Verantwoording
Van macro naar nano
• Eisen vanuit de NVAO
• Beroepsprofielen Logeion (LOCO competenties)
• Nieuwe maatschappelijke context: uitermate kritische houding maatschappij en politiek
naar HBO+ financiële aspecten.
• HR onderwijsmodel
• Opleidingsprofiel voltijd + vertaling deeltijd
• Vergelijking met CE en CMI en andere deeltijdopleidingen Communicatie in het land.
• Competentiematrix met niveaus en overstijgende leerdoelen (Taxonomie van Bloom:
KITASE)
• Koppelen aan theoretisch model (DCC / 4C-ID?) � bijlage 5
• Opbouw theorie en praktijk jaar 1 (2,3 en 4 volgen later), waarbij duidelijke vergelijking
tussen voltijd en deeltijd. Hiermee wordt basis voor assessment deeltijd jaar 1 gelegd
(verdeling studiepunten + eisen CvB mbt deeltijd, begrippen binnenschools/buitenschools
definiëren en verder uitwerken)
• Behoefte van deeltijdstudent (bewijzen van praktijkervaring in baan verlaagt de studiedruk)
• Vertaling naar specifieke opdrachten, aanpassing theoretisch kader van de lessen, draagvlak
creëren.
• Randvoorwaarden voor assessment en portfolio vaststellen en procedure beschrijven.
• Hoe persoonlijke leerdoelen om competenties te bewijzen omschrijven.
1. Eisen vanuit de NVAO
De Nederlands Vlaamse Accreditatie Commissie stelt een aantal eisen op het gebied van
transparantie, toetsing, borging en verantwoording aan het curriculum. Om aan deze eisen te
voldoen moeten opleidingen alles op papier in orde hebben en dit ook kunnen verantwoorden voor
de accreditatiecommissie. De kritische houding van maatschappij en politiek naar het HBO
verscherpt de aandacht van NVAO, hier zal rekening mee gehouden moeten worden.
Voor de voltijd opleiding Communicatie zijn deze documenten grotendeels op orde, er wordt op dit
moment een kritische zelfreflectie geschreven ter verantwoording voor de beperkte visitatie die dit
voorjaar plaatsvindt.
Voor de deeltijd opleiding Communicatie worden opgestelde documenten met betrekking tot
competenties, leerdoelen (overstijgend en per cursus) voor de voltijd opleidingen een op een
overgenomen. Hiermee wordt tevens voldaan aan de eindkwalificaties, zoals die zijn opgesteld met
medewerking van de beroepsvereniging Logeion, waarover in de volgende paragraaf meer.
De duale opleiding is een vergelijkbaar verhaal, maar wordt verder in deze analyse buiten
beschouwing gelaten.
2. Logeion en LOCO competenties
Voor de beroepsprofielen en niveaus van werken heeft Logeion, de beroepsvereniging van
communicatieprofessionals , matrixen op gesteld. Hieruit zijn de LOCO-competenties opgesteld
samen met de andere Communicatie-opleidingen, zodat alle afgestudeerde
communicatieprofessionals aan dezelfde eindkwalificaties moeten voldoen. Hierop is de opleiding
Communicatie binnen de HR gebaseerd. De opstelling van deze matrix is afgeleid van de
Niveaumeter van Coppoolse en Vroegindeweij (2009), waarin vooral wordt gekeken naar het niveau
van de beroepsopdrachten. Zoals Logeion de niveaus gebruikt, gaat het vooral om het uitoefenen
van het beroep op een bepaald niveau.
Voor een vertaling van deze niveaus binnen de opleiding Communicatie verwijs ik naar bijlage 1.
<nog toevoegen> Verdere concrete vertaling volgt in de paragraaf over het opleidingsprofiel en
verder.
