Upload
tinevandevijvere
View
333
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
1
‘Een vreemde eend in de Europese bijt’?
De bestuurlijke en religieuze ontwikkeling van de Republiek
1572 - 1651
2
“Te weinig wordt beseft hoe uitzonderlijk de Nederlandse ontwikkeling in West-Europa óók op het gebied van bestuur en religie is geweest.”
“Als specimen van staatsvorming is de Republiek een wereldwonder geweest”
‘Vreemde eend’:
3
Vraag:
Hoe uitzonderlijk is de bestuurlijke en religieuze ontwikkeling van de Noordelijke Nederlanden tussen 1572 en 1651 geweest?
4
Kenmerkende aspecten:
Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat
De bijzondere plaats in staatkundig opzicht [...] van de Nederlandse RepubliekHet streven van vorsten naar absolute machtVerklaren van het heden:
Waar liggen de wortels van de Nederlandse staat?
5
Rechten en plichten:Hoe verhouden de rechten en plichten van de vorst en zijn onderdanen zich tot elkaar?
Vrijheid:Waar liggen de grenzen van de politieke en religieuze vrijheden?
Soevereiniteit:waar ligt het laatste woord voor het bepalen van de wetgeving?
Sleutelvragen:
6
7
Van ‘De Boergondische Nederlanden’ naar ...
... ‘De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.’
Ontwikkelingen
8
Van het katholieke Spaanse Koninkrijk naar ...
Ontwikkelingen
9
... een autonome ‘calvinistische natie.’
10
Vergelijking Republiek – omringende landen omstreeks 1570 op bestuurlijk en religieus gebied.
Bestuurlijke en religieuze ontwikkeling omringende landen
Bestuurlijke en religieuze ontwikkeling De Republiek
Vergelijking Republiek – omringende landen omstreeks 1650 op bestuurlijk en religieus gebied.
Opzet:
11
De Nederlanden bestonden uit de huidige Benelux-landen en waren een onderdeel van het Spaanse Koninkrijk en het Duitse Rijk (Habsburgs ‘universalisme’). Zij vormden een ‘personele unie’ onder een ‘nieuwe monarch’ (‘centralisme’).
1570: bestuurlijke vergelijking
Engeland en Frankrijk vormden aparte koninkrijken met ‘nieuwe monarchen’.Duitse Rijk bestond uit ca. 300 autonome vorstendommen en ‘vrijsteden’ onder een zwakke keizer ( particularisme/centralisme)
12
1570: religieuze vergelijking
Engeland: Anglicaans
Duitse Rijk + Scandinavië: (deels) Luthers
Frankrijk + Nederlanden: katholiek; conflicten met calvinistische minderheid
13
De Nederlanden verkeerden nog in de middeleeuwse traditie van het katholieke (Habsburgse) universalisme
Onder Karel V en Filips II groeiden de Nederlanden naar meer eenheid (staatsvormingsproces)
De Reformatie was voelbaar aanwezig maar niet overheersend
Conclusie vergelijking 1570:
De Nederlanden liggen in een middenpositie
14
Frankrijk:
Richelieu ontmantelt vrije hugenotensteden (ca 1630)Lodewijk XIV verbiedt protestantisme (1685)
Engeland:
Verdere protestantisering
Duitse Rijk:
mislukte rekatholisering en keizerlijk centralisme (Dertigjarige Oorlog 1618 – ’48)
Bestuurlijke en religieuze ontwikkeling omringende landen
Meer centralisatie / absolutisme binnen een aaneengesloten gebied met één toegestane godsdienst (staatskerk)
15
16
De eerste ‘vrije’ Statenvergadering (1572):
Staten van Holland namen revolutionaire besluiten:
Oranje als stadhouder over Holland herbenoemd
Defensieve maatregelen
Religievrede
1573: katholieke eredienst verboden; calvinisme = publieke kerk
Treden dus eigenmachtig op als een soort gewestelijke regering
Soevereiniteit gelegd bij de (Gewestelijke) Staten
Verantwoording:
“...den Hertoghe van Alba [...] heeft ons tegen alle Recht en redelijckheyde, tegen alle onse Privilegien ende Vryheden, met ongehoorde grouwelijcke tyrannien willen onderdrucken, het gantsche Landt verderven, en veel wreedelijcker met ons handelen, dan oyt Turcken ofte Joden met haren overwonnen vyanden gehandelt hebben.”
17
De inhuldigingseed van Filips II voor de Staten van Holland, in 1549.
Hierin bezwoer de aanstaande koning alle privileges en vrijheden van en in het gewest Holland te respecteren en te verdedigen. Dit was het enige fundament van zowel het gezag van de landsheer als de trouw en gehoorzaamheid van de onderdanen.
De Staten hadden de plicht toe te zien op de naleving van de afspraken.
