84
. Lavendelheide 9 9202 PD Drachten (miv 20/6/11 Morra 2) Postbus 186 9200 AD Drachten T 088 888 66 77 F 088 888 66 70 KvK 34 11 09 43 Bank 38 16 41 864 [email protected] www.projectenltonoord.nl Vestigingen: Zwolle, Drachten, Haarlem, Wageningen Programma Schone en Zuinige Melkveehouderij Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen INHOUDELIJKE EINDRAPPORTAGE Datum: 10 juni 2011 Eindrapportage: Inventarisatie en Communicatie Reductie Overige Broeikasgassen Uitgebracht aan: LTO Noord de heer B. Santema Postbus 240 8000 AE Zwolle In opdracht van: Werkgroep Schone en zuinige melkveehouderij Gefinancierd door: Productschap Zuivel en Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Opgesteld door: Projecten LTO Noord Postbus 186 9200 AD Drachten Contactpersoon: Goaitske Iepema & Liesbeth van der Vegt [email protected] & [email protected] T 088 888 66 77

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

  • Upload
    others

  • View
    4

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

.

Lavendelheide 9 9202 PD Drachten (miv 20/6/11 Morra 2) Postbus 186 9200 AD Drachten T 088 888 66 77 F 088 888 66 70 KvK 34 11 09 43 Bank 38 16 41 864 [email protected] www.projectenltonoord.nl Vestigingen: Zwolle, Drachten, Haarlem,

Wageningen

Programma Schone en Zuinige Melkveehouderij

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen

INHOUDELIJKE EINDRAPPORTAGE

Datum: 10 juni 2011 Eindrapportage: Inventarisatie en Communicatie Reductie Overige Broeikasgassen Uitgebracht aan:

LTO Noord de heer B. Santema Postbus 240 8000 AE Zwolle In opdracht van: Werkgroep Schone en zuinige melkveehouderij Gefinancierd door: Productschap Zuivel en Ministerie van Economische Zaken, Landbouw

en Innovatie Opgesteld door:

Projecten LTO Noord Postbus 186 9200 AD Drachten Contactpersoon: Goaitske Iepema & Liesbeth van der Vegt [email protected] & [email protected]

T 088 888 66 77

Page 2: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere
Page 3: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

VOORWOORD Van oktober 2010 tot mei 2011 heeft op verzoek van de werkgroep ‘Schone en Zuinige melkveehouderij’ een inventarisatie plaatsgevonden van lopende en net afgeronde projecten en initiatieven op het gebied van onderzoek, bewustwording en kennisverspreiding rondom de reductie van de uitstoot van de broeikasgassen lachgas en methaan in de melkveehouderij. Naast een inventarisatie via internet zijn gesprekken gevoerd met Eddie ter Braack, Carel de Vries, Erik van Well, Michel de Haan, Leon Sebek, Gerard Velthof, Hans Oonk, Wim Bussink, Wilfried van Straalen, Zwier van der Vegte, Menno Douma, Wiebren van Stralen, Harm Smit, Kay Sanders, Herman Walthaus, Ida Smit, Jan van Bergen, Willem Koops, Rolando Montessori, Geert Knobbe, Nynke de Jong, Peter Abbink, Bert Tjarks, Wim Verhoeven, Paul Guldemond, Caroline Huisman, Fons Goselink, Jeroen Sluijsmans, Stef Roëll, Wytze Brandsma, Patrick Lemmens, Ton van Korven, Geert Wilms en Jan Onne Bosman. In dit rapport wordt een overzicht gegeven van de resultaten en conclusies uit deze inventarisatie. Ik wil de geïnterviewde heel hartelijk bedanken voor de tijd en de moeite die ze in het volledig krijgen van het beeld hebben gestoken. Daarnaast wil ik het projectteam: Sander Zonderland, Sylvia Koenders, Wouter Veefkind en Liesbeth van der Vegt bedanken voor de goede samenwerking in de uitvoering van het project. Drachten, juni 2011 Goaitske Iepema

Page 4: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Page 5: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

INHOUDSOPGAVE

SAMENVATTING .................................................................................................................................................... 7

1. INLEIDING ................................................................................................................................................ 9

2. METHODE .............................................................................................................................................. 12

2.1 Fase 1 Inventarisatie ............................................................................................................................. 12

2.2 Fase 2 Database .................................................................................................................................... 12

2.3 Fase 3 Website....................................................................................................................................... 13

2.4 Fase 4 Rapportage ................................................................................................................................ 14

2.5 Fase 5 Kennisbijeenkomst ................................................................................................................... 14

3. RESULTATEN ........................................................................................................................................ 15

3.1 Fase 1 Inventarisatie ............................................................................................................................. 15

3.2 Fase 2 Database .................................................................................................................................... 15

3.3 Resultaten gesprekken en gevonden rapporten ................................................................................ 18 3.3.1 Transitiepad 2 Vergisting ......................................................................................................................... 18 3.3.2 Transitiepad 5 Veevoer ........................................................................................................................... 20 3.3.3 Transitiepad 6 Dierlijke mest ................................................................................................................... 21 3.3.4 Transitiepad 7 Bodem en bemesting ....................................................................................................... 22 3.3.5 Transitiepad 8 Stalsystemen ................................................................................................................... 23 3.3.6 Transitiepad 9 Keten en consument ........................................................................................................ 24

3.4 Resultaten gesprekken met de provincies .......................................................................................... 26

4. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN ................................................................................................... 27

4.1 Algemene conclusies ............................................................................................................................ 27

4.2 Conclusies per transitiepad ................................................................................................................. 28 4.2.1 Vergisting ................................................................................................................................................ 28 4.2.2 Veevoer ................................................................................................................................................... 28 4.2.3 Dierlijke mest ........................................................................................................................................... 29 4.2.4 Bodem en bemesting ............................................................................................................................... 29 4.2.5 Stalsystemen ........................................................................................................................................... 30 4.2.6 Keten en consument................................................................................................................................ 30

4.3 Aanbevelingen voor vervolg ................................................................................................................ 31

Page 6: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

5. LITERATUUR EN BRONNEN ................................................................................................................ 34

BIJLAGE 1: BELSCRIPT ...................................................................................................................................... 37

BIJLAGE 2: GESPREKVERSLAGEN INTERVIEWS: .......................................................................................... 39

BIJLAGE 3: LIJST RAPPORTEN UIT PROJECT KENNISBORGING REDUCTIE OVERIGE BROEIKASGASSEN ............................................................................................................................................................................... 81

Page 7: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 7 van 84

SAMENVATTING

Dit rapport vormt samen met de via www.schoonenzuinig.ltoweb.nl beschikbare database het eindresultaat van het project Inventarisatie en communicatie reductie overige broeikasgassen. Doelstelling van dit project is een overzicht geven van initiatieven op gebied van onderzoek, bewustwording en kennisverspreiding die te maken hebben met de emissie van lachgas en methaan op melkveehouderijbedrijven. Dit kunnen lopende initiatieven zijn of na 2002 afgeronde initiatieven. De informatie is onderverdeeld in zes, door de werkgroep Schone en zuinige melkveehouderij vastgestelde, tranisitiepaden. Door middel van een zoektocht op internet en gesprekken met sleutelfiguren uit onderzoeksinstellingen, adviesbureaus, overheid en bedrijfsleven is een overzicht gemaakt van wat er speelt. De database bevat 76 lopende en recent afgeronde initiatieven. Deze rapportage geeft per transitiepad een overzicht van de stand van zaken op basis van de hierboven genoemde gesprekken en de in de database opgenomen initiatieven. Vervolgens zijn uit deze stand van zaken conclusies getrokken en worden aanbevelingen gedaan voor vervolgonderzoeken. Hieronder volgt een beknopt overzicht van de aanbevelingen onderverdeeld in:

1. Actiepunten die zijn opgenomen in het jaarwerkprogramma 2011 2. Zaken die meteen opgepakt moeten worden; 3. Actiepunten die als tweede aan de beurt komen; 4. Activiteiten die nog even kunnen wachten.

Aanbeveling Transitiepad Urgentie

Kennisverspreiding bij ondernemers wat betreft de technieken die er al worden toegepast

Alle Jaarwerkprogramma 2011

Verder onderzoek naar nitrificatieremmers in samenwerking met de landen rondom ons heen.

Dierlijke mest Jaarwerkprogramma 2011

Opzetten van een complete mestverwaardingsketen (mest ver- en bewerking) waarbij de methaan uit de vaste mestfractie omgezet wordt in biogas en het digestaat geraffineerd wordt tot kunstmestvervangers en organische stof

Dierlijke mest Jaarwerkprogramma 2011

Ontwikkeling van nog kleinere schaal vergisters Vergisting Jaarwerkprogramma 2011

Voor ondernemer inzichtelijk maken op welk vlak win-win punten zijn te behalen (ingrepen die zowel voor de portemonnee als voor het milieu winst opleveren)

Alle Meteen oppakken

Database ‘up to date’ houden, ontsluiting via AgriConnect Alle Meteen oppakken

Onderzoek naar de effecten van methaanemissie beperkende maatregelen op de uitstoot van lachgas

Dierlijke mest / Vergisting

Meteen oppakken

Implementatie van onderzoek naar goed graslandbeheer, waardoor minder grasland hoeft worden gescheurd

Bodem en bemesting

Meteen oppakken

Onderzoek naar de benutting van mest in samenhang met het bodemleven

Bodem en bemesting

Meteen oppakken

De mogelijkheden van emissiereductie in de keten die via LCA’s in beeld worden gebracht, samen met de keten oppakken

Keten en Consument

Meteen oppakken

Page 8: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 8 van 84

Aanbeveling Transitiepad Urgentie

Onderzoek naar de economische en milieutechnisch optimalisatie van de vergistingsduur, waarbij ook naar de lachgasemissie wordt gekeken.

Vergisting Als tweede

Onderzoek naar de bemestingswaarde van digestaat en de toepassing als kunstmestvervanger, ook in relatie tot het organische stof gehalte in de bodem

Vergisting Als tweede

Onderzoek naar het composteren van mest samen met groenafval Vergisting Als tweede

Onderzoek naar het scheiden en verzuren van mest in de kelder en dat vervolgens vergisten

Vergisting / Dierlijke mest

Als tweede

Opzetten van een lange termijn monitoring rondom nitrificatieremmers om eventuele nadelige neveneffecten op bodem en milieu waar te kunnen nemen

Dierlijke mest Als tweede

Verder onderzoek naar de potentie van mest aanzuren of beluchten Dierlijke mest Als tweede

Onderzoek naar emissies uit mest in relatie tot veevoer Dierlijke mest Als tweede

Onderzoek naar de effecten van (precisie)bemesting op lachgasreductie

Dierlijke mest Als tweede

Onderzoek naar mestbehandeling in combinatie met precisiebemesting

Dierlijke mest / bodem en bemesting

Als tweede

Onderzoek naar lachgasemissie bij verschillende mestsoorten, toedieningstechnieken, landgebruik en bodemsoorten

Bodem en bemesting

Als tweede

Onderzoek naar verdichting bij grondbewerking in relatie tot lachgasemissie

Bodem en bemesting

Als tweede

Onderzoek naar de productie en emissie van methaan uit vrijloopstallen

Stalsystemen Als tweede

Informatievoorziening naar de consument over broeikasemissies die met producten samenhangen, naar voorbeeld van nature and more van Eosta

Keten en Consument

Als tweede

Effecten van voerstrategie, voerbenutting, rantsoensamenstelling en melkproductie op de methaanemissie

Veevoer Kan nog wachten

Effectief selecteren voor voerefficiëntie met nieuwe genetische merkers

Veevoer Kan nog wachten

Met genomica naar hoge voerefficiëntie, lage methaanemissie en verbeterde stikstofefficiëntie

Veevoer Kan nog wachten

Page 9: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 9 van 84

1. INLEIDING

Iedere dag worden we geconfronteerd met de energie- en klimaatproblematiek. Via de media bereiken ons dagelijks berichten over smeltende poolkappen, klimaatsveranderingen, zeespiegelstijging en de uitputting van onze bronnen voor fossiele brandstoffen. Maar ook zonder de media gaat deze problematiek niet onopgemerkt aan ons voorbij. Bij het betalen aan de pomp en via onze energieafrekening worden we keer op keer met de neus op de feiten gedrukt. Het is tijd voor actie want er dreigt acuut gevaar voor onze veiligheid, voedselvoorziening, waterhuishouding en biodiversiteit. Het kabinet heeft hiervoor het werkprogramma ‘Schoon en Zuinig’ in het leven geroepen. Dit werkprogramma dat vastgesteld is in 2007 omvat in grote lijnen drie klimaatdoelen: 1. Een reductie van de uitstoot van broeikasgassen met 30% tot 2020 (ten opzichte van 1990); 2. Het verbeteren van de energie-efficiëntie met 2% per jaar (is nu 1%); 3. Het aandeel hernieuwbare energiebronnen moet oplopen tot 20% in 2020 ten opzichte van 2 tot 3% op dit

moment. Deze doelen gelden voor heel Nederland over alle sectoren heen (Cramer et al, 2007). Voor het realiseren van deze doelstellingen zijn er tussen de overheid en het bedrijfsleven convenanten afgesloten. De agrarische sector geeft hier een invulling aan middels het convenant “Schone en Zuinige Agrosectoren”. Met Agrosectoren worden akkerbouw, tuinbouw en veehouderij (ATV) bedoeld. Iedere sector geeft op haar eigen manier invulling aan het convenant waarbij veehouderij wordt opgesplitst in extensief en intensief. Voor de extensieve veehouderij is de werkgroep ‘Schone en Zuinige Melkveehouderij’ ingesteld met vertegenwoordigers van LTO Noord, Projecten LTO Noord, NZO, Ministerie van EL&I en I&M en AgentschapNL. Vanuit deze werkgroep worden plannen geïnitieerd die er voor moeten zorgen dat de doelstellingen zoals die in het convenant omschreven zijn, worden gerealiseerd. Om het geheel handen en voeten te geven worden er ieder jaar door de verschillende sectoren werkplannen opgesteld. Het jaarwerkplan voor de extensieve dierlijke sectoren heeft als titel “Op weg naar een duurzame zuivelketen” meegekregen. Hoewel het naast de sector melkvee ook de sectoren schapen, geiten en roodvleesproductie betreft, is er toch voor deze titel gekozen omdat de opgave voor de melkveehouderij het grootst is en omdat LTO Noord en NZO binnen het programma samenwerken. Het jaarwerkplan 2009/2010 bevat de volgende speerpunten: 1. Verkenning van de klimaatmaatregelen in de praktijk 2. Bundeling van lopende projecten 3. In beeld brengen wat er nog moet gebeuren voor 2020 4. Bewustwording De voorliggende eindrapportage van het project ‘Inventarisatie en communicatie reductie overige broeikasgassen’ is opgesteld voor de uitwerking van punt 2. Uit de inventarisatie volgen aanbevelingen die input leveren voor punt 3, het in beeld brengen van wat er nog moet gebeuren voor 2020, en daarmee een duidelijke koppeling met het jaarwerkprogramma voor 2012. Het project heeft zich gericht op initiatieven die betrekking hebben op de reductie van overige broeikasgassen. Hierbij lag de focus op praktijkgerichte projecten en initiatieven uit de melkveehouderij-sector.

Page 10: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 10 van 84

Er zijn de afgelopen jaren verschillende onderzoeken en projecten gestart rondom de thema’s duurzame energie, energiebesparing en het terugdringen van overige broeikasgassen. De doelstelling van dit project ‘Inventarisatie en communicatie reductie overige broeikasgassen’ is om voor het thema overige broeikasgassen de lopende of net afgeronde initiatieven op het gebied van onderzoek, bewustwording en kennisverspreiding te inventariseren en op te nemen in een algemeen beschikbaar overzicht, om zo de opgedane kennis te bundelen en te ontsluiten. Op basis van een dergelijk overzicht, kan bij nieuwe initiatieven gebruik worden gemaakt van beschikbare kennis en ervaring. Ook kunnen er door de initiatiefnemers en de werkgroep beter keuzes worden gemaakt en prioriteiten worden gesteld. Projectuitvoerders zijn onderling op de hoogte van elkaars projecten en de inhoud daarvan en kunnen onderling gegevens uitwisselen en gebruik maken van elkaars kennis. Wanneer de verzamelde informatie is ontsloten en de mogelijkheid bestaat om nieuwe informatie toe te voegen, gaat het overzicht ook dienen als bron van (ervaring-) kennis en informatie. Deze kan door een ieder gebruikt worden om nieuwe ideeën of plannen te toetsen c.q. af te stemmen. Door de werkgroep ‘Schone en Zuinige Melkveehouderij’ zijn een negental “Transitiepaden” benoemd. Deze worden gezien als kansrijke gebieden en gebruikt om toekomstige initiatieven (innovaties) te structureren en te coördineren. De transitiepaden zijn: 1. Energiebesparing 2. Vergisting 3. Windenergie 4. Zonne-energie 5. Veevoer 6. Dierlijke mest 7. Bodem en bemesting 8. Stalsystemen 9. Keten en consument De landbouw speelt bij de productie van methaan en lachgas een belangrijke rol. Volgens internationale berekeningen is de Nederlandse landbouw verantwoordelijk voor ongeveer 13% van de uitstoot van broeikasgassen in Nederland. Wat methaan en lachgas betreft komt ongeveer de helft voor rekening van de landbouw (Elferink et al, 2009). De transitiepaden 2 en 5 tot en met 9 hebben betrekking op de uitstoot van lachgas en methaan. Daarom is binnen dit project gekozen om alleen die projecten en initiatieven in kaart te brengen, die onder één van deze zes transitiepaden vallen. Door een analyse van de resultaten uit de inventarisatie wordt in beeld gebracht welke onderdelen onderbelicht blijven. Aan de hand van deze analyse kunnen nieuwe projecten worden ontwikkeld en uitgevoerd. Op deze wijze helpt het overzicht als beleidsondersteunend instrument en draagt daarmee bij aan de eerste stappen op weg naar een duurzame zuivelketen en naar de realisatie van de doelstellingen van het convenant ‘Schone en Zuinige Agrosectoren’. De partijen binnen de melkveehouderijsector, melkveehouders, maar ook beleidsmedewerkers, onderzoekers en adviseurs krijgen op deze wijze inzicht in de stand van zaken per transitiepad en kunnen deze kennis toepassen in de verdere ontwikkeling van ideeën en initiatieven.

Page 11: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 11 van 84

In dit rapport wordt een overzicht gegeven van de geïnventariseerde projecten. De inventarisatie die heeft plaatsgevonden is deels gebaseerd op internetbronnen en deels verkregen uit interviews met actoren die projecten of onderzoeken uitvoeren op de hiervoor genoemde transitiepaden. De beschikbare rapporten en artikelen zijn opgenomen in een projectenlijst. Deze projectenlijst is openbaar en te raadplegen via www.schoonenzuinig.ltoweb.nl De informatie op deze website gaat op termijn onderdeel uitmaken van AgriConnect, waar kennisontsluiting en netwerkvorming centraal staat. Hierdoor wordt informatie naar agrarische ondernemers en andere relevante partijen ontsloten. AgriConnect is een overkoepelend digitaal kennisnetwerk die de verschillende netten (VarkensNET, Melkveeacademie, PaardenNET etc.) aan elkaar én met elkaar verbindt. Primair is dit bedoeld voor de agrarische ondernemer om kennis en praktijk aan elkaar te verbinden en andersom.

Page 12: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 12 van 84

2. METHODE

Dit hoofdstuk beschrijft de methode zoals die is toegepast binnen het inventarisatieproject.

2.1 Fase 1 Inventarisatie

Als eerste stap in de inventarisatie is een checklist gemaakt waarin de criteria zijn opgenomen waaraan een project of initiatief moet voldoen voor het opgenomen wordt in de database. Vervolgens heeft een bureaustudie plaatsgevonden om een eerste inventarisatie uit te voeren naar lopende en net afgeronde initiatieven in het veld. Hierbij zijn ook de betrokken partijen in beeld gebracht. Deze zoektocht heeft voornamelijk op het internet plaatsgevonden. Aan de hand van de eerste inventarisatie, aangevuld met mensen uit het eigen netwerk en dat van de werkgroep, is een lijst met betrokken partijen en contactpersonen opgesteld. Deze partijen zijn persoonlijk benaderd voor meer achtergrondinformatie over de initiatieven uit de bureaustudie en initiatieven die tijdens het uitvoeren van de bureaustudie niet naar voren zijn gekomen. De contactpersonen zijn in eerste instantie telefonisch benaderd. Wanneer uit het telefoongesprek bleek dat er wellicht nog meer informatie beschikbaar was, kon een afspraak gemaakt worden voor een bezoek. Van deze mogelijkheid is echter geen gebruik gemaakt, omdat tijdens de telefoongesprekken voldoende informatie boven tafel kwam. Het belscript dat voor de telefoongesprekken is gebruikt, is als bijlage (bijlage 1) aan dit rapport toegevoegd.

2.2 Fase 2 Database

De resultaten uit fase 1 zijn verwerkt in een via internet beschikbare database. Hier zijn de gegevens en resultaten van verschillende projecten en initiatieven opgeslagen. De database bestaat uit een lijst met projecten en initiatieven die inzicht geeft in de doelstellingen en resultaten van het initiatief. Waar mogelijk wordt verwezen naar het digitaal beschikbare eindrapport. Bij een aantal records in de database zijn geen resultaten vermeld, omdat deze nog niet bekend zijn. Het gaat dan om een lopend project of onderzoek. Ondanks dat de resultaten nog niet bekend zijn, zijn deze initiatieven wel opgenomen in de database om een beeld te geven van wat er allemaal speelt. Om een duidelijke structuur in de database aan te brengen zijn de initiatieven ingedeeld per transitiepad. Hierdoor wordt de doelgroep geïnformeerd over deze indeling en gaat die zelf ook hanteren. Daarnaast worden bestaande en nieuwe initiatieven gecategoriseerd waardoor analyse van bestaande informatie mogelijk wordt. Indicatoren voor beleidsontwikkeling kunnen hieruit worden afgeleid. De volgende velden zijn in de database benoemd en ingevuld aan de hand van de criteria zoals die zijn opgesteld in overleg met de werkgroep ‘Schone en Zuinige melkveehouderij’.

