16
de puur muziek 21.04.13 | 15:00 | CONCERTZAAL BRUSSELS PHILHARMONIC & VLAAMS RADIO KOOR Brussels Philharmonic goes classics

Brussels Philharmonic 21.04.13

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Brussels Philharmonic goes classics in de letterlijke betekenis van het woord. Het Requiem van Mozart behoort tot de meest geliefde en gewaardeerde werken van Mozarts hele oeuvre. Onvoltooid of voltooid (door Süssmayer). Beethoven schreef zijn pianoconcerten in de eerste plaats voor eigen gebruik, om zichzelf zo goed mogelijk te verkopen als pianist. Dan staat een beetje bravoura wel goed, vooral aan het eind. Hier bij het eerste pianoconcert zeer geslaagd trouwens. Een overdonderend effect. Met Lars Vogt als absolute uitblinker.

Citation preview

Page 1: Brussels Philharmonic 21.04.13

de de

de

puur muziek

bistro

de

jong

de

Muziekcentrum Gent

de

manufactuur

21.04.13 | 15:00 | CONCERTZAAL

BRUSSELS PHILHARMONIC & VLAAMS RADIO KOOR

Brussels Philharmonic goes classics

Page 2: Brussels Philharmonic 21.04.13

2

WOLfgANg AMADEUS MOZART (1756-1791)Balletmuziek uit “Idomeneo”, KV 367: Chaconne

LUDWIg VAN BEETHOVEN (1770-1827)Pianoconcert nr. 1 in C, opus 15i. allegro con brio ii. adagio iii. rondo (molto allegro)

Pauze

WOLfgANg AMADEUS MOZART (1756-1791)Requiem in d, KV 626I. introitus: requiem aeternamii. Kyrie eleisoniii. sequentia: 1. Dies irae 2. Tuba mirum 3. rex tremendae majestatis 4. recordare, Jesu Pie 5. confutatis maledictis 6. lacrimosa Dies illaiV. offertorium 1. Domine Jesu christe 2. hostias et PrecesV. sanctusVi. BenedictusVii. agnus deiViii. communio: lux aeterna

BRUSSELS PHILHARMONIC

VLAAMS RADIO KOOR

Dirigent | michel Tabachnik Piano | lars Vogt

PROgRAMMA UITVOERDERS

Page 3: Brussels Philharmonic 21.04.13

3

IDOMENEO, RE DI CRETADe balletmuziek uit Idomeneo, re di Creta (1781) bekleedt een vrij unieke plaats in Mozarts oeuvre. Mozart componeerde in zijn korte carrière weliswaar uren en uren dansmuziek, maar daarbij ging het steevast om gebruiksgerichte collecties van korte menuetten, contradansen, länd-ler en dergelijke populaire dansen meer. In Idomeneo daarentegen betreft het een compositie van circa één kwartier, die niet alleen zelf als een groter geheel is opgevat, maar die bovendien ook de finale vormt van een avondvullende opera. Vooral dit laatste is zeer ongewoon, en kan eigen-lijk alleen maar begrepen worden door Mozarts opera te interpreteren in de con-text van de toenmalige operahervormin-gen door Christoph Willibald von Gluck. Met name in de jaren ’60 en ’70 van de 18de eeuw was Glucks ergernis over de ontsporing van de Italiaanse bravoure-opera dermate hoog opgelopen dat hij deze wenste te reformeren vanuit bepaalde verworvenheden uit de Franse operatradi-tie. Hij wou vooral komaf maken met de stereotiepe afwisseling tussen saaie reci-tatieven en hyperactieve aria’s, met de steriele hang naar virtuositeit, de weinig geïnspireerde orkestratie, en de verre-gaande onverschilligheid ten aanzien van de tekst. Daar tegenover pleitte hij voor een meer beheerste zangkunst, een grotere structurele variatie en het opdrijven van de dramatische spankracht. Elementen

die daarbij een belangrijke rol speelden waren onder meer een gevarieerder en genuanceerder gebruik van de orkestkleu-ren, de toekenning van een prominente plaats aan het koor als handelende en refelecterende factor, én de integratie van baletten die zowel actief in de handeling betrokken konden worden als een eerder opsmukkende functie vervullen. In alle opzichten sluit Mozarts Idomeneo aan bij deze hervormingstendens. De opera mag dan qua tekst en muzikale stijl volop Itali-aans zijn, de dramatische geest, de globale opbouw, en de prominente aanwezigheid van orkest, koor en dans is volledig op de Franse leest geschoeid.

