4
‘Explosion in Wealth’ FOTO’S GERRIT SCHREURS 16 ZATERDAG 14 SEPTEMBER 2013 Essay Door het beeld Geel, maar dat is het woord niet

Geel, maar dat ishet woord niet - De Ketelfactory · in de woestijn al eeuwen gebruiken voor hun ... wegingen op het doek anders worden.Ook de kleuren zijn nat anders dan droog. Maar

  • Upload
    others

  • View
    1

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Geel, maar dat ishet woord niet - De Ketelfactory · in de woestijn al eeuwen gebruiken voor hun ... wegingen op het doek anders worden.Ook de kleuren zijn nat anders dan droog. Maar

‘Explosion in Wealth’ FOTO’S GERRIT SCHREURS

16 ZATERDAG 14 SEPTEMBER 2013

Essay Door het beeld

Geel,maar

dat is hetwoordniet

Page 2: Geel, maar dat ishet woord niet - De Ketelfactory · in de woestijn al eeuwen gebruiken voor hun ... wegingen op het doek anders worden.Ook de kleuren zijn nat anders dan droog. Maar

E ven nadat beeldend kunstenaar Clau-dy Jongstra een paar nieuwe viltdoe-ken heeft uitgespreid over planten inhaar Friese tuin, strijken er bijen op

neer. “Dit is een bijzondere bij”, zegt Jongstra.“De zwarte bij. Hij behoort tot de oudste popu-laties bijen ter wereld, 8000 voor Christus wa-ren ze hier al. Tien jaar geleden waren ze bijnauitgestorven. Er zijn zo’n vijf populaties zuive-re zwarte bijen in de wereld. Eentje daarvanhuist bij ons, hier achter de verftuin.”Vanuit een klein, halfrond nisje van baksteen

kijken we naar doeken die tentoongesteld zul-len worden in De Ketelfactory in Schiedam.Links een zon, een zeer expressief werk, bar-stensvol kracht. Rechts een ingetogener doek,kouder door het blauw.In de verftuin staan de planten waarmee

Jongstra en haar team experimenteren, waar-van ze monsters maken om te zien wat eenkleur doet als je de plant lang kookt, kortkookt, laat drogen, opnieuw kookt. Besluit zeeen kleur te gebruiken voor de viltdoeken, danlaat Jongstra de planten kweken door een bio-logisch-dynamisch boer. Ze experimenteert inde ververij, die aan de tuin grenst. Jongstra:“Die zwarte bijen zijn ook vaak in de ververijte vinden, als de planten aan het borrelen zijn,en er de meest bedwelmende geuren vrijko-men.”Wie wil leren kijken naar de werken van

Jongstramoet ook leren kijken naar deze bijen.En leren nadenken over ethiek – terwijl we inNederland alleen gewend zijn om de estheti-sche kwaliteit van kunst te beoordelen. Eenfilm over Jongstra’s werk begint met een uit-spraak van de Duitse filosoof Peter Sloterdijk:“Handel zo dat de gevolgen van je handelen sa-mengaan met het voortbestaan van menselijkleven op aarde.” Deze leidraad vormt een kernvan het werk van Jongstra. De wol die ze voorhaar viltdoeken gebruikt, komt van haar eigenkudde Drentse heideschapen. Jongstra: “Ik wilze voor uitsterven behoeden. En ze leveren na-tuurlijk uitstekende wol.”“Wij praten vaak over bescherming van ons

cultureel erfgoed. Maar we springen achteloosom met ons natuurlijk erfgoed. Daarom vertel

ik over de bijen en de schapen. En laat mensenkijken naar de kleuren vanmijn werk.”

Jongstra staat op, loopt de tuin in en plukteen plantje, een onaanzienlijk plantje. Zeschudt de wortel ervan schoon, met haar nagelkrabt ze de bruine schil weg. Eronder komt ietsroods tevoorschijn. “Dit is meekrap. In de vijf-tiende eeuw werd het plantje in Nederlandgeïmporteerd. Nederland werd daarmee in dezeventiende eeuwwereldwijdmarktleider. Datzie je terug bij onze oude meesters. JohannesVermeer gebruikte veelmeekrap in zijn ‘Meisjemet de rode hoed’. Het was kostbaar om dezekleur te krijgen. Je moet de plant drie jaar latengroeien, en de wortel vervolgens twee jaar la-ten drogen.Omgoede verf te krijgen,was je vijfjaar verder. Toen eind negentiende eeuw ont-dekt werd dat een vergelijkbare kleur op che-mische wijze veel eenvoudiger gemaakt konworden, verdween de plant weer.”

