Zutphen 1-10-03

L.So,

als wij de gravitatie van de aarde YANG noemen en de massa vande aarde YIN, dan geldt dit voor de mens precies zo. De gravita-tie van de mens(het YANG-systeem) stuurt de materie(YIN-systeem)aan; dit wordt in de BLLIPTICA wetenschappelijk bewezen.Dit YANG(acupunctuursysteem) kan behoorlijk gefrustreerd wordendoor anatomische laesies en é*é"n daarvan is een lever waarvan degalgangen tjokvol zitten met cholesterolstenen.Het verwijderen van deze duizenden grote .en kleine stenen is dusmet name voor kanker een zaak van levensbelang, en daar gaat danook het volgende over.

LE7ERHEINIGING

1) voor 14.00 uur eet u hooguit een boterham met wat honing,daarna eet u niets meer; misschien kunt u beter ook die eneboterham laten staan.2) u koopt bij de drogist (Moriaan,Erica etc.) bitterzout(EngelszouttEpsomzout,magnesiumsulfaat), doet hiervan 4 eetlepels in eengroot leeg conservenglas en doet er 3 volle kopjes water bij.Flink schudden en u heeft nu voor 4 maal een 3/4 kopje.3) om 18.00 uur neemt u het eerste 3/% kopje bitterzout.4) om 20.00 uur neemt u het tweede 3/4 kopje bitterzout.U heeft ook lichte olijfolie gehaald en een rode grape fruiten die zet u buiten de ijskast zodat het om 21.45 op kamer-

temperatuur is.5) om 21.45 doet u een half kopje olijfolie in een leeg conserven-glas en doet daarbij minstens(meer is beter) een half kopjeuitgeperst sap van de rode grape fruit bij. Goed schudden en hetspul met een rietje naar binnen werken.Valt best mee»

Hierna gaat u METEEN PLAT OP BED LIGGEN en handhaaf dit minstens45 tot 60 minuten. Dit is essentieel. Hierna kunt u indien nogigopstaan voor toilet o.iodo maar het is beter dat u gaat slapem.De reiniging doet zijn werk en als u inderdaad vergeven bent vande stenen kunt u ze door de galgangen horen gaan,6) na 04.00 volgende ochtend neemt u nog een kopje bitterzout.7) enige uren later neemt u nog een kopje bitterzout(de laatste)echter,ALLEEN als u voelt dat u het kunt verdragen.

Na verloop van tijd moet u naar het toilet en komen de stenen eruit.U bent dan wel aan de diarrhee, maar dat is minder erg dan kanker.

In één keer zijn alle stenen er niet uit; het geval dat wij onderhanden hadden vereiste 8 sessies en toen zaten er nog steentjes in.De vierde teeasie was spectaculair, toen kwamen er tientallenstenen uit! van 1 tot 1 1/2 cm grootte.

i p . . I I I l (na. de, l Se&.Sle. vuek t^ IÖHAQ v\Ja.cv\cav\wek ac. v/oUy»jAae-, o a . ffaaÊw de.

III— J / ~*li j

.A-tfM.de WitDe Moesmate 787206 A§ Zutphen

P.S.Hie r- wordt een publicatie van gemaakt met hoe of je dit kunttraceren en hoe of je met de cholesterolstenen therapie kunt be-drijven, maar omdat voor een kankerpatiënt er iedere dag één is,doe ik dit u alvast toekomen.

onderwerp: LEVERREINIGING Zutphen 22-3-04

L. S* j

het verdient aanbeveling om:a) bij het ingaan van de zomertijd de tijden van de leverreiniging

1 uur op te schuiven.b) in de acupunctuur heeft de lever-gal tussen 23 maart en 23 juni

zijn maximale werking en het is dus gunstig in die periodezoveel mogelijk reinigingssessies te doen plaats vinden.Dit geldt vooral ook voor mensen die toxisch ernstig belastzijn door pesticiden,herbiciden,fungiciden en wat voor troepje allemaal nog meer hebt.