Zoals aangegeven komt de balletmuziek helemaal op het einde van de opera, nadat de traditionele deus ex machina de door de stervelingen veroorzaakte probleemsi-tuatie met een gebaar van gratie ontward heeft en er een globale emotie van rust en tevredenheid op de (meeste) protagonis-ten neerdaalt. Kort gesteld komt de god-delijke beschikking hierop neer: Idome-neo wordt, in ruil voor het neerleggen van zijn koningschap, ontslagen van zijn eer-dere, in onwetendheid gemaakte belofte om zijn zoon Idamante aan Posseidon te offeren; Idamante van zijn kant wordt geordonneerd om zijn vader op te volgen, en om met zijn geliefde Ilia – de gewraakte dochter van de Trojaanse vijand – in het huwelijk te treden: “ha vinto Amor” – “de

BRUSSELS PHILHARMONIC & VLAAMS RADIO KOORBrussels Philharmonic goes classics

Page 4: Brussels Philharmonic 21.04.13

4

liefde zegeviert”, zo luidt de goddelijke stem, zowel de liefde tussen vader en zoon als die tussen man en vrouw. Met de daar-opvolgende balletmuziek wordt vervol-gens een dubbel feest geëvoceerd: ener-zijds de beëdiging van de nieuwe koning, anderzijds de bezegeling van het huwelijk. Veelbetekenend noteert Mozart in zijn partituur pas op het einde van de gedanste ceremonie: “Fine del Dramma”. Desalniet-temin laten tal van moderne dirigenten en regisseurs het hele ballet achterwege; voor iedereen die ooit een dergelijke geabor-teerde uitvoering heft mogen meemaken, kan de gedecontextualiseerde uitvoering van de balletmuziek in dit concert alvast een kleine compensatie bieden.

PIANOCONCERTO IN CBeethovens Pianoconcerto in C, gepubli-ceerd in 1801 en vandaag bekend als zijn Eerste Pianoconcerto, was strikt geno-men niet zijn eerste compositie voor deze bezetting. Reeds als veertienjarige, in 1784, werkte Beethoven aan een (onvolle-dig gebleven) pianoconcerto, maar vooral in de jaren ’90 hield hij zich intensief met het genre bezig: tussen 1790 en 1798 com-poneerde hij niet minder dan vier versies van wat uiteindelijk zijn Tweede Piano-concerto zou worden; intussen had hij in 1795 ook al een eerste versie van het latere Eerste Pianoconcerto voltooid. Vijf jaar later zou de definitieve versie van dat werk volgen, de versie die ook vandaag nog meestal uitgevoerd wordt. Beethoven was in deze periode dus overduidelijk op zoek naar een manier om zijn eigen stempel te drukken als concerto-componist, maar

daarenboven zijn deze vroege concerto’s ook de eerste werken waarin hij een door-gedreven poging heeft ondernomen om het componeren voor symfonisch orkest onder de knie te krijgen. Al zijn eerder gepubliceerde composities zijn klavierso-nates (op. 2, 7, 10, 13, 14) of kamermu-ziekwerken (vioolsonates, cellosonates, strijktrio’s, etc.).

Stilistisch staan Beethovens pianocon-certo’s in het directe verlengde van die van Wolfgang Amadeus Mozart. Mozart com-poneerde niet minder dan 26 exemplaren, waarvan vooral de Weense werken uit de jaren ’80 een sterke invloed op Beethoven uitoefenden. Zeker aan de oppervlakte beschouwd zijn de overeenkomsten tussen de late Mozart- en de vroege Beethoven-concerto’s onmiskenbaar: het gaat telkens om driedelige concerto’s (snel-langzaam-snel), waarbij de verschillende delen opgebouwd zijn volgens erg transparante vormprincipes en gangbare karakterpa-tronen (dramatisch-lyrisch-briljant). De demarcatie tussen de thematische pas-sages en de overgangsdelen is zeer over-zichtelijk, evenals de contrasten tussen de hoofd- en de neventhema’s. De volgorde van de muzikale gebeurtenissen beant-woordt aan de klassieke conventies, en ook de relatie tussen de solist en het orkest is vrij traditioneel. Concreet betekent dit laatste dat de meeste thema’s afwisselend door de solist of het orkest worden ver-tolkt, maar ook dat het orkest – en in het bijzonder de houtblazers – vaak worden ingezet om de solo-interventies te kleuren en/of extra te structureren.

