20
Herstel van de werkgelegenheid door groei van kleine en middelgrote ondernemingen? Citation for published version (APA): Sars, A. C. J. (1984). Herstel van de werkgelegenheid door groei van kleine en middelgrote ondernemingen? In Het midden- en kleinbedrijf en de creatie van werkgelegenheid / red. H.A.M. Roos ... [et al.]. - 1984 Document status and date: Gepubliceerd: 01/01/1984 Document Version: Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record Please check the document version of this publication: • A submitted manuscript is the version of the article upon submission and before peer-review. There can be important differences between the submitted version and the official published version of record. People interested in the research are advised to contact the author for the final version of the publication, or visit the DOI to the publisher's website. • The final author version and the galley proof are versions of the publication after peer review. • The final published version features the final layout of the paper including the volume, issue and page numbers. Link to publication General rights Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain • You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal. If the publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license above, please follow below link for the End User Agreement: www.tue.nl/taverne Take down policy If you believe that this document breaches copyright please contact us at: [email protected] providing details and we will investigate your claim. Download date: 14. Jan. 2021

Herstel van de werkgelegenheid door groei van kleine en ... · ~ Inleiding Een opva11ende conc1usie in het artike1 van Leon de Wo1ff 2 'Het geheim van succesvo1 ondernemen' was, dat

  • Upload
    others

  • View
    1

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Herstel van de werkgelegenheid door groei van kleine en ... · ~ Inleiding Een opva11ende conc1usie in het artike1 van Leon de Wo1ff 2 'Het geheim van succesvo1 ondernemen' was, dat

Herstel van de werkgelegenheid door groei van kleine enmiddelgrote ondernemingen?Citation for published version (APA):Sars, A. C. J. (1984). Herstel van de werkgelegenheid door groei van kleine en middelgrote ondernemingen? InHet midden- en kleinbedrijf en de creatie van werkgelegenheid / red. H.A.M. Roos ... [et al.]. - 1984

Document status and date:Gepubliceerd: 01/01/1984

Document Version:Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record

Please check the document version of this publication:

• A submitted manuscript is the version of the article upon submission and before peer-review. There can beimportant differences between the submitted version and the official published version of record. Peopleinterested in the research are advised to contact the author for the final version of the publication, or visit theDOI to the publisher's website.• The final author version and the galley proof are versions of the publication after peer review.• The final published version features the final layout of the paper including the volume, issue and pagenumbers.Link to publication

General rightsCopyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright ownersand it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights.

• Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain • You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal.

If the publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license above, pleasefollow below link for the End User Agreement:www.tue.nl/taverne

Take down policyIf you believe that this document breaches copyright please contact us at:[email protected] details and we will investigate your claim.

Download date: 14. Jan. 2021

Page 2: Herstel van de werkgelegenheid door groei van kleine en ... · ~ Inleiding Een opva11ende conc1usie in het artike1 van Leon de Wo1ff 2 'Het geheim van succesvo1 ondernemen' was, dat

1

HERS TEL VAN DE WERKGELEGENHEID DOOR GROEI VAN KLEINE EN MIDDEL-

1 GROTE ONDERNEMINGEN?

drs. A.C.J. Sars

~ Inleiding

Een opva11ende conc1usie in het artike1 van Leon de Wo1ff2

'Het geheim van succesvo1 ondernemen' was, dat het succes van

een onderneming, voorzover dit is af te meten aan de ontwikke-~

ling van de omzet (1978-1980), niet afhanke1ijk is van de on-

dernemingsgrootte.

Deze conc1usie werd onder meer gebaseerd op het onderzoek van

de Neder1andsche Middenstandsbank 'Ondernemen en Ondernemer-

schap in Nederland', dat werd uitgevoerd door het Rotterdamse

3 bureau Skim mc.ma .. Dit onderzoek berust op een enquete bij

ondernemingen in handel, industrie en dienstver1ening, die voor

1978 zijn opgericht. Van 1618 ondernemingen, waarover te1efo-

nisch gegevens werden verkregen, werden er 639 nader onder-

zocht, die van 1978-1980 een omzetgroei van meer dan 25~ ge-

boekt hadden. Beha1ve de groeiende werden ook de teruggaande

ondernemingen onderzocht. uit de in het genoemde artike1 weer-

gegeven figuur 2 b1ijkt, dat het aanta1 groeiende bedrijven ge-

1ijkmatig verdee1d is over drie categorieen bedrijven met res-

pectieve1ijk 10-49, 50-99 en 100-499 werknemers, d.w . z. twee

1. De schrijver dankt prof.dr. J. Weme1sfe1der a1smede prof.drs. H. Roos en drs. H.H.M. Peeters van het Economisch Instituut voor het Midden- en K1einbedrijf voor hun commen­taar op een eerdere versie van dit artike1.

2. Zie het speciale nummer van 'Intermediair' (2.12.1983) ge­wijd aan Kleine Ondernemers.

3 . Zie Jaarverslag 1980 Neder1andsche Middenstandsbank N.V.

