35
ghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfgh jklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjkl zxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzx cvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcv bnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbn mqwertyuiopasdfghjklzxcvbnm qwertyuiopasdfghjklzxcvbnmq wertyuiopasdfghjklzxcvbnmqw ertyuiopasdfghjklzxcvbnmrtyui opasdfghjklzxcvbnmqwertyuiop asdfghjklzxcvbnmqwertyuiopas dfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdf ghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfgh jklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjkl zxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzx cvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcv bnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbn mqwertyuiopasdfghjklzxcvbnm qwertyuiopasdfghjklzxcvbnmq wertyuiopasdfghjklzxcvbnmqw Medische termen bij pathologie 19-12-2012 Instructie & Service van Ool

Medische termen bij pathologie termen patologie.pdfalbino = iemand met aangeboren tekort aan pigment albuminurie = eiwituitscheiding in urine algesie = gevoeligheid door pijn allergeen

Embed Size (px)

Citation preview

ghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmrtyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqw

Medische termen bij pathologie

19-12-2012

Instructie & Service van Ool

www.isvo.nl Instructie & Service van Ool [email protected] 1

Inhoudsopgave A ............................................................................................................................................................... 2

B ............................................................................................................................................................... 6

C ............................................................................................................................................................... 7

D ............................................................................................................................................................ 10

E ............................................................................................................................................................. 12

F ............................................................................................................................................................. 13

G ............................................................................................................................................................ 14

H ............................................................................................................................................................ 15

I .............................................................................................................................................................. 17

J .............................................................................................................................................................. 19

K ............................................................................................................................................................. 19

L ............................................................................................................................................................. 19

M ........................................................................................................................................................... 20

N ............................................................................................................................................................ 22

O ............................................................................................................................................................ 22

P ............................................................................................................................................................. 23

Q ............................................................................................................................................................ 27

R ............................................................................................................................................................. 27

S ............................................................................................................................................................. 28

T ............................................................................................................................................................. 30

U ............................................................................................................................................................ 32

V ............................................................................................................................................................. 32

W ........................................................................................................................................................... 33

X ............................................................................................................................................................. 34

Z ............................................................................................................................................................. 34

www.isvo.nl Instructie & Service van Ool [email protected] 2

A

abces = ophoping van pus in een van tevoren niet bestaande holte

abdomen = buik

ablatio retinae = het loslaten van het netvlies

abortivum = middel tot het opwekken van een miskraam, vruchtafdrijvend middel

abortus = miskraam

abortus incompletus = onvolledige miskraam

abortus provocatus = kunstmatig opgewekte miskraam

accident = ongeval

acetonurie = aanwezigheid van aceton in urine

achloorhydrie = het ontbreken van een spijsverteringssap

achromasie = kleurblindheid

achylia = afscheiding van zoutzuurvrij maagsap

aciditeit = zuurgraad

acidum = zuur (medische term)

acne vulgaris = puistvormige ontsteking van de talgklieren

acrocyanose = blauwe verkleuring van uitstekend lichaamsdelen (neus, kin, handen, voeten)

acuut = plotseling beginnend en snel verlopend

Adam-Stokes aanvallen = korte aanvallen van plotselinge bewusteloosheid als gevolg van hartritmestoornissen

adenitis = klierontsteking

adenoïd = neusamandel

adenotomie = verwijderen/verkleinen van adenoïden

adhesie = vergroeiing, verkleving

adipositas = vetzucht

adjuvans = middel ter versterking van de werking van een geneeswijze

adnexitis = ontsteking van de adnexum

adnexum = eierstok met bijbehorende eileider

adstringens = samentrekkend middel, looiend middel

aequaal = gelijk en gelijkmatig (van de pols)

aërofagie = luchthappen

Terug naar boven

www.isvo.nl Instructie & Service van Ool [email protected] 3

afasie = stoornis in het spraakcentrum

afebriel =koortsvrij

afte = klein pijnlijk zweertje aan de slijmvliezen van de mond

agens = werkzame factor

agglutinatie = samenklontering

aids = Acquired Immune Deficiency Syndrome

albino = iemand met aangeboren tekort aan pigment

albuminurie = eiwituitscheiding in urine

algesie = gevoeligheid door pijn

allergeen = overgevoeligheidsstof, stof die afweerreactie veroorzaakt

allergie = overgevoeligheid

alopecia = kaal(hoofdig)heid

alternans = afwisselend

alternerend = afwisseling

Alzheimer, ziekte van = de meest voorkomende oorzaak van dementie

amalgaam = verbinding van kwik met een andere metaal

amaurosis = blindheid

amblyopie = een lui oog

ambulant = lopend, niet bedlegerig

amenorroe = uitblijven van de menstruatie

amnesie = geheugenverlies

amoebe = eencellig diertje

amoeben dysenterie = een ernstige ingewandziekte door eencellige diertjes

ampul = dicht gesmolten glazen flesje

ampulla recti = het verwijde uiteinde van de endeldarm, waarin de ontlasting verzameld wordt

amputatie = geheel of gedeeltelijk afzetten van een lichaamsdeel

anaciditeit = ontbreken van zoutzuur in de maag

anaëroob = zonder behoefte aan zuurstof

analgesie = pijnloosheid

analgeticum = pijnstillend middel

analyse = onderzoek, ontleding

anamnese = ziektegeschiedenis

Terug naar boven

www.isvo.nl Instructie & Service van Ool [email protected] 4

anastosmose = natuurlijke verbinding tussen twee bloedvaten, kunstmatige verbinding tussen twee ingewanden (antero anastosmose)

anemie = tekort aan hemoglobine, bloedarmoede

anesthesie = gevoelloosheid of gevoelloos maken

anestheticum = gevoelverdovend middel

aneurysma = zakvormige verwijding van het bloedvat, vaatzak

angina = elke ziekte die met gevoel van verstikking gepaard gaat

angina pectoris = bij aanvallen optredende hevige pijn in de hartstreek

angioom = vaatgezwel

anomalie = afwijkend, abnormaliteit

anopheles = malariamug

anorexie = gebrek aan eetlust

antacidum = zuurbindend middel

antagonist = in tegengestelde werkende stof, spier of zenuw

anthelminticum = wormdodend middel

anthrax = miltvuur (een infectieziekte)

anti = tegen

antibioticum = product van levend organisme dat bacteriën in het lichaam doodt of hun groei remt

