Upload
scripta-communicatie-bv
View
235
Download
2
Embed Size (px)
DESCRIPTION
GS1 Nederland is een organisatie die een set van wereldwijde standaards beheert om logistieke processen snel, foutloos en efficiënt te laten verlopen. Met Ketens wil de organisatie bijdragen aan het creëren van een klimaat voor ketensamenwerking en het aantal initiatieven van samenwerking vergroten. Dit doet zij door gebruik te maken van nationale en internationale cases en inspirerende verhalen van deelnemers en niet-deelnemers. De artikelen bieden stof tot nadenken en dagen deelnemers uit tot actie over te gaan. Daarnaast geeft Ketens de processen, bedrijven en cases een gezicht. Juist dit menselijke aspect, benadrukt door de opvallende fotografie, maakt het blad zo uniek voor de logistieke branche.
Citation preview
ketens [4] §
JAARGANG 3
DECEMBER 2009S A M E N W E R K I N G E N E F F I C I E N C Y
INFORMATIE DELEN
Rick Janssen, sales operations manager O’Neill
‘We stimuleren data-uitwisseling in
de gehele keten’
Pieklogistiek MILJOENEN
VIRUSREMMERS PRECIES OP TIJD
Ketens-4-2009.indd 1Ketens-4-2009.indd 1 30-11-09 22:5130-11-09 22:51
ketens | 4–2009 3
tekst Paula Vos
Lesli is de grootste importeur van vuurwerk in Nederland en levert aan 400 detaillisten, waar-onder 160 verkooppunten van Agri Retail (o.a. Boerenbondwinkels). Een groot deel van de bestel-lingen plaatsen detaillisten van tevoren. Omdat de verkooppunten meestal niet genoeg opslagcapaciteit hebben voor deze volledige voorraad, wordt van tevoren al vastgelegd wat op dag een, twee en drie uitgeleverd kan worden. Maar dan is men er nog niet. Tijdens de drie verkoopdagen wordt er nog volop door consumenten besteld en gekocht via de webshops en verkooppunten van de detaillisten. Ruim 20 procent van de bestellingen doen detaillisten nog tijdens de drie verkoopdagen.
Het hele bestel- en leverapparaat van Lesli is hierop ingesteld. De vierhonderd verkooppunten werken alle-maal met een technisch identieke webshop, waarmee tevens de voorraad wordt bijgehouden. Zo kan men realtime zien van welke producten extra voorraad nodig is. De bestellingen worden op gestandaardiseerde wijze via e-mail bij Lesli geplaatst en gaan daar direct door naar de orderuitlevering. Orderpickploegen wer-ken drie dagen lang 24 uur per dag en er rijden 85 voertuigen door heel Nederland om de bestellingen af te leveren. Want de producten en de marketing kun-nen nog zo goed zijn, bij vuurwerkverkoop is juiste en tijdige levering de belangrijkste succesfactor.
De verkoop van vuurwerk aan consumenten is in
Nederland alleen toegestaan tijdens de drie laatste
dagen van het jaar. De omzet in die korte periode is
groot en grillig. Vuurwerkimporteur Lesli houdt hier
rekening mee en heeft zijn hele logistieke apparaat
fl exibel ingericht op drie dagen topdrukte: ‘Op het
moment suprême gaat het om logistieke prestaties.’
[ OOG OP DE WERELD ]
LOGISTIEK KNALLEN
Ketens-4-2009.indd 3Ketens-4-2009.indd 3 30-11-09 22:5130-11-09 22:51
PAGINA 2-11
De Opening Oog op de wereld, Nieuws, Over de grens
PAGINA 14
Het Gesprek Bas van der Moolen, consultant Mobiliteit
en Logistiek bij TNO, pleit voor een slimmere retourlogistiek
PAGINA 20
In Beeld De communicatie-effecten van instore media
PAGINA 22
Best Practice De distributieketen van antivirale middelen
PAGINA 28
Dossier Retailers en leveranciers kunnen nog veel
winst behalen op het gebied van informatie delen
PAGINA 13 + 19 + 35
Podium ‘Duurzame logistiek is vooral een hype.’ Drie reacties
PAGINA 37
Agenda & Opfrisser
PAGINA 39
Column Laurens Sloot & Colofon
I n h o u d N R 4 D E C E M B E R 2 0 0 9
22
‘We komen het verst doorvergaande samenwerking
met retailers’� ALWIN VAN DEN BERG, MANAGING DIRECTOR KRAFT FOODS NEDERLAND BV
14
28
Ketens-4-2009.indd 5Ketens-4-2009.indd 5 30-11-09 22:5130-11-09 22:51
6 ketens | 4–2009
HOLISTISCHE SUPPLY CHAINDe winstgroei van de grootste mondiale producenten van consumentengoede-ren is in 2008 gemiddeld gedaald tot 24 procent, ten opzichte van 28 procent in 2006. Deze ‘verloren’ 4 procent winst-groei kost deze bedrijven gezamenlijk € 4 miljard. De recessie kan men daar maar gedeeltelijk de schuld van geven, blijkt uit een rapport van Ernst & Young, Making your supply chain perform. Men kwam tot deze conclusies door het bestuderen van de cijfers van de 32 grootste wereldwijd opererende pro-ducenten van consumentengoederen. Daarbij focusten de onderzoekers zich op de kostprijs van de verkopen en het kapitaalbeslag van de voorraad. Er blijkt nog veel te winnen: de kostprijs van de verkopen ligt voor het merendeel van de onderzochte bedrijven nog boven 56 procent, en de meeste hebben meer dan 69 dagen voorraad. De oorzaak van de tegenvallende cijfers is volgens het onderzoek dat bedrijven zich te veel op één aspect van de supply chain richten, zoals service levels of kosteneffi ciëntie. Hoewel dit deels een bewuste keuze kan zijn, zien de onderzoekers meer heil in een holistische aanpak van supply-chain-management. Daarbij zou men bij beslissingen rekening moeten houden met zowel kosten, kapitaalbeslag als service aan afnemers. Pas als al deze factoren inzichtelijk zijn, kan de supply chain daadwerkelijk verbeterd worden. Ter inspiratie heeft men ook uitgere-kend wat dat in fi nanciële termen zou betekenen: het terugbrengen van de voorraad met een dag en het verlagen van de kostprijs van de verkopen met 1 procent kan deze bedrijven gezamenlijk ruim € 5 miljard opleveren.
[DE OPENING ]
Productie keert huiswaartsStijgende brandstofprijzen, een toenemend milieubewustzijn en de noodzaak om snel in te spelen op consumententrends leiden ertoe dat veel bedrijven hun supply chain verkorten door productie weer dichter bij huis te laten plaatsvinden. Nadat het jarenlang de trend was om steeds verder weg te outsourcen, lijkt er nu een kentering gaande. De stijgende brandstofprijzen zijn een belangrijke factor; door de economische crisis is het effect daarvan in een stroomversnelling gekomen. Een tweede belangrijke reden om de keten
dichterbij te halen is de noodzaak tot het sneller inspelen op klantenwensen – een factor waar vooral de mode-industrie mee te maken heeft. Een derde belangrijke stimulans zijn de milieudoelstellingen waar bedrijven mee te maken krijgen: een groot deel van de ‘carbon footprint’ van bedrijven bestaat uit transportkilometers. Deze verminderen is een logische stap in het terugbrengen van CO²-uitstoot en energieverbruik.
Garden Retail Services en Tuincentrumketen Life & Garden zijn de eerste retailers in de tuinbranche die starten met elektronisch zakendoen. Zij zijn in september begonnen met een pilot, in nauwe samenwerking met GS1 Nederland. Menno de Vreede, hoofd Kennis- & Informatiemanagement van Garden Retail Services en voorzitter van de Green Leaf-projectgroep over de pilot: ‘Vandaag de dag werkt de branche vaak nog met fax, telefoon en e-mail om bijvoorbeeld bestellingen te doen. Deze bestellingen moeten vervolgens handmatig worden verwerkt in de ERP- en winkelautomatiseringssystemen. De tijd is rijp om een standaardoplossing voor dit proces te bieden.’De tuinbranche krijgt de laatste jaren steeds meer te maken met concurrentie van onder andere bouwmarkten en woonwarenhuizen – sectoren waar elektronisch zakendoen over het algemeen al 'business as usual' is. De tuinbranche ziet duidelijk de voordelen van deze effi ciënte manier van werken en verkent via deze pilot de mogelijkheden. Ingmar Hensbergen, adviseur Doe-Het-Zelf en Tuin van GS1 Nederland licht toe: ‘De branche geeft aan dat het effectiever besturen van de keten een van de speerpunten voor de komende jaren is. Enerzijds om hiermee kosten te reduceren maar ook om meer grip te krijgen op verkoop- en voorraadinformatie en logistieke processen. Dit stelt de branche in staat op zowel prijs- als assortimentsniveau nog beter tegemoet te komen aan de wensen van de moderne consument.’De focus van de pilot ligt op het administratieve traject van bestellen tot factureren van producten. De leveranciers die aan de pilot deelnemen, leveren in de meeste gevallen ook aan de doe-het-zelfmarkt, waar elektronisch zakendoen al jaren de standaard is. De kennis en ervaring die zij inbrengen is een belangrijke factor in de pilot, die daardoor snel tot inzichten en resultaten kan leiden.Andere retailorganisaties in de branche volgen de ontwikkelingen op de voet binnen het overlegorgaan Green Leaf. Dit overlegorgaan heeft als doel om één gezamenlijke taal te spreken tussen leveranciers en afnemers in de tuinbranche.
ELEKTRONISCH ZAKENDOEN
Ketens-4-2009.indd 6Ketens-4-2009.indd 6 30-11-09 22:5130-11-09 22:51
ketens | 4–2009 7
Snoepje van de weekFlippo’s, Wuppie’s, voetbalplaatjes: vernieuwende premium-acties? Welnee, allemaal varianten op de aloude kruidenierswijsheid dat je met weggevertjes klanten bindt. Reeds in de jaren 60 gaf kruidenier De Gruyter bij de boodschappen elke week een ander klein cadeautje weg: het ‘snoepje van de week’. Een van de acties werd een ware rage door het langetermijnelement: met kartonnen bouwplaten van huizen en gebouwen konden de kinderen een heel dorp bouwen. Het gaf moeder een reden om wekelijks bij De Gruyter terug te keren en het leverde De Gruyter veel trouwe klanten op.