Naam van het project

Doelstelling

Opdrachtgever

Landbouwsector

Transitiepad

Status

Page 13: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 13 van 84

Soort project

Resultaten

Wat is toepasbaar? (voor de agrarische ondernemer)

Meer informatie De projecten zijn in één lijst gepresenteerd en er kan doorgeklikt worden naar de projectinformatie die over dat project beschikbaar is. Relatie project “Kennisborging ROB” De projecten over de reductie van lachgas en methaan die gefinancierd zijn uit het onderdeel Landbouw van het Programma ROB (in totaal 60 projecten) zijn niet in de database opgenomen. Binnen het project “Kennisborging ROB”, dat wordt uitgevoerd door LTO Noord, wordt uit deze projecten de relevante informatie ontsloten naar de agrarische ondernemer. Deze informatie, met daarbij een link naar het volledige rapport, worden via de website van AgriConnect beschikbaar gesteld. Hierdoor kunnen agrarische ondernemers makkelijker met de materie aan de slag. Op aangeven van Agentschap NL is er voor gekozen om de rapporten uit het project “Kennisborging ROB” niet in de hiervoor genoemde database op te nemen, omdat er anders dubbel werk zou worden verricht. De ROB-rapporten zijn wel meegenomen in de analyse wat betreft aantal rapporten en initiatieven per tranisitiepad die in hoofdstuk 3 van onderliggend rapport staat beschreven. Inhoudelijk zijn deze rapporten niet gescreend. Daarnaast is in bijlage 3 van dit rapport de lijst van de projecten, plus per project het transitiepad waar het onder valt, opgenomen. 2.3 Fase 3 Website

Om de gegevens uit de database (openbaar) te delen is de website www.schoonenzuinig.ltoweb.nl ontwikkeld. Op enkele platte internetpagina’s wordt de achtergrond geschetst en wordt informatie gegeven over het convenant ‘Schoon en Zuinig’, de betrokken organisaties, de aanpak en de doelen. Agrarische ondernemers, adviseurs en onderzoekers die met het thema uitstoot van broeikasgassen aan de slag zijn en willen, kunnen aan de hand van de website projectinformatie bekijken over de mogelijkheden die er zijn om ook daadwerkelijk op bedrijfsniveau met deze maatregelen aan de slag te gaan, omdat anderen al hebben laten zien dat het werkt of bezig zijn met de ontwikkeling van technieken die daartoe bijdragen. Ondernemers die zelf innovatieve ideeën hebben, kunnen via de database in contact komen met mogelijke strategische partners. Informatie hieruit kan op termijn weer toegevoegd worden aan de informatie op AgriConnect, hierdoor ontstaat een zichzelf versterkend systeem. Zoals in hoofdstuk 1 beschreven, wordt de site schoonenzuinig.ltoweb.nl geïntegreerd in AgriConnect op het moment dat deze hiervoor gereed is. Tot die tijd blijft de huidige site operationeel. Middels een persbericht worden agrarisch ondernemers, adviseurs en onderzoekers van het bestaan van deze site op de hoogte gebracht. Daarnaast zal de website ook tijdens de kennisbijeenkomst (zie fase 5) en voorafgaand aan deze bijeenkomst bij potentiële gebruikers onder de aandacht worden gebracht. In het kader van dit project wordt de website na afloop van het project, mei 2011, niet verder bijgewerkt. Wanneer resultaten van lopende onderzoeken en initiatieven uit de database bekend worden, zou het goed zijn als deze ook in de database worden opgenomen. Hiervoor zou een apart initiatief gestart moeten worden.

Page 14: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 14 van 84

2.4 Fase 4 Rapportage

De informatie verkregen uit de gesprekken met de betrokken partijen, alsmede de informatie uit de database is vervolgens vastgelegd in onderliggende eindrapportage. Daarnaast is een analyse gedaan van de transitiepaden die tot nu toe nog onderbelicht zijn gebleven en worden aanbevelingen gedaan hoe deze verder gestimuleerd zouden kunnen worden. 2.5 Fase 5 Kennisbijeenkomst

Naar verwachting wordt in de tweede helft van 2011 een kennisbijeenkomst georganiseerd. Tijdens deze bijeenkomst worden de meest kansrijke initiatieven op het gebied van de reductie van overige broeikasgassen gepresenteerd. Daarnaast wordt in workshops kennis en informatie uitgewisseld tussen partijen, stakeholders en ondernemers. Het doel van de bijeenkomst is agrarische ondernemers, onderzoekers en adviseurs kennis te laten maken met elkaar en met lopende initiatieven die mogelijk ook voor het eigen bedrijf interessant zijn.

Page 15: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 15 van 84

3. RESULTATEN

3.1 Fase 1 Inventarisatie

Onderstaand overzicht geeft de criteria aan waaraan een project of initiatief moet voldoen, wil het opgenomen worden in de database.

Afbakening

Het gaat om lopende of net afgeronde initiatieven op het gebied van onderzoek, bewustwording en kennisverspreiding;

die effect hebben op de emissie van lachgas en/of methaan;

waarbij het doel is om nieuwe kennis op te doen, en/of deze te verspreiden en/of visievorming;

en die passen in de transitiepaden: Vergisting, Veevoer, Dierlijke mest, Bodem en bemesting, Stalsystemen en/of Keten en Consument.

Zowel negatieve als positieve resultaten binnen projecten en initiatieven worden meegenomen. Checklist 1. Het initiatief is lopend of ná 1 januari 2002 afgerond. 2. Het initiatief vindt plaats in de grondgebonden veehouderij (met name melkveehouderij) of Het initiatief vindt

plaats in de keten waar de melkveehouderij van profiteert. 3. Het initiatief moet onderzoek doen of praktijk- of nevendoelstelling hebben op het gebied van de reductie van

lachgas of methaan. 4. Het initiatief moet in Nederland zijn/worden uitgevoerd. 5. Het initiatief moet bij voorkeur toepasbaar zijn voor (andere) ondernemers (praktijkgericht). 3.2 Fase 2 Database

In de database zijn 76 projecten, initiatieven en rapporten opgenomen. In tabel 3.1 staan de projecten en onderzoeken uit de database plus de rapporten uit het project “Kennisborging ROB” onderverdeeld per transitiepad. Tabel 3.1: Aantal opgenomen projecten, onderzoeken en rapporten per transitiepad.

Transitiepad Aantal items database

Aantal rapporten “Kennisborging ROB”

Aantal totaal Percentage

Vergisting 28 35 63 30%

Veevoer 13 23 36 17%

Dierlijke mest 12 19 31 15%

Bodem en bemesting 33 26 59 28%

Stalsystemen 7 9 16 8%

Keten en consument 3 1 4 2%

De database geeft samen met de lijst van rapporten uit het project “Kennisborging ROB” een goed beeld van de initiatieven en projecten die momenteel worden uitgevoerd of recent zijn afgesloten. Netwerken en bijeenkomsten zijn niet in de database opgenomen, omdat vaak niet duidelijk is wat de resultaten hiervan zijn. Wel worden deze in

Page 16: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 16 van 84

de rapportage genoemd (§ 3.3 resultaten). Ook zijn niet alle initiatieven die op melkveebedrijven plaatsvinden, zoals de bouw van een mest- of co-vergistingsinstallatie, opgenomen, alleen als deze vernieuwend zijn en/of wanneer er ook onderzoek plaatsvindt, aangezien er anders alleen al 100 covergisting-initiatieven opgenomen zouden moeten worden. Vanuit de Small Business Innovation Research (SBIR)1 subsidie regeling zijn wel een aantal initiatieven in de database opgenomen. In figuur 3.1 is de verdeling van de projecten, onderzoeken en rapporten over de transitiepaden in beeld gebracht.

Figuur 3.1 Verdeling geïnventariseerde projecten, onderzoeken en rapporten per transitiepad.

1 SBIR: Small Business Innovation Research, Europese subsidie die is bedoeld om innovaties praktijkrijp te maken.

SBIR benut en ontwikkelt kennis, creativiteit en innovatiekracht van het bedrijfsleven voor innovaties die een passend antwoord geven op maatschappelijke opgaven.

Page 17: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 17 van 84

Het transitiepad Keten en Consument is ondervertegenwoordigd in beide bestanden, slechts twee procent van de projecten, onderzoeken en rapporten valt onder dit transitiepad. Ook onder het transitiepad Stalsystemen valt slechts een klein deel van de projecten (8%). Onderzoeken en projecten die vallen onder het transitiepad Vergisting en het transitiepad Bodem en bemesting, zijn het best vertegenwoordigd in zowel de database als de Kennisborging ROB rapporten.

Page 18: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 18 van 84

3.3 Resultaten gesprekken en gevonden rapporten

Met de volgende partijen hebben gesprekken plaatsgevonden: AgentschapNL Ida Smit en Jan van Bergen Green Energy Technologies Eddie ter Braack Arvalis Patrick Lemmens CLM Erik van Well Courage Carel de Vries DLV Dier Jan Onne Bosman LTO Noord Menno Douma LTO Noord Wiebren van Stralen Ministerie van Economische zaken, Landbouw en Innovatie Harm Smit Ministerie van Infrastructuur en Milieu Kay Sanders en Herman Walthaus Nutriënten Management Instituut NMI bv Wim Bussink Nederlandse Zuivel Organisatie Rolando Montessori Onderzoekscentrum Schothorst Wilfried van Straalen OonKAY Innovations in Emvironmental Technology Hans Oonk Productschap Zuivel Willem Koops Proefbedrijf De Marke Zwier van der Vegte Provincie Drenthe Bert Tjarks Provincie Flevoland Wim Verhoeven Provincie Fryslân Geert Knobbe Provincie Gelderland Fons Goselink en Jeroen Sluijsmans Provincie Groningen Nynke de Jong en Peter Abbink Provincie Noord-Holland Paul Guldemond Provincie Utrecht Stef Roëll en Wytze Brandsma Provincie Zuid-Holland Caroline Huisman Stuurgroep Landbouw Innovatie Noord-Brabant Geert Wilms WUR Alterra Gerard Velthof WUR Livestock Research (koeien en kansen) Michel de Haan WUR Livestock Research SBIR tender Leon Sebek ZLTO Ton van Korven Per gesprek staat een uitgebreid verslag in bijlage 2 van dit rapport. Niet met alle provincies in Nederland hebben gesprekken plaatsgevonden, omdat niet alle provincies concreet met de thematiek rond overige broeikasgassen bezig zijn. In de volgende subparagrafen wordt per transitiepad weergeven wat er speelt binnen het transitiepad gebaseerd op zowel de gesprekken als de rapporten in de database.

3.3.1 Transitiepad 2 Vergisting

In een vergistingsinstallatie wordt, onder zuurstofloze omstandigheden, organische stof omgezet in methaan en koolzuur. Het methaan wordt als biogas verbrand en omgezet in energie. Dit methaan komt dus niet als broeikasgas in de atmosfeer terecht. Bij een co-vergistingsinstallatie worden naast mest, co-producten toegevoegd zoals snijmaïs, groenafval en restproducten uit de levensmiddelenindustrie. Door mest te benutten in co-

Page 19: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 19 van 84

vergistingsinstallaties wordt de methaanemissie bij opslag van mest gereduceerd. De methaanemissie uit mest vormt 6% van de totale CO2-emissie in Nederland. Vergisting van verse mest biedt de mogelijkheid om 95% van deze emissie te reduceren (Meijer et al, 2008). Naast de reductie in uitstoot van methaan wordt er tevens reductie behaald door de productie van duurzame energie (Meijer et al, 2008). Wanneer het gas wat hierbij vrijkomt niet wordt verbrand, maar rechtstreeks kan worden geïnjecteerd op het gasnet, levert dit mogelijk zowel een grotere milieuwinst als een hogere winst voor de ondernemer op (Bruinsma, 2007). Onder andere in Friesland loopt een dergelijk initiatief (Knobbe, 2011). Een aantal geïnterviewden geeft ook te kennen dat op het terrein van mestvergisting door het reduceren van methaan milieuwinst te behalen is (Koops, 2011; Well, 2011; Montessori, 2011). Koops en anderen geven in de gesprekken aan dat er door middel van een mestvergistingsinstallatie veel methaan uit de mest is te halen, wat gebruikt kan worden voor andere doeleinden. Vergistingsinstallaties kunnen een goed middel zijn voor het reduceren van methaan, alleen de installatie moet wel rendabel zijn. Anders heeft de agrariër er financieel geen baat bij (Brandsma W, 2011). Een andere geïnterviewde spreekt het milieuvoordeel echter tegen: het toepassen van vergistingsinstallaties op melkveebedrijven, levert een beperkte bijdrage aan de gewenste methaanreductie (Vegte, 2011). Het onderzoek naar de emissiereductie van broeikasgassen op proefboerderij ‘De Marke’ geeft onvoldoende resultaten om een gefundeerde uitspraak te doen over de behaalde reductie in broeikasgasemissie met de installatie van de vergister op ‘De Marke’. Metingen laten een forse spreiding zien in emissies en door onverwachte factoren zijn de metingen waarschijnlijk beïnvloed (Kool et al, 2005). Op dit moment zijn er ongeveer 100 co-vergistingsinstallaties in Nederland (Brandsma J, 2011). Hans van der Boom, sectormanager duurzame energie van de Rabobank, geeft in een artikel in dagblad Trouw aan dat hooguit de helft van de bio-vergisters in Nederland vorig jaar winstgevend was (Brandsma, J, 2011). Hij verwacht dat het dit jaar (2011) niet beter wordt. Door een toegenomen vraag, voornamelijk uit Duitsland en België, stijgt de prijs van restmateriaal. Bovendien stijgen de voerprijzen waardoor ook bijvoorbeeld snijmaïs duurder wordt. Hierdoor ontbreekt momenteel de zekerheid op het behalen van voldoende economisch rendement. Een nieuwe ontwikkeling is die van kleinschalige vergisters. Deze produceren op boerderijschaal biogas met hoofdzakelijk mest en meestal geen co-producten. Deze worden ook wel de ‘tweede generatie vergisters’ genoemd. Een voorbeeld hiervan is AgriMoDEM van Green Energie Technologies CV. Deze vergister bestaat uit zes bioreactoren waarin in zes stappen methaan wordt gevormd uit de organische stof uit mest. Het product hieruit is schoon biogas van aardgas kwaliteit. Daarnaast heeft de AgriMoDEM drie eindproducten: een vloeistof die kalium en stikstof bevat, een vloeistof die stikstof en fosfaat bevat en compost. De AgriMoDEM wordt op het bedrijf van melkveehouder Hilhorst in Sleen in de praktijk getest. Uit de interviews blijkt dat men deze ontwikkeling op de voet volgt. Volgens een aantal geïnterviewden kan dit een treffende oplossing zijn voor het reduceren van overige broeikasgassen (Vries, 2011; Ter Braack, 2011; Knobbe, 2011; Oonk, 2011; Well, 2011; Guldemond, 2011). Bij mestraffinage wordt circa 75% van het methaan aan de mest onttrokken. De definitieve resultaten van de metingen zijn nog niet bekend. Binnen de subsidieregeling ‘Nieuwe uitdagingen’ van het ministerie van EL&I is subsidie beschikbaar gesteld voor het verder ontwikkelen van een nieuwe type vergister genaamd Ecobag. Omdat in dit type vergister slechts 20% co-producten worden toegevoegd, zou deze wel economisch rendabel kunnen zijn. Vooral omdat ook restmateriaal van

Page 20: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 20 van 84

een groenbemester die na de mais wordt ingezaaid gebruikt kan worden als co-vergistingsmateriaal2. Binnen deze zelfde subsidieregeling wordt op het bedrijf van Maatschap Groot Boerle-Davelaar in Kootwijkerbroek onderzoek gedaan naar een rendabele mestverwerkingsinstallatie zonder vaste co-producten3. Andere tweede graads vergisters die momenteel getest worden zijn Microferm4 en Pocketvergisting5. Een andere ontwikkeling is die van grootschalige vergisting. In de provincie Noord-Holland vindt momenteel een onderzoek plaats naar kansrijke clusters van melkveebedrijven die gezamenlijk een mestvergistingsinstallatie willen bouwen. De provincie wil deze clusters koppelen aan bedrijven die behoefte hebben aan warmte, zoals zwembaden en verzorgingstehuizen (Guldemond, 2011). Daarnaast is er een groep agrariërs in de gemeente Ferwerderadiel in de provincie Fryslân die wil onderzoeken of het mogelijk is om de warmte en de digestaat uit bestaande en eventueel meerdere co-vergistingsinstallaties op te schalen naar gemeenschappelijk gebruik van hun mest in combinatie met reeds bestaande algenteelt bij één agrariër (Knobbe, 2011). 3.3.2 Transitiepad 5 Veevoer

Binnen dit transitiepad worden twee sporen onderscheiden: a) Rantsoen b) Krachtvoer

In 2007 is er een rapport verschenen waarin de mogelijkheden van het reduceren van methaanemissies via de pens beschreven staan (Tamminga, 2007). Hierin staat dat uit kortlopende in vitro studies blijkt dat er mogelijkheden zijn om de methaanemissie via de pens te beperken door middel van een ander rantsoen. Er zijn echter langlopende in vivo experimenten nodig, om voordat de resultaten toepasbaar zijn voor de praktijk. Met name het rantsoenspoor lijkt op termijn interessant voor de praktijk (Koops, 2011, Douma 2011, Montessori 2011, Tjarks 2011, Haan, 2011, Knobbe 2011, Well, 2011, Oonk 2011). Wat betreft het rantsoen, leven er nog wel veel vragen in de praktijk. In 2010 is voor een vijftal praktijkbedrijven bekeken wat het effect is van voedingsmaatregelen op de berekende ammoniak en methaanemissies (Valk et al, 2011). In deze studie waren verschillen in methaanemissie niet op eenduidige wijze te relateren aan verschillen in rantsoensamenstelling. Dit werd veroorzaakt door verschillen in de gerealiseerde voeropname, voerbenutting (dekking VEM-behoefte) en melkproductie en vanwege afwijkingen tussen gerealiseerde en voorspelde voerbenutting en melkproductie. De kwaliteit van ruwvoer (graskuil) en de voerstrategie lijken sterk bepalend te zijn voor de voeropname en voerbenutting en daarmee voor het niveau van methaanemissie (Valk et al, 2011). In een lopend onderzoek van Wageningen UR wordt gekeken naar het effect van het voeren van mais met een zeer hoog droge stof gehalte (Zom, 2009). Naar schatting kan de melkveehouderij op deze manier de methaanemissie met 5% verminderen. Van dit onderzoek zijn nog geen resultaten bekend. In 2010 zijn de effecten van broei en matige conservering van kuilgras op de emissie van methaan en lachgas berekend (van Schooten en Philipsen, 2010). Hieruit blijkt dat onder minder gunstige weersomstandigheden (een droog of een nat jaar) de emissies aan

2 Meer informatie op www.hetlnvloket.nl/txmpub/files/?p_file_id=2200700

3 http://www.agroprocestechniek.nl/nl/news4 4 http://www.host.nl/nl/microferm/ 5 http://www.biogas-e.be/sites/default/files/Infofiche%20Pocketvergister_udr.pdf

Page 21: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 21 van 84

broeikasgassen voornamelijk toenemen door aan energie gerelateerde CO2-uitstoot, veroorzaakt door de aankoop van extra ruw en krachtvoer. Onduidelijk is wat de effecten zijn van een veranderende voerstrategie op de uitstoot van andere broeikas- en verzuringsgassen. Wanneer eiwitarm en structuurrijk wordt gevoerd, komt er volgens de modelstudies veel methaan vrij. Aan de andere kant beperkt een dergelijk rantsoen de ammoniakemissie (Sonneveld et al, 2009). In combinatie met goed graslandbeheer liggen binnen dit transitiepad kansen. Door middel van het goed beheren van het grasland, zonder slecht verteerbare grassen, onkruid en dergelijke kan de kwaliteit van het gras wat betreft structuur en eiwit worden beïnvloed. De verhouding eiwit-structuur heeft direct gevolg voor de processen in de pens en de samenstelling van de gassen die daarbij vrijkomen (Vegte 2011).

In 2009 is in het kader van de praktijknetwerkenregeling het netwerk ‘Broeikasgasreductie via voeding bij melkvee’ gestart. Het netwerk wil via aanpassing in het management op melkveebedrijven een bijdrage leveren aan de vermindering van de broeikasgasemissies, hierbij wordt vooral gedacht aan managementaanpassingen op het gebied van voeding. De komende jaren gaat een onderzoek van de WUR lopen, gefinancierd door het ministerie van EL&I en PZ en PDV (Productschap Diervoeder). Dit onderzoek richt zich met name op ruwvoer en de vermindering van methaanemissie. Ondernemers verkennen de maatregelen die ze kunnen nemen om de emissies te beperken, zoals andere bemesting en/of een aangepast maaistadium (H. Smit, 2011). Tenslotte wordt er nog gewerkt aan de ontwikkeling van een indicator voor methaanemissie in de melk, vergelijkbaar met het ureumgetal dat een indicator is voor de ammoniakemissie (H. Smit, 2011). Het krachtvoerspoor wordt samen met de veevoerindustrie opgepakt. Volgens de veevoerindustrie ligt er binnen dit transitiepad veel potentie voor methaanreductie (van Straalen, 2011). Door een andere voersamenstelling en door het toevoegen van bepaalde additieven in het veevoer zou de methaanproductie in de koe kunnen worden gereduceerd (van Straalen, 2011). In 2003 werd een mechanistisch rekenmodel ontwikkeld om de productie van methaan in de pens te berekenen vanuit de vluchtige vetzuren (Smink et al, 2003). Hieruit blijkt een groot verschil in de berekende methaanproductie tussen de verschillende mengvoedersoorten. Verschillen kunnen meer dan 25% bedragen. Vanuit het innovatieprogramma emissiearm veevoeder, vindt onderzoek plaats naar additieven en productaanpassing van het krachtvoer. Deze zijn voor de huidige praktijk niet direct van belang (van Bergen, 2011). Wel stelt het ministerie van EL&I via de module 'Emissiearm veevoeder' in 2011 een miljoen euro subsidie beschikbaar voor projecten die bijdragen aan concrete oplossingen of kennis om in de pens of dikke darm methaanemissie te verminderen, door aanpassingen of toevoegingen aan het voederrantsoen. 3.3.3 Transitiepad 6 Dierlijke mest

Binnen dit transitiepad worden twee sporen onderscheiden: a) Opslag: Meer mestopslag op het eigen bedrijf en snelle verwerking b) Mestscheiding en mestverwerking en mestbeluchting

Het bedrijf Wielaard Techniek is bezig met de ontwikkeling van een biofilter waardoor de emissie van methaan uit een buitenopslag van mest mogelijk flink gereduceerd kan worden. Bovendien belooft dit een voor de ondernemer betaalbare oplossing te zijn. Via subsidie uit de SBIR-tender wordt een haalbaarheidsstudie en literatuuronderzoek gedaan. Deze haalbaarheidsstudie wordt echter niet verder doorgezet.

Page 22: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 22 van 84

Daarnaast heeft er een haalbaarheidsstudie plaatsgevonden naar het gebruik van afgas van een mestopslag als verbrandingslucht (Oonk en Koopmans, 2010). Deze maatregel bleek echter in de praktijk nauwelijks toepasbaar, waardoor het bedrijf af ziet van verdere ontwikkeling en commercialisering van deze methode. Bos Benelux en Projecten LTO Noord voeren momenteel een project uit waarbij gekeken wordt naar het effect van beluchten van mest op de methaanemissie. Dit project richt zich op de mogelijkheden om door toepassing van het Bos Aeromix Systeem de uitstoot van methaan uit buitenmestopslagen drastisch te verminderen. Het Bos Aeromix Systeem zorgt ervoor dat het aeroob milieu van drijfmest voortdurend in stand wordt gehouden. Er lopen een aantal praktijknetwerken op het gebied van mestverwerking en vergisting, o.a.:

- Mestverwerking & wet en regelgeving - gestart in 2007; - Digestaat, grondstof voor nieuwe product-marktcombinaties - gestart in 2007; - Mestvergisting zuid Nederland - gestart 2006; - Netwerken mestvergisting Noord-Nederland - gestart in 2007 en inmiddels afgerond; - Bio-producten + vergister = Regio-Energie Limburg - gestart in 2009.

Zeer recentelijk voerden Paul Hoeksma, Julio Mosquera en René Schils van Wageningen UR een literatuurstudie en een laboratoriumproef uit, om meer duidelijkheid te krijgen over de emissies van lachgas en methaan bij het scheiden van varkensmest en runderdrijfmest. Per saldo is de verwachte emissie na mestscheiding een paar procent lager dan nu het geval is. Dit gaat echter alleen op wanneer de vaste fractie ook overdekt wordt opgeslagen en de mest zo snel mogelijk na scheiding wordt uitgereden6. Van dit onderzoek is nog geen publicatie beschikbaar.