Een begrijpelijke innovatie.“De meekrap is om economische redenen ver-dwenen. Net als het Drentse heideschaap en dezwarte bij. En net als veel productieprocessen,zoals het spinnen, kammen en persen van deruwe wol. Zo bepaalt de economische waardeof wij ons erfgoed laten verslonzen.”

Als er een goede vervanger is voormeekrap, is ertoch niets aan de hand?“Een synthetische vervanger geeft slechts ééntoon rood, en een natuurlijk geverfde vezelherbergt vele tonen rood; er gaat dus ook eenesthetische kwaliteit verloren. Op de tentoon-stelling hangt ook een meekrapdoek. Daaropzie je die vele nuances rood heel goed.We zeggen vaak dat kleuren vloeken. Heb jij

in de natuur ooit kleuren zien vloeken? Deplantaardige kleuren van mijn doeken vloekenook niet. Integendeel, de doeken zijn kamele-ontisch, de kleuren passen zich aan de om-geving aan. Demeest gehoorde reactie nadat ikeen viltdoek geïnstalleerd heb: het is alsof ditdoek er altijd al hing.”

Gewoonlijk richten kunstwerken de aandachtjuist op zichzelf.“Onlangs zei een vrouw over een serie wittedoeken in een museum in Philadelphia: yourwork has no ego.”

Is dat een compliment?“Ja. Het werk dringt zich niet aan je op. Datkomt, denk ik, door het gebruik van die plant-aardige kleuren. Aan dit werk is niets gemani-puleerd, schoner kan niet. Dat betekent nietdat het werk in een ruimte verdwijnt. Mijnwerken zijn vaak vrij groot, de kleuren uitge-sproken. Toch schreeuwt het je niet toe.”

Ervaart het publiek dat ook zo?“Mijn publiek is divers. In een zaal van de Ver-enigdeNaties of bij hetWorld Economic Forumin Davos bestaat het uit invloedrijke beleids-makers. Ik hoop dat ze zich afvragen waar mijnwerk gemaakt is. Wellicht kan ik ze zo verlei-den om beslissingen te nemen die de duur-zaamheid in de wereld ten goede komen.” �

Trouw-redacteur enneerlandicus Peter Henk

Steenhuis stelt verboden

vragen aan kunstenaars.

Wat stelt uwwerk voor?

Steenhuis stuit op een

pijnlijk gemis: hij heeft geen

woorden voor tinten geel.

17Trouw LETTER&GEEST

Door het beeld Essay

PETER HENK STEENHUIS

Page 3: Geel, maar dat ishet woord niet - De Ketelfactory · in de woestijn al eeuwen gebruiken voor hun ... wegingen op het doek anders worden.Ook de kleuren zijn nat anders dan droog. Maar

18 ZATERDAG 14 SEPTEMBER 2013

Essay Door het beeld

Dat is de ethische functie van uwwerk. Daarpraten kunstenaars zelden over.“Nee. InNederlandwerd ik daar niet erg serieusin genomen, terwijl Amerikanen me erom be-wonderen.Maarmet de opkomst van hetmaat-schappelijk verantwoord ondernemen willenook Nederlandse bedrijven graag verantwoordekunst kopen.”

Naast beleidsmakers kent Jongstra ook eenheel ander publiek, zegt ze. “Veel werk hangtin ziekenhuizen, psychiatrische inrichtingen.Een patiënt zei laatst: ‘Het doek roept een ge-voel van heimwee op.’ Een terminaal ziekemanvertelde mij dat een doek zijn gevoelslevenopende. De onopgesmukte eerlijkheid van hetwerk raakt de mensen direct. Het werkt op dezintuigen.”

Een belangrijke ervaring.“Ja. Als een werk erin slaagt veel van wat wij inde loop van een leven afdichten weer te ope-nen, kan het heimwee oproepen naar vroeger,maar ook troost bieden. Je kunt de doeken danecht als een schuilplaats beschouwen.”