c) bij cholesterolproblemen zijn de bloedvaten meestal ook inongerede; het verdient dan ook aanbeveling om de doorbloedingvan o.a. de lever op gang te brengen d.m.v. CHELATIETHERAPIE.

d) volgens wijlen dr.Voll,de geniale grondlegger van de EAV ishet zo dat als de toxische belasting verdwijnt, de gevormdeanti-toxinen zich toxisch gaan opstellen omdat ze door hetlichaam niet herkend worden omdat het lichaamseigen eiwittenzijn.Mocht u hier last van gaan krijgen(dit is bij iedereen verschil--lend) dan moet u aan de OZONTHERAPIB die d.m.v. een mildeverbranding de anti-toxinen opruimt.

Hoogachtend,

A.M.de WitDe Moesmate 787206 AG Zutphen

Lebermeridiansiehc B. II, T. 12

Beginn: Grotë/clic Innensei lcEndc: lm 5. Intcrkost . i l i .ui in cin Qucrfinger lateral der Mami i la r l in ic

1. = Lebcr-ZciUralvenensyslcmla. = KMP. B. Il, T. 36Ib . = Pcr i toncum dei Lcbcr, B. II, T. 14b2. = Lebcrlappchcnsystcm.JLcberzelle2.i. = DiicUili bilifcri inlcrlobul.ircs3. = I.ebci - pcrivaskularcs b/w. pcriportales System•4. = Mcl spunk t l ü r das vonlcrc Sprunggelenk, B. I, T. 3

Ga MM l i _

Ga M3> cGa MS I; _

Ple.y.osDocUos

o

Ueeakicuseabati

Ga M1 re _d a L \ l l i _Gr a 3Q a _

f

'i v/d

I\AP.

KMP. la.

GallenblasenmeridiansicheB. II, T 13a und 13b

Beginn: Lateraler knöchcrncr Augenwinkcl Ende: 4. Zehe Kleinzehenseite

44. = rechts: Ductus choledochuslinks: Ductus hepaticus communis

43d. = Lymphgefatëe der Gallenblase und der ableitenden Gallenwege43c. = Plexus hepaticus, B. III, T. 743b. - Kontrollmerêpunkt, B. II, T. 3643a. = Peritoncum im Gallenblasengebiet43. = rechts: Ductus cysticus

links: Ductus hepaticus dexter42. = rechts :_G.al]enblase

links: Ductus hepaticus sinister41. = rechts: Ductus biliferi im rechten Leberlappen

links: Ductus biliferi im linken Leberlappen40. = Bedeutung ist noch nicht bekannt39a. = 3. Mefipunkt - oberes Sprunggelenk, lateraler Anteil, B. II, T. 23

4 3 c.43b. KMP.

^«SS-VO

ff 43'<- G

3/

/ f 4. rechte Zei:( \]

•->C" fibularer Seit

Lymphgefatëmetëpunkte auf den Meridianen und ihre Darstel-lung auf den A-Tafeln _ ,

< Herz:

! i i ' >"t^ Dünndarm:

8a-l Herz = MP., perikardiales Lymphgefafinetz — A 12 \ " . r-

8d. Herz = MP. myokardiales Lymphgefafinetz ^— A 10

8f. Herz = MP. subendokardiales Lymphgefafinetz — A 10

1-1 Dünndarm = MP. innere Lymphgefafie des Duodenumsund Dünndarms — A 10

l b-1 Dünndarm = MP. Lymphgefafie des Peritoneums vonDuodenum und Dünndarm — Al l

4a. linker Dünndarm = MP. Chylusgefafie des Dünndarms —A 20

y Blasé:

Niere:

Kreislauf:

53. Blasé = MP. Lymphgefafie Unterschenkel, Fufi undZehen — A 7

60a. Blasé = MP. Beckenlymphdrüsen — A 6

63 b. Blasé = MP. Lymphonodi iliaci externi — A 6

66a-l Blasé = MP. Lymphgefafie des Peritoneums der Blasé —

66d. Blasé = MP. innere Lymphgefafie der Blasé — A 8

1-1 Niere = MP. Lymphgefafie der Niere und Nebenniere —A 8

6a. Niere = MP. Lymphonodi anorectales — A l

6b. Niere = MP. Lymphgefafie des Douglas, Excavatio recto-vesicalis oder Excavatio rectouterina — A l