FLASH BACK>
Accenture geeft in een high performance business-onderzoek aan welke concrete stappen AEX-bedrijven kunnen nemen om hun prestaties te verbeteren om de huidige crisis te overleven en een duurzame basis te leggen voor toekomstig concurrentievoor-deel.Het onderzoek van Accenture (advies-bureau op het gebied van management consulting, technology services en outsour-cing) vergelijkt de prestaties van 21 van de grootste beursgenoteerde ondernemingen in Nederland met de prestaties van 169 directe internationale concurrenten in de huidige economische context. ‘Naar aanleiding van de onderzoeksresulta-ten doen we twee aanbevelingen voor
ondernemingen die als een winnaar uit de recessie willen komen’, aldus Joost de Haas, de Lead voor Strategy Consulting Accenture Nederland en verantwoordelijk voor het onderzoek. ‘In het huidige eco-nomische klimaat zijn ondernemingen genoodzaakt kosten te managen en te besparen. Het is hierbij belangrijk kosten-reducties die op de lange termijn de con-currentiepositie in gevaar kunnen brengen te vermijden. Daarnaast moeten bedrijven, die de middelen hebben om in groei te investeren, nu gebruikmaken van de ver-zwakte concurrentie en in actie komen om marktaandeel en groei te waarborgen.’
FORUM
GEBRUIKMAKEN VAN DE CONCURRENTIE
Ketens-4-2009.indd 7Ketens-4-2009.indd 7 30-11-09 22:5130-11-09 22:51
8 ketens | 4–2009
[DE OPENING ]
[FOOD FOR THOUGHT]Via een vaste telefoon aan een persoon vertellen waar je gisteren was is hopeloos ouderwets. Je Twittert ter plaatse via je mobiele apparaat waar je bent en wat je er doet, en stuurt liefst ook nog wat foto’s mee. Deze informatie is door je hele netwerk online, realtime te zien. We von-den het al doodnormaal dat we via onze mobiele telefoon altijd te lokaliseren zijn en verstrekken
nu zelf met plezier de additionele informatie. Realtime-informatie is de norm geworden. Een norm die ook steeds meer geldt in de supply chain: weten wanneer een zending arriveert is niet voldoende. We willen weten waar de zen-ding nu is, in welke staat zij verkeert en hoe hard de truck gaat waar het product in staat. Niet zomaar, omdat het leuk is om te weten, maar omdat de informatie onontbeerlijk is voor een soepel werkende supply chain.
REALTIME
Ketens-4-2009.indd 8Ketens-4-2009.indd 8 30-11-09 22:5130-11-09 22:51
ketens | 4–2009 9
QUOTE
‘
LOYALITEIT VAN CONSUMENTEN KAN
NIET MEER GEKOCHT WORDEN MET
PLASTIC PUNTEN OF KORTINGSBONNEN
BRITSE RETAILER ASDA BETREKT CONSUMENTEN DOOR ZE TE LATEN MEEPRATEN IN BESLUITVORMING
In de eerste helft van 2009 inventariseerde GS1 Nederland de trends die genoemd werden op logistieke congressen en in trendrapporten zoals die van de Commissie Van Laarhoven en het Global Commerce Initiative (na de fusie met
CIES nu het Consumer Goods Forum). In totaal werden 186 supply-chaintrends geïdentifi ceerd. De meest genoemde zijn*:
1 Men maakt steeds meer gebruik van gedeelde informatieplatforms voor ketenbesturing (30);
2 Ketenpartijen willen goederenstromen bundelen om keteneffi ciëntie te verhogen (22);
3 Assortimenten groeien. Men zet meer maatwerk in om beter in te spelen op de wensen van de individuele consument (22);
4 Er worden steeds meer kanalen ingezet om producten en diensten aan te bieden en de individuele consument waar en wanneer dan ook te kunnen bedienen (19);
5 Men investeert in traceerbaarheid en transparantie in de keten (12);
6 Ketenpartijen werken aan verticale samenwerking om keteneffi ciëntie te verhogen (8).
*Tussen haakjes staat het aantal keren vermeld dat een trend genoemd is.
KNOW HOW
VOOR U GESPOT
DERDE DRUK HANDBOEK CATEGORY MANAGEMENT
Dit succesvolle boek dient als leidraad voor category managers en alle ande-ren die vanuit hun functie met cate-gory management te maken hebben. Door nieuwe inzichten is in de derde herziene druk meer de nadruk op de winkelformule komen te liggen. Ook zijn er nieuwe cases in het boek opge-nomen: C1000 en tabaksleveranciers over performanceverbetering voor de hele keten; Unilever met diverse retai-lers over samenwerken tot op de win-kelvloer; en Koninklijke Fruitmasters Groep en Jan Linders over effi ciënte productpromotie.
‘’
Titel: Een scherp handboek category managementAuteurs: Jan-Willem Grievink en Embrecht van Groesen.Verkrijgbaar: Via www.gs1.nl.
TRENDS
Ketens-4-2009.indd 9Ketens-4-2009.indd 9 30-11-09 22:5130-11-09 22:51
10 ketens | 4–2009
[OVER DE GRENS ]
DUITSLAND
PRODUCT-INFORMATIE Retailer Metro en zuivelproducent Danone lijken een goede vorm te hebben gevonden voor het aanbieden van elektronische assistentie aan shoppers op de winkelvloer. Zij deden in de eerste helft van 2009 een pilot waarbij de mobiele telefoon werd ingezet als ‘winkelassistent’. Klanten van de Real Future Store van Metro kregen, na registratie op een website, software aan hun eigen mobiele telefoon toegezonden. Functies die vervolgens beschikbaar waren:
• het maken van een boodschappenlijstje;
• het scannen en betalen van boodschappen in de winkel;
• het opvragen van productinformatie op de winkelvloer.
Met name het laatste aspect kreeg grote waardering van de deelnemende shoppers. Door een product met hun telefoon te scannen, konden zij snel een duidelijke weergave zien van voedingswaarden, ingrediënten en allergenen.Deze productinformatie heeft Danone aan Metro beschikbaar gesteld via een datapool, GDSN (Global Data Synchronisation Network). Deze gestandaardiseerde wijze van data-uitwisseling betekent dat ook andere producenten en retailers gemakkelijk bij deze werkwijze kunnen aansluiten. Consumenten zijn enthousiast: 70 procent zou de ‘mobiele winkelassistent’ aanbevelen bij anderen, 64 procent sprak de waardering uit voor de weergave van productinformatie.
Wat er mogelijk is dankzij category management wordt heel tastbaar in een project van retailer Hit met drankenleveranciers Bitburger (bier), Coca-Cola (frisdrank) en Gerolsteiner (water). De vier partijen ontwikkelden een gezamenlijke invulling van category management voor de complete drankencategorie. Ook logistieke aspecten zoals bevoorrading werden daarin meegenomen. Een belangrijk resultaat van deze aanpak is dat Hit nu met minder voorraad op de winkelvloer kan werken. Dat maakt het mogelijk om de lay-out van de winkelvloer aan te passen en op hetzelfde oppervlak een extra winkelgang te creëren. Hoe men dit oppervlak invult, kan per winkel verschillen; de category-management-strategie houdt er rekening mee dat het assortiment optimaal wordt afgestemd op de voorkeuren van de lokale shoppers. Dat deze shoppers blij zijn met het nieuwe aanbod blijkt uit een omzetstijging van 4 procent.
DUITSLAND
EXTRA WINKELGANG DANKZIJ CATEGORY MANAGEMENT
Ketens-4-2009.indd 10Ketens-4-2009.indd 10 30-11-09 22:5130-11-09 22:51
ketens | 4–2009 11
VERENIGD KONINKRI JK
TESCO: WINKELINRICHTING NAAR PRIJS
VERENIGD KONINKRIJK
PROMOTIES TIJDENS RECESSIETijdens een recessie hebben consumenten meer behoefte aan promoties, maar kijken ze er ook kritischer tegenaan. Dat blijkt uit onderzoek van IGD. Het onderzoeksinstituut hield enquêtes onder 1000 shoppers, voerde gesprekken met vier focusgroepen en deed verschillende winkelinterviews. Het belang van promoties blijkt steeds verder toe te nemen. De afgelopen jaren is het deel van de omzet dat voortkomt uit promoties gestegen van 28 procent tot 32 procent (gemeten bij de top 5-retailers in het Verenigd Koninkrijk). Shoppers waarderen promoties extra in tijden van recessie, maar letten dan ook scherper op de werkelijke waarde die een actie voor ze heeft. Men hecht veel belang aan transparantie en wil duidelijk weten wat het netto voordeel precies inhoudt. Het allerbelangrijk-ste element voor de shoppers blijft echter dat het gepromote pro-duct beschikbaar moet zijn gedurende de actie.
Verbeterpunten
Belangrijkste verbeterpunten ten aanzien van promoties, genoemd door shoppers:
1 beschikbaarheid van producten tijdens actieperiode (31 procent);
2 meer signifi cant voordeel, minimaal 25 procent korting (21 procent);
3 liever prijskorting dan ‘multi-buys’ die aanzetten tot te grote aankopen (21 procent);
4 duidelijker aangeven tot wanneer de actie geldt (18 procent);5 zowel originele als nieuwe prijs tonen (17 procent);6 duidelijker aangeven voor welke producten de actie geldt (15
procent).bron: IGD Special Analysis - Shopping for promotions
Rob Schofi eld, marketing manager bij
Tesco onthulde onlangs een deel van
Tesco’s nieuwe category-management-
strategie. Deze nieuwe koers is een reactie
op een waargenomen verandering in het
koopgedrag van klanten, met name op
het gebied van prijssensitiviteit. Tesco
onderscheidt nu drie soorten shoppers: price-sensitive, standard en upmarket.
Om deze shoppers optimaal te faciliteren
creëerde Tesco drie prijscategorieën,
basic, standard en premium. Deze
prijscategorieën dienen als uitgangspunt
voor de schapindeling in de winkel. Tesco
heeft deze wijziging reeds toegepast op de
categorie alcoholische dranken. Schofi eld
gaf aan dat Tesco deze werkwijze ook voor
de overige categorieën zal doorvoeren
Ketens-4-2009.indd 11Ketens-4-2009.indd 11 30-11-09 22:5130-11-09 22:51
InterCommIT bv
033 460 62 00
www.intercommit.nl
InterCommIT wenst u fijne feestdagen en zorgeloos elektronische communiceren in 2010!
