16
1 Jullie antwoorden centraal Themanummer 1-meting 2648 leden vulden in oktober de vragenlijst in! Jullie gaven allemaal ongeveer 10 minuten van je (kostbare) tijd en veel informatie. Waarvoor we jullie hartelijk willen bedanken namens de stuurgroep én namens de werkorganisatie van CNV Onderwijs. In dit nummer van onze nieuwsbrief vind je de uitkomsten van het onderzoek. Ook op andere plekken is of komt er aandacht voor deze uitkomsten. Zo stond in het Schooljournaal 18 en in het Algemeen Dagblad van 27 november een artikel. Op de site staat het volledige onderzoeksrapport. In januari 2014 zal ZorgPrimair helemaal in het teken van passend onderwijs staan. In dit nummer vind je achtereenvolgens: een artikel over PO; een artikel over VO; een artikel over MBO; een artikel over AB-ers en een artikel over medezeggenschapsorganen. In alle artikelen staat naast de resultaten ook een (succes)verhaal van één van onze leden centraal. 10 minuten aandacht voor 7 stappen Stap voor stap naar passend onderwijs Bron: CNVO.nl (2013); Katalin de Kleuver, stuurgroep Passend Onderwijs Op weg naar passend onderwijs zijn we allemaal! Op verschillende scholen gloort licht aan de horizon op andere scholen vertroebelen wolken nog steeds het beeld. Al met al meldden (relatief) meer mensen hun succeservaringen met passend onderwijs in de enquête. We leggen de resultaten naast onze meetlat, het zeven-puntenplan: 1. Voldoende training op vaardigheden in de praktijk Bijna ieder personeelslid heeft scholing gevolgd, individueel dan wel in teamverband. Onderwijsondersteunend personeel wordt hier niet bij betrokken. Waarom, dat weten ze zelf vaak niet. Ondanks deze training voelen leerkrachten zich vaak onvoldoende toegerust. Volgt men wel de juiste scholing? 2. Voldoende ondersteuning op de werkvloer Bijna de helft van de leerkrachten in het PO zegt onvoldoende ondersteuning te krijgen om de leerlingen te kunnen begeleiden. In het VO en MBO is dit circa een derde. De leerkrachten die wel voldoende worden ondersteund, krijgen deze steun meestal in de vorm van beschikbare expertise binnen de school. Dit is vaker binnen het VO en MBO het geval dan binnen het PO. NIEUWSBRIEF CNV ONDERWIJS PASSEND ONDERWIJS NUMMER 20 28 NOVEMBER 2013 Eigen wijs, wijzer, wijst IN DIT NUMMER DE VERENIGING Verslag van de AV O-factor DE 1-METING Uitdagende kansen voor leerkrachten PO? Grote verschillen in VO MBO zet kleine stapjes Hoe kan de expertise van AB- ers benut worden? Medezeggenschap: betrokkenheid en draagvlak BELEID/POLITIEK Verslag Conferentie ECPO DE WERKVLOER Inspelen op passend onderwijs Onduidelijkheid over rol directeuren UIT DE MEDIA Het wordt pas wat als núHoe bereiden leraren zich voor op passend onderwijs? AGENDA Conferentie masterplan dyscalculie MBO De kracht van het oplossingsgericht werken LEES VERDER Halfmaandelijks overzicht

Eigen wijs, wijzer, wijst - CNV Onderwijs...mensen hun succeservaringen met passend onderwijs in de enquête. We leggen de resultaten naast onze meetlat, het zeven-puntenplan: 1. Voldoende

  • Upload
    others

  • View
    8

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Eigen wijs, wijzer, wijst - CNV Onderwijs...mensen hun succeservaringen met passend onderwijs in de enquête. We leggen de resultaten naast onze meetlat, het zeven-puntenplan: 1. Voldoende

1

Jullie antwoorden centraal

Themanummer 1-meting 2648 leden vulden in oktober de vragenlijst in! Jullie gaven allemaal

ongeveer 10 minuten van je (kostbare) tijd en veel informatie.

Waarvoor we jullie hartelijk willen bedanken namens de stuurgroep én

namens de werkorganisatie van CNV Onderwijs.

In dit nummer van onze nieuwsbrief vind je de uitkomsten van het

onderzoek. Ook op andere plekken is of komt er aandacht voor deze

uitkomsten. Zo stond in het Schooljournaal 18 en in het Algemeen

Dagblad van 27 november een artikel. Op de site staat het volledige

onderzoeksrapport. In januari 2014 zal ZorgPrimair helemaal in het

teken van passend onderwijs staan.

In dit nummer vind je achtereenvolgens: een artikel over PO; een

artikel over VO; een artikel over MBO; een artikel over AB-ers en een

artikel over medezeggenschapsorganen. In alle artikelen staat naast de

resultaten ook een (succes)verhaal van één van onze leden centraal.

10 minuten aandacht voor 7 stappen

Stap voor stap naar passend onderwijs Bron: CNVO.nl (2013); Katalin de Kleuver, stuurgroep Passend

Onderwijs

Op weg naar passend onderwijs zijn we allemaal! Op verschillende

scholen gloort licht aan de horizon op andere scholen vertroebelen

wolken nog steeds het beeld. Al met al meldden (relatief) meer

mensen hun succeservaringen met passend onderwijs in de enquête.

We leggen de resultaten naast onze meetlat, het zeven-puntenplan:

1. Voldoende training op vaardigheden in de praktijk

Bijna ieder personeelslid heeft scholing gevolgd, individueel dan wel in

teamverband. Onderwijsondersteunend personeel wordt hier niet bij

betrokken. Waarom, dat weten ze zelf vaak niet. Ondanks deze

training voelen leerkrachten zich vaak onvoldoende toegerust. Volgt

men wel de juiste scholing?

2. Voldoende ondersteuning op de werkvloer

Bijna de helft van de leerkrachten in het PO zegt onvoldoende

ondersteuning te krijgen om de leerlingen te kunnen begeleiden. In het

VO en MBO is dit circa een derde. De leerkrachten die wel voldoende

worden ondersteund, krijgen deze steun

meestal in de vorm van beschikbare expertise

binnen de school. Dit is vaker binnen het VO

en MBO het geval dan binnen het PO.

NIEUWSBRIEF CNV ONDERWIJS PASSEND ONDERWIJS NUMMER 20 28 NOVEMBER 2013

Eigen wijs, wijzer, wijst

IN DIT NUMMER

DE VERENIGING

Verslag van de AV

O-factor

DE 1-METING

Uitdagende kansen voor

leerkrachten PO?

Grote verschillen in VO

MBO zet kleine stapjes

Hoe kan de expertise van AB-

ers benut worden?

Medezeggenschap:

betrokkenheid en draagvlak

BELEID/POLITIEK

Verslag Conferentie ECPO

DE WERKVLOER

Inspelen op passend onderwijs

Onduidelijkheid over rol

directeuren

UIT DE MEDIA

Het wordt pas wat als nú…

Hoe bereiden leraren zich voor

op passend onderwijs?

AGENDA

Conferentie masterplan

dyscalculie MBO

De kracht van het

oplossingsgericht werken

LEES VERDER

Halfmaandelijks overzicht

Page 2: Eigen wijs, wijzer, wijst - CNV Onderwijs...mensen hun succeservaringen met passend onderwijs in de enquête. We leggen de resultaten naast onze meetlat, het zeven-puntenplan: 1. Voldoende

2

NIEUWSBRIEF CNV ONDERWIJS PASSEND ONDERWIJS NUMMER 20 28 NOVEMBER 2013

MBO22%

34%18%

26%

VO25%

35%

14%

26%

PO29%

45%

3%

24%

Kan leerkracht zowel differentiatie als individuele hulp bieden?

