52
2011 /2 Bij de dood van Osama bin Laden Cees Flinterman over mensenrechten Werken bij de VN in Sudan VN-hulp bij natuurrampen Mobiele kliniek in Lesotho Duurzaam bosbeheer in Maleisië Jan Pronk over ‘Planet of Great Opportunities’ Globale Zuiden

VNForum 2011-2 · 9/11/2001  · Ervee design & drukwerk bv, Zoetermeer Uiˇga˙e VNForum is een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor de Verenigde Naties (NVVN). VNForum verschijnt

  • Upload
    others

  • View
    2

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: VNForum 2011-2 · 9/11/2001  · Ervee design & drukwerk bv, Zoetermeer Uiˇga˙e VNForum is een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor de Verenigde Naties (NVVN). VNForum verschijnt

2011/2

Bij de dood van Osama bin Laden

Cees Flinterman over mensenrechten

Werken bij de VN in Sudan

VN-hulp bij natuurrampen

Mobiele kliniek in Lesotho

Duurzaam bosbeheer in Maleisië

Jan Pronk over‘Planet of Great Opportunities’

Globale Zuiden

Page 2: VNForum 2011-2 · 9/11/2001  · Ervee design & drukwerk bv, Zoetermeer Uiˇga˙e VNForum is een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor de Verenigde Naties (NVVN). VNForum verschijnt

De redactie van VNForum bestaat uit:drs Marloes Geboers,Tjerk Halbertsma Msc (adj.hfd.red.),Koen van Ramshorst MA,Adriënne Schillemans BA,drs Carolien Stolte, drs Eefje de Volder

Hoofdredacteurdrs Carel H. Jansen

Eindredactiedrs Peter A. Schregardus

Redactieraaddrs Maria Bolten, drs Ruud Hoff, mr Eppo Jansen,ir Arend Meerburg, mr Toon Schmeink

RedactieadresVNForum, Postbus 93539, 2509 AM Den Haag

Inhoudelijke opmerkingen of eventueel in het bladte plaatsen artikelen, opinies of andere bijdra-gen dienen zowel aan Carel H. Jansen (adres:[email protected]) als aan T.H. Halbertsma(adres: [email protected]) verzonden teworden.

Vormgeving en drukErvee design & drukwerk bv, Zoetermeer

UitgaveVNForum is een uitgave van de Nederlandse Verenigingvoor de Verenigde Naties (NVVN).VNForum verschijnt 4 maal per jaar. Kopij dient ingezon-den te worden minimaal veertien dagen voor de deadline,d.w.z. vóór 1 maart, 1 juni, 1 september of 1 december.De in de bijdragen neergelegde opvattingen blijven voorde verantwoordelijkheid van de schrijvers en geven nietnoodzakelijkerwijs de mening van de NVVN en/of deredactie weer. Het overnemen van een artikel uit dit tijdschrift is, mits met bronvermelding, toegestaan.

AbonnementenBij het lidmaatschap van de NVVN is toezending van VNForum inbegrepen. Losse abonnementen € 35 per jaar:schrijf naar het NVVN-secretariaat voor aanmelding alsabonnee. Abonnementen worden automatisch verlengd,tenzij vóór 1 december schriftelijke opzegging heeft plaatsgevonden.

NVVNDe Nederlandse Vereniging voor de Verenigde Naties(NVVN) stelt zich ten doel het bevorderen van de doel-stellingen van de Verenigde Naties in Nederland, teneindede bevolking bewust te maken van de noodzaak van inter-nationale samenwerking en de opbouw van een wereld-rechtsorde. De NVVN is lid van de World Federation ofUnited Nations Associations (WFUNA).Het lidmaatschap staat open voor een ieder. Kijk voorinformatie op www.nvvn.nl of neem contact op met hetsecretariaat van de NVVN, Postbus 93539, 2509 AM DenHaag; telefoon 070 374 66 02.Secretaris: Christine Snoeks.

