Upload
others
View
5
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
Denkt u eens terug aan uw school-
periode en misschien ook aan de een of
andere verknalde toets. Goed, en wiens schuld
was dat? Bij mij was het altijd de schuld
van de leraar! Met deze manier van
probleemoplossing staat u niet alleen. Op
het sportveld is het al niet anders: de
tenniswedstrijd verloren, ondanks een
goede voor- bereiding? De oplossing van het
raadsel: met dit tennisracket was een
overwinning nagenoeg onmogelijk! Wat dit
allemaal te maken heeft met de
hardloopsport?
Nu ja, het is werkelijk verbazingwekkend met
hoeveel vanzelfsprekendheid de gemiddelde
hardloper een oorzaak voor zijn knie-, rug-,
scheenbeen- en achillespeesklachten vindt.
De oplossing voor dit probleem is
eenvoudig en ligt altijd voor de hand: het
is de schuld van de schoenen. Zo wordt de
schoenenwinkel de eerste plaats waar
mensen naartoe gaan wanneer ze last
hebben van loopblessures, en wordt er
veel geld uitgegeven. Meer demping,
meer ondersteunende elementen, betere
vetersluiting – dit zou allemaal moeten
helpen om de lastige probleempjes van de
hardloper te voorkomen.
Maar ze helpen niet! Het interessante
gegeven is dat het aantal loopblessures
helemaal niet verminderd is door de
ontwikkeling van de sportschoenen in de
afgelopen dertig jaar. In de jaren tachtig
van de vorige eeuw is er tijdens een
grote hardloopwedstrijd aan een kleine
tienduizend hardlopers gevraagd of ze in
het afgelopen jaar last hadden van knie-,
voet- of andere problemen die met hun
sport te maken hadden. Meer dan 40
procent van de lopers gaf hierop een
bevestigend antwoord.
Deze gigantische aantallen zijn de afgelopen
jaren echter niet verminderd. Met het
verbeteren van de loopschoen zijn
hooguit de blessureverhoudingen
verschoven: toen enkele jaren geleden
de knieproblemen nog de overhand
hadden, werden de schoenen van meer
demping voorzien. Met als gevolg dat het
aantal knieklachten verminderde, maar
dat de verhoogde instabiliteit in de
schoen dan weer meer achilles-
peesproblemen veroorzaakte. De duivel
werd dus verdreven met Beëlzebub. Ook de
duurste schoen veranderde hier niets aan,
ook al werden in de jaren erna bijna alle
loopschoenen voorzien van speciale on-
dersteuningssystemen, de zogenoemde
pronatiesteunen. Ze moesten de ver-
hoogde beweeglijkheid van de voeten
voorkomen. Wanneer echter gekeken
wordt naar het aantal loopblessures,
dan moet men vaststellen dat de zo
hoopvol ontwikkelde ondersteuning ab-
soluut niets verbeterd heeft.
De sondanks bl i j f t de schoe n de po -
pulairste zondebok, ook wanneer de
schoenindustrie en menig loop-
sporttijdschrift dit geloof van de loper
doelgericht aanwakkeren. Aan loop-
schoenen kan immers goed geld worden
verdiend.
Maar aan het einde van de dag is het net
zoals op school of op de tennisbaan, u
kunt de problemen niet vrijkopen en
moet de oplossing dus bij uzelf zoeken.
Gelukkig is het heel eenvoudig: na het
aanschaffen van een goed aangepaste
schoen, vormt de juiste training de sleutel
tot blessurevrij hardlopen. Wanneer u
een goede looptechniek hebt geleerd en
tijdens de training regelmatig de juiste
krachtoefeningen uitvoert, dan kunt u in
de comfortabele en snelle nieuwe schoenen
ook blessurevrij hardlopen. Blader
indien nodig nog eens terug naar de feiten
34 en 35.
IP ,
Laat u bij de aankoop van loop-
schoenen per definitie door profs in
hardloopspeciaalzaken adviseren.
Niet altijd is de duurste schoen
de beste.
Er zijn dingen in het leven die zich let-
terlijk hebben vastgezet in ons brein.
Vooral gebeurtenissen tijdens onze kin-
dertijd hebben grote indruk op ons ge -
maakt. Een steeds weer terugkerende
gebeurtenis tijdens de kindertijd was de
aankoop van schoenen. Misschien kunt u
zich ook herinneren welke eigenschappen
van de schoenen door uw moeder en
grootmoeder bijzonder belangrijk
werden gevonden? 'Deze schoen heeft
zelfs een voetbed', werd er toen gezegd.
