Vol. 19, 436–452.

O’Donovan, G. (2002). Environmental disclosures in the annual report. Accounting, Auditing &

Accountability Journal, Vol. 15, No. 3, 344-371.

Patten, D. M. (2002). The relation between environmental performance and environmental

disclosure: a research note. Accounting, Organizations and Society, Vol. 27, 763-773.

Petravick, S., & Gillett, J. (1996). Finacial Reporting on The World Wide Web. Management

Accounting, Vol. 78, 26-29.

Pollach, I. (2005). Corporate self-presentation on the WWW. Corporate Communications: An

International Journal, Vol. 10, No. 4, 285-301.

Roberts, P. W., & Dowling, G. R. (2002). Corporate reputation and sustained superior financial

performance. Strategic Management Journal, Vol. 23, 1077-1093.

Page 65: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

XI

Sashi, C. M. (2012). Customer engagement, buyer-seller relationships, and social media.

Management decision , Vol. 50, No. 2, 253-272.

Schultz, F., & Wehmeier, S. (2010). Institutionalization of corporate social responsibility within

corporate communications: Combining institutional, sensemaking and communication

perspectives. Corporate Communications: An International Journal, Vol. 15, No. 1, 9-29.

Sethi, P. S. (1975). Dimensions of corporate social performance: an analytical framework.

California Management Review, Vol. 17, 58-64.

Skouloudis, A., Evangelinos, K., & Kourmousis, F. (2009). Development of an Evaluation

Methodology for Triple Bottom Line Reports Using International Standards on Reporting.

Environmental Management, Vol. 44, 298-311.

Sullivan, J. (1999). What are the Functions of Corporate Home Pages? Journal of World Business

, 193-210.

Twitter. (2011, September 8). One hundred million voices. Opgeroepen op November 11, 2015,

van About Twitter: https://blog.twitter.com/2011/one-hundred-million-voices

Twitter. (2015, Juni 15). Bedrijf. Opgeroepen op November 11, 2015, van Twitter:

https://about.twitter.com/nl/company

Weigelt, K., & Camerer, C. (1988). Reputation and corporate strategy: a review of recent theory

and applications. Strategic Management Journal, Vol. 9, No. 5, 443-454.

White, C., & Raman, N. (1999). The World Wide Web as a public relations medium: the use of

research, planning, and evaluation in web site development. Public Relations Review, Vol.

25, 405–419.

Williams, S., & Ho Wern Pei, C.-A. (1999). Corporate Social Disclosures by Listed Companies on

Their Web Sites: An International Comparison. The International Journal of Accounting,

Vol. 34, No. 3, 389-419.

Wilmshurst, T. D., & Frost, G. R. (2000). Corporate environmental reporting: A test of legitimacy

theory. Accounting Auditing & Accountibility Journal, Vol. 13, No. 1, 10-26.

Page 66: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

XII

BIJLAGEN

Bijlage 1 : Handleiding

1) Open de Excel-template waarin u alle gegevens verzamelt van de

beursgenoteerde bedrijven op Euronext.

2) Open een nieuw Word-document en sla dit op onder de naam:

“BedrijfsnummerInExcel_BEDRIJFSNAAM”. Hierin verzamelt u alle

gegevens (Print screens/gekopieerde tekst). Dit document wordt enkel

geraadpleegd wanneer er grote verschillen zijn tussen de resultaten van de twee

onderzoekers.

Excel-template

Stap 1: Vertrek vanuit Euronext en klik door naar de aanwezige gegevens over het

geselecteerde bedrijf.

https://www.euronext.com/nl/equities-directory/brussels

Stap 2: Duid in het Excel-template de supersector aan met behulp van het keuzemenu.

Hiervoor baseert u zich op de informatie weergegeven op Euronext volgens de

Industry Classification Benchmark (ICB).

Stap 3: Is er een bedrijfswebsite bekend bij Euronext? *

NEEN, vul 0 in

JA, vul 1 in

Indien JA: Voeg de hyperlink toe aan het tabblad link in de kolom website

Stap 4: Heeft de onderneming een Facebook account?

Start vanop de bedrijfswebsite en zoek een link naar hun Facebook account.

Wanneer u een link gevonden heeft, is dit het officiële account.

Wanneer u geen link gevonden heeft, zoekt u a.d.h.v. de zoekbalk op Facebook

het account van het bedrijf. Dit is het officieuze account.

a. Is het een officieel account? *

NEEN, vul 0 in

JA, vul 1 in

Indien JA: Voeg de hyperlink toe aan het tabblad link in de kolom

Facebook

b. Is het een officieus account? *

NEEN, vul 0 in

JA, vul 1 in

Page 67: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

XIII

Indien JA: Voeg de hyperlink toe aan het tabblad link in de kolom

Facebook

Stap 5: Heeft de onderneming een Twitter account?