Omslag: Sgaar

VNFORUM 2011/2Inhoud

Column 1door Carel Jansen

De dood van Osama bin Laden:heeft het recht gezegevierd? 2door Quirine Eijkman

‘Bij mensenrechten gaat het erom wateen staat moet doen en moet laten’(Interview met Cees Flinterman) 5door Adriënne Schillemans

Werken bij de VN in de praktijk 11door Eveline de Bruijn

De rol van de VN in de hulpverleningna grootschalige natuurrampen 19door Stefanie Jansen

Een medische mobiele kliniekin Lesotho 23door Louis de la Parre

Duurzaam bosbeheer?:Maleisisch hout en de rechtenvan de Orang Asli 28door Bas Rombouts

Planet of Great Opportunities 32door Jan Pronk

BoekbesprekingenAzië: van geografische aanduidingtot dynamische regio 42door Carolien StolteDe IAEA jarenlang misleid 44door Arend J. MeerburgHandboek Mensenrechten 47door Carel Jansen

Signalementen 10, 31, 41, 48

Page 3: VNForum 2011-2 · 9/11/2001  · Ervee design & drukwerk bv, Zoetermeer Uiˇga˙e VNForum is een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor de Verenigde Naties (NVVN). VNForum verschijnt

VNFORUM 2011/2 1

COLUMN

Waar blijft Ban’s kritiek op het Westen?

Er zijn veel mensen die de ijdele hoop koesteren dat zij zich in de functie die zij hebben vervuldvolmaakt onmisbaar hebben gemaakt.

Zo ik die gedachte al ooit gehad zou hebben, dan heb ik die na kennis te hebben genomen vanvorm en inhoud van het laatst verschenen nummer van dit blad zeker niet meer. De leden vande redactie en ook de redactieraad hebben iets gepresteerd waarvoor ik achteraf zelf gaarne deverantwoordelijkheid op me zou willen nemen. Toch ben ik zo eigenwijs enige kanttekeningen teplaatsen bij het artikel van Toon Schmeink over de tweede ambtstermijn van Ban Ki-Moon alsSecretaris-Generaal van de VN. Zijn twee voorgangers zagen die tweede termijn aan hun neusvoorbijgaan, toen zij zich kritisch uitlieten over de politiek van het Westen in voormalig Joego -slavië en in Irak. Als Ban nog eens goed zou kijken naar de wijze waarop het Westen de resolutievan de VN-Veiligheidsraad over Libië geïmplementeerd heeft, zou het niet zo vreemd zijn als ookBan zich daarover kritisch uit zou laten.

De tekst die Ban na moeizame onderhandelingen met de Russen en de Chinezen uiteindelijk totieders vreugde aan de Raad heeft weten voor te leggen, leidt totaal niet tot de conclusie datLibië met de grond gelijk gemaakt zou mogen worden, om zo leider Khaddafi uit de wereld tehelpen, in overeenstemming met de wens van de mensen die in Libië de straat op zijn gegaanom te ijveren voor democratie en vrijheid. Zij hebben nu de keus of ze slachtoffer willen wordenvan het gerichte vuur van het leger en de politie van Khaddafi of van de ‘collateral damage’ diede NAVO-bombardementen onvermijdelijk tot gevolg zullen hebben, terwijl zij tegelijk gecon-fronteerd worden met veel geweld van de kant van het Libische leger en de politie.

Resolutie 1970 (2010) van 16 februari 2011 komt overigens niet verder dan een oproep deLibische leiders te boycotten en hun tegoeden in het buitenland te bevriezen, maar de kolonia-listen en imperialisten van weleer grepen hun kans om zich nog eenmaal te laten gelden in dezepostkoloniale tijd en zij zetten achter de woorden democratie en vrijheid een brisantbom als uit-roepteken. De bevolking die volgens de resolutie op alle manieren beschermd diende te worden,raakte zo van de regen in de drup.

Waar blijft het protest van Ban Ki-moon, die deze handelwijze, net als zijn voorgangers deden inhet geval van voormalig Joegoslavië en Irak, illegaal zou kunnen noemen? Of is een tweedeambtstermijn toch belangrijker dan een protest tegen de ‘humanitaire bombardementen’ van dedoor zichzelf tot wereldpolitiemacht benoemde NAVO. Deze is er in die rol nooit in geslaagd devan oorlogsmisdaden beschuldigde Mladic in de kraag te vatten, hoewel diens verblijfplaatsallang bekend was. Pas toen de Serviërs de man toch minder belangrijk zijn gaan vinden danhet lidmaatschap van de NAVO of, nog beter, van de EU, is door het overdragen van Mladic aanhet Joegoslavië-tribunaal de kans op een dergelijk lidmaatschap een stap dichterbij gekomen,mits de Serviërs eerst een lesje westers marktdenken met succes gevolgd hebben. Het lesje‘humanitaire interventie’ mogen zij wat mij betreft voorlopig overslaan. Daar moeten wij eerst zelfnog eens goed over nadenken.