Page 3: Herstel van de werkgelegenheid door groei van kleine en ... · ~ Inleiding Een opva11ende conc1usie in het artike1 van Leon de Wo1ff 2 'Het geheim van succesvo1 ondernemen' was, dat

e ,

2

categorieen, die we meestal rekenen tot het kleinbedrijf en

een, die gerekend wordt tot de middelgrote ondernemingen. Bij

de kleinste ondernemingen (1-9 werknemers) blijft het percenta-

ge groeiers duidelijk achter ten opzichte van deze drie eerder

vermelde grootte-categorieen. Volgens de Wolff heeft dit waar-

schijnlijk te maken met het buiten beschouwing blijven van de

nieuwe sinds 1978 gevestigde ondernemingen.

'Veel gehoorde cliche's over de invloed van de branche en de

ondernemingsgrootte op het ondernemerssucces blijken niel op te

gaan', aldus de conclusie van de Wolff.

Hiermee doelt hij waarschijnlijk op het sinds het onderzoek van

Birch4

algemeen verbreide optimisme over de bijzondere pres-

taties, die van de kleinere ondernemingen mogen worden verwacht

wat betreft het scheppen van werkgelegenheid. Zeer vaak wordt

hiervoor aangehaald, dat kleine ondernemingen (met 20 of minder

werknemers) in de Verenigde staten in de jaren 1969-'76 6610 van

aIle nieuwe banen voor hun rekening namen.

Intussen is gebleken uit nader onderzoek, dat vestigingen en

afdelingen van grotere ondernemingen inbegrepen waren bij deze

kleine ondernemingen en dat onafhankelijke kleine ondernemingen

nog ca. 5210 van aIle nieuwe banen voor hun rekening namen. Ook

werd het duidelijk, dat de meeste nieuwe banen tot stand kwamen

in de dienstensector en niet in de industrie.

Het onderzoek van Birch is aan1eiding geweest tot vee1 studies

naar de invloed van kleine ondernemingen op het tot stand komen

van nieuwe arbeidsplaatsen. In een onderzoek over de periode

4 D.L. Birch 'The Job Generation Process', Cambridge, Mass., 1979.

Page 4: Herstel van de werkgelegenheid door groei van kleine en ... · ~ Inleiding Een opva11ende conc1usie in het artike1 van Leon de Wo1ff 2 'Het geheim van succesvo1 ondernemen' was, dat

• ,

3

1968-'75 voor de Engelse regio East Midlands kwamen S. Fothergill

en G. Gudgin5

bijvoorbeeld reeds in 1979 tot deconclusie dat er

wat de industriele werkgelegenheid betreft geen grote verschillen

waren tussen de Verenigde staten en Groot-Brittannie. De

conclusie van Birch, dat het tot stand brengen van

arbeidsplaatsen in de U.S.A. overwegend te danken was aan jonge

onafhankelijke zeer kleine ondernemingen, was volgens de genoemde

Engelse onderzoekers te verklaren uit de omstandigheid, dat

behalve de nijverheid ook de diensten en an- dere sectoren in het

onderzoek begrepen waren. Daardoor werd de betekenis van nieuwe

kleine ondernemingen sterk opgevoerd en weI aangezien

1. de mate waarin nieuwe ondernemingen tot stand komen en ge-

sloten worden in de dienstensector veel groter is;

2. de trendmatige groei van de dienstensector in de totale

werkgelegenheid de betekenis voor de kleine onderneming voor

de Amerikaanse economie zal doen toenemen, omdat de gemid-

delde grootte van de ondernemingen in de dienstensector veel

kleiner is dan in de industrie. In hun slotconclusie erken-

nen zij weliswaar, dat per saldo de kansen op werkgelegen-

heidsgroei bij de kleine bedrijven wat gunstiger lijken dan

bij de grote ondernemingen. Nieuwe ondernemingen zijn naar hun

oordeel weI belangrijk, maar in feite aIleen op zeer lange

terrnijn gezien!

Het is duidelijk, dat een betrekkelijk kleine steekproef, zoals

deze door Skim werd gehanteerd, voor het vermelde onderzoek naar

de ontwikkeling van de omzet van Nederlandse ondernemingen niet

5. S. Fothergill and G. Gudgin 'The Job Generation Process in Britain'. Centre for Environmental Studies, London, 1979.

Page 5: Herstel van de werkgelegenheid door groei van kleine en ... · ~ Inleiding Een opva11ende conc1usie in het artike1 van Leon de Wo1ff 2 'Het geheim van succesvo1 ondernemen' was, dat

4

zonder meer een definitief antwoord kan geven op de be1angrijke

vraag, of de verwachtingen, die gewekt zijn door het onderzoek

van Birch voor Nederland gezien de economische ontwikkelingen

van de 1aatste jaren a1 dan niet gerechtvaardigd kunnen worden

geacht.

In dit artike1 za1 worden nagegaan of en in hoeverre er op ba-

sis van het bestaande en mij bekende onderzoek voor Nederland

over deze vraag al uitspraken kunnen worden gedaan.

~ De voorjaarsnota 1983 van de Raad voor het Kidden- en K1ein-

bedrijf.