3. Maatschappelijke context
Er is veel discussie over studeren in deeltijd. Met name het financiële aspect zal een rol gaan spelen
of studenten wel of niet voor een deeltijd studie gaan kiezen. Wat het gevolg zal zijn voor het
voortbestaan van deze opleiding kan pas later worden bepaald. Vooralsnog is het dus belangrijk om
voltijd en deeltijd op elkaar te laten aansluiten en te zorgen dat aan alle eisen die gesteld worden,
wordt voldaan. Het feit dat kritisch naar het HBO in het algemeen en deeltijd in het bijzonder wordt
gekeken, maakt deze noodzaak alleen maar groter.
4. ROM model
Het Rotterdams Onderwijs Model wordt zowel op de voltijdopleidingen als de deeltijdopleidingen
toegepast. (zie bijlage 2) Dit model is afgeleid van het leerlijnenmodel van de Bie (2001) (zie bijlage
2). Gekoppeld aan de niveaumeter van Coppoolse en Vroegindeweij geeft dit voor de opleiding
Communicatie hele duidelijke kaders waarbinnen competenties en leerdoelen kunnen worden
vastgesteld voor de communicatieprofessional. Binnen deze kaders zullen alle leerlijnen en cursussen
moeten leiden tot de eindkwalificaties. Dit geldt zowel voor voltijd als voor deeltijd.
5. Opleidingsprofiel
In februari 2012 was het opleidingsprofiel voor de opleiding Communicatie in concept gereed. Voor
een belangrijk deel uiteraard afgeleid van de Dublin-descriptoren om het traject naar het
bachelorsniveau te kunnen aangeven. En verder staan de LOCO-competenties, de mogelijke
beroepsprofielen, de vertaling naar het curriculum en de verantwoording van de keuzes hierin
centraal. Van belang is op te merken dat ook hier voltijd en deeltijd geheel op elkaar zijn afgestemd.
Zowel op het gebied van competenties als vertaling naar cursusniveau en vereiste beroepsproducten.
Dat is soms lastig, omdat de insteek van de opleidingen nu eenmaal verschillend is. Dit biedt echter
ook weer kansen. Waar de voltijd student nog geen werkervaring in het veld heeft (gehad), zo zal de
deeltijdstudent dit wel hebben, dan meer mogelijkheden binnen het werkveld hebben. Hoe het
profiel van de deeltijd opleiding Communicatie er uit ziet en hoe dit zich verhoudt met de voltijd, is te
zien in 8.1 en bijlage 3.< (wordt later ingevoegd)>
6. Vergelijking met andere deeltijdopleidingen binnen de HR en deeltijd
Communicatieopleidingen van andere Hogescholen
Om te kunnen bepalen in hoeverre de deeltijd opleiding te vergelijken is met opleidingen binnen
en buiten de HR is een Quickscan uitgevoerd door middel van gesprekken met betrokken
coördinator Commerciële Economie en onderwijsmanager deeltijd CMI. Insteek was om te kijken
op welke manier een assessment binnen de deeltijdopleiding Communicatie zou kunnen worden
ingezet en zou kunnen bijdragen aan een versterking van het praktijkdeel in de opleiding. Al snel
bleek dat, zoals al gedacht, het assessment niet los kan worden gezien van de rest van het
curriculum. Want ook daar zullen aanpassingen nodig zijn om de onderdelen die nodig zijn voor
het assessment te kunnen ondersteunen. Bij CMI hebben ze bijvoorbeeld 10 studiepunten per
jaar toegekend aan werken aan het beroepsbeeld. Dit is een buitenschools onderdeel, waarbij in
een assessment verantwoording wordt afgelegd. De discussie over wat binnenschoolse
verantwoording en buitenschoolse verantwoording in houdt is belangrijk om de kaders te
kunnen vaststellen waar de student in het assessment op getoetst wordt en wat hij daarbij aan
bewijzen moet overleggen.
Bij Commerciële Economie wordt gestudeerd op de mogelijkheid om met behulp van een al
bestaand EVC traject beroepspraktijk in beeld te krijgen en werkervaring zichtbaar te alten
meetellen in het programma.