Inte
rCo
mm
IT
ketens | 4–2009 13
s t e l l i n g
‘Duurzame logistiek is vooral een hype’
r e a c t i e
‘Duurzaamheid staat stevig op de agenda binnen de logistiek en is zeker geen hype. Bij Heinz is logistiek opgenomen in de wereldwijde doelstellingen met betrekking tot MVO. Als ik kijk naar de keten in het algemeen, dan kan duurzame transport uitgroeien tot een dif-ferentiator. In een prijsgedreven markt kunnen transporteurs zich onderscheiden door de uit-stoot van CO², fi jnstof en NOx (stikstofoxiden) inzichtelijk te maken en te verminderen,
en wordt duurzaamheid ingebed in de stra-tegie van deze bedrijven. In dat kader zou de bundeling van stromen een wederzijds belang van de ketenpartners kunnen zijn. Netwerkoptimalisatie leidt immers tot een lager dieselverbruik in het netwerk, minder CO²-emissie en een lagere kostenbasis. De voordelen van die duurzaamheidsprikkel zorgt ervoor dat bedrijven, die op dit vlak nu wat minder actief zijn, deze trend zullen volgen. Zo wordt duurzaamheid naast de bestaande focus op service en kostenbeheersing wellicht een vast onderdeel van de doelstellingen in de logistieke keten, wat een positief effect zal hebben op onze omgeving.’
FOTO
GR
AFI
E: H
AN
S VA
N D
EN H
EUVE
L TE
KST
: PET
RIC
K D
E K
ON
ING
TOM TILLEMANSmanager logistics and planning bij H.J. Heinz B.V.
PODIUM [1]
Ketens-4-2009.indd 13Ketens-4-2009.indd 13 30-11-09 22:5130-11-09 22:51
'Daarom slimme
14 ketens | 4–2009
PLEIDOOI VOOR EEN SLIMMERE RETOURLOGISTIEK: CLOSED-LOOP SUPPLY CHAIN
Ketens-4-2009.indd 14 30-11-09 22:51
zijn e retourstromen
een must!'
ketens | 4–2009 15
�
Zo innovatief als de voorwaartse supply chain tegenwoordig vaak is ingericht, zo primitief organiseren we onze retourstromen. Onbegrijpelijk eigenlijk, want wie retourstromen in zijn logistieke proces integreert, wint niet alleen in effi ciency, maar kan ook de bedrijfsprocessen innoveren en het contact met klanten verstevigen. Bas van der Moolen (TNO) breekt een lans voor de closed-loop supply chain.
t e k s t RUUD SL I ER INGS i l l u s t r a t i e HAN HOOGERBRUGGE
< < h e t g e s p r e k > >
‘Het is niks nieuws, retourlogistiek. Tot diep in de mid-deleeuwen deed de mens eigenlijk niet anders’, zegt Bas van der Moolen, consultant Mobiliteit en Logistiek bij TNO. ‘Je verbouwde iets lokaal, gebruikte het lokaal en verwerkte eventuele resten lokaal. Een gesloten keten. Pas in de industriële revolutie ontstond het model waarin afstanden overbrugd moesten worden en stro-men gesplitst werden. Het zou goed zijn die stromen weer te integreren.’Van der Moolen is al sinds zijn studie Technologie & Innovatiewetenschappen gefascineerd door ketenlo-gistiek: ‘Je ziet vaak dat bedrijven geen kans onbenut laten om binnen de eigen muren kosten te besparen en de bedrijfsvoering te optimaliseren. Maar buiten het bedrijf, in de keten, valt er nog veel te halen.’
Stromen combinerenDe voorwaartse supply chain heeft zich de afgelopen decennia enorm ontwikkeld, van enkele leveringen per week naar just-in-time-leveringen met een hoge frequen-tie, gebaseerd op de actuele verkoop. Natuurlijk hoeft
Ketens-4-2009.indd 15Ketens-4-2009.indd 15 30-11-09 22:5130-11-09 22:51
16 ketens | 4–2009
niet altijd hightech ingezet te worden om out-of-stock te voorkomen; al is het assortiment beperkt en staan de producten op pallets in de winkel, Aldi is er succesvol mee. Bij een supermarkt als Albert Heijn gaat dat anders. Afhankelijk van de verkoop wordt realtime de voorraad gemuteerd en bij de betreffende leverancier het product besteld. ‘Die supply chains richting retailer zijn vaak slim inge-richt’, zegt Van der Moolen. ‘Er is een minimale voorraad in de winkels zodat er per vierkante meter winkeloppervlakte een zo groot mogelijk assorti-ment kan worden aangeboden. Maar de andere kant op, dat gaat vaak nog erg ouderwets.’Dat geldt niet alleen voor de foodsector. Bijna twee derde van het wegtransport betreft agro- en bouwlogistiek. Van der Moolen: ‘Voor de meeste wagens geldt: vol heen, leeg terug, of bijna leeg terug. Omgekeerd rijden de wagens voor de retour-stromen leeg heen en vol terug. Dat kan veel effi -ciënter, ook al kun je afval en vers natuurlijk niet altijd in één auto combineren. Maar ik ben ervan overtuigd dat je een model kunt bedenken waarin je stromen kunt combineren.’Misschien een makkelijker productcategorie om het leveren en het ophalen van goederen te combi-neren is die van elektronische apparatuur. Van der Moolen noemt Océ als voorbeeld van een bedrijf waar de product-marktcombinatie ingericht is rondom een gesloten logistiek: ‘Je koopt geen kopi-eermachines bij Océ, maar kopieercapaciteit. De machine blijft van Océ. Vlak voordat het contract afl oopt, bezoekt Océ de klant om te praten over verlenging of wijziging van het contract. Moet er een andere machine komen, dan ruilen ze die om. De ontwerpen van de machines zijn afgestemd op retourstromen: veel onderdelen kunnen worden hergebruikt in de nieuwe apparatuur. Het voordeel van deze werkwijze is dat er meer klantcontact is en Océ bespaart op de inkoop van grondstoffen. Die grondstoffen of onderdelen blijven hun waarde behouden omdat Océ ze zelf direct hergebruikt. Er is dan ook geen sprake van downcycling hetgeen wel optreedt als je de grondstoffen mixt met grond-stoffen van andere producten. Bovendien is her-gebruik goed voor het milieu, dus je imago vaart er ook wel bij.’
Het levert geld opVolgens Van der Moolen kan het model van Océ in veel meer branches werken: ‘De meeste producen-ten willen niets te maken hebben met retourstro-men. Als ze het al terugkrijgen uit de markt, huren ze een gespecialiseerd bedrijf in om het te “verwer-
ken”. Ze gooien daardoor waardevolle grondstof-fen weg en laten de kans onbenut om contact te houden met klanten.’Er wordt dus geld weggegooid: ‘Het probleem is dat retourverwerking en hergebruik vooral als milieu-vriendelijke activiteiten worden gezien. Is ook zo, maar het primaire doel van een onderneming is winst maken, en dat moet het óók zijn als het om retourstromen gaat. Geen bedrijf zal de voor-waartse en de retourstromen combineren vanwege het groene imago. Dat is een mooie bijkomstigheid, maar onder de streep moet het gewoon geld ople-veren.’Dat is niet in elke sector even gemakkelijk, weet ook Van der Moolen: ‘Voor producten met een lage waardedichtheid zul je moeten kijken of je de pro-ducten generieker kunt krijgen. Want hoe generie-ker ze zijn, des te meer volume kun je bereiken in de retourstromen. Als verpakkingen bijvoorbeeld van biologisch afbreekbare kunststof zijn, kun je die afvalstroom combineren met de gft-stroom. In bijvoorbeeld de kledingbranche zie ik ook moge-lijkheden. Je kunt oude kleren inleveren als je nieuwe koopt. En of die oude kleding dan naar de derde wereld gaat of dat de stof wordt hergebruikt, dat maakt niet uit. De keten is gesloten en een tweede leven is gegarandeerd.’
�
Voordelen closed-loop supply chain
� meer effi ciency in totale
logistiek (optimale
benutting transport,
opslagruimte)
� beschikbaarheid
grondstoffen
(rentabiliteit hangt
af van prijs op
grondstoffenmarkt)
� extra kansen op
klantcontact (goederen
ophalen en eventueel
vervangen, maatwerk)
� milieuvriendelijk, goed
voor imago (bovendien:
anticiperen op strengere
wetgeving)
Do’s & don’ts bij integratie van retourstromen
� maak er een langeter-
mijntraject van (vind
partners voor de lange
termijn)
� zorg dat iedereen in de
keten er voordeel van
heeft
� creëer een 100 procent
betrouwbare informatie-
voorziening
� geef partners de ruimte
om te innoveren en met
marge te draaien
Ketens-4-2009.indd 16 30-11-09 22:51
ketens | 4–2009 17
Vraag is waarom er niet veel meer innovaties en nieuwe werkwijzen plaatsvinden om die logistieke keten te sluiten. Van der Moolen: ‘Het probleem is dat retourstromen vaak gezien worden als een verstoring van het voorwaartse proces. Dat geldt ook voor bijvoorbeeld zichtzendingen, voor repara-tiewerk, voor postorderbestellingen. Retouren zijn lastig, ze passen niet goed in het primaire proces. Maar alleen al door de logistieke netwerken van verschillende ketens over elkaar te leggen kun je meer effi ciency bereiken. Dat gebeurt in de voor-waartse keten, bijvoorbeeld in de vorm van een centraal overslag- of distributiecentrum waardoor meerdere leveranciers hun goederen in één stroom combineren. Waarom zou je dat niet ook in de retourketen doen?’Een bottleneck bij het aan de retourkant verbete-ren van de logistiek, is dat de incentive ontbreekt, volgens Van der Moolen. Zelfs de wetgeving werkt belemmerend. Er is de idiote omstandigheid dat de voorwaartse supply chain mondiaal is georga-niseerd en alle ruimte heeft om over de wereld uit te waaieren, terwijl de retourstroom voor alles wat aangemerkt kán worden als afval nationaal beperkt is. Van der Moolen: ‘Los van die vreemde situatie worden bedrijven nu vooral door één prikkel gesti-muleerd: zo veel mogelijk nieuwe goederen slijten. Inkopers worden afgerekend op hoeveel ze van de prijs hebben afgepraat, die hebben amper belang bij een strategische langetermijnrelatie. Daarom is het Océ-model zo slim: zij verkopen geen appa-raten maar een dienst. Dan bouw je een langeter-mijnrelatie op. Waarom verkopen Sony en Philips nog televisies, waarom gaan ze niet televisie-uren of kijkplezier verkopen? Dan blijft het apparaat van hen, en de grondstoffen die erin zitten dus ook. Bovendien kunnen ze beter inspelen op verande-rende behoeftes en makkelijker service verlenen. Dat kun je voor elk product bedenken. Een boor-tjesfabrikant verkoopt geen boortjes maar gaten. Of kijk naar een bedrijf als Van Gansewinkel: die onderneming is zichzelf aan het transformeren van afvalverwerker tot leverancier van grondstoffen.’
Business caseHet vergaand integreren van retouren in de totale logistiek van een bedrijf of keten betekent echter wel dat de processen complexer worden. Wie stromen combineert in een closed-loop en bijvoorbeeld de grondstoffen in de productie-cyclus opneemt moet zorgen voor een perfecte afstemming, want als de retourstroom hapert, hapert op een gegeven moment ook de productie.