Page 5: Brussels Philharmonic 21.04.13

5

Een element waarin Beethoven zich wel heel duidelijk onderscheidt van Mozart is zijn voorliefde voor een doorgedreven thematisch-motivische dichtheid. Eén van de vele voorbeelden hiervan is al meteen te vinden in het begin van het eerste Pia-noconcerto: heel hoorbaar is namelijk hoezeer het hoofd- en neventhema van het openingsdeel met elkaar verwant zijn: de globale ritmische contouren, het gebruik van een toonladderfiguur in het midden van het motiefje, en de identieke lengte van de twee thema-aanzetten zijn allemaal betekenisvolle elementen van overeenkomst. Desalniettemin echter is er een enorm contrast tussen deze twee thema’s: zo worden onder meer de krach-tige, afgestoten noten van het hoofdthema afgezwakt tot weke gebonden noten in het neventhema, en worden de forse stij-gende gestes omgekeerd tot een elegante neerwaartse wending. Beethoven is een grootmeester in het creëren van verschil-lende verschijningsvormen uit hetzelfde basismateriaal. Hoezeer hij zich zelf van deze verwantschappen bewust is, blijkt bijvoorbeeld wanneer hij – onder meer in het begin van de door hemzelf geschreven cadenzen – de kopfiguur van het hoofd-thema (de krachtige, stijgende octaaf-sprong) rechtstreeks verbindt met de dalende legato-lijn uit het neventhema. Al dit soort verwantschappen geeft aan Beethovens muziek een buitengewone innerlijke coherentie, die de intrinsieke dramatiek op een enorm gebalde manier presenteert.

REqUIEMSamen met Schuberts onvoltooide symfo-nie is Mozarts Requiem (1791-1792) allicht de meest bekende onafgewerkte compo-sitie uit het klassieke repertoire. Mede dankzij het succes van Milos Formans film Amadeus zijn de meeste muziekliefhebbers zich hiervan terdege bewust. Wat echter meestal schromelijk onderschat wordt, is de mate van onafgewerktheid van Mozarts dodenmis: het enige onderdeel dat vol-ledig door de grootmeester zelf voltooid werd, is namelijk het Introitus (“Requiem aeternam”), dat amper vier minuutjes van het gehele werk uitmaakt. Van de meeste andere delen heeft Mozart uitsluitend de koorpartijen en de (becijferde) bas geno-teerd, met hier en daar nog wat indica-ties voor de verdere invulling van wat strijkers- en/of blazerspartijen. Dit geldt voor de hele partituur vanaf het Kyrie tot en met het Offertorium, met uitzondering van het Lacrimosa, waarvan sowieso enkel de eerste acht maten geschetst zijn; daarna breekt de partituur af. Naast deze ‘onvol-tooide’ delen zijn er ook nog vier volledige delen waaraan Mozart, voor zover we van-daag kunnen nagaan, zelfs nooit is kunnen beginnen: het Sanctus, het Benedictus, het Agnus Dei en het Lux Aeterna.

Toen Mozart stierf op 5 december 1791 was zijn requiem dus verre van gebruiks-klaar. Mede door het feit dat de geheim-zinnige besteller van het requiem – later geïdentificeerd als Graaf Walsegg zu Stuppach – de componist een niet onaan-zienlijk honorarium in het vooruitzicht had gesteld, deed Mozarts weduwe Con-

Page 6: Brussels Philharmonic 21.04.13

6

stanze Weber er alles aan om het werk zo snel mogelijk door vertrouwelingen van Mozart te laten voltooien. Nadat enkele kandidaten, al dan niet na enkele schuch-tere pogingen, bedankten voor de eer, was het uiteindelijk Franz Xaver Süßmayr die Mozarts schetsen verder afwerkte en de onbegonnen delen toevoegde. Het is dan ook deze Süßmayr-versie die vandaag nog het vaakst wordt uitgevoerd en het meest bekend is bij het publiek. Nochtans wordt deze versie al bijna 200 jaar gecontesteerd, wat vooral in de voorbije veertig jaar geleid heeft tot een aantal nieuwe voltooi-ingspogingen. Een daarvan is de vandaag gebrachte versie door David Lewin (voor het eerst uitgebracht op cd in 1995), die vooral in de volgende punten goed hoor-baar ‘afwijkt’ van de meer vertrouwde Süßmayrversie.