Start vanop de bedrijfswebsite en zoek een link naar hun Twitter account.

Wanneer u een link gevonden heeft, is dit het officiële account.

Wanneer u geen link gevonden heeft, zoekt u a.d.h.v. de zoekbalk op Twitter het

account van het bedrijf. Dit is het officieuze account.

a. Is het een officieel account? *

NEEN, vul 0 in

JA, vul 1 in

Indien JA: Voeg de hyperlink toe aan het tabblad link in de kolom

Twitter

b. Is het een officieus account? *

NEEN, vul 0 in

JA, vul 1 in

Indien JA: Voeg de hyperlink toe aan het tabblad link in de kolom

Twitter

Stap 6: Informatieverzameling op de website

Zie ‘WEBSITE’

Stap 7: Informatieverzameling op Facebook

Zie ‘FACEBOOK’

Stap 8: Informatieverzameling op Twitter

Zie ‘TWITTER’

Opmerkingen

* De waarden die kunnen ingegeven worden in het Excel-template zijn beperkt tot

0 en 1 waardoor de kans op meetfouten wordt gereduceerd.

** De waarden die kunnen ingegeven worden in het Excel-template zijn beperkt

van 0 tot 5 waardoor de kans op meetfouten wordt gereduceerd.

*** De waarden die kunnen ingegeven worden in het Excel-template zijn beperkt van

0 tot 3600 seconden waardoor de kans op meetfouten wordt gereduceerd.

Page 68: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

XIV

Website

Duurtijd

(1) Open de hyperlink vanuit het tabblad link in de Excel-template.

(2) De tijd start wanneer de pagina volledig is geladen.

(3) De meting eindigt:

a. Wanneer u een soort van MVO-informatie gevonden heeft.

b. Wanneer u de zoekactie staakt omdat er geen MVO-informatie te vinden is.

(4) Enkel in het geval van 3a, vult u de tijd aan in seconden in de Excel-template. (Max

3600 seconden) ***

a. Afrondingregels:

<0,5 naar beneden afronden

>0,5 naar boven afronden

Aantal levels

(1) Vertrek vanop de homepage. Dit is de pagina die opent nadat u de website heeft

geopend vanuit de Excel-template. De homepage wordt gezien als level 1.

(2) Is er een tabblad aanwezig op de homepage waarvan de titel iets te maken heeft

met MVO (Sustainability, duurzaamheid, environment, milieu, CSR, MVO,

responsibility, verantwoordelijkheid,…)?

a. JA, Het level = 2.

Vul 2 in.

Neem een print screen van de gevolgde weg en sla dit op in het Word-

document.

b. NEEN, Ga naar het tabblad ‘over ons’ of dergelijke.

Is er bij het tabblad ‘over ons’ een onderverdeling waarvan de titel iets te

maken heeft met MVO (Sustainability, duurzaamheid, environment, milieu,

CSR, MVO, responsibility, verantwoordelijkheid,…)

a. JA, Het level = 3.

Vul 3 in.

Neem een print screen van de gevolgde weg en sla dit op in het

Word-document.

b. NEEN, Werk van links naar rechts/van boven naar beneden door

de verschillende menu’s op de website.

Vindt u iets over MVO (Sustainability, duurzaamheid, environment,

milieu, CSR, MVO, responsibility, verantwoordelijkheid,…)?

a. Indien JA: Tel het aantal levels waar u informatie vindt.

Vul het aantal levels in.

Page 69: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

XV

Neem een print screen van de gevolgde weg en sla dit

op in het Word-document. (Max 5 levels)**

b. Indien NEEN: Kan u besluiten dat de onderneming niet

over MVO rapporteert via de website en is het aantal

levels =0. Vul 0 in.

Taal

(1) Duid aan in welke talen de website beschikbaar is:

a. Is er een Nederlandstalige versie? *

NEEN, Vul 0 in

JA, Vul 1 in

b. Is er een Franstalige versie? *

NEEN, Vul 0 in

JA, Vul 1 in

c. Is er een Engelstalige versie? *

NEEN, Vul 0 in

JA, Vul 1 in

Voor de informatie verzameling is Nederlands de eerste, Engels de tweede en

Frans de derde keuze.