Met andere woorden: de informatievoorziening is cruciaal. Van der Moolen: ‘Je moet weten waar jouw producten zich bevinden, in welke kwaliteit, hoeveelheid en met welke levensduur. In business-to-business is dat relatief eenvoudig bij te houden omdat je de eindgebruiker meestal kent, maar in de consumentenmarkt moet je iets verzinnen waar-door de gebruiker zich registreert. Dat is de start van elk verbetertraject in retourstromen: weten waar je eindgebruikers zich bevinden. Voor het ene product moet je naar de consument zelf, voor het ander is misschien informatie van de retailer al voldoende.’Om een closed-loop supply chain te kunnen reali-seren, in welke branche dan ook, is dus een (winst)prikkel nodig. Bovendien moeten alle actoren in de keten voordeel bij de integratie van de retour-stromen hebben. En een visie op de relatie met de klant is ook cruciaal: ‘Ik ben ervan overtuigd dat bedrijven, ongeacht hun product, het gaan winnen in servicegerichtheid en niet in producten. Daarom moeten we af van het denken in marges. Geef elkaar de ruimte om te innoveren, werk met elkaar aan het verbeteren van de totale supply chain, dan krijg je een rendabele business case en vergroot je je concurrentiepositie op een duurzame manier, want een netwerk is niet te kopiëren.’
< < h e t g e s p r e k > >
'Geen bedrijf zal
de voorwaartse
en de retourstromen
combineren
vanwege het
groene imago'
Ketens-4-2009.indd 17 30-11-09 22:51
Business Integration Platform Content Syndication Platform e-Commerce Platformg Content Syndication Platform e-Commerce Platform
kosten van uw EDI berichten?U wilt geen verrassingen in de maandelijkse
TIE Kinetix BI FreeConnect: Join our community! Bespaar met FreeConnectFreeConnect biedt u een netwerk waarmee alle aangesloten handelspartners onderling gratis berichten kunnen
uitwisselen. De partners kunnen onderling zonder toeslagen én zonder berichtkosten berichten uitwisselen.
100% Transparant, dus zonder verrassingen achteraf. U weet dus altijd waar u aan toe bent.
Voor meer informatie: [email protected] of bezoek onze website: BusinessIntegration.tiekinetix.com/nl
Over TIE Kinetix: TIE Kinetix helpt u de grenzen van elektronisch zaken doen te verleggen. Door u de mogelijkheid te geven om applicaties en processen met uw handelspartners te verbinden, verbetert TIE Kinetix uw dagelijkse informatie stroom en communicatie. Eenvoudig gezegd: TIE Kinetix is de enige connectie die uw organisatie nodig heeft als u zaken doet met duizenden handelspartners over de hele wereld.
www.tiekinetix.nl
business integration platform
Dat is nu mogelijk!
TIE_AD_NL_BIP_225x250mm_FC.ai 1 19-11-09 12:31
s t e l l i n g
‘Duurzame logistiek is vooral een hype’
r e a c t i e
‘Een succesvol duurzaamheidsbeleid is gericht op het welzijn van het milieu en het leveren van goede bedrijfsprestaties. Ondanks, of misschien wel dankzij, de recessie dringt duurzaamheid juist nu door in samenleving en bedrijfsleven. Mars geeft duurzaamheid vorm door haar gehele keten, van grondstoffen en productieproces tot distributie en consumptie. Als ik inzoom op logistiek staat duurzaamheid niet langer op zichzelf, maar is het inmiddels volledig ingebed in de dagelijkse processen.
Met het Green Order-initiatief kijken we ook verder dan onze organisatie. Mars wil klanten bewust maken van de impact die hun bestel-gedrag op het milieu, de samenleving en de ketenprestaties heeft. We berekenen de CO²-emissie per levering en vermelden deze op iedere vrachtbrief. Deze informatie verwerken we in een klantenscorekaart die de basis voor een dialoog vormt. Zo wordt inzichtelijk dat slimmer bestellen en leveringen bundelen, de samenwerking in de keten verbetert, kostenef-fi ciënt is en de leadtime verkort. De tastbare effecten van deze aanpak zijn een doorbraak voor duurzame logistiek en geven energie voor gezamenlijke keteninnovatie.’
FOTO
GR
AFI
E: H
AN
S VA
N D
EN H
EUVE
L TE
KST
: PET
RIC
K D
E K
ON
ING
FRANS VAN DEN BOOMENmarket logistics manager outbound Mars Nederland B.V.
PODIUM
[2]
Ketens-4-2009.indd 19Ketens-4-2009.indd 19 30-11-09 22:5130-11-09 22:51
Communicatie-effectenDe communicatie-effecten van instore media worden uitgedrukt in drie ratio’s:
VERLEIDEN IS VERKOPEN
Communicatie-effectenDe communicatie-effecten van instore media worden uitgedrukt in drie ratio’s:
Gemiddeld 70 procent van de koopbeslissingen komt tot stand op de winkelvloer. Het is dus belangrijk om de klant daar te verleiden. Maar welke instore media zijn hiervoor het geschikst?
20 ketens | 4–2009
Ketens-4-2009.indd 20 30-11-09 22:51
22 % 20 %
3 %
I l l us t ra t i e : S teamwork G raph ics / b ron : POPA I Bene lux
15 %
6,1 % 5 %
14,6 %
8,4 %5,2 %
17 - 55 %
0 - 17,4 %
0 - 11,6 %
0 - 40,7 %
2 - 34 %
3 HALEN
1 BETALEN
0 - 40,7 %
15 %
6,1 % 5 %
1414,66 %%
8,4 %
3 %
I l l us t ra t i e : S teteeeeeeeamwork G raph ics / b ron : PPOPPOPA II BBBeBene luuuuuxxx
00000000 --- 44444444
2222 2 -- 34343434 %%% %
0 - 17,4 %
0 - 11,6 %
3 HHALENN
1 BBEETALEENN
22 % 20 %
3
%5,2 %
1717 - 55 %
3 HHALENN
xxx
404040404040404040 7777777,7,7 %%%%%%%%% %
0000000 -- 0040404040404040404040404040 7777777777,7,7,,, %%%%%%%%%% %%
ketens | 4–2009 21
Ketens-4-2009.indd 21 30-11-09 22:52
HAASTIGE spoedSOMS TOCHgoed
22 ketens | 4–2009
t e k s t M I R J A M H U L S E B O S f o t o g r a f i e M I E K E M E E S E N
Aan ketensamenwerkingsprojecten gaan vaak een lange aanloop en vele
besprekingen vooraf. Die tijd had het ministerie van VWS niet toen afgelopen
zomer duidelijk werd dat de Mexicaanse griep wel eens een pandemie zou kunnen
worden. In no time is er een keten voor de distributie van antivirale middelen
opgezet, die ondanks wat onhandige work-arounds soepel functioneert. Hoe een
beetje druk op de ketel soms kan helpen ketensamenwerking van de grond te tillen.
Logistieke keten voor antivirale middelen in no time opgezet
BEST PRACTICE
Ketens-4-2009.indd 22Ketens-4-2009.indd 22 30-11-09 22:5230-11-09 22:52
dd
ketens | 4–2009 23
Henk Hisken, hoofd Organisatie & Ontwikkeling bij Brocacef,
Henk Hisken, hoofd Organisatie & Ontwikkeling bij Brocacef
Ketens-4-2009.indd 23Ketens-4-2009.indd 23 30-11-09 22:5230-11-09 22:52
24 ketens | 4–2009
Marcel van den Berg, beherend apotheker van Escura Apotheek Geerlings in Arnhem
LEER VAN JE KETENPARTNERSEen punt van aandacht was het afron-den van de bestelhoeveelheden op het aantal verpakkingen in de omdoos, her-innert Henk Hisken, hoofd Organisatie & Ontwikkeling bij Brocacef, zich. ‘Het is ons werk om ons druk te maken over afmetingen van verpakkingen, de dosis die in één verpakking zit en de hoeveel-heden die in omdozen passen. Voor het ministerie en NVI is deze materie geen dagelijkse kost. Dat merkten we in de gesprekken. Gelukkig hebben zij goed gebruikgemaakt van de kennis die wij, groothandels, hebben en zijn we tot goede afspraken over de precieze bestel-hoeveelheden gekomen.’Ook op een ander punt bleek dat het kennisniveau in de keten nogal van elkaar verschilde. Zo waren de belan-genorganisaties voor respectievelijk de apotheken, apotheekhoudende huisart-sen en ziekenhuisapotheken verantwoor-delijk voor het maken van een verdeling welke apotheek door welke groothandel zou worden beleverd. De vier groothan-dels leverden hun klantenbestand en informatie over afnamehoeveelheden aan de belangenverenigingen aan. De apotheken op hun beurt vertelden hun drie belangenorganisaties door wie zij het liefst beleverd wilden worden. De belangenorganisaties combineerden dit alles tot een overzicht welke groothandel welke apotheek ‘belevert’. Daar zijn enkele fouten ingeslopen. Hisken: ‘De belangenverenigingen hebben niet de kennis en expertise hoe ze met dit soort grote lijsten moeten werken. Daardoor zijn er nu enkele apotheken die alle me-dicijnen bij ons bestellen, maar die de virusremmers nu door een van onze con-currenten beleverd krijgen. En andersom moeten wij in sommige gevallen leveren aan apotheken die geen klant (meer) bij ons zijn. Als de vergoedingen al zo’n discussiepunt zijn, is het natuurlijk jam-mer dat we als keten op deze manier onnodige kosten maken. Dat hadden we kunnen voorkomen als we iets meer tijd hadden gehad.’
Ketens-4-2009.indd 24Ketens-4-2009.indd 24 30-11-09 22:5230-11-09 22:52
ketens | 4–2009 25
�
et ‘Mexicaansegriepspook’ waarde al een tijdje rond. Na de eerste gevallen rond de zomervakantie ontstond er een ongekende mediahype, terwijl er nog nauwelijks Nederlanders ziek waren. Hoewel niemand toen kon voorspellen of en hoe de griep zich zou ontwikkelen, besloot het ministerie van VWS zich voor te bereiden op een pandemie die
mogelijk 30 procent van de burgers in een bepaalde regio gaat treffen. Daartoe moeten apothekers en huisartsen tijdig van twee middelen worden voorzien: apothekers van virusremmers en huisartsen van vaccins. Die beide ketens zitten verschillend in elkaar, vertelt Marien Weststrate, operationeel directeur van het Nederlands Vaccin Instituut (NVI): ‘Vrijwel alle genees-middelen in Nederland worden via groothandels gedis-tribueerd, maar voor het vaccin voor de seizoensgriep is ooit een ander distributieconcept opgezet. Deze vaccins worden door ons ingekocht, op klantorderniveau verpakt en rechtstreeks met een koeriersdienst naar de huisartsen gestuurd. Het vaccin voor de Mexicaanse griep distribu-eren we op dezelfde manier, terwijl de virusremmers wel gewoon via de groothandel worden gedistribueerd.’ Een systeem dat buitengewoon soepel verloopt en waarvoor geen redenen zijn om het te wijzigen.