Hierin werd een rapport van het Economisch Instituut voor het

Kidden- en Kleinbedrijf (E.I.K.) aangekondigd over 'Onderne-

mingsgrootte en werkge1egenheid', waarin onder meer een over-

zicht gegeven zal worden van de structuur en de ontwikkeling

van het aantal ondernemingen en werkzame personen in het mid-

den- en k1einbedrijf in re1atie tot de ontwikke1ing in het be-

drijfs1even als gehee1 in de periode 1963-1980 . Vooruit1opend

op dit nog niet verschenen rapport werd over de periode 1970-

1980 in de eerderverme1de voorjaarsnota onderstaand overzicht

gegeven.

Page 6: Herstel van de werkgelegenheid door groei van kleine en ... · ~ Inleiding Een opva11ende conc1usie in het artike1 van Leon de Wo1ff 2 'Het geheim van succesvo1 ondernemen' was, dat

5

Tabel 1 1

ONDERNEMINGEN ARBEIDSVOLUHE

(x 1000)

mut.'70-'80 mut.'70-80

1970 absol. '" 1970 absol. '" midden- en kleinbedr. 351. 800 -6000 - 1,7 1769 - 13,0 -0,7

100 arbeidspl.}

grootbedrijf 3.700 - 500 -12,9 1383 -110,0 -8,6

totaal bedrijven 355.500 -6500 - 1,8 3152 -123,0 -3,9

1 (Netto}-arbeidsvo1ume volgens het E.J.M. rapport 'Werkgele­genheid en arbeidsvolume in het midden- en kleinbedrijf 1960-1980'. Hierbij is onder andere deeltijdarbeid herleid tot volledige arbeidsjaren.

uit tabel 1 blijkt, dat in het midden- en kleinbedrijf het aan-

tal ondernemingen naar verhouding aanzienlijk minder is afgeno-

men dan in het grootbedrijf.

Oak de werkgelegenheid heeft zich in het midden -en kleinbe-

drijf in de periode 1970-'80 duidelijk minder ongunstig ontwik-

keld. Hierbij moet echter in aanmerking genomen worden, dat de

teruggang in het midden- en k1einbedrijf op basis van deze cij-

fers waarschijnlijk enigszins onderschat wordt, aangezien bui-

ten beschouwing blijft de invloed van bedrijven, die als gevo1g

van inkrimping van het grootbedrijf zijn overgegaan naar de

grootteklassen van het midden -en k1einbedrijf.

Over de ontwikkeling sinds 1980 zijn nag geen vergelijkbare

vo1ledige gegevens beschikbaar. Bekend is weI, dat in het 'tra-

ditionele' midden- en k1einbedrijf het arbeidsvolume in de pe-

Page 7: Herstel van de werkgelegenheid door groei van kleine en ... · ~ Inleiding Een opva11ende conc1usie in het artike1 van Leon de Wo1ff 2 'Het geheim van succesvo1 ondernemen' was, dat

• ~

6

. 6 riode 1980-'83 is afgenomen met circa 150.000 manJaar . Voor

1984 wordt nog een teruggang met 20.000 manjaar verwacht.

Op zich zelf bieden deze globale cijfers nog weinig inzicht,

zolang een verdeling over bedrijfsklassen met name wat betreft

toe- en uittredingen per bedrijfsklasse niet bekend is. Daar-

voor is het wachten op het aangekondigde E.I.M.-rapport. Intus-

sen is het weI mogelijk gebruik te maken van een in 1983 ver-

schenen rapport over de ontwikkeling van de werkgelegenheid in

kleine en middelgrote ondernemingen in Belgie, Nederland en

b 7 . .

Luxem urg . Hlerover meer 1n de volgende paragraaf.

3. De werkgelegenheid in kleine en middelgrote ondernemingen

(KMO) in de Beneluxlanden

Het doel van het hiervoor aangehaalde onderzoek was een ant-

woord te geven op de vraag of de kleine- en middelgrote onder-

nemingen meer bijdragen tot de groei van de werkgelegenheid dan

de grote.

Hiertoe wordt een nadere onderscheiding gehanteerd van deze ca-

tegorie ondernemingen, waartoe de ondernemingen met minder dan

500 arbeidsplaatsen gerekend worden en weI in zeven grote cate-

gorieen. De steekproef van onderzochte ondernemingen werd zo

opgezet, dat deze representatief geacht wordt voor de ontwikke-

ling en de samenstelling van de gehele populatie van onderne-

mingen. Als basismateriaal werden publicaties gebruikt van het

6. Zie 'Economische Verkenning Midden- en K1eindbedrijf, 1984'. 7. 'Das Beschaftigungspotential von k1einen und mittleren

unternehmen in Belgien, den Niederlanden und Luxemburg'. A.B.T.-Forschung, Bonn, 1983.

Page 8: Herstel van de werkgelegenheid door groei van kleine en ... · ~ Inleiding Een opva11ende conc1usie in het artike1 van Leon de Wo1ff 2 'Het geheim van succesvo1 ondernemen' was, dat

• ,

7

8 bureau Kompass over de jaren 1973 en 1981. Voor 1981 zijn

hierin gegevens opgenomen over ca. 20.000 ondernemingen in Bel-

gie en Nederland en over 800 in Luxemburg. Hieruit werd een zo-

vee1 mogelijk representatieve steekproef samengesteld, die ca.