anticoagulantia = stoffen die de stolbaarheid van bloed verminderen

anti-emiticum = middel tegen braken

antiflogisticum = ontstekingsremmend middel

antigeen = stof die bij inspuiting vorming van antilichamen ten gevolgen heeft

antigenen = lichaamsvreemde stoffen die een afweerreactie veroorzaken

antihistaminicum = middel dat de werking van histamine in het organisme tegengaat. Histamine ontstaat bij allergische aandoeningen

antilichaam = stof i het bloed, gemaakt of ingespoten als afweer tegen antigenen

antimycoticum = geneesmiddel tegen schimmels

antiperistaltiek = peristaltiek of darmbeweging tegengesteld aan de normale richting

antisepticum = bacteriedodende stof voor lokaal, uitwendig gebruik

antitoxine = tegengif

anurie = het uitblijven van het urineren; minder dan 100ml urine in 24 uur

Terug naar boven

www.isvo.nl Instructie & Service van Ool [email protected] 5

anus = aars, uitmonding endeldarm

anus preaternaturalis = een kunstmatig aangelegde anus

apoplexie = beroerte (herseninfarct)

appendectomie = operatieve verwijdering van de appendix

appendicitis = ontsteking van de appendix

appendix = wormvormig aanhangsel van de blindedarm

applicatie = aanwending, toepassing

aritmie = onregelmatig hartritme

arteriografie = door gebruik van een contrastvloeistof wordt het lumen (holte, opening) van de arterie op een röntgenfoto zichtbaar

arteritis = slagaderontsteking

arthritis = gewrichtsontsteking

arthrose = gewrichtsdegeneratie

artificieel = kunstmatig

artrodese = operatieve verstijving van een gewricht

artoplastiek = kunstmatige vormen van een nieuw gewricht

ascaris = spoelworm

ascites = ophoping van vrij vocht in de buikholte

asepsis = vrij zijn van ziektekiemen

aspermie = het ontbreken van zaadcellen

asphyxie = schijndood

astasie = onvermogen om te staan

astigmatisme = onregelmatige bolling van het oog

astma = een ziekte gekenmerkt door dyspnoe t.g.v. vernauwing in de luchtwegen

ataxie = coördinatiestoornis van de spieren

atelectase = onvolledig ontplooiing van de longblaasjes

atheroomcyste = talgklierzwelling met ophoping van vocht

atresie = afwezigheid van normale opening (anus, mond)of buisvormig orgaan

atrofie = vermindering in volume van weefsel

attaque = beroerte ()apoplexie)

attest = doktersverklaring

aura = het waarnemen van schitteringen/flikkeringen/vlekken (bij migraine)

Terug naar boven

www.isvo.nl Instructie & Service van Ool [email protected] 6

ausculatie = het beluisteren van geluiden die in het lichaam worden gevormd

auto- = zelf

autoclaaf = stoomsterilisator onder verhoogde druk

autoplastiek = het overbrengen van weefsel van de ene naar de andere plaats bij de patiënt

autopsie = lijkschouwing, sectie

avitaminosen = gebrek aan vitaminen

azoöspermie = afwezigheid van levende zaadcellen in sperma

B

bacillus = bacil of bacterie

bactericide = bacteriedodend

bacterie = eencellige ziekteverwekkers/ziektekiem

bacteriëmie = aanwezigheid van bacteriën in de bloedbaan

bacteriofaag = uiterst klein levend wezen dat bacteriën opeet

bacteriologie = de leer van bacteriën

balanitis = ontsteking van de eikel en voorhuid

bandage = heelkundig verband

benigne = goedaardig

beri-beri = ziekte ontstaan door gebrek aan vitamine B1

besmetting = het binnendringen van ziekteverwekkers in het lichaam

bili- = gal

biliair = galachtig

bindweefsel = fibroom

bloedvaten = hemangioom

borborygmi = overmatig darmgeruis/borrelen van de buik

botulisme = voedselvergiftiging

brachialgie = (zenuw)pijn in de arm

bradycardie = langzame hartwerking

bronchiëcstasie = ziekelijke verwijding van de luchtpijptakken

bronchiolitis = ontsteking van de fijnste takjes van de luchtpijp (de bronchioli)

Terug naar boven

www.isvo.nl Instructie & Service van Ool [email protected] 7

bronchografie = het maken van röntgenfoto's van de luchtwegen met een contrastvloeistof

bronchopneumonie = combinatie van bronchitis en pneumonie

bronchoscopie = inwendig bekijken van de luchtpijp(takken)

bulla = blaas gevuld met vocht

C

ca = zeer gangbare afkorting van carcinoom

cachexie = uitputtingstoestand

calicot = fijne katoenen verbandstof

callus = het weefsel dat bij de genezing ontstaat tussen de breukvlakken van een gebroken bot

calor = warmte

cambric = een soort stevige verbandstof

campylobacter = voedselvergiftiging

capaciteit = kracht of bevattingsvermogen

capsula = omhulsel

cara = chronische aspecifieke respiratiore aandoening

carbunculus = karbonkel, negenoog; steenpuist die groter en ernstiger is dan een gewone steenpuist.

carcinofobie = kankervrees

carcinoom/carcinoma = kwaadaardige tumor vanuit epitheel

cardiogram = registratie van elektrische processen in hartspier

cariës = aantasting van het gebit

castratie = ontmanning of ontvrouwing door operatief verwijderen van de teelbalen of eierstokken

casuïstiek = bespreking van ziektegevallen

casus = geval

cataract = staar, ooglensvertroebeling

catarre = slijmvliesontsteking

catgut = hechtmateriaal van schapendarm

causa = oorzaak

cavérne = holte in de longen bij TBC

Terug naar boven

www.isvo.nl Instructie & Service van Ool [email protected] 8

cerumen = oorsmeer

chemotaxis = de beweging van cellen naar een bepaalde plaats, waar zich micro-organismen (bacteriën) bevinden

chemotherapeuticum = scheikundig samengesteld geneesmiddel , dat speciaal de bacteriegroei of tumorgroei remt

chemotherapie = het gebruik van chemotherapeutica

Cheyne-Stokes ademhaling = cyclisch ademhalingspatroon, waarbij perioden van hyperpnoe en apnoe geleidelijk in elkaar overgaan