1. Het Lacrimosa (dat bij Mozart dus na acht maten afbreekt) krijgt een andere voortzetting. Aanvankelijk ligt die nog enigszins in de lijn van Süßmayrs invul-ling, maar geleidelijk aan wijkt ze er steeds verder van af. Vooral het einde, met name de uitwerking van het woord ‘Amen’ is heel verschillend. Waar dit slotwoord bij Süßmayr in twee krachtige slotakkoor-den uitgezongen wordt, staat hier in de Levin-versie een volledige, anderhalve minuut durende fuga. Zoals enkele andere requiem-voltooiers baseert Levin zich daarbij op een fuga-schetsje van Mozart dat tussen de requiempapieren werd teruggevonden. Een belangrijk argument om te stellen dat de fuga inderdaad op deze plaats thuishoort, is het feit dat het

Lacrimosa het laatste onderdeeltje is van de zogenaamde sequentia, die bestaat uit het Dies Irae, Tuba Mirum, Rex Tre-mendae, Recordare, Confutatis en dus het Lacrimosa zelf. Liturgisch vormt dit één geheel, en het is plausibel om aan te nemen dat Mozart het “Amen” op het einde van een dergelijk lang segment van bijna een kwartier met een meer uitvoerige slotkoor gestalte zou hebben gegeven dan in de Süßmayr-versie het geval is.

2. Voor het Sanctus neemt Levin de Süß-mayr-compositie als uitgangspunt. Zijn versie verloopt behoorlijk parallel, al zijn er heel wat varianten in de orkestpartijen. Veel opvallender evenwel zijn de verschil-len in de aansluitende Hosanna-fuga. Ook hier gebruikt Levin het Süßmayr-materiaal als vertrekpunt, maar de fuga wordt is beduidend verder uitgewerkt. Dezelfde werkwijze hanteert Levin ook in het Benedictus: opmerkelijk hier is vooral het tweede deel dat volledig nieuw is, maar wel verder borduurt op het materiaal uit de eerste helft). Nog frappanter is de de overgang naar de fuga, waar de bewerker tracht om motivische linken naar andere delen uit het requiem te leggen, en tevens om het fascinerende koloriet van de ope-ning van het requiem in herinnering te roepen. De fuga zelf is ook opnieuw anders uitgewerkt.

3. Het Agnus Dei loopt grotendeels volgens de Süßmayr-lijn. Een bijzonderheid is evenwel het slot, waar Levin plots opteert voor een harmonische wending en een bijhorende sfeer die net iets ‘moderner’ is

Page 7: Brussels Philharmonic 21.04.13

7

dan in de Mozartiaanse context verwacht zou kunnen worden.

Ondanks de soms verregaande ingrepen van Levin, blijft het Requiem natuurlijk nog wel degelijk de Mozartiaanse geest uitstralen. Desalniettemin blijft het een fascinerende vaststelling dat een van de meest geliefde werken van de Salzburg deels bestaat uit fragmenten die volledig door Mozart zelf geschreven zijn, deels uit fragmenten die door Mozart geschetst en door anderen afgewerkt zijn, en deels ook door fragmenten waarmee Mozart naar alle waarschijnlijkheid niets of bijna niets te maken heeft.

Page 8: Brussels Philharmonic 21.04.13

8

BIO

BRUSSELS PHILHARMONICBrussels Philharmonic werd in 1935 opge-richt door de openbare omroep (NIR). Het orkest concerteerde in de loop van zijn bestaan met grote dirigenten en solisten, en creëerde nieuwe werken van wereld-vermaarde componisten als Stravinsky, Bartók, Messiaen en Francesconi.

De werking van Brussels Philharmonic vertrekt vanuit verschillende reeksen in Brussel, zowel in Flagey, waar het repe-teert in de akoestisch tot de wereldtop behorende Studio 4, als in BOZAR. Daar-naast is het orkest thuis op de grote podia in Vlaanderen en in belangrijke culturele centra.