En zo hebben we geleerd hoe goed e
schoenen eruit moeten zien, natuurlijk
zonder hierover ooit nog informatie op
te vragen. Wat zou er ook slecht aan
moeten zijn, om een voet, letterlijk ge -
zien, van een goed 'bedje' te voorzien?
Regelmatig betreden mensen van mid-
delbare leeftijd een loopwinkel om ad-
vies te vragen voor hun eigen looptrai -
ning. Ze vragen vanzelfsprekend naar
'goede' schoenen, want de schoen is
immers het belangrijkste instrument
van de hardloper, en die moet natuurlijk
een voetbed hebben.
Zoals uw loopschoenenverkoper u dan
zal uitleggen, zult u dat zelfs bij de duur-
De juiste aangepaste schoen is een voorwaarde. maar een
voetbed heeft de schoen niet nodig.
98 SCHOENEN
ste loopschoenen niet vinden. En hij
liegt hierbij niet eens. Loopschoenen
hebben geen voetbed, en dat is ook
goed zo. Per slot van rekening is elke
voet verschillend van vorm en zeer zeker in
staat, met pezen, banden en spieren zelf
de voet in vorm te houden. De beweging
versterkt de voet en stabiliseert hem. U
hoeft uw voet alleen maar de gelegenheid
hiervoor te geven. Een voetbed zou
persoon X wellicht prima bevallen, maar
kan voor persoon Y, die misschien een iets
hogere wreef heeft, al een stuk minder
aangenaam zijn. Bovendien moet de kracht
van de voet behouden en gestimuleerd
blijven en dus zeker niet door onnodige
passieve ondersteuning verminderd worden.
Let op: alleen wat gestimuleerd wordt,
wordt ook echt krachtiger!
Feit 42 De optimale loopschoen bestaat niet
Mensen zoeken graag het beste, en in het
geval van schoenen, dé beste. Een
loopschoenenfabriek in het Verre Oos-
ten ontwikkelde enkele jaren geleden
zijn beste loopschoen. Beter betekent in
dit geval: er werd bijzonder opvallend
gedempt en met glanzend zilver werd
voor een opvallende kleurstelling ge -
kozen. Doorslaggevend echter was de
prijs: met 189 euro was het de duurste
schoen in de hele markt. Tja, dat moet
dan wel iets heel bijzonders zijn, dacht
de hardloper, en kocht de schoen.
Dat kan natuurlijk niet goed gaan. Een
ander, groot bedrijf ontwikkelde een
schoen met een elektronische chip, die
de demping moet aanpassen aan de
loopomstandigheden. De media bericht-
ten over de vermeend beste schoen aller
tijden, maar hardlopers hebben we er nog
niet op zien lopen. De schoen had slechts één
doelstelling en dat was het trekken van veel
media-aandacht.
Ook de loopsporttijdschriften ondersteu-
nen de hang naar het beste en duurste. In
de schoenentests die jaarlijks in het
voorjaar worden gepubliceerd, worden
maar al te graag testwinnaars uitgeroe-
pen. Hoewel iedereen weet dat dé beste
schoen niet bestaat.
Of moet de hardloper in het bos — met
X-benen — met dezelfde schoen
gelukkig worden als de
straatmarathonloper met 0-benen?
Deze waanzin ten top was te vinden
in een schoenentest van een sporttijd-
schrift, dat een zeer populaire schoen
als geschikt bestempelde voor 'de korte
en lange afstand', voor een 'proneren-
de, normale en supinerende' loopstijl,
en voor zowel 'lichte als zware' lopers.
Voor iedereen dus. Zeker nu moeten de
twijfels boven komen drijven.
Elke loper zou vanwege zijn biomecha-
nica en zijn behoeften professioneel ad-
vies moeten vragen. In het beste geval
zou de meest geschikte schoen zelfs 50
euro goedkoper kunnen zijn.
Feit 43
Hardlopen kan uitputtend zijn, dat
zal iedereen die het wel eens gedaan heeft
beamen. En ongeacht waardoor u ver-
moeid raakt, de mens heeft steeds voor
ogen dat dingen gemakkelijker gemaakt
moeten worden. En dus werden er was-
machines, elektrische blikopeners en
nog veel meer uitgevonden. En in de
sport optimale racefietsen, tennis-
rackets en badpakken.
Natuurlijk gelooft nu de halve wereld, en
vooral uw collega die op het punt staat
de marathon te gaan lopen, dat ook
loopschoenen erbij helpen het leven
van de hardloper te vereenvoudigen.