3.3.4 Transitiepad 7 Bodem en bemesting

Dit transitiepad omvat de bodem als emissiebron. Er worden drie sporen onderscheiden: a) Andere meststoffen: via onderzoek aan en innovatie van meststoffen b) Precisiebemesting: ontwikkeling van managementsystemen c) Optimale koolstofbalans: onderzoek naar de bodemdynamiek in relatie tot klimaatmaatregelen

Er zijn grote verschillen in lachgasemissie bij aanwending van verschillende kunstmestsoorten en dierlijke mestsoorten, waarbij ook grondgebruik (grasland of maisland) en grondsoort (zandgrond en kleigrond) een rol spelen. Goed inzicht in deze verschillen maakt het mogelijk om de lachgasemissie te reduceren door middel van sturing van type meststoffen. Er is behoefte aan onderzoek naar lachgasemissie bij verschillende meststoffen en mesten, toedieningstechnieken, landgebruik en grondsoort (Velthof, 2011). Uit een literatuurstudie naar de effecten van aanwending van vergiste mest, blijkt ook dat de hoogte van de lachgasemissie van vergiste en niet-vergiste mest samenhangt met de samenstelling van de bodem en de aanwendingstechniek (Bosker en Kool, 2004). Het toevoegen van bepaalde nitrificatieremmers kan zorgen voor een verminderde lachgasuitstoot (Haan, 2011). Concreet werd tijdens de gesprekken de nitrificatieremmer Piadin genoemd. Piadin zorgt ervoor dat stabiel ammoniakstikstof uit drijfmest minder snel wordt omgezet in nitraatstikstof. Zo blijft de stikstof uit drijfmest langer in de bodem aanwezig en komt beschikbaar als nitraatstikstof op het moment dat het gewas de stikstof nodig heeft.

6 Bron: www.agentschapnl.nl/nieuws/broeikasgasemissie-uit-gescheiden-mest-beheersbaar-met-aantal-maatregelen

Page 23: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 23 van 84

Door het toepassen van nitrificatieremmers in de Nederlandse landbouw kan een emissiereductie van ongeveer 12% van de huidige emissie door gebruik van stikstof in de landbouw worden bewerkstelligd (Kuikman et al, 2010). Voor de Nederlandse omstandigheden ontbreken op het moment resultaten van veldexperimenten, waarmee die omstandigheden te identificeren zijn die in een maximale werking van de nitrificatieremmer resulteren. Bij een eventuele grootschalige inzet van nitrificatieremmers is het zinvol om een lange termijn monitoring op te zetten, om eventuele nadelige neveneffecten op bodem en milieu waar te kunnen nemen (Smit, I., 2011). Een andere optie voor potentiële reductie van lachgasemissie is bij toepassing van precisiebemesting. GPS-technieken vergroten N-efficiëntie door nauwkeurige bemesting in relatie tot de groeipotentie van het gewas (Smit, I. 2011). Als je nauwkeurig bemest, kun je minder kunstmest gebruiken (Goselink en Sluijsmans, 2011). Daarnaast is er specifieke winst mogelijk op gebied van lachgas door bijvoorbeeld minder verdichting door toepassen van rijpadensysteem. In elk geval is het zo dat wanneer meststoffen beter benut worden, dit de efficiëntie ten goede komt. Wanneer minder kunstmeststoffen gebruikt worden, zal de lachgasemissie navenant afnemen (Bussink, 2011). Een andere optie om de lachgasemissie te verminderen is het toevoegen van koolstof aan de bodem via carbon banking. Hierbij wordt Biochar toegevoegd aan de bodem. Biochar is een zeer stabiele vorm van organische stof die vrijkomt bij gecontroleerde verkoling van biomassa bij hoge temperaturen en onder zuurstofarme condities. Biochar verbetert de bodemstructuur en verhoogt het vochtvasthoudend en waterbergend vermogen (Vries, 2011; www.kiemkracht.com). Op korte termijn kan het effect van carbon banking negatief uitpakken voor lachgasemissie. De effecten voor de lange termijn zijn nog onduidelijk. De CO2 wordt wel vastgelegd, maar het netto effect hiervan is nog een vraagteken. Dit is ook afhankelijk van de grondsoort (van Bergen, 2011). Om de effecten van koolstof op de bodem en het gewas te laten zien, worden op de proefboerderijen Ebelsheerd in Nieuw-Beerta en ’t Kompas in Valthermond proeven gedaan met bodem- en structuurverbeteraars zoals Biochar. Naast Biochar van populierenhout wordt er ook geëxperimenteerd met houtskool en geactiveerd kool van fabrikant Norit. Het onderzoek loopt van 2010 tot 2015. In het nationaal expertisecentrum over Biochar in Valthermond kunnen geïnteresseerden terecht voor kennis over de productie en toepassingen van Biochar. Er liggen volgens de provincie Utrecht nog volop kansen op het gebied van duurzaam bodembeheer door minder te scheuren, de graskwaliteit op peil te houden en door te zaaien (Roëll, 2011). Hierdoor worden de mineralenverliezen beperkt. Over dit onderwerp gaat het project ‘Haal meer uit gras’ dat wordt uitgevoerd door Wageningen UR Livestock Research; in 2014 wordt dit project afgerond (Brandsma, W., 2011). Door het niet meer scheuren van grasland wordt de lachgasemissie fors verminderd. Dit heeft echter directe economische gevolgen voor de agrarische ondernemer die hierdoor opbrengstreductie kan hebben (Well, 2011). 3.3.5 Transitiepad 8 Stalsystemen

In de bestaande melkveestallen zijn door het open karakter vrijwel geen betaalbare aanpassingen te maken waarmee de uitstoot van methaan verminderd kan worden. Vermindering van de uitstoot van methaan uit de stal vraagt om andere stalsystemen. Door de lange levensduur van stallen hebben aanpassingen in het stalsysteem pas op de lange termijn effect. Bovendien dient bij het ontwerp van stalsystemen ook met andere factoren rekening gehouden worden zoals dierwelzijn. Er zijn een aantal mogelijkheden die momenteel worden verkend: 1. Filteren van methaan uit de nok van de stal. Hier wordt momenteel onderzoek naar gedaan; er zijn nog geen

concrete uitkomsten, wel lijken veel kansen te zijn om de methaanuitstoot op deze manier te reduceren (Vries, 2011; Ter Braack 2011).

Page 24: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 24 van 84

2. Koeien jaar rond op stal houden. Stallen luchtdicht maken en opvangen van methaan (Vries, 2011). 3. Methaan- en lachgasemissie van nieuwe staltechnieken en -concepten: met name effecten van

ammoniakmaatregelen in stallen en effecten van vrijloopstallen. Niet bekend is welke effecten deze ontwikkelingen hebben op methaan en lachgasemissies (van Bergen, 2011). Naar een deel van deze ontwikkelingen vindt onderzoek plaats, onder andere in de stal van Anton Stokman uit Koudum die een proefstalstatus heeft.

Ook is er onderzoek gedaan naar de opties voor reductie van methaan en ammoniakemissie uit melkveestallen (Dooren en Smits, 2007). Hierbij is gekeken naar ventilatie, mestopslag en mestverwerking. Uit het onderzoek komen twee ontwikkelingsrichtingen naar voren: 1. Verbetering van het huidige systeem van ligboxen; 2. ontwikkeling van een nieuw huisvestingsysteem, vrijloopstallen. 3.3.6 Transitiepad 9 Keten en consument

Binnen dit transitiepad lopen een aantal keteninitiatieven zoals ‘duurzame zuivelketen’ van de NZO en LTO en het initiatief van Friesland Campina, waarbij het bestuur wil dat alle leden met duurzaamheid aan de slag gaan. Een andere vorm van ketenbenadering kan worden toegepast door gebruik te maken van de kringloop op boerderijschaal. Door middel van een goede kringloop kan op de melkveehouderijbedrijven de methaanemissie gereduceerd worden (Douma, 2011). Landelijk lopen er een aantal projecten in de melkveehouderij waarbij de kringloop centraal staat. Op de website www.duurzaamboerblijven.nl staat alle informatie over deze projecten. Zo loopt in Drenthe momenteel (van 2008 tot 2012) het project ‘Duurzaam Boer Blijven in Drenthe’ (Tjarks, 2011). Dit project heeft als doel het op bedrijfsschaal verminderen van N, P en broeikasgasemissies naar bodem, water en lucht door middel van het verder ontwikkelen en opschalen van de ‘kringloopaanpak’ (bron: projectvoorstel DBBD). De kringloopaanpak in de melkveehouderij is geïnspireerd op de kennis en ervaringen opgedaan in de Noordelijke Friese Wouden (VEL/VANLA) en binnen het PMOV7, wat zijn voortgang vindt in het netwerk ‘Vitale Landbouw en Voeding’. Door heel Nederland werken innovatieve ondernemers, onderzoekers, adviseurs en bedrijfsleven aan het versterken van de kringloopgedachte. Er zijn meerdere publicaties verschenen rondom de kringloopaanpak alsmede een serie wetenschappelijke proefschriften (Sonneveld, 2004; Reijs, 2007; Stuiver, 2008). Het schema in figuur 3.2 laat zien waar het om draait: een scala aan maatregelen om tot een betere stikstof- en fosfaatbenutting in de melkveehouderij te komen. De kern van het kringloop denken is dat alle afzonderlijke onderdelen met elkaar in verband staan. Verandering in de bemesting heeft veranderingen tot gevolg in de kwaliteit van de bodem en het ruwvoer dat daarop kan worden verbouwd. De kwaliteit van het ruwvoer heeft invloed op de gezondheid van de koe en bepaalt mede de kwaliteit van mest die weer de kwaliteit van de bodem bepaald, enzovoort. De meest genomen maatregelen per onderdeel worden in figuur 3.2 benoemd.

7 PMOV: Platform Minderhoudhoeve, Ossekampen, VEL/VANLA bestond uit een groep melkveehouders en wetenschappers die eind jaren ‘90 verder wilden gaan met ecologische technieken en principes, waarmee goede resultaten werden behaald op de proefbedrijven van het Wageningen Universiteit en Research Centrum. De essentie van de PMOV aanpak was: structuurrijker en eiwitarmer voeren > gezondere dieren > betere mestkwaliteit > stimuleren bodemleven > minder kunstmest. Deze aanpak vormt de basis van de kringlooplandbouw.

Page 25: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 25 van 84

Figuur 3.2 Maatregelen voor een economisch en ecologisch optimale bedrijfskringloop (bron: projectvoorstel DBBD) In 2010 is het project ‘Koeien en Kansen-vernieuwd’ van start gegaan. In een samenwerkingsverband van melkveehouders, kennisinstellingen, landbouworganisaties en overheden wordt wetenschappelijk onderzoek naar een milieuverantwoorde en concurrentiekrachtige melkveehouderij gecombineerd met kennisverspreiding. De nieuwe fase van het project richt zich op het beperken van emissies van broeikasgassen en ammoniak en het vinden van mogelijkheden om kunstmest te vervangen door vormen van dierlijke mest. Binnen het project ‘Koeien en Kansen’ loopt een project naar de ontwikkeling van een bedrijfsmilieuscore (zie Kringloopwijzer op www.verantwoordeveehouderij.nl). Deze score kan mogelijk een instrument zijn om naar de consument te communiceren over duurzaamheid. Zuivelfabriekant Cono doet dit ook met haar ‘blije aarde’ kenmerk. Daarnaast zou zo’n instrument voor de overheid iets kunnen zijn om te gebruiken als cross compliance eis (H. Smit, 2011).

Page 26: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 26 van 84

3.4 Resultaten gesprekken met de provincies

Tussen de verschillende provincies onderling bestaan grote verschillen in hoeverre ze met het thema overige broeikasgassen bezig zijn. Zo hebben de provincies Drenthe, Utrecht en Gelderland er hun speerpunt van gemaakt en geeft de provincie Groningen aan dat het geen hoofddoel is in de projecten die ze financieren (De Jong en Abbink, 2011). Het zou in een aantal projecten wel passen, maar de provincie stuurt er niet op. Ook de provincie Zuid-Holland is er niet mee bezig, met name door de lage bezetting op het provinciehuis (Huisman, 2011). De provincie Utrecht richt zich met name op duurzaam bodembeheer. Ze verwachten dat hierdoor in de toekomst minder krachtvoer en kunstmest nodig is, wat een positieve uitwerking zal hebben op het klimaat (Roëll, 2011). De provincies Drenthe richt zich met name op de praktijk via het project ‘Duurzaam Boer Blijven in Drenthe’ (Tjarks, 2011). Binnen provincie Gelderland is het klimaatbeleid voor de periode 2008-2011 vastgelegd in het Gelders Klimaatprogramma ‘Aanpakken en Aanpassen’. Binnen het thema "biobased economy" is het werken aan klimaatneutrale landbouwsystemen één van de programma's. Er is in 2009 een 0-meting gedaan (de resultaten hiervan staat op de website van Alterra). Naar aanleiding van deze nulmeting richt de provincie zich samen met de praktijk op drie onderwerpen:

1. Energieverbruik in de tuinbouw; 2. Voeding, stalsystemen en mest; 3. Grondgebruik en bemesting.

Naast Gelderland hebben ook de provincies Fryslân, Groningen, Noord-Brabant, Utrecht, Zeeland en Drenthe een inventarisatie laten doen van de uitstoot van lachgas en methaan door de landbouw in de provincie in 1990, 2007 en als voorspelling in 2020 (landbouw en klimaat, uitgevoerd door CLM). De provincies Friesland, Drenthe, Utrecht en Gelderland werken aan een project over CO2-vastlegging in de bodem (H. Smit, 2011). De provincie Fryslân geeft aan dat als je onderzoek wilt doen, hier vaak jaren voor nodig zijn voordat je een eventueel effect kunt meten. Hier zijn de subsidies niet op ingesteld (Knobbe, 2011). Bovendien kost onderzoek vaak veel geld. De provincie wil met name lange generalistische projecten financieren en geen projecten over zo’n specifiek onderwerp (Knobbe, 2011).

Page 27: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 27 van 84

4. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN

4.1 Algemene conclusies

Gezien het aantal rapporten in de database en de resultaten uit de gesprekken met spelers uit het veld blijkt dat er veel inspanningen worden geleverd om de uitstoot van methaan en lachgas terug te brengen. Goede afstemming tussen de verschillende partijen is noodzakelijk. Weten wat waar gebeurt, voorkomt het uitvinden van dezelfde wielen. Tot op heden is dit weinig tot niet voorgekomen. Het blijft wel zaak waakzaam te zijn op dit gebied, gezien de vele ontwikkelingen, onderzoeken en projecten. De database draagt bij aan synergie en inzicht in wat er gebeurt. Er zijn veel initiatieven, maar het overzicht bij de agrarisch ondernemer hierop ontbreekt. Hoewel communicatie-projecten zijn ingezet zoals het project ‘Zien is Geloven’, ervaren de ondernemers hier nog niet de revenuen van. Een project waar onderzoek en praktijk goed samenwerken, is het net gestarte netwerk ‘BoerenKlimaat’8. Op 16 praktijkbedrijven gaan de ondernemers aan de slag om kosteneffectief hun bedrijf klimaatneutraal te maken. De genomen klimaatmaatregelen moeten niet alleen haalbaar en uitvoerbaar zijn, maar moeten ook passen binnen de gehele bedrijfsvoering. Ook het binnen het project ‘Koeien en Kansen-vernieuwd’ vindt onderzoek plaats op praktijkbedrijven. Dit project omvat daarnaast een grote communicatiepoot, waardoor de maatregelen en hun effecten over de gehele sector bekend gemaakt worden. Een andere hobbel waar tijdens deze inventarisatie tegen aan is gelopen, is het feit dat de praktijk zich in mindere mate bewust van de ernst van de problematiek. Voor veel agrarisch ondernemers zijn de broeikasgassen een ‘ver van mijn bed-show’ omdat ze er niet in de dagelijkse gang van de bedrijfsvoering mee geconfronteerd worden. Zaken zoals de gezondheid van de dieren en de economische opbrengsten op het bedrijf houden de melkveehouder veel meer bezig. Daarnaast is een meer integrale benadering gewenst. De focus van een onderzoek beperkt zich veelal op één onderdeel van de het bedrijf, of de emissiebeperking één gas. Zo wordt er bijvoorbeeld in onderzoek wel naar de invloed op ammoniak of bodemleven gekeken, maar niet op de invloed van lachgas en methaan (van Straalen 2011). Ook is van sommige maatregelen, die een positief effect hebben de methaanemissie, niet bekend wat het effect is op de lachgasemissie. Vanuit het ministerie van EL&I is wel de tendens om duurzaamheid in de volle breedte te zien (H. Smit, 2011). Er wordt door een aantal projecten gewerkt aan tools om te komen tot integraal inzicht, zowel wat betreft lachgas en methaan als duurzaamheid breed, in de effecten van maatregelen. Een voorbeeld hiervan is het Project ‘Toolbox veenweide’. Hierin wordt de mogelijkheid verkend om een praktische tool te ontwikkelen in het veenweidegebied voor integratie van lachgas en methaanemissies, water, overige milieuaspecten, natuur en agrarische bedrijfsvoering. De integratie kan weer zicht geven op nieuwe kennishiaten over economische, landbouwkundige, sociale en infrastructurele aspecten.

8 http://www.boerenklimaat.nl/NL/overboerenklimaat/default.htm

Page 28: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 28 van 84

4.2 Conclusies per transitiepad

Het aantal gevonden rapporten, initiatieven en onderzoeken is niet evenredig verdeeld over alle transitiepaden. Zoals beschreven in 3.2 zijn de transitiepaden Stalsystemen en Keten en consument ondervertegenwoordigd in de database. Het aantal initiatieven dat binnen deze transitiepaden plaatsvindt, is kleiner dan die binnen de andere transitiepaden. Dat wil niet zeggen dat er binnen deze transitiepaden geen goede resultaten worden geboekt. Een paar goede initiatieven kunnen een grotere bijdrage leveren dan heel veel iets minder goede. In alle transitiepaden zijn thema’s en onderwerpen te benoemen die nog verdere aandacht behoeven. Per transitiepad wordt een opsomming gegeven van de ideeën voor vervolgonderzoek en lacunes, die uit de gesprekken naar voren zijn gekomen aangevuld met lacunes die de projectgroep zelf is tegengekomen. 4.2.1 Vergisting

Zoals beschreven in 3.3.1 draagt het transitiepad Vergisting al behoorlijk bij in het reduceren van de methaanemissie en zijn de nieuwe ontwikkelingen hoopgevend. Ook tijdens de inventarisatie van de projecten blijkt dat er de afgelopen jaren veel projecten zijn gedaan op het gebied van vergisting. Van de projecten uit de database valt 30% onder dit transitiepad. De volgende onderwerpen zijn blijven liggen:

De optimalisatie van de vergistingsduur vanuit milieuoogpunt (bekend is dat methaanproductie van het digestaat afneemt met toename vergistingsduur) (H. Smit, 2011);

De optimalisatie van vergisting vanuit economisch oogpunt: hoe kun je zorgen dat co-vergisting zo rendabel en professioneel mogelijk kan worden geëxploiteerd (de Jong en Abbink, 2011);

De bemestingswaarde van het digestaat (Oonk, 2011) en de toepassing van digestaat als kunstmestvervanger (de Jong en Abbink, 2011);

Het effect van (veelvuldig) gebruik van digestaat op het organisch stofgehalte in de bodem;

Het effect van vergisten op lachgasemissie;

Beter inzicht verschaffen aan de ondernemer over mestverwerkingsmogelijkheden, waaronder ook raffinage en op boerderijschaal vergisting (I. Smit, 2011);

Ontwikkeling van nog kleinere schaal vergisters (I. Smit, 2011). 4.2.2 Veevoer

Binnen dit transitiepad liggen de ontwikkelingen ook zeker niet stil. Zoals beschreven in 3.3.2 zijn er nog tal van vragen, vooral op het gebied van ruwvoedergebruik en ruwvoederwinning, in relatie tot veevoeding en totale bedrijfsvoering. Deze worden deels opgepakt binnen het programma ‘Innovatie veevoeder’ in het project ‘Koeien en Kansen’. Verder onderzoek op dit vlak is gewenst. Een modelmatige aanpak lijkt in ieder geval nodig om de effecten van voerstrategie, voerbenutting, rantsoensamenstelling en melkproductie op de methaan- en ammoniakemissie op een geïntegreerde wijze in kaart te brengen. Dit type modelmatige analyses moet worden gecommuniceerd met de sector bij het zoeken naar effectieve, bedrijfsspecifieke maatregelen (Valk et al, 2011). Op het gebied van emissie via de pens door krachtvoer is met name de veevoerindustrie aan zet. De regeling Emissiearm Veevoeder (€ 1 miljoen subsidie voor onderzoek naar emissiearm veevoeder) is bedoeld om door middel van aangepaste krachtvoerders methaanreductie te bereiken.

Page 29: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 29 van 84

Onderzoek wordt gedaan en moet gedaan worden naar: - Het effect van het toevoegen per additief aan het voer op de methaanproductie (van Straalen, 2011). - het effect van het voeren van een methaanemissiebeperkende brok op de gezondheid van de veestapel.

Daarnaast is de genetica van de koe een mogelijk aanknopingspunt voor verder onderzoek (Montessori, 2011). Wat gebeurt er in de koe? Hoe ontstaan de gassen? Bestaan er genetische verschillen in methaanemissie per koe? In de database staan twee rapporten die hier over gaan: 1. Effectief selecteren voor voerefficiëntie met nieuwe genetische merkers; 2. Met genomica naar hoge voerefficiëntie, lage methaanemissie en verbeterde stikstofefficiëntie. In maart 2011 is een nieuw rapport over dit onderwerp verschenen (de Haas, et al, 2011). Op basis van een berekening van de methaanproductie aan de hand van de droge stof opname en de rantsoensamenstelling van de koeien zou 5% methaanreductie in tien jaar tijd mogelijk moeten zijn, door met de fokkerij te selecteren op efficiëntere dieren (Haas et al, 2011). De resultaten zijn echter nog niet betrouwbaar genoeg om direct in de praktijk te implementeren. Ook op dit terrein is verder onderzoek noodzakelijk. 4.2.3 Dierlijke mest

Dierlijke mest is nauwelijks los te zien van de transitiepaden Vergisting en Stalsystemen. Juist op het raakvlak van deze transitiepaden zijn nieuwe onderzoeken en projecten gewenst:

Onderzoek naar het scheiden en verzuren van mest in de kelder en dat vervolgens vergisten. Hierdoor kan mogelijk een groter gedeelte van de methaan uit de mest worden gehaald (Ter Braack, 2011; Bussink, 2011);

Invloed van methaanreductie op de toename van lachgas. Bijvoorbeeld bij mestbeluchting, hierdoor komt meer zuurstof in de mest waardoor de methaanemissie afneemt, wat gebeurt er met lachgas?