Ja

Nee, alleen één van beiden, het andere schiet er dan bij in

Nee, geen van beiden

Weet ik (nog) niet

Vervolg

10 minuten aandacht voor 7 stappen 3. Personeel en medezeggenschapsorganen worden erbij betrokken

Kijkend naar de beleving van leerkrachten als het gaat om betrokkenheid bij de invoering van passend

onderwijs, voelen veel leerkrachten zich (enigszins) niet betrokken, met name in het VO en MBO (ca. 50%).

4. Maximale focus op het primaire proces

Dit lijkt langzamerhand wat door te dringen. Samenwerkingsverbanden en leidinggevenden doen hun best de

teams te informeren. Echter, de betrokkenheid op de werkvloer blijft laag. Hoe dichter bij het primaire

proces, hoe lager!

5. Leraren beschikken over voldoende basis- en complexe

vaardigheden

Over hun eigen vaardigheden zijn leraren gemengd positief: zowel

differentiëren als individuele hulp is voor ongeveer een kwart goed te

doen. Ten opzichte van de 0-meting geven iets meer leraren aan dat

zij gedragsproblemen/-stoornissen in de klas kunnen opvangen.

6. Elke leraar kan zelf vormgeven aan de basisondersteuning

Op veel scholen staat nog onvoldoende vast wat de

basisondersteuning inhoudt (dit wordt o.a. in het SOP vastgelegd).

Ook bij leraren is dit nog (deels) onbekend. Het lijkt nog wat te vroeg

om hier volmondig ja of nee op te kunnen zeggen. Wel worden

kinderen met gedragsproblemen en gedragsstoornissen, leerproblemen en leerstoornissen door leraren in

alle sectoren vooral met behulp van de interne zorgstructuur begeleid (meer dan de helft) en door circa 1 op

de 5 leraren zelfstandig. 30% van de leraren geeft aan dat dit niet onder de expertise van de school valt.

7. Voldoende tijd, ruimte en mogelijkheden om het onderwijs professioneel vorm te geven

Tijd is nog steeds de grootste belemmerende factor volgens de meerderheid van alle respondenten.

Kortom: We herkennen Code Oranje van de ECPO: Gas geven met passend onderwijs!

Het hele onderzoek kun je lezen op cvno.nl/passendonderwijs

DE WERKVLOER AAN

HET WOORD

VERDEROP IN DEZE NIEUWSBRIEF: Wie meldt in een volgende

nieuwsbrief iets over zijn of haar

ervaringen met passend

onderwijs? Mail je bijdrage naar:

[email protected]

Stuurgroep Passend Onderwijs:

Kerstin de Beer

AnneMarie Bruurmijn

Frank Bulthuis

Han Kooreman

Katalin de Kleuver (eindredactie)

Stap voor stap naar

passend onderwijs…

Voer jij ook een 10-

minutengesprek op

school met je collega?

Page 3: Eigen wijs, wijzer, wijst - CNV Onderwijs...mensen hun succeservaringen met passend onderwijs in de enquête. We leggen de resultaten naast onze meetlat, het zeven-puntenplan: 1. Voldoende

3

NIEUWSBRIEF CNV ONDERWIJS PASSEND ONDERWIJS NUMMER 20 28 NOVEMBER 2013

De Vereniging

Verslag 26e Algemene Vergadering

Bron: cnvo.nl (27-11-2013)

De opening door Marieke van den Bosch staat in het teken van verbinding en samenwerking zoeken want

samen sta je sterk. Die verbinding heeft CNV Onderwijs ook gevonden door een Nationaal Onderwijsakkoord

te sluiten. Jan Veringa is directeur wetgeving en juridische zaken van OCW en hij legt uit hoe de ambities uit

het akkoord werkelijkheid kunnen worden. Hij citeert: ‟vernieuwing in het onderwijs moet vanuit het

onderwijs zelf komen‟, uit De nieuwe lijnen voor het onderwijs van morgen, uit 1968. Doelstellingen van de

Mammoetwet uit die tijd gelden nog steeds, het streven naar talentontwikkeling voor ieder kind.

Bewondering voor de verantwoordelijkheid die CNV Onderwijs heeft genomen. Het gaat om meer dan geld,

want het zijn stappen naar beter onderwijs.

Voorzitter Helen van den Berg blikt daarna terug op het tot stand komen van het onderwijsakkoord. Een

lange campagne om na jaren weer salarisverhoging voor onderwijspersoneel te realiseren heeft tot resultaat

geleid. Andere ambities uit het onderwijsakkoord komen terug in de arbeidsvoorwaardennota 2014.

Herkenbare speerpunten zijn meer waardering, meer werkgelegenheid en minder werkdruk. De

arbeidsvoorwaardennota wordt aangenomen. Vanuit de stuurgroep onderwijsondersteunend personeel (OOP)

wordt speciaal aandacht gevraagd voor de ontwikkelingsmogelijkheden voor het OOP. De sector Hoger

Onderwijs benadrukt dat niet alleen professionalisering aandacht moet hebben, maar juist professionele

ruimte. De vergadering roept het bestuur op om zich in te spannen de eisen voor het inschrijven in het

lerarenregister aan te passen ten gunste van leraren die een arbeidsovereenkomst hebben van minder dan

0,2 fte, zoals invallers.

1-meting Passend Onderwijs

De stuurgroep Passend Onderwijs bood met de volgende woorden het onderzoeksrapport officieel aan Helen

van den Berg aan:

De afgelopen maanden heeft de stuurgroep in nauwe samenwerking met de

werkorganisatie en het onderzoeksbureau voor de tweede keer een breed onderzoek

uitgezet onder alle leden van CNV Onderwijs. Het resultaat van deze samenwerking willen

we vandaag officieel presenteren en overhandigen. De tijd laat het niet toe een volledig

verslag te doen van de onderzoeksresultaten, dan zaten we hier tot vanavond laat, maar

het past ook niet bij onze opzet. Daarom aandacht voor de opvallendste uitkomsten.

Het algemene beeld is dat leraren zichzelf en de school het laagst becijferen en directeuren

het hoogst op een schaal van 1-10 voor het in staat zijn tot het geven van passend

onderwijs. Gemiddeld kwamen we uit op vieren, vijven en zessen. Dit zijn wel hele magere cijfers voor

passend onderwijs. Een goede leraar nodigt in zo‟n situatie altijd de ouders uit of gaat het gesprek aan met

de leerling, het bekende tien-minutengesprek. In dit “tien-minutengesprek”, dat natuurlijk korter duurt,

tijdens de AV willen we dan aandacht voor onder andere de volgende punten die opvallen:

- Zes op de tien leraren (PO) vindt het helder waar voor zichzelf de grens lift tussen lichte en zware

ondersteuning. Binnen VO en MBO is dit aantal lager: vijf op de tien. Hoe deze zware ondersteuning

plaatsvindt is in ruim 60% van de gevallen nog onduidelijk. De taak voor het vormgeven hiervan ligt

bij de samenwerkingsverbanden.

- Een kwart van de leraren verwacht per 1 augustus 2014 differentiatie én individuele hulp te kunnen

bieden. De meesten verwachtten slechts aan één van beide toe te komen. Vanuit het 7-puntenplan

vroegen we aandacht voor professionalisering op maat zodat de leraar complexe vaardigheden zou

beheersen, hier ligt nog een duidelijke behoefte. Leraren binnen PO en VO hebben meestal als team

scholing gevolgd (89%/61%) en in mindere mate individuele scholing (64%/39%), meestal ging deze

scholing over HGW, OGW en in het VO ook klassemagement.