Eenvoudiger maken ze het leven van de
hardloper inderdaad: geen scherven,
geen steentjes die hem verwonden,
geen pijnlijke schuurplekken en blaren.
Dat is zonder twijfel een succes van de
schoenindustrie, waarvoor ik als
hardloper dankbaar ben, maar uw
collega bedoelt iets anders: hij gelooft
dat zijn nieuwe schoenen hem sneller
maken.
Laten we deze wonderwapens van de
toekomstige marathonster eens wat
nauwkeuriger bekijken. Ingezet worden
dempingssystemen in de voorvoet, die
de schokenergie terug moeten veren.
Theoretisch een mooi uitgangspunt,
maar hoe moet het dempingssysteem
uw collega katapulteren, wanneer hij op
de dikke dempingsbuffer onder de hiel
landt en zijn schokenergie daar geabsor-
beerd wordt? Dat blijft al sinds jaar en
dag het geheim van de schoen industrie.
Er is immers niemand die ernaar vraagt.
Een onderzoek van een Italiaanse uni-
versiteit toonde de vermeende effecti -
viteit van nog een 'wonderwapen'. Een
dunne metalen draad werd in slangen-
lijnen onder de voorvoet van de schoen
aangebracht en verlengd in het
achtervoetgebied. Door deze katapult-
krachten zou de marathon enkele
minuten sneller gelopen moeten
kunnen worden. Opnieuw moet de
vraag gesteld worden hoe de
landingskrachten onder de hiel een veer
onder de hele schoen zouden moeten
spannen.
Deze onzinnige uitvindingen hebben in-
teressant genoeg met elkaar gemeen
dat ze in theorie zouden werken, wan-
neer de hardloper met de bal van zijn
voet de ondergrond het eerst zou raken.
wat nu uitgerekend door de schoenin-
dustrie met de dikste dempende hak -
ken wordt gedwarsboomd.
Desondanks bestaan er een paar trucs
die u, en misschien ook uw hoopvolle
collega, sneller kunnen maken.
1 0 0 S C H O E N E N
1
De natural-running-voettrainer:
Uit de triatlonschoenentest in het En-
gelstalige sporttijdschrift Triathlon special
(nr. 1, 2008):
'... De schoen is extreem licht, extreem
voordelig, extreem gezond. En hij is geschikt
voor iedereen. De zool zorgt voor een uniek
contact met de ondergrond. Het gevolg is dat
voet- en onderbeenspieren zodanig worden
getraind, dat deze training nagenoeg gelijk is
aan het blootsvoets lopen. Op gazons,
bospaden en op het strand is de schoen perfect
inzetbaar, voor asfalt is deze schoen vanwege
een gebrek aan demping echter niet geschikt.
Tijdens het koudere jaargetijde is dit model de
ideale trainingsschoen voor het loopalfabet
op gras.
Steeds meer atleten dragen de schoenen in het
bos en bij het loopalfabet. Iedereen kan de
natuurlijke beweging trainen, want gezonde
voeten vormen de basis voor elk succes. Loop
met de schoenen op een natuurlijke
ondergrond en bij het loopalfabet. Begin met
vijf minuten en verhoog dit tot een halfuur.
Oorspronkelijk gecreëerd voor het surfen, kon
ons hardlopers niets beters overkomen dan de
beachwalker. Zo is blootsvoets lopen altijd
mogelijk …’
MI
Hoe loopschoenen u toch sneller kunnen maken
Hoe minder demping een schoen heeft, hoe minder energie hij opslokt. Een wedstrijdschoen moet daarom bij voorkeur zo hard mogelijk zijn. Maar wel zo zacht dat hij voor u comfortabel is.
Hoe vlakker de hak, hoe beter de kuitspieren gespannen zijn. U krijgt op die manier de geleverde energie weer terug.
Hoe lichter de schoen is, des te sneller u kunt lopen. 100 gram schoengewicht zorgt voor 1 procent prestatievermindering. Een 400 gram zware trainingsschoen kost u dus 4 procent van uw prestatie!
Zoals u ziet, maakt minder u sneller: minder demping, minder gewicht, minder hak. Dat zal de schoenindustrie er echter niet van weerhouden ook in de toekomst steeds iets extra’s aan te bieden. En uw collega zal zich ondanks aantoonbare feiten niet af laten brengen van het geloof dat de juiste schoen hem de gewenste vijf minuten sneller maakt.