Kortgeleden heeft het CvB een notitie geschreven over de randvoorwaarden van een
deeltijdstudie, waarin ook de randvoorwaarden over binnen- en buitenschoolse onderdelen
worden benoemd. <opm: dit moet nog worden verwerkt in dit stuk>
Een kort rondje langs de websites van de belangrijkste Hogescholen met betrekking tot de
voorwaarden van de deeltijdopleidingen Communicatie op het gebied van lestijden en al dan niet
vereiste werkervaring leert dat onze deeltijdopleiding met 32 weken les en 1 vaste avond van 5
lesuren tot een totaal van 160 uur komt. HvA heeft er 28x6 (over twee avonden)= 168 uur. Dit is
de eerst opvolgende. Alle andere Hogescholen kennen 2 dagdelen van 3-5 uur. In bijlage 4 is het
overzicht opgenomen. Niet alle hogescholen kennen een werkeis, stimuleren dit wel door
bijvoorbeeld vrijstellingen via een EVC traject aan te bieden. Bij de Haagse Hogeschool kan dit
oplopen tot 0,75 jaar vrijstelling. Daar is het ook nodig om gedurende de studie 420 uur
praktijkervaring in het werkveld moet kunnen worden aangetoond door de student. In hetzelfde
overzicht zijn de (tot nu toe bekende) verschillen opgenomen.
Conclusie op basis van nu bekende gegevens: de deeltijd opleiding Communicatie van de HR zal
op een aantal terreinen opnieuw (stapsgewijs) haar beleid moeten formuleren. Het assessment
heeft daar een plaats in, de verdere invulling hangt af van onder andere de volgende vragen:
a. Breiden wij onze contacttijd uit? En zo ja, in welk kader (praktijkonderwijs, begeleiding
assessment, studieloopbaanbegeleiding, meer theorie?)
b. Hoe vullen wij de termen binnenschools/buitenschools onderdeel in? Dit in het licht van de
CvB notitie.
c. Stellen wij een werkeis in? En zo ja, hoe geven wij dat vorm?
d. Wat zijn de onderdelen van het assessment op basis van bovenstaande uitkomsten?
Beroepsproducten, praktijkervaring, combinatie, toetsen van LOCO-competentieniveau in 4
jaar? En voor hoeveel studiepunten kan dit opgaan? zijn daar ook
binnenschoolse/buitenschoolse onderdelen aan grenzen verbonden?
7. Competentiematrix en overstijgende leerdoelen
Binnen de opleiding Communicatie wordt gewerkt volgens de Taxonomie van Bloom (zie bijlage
5) als het gaat om het vaststellen van niveau waarop getoetst wordt. Dit ligt per cursus vast in
een toetsmatrijs. De overstijgende leerdoelen per cursus zijn zowel gekoppeld aan de
competentiematrix (zie bijlage 1) als ook aan het toetsingsniveau binnen de toetsmatrijs. In jaar
1 ligt het niveau meer op kennis en inzicht en naar mate de opleiding vordert, neemt de
complexiteit toe en zullen toepassen, analyseren, synthese en evaluatie steeds meer voorkomen.
Sinds het schooljaar 2010-2011 komen de leerdoelen van deeltijd per cursus steeds meer
overeen met die van de voltijd, om zo ook de kwaliteit steeds meer te waarborgen.
In de deelleerdoelen, bijvoorbeeld per weektaak in een cursus, wordt duidelijk wat er specifiek
van een student verwacht wordt. Opgeteld wordt binnen de toetsing aan het eind van de cursus
dan voldaan aan de overstijgende leerdoelen en gekoppelde competenties.