- We zien gelukkig een toename in het aantal scholen waar het SOP besproken is, maar dit is maar een

kleine toename. Nog steeds heeft ruim 2/3 van de scholen het School Ondersteuning Profiel nog niet

Page 4: Eigen wijs, wijzer, wijst - CNV Onderwijs...mensen hun succeservaringen met passend onderwijs in de enquête. We leggen de resultaten naast onze meetlat, het zeven-puntenplan: 1. Voldoende

NIEUWSBRIEF CNV ONDERWIJS PASSEND ONDERWIJS NUMMER 20 28 NOVEMBER 2013

besproken. Vooral onder leraren is nog veel onduidelijkheid, directeuren geven vaker aan dat ze het

plan besproken hebben in het team.

- Als grootste belemmering geldt (nog steeds) de werkdruk. Leraren, maar ook schoolleiders en IB-ers

geven massaal aan dat de veelheid aan taken hen belemmert in het vormgeven van goed passend

onderwijs aan alle kinderen.

We willen dit tien-minutengesprek natuurlijk positief afsluiten. Gelukkig zien we ditmaal meer

succeservaringen vanuit alle doelgroepen. Laten we ondanks alle zorgen niet vergeten dat alle stapjes

vooruit in de goede richting gaan. De komende maanden zullen we deze successen presenteren in ZP, SJ en

EW. Zo kunnen ze andere scholen uitdagen en stimuleren om zelf weer verder te ontwikkelen.

De komende periode zouden wij als stuurgroep graag meer van dit soort „tien-minuten-gesprekken‟ voeren,

maar dan wel in dialoogvorm. We willen het gesprek aangaan met

betrokkenen, met sectorraden binnen de vakbond met mensen uit het

veld en met externen. Maar vooral willen we iedereen oproepen een

tienminutengesprek over passend onderwijs op de agenda te zetten voor

de komende periode.

Om hiermee een begin te maken willen we graag het rapport officieel

overhandigen aan onze voorzitter Helen van de Berg. Het rapport wordt

in de pauze als Sinterklaascadeau aan voorzitters van de stuurgroepen en

sectorraden aangeboden met de uitnodiging voor een 10 minuten gesprek.

Voor overige belangstellenden ligt er een exemplaar bij de inschrijfbalie dat je zo op kunt halen. Ook staat de

digitale versie vanaf vandaag op de site.

Helen van den Berg bedankte de stuurgroep hartelijk en bood vervolgens Mr. Jan

Veringa van OC&W ook een exemplaar aan waarvan hij later toezegde deze binnen het

ministerie bij de juiste mensen onder ogen te brengen.

O-factor

5 april organiseert CNV Onderwijs op 1 dag in 12 provincies het evenement de O-

factor. Diverse workshops staan in het teken van de talentontwikkeling zowel

onderwijspersoneel en leerlingen. De naam O-factor is niet zomaar gekozen:

onderwijsinhoud, ontmoetingen, ontspanning en ontdekkingen zijn de woorden die

kenmerkend zijn voor de inhoud van het evenement.

Slotrede

Voorzitter Helen van den Berg sluit de algemene vergadering af met een rede waarin zij de stijl van CNV

Onderwijs benadrukt, die van de dialoog. Tegen de tijdsgeest in, maar met resultaten . Zij somt resultaten

op die CNV Onderwijs internationaal, nationaal, op schoolniveau en individueel heeft bereikt. Lees hier de

slotrede.

Naar begin

O-factor

Bron: cnvo.nl (november 2013)

Met een knipoog naar X-factor zijn wij natuurlijk allemaal mensen met een hoge Onderwijs-Factor. Op 5 april

2014 wordt een landelijk event in 12 provincies georganiseerd rondom dit thema. Vanaf 1 januari kun je je

inschrijven, tot die tijd kun je je aanmelden als vrijwilliger in de organisatie of zorgen dat jij en je collega‟s

deze zaterdag vrijhouden in hun agenda. Meer info kun je vinden op www.cnvo.nl/o-factor of op de

facebookpagina: www.facebook.nl/cnvonderwijs.

Naar begin

Page 5: Eigen wijs, wijzer, wijst - CNV Onderwijs...mensen hun succeservaringen met passend onderwijs in de enquête. We leggen de resultaten naast onze meetlat, het zeven-puntenplan: 1. Voldoende

5

NIEUWSBRIEF CNV ONDERWIJS PASSEND ONDERWIJS NUMMER 20 28 NOVEMBER 2013

1-meting:

Stap voor stap naar passend onderwijs.

10 minuten aandacht voor 7 stappen.

De vijf artikelen die nu volgen zijn geschreven door leden van de stuurgroep passend onderwijs en

gebaseerd op het onderzoek „Stap voor stap naar passend onderwijs. 10 minuten aandacht voor 7 stappen.‟

Daarnaast zijn deelnemers aan dit onderzoek gevraagd om hun verhaal over passend onderwijs te vertellen.

Vijf van deze verhalen zijn verwerkt. Met dank aan: Martijn van den Aarssen, Will Verbruggen, Jeroen Kalter,

Kees Corbet en Inge Korfker voor de prettige samenwerking en de openheid waarmee zij hun verhaal wilden

delen.

Wil jij ook je verhaal delen? Mail dan naar [email protected]

Uitdagende kansen voor leerkrachten PO?

Bron: AnneMarie Bruurmijn, Stuurgroep Passend Onderwijs (26-11-2013)

In het PO zijn leerkrachten, IB-ers, directies en onderwijsondersteuners bevraagd. Wat opvalt is dat de

bekendheid met de gevolgen van de invoering van passend onderwijs afneemt naarmate men meer op de

werkvloer belandt. Het merendeel van de schoolleiders is (gedeeltelijk) bekend met de gevolgen van de

wetgeving rondom passend onderwijs. Slechts een kleine groep schoolleiders heeft nog vragen, waarvan de

financiering, praktische invulling in de klas en gevolgen voor de werkdruk de grootste vraagpunten zijn.

IB-ers verwachten een grotere rol te krijgen in het coachen van collega‟s.

Er blijkt vooral nog onduidelijkheid te zijn hoe in het nieuwe samenwerkingsverband zware ondersteuning

aan leerlingen geboden gaat worden en hoeveel extra „zorgleerlingen‟ er in de klas mogen komen. Daarom

verwachten de meeste leerkrachten dat het niet haalbaar is om zowel differentiatie als individuele hulp te

kunnen gaan bieden. Het merendeel van de onderwijsondersteuners heeft geen duidelijk beeld van hun

toekomstige rol binnen het passend onderwijs.

Het opstellen van een SOP is op de meeste scholen inmiddels gebeurd, maar het merendeel van de scholen

heeft het toekomstige SOP echter nog niet besproken binnen het team. Er moeten vaak nog afspraken

gemaakt worden rondom de zorgplicht en het aannamebeleid binnen het samenwerkingsverband.

Ondanks dat het merendeel van de IB‟ers

inmiddels scholing gevolgd heeft (werken

met ontwikkelingsperspectieven,

handelings- of opbrengstgericht werken)

kunnen de meeste IB‟ers in het PO

slechts gedeeltelijk ondersteuning bieden

aan collega‟s met hulpvragen. Waar

IB‟ers vanaf 1 augustus 2014 terecht

kunnen met hulpvragen is in de meeste

gevallen nog onbekend of niet

uitgewerkt. Weinig „zorgleerlingen‟

worden binnen de school zelfstandig door

de leerkracht begeleid. In plaats daarvan

gebeurt dit meestal via de zorgstructuur

of met hulp van externen. De financiële

middelen die door de overheid zijn

Kinderen met… Worden in PO begeleid m.b.v.:

Gedragsproblemen/-stoornissen 1. Zorgstructuur (57%) 2. Zelfstandig (24%)

Leerproblemen/-stoornissen 1. Zorgstructuur (69%) 2. Zelfstandig (23%)

Lichamelijke handicap 1. Zitten niet bij ons op school (47%)

2. Zorgstructuur (21%)

IQ < 80 1. Zorgstructuur (54%) 2. Zelfstandig (18%)

Visuele beperkingen 1. Zitten niet bij ons op school (59%)

2. Externen (16%)

Auditieve beperkingen 1. Zitten niet bij ons op school (46%)

2. Externen (22%)

Page 6: Eigen wijs, wijzer, wijst - CNV Onderwijs...mensen hun succeservaringen met passend onderwijs in de enquête. We leggen de resultaten naast onze meetlat, het zeven-puntenplan: 1. Voldoende

NIEUWSBRIEF CNV ONDERWIJS PASSEND ONDERWIJS NUMMER 20 28 NOVEMBER 2013

ingesteld (zoals de prestatiebox), zijn vooral ingezet om in te spelen op professionaliseringsbehoeften van

alle betrokkenen. De „functiemix‟ is nauwelijks benut als vliegwiel voor passend onderwijs.