Een ‘contract’ tussen vorst en onderdanen
18
1572: Holland en Zeeland in opstand
19
Pacificatie van Gent 1576
Staten-Generaal sluiten Pacificatie van Gent:
Alle vreemde troepen wegvrede met Holland en ZeelandReligieuze vraagstuk zal later door Staten-Generaal worden opgelost
Souvereiniteit tijdelijk gelegd bij de Staten-Generaal
Oorlogsgeweld en soldatenmuiterijen in het zuiden leidden tot een gemeenschappelijk front tegen Filips II.
20
Calvinistische dictatuur
21
Enkele zuidelijke gewesten ondertekenen Unie van Atrecht:
Verzoening met Filips II en terugkeer naar het oude politieke bestel
Parma
1579:
Katholiek – aristocratische reactie
22
Noordelijke gewesten beloven elkaar in de Unie van Utrecht:“...ten eewighen daghe byden anderen te blijven [...] als oft syluyden maer een Provincie waren.” “...met lijff, goet ende bloet by te staen ieghens alle fortsen en ghewelden.”Ieder gewest is vrij de religie-kwestie naar eigen inzicht op te lossen, maar “...dat men niemandt ter cause van de Religie sal moghen achterhalen ofte ondersoecken.”
Militaire samenwerking tussen soevereine gewesten. Gewetensvrijheid constitutioneel vastgelegd
Maar ondanks ‘Satisfactie’ al snel nationalisatie kerken en kloostergebouwen: geen religievrede
Noordelijke, soevereine gewesten sluiten zich aaneen
23
1581: “Acte van Verlatinghe”: afzwering van Filips II De vorst “... is hooft over zijne ondersaten , om de selve te bewaren ende beschermen”. Hij mag van zijn volk niet eisen “...hem in als (alles) wat hij beveelt [...] onderdanich te wesen, ende als slaven te dienen.”
Hij is dan een ‘tyran’.
Als vertegenwoordigers van het volk hebben de Staten – Generaal het recht een nieuwe vorst te kiezen.
officiële ‘volksvertegenwoordiging’ heeft ‘recht van opstand’ tegen een ‘tiran’
Opstandige gewesten verlaten Filips
24
“Acte van Verlatinghe”
25
1580: Filips II doet Oranje in de Ban
1584: Oranje door Balthasar Gérard vermoordToegejuicht door:
Overtuigde katholiekenRechtzinnige calvinisten
Oranje was te gematigd voor de calvinisten, te protestants voor de katholieken, te machtig voor de hoge edelen, te pro-Frans voor de pro-Engelsen om de nieuwe landsheer te kunnen zijn
Moord op Willem van Oranje
26
Gereformeerde kerk = geen staatskerk, wel publieke kerk:
overheidsfinanciering van kerkgebouwen, salarissen van predikanten, gereformeerd onderwijshuwelijk alleen rechtsgeldig via gereformeerde predikant of burgerlijke overheidomvang: 5 à 20% ‘lidmaten’ en ‘liefhebbers’
Katholieken: geen kerkelijke organisatie geen openbare, wel besloten eredienst
Amsterdam:‘Stapelmarkt van sekten’
Geen godsdienstvrijheid, wel gewetensvrijheid
27
Soevereiniteit ligt bij de Gewestelijke Staten, gezamenlijk verenigd in een statenbond
De overwinning van de ‘Ware Vrijheid’
overlegcultuur
Maurits
uitvoerend
besluitend
bepalend
Oldenbarnevelt
28
Staten van Holland: 60% van oorlogsbudget
29
De werkelijke macht ligt bij de regenten
30
Vrede van Münster 1648
Spanje en het Duitse Rijk erkennen de Republiek als vrije en soevereine landen
31
‘Grote Vergadering’ 1651
Bijeenkomst met vergrote afvaardiging uit elk gewest:
Stadhouderschap is onnodig
Repartitiestelsel: elk gewest onderhoudt zijn eigen leger
Overwinning ‘Ware Vrijheid’
32
Buitenland:versterking centrale macht onder eenhoofdige soevereiniteit‘modern’ proces van staatsvorming
Maar: achter absolutistische façade heerste particularisme
Republiek:vergaande decentralisatie met meerhoofdige soevereiniteitterugkeer naar middeleeuwse politieke versplinteringtoch een sterke mogendheid!
Maar: Holland en sterke raadpensionarissen / stadhouders zorgden in praktijk voor meer ‘centralisme’ continue spanning prinsgezinden - staatsgezinden
Conclusie politiek - bestuurlijk
33
Buitenland:Overgang naar andere religie ging massaal vanwege overheidsdruk: ‘de vorst bepaalt de godsdienst’Buiten de staatskerk weinig ruimte voor andersdenkenden
Republiek:Overgang naar andere godsdienst ging geleidelijk via onderwijs en politieke carrièremogelijkhedenBuiten de bevoorrechte publieke kerk hadden dissidente protestanten en katholieken in hun privé-leven gewetensvrijheid en in het ‘verborgene’ hun erediensten
gedoogbeleid
Conclusie: religie
34
einde
35