Ik kan u echter verzekeren dat u deze vijf minuten toch wel kunt bereiken, maar dan met uw verstand, door bijvoorbeeld de adviezen in dit boek te harte te nemen en op de goede manier te trainen.
De pasvorm van uw loopschoen is bijzonder
belangrijk, zoals u gelezen hebt in een
loopsporttijdschrift, en zoals uw collega, de
marathonloper, altijd beweert. Ze hebben
beide voor de volle 100 procent gelijk. De
pasvorm bepaalt, veel meer dan deze of
gene vermeende 'technologie', de kwaliteit
van uw schoen en dus uw loopplezier. Dan
is het toch correct wanneer enkele fabri-
kanten er reclame mee maken dat hun
loopschoen- modellen in verschillende
wijdtematen verkrijgbaar zijn. Meer wijd-
tematen, meer keuze, meer pasvorm, meer
loopplezier?! In principe stem ik met deze
argumentatie in, maar het is schrikbarend
wat zich achter de coulissen verbergt.
Terwijl ettelijke hardlopers zich op hun
volgende marathon voorbereiden en
hiervoor natuurlijk de beste schoenen in
de juiste wijdtemaat aanschaffen, had ik
het genoegen om een van de
productieplaatsen van deze schoenen te
bezichtigen.
Dat was enorm interessant. Ik kon de
verschillende zolen en het leren
bovenmateriaal bekijken, waar ze in deze
fabriek veel waarde aan hechten.
Natuurlijk heb ik ook de machines gezien,
waarmee de zolen met het bovenmateriaal
'verbonden' worden. De lange rij
bezoekers trok verder, terwijl ik stil bleef
staan en me erover verbaasde waarom voor
precies deze machine drie of meer soorten
bovenmateriaal lagen opgeslagen,
weliswaar in verschillende wijdtematen,
maar met slechts één soort zool.
Ik voorspelde niets goeds, en met mijn niet
al te opdringerige aard kwam ik van de gids,
nadat hij enige tijd om de hete brij heen
draaide, te weten dat helaas om puur
economische redenen slechts één soort zool
wordt gebruikt. Alleen de bovenmaterialen
hebben verschillende wijdtematen. Op een
en dezelfde zool moeten dus verschillende
voeten hun plek vinden, zodat een zeer
brede voet over de rand geduwd wordt,
terwijl een smalle voet te veel ruimte heeft.
Een etikettenzwendel die tot een slechtere
pasvorm leidt.
Ik kan echter prima begrijpen dat de
productie- en vooral de opslagkosten ex-
treem zouden stijgen wanneer men elke
schoen in drie of zelfs vijf wijdtematen zou
produceren.
En dat in tijden waarin elke collectie na een
halfjaar verkocht moet zijn, om plaats te
maken voor de nieuwe collectie. Zo komt
het dat de productie, zoals hierboven
beschreven, wordt 'geëffectueerd' en dat de
handelaren uit kostenoverwegingen slechts
102 SCHOENEN
SCHOENEN 103
Koop uw loopschoenen alleen bij een goed opgeleide
en serieuze verkoper een hardloopspeciaalzaak, die
uw ’loop- voet’ goed kan beoordelen.
één wijdtemaat inkopen en aanbieden.
De bedenkelijke, in de wijdte aange -
paste schoenen worden daarom slechts
zelden gebruikt.
Mijn persoonlijke tips
U bent op zoek naar een nieuwe loopschoen
en u hebt geen idee waar u die het best kunt
aanschaffen? Een goed advies is uiteraard
belangrijk bij alles waar u op moet letten. Of
het warenhuis in de stad u wel goed kan
adviseren? Goede raad is duur en u bent
ongetwijfeld blij met de adviezen van uw
marathonlopende collega. Hij is immers, om
zijn bekeringspogingen vriendelijk te om-
schrijven, meer dan behulpzaam, wanneer
het om het onderwerp hardlopen gaat. Hij
zal u ongetwijfeld een goede adviseur
kunnen aanraden.
In principe ben ik van mening dat deze
manier van informatiewinning niet de
slechtste is, maar u zult tijdens uw gesprek
met de marathonloper op een typisch
probleem stuiten. En dat gaat zo: 'Je hebt
loopschoenen nodig?
