Upload
thuisindestad
View
60
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
Wim Van LanckerCentrum voor Sociaal Beleid Herman DeleeckUniversiteit Antwerpen
Kindermoedebestrijding op lokaal niveau tussen droom en daad
17-03-2015
3
Kinderarmoede bestaat niet
IS CZ NO NL AT DK SK LU SI FI HU SE FR CY CH BE MT DE UK EE PL PT LV IT LT EL ES BG RO0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35%
Correlatie = 0,83
bevolking kinderen
4
Kinderarmoede bestaat niet• Armoede is een probleem op het niveau van het gezin• Centraal staat een tekort aan middelen
• Armoede wordt gemeten op basis van het beschikbare gezinsinkomen en vergeleken met de armoedegrens:
€1.003 / maand voor een alleenstaande €1.605 / maand voor een alleenstaande moeder met twee kinderen €2.106 / maand voor koppel met twee kinderen
5
Kinderarmoede bestaat nietAandeel kinderen in gezin met moeder van niet-EU afkomst of alleenstaande moeder
RO SK PL BG HU CZ EL FI LT MT SI PT IT DK ES IE FR DE LV CY EE NL SE BE LU AT UK EU270%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
% of all children % poor of all poor children
6
Armoedebeleid = tweesporenbeleid• Beleid om de kinderarmoede te doen dalen
moet het gezinsinkomen van een grote groep gezinnen verhogen (structureel beleid)
• Beleid om de gevolgen van leven in armoede te verzachten (flankerend beleid)
Structureel armoedebeleid
• Hoe beïnvloed je de inkomens van een grote groep mensen? Direct:
o Inkomensbescherming: uitkeringen, fiscaliteito Kostenbeheersing: huisvesting, nutsvoorzieningen,
onderwijs
Indirect: o Tewerkstelling: actief arbeidsmarktbeleido Preventie: onderwijs, kinderopvang
8
Structureel armoedebeleid
0 0.5 1 1.5 2 2.5 30%
10%
20%
30%
40%
50%
60%55%
38%
12%
25%
47%
42%
36%32%
2%
52%
42%
3%
53%49%
41%
14%18%
36%
16%
28%
48%
22%
11%
17%
38%39%
28% 29%
Uitgaven voor kinderbijslagen (% van het BBP)
Redu
ctie
kind
erar
moe
de
9
Structureel armoedebeleid
AT
BE
BG
CY
CZ
DE
DK
EE
ES
FI
FR
GR
HU
IE
IS
IT
LT
LU
LV
MTNL
NO
PL
PT
RO
SE
SI
SK
UK
US
AU
0.2
.4.6
.8R
II
10 15 20 25 30 35child poverty
Kinderarmoede (%)
% k
inde
ren
0-2
jaar
in k
inde
ropv
ang
10
Maar… structureel beleid loopt spaak
• Mattheuseffect in de kinderopvang
Gebruik van kinderopvang door 0-2 jarigen naar gezinsinkomen
1 2 3 4 50%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
Gezinsinkomen
11
Maar… structureel beleid loopt spaak
• Inkomensbescherming kan beter
ES GR LV BG IE UK LT BE RO CY PT DE HU AT LU EE IT SE FR SI PL FI NO IS SK DK CZ NL0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%Kinderarmoedereductie door de kinderbijslag per % van het BBP gespendeerd
Flankerend armoedebeleid
• De beleidsinstrumenten (vaak op een lager niveau) waarmee de verdeling van inkomens niet wordt beïnvloed maar die tot doel hebben directe noden te ledigen
• Opvoedingsondersteuning, budgetbeheer, gratis maaltijden op school, (kinder)armoedeprojecten, Uitpas, voedselbanken…
• Maar ook: kinderopvang
• “Dweilen met de kraan open”
14
Lokaal beleid zal de kinderarmoede niet doen dalen
• Schaalnadeel Hoe het gezinsinkomen van een grote groep
mensen te verhogen vanuit lokale besturen?
• Weinig instrumenten van structureel beleid Quid inkomensbescherming?
15
Lokaal beleid zal de kinderarmoede niet doen dalen
• Weinig mogelijkheden om het beleid te evalueren Armoedemeting op Vlaams of federaal niveau Lokale indicatoren zijn secundaire indicatoren
o Bijvoorbeeld: aantal leefloners in een wijk of stad
Wat is de impact van het beleid ?o Stadsmonitor: geen beleidsevaluatie
19
Focus op kinderarmoede kan contraproductief zijn
• Bedoeling om goodwill & legitimiteit te creëren voor een kinderarmoedebeleid
• Gevolgen zijn merkbaar: Focus op jongste levensjaren (0-3) Focus op specifieke vormen van flankerend
beleid (prenatale zorg, individuele begeleiding en opvoedingsondersteuning, kinderarmoedefonds)
20
Focus op kinderarmoede kan contraproductief zijn
• Focus op 0-3 en flankerend beleid is belangrijk en nodig, maar …
• … kan leiden tot ongewenste neveneffecten: Verwaarlozing van het beleid dat armoede
echt kan doen dalen (structureel herverdelingsbeleid)
Net door te benadrukken dat kinderen onschuldig zijn, dreigt het gevaar dat ouders wel verantwoordelijk worden gesteld (‘zogezegd arm, maar wel een smartphone’)
22
Wat dan wel te doen?
• Het lokaal beleid heeft een belangrijke rol te spelen in het flankerende armoedebeleid Coördineren
o Vb. Huizen van het kind
Initiëreno Vb. Zorgen voor stimulerende leefomgeving (voldoende
parken en speelruimte; jeugdwerking; voldoende en toegankelijke dienstverlening in de buurt)
Sensibilisereno Vb. Onderwijs, maar ook naar eigen dienstverlening en
werking toe
23
Wat dan wel te doen?
• Ook in het structurele beleid heeft de lokale overheid een rol te spelen
Sociale huisvesting, schoolfacturen, wijkgezondheidscentra
Kinderopvang:o Sociale motieven laten primeren bij uittekenen voorrangsbeleido Zoekproces van de ouderso Uitbreiding van aantal plaatsen in buurten waar meest nood is
• Armoedeproblematiek is ruimer dan het OCMW, kinderarmoede niet beperken tot het kind
Wat dan wel te doen?
• Signaalfunctie Lokaal niveau staat dicht bij mensen en is
best geplaatst om feedback te geven en te krijgen over zowel structureel als flankerendbeleid (bv. door samenwerking met armoedeverenigingen)
o Is de dienstverlening toegankelijk?o Kunnen gezinnen met kinderen hun rechten opnemen?
• Rol als beleidsmaker Roeien tegen de stroom in
25
Wat dan wel te doen?
• “Tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren”
• Pragmatisme en realisme in het formuleren van doelstellingen
• Beleidsevaluatie: Welke indicatoren zijn geschikt om impact van het
beleid op te volgen? Inspanning doen om gedane acties op te volgen en te
evalueren
Een ietwat optimistische conclusie
• Kan een lokaal beleid de kinderarmoede doen dalen?• Niet echt, toch zeker niet op korte termijn.
• Maar dat hoeft ons niet tot wanhoop te drijven
• Het lokale niveau kan de effecten van armoede beperken en het leven van heel wat mensen beter maken
• Op langere termijn kan het de omstandigheden optimaliseren om de armoede te doen dalen