CHJ

Page 4: VNForum 2011-2 · 9/11/2001  · Ervee design & drukwerk bv, Zoetermeer Uiˇga˙e VNForum is een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor de Verenigde Naties (NVVN). VNForum verschijnt

2 VNFORUM 2011/2

Aan de ene kant refereert president Obama inzijn verklaring aan het belang van gerechtigheiden aan de Amerikaanse waarden, zoals ‘vrij-heid’ en ‘rechtvaardigheid’. Tegelijkertijd bena-drukte Obama dat hij, kort na zijn aantreden,CIA-directeur Leon Panetta heeft opgedragenhet doden of gevangen nemen van bin Laden dehoogste prioriteit te verlenen in de oorlog tegenAl-Qaida. Ook werden de pogingen intensiefvoortgezet Al-Qaida’s netwerk en dat van deTaliban te verstoren, te ontmantelen en te ver-nietigen. Zo zijn de afgelopen jaren de bombar-dementen door onbemande gevechtsvliegtuigen(‘drone-aanvallen’) in Pakistan sterk toegeno-men.3 Als zodanig verwijst president Obama inzijn verklaring over de dood van Osama binLaden indirect naar de methode van het ‘gerichtdoden’. Deze methode houdt in ‘het doelgerichtaanvallen door een staat van een welbepaaldpersoon met de bedoeling hem te doden’.4

Daarmee lijkt het gericht doden van terroristen-leiders een vitaal onderdeel te zijn gewordenvan het huidige Amerikaanse contra-terrorisme-beleid.

Maar aan wiens gevoel voor rechtvaardigheid ismet de dood van bin Laden door de Navy Seals

De dood van Osama bin Laden:heeft het recht gezegevierd?

door Quirine Eijkman*

In zijn verklaring over de dood van Osama bin Laden gaf de president van de Verenigde

Staten Obama aan dat de door hem geautoriseerde operatie als doel had bin Laden voor

het gerecht te dagen.1 Verder zei de president dat ‘het recht had gezegevierd’. Daarmee

richtte hij zich tot de slachtoffers en diegenen die naasten hebben verloren als gevolg

van de terroristische aanslagen van Al-Qaida. Hoewel het is te verwelkomen dat bin

Laden, zoals de VN Veiligheidsraad2 in een persverklaring stelde, ‘nooit meer terroris-

tische misdrijven zal kunnen plegen’, blijft het de vraag of met zijn dood het recht heeft

gezegevierd?

in Abbottabad, Pakistan, nu voldaan? In zijntoespraak richtte president Obama zich tot deslachtoffers van ‘9/11’, evenals moslims diehebben geleden onder Al-Qaida’s gewelddadigeacties. Niettemin lijkt het belangrijkste doel tezijn geweest: rechtvaardigheid voor de slacht -offers van de verschrikkelijke misdaden die op11 september 2001 op Amerikaanse grondge-bied plaatsvonden. Vanuit Amerikaans perspec-tief is de zoektocht naar gerechtigheid en recht-vaardigheid legitiem. De vraag is echter of hetAme rikaanse gevoel van rechtvaardigheid ge -deeld wordt door de rest van de wereld, in hetbijzonder door de bevolking in landen met eenmoslimmeerderheid, zoals Afghanistan en Paki -stan? Het recht heeft immers naast een legalecomponent ook sociale en morele connotaties.Vragen zoals ‘wie of wat geeft Amerika hetrecht arrestaties te verrichten op vreemd grond-gebied (zonder toestemming vooraf)?’ of ‘is eenbegrafenis op zee in overeenstemming met isla-mitische tradities?’ komen op. Hieruit volgt datde perceptie over de rechtvaardigheid van dedood, of de buitengerechtelijke executie, vanAl-Qai da’s leider van belang is. ‘Niet alleenmoet rechtvaardigheid worden nagestreefd; hetmoet ook als zodanig ervaren worden.’ Zou het

Page 5: VNForum 2011-2 · 9/11/2001  · Ervee design & drukwerk bv, Zoetermeer Uiˇga˙e VNForum is een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor de Verenigde Naties (NVVN). VNForum verschijnt