Inhoud

(1) Duid aan welke GRI-richtlijnen aanwezig zijn op de website. De indicatoren voor

deze richtlijnen vindt u terug in bijlage van deze handleiding.

Hierbij mag u enkel rekening houden met informatie die het bedrijf expliciet

weergeeft en beschrijft op de website zelf. U mag geen documenten of pdf-

bestanden openen die worden weergegeven op websites.

De zoekopdracht wordt beperkt tot het tabblad genoemd naar een ‘MVO-term’

(Sustainability, duurzaamheid, environment, milieu, CSR, MVO, responsibility,

verantwoordelijkheid,…).

a. Is er informatie te vinden over Environment? *

NEEN, Vul 0 in

JA, Vul 1 in

Indien JA, kopieer de informatie in het Word-document.

b. Is er informatie te vinden over Labour Practices? *

NEEN, Vul 0 in

JA, Vul 1 in

Indien JA, kopieer de informatie in het Word-document.

c. Is er informatie te vinden over Human Rights? *

Page 70: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

XVI

NEEN, Vul 1 in

JA, Vul 0 in

Indien JA, kopieer de informatie in het Word-document.

d. Is er informatie te vinden over Society? *

NEEN, Vul 0 in

JA, Vul 1 in

Indien JA, kopieer de informatie in het Word-document.

e. Is er informatie te vinden over Product Responsibility? *

NEEN, Vul 0 in

JA, Vul 1 in

Indien JA, kopieer de informatie in het Word-document.

(2) Tel het aantal gepubliceerde woorden per richtlijn met behulp van ‘woordtelfunctie’

in het Word-document.

Vul het aantal woorden in de Excel-template in

Page 71: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

XVII

Facebook

Aantal berichten

Enkel de berichten van maximum een jaar terug komen in aanmerking voor dit

onderzoek.

Bijvoorbeeld, u bekijkt vandaag (1 oktober 2015) de Facebook pagina, dan mag u

de periode 2 oktober 2014 t.e.m. 1 oktober 2015 onderzoeken.

(1) Tel het totale aantal berichten die door het bedrijf worden gepost op de Facebook

pagina.

(2) Controleer alle berichten op Facebook en turf het aantal berichten per GRI-richtlijn

a.d.h.v. volgende tabel. De indicatoren voor deze richtlijnen vindt u terug in bijlage

van deze handleiding.

Environment Labour

Practices Human Rights Society

Product

Responsibility

Indien het zelfde bericht in verschillende talen op Facebook wordt geherpost,

wordt deze slechts één keer meegeteld in de telling.

U mag enkel rekening houden met informatie die het bedrijf expliciet weergeeft

en beschrijft op Facebook zelf. U mag geen documenten of links openen die

weergegeven zijn op Facebook.

Neem tot slot een print-screen van de informatie en sla dit op in het Word-

document.

(3) Maak vervolgens een totaal som van het aantal MVO-gerelateerde berichten op

basis van bovenstaande turftabel. Vul dit getal in.

Taal

(1) Duid aan in welke talen de getelde berichten te lezen zijn op Facebook:

a. Wordt er in het Nederlands informatie gepost? *

NEEN, Vul 0 in

JA, Vul 1 in

b. Wordt er in het Frans informatie gepost? *

NEEN, Vul 0 in

JA, Vul 1 in

c. Wordt er in het Engels informatie gepost? *

NEEN, Vul 0 in

JA, Vul 1 in

Page 72: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

XVIII

Voor de informatie verzameling is Nederlands de eerste, Engels de tweede en Frans

de derde keuze.

Inhoud

(1) Beoordeel op basis van bovenstaande turftabel:

a. Is er informatie te vinden over Environment? *

NEEN, Vul 0 in

JA, Vul 1 in

Indien JA, vul vervolgens het aantal berichten in op basis van

bovenstaande tabel.

b. Is er informatie te vinden over Labour Practices? *

NEEN, Vul 0 in

JA, Vul 1 in

Indien JA, vul vervolgens het aantal berichten in op basis van

bovenstaande tabel.

c. Is er informatie te vinden over Human Rights? *

NEEN, Vul 0 in

JA, Vul 1 in

Indien JA, vul vervolgens het aantal berichten in op basis van

bovenstaande tabel.

d. Is er informatie te vinden over Society? *

NEEN, Vul 0 in

JA, Vul 1 in

Indien JA, vul vervolgens het aantal berichten in op basis van

bovenstaande tabel.

e. Is er informatie te vinden over Product Responsibility? *

NEEN, Vul 0 in

JA, Vul 1 in

Indien JA, vul vervolgens het aantal berichten in op basis van

bovenstaande tabel.