1~ van de ondernemingen in de Benelux-Ianden omvat.

Het is niet doenlijk in dit kader na te gaan of het onderzoek

volledig aan de gewenste representativiteit beantwoordt. Per

land worden zover mogelijk ter vergelijking de volledige gege-

vens van de officiele statistiek vermeld. Verder wordt hier

volstaan met de vermelding van de volgende stellingen van dit

rapport:

1. De samenstelling van de steekproef wordt geacht wat betreft

de ondernemingsgrootte de populatie goed weer te geven.

2. De industriele sector en de dienstensector worden afzonder-

lijk geanalyseerd, aangezien in de steekproef industriele

bedrijven enigszins oververtegenwoordigd waren.

De onderscheiding in dienstverlenende en industriele onderne-

mingen is geschied volgens de criteria van het West-Duitse sta-

tistische Bundes Amt.

De vraag rijst waarom voor dit onderzoek een steekproef a1s ba-

sismateriaal werd gehanteerd in plaats van de officiele statis-

tische gegevens voor de gehele populatie. Zoals bekend schieten

deze laatste gegevens voor een dergelijk onderzoek tekort, om-

dat hieruit aIleen per een gegeven tijdstip het per saldo aan-

wezige bestand onderscheiden naar ondernemingsgrootte kan wor-

8. Kompass Nederland N.V. 'Holland' 1973/'74 en 1981/'82, Den Haag. Kompass Belgium N.V. Belgium/Luxembourg 1973/'74 en 1981/'82, Brussel.

Page 9: Herstel van de werkgelegenheid door groei van kleine en ... · ~ Inleiding Een opva11ende conc1usie in het artike1 van Leon de Wo1ff 2 'Het geheim van succesvo1 ondernemen' was, dat

8

den afgelezen. Hieruit kan dus geen inzicht worden verkregen

met betrekking tot de invloed tijdens een gegeven periode van

groei- en inkrimpingsprocessen en verder eventueel sluiting van

bestaande ondernemingen en van vestiging van nieuwe onderne-

mingen. In het onderhavige steekproefonderzoek is daarom een

systematische onderscheiding naar deze mutatie-componenten toe-

gepast. Overigens werd deze methode ook reeds in het eerder

vermelde onderzoek van Birch toegepast.

Wanneer we op basis van de beschikbare officiele statistische

gegevens de ontwikkeling in de periode 1973-1981 bezien, blijkt

dat in de Beneluxlanden tezamen de KMO in vergelijking met de

grotere ondernemingen duidelijk vooruitgang geboekt hebben.

Vooral de kleinste ondernemingen met minder dan 50 arbeids-

plaatsen konden hun aandeel in de totale werkgelegenheid ver-

groten. Het valt op, dat voor Nederland gebruik gemaakt is van

gegevens ontleend aan een publicatie van het Economisch Insti-

9 tuut voor het Midden- en Kleinbedrijf

Het beeld van de per saldo volgens de steekproefgegevens in de

periode 1973-1981 opgetreden ontwikkeling komt overeen met het

beeld volgens de beschikbare officiele statistische gegevens.

In figuur 1 (overeenkomend met Schaubild 4.3 van het Duitse

rapport) zijn de verschuivingen tussen de grootteklassen per

land weergegeven in groei - respectievelijk teruggangpercenta-

ges van de aantallen ondernemingen per grootteklasse.

9. 'Werkgelegenheid en Arbeidsvolume in het Midden- en Kleinbe­drijf 1960-1980'. E.I.M., Den Haag, 1982.

Page 10: Herstel van de werkgelegenheid door groei van kleine en ... · ~ Inleiding Een opva11ende conc1usie in het artike1 van Leon de Wo1ff 2 'Het geheim van succesvo1 ondernemen' was, dat

9

Schaubild 4.3: Anteilsverschiebungen der Unternebmen nach GroBenklassen

1973-1981 (Stichprobe)

70

~6

~o

65

5<>

45

40

55

;SO

25

20

15

10

5

-5

-10

-15

-20

-25

.... # .• 1

- '

--

-----

----

-----

~

1- 19 20-49

= s.l.g{"",

= N.O,.,..t.ana. = LIa...bcw-g

5<> -99

Benelux-Ianden

.' .... ~

..

Figuur 1. Groei- respectievelijk teruggangpercentages van aan­tallen ondernemingen naar grootteklassen (aantal werknemers per onderneming).

Zoals uit figuur 1 blijkt hebben in de Beneluxlanden de klein-

ste ondernemingen met minder dan 20 arbeidsplaatsen per saldo

het sterkst tot de ontwikkeling van de werkgelegenheid bijge-

dragen maar in Nederland duidelijk minder dan in Belgie en Lu-

xemburg. Opvallend is verder dat in Luxemburg ondernemingen met

500 en meer arbeidsplaatsen de grootste groeipercentages te

Page 11: Herstel van de werkgelegenheid door groei van kleine en ... · ~ Inleiding Een opva11ende conc1usie in het artike1 van Leon de Wo1ff 2 'Het geheim van succesvo1 ondernemen' was, dat

e ,

10

zien geven.