Mestbehandeling in combinatie met precisiebemesting (van Straalen, 2011);

Het vergisten van mest en gebruik van digestaat op maisland in plaats van onbehandelde mest. Onderzoek naar het effect hiervan (Veldhof, 2011);

Er is behoefte aan beter inzicht in verschillen van lachgasemissie uit mest en digestaat bij toediening aan grasland en maisland;

Onderzoek naar de emissies uit mest in relatie tot het voer (De Jong en Abbink, 2011);

Verder onderzoek naar de potentie van mest aanzuren of beluchten. 4.2.4 Bodem en bemesting

Binnen het transitiepad Bodem en bemesting vinden al veel onderzoeken, initiatieven en projecten plaats. 28% van de gevonden rapporten en initiatieven vallen binnen dit transitiepad. Vooral op het gebied van nitrificatieremmers en precisiebemesting is het nodige onderzoek gedaan. Op dit gebied is verder onderzoek wel wenselijk, wellicht in samenwerking met de ons omringende landen, waar dezelfde problematiek heerst (Kuikman et al, 2010; Veldhof 2011). Voor de Nederlandse omstandigheden ontbreken op het moment resultaten van veldexperimenten, waarmee de omstandigheden te identificeren zijn die in een maximale werking van de nitrificatieremmer resulteren. Bij een eventuele grootschalige inzet van nitrificatieremmers is het zinvol om een lange termijn monitoring op te zetten om eventuele nadelige neveneffecten op bodem en milieu waar te kunnen nemen (Smit, I., 2011).

Doordat het transitiepad afgebakend is tot drie sporen (zie 3.3.4) mist algemeen onderzoek naar de bodem. Voor veel agrarisch ondernemers is de bodem nog een ‘blackbox’. Meer onderzoek naar de bodem, het bodemleven en maatregelen voor de praktijk voor een goed bodembeheer zijn gewenst.

Page 30: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 30 van 84

Waar het nog aan ontbreekt is:

Kennis over de effecten van precisiebemesting op lachgasreductie (Smit, H, 2011);

Kennis over een goede, optimale benutting van meststoffen (Brandsma, W. 2011);

Implementatie van onderzoek naar goed graslandbeheer en hoe minder vaak grasland te scheuren, door de graskwaliteit op peil te houden en waar nodig door te zaaien (Brandsma, W. 2011). Op dit vlak is al onderzoek gedaan, maar het moet meer in de praktijk worden geïmplementeerd. Ook omdat de directe gevolgen op bedrijfsniveau groot zijn. Niet alleen wat betreft het effect op emissies, maar ook wat betreft gewasopbrengsten en kostenbesparing.

Onderzoek naar de benutting van mest in samenhang met het bodemleven (De Jong en Abbink, 2011);

Vooral in de mestketen en mest- en mineralenmanagement liggen nog volop kansen voor reductie van broeikasemissies (van Korven, 2011);

Onderzoek naar het composteren van mest samen met groenafval. Dit is goed voor organische stof en het bodemleven, maar wat is de invloed op de emissies van lachgas en methaan (van Stralen, 2011).

Onderzoek naar de invloed van het injecteren van drijfmest op de lachgasemissie. Injecteren van drijfmest vindt plaats, omdat hierbij minder ammoniak vrijkomt in vergelijking met bovengronds uitrijden van mest. Maar komt er meer lachgas bij vrij? (van Stralen, 2011). Hier is recentelijk uitgebreid studie naar verricht. Eindresultaten komen binnenkort beschikbaar.

Effecten van (precisie)bemesting en mesttoediening op de lachgasproductie;

Onderzoek naar lachgasemissie bij verschillende mestsoorten, toedieningstechnieken, landgebruik en bodemsoorten;

Verdichting bij grondbewerking en ontwikkeling van lachgas.

4.2.5 Stalsystemen

Zestien van de 209 gevonden initiatieven, onderzoeken en projecten houden rekening met het stalsysteem. Stalsystemen is in die zin nog een onderbelicht transitiepad. Voorheen was men veel gericht op het reduceren van ammoniakuitstoot in stallen, maar ook op het gebied van methaan is hier veel winst te behalen (Bussink, 2011). Dit is echter wel een kwestie van lange adem, omdat een nieuwe stal vaak voor 30 jaar wordt gebouwd . Er liggen nog kansen op het vlak van:

Onderzoek naar vrijloopstallen: Wat is de invloed van vrijloopstallen op de productie en de uitstoot van methaan (Montessori, 2011). Op dit moment ligt er een voorstel bij het ministerie om te monitoren wat de daadwerkelijke uitstoot van broeikasgassen is in vier vrijloopstallen in Friesland (Knobbe, 2011);

Ontwerp en verspreiding van informatie over nieuwe ontwerpen en aanpassing van bestaande systemen (de Jong en Abbink, 2011).

4.2.6 Keten en consument

Het transitiepad Keten en consument is het minst uitgewerkte transitiepad. Uit de gesprekken blijkt dat men het lastig vindt dit onderwerp in relatie te brengen met de emissiereductie van lachgas en methaan. Wel worden een aantal suggesties gedaan voor nieuwe projecten en/of onderzoeken:

Informatievoorziening naar de consument over broeikasemissies die met producten samenhangen, naar voorbeeld van nature and more van Eosta9 (de Jong en Abbink, 2011);

9 http://www.eosta.com/index.cfm?vid=C0B42C7C-B2E5-86A7-2126696112A7CEF7

Page 31: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 31 van 84

De mogelijkheden van emissiereductie in de keten die via LCA’s in beeld worden gebracht, samen met de keten oppakken (van Korven, 2011).

4.3 Aanbevelingen voor vervolg

In het jaarwerkprogramma 2011 van de werkgroep Schone en Zuinige Melkveehouderij worden een aantal van de hierboven genoemde lacunes al opgepakt. De speerpunten van de werkgroep voor 2011 zijn:

- Monovergisting, - Duurzame mestverwaarding, - Kennisuitwisseling en verspreiding, - Uitrol van de routekaart naar een energie neutrale zuivelketen - Internationale samenwerking

Deze speerpunten komen goed overeen met de behoeften die uit de gesprekken met de sleutelfiguren en de analyse van de database naar voren zijn gekomen. Toch zijn er een aantal aanvullende acties gewenst die niet in het jaarwerkprogramma zijn opgenomen zoals:

- Integratie van maatregelen; - Praktijk betrekken bij de onderzoeken en initiatieven zodat het onderwerp meer gaat leven in de praktijk; - Relevantie bij praktijk onder de aandacht brengen; - Onderzoek naar de bodem in relatie tot lachgasemissies.

Hieronder volgt een beknopt overzicht van de aanbevelingen uit de eerder paragrafen onderverdeeld in:

1. Zaken die meteen opgepakt moeten worden; 2. Actiepunten die als tweede aan de beurt komen; 3. Activiteiten die nog even kunnen wachten.

Tabel 1: Overzicht aanbevelingen

Aanbeveling Transitiepad Urgentie

Kennisverspreiding bij ondernemers wat betreft de technieken die er al worden toegepast

Alle Jaarwerkprogramma 2011

Verder onderzoek naar nitrificatieremmers in samenwerking met de landen rondom ons heen.

Dierlijke mest Jaarwerkprogramma 2011

Opzetten van een complete mestverwaardingsketen (mest ver- en bewerking) waarbij de methaan uit de vaste mestfractie omgezet wordt in biogas en het digestaat geraffineerd wordt tot kunstmestvervangers en organische stof

Dierlijke mest Jaarwerkprogramma 2011

Ontwikkeling van nog kleinere schaal vergisters Vergisting Jaarwerkprogramma 2011

Voor ondernemer inzichtelijk maken op welk vlak win-win punten zijn te behalen (ingrepen die zowel voor de portemonnee als voor het milieu winst opleveren)

Alle Meteen oppakken

Database ‘up to date’ houden, ontsluiting via AgriConnect Alle Meteen oppakken

Page 32: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 32 van 84

Aanbeveling Transitiepad Urgentie

Onderzoek naar de effecten van methaanemissie beperkende maatregelen op de uitstoot van lachgas

Dierlijke mest / Vergisting

Meteen oppakken

Implementatie van onderzoek naar goed graslandbeheer, waardoor minder grasland hoeft worden gescheurd

Bodem en bemesting

Meteen oppakken

Onderzoek naar de benutting van mest in samenhang met het bodemleven

Bodem en bemesting

Meteen oppakken

De mogelijkheden van emissiereductie in de keten die via LCA’s in beeld worden gebracht, samen met de keten oppakken

Keten en Consument

Meteen oppakken

Onderzoek naar de economische en milieutechnisch optimalisatie van de vergistingsduur, waarbij ook naar de lachgasemissie wordt gekeken.

Vergisting Als tweede

Onderzoek naar de bemestingswaarde van digestaat en de toepassing als kunstmestvervanger, ook in relatie tot het organische stof gehalte in de bodem

Vergisting Als tweede

Onderzoek naar het composteren van mest samen met groenafval Vergisting Als tweede

Onderzoek naar het scheiden en verzuren van mest in de kelder en dat vervolgens vergisten

Vergisting / Dierlijke mest

Als tweede

Opzetten van een lange termijn monitoring rondom nitrificatieremmers om eventuele nadelige neveneffecten op bodem en milieu waar te kunnen nemen

Dierlijke mest Als tweede

Verder onderzoek naar de potentie van mest aanzuren of beluchten Dierlijke mest Als tweede

Onderzoek naar emissies uit mest in relatie tot veevoer Dierlijke mest Als tweede

Onderzoek naar de effecten van (precisie)bemesting op lachgasreductie

Dierlijke mest Als tweede

Onderzoek naar mestbehandeling in combinatie met precisiebemesting

Dierlijke mest / bodem en bemesting

Als tweede

Onderzoek naar lachgasemissie bij verschillende mestsoorten, toedieningstechnieken, landgebruik en bodemsoorten

Bodem en bemesting

Als tweede

Onderzoek naar verdichting bij grondbewerking in relatie tot lachgasemissie

Bodem en bemesting

Als tweede

Onderzoek naar de productie en emissie van methaan uit vrijloopstallen

Stalsystemen Als tweede

Informatievoorziening naar de consument over broeikasemissies die met producten samenhangen, naar voorbeeld van nature and more van Eosta

Keten en Consument

Als tweede

Effecten van voerstrategie, voerbenutting, rantsoensamenstelling en melkproductie op de methaanemissie

Veevoer Kan nog wachten

Effectief selecteren voor voerefficiëntie met nieuwe genetische merkers

Veevoer Kan nog wachten

Met genomica naar hoge voerefficiëntie, lage methaanemissie en verbeterde stikstofefficiëntie

Veevoer Kan nog wachten

Page 33: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 33 van 84

Binnen het transitiepad Veevoer worden tal van inspanningen verricht. Er zijn ook nog veel vragen vooral rondom de effecten van rantsoen op de emissie van methaan. Punt blijft dat een koe een herkauwer is en altijd methaan zal blijven uitstoten. Aanpassingen in rantsoen kunnen hier wel iets in sturen, maar hiermee is het klimaatprobleem niet op te lossen. Daarom wordt gepleit, los van alle activiteiten die nu al plaatsvinden, voor het oppakken van deze vraagstukken in een later stadium.

Page 34: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 34 van 84

5. LITERATUUR EN BRONNEN

Bergen, Jan van, 2011, gespreksverslag Jan van Bergen, Agentschap NL, Den Haag, maart 2011.

Bosker, Thijs en Kool, Anton, 2004, Emissies bij aanwending van vergiste mest. Een verkenning van internationale literatuur. CLM, Culemborg februari 2044.

Bosman, Jan Onne, 2011, gespreksverslag Jan Onne Bosman, DLV Dier, Uden, maart 2011.

Braack, Eddie ter, 2011, gespreksverslag Eddie ter Braack, Adviseur Green Energie Technologies, Drachten, maart 2011.

Brandsma, Jelle, 2011, Nederlandse boer heeft minder geld voor grondstof biovergister dan Belg of Duitser, Trouw, 9 april 2011.

Brandsma, W., 2011, gesprekverslag Wytze Brandsma, Provincie Utrecht, Lami, Utrecht maart, 2011.

Bruinsma, B., 2007, Naar een energieneutrale zuivelketen. Groengas op het aardgasnet. Stichting Courage en KWA Bedrijfsadviseurs BV. Zoetermeer september 2007.

Bussink, Wim, 2011, gespreksverslag Wim Bussink, Nutriënten Management Instituut NMI B.V., Wageningen, maart 2011.

Cramer, J.M., M.J.A. van der Hoeven, C.P. Vogelaar, C.M.P.S. Eurlings, G. Verburg, J.S. de Jager, F.C.G.M. Timmermans, 2007, Nieuwe Energie voor het klimaat, werkprogramma Schoon en Zuinig. Den Haag, 2007.

Dooren, H.J.C. van en M.C.J. Smits, 2007, Reductieopties voor ammoniak en methaan emissie uit huisvesting voor melkvee. Rapport 80. Animal Sciences Group, Wageningen UR, Lelystad november 2007.

Douma, Menno, 2011, gespreksverslag Menno Douma, LTO Noord, Zwolle maart 2011.

Elferink, E.V., A.A.C. Otto en E.A.P. van Well, 2009, Landbouw en Klimaat in Fryslân, CLM Onderzoek en Advies BV, Culemborg, juli 2009.

Goselink, Fons en Jeroen Sluijsmans 2011, gespreksverslag Fons Goselink en Jeroen Sluijsmans, Provincie Gelderland, Arnhem, maart 2011.

Guldemond, Paul, gespreksverslag Paul Guldemond, Provincie Noord Holland, Haarlem, maart 2011.

Haan, Michel de, 2011, gespreksverslag, Michel de Haan, Livestock Research, Lelystad, maart 2011.

Haas, Yvette de, Mario Calus, Han Mulder, Michel de Haan, André Bannink, Jan Dijkstra, Jack Windig en Roel Veerkamp 2011, Gensignalen voor voerefficiëntie en methaanemissie. Verbeteren van voerefficiëntie en verlagen van methaanemissie met genomische selectie. Rapport 450, Wageningen UR Livestock Research, Lelystad maart 2011.

Huisman, Caroline, 2011, gespreksverslag, Caroline Huisman, Provincie Zuid-Holland, Den Haag, maart 2011.

Page 35: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 35 van 84

Jong, Nynke de en Peter Abbink, 2011, gespreksverslag, Nynke de Jong en Peter Abbink, provincie Groningen, Groningen, april 2011.

Knobbe, Geert, 2011, gespreksverslag Geert Knobbe, provinsje Fryslân, Leeuwarden, april 2011.

Kool, A., G.J. Hilhorst, D.Z. van der Vegte, 2005, Realisatie van mestvergisting op De Marke. Onderzoek en demonstratie. Rapport 50, Wageningen UR februari 2005.

Koops, Willem, 2011, gespreksverslag Willem Koops, Productschap Zuivel, Zoetermeer, maart 2011.

Korven, Ton van, 2011, gespreksverslag Ton van Korven, ZLTO Tilburg, april 2011.

Kuikman, P., R. Schils, C. van Beek en G. Velthof, 2010, Nitrificatieremmers in de Nederlandse landbouw. Potentiele vermindering van lachgasemissie. Alterra – rapport 2016, Alterra, Wageningen UR, Wageningen 2010.

Lemmens, Patrick, 2011, e-mail Patrick Lemmens Arvalis, Roermond, 27 april 2011

Meijer, G.A.L., H. Klein Teeselink, J.C.J. Stroomer, M. Köttner, R.C.J. Ongenae, 2008, Strategische verkenning covergisting van mest. Epro Consult, ASG Veehouderij B.V. en HoSt B.V. mei 2008.

Montessori, Rolando, 2011, gespreksverslag Rolando Montessori, Nederlandse Zuivel Organisatie, Zoetermeer, maart 2011.

Oonk, Hans en Jan Koopmans, 2010, Omzetting van methaan uit mestopslagen als verbrandingslucht. Verbranding van ventilatielucht in lokale energievoorziening. Oonkay advies, Apeldoorn juli 2010.

Oonk, Hans, 2011, gespreksverslag Hans Oonk. Oonkay advies, Apeldoorn, maart 2011.

Reijs, 2007, Improving slurry by diet adjustments. A novelty te reduce N losses from grassland based dairy farms. Proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor, Wageningen oktober 2007.

Roëll, Stef, 2011, gespreksverslag Stef Roëll, provincie Utrecht, Utrecht, maart 2011

Sanders, Kay, 2011, gespreksverslag Kay Sanders, Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Den Haag, maart 2011.

Schooten, Herman van en Bert Philipsen, 2010, Effect van inkuilmanagement op emissie van broeikasgassen op bedrijfsniveau. Rapport 403, Livestock Research, Wageningen UR, december 2010.

Sebek, Leon, 2011, gespreksverslag Leon Sebek, Animal Sciences Group, Wageningen UR, Lelystad, april 2011.

Smink, W., K.D. Bos, A.F. Fitié, L.J. van der Kolk, en W.K.J. Rijm, 2003. Methaan reductie melkvee. Een onderzoeksproject naar de inschatting van de methaanproductie vanuit de voeding en naar de reductiemogelijkheden via de voeding van melkkoeien. Projectnummer 375102/0030 december 2003.

Smit, Harm, 2011, gespreksverslag Harm Smit, Ministerie van Economie, Landbouw en Innovatie, Den Haag, maart 2011.

Smit, Ida, 2011, gespreksverslag Ida Smits, AgentschapNL, Den Haag, maart 2011.

Page 36: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 36 van 84

Sonneveld, 2004, Impressions of interactions. Land as a dynamic result of co-production between man and nature. Proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor, Wageningen januari 2004.

Sonneveld, M.P.W., J.F.F.P. Bos, J.J. Schröder, A. Bleeker, A. Hensen, A. Frumau, J. Roelsma, D.J. Brus, A.J. Schouten, J. Bloem, R. de Goede, J. Bouma, 2009, Effectiviteit van het Alternatieve Spoor in de Noordelijke Friese Wouden. Wageningen Universiteit en Researchcentrum, Wageningen mei 2009.

Straalen, Wilfried van, 2011, gespreksverslag Wilfried van Straalen, Onderzoekscentrum Schothorst, Lelystad, maart 2011.

Stralen, Wiebren van, 2011, gespreksverslag Wiebren van Stralen, LTO Noord, Zwolle, maart 2011.

Stuiver, 2008, Regime change and storylines: a social analysis of manure practices in contemporary Dutch dairy farming. Proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor, Wageningen februari 2008.

Tamminga, S., A. Bannink, J. Dijkstra and R. Zom, 2007, Feeding Strategies te reduce methane loss in cattle. Report 34, Animal Sciences Group, Wageningen UR, february 2007

Tjarks, Bert, 2011, gespreksverslag Bert Tjarks, Provincie Drenthe, Assen, maart 2011.

Valk, H., Bannink, A., Verstraten, J., ca 2011, Onderzoek naar de mogelijkheden om via voeding de methaan en ammoniakemissie te verminderen op een aantal praktijkbedrijven in de buurt van Wanrooij. Projectnummer: ROBS07019

Vegte, Zwier van de, 2011, gespreksverslag Zwier van de Vegte, Proefboerderij De Marke Livestock Research, Wageningen, maart 2011.

Velthof, Gerard, 2011, gespreksverslag Gerard Velthof, Wur Alterra, Wageningen, maart 2011.

Verhoeven, Wim, 2011, gespreksverslag Wim Verhoeven, Provincie Flevoland, Lelystad, maart 2011.

Vries, Carel de, 2011, gespreksverslag Carel de Vries, Courage, Zoetermeer, maart 2011.

Walthaus, Herman, 2011, gespreksverslag Herman Walthaus, Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Den Haag, maart 2011.

Well, Erik van, 2011, gespreksverslag Erik van Well, CLM, Culemborg, maart 2011.

Wilms, Geert, 2011, gespreksverslag Geert Wilms, Stuurgroep Landbouw Innovatie Noord-Brabant, ’s Hertogenbosch, mei 2011.

Zom, Ronald, 2009, Kosteneffectieve vermindering van de methaanuitstoot door de melkveehouderij. Productschap Zuivel.

Page 37: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 37 van 84

BIJLAGE 1: BELSCRIPT

Vooraf: op site bedrijf kijken. Wat kom je tegen? Waar wil je meer over weten? Daarna bellen. Dit formulier erbij houden, zodat je dit kunt voorlezen en op het formulier de antwoorden kunt invullen. Dan formulier aan Sander geven die het verder gaat uitwerken.

We zijn momenteel bezig met het uitvoeren van een inventarisatie naar lopende en net afgeronde initiatieven en projecten die gaan over het beperken van de uitstoot van lachgas en methaan in de melkveehouderij. Alle initiatieven worden door ons in een algemeen beschikbare databank worden gezet. Met behulp van deze databank wordt de agrarische ondernemer niet alleen geïnformeerd, maar ook gemotiveerd wordt over de mogelijkheden rondom de reductie van overige broeikasgassen voor zijn eigen bedrijf. Dit is een van de speerpunten van het convenant Schone en Zuinige Agrosectoren, onderdeel van het werkprogramma Schoon en Zuinig. Het deel van de inventarisatie wordt gedaan door Projecten LTO Noord. De afgelopen weken hebben we een literatuurstudie via internet gedaan, waarbij we allerlei onderzoeken en rapporten hebben verzameld die gaan over uitstoot van lachgas en methaan. Wij kwamen hierbij uw naam als auteur en uw organisatie meerdere malen tegen. Daarom zou ik u graag een aantal vragen willen stellen. Ik hoop dat u hier even tijd voor wilt vrijmaken. Het is de bedoeling dat ik aan de hand van dit gesprek meer kom te weten over de lopende en net afgeronde projecten rondom de uitstoot van lachgas en methaan in de melkveehouderij. Ook ben ik benieuwd naar uw visie wat betreft de kennisleemtes als het gaat over lachgas en methaan, zodat de werkgroep Schoon en Zuinig gericht middelen kan inzetten om die leemtes in te vullen. De werkgroep Schoon en Zuinig verdeeld de initiatieven in 9 transitiepaden. In dit project richten we ons op de zes transitiepaden: Vergisting, Veevoer, Dierlijke mest, Bodem en bemesting, Stalsystemen en Keten en consument.

Page 38: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 38 van 84

Wie interview je: Naam Bedrijf: ………………………………………………………………………………………… Naam: ………………………………………………………………………………………… Functie persoon binnen bedrijf: ………………………………………………………………………………………… Vragen:

1. Wat doet u en/of uw bedrijf/organisatie op dit moment op het gebied van lachgas en methaan?

2. Heeft u ook onderzoeken gedaan of kent u studies of initiatieven waarbij Reductie Overige Broeikasgassen niet het hoofddoel was, maar waar wel uitkomsten waren die interessant kunnen zijn voor het programma reductie overige broeikasgassen?

3. Op welk transitiepad liggen volgens u nog volop kansen om de uitstoot van lachgas en methaan in de

melkveehouderij te reduceren? En op wat voor specifiek onderwerp binnen dat transitiepad? Waar is behoefte aan?

4. Lopen er momenteel ook al projecten/initiatieven in die richting? Zo ja, wie zijn daar mee bezig?

5. Zijn er nog andere personen binnen uw bedrijf met deze materie bezig? Die wellicht interessante informatie voor ons hebben?

6. Kent u binnen uw netwerk mensen die wij ook zouden moeten interviewen, collega’s die voor andere organisaties werken?

7. Hebt u ook een lijst met onderzoeksrapporten waaraan u hebt meegewerkt? (Wellicht hebben we niet alle rapporten gevonden, vandaar deze vraag.)

Bedankt voor uw tijd en moeite. Mocht ik nog vragen hebben, mag ik u dan nog eens terugbellen? En zou ik uw naam mogen noemen in het de eindrapportage? Zo ja, Hoe wilt u dan genoemd worden?