chirurgie = heelkunde

chlamydia = een SOA met waterige afscheiding

chloroform - verdoven middel

chol- (zie bili-) = m.b.t. gal

cholangitis = ontsteking van galwegen

cholecystectomie = operatieve verwijdering van de galblaas

cholecytsitis = galblaasontsteking

cholelithiasis = het hebben van galstenen

cholestase = afvloedbelemmering van de gal

cholurie = uitscheiding van galkleurstoffen met de urine

chronische bronchitis = blijvende ontsteking van de luchtpijptakken met overmatige slijmproductie

chylus/chyl = vethoudende darmlymfe

cicatrix = litteken

cilinders = de cilindervormige bestanddelen die bij sommige nierziekten in de urine worden aangetroffen

circumcisie = besnijdenis, verkorting van de voorhuid van de penis

cirrhosis = leverziekte

claudicatio intermittens = pijn in het been door zuurstofgebrek optredend bij lopen, verdwijnend in rust; ook wel: etalageziekte

clearance = klaring van een stof uit het bloed

climacterium = overgangsjaren van een vrouw

clonus = kramp

clysma = via anus in de darm spuiten van een vloeistof

coagulum = stolsel

cocci = ronde bacteriën

coccus = ronde bacterie

Terug naar boven

www.isvo.nl Instructie & Service van Ool [email protected] 9

cochlear = lepel (in recepten afgekort tot c.)

colitis ulcerosa = chronische ontsteking van slijmvlies van de dikke darm

collaps = instorting

colloïd = bloedeiwit

colostrum = eerste moedermelk

colpitis = schedeontsteking

coma = toestand van bewusteloosheid op organische basis waarbij patiënt ook na het toedienen van krachtige stimuli niet aanspreekbaar is

comedo = mee-eter

commensaal = kostganger

commensalisme = de situatie waarin twee organismen samenleven en waarbij de een daar voordeel van heeft en de ander geen nadeel

commotio (cerebri) = hersenschudding

compressie - samendrukken

conceptie = bevruchting

concrement = klein steentje, gruis, stukje vaste stof

condensor = onderste lenzenstel voor microscoop

congenitaal = aangeboren

congestie = overmatige bloedvulling van huid/orgaan

conjuctivitis = oogbindvlies ontsteking

conservatief = behandeling die uitgaat van eigen herstellend vermogen

consolidatie = versteviging, aaneengroeiing van de breukvlakken bij botbreuken

constipatie = verstopping hardlijvigheid

constitutie = gestel, aanleg

consult = raadpleging

continentie = het vermogen om urine op te houden

contra = tegen

contractuur = verkorting

contra-indicatie = aanwijzing dat bepaalde geneesmiddelmethode werkt

contrastvloeistof = vloeistof die zich op de röntgenfoto duidelijk aftekent

contusie = kneuzing

convulsie = stuip

Terug naar boven

www.isvo.nl Instructie & Service van Ool [email protected] 10

COPD = Chrinic Obstructive Pulmenary Diseases; chronische bronchitis en longemfyseem

coronair-sclerose = verharding van de kransslagaderen

corpus aliena = vreemd voorwerp

coryza = verkoudheid

crepitatie = knisperend geluid

crisis = beslissend ogenblik in ziekte

Crohn, ziekte van = chronische ontsteking van alle lagen van de dikke darmwand

crusta = korstjes

cryptorchisme = het (nog) niet ingedaald zijn van de teelballen in de balzak

curatief = genezend

curretage = het wegkrabben van slijmvlies (schoonmaken van baarmoeder)

cutaan = via de huid

CVA - Cerebro Vasculair Accident: aantal stoornissen van de doorbloeding van de hersenen

cyanose = blauwe verkleuring van de huid/slijmvliezen door zuurstofgebrek

cyste = holte gevuld met vocht

cystitis = blaasontsteking

cystoscoop = blaaskijker

cytostaticum = stof die remmend werkt op de celgroei

D

decompensatio cordis = hartfalen, hartzwakte, tekortschieten van pompfunctie van het hart

decompressie = opheffing van verhoogde druk

decubitus = doorliggen

defaecatie = ontlasting

defect = gebrek, tekort

defense = reflectorische spierspanning

deficiëntieziekte = ziekte veroorzaakt door een tekort

degeneratie = ontaarding; onomkeerbare achteruitgang

dehydratie = tekort aan lichaamsvocht

Terug naar boven

www.isvo.nl Instructie & Service van Ool [email protected] 11

dermatitis = huidontsteking

dermatologie = leer van de huidziekte

dermatose = huidaandoening

desensibiliseren = ongevoelig maken voor bepaalde invloeden

desinfectie = ontsmetting

di- = twee

diabetes insipidus = een tekort aan ADH

diabetes mellitus = suikerziekte

diagnose = herkenning, onderscheiding van ziekte

diathermie = elektrische weefselverwarming dmv hoogfrequente (wissel)stroom

differentiëren = tellen van de verschillende soorten witte bloedlichaampjes in een bloeduitstrijkje

diffuus = verspreiden

difterie = besmettelijke keelziekte

diparese = gedeeltelijke verlamming van beide lichaamshelften

diplegie = totale verlamming van beide lichaamshelften

diplopie = dubbel zien

distorsie = verstuiking

diureticum = urineafdrijvend middel

diverticulitis = ontsteking van divertikels

diverticulose = aanwezigheid van zakvormige uitstulpingen in de wand van een hol orgaan

dolor = pijn

dosis = hoeveelheid

dosis letalis = dodelijke dosis

dragee = versuikerde pil of tablet

drainage = het afvoeren van wondvocht door buisjes of gaasstroken

druppelinfectie = besmetting via druppeltjes

duodenitis =ontsteking van de twaalfvingerige darm

duodenum = twaalfvingerige darm

dysenterie = darmstoornis

dysfagie = moeilijk slikken

dysmenorroe = pijnlijke menstruatie

Terug naar boven

www.isvo.nl Instructie & Service van Ool [email protected] 12

dyspepsie = opgeblazen gevoel

dyspnoe = kortademigheid, bemoeilijkte ademhaling, benauwdheid

dyspnoe d'effort = inspanningskortademigheid

dystrofie = groeistoornis

E

eclampsie = epileptisch insult, kruipstuipen

eczema = eczeem

effusie = loopoor; afscheiding uit de gehoorgang

elektrocardiogram = registratie van de elektrische processen in de hartspier (ECG)