Page 73: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

XIX

Twitter

Aantal berichten

Enkel de berichten van maximum een jaar terug komen in aanmerking voor dit

onderzoek.

Bijvoorbeeld, u bekijkt vandaag (1 oktober 2015) de Twitter pagina, dan mag u de

periode 2 oktober 2014 t.e.m. 1 oktober 2015 onderzoeken.

(1) Tel het totale aantal berichten die door het bedrijf worden gepost op de Twitter

pagina.

(2) Controleer alle berichten op Twitter en turf het aantal berichten per GRI-richtlijn

a.d.h.v. volgende tabel. De indicatoren voor deze richtlijnen vindt u terug in bijlage

van deze handleiding.

Environment Labour

Practices Human Rights Society

Product

Responsibility

Indien het zelfde bericht in verschillende talen op Twitter wordt geherpost,

wordt deze slechts één keer meegeteld in de telling.

U mag enkel rekening houden met informatie die het bedrijf expliciet weergeeft

en beschrijft op Twitter zelf. U mag geen documenten of links openen die

weergegeven zijn op Twitter.

Neem tot slot een print-screen van de informatie en sla dit op in het Word-

document.

(3) Maak vervolgens een totaal som van het aantal MVO-gerelateerde berichten op

basis van bovenstaande turftabel. Vul dit getal in.

Taal

(1) Duid aan in welke talen de getelde berichten te lezen zijn op Twitter:

a. Wordt er in het Nederlands informatie gepost? *

NEEN, Vul 0 in

JA, Vul 1 in

b. Wordt er in het Frans informatie gepost? *

NEEN, Vul 0 in

JA, Vul 1 in

c. Wordt er in het Engels informatie gepost? *

NEEN, Vul 0 in

JA, Vul 1 in

Page 74: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

XX

Voor de informatie verzameling is Nederlands de eerste, Engels de tweede en Frans

de derde keuze.

Inhoud

(1) Beoordeel op basis van bovenstaande turftabel:

a. Is er informatie te vinden over Environment? *

NEEN, Vul 0 in

JA, Vul 1 in

Indien JA, vul vervolgens het aantal berichten in op basis van

bovenstaande tabel.

b. Is er informatie te vinden over Labour Practices? *

NEEN, Vul 0 in

JA, Vul 1 in

Indien JA, vul vervolgens het aantal berichten in op basis van

bovenstaande tabel.

c. Is er informatie te vinden over Human Rights? *

NEEN, Vul 0 in

JA, Vul 1 in

Indien JA, vul vervolgens het aantal berichten in op basis van

bovenstaande tabel.

d. Is er informatie te vinden over Society? *

NEEN, Vul 0 in

JA, Vul 1 in

Indien JA, vul vervolgens het aantal berichten in op basis van

bovenstaande tabel.

e. Is er informatie te vinden over Product Responsibility? *

NEEN, Vul 0 in

JA, Vul 1 in

Indien JA, vul vervolgens het aantal berichten in op basis van

bovenstaande tabel.

Page 75: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

XXI

Bijlage 2 : Uitgebreide correlatietabel

1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 12. 13. 13. 14. 15. 16. 17. 18.

1. Grootte Pearson Correlation 1

Sig. (2-tailed)

N 154

2. Duurtijd Pearson Correlation -0,162 1

Sig. (2-tailed) 0,165

N 75 75

3. MVO Pearson Correlation -0,217 ,415** 1

WebLevel Sig. (2-tailed) 0,061 0,000

N 75 75 75

4. AantalWoord Pearson Correlation ,394** -0,113 -0,191 1

WEB_Env Sig. (2-tailed) 0,000 0,333 0,101

N 15 75 75, 154

5. AantalWoord Pearson Correlation ,433** -0,069 -0,027 ,881** 1

WEB_Labour Sig. (2-tailed) 0,000 0,555 0,817 0,000

N 15 75 75 154 154

6. AantalWoord Pearson Correlation ,265** -0,137 -0,070 ,848** ,743** 1

WEB_Human Sig. (2-tailed) 0,001 0,241 0,553 0,000 0,000

N 154 75 75 154 154 154

7. AantalWoord Pearson Correlation ,379** -0,089 -,229* ,875** ,737** ,805** 1

WEB_Society Sig. (2-tailed) 0,000 0,447 0,048 0,000 0,000 0,000

N 154 75 75 154 154 154 154

8. AantalWoord Pearson Correlation ,360** -0,160 -0,140 ,454** ,602** ,266** ,303** 1

WEB_Product Sig. (2-tailed) 0,000 0,171 0,231 0,000 0,000 0,001 0,000

N 154 75 75 154 154 154 154 154

Page 76: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het

XXII

1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 12. 13. 13. 14. 15. 16. 17. 18.