Op basis van figuur 1 kan men nog geenszins conc1uderen, dat

k1eine ondernemingen in verge1ijking met de grote ondernemingen

bijzonder grote moge1ijkheden voor dat tot stand komen van ar-

beidsplaatsen bieden.

Als men de ontwikkeling voor sectoren en bedrijfstakken beziet,

rijst twijfel over de algemene geldigheid van de groeimogelijk-

heden van de kleine ondernemingen. Ook een statistisch onder-

10 zoek voor de landen van de Europese Gemeenschap heeft aan-

getoond, dat het toenemend aandeel van KMO in de werkgelegen-

heid hierop terug te voeren is dat de KMO voornamelijk in de

inkrimpende en stagnerende bedrijfstakken arbeidsplaatsen hand-

haven, terwij1 de grote ondernemingen in groeiende bedrijfstak-

ken sterker vertegenwoordigd zijn en bijdragen tot het tot

stand komen van arbeidsplaatsen.

De vergroting van het aandeel van de KMO hoeft dus niet te be-

rusten op de inherente groeimogelijkheden, maar kan te herlei-

den zijn tot daarvan onafhankelijke factoren, die kenmerkend

zijn voor de conjunctuur.

Wat betreft de ondernemingen die in de periode, waarop het on-

derzoek betrekking heeft, niet van grootteklasse veranderd

zijn, kan men volgens het onderhavige rapport vaststellen, dat

deze in de dienstensector arbeidsplaatsen tot stand gebracht

hebben, terwijl in de nijverheid overwegend arbeidsplaatsen te-

niet gegaan zijn. Dit resultaat stemt overeen met de bekende

algemene verschuivingstendens van de secundaire naar de ter-

10. 'An Overa1 View of Employment in small and medium sized enterprises in the EEC'. ABT-Forschung, Bonn, 1982.

Page 12: Herstel van de werkgelegenheid door groei van kleine en ... · ~ Inleiding Een opva11ende conc1usie in het artike1 van Leon de Wo1ff 2 'Het geheim van succesvo1 ondernemen' was, dat

11

tiaire sector. Verder blijkt dat het gemiddeld aantal werkne­

mers van de kleinste ondernemingen (met minder dan 20 werkne ·­

mers) , die in de periode 1973-'81 niet van grootteklasse ver­

anderd zijn, zowe1 in de dienstensector a1s in de industrie is

afgenomen.

In de industrie traden de grootste verliezen aan werknemers

echter bij de grote ondernemingen op. Daarentegen gaven in de

dienstensector de grotere ondernemingen juist de grootste stij­

ging van het gemiddeld aantal werknemers te zien.

Wat betreft de inkrimpende ondernemingen, die in een lagere

grootteklasse terecht kwamen blijkt dat inkrimpende middelgrote

ondernemingen (met 200-499 werknemers) in de dienstensector een

minder sterke teruggang te zien geven dan in de industrie. Bij

de bovenste grootteklasse ( 1000 werknemers) is het beeld ech­

ter omgekeerd. Hier is het gemiddelde aantal werknemers in de

dienstensector duidelijk sterker afgenomen dan in de industrie.

Het aandeel van ondernemingen met 1-19 werknemers is per saldo,

zoa1s blijkt uit figuur I, duidelijk toegenomen. Gebleken is

dat deze ontwikkeling niet te verklaren is uit het scheppen van

arbeidsp1aatsen door opvallend veel kleine ondernemingen, maar

inderdaad veeleer hieruit, dat bijzonder veel ondernemingen uit

hogere groottek1assen zijn overgegaan naar de klasse van klei­

nere ondernemingen.

Wat betreft de groeiende ondernemingen die in een hogere groot­

teklasse terecht kwamen, zijn er duidelijke verschillen tussen

de nijverheid en de dienstensector. De toename van het aantal

werknemers is bij de industrie kleiner naarmate het om grotere

ondernemingen gaat, terwijl deze toename bij de dienstensector

Page 13: Herstel van de werkgelegenheid door groei van kleine en ... · ~ Inleiding Een opva11ende conc1usie in het artike1 van Leon de Wo1ff 2 'Het geheim van succesvo1 ondernemen' was, dat

12

juist groter is naarmate het gaat om grotere ondernemingen.

Zowel bij nieuwe vestiging als bij de sluiting van onderne-

mingen gaat het overwegend om kleine ondernemingen. Verder

blijkt uit het steekproefonderzoek nog dat nieuwe vestigingen

en sluitende ondernemingen duidelijk tot een bepaald type on-

derneming te herleiden zijn. Het aandeel van ondernemingen met

weinig kapitaal is bij de nieuwe vestigingen en de sluitingen

11 in de onderste grootteklassen het grootst

Verder komt nog naar voren, dat de gesloten ondernemingen over-

wegend als kenmerk kan hebben: klein- jong-te weinig kapitaal.

Een nadere beschouwing van het aantal werknemers per onderne-

ming onderscheiden naar de leeftijd van de onderneming toont

aan, dat kleine en jonge ondernemingen met 1-19 werknemers die

na 1970 werden opgericht, uiterst sterke verliezen vertonen.