Muziekdirecteur Michel Tabachnik is sinds 2008 een sleutelfiguur in de werking van Brussels Philharmonic. Op een crea-tieve en publieksvriendelijke manier com-bineert hij het grote orkestrepertoire met de muziek van de 20ste eeuw. Zijn credo: “We zijn geen museum, wel een platform voor levende muziek.” Samen met het orkest zorgde Tabachnik voor warm ont-haalde concerten in binnen- en buiten-land.

Op internationaal vlak veroverde Brus-sels Philharmonic intussen een eigen plaats, te beginnen met een residentie in het Parijse Cité de la musique en jaarlijkse concerten in het Concertgebouw Amster-dam. Sinds enkele seizoenen is het orkest

ook vaste partner van het Festival Musica in Strasbourg en het Festival de Besan-çon. Het orkest gaat ook steeds vaker op tournee in Europa (Duitsland, Oostenrijk, het Verenigd Koninkrijk, Italië) en stond zo op gerenommeerde podia in Salzburg, Wenen, Berlijn en Londen.

Een andere specialisatie waarmee Brus-sels Philharmonic zich internationaal pro-fileert, is filmmuziek. Voor het opnemen en uitvoeren van filmmuziek van grote namen zoals Howard Shore, John Williams of Alberto Iglesias, is het Filmfestival Gent vaste partner. Internationale erkenning kwam er met de Golden Globe-winnende soundtrack voor The Aviator van Martin Scorsese (2005), en meer recent dankzij de Oscar-winnende muziek voor The Artist (muziek van Ludovic Bource). Ook in de toekomst blijft het orkest zijn expertise in het opnemen van soundtracks verder uit-bouwen.

Intussen bewees het orkest ook op andere vlakken een pionier te zijn, met vooruit-strevende initiatieven zoals een spin-off voor filmmuziek, het traject met Samsung rond digitale partituren, en de oprichting van een stichting voor de financiering van de aankoop van strijkinstrumenten i.s.m. private bank Puilaetco Dewaay.

Samen met verschillende partners werkt Brussels Philharmonic aan uiteenlopende cd-reeksen: met Klara rond Vlaamse solis-

Page 9: Brussels Philharmonic 21.04.13

9

ten, met het Palazzetto Bru Zane en diri-gent Hervé Niquet rond het repertoire van de Prix de Rome, en met het Filmfestival Gent rond grote filmmuziekcomponisten. Met het eigen label, Brussels Philharmonic Recordings, maakt het orkest referentie-opnames van het grote symfonische reper-toire die internationale bijval krijgen.

MICHEL TABACHNIKMichel Tabachnik is sinds 2008 als muziekdirecteur een sleutelfiguur in de werking van Brussels Philharmonic. Zijn eigenzinnige maar tegelijk erg toeganke-lijke programma’s, waarin het grote orkes-trepertoire gecombineerd wordt met de muziek van de 20ste eeuw, bereiken een steeds groter en breder publiek.

Met vaste afspraken op gerenommeerde podia in heel Europa, waaronder Amster-dam, Parijs, Salzburg, Wenen, Berlijn en Londen, bevestigt Michel Tabachnik samen met het orkest de sterke internati-onale reputatie die sinds enkele jaren werd opgebouwd.

Michel Tabachnik studeerde piano, com-positie en orkestdirectie in Genève. Pas afgestudeerd werd hij gecoacht door enkele iconische dirigenten: hij was assis-tent van Igor Markevitsj in Madrid en werkte vier jaar lang als assistent-dirigent van Pierre Boulez, hoofdzakelijk bij het BBC Symphony Orchestra in Londen. Daarna nodigde Herbert von Karajan hem uit om gedurende verschillende jaren zijn Berliner te komen dirigeren.

Als zeer goede vriend van Stockhau-sen, Berio, Ligeti en Messiaen dirigeerde Michel Tabachnik verschillende wereld-premières, waaronder veel werk van Iannis Xenakis, die hem beschouwde als zijn favoriete vertolker.

Michel Tabachnik was chef-dirigent bij verschillende grote orkesten en dirigeerde onder meer de Berliner Philharmoniker, het Koninklijk Concertgebouworkest, het Tokyo NHK, het Orchestre de Paris.