Waar zou het je dan tegen beschermen?“In het fototijdschrift As If issue draagt de be-roemde Servische performancekunstenaarMa-rina Abramovic een viltdoek van mij. Zo zijndie doeken oorspronkelijk ook bedoeld: na leeris vilt het oudste materiaal dat gebruikt werdals kleding. Vilt beschermde je tegen de kou.Oftegen de warmte. Patiënten willen de doekenook graag aanraken. Er hangt bij mijn werkendan ook nergens een bordje: verboden aan teraken. Slijtplekkenmaken een doekmooier.”

Een ander doek dat in de tuin op de varensligt is blauw, indigo, een kleur die de Toearegsin de woestijn al eeuwen gebruiken voor huntenten om warmte te weren. Vanwege het pro-ductieproces was de kleur uiterst kostbaar.Jongstra: “Normaal gesproken kleur je wol in

een verfbad. Indigo ontstaat door oxidatie. Dewol wordt geverfdmet wede, een plantmet ge-le bloemetjes en grote pluimen.De kleur blauwontstaat pas als de stof, na het verfbad, aan de

‘Wild piece’ (foto boven en onder, detail)

MarinaAbramovicin eenkledingstukvan ClaudyJongstra

‘Meisje metde RodeHoed’ vanJohannesVermeer

‘Rhythm’ (detail)

Page 4: Geel, maar dat ishet woord niet - De Ketelfactory · in de woestijn al eeuwen gebruiken voor hun ... wegingen op het doek anders worden.Ook de kleuren zijn nat anders dan droog. Maar

19Trouw LETTER&GEEST

Door het beeld Essay

lucht droogt. Om deze kleur indigo te krijgen,moet je dat proces keer op keer herhalen.Gaan-deweg wordt de kleur intenser, donkerder.”

Componeert umet wol op dezelfdemanier alseen schildermet verf op een doek?“Nu ik twintig jaar met wol en zijde aan hetwerk ben, komt er uitmijn handenwat ik graagwil uitdrukken. Er blijft altijd een verrassings-element, omdat je niet precies kunt zien wathet resultaat zal zijn.Viltmaak je als de stof natis, dan hechten de vezels van de stoffen aan el-kaar. Daarna krimpt het nog, waardoor de be-wegingen op het doek anders worden. Ook dekleuren zijn nat anders dan droog. Maar als iknu aan het componeren ben, kan ik goed in-schatten wat het effect van de verschillendekleuren enmaterialen is.Kijk nog eens naar die indigo strepen, je ziet

dat sommige delen glanzen en andere dof zijn.Waar het glanst heb ik meer zijde in het viltverwerkt. Op die delen werkt het licht anders:het matte is compact en statisch, de glanzendedelen zorgen voor dynamiek.”

Zorgt dat verschil tussen glanzend enmat bijdie zon ook voor dat krachtige effect?“Nee. Die kracht ontstaat door de werking vanhet geel met de contrastrijke achtergrond.”

De zwarte strepen die je er doorheen ziet lopen.“Het is geen zwart, zwart is me te hard. Het iseen blend van zwarte en donkerbruine wol.”

Nu ik langer naar de gele zon zit te kijken,valt me op hoeveel verschillende kleuren er indit doek zitten.Ook hier glanzende delen,mat-te delen. Op sommige plaatsen oogt de kleurzelfs poederachtig, als verf die erop ligt.Jongstra: “Dit is de kleur vanVanGoghs zon-

nebloemen. Zoals hij structuur aanbracht doordelen dik te verven, kunnen wij die structuurmet de wol nog veel sterker benadrukken. Zosterk, dat je bij deze doeken ook van een sculp-tuur kunt spreken.”

Hoe zou u deze kleur noemen?Geel? Ik zieverschillende gelen.

“Ongelooflijk niet? Dat woord valt hier in deververij vaak: ongelooflijk. Naar dat gele doekmoet je lang kijken om al die kleurschakerin-gen te zien.”

En nog langer om die schakeringen te kunnenbenoemen.“Dat kan ik niet. Dit is geel ja, maar dat is hetwoord niet.”