9. AantalBer Pearson Correlation ,345** 0,138 -0,180 ,361** ,400** ,221** ,367** ,534** 1

FB_Env Sig. (2-tailed) 0,000 0,238 0,122 0,000 0,000 0,006 0,000 0,000

N 154 75 75 154 154 154 154 154 154

10. AantalBer Pearson Correlation 0,145 0,078 0,036 0,131 0,137 0,020 0,054 ,305** ,374** 1

FB_Labour Sig. (2-tailed) 0,073 0,505 0,761 0,107 0,089 0,804 0,504 0,000 0,000

N 154 75 75 154 154 154 154 154 154 154

11. AantalBer Pearson Correlation -0,065 0,142 0,223 0,002 -0,033 -0,012 -0,037 -0,038 0,055 ,259** 1

FB_Human Sig. (2-tailed) 0,425 0,223 0,055 0,980 0,684 0,883 0,653 0,637 0,494 0,001

N 154 75 75 154 154 154 154 154 154 154 154

12. AantalBer Pearson Correlation ,355** 0,006 -0,027 ,430** ,486** ,293** ,414** ,550** ,550** ,484** ,191* 1

FB_Society Sig. (2-tailed) 0,000 0,959 0,820 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,017

N 154 75 75 154 154 154 154 154 154 154 154 154

13. AantalBer Pearson Correlation ,249** -0,132 -0,096 ,313** ,431** ,245** ,228** ,634** ,509** ,256** -0,019 ,619** 1

FB_ Product Sig. (2-tailed) 0,002 0,258 0,411 0,000 0,000 0,002 0,004 0,000 0,000 0,001 0,812 0,000

N 154 75 75 154 154 154 154 154 154 154 154 154 154

14. AantalBer Pearson Correlation ,328** 0,207 -0,182 ,509** ,470** ,365** ,542** ,305** ,891** ,211** -0,005 ,382** ,273** 1

TW_Env Sig. (2-tailed) 0,000 0,075 0,118 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,009 0,952 0,000 0,001

N 154 75 75 154 154 154 154 154 154 154 154 154 154 154

15. AantalBer Pearson Correlation ,294** ,308** -0,122 ,433** ,406** ,268** ,432** ,302** ,681** ,538** 0,121 ,433** ,163* ,714** 1

TW_Labour Sig. (2-tailed) 0,000 0,007 0,297 0,000 0,000 0,001 0,000 0,000 0,000 0,000 0,136 0,000 0,044 0,000

N 154 75 75 154 154 154 154 154 154 154 154 154 154 154 154

16. AantalBer Pearson Correlation ,169* ,366** 0,026 0,148 0,119 -0,002 ,191* 0,046 ,528** ,218** ,424** ,201* -0,021 ,651** ,512** 1

TW_Human Sig. (2-tailed) 0,036 0,001 0,822 0,068 0,141 0,979 0,018 0,570 0,000 0,007 0,000 0,012 0,795 0,000 0,000

N 154 75 75 154 154 154 154 154 154 154 154 154 154 154 154 154

17. Aantal Pearson Correlation ,370** 0,065 0,042 ,485** ,466** ,408** ,486** ,385** ,649** ,342** 0,106 ,558** ,439** ,634** ,521** ,381** 1

BerTW_Society Sig. (2-tailed) 0,000 0,579 0,723 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000 0,189 0,000 0,000 0,000 0,000 0,000

N 154 75 75 154 154 154 154 154 154 154 154 154 154 154 154 154 154

18. AantalBer Pearson Correlation ,216** -0,094 -0,039 ,226** ,386** 0,155 0,092 ,655** ,484** ,219** -0,019 ,489** ,957** ,239** 0,145 0,014 ,421** 1

TW_Product Sig. (2-tailed) 0,007 0,420 0,739 0,005 0,000 0,055 0,256 0,000 0,000 0,006 0,819 0,000 0,000 0,003 0,072 0,865 0,000

N 154 75 75 154 154 154 154 154 154 154 154 154 154 154 154 154 154 154

Tabel 23: Uitgebreide correlatietabel

Page 77: MVO rapportering bij Belgische beursgenoteerde bedrijven ...lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/002/273/744/RUG01... · sociale media als communicatiemiddel. Masterproef voorgedragen tot het