SnelheidDe overheid heeft op eigen kosten een nationale voorraad virusremmers ingekocht. Die voorraad bestaat uit Tamifl u, die reeds in 2006 is ingekocht met het oog op de vogel-griep, en Oseltamivir, de werkzame stof in Tamifl u. Voor dit laatste middel is gekozen omdat de apotheker dit ook in kinddosering kan samenstellen. Afgelopen zomer heeft het ministerie van VWS in een paar weken tijd in samen-werking met de verschillende ketenpartijen een draaiboek geschreven hoe in geval van een pandemie de apotheken, apotheekhoudende huisartsen en ziekenhuisapotheken snel van de juiste hoeveelheden antivirale middelen kun-nen worden voorzien. Het ministerie heeft de voorraad Tamifl u en Oseltamivir in beheer gegeven aan het Nederlands Vaccin Instituut (NVI). Het NVI heeft dit op een geheime plaats opgesla-gen. Die plek is geheim omdat je maar nooit weet wat burgers in hun hoofd halen als bijvoorbeeld een van hun geliefden ziek is en snelle medische hulp achterwege blijft. Bovendien vertegenwoordigt de voorraad een hoge waarde. De distributie wordt verzorgd door vier groot-handels: Brocacef, Mediq, Alliance en Mosadex. De eindpunten in de keten – rond de 2000 openbare apotheken, ongeveer 500 apotheekhoudende huisartsen en 100 ziekenhuizen met een apotheek – krijgen allemaal
een bepaalde starthoeveelheid virusremmers. Als de voor-raad onder een bepaald punt daalt, kunnen ze nieuwe middelen bestellen. Daaraan zit een maximum, zodat de voorraad in de keten beperkt blijft. Henk Hisken is nauw betrokken geweest bij het schrijven van het draaiboek. Hij is hoofd Organisatie & Ontwikkeling bij Brocacef, een van de vier groothandels die Oseltamivir vanuit de overheidsvoorraad distribueren, en uit dien hoofde onder meer verantwoordelijk voor projecten op het gebied van logistiek en ICT. Hij vertelt: ‘In 2006 hebben de verschillende partijen in de keten al eens om de tafel gezeten om te kijken of we niet tot een draaiboek konden komen voor de distributie van virusremmers. Dat stierf toen een stille dood omdat we het niet eens werden over de vergoedingen. De noodzaak was toen niet groot en dan voeren dit soort fi nanciële discussies al snel de overhand. Afgelopen zomer was die noodzaak er wel en waren we er snel uit.’Het draaiboek is in vier weken tijd geschreven. Ook nu zijn niet alle partijen even blij met de vergoeding die zij krijgen voor geleverde inspanningen, maar ze beseffen dat ze geen keus hebben. Overigens geldt het draaiboek niet alleen voor de Mexicaansegrieppandemie, maar ook voor eventuele andere pandemieën die ons land in de toekomst kunnen treffen.
InformatiestroomDe hele keten behandelt de middelen als opiaat (verdo-vend middel dat onder de Opiumwet valt). Hisken: ‘Aan opiaten worden strengere eisen gesteld. Ten eerste moet je die achter slot en grendel bewaren en ten tweede is die goederenstroom voorzien van veel meer documenten, die de afnemers moeten tekenen voor ontvangst. Door die uit-gebreidere informatiestroom is er meer stuurinformatie.’Behalve aan elkaar, wisselen alle partijen in de keten ook informatie uit met het ministerie van VWS, dat optreedt als ketenregisseur. Het NVI moet op ieder moment de exacte voorraad Tamifl u en Oseltamivir kunnen ophoesten. ‘Dat is geen enkel probleem’, weet Weststrate. ‘Wij houden onze processen nauwkeurig bij. Met een druk op de knop weten wij de actuele voorraadsituatie.’De groothandels moeten dagelijks aan het ministerie doorgeven hoeveel middelen zij distribueren. Ook voor Brocacef is het leveren van de gevraagde informatie een fl uitje van een cent. ‘Wij hebben onze automatisering goed op orde en kunnen alle mogelijke overzichten uit onze systemen halen’, zegt Hisken. Het enige automatiserings-vraagstuk waar hij een work-around op moest verzinnen, is de bestellimiet die VWS aan de middelen stelt. ‘Zoiets kennen we in onze normale processen niet, dus die func-tie bestond ook niet in het systeem waar wij onze orders
BEST PRACTICE
Ketens-4-2009.indd 25Ketens-4-2009.indd 25 30-11-09 22:5230-11-09 22:52
www.centric.nL/eDi
CENTRIC WENST U EEN GOED 2010Met deze boodschap bedanken wij u voor uw partnerschap in het afgelopen jaar. En we willen u
laten weten dat u in het sterk veranderende EDI-landschap op ons kunt rekenen. Ook weer in 2010.
Het Centric EDI-team
ketens | 04–2009 27
in verwerken. We hebben daar een apart stukje software voor moeten bouwen, waardoor de pro-cedure iets omslachtiger wordt. Ideaal is dat niet, maar omdat deze procedure alleen voor Tamifl u en Oseltamivir wordt gebruikt, is het prima werkbaar.’
OmslachtigDe apotheken tot slot geven hun informatie door via de Stichting Farmaceutische Kengetallen. Dat gebeurt ook al voor andere geneesmiddelen op dezelfde manier. Toch heeft het nogal wat voeten in de aarde gehad om dat te regelen, vertelt Marcel van den Berg, beherend apotheker van Escura Apotheek Geerlings in Arnhem. De gegevens over Oseltamivir konden namelijk in eerste instantie niet goed worden ingelezen in het apotheeksysteem. ‘Wij werken met een Z-index, een geneesmidde-lendatabank met gegevens over geneesmiddelen (medicijnen), hulpmiddelen en gezondheidspro-ducten (zoals voedingssupplementen). Deze data-bank bevat informatie over prijzen, farmaceutische gegevens en vergoedingen. Deze wordt gebruikt door alle apothekers, maar ook door onder meer alle apotheekhoudende huisartsen, huisartsen en zorgverzekeraars. Deze Z-index wordt ook gebruikt voor de declaraties. Omdat wij de middelen gratis van de overheid krijgen en cliënten er niet voor hoeven te betalen, stond de prijs in eerste instantie op € 0,-. Dat had echter tot gevolg dat de virus-remmers niet in het overzicht van verstrekkingen werden opgenomen. Omdat we dat verstrekkingen-overzicht eens per maand maken, kwamen we daar pas na een tijdje achter en hebben we alles met de hand moeten corrigeren. Nu zetten we Oseltamivir voor 1 cent in het systeem en gaat het wel goed.’Oseltamivir verschilt op meer punten van het gros van de geneesmiddelen. Zo staat er op de zakjes – die er met het logo van de Nederlandse leeuw erop zeer indrukwekkend uitzien – geen houdbaarheids-datum, maar alleen een batchnummer. Alle par-tijen in de keten hebben een lijst ontvangen waarop ze kunnen opzoeken welke houdbaarheid welk batchnummer heeft. Van den Berg: ‘De overheid heeft enkele jaren geleden ten tijde van de vogel-griep al virusremmers ingekocht. Deze middelen worden nu nog geleverd. Het was destijds niet dui-delijk hoelang ze hun werking zouden behouden. Dat wordt van tijd tot tijd door middel van tests vastgesteld. Vandaar deze oplossing met de lijsten. Verklaarbaar, maar wel een beetje omslachtig.’Ook omslachtig is het feit dat de verpakkingen
niet zijn voorzien van een barcode. ‘Gemiste kans. Dit hele traject is met veel spoed in gang gezet, maar het is voor ons wel weer terug in de tijd’, zegt Van den Berg. ‘De automatische controle die we normaal gesproken voeren naast onze handmatige controle is er nu niet. Bovendien moeten we de middelen telefonisch bestellen.’
VergoedingenAlle partijen ontvangen een vergoeding voor het werk dat zij verrichten. Overheidsorgaan NVI kan hier uitstekend mee uit de voeten. Ook Brocacef klaagt niet, al vindt Hisken het vreemd dat de over-heid strenge voorwaarden stelt aan het business- continuity plan (zie kader links), maar hier geen vergoeding voor verstrekt, evenmin voor mondmas-kers en de Tamifl u die Brocacef in geval van nood aan het eigen personeel verstrekt. De apotheken lijken er het slechtst vanaf te komen: de vergoeding bedraagt slechts € 7,- voor een eerste afl evering. ‘Normaal kunnen we € 11,- voor een eerste recept declareren, en in het weekend € 22,- ’, zegt Van den Berg. Het weekendtarief is voor Oseltamivir helemaal vervallen. En dat terwijl de apotheken er minstens net zo veel werk aan hebben als aan andere geneesmiddelen, zo niet meer. ‘Oseltamivir heeft namelijk veel bijwerkin-gen en het is belangrijk dat mensen de hele kuur afmaken, ook als ze weer aan de beterende hand zijn. Die informatieoverdracht ligt primair bij ons. Bovendien moeten we zelf de kinddoseringen toe-dieningsgereed maken en brengen we de virusrem-mers bij de mensen thuis als er niemand is die het recept kan komen ophalen. Dat moet allemaal voor die € 7,- gebeuren.’ Dat bedrag is dan ook niet kostendekkend.