Ga gewoon naar Loopsport Meijer, die heb-
ben er verstand van. De eigenaar van die
winkel loopt de marathon in minder dan drie
uur!' Hardlopers zijn namelijk in eerste
instantie geneigd te geloven dat degenen die
het snelst lopen, er het meeste verstand van
hebben. Wanneer de ander sneller loopt dan
u, dan moet diegene vanzelfsprekend een
vakman zijn. Een vakman, voor zowel
voeding, schoenverzorging, loopblessures en
trainingsschema's.
En zo verandert de marathonloper plotseling
in een regionale schoenspecialist, omdat hij
de marathon ooit binnen 2 uur en 45
minuten gelopen heeft. Maar wat, en deze
vraag is geoorloofd, maakt iemand die
dankzij talent en intensieve trainingen snel
kan lopen, tot een specialist op medisch en
biomechanisch gebied?
Natuurlijk zijn persoonlijke ervaringen
handig en nuttig, maar wanneer u een arm
gebroken hebt, dan gaat u ook niet naar
iemand toe die dat al drie keer overkomen
is, en die daarom 'ervaring' heeft, maar naar
iemand die zich op basis van zijn opleiding
een meerdimensionaal beeld van uw
probleem kan vormen. In geval van twijfel
zal dit een arts zijn. Of deze zelf zijn arm wel
eens heeft gebroken, is hierbij ongetwijfeld
van ondergeschikt belang.
Bij het kopen van schoenen is dat ongeveer
hetzelfde. Achtergrondkennis op de
gebieden biomechanica, anatomie en
loopbeweging moet uw adviseur zich eigen
gemaakt hebben tijdens een theoretische
opleiding en later onder begeleiding in de
praktijk hebben geperfectioneerd.
Wanneer hij daarnaast hardloopt en zijn
eigen ervaringen opdoet, is dat zeker een
prettige bijkomstigheid die bij
104 SCHOENEN
S C H O E N E N 1 0 5
klantencontact van groot nut is, maar
het is slechts een aanvulling op zijn kennis
en mag nooit de basis vormen. Niets is
gevaarlijker dan wanneer een adviseur
op medisch gebied met gebrek aan
vakkennis slechts door zijn persoonlijke
en hiermee beperkte ervaringen de pro-
blemen van zijn klanten in kaart brengt.
MIJN PERSOONLIJKE TIPS
een p
iaalza
een
beweging
ig uzelf van de kwalifica-
uw adviseur. Wat heeft hij
Berd, welke aanvullende kwalifi
caties geven hem de bekwaamheid
bewegingsanalyses uit te voeren?
het ideale geval wordt een bewe-
gingsanalyse uitgevoerd door een
arts, fysioloog. sportwetenschapper _ of orthopedisch technicus, die zich
door het volgen van speciale curs
sen gekwalificeerd heeft voor het
maken van bewegingsanalyses.
Laat u niet adviseren door uw hardloop-
collega’s want hun schoenenervaringen zijn te
individueel om ook voor anderen van
toepassing te kunnen zijn.
1
Een echt goed advies
Laat u door een professional in een hardloopspeciaalzaak met relevante opleiding een bewegings- analyse maken.
Overtuig uzelf van de kwalificaties van uw adviseur. Wat heeft hij geleerd, welke aanvullende kwalificaties geven hem de bekwaamheid bewegingsanalyses uit te voeren? In het ideale geval wordt een bewegingsanalyse uitgevoerd door een arts, fysioloog, sport- wetenschapper of orthopedisch technicus, die zich door het volgen van speciale cursussen gekwali- ficeerd heeft voor het maken van bewegingsanalyses.
Waaraan herkent u een goede winkel voor
loopschoenen? Waaraan herkent u een
goede adviseur? Op deze lastige vragen
wordt door diverse Ioopsporttijdschriften,
klantenbrochures en loopboeken altijd weer
graag antwoord gegeven. Er zijn
vertegenwoordigers die aan de wetenschap
'geroken' hebben en u met
voetafdrukmetingen, podoscopieën, vi-
deoanalyses en diverse andere instru-
menten te lijf gaan. Anderen zijn van de
eerder pragmatische soort en nemen
genoegen met het informeren naar de
schoenmaat. Ze kiezen gewoon de een of
andere loopschoen. De kwaliteit van het
'advies'? Zelfs Nietsche wist al: 'Wat me niet
doodt, maakt me alleen nog maar sterker!'
Maar hoe krijgt u nu een goed advies? Wat is
de gezonde middenmoot? Wanneer u naar
een middelmatige sportzaak gaat met een
middelmatig aanbod, middelmatig
getalenteerd en gekwalificeerd personeel,
dan overkomt u hoogstwaarschijnlijk het
volgende: 'Goedemiddag..., ah, u bent op
zoek naar een hoogwaardige loopschoen...
ja, we hebben natuurlijk veel verschillende
modellen... dat is afhankelijk van uw type
voet... wilt u uw sokken eens uittrekken...
goed. U hebt een schoen nodig met de
volgende eigenschappen...'