elektrocoagulatie = met elektrische stroom stollen van bloedingenvan weefsel

elektrode = pool van elektrische cel

elektro-encefalogram = registratie van de elektrische processen in de hersenen (EEG)

eliminatie = verwijdering

embolie = verstopping van een embolus

embolus = luchtbel, bloedstolsel, weefselstukje of vetbolletje meegevoerd door het bloed

emfyseem = blijvend verlies van elasticiteit van luchtwegen, cara

empyeem = ophoping van pus in een bestaande holte

encephalitis = hersenontsteking

endemie = streekgebonden, besmettelijke ziekte

endogeen = van binnen uit

endometriose = aandoeningen met woekeringen van baarmoederslijmvlies buiten de baarmoeder

endometritis = ontsteking van het baarmoederslijmvlies

endoscoop = instrument ter bezichtiging van inwendige organen

enteraal = via de spijsvertering

enuresis nocturna = nachtelijk bedwateren

epicondylitis = tenniselleboog

epicrise = overzicht van de ziektegeschiedenis

epidemie = het zich snel verspreiden en zich voordoen van een ziekte

Terug naar boven

www.isvo.nl Instructie & Service van Ool [email protected] 13

epididymitis = bijbalontsteking

epigastricum = bovenbuik

epilepsie = vallende ziekte

epileptiform/epileptoïd = epilepsieachtig

epileptisch insult = aanval van vallende ziekte, toeval

episiotomie = door insnijding van huid en vaginaal slijmvliezen verwijden van nauwe schede-uitgang bij baring

epistaxis = neusbloeding

erosie = oppervlakkige zweer, aanvreting

erysipelas = wondroos, besmettelijke huidziekte

erytheem = huiduitslag: rode plekken op de huid (niet scherp begrensd)

erythema infectiosum = vijfde ziekte

esculaap = doktersembleem

etiologie = ziekteoorzaak, leer der ziekteoorzaak

EUG = extra-uteriene graviditeit; buitenbaarmoederlijke zwangerschap

euthanasie = het opzettelijk bespoedigen van de dood om meer lijden te voorkomen

exacerbatie = periode van verslechtering

exantheeem = huiduitslag (scherp begrensd)

exanthema subitum = zesde ziekte

excisie = uitsnijden

excreta = afvalstoffen, ontlasting

exogeen = afkomstig van buiten het lichaam

exophtalmus = het uitpuilen van het oog

expectorans = hoestmiddel

expiratie = uitademing, afloop

exsudaat = het uit de bloedbaan getreden vocht bij een ontsteking, wondvocht

extirpatie = operatieve verwijdering

F

facialis parese = verlamming van de aangezichtspieren

faecaal braken = braken van ontlasting

farmacologisch = met medicijnen

Terug naar boven

www.isvo.nl Instructie & Service van Ool [email protected] 14

febris = koorts

fenomeen = verschijnsel

fibrilleren = chaotische, ongecoördineerde hartactie

fibroom = goedaardig bindweefselgezwel

fissuur = spleet, kloofje, scheurtje

fistula of fistel = aangeboren of verkregen abnormale verbinding van een lichaamsholte onderling; buisvormige zweer

flatus = wind

floride = bloeiend, van een ziekte; hevig

fluctuatie = golvend gevoel bij indrukken van abcessen en met vocht gevulde holten

fluor albus = witte vloed

fluxus = vloeiing, bloedvloeiing

foetor ex ore = stank uit de mond door een pathologische aandoening

forceps = verlostang

forcipale extractie = tangverlossing

formula = voorschrift, recept

fractuur = botbreuk

fungicide = schimmeldodend middel

furunculus = steenpuist

fysiotherapie = lichamelijke therapie

fysisch = natuurkundig

functio laesa = verstoorde functie

G

galactose = melksuiker

galvanisatie = behandeling met constante stroom

gangreen = afsterving en rotting van weefsel

gargarisma = gorgeldrank

gastritis = maagontsteking

gastro-enteritis = ontsteking van de wand en ingewanden

gastroscoop = maagkijker

gastroscopie = inwendig maagonderzoek met maagkijker

Terug naar boven

www.isvo.nl Instructie & Service van Ool [email protected] 15

genua valga = X-benen

genua vara = O-benen

geriatie = leer van ziekten van bejaarde mensen

gerontologie = wetenschap van ouderdom

glaucoma / glaucoom = groene staar, verhoogde oogboldruk

glottis = stemspleet

glottis oedeem = zwelling van de stemspleet

glucosurie = glucose in urine

glue ear = lijmoor; afscheiding uit het middenoor

gonnorhoe = druiper, soa

gynaecologie = leer van de vrouwenziekten

gynaecomastie = vergroting van de melkklier van de man

H

habitueel = regelmatig voorkomend, zich herhalend

haemophilus influenza = bacterie die meningitis kan veroorzaken

helminthes = wormen

heminthiasis = door wormen veroorzaakte ziekte

hemangioom = wijnvlek; benigne tumor van bloedvaatjes in de huid

hematemesis = bloedbraken

hematogeen = door de bloedbaan

hematoom = bloedgezwel, bloeduitstorting

hematurie = aanwezigheid van bloed in urine

hemianopsie = wegvallen van het halve gezichtsveld

hemiparese = halfzijdige, gedeeltelijke verlamming

hemiplegie = halfzijdige, totale verlamming

hemofilie = bloederziekte

hemogram = overzicht van de samenstelling van het bloed

hemoptoë = ophoesten van bloed

hemorragie = hersenbloeding

hemorrhoïden = aambeien

hemostaticum = bloedstelpend middel

Terug naar boven

www.isvo.nl Instructie & Service van Ool [email protected] 16

hepatitis = leverontsteking

hernia = uitstulping

hernia diafragmatica = middenrifbreuk

hernia inguinalis = liesbreuk

hernia nuclei = uitstulping van de nucleus pulpopus

hernia nuclei pulposie = kern van de tussenwervelschijf, in het wervelkanaal

herpes = virus met uit kleine blaasjes bestaande uitslag als gevolg

herpes labialis = liproos

herpes zoster = gordelroos

hirsutisme = het bestaan van een mannelijk beharingspatroon bij een vrouw

histamine = stof die een rol speelt bij een allergische reactie

historia morbi = ziektegeschiedenis

hordeolum = ooglidabcesje, strontje

hydrocephalus = waterhoofd

hydrofiel = gemakkelijk vocht opnemend

hydrokèle = met vocht gevulde holte, waterbreuk

hyper- = boven, overmatig, verhoogd

hyperemesis = overmatig braken

hyperglycemie = te hoog bloedsuikergehalte

hyperkyfose = een te bolle rug

hyperlordose = een te holle rug

hypermenorroe = menstruatie met te veel bloedverlies

hypermetropie = verziendheid

hyperplasie = overmatige groei en ontwikkeling door toename van het aantal cellen