PluimNiet iedereen is dus even tevreden over de afspra-ken en er zijn ook wel wat kinderziektes geweest (zie kader Leer van je ketenpartners), maar toch is het project soepel verlopen. ‘De projectleider van VWS, Sandor Beukers, verdient een pluim’, vindt Hisken. ‘Er moest nu in korte tijd ineens ontzettend veel geregeld worden met veel belanghebbenden. Hij is erin geslaagd de neuzen dezelfde kant op te houden. In een paar weken tijd is een draaiboek geschreven en zijn service level agreements (SLA’s) afgesproken met alle ketenpartners. Iedereen kan zich daar in grote lijnen in vinden. Dat is knap met al die tegengestelde belangen.’ �
Alle ketenspelers hebben in het kader van de SLA een business-continuityplan moeten opstellen. Daarin staat precies wat ze doen in elk van de zes fases die een pandemie kent. In de hevigste fase moeten de spelers er rekening mee houden dat 30 procent van de Nederlan-ders – en dus ook 30 procent van hun personeel – ziek wordt. Hisken: ‘Zoals we generators hebben die het werk over-nemen tijdens stroomuitval, zo hebben we ook moeten bedenken wie het werk overneemt als onze mensen uitvallen.’Brocacef heeft eerst gekeken naar de kritische processen en daarvoor maatre-gelen genomen om ze te beveiligen. ‘Dat zit op allerlei niveaus’, zegt Hisken. ‘Zo hebben we een plan waarbij we een van onze drie distributiecentra sluiten, en is in kaart gebracht wanneer we uitwijken naar een externe logistiek dienstverlener en hoe groot de kans is dat we daar dan nog terechtkunnen. We hebben onze administratieve processen onder de loep genomen en bekeken welke taken even kunnen blijven liggen. We hebben alle processen doorgenomen en per proces-stap maatregelen bedacht.Van 2300 mensen zit het medische dos-sier in ons bestand. We hebben twee apothekers die beoordelen of deze per-soon Tamifl u mag krijgen. Zij bewaken het hele proces.’ Hisken heeft veel vertrouwen in de keten voor antivirale middelen: ‘Ik denk dat er in de keten zelf weinig mis kan gaan, maar je weet niet wat er daarbuiten gebeurt. Als er paniek uitbreekt, kunnen er rare dingen gebeuren. NVI heeft de medicijnvoorraad niet voor niets ergens op een geheime plaats opgeslagen. Door zelf antivirale middelen in huis te hebben, zijn we externe onvoorziene problemen voor. Het kost wat, maar als ons bedrijf platligt doordat veel van onze mensen ziek zijn, kost dat nog meer.’
WAT ALS 30 PROCENT VAN DE MEDEWERKERS ZIEK WORDT?
BEST PRACTICE
Ketens-4-2009.indd 27Ketens-4-2009.indd 27 30-11-09 22:5230-11-09 22:52
28 ketens | 4–2009
D O S S I E R I N F O R M A T I E D E L E N
De ontwikkelingen in de
informatie- en communica-
tietechnologie (ICT) volgen
elkaar snel op. Voor supply-
chainmanagement levert dat
ongekende mogelijkheden op.
Aan de voordeur van de winkel
is het vergaren en verstrek-
ken van informatie via ICT al
helemaal ingeburgerd. Denk
aan de talloze klantenkaarten,
spaarkaarten en het digitale
winkelwagentje van de web-
winkel. Dat levert de retailer
een schat aan informatie op
over het aankoopgedrag van
klanten. Eenzelfde schatkist
staat te wachten bij de achter-
deur: de back-end revolution of retailing. Daarmee wordt
bedoeld een nieuwe manier van
zakendoen gebaseerd op het
uitwisselen van strategische
informatie aan de achterdeur:
tussen leveranciers en retailers.
Beide hebben kennis van zaken
van een deel van de markt. Die
kennis vult elkaar aan als de
stukjes van een legpuzzel. Het
uitwisselen ervan levert aan
meerdere kanten voordelen op.
Want beide partijen kunnen
daarna consumentenwensen
beter, sneller en tegen lagere
kosten vervullen. En hobbels
in de keten – denk aan te grote
voorraden – worden voorko-
men. Kortom: dat kijkje in
elkaars keuken is geen afkijken,
maar de basis voor een geoliede
samenwerking. Ofwel: op weg
naar partnership.
OVER HET BELANG VAN INFORMATIE DELEN
SAMENW
Ketens-4-2009.indd 28Ketens-4-2009.indd 28 30-11-09 22:5230-11-09 22:52
ketens | 4–2009 29
NIET AFKIJKENMAAR
�
t e k s t J ACQUEL INE KU I JPERS f o t o g r a f i e KATO TAN
In een wereld waar de
consumentenvraag steeds vaker
verandert, is het van levensbelang
om te beschikken over up-to-date
marktinformatie. Dat geldt voor de
retailer en voor de leverancier. En voor
hun samenwerking: als zij bij elkaar
in de keuken mogen kijken, kunnen
ze samen een onverslaanbaar recept
ontwikkelen. Dat zijn de kansen die
informatie delen biedt.
Eerder dit jaar verscheen het Information Sharing Report van het Global Commerce Initiative (GCI, sinds kort verder onder de naam Consumer Goods Forum), over heden en toekomst van informatie delen. Het is een club van leveranciers en retailers in de fast moving consumer goods. Een van de deelnemers is Philips. Piet van der Plas (programmamanager Philips Consumer Lifestyle) licht de belangrijkste conclusies uit het rapport toe aan de hand van de ervaringen van Philips.
Informatie delen is een cruciaal onderdeel van het rap-port New Ways of Working Together ofwel: de nieuwe manieren van werken om verstoringen in de supply chain te voorkomen en groei mogelijk te maken. Dit geldt ook voor Philips, vertelt Piet van der Plas: ‘Wij vinden het belangrijk samen te werken met de retail. Door informatie te delen wordt zichtbaar wat er in de keten gebeurt (visibility en transparency). Wij krijgen zo meer inzicht in wat de gebruikers van onze pro-ducten nodig hebben, kunnen de supply chain opti-maliseren en overbodige kosten voorkomen. Van een pushmodel, waarbij wij producten in de markt duwen, gaan we naar een pullmodel, waarbij we aanbod afstemmen op de vraag.’
Vormen van informatie delenWe kunnen vier manieren van informatie delen onderscheiden:1 Ad hoc delen van informatie (zeer specifi eke
informatie, maar afhankelijk van menselijke inter-ventie. Meest gebruikelijke informatie-uitwisseling momenteel)
2 Markt- en trendanalyse bureaus (bieden informatie te koop aan, algemeen van aard)
3 Retail portals (portals van individuele retailers waar leveranciers online toegang krijgen tot informatie)
4 Gestandaardiseerde, geautomatiseerde uitwis-seling van data (met name EDI, electronic data interchange)
Ook Philips werkt met verschillende informatiestro-men. Daarin is overwegend de grootte van de klant bepalend. Voor kleine zelfstandigen is er nog steeds de traditionele informatiestroom, met papier en tele-foon, dan is er de internetsales voor een grote groep winkels en voor de grote spelers werkt Philips met geautomatiseerde berichtenuitwisseling, EDI. Piet van der Plas: ‘Natuurlijk kun je ook “gewoon” praten met winkels, dat blijven we ook doen, maar dankzij EDI
‘INFORMATIE DELEN MAAKT ZICHTBAAR
WAT ER IN DE KETEN GEBEURT’
Piet van der Plas, programmamanager Philips Consumer Lifestyle
NWERKEN
Ketens-4-2009.indd 29Ketens-4-2009.indd 29 30-11-09 22:5230-11-09 22:52
30 ketens | 4–2009
Was het in de mode tot voor kort nog gewoon
om met een zomer- en een wintercollectie te
komen, vandaag de dag brengen veel merken
ten minste vier verschillende collecties per jaar.
Vier collecties die elk hetzelfde proces door-
lopen: design, verkoop, productie, uitlevering
en facturatie. Transparantie is een van de suc-
cesfactoren om dit te optimaliseren, vertelt Rick
Janssen, sales operations manager bij O’Neill.
‘Vroeger hadden we alleen de informatie van
onze salesmensen. Met EDI krijgen we de feiten
in handen. Daarom stimuleren wij deze geau-
tomatiseerde data-uitwisseling in de gehele
keten.’
Zelf houdt Rick Janssen zich bezig met het
stukje gegevensuitwisseling met de retailers.
Toen hij hier zo’n vier jaar geleden mee begon
dacht hij de klus in een paar maanden te kun-
nen klaren. Maar de praktijk bleek weerbarstig.
‘Iedereen had het over EDI, maar er kwam niets
van de grond. Je hebt klanten die er nog niet
aan willen, klanten die een verschillend niveau
van automatisering hebben, kleine zelfstan-
digen die de investering niet lucratief achten.
Maar het grootste probleem was en is dat er
geen standaard is. Veel klanten wijken af. Met
name de grote bedrijven stellen eenzijdig een
eisenpakket op.’
InzichtSinds 2007 neemt Rick Janssen daarom deel
aan het Platform Ketendigitalisering, waarin
GS1 Nederland actief is en waar diverse leve-
ranciers en retailers zitting in hebben. ‘In het
Platform proberen we de verschillende belan-
gen van retailers en leveranciers op één lijn
te krijgen. Uiteindelijk hebben we natuurlijk
allemaal hetzelfde belang, en dat is de klant zo
goed mogelijk bedienen, maar met gegevens-
uitwisseling bied je elkaar wél een kijkje in de
keuken. Dat kan een drempel zijn.’
Om te ervaren dat gegevensuitwisseling
niet bedreigend is, maar kansen biedt voor een
geoliede samenwerking (een win-winsituatie)
worden vanuit het Platform diverse pilots
opgezet. Rick Janssen: ‘Hierin leveren de
leveranciers pricats (artikelbestanden),
WETEN WAT
JE WILT METEN
Rick Janssen, sales operations manager O’Neill
beschikt iedereen over dezelfde feitelijke informatie. Hoe meer schakels er zijn in je informatieketen, hoe troebeler het beeld wordt. Dankzij EDI voorkom je een zogenaamd “opslingereffect”, het effect dat iedereen er voor de zeker-heid wat bij doet, waardoor je met te grote voorraden in de keten zit. Kortom: we kunnen de keten optimaliseren doordat iedereen geautomatiseerd met dezelfde gegevens werkt.’
Drie sleutelgebiedenInformatie delen heeft betrekking op drie sleutelgebieden in een productcyclus:1 het delen van informatie over consumenten- en markt-
trends biedt inzicht in klantgedrag2 het delen van informatie over de vraag (real demand)
bevordert de ontwikkeling van producten die echt vol-doen aan de klanteneisen
3 het delen van operationele informatie (realtime) leidt tot verhoging van de effi ciëntie in de keten, betere verkrijgbaarheid van producten en grotere klanttevredenheid
Voor Philips ligt het belang van marktinformatie delen vooral in het goed kunnen positioneren van hun producten in de markt. Piet van der Plas: ‘Je moet voor jezelf en met elkaar duidelijke doelen stellen die je met de gegevensuit-wisseling wilt bereiken. Je kunt er brandjes mee blussen, maar uiteindelijk wil je naar een gezamenlijke forecasting. In dat traject, van reactief naar proactief, bevinden wij ons nu.’