6c. Niere = MP. Excavatio rectovesicalis bzw. Excavatio rec-touterina — A l und A 2

la. Kreislauf = MP. Lymphdrüsen der Achselhöhle — A 5

7b. Kreislauf = SMP. Lymphsystem — A 12

8 a. Kreislauf links =» MP. Ductus thoracicus thorakaler Anteil-A 12

8a. Kreislauf rechts = MP. Tmncus lymphaticus — A 12

13

< EndokrinerMeridian:

8 b. Kreislauf = MP. Cisterna chyli A 10

8f. Kreislauf = MP. Vasa lymphatica vasorum — A 10

1-1 Drei E = MP. Lymphgefafie der endokrinen Drüsen ein-schliefilich Mammadrüse — A 10 ^-y~9

16a. Drei E = MP. Lymphonodi cervicales profundi — A 15

,-Gallenblase: 43a-l Gallenblase = MP. Lymphgefafie des Peritoneums der'N Gallenblase- A &~ &

' *" ^ 43d. Gallenblase = MP. Lymphgefafie der Gallenblase undder ableitenden Gallenwege — A 8

, Leber: la-1 Leber = MP. Lymphgefafie des Peritoneums der Leber-A|8

i t / r X l l 3a. Leber =» MP. innere Lymphgefafie der Leber — A 8 und

-r Lunge:

Dickdarm:

D i k-A liD\

Magen:

Mi l\. Leber =• MP. ableicende Lymphgefafie der Leber (keine

Abbildung)

9b. Lunge = MP. innere Lymphgefafie der Lunge — A 12

10a-l Lunge = MP. Lymphgefafie der Pleura — A 11

1-1 Dickdarm = MP. innere Lymphgefafie des Kolons —A 10

lb-1 Dickdarm = MP. Lymphgefafie des Peritoneums desDickdarms — A 11

4-1 Dickdarm rechts = MP. Lymphonodi mesenterici inferio-res - A 10

12. Dickdarm = MP. Lymphgefafie Unterarm, Hand undFinger — A 16

lOb. Magen =* MP. Truncus lymphaticus jugularis — A 5

12a. Magen = MP. Lymphonodi des vorderen Mediastinums- A 5 und A 9

12b. Magen = MP. Truncus lymphaticus bronchialis — A 5

44a-l Magen = MP. Lymphgefafie des Peritoneums des Ma-gens — A 18

44d. Magen = MP. innere Lymphgefafie des Magens — A 8und A 18

14

l

Zahl der LymphgefaömefSpunkte

Symmetrisch gelegene Lymphgefafipunkte auf den klassischen Me-ridianen pro Körperseite 51 = 102 Punkte

asymmetrisch gelegene Punkte 3 Punkte

Lymphgefafimefipunkte auf den von der EAV gefundenenGefaÖen pro Körperseite:1. Lymphgefafi 24 Punkte

(darin sind nicht die Mefipunkte fur die verschiedenen 5 Tonsil-len enthalten; Lymphgefafimefipunkte siehe unten)

2. Allergiegefafi - A 17 l Punkt3. Organdegenerationsgefafi — A 14 ,1 Punkt4. Gelenkdegenerationsgefafi — A 13 -.. l Punkt5. Hautgefafi — A 8 l Punkt

Insgesamt 28 x 2 = 56 Lymphgefafimefipunkte auf den von der EAV gefundenenGefafien.

