Upload
ten-bos
View
263
Download
1
Embed Size (px)
Citation preview
Moe gedraafd en zin vergeten
gaan wij langs de bulderbaan
van het jagen om te weten
of wij morgen nog bestaan.
En zovelen zien ons aan,
wenken ons om stil te staan,
dat wij onze aandacht wijden
aan wie door ons jagen lijden.
Zoekend naar de aanvliegroute
van de geest die ons bevrijdt
uit het jagen en het moeten,
uit de angst voor eindigheid,-
bidden wij: doe ons dan aan,
maak ons rustig bij het gaan,
doe ons vrolijk, vastberaden
leven tot elkaars genade.
Wie durft nog spreken uit naam van god?
Wie kwam hem hier ooit tegen,
wie is nog om hem verlegen?
De lucht is dicht en sprookjes zijn verleden tijd.
Wie bidt nog: 'Vader, U, die in de hemel zijt'?
Wie weet waarom hij heeft afgedaan?
Waarom is hij geweken,
is hij elders neergestreken ?
Weet ik teveel of niet genoeg, ben ik soms blind,
dat ik geen god of hemel in mijn leven vind ?
Of moet ik t'rug waar het ooit begon,
naar armen en ontheemden
van dichtbij tot in den vreemde,
tot in de arme die ik zelf in wezen ben
en zal ik dan weer horen uitgesproken Hem ?
Zomaar: vandaag, dag tussen dagen
(goede en kwade, lief en leed).
Welkom bij ons; dat nooit vervage
wat ooit de liefde met ons deed.
Samen aan tafel worden wij één
en vieren wie we zijn:
geroepen groot en klein.
Zomaar een lied: woorden die zingen
van een verschiet, een nieuwe tijd.
Droom, nooit voorbij: mensen en dingen
waarin dit oude lied gedijt.
Zingend verstaan wij wat is voorzegd:
'Ik, ik zal er zijn,
als vuur, als brood, als wijn.'
De dromers gaan de mensheid voor.
Het morgenlicht breekt bij hen door
en wat zij zien zal toekomst zijn:
de smaak van brood, de geur van wijn.
De dichters leven van het woord
wat eens de schepping heeft gehoord,
dat nu al is wat straks zal zijn:
de smaak van brood, de geur van wijn.
Zo raakt uw Geest ons mensen aan
en wekt ons op, op weg te gaan,
naar wat uw toekomst eens zal zijn:
de smaak van honing, brood en wijn.