Er wordt dus uitsluitend na het inspecteren
van uw voet besloten welke schoen het moet
worden.
De reacties zijn verschillend: de mannen
zeggen: 'Super. Begrijp ik. Doe ik. Koop ik.'
De vrouwen zeggen: 'Zijn ze niet goed bij
hun hoofd? Ik trek toch niet midden in de
sportzaak mijn sokken uit en laat mijn
voeten bekijken? Dan bestel ik mijn
schoenen wel via internet. Als de schoen er
maar goed uitziet en niemand naar mijn
voeten kijkt.'
Vanuit de vakman gezien echter is het,
pardon beste hardloopsters, zelfs met het
bekijken van de voeten nog niet gedaan, al
kunt u wat mij betreft uw sokken
aanhouden. 'Huh? Dat is niet voldoende?
Maar in elk loopsporttijdschrift staat bij
schoenentests toch dat het zo werkt!' Dat
staat er, maar zoals we allemaal weten, is
papier geduldig.
Wat willen schoenverkopers eigenlijk
ontdekken wanneer ze uw voeten bekijken?
Het gaat erom uit te zoeken tot welke groep
lopers u behoort: tot diegenen die vooral de
binnenkant van de schoen belasten,
diegenen die dit niet doen of diegenen die de
buitenkant belasten?
In overeenstemming hiermee kan er na-
melijk extra ondersteuning in de schoe-
I I
106 SCHOENEN
nen worden verwerkt, zonder dat deze
minder snel slijten. Sommigen hopen dat dit
ook tegen blessures beschermt (zie feit 41).
Uw loopadviseur is dus op zoek naar voeten
die naar binnen kantelen, de zogenaamde
knikvoeten.
Oké, duidelijk, denkt u nu misschien, dan is
toch alles in orde? Wanneer mijn voet
kantelt, krijg ik extra ondersteuning en dat
was het dan. Het probleem is echter dat een
voet alleen naar binnen kantelt wanneer een
been naar buiten kantelt. Dus: iemand met
O-benen moet zijn enkels naar binnen
kantelen, omdat hij anders op de buitenrand
van zijn voeten loopt. De belasting ligt dan
ondanks de knikvoet eerder op de
buitenkant. U kunt dan beter geen extra
ondersteuning aan de binnenzijde van de
schoen laten maken. U zou dan de schade
aan uw kniegewricht kunnen toebrengen,
omdat het zo verkeerd belast wordt.
Geen probleem, vindt u, mijn hardloop-
winkel is supermodern en werkt met
videoanalyses. Dan kan er dus niets fout
gaan.
Was dat maar waar! Ook een loopband
voorkomt deze verkeerde adviezen, die
gegeven worden omdat de beenas
genegeerd wordt (X- of O-benen), niet
automatisch. Helaas is het op veel plaatsen
gebruikelijk om de bewegingsanalyse uit te
voeren met de broek slechts omgeslagen, en
wordt er alleen naar de voeten gekeken.
Mijn persoonlijke tips
Tips voor een optimaal advies
Laat u aan het begin van uw loopcarrière of wanneer er problemen
opduiken, adviseren bij een Sport Medisch Adviescentrum.
Ongeacht of er gebruik wordt gemaakt van een loopband of een
videoanalyse, uw adviseur moet zowel de voet als de beenas
bekijken.
Vraag welk type voet u hebt en welk type beenas en wat dit
betekent. Op die manier merkt u al snel of de verkoper weet
waarover hij praat.
Wat in hemelsnaam is supinatie? En u vraagt
zich ook af waarom bijna niemand hier
blijkbaar last van heeft?
Precies dat is het probleem. Want inderdaad
kent niemand in de loopwereld iemand met
supinatie. De schoenenverkopers melden
het terloops, en de schoenindustrie doet het
liefst alsof het niet bestaat.
Wat is supinatie nu eigenlijk? Supinatie is
het tegenovergestelde van pronatie. Beide
zijn medische vaktermen die de
kantelbeweging van de voet naar binnen
(pronatie) of naar buiten (supinatie)
beschrijven.