Page 39: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 39 van 84

BIJLAGE 2: GESPREKVERSLAGEN INTERVIEWS:

Naam Bedrijf Alterra, Onderdeel van Wageningen UR

Naam Gerard Velthof

Functie persoon binnen bedrijf Team Bodemkwaliteit en Nutriënten

1. Wat doet u en/of uw bedrijf/organisatie op dit moment op het gebied van lachgas en methaan?

Effect van mineralenconcentraten uit mestverwerking op lachgasemissie (opdracht van ministerie van EL&I, I&M, LTO en NVV)

Lachgasemissie in de Europese Unie en effecten van mestbeleid in EU op lachgasemissie (opdracht van Europese commissie)

Emissiefactoren voor directe en indirecte lachgasemissie ten behoeve van rapportages in het kader Kyoto protocol (opdracht van agentschap.nl)

2. Heeft u ook onderzoeken gedaan of kent u studies of initiatieven waarbij Reductie Overige

Broeikasgassen niet het hoofddoel was, maar waar wel uitkomsten waren die interessant kunnen zijn voor het programma reductie overige broeikasgassen? Nee.

3. Op welk transitiepad liggen volgens u nog volop kansen om de uitstoot van Lachgas en Methaan in de

melkveehouderij te reduceren? En op wat voor specifiek onderwerp binnen dat transitiepad? Waar is behoefte aan? Kansen op vermindering lachgasemissie:

Er zijn grote verschillen in lachgasemissie tussen kunstmesten en dierlijke mesten, waarbij ook grondgebruik (grasland en maisland) en grondsoort (zandgrond en kleigrond) een rol spelen. Goed inzicht in deze verschillen, maakt het mogelijk om de lachgasemissie te reduceren door middel van sturing van type meststoffen. Behoefte: onderzoek naar de lachgasemissie van verschillende meststoffen en mestsoorten, toedieningstechnieken, landgebruik en grondsoort.

Toediening van nitrificatieremmers aan mest. Hierop wordt door andere landen fors ingezet, maar in NL nog niet experimenteel onderzocht. Behoefte: resultaten uit experimenteel onderzoek.

Vergisten van mest en gebruik van digestaat op maïsland in plaats van onbehandelde mest. Behoefte: beter inzicht in de verschillen tussen lachgasemissie uit mest en digestaat bij toediening aan grasland en maisland.

4. Lopen er momenteel ook al projecten/initiatieven in die richting? Zo ja, wie zijn daar mee bezig?

Nee. 5. Zijn er nog andere personen binnen uw bedrijf met deze materie bezig? Die wellicht interessante

informatie voor ons hebben? Gerard Velthof is binnen Alterra vooral bezig met dit onderwerp.

6. Kent u binnen uw netwerk mensen die wij ook zouden moeten interviewen, collega’s die voor andere

organisaties werken? Collega’s van Livestock Research.

Page 40: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 40 van 84

7. Hebt u ook een lijst met onderzoeksrapporten waaraan u hebt meegewerkt?

Zie vraag 1.

Page 41: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 41 van 84

Naam Bedrijf Provincie Drenthe

Naam Bert Tjarks

Functie persoon binnen bedrijf Projectleider Plattelandsontwikkeling

1. Wat doet u en/of uw bedrijf/organisatie op dit moment op het gebied van lachgas en methaan?

Gefinancierd door provincie Drenthe lopen een aantal projecten met als doel c.q. nevendoel reductie overige broeikasgassen in de melkveehouderij:

- Duurzaam boer blijven in Drenthe - Landbouw en Klimaat Drenthe

2. Heeft u ook onderzoeken gedaan of kent u studies of initiatieven waarbij Reductie Overige Broeikasgassen niet het hoofddoel was, maar waar wel uitkomsten waren die interessant kunnen zijn voor het programma reductie overige broeikasgassen? Zie eerste vraag.

3. Op welk transitiepad liggen volgens u nog volop kansen om de uitstoot van lachgas en methaan in de

melkveehouderij te reduceren? En op wat voor specifiek onderwerp binnen dat transitiepad? Waar is behoefte aan? - Idee: Veenoxidatie leidt tot stikstofverliezen, wat doe je daaraan? Dit onderwerp wordt besproken binnen het beleid van de provincie. In oriënterende fase, geen concrete ideeën daarover. - Kringloop op boerenbedrijf. - Voerspoor erg veel in te reguleren. Eiwitgehalte, structuur in voer daar kun je in sturen.

4. Lopen er momenteel ook al projecten/initiatieven in die richting? Zo ja, wie zijn daar mee bezig? Zie vraag 1.

5. Zijn er nog andere personen binnen uw bedrijf met deze materie bezig? Die wellicht interessante

informatie voor ons hebben? Binnen de provincie voldoende informatie via Bert Tjarks. Goed beeld.

6. Kent u binnen uw netwerk mensen die wij ook zouden moeten interviewen, collega’s die voor andere organisaties werken?

Nee.

7. Hebt u ook een lijst met onderzoeksrapporten waaraan u hebt meegewerkt? Landbouw en Klimaat staat in database. Duurzaam boer blijven Drenthe wordt deels uitgevoerd door Projecten LTO Noord.

Page 42: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 42 van 84

Naam Bedrijf Stichting Courage

Naam Carel de Vries

Functie persoon binnen bedrijf Projectleider

1. Wat doet u en/of uw bedrijf/organisatie op dit moment op het gebied van lachgas en methaan?

Naast de projecten die vermeld staan op de website: - Verkennend onderzoek naar het filteren van methaan uit de ventilatielucht uit de stal. Samen met TU Delft

en NIOO. Dit project zit echt in de beginfase. Haalbaarheidsonderzoek. - Op het gebied van Bodem en bemesting: Verkenning van de mogelijkheden van opslaan van koolstof in de

bodem. Koolstof verrijkt de grond. Project heet Carbon Banking. - Business to business biogasketen: bedrijven koppelen aan veehouderijbedrijven. Vaste partners waar

biogas wordt afgezet. 2. Hebt u ook onderzoeken gedaan of kent u studies of initiatieven waarbij Reductie Overige

Broeikasgassen niet het hoofddoel was, maar waar wel uitkomsten waren die interessant kunnen zijn voor het programma reductie overige broeikasgassen? Nee.

3. Op welk transitiepad liggen volgens u nog volop kansen om de uitstoot van Lachgas en Methaan in de

melkveehouderij te reduceren? En op wat voor specifiek onderwerp binnen dat transitiepad? Waar is behoefte aan?

- Covergisting: kleinschalige vergisters (ook de mestraffinage) - Stalsystemen: methaan en ammoniak opvangen in de stal - Verhoging van de efficiëntie van melkproductie (minder broeikasgas per kg melk) - Aanpassen veevoeding (minder methaan per kg voer) - Verbeteren ontwatering (minder lachgas) 4. Lopen er momenteel ook al projecten/initiatieven in die richting? Zo ja, wie zijn daar mee bezig? Stalsystemen: Courage Covergisting: Mestraffinage: GET / Eddie ter Braack 5. Zijn er nog andere personen binnen uw bedrijf met deze materie bezig? Die wellicht interessante

informatie voor ons hebben? Voldoende info via Carel de Vries.

6. Kent u binnen uw netwerk mensen die wij ook zouden moeten interviewen, collega’s die voor andere

organisaties werken? -

7. Hebt u ook een lijst met onderzoeksrapporten waaraan u hebt meegewerkt?

Lijst in database is compleet.

Page 43: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 43 van 84

Naam Bedrijf Provincie Zuid-Holland

Naam Caroline Huisman

Functie persoon binnen bedrijf Beleidsmedewerker

1. Wat doet u en/of uw bedrijf/organisatie op dit moment op het gebied van lachgas en methaan?

Geen concrete projecten. We hebben een erg lage bezetting bij de provincie dus dit onderwerp wordt niet behandeld momenteel.

2. Heeft u ook onderzoeken gedaan of kent u studies of initiatieven waarbij Reductie Overige

Broeikasgassen niet het hoofddoel was, maar waar wel uitkomsten waren die interessant kunnen zijn voor het programma reductie overige broeikasgassen? Nee.

3. Op welk transitiepad liggen volgens u nog volop kansen om de uitstoot van Lachgas en Methaan in de

melkveehouderij te reduceren? En op wat voor specifiek onderwerp binnen dat transitiepad? Waar is behoefte aan? Binnen de provincie is daar geen visie over.

4. Lopen er momenteel ook al projecten/initiatieven in die richting? Zo ja, wie zijn daar mee bezig? N.v.t.

5. Zijn er nog andere personen binnen uw bedrijf met deze materie bezig? Die wellicht interessante

informatie voor ons hebben? N.v.t.

6. Kent u binnen uw netwerk mensen die wij ook zouden moeten interviewen, collega’s die voor andere

organisaties werken? Nee.

7. Hebt u ook een lijst met onderzoeksrapporten waaraan u hebt meegewerkt?

N.v.t.

Page 44: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 44 van 84

Naam Bedrijf Green Energy Technologies

Naam Eddie ter Braack

Functie persoon binnen bedrijf Adviseur AgriMoDEM

1. Wat doet u en/of uw bedrijf/organisatie op dit moment op het gebied van lachgas en methaan?

AgriMoDEM mestraffinage. Zorgt o.a. voor 80% reductie van methaan en lachgas uit de mest (lachgas wordt omgezet naar methaan in de raffinage). Bij de reguliere vergisters produceert het digestaat nog steeds methaan, maar omdat bij de raffinage alle organische stof, behalve de bestendige wordt omgezet, wordt er door het restmateriaal heel weinig tot geen methaan meer geproduceerd.

2. Hebt u ook onderzoeken gedaan of kent u studies of initiatieven waarbij Reductie Overige

Broeikasgassen niet het hoofddoel was, maar waar wel uitkomsten waren die interessant kunnen zijn voor het programma reductie overige broeikasgassen? De Marke Rendement uit Biogas. Biogaszuivering tot aardgaskwaliteit en ombouwen tractor die op dat gezuiverde biogas kan rijden.

3. Op welk transitiepad liggen volgens u nog volop kansen om de uitstoot van lachgas en methaan in de

melkveehouderij te reduceren? En op wat voor specifiek onderwerp binnen dat transitiepad? Waar is behoefte aan? Stalsystemen: methaan opvangen in de nok van de stal gebruiken voor WKK motor. Veevoer: betere benutting van de voedingsstof, betere omzetting organisch materiaal. Mestverwerking: Scheiding dunne en vaste fractie. Mestverwerking: aanzuren mest in de kelder, hierdoor zijn de bacteriën niet meer actief en wordt er geen methaan en lachgas geproduceerd in de mestkelder.

4. Lopen er momenteel ook al projecten/initiatieven in die richting? Zo ja, wie zijn daar mee bezig?

-

5. Zijn er nog andere personen binnen uw bedrijf met deze materie bezig? Die wellicht interessante informatie voor ons hebben? Nee.

6. Kent u binnen uw netwerk mensen die wij ook zouden moeten interviewen, collega’s die voor andere

organisaties werken? Binnen Projecten LTO Noord Wouter Veefkind.

7. Hebt u ook een lijst met onderzoeksrapporten waaraan u hebt meegewerkt?

Zie vraag 1.

Page 45: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 45 van 84

Naam Bedrijf Provincie Gelderland

Naam Fons Goselink / Jeroen Sluijsmans

Functie persoon binnen bedrijf Senior beleidsmedewerker beleid en strategie landbouw

1. Wat doet u en/of uw bedrijf/organisatie op dit moment op het gebied van lachgas en methaan?

Binnen provincie Gelderland is het klimaatbeleid voor de periode 2008-2011 vastgelegd in het Gelders Klimaatprogramma "Aanpakken en Aanpassen". Binnen het thema "biobased economy" is het werken aan klimaatneutrale landbouwsystemen één van de programma's. Er is in 2009 een 0-meting gedaan (de resultaten hiervan staat op de website van Alterra). Daaruit bleek dat van de totale emissie van broeikasgassen in Gelderland 15% afkomstig is uit de Gelderse land- en tuinbouw. Van die 15% de helft vanuit veehouderij. Aan de hand van die gegevens hebben ze drie grote emissiebronnen opgespoord: 1. energieverbruik in de tuinbouw 2. voeding, stalsystemen en mest 3. grondgebruik en bemesting.

Op deze drie onderwerpen is in volgende fase de aandacht toegespitst. Er zijn vier sessies belegd met agrariërs, adviesbureaus, veevoeders etc. en daaruit zijn vijf projectideeën naar voren gekomen. Deze worden nu ten uitvoer gebracht. Daartoe zijn enkele opdrachten verstrekt. Ons doel is om te laten zien dat reductie van broeikasgassen uit de land- en tuinbouw goed mogelijk is en we hopen praktijkrijpe maatregelen ook te implementeren.

2. Hebt u ook onderzoeken gedaan of kent u studies of initiatieven waarbij Reductie Overige

Broeikasgassen niet het hoofddoel was, maar waar wel uitkomsten waren die interessant kunnen zijn voor het programma reductie overige broeikasgassen? Als provincie hebben we diverse projecten geïnitieerd en gestimuleerd; bijv. op vlak van mestverwerking, vervanging van fossiele brandstof door biomassa (subsidie op houtkachels) en opwekking van groene energie.

3. Op welk transitiepad liggen volgens u nog volop kansen om de uitstoot van Lachgas en Methaan in de

melkveehouderij te reduceren? En op wat voor specifiek onderwerp binnen dat transitiepad? Waar is behoefte aan? Er is in alle bedrijfsaspecten winst te halen: zowel op het gebied van stallen, veevoer, bodem/bemesting is winst te behalen. Het optimaliseren van mineralen-kringlopen (optimale benutting) kan in samenhang veel opleveren. Zeker de eenvoudigste emissiereducties zijn mogelijk, deze kosten geen geld maar leveren zelfs geld op. Het vergt vakmanschap/ondernemerschap om e.e.a. te optimaliseren.

4. Lopen er momenteel ook al projecten/initiatieven in die richting? Zo ja, wie zijn daar mee bezig?

- 5. Zijn er nog andere personen binnen uw bedrijf met deze materie bezig? Die wellicht interessante

informatie voor ons hebben? Jeroen Sluijsmans.

Page 46: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 46 van 84

6. Kent u binnen uw netwerk mensen die wij ook zouden moeten interviewen, collega’s die voor andere organisaties werken? -

7. Hebt u ook een lijst met onderzoeksrapporten waaraan u hebt meegewerkt? Aangeleverde lijst van Projecten Klimaat neutrale landbouw via Jeroen Sluijsmans

Titel Trekker extern status

MEST

Pilot Picolo – Uddel (+Sterksel) ASG Gerrit Casper start 2011

Pilot GETT – Vragender Ondernemersclub Vragender (+ Alterra)

start 2011

BODEM

Grond voor Carbon Care Gelderse Vallei CLM, Alterra, Louis Bolk Instituut start 2011

Toename van bodem organische stof in de grasland gebonden veehouderij

Egbert Lantinga WUR, Productschap Zuivel, boer Lodewijk Pool

?

Duurzame bedrijfsvoering in het kader van klimaat neutrale landbouw

Johannes Scholberg, Jeroen Groot, Egbert Lantinga (WUR)

?

VOEDING & BODEM

Climat toolkit Gelderse vallei: Aan de slag met klimaat in de Gelderse Vallei

Vallei Horstee; DLV – Rundveeadvies; K&G advies; ETC adviesgroep/ Boerenverstand; DMS

start 2011

KLIMAATMEETLAT

Boeren met klimaat in Gelderland: Rekentool - klimaatmeetlat

CLM Gijs Kuneman, DLV start 2011

ALGEMEEN

Studie Nulmeting Rapport: http://edepot.wur.nl/14211

Alterra Peter Kuikman 2009

Intern rapport Programmering pilotprojecten klimaat neutrale landbouw

ASG Gerard Migchels 2009/2010

Intern rapport - Verkenning van kansen en bedreigingen voor mestvergisting en groengasproductie in de Gelderse landbouw

Page 47: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 47 van 84

Naam Bedrijf Provincie Fryslân

Naam Geert Knobbe

Functie persoon binnen bedrijf Beleidsmedewerker Landbouw

1. Wat doet u en/of uw bedrijf/organisatie op dit moment op het gebied van lachgas en methaan?

- Beleids- en uitvoerings document Landbouw en Klimaat Fryslân, opgesteld door CLM. - Monitoring werking 7 Covergisters in Fryslân. Project Co-vergisting, onderzoek naar wat kan / mag er in de vergistingsinstallatie. Wat zijn de investeringskosten en wat levert het op? Projectleider H.J. van Dooren van de WUR. Afgerond in 2008. - Momenteel worden de ontwikkelingen van mestraffinage zonder het gebruik van co-producten (o.a.

AgriModem) scherp in de gaten gehouden. In Fryslân zijn een aantal boeren die verregaande interesse hebben in de mestraffinage. Er is een initiatief van agrariërs om ruw gas rechtstreeks en onopgewerkt in een zuivelfabriek te gebruiken.

Steun voor aanleg gasleiding voor meerdere agrariërs van Dokkum naar Leeuwarden (zgn. gas hub voor opwerking gas naar gebruik in het transport).

- Duurzaam Boer Blijven Fryslân. Groepen boeren voeren experimenten uit met het sluiten van de kringloop. Klimaat winst door regionale voerproductie en andere samenstelling op eigen bedrijf, om te komen tot een duurzame melkveehouderij. Duurzaam Boeren in Fryslân is gestart in 2011 en het programma loopt tot en met 2013.

- Boeren uit gemeente Ferwerderadiel onderzoeken of het mogelijk is om de warmte en de digestaat uit bestaande en eventueel meerdere covergistingsinstallaties op te schalen naar gemeenschappelijk gebruik van hun mest in combinatie met reeds bestaande algenteelt bij één agrariër.

- Er ligt een voorstel bij het ministerie voor een snellere monitoring naar de daadwerkelijke uitstoot van broeikasgassen in vier vrijloopstallen in Fryslân.

2. Heeft u ook onderzoeken gedaan of kent u studies of initiatieven waarbij Reductie Overige

Broeikasgassen niet het hoofddoel was, maar waar wel uitkomsten waren die interessant kunnen zijn voor het programma reductie overige broeikasgassen? Nee.

3. Op welk transitiepad liggen volgens u nog volop kansen om de uitstoot van Lachgas en Methaan in de melkveehouderij te reduceren? En op wat voor specifiek onderwerp binnen dat transitiepad? Waar is behoefte aan? De mestraffinage – zonder gebruik van co-producten – biedt waarschijnlijk de kans grote winst te behalen. Gecombineerd met het benutten van verse mest zodat methaan optimaal benut wordt. Voerspoor: Door een andere samenstelling van het voer kan invloed worden uitgeoefend op de methaanproductie in de koe.

4. Lopen er momenteel ook al projecten/initiatieven in die richting? Zo ja, wie zijn daar mee bezig?

Mestraffinage is Green Energy Technologies mee bezig.

5. Zijn er nog andere personen binnen uw bedrijf met deze materie bezig? Die wellicht interessante informatie voor ons hebben? Nee.

Page 48: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 48 van 84

6. Kent u binnen uw netwerk mensen die wij ook zouden moeten interviewen, collega’s die voor andere

organisaties werken? Eddie ter Braack over AgriMoDEM.

7. Hebt u ook een lijst met onderzoeksrapporten waaraan u hebt meegewerkt?

Zie vraag 1.

Page 49: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 49 van 84

Naam Bedrijf Oonkay

Naam Hans Oonk

Functie persoon binnen bedrijf Eenmansbedrijf

1. Wat doet u en/of uw bedrijf/organisatie op dit moment op het gebied van lachgas en methaan? Twee haalbaarheidsstudies gedaan: - Afbraak van afgas uit buitenmestopslagen in omliggende grond Afbraak afgas: methaan dat wordt

geproduceerd in de mestopslagen wordt via leidingen in de grond geïnjecteerd. Vervolgens wordt het gas door micro-organismen biologisch omgezet. Er wordt momenteel een pilot voorbereid om op verschillende grondsoorten deze proeven te doen. Deze proeven vinden nu al plaats in het laboratorium. In de praktijk vindt deze proef in de loop van dit jaar plaats in Drenthe of ergens in het zuiden van het land (verschillende grondsoorten).

- Opslag en gebruik van afgas uit buitenmestopslagen. Gebruik afgas als verbrandingslucht: Dit onderzoek heeft geen vervolg gekregen. Reden o.a.: in de zomer wordt er in buitenmestopslagen veel meer methaan geproduceerd, terwijl de vraag dan minder is. In de winter andersom. Opslag is onmogelijk.

2. Heeft u ook onderzoeken gedaan of kent u studies of initiatieven waarbij Reductie Overige

Broeikasgassen niet het hoofddoel was, maar waar wel uitkomsten waren die interessant kunnen zijn voor het programma reductie overige broeikasgassen? Nee, in bovenstaande onderzoeken was het een hoofddoel. Verder geen projecten gedaan waarbij er interessante uitkomsten waren betreffende het programma reductie overige broeikasgassen.

3. Op welk transitiepad liggen volgens u nog volop kansen om de uitstoot van Lachgas en Methaan in de

melkveehouderij te reduceren? En op wat voor specifiek onderwerp binnen dat transitiepad? Waar is behoefte aan? Covergisting: Volgens Hans Oonk haalt een vergistingsinstallatie lang niet al het methaan uit de mest. Het digestaat lijkt nog steeds methaan te produceren. Veevoer: Volgens Hans Oonk is er veel mogelijk als er in het veevoer een bepaald mineraal of enzym wordt toegevoegd. Hoe dat exact zit, weet hij niet. Hij is zelf alleen met buitenmestopslagen bezig geweest, dus veel affiniteit met de andere transitiepaden heeft hij niet. Gaf aan dat er waarschijnlijk op alle transitiepaden bepaalde winst is te behalen.

4. Lopen er momenteel ook al projecten/initiatieven in die richting? Zo ja, wie zijn daar mee bezig? Covergisting PLTON Eddie ter Braack

5. Zijn er nog andere personen binnen uw bedrijf met deze materie bezig? Die wellicht interessante

informatie voor ons hebben? Eenmansbedrijf, dus niet van toepassing.

Page 50: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 50 van 84

6. Kent u binnen uw netwerk mensen die wij ook zouden moeten interviewen, collega’s die voor andere

organisaties werken? Hij heeft het onderzoek over het injecteren van afgas in de bodem samen gedaan met Jan Koopmans van PAS mestopslagsystemen. Oonk verwacht dat hij dezelfde informatie heeft.

7. Hebt u ook een lijst met onderzoeksrapporten waaraan u hebt meegewerkt? Zie vraag 1.

Page 51: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 51 van 84

Naam Bedrijf CLM Onderzoek en Advies

Naam Erik van Well

Functie persoon binnen bedrijf Senior Adviseur

1. Wat doet u en/of uw bedrijf/organisatie op dit moment op het gebied van lachgas en methaan? Momenteel lopen er binnen CLM een aantal projecten op het gebied van het programma reductie overige broeikasgassen: - Broeikasgassen en Beleid. CLM is bezig om een expertmeeting te organiseren over aanvullende

beleidsinstrumenten op het Convenant Schoon en Zuinig -Samen met NAJK inventariseren wat voor maatregelen er Europees worden genomen ten aanzien van het

Klimaat -Landbouw en klimaat in Gelderland: met melkveehouders aan de slag om broeikasgasemissies te reduceren -Opstellen van een kringloopkompas voor CONO-Kaasmakers

2. Heeft u ook onderzoeken gedaan of kent u studies of initiatieven waarbij Reductie Overige

Broeikasgassen niet het hoofddoel was, maar waar wel uitkomsten waren die interessant kunnen zijn voor het programma reductie overige broeikasgassen? Ja, aandacht voor emissie van ammoniak is vaak gelinkt aan emissie van broeikasgassen. In de projecten waar we vanuit CLM op melkveebedrijven de ammoniakemissie in beeld brengen komt het programma reductie overige broeikasgassen wel vaak ter sprake.