Uit deze exercitie kwam naar voren dat een betere, meer maatwerk leverende, vorm van
toetsing meer recht zou doen aan de eventueel aanwezige praktijkervaring van de student. Dit
mede omdat een trend zichtbaar wordt dat studenten lang niet allemaal meer met een werkplek
binnen of in de buurt van communicatie/marketingfuncties aan de studie beginnen. Deze trend is
merkbaar vanaf 2009. Het aantal jonge MBO studenten probeert in de deeltijd alsnog een
aansluitende HBO opleiding te volgen, wat vaak in de voltijd niet gelukt is. Dit heeft het gevolgen
voor het profiel van de student en daardoor verandert ook de motivatie, werkhouding en vaker
geen werk in de sector. Dit profiel doet de student die wel zeer gemotiveerd aan de opleiding
begint en wel werkzaam is of wordt binnen Communicatie geen recht.
Binnen de opleiding Communicatie wordt slechts gewerkt met een competentiegericht
assessment in de context van de Honours Program studenten. Er ontstond een vraag naar in
hoeverre welke vorm van assessment voor onze opleiding geschikt zou zijn. Hiervoor werd een
aanvraag ingediend bij het Innovatiefonds.
De vraag om een assessment binnen de deeltijd werd door bovenstaande ontwikkelingen
dringender en is daarom als deelproject naar voren gehaald om sneller antwoord te kunnen
geven in hoeverre competenties en overstijgende leerdoelen getoetst kunnen worden op welke
manier binnen de leerjaren van de deeltijd. De bedoeling is om dit in het schooljaar van 2012-
2013 al operationeel te kunnen laten zijn in het eerste leerjaar. In schooljaar 2013-2014 volgen
dan de andere leerjaren.
Om dit op verantwoorde wijze te kunnen ontwikkelen, wordt volgens het 4C/ID model van
Merriënboer gewerkt. De verantwoording waarom voor dit model is gekozen is te vinden in
bijlage 6.
8. Onderdelen opbouw programma
8.1 Programma jaar 1
Voltijd EC Deeltijd (nieuw) EC Contac
t
Period
e
Toets
leiding communicatie 2 Kg Inleiding communicatie 2 3 2 1 s
Inleiding digitale media 2 Kg Inleiding digitale media 2 4 1 1
Nederlands bijspijkeren 1 Kg Nederlands 3 6 2 1 s
Professioneel schrijven 2 Kg 1
Marketing Management 2 Kg Marketing 2 5 2 2 s
Marketing Management 11
2 Kg 2 2
Communicatietechnieken 18 (persbericht, dm)
2 Kg Communicatietechnieken
4 7 2 2
Communicatietechnieken 43 (presenteren)
2 Kg 2
Recht 2 Kg Recht 2 8 1 2 s
Engels 33 2 kg Engels 1 3 1 2 3
Engels bijspijkeren 1 Kg 3
Communicatiemanagement
2 Kg Communicatiemanagement
2 9 2 3 s
Engels 73 (presenteren) 1 Kg Engels 2 3 2 2 4
Engels 34 2 Kg 4
Management 12 2 Kg Management 2 10 1 4
Psychologie 10 2 Kg Psychologie 2 11 1 4
Project Orientatie op de Communicatie
5 Pg Beroepsproduct 1 5
1
Project Orientatie op het Communicatieberoep
4 Pg Beroepsproduct 2 5 2
Project Communicatiemanagement
4 Pg Beroepsproduct 3 6 3
Creativiteit 2 Pg
Project Communicatiemiddelen
6 Pg Beroepsproduct 4 6 4 as
Grafische technieken 2 Pg
SLB 3 Sg Gesprekken 1
Keuzevakken 6 Sg Capita 1 6
Capita 2
Het curriculum moet nog verder worden ontwikkeld voor de jaren 2 t/m 4. Hiervoor kunnen
voorbeelden van andere deeltijdopleidingen Communicatie een inspiratiebron zijn.
