3
20 KIDDO 2 2014 Kind met opvallend gedrag? Een kind dat voortdurend grenzen blijft opzoeken. Of iemand met een handicap. Wat doe je als er een kind in de groep komt dat extra aandacht vraagt? Voor deze kinderen en de pedagogisch medewerkers staat een ‘hulpteam’ klaar om hun net dat ene steuntje in de rug te geven. Zo kunnen ook deze kinderen naar gewone kinderopvang. A ls pedagogisch medewerker wil je elk kind geven wat het nodig heeft. Sommige kinderen vragen extra aandacht: kinderen met een (lichte) handicap, kinderen die nauwelijks stilzit- ten, die gooien met speelgoed, wegrennen of nauwelijks praten. Hoe zorg je voor die kinderen als ook de rest van de groep je aandacht vraagt? ‘Met negen kinderen is het sowieso druk op de groep’, vertelt Eva, groepsleidster bij het kinderdagverblijf De Sneeuwbes in Amsterdam. ‘Er kunnen best dingen aangepast worden als een kind daar behoefte aan heeft. Maar er zijn ook momenten dat je dat niet meer alleen redt en ondersteuning nodig hebt.’ Zo zat er een meisje met een lichte hersenbeschadiging op de groep, die haar rechterhand moeilijk kon gebruiken. Een beker vastpakken met twee handjes, trap lopen: het ging moei- zaam. ‘Omdat er meer kinderen in de groep zitten, lukte het mij niet om haar aldoor te helpen. Maar met extra begeleiding op de groep leerde het meisje het toch zelf!’ Aan de bel trekken? Dat support voor alle kinderen belangrijk is, staat voor Eva als een paal boven water. ‘Vindt een kind iets moeilijk of pijnlijk, dan gaat hij of zij vaak iets anders doen. Als je daar geen aandacht aan besteedt, leert het kind die moeilijke vaardigheid niet. Met een Je staat er niet alleen voor!

Kind met opvallend gedrag? - pdf.swphost.compdf.swphost.com/kiddo/2014/KIDDO_2-2014_Wissel_NL_Kind_met... · observatie van het kind door een Jeugd-zorgmedewerker. Daarna volgt een

  • Upload
    vocong

  • View
    218

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Kind met opvallend gedrag? - pdf.swphost.compdf.swphost.com/kiddo/2014/KIDDO_2-2014_Wissel_NL_Kind_met... · observatie van het kind door een Jeugd-zorgmedewerker. Daarna volgt een

20 KIDDO 2 • 2014

Kind met opvallend

gedrag?

Een kind dat voortdurend

grenzen blijft opzoeken. Of

iemand met een handicap. Wat

doe je als er een kind in de

groep komt dat extra aandacht

vraagt? Voor deze kinderen en

de pedagogisch medewerkers

staat een ‘hulpteam’ klaar om

hun net dat ene steuntje in de

rug te geven. Zo kunnen ook

deze kinderen naar gewone

kinderopvang.

A ls pedagogisch medewerker wil je elk kind geven wat het nodig heeft. Sommige kinderen vragen

extra aandacht: kinderen met een (lichte) handicap, kinderen die nauwelijks stilzit-ten, die gooien met speelgoed, wegrennen of nauwelijks praten. Hoe zorg je voor die kinderen als ook de rest van de groep je aandacht vraagt? ‘Met negen kinderen is het sowieso druk op de groep’, vertelt Eva, groepsleidster bij het kinderdagverblijf De Sneeuwbes in Amsterdam. ‘Er kunnen best dingen aangepast worden als een kind daar behoefte aan heeft. Maar er zijn ook momenten dat je dat niet meer alleen redt en ondersteuning nodig hebt.’ Zo zat er een

meisje met een lichte hersenbeschadiging op de groep, die haar rechterhand moeilijk kon gebruiken. Een beker vastpakken met twee handjes, trap lopen: het ging moei-zaam. ‘Omdat er meer kinderen in de groep zitten, lukte het mij niet om haar aldoor te helpen. Maar met extra begeleiding op de groep leerde het meisje het toch zelf!’

Aan de bel trekken?Dat support voor alle kinderen belangrijk is, staat voor Eva als een paal boven water. ‘Vindt een kind iets moeilijk of pijnlijk, dan gaat hij of zij vaak iets anders doen. Als je daar geen aandacht aan besteedt, leert het kind die moeilijke vaardigheid niet. Met een

Je staat er niet alleen voor!