Daar, zittend in het nisje van bakstenen,speet het me dat ik geen synoniemenboek bijme had. Ookmij raakt Jongstra’s onopgesmuk-te eerlijkheid, maar als kijker wil ik niet alleenonder woorden kunnen brengen wat het werkmetmij doet, maar ook wat ik nu precies zie.Een dag later pak ik ‘Het juiste woord’ erbij.

Onder het lemma kleuren, nummer 611, staatbij geel: bleekgeel, amarillo, zwavelgeel, ci-troengeel, saffraangeel, botergeel, okergeel,strogeel, izabel, geelpeld, tanig, vlassig – en nogeen dozijn andere woorden. Zou ik meer zien,als ikmet dit boek in de hand opnieuw naar de-ze zon zou gaan zitten kijken?Bij het kijken naar Jongstra’s werk kun je

vaststellen dat het aantal woorden dat we ken-nen voor geel afneemt, omdat we de verschil-lende nuances niet meer nodig lijken te heb-ben. Toch ervaar ik een gemis als ik bij de doe-ken van Jongstra moet concluderen dat ik nietkan verwoorden wat ik zie. Ik kom letterlijkwoorden tekort.Wie naar het werk van Jongstra wil leren kij-

ken,moet niet alleen leren kijken naar de zwar-te bij, of het Drentse heideschaap maar ooknaar zijn eigen rol: hoe verhouden we ons totons natuurlijk erfgoed én tot ons cultuurerf-goed, tot onze taal. Hoe behoud je de goede din-gen? Jongstra ziet het als haar taak een natuur-lijk erfgoed te behouden. Bijen die op uitster-ven staan, schapen. Planten te herintroduceren,waarvan oude meesters kleuren maakten. Ditnatuurlijk erfgoed blijkt onlosmakelijk verbon-denmet ons cultureel erfgoed.Met de introduc-tie van de synthetische kleuren verloren we denoodzaak nuances aan te brengen die de plant-aardige kleuren van nature bezaten. Maar kun-nenwe nog zonder woorden kijken?�

‘Ongeloo�ijk, niet?

Dat woord valt hier in de ververij

vaak: ongeloo�ijk’

Claudy Jongstra

Het Catshuis, de Nederlandse ambas-sade in Berlijn, een Amsterdamse bi-bliotheek: ze hebben allemaal wand-tapijten of installaties van ClaudyJongstra (1963). Zij werkte daarbijsamen met architecten als Jo Coenenen Rem Koolhaas. Ook ontwerpt zijstoffen voor bekende modeontwer-pers als John Galliano, Christian La-croix en Alexander van Slobbe. Zijkreeg de Amsterdamprijs voor de kun-sten (2005) en de Prins Bernhard Cul-tuurfondsprijs voor Toegepaste Kunsten Bouwkunst (2008).Ze werkt met natuurlijke materialen enoude technieken. Vilt is een van deoudste textielvormen. Jongstra ge-bruikt nat-vilten: ze legt wol in heetwater en wrijft dat over elkaar. Daar-door haken de vezelschubben in el-kaar. Vergelijk het met een heet ge-wassen wollen trui: die krimpt doordatde vezels in elkaar zijn gaan haken.

‘Bruiloft’ in Schiedam

Voor de tentoonstelling ‘Bruiloft’ laatJongstra zich inspireren door tweepioniers: Jacoba van Heemskerck enMarie Tak van Poortvliet. Van Heems-kerck werkte aan het begin van de vo-rige eeuw in Domburg en maakte deeluit van de kunstenaarskolonie waartoeook Charley Toorop en Piet Mondriaanbehoorden. Zij maakte voor haar tijdzeer expressieve schilderijen.Marie Tak van Poortvliet richtte er hetberoemde tentoonstellingsgebouw op(het huidige Marie Tak Museum) enexperimenteerde als een van de eer-sten in Europa met biologisch-dyna-mische landbouw. Het door haar op-gerichte bedrijf Loverendale bestaatnog steeds.De expositie ‘Bruiloft’, die een glimpbiedt van het gedeelde gedachten-goed van deze pioniers, is t/m 17 no-vember te zien. Info: deketelfactory.nl

‘Door het beeld’ is een initiatief vanTrouw en de Ketelfactory te Schiedam.

DOORHET BEELD