VNFORUM 2011/2 3

gevangen nemen van Osama bin Laden en hemberechten in Pakistan, Saoedi-Arabïe, deVerenigde Staten of (hoewel onwaarschijnlijk)voor een internationaal tribunaal, niet rechtvaar-diger zijn geweest? Zeker, er zouden aan eendergelijk proces veiligheidsrisico’s verbondenzijn. Zo zou bin Laden de rechtszaak als eenlaatste theatraal podium hebben kunnen gebrui-ken.5 Maar moet dit de Verenigde Staten weer-houden van het toepassen en naleven van hetinternationale recht?

Op basis van het (inter-)nationale recht is delegaliteit van het ‘gericht doden’ als contra-ter-rorismemaatregel zeer beperkt. Verder zijn deAmerikaanse criteria voor het gebruik van dezemethode, en voor wie er specifiek voor in aan-merking komen, helder noch transparant. Er isbijvoorbeeld, zoals Nils Melzer beargumenteertin zijn boek Targeted Killing and InternationalLaw uit 2008, een verschil tussen het gericht

doden uit militaire noodzaak en in het kader vanstrafrechtelijke rechtshandhaving.6 In essentievalt bij afwezigheid van een legitiem militairdoelwit gericht doden onder de (strengere) cri-teria van het strafrecht. Als gevolg van de strijdtegen het terrorisme heeft er echter een paradig-mawijziging plaatsgevonden, waardoor hetonderscheid tussen internationaal humanitairrecht en strafrecht is vervaagd. De VerenigdeStaten zullen – zoals mensenrechtenorganisa-ties, inclusief Human Rights Watch – benadruk-ken, hun (wettelijke) positie ten opzichte van‘gericht doden’ moeten ophelderen.7 Zoals hetinternationaal humanitair recht en mensenrech-ten gebieden, kan gerechtigheid alleen geschie-den wanneer het plaatsvindt in overeenstem-ming met het geldend internationaal recht.

Hoewel de dood van Osama bin Laden mogelijklegitiem was, staat het gebruik van de methodevan het ‘gericht doden’ haaks op internationale

Is het doden van bin Laden de rechtvaardiging voor de slachtoffers van de verschrikkelijke misdaden die op11 september 2001 plaatsvonden?

Page 6: VNForum 2011-2 · 9/11/2001  · Ervee design & drukwerk bv, Zoetermeer Uiˇga˙e VNForum is een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor de Verenigde Naties (NVVN). VNForum verschijnt

4 VNFORUM 2011/2

standaarden ten aanzien van het aanwenden vangeweld, het recht op een eerlijk proces en hetrecht op leven. Daarnaast is de legaliteit, denoodzakelijkheid en de proportionaliteit vanbelang. Verder zou een onafhankelijke en trans-parante toetsing door een rechter omtrent debesluitvorming inzake het gericht doden eenvereiste dienen te zijn. Dit is van belang, omdat,zoals onder andere de Hoge Commisaris voorde Rechten van de Mens en de speciale VN-rap-porteurs inzake terrorisme en mensenrechten enbuitengerechtelijke executies hebben aangege-ven in een gezamelijke verklaring naar aanlei-ding van de dood van Osama bin Laden, eranders een risico bestaat dat er een precendentwordt geschapen met betrekking tot hoe statenomgaan met het recht op leven.8

* Mr. dr. Quirine Eijkman is senior onderzoe ker/docent bij het Centrum voor Contraterrorisme vande Universiteit Leiden en Fellow bij het ICCT – theHague.

Bronnen

Peter Bergen & Katherine Tiedemann, ‘The hiddenWar’, 21 december 2010 (http://www.foreignpolicy.com/articles/2010/12/21/the_hidden_war?page=0,5).

Beatrice de Graaf, Theater van de Angst: De strijdtegen terrorisme in Nederland, Duitsland, Italië enAmerika, Amsterdam: Boom, 2010.

Koen de Groof, ‘Targeted-killings en het OnderscheidBurger Strijder’, in: Internationaal Humanitair Rechtin de kijker, 2006, blz. 37-50.

Hoge Commissaris voor de Rechten van de Mens,‘Osama bin Laden: Statement by the UN SpecialRapporteurs on Summary Executions and on HumanRights and Counter-Terrorism’, 6 mei 2011 (http://www.ohchr.org/EN/NewsEvents/Pages/DisplayNews.aspx?NewsID=10987&LangID=E).