hyperpnoe = te diepe ademhaling

hypertensie = verhoogde arteriële bloeddruk

hyperthyreoïdie = te sterke werking van de schildklier

hypertrofie = bovenmatige groei zonder celvermeerdering

hypnoticum = slaapmiddel

hypofunctie = verminderde werking

hypoglycemie = te laag bloedsuikergehalte

hypoplasie = onvoldoende groei en ontwikkeling

Terug naar boven

www.isvo.nl Instructie & Service van Ool [email protected] 17

hypopnoe = te oppervlakkige ademhaling

hypotensie = te lage bloeddruk

hypothyreoïdie = te zwakke werking van de schildklier

hypotonie = te geringe spanning

hypoxie = te weinig zuurstof in weefsels

hysterectomie = operatieve verwijdering van de baarmoeder

I

icterus = geelzucht

ileum = kronkeldarm

immobilisatie = onbeweeglijk maken

immunisatie = het onvatbaar maken tegen een ziekte

immuniteit = verminderde vatbaarheid

immuniteit = onvatbaarheid

impetigo vulgaris = bacteriële, puisterige huiduitslag

implantatie = het inbrengen van levend weefsel om het daar vast te laten groeien

impotentia = onvermogen

impotentia coeundi = onvermogen van de man om de geslachtsdaad te verrichten

impotentia generandi = onvermogen van de man om te bevruchten

in situ = ter plaatse

incidentie = het aantal nieuwe gevallen van een ziekte in een bepaalde populatie in een bepaalde periode

incisie = insnijding, snede

incontinentia/incontinentie = onvermogen om urine of faeces op te houden

incontinentia urinae = onvrijwillige urinelozing

incubatietijd = de tijd die loopt van de besmetting tot het uitbreken van de eerste verschijnselen van de infectieziekte

indicatie = aanwijzing tot bepaalde behandeling

indigestie = spijsverteringsstoornis

infarct = weefselversterf door embolie of trombose

infaust = ongunstig

Terug naar boven

www.isvo.nl Instructie & Service van Ool [email protected] 18

infectie = het vermeerderen en verspreiden van ziekteverwekkers in het lichaam

infiltraat = door ontstekingsproducten gezwollen weefsel

influenza = griep

infusie = ingieting, infuus

infuus = het toedienen van vloeistoffen of bloed onder de huid, in bloedvaten of lichaamsholten

injectie = inspuiting

inoperabel = niet meer opereren

inspiratie/inspirium = inademing

insufficientia = onvoldoende werking, ontoereikend, insufficiëntie

insuline = hormoon dat hoeveelheid suiker in het bloed verlaagt

insult = aanval, o.a. van epilepsie

integraal = geheel

intern = inwendig

intestina = ingewanden

intoxicatie = vergiftiging

intra = in, binnen

intra-arterieel = in een slagader

intra-cutaan = in de huid

intra-musculair = in een spier

intra-veneus = in een ader

intubatie = inbrengen van buisjes in het strottenhoofd

invaginatie = instulping

iritis = regenboogvliesontsteking

irreponibel = niet op z'n plaats te krijgen

ischemie = onvoldoende bloeding van weefsel of orgaan

ischias = neuralgie van heupzenuw

itereren = herhalen van een recept

IUD = spiraaltje of schildje in de uterus om zwangerschap te voorkomen

Terug naar boven

www.isvo.nl Instructie & Service van Ool [email protected] 19

J

julapium = eetlust opwekkend drankje, waarin een zuur met een stroopje zit

K

kadaver = lijk

karbunkel = negenoog; steenpuist die groter en ernstiger is dan een gewone steenpuist

katheter = buis, o.a. om urine uit de blaas weg te laten lopen

keratitis = hoornvliesontsteking

klierweefsel = adenoom

koliek = aanval van heftige krampende pijn, die gepaard gaat met bewegingsdrang

koorts = verhoging van lichaamstemperatuur boven de 38 graden Celsius

kraakbeen = chondroom

Kussmaulse ademhaling = diepe en snelle ademhaling bij comapatiënt

L

lancet = chirurgisch mes

laparotomie = buiksnede, buikoperatie

laryngitis = strottenhoofdontsteking

laryngitis subglottica = pseudo kroep

latent = sluimerend, verborgen

lavement = darmspoeling

laxans = purgeer- of afvoermiddel

lege artis = volgens de regels van de kunst

lesie/laesie = beschadiging

letaal = dodelijk

letaliteit = sterfte

leukemie = kwaadaardige bloedziekte, woekering van witte bloedlichaampjes

leukocytose = toegenomen bloedconcentratie leukocyten

Terug naar boven

www.isvo.nl Instructie & Service van Ool [email protected] 20

leukopenie = afgenomen bloedconcentratie leukocyten

liniment = smeersel

lipoom = goedaardig vetgezwel

lithiasa = steenvormig

logopedie = spraakonderwijs

lokaal anestheticum = plaatselijke verdoving

lotio = vloeistof voor wassingen

lues =syfilis, soa

lumbaalpunctie = aftappen van vocht rond het ruggenmerg

lumbago = spit, lendenschot

luxatie =ontwrichting

Lyme-siekte = tekenziekte

lymfadentitis = lymfeklierontsteking

lymfagioom = goedaardig gezwel vanuit de lymfevaten

lymfangitis = lymfevatontsteking

lymfoom = gezwel of zwelling van lymfeklieren

lymfopenie = afgenomen bloedconcentratie van lymfocyten

lipoom = vetweefsel

M

macula = kleine vlek

malaria = ziekte veroorzaakt door protozoa

maligne = kwaadaardig

mammografie = röntgenfoto van een borst

mandrijn = sonde, metaaldraad in katheters, canules, (injectie)naalden

Mantoux-reactie = test om tbc te diagnosticeren

mastitis = borstontsteking

mastoïditis = rotsbeenontsteking

mastopathie = pijnlijkheid en gevoeligheid van de borsten

melaena = teerontlasting

melanoom = maligne tumor van pigmentcellen

meningitis = hersenvliesontsteking

Terug naar boven

www.isvo.nl Instructie & Service van Ool [email protected] 21

meningokok = bacterie die meningitis kan veroorzaken

meniscuslaesie = voetbalknie, scheurtjes in de meniscus

menopauze = het ophouden van de menstruatie aan het eind van de geslachtsrijpe leeftijd