8.2 Spinnenweb beschrijving deeltijd jaar 1 (zie model bijlage 6)
component: kernvraag:
basisvisie De student is aan het eind van de opleiding in staat om als
communicatieprofessional op HBO niveau te functioneren.
leerdoelen Vanuit de LOCO competenties worden per cursus overstijgende
leerdoelen vastgesteld, die n deelleerdoelen per week worden
vertaald. In jaar 1 (deeltijd) worden de competenties op niveau 1
geleerd. Dat betekent simpel, gestructureerd en onder begeleiding
met een opbouw naar oplopende zelfstandigheid binnen de taken
aan het eind van jaar 1.
leerinhouden In jaar 1 leren zij zich vooral oriënteren op het beroep van
communicatieprofessional door middel van theoretische cursussen
en praktijkopdrachten.
leeractiviteiten Zij leren vooral zelfstandig, worden op de schoolavonden via
hoorcolleges ingelicht en begeleid in de theoretische achtergronden.
De praktijkopdrachten staan hiermee in verband.
docentrollen De docent heeft vooral de rol van theorie overbrengen en
procesbegeleider.
leerbronnen en
leermiddelen
De studenten leren door middel van boeken en praktijkopdrachten,
al dan niet in de eigen werkkring. De praktijkopdrachten worden
aangeboden, maar kunnen ook in de eigen praktijk worden
uitgevoerd.
leerlinggroepering De studenten leren vooral individueel (theorie), de
praktijkopdrachten kunnen ook in groepen van 3-4 worden
uitgevoerd.
plaats Studenten leren vooral thuis. School is voor het opdoen van nieuwe
kennis, vragen stellen en het aanbieden van structuur. School kan
ook gebruikt worden om in groepsverband aan de praktijkopdracht
te werken.
tijd De studenten leren vooral in hun vrije tijd naast hun werk.
beoordeling De studenten worden getoetst door middel van schriftelijke toetsen
(theorie), het uitvoeren van praktijkopdrachten en het samenstellen
van een portfolio voor het assessment.
Het spinnenweb kan ook nog worden opgezet voor de jaren 2 t/m 4. Van belang is de toename in
complexiteit en de hogere prioriteit aan ervaring in een communicatie-werkomgeving.
8.3 Voorwaarden voor het inbedden van een assessment aan de hand van een portfolio binnen de
deeltijdopleiding Communicatie
a. Goed omschreven praktijkopdrachten (Merriënboer p. 47) aan de hand van het 7 stappenplan.
b. relatie met aangeboden theorie verantwoorden in portfolio
c. duidelijke opbouw in taakklassen binnen het ROM. Dus toename in complexiciteit en mate van
zelfstandigheid. (Merriënboer 147-149)
d. toewerken naar eindassessment per jaar, maar ook aan het eind van de opleiding. Bewijzen dat
aan alle competenties voldaan wordt. Door middel van reflectie, beroepsproducten en
verantwoording. (Miller 1990, bijlage 6)
e. Bepalen hoe eigen praktijkervaring in een werkkring mee kan tellen (vrijstelling op basis van
bewijzen? ; gebruiken in voorgeschreven praktijkopdrachten?; inbedden van gevraagde
competenties binnen specifieke cursus en/of praktijkopdracht? Etc)
f. waarborgen van diversiteit en variatie in opdrachten (dus niet steeds een plan schrijven). Ook hier
rekening houden met toename in complexiteit van de leertaak per taakklasse (Merriënboer). Denk
daarbij aan accenten op onderdelen, afname van structuur en ondersteuning(Scaffolding).
g. Rubrics/toetsmatrijs voor een objectieve toetsing
h. ………….
8.4 Voorbeeld (systematiek Merriënboer)
Eerste beroepsproduct: aan de hand van de lessen en beantwoorden van geleide vragen komt de
student tot een aantal onderdelen die beoordeeld kunnen worden door de docent én in het
assessment verdiepende vragen over kunnen worden gesteld.
Tweede beroepsproduct: aan de hand van de lessen en een stappenplan komt de student tot een
eindproduct aan de hand van een praktijkopdracht. Dit is een case, maar nog zonder echte
opdrachtgever. Dit eindproduct wordt beoordeeld door de docent (en eventueel 2 mede-
studenten?)