Nils Melzer, Targeted Killing and International Law,Oxford/New York: Oxford University Press, 2008.

Human Rights Watch, ‘US: Clarify Position onTargeted Killings’, 12 december 2010 (http://www.

hrw.org/en/news/2010/12/07/us-clarify-position-targeted-killings).

VN-Veiligheidsraad, ‘Security Council PresidentialStatement, Welcoming End of Osama bin Laden’sAbility to Perpetrate Terrorist Acts, Urges States toRe main Vigilant’, ‘SC /10239, 2 mei 2011 (http://www.un.org/News/Press/docs/2011/sc10239.doc.htm).

Witte Huis, ‘Remarks by the President on Osama binLaden’, 2 mei 2011 (http://www.whitehouse.gov/the-press-office/2011/05/02/remarks-president-osama-bin-laden).

Noten

1 Witte Huis, ‘Remarks by the President on Osama binLaden’, 2 mei 2011 (http://www.whitehouse.gov/the-press-office/2011/05/02/remarks-president-osama-bin-laden).

2 VN-Veiligheidsraad, ‘Security Council Presidential State -ment, Welcoming End of Osama bin Laden’s Ability toPerpetrate Terrorist Acts, Urges States to Remain Vigi -lant’, ‘SC /10239, 2 mei 2011.

3 Peter Bergen & Katherine Tiedemann, ‘The hidden War’,21 december 2010 (http://www.foreignpolicy.com/articles/2010/12/21/the_hidden_war?page=0,5).

4 K. de Groof, ‘Targeted-killings en het onderscheid burgerstrijder’, in: Internationaal Humanitair Recht in de kijker,2006, blz. 37-50, in het bijzonder blz. 37.

5 Beatrice de Graaf, Theater van de Angst: De strijd tegenterrorisme in Nederland, Duitsland, Italië en Amerika,Amsterdam: Boom, 2010.

6 Nils Melzer, Targeted Killing and International Law,Oxford/New York, Oxford University Press, 2008.

7 Human Rights Watch, ‘US: Clarify Position on TargetedKillings’, 12 december 2010.

8 Hoge Commissaris voor de Rechten van de Mens, ‘Osa-ma bin Laden: Statement by the UN Special Rapporteurson Summary Executions and on Human Rights andCounter-Terrorism’, 6 mei 2011.

Page 7: VNForum 2011-2 · 9/11/2001  · Ervee design & drukwerk bv, Zoetermeer Uiˇga˙e VNForum is een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor de Verenigde Naties (NVVN). VNForum verschijnt

Flinterman start het interview met te vertellenover zijn ervaringen in het Vrouwencomité. Snelis duidelijk dat hij het vele werk met buitenge-woon veel plezier heeft gedaan, maar dat nietalles (direct) gaat zoals je denkt of hoopt.Flinterman: ‘Soms was het wel eens een beetjefrustrerend, maar in heel veel opzichten heb ikhet als heel erg bemoedigend ervaren en heeft hetmij optimistisch gestemd. Dat kwam met namedoor het grote belang dat de vele niet-gouverne-mentele organisaties hechten aan de besprekingvan statenrapporten. Zij zien daarin een moge-lijkheid of een instrument om de staat, waarin zijhun werk doen, ter verantwoording te roepen. InGenève of in New York zitten vaak veel niet-gou-vernementele organisaties in de zaal bij debehandeling van statenrapporten, nadat zij eerderschriftelijk materiaal hebben ingediend en ookmondelinge informatie hebben gegeven; latervervullen die organisaties een belangrijke rol bijde implementatie van onze aanbevelingen.’

Je weet, zo gaat Flinterman verder, dat onzebespreking van een rapport altijd wordt besloten

INTERVIEW MET CEES FLINTERMAN

‘Bij mensenrechten gaat het erom wateen staat moet doen en moet laten’

door Adriënne Schillemans

Na acht jaar als lid verbonden te zijn geweest aan het Verdragscomité inzake de Uit -

banning van Discriminatie jegens Vrouwen van de Verenigde Naties stapte emeritus

hoogleraar Cees Flinterman op 1 januari 2011 over naar het VN-Mensen rechtencomité.