Professionele groei

Van leerlingen met gedrags- en leerproblemen is de meeste kennis in huis. Zo ook bij Martijn van den

Aarssen, leerkracht groep 7b/8a van Basisschool Het Kompas in het Zeeuwse Oost-Souburg. Na een jaar of 8

voor de klas te hebben gestaan, wilde hij wel eens beginnen aan een stukje zelfontwikkeling. Martijn merkte

op dat zijn flexibiliteit verdween en wilde graag eens wat nieuwe inzichten verkrijgen. Het werd voor hem de

opleiding Master SEN gedragsspecialist.

Martijn blikt terug: “Ik moest me verdiepen in de zorgplicht en passend onderwijs. Ik

had er wel van gehoord, maar de startdatum lag ergens in een passief stuk van mijn

geheugen. We hadden ook wel een studiedag schoolondersteuningsprofielen gevolgd,

maar draagvlak creëren, effectieve plannen maken en voorbereiden kwamen niet aan

de orde. Jammer, want naarmate ik meer theorie las, werd ik steeds enthousiaster

over passend onderwijs.”

Het betrekken of informeren van de werkvloer rondom de invulling van passend onderwijs door de

samenwerkingsverbanden, laat hier en daar nog te wensen over. Veel leerkrachten voelen zich dan ook

(enigszins) niet betrokken bij de invoering van passend onderwijs, zo bleek uit de 1-meting. “Men voldoet

niet met het doormailen van een publicatie of nieuwsbrief, of het opstellen van een ondersteuningsprofiel en

het later niet activeren. We spreken over een groot verandertraject! Daarin moet gekeken worden naar de

verandercapaciteit van mensen, er moet draagvlak gecreëerd worden, er moet een implementatiecyclus

worden gevolgd”, merkt Martijn op.

Onvoldoende tijd (werkdruk) en te weinig mankracht is in vrijwel alle gevallen de grootste belemmering voor

de invulling van passend onderwijs op scholen. Martijn vindt het jammer te moeten ervaren dat

medewerkers in het onderwijs niet beter voorbereid worden op deze grote verandering. “De overheid is niet

laat: er wordt al decennia over een geschikte vorm van passend onderwijs gepraat. Naar mijn idee hadden

besturen en directies dit beter op kunnen pakken”, concludeert hij.

Scholen zijn duidelijk nog niet helemaal klaar voor passend onderwijs: alle rollen scoren gemiddeld rond de

4, 5 of 6 op een schaal van 1 (totaal niet) t/m 10 (helemaal klaar). Martijn lijkt wel klaar om een nieuwe stap

vooruit te zetten en besluit enthousiast: “Gelukkig heb ik mijn flexibiliteit hervonden en kunnen er naast de

rapportavonden, voortgangsgesprekken, vergaderingen, ouderavonden en voorbereidingswerk wel wat

activiteiten en bijeenkomsten bij….”

Naar begin

Grote verschillen in het VO

Bron: Katalin de Kleuver, Stuurgroep Passend Onderwijs (26-11-2013)

Bijna 500 mensen uit het voortgezet onderwijs deden mee aan de 1-meting. Dit is meer dan de vorige keer

en geeft ook aan dat passend onderwijs meer is gaan leven in het afgelopen jaar. Bijna 80% van de

zorgcoördinatoren weet wat van hen verwacht wordt vanaf 1 augustus 2014.

Er zijn stappen gezet: zo geeft nu nog maar 22% van de schoolleiders aan geen SOP te hebben, vorig jaar

was dat bijna de helft. Schoolleiders in VO zijn goed op de hoogte van de beschikbare (financiële) middelen

per 1 augustus 2014, maar liefst 78% weet hier (deels) van. Wel opvallend dat de zorg-coördinatoren

hiervan veelal nog niet op de hoogte zijn, maar 40% weet er voldoende vanaf. Enige nuancering is hier wel

aan te brengen: 75% van de schoolleiders zou wel graag meer willen weten over de financiering.

Page 7: Eigen wijs, wijzer, wijst - CNV Onderwijs...mensen hun succeservaringen met passend onderwijs in de enquête. We leggen de resultaten naast onze meetlat, het zeven-puntenplan: 1. Voldoende

7

NIEUWSBRIEF CNV ONDERWIJS PASSEND ONDERWIJS NUMMER 20 28 NOVEMBER 2013

Kijkend naar het schoolbeleid zien we dat er sinds de 0-meting vooral gewerkt is aan een duidelijke

profilering van de schoolkwaliteiten (59%) en aan de scholing van het personeel (56%). Dit lazen we ook

terug in een aantal succeservaringen. Via de 1-meting kwamen wij in contact met Will Verbruggen,

eindverantwoordelijk schoolleider bij de Limburgse scholengemeenschap Sint Ursula en lid van het dagelijks

bestuur van het samenwerkingsverband VO. Hij is met recht trots op de stappen die gezet zijn om passend

onderwijs te realiseren. Het Schoolondersteuningsprofiel is klaar, het team wordt regelmatig geïnformeerd

over passend onderwijs en in het samenwerkingsverband wordt gewerkt met werkgroepen waarin

werknemers van de diverse scholen plaatsnemen. Will draagt er zorg voor dat wat in de werkgroepen

besproken wordt op bijvoorbeeld het gebied van budgettoewijzing, professionalisering en dergelijke door

deze werknemers wordt teruggekoppeld aan de collega‟s.

Deze terugkoppeling naar het team is positief. Daar waar 19% van de schoolleiders het team nog niet heeft

geïnformeerd past dit voorbeeld bij de meerderheid (74%) die het team over het SOP heeft geïnformeerd en

de 67% die het team over de ontwikkelingen in het samenwerkingsverband heeft geïnformeerd. De

antwoorden van zorgcoördinatoren bevestigen dat ze goed geïnformeerd zijn, maar het merendeel van de

docenten heeft nog vragen. Bijna de helft van de zorgcoördinatoren weet wat het standpunt t.o.v. lichte en

zware ondersteuning is en 53% van de docenten weet wat er van hen verwacht wordt met de ingang van

passend onderwijs. Dat is een groot verschil vergeleken met de 78% leidinggevenden. Ondanks de

informatie die het merendeel van de directeuren nu gegeven heeft, voelt bijna de helft van de docenten zich

niet of nauwelijks betrokken (zie figuur in artikel MBO).

Praktijk in en om de klas

Van de leraren geeft 1/3 aan onvoldoende ondersteund te worden. De overige leraren worden vooral

ondersteund met behulp van expertise binnen de school. Het is opvallend dat scholing in het VO vooral in

teamverband georganiseerd is, zelden volgt iemand individuele scholing. Leraren geven zichzelf een 4,6 en

de school een 4,5, dat is lager dan hun collega´s in PO. Binnen het VO kan ruim de helft van de

zorgcoördinatoren voldoende ondersteuning bieden aan leraren en kan 43% dit gedeeltelijk. Ze geven

zichzelf een 5,7 en de school een 4,9. Al met al blijft er een groot verschil tussen de man/vrouw in de klas en

de leidinggevende: deze laatste geeft zichzelf ruim een punt meer (5,7) en beoordeelt ook de school bijna

een punt hoger (5,4).