VLAAMS RADIO KOORHet Vlaams Radio Koor werd in 1937 als professioneel kamerkoor opgericht door de toenmalige openbare omroep (NIR). Vandaag de dag is het koor een ensemble van uitzonderlijk hoog niveau, dat zowel in binnen- als in buitenland tot de top gere-kend wordt. De 24 professionele zangers repeteren onder leiding van chef-dirigent Hervé Niquet in Studio 1 van het bekende Flageygebouw in Brussel, en concerteren in heel Vlaanderen en Europa.

Hervé Niquet nam de leiding van het koor vanaf het seizoen 2011-2012. Deze flam-boyante en wereldwijd vermaarde diri-gent verzorgde de afgelopen jaren al tal van gast-projecten bij het Vlaams Radio Koor, maar is nu als nieuwe chef-dirigent de spil in de werking van het koor. Niquet, die het koor een diamant noemt en bij de Europese top 3 plaatst, wil verder werken aan een herkenbare klank en plant uiteen-lopende projecten, van onbekende Franse muziek tot hedendaagse premières.

Page 10: Brussels Philharmonic 21.04.13

10

Een eerste belangrijke pijler in de pro-grammering van het Vlaams Radio Koor vormen de a capella producties, waarmee het koor zo’n zes keer per jaar op tournee gaat doorheen heel Vlaanderen. Daarnaast werkt het koor regelmatig samen met gerenommeerde binnen- en buitenlandse instrumentale ensembles zoals Brussels Philharmonic, Brussels Jazz Orchestra, het Rotterdams Philharmonisch Orkest, Sin-fonia Warsowia en Le Concert Spirituel.

Naast de hechte band met de vaste part-ners in Vlaanderen, bouwt het Vlaams Radio Koor ook een steeds grotere aan-wezigheid op verschillende internationale podia uit. Vooral in Frankrijk is het koor een graag geziene gast, en krijgt het jaar na jaar meer aanvragen van festivals zoals het befaamde Festival de Musique in Menton, Septembre Musical de l’Orne of het Festi-val Contrepoints 62, en staat het koor in prestigieuze zalen zoals de Salle Pleyel en

het Théâtre des Champs-Elysées in Parijs en de Opéra Berlioz in Montpellier. Ook in Nederland groeit het aantal concerten, en in Italië kan het koor rekenen op een stijgende interesse, onder meer dankzij de samenwerking met het Palazzetto Bru Zane, de initiatiefnemer van de prestigi-euze cd-reeks rond de Prix de Rome.

Deze internationale erkenning geldt evenzeer voor de verschillende cd’s die het Vlaams Radio Koor bij uitbrengt, en waarin het groot repertoire voor kamer-koor aan bod komt.

Het Vlaams Radio Koor behoudt ook zijn unieke status van radiokoor: een groot aantal concertproducties worden opge-nomen door Klara, waardoor het koor een unieke verzameling opnames heeft opgebouwd, onder meer met werk van Vlaamse componisten.

Page 11: Brussels Philharmonic 21.04.13

11

TEKSTEN

WOLfgANg AMADEUS MOZART (1756-1791)RequIem In D, KV 626

I. IntRoItusRequiem aeternam dona eis, Domine; et lux perpetua luceat eis.Te decet hymnus, Deus, in Sion, et tibi reddetur votum in Ierusalem.Exaudi orationem meam; ad te omnis caro veniet.Requiem aeternam dona eis, Domine; et lux perpetua luceat eis.

II. KyRIeKyrie, eleisonChriste, eleisonKyrie, eleison

III. sequentIa

no. 1Dies irae, dies illaSolvet saeculum in favilla:Teste David cum SibyllaQuantus tremor est futurus.quando iudex est venturuscuncta stricte discussurus!

no. 2Tuba mirum spargens sonumper sepulcra regionum,coget omnes ante thronum.Mors stupebit et natura,

Heer, geef hun de eeuwige rust; en het eeuwige licht verlichte hen.U komt een lofzang toe, o God, in Sion, U moet een dankoffer gebracht worden in Jerusalem.Verhoor mijn gebed; tot U komt alle vlees.Heer, geef hun de eeuwige rust; en het eeuwige licht verlichte hen.

Heer, ontferm U over onsChristus, ontferm U over onsHeer, ontferm U over ons

O die dag, die dag der wrakeZal ’t heelal een ashoop maken,Zo Sybille en David spraken.Hoe zal dan een ieder schromenals de Rechter is gekomen,alles streng wordt doorgenomen.