Derde beroepsproduct: aan de hand van de theorie wordt de student uitgedaagd zelf op onderzoek
uit te gaan naar verdieping (bv interview of andere literatuur). De student kan een keuze maken (en
verantwoorden) uit een tweetal uitwerkingen van het beroepsproduct, dat vervolgens volgens een
vast format wordt uitgevoerd. In het assessment kan worden ingegaan op de verantwoording. Dit
eindproduct wordt beoordeeld door de docent en 2 medestudenten in een peerreview naar vooraf
gestelde eisen.
Vierde beroepsproduct: met behulp van de theorielessen wordt voor een echte opdrachtgever
(wel of niet zelf gevonden/aangeboden door de opleiding) een opdracht uitgevoerd, waarvoor de
student zelf zijn extra informatie moet zoeken, zich al tijdens de presentatie moet verantwoorden
bij de opdrachtgever en moet reflecteren op zijn eigen eindproduct. Dit wordt beoordeeld door de
opdrachtgever en 2 medestudenten. De verantwoording en reflectie maken onderdeel uit van het
assessment om te kunnen bepalen of de student aan de competenties voldoet.
Literatuurlijst
Coppoolse, R & Vroegindeweij, D (2010). 75 modellen in het onderwijs. Groningen: Noordhoff
uitgevers.
Dick, W, Carey, L & Carey, J.O. (2009). The Systematic Desing of Instruction. Pearson.
Hendriks, P & Schoonman, W (red) (2006). Handboek Assessment; gedragsproeven. Assen:
Koninklijke van Gorcum.
Hoogveld, B, Janssen-Noordman, A. & Merriënboer, J. van (2011). Innovatief onderwijs in de praktijk:
toepassingen van het 4C-ID-model. Groningen: Noordhoff Uitgevers.
Janssen-Noordman, A.M.B. & Merriënboer, J.G. van (2009). Innovatief onderwijs ontwerpen: van
leertaken naar complexe vaardigheden. Groningen: Noordhoff Uitgevers.
Logeion (2011). LOCO-competenties en beroepsprofielen.
Opleidingsprofiel opleiding Communicatie Hogeschool Rotterdam (concept februari 2012).
Notitie College van Bestuur (2012) over voorwaarden deeltijd.
Rotteveel-Wagenaar, M (2011). CMI-modulewijzer assessment. Hogeschool Rotterdam.
Valcke, M (2010). Onderwijskunde als Wetenschap. Gent: Academia Press.
Websites genoemde Hogescholen voor informatie over studie deeltijd Communicatie.
Bijlage 1 Overzicht van LOCO competenties en niveaus
<nog invoegen>
Bijlage 2 ROM, de Bie en de Niveaumeter
Leerlijnenmodel van de Bie
Niveaumeter
Bijlage 3 opbouw profiel deeltijd ten opzichte van voltijd
< wordt later ingevoegd>
Bijlage 4 De deeltijdopleidingen van de Hogescholen in een overzicht
Hogeschool Aantal lesuren Werkeis/EVC Overige opmerkingen
Hogeschool
Rotterdam
1 avond van 5 lesuur, 32
weken + 6 weken
tentamens/hertentamens
Geen werkeis Veel
praktijkopdrachten in
eigen tijd en in
groepsverband
HAN 18.15-21.35 uur + 16-
21.35 uur, 24 weken
Werkeis vanaf 3e jaar
op hbo niveau
HvA 2 avonden van 3 lesuren,
28 collegeweken en 4
tentamenweken
EVC traject voor
vrijstellingen, geen
werkeis
HU 2 avonden 30 punten per jaar
studie, 30 punten uit
werkervaring
Navragen hoe
geregeld als geen
werkervaring.
Hanze Hogeschool
Groningen
Geen deeltijd (meer)
Fontys Eindhoven 2/3 avonden van 18-
21.30 uur.
Geen werkeis? Gelijk aan voltijd,
maar door efficiënter
studeren minder
belasting dan 40 uur
per week.
Haagse Hogeschool 2 avonden per week van
3 uur.
420 uur werkervaring
opdoen in 4 jaar.