Eigenlijk is het heel eenvoudig: de voet
kantelt bij elke stap licht naar binnen. Hij
maakt dus een pronatiebeweging. Dat is
gezond en normaal. Wie de voet nog meer
naar binnen kantelt, heeft last van
overpronatie, en wie naar buiten kantelt,
heeft last van supinatie. Rest nog de vraag
waarom de hele wereld over overpronatie
en pronatie spreekt, maar niet over
supinatie.
Welnu. Lang, lang geleden ontdekten enkele
wetenschappers dat er lopers zijn die hun
voet in verhoogde mate naar binnen
kantelen. Omdat deze onderzoekers
geneeskunde hadden gestudeerd, noemden
ze dit fenomeen overpronatie.
Nu wisten deze medici dat er zeer zeker veel
lopers met blessureproblemen zijn, en ze
geloofden dat door de correctie van deze
overbeweeglijkheid de problemen misschien
op te lossen waren. Dus belden de
onderzoekers hun vrienden in de
schoenindustrie en vroegen aan hen of ze
niet een schoen konden maken die
vanbinnen harder is, zodat de loper niet zo
sterk kan proneren.
En kijk eens aan, de schoenindustrie kon dit.
De schoenfabrikanten wisten natuurlijk dat
deze schoenen ook verkocht moesten
worden, en tot nog toe kende niemand
dergelijke ondersteunende maatregelen.
Wanneer er sprake is van wetenschappelijke
argumenten, dan is dat voor de verkoop
ongetwijfeld een stimulans, zo dacht men, en
men gaf de steunen de vakterm
pronatiesteun. Nu is het woord pronatie
voor een matig gemotiveerde stagiair in de
schoenenzaak moeilijk te leren, en dus
investeerde de schoenindustrie veel geld in
reclame en scholingen voor de vele
handelaren, tot ook de laatste slaapmuts
snapte wat een pronatiesteun is.
De motivatie werd verhoogd door deze
schoenen met steunen meestal 10 tot 20
procent duurder te verkopen. Daarnaast
stelden de schoenenfirma's vast
108 SCHOENEN
Feit 47
MIJN PERSOONLIJKE TIPS
dat 40, 50, 60 en misschien zelfs 70. 80 of
zelfs 90 procent van de lopers een dergelijke
steun nodig hebben. In het begin van de
jaren negentig van de vorige eeuw was al
bijna 90 procent van de loopschoenen van
een dergelijke pronatiesteun voorzien.
Industrie en handel wreven zich in hun
handen: ze konden de schoenen nu duur
verkopen ais orthopedisch
hightechwerktuig.
Weliswaar was het de medici inmiddels
duidelijk geworden dat de loopblessures
hierdoor ook niet konden worden voor-
komen, vooral niet wanneer lopers met
gezonde of supinerende voeten ze droegen...
Oeps, wat was dat ook alweer, supinatie? Oh,
ja, dat was de afwijking waarbij de voeten
naar buiten kantelen. U bent niet de enige
die dit alweer vergeten is, ook de
schoenindustrie denkt er niet meer aan!
Tijdens een telefoontje met een zeer grote
Amerikaanse loopschoenenfirma gaf men
mij op mijn vraag waarom er geen
loopschoenen voor mensen met supinatie
worden gemaakt, als antwoord dat het
percentage lopers met supinatie minder dan
3 procent is. Welnu, het is juist dat er
minder mensen last hebben van supinatie
dan van pronatie, maar het percentage ligt
een stuk
hoger dan de genoemde drie procent.
Experts gaan uit van meer dan 10 procent.
De schoenindustrie echter houdt liever
rekening met de grote massa en laat de
andere hardlopers gewoon op de verkeerde
schoenen lopen. En zo komt het dat er
tegenwoordig slechts een handjevol
schoenen op de markt is dat geschikt is voor
mensen met supinatie. Deze hardlopers zijn
vaker op verkeerde schoenen onderweg met
het risico op blessures.
Hoe is dit toch mogelijk? Een product-
manager bij een schoenenfirma vertelde me:
'We hebben er twintig jaar over gedaan om
de mensen duidelijk te maken wat pronatie
is. U denkt toch niet dat we nu weer van
voren af aan beginnen en ze met het
moeilijke woord 'supinatie' in verwarring
brengen? Dat snapt toch niemand meer?'
SCHOENEN 109
Hoe weet u of u supinatie hebt?
1. Hebt u O-benen?
2. Hebt u holle voeten met een zeer hoge wreef?
3. Zijn uw schoenen aan de buitenkant ‘afgelopen’?
Als u één van deze kenmerken hebt, dan moet u een vakman laten bepalen of u last hebt van supinatie. In dat geval moet u de voor u geschikte schoen zoeken.