3. Op welk transitiepad liggen volgens u nog volop kansen om de uitstoot van Lachgas en Methaan in de

melkveehouderij te reduceren? En op wat voor specifiek onderwerp binnen dat transitiepad? Waar is behoefte aan?

- Veevoer: Ontwikkelen van broeikasgasarm veevoer. Dit door middel van het gebruik van minder ruwvoer. - Vergisting (en mestraffinage) zal in de toekomst veel meer worden toegepast op de Nederlandse melkveehouderij. Op dat gebied is erg veel winst te behalen, niet alleen voor broeikasgassen, maar ook voor andere milieuthema’s en de portemonnee!

- Het klimaatprobleem (methaan en lachgas) raakt de melkveehouder zelf (nog) niet direct. Gezondheid van de dieren en de opbrengsten op het bedrijf des te meer. Van Well verwacht dat het vrijblijvende voor de

boeren om met het programma reductie overige broeikasgassen aan de gang te gaan op termijn minder zal worden als de doelen niet gehaald worden. Mogelijk komen er dan sancties voor agrariërs die geen maatregelen treffen om uitstoot van overige broeikasgassen terug te dringen. Dat moeten de boeren proberen voor te blijven.

- Bodem en bemesting: ¾ van de Nederlandse lachgas uitstoot kom uit de landbouw. Ook daarvoor moet aandacht komen. Een van de maatregelen daarvoor is minder grasland scheuren. Maar ook aan deze maatregel zitten grenzen; heeft de agrariër minder opbrengst, dan moet hij mogelijk weer elders voer aankopen en verschuift het emissieprobleem.

4. Lopen er momenteel ook al projecten/initiatieven in die richting? Zo ja, wie zijn daar mee bezig? Op het gebied van mestraffinage Eddie ter Braack

Page 52: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 52 van 84

5. Zijn er nog andere personen binnen uw bedrijf met deze materie bezig? Die wellicht interessante informatie voor ons hebben?

Er zijn bij CLM drie mensen met dit onderwerp bezig; Hees, Elferink en Van Well. Het leek Erik van Well niet zo zinvol om zijn collega’s nog te benaderen, omdat projecten onderling nauw worden afgestemd en het benaderen van meer mensen binnen de organisatie waarschijnlijk weinig meerwaarde oplevert.

6. Kent u binnen uw netwerk mensen die wij ook zouden moeten interviewen, collega’s die voor andere organisaties werken?

NAJK Sander Kerkhofs: over Europees project

7. Hebt u ook een lijst met onderzoeksrapporten waaraan u hebt meegewerkt?

Prestaties, potenties, ambities. Quickscan landbouw en klimaat. zie www.clm.nl/publicaties/data/673.pdf

Landbouw en klimaat Zeeland

Workshops Klimaat in het kader van Caring Dairy programma van CONO

Workshops Klimaat voor diverse partijen zoals ANV Waterland en Dijken

Aan de slag met Klimaat: workshops in het gebied van ANV Noorderpark (Utrecht)

Klimaat en Gemeente: workshops klimaat voor melkveehouders in Culemborg en Buren

Boeren en Klimaat in Gelderland (lopend)

Broeikasgassen en beleid (lopend)

Klimaatspel (iov NAJK)

Klimaatweegschaal (iov Voedingscentrum) zie www.klimaatweegschaal.nl

Page 53: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 53 van 84

Naam Bedrijf DLV Dier

Naam Jan Onne Bosman

Functie persoon binnen bedrijf Adviseur Duurzame Energie

1. Wat doet u en/of uw bedrijf/organisatie op dit moment op het gebied van lachgas en methaan?

DLV Dier heeft praktijknetwerken begeleid op het gebied van mestverwerking en vergisters, zie ook verantwoorde veehouderij. De namen van deze netwerken zijn - Mestverwerking & wet en regelgeving - gestart 2007 - Digestaat, grondstof voor nieuwe product-marktcombinaties - gestart 2007 - Mestvergisting zuid Nederland- gestart 2006

De melkveehouderij en het klimaat Project van een jaar of 3 geleden. Winteravondlezingen over dit onderwerp. Peilen bij veehouders wat ze al deden/bereid waren te doen/nodig hadden om maatregelen te nemen.

Broeikasgasreductie via voeding Nog niet helemaal geanalyseerd. Belangrijkste ervaringen: integrale benadering van de broeikasgassen is essentieel. Zolang je hier onvoldoende over weet krijg je niemand mee. Broeikasgassen komen op het eind. Tijdens het project was er een zeer slechte melkprijs, deelnemers leverden aan DOC, de animo om over broeikasgassen na te denken was toen erg laag. DLV-dier voert veel projecten uit op gebied van de mineralenkringloop op het bedrijf, bemesting en/of ruwvoerkwaliteit. Beide onderwerpen hebben veel te maken met methaan en lachgas. Lachgas direct via de bemesting. Methaan via de ruwvoerkwaliteit. Ik ga er vanuit dat deze koppelingen bekend zijn. Een integrale aanpak op gebied van lachgas: bemesting, waterstand, bodem. alle facetten linken. In ieder geval is dat waar de kansen liggen. Maatregelen die werkelijk goed uitgedacht zijn. Niet links aan de knop draaien en rechts de kraan open zetten, maar integraal benaderen. Via een aantal grote praktijknetwerken proberen we de integrale benadering voor verschillende onderwerpen op te pakken. Broeikasgassen zijn in al deze trajecten maar een klein onderdeel waardoor je er onvoldoende op in kunt gaan en er te weinig bekend is/wordt over dit onderwerp.

2. Heeft u ook onderzoeken gedaan of kent u studies of initiatieven waarbij Reductie Overige Broeikasgassen niet het hoofddoel was, maar waar wel uitkomsten waren die interessant kunnen zijn voor het programma reductie overige broeikasgassen? Nee.

3. Op welk transitiepad liggen volgens u nog volop kansen om de uitstoot van Lachgas en Methaan in de

melkveehouderij te reduceren? En op wat voor specifiek onderwerp binnen dat transitiepad? Waar is behoefte aan? Er is behoefte aan om alle transitiepaden langs te gaan per bedrijf. Op alle onderdelen is winst te behalen. Je moet uitgaan van de ketenbenadering.

Vergisting is onderwerp waar veel mogelijk is. Zorgen dat je uit de vergister een kunstmestvervanger haalt. Scheelt erg veel geld en uitstoot broeikasgassen (productie kunstmest!).

Page 54: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 54 van 84

4. Lopen er momenteel ook al projecten/initiatieven in die richting? Zo ja, wie zijn daar mee bezig?

Er zijn veel van vergistingsprojecten binnen Nederland. 5. Zijn er nog andere personen binnen uw bedrijf met deze materie bezig? Die wellicht interessante

informatie voor ons hebben? Intern is informatie opgevraagd.

6. Kent u binnen uw netwerk mensen die wij ook zouden moeten interviewen, collega’s die voor andere

organisaties werken? -

7. Hebt u ook een lijst met onderzoeksrapporten waaraan u hebt meegewerkt?

Zie vraag 1.

Page 55: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 55 van 84

Naam Bedrijf Ministerie van Infrastructuur & Milieu

Naam Kay Sanders en Herman Walthaus

Functie persoon binnen bedrijf Coördinator Reductie Overige Broeikasgassen

1. Wat doet u en/of uw bedrijf/organisatie op dit moment op het gebied van lachgas en methaan?

SBIR projecten Oonkay; Reductie van methaan uit buitenmestopslagen.

Verkennend onderzoek naar het aanzuren van mest, uitgevoerd door het NMI, lopend project.

Voorstudie toolbox veenweide en reductie broeikasgassen, 2010-2011, WUR, Agentschap.NL, Jan van Bergen (agentschap NL).

2. Heeft u ook onderzoeken gedaan of kent u studies of initiatieven waarbij Reductie Overige

Broeikasgassen niet het hoofddoel was, maar waar wel uitkomsten waren die interessant kunnen zijn voor het programma reductie overige broeikasgassen? Bovenstaande projecten waren voornamelijk gericht op Overige Broeikasgassen.

3. Op welk transitiepad liggen volgens u nog volop kansen om de uitstoot van Lachgas en Methaan in de melkveehouderij te reduceren? En op wat voor specifiek onderwerp binnen dat transitiepad? Waar is behoefte aan?

Niet specifiek gericht op 1 transitiepad, maar Sanders gaf als suggestie om eens onderzoek te doen naar Europese reductiemaatregelen. Wellicht dat ze daar verder zijn dan in Nederland op het gebied van de reductie van overige broeikasgassen.

Hoe is de reductie van methaan door mono-vergisters in relatie tot co-vergisters?

4. Lopen er momenteel ook al projecten/initiatieven in die richting? Zo ja, wie zijn daar mee bezig? Nee.

5. Zijn er nog andere personen binnen uw bedrijf met deze materie bezig? Die wellicht interessante informatie voor ons hebben? Herman Walthaus

6. Kent u binnen uw netwerk mensen die wij ook zouden moeten interviewen, collega’s die voor andere

organisaties werken? Adviesbureaus, WUR

7. Hebt u ook een lijst met onderzoeksrapporten waaraan u hebt meegewerkt?

Zie vraag 1.

Page 56: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 56 van 84

Naam Bedrijf Productschap Zuivel

Naam Willem Koops

Functie persoon binnen bedrijf Beleidsmedewerker

1. Wat doet u en/of uw bedrijf/organisatie op dit moment op het gebied van lachgas en methaan?

Via het Productschap Zuivel worden Kennis en Innovatieactiviteiten voor de melkveehouderij gefinancierd, waaronder projecten op het gebied van (overige) broeikasgassen.

Concrete projecten: Afgerond:

Kosteneffectieve vermindering methaanuitstoot.

Vermindering methaan en ammoniakemissie door voeding op praktijkbedrijven. Lopend:

Met genomica naar hoge voerefficiëntie, lage methaanemissie en verbeterde stikstof efficiëntie.

Innovatieprogramma emissiearm veevoer voor herkauwers.

2. Heeft u ook onderzoeken gedaan of kent u studies of initiatieven waarbij Reductie Overige Broeikasgassen niet het hoofddoel was, maar waar wel uitkomsten waren die interessant kunnen zijn voor het programma reductie overige broeikasgassen? -

3. Op welk transitiepad liggen volgens u nog volop kansen om de uitstoot van Lachgas en Methaan in de melkveehouderij te reduceren? En op wat voor specifiek onderwerp binnen dat transitiepad? Waar is behoefte aan? Vooral op het gebied van veevoer. Toevoegen van bepaalde additieven in veevoer kan ervoor zorgen dat er minder methaan wordt geproduceerd in de pens van de koe Mestvergisting. Wordt momenteel ook al veel aan gedaan en is volgens Koops veel winst te behalen

4. Lopen er momenteel ook al projecten/initiatieven in die richting? Zo ja, wie zijn daar mee bezig?

Volgens Koops gaat er binnenkort een regeling open die mestvergistingsprojecten kunnen subsidiëren 5. Zijn er nog andere personen binnen uw bedrijf met deze materie bezig? Die wellicht interessante

informatie voor ons hebben? -

6. Kent u binnen uw netwerk mensen die wij ook zouden moeten interviewen, collega’s die voor andere

organisaties werken? -

7. Hebt u ook een lijst met onderzoeksrapporten waaraan u hebt meegewerkt? PILOTS MINERALENCONCENTRAAT (MV08OV46) Inhoud: Breed onderzoek naar de mogelijkheden om mineralenconcentraat, afkomstig van een tiental pilots voor mestverwerking, op te waarderen tot producten die als kunstmeststoffen worden erkend en als zodanig kunnen

Page 57: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 57 van 84

worden toegepast. Hiermee kan de afzet van de mineralen uit dierlijke mest in de toekomst worden versterkt, kan de mineralenkringloop op veehouderijbedrijven verder worden gesloten en kan mogelijk een positieve bijdrage aan de reductie van broeikasgassen worden geleverd. Het projectvoorstel bevat vier deelprojecten: 1. Monitoring van de mestverwerking op een tiental nog te selecteren pilots (door het Ministerie van LNV). Het

proces wordt uitgebreid beschreven en de producten (mineralenconcentraten) worden geanalyseerd. 2. Toetsing van de landbouwkundige en milieukundige effecten van het gebruik van de mineralenconcentraten. Dit

onderzoek vindt plaats op praktijkbedrijven bij verschillende gewassen en op verschillende grondsoorten. 3. Marktonderzoek naar alle eindproducten van de mestverwerking. Hierbij wordt gekeken naar de ervaringen van

vervoerders, intermediairs en eindgebruikers (agrariërs) en de economische haalbaarheid van de ondernemingen die de mineralenconcentraten produceren.

4. Voor iedere pilot wordt een Life Cycle Analysis (LCA) uitgevoerd. Dit houdt in dat van alle pilots een analyse wordt gemaakt van de milieubelasting van het totale proces. De exacte inhoud van de LCA ligt nog niet vast. De contouren zijn wel bepaald maar de systeemgrenzen van de LCA zijn nog in discussie bij de initiatiefnemers. In verband hiermee kunnen de kosten van het project mogelijk lager uitvallen.

Uitvoerende instituten: WUR-Alterra (projectcoördinatie), WUR-ASG, WUR-PPO, WUR-LEI. De initiatiefnemers vanuit het landbouwbedrijfsleven (LTO, NVV) en vanuit de overheid (Min. LNV en VROM) zijn nauw bij het project betrokken. Looptijd: 2009 t/m 2011 DUURZAME KLIMAATBEHEERSING EN AMMONIAKREDUCTIE IN MELKVEESTALLEN (MV10AS11) Inhoud: Onderzoek naar de mogelijkheden om de ammoniakemissie uit stallen te reduceren en het stalklimaat te verbeteren door toepassing van een windmolen (de Dutch Rainmaker) die koude en droge lucht produceert en tevens via compressietechniek water uit lucht kan winnen. Door het terugbrengen van de staltemperatuur kan de, temperatuurafhankelijke, emissie van ammoniak mogelijk worden beperkt. Verlaging van de staltemperatuur kan in warme periodes hittestress met alle nadelige gevolgen voor het welzijn en de productie van koeien voorkomen. Het voorstel betreft een haalbaarheidsstudie waarin de techniek, de effecten op de productie en het welzijn en de mogelijkheden voor het benutten van het geproduceerde water worden bestudeerd. Uitvoerende instituten: WUR LR Looptijd: 2010 CARBON FOOTPRINT DIERVOEDING FASE 2 (MV120PD32) Inhoud: Het Productschap Diervoeder (PDV) is bezig met de ontwikkeling van een Carbon Footprint (CFP) voor diervoeding. Hiermee kan de broeikasgasemissie (uitgedrukt in CO2) die verbonden is aan de levenscyclus van een diervoeder worden berekend. In fase 1 is de beschikbare kennis geïnventariseerd en nu wordt voorgesteld (fase 2) te komen tot een verdere invulling. Omdat PDV de ontwikkeling van een CFP niet wil beperken tot en met de (meng)voederproductie, maar met het veehouderijbedrijf als laatste schakel worden ook de andere productschappen om medefinanciering van fase 2 gevraagd. Voor de melkveehouderij en zuivel (PZ) is relevant, dat PDV ook voor het melkveebedrijf (inclusief de teelt van gras en maïs) en voor zuivelgrondstoffen voor veevoer een CFP wil ontwikkelen. PDV heeft WUR gevraagd in samenwerking met Blonk Milieu Advies een voorstel voor de tweede fase uit te werken. Dit voorstel en de begeleidende notitie van PDV is bijgevoegd.

Page 58: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 58 van 84

Uitvoerende instituten. WUR en Blonk Milieu Advies Looptijd: 9 maanden MOGELIJKHEDENOM VIA DE VOEDING DE METHAAN- EN AMMONIAKEMISSIE TE VERMINDEREN OP EEN AANTAL PRAKTIJKBEDRIJVEN IN DE BUURT VAN WANROIJ (ZLTO, ASG EN VDRC) (MV07ZL46) Inhoud: Onderzoek naar de mogelijkheden om de methaan- en ammoniakemissie te reduceren op een vijftal praktijkbedrijven in Zuid-Nederland. Als basis wordt een bestaand model gebruikt dat de emissies voorspelt. Uitvoerende instituten: Vijf Praktijkbedrijven i.s.m. ZLTO, ASG, VDRC Looptijd: 2007/2008 Klimaat en Koeien in Overijssel/Gelderland 1. Projecttitel: “Klimaat en Koeien in Overijssel” 2. Programmatitel: 3. Onderzoeks-/projectleider en trekker instituut: Stichting Stimuland Overijssel: Harry Roetert en Joop Rensen 4. Uitvoerende instellingen: Stimuland, ASG Wageningen, Gibo, Countus, DLV Rundvee, (Agrifirm, Cono). 5. Looptijd (inclusief start- en einddatum, eventuele fasering en tussentijds evaluatiemoment/beslismoment: November 2007 t/m december 2008

Page 59: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 59 van 84

Naam Bedrijf LTO Noord

Naam Menno Douma

Functie persoon binnen bedrijf Beleidsadviseur Rundveehouderij

1. Wat doet u en/of uw bedrijf/organisatie op dit moment op het gebied van lachgas en methaan?

Koeien en Kansen. Lopend project, uitgevoerd door de WUR. Innovatieprogramma emissiearm veevoer. Lopend project, opdrachtgever PZ. Uitgevoerd door WUR.

2. Hebt u ook onderzoeken gedaan of kent u studies of initiatieven waarbij Reductie Overige

Broeikasgassen niet het hoofddoel was, maar waar wel uitkomsten waren die interessant kunnen zijn voor het programma reductie overige broeikasgassen? -

3. Op welk transitiepad liggen volgens u nog volop kansen om de uitstoot van Lachgas en Methaan in de

melkveehouderij te reduceren? En op wat voor specifiek onderwerp binnen dat transitiepad? Waar is behoefte aan? Veevoer, daarmee is methaanproductie in pens te sturen. Management op bedrijf; goed mineralenmanagementkringloop op bedrijf.

4. Lopen er momenteel ook al projecten/initiatieven in die richting? Zo ja, wie zijn daar mee bezig?

-

5. Zijn er nog andere personen binnen uw bedrijf met deze materie bezig? Die wellicht interessante informatie voor ons hebben? Bij Projecten LTO Noord: Wouter Veefkind.

6. Kent u binnen uw netwerk mensen die wij ook zouden moeten interviewen, collega’s die voor andere

organisaties werken? NZORolando Montessori.

7. Hebt u ook een lijst met onderzoeksrapporten waaraan u hebt meegewerkt?

Zie vraag 1.

Page 60: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 60 van 84

Naam Bedrijf Harm Smit

Naam Ministerie van EL&I

Functie persoon binnen bedrijf Beleidsmedewerker dierlijke productie

1. Wat doet u en/of uw bedrijf/organisatie op dit moment op het gebied van lachgas en methaan?

Reductie van methaanemissie uit buiten mestopslagen”, van de voormalige Ministeries van VROM en LNV http://www.senternovem.nl/sbir/projecten/index.asp Het project van OonKAY! en KWA Bedrijfsadviseurs B.V. zijn momenteel nog lopende.

In het kader van Subsidieregeling Innovatie bij Samenwerking-Nieuwe Uitdagingen zijn goedgekeurd. http://www.hetlnvloket.nl/portal/page?_pageid=122,1789809&_dad=portal&_schema=portal Daarvan één project geschikt voor het doel van de database: Aanvrager Booiman Tuinen BV Titel project Innovatieve graswand Startdatum – einddatum 1 december 2010 – 1 september 2012 Aanvrager J.G. Prinsen Titel project Gesloten kringloop door kleinschalige mestvergisting in de veehouderij Startdatum – einddatum 15 november 2010 – 15 oktober 2011 Aanvrager B. Norde Titel project Duurzame mestverwerking op boerderijniveau Startdatum – einddatum 22 november 2010 – 2 april 2012 Aanvrager Landbouwonderneming A. van der Knijff BV Titel project Biogas optimaal Startdatum – einddatum 16 november 2010 – 14 juli 2011 Verder de regeling praktijknetwerken. http://www.hetlnvloket.nl/portal/page?_pageid=122,1839803&_dad=portal&_schema=portal

en de regeling Demonstratieprojecten, die dit jaar speciaal de doelen van het convenant Schone en Zuinige agrosectoren heeft.

http://www.hetlnvloket.nl/portal/page?_pageid=122,1839807&_dad=portal&_schema=portal Koeien en Kansen http://www.verantwoordeveehouderij.nl/index.asp?kansen/ http://www.boerenklimaat.nl/NL/ (al is deze misschien iets minder relevant voor de melkveehouderij).

In het kader van het innovatieprogramma emissie arm veevoer, wordt er een groot onderzoek ingezet door Wageningen Universiteit (dit jaar gestart) om naar managementmaatregelen op bedrijfsniveau te kijken naar de

Page 61: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 61 van 84

mogelijkheden om methaan uitstoot te reduceren. Te denken valt aan stikstofbemesting, maaimoment en percentage maïsrantsoen.

2. Hebt u ook onderzoeken gedaan of kent u studies of initiatieven waarbij Reductie Overige

Broeikasgassen niet het hoofddoel was, maar waar wel uitkomsten waren die interessant kunnen zijn voor het programma reductie overige broeikasgassen? Veel onderzoek dat naar bemesting wordt gedaan. Bijvoorbeeld de pilotsmestverwerking of het innovatieprogramma precisielandbouw, hebben als eerste een doelstelling om te komen tot een reductie van de emissie van mineralen of gewasbeschermingsmiddelen. Maar hebben als tweede een belangrijk neveneffect namelijk het reduceren van de lachgas emissie.

3. Op welk transitiepad liggen volgens u nog volop kansen om de uitstoot van Lachgas en Methaan in de melkveehouderij te reduceren? En op wat voor specifiek onderwerp binnen dat transitiepad? Waar is behoefte aan? Bodem en bemesting: Vastleggen van CO2 in de bodem, is dat een duurzaam effect.? Heeft dat invloed op lachgasuitstoot? Monomestvergisting: Hoe kan een agrariër kosteneffectief een mestvergistingsinstallatie op het erf hebben?

4. Lopen er momenteel ook al projecten/initiatieven in die richting? Zo ja, wie zijn daar mee bezig?

Proefbedrijf Sterksel werkt aan een project naar mestvergisting. De provincies Fryslân, Drenthe, Utrecht en Gelderland werken aan een project over CO2-vastlegging in de bodem.