Een unicum, omdat het nooit eerder is voorgekomen dat een Nederlands lid van een

VN-Verdragscomité benoemd wordt in een ander Verdragscomité van de Verenigde

Naties. Een reden des te meer om hem te vragen naar zijn vele werkzaamheden in deze

Verdragscomités en, gelet op zijn huidige functie, naar zijn visie op de toekomst van de

mensenrechten.

met een serie van aanbevelingen, die het Comitéaan de staat doet. Elke aanbeveling is gebaseerdop een door het Comité gesignaleerd knelpunt ofgesignaleerde zorg. Over die zorgen: ‘Daaroverspreekt het Comité eerst confidentieel en laterworden die aanbevelingen dan openbaar ge -maakt.’ Flinterman heeft de indruk dat de aanbe-velingen van het Comité wel degelijk een rol spe-len in het nationale beleid van veel staten. ‘Je zouwensen dat het nog meer was, maar ik ben blij teconstateren dat de aanbevelingen zeker een ver-schil maken. Zo zien we bijvoorbeeld dat in Ma -rokko steeds meer een vrouwvriendelijker beleidwordt gevoerd. Voorts denk ik dat in Saoedi-Ara -bië, dat zeker niet te boek staat als een vrouw-vriendelijk land, onze aanbevelingen wel heelduidelijk een steun zijn geweest voor dié mensen,dié individuen, die werken aan de verbeteringvan de positie van vrouwen, ook al gaat het in datland om een nog weinig zichtbare onderstroom.

‘Nog een ander voorbeeld is Japan, waar vrou-wen lange tijd een overduidelijke tweede-rangs-positie hebben ingenomen en die in feite voor

VNFORUM 2011/2 5

Page 8: VNForum 2011-2 · 9/11/2001  · Ervee design & drukwerk bv, Zoetermeer Uiˇga˙e VNForum is een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor de Verenigde Naties (NVVN). VNForum verschijnt

6 VNFORUM 2011/2

een groot deel nog steeds hebben. Interessant isevenwel dat niet-gouvernementele (vrouwen-)organisaties op krachtige wijze het Vrouwen -verdrag, de Conventie inzake Uitbanning vanalle Vormen van Discriminatie jegens Vrouwen(CEDAW), gebruiken als een instrument terverbetering van de positie van vrouwen. En ikmoet zeggen dat doen ze met heel veel succes.Zo zijn niet minder dan honderd van die goedgeorganiseerde Japanse niet-gouvernementele(vrouwen)organisaties naar New York gekomenom het Comité heel veel materiaal te verstrek-ken dat wij konden gebruiken om de Japanseregering kritisch te bevragen. En wat blijkt:later hebben zij onze aanbevelingen, onderandere op het gebied van het arbeidsrecht, heelserieus opgepakt. Zo zijn er op nationaal niveauprocedures ingevoerd die ertoe hebben geleiddat vrouwen meer gelijke kansen hebben op dearbeidsmarkt en gelijke rechten in het kader vanarbeidsvoorwaarden hebben weten te bewerk-stelligen.’ Dat is zo’n voorbeeld waarvan je kanzeggen dat het internationaal recht heeft bijdra-gen aan de verbetering van de rechten van demens op nationaal niveau, aldus Flinterman.

Verplichte rapportage

‘De aanbevelingen die door het Comité wordengedaan naar aanleiding van de bespreking vaneen Statenrapport zijn weer de basis voor devolgende rapportage. Elk land is verplicht iede-re vier jaar te rapporteren over wat het met onzeaanbevelingen heeft gedaan. In de praktijk komthet er maar zelden van dat die verplichting vanvier jaar wordt nagekomen. Soms duurt het vijf,zes of zelfs zeven jaar. Maar goed, bij een vol-gende gelegenheid zal een staat uitdrukkelijkworden gevraagd wat het met de eerdere aanbe-velingen van het Comité heeft gedaan.

Belangrijk is stil te staan bij het feit dat de aan-bevelingen van het Comité op drie niveaus vanbetekenis zijn, te weten: op het niveau van deregering, op het niveau van het maatschappelijkmiddenveld (‘civil society’), maar ook op hetniveau van internationale organisaties, zoals

UNESCO, WHO en talrijke andere intergouver-nementele organisaties of instellingen die inveel landen werkzaam zijn en die rekening hou-den met de aanbevelingen van het Comité inhun contacten met de desbetreffende landen endie daarnaast ook zelf de aanbevelingen heelserieus nemen in hun eigen beleid.’