De ideale voorbereiding

Will is enthousiast over wat hij noemt ´de ideale voorbereiding op Passend

Onderwijs voor onze docenten en medewerkers´. Hij schrijft: ´Wij zijn ruim vijf

jaar geleden gestart door samen met een REC-4-school leerlingen uit het speciaal

onderwijs die daarvoor redelijkerwijze in aanmerking komen, in twee jaar te laten

schakelen van speciaal naar regulier onderwijs in de zogenaamde

syntheseklassen (link naar nieuwsfilmpje over deze syntheseklassen, vanaf

10.00 minuten). Met een extra steuntje in de rug laten we leerlingen met een

autistisch spectrum in kleinere klassen op het grensvlak van wat wettelijk mag

en kan schakelen naar reguliere onderwijs .´ Voor deze syntheseklassen is er

een schakelcoach die de mentor, de leerlingen en de leraren ondersteunt.

Daarnaast volgen de betrokken leraren scholing om met de doelgroep om te

leren gaan. De bedoeling is dat na een schakelperiode de leerlingen in

toenemende mate zelfstandig kunnen functioneren in het reguliere onderwijs.

Een prachtig voorbeeld van scholing in de praktijk; door deze leerlingen nu al

op te vangen, kunnen leraren immers ervaring opdoen die geen enkele cursus

kan bieden!

Naar begin

Page 8: Eigen wijs, wijzer, wijst - CNV Onderwijs...mensen hun succeservaringen met passend onderwijs in de enquête. We leggen de resultaten naast onze meetlat, het zeven-puntenplan: 1. Voldoende

NIEUWSBRIEF CNV ONDERWIJS PASSEND ONDERWIJS NUMMER 20 28 NOVEMBER 2013

41%

34%

21%

10%

11%

12%

11%

5%

21%

26%

22%

19%

7%

8%

8%

4%

3%

46%

13%

9%

3%

9%

3%

1%

0%

4%

67%

Geïnformeerd door de directie/intern begeleider

Studiedag(en) van de stichting/het bestuur

Schriftelijke/digitale informatie van de stichting/bestuur

Zelf actie ondernomen om betrokken te worden

Studiedag(en) van het samenwerkingsverband

Schriftelijke/digitale informatie van het samenwerkingsverband

Betrokken bij het opstellen van het school ondersteuningsprofiel

Betrokken bij het vormgeven van het beleid

Leerkracht is hierbij niet betrokken door school/bestuur/samenwerkingsverband

Op welke manieren zijn leerkrachten betrokken bij de invoering?

PO

VO

MBO

MBO zet kleine stapjes

Bron: Katalin de Kleuver, stuurgroep Passend Onderwijs (26-11-2013)

Vanuit het MBO kregen we 120 reacties, waarvan de grootste groep (91) docent is. Dat maakt het niet

eenvoudig om grote uitspraken te doen over de kwaliteit van passend onderwijs in het MBO. In het MBO is

nog behoefte aan duidelijkheid over de invulling op bestuurlijk en praktisch niveau. Eén van de leden, Kees

Corbet, meldde hierover zijn zorgen. Docenten in het MBO geven zichzelf en de school een 4,2.

Zorgcoördinatoren of medewerkers studie en handicap becijferen zichzelf hoger, met een 6,5. Waar komen

deze cijfers vandaan?

Wat houdt passend onderwijs in?

Sommige respondenten uit het MBO hoorden zeer recent voor het eerst dat zij iets met passend onderwijs

moesten doen. Van de docenten is 40% (deels) op de hoogte van wat na 1 augustus 2014 van hen verwacht

wordt en datzelfde percentage weet waar voor het team de grens ligt tussen lichte en zware ondersteuning.

Bij 13% is inmiddels wel een standpunt bepaald over de grenzen van passend onderwijs, maar de grootste

groep docenten weet het niet. Het merendeel heeft ook nog geen scholing gevolgd om passend onderwijs te

kunnen realiseren.

Door deze (on)bekendheid met passend onderwijs is het niet vreemd dat slechts 33% van de docenten zich

betrokken voelt bij passend onderwijs (zie ook figuur). Dit geldt ook voor het ondersteunend personeel in het

MBO, 1 op de 6 is voldoende op de hoogte van de ontwikkelingen op dit gebied. Zorgcoördinatoren en

Medewerkers studie en handicap zijn wel beter op de hoogte, maar ook zij vinden dat de organisatie er

minder klaar voor is, zo bleek uit de 5,7 die zij gemiddeld gaven.

Een beleidsmedewerker én ouder maakt zich zorgen

Kees Corbet zijn ervaring illustreert helaas deze onderzoeksgegevens. Hij is werkzaam als

beleidsmedewerker op een MBO en daarnaast ouder van een rugzakleerling in het MBO (Niveau 3). Zijn

dochter heeft een rugzak (LGF) en heeft daarmee niet alleen recht op extra ondersteuning maar brengt ook

geld mee. Dit bleek echter onbekend binnen de school. De zorgcoördinator is wel actief betrokken, maar

Kees Corbet merkt dat dit bij docenten veel minder is.

Page 9: Eigen wijs, wijzer, wijst - CNV Onderwijs...mensen hun succeservaringen met passend onderwijs in de enquête. We leggen de resultaten naast onze meetlat, het zeven-puntenplan: 1. Voldoende

9

NIEUWSBRIEF CNV ONDERWIJS PASSEND ONDERWIJS NUMMER 20 28 NOVEMBER 2013

Over de begeleidingsmogelijkheden maakt Kees Corbet zich echt zorgen. Als vader van én als collega. Hij

schrijft dat: “met de invoering van een dyscalculie/ERWD-versie van het rekenexamen men in zijn

organisatie niet staat te trappelen om studenten extra te begeleiden.” Ook dit lijkt bij meerdere MBO‟s te

gelden: één derde van de docenten zegt dat ze onvoldoende ondersteuning krijgen om begeleiding vorm te

geven en nog eens één derde weet het niet. Toch is er gelukkig (!) voor de overige 27% wel voldoende

expertise binnen de organisatie aanwezig.

Kleine stapjes

Kijkend naar deze kant van de medaille is er heel veel werk aan de winkel in het MBO. Maar gelukkig zit er

ook een keerzijde. Op bestuurlijk vlak lijkt er wel beweging te zijn: de helft van de vijftien zorgcoördinatoren

zegt een standpunt omtrent de zorgplicht te hebben. Dit lijkt nog niet bij alle docenten bekend, aangezien

33% aangaf dat er een standpunt bepaald is. De kwaliteit van de docenten komt globaal overeen met de

overige 2 sectoren: 22% kan zowel individuele hulp als differentiatie bieden.

Binnen het MBO valt op dat „werkdruk‟ minder vaak als belemmering wordt genoemd maar de politieke

ontwikkelingen werken vaker verwarrend en belemmerend. De hoogste tijd om binnen het MBO duidelijkheid

te verschaffen en/of te vragen. Een tien-minutengesprek met je collega‟s of met je leidinggevende zal al heel

veel vragen ophelderen!

Naar begin

Hoe kan de expertise van de Ambulant begeleiders benut worden?