menorragie = langdurige menstruatie

metastase = uitzaaiing, secundair gezwel

metrorragie = onregelmatige menstruatie

migraine = schele hoofdpijn

mitella = draagdoek voor arm

mono- = één

monoparese = gedeeltelijke verlamming van één lichaamsdeel

monoplegie = totale verlamming van één lichaamsdeel

monstrum = misgeboorte, monster

morbide = ziekelijk

morbiditeit = ziektecijfer

morbilli = mazelen

morbus = ziekte

mors = dood

mortificatie = afsterving

multiple sclerose = ruggenmergziekte

musculair diarrhoe/diarree = buikloop, frequente en vloeibare ontlasting

myalgie = spierpijn

mycose = schimmelinfectie

mycosis = schimmelziekte

mydraticum = pupilverwijdende stof

myocarditis = hartspierontsteking

myodegeneratio = spierontaarding

myoom = goedaardig spiergezwel

myopie = bijziendheid

myxoedeem = slijmophoping in de huid

Terug naar boven

www.isvo.nl Instructie & Service van Ool [email protected] 22

N

naevus pigmentosus = (moeder)vlek

narcose = bedwelming

necrose = weefselversterf

nefrectomie = het operatief verwijderen van een nier

nefritis = nierontsteking

nefrolithiasis = niersteenziekte

nefrose = degeneratieve nierziekte

nefrotisch syndroom = toestand gekenmerkt door een zodanig eiwitverlies in de urine dat er een eiwittekort ontstaat

nefrotomie = opensnijden van een nier

nelaton = slappe katheter

neoplasma = nieuwvormig gezwel

neuralgie = zenuwpijn

neuritis = zenuwontsteking

neurologie = leer van de zenuwziekten

neuropathie = zenuwbeschadiging

nodus = knobbeltje (in de lederhuid)

NSAID'S = niet-steroïde ontstekingsremmers

nycturie = nachterlijke mictie

nystagmus = onwillekeurig draaien van de oogbol

O

obductie = lijkschouwing, sectie

obesitas = vetzucht, zwaarlijvigheid

observatie = waarneming

obsoleet = verouderd

obstetrie = verloskunde

obstipans = stopmiddel

obstipatie = bemoeilijkte stoelgang

occult = verbogen, latent

occulte bloeding = verlies van kleine hoeveelheid bloed met de ontlasting

Terug naar boven

www.isvo.nl Instructie & Service van Ool [email protected] 23

oedeem = een abnormale toename van het interstitiële vocht

oedeem = vochtophoping in een weefsel

oese / öse = lis, oogje van platina (gebruikt bij microscopie en bacteriologie)

oesofagitis = slokdarmontsteking

oftalmologie = oogheelkunde

ofthalmoscoop = oogspiegel

oligomenorroe = lange menstruatiecyclus

oligurie = te weinig urineafscheiding

oraal = via de mond

orchitis = teelbalontsteking

orthopedie = leer van de misvorming van het beender- en spierstelsel

osteo- = mbt het been

osteomyelitis = beenmergonsteking

osteoporose = botontkalking

ostitis = botontsteking

otitis = oorontsteking

otitis externa = buitenoorontsteking

otitis media = middenoorontsteking

otoguttae = oordruppels

otologie = oorheelkunde

otosclerose = verkalking van de gewrichtjes van de gehoorbeentjes waardoor doofheid ontstaat

otoscoop = oorspiegel

oxyuren = aarsmade

oxyuris = ingewandswormpje, aarsmade

P

pacemaker = apparaat om door elektrische stroompjes de hartwerking op peil te houden

palliativium = verlichting, maar geen genezing brengend middel of ingreep

palpatie = betasting

panaritium = fijt, zwerende vinger/teen

pandemie = zeer ver verbreide epidemie (in meer landen tegelijk)

Terug naar boven

www.isvo.nl Instructie & Service van Ool [email protected] 24

panniculus adiposus = onderhuidse vetlaag

papula = knobbeltje in de opperhuid

paracentese = doorprikken van het trommelvlies

paralyse = totale verlamming

paramedisch = grenzend aan het terrein van de geneeskunde

paraparese = gedeeltelijke verlamming van beide benen

paraplegie = totale verlamming van beide benen

parasitisme = de situatie waarbij het ene organisme leeft ten koste van een ander

paratyfus = buiktyfus

parenteraal = buiten de spijsvertering om

parese = gedeeltelijke verlamming

parethesie = spontane gevoelens van tintelen en prikken

paronichia = ontsteking om de nagel, nagelwalomloop

parotis = oorspeekselklier

parotitis = ontsteking van de oorspeekselklier

paroditis epidemica = de bof

pathogeen = ziekteverwekkend

pathogenese = ziekteoorzaak, wijze van ontstaan van een ziekte

pathologie = ziekteleer

pathologische anatomie = ziektekundige ontleedkunde

pediatrie = kindergeneeskunde

pediculus captis = hoofdluis

pediculus pubis = schaamluis

per = door

per anum = door de endeldarm

per oraal = door de mond

per rectum = door de endeldarm

per acuut = zeer acuut

perchondritis = kraakbeenvliesontsteking

percussie = bekloppen

percutaan = door de huid heen

perforatie = doorbraak

Terug naar boven

www.isvo.nl Instructie & Service van Ool [email protected] 25

peri-arteritis = ontsteking om een arterie heen

pericarditis = hartzakontsteking

periostitis = beenvliesontsteking

peritonium = buikvlies

peritonitis = buikvliesontsteking

pernicieuze anemie = bloedarmoede door tekort aan vitamine B12

pertussis = kinkhoest

petechiën = kleine puntbloedingen

Pfeiffer, ziekte van = klierkoorts

pharyngitis = keelontsteking

phimosis = voorhuidsvernauwing

phlebitis = aderontsteking

phlegmone = voortschrijdende celweefselontsteking

pilula = pil

placebo = geneesmiddel zonder farmacologische werking

plastiek = operatie waarbij verkloren gegaan of verscheurd deel nieuw wordt gevormd of hersteld