Lymphgefafimefipunkte auf dem von der EAV entwickeltenLymphgefafi

1. Lymphgefafipunkt

1.1 Lymphgefafipunkt

1.2 Lymphgefafipunkt

la. Lymphgefafipunkt

2. Lymphgefafipunkt

2a. Lymphgefafipunkt

3. Lymphgefa'Cpunkt

= MP. Tonsilla palatina einschliefilich peri- und re-trotonsillarem Raum. Bei Daumenaraputiertennimmt man den Punkt 8b. Magen — A 23

- MP. Lymphabflufi des Ohres - A 23

= Kontrollmefipunkt für die fünf Tonsillen des Wal-deyerschen Rachenringes — A 23

= MP. Tubenmandel brw. Seitenstrang — A 23

= MP. Lymphabflufi von Ober- und Uncerkiefer —A 23

= MP. Lymphabflufi des Auges — A 23

= MP. LymphabfluS der Nase und der Nasenneben-höhlen — A 23

16

Ho-

4. Lymphgefafipunkt

4a. Lymphgefafipunk:

4b. Lymphgefafipunkt

5. Lymphgefafipunkt

6. Lymphgefafipunkt

= SMP. Lymphgefafie und Lymphdrüsen der Lunge— A 23 - ' -« . v t _* c- •--»-

= MP. Lymphgefafie der Speiseröhre — A 23

= MP. Lymphabflufi vom Kehlkopf (Larynx) undunterem Teil des Rachens (Hypopharynx) — A 23

= MP. Lymphabflufi des Herzens - A 23

= MP. Lymphabflufi des Armes — A 24 :£> l l % C f »J-l

7. Lymphgefafipunkt links = MP. Truncus lymphaticus intestinalis •=. -i- v _ - - - — x ~ . '. f

7. Lymphgefafipunkt rechts = MP. Lymphonodi mesenterici — A 24«- f -v. »•

7a. Lymphgefafipunkt = MP. Truncus lymphaticus coeliacus — A 24

8. Lymphgefafipunkt rechts = MP. Lymphonodi mesocolici der Radix mesentericiO l " l i ' * -r A 24

9. Lymphgefafipunkt = MP. LymphabHufi der endokrinen Drüsen ein-schliefilich Mammadrüse — A 24 (:D V •£_. j

= MP. Plexus lymphaticus aorticus mit Ln. aortici —A 21

9a. Lymphgefafipunkt

10. Lymphgefafipunkt MP. Truncus lymphaticus lumbalis mit Ln. lumba-les — A 21

lOa. Lymphgefafipunkt = MP. Truncus lymphaticus subclavius — A 5

lOb. Lymphgefafipukt links = MP. Zervikaler Teil des Ductus thoracicus — A 5

lOb. Lymphgefafipunkt rechts = MP. Truncus lymphaticus dexter bzw. Ductusthoracicus accessorius — A 5

'. Lvmhgefafiunkt

Hc<. 12. Lymphgefafipunkt

13. Lymphgefafipunkt

14. Lymphgefafipunkt

= SMP. des Lymphgefafi-Systems bei Hand- undArmamputierten, sonst SMP. 7b. Kreislauf — A 5

= p-SMP. epigastrische Lymphdrüsen — A 5

= p-SMP. mesogastrische Lymphdrüsen fur Gallen-blase und Gallenwege — A 22

= p-SMP. hypogastrische Lymphdrüsen (Becken-lymphdrüsen) — A 22 " l t c ^~

Die EAV hat 158 symmetrisch gelegene und 3 asymmetrisch gelegene Lymphge-fafimefipunkte zur Messung der Lymphfunktion erarbeitet.

17

Lymphgefafimefipunkte auf dem Milz-Pankreas-Meridian

l a- 1 Milz-Pankreas

4-1 Milz-Pankreas

: 9. Milz-Pankreas !