Toename van data-uitwisselingVoor wat betreft de toekomst (het komende decennium) voorzien bedrijven een forse toename van gestandaar-diseerde geautomatiseerde uitwisseling van data (EDI en andere). Dat maakt het belang van standaardisatie urgenter. Piet van der Plas: ‘Nu wordt het nog bepaald door persoonlijke relaties. Er is sprake van een “een-op-een”-uitwisseling van gegevens. Of er ooit een industrie-standaard zal komen is de vraag, want er zijn enorm veel partijen, met elk hun eigen wensen. Daarom streven we er met het Consumer Goods Forum naar de grote bedrijven op één lijn te krijgen, dan wordt de praktijk van gegevens-uitwisseling vanzelf breder. Dat doen we onder meer door via pilots het proces te optimaliseren.’
Zo worden al dan niet bewust de knelpunten die in het rapport worden genoemd aangepakt:� gebrek aan vertrouwen in de nauwkeurigheid en kwali-
teit van andermans data � het ontbreken van een gezamenlijke visie op het doel
van informatie delen� hoge kosten om data te verkrijgen
Ketens-4-2009.indd 30Ketens-4-2009.indd 30 30-11-09 22:5230-11-09 22:52
ketens | 4–2009 31
Esther Peek is junior trade marketeer bij VARTA-batterijen. Het hoofdkantoor van VARTA Benelux is gevestigd in Utrecht.
orderbevestigingen en (testfase) dispatch advise
(paklijsten) aan de retailers en ontvangen zij op hun
beurt sales reports en inventory reports. Voor de
retailer scheelt het heel veel dat hij niet meer alle
orders hoeft in te voeren. Dat is je eerste besparing.
Dankzij het continu delen van informatie kan hij
bijvoorbeeld ook zijn voorraad klein houden. De
informatie die wij krijgen, gebruiken we op twee
manieren: om de sales performance te meten en
input te geven aan de designafdeling. Want inzicht
in wat er wel en niet goed verkoopt, geeft richting
aan de ontwikkeling van de nieuwe collectie.’
Belangrijk is wel om te weten wat je wilt
meten. Want EDI levert een enorme brij aan cijfers
op. ICT-technisch kan álles, maar het is aan het
management om te beslissen welke informatie ze
willen destilleren uit de cijfers, zegt Rick Janssen.
‘Het is belangrijk heldere doelen te stellen, voor
jezelf, maar ook voor de samenwerking met
partners.’
Ongoing procesSinds de pilot werkt O’Neill met ruim zestig klanten
met EDI. Aan een verdere uitrol in Nederland en
Europa wordt gewerkt. ‘Het is een ongoing proces.
We streven niet naar een 100 procent dekking.
We hebben 900 verkooppunten in Nederland. Ik
verwacht dat we in de nabije toekomst op 200 tot
300 verkooppunten met EDI gaan werken. Als
we het verdelen over volumeklanten, coreklanten
en fashionklanten hebben we een mooie mix ter
monitoring.’
Bij die verdere uitrol in Europa loopt O’Neill
vooral tegen technologische grenzen aan,
vertelt Rick Janssen. ‘Met name het feit dat
er niet genoeg gestandaardiseerd is maakt de
gegevensuitwisseling met klanten vaak maatwerk.
En dat kost veel tijd en geld.’
Op dit moment werkt O’Neill met een EDI-
provider die de mapping van de berichten
(koppeling van gegevens van beide partijen) voor
zijn rekening neemt. Om de regie meer in handen
te krijgen gaat O’Neill een in-huis EDI-servicedesk
oprichten, waarin zij kennis vergaren en bundelen
rondom EDI om zo in de toekomst zelf de mapping
van de berichten te kunnen doen en de retailers
verder te helpen.
D O S S I E R I N F O R M A T I E D E L E N
Ketens-4-2009.indd 31Ketens-4-2009.indd 31 30-11-09 22:5230-11-09 22:52
32 ketens | 4–2009
LICHT OP: MEDEDINGING
Kennis is macht. Het delen van informatie kan dan ook op stevige belangstelling rekenen van de mededingings-autoriteit. Michael Hutchings, advocaat gespecialiseerd in mededingingsrecht en juridisch adviseur van het Consumer Goods Forum, benadrukt dat (de naleving van) het mededingingsrecht een complexe materie is en dat er dus niet één pasklaar advies is voor iedereen. ‘Belangrijk is in ieder geval dat iedereen zich constant bewust is van het feit dat uitwisseling van informatie nooit de vrije marktwerking mag aantasten. Als partijen commercieel gevoelige informatie uitwisselen kunnen ze de concurrentie op achterstand zetten, doordat ze een van de kernelementen van de vrije markt wegnemen: onzekerheid. Immers zodra jij weet wat jouw concurrentie doet, is het eenvoudiger voor jou om bijvoorbeeld de juiste prijs te bepalen.’
WetHet wettelijk kader wordt gevormd door de nationale wetgeving van iedere EU-lidstaat op zich en in Europees verband door artikel 81 van het EU Verdrag, dat over-eenkomsten verbiedt die de concurrentie beperken. Prijsafspraken vormen het duidelijkste voorbeeld hier-van. Sowieso is alle informatie die te maken heeft met prijsstelling gevoelig. Daarom is het aan te raden geen informatie uit te wisselen over:� Prijzen berekend en/of betaald voor goederen en
diensten� Verkochte en ingekochte volumes� Klantgegevens
Voorzichtigheid De mededingingsautoriteiten kijken niet zozeer naar hoe er informatie wordt gedeeld als wel naar wat er gedeeld wordt. Zo kunnen twee retailers die via een gezamenlijke leverancier kennis nemen van elkaars prijsstelling, ook beschuldigd worden van onwettig informatie delen. Kortom: het sleutelwoord in deze is ‘voorzichtigheid’. Dit geldt ook voor brancheorganisaties en andere platforms waar concurrenten elkaar ontmoeten. ‘Bij vergaderingen van Consumer Goods Forum rondom information sharing is om die reden altijd een juridisch expert aan-wezig’, vertelt Piet van der Plas (Philips). ‘Met name om vast te stellen dat er geen informatie gedeeld wordt die voordelen kan opleveren ten opzichte van concurrenten.’
GedragscodeIn dat licht is het belangrijk een gedragscode op te stel-len, zowel voor individuele bedrijven als voor (branche)organisaties en nauwkeurig gemaakte afspraken rondom information sharing vast te leggen. Kraft Foods heeft zo’n gedragscode opgesteld, vertelt Alwin van den Berg. ‘Daarin hebben we gedefi nieerd welke informatie we wel en welke we niet delen. Alleen al om de schijn van mis-bruik te vermijden.’
Ketens-4-2009.indd 32Ketens-4-2009.indd 32 30-11-09 22:5230-11-09 22:52
ketens | 4–2009 33
‘JE KOMT HET VERST DOOR
VERGAANDE SAMENWERKING’
Alwin van den Berg, managing director Kraft Foods Nederland BV en Jeroen Frederix, customer marketing manager Kraft Foods Nederland BV
Kraft Foods is een bedrijf met meer dan
98.000 werknemers, het produceert in 47
landen en verkoopt zijn producten in meer
dan 150 landen. Kraft Foods heeft zitting in
het Consumer Goods Forum (voorheen Global
Commerce Initiative). De Amerikaanse poot
van het bedrijf heeft deelgenomen aan een
pilot rondom informatie delen met een grote
supermarktketen. ‘Je komt Kraft heel vaak
tegen in cases en pilots’, vertelt Alwin van
den Berg, managing director Kraft Foods
Nederland BV. ‘Waarom? Wij zijn ervan over-
tuigd dat je in deze markt het verst komt door
vergaande samenwerking met retailers.’
De ultieme droom op dat gebied is te
vinden in de Verenigde Staten, vertelt Jeroen
Frederix, customer marketing manager. ‘Daar
stop je bij binnenkomst in de supermarkt je
loyalty card in de handheld terminal en krijg
je een kortingsbon voor tandpasta omdat uit
jouw gegevens blijkt dat je dat al lang niet
gekocht hebt.’ Nederland is nog lang niet
zo ver, weet Frederix. ‘De retailer zit op een
enorme database, maar het kost veel tijd om
daar tailor-made op klantniveau iets mee te
doen.’
PartnershipDe focus van Kraft’s customer marketing is
gericht op de ‘shopper’, degene die de bood-
schappen doet. De shopper is niet per defi -
nitie dezelfde als de consument, legt Jeroen
Frederix uit: ‘Het merendeel van de bood-
schappen wordt door vrouwen gedaan, maar
het grootste deel van het bier wordt door man-
nen gedronken. Daarom is het belangrijk om
veel te weten over het gedrag van die shopper
op de plaats van aankoop. Retailers beschik-
ken door hun point of sale data continu over
actueel marktonderzoek. Dat maakt uitwisse-
ling van gegevens zo interessant.’
Als voorbeeld noemt Frederix de samen-
werking met Jumbo supermarkten in een
inmiddels afgesloten succesvol project rond
category management. Een category is een
lijn van producten, bijvoorbeeld wasmiddelen
of chocolade. Iedere categorie kent verschil-
lende merken en fabrikanten. Jumbo wijst
een van hen (via selectiegesprekken) aan als
category captain. ‘Als category captain bestuur
je samen met Jumbo de gehele categorie en
heb je gezamenlijk de verantwoordelijkheid
de gehéle categorie te liften’, aldus Alwin van
den Berg. ‘Echt partnership dus. Wij geven
Jumbo in alle openheid diepgaande adviezen
over de categorie chocolade. Voor Jumbo is
het voordeel dat ze voor alle productcatego-
rieën specialisten in huis halen, en voor de
fabrikanten biedt de samenwerking toegang
tot voor hen belangrijke kwantitatieve data
(verkoopdata per product per winkel per week)
én een podium om visies en ideeën te testen.
Zo heeft Kraft in de winkels van Jumbo zijn
ideale schapvisie kunnen testen en uitrollen,
in de vorm van schuin hangende schappen die
producten zichtbaarder maken.’
Vertrouwen als basisHet hele plaatje van gegevensuitwisseling
overziend wijst Alwin van den Berg op moge-
lijke knelpunten: ‘In de eerste plaats moet
je ervoor zorgen dat je dezelfde taal spreekt.
Shopper satisfaction is voor de retailer niet
per se hetzelfde als voor ons als fabrikant.
Daarnaast is er de technologie. De retailer zit
op een enorme database. Die ruwe data tot
informatie verwerken is een enorme klus. Als
er mogelijkheden zouden zijn om die grote
hoeveelheden data te ontsluiten, zouden er
veel partijen bij gebaat zijn. Wat je ziet is dat
er in het logistieke traject veel meer is ontwik-
keld. Daar is immers nauwelijks een commer-
cieel spanningsveld. Want je kunt als retailer
en leverancier samenwerken, maar tegelijker-
tijd wil je ook aan elkaar verdienen. Dat maakt
“vertrouwen” de basis van het hele verhaal.’