-plegie = totale verlamming (achtervoegsel)

pleuritis = borstvliesontsteking

pneumectomie = het verwijderen van een long

pneumonie = longontsteking

pneumothorax = klaplong

polarimeter = toestel om het suikergehalte van de urine te bepalen

poliepo = gesteeld gezwel

polio = kinderverlamming

poliomyelitis = kinderverlamming

pollakisurie = veelvuldige urinelozing

polyposis coli = (dikke)darmpoliepen

polypragmasie = de neiging om te veel verschillende behandelingen op een patiënt toe te passen

polysurie = vaak plassen

polyurie = toegenomen urineafscheiding

post = na

Terug naar boven

www.isvo.nl Instructie & Service van Ool [email protected] 26

postmortaal = na de dood optredend

pre- = voor

presbyacusis = ouderdomsdoofheid

presbyopie = ouderdomsverziendheid

Priessnitz verband = waterdicht afgedekt verband

proctitis = endeldarmontsteking

proefexisie = het uitsnijden van een stukje weefsel voor microscopisch onderzoek

profylactisch = ter preventie

prognose = voorspelling van verder verloop van de ziekte

progressief = ziekte die alleen maar verergerd

prolapsus = uitzakking, verzakking

prothese = kunst ledemaat of kunstgebit

pruritis = jeuk

pseudo- = onecht- abnormaal, schijn

proriasis = schilferende huidziekte, erfelijke verhoorningsafwijking

psychiater = zenuwarts

psychiatrie = leer van de behandeling van geestes- en zielziekten

psychosomatiek = wisselwerking tussen geest en lichaam

pulvis = poeder

punctaat = de door punctie verkregen vloeistof

punctie = steek of prik tot onderzoek/behandeling

purgans = afvoermiddel laxans

purgeren = laxeren

purulent = groen/donkergeel sputum door bacteriële infectie

pus = etter

pustula = puist, pustel

pyelitis = nierbekkenontsteking

pyemie = bloedvergiftiging (pus in het bloed)

pyodermie = etterige huidontsteking

pyogeen = ettervormend

pyrose = het zuur, zure oprisping

pyurie = etter in urine

Terug naar boven

www.isvo.nl Instructie & Service van Ool [email protected] 27

Q

R

rabiës = hondsdolheid

rachitis = Engelse ziekte, in hoofdzaak veroorzaakt door vitamine D tekort

radiatie = straling

raspatorium = instrument om beenvlies los te maken

reagens = stof om reacties op te wekken

recidief = herhaling

reconvalecent = herstellende

reconvalecentie = tijdperk van herstel

rectaal = via de endeldarm

reflux = terugstroming

regeneratie = herstel, genezing

remissie = tijdelijke verbetering

reponibel = herstelbaar

resectie = uitsnijding, operatieve verwijdering

residu = bezinksel, rest

resistentie = weerstand: het minder gevoelig zijn

resistentie = weerstandsvermogen

retentio urinae = urine-retentie, onmogelijkheid van volledige urinelozing

retinopathie = netvliesbeschadiging

retractiele testes = zaadbal teruggetrokken in buikholte

retrograad = teruggaand

reuma = verzamelnaam voor ziekten van botten, gewrichten en spieren die veel pijn geven

reuma, acuut = verspringende gewrichtsontstekingen

revaccinatie = herinenting

revalidatie = herstel van het arbeidsvermogen van invaliden, wederaanpassing aan de maatschappij

reversibel = omkeerbaar

rhonchi = reutelen, piepen, brommen van de ademhaling

Terug naar boven

www.isvo.nl Instructie & Service van Ool [email protected] 28

rigide = stijf

rigiditeit = stijfheid

rigor mortis = lijkstijfheid

rinitis = ontsteking van het neusslijmvlies

rinitis allergica = hooikoorts

rinoguttae = neusdruppels

roborans = versterkend geneesmiddel

roodheid = rubor

RR = gangbare afkorting voor bloeddruk

rubella = rodehond

ructus oprisping, boer

ruptura = inscheuring, scheur

ruptuur = scheuring van kapsel of ligament

S

salmonella = buiktyfus, voedselvergiftiging

salmonella typhi = bacterie die tyfus veroorzaakt

salpingitis = eileiderontsteking

sanatio = genezing

saneren = alle maatregelen om contact met allergische allergenen te vermijden

sarcoma / sarcoom = kwaadaardig bind- of spierweefselgezwel

scabies = schurft

scalpel = chirurgisch mes

scannen = het door radioactieve isotopen onderzoeken of een bepaald orgaan goed werkt

scarlantina = roodvonk

schizis = gespleten gehemelte

sclerose = verharding

scoliose = zijdelings verkromming van de wervelkolom

-scoop = -kijker

scorbuut = scheurbuik

sectio = snede, lijkopening, sectie

Terug naar boven

www.isvo.nl Instructie & Service van Ool [email protected] 29

sectio caeserae = keizersnede

sepsis = bloedvergiftiging

sequester = afgestorven botstuk

serologie = leer van de bereiding van behandeling met geneeskrachtige sera en de leer van de eigenschappen en reacties van het bloedserum

serum hepatitis = leverontsteking na injecties = hepatitis B

shunt = kunstmatige verbinding tussen arterie en vene om een deel van de bloedsomloop uit te schakelen

sinusitis = ontsteking van de neusbijholte

situs = ligging

SOA = seksueel overdraagbare aandoening

solutio = oplossing

solutio placenta = placenta-loslating

solvens = oplosmiddel

soma = lichaam

sonde = dun buigbaar peilstaafje

souffle = (hart)geruis

spasme = kramp, abnormale spiersamentrekking

spasmolytisch = krampopheffend

specifiek = kenmerkend voor iets

speculum = spiegel, kijker voor anus, vagina, keel, neus en oor

spierweefsel = myoom

spirocheten = spiraalvormige bacterie

spondylitus = wervelontsteking

sputum = slijm, fluim

stafylokokken = bacterie in de worm van groepjes bij elkaar liggende bolletjes

staphylococcus = bolvormige bacterie die op hoopjes, soms als druiven, in een tros bijeen liggen