Page 2: Kind met opvallend gedrag? - pdf.swphost.compdf.swphost.com/kiddo/2014/KIDDO_2-2014_Wissel_NL_Kind_met... · observatie van het kind door een Jeugd-zorgmedewerker. Daarna volgt een

21KIDDO 2 • 2014

Tekst: Hester Otter • Foto's: BigStock

>

beetje aandacht en extra hulp, kun je een kind vooruit helpen, ook in een gewoon kinderdagverblijf.’Maar voor veel pedagogisch medewerkers is het moeilijk in te schatten wanneer en of er externe hulp moet worden ingeschakeld. Moet je het niet vooral zelf oplossen? En moet je bij elk kind dat zich anders gedraagt aan de bel trekken? ‘Het is niet zo dat elk kind met een handicap of een gedrags- of ontwikkelingskwestie “bekeken” hoeft te worden’, zegt Norinda Visser van Parlan, een organisatie voor opvoedondersteuning. Visser begeleidt als coach pedagogisch me-dewerkers en ouders op kinderdagverblijven.

‘We worden pas ingeschakeld als de situatie ook met een locatiemanager of een peda-goog van het kinderdagverblijf is besproken. En dat gebeurt pas, nadat de leidsters zelf al hebben geprobeerd de situatie te verbete-ren, zonder voldoende resultaat.’

Coaching on the jobHet is begrijpelijk dat je als leidster soms met je handen in het haar zit wanneer een kind voortdurend de grenzen blijft opzoeken, zegt Erik Heijmans. Hij is leidinggevende op een centrum voor dagbehandeling voor kin-deren (voorheen medisch kinderdagverblijf) van Parlan en ambassadeur van Alert4you. Dit is een platform waar Jeugdzorg en kin-deropvang elkaar sinds drie jaar ontmoeten, tips geven en kennis delen.‘Tot een paar jaar geleden werden kinderen met gedragsproblemen in de kinderopvang doorverwezen naar een medisch kinderver-blijf’, zegt Heijmans. ‘Kinderen van wie we dachten: met de juiste ondersteuning had hij of zij hier niet hoeven komen. Het is zo belangrijk om een probleem al vroeg te sig-naleren en aan te pakken. En dat kan goed

in de kinderopvang. Met de juiste adviezen leren ouders en leidsters hoe ze het beste om kunnen gaan met opvallend gedrag van het kind. Zo voorkom je dat het probleem groter wordt en het kind niet in zijn eigen vertrouwde omgeving kan blijven.’ Daarom zetten de mensen achter Alert4you ‘Coaching on the job’ op. Een Jeugdzorgme-dewerker coacht pedagogisch medewerkers op het kinderdagverblijf zelf. Ook ouders kunnen bij de coach terecht met vragen. ‘Pedagogisch medewerkers kunnen de hulp van een coach inschakelen om antwoord te krijgen op vragen als: hoe kun je beter met dit kind omgaan, hoe praat je met de

ouders over het gedrag van hun kind?’ somt Heijmans op.Wanneer een kind probleemgedrag vertoont, vraagt het kinderdagverblijf pas na overleg met de ouders om ondersteuning vanuit Jeugdzorg. De ondersteuning begint met een observatie van het kind door een Jeugd-zorgmedewerker. Daarna volgt een plan van aanpak, waarbij de pedagogisch medewer-kers en de ouders worden betrokken. Heijmans: ‘Inmiddels blijkt dat ouders blij zijn met de hulp, want zij zijn vaak ook ongerust over hun kind. En bovenal: ons doel is niet om een kind naar de Jeugdzorg te verwijzen, maar om een kind er juist uit te houden. En dat lukt alleen als je de ouders en de leidsters bij de aanpak betrekt.’

Niet lekker in z’n velDat is ook de ervaring van Linda, de moeder van Thijn (3). Wanneer Thijn op het kinderdagverblijf was, fladderde hij van de ene plek naar de andere. Een paar seconden speelde hij met de auto’s, om daarna naar de tekentafel te rennen. ‘Hij was gauw afgeleid en kon zich moeilijk concentreren.

Ook thuis luisterde Thijn niet goed. Hij bleef zijn grenzen opzoeken. Ook zijn leidster zag dat de jongen niet lekker in z’n vel zat. Maar wat hem dwarszat, wist ze niet. De pedagogisch medewerkster vroeg wat wij ervan vonden Thijn te laten observeren door een deskundige. Nee, ik vond het niet vervelend dat ze het voorstelde. Je wilt toch het allerbeste voor je kind?’Het kinderdagverblijf schakelde de opvoedondersteuning van Parlan in. Een medewerkster volgde Thijn vier dagdelen op het kinderdagverblijf. Moeder Linda: ‘Toen we het eindverslag kregen, was dat voor ons een “wauw!-moment”. Zij had ons zoontje zo goed beschreven, precies zoals hij is!’ Het verslag was een eyeopener, vertelt ze. ‘We kregen advies hoe we samen met het kin-derdagverblijf Thijn de hulp konden geven die hij nodig had.’ Thijn kreeg op het kinderdagverblijf een stoel met leuningen in plaats van een kruk, zodat hij duidelijk een ‘eigen ruimte’ had. ‘De aanpak op het kinderdagverblijf gebrui-ken we, als het even kan, ook thuis’, zegt Linda. Thijn heeft een eigen speelkleed waar hij nu aardig zelfstandig op speelt. Zelf aan de slag gaan lukt hem steeds beter, met hulp van een ‘speelwekker’. Na enkele minuten spelen, ‘mag’ hij met iets anders aan de slag. Ook krijgt hij, net als op het kinderdag-verblijf, meer ruimte om al z’n energie kwijt te kunnen: lekker veel buiten spelen dus. Linda is enthousiast: ‘Het is zo’n verschil met een halfjaar geleden. Toen kon hij absoluut niet zelfstandig spelen. Hij kan zich nu beter concentreren. Maar het belangrijkste is dat Thijn een stuk vrolijker is geworden.’