Het lijkt alsof de jongste ondernemingen van deze grootteklasse

of weI groeien of te niet gaan. Pas de wat grotere ondernemingen

van de lagere leeftijdsklasse (na 1970 opgericht) vertonen een

duidelijke toename van het aantal werknemers.

In het algemeen krijgt men de indruk, dat bij ondernemingen van

middelbare leeftijd de meeste arbeidsplaatsen tot stand gekomen

zijn. Daarentegen gaan vooral bij de jongste en de oudste on-

dernemingen arbeidsplaatsen teniet.

Hieruit wordt de conclusie getrokken, dat een economisch en

werkgelegenheidsbeleid ten gunste van kleine ondernemingen niet

onmiddellijk of op korte termijn resultaat oplevert maar veel-

eer op lange termijn.

11. S6~ van de nieuwe ondernemingen, die in de onderzoekperiode kwamen werden opgericht als S.R.L. of S.P.R .L. (Belgie, Lu­xemburg) of als B.V. (Nederland).

Page 14: Herstel van de werkgelegenheid door groei van kleine en ... · ~ Inleiding Een opva11ende conc1usie in het artike1 van Leon de Wo1ff 2 'Het geheim van succesvo1 ondernemen' was, dat

13

Samenvattend komt men bij de interpretatie van deze onderzoek-

resultaten tot de volgende uitspraken:

Van een over de gehele linie gemiddeld grotere bijdrage van

kleine en ook middelgrote ondernemingen aan de werkge1egen-

heidsgroei kan geen sprake zijn. Het beeld is zowel wat betreft

de componenlen van de netto-veranderingen alsook wat betreft de

sectorenontwikkeling veel complexer.

De stabi1iteit van de werkgelegenheid hangt nauw samen met de

grootte van de onderneming; fluctuaties komen voora1 voor bij

kleine ondernemingen en nemen af bij toenemende ondernemings-

grootte. Het aantal in de onderzoekperiode gegroeide onderne-

mingen is in de dienstensector naar verhouding groter dan in de

industrie. Deze constatering bevestigt de algemene groeitrend

van de dienstensector.

De resultaten van het steekproefonderzoek wat betreft de rela-

tieve verschuivingen tussen de beschouwde grootteklassen, kun-

nen volgens het rapport op grond van onvoldoende gegevens in de

officie1e statistiek niet gegeneraliseerd worden naar de gehele

populatie. Daarom wordt bij de conclusies een beperking in acht

genomen tot die onderzoeksresultaten, die met een hoge waar-

schijnlijkheid vanuit de in de steekproef waargenomen ontwikke-

ling maar de ontwikkeling van de popu1atie als geheel kunnen

worden geextrapo1eerd.

Bezien we de ontwikkeling van het aantal werknemers onderschei-

den naar de grootte van de onderneming, dan komt uit het onder-

zoek het volgende beeld naar voren:

Page 15: Herstel van de werkgelegenheid door groei van kleine en ... · ~ Inleiding Een opva11ende conc1usie in het artike1 van Leon de Wo1ff 2 'Het geheim van succesvo1 ondernemen' was, dat

14

Tabe1 2. Gemidde1de toe- respectievelijk afname van het aantal werknemers per onderneming in de industrie en de dienstensector 1973-1981 (Bene1ux-1anden).

grootteklasse gemiddelde toename aan- gemiddelde afname (aant.werknemers) tal werkn. bij groei- aantal werkn. bij

ende ondernemingen inkrimpende onder-nemingen dien-

industrie diensten industrie sten

1- 19 8,2 8,6 4,8 4,6 20- 49 19,4 12,2 - 12.0 - 12.0 50- 99 38,3 54.7 - 22,6 - 31.8

100-199 52,0 66,6 - 53.5 - 57,6 200-499 153.4 213 ,0 -108,0 - 84.3 500-999 254.4 426,0 - 229.9 -437.0

1000 en meer 500,0 2106,7 -773,9 -966.3

NB. Hoewe1 dit niet uitdrukke1ijk verme1d is. wordt hier aange­nomen dat het gaat om ondernemingen onderscheiden naar hun grootteklasse in 1973.

Uit deze gegevens blijkt duide1ijk dat zowel in de industrie

als in de dienstensector de gemiddelde toename van de werkgele-

genheid in de groeiende ondernemingen in bijna aIle grootte-

klassen groter was dan de overeenkomstige afname in de inkrim-

pende ondernemingen.

Ken interessant resultaat van het onderhavige rapport levert

nog de vergelijking van het onderzoek voor de Benelux-Ianden

met het overeenkomstige onderzoek voor de Bondsrepubliek

(West-)Duitsland.