stase/stasis = stilstand

stenose = vernauwing

stereoscoop = toestel waarin men beelden met diepte, dus ook in de derde dimensie kan zien

steriel = onvruchtbaar, kiemvrij, ziektekiemvrij

stethoscoop = instrumenten waarmee de door het lichaam geproduceerde

Terug naar boven

www.isvo.nl Instructie & Service van Ool [email protected] 30

geluiden kunnen worden beluisterd

stigma = rood vlekje, kenteken, het rode puntje van een insectensteek

stimulans = prikkelend, opwekkend middel

stomatitis = mondslijmvliesontsteking

strabismus = scheelzien

streptococcus = bolvormige bacterie in ketting/rij gerangschikt

streptokok = speciaal soort bacterie die allergische reactie kan veroorzaken

streptokokken = bacteriën in de vorm van achter elkaar liggende ketens bolletjes

stress = spanning

stridor = piepend, gierend ademgeluid door vernauwing van de luchtwegen

strophulus = huidziekte met jeukende bobbeltjes/blaasjes

struma = krop, schildkliervergroting

subcutaan = onderhuids

sublimaat = ontsmettingsmiddel

suppositorium = zetpil

suspect = verdacht

syfilis = een SOA

symbiose = de situatie waarin twee organismen samenleven en er beiden voordeel van hebben

symptoom = ziekteverschijnsel

synchroon = gelijktijdig

syncope = flauwte

syndroom = ziektebeeld, complex van verschijnselen

synops(is) = samenvatting, overzicht

T

tabes dorsales = ruggenmergziekte, een vorm van lues

tachycardie = snelle hartfrequentie (hoger dan 100/min)

tachypnoe = toename van ademfrequentie

taenia = lintworm

tampon = gaas- of wattenprop om te deppen of lichaamholten te vullen

tendinitis = peesontsteking

Terug naar boven

www.isvo.nl Instructie & Service van Ool [email protected] 31

tenesmus = pijnlijke, krampachtige aandrang tot defeceren(stoelgang)

terminaal = aan het einde (van bv ziekte)

testudo = verband voor gewrichten in gebogen stand

tetanie = ziekte van het zenuwstelsel gepaard met krampen

tetanus = spierkramp

tetra- = vier

tetraparese = gedeeltelijke verlamming van alle ledematen

tetraplegie = totale verlamming van alle ledematen

therapie = geneeswijze

thromboflebitis = aderontsteking door trombose

TIA = (Transient Ischaemic Attack) tijdelijk zuurstofgebrek van de hersenen

tincura = alcoholisch extract

-tomie = -snede

tonicum = eetlust opwekkend middel

tonsillitis = ontsteking van de keelamandelen

toucheren = inwendig onderzoek met name van het rectum en van de vagina

toxiciteit = giftigheid

toxicologie = vergifleer

toxicum = vergif

toxine = bacterieel vergif

toxinen = giftige stoffen

toxoplasmose = ziekte door protozoa

tracheïtis = luchtpijpontsteking

tranquillizers = kalmerende middelen

transfusie = het overgieten uit het ene bloedvat in het andere, meestal: overbrengen van het bloed van de ene patiënt naar de andere

trauma = verwonding, kwetsing

trauma capitis = eerstegraads hersenletsel

tremor = beving, trilling

trepanatie = het openen van de schedel met een boor

trichinella/trigine = ingewandsworm

trigeminus neuralgie = aangezichtszenuwpijn

trocar/triocart = dikke holle naald voor punctie of drainage

Terug naar boven

www.isvo.nl Instructie & Service van Ool [email protected] 32

trombose = vorming van een bloedstolsel op de binnenwand van een bloedvat

trombus = bloedstolsel

tuberculose (tbc) = infectieziekte in de longen

tumor = gezwel

turgor = weefselspanning

tussis = hoest

U

ulceratie = zweervorming

ulcus = zweer

ulcus duodeni = zweer in de twaalfvingerige darm

ulcus pepticum = zweer in een orgaan van de spijsvertering

ulcus ventriculum = maagzweer

ungeuntum = zalf

unguis incarnatus = ingegroeide nagel

uremie = toestand waarbij zich te veel ureum in het bloed bevindt

ureteritis = ureterontsteking

urethritis = urethraontsteking

urethritis gonnorrhoica = druiper

urinaal= urinefles voor liggende patiënten

urobiline = urinekleurstof

urobilinurie = overmaat aan urobiline in de urine

urologie = ziekteleer van de urine- en de geslachtswegen

urticaria = netelroos; galbulten

uteru-myoom = vleesboom

uvulitis = entstof, bestaande uit levende, verzwakte of gedode bacteriën

V

vaccin = inenting

vaginaal = via de vagina

valgus = afwijking in de stand van een gewricht (naar binnen)

Terug naar boven

www.isvo.nl Instructie & Service van Ool [email protected] 33

varicella = waterpokken

varices/varix = spataderen

variokèle = spataders rond testes

variola = pokken

varus = afwijking van stand van het gewricht (naar buiten)

vasoconstrictie = bloedvatvernauwing

vasodilitatie = bloedvatverwijding

vehiculum = stof die geneesmiddelen bevat en de toediening mogelijk maakt

venerische ziekten = SOA's

vermes = wormen

vermicide = wormdodend middel

verruca = wrat

vertigo = draaiduizeligheid

vicieus = schadelijk, slecht

virulent = in hoge mate ziekteverwekkend

virulentie = pathogeniteit, ziekteverwekkend vermogen

virus = infectieus agens, kleiner dan een bacterie

vita = leven

vitale capaciteit = de hoeveelheid lucht die na maximale expiratie kan worden geïnspireerd

vitiligo = witte vlekken op de huid door het plaatselijk ontbreken van pigment

vitium = gebrek

vitium cordis / cor vitium = hartgebrek hartkwaal

volvulus = darmkronkel/darmafsluiting

vomeren = braken

vulnus = wond

W

wekamine = opwekkend middel

Terug naar boven

www.isvo.nl Instructie & Service van Ool [email protected] 34

X

xanthoma = zachte lichtgele iets verheven plekken in de huis, bestaande uit cholesterolophopingen

Z

Terug naar boven