Klanken vol van huiveringenzullen door het grafveld dringenallen voor Gods zetel dwingen.Dood en leven zullen beven

Page 12: Brussels Philharmonic 21.04.13

12

cum resurget creaturaiudicanti responsura,Liber scriptus proferetur,in quo totum continetur,unde mundus iudicetur.Iudex ergo cum sedebit,quidquid latet, apparebit:nil inultum remanebit.Quid sum miser tunc dicturus?quem patronum rogaturus,cum vix iustus sit securus?

no. 3Rex tremendae maiestatis,qui salvandos salvas gratis,salva me, fons pietatis!

no. 4Recordare, Iesu pie,quod sum causa tuae viae:ne me perdas illa die!Quaerens me sedisti lassus,redemisti crucem passus:tantus labor non sit cassus!Iuste iudex ultionis,donum fac remissionisante diem rationis!Ingemisco tamquam reus,culpa rubet vultus meus:supplicanti parce, deus!Qui Mariam absolvistiet latronem exaudisti,mihi quoque spem dedisti.Preces meae non sunt dignae,sed tu bonus fac benigne,ne perenni cremer igne!Inter oves locum praestaet ab haedis me sequestrastatuens in parte dextra!

als het schepsel zal herlevenom Hem rekenschap te gevenZie, daar zal een boekwerk wezenwaarin alles staat te lezenwaarop vooruit wordt gewezen.Als de Rechter is gezetenwat geheim was, wordt gewetenniets blijft strafloos of vergeten.Wat zal ik te zeggen wagen?wien als pleitbezorger vragenwaar gerechten zelfs versagen?

Koning, voor wiens macht wij beven,die uw heiligen ’t heil zult geven,red mij, Bron van troost en leven.

Denk toch, Jesus, mij genegengingt gij zulke zware wegen,houd die dag mijn vonnis tegen.Zoekend zijt gij moe gelopen,wilt door ’t kruis mijn ziel vrijkopen,niet vergeefs, zo wil ik hopen!Rechtens moet Gij U wel wrekenmaar ik vraag mij vrij te sprekenvóór het oordeel aan zal breken!Schuldig moet ik zuchten slaken,’t schaamrood jaagt mij naar de kakenspaar wie smekend U genaken!Aan Maria werd vergeven’s rovers schuld is niet geblevendan is mij ook hoop gegevenWat mijn beden niet vermogenschenk mij dat uit mededogenhoud mij aan de hel onttogen!Laat mij met uw schapen weidenwil mij van de bokken scheidenen ter rechterhand geleiden!

Page 13: Brussels Philharmonic 21.04.13

13

no. 5Confutatis maledictisflammis acribus addictisvoca me cum benedictis!Oro supplex et acclinis,cor contritum quasi cinis:gere curam mei finis!

no. 6Lacrimosa dies illa,qua resurget ex favillaiudicandus homo reus.Huic ergo parce, Deus!Pie Iesu Domine,dona eis requiem. Amen.

IV. offeRtoRIum

no. 1Domine Iesu Christe, rex gloriae:libera animas omnium fidelium defunctorumde poenis infernis et de profundo lacu!Libera eas de ore leonis,ne absorbeat eas tartarus,ne cadant in obscurum!sed signifer sanctus Michael repraesentat eas in lucem sanctam!quam olim Abrahae promisisti et semini eius.

no. 2Hostias et preces tibi, Domine, laudis offerimus;tu suscipe pro animabus illis,quarum hodie memoriam faciemus:fac eas, Domine, de morte transire ad vitam!

Als wier schulden vastgesteld zijnin het vreselijk vuur gestort zijnroep mij met die dan gered zijn!‘k Bid U smekend en gebogen’t hart vermorzeld door uw ogenmet mijn eind heb mededogen!

’t Zal een dag van tranen wezen,als de mens uit as herrezen’t oordeel wacht, met schuld beladenToon hem dan, God, uw genadeMilde Heer Jesus,geef hun rust. Amen.

Heer Jesus Christus, Koning van de heerlijkheid, verlos de zielen van alle overleden gelovigenvan de straffen der hel en uit de diepe poel!Ontruk hen aan de muil van den leeuw,laat de afgrond hen niet verslinden,laat hen niet neerstorten in de duisternis!maar uw banierdrager, de Heilige Michaël,moge hen binnenleiden in het heilige licht!dat Gij eertijds belooft hebt aan Abraham en zijn zaad.