De overeenkomst is vooral, dat de veranderingen van de werkge-

legenheid overwegend op de geringe stabiliteit van kleine on-

dernemingen zijn terug te voeren. Zowel de sluitingen als de

nieuwe vestigingen van ondernemingen nemen af naarmate het gaat

om grotere ondernemingen. De kenmerken van de opgeheven onder-

Page 16: Herstel van de werkgelegenheid door groei van kleine en ... · ~ Inleiding Een opva11ende conc1usie in het artike1 van Leon de Wo1ff 2 'Het geheim van succesvo1 ondernemen' was, dat

15

nemingen zijn in beide onderzoeken dat deze klein en jong zijn

en te weinig kapitaal hadden. Kleine ondernemingen zijn aan een

verhoogd sluitingsrisico onderhevig onafhankelijk van de be­

drijfsklasse waartoe ze behoren.

Zowel in West-Duitsland als in de Benelux-Ianden zijn de kleine

ondernemingen bovendien geconcentreerd in de structureel zwakke

bedrijfsklassen, terwijl de grotere ondernemingen in groeiende

bedrijfsklassen, zoals bijvoorbeeld in het algemeen in de

dienstensector in versterkte mate arbeidsplaatsen tot stand

brengen.

V~~r het overgrote deel stemmen de resultaten voor West-Duits­

land overeen met die voor de Benelux-Ianden. Als verschil wordt

vermeld, dat voor West-Duitsland bestaande kleine ondernemingen

(met minder dan 20 werknemers) in totaal geen positieve netto­

bijdrage aan het tot stand brengen van nieuwe arbeidsplaatsen

hebben geleverd. Daarentegen komt het onderzoek voor de Bene­

lux-Ianden tot het resultaat dat de kleine ondernemingen het

sterkst daartoe bijgedragen hebben en weI in het bijzonder bij

de industrie. Opvallend is nog dat uit beide studies blijkt dat

de bijdrage aan het tot stand brengen van arbeidsplaatsen in de

dienstensector met de ondernemingsgrootte toeneemt. Dit laatste

is duidelijk in tegenspraak met de door Birch naar voren ge­

brachte opvatting, dat kleine en middelgrote ondernemingen in

de dienstensector bijzonder grote groeimogelijkheden hebben.

V~~r de Benelux-Ianden en West-Duitsland wordt deze opvatting

door de onderhavige studies niet bevestigd.

Page 17: Herstel van de werkgelegenheid door groei van kleine en ... · ~ Inleiding Een opva11ende conc1usie in het artike1 van Leon de Wo1ff 2 'Het geheim van succesvo1 ondernemen' was, dat

16

Samenvatting en conclusies

uit de hiervoor beknopt weergegeven onderzoekresultaten

wordt in het rapport de conclusie getrokken, dat een vergroting

van het aandeel van de KMO waarschijnlijk voor een belangrijk

dee1 uit conjuncturele factoren te verklaren is.

Tussen ondernemingen die arbeidsplaatsen verloren en onder­

nemingen die arbeidsplaatsen erbij kregen, bleken duidelijke

verschillen te bestaan naargelang de ondernemingsgrootte. De

percentages groeiende ondernemingen nemen toe met de onderne­

mingsgrootte terwijl de percentages inkrimpen de onderneming

daarentegen juist afnemen met de ondernemingsgrootte. De

hoogste percentages inkrimpende ondernemingen traden dus op bij

de kleinste ondernemingen.

Hoewel industriele en dienstverlenende ondernemingen een

vrij aanzienlijke overeenkomst vertonen wat betreft het onder­

scheid naar ondernemingsgrootte, kan toch worden geconstateerd

dat in de dienstensector in het algemeen minder ondernemingen

met arbeidsplaatsverliezen voorkomen dan in de industrie. Ook

liggen de percentages groeiende ondernemingen in de diensten­

sector veelal hoger dan in de industrie.

In de structureel zwakke bedrijfstakken schijnt de categorie

van de kleinste ondernemingen de rol gespeeld te hebben van een

soort verzamelbak voor inkrimpende ondernemingen. Bij deze ca­

tegorie met 1-19 werknemers heeft het percentage inkrimpende

ondernemingen in de tot ale werkgelegenheid van deze grootte­

klasse zich in de periode 1973-1981 bijna verdubbeld, terwijl

het overeenkomstige aandeel van de groeiende ondernemigen met

ca. 30~ is gedaald.

Page 18: Herstel van de werkgelegenheid door groei van kleine en ... · ~ Inleiding Een opva11ende conc1usie in het artike1 van Leon de Wo1ff 2 'Het geheim van succesvo1 ondernemen' was, dat

17

De schomme1ingen in het aanta1 ondernemingen hebben in het

a1gemeen weinig invloed gehad op het globa1e niveau van de

werkgelegenheid, aangezien het aanta1 door nieuwe vestigingen

tot stand gekomen arbeidsp1aatsen vrijwe1 gecompenseerd is door

de inv10ed van de ondernemingssluitingen.

Zowe1 wat de nieuwe vestigingen a1s de sluitingen betreft heb­

ben we overwegend te maken met k1eine ondernemingen met minder

dan 20 werknemers. De sluitende ondernemingen waren overwegend

klein en jong en hadden meesta1 te weinig kapitaa1.