Succesvolle aanpakSoms zijn de (gedrags)problemen te groot om met een paar uur ondersteuning op te lossen. Dan wordt de begeleiding van het kind, in overleg met de ouders en de leid-sters, overgedragen aan Jeugdzorg.Maar de methode van Alert4you werpt wel steeds vaker vruchten af. Sinds de start van het project is het aantal aanmeldingen

‘Met de juiste adviezen zorgen ouders en begeleiders ervoor dat het kind gewoon op het kinderdagverblijf kan blijven’

Page 3: Kind met opvallend gedrag? - pdf.swphost.compdf.swphost.com/kiddo/2014/KIDDO_2-2014_Wissel_NL_Kind_met... · observatie van het kind door een Jeugd-zorgmedewerker. Daarna volgt een

22 KIDDO 2 • 2014

voor dagbehandeling op het medisch kinderdagverblijf in de kop van Noord-Holland flink gedaald. ‘We hebben in 2013 al zestig aanvragen voor begeleiding van jonge kinderen in kindercentra gekregen’, vertelt Heijmans.

Ondersteuning op maatEen organisatie die een lange staat van dienst heeft op dit terrein is Okido, actief in Amsterdam en Diemen. Okido zorgt voor extra reguliere leidsters op de groep, zodat er meer tijd en ruimte is om aandacht te geven aan een bepaald kind. Ook begeleiding en ondersteu-ning van de leidsters of het kind door een orthopeda-goog is een optie. Deze specialist werkt al bij Okido, of wordt ingezet vanuit andere partnerorganisaties uit de Gehandicaptenzorg of Jeugdhulpverlening. Hoeveel hulp nodig is, verschilt per kinderdagverblijf en per kind. ‘Met een kind met het syndroom van Down kan het ene kinderdagverblijf prima uit de voeten. Een ander kinderdagverblijf heeft meer behoefte aan adviezen en speciale ondersteuning’, legt Botty Veenstra uit, coördinator bij Okido. ‘Daar passen we het aantal uren en de inzet van een orthopedagoog op aan. Het belangrijkste is voor ons dat een kind in z’n eigen omgeving kan blijven. Met een beetje extra hulp lukt dat bijna altijd.’Met de adviezen van de specialisten kunnen de leidsters ook zelf aan de slag. Bij een kind met het syn-droom van Down leer je bijvoorbeeld de taalontwikke-ling te stimuleren. ‘Dat vraagt meer inspanning van een leidster, maar daar zijn via ons allerlei mogelijkheden van ondersteuning voor’, zegt Veenstra. <

Ondersteuning via Alert4youHet project Alert4you is inmiddels zo succesvol dat in vijftig gemeenten in Nederland samenwerkingsverbanden zijn gestart. Alert4you is alleen een platform; de echte onder-steuning wordt door de kinderdagverblijven en verschil-lende zorginstellingen zelf gerealiseerd. Okido is een van de partners van onder andere kinderdagverblijven voor – ouders van – een kind dat intensieve en lange ondersteuning nodig heeft. Meer informatie vind je op www.alert4you.nl en www.okidohelpt.nl.

Stappenplan1. Valt bepaald gedrag van een kind je op? Zoek je naar

manieren om het kind beter te begeleiden? Overleg met je collega’s wat je kunt doen.

2. Is het opvallende gedrag van het kind moeilijk te veranderen, bespreek het met de locatiemanager en een pedagoog (als deze aanwezig is).

3. Is ondersteuning van een opvoedexpert nodig, neem dan eerst contact op met de ouders, eventueel samen met de locatiemanager. Samen met de ouders en de pe-dagoog/locatiemanager bespreek je de situatie en het gedrag van het kind. Staan de ouders open voor extra ondersteuning? Willen zij hun kind laten observeren door een medewerker van Jeugdzorg, zodat er eventu-eel gewerkt kan worden aan een plan van aanpak?

4. Daarna kunnen de opvoedexperts uit de regio wor-den ingeschakeld. Veel kinderdagverblijven hebben een samenwerkingsverband met organisaties in de jeugd(gezondheids)zorg en de Centra voor Jeugd en Gezin. Hoe en welke organisaties vervolgens worden ingeschakeld, verschilt per locatie.

‘Het belangrijkste is voor ons dat een kind in z’n eigen omgeving

kan blijven. Met een beetje extra hulp lukt

dat bijna altijd.’