5. Zijn er nog andere personen binnen uw bedrijf met deze materie bezig? Die wellicht interessante informatie voor ons hebben? -

6. Kent u binnen uw netwerk mensen die wij ook zouden moeten interviewen, collega’s die voor andere

organisaties werken? Jac Meijs, WUR - Leon Sebek (WUR) - Frank Wijnands (WUR)

7. Hebt u ook een lijst met onderzoeksrapporten waaraan u hebt meegewerkt? Zie vraag 1.

Page 62: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 62 van 84

Naam Bedrijf Provincie Noord-Holland

Naam Paul Guldemond

Functie persoon binnen bedrijf Beleidsadviseur duurzame energie

1. Wat doet u en/of uw bedrijf/organisatie op dit moment op het gebied van lachgas en methaan?

Op het gebied van covergisting is Ekwadraat momenteel bezig met het zoeken van kansrijke clusters van melkveehouderijen waar mestvergistingsinstallaties kunnen worden gebouwd. Deze clusters willen ze koppelen aan warmtevragers, zoals zwembaden en verzorgingstehuizen. Lopend project. Volgen het mestraffinageproject in Noord Sleen met grote belangstelling

2. Hebt u ook onderzoeken gedaan of kent u studies of initiatieven waarbij Reductie Overige

Broeikasgassen niet het hoofddoel was, maar waar wel uitkomsten waren die interessant kunnen zijn voor het programma reductie overige broeikasgassen? Nee.

3. Op welk transitiepad liggen volgens u nog volop kansen om de uitstoot van Lachgas en Methaan in de melkveehouderij te reduceren? En op wat voor specifiek onderwerp binnen dat transitiepad? Waar is behoefte aan? Op het gebied vergisting veel mogelijk. Met behulp van een vergistingsinstallatie wordt methaan uit de mest gehaald.

4. Lopen er momenteel ook al projecten/initiatieven in die richting? Zo ja, wie zijn daar mee bezig?

Eddie ter Braack, GET. 5. Zijn er nog andere personen binnen uw bedrijf met deze materie bezig? Die wellicht interessante

informatie voor ons hebben? Nee.

6. Kent u binnen uw netwerk mensen die wij ook zouden moeten interviewen, collega’s die voor andere

organisaties werken? Zie vraag 4.

7. Hebt u ook een lijst met onderzoeksrapporten waaraan u hebt meegewerkt?

Niet van toepassing. Geen afgeronde projecten binnen de provincie Noord-Holland.

Page 63: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 63 van 84

Naam Bedrijf Nederlandse Zuivel Oraganisatie (NZO)

Naam Rolando Montessori

Functie persoon binnen bedrijf Programmamanager Duurzame Melkproductie

1. Wat doet u en/of uw bedrijf/organisatie op dit moment op het gebied van lachgas en methaan? Lopend:

- Duurzame Zuivelketen; Initiatief vanuit NZO/LTO Noord. Doel: Het verduurzamen van de Melkveehouderij. Lopend project. Nog geen resultaten bekend.

- Platform verduurzaming voedsel. Projectleider: LEI. Doelstelling: Het ontwikkelen van tools om de duurzaamheid van de bedrijfsvoering op de melkveehouderij te monitoren.

Afgerond: - Routekaart naar een energie neutrale voedselketen. Doel: hoe kan in 2020 een energie neutrale

voedselketen komen? En hoe komen tot de doelstellingen van S+Z op de Nederlandse Veehouderij? Opdrachtgever: NZO+LTO. Financier PZ. Uitgevoerd door adviesbureau Beereschot. Nog geen eindrapportage opgeleverd.

2. Hebt u ook onderzoeken gedaan of kent u studies of initiatieven waarbij Reductie Overige

Broeikasgassen niet het hoofddoel was, maar waar wel uitkomsten waren die interessant kunnen zijn voor het programma reductie overige broeikasgassen? -

3. Op welk transitiepad liggen volgens u nog volop kansen om de uitstoot van Lachgas en Methaan in de melkveehouderij te reduceren? En op wat voor specifiek onderwerp binnen dat transitiepad? Waar is behoefte aan? Covergisting: Winst te behalen qua methaanuitstoot/energie Genetica in de koe: Wat gebeurt er in de koe? Hoe ontstaan de gassen? Zitten er genetische verschillen in per koe? Voerspoor: Andere brok kan pens fermentatie beïnvloeden Stalsystemen: Gesloten mestkelders, opvangen methaan in de stal Vrijloopstallen: Wat is de invloed van vrijloopstallen op de productie en de uitstoot van methaan?

4. Lopen er momenteel ook al projecten/initiatieven in die richting? Zo ja, wie zijn daar mee bezig?

Geen directe voorbeelden.

5. Zijn er nog andere personen binnen uw bedrijf met deze materie bezig? Die wellicht interessante informatie voor ons hebben? Nee.

6. Kent u binnen uw netwerk mensen die wij ook zouden moeten interviewen, collega’s die voor andere organisaties werken? -

7. Hebt u ook een lijst met onderzoeksrapporten waaraan u hebt meegewerkt?

Zie vraag 1.

Page 64: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 64 van 84

Naam Bedrijf Provincie Utrecht

Naam Stef Roëll

Functie persoon binnen bedrijf Beleidsmedewerker Milieu

1. Wat doet u en/of uw bedrijf/organisatie op dit moment op het gebied van lachgas en methaan?

Duurzaam bodembeheer. Doel: Krachtvoerstromen en kunstmeststromen beperken 2. Hebt u ook onderzoeken gedaan of kent u studies of initiatieven waarbij Reductie Overige

Broeikasgassen niet het hoofddoel was, maar waar wel uitkomsten waren die interessant kunnen zijn voor het programma reductie overige broeikasgassen? Duurzame stallen. Afgerond. Verdere informatie: Wytze Brandsma Onderwater drainage Keulervaart Verdere informatie: Wytze Brandsma

3. Op welk transitiepad liggen volgens u nog volop kansen om de uitstoot van Lachgas en Methaan in de melkveehouderij te reduceren? En op wat voor specifiek onderwerp binnen dat transitiepad? Waar is behoefte aan? Bodem en bemesting: Minimaal gebruik van kunstmestminder verliezen.

4. Lopen er momenteel ook al projecten/initiatieven in die richting? Zo ja, wie zijn daar mee bezig? -

5. Zijn er nog andere personen binnen uw bedrijf met deze materie bezig? Die wellicht interessante informatie voor ons hebben? Collega Wytse Brandsma kan meer vertellen over de genoemde rapportages

6. Kent u binnen uw netwerk mensen die wij ook zouden moeten interviewen, collega’s die voor andere

organisaties werken? -

7. Hebt u ook een lijst met onderzoeksrapporten waaraan u hebt meegewerkt?

Via website LaMi

Page 65: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 65 van 84

Naam Bedrijf LTO Noord

Naam Wiebren van Stralen

Functie persoon binnen bedrijf Beleidsadviseur Mest en Milieu

1. Wat doet u en/of uw bedrijf/organisatie op dit moment op het gebied van lachgas en methaan?

De projecten lopen vooral via Projecten LTO Noord:

Foarút Buorkje

Duurzaam boer blijven

Samen met CLM Broeikasgassen en Beleid. Ze zijn bezig om een expertmeeting te organiseren over aanvullende beleidsinstrumenten op het Convenant Schoon en Zuinig.

2. Hebt u ook onderzoeken gedaan of kent u studies of initiatieven waarbij Reductie Overige Broeikasgassen niet het hoofddoel was, maar waar wel uitkomsten waren die interessant kunnen zijn voor het programma reductie overige broeikasgassen? Nee.

3. Op welk transitiepad liggen volgens u nog volop kansen om de uitstoot van Lachgas en Methaan in de

melkveehouderij te reduceren? En op wat voor specifiek onderwerp binnen dat transitiepad? Waar is behoefte aan? Niet een specifieke. Op alle terreinen is nog erg veel winst te behalen. De goede oplossing ten aanzien van overige broeikasgassen is nog niet gevonden. Wat nog wel veel winst kan opleveren is:

- goede mestbehandeling - precisie bemesten

Mest injecteren wordt gedaan i.v.m. reductie ammoniak. Maar wat is de invloed op lachgas? Wat gebeurt daar in de grond? Hoeveel lachgas geproduceerd?

4. Lopen er momenteel ook al projecten/initiatieven in die richting? Zo ja, wie zijn daar mee bezig? Op het gebied van lachgas is vooral de WUR bezig. Michel de Haan daarover benaderen. 5. Zijn er nog andere personen binnen uw bedrijf met deze materie bezig? Die wellicht interessante informatie voor ons hebben? Menno Douma, Eddie ter Braack, Wouter Veefkind en Jaap Dijkstra. 6. Kent u binnen uw netwerk mensen die wij ook zouden moeten interviewen, collega’s die voor andere

organisaties werken? Wilfried van Straalen van Schothorst

7. Hebt u ook een lijst met onderzoeksrapporten waaraan u hebt meegewerkt? Zie vraag 1.

Page 66: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 66 van 84

Naam Bedrijf Schothorst Feed Research

Naam Wilfried van Straalen

Functie persoon binnen bedrijf Hoofd cluster rundveehouderij

1. Wat doet u en/of uw bedrijf/organisatie op dit moment op het gebied van lachgas en methaan?

Op dit moment een lopend project naar de rantsoensamenstelling voor de koe. Ze willen voorspellen wat de methaanproductie in de pens van de koe wordt, en hoe ze dit kunnen beïnvloeden met behulp van additieven. Lopend project, kunnen nog geen resultaten laten zien.

2. Hebt u ook onderzoeken gedaan of kent u studies of initiatieven waarbij Reductie Overige

Broeikasgassen niet het hoofddoel was, maar waar wel uitkomsten waren die interessant kunnen zijn voor het programma reductie overige broeikasgassen? Nee.

3. Op welk transitiepad liggen volgens u nog volop kansen om de uitstoot van Lachgas en Methaan in de

melkveehouderij te reduceren? En op wat voor specifiek onderwerp binnen dat transitiepad? Waar is behoefte aan? Op het gebied van veevoer voldoende mogelijkheden. Toevoegen bepaalde additieven kan invloed hebben op methaanproductie. Wellicht een onderzoek naar de additieven; hoe lang werken die in de pens van de koe?

4. Lopen er momenteel ook al projecten/initiatieven in die richting? Zo ja, wie zijn daar mee bezig?

Geen specifieke projecten. 5. Zijn er nog andere personen binnen uw bedrijf met deze materie bezig? Die wellicht interessante

informatie voor ons hebben? Nee.

6. Kent u binnen uw netwerk mensen die wij ook zouden moeten interviewen, collega’s die voor andere

organisaties werken? Valacon Diary.

7. Hebt u ook een lijst met onderzoeksrapporten waaraan u hebt meegewerkt?

Zie vraag 1.

Page 67: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 67 van 84

Naam Bedrijf Agentschap NL

Naam: Ida Smit en Jan van Bergen

Functie persoon binnen bedrijf Programma adviseurs

1. Wat doet u en/of uw bedrijf/organisatie op dit moment op het gebied van lachgas en methaan?

Zie bijlage 3. 2. Hebt u ook onderzoeken gedaan of kent u studies of initiatieven waarbij Reductie Overige

Broeikasgassen niet het hoofddoel was, maar waar wel uitkomsten waren die interessant kunnen zijn voor het programma reductie overige broeikasgassen? Die projecten staan ook in bijlage 3.

3. Op welk transitiepad liggen volgens u nog volop kansen om de uitstoot van Lachgas en Methaan in de melkveehouderij te reduceren? En op wat voor specifiek onderwerp binnen dat transitiepad? Waar is behoefte aan? Concreet:

- Toepassing van nitrificatieremmers: zie aanbevelingen Alterra 2010: Nitrificatieremmers in de Nederlandse landbouw Potentiële vermindering van lachgasemissie

"Voor de Nederlandse omstandigheden ontbreken op het moment resultaten van veldexperimenten waarmee die omstandigheden te identificeren zijn die in een maximale werking van de nitrificatieremmer resulteren. Bij een eventuele grootschalige inzet van nitrificatieremmers is het zinvol om een lange termijn monitoring op te zetten om eventuele nadelige neveneffecten op bodem en milieu waar te kunnen nemen".

- Potentiele reductie lachgasemissie bij toepassing precisiebemesting: GPS technieken vergroten N-efficiëntie, door nauwkeurige bemesting in relatie tot de groeipotentie van het gewas. Daarnaast is er specifieke winst mogelijk op gebied van lachgas door bijvoorbeeld minder verdichting door toepassen van rijpadensysteem. Het ontbreekt aan kennis over de effecten van precisiebemesting op lachgasreductie.

- Methaan- en lachgasemissie van nieuwe staltechnieken en -concepten: met name effecten van NH3 maatregelen in stallen, en effecten van vrijloopstallen.

- Ook op gebied van veevoeding zijn er tal van vragen; regeling emissiearm veevoeder is bedoeld om voor krachtvoerders methaanreductie te bereiken, daar zijn nu geen praktische vragen; voor ruwvoedergebruik c.q. ruwvoederwinning in relatie tot veevoeding en totale bedrijfsvoering zijn die er zeker, beste bron om praktische vragen te identificeren bij de uitvoerders van programma innovatie veevoeder in Koeien en Kansen.

- integratie van maatregelen: er wordt door aantal projecten gewerkt aan tools om te komen tot integraal inzicht (wat betreft OBKG en/of duurzaamheid breed) in de effecten van maatregelen.

Voorbeeld is Project Toolbox veenweide: verkend de mogelijkheid om een praktische tool te ontwikkelen in het veenweidegebied voor integratie van OBKG, water, overige milieuaspecten, natuur en agrarische bedrijfsvoering. De integratie kan weer zicht geven op nieuwe kennishiaten over economische, landbouwkundige, sociale en infrastructurele aspecten.

Page 68: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 68 van 84

4. Lopen er momenteel ook al projecten/initiatieven in die richting? Zo ja, wie zijn daar mee bezig?

Zie vraag 3. 5. Zijn er nog andere personen binnen uw bedrijf met deze materie bezig? Die wellicht interessante

informatie voor ons hebben? Jan van Bergen.

6. Kent u binnen uw netwerk mensen die wij ook zouden moeten interviewen, collega’s die voor andere

organisaties werken? Ministeries van EL&I en I&M: Harm Smit en Kay Sanders.

7. Hebt u ook een lijst met onderzoeksrapporten waaraan u hebt meegewerkt?

Zie vraag 1.

Page 69: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 69 van 84

Naam Bedrijf NMI

Naam: Wim Bussink

Functie persoon binnen bedrijf Senior projectmanager

1. Wat doet u en/of uw bedrijf/organisatie op dit moment op het gebied van lachgas en methaan?

NMI is vooral gericht op Bodem en bemesting. Naast het rapport dat in de database staat hebben ze in opdracht van PZ met een haalbaarheidsstudie gedaan naar het op een biologische manier aanzuren van mest met zwavelzuur.

2. Hebt u ook onderzoeken gedaan of kent u studies of initiatieven waarbij Reductie Overige

Broeikasgassen niet het hoofddoel was, maar waar wel uitkomsten waren die interessant kunnen zijn voor het programma reductie overige broeikasgassen? Het verhogen van de efficiëntie, benutting van voorjaarsmeststoffen. Een uitkomst was dat de lachgasemissie uit de bodem werd verminderd. Verder is er nog een lopend project in opdracht va AgentschapNL; klimaatvriendelijk kunstmest. Lopend project, dus daar zijn nog geen uitkomsten over bekend.

3. Op welk transitiepad liggen volgens u nog volop kansen om de uitstoot van Lachgas en Methaan in de

melkveehouderij te reduceren? En op wat voor specifiek onderwerp binnen dat transitiepad? Waar is behoefte aan? Bodem en bemesting is een gebied waar al er veel onderzoek naar is gedaan. Een onderbelicht transitiepad volgens Bussink is Stalsystemen. Voorheen was men veel gericht op het reduceren van ammoniakuitstoot in stallen, maar ook op het gebied van methaan is hier veel winst te behalen. Wanneer je de pH in de mestkelder omlaag brengt, wordt ook de methaanuitstoot verminderd.

4. Lopen er momenteel ook al projecten/initiatieven in die richting? Zo ja, wie zijn daar mee bezig?

Daar zijn ze nu mee bezig, om door middel van het aanzuren van de mest op een biologische manier met zwavelzuur (slimme mestbehandeling).

5. Zijn er nog andere personen binnen uw bedrijf met deze materie bezig? Die wellicht interessante informatie voor ons hebben? Binnen NMI vooral hij.

6. Kent u binnen uw netwerk mensen die wij ook zouden moeten interviewen, collega’s die voor andere

organisaties werken? ASG, Schothorst Wilfried van Straalen Alterra Gerard Velthof

7. Hebt u ook een lijst met onderzoeksrapporten waaraan u hebt meegewerkt? Zie vraag 1.

Page 70: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 70 van 84

Naam Bedrijf Proefbedrijf De Marke

Naam: Zwier van der Vegte

Functie persoon binnen bedrijf Bedrijfsleider

1. Wat doet u en/of uw bedrijf/organisatie op dit moment op het gebied van lachgas en methaan?

Proefbedrijf De Marke is het onderzoeksbedrijf binnen het project ‘Koeien en Kansen’. Hieraan nemen 16 melkveebedrijven deel (lopend project). Op dit moment wordt er door alle 16 bedrijven een bedrijfsontwikkelingsplan reductie broeikasgassen gemaakt. Wat is de huidige situatie t.o.v. 1990 (Stikstof, Fosfaat zijn goed meetbaar, Methaan op basis van berekeningen). Vervolgens een plan van aanpak maken voor de toekomst. De Marke zet niet in op de gewenste 30% reductie van Overige Broeikasgassen, maar op de maximale winst (deze BOP handelt alleen over broeikasgassen).

2. Hebt u ook onderzoeken gedaan of kent u studies of initiatieven waarbij Reductie Overige

Broeikasgassen niet het hoofddoel was, maar waar wel uitkomsten waren die interessant kunnen zijn voor het programma reductie overige broeikasgassen? Onderzoek gedaan naar het toevoegen van bacteriën in het kuil. Deze bacteriën zorgen voor celwandafbraak, wat anders in de pens van de koe gebeurt. Uitkomst was dat bij droge kuil het geen effect heeft op de koe, maar bij natte kuil wel (natte kuil hogere temperatuur dan bij droge kuil bacteriën actiever). De effecten konden gemeten worden d.m.v. de vluchtige vetzuren. Methaanproductie is niet gemeten. Resultaten zijn niet gepubliceerd.

3. Op welk gebied liggen volgens u nog volop kansen om de uitstoot van Lachgas en Methaan in de melkveehouderij te reduceren? Landelijk heeft Reductie Overige broeikasgassen volop de aandacht. Concrete kennis ontbreekt echter nog. Volgens Zwier is vooral op het gebied van veevoeding de nodige winst te behalen. 70/80% methaanproductie komt via pensfermentatie. De basis voor een goede veevoeding ligt bij een goed graslandbeheer; voorkom slecht verteerbare grassen, voorkom of verwijder onkruid. Beter verteerbaar voor de koe en dat zorgt voor minder methaanproductie. Op gebied van Covergisting minder winst te behalen. Op kleine schaal vergistingsinstallaties toepassen op melkveebedrijf levert een beperkte bijdrage aan de gewenste methaanreductie.

4. Lopen er momenteel ook al projecten/initiatieven in die richting? Zo ja, wie zijn daar mee bezig? Zie vraag 3.

5. Zijn er nog andere personen binnen uw bedrijf met deze materie bezig? Die wellicht interessante informatie voor ons hebben? Binnen De Marke is Van der Vegte contactpersoon.

6. Kent u binnen uw netwerk mensen die wij ook zouden moeten interviewen, collega’s die voor andere

organisaties werken? ‘Koeien en Kansen’, Michel de Haan.

7. Hebt u ook een lijst met onderzoeksrapporten waaraan u hebt meegewerkt?

De Marke, als onderdeel van het project ‘Koeien en Kansen’.

Page 71: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 71 van 84

Naam bedrijf Provincie Flevoland

Naam: Wim Verhoeven

Functie persoon binnen bedrijf Beleidsmedewerker

1. Wat doet u en/of uw bedrijf/organisatie op dit moment op het gebied van lachgas en methaan?

Nee, op dit moment niet, ook geen plannen binnen Flevoland. De overheid is wel bezig met een stimuleringsprogramma voor vergistingsinstallaties, maar doel is niet om methaanuitstoot te reduceren.

2. Hebt u ook onderzoeken gedaan of kent u studies of initiatieven waarbij Reductie Overige

Broeikasgassen niet het hoofddoel was, maar waar wel uitkomsten waren die interessant kunnen zijn voor het programma reductie overige broeikasgassen? Nee.

3. Op welk transitiepad liggen volgens u nog volop kansen om de uitstoot van Lachgas en Methaan in de

melkveehouderij te reduceren? En op wat voor specifiek onderwerp binnen dat transitiepad? Waar is behoefte aan? Co-vergisting. Veel mogelijkheden om methaan op te vangen in de vergisters.

4. Lopen er momenteel ook al projecten/initiatieven in die richting? Zo ja, wie zijn daar mee bezig?

AgriMoDEM, Green Energy Technologies 5. Zijn er nog andere personen binnen uw bedrijf met deze materie bezig? Die wellicht interessante

informatie voor ons hebben? CAH i.s.m. Animal Science Group Edgar van Groningen CAH is een Europees project.

6. Kent u binnen uw netwerk mensen die wij ook zouden moeten interviewen, collega’s die voor andere

organisaties werken? Nee.

7. Hebt u ook een lijst met onderzoeksrapporten waaraan u hebt meegewerkt?

Niet van toepassing.

Page 72: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 72 van 84

Naam Bedrijf LaMi

Naam: Wytze Brandsma

Functie persoon binnen bedrijf Projectcoördinator dierlijke sectoren

1. Wat doet u en/of uw bedrijf/organisatie op dit moment op het gebied van lachgas en methaan?

Duurzaam bodembeheer (Duurzaam Boer Blijven): zes studiegroepen, waarvan vier nu bezig zijn met Duurzaam Boer Blijven; doel: 250 boeren bezig krijgen met kringloopgedachte. Andere twee studiegroepen nu bezig met methaanproductie in de koe te reduceren via de voeding. I.s.m. met mengvoerindustrie. Subsidie provincie Utrecht. PL. Hans Veurink ANV Vallei Horstee.

Onderwaterdrainage is op een bedrijf in de Venen: een proefbedrijf waarbij onderwaterdrainage is geplaatst. Doel: bodemdaling in veengebieden tegengaan. Zo voorkom je afbraak van veen en vervluchtiging N. Jan v.d. Akker PL. Subsidie provincie Utrecht. Lopend.

Haal meer uit gras, onder de noemer van Duurzaam bodembeheer: Minder scheuren, graskwaliteit op peil houden, doorzaaien. Wat voor maatregelen moet je treffen om je graskwaliteit op peil te houden? Doel: minder mineralenverliezen. Duurzame maatregelen treffen. Lopend project, 2011-2014. PL Bert Philipsen, WUR (LR), Subsidie provincie Utrecht.

2. Hebt u ook onderzoeken gedaan of kent u studies of initiatieven waarbij Reductie Overige

Broeikasgassen niet het hoofddoel was, maar waar wel uitkomsten waren die interessant kunnen zijn voor het programma reductie overige broeikasgassen? Zie DBB vastleggen CO2, minder uitstoot lachgas, betere benutting mest.

3. Op welk transitiepad liggen volgens u nog volop kansen om de uitstoot van Lachgas en Methaan in de melkveehouderij te reduceren? En op wat voor specifiek onderwerp binnen dat transitiepad? Waar is behoefte aan? Veevoer; toevoegen van additieven. Kringloop-gedachte op boerderij. Minder verliezen. Vergisting: Indien rendabel dan goede oplossing voor methaan en lachgasemissie.

4. Lopen er momenteel ook al projecten/initiatieven in die richting? Zo ja, wie zijn daar mee bezig?

Zie DBB voor hele provincie. 5. Zijn er nog andere personen binnen uw bedrijf met deze materie bezig? Die wellicht interessante

informatie voor ons hebben? Binnen LaMi is Wytze Brandsma aanspreekpunt.