Wij dragen U, o Heer, offers en lofgebeden op;neem ze aan voor die zielendie wij heden gedenkendoe hen, o Heer, overgaan van de dood naar naar het leven!

Page 14: Brussels Philharmonic 21.04.13

14

V. sanCtus

Sanctus, Sanctus, SanctusDominus, Deus Sabaoth.Pleni sunt coeli et terra gloria tua.Hosanna in excelsis.

VI. BeneDICtus

Benedictus qui venit in nomine Domini.Hosanna in excelsis.

VII. agnus DeI

Agnus Dei, qui tollis peccata mundi: dona eis requiem!Agnus Dei, qui tollis peccata mundi:dona eis requiem!Agnus Dei, qui tollis peccata mundi:dona eis requiem sempiternam!

VIII. CommunIo

Lux aeterna luceat eis, Domine, cum sanctis tuis in aeternum:quia pius es.Requiem aeternam dona eis, Domine; et lux perpetua luceat eis.

Heilig, heilig, heiligde Heer, de God der heerscharenHemel en aarde zijn vol van uw heerlijkheidEer en lof zij U in den hoge!

Gezegend, die komt in den naam des HerenEer en lof zij U in den hoge!

Lam Gods, dat de zonden van de wereld wegneemt, geef hun rust!Lam Gods, dat de zonden van de wereld wegneemt, geef hun rust!Lam Gods, dat de zonden van de wereld weg-neemt, geef hun rust voor altijd en eeuwig!

Het eeuwige licht verlichte hen, o Heer, met uw heiligen voor eewig; omdat Gij goedertieren zijt.Heer geef hun de eeuwige rust en het eeuwige licht verlichte hen.

Page 15: Brussels Philharmonic 21.04.13

15

Page 16: Brussels Philharmonic 21.04.13

BINNENKORT

Bespreekbureau Muziekcentrum De Bijloke gentJ. Kluyskensstraat 2, 9000 gentDi - vr 10:00 - 12:00 & 13:00 - 17:00 | Za 13:00 - 17:0009 269 92 92 | [email protected] | www.debijloke.be

ColofonTekst programmaboekje | Pieter Bergév.u. | Daan Bauwens© muziekcentrum De Bijloke gent

muziekcentrum De Bijloke is mobiel dankzij het partnership met gent motors (www.gentmotors.be)

Wo | 24.04.13 | 20:00 | miryzaal (hoogpoort 64)Jan Kobow (tenor), Jos Van Immerseel (pianoforte)schubert, Van Beethoven

Do | 25.04.13 | 20:00 | miryzaal (hoogpoort 64)Jerusalem quartetsjostakovitsj

Vr | 26.04.13 | 20:00 | uiTVerKochTL’Arpeggiata, Christina Pluhar (artistieke leiding)monteverdi

Za | 27.04.13 | 20:00Symfonieorkest Vlaanderen, Jonas Alber (dirigent)strauss, Britten, mozart, schönberg

Do | 02.05.13 | 20:00 | miryzaal (hoogpoort 64)goeyvaerts Strijktrio, Solisten van Vox Luminusmoody, Pärt

Di | 14.05.13 | 14:00 | KraakhuisDavid Kadouchchopin, moessorgski

Wo | 15.05.13 | 20:00 | Kraakhuis | uiTVerKochTAccademia del Piacere, fahmi Alqhai (artistieke leiding)spaanse muziek uit de 16de en 17de eeuw

Do | 16.05.13 | 20:00Trio Mediaevala Worcester ladymass

Vr | 17.05.13 | 20:00Philip CatherineVerjaardagstournee

Za | 18.05.13 | 20:00Brussels Philharmonic, Michel Tabachnik (dirigent), Liebrecht Vanbeckevoort (piano)liszt, mahler

Wo | 22.05.13 | 20:00 | KraakhuisElisa Medinilla, Anastasia Kozhushko, Ralph Van Raatnuyts, Bartok

Do | 23.05.13 | 20:00Ricercar Consort & LinXueWeiJing-kwartet, Philippe Pierlot (artistieke leiding)Barok met chinese inslag

Zo | 26.05.13 | 11:00Côté Jardin: gratis muzikale picknick voor groot en klein in de prachtige BijloketuinenProgramma is te vinden op www.debijloke.be