De resu1taten vertonen ook een zeker verband met leeftijd­

factoren: De jongste onder de k1eine ondernemingen groeien of

gaan teniet. Bij de k1einste ondernemingen ( 20 werknemers)

komt de grootste groei van het gemidde1d aanta1 werknemers tot

stand in de 1eeftijdsk1assen der tussen 1960 en 1970 opgerichte

ondernemingen. In het a1gemeen brengen de ondernemingen van

midde1bare 1eeftijd in versterkte mate arbeidsp1aatsen tot

stand. De jongste en de oudste ondernemingen ver1iezen daaren­

tegen arbeidsp1aatsen.

Wat betreft de bijdrage van k1eine en midde1grote ondernemingen

tot de ontwikke1ing van de werkgelegenheid b1ijkt in het bij­

zonder:

Hoewe1 het aanta1 inkrimpende ondernemingen afneemt bij toe­

nemende ondernemingsgrootte, nemen de percentages van door in­

krimping van ondernemingen verloren werknemers vee leer toe met

de ondernemingsgrootte.

Hoewe1 de k1einste ondernemingen vee1eer dan de grotere inge­

krompen zijn, was het ver1ies van werknemers toch naar verhou­

ding kleiner dan bij de grotere ondernemingen.

Page 19: Herstel van de werkgelegenheid door groei van kleine en ... · ~ Inleiding Een opva11ende conc1usie in het artike1 van Leon de Wo1ff 2 'Het geheim van succesvo1 ondernemen' was, dat

18

Terwij1 de industrie en de dienstensector wat betreft de

verrnindering van het aantal werknemers vrij grote overeenkom­

sten in ontwikkeling vertonen, komen er toch bij de groeiende

ondernemingen duidelijk verschillen per sector naar voren. In

tegenstelling tot de industrie neemt bij de dienstensector het

door groei toegenomen aanta1 werknemers toe met de onderne­

mingsgrootte. Wat betreft de groei spelen de k1eine onderne­

mingen in de industrie een doorslaggevende rol, terwijl het in

de dienstensector veeleer de grotere ondernemingen zijn.

Samenvattend blijkt nog dat de kleinste ondernemingen (1-19

werknemers) meer arbeidsplaatsen door groei van bestaande on­

dernemingen en door nieuwe vestigingen tot stand gebracht heb­

ben dan zij door sluiting en inkrimping van ondernemingen heb­

ben verloren. Verder geeft aIleen de grootteklasse van onderne­

mingen met 50-99 werknemers een - zij het zwak - positief sa1do

te zien van toenamen van arbeidsplaatsen tegenover ver1iezen.

In aIle andere grootteklassen overwegen de arbeidsplaatsverlie­

zen. Het grootste negatieve saldo treedt op bij de grootteklas­

se met 100-199 werknemers, gevolgd door de klasse met 1000 en

meer werknemers. In totaal gezien was de groei van de kleinste

ondernemingen in de Benelux-landen echter niet voldoende om de

arbeidsplaatsverliezen van de middelgrote en grote onderne­

mingen te compenseren.

Tegen de achtergrond van deze resultaten wordt in het rapport

uitdrukkelijk de waarschuwing herhaald, dat men kleine en mid­

delgrote ondernemingen niet over een kam mag scheren. Als men

a1s de omschrijving voor KMO hanteert ondernemingen met minder

dan 500 arbeidsplaatsen, blijkt niet duidelijk genoeg welke van

Page 20: Herstel van de werkgelegenheid door groei van kleine en ... · ~ Inleiding Een opva11ende conc1usie in het artike1 van Leon de Wo1ff 2 'Het geheim van succesvo1 ondernemen' was, dat

19

deze categorie ondernemingen de grootste bijdrage aan de werk­

gelegenheidsontwikkeling leveren. Dat zijn, zoa1s uit het on­

derzoek blijkt, de ondernemingen met 1-19 werknemers.

Jammer genoeg, aldus het rapport, zijn juist ondernemingen van

deze grootteklasse in de officie1e statistiek dikwijls onderbe~

licht. V~~r een zake1ijk gefundeerd beleid ten gunste van k1ei­

ne ondernemingen is een uitbreiding van de officiele statisti­

sche gegevens dan ook onmisbaar.

Tot slot nog enkele opmerkingen.

De hiervoor beknopt besproken onderzoekresultaten duiden er

naar mijn oordee1 op dat van een vrij globaa1 be1eid, gericht

op herstel van onze werkgelegenheid, door nieuwe en groeiende

kleine en middelgrote ondernemingen niet onmidde1lijk of op

korte termijn resultaten kunnen worden verwacht.

V~~r een goed inzicht in de effecten op lange termijn van een

specifiek beleid ten gunste van k1eine ondernemingen is

dringend uitbreiding noodzakelijk van de officie1e statistische

gegevens zodat men minder aangewezen is op steekproeven voor

het onderzoek naar de oorzaken van vestiging, groei, inkrimping

en sluiting van ondernemingen.

De maatregelen in het kader van de vernieuwing van het indus~

triebeleid zouden systematisch op hun kosten/effectiviteit die­

nen te worden onderzocht ten einde een beter inzicht te ver­

krijgen op we1k specifiek be1eidsgebied de gewenste blijvende

arbeidsplaatsen efficient te rea1iseren zijn.

THE, 1984.02.08/AS/FduB