Bron: AnneMarie Bruurmijn, Stuurgroep Passend Onderwijs (26-11-2013)

De toekomst voor ambulant begeleiders is vaak nog onbekend. De grootste groep (38%) ziet de toekomst

van de AB-dienst als expertisecentrum voor het samenwerkingsverband, een kleine groep (9%) denkt dat de

dienst in de huidige vorm zal blijven bestaan, maar in de meeste gevallen (81%) is het nog niet bekend hoe

de expertise van de ambulant begeleiders zal worden ingezet. Volgens ambulant begeleiders richt het

samenwerkingsverband zich echter meestal alleen op de bestuurlijke inrichting en in slechts een kwart van

de gevallen ook op het behoud van de expertise van de AB-dienst. Een minderheid van de ambulant

begeleiders (19%) voelt zich dan ook voldoende betrokken bij de invoering en gevolgen van passend

onderwijs en veel ambulant begeleiders vinden de houding van de samenwerkingsverbanden afwachtend.

De meeste AB-diensten (72%) hebben geen personeel ondergebracht bij een samenwerkingsverband; dit

terwijl dat vaak wel de bedoeling was (voor 52%). Ruim een kwart zegt dat dit wel is gebeurd. Het personeel

is dan meestal als gedetacheerde of ambulant begeleider ondergebracht.

Inspirerend

Een inspirerend initiatief, dat zij graag wil delen, is toegestuurd door Inge Korfker. Inge werkt op dit

moment als kennismakelaar, in dienst van PCPO De Vier Windstreken, één van de besturen in het

samenwerkingsverband WSNS3304 te Gouda. In het kort vertelt zij hier wat haar werk als kennismakelaar

inhoudt.

“Binnen het bestuur werd geconstateerd dat de scholen veel van elkaar kunnen leren, maar dat dit vaak niet

van de grond komt, omdat vraag en aanbod niet bij elkaar bekend zijn. Ik ben toen aangesteld als

kennismakelaar. Ongeveer 6 à 7 keer per jaar organiseer ik een kenniscafé van 16.00 – 17.15 uur. Door mijn

werk als (preventief) ambulant begeleider, ben ik goed op de hoogte van de vragen die leven op de

werkvloer. Daarnaast heb ik nauw contact met het bovenschools management over de inhoud van de

bijeenkomsten”, vertelt Inge. “Voor de middagen zoek ik meestal twee sprekers, die vertellen over een

bepaalde aanpak, een interessante methode of bijvoorbeeld een didactisch onderwerp. Alle sprekers zijn

Page 10: Eigen wijs, wijzer, wijst - CNV Onderwijs...mensen hun succeservaringen met passend onderwijs in de enquête. We leggen de resultaten naast onze meetlat, het zeven-puntenplan: 1. Voldoende

NIEUWSBRIEF CNV ONDERWIJS PASSEND ONDERWIJS NUMMER 20 28 NOVEMBER 2013

6.1

5.3

Ambulant begeleider Ambulante dienst

Klaar voor passend onderwijs?

afkomstig uit ons eigen bestuur. Onderwijsmensen zijn gewend om voor een groep te staan, dus kan ik als

kennismakelaar putten uit een grote bron van potentiële sprekers“, vervolgt Inge enthousiast.

Wat zijn de sterke punten van deze aanpak?

“Omdat het mensen uit de eigen omgeving zijn, is de situatie herkenbaar en lijkt een aanpak eerder

haalbaar. Dat spreekt enorm aan. Ook de tijd is een groot voordeel: één middag na schooltijd is voor

iedereen een goed haalbare tijdsinvestering. Tijdens het kenniscafé is veel ruimte om met elkaar te

overleggen, tussen de sprekers door aan de hand van een gerichte vraag of opdracht en aan het eind tijdens

een vragenronde en discussie. De sfeer is open en ongedwongen en men is er echt op uit om te leren van

elkaar. Onderwerpen die aan de orde zijn geweest zijn bijvoorbeeld: de aanpak van pesten met een

steungroep, kids‟ skills, omgaan met onveilig gedrag (voor directies) en het werken met combinatiegroepen

(wegens succes herhaald).”

Bevlogen gaat Inge verder: “Als ambulant begeleider wijs ik de leerkrachten die ik coach soms op

kenniscafés die aansluiten bij hun hulpvraag en het werkt goed om na een kenniscafé met leerkrachten door

te praten over het hanteren van een bepaalde aanpak voor hun specifieke zorgleerling. Ambulant begeleiders

hebben zelf natuurlijk ook veel kennis, die ze zouden kunnen delen binnen dit concept.”

Volgens de meeste respondenten (64%) is er door de samenwerkingsverbanden niets gedaan om de

geschetste gevolgen uit de 0-meting te voorkomen (o.a. meer

thuiszitters, behoefte aan ondersteuning leraren, verlies van expertise).

De grootste belemmeringen voor het veranderingsproces zijn volgens de

ambulant begeleiders onduidelijkheid vanuit het samenwerkingsverband

(71%), de afwachtende houding of onwetendheid van scholen (60%) of

dat het samenwerkingsverband te terughoudend is met het maken van

beleid (50%). De cijfers die Ambulant begeleiders zichzelf en de dienst

geven illustreren dit nog eens: zichzelf geven ze net een voldoende, de

dienst een onvoldoende.

Ook Inge weet nog niet hoe haar expertise in de toekomst zal worden

ingezet. “Er wordt over gedacht welke plek de kennismakelaar in het nieuwe samenwerkingsverband PO

Midden Holland kan krijgen.”

Inge besluit: “Onder de leerkrachten heerst bezorgdheid over de komst van passend onderwijs. Ze willen er

„klaar‟ voor zijn, maar weten niet goed hoe ze zich kunnen voorbereiden. Kenniscafés zijn een goedkope en

effectieve oplossing om de kennis en vaardigheden van de leerkrachten te vergroten.”

Naar begin

Medezeggenschap: betrokkenheid en draagvlak

Bron: AnneMarie Bruurmijn, Stuurgroep Passend Onderwijs (26-11-2013)

Aan de 1-meting deden 314 leden van een medezeggenschapsorgaan mee. Bijna 90% van hen is MR-lid

(zowel binnen het PO als het VO). Ook is een substantiële groep lid van de GMR. (PO: 36%, VO: 22%).

Veel medezeggenschapsleden weten nog niet (precies) wat hun rol is als (G)MR/OPR/OR-lid rondom de

invoering van passend onderwijs. Dit geldt zowel voor het PO (ruim de helft) als het VO (ruim een derde).

De medezeggenschapsorganen zijn vaak wel geïnformeerd over de invoeringsstappen van passend onderwijs

binnen het samenwerkingsverband (PO: 69%, VO: 83%), maar bij het beleid rondom de positie van ouders

en hoe de ondersteuningsmiddelen worden ingezet binnen de school zijn zij echter minder vaak betrokken.

Dit maakt dat in een minderheid van de gevallen de ontvangen informatie voor de leden van de MR/OR

voldoende is om een onderbouwd advies te geven t.a.v. het SOP, dit geldt met name voor het PO.

Page 11: Eigen wijs, wijzer, wijst - CNV Onderwijs...mensen hun succeservaringen met passend onderwijs in de enquête. We leggen de resultaten naast onze meetlat, het zeven-puntenplan: 1. Voldoende

11

NIEUWSBRIEF CNV ONDERWIJS PASSEND ONDERWIJS NUMMER 20 28 NOVEMBER 2013

25%

20%

15%

10%

7%

28%

27%

41%

35%

26%

11%

9%

28%

7%

Ja, dat heeft een collega/bestuur/directie verteld

Ja, door informatie hierover te zoeken

Ja, door informatie op cnvo.nl

Ja, door scholing via de vakbond

Ja, door scholing via een andere instelling

Min of meer

Nee

Bekend met rol rondom invoering passend onderwijs?

PO

VO

Medezeggenschapsleden zijn gemiddeld zeker nog niet klaar voor passend onderwijs, zij geven zichzelf en de

(G)MR/OR/OPR gemiddeld nog geen 5. Gebrek aan kennis en tijd zijn de voornaamste belemmeringen voor

(G)MR/OPR-leden om hun taak vorm te geven.