6. Kent u binnen uw netwerk mensen die wij ook zouden moeten interviewen, collega’s die voor andere organisaties werken? Bij de WUR is veel informatie in te winnen over dit onderwerp.

7. Hebt u ook een lijst met onderzoeksrapporten waaraan u hebt meegewerkt?

Genoemd bij vraag 1.

Page 73: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 73 van 84

Naam Bedrijf Wageningen UR Livestock Research

Naam: Michel de Haan en Leon Sebek

Functie persoon binnen bedrijf Projectleiders

1. Wat doet u en/of uw bedrijf/organisatie op dit moment op het gebied van lachgas en methaan?

De genoemde projecten in de database: a. Bodems in vrijloopstallen, fase 2 b. Bodems in vrijloopstallen, fase 2 (aanvullend onderzoek) c. Nulmeting emissie broeikasgassen Gelderse land- en tuinbouw d. Strategieën voor optimale inzet van mest, mestproducten en kunstmesttypen e. Cowfortable (1): ambities en internationale verkenning, vrijloopstallen voor melkvee f. Strategische verkenning covergisting van mest g. Koeien en Kansen

Verder:

Momenteel loopt er een project over welke diervoeders leiden tot welke emissie. Dit zal bestaan uit een softwareprogramma. Dat programma berekent per rantsoensamenstelling, ook op LCA (levenscyclusanalyse) niveau. Project wordt in het najaar van 2011 opgeleverd. Gefinancierd door Wur ASG, productschap diervoeders, ministeries.

Broeikasgasmodule: http://www.senternovem.nl/mmfiles/Broeikasgasmodule%20BBPR_tcm24-240748.pdf

Verlaging van de methaanemissie in de NL melkveehouderij: Kosteneffectieve ROB maatregelen in de melkveehouderij.

2. Hebt u ook onderzoeken gedaan of kent u studies of initiatieven waarbij Reductie Overige

Broeikasgassen niet het hoofddoel was, maar waar wel uitkomsten waren die interessant kunnen zijn voor het programma reductie overige broeikasgassen? -

3. Op welk transitiepad liggen volgens u nog volop kansen om de uitstoot van Lachgas en Methaan in de melkveehouderij te reduceren? En op wat voor specifiek onderwerp binnen dat transitiepad? Waar is behoefte aan? Toevoegen additieven in mest, bijvoorbeeld Piadin: De nitrificatieremmer in Piadin zorgt ervoor dat stabiel ammoniakstikstof uit drijfmest minder snel wordt omgezet in nitraatstikstof. Piadin inactiveert namelijk de bacteriën die verantwoordelijk zijn voor deze omzetting (nitrificatie). Zo blijft de kostbare stikstof uit drijfmest langer in de bodem aanwezig en komt beschikbaar als nitraatstikstof op het moment dat het gewas de stikstof nodig heeft. Nitraatstikstof heeft als nadeel dat het snel uitspoelt naar het grondwater en gemakkelijk wordt omgezet in stikstofgas (lachgas), waardoor het verloren gaat voor het gewas. Als er Piadin aan de drijfmest wordt toegevoegd, wordt er voorkomen dat er nitraatstikstof verloren gaat.

Veevoeding: toevoegen additieven in veevoer, met als doel minder methaanproductie in de pens van de koe. Bodem en bemesting: precisiebemesting, betere N-benutting.

Page 74: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 74 van 84

Verder: Kijken naar andere landen zoals Nieuw Zeeland en Ierland. Daar zijn ze al veel verder met reductie overige broeikasgassen.

4. Lopen er momenteel ook al projecten/initiatieven in die richting? Zo ja, wie zijn daar mee bezig? Toolbox veenweide: lopend project. Methodes om Lachgas te verminderen in de veenweidegebieden. Agnes van der Pol projectleider vanuit Livestock Research. Financiering: AgentschapNL. Nog geen resultaten bekend.

5. Zijn er nog andere personen binnen uw bedrijf met deze materie bezig? Die wellicht interessante

informatie voor ons hebben? Leon Sebek. Zijn inbreng is bijgevoegd in dit verslag.

6. Kent u binnen uw netwerk mensen die wij ook zouden moeten interviewen, collega’s die voor andere

organisaties werken? -

7. Hebt u ook een lijst met onderzoeksrapporten waaraan u hebt meegewerkt?

Genoemd bij vraag 1.

Page 75: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 75 van 84

Naam Bedrijf Provincie Groningen

Naam: Nynke de Jong / Peter Abbink

Functie persoon binnen bedrijf Beleidsmedewerkers Landbouw

1. Wat doet u en/of uw bedrijf / organisatie op dit moment op het gebied van lachgas en methaan?

Vooral financiering van projecten. Soms verleent de provincie Groningen ook ondersteuning bij projectontwikkeling. Resultaten worden eventueel gebruikt voor verdere beleidsontwikkeling.

2. Heeft u ook onderzoeken gedaan of kent u studies of initiatieven waarbij Reductie Overige Broeikasgassen niet het hoofddoel was, maar waar wel uitkomsten waren die interessant kunnen zijn voor ROB? Er zijn of worden verschillende projecten uitgevoerd waarbij de provincie betrokken is en die in algemene zin ingaan op de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. Over het algemeen worden dan naast CO2 ook bijvoorbeeld methaan en ammoniak genoemd.

3. Op welk transitiepad liggen volgens u nog volop kansen om de uitstoot van lachgas en methaan in de melkveehouderij te reduceren? En op wat voor specifiek onderwerp binnen dat transitiepad? Waar is behoefte aan?

Stalsystemen: Kansen in ontwerp en verspreiding van informatie over nieuwe ontwerpen en aanpassing van bestaande systemen

Bodem en bemesting; betere benutting van mest, bodemleven

Dierlijke mest; koppeling met voer

Co-vergisting; aan de achterkant; hoe kun je zorgen dat co-vergisting zo rendabel mogelijk kan worden geëxploiteerd. Ook; professionalisering. Toepassing van digestaat als kunstmestvervanger

Veevoer; door ander voer kan de emissie van onder andere methaan en lachgas vanuit de veestapel verminderen

Keten en consument; Informatievoorziening over broeikasemissies die met producten samenhangen. In prijsstelling van producten.

4. Lopen er momenteel ook al projecten /initiatieven in die richting? Zo ja, wie zijn daar mee bezig? Bestaande projecten; klimaatvoer, gezonde waddenmelk, duurzaam melkvee, ontwikkeling van emissiearme stallen, Duurzaam Boer Blijven Groningen.

5. Zijn er nog andere personen binnen uw bedrijf met deze materie bezig? Die wellicht interessante informatie voor ons hebben? Als het gaat over ontwerp; afdeling Ruimtelijke plannen Energieprojecten: Milieubeleid, Omgevingsbeleid

6. Kent u binnen uw netwerk mensen die wij ook zouden moeten interviewen, collega’s die voor andere

organisaties werken? Nee.

7. Heeft u ook een lijst met onderzoeksrapporten waaraan u hebt meegewerkt?

Zie vraag 4.

Page 76: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 76 van 84

Naam Bedrijf Arvalis

Naam: Patrick Lemmens

Functie persoon binnen bedrijf Projectleider

Ik heb e.e.a. naar aanleiding van je voicemail vorige week ook uitgezet naar enkele collega’s, zowel LLTB als Arvalis en daaruit is gebleken dat er specifiek met betrekking tot ROB eigenlijk weinig tot geen trajecten lopende zijn in Limburg. Wel lopen er enkele kleine praktijknetwerken rond digestaatverwerking. Daarnaast is er een melkveehouder (Fons Kersten) bezig die een totaaltraject rond klimaatneutrale melkveehouderij aan het inzetten is. Dus grasraffinage, mestraffinage en zonnepanelen eventueel. Ook lopen er diverse initiatieven rond vergisting richting groen gas. Eerlijk gezegd is het voor mij lastig in te schatten wat er past binnen de scope van jullie project. Heb je het specifiek over projecten (bredere trajecten dus) of ook over individuele initiatieven ? Initiatieven dus vrij veel. Echter meer brede projecten / trajecten zijn beperkt. Om deze reden is het voor mij ook erg lastig om de vragenlijst in te vullen. Met vriendelijke groet, ing. Patrick Lemmens | Projectleider

Page 77: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 77 van 84

Naam Bedrijf ZLTO

Naam: Ton van Korven

Functie persoon binnen bedrijf Specialist Milieu en Duurzame Energie

1. Wat doet u en/of uw bedrijf / organisatie op dit moment op het gebied van lachgas en methaan?

Vanuit ZLTO worden er geen onderzoek of studies gedaan naar broeikasgassen. Wel zijn we soms indirect betrokken bij enkele studies. Eén van de studies is Landbouw en Klimaat in Brabant. Momenteel worden de jaarwerkplannen 2011 schoon en zuinig geactualiseerd. Hierin worden de lopende en geplande activiteiten benoemd dus ook op het gebied van broeikasgassen.

2. Heeft u ook onderzoeken gedaan of kent u studies of initiatieven waarbij de reductie van overige

Broeikasgassen niet het hoofddoel was, maar waar wel uitkomsten waren die interessant kunnen zijn voor ROB? Nee, niet direct.

3. Op welk transitiepad liggen volgens u nog volop kansen om de uitstoot van lachgas en methaan in de

melkveehouderij te reduceren? En op wat voor specifiek onderwerp binnen dat transitiepad? Waar is behoefte aan? Bodem en bemesting: Vooral in de mestketen en mest- en mineralenmanagement liggen nog volop kansen voor reductie broeikasgassen. Daarnaast kan reductie ook plaatsvinden via de route efficiencyverbetering. Er moet dus vooral geredeneerd worden vanuit hoeveelheid emissie per kg product.

Keten en consument: Ook in de keten liggen nog diverse mogelijkheden (wordt via LCA’s in beeld gebracht). Het is vooral zaak om dit samen met de keten te gaan oppakken.

Co-vergisting / bodem en bemesting / dierlijke mest: De meeste winst zit volgens Van Korven in een complete mestverwaardingsketen (mest ver- en bewerking) waarbij de methaan uit de vaste mestfractie omgezet wordt in biogas, het digestaat geraffineerd wordt tot kunstmestvervangers en organische stof.

4. Lopen er momenteel ook al projecten /initiatieven in die richting? Zo ja, wie zijn daar mee bezig? Er lopen een aantal mineralenconcentratenpilot. Hierom heen zijn ook een aantal demo’s, praktijkproeven (strokenproeven) en dergelijke georganiseerd waarbij de kunstmestvervangers uitgeprobeerd, getest en toegepast worden. Op diverse proefbedrijven speelt dit ( bij ons zowel op de Rusthoeve als op Vredepeel). Daarnaast zijn er diverse co-vergistingsprojecten en mestverwerkingsprojecten.

Naast bovengenoemde projecten is er ook nog een lopend project “Milieukeur varkenshouderij De Hoeve bv”.

5. Zijn er nog andere personen binnen uw bedrijf met deze materie bezig? Die wellicht interessante

informatie voor ons hebben? Mark Heijmans, ZLTO. Ton van Korven heeft voldoende info.

Page 78: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 78 van 84

6. Kent u binnen uw netwerk mensen die wij ook zouden moeten interviewen, collega’s die voor andere

organisaties werken? Geert Wilms van LIB ( landbouw innovatiebureau Noord Brabant) weet onder andere meer van Milieukeur varkenshouderij de Hoeve bv.

7. Heeft u ook een lijst met onderzoeksrapporten waaraan u hebt meegewerkt?

Binnen de ZLTO is er niet een overzicht met broeikasgas gerelateerde projecten.

Page 79: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 79 van 84

Naam Bedrijf Geert Wilms

Naam: Landbouw Innovatiebureau Noord-Brabant

Functie persoon binnen bedrijf Secretaris Stuurgroep LIB

1 Wat doet u en/of uw bedrijf / organisatie op dit moment op het gebied van lachgas en methaan?

Project: - Interactieve klimaatmodule in de plantaardige productie. Stichting Milieukeur (SMK) heeft in 2008 een

klimaatmodule laten ontwikkelen voor het Milieukeurschema Plantaardige Producten door o.a. CLM. Deze klimaatmodule betreft een maatregelenpakket dat de emissies van broeikasgassen uit de akkerbouw en vollegrondsgroenteteelt vermindert.

Lopend project: - Optimalisatie irrigatie en bemesting Brabant 2010-2011. In dit project “Optimalisatie irrigatie & bemesting

Brabant” wordt gezocht naar duurzame oplossingen omtrent water en nutriënten gift in de landbouw door gebruik te maken van sensor technologie. Betere benutting van nutriënten (op het juiste moment toedienen en dus minder verliezen) is onderdeel van dit project.

2 Heeft u ook onderzoeken gedaan of kent u studies of initiatieven waarbij Reductie Overige Broeikasgassen

niet het hoofddoel was, maar waar wel uitkomsten waren die interessant kunnen zijn voor ROB? Projecten waarbij indirect een link was naar ROB: - Klimaatvriendelijk melkveehouden; doelstelling:

bewustwording (awareness en urgentie) creëren dat melkveehouders bij kunnen dragen aan het oplossen van het klimaatprobleem;

kennis verspreiden over broeikasgassen: het ontstaan ervan en de mogelijke maatregelen;

een positieve houding ontwikkelen tegenover klimaatvriendelijke maatregelen (bij de melkveesector). - Duurzaam melkvee; Project richtte op de verduurzaming van de melkveestapel - Ontwikkelen van een vrijloopstal

3 Op welk transitiepad (vergisting, veevoer, bodem en bemesting, dierlijke mest, stalsystemen, keten en consument) liggen volgens u nog volop kansen om de uitstoot van lachgas en methaan in de melkveehouderij te reduceren? En op wat voor specifiek onderwerp binnen dat transitiepad? Waar is behoefte aan? Volgens Geert Wilms is er een integrale aanpak nodig. Er is niet specifiek één transitiepad waar de oplossing qua reductie Overige Broeikasgassen ligt. Op iedere transitiepad is winst te boeken, vandaar dat er overal –alle transitiepaden- aan gewerkt zal moeten worden. Goed ondernemerschap is daarbij het belangrijkste.

4 Lopen er momenteel ook al projecten /initiatieven in die richting? Zo ja, wie zijn daar mee bezig? LIB gaat zelf in de nabije toekomst verder kijken naar stalsystemen, de koe, bodem en bemesting en mestverwerking.

5 Zijn er nog andere personen binnen uw bedrijf met deze materie bezig? Die wellicht interessante informatie voor ons hebben? Via Geert voldoende informatie.

Page 80: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 80 van 84

6 Kent u binnen uw netwerk mensen die wij ook zouden moeten interviewen, collega’s die voor andere organisaties werken? LIB heeft een goed overzicht met projecten die lopen en zijn afgerond binnen de provincie Noord-Brabant. Via Ton van Korven en Geert Wilms is een vrij compleet beeld verkregen.

7 Heeft u ook een lijst met onderzoeksrapporten waaraan u hebt meegewerkt? Zie vraag 1 en 2.

Page 81: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 81 van 84

BIJLAGE 3: LIJST RAPPORTEN UIT PROJECT KENNISBORGING ROB

rapport nummer

titel C

overg

istin

g

Vee

vo

er

Die

rlijke m

est

Bo

dem

en

bem

estin

g

Sta

lsyste

men

Kete

n e

n c

on

su

men

t

1 Project Klimaat en koeien in Overijssel X X X X X

2 Nitrificatieremmers in de Nederlandse landbouw X

3 Eindrapportage CLM Zien is geloven X X X

4 Eindverslag ROB project in de Fryske Wâlden X

5 Co-vergisting op nieuw melkveebedrijf te Marknesse X

6 Bundeling covergistingsrapporten X X

7 Watergerelateerde maatregelen melkveehouderij X

8 Minder broeikasgasemissie door precisiebodembewerking

9 Vergistingsinstallatie op biologische boerderij X

10 De melkveehouderij en het klimaat X X X

11 De Betonpleats in Oudemirdum X

12 Vergisting van rundveemest op boerderijschaal haalbaar maken door verhoging van het drogestofgehalte X

13 Centrale mestvergisting levert goede kwaliteit biogas X

14 Melkveebedrijf Maatschap Vermue-Poelma in Winsum X

15 Melkveebedrijf Swinkels in Vlagtwedde X

16 Maatschap Natuurenergie Onstwedde X

17 Maatschap Schuitema: minder afhankelijk van afnemers X

18 Melkveebedrijf Maatschap Pronk in Warmerhuizen X

19 Slechte melkprijs haalt Maatschap Hotsma over X

20 Protozoaremmers in voer remmen methaanuitstoot bij melkkoeien X

21 Feeding strategies to reduce methane in cattle X

22 Innovatieve propstroominstallatie voor mestvergisting X X

23 Precise soil management as a tool to reduce CH4 and N2O emissions from agricultural soils X

24 Haalbaarheidsstudie vergistinginstallatie in het Glastuinbouwvestigingsgebied Deurne X

25 Mestvergisting Maatschap Hartlief-Lammers te Donderen X

26 Mestvergisting Prins VOF te Lellens X

27 Verlaging van methaan- en lachgasemissie uit de Nederlandse melkveehouderij X X X

28 Ontwikkelingen binnen de biogasbranche (1980 - 2003) X X

Page 82: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 82 van 84

rapport nummer

titel

Co

verg

istin

g

Vee

vo

er

Die

rlijke m

est

Bo

dem

en

bem

estin

g

Sta

lsyste

men

Kete

n e

n c

on

su

men

t

29 Voorspelling van de methaanproductie op een aantal praktijkbedrijven op basis van de rantsoensamenstelling en productieniveau

X

30 Broeikasgasmodule BBPR X X X

31 Greengrass - Sources and sinks of greenhouse gases from managed European grasslands and mitigation strategies X

32 Kennisbundeling Covergisting X

33 Methaanemissie uit vleesvarkensstallen - Ontwikkeling meetprotocol en plan van aanpak voor het meten van mestkoelen in de praktijk X

34 Calculation of methane production from enteric fermentation in cattle excluding dairy cows X

35 Calculation of methane production from enteric fermentation in dairy cows

X

36 Nieuw mestbeleid: Quick scan van effecten op de emissie van methaan en lachgas X X

37 Mestvergisting op boerderijschaal X

38 Biomassa Berlikum - Van haalbaarheid naar investeringsbeslissing X

39 Grootschalige mestvergisting De Scharlebelt X

40 Handleiding ROB-DS: versie 2.0 - Decision support in het Reductieplan Overige Broeikasgassen: cluster landbouw X X X

41 Precisiebemesting van een niet-verstoorde bodem X

42 ROB maatregelen in de landbouw en vermindering van emissies van broeikasgassen X X X

43 Klimaat op het landbouwbedrijf - Participatieve Integrated Assessment (PIA) van emissiereducties van broeikasgassen in de landbouw

X X X X

44 Onderzoek naar de economische haalbaarheid van rundvee- en varkensmestvergisting op middelgrote bedrijven middels co-vergisting met kippenmest op slachtkuikenbedrijven X X

45 Emissiereductieopties voor methaan uit mestopslagen X X

46 Haalbaarheid van mestvergisting en restwarmteafzet voor een mestdistributiebedrijf X

47 Ombouw van een bestaande mestverwerkingsinstallatie tot een biomassa vergistingsinstallatie X

48 Onderzoek naar de haalbaarheid van een co-vergistingsinstallatie voor verwerking van mest, bermgras en energierijke addittieven X

Page 83: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 83 van 84

rapport nummer

titel

Co

verg

istin

g

Vee

vo

er

Die

rlijke m

est

Bo

dem

en

bem

estin

g

Sta

lsyste

men

Kete

n e

n c

on

su

men

t

49 Validatie van de IPCC-methaanconversiefactor voor omstandigheden waaronder Nederlands melkvee gehouden wordt X

50 Beperking van lachgasemissie door water- en peilbeheer en bij beregening - Eindrapport voor Reductieplan Overige Broeikasgassen Landbouw Cluster 1

X

51 Beperking van lachgasemissie uit beweid grasland - Eindrapport voor Reductieplan Overige Broeikasgassen Landbouw Cluster 1 X

52 Mogelijkheden tot vermindering van emissie van lachgas uit landbouwgronden bij toepassing van verschillende mestsoorten en nitrificatieremmers X

53 Lachgasemissie bij graslandvernieuwing in voor- of najaar X

54 Methaanreductie melkvee X

55 Biologisch filter voor verwijdering van methaan uit lucht van stallen en mestopslagen X

56 Methaan-, lachgas- en ammoniakemmissies bij productie, opslag en transport van mest X

57 Methaanemissie uit natuurlijk geventileerde melkveestallen X

58 Businessplan Boerderij Plus X

59 Beperking van lachgasemissie als gevolg van toepassing van gewasresten - Eindrapportage Reductieplan Overige Broeikasgassen X

60 Beperking van lachgasemissie door gebruik van klaver in grasland - Eindrapport Reductieplan Overige Broeikasgassen Landbouw Cluster 1

X

61 Beperking van lachgasemissie na scheuren en bij vernieuwing van grasland - Eindrapport Reductieplan Overige Broeikasgassen Landbouw Cluster 1

X

62 Beperking van lachgasemissie uit bemeste landbouwgronden - Eindrapport voor Reductieplan Overige Broeikasgassen Landbouw Cluster 1

X X X X

63 Haalbaarheidsonderzoek kleinschalige mestvergisting m.b.v. motor of turbine - Biologisch rundveebedrijf Ormel X

64 Mestvergisting op boerderijschaal in bestaande opslagsystemen X X

65 Beperking van emissie van methaan en lachgas uit de landbouw: identificatie van kennishiaten X X X

66 Duurzame energie en vermindering methaanemissies: emissiearme mestopslag X

Page 84: Inventarisatie en Communicatie Reductie overige …...Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage Pagina 9 van 84 1. INLEIDING Iedere

Inventarisatie en Communicatie Reductie overige broeikasgassen – inhoudelijke eindrapportage

Pagina 84 van 84

rapport nummer

titel

Co

verg

istin

g

Vee

vo

er

Die

rlijke m

est

Bo

dem

en

bem

estin

g

Sta

lsyste

men

Kete

n e

n c

on

su

men

t

67 Perspectieven mestvergisting op Nederlandse melkvee- en varkensbedrijven

X

68 Perspectieven van co-vergisting voor beperking van emissies van broeikasgassen uit de landbouw in Nederland X

69 Veevoermaatregelen ter vermindering van methaanproductie door herkauwers X

70 Duurzaam voeren voor duurzame kaas X X

71 emissiereductie van broeikasgas in open teelten, ontwikkeling van een klimaatmodule voor het milieukeurschema plantaardige producten.

X

72 Eindrapportage biomassavergisting Groot Zevert vergisting X

73 Eindrapportage realisatie van biomassa vergistingsinstallatie voor energieproductie middels WKK op biogas. X

74 Eindrapportage mestbe- en verwerkingsinstallatie landgoed de Princepeel.

X

75 Feasibility onderzoek: reduction of methane production by dairy cows (eindrapportage) X

76 Klimaatmaatregelen in de agrosectoren en de afwentelingseffecten. X X X X

77 Verkenning van de invloed van vochtige diervoeders op de methaanemissie door melkvee. X

78 Eindrapportage Praktische adviezen voor dierduurzaamheid en methaan

X

79 Effect van inkuilmanagement op emissie van broeikasgassen op bedrijfsniveau X