Mijlpaal Vrouwencomité

In zijn laatste zitting van het Vrouwencomité,oktober 2010, heeft Flinterman bijgedragen aanhet slaan van een belangrijke mijlpaal door hetComité. Flinterman was namelijk voorzitter vaneen werkgroep die belast was met de voorberei-ding van een zogenaamde ‘Algemene Aanbe ve -ling’. Flinterman: ‘Dat zijn vaak zeer gedetail-leerde aanbevelingen, die voorbereid, geredi-geerd en geadopteerd worden door het Comité.In zulke algemene aanbevelingen probeert hetComité haar ervaringen met de bespreking vanrapporten en van individuele klachten samen tevatten. Die aanbevelingen zijn bedoeld om meerinhoud te geven aan de verplichtingen die statenhebben onder het Verdrag. In dit geval ging hetom het belangrijke artikel 2 van het Verdrag.1

Een van de vragen die daarbij speelde, was:“wat is de reikwijdte van het Vrouwenverdrag?”Betreft dat alle vrouwen in al hun verschillendehoedanigheden? Om dat nog nader te concreti-seren, kwam vervolgens de vraag naar voren:“betreft het ook vrouwen die slachtoffer zijngeweest van mensenrechtenschendingen, nietalleen omdat ze vrouw zijn maar bijvoorbeeldomdat ze gekleurd zijn of tot een bepaald ras ofgeloof behoren of omdat ze arm zijn of omdatze in landelijke gebieden wonen?”

Zo kwam tevens de vraag aan de orde of hetVerdrag ook betrekking heeft op vrouwen diegediscrimineerd worden vanwege hun seksueleoriëntatie of gender-identiteit en, zo ja, of in datgeval in de tekst van de algemene aanbevelingde termen “lesbian” en “sexual oriëntation”expliciet zouden moeten worden gebruikt.’ ‘Uit -eindelijk’, zo vertelt Flinterman, ‘hebben wemede in het licht van praktijken van andere

Page 9: VNForum 2011-2 · 9/11/2001  · Ervee design & drukwerk bv, Zoetermeer Uiˇga˙e VNForum is een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor de Verenigde Naties (NVVN). VNForum verschijnt

Verdragscomités besloten dat het Vrouwen -comité niet achter kon blijven wat betreft hetnoemen van problemen bij hun naam. Goed,uiteindelijk erkende men dat het probleem vandiscriminatie van vrouwen omdat ze lesbischzijn (omdat ze een andere gender-identiteit heb-ben dan vrouwen in het algemeen) bestaat.Tijdens de laatste zitting waaraan ik heb deelge-nomen, heeft het Comité de algemene aanbeve-ling daarover kunnen aanvaarden.’ Een mijlpaalwas bereikt!

Omschakeling

Flinterman legt uit dat het werk in de tweeComités waarin hij nu ervaring heeft voor eendeel verschillend is, maar dat er ook duidelijkeovereenkomsten zijn. Flinterman: ‘Waar hetgaat om de bespreking van rapporten, om hetwerken met je collega’s, individuele leden, des-kundigen uit heel veel verschillende delen vande wereld, dan maakt het niet zo heel veel uit ofdat nu gebeurt in het Vrouwencomité of in het

Mensenrechtencomité. Je zult het vermogenmoeten hebben om te kunnen luisteren, alsmedeom je eigen culturele achtergrond te relative-ren – en dat voortdurend, wil je successen kun-nen bereiken en wil je ook goed kunnen samen-werken. Wat dat betreft was de omschakelingvan het ene naar het andere Comité niet gewel-dig groot. De omschakeling zat hem er wellichtin dat ik na acht jaar zitting in het Vrouwen -comité langzamerhand een ervaren “rot” wasgeworden en er een zeker gezag had, maar datgezag, en dat geldt voor alle nieuwe leden, moetik nu in het Mensenrechtencomité weer opbou-wen. Je neemt dat gezag niet vanzelfsprekendmee. Daarnaast is het Vrouwencomité heel pre-cies in haar werkmethodes en heel efficiënt inhet gebruik van haar tijd.’ Flinterman erkent dathij moest wennen aan de werkwijze van hetMensenrechtencomité