Feit 48
Hoelang houdt een loopschoen? Sommige
hardlopers lijken hier nauwelijks over na te
denken. Ze lopen meerdere jaren op dezelfde
schoenen, tot de hele zool versleten is. De
slijtage van de zool – in deze tijden van
buitengewoon sterke buitenzoolmaterialen –
is geen echt goede indicator voor de
schoenslijtage meer. De moderne
buitenzolen slijten op kiezels of bospaden
nauwelijks meer. Sommige lopers halen op
hun lievelingsschoenen zeker tweeduizend
kilometer.
Een probleem? Wie veel loopsporttijd-
schriften en -boeken gelezen heeft en zich
informeert, is er meestal van op de hoogte
dat de eerste verplichting van een loper het
regelmatig vervangen van de schoenen is. Al
na enkele kilometers zouden de
dempingseigenschappen van de moderne
schoen duidelijk afnemen, zo wordt er
geschreven, en daarom moeten de schoenen
op zijn laatst na 800 kilometer vervangen
worden.
Maar zal een vrouw met een gewicht van 50
kilogram en met een goede looptechniek, die
meestal in het bos hardloopt, de schoenen
net zo snel verslijten als een man van 120
kilogram. die met zijn X-benen zwaar over
het asfalt sjokt?
Bovendien zijn schoenen tegenwoordig va-
ker te veel dan te weinig gedempt. Wan-
neer de dempende eigenschappen van een
moderne loopschoen na een paar honderd
kilometer verminderen, is dat dan eigenlijk
wel iets om je zorgen over te maken?
Wie erover nadenkt, merkt dat zulke
algemene adviezen vaak overeenstemmen
met marketingtechnische interesses. Die 800
kilometer hoeft u dus niet zo nauw te nemen.
Maar desondanks zal op een gegeven
moment ook de beste schoen een keer aan
zijn einde komen, en de vraag waaraan men
dat dan kan zien, is gerechtvaardigd,
wanneer de zoolslijtage hiervoor geen goede
aanwijzing meer is. Met elke stap wordt het
materiaal immers meer gecomprimeerd en
vervormt langzaam maar zeker, en in elk
geval onomkeerbaar.
Dit gebeurt, zoals eerder opgemerkt, bij een
zware hardloper met X- of 0-benen
natuurlijk een stuk sneller dan bij een
lichtgewichtloper.
Dit feit is van groot belang, want wanneer de
schoen van een 0-benige hardloper eenmaal
schuin afgesleten is, dan zal de loopschoen
door het scheve loopvlak van de schoen de
verkeerde houding nog verergeren. Dus
veroorzaakt de verkeerde houding een
scheve schoen, en de scheve schoen
versterkt de verkeerde houding. Een
1 1 0 S C H O E N E N
________________________________________
vicieuze cirkel die u maar beter kunt
voorkomen. Er zijn 0-benige hardlopers die
een schoen binnen 400 kilometer al zo
scheef afslijten, dat hij al vervangen moet
worden. Bij andere lopers houdt de schoen
zelfs langer dan de eerder omschreven 800
kilometer.
Een belangrijke aanwijzing tot slot: wissel
meerdere schoenen van verschillende
fabrikanten regelmatig af. Dat is geen
weggegooid geld. U kunt zo de belasting van
de gewrichten steeds een beetje variëren en
op die manier overbelasting voorkomen.
Koop voor elke loopeenheid in de week een
apart paar schoenen, want dat is een stuk
nuttiger dan wanneer u slechts een enkel
paar loopschoenen bezit die u elke 800 kilo-
meter moet vervangen.
Wanneer is een schoen versleten?
S C H O E N E N 1 1 1
1. Zet de schoenen op een tafel. Duw met de hand licht in de schoen. Kantelt hij naar binnen of naar buiten? Dan is het tijd om de schoenen te vervangen.
2. Grijp met de hand in het voorste gedeelte van de schoen. Heeft zich hier een kuiltje gevormd? Dat komt door de middenvoetbeentjes, die vooral bij spreidvoeten het voorste gebied van de schoen vervormen. Ook in dit geval moet u de schoenen vervangen.
3. Is de tussenzool (het witte materiaal tussen bovenmateriaal en zwarte loopzool) aan de binnen- of buitenzijde gecomprimeerd en heeft het lengtegroefjes? Ook dan zijn de schoenen aan vervanging toe.