Max. 0,75 studiejaar
vrijstelling mogelijk op
grond van eerder
opgedane
werkervaring in jaar 3
en 4.
Hogeschool Leiden Geen deeltijd
Avans Twee dagedelen (van
14.40-21.45 uur
woensdag)
Werkgeversverklaring
+ EVC traject mogelijk
Hogeschool Zeeland Geen deeltijd
Hogeschool Zwolle Twee avonden van 18.30-
22 uur
Geen werkeis Kortere opleiding bij
werkervaring, EVC
traject door
vrijstellingen
Saxion Geen deeltijd?
Bijlage 5 Taxonomie van Bloom en Spinnenweb van van der Akker
Bijlage 6 Vergelijking ADDIE model; Dick, Carey en Carey ; 4C/ID
(Merriënboer); PDCA-cyclus model en verantwoording keuze
Punt/model ADDIE DCC 4C/ID PDCA-cyclus
onderwijsvisie Staat voor
Analyse, design,
develop,
implement and
Evaluate. Voor
alle
onderwijsvisies
toepasbaar
Voor alle
onderwijsvisies
toepasbaar
Vooral
constructivistisch
Nvt, ook buiten
onderwijs (Plan,
do,check, act)
Gebruik Ontwerpcyclus
voor zowel
ID als
curriculum.
Systeem
(integraal)
Competentie/taak
in het
beroepsonderwijs
Managementplanning
Kernwoord Universeel totaal leertaak handelen
Voordeel Algemeen
toepasbaar
1 keer gedaan
dan stappen
makkelijker in de
toekomst in te
schatten
Zeer geschikt
voor HBO
Onderliggend proces,
dus altijd bruikbaar
Nadeel Alles doorlopen
kost veel tijd
Complexiteit bij
uitvoering en
toepasbaarheid in
de praktijk
Niet specifiek genoeg
voor het ontwerpen
van onderwijs, slechts
procesbewaker.
overig Sterke gelijkenis
met PDCA
cyclus, maar dan
op onderwijs
toegepast.
Er is een
gelijkenis met
PDCA, alleen
door zeer strikte
regels met
terugkijken
uitkijken voor
half werk.
Flexibel te
gebruiken bij alle
onderdelen van
het HBO. Alleen
wel altijd
koppeling leggen
tussen onderlinge
onderdelen.
Verantwoording
Voor het ontwerp van het assessment binnen de deeltijdopleiding van de opleiding Communicatie is
(bij nader inzien) het 4C/ID model het meest geschikt. De uitgangspunten sluiten perfect aan op het
doel van het ontwerp en de onderliggende basis. In eerste instantie leek het DCC model het meest
overeen te komen met name met de dagelijkse praktijk van ontwerpen binnen onze opleiding.
Het gaat bij het ontwerpen van het assessment om de samenhang met de rest van het curriculum,
dat ook weer aan allerlei eisen moet voldoen. In de leerjaren zal een duidelijke oplopende lijn van
complexiteit. Dit is bij het 4C/ID model een belangrijke voorwaarde.
In de literatuur beschrijven Janssen en Merriënboer (2009) verder dat het performance assessment
(p. 145) de ultieme manier van toetsen is van complexe vaardigheden. Naar mijn overtuiging sluit dit
heel goed aan bij de leerdoelen en competenties die er gemeten moeten worden in de deeltijd.
Omdat het 4C/ID model flexibel te gebruiken is en het voor duiding van andere onderdelen zeker een
meerwaarde biedt, heb ik tevens gebruik gemaakt van de PDCA-cyclus (vaste werkwijze binnen onze
opleiding), taxonomie van Bloom (gebruikt mij onze toetsmatrijzen) e het spinnenweb van van den
Anker, omdat ik wilde testen in hoeverre dat in deze situatie bruikbaar is.
4C/ID model
PDCA-cyclus
Dick, Carey en Carey
Miller (1990): Piramide competentieniveaus (belangrijk bij invoeren assessment).