Waar liggen nu de kansen?

Uit het onderzoek blijkt dat de (G)MR/OR voornamelijk door de directie over de inrichting van passend

onderwijs geïnformeerd wordt (PO: 71%, VO: 67%) en hierbij in de meeste gevallen geen actieve rol speelt.

Een medezeggenschapsorgaan kan natuurlijk wel van zich laten horen en initiatief nemen.

Een positieve ervaring omtrent actief meedenken en -doen wordt gedeeld door Jeroen Kalter, voorzitter van

de deelraad van de Daaf Gelukschool, bij het tot stand komen van een SOP en een OPR. “We zijn ook wel

trots op het werk dat we doen. Op school, maar ook in de deelraden.”

Jeroen beschrijft: “Bij ons op school hebben we een bijzondere situatie. Wij zijn een school die uit twee

scholen bestaat. Eén deel is VSO-rec4 en één deel is VMBO-K/T-LWOO. Doordat we twee aparte scholen zijn

die gezamenlijk optrekken (zelfs onder aparte BRIN-nummers) is een samenwerking tussen de twee

deelraden een noodzaak. In de medezeggenschap is er een verdeling waar we op de werkvloer gelukkig niet

teveel hinder van ondervinden. Afgelopen schooljaar hebben we met onze schoolleiding de nieuwe

medezeggenschapsstructuur opgebouwd en die vullen we nu verder in. Passend onderwijs is voor onze

school de basis. Al onze leerlingen behoeven ondersteuning. Didactisch, sociaal emotioneel en soms zelfs

medisch.”

Terugblikkend: “Afgelopen jaar heeft de schoolleiding een ondersteuningsprofiel geschreven voor de VSO-tak

(vestiging Gunningschool) en de LWOO-tak (Daaf Gelukschool). Toen er eenmaal een concept lag zijn de

twee deelraden gevraagd om er op te reageren. We bleken nogal veel vragen te hebben en behoorlijk wat

kritische opmerkingen. Vervolgens heeft de schoolleiding ons gevraagd om gezamenlijk de tekst te

herschrijven. De twee voorzitters hebben dit gedaan en in een open gesprek met de schoolleiding ligt er nu

een SOP dat door de organisatie gedragen wordt en als uitgangspunt kan dienen voor ons didactische en

pedagogische handelen. Aanleverende scholen, ouders en toekomstige leerlingen kunnen lezen wat wij te

bieden hebben.”

Jeroen heeft nog meer positiefs te melden: “Daarnaast hebben mijn collega-voorzitter en ik ons met nog zo'n

dertig collega MR-leden bezig gehouden met de opzet van een OPR en een reglement voor die OPR van het

samenwerkingsverband VO zuid Kennemerland. Wat mijn opviel bij onze collega‟s was dat vrijwel iedereen

Page 12: Eigen wijs, wijzer, wijst - CNV Onderwijs...mensen hun succeservaringen met passend onderwijs in de enquête. We leggen de resultaten naast onze meetlat, het zeven-puntenplan: 1. Voldoende

NIEUWSBRIEF CNV ONDERWIJS PASSEND ONDERWIJS NUMMER 20 28 NOVEMBER 2013

die hier aan deelnam in staat was verder te kijken dan het eigen schoolbelang en graag iets wilde neerzetten

dat recht doet aan de wens om alle leerlingen te voorzien van passend onderwijs.” Er is bovendien gewerkt

aan draagvlak en betrokkenheid: “Daardoor is er een OPR gekomen met een eerlijke verdeling over de

onderwijscategorieën (VSO/PRO, VMBO en HAVO/VWO). Voor iedere achterban is gewaarborgd dat ze zicht

terug kunnen vinden in de OPR. Iedere genoemde categorie krijgt 4 van de 12 zetels in de OPR.”

Optimistisch besluit Jeroen: “Hopelijk zal de toekomst uitwijzen dat het ons gelukt is om iedere leerling de

passende ondersteuning te laten krijgen. Zowel binnen het samenwerkingsverband als binnen de Daaf

Gelukschool en de vestiging Gunning op de Daaf Gelukschool.”

Naar begin

Beleid/Politiek

ECPO houdt op te bestaan, maar de invoering van passend onderwijs

moet verder!

Bron: Frank Bulthuis, secretaris stuurgroep Passend Onderwijs (25-11-2013)

Maandag 25 november presenteerde de Evaluatie Commissie Passend Onderwijs de Routeplanner Passend

Onderwijs. Het is een evaluatie plan én een nulmeting in één. De commissie draagt de evaluatie rol over aan

het nationaal regieorgaan voor onderwijsonderzoek (NRO). Dat orgaan krijgt er een flinke kluif aan.

Onderzoek in een gevarieerd veld dat, zo typeert ECPO dat, verschillende wegen bewandelt naar het

educatieve Rome. Toekomstige onderzoekers worden tegelijkertijd geconfronteerd met het gegeven dat „niet

ieders educatieve Rome op dezelfde plaats ligt‟.

De slotconferentie bood de gelegenheid om kennis te nemen van de laatste onderzoeken die bedoeld waren

om een soort startpunt te bepalen. Onderzoek naar de positie van leraren en ouders, onderzoek rond

ontwikkelingsperspectieven, zorgtoewijzing en de vorming van samenwerkingsverbanden.

Bij de aanbieding van Routeplanner gaf de ECPO een duidelijk signaal af: baseer je bij de verdere

gesprekken op school, in de besturen en de samenwerkingsverbanden maar zeker ook met ouders op de

feiten. Niets is verlammender als je te laten reageren door angst. Een heldere factsheet komt daarbij goed

van pas.

Er werden in de presentaties mooie metaforen neergezet, maar de metafoor met de duidelijkste boodschap

was die van het verkeerslicht: code oranje.

Jan Gispen (voorzitter ECPO) zei daarover: „je zou kunnen remmen, maar in deze fase van voorbereiding ook

kunnen besluiten om gas te geven. De invoering van Passend Onderwijs heeft een zet nodig. Ministerie van

Onderwijs, organisaties van ouders, leraren, schoolleiders en schoolbesturen moeten de handen ineen slaan

om Passend Onderwijs zonder kleerscheuren over het kruispunt van 2014 te loodsen.‟

Hij vervolgde met: „ Het wordt nu de hoogste tijd voor meer aandacht voor de inhoud: elke leerling het beste

onderwijs of de beste onderwijsplek aanbieden‟.

Bij dit laatste advies van de ECPO aan de staatssecretaris sluit de stuurgroep Passend Onderwijs zich graag

aan: de betrokken organisaties moeten zo snel mogelijk met elkaar in gesprek, intensief ondersteund door

het ministerie, over de inhoud van passend onderwijs. Met het uitbrengen van dit themanummer, dat

gebaseerd is de praktijk van dit moment, en de oproep voor 10 minuten gesprekken voor het eind van 2013,

geeft CNV Onderwijs direct gevolg aan dat advies.

Naar begin

Page 13: Eigen wijs, wijzer, wijst - CNV Onderwijs...mensen hun succeservaringen met passend onderwijs in de enquête. We leggen de resultaten naast onze meetlat, het zeven-puntenplan: 1. Voldoende

13

NIEUWSBRIEF CNV ONDERWIJS PASSEND ONDERWIJS NUMMER 20 28 NOVEMBER 2013

De Werkvloer

Inspelen op Passend Onderwijs: Lancering M-kaarten

Bron: nationaleonderwijsgids.nl (26-11-2013)

Bij Onderwijscentrum De Twijn in Zwolle vond woensdag de lancering plaats van leskaarten voor scholieren

die een chronische ziekte of een lichamelijke beperking hebben. Dat meldt Weblogzwolle.nl.