D O S S I E R I N F O R M A T I E D E L E N
Ketens-4-2009.indd 33Ketens-4-2009.indd 33 30-11-09 22:5230-11-09 22:52
ketens | 4–2009 35
s t e l l i n g
‘Duurzame logistiek is vooral een hype’
r e a c t i e
‘Dit is absoluut niet het geval. Ik vind het vooral verbazingwekkend dat logistieke partijen zo lang wachten met het verduurza-men van hun keten. Als ze die ontwikkeling omarmen, kan het bedrijven namelijk veel geld schelen. Slim vervoeren vergroot niet alleen de effi ciency, het dringt tegelijkertijd het brandstofverbruik terug. Het Planet Me-project van TNT is daarvan een goed voorbeeld. Met een zuiniger, schoner wagenpark, bewuste en getrainde chauffeurs en slimme routeplanning heeft dat bedrijf een keiharde business case.
Ook andere ketenpartners kunnen dit “laag-hangend fruit” eenvoudig plukken. Dat is extra belangrijk omdat je erop kunt wachten dat de olieprijs op termijn weer gaat stijgen. Hogere brandstofkosten zijn de komende periode extra ongunstig nu bedrijven langzaam uit de reces-sie klimmen. Het is dus zaak om verduurza-ming van de logistieke keten serieus te nemen. Dat is goed voor de omgeving, bespaart kosten en het is ook nog gewoon leuk. Voor chauffeurs van TNT is het inmiddels een sport om aan-toonbaar zuiniger te rijden dan je collega’s.’
FOTO
GR
AFI
E: H
AN
S VA
N D
EN H
EUVE
L TE
KST
: PET
RIC
K D
E K
ON
ING
MARLEEN JANSSEN GROESBEEKcoördinator FD Weekend en auteur van diverse boekenover duurzaamheid
PODIUM [3]
Ketens-4-2009.indd 35Ketens-4-2009.indd 35 30-11-09 22:5230-11-09 22:52
ketens | 4–2009 37
2 T/M 4 FEBRUARI
New Logicon, Hotel Le Plaza, BrusselGoedkoper, sneller, slimmer. Dat zijn de sleutelwoorden van dit evenement. Veertig professionals uit de FMCG- en retailwereld geven u praktische tips over het goedkoper en effi ciënter inrichten van uw supply chain. Volg presentaties, workshops en debat-ten over praktijkvoorbeelden van onder meer Pepsico, Unilever, Kraft Foods, Dell en Sony Ericsson.www.wbresearch.com/logiconeurope
3 T/M 5 FEBRUARI
Fruit Logistica, Berlin Messe, BerlijnGroente, fruit, noten, kruiden, bloemen, planten en vele andere organische producten komen voorbij op Fruit Logistica. Meer dan 2000 partijen uit de verswereld laten hier hun waar zien én bieden een kijkje in hun logistieke keuken. Wie is dit jaar de innova-tiefste en wint de Innovation Award?www.fruitlogistica.de
3 t/m 5 februari
CGF Global Food Safety Conference, JW Marriott Hotel, Washington DCOm de voedselveiligheid nog meer te vergroten moeten wetenschap, industrie en wet-geving op wereldniveau samenwerken. Onder het motto ‘Connecting the pieces’ kijkt u samen met meer dan 500 mensen uit 40 landen naar de mogelijkheden en voorde-len die een dergelijk netwerk biedt.www.tcgffoodsafety.com
BatchEen beheersbare groep goederen die binnen één proces-stap tegelijkertijd geproduceerd worden.
Carbon footprintCO²-voetafdruk. De term wordt gebruikt om de mate uit te drukken waarin onze activiteiten invloed hebben op de uitstoot van broeikasgassen.
Enterprise resource planning (ERP)Ondernemingsbreed georiënteerde standaardinformatie-systeem, voor logistiek, fi nanciën en administratie, dat automatisch orders voor verschillende afdelingen genereert.
Just-in-timeProductiefi losofi e waarbij het precieze aantal benodigde onderdelen op de juiste tijd naar de volgende bewerkings-stap wordt gebracht.
LeadtimeDe totale tijd tussen de order en het feitelijke aanleveren.
OrderpickingHet verzamelen van goederen aan de hand van orders.
OutsourcingHet inhuren van een dienstverlener voor het uitvoeren van taken die voorheen intern werden verricht.
Service level agreement (SLA)Een contract tussen dienstverlener en klant met meetbare condities over de te verlenen service.
www.mars.com voor meer informatie over Green Order van Mars Nederland
www.tntplanetme.com voor meer informatie over Planet Me van TNT
www.popai.nl voor meer informatie over en onderzoek naar instore communicatie
www.ey.com voor het rapport Making your supply chain perform
www.igd.com voor de Special analysis - Shopping for promotions
A g e n d a O p f r i s s e rEen verklaring van de in deze Ketens gebruikte vaktermen.
L i n k sInteressante websites genoemd in deze Ketens.
Ketens-4-2009.indd 37Ketens-4-2009.indd 37 30-11-09 22:5230-11-09 22:52
• over,voorendooruwsector• debestepraktijkvoorbeelden• detoonaangevendepartijenbijelkaar• concreteoplossingen
Het GS1 Nederland congres is hét evenement waar samenwerken aan verbeteringen in uw sector centraal staat. Actuele thema’s en praktijkverhalen van gerenommeerde bedrijven uit uw sector komen aan bod. Van innovatie naar een succesvolle implementatie van beschikbare oplossingen. Kortom: u krijgt in een dag inzicht in de stappen die u kunt zetten naar een samenwerking die écht werkt!
Noteer 16 maart 2010 alvast in uw agenda!
GS1 Nederland is al meer dan 30 jaar de drijvende kracht achter de realisatie van verbeteringen in de
keten. Onze aandachtsgebieden zijn het delen van informatie, vernieuwende logistiek en het inspelen
op de behoefte van de consument. Met en voor het bedrijfsleven maken wij afspraken en vertalen
deze naar concrete oplossingen voor diverse sectoren.
samenwerktdinsdag 16 maart De Fabrique - Utrecht
GS1 Nederland congres 2010
samen werkt
ketens | 4–2009 39
COLOFON
Ketens is een initiatief van GS1 Nederland. Dit magazine vormt een platform voor discussies en informatie over samenwerking binnen de keten. Het magazine wordt vier keer per jaar gratis verspreid onder beslissers.
UITGEVERGS1 Nederland
CONCEPT EN REALISATIEScripta Media bv
REDACTIEJan Bakker, Frits van den Bos, Embrecht van Groesen, Ingmar Hensbergen, Jolanda van Heukelom, Wynet Kalf, Marco van der Lee, Hans Lunenborg, Kasper Marinus, Rob Oosterhof, Jacques Vermeulen, Friso van Weelden
VORMGEVINGCarla GoossensMarc van Meurs
MET MEDEWERKING VANMirjam Hulsebos, Petrick de Koning, Jacqueline Kuijpers, Ruud Slierings, Paula Vos
ADRESWIJZIGINGEN EN [email protected]
ADVERTENTIESSaskia Compas, [email protected]
BEELDHans van den Heuvel, Han Hoogerbrugge, Erik Kriek, Mieke Meesen , Rik van Schagen, Kato Tan
LITHOGRAFIEGrafi media Amsterdam
DRUKWERKLoodswerk
In 1995 was ik op uitnodi-ging van de directeur van BAT Suriname een weekje te gast bij zijn mooie bedrijf in Paramaribo. Nou moet u weten dat het merk Tacoma in Suriname toen het leidende BAT-merk in rookwaren was, met een marktaandeel van ongeveer 90 procent.Op zijn kantoor hing een prachtig schilderij van Herman Brood. Herman had dat geschilderd tijdens een bezoek aan Paramaribo begin jaren negentig. Het schilderij (for-maat 2 bij 3 meter) toonde een silhouet van een rokende man met de pay-off ‘Tacoma: Juist Nu!’ Buiten het feit dat dit schil-derij mij zeer intrigeerde, is ook de slogan op het schilderij bij mij blijven hangen en gebruik – of misbruik – ik deze slogan voor de titel van deze column: Category Management: Juist Nu!
Waarom Juist Nu zult u zich wellicht afvragen? Category management is namelijk al mid-den jaren negentig een bekend
begrip in de branche. De kracht van category management is dat het de verbindende factor is tussen formulemanagement en inkoop. Daar waar het ‘oude’ retailmodel vooral gestoeld was op zo scherp mogelijk inkopen, gaat het ‘nieuwe’ retailmodel uit van het gegeven dat de formule een merkconcept is en dat dit merk liefst ook nog onderscheidend moet zijn. Dit heeft ingrijpende gevolgen voor de rol die inkoop speelt. In het oude model bepalen de inkopers de facto wat moeder de vrouw kan kopen in de supermarkt en in het nieuwe model staan de klanten zelf aan het stuur! Albert Heijn is altijd het toonbeeld geweest van een succesvolle invoering van het category- managementdenken. Dat betekent overigens niet dat AH niet scherp inkoopt, feit is echter dat de klantenpropositie leidend is voor hetgeen wordt ingekocht.
Als we kijken naar de huidige ontwikkelingen binnen het supermarktkanaal dan heb ik toch de vrees dat we met z’n allen een stap terug gaan doen in de tijd. De nieuwe inkoopcombinatie Schuitema-Jumbo-Super de Boer (SJS) kan namelijk niet anders dan starten vanuit een Superunie-model. Category management
voor drie verschillende formu-les bedrijven en tegelijkertijd scherp inkopen gaat namelijk niet. De inkoper die dat kan moet nog geboren worden! Dat betekent dus dat vanaf 1 januari 2010 de meerderheid van de food retailers een inkooporga-nisatie heeft die losstaat van de formules die zij bedienen en dat is in mijn optiek een stap terug in de tijd. Feit is dat dit binnen de huidige constellatie niet anders kan. Soms moet je echter één stap terugdoen, om uiteindelijk twee stappen vooruit te kunnen maken. Bij succesvolle ombouw van Super de Boer door Jumbo ligt op ter-mijn namelijk ook een ombouw van C1000 naar Jumbo in het verschiet. En, u raadt het al, dan kan de Jumbo-organisatie het CatMan-model integraal doorvoeren à la Albert Heijn.
Toch blijft het gevaar, met name voor de Jumbo-formule, dat inkoop straks leidend wordt en dat de formulebelofte daar-door te weinig wordt waarge-maakt. Vandaar dat ik Jumbo de uitdaging mee wil geven om het CatMan-model niet naast zich neer te leggen. Category Management: Juist Nu!
Dr. Laurens SlootUniversitair hoofddocent RUGDirecteur EFMI Business School
Category Management: Juist Nu!
C o l u m n
Ketens-4-2009.indd 39Ketens-4-2009.indd 39 30-11-09 22:5230-11-09 22:52