-i ------ «•1 1-1 Milz-Pankreas

12. Milz-Pankreas

13. Milz-Pankreas

13a. Milz-Pankreas

13b. Milz-Pankreas

*. 14. Milz

14. Pankreas

MP. Lymphgefafie des Peritoneums von Milz und Pan-kreas—A. 19

MP. innere Lymphgefafie von Milz und Pankreas —A 19MP. Lymphgefafie der unteren Extremitaten (keine Ab-

15. Milz15. Pankreas

16. Milz

1"6. Pankreas

W o^ 17. Mik

17. Pankreas

18. Milz-Pankreas

19. Milz-Pankreas

Mes. 20. Milz-Pankreas

21. Milz

-21. Pankreas

= MP. Plexus lymphaticus inguinalis (Lymphdrüsen derLeiste) — A 3

= MP. Lymphgefafie des Hodens, Nebenhodens und desSamenstranges, Lymphgefafie des Eierstockes und desEileiters — A 4

= MP. Lymphgefafi der Prostata, Samenblase, Penis undHarnröhre, Lymphgefafie der Gebarmutter, Scheideund Harnröhre — A 4

= MP. Plexus lymphaticus iliacus — A 4

=' MP. Plexus lymphaticus hypogastricus — A 4

= MP. Lymphonodi paracardiales

= MP. Lymphgefafie für die Gallenblase und für die Gal- Zl'Clenwege — A 4

= MP. Lymphonodi pancreaticolienales= MP. Lymphonodi pancreatici craniales — A 4

= MP. Lymphonodi lienales

= MP. Lymphonodi gastrici dextri s. gastroepiploici undLymphonodi pylorici — A 4 und A 9

= MP. Lymphonodi gastrici sinistri et Lymphonodi car-diaci — A 9

• MP. Lymphonodi pancreaticoduodenales

•• MP. Lymphonodi hepatici und Lymphonodi portae he-patis — A 9

= MP. Lymphonodi phrenici und Lymphonodi mediasti-nales posteriores — A 9

• MP. Lymphonodi pulmonales — A 9

•• MP. Lymphonodi gastrici craniales '•/ «"«t1^'*1 -«•> -

•• MP. Lymphonodi pancreatici caudales — A 9 v' "t C •. • -

15

C K o f

meyi in .a^ . - D\/l-d.-\a

Abb. 4: Medikamenlenlestung mit dem TSE-Geratesatz.

Abb. 3: Medikamententest nach Voll.

herauskommendeSchwingungen

hineingehendeSchwingungen

pathologische Schwingungen Therapieschwingungen

Therapie-Ergebnis

pathologischeSchwingungeneliminiert

Abb. 6: Prinzip der MORA-Therapie.

i.5 a-S

.-a_£s.<U

5«Holen3a-Q

JJ «oJ

o) 4)

UB

Oj

Si,ao)

s:dö

K! oJt

,/)N

l

•0,2

tf£

d

2 k

al

-s3</iM

Htn3

v "

-H

¥•ëca

KI

Ui

inui

CQ u

r- W i-I

X

Efl

1

ca-Sd-1

cdw

?

-ioO

mxa

-cn

C!

Öa

a «j aia_

B-

C -3

-3

±

O--T

d

3

v/lr>£QJ

d

rlfl-

o)

-O-êa|

a^ai

C

1

oSI?CK

Ö

00

tr-LD

-rH

iinf-

jjt-PvOd01-r»O

a)

-os.L.

<n«n3g

<ü

^.

~aH\

"G—

u<nrff^c

•T0,0

1

_J

0o

KJ

<r4 «J

-

.=rcn

KI

U]0

O

-3g

O—

.

cx—ot

-,

ssfca

••3-S

CT- r-rfl

cfl

ls'3 r

15-1

u S

a) q)

^ C

D3

O

-o"ia)

_J 03

n O

^

dL,

15g

g al

1 •*

H

Hiri r!

ui

o^

KI =r

cr incQ

-J

£L- Ö

a t

a-J

>- 5:

si.aol

s:

•Hxfl

cO

30

.-

s1 s

(j -a

«iïfl C

ü

mamaolruie.

tnf-<J1

LH

a)

öys.aa—

üi.CT7aa

-o

?ali.Hd

£3al-ao3-a

0-

§~a T

CO

tylS.

a)

MME.SOR.GAWE.

al21ÜuJin

UCkfc.NNAAR.K-

EGME-MTE

„JUÜ

caiJ<c3^

DR.SE.K1

tSONS

ui