Doel van de M-kaarten (Motoriekkaarten) is om het voor deze groep leerlingen mogelijk te maken om op hun

eigen niveau mee te doen aan de gymlessen op school.

De M-kaarten zijn het resultaat van een samenwerking tussen Onderwijscentrum De Twijn en Bewegen

Samen Regelen. Met deze kaarten spelen beide organisaties alvast in op de invoering van de Wet passend

onderwijs per 1 augustus 2014

Naar begin

Onduidelijkheid over rol directeuren

Bron: AVS.nl (22-11-2013)

Bij veel schooldirecteuren heerst onduidelijkheid over hun rol bij de invoering van passend onderwijs.

Dat blijkt uit een enquête van de AVS. In totaal hebben meer dan 1.100 directeuren de vragenlijst ingevuld.

Slechts 17 procent van de directeuren weet wat er moet gebeuren voor het succesvol invoeren van passend

onderwijs. Voor bijna de helft van de directeuren geldt dat zij vrijwel geen duidelijkheid hebben over de

procedures die gevolgd moeten worden bij passend onderwijs.

De directeuren zullen, samen met het lerarenteam, een beeld moeten hebben van de vaardigheden die nodig

zijn voor passend onderwijs. Hoewel de directeuren een redelijk goed beeld hebben van de huidige

competenties binnen het team, is het slechts bij 19 procent duidelijk hoe ze met hun team naar de gewenste

situatie moeten komen om passend onderwijs te laten slagen.

Lees meer.

Naar begin

Uit de Media

Het wordt pas wat als nú de schouders eronder gaan

Bron: Algemeen Dagblad (27-11-2013)

Scholen laks met passend onderwijs

Op veel basisscholen moet het kwartje nog vallen, maar volgend jaar moeten zij passend onderwijs

aanbieden. Dus ook onderwijs op maat aan kinderen met een rugzakje. En daar moet je je als school wel op

voorbereiden. Dat gebeurt nog te weinig en de tijd dringt…

Zo begint het artikel dat afgelopen woensdag verscheen in het Algemeen Dagblad. Renske Baars had een

interview met Joany Krijt (Dagelijks bestuur CNVO, betrokken bij Passend Onderwijs) Katalin de Kleuver

(stuurgroep Passend Onderwijs).

Page 14: Eigen wijs, wijzer, wijst - CNV Onderwijs...mensen hun succeservaringen met passend onderwijs in de enquête. We leggen de resultaten naast onze meetlat, het zeven-puntenplan: 1. Voldoende

NIEUWSBRIEF CNV ONDERWIJS PASSEND ONDERWIJS NUMMER 20 28 NOVEMBER 2013

In het artikel worden enkele gegevens uit de 1-meting aangehaald en daarnaast ook een praktijkvoorbeeld

gegeven. Op de Schakel houden ze het liefst alle kinderen binnen de school om kindnabij onderwijs te

kunnen bieden. Daarbij kijken ze als team wel naar de mogelijkheden van de leraar en de klas.

Joany Krijt pleit voor een krachtleraar op elke school, die het absolute aanspreekpunt is voor passend

onderwijs. De overheid moet hier dan wel geld voor vrij maken Tot slot spreekt Joany Krijt haar zorg uit: „Als

scholen weinig doen en niet weten waar de grenzen van de school liggen, dan worden de leerlingen daar

uiteindelijk de dupe van.‟

Het hele artikel is bij verschijnen van deze nieuwsbrief allen op papier te lezen, in de krant van woensdag.

Naar begin

Hoe bereiden leraren zich voor op Passend Onderwijs?

Bron: Intermediair.nl (25-11-2013)

In een artikel over de leraren en passend onderwijs wordt Ria Portman, begeleider van een pionier

(voorloper) uit het PO geïnterviewd. Zij geeft aan dat de leraar de grootste succesfactor is, maar ook dat het

allemaal wel meevalt.

‘Het beeld is dat leraren straks veel probleemleerlingen in de klas krijgen met gedragsproblemen of

met lichamelijke of psychische handicaps. Nu zien ze dat het meevalt. Er verandert niet zoveel.’

In het artikel geeft zij haar visie op zorgplicht, beleid en het tijdgebrek (werkdruk). Het artikel sluit af met

een overzichtelijk tijdpad.

Om het hele artikel te lezen, volg deze link.

Naar begin

Agenda

Conferentie Masterplan Dyscalculie – mbo

Bron: kpcgroep.nl (25-11-2013)

In opdracht van het ministerie van OCW ontwikkelt KPC Groep samen met de Steunpunten taal en rekenen

vo en mbo het Masterplan Dyscalculie. Het Masterplan Dyscalculie biedt scholen en onderwijsinstellingen (po,

vo, (v)so en mbo) handreikingen om ernstige rekenproblemen en dyscalculie bij leerlingen en studenten te

signaleren, diagnosticeren en hen daarna te kunnen doorverwijzen. Daarnaast biedt het Masterplan scholen

handreikingen om leerlingen en studenten met dyscalculie op een geïntegreerde manier zó te ondersteunen

dat zij onderwijs op hun eigen niveau kunnen volgen.

3 conferenties

De steunpunten taal en rekeningen en KPC Groep organiseren in december 3 conferenties voor de

verschillende onderwijssectoren.

Waar en wanneer

maandag 9 december conferentie voor vo, vso en praktijkonderwijs.

woensdag 11 december conferentie voor po en so.

donderdag 12 december conferentie voor mbo.

Page 15: Eigen wijs, wijzer, wijst - CNV Onderwijs...mensen hun succeservaringen met passend onderwijs in de enquête. We leggen de resultaten naast onze meetlat, het zeven-puntenplan: 1. Voldoende

15

NIEUWSBRIEF CNV ONDERWIJS PASSEND ONDERWIJS NUMMER 20 28 NOVEMBER 2013

De conferentie vindt plaats in het Postillion Hotel in Bunnik. De conferentie duurt van 10.00 tot 16.00 uur.

Meld u aan voor de conferentie voor het mbo.

Naar begin

De kracht van het oplossingsgericht werken.

Bron: lecso.nl (14-11-2013)

In samenwerking met de Mytylschool Tilburg is er op 12 maart 2014 een studiedag over de kracht van het

oplossingsgericht werken. De oplossingsgerichte benadering sluit nauw aan bij de opdracht van passend

onderwijs. Sprekers zijn o.a De Finse psychiater Ben Furman (de auteur van Kids' Skills), Caroline Beumer

(de auteur van Mission Possible), Tischa Neve en Dick J. van Dijk

Meer info en aanmelden kan bij Marja van Esch (contactpersoon Mytylschool Tilburg) [email protected] en

op www.liketolearn.info. Via deze link vindt u de link om het volledige programma downloaden.

Naar begin

Page 16: Eigen wijs, wijzer, wijst - CNV Onderwijs...mensen hun succeservaringen met passend onderwijs in de enquête. We leggen de resultaten naast onze meetlat, het zeven-puntenplan: 1. Voldoende

16

NIEUWSBRIEF CNV ONDERWIJS PASSEND ONDERWIJS NUMMER 20 28 NOVEMBER 2013

Lees verder

Halfmaandelijks overzicht toegankelijk via MijnCNVO (herhaling)

Deze nieuwsbrief wordt samengesteld op basis van een halfmaandelijks overzicht dat op verzoek van de

Stuurgroep Passend Onderwijs wordt samengesteld. Niet alle berichten kunnen geplaatst worden. Voor

geïnteresseerden zijn de overzichten toegankelijk via „MijnCNVO‟. Als je onder „Vul je gegevens aan‟ ook het

vinkje bij „passend onderwijs‟ aan hebt staan, dan krijg je onder „Verenigingsnieuws‟ toegang tot de

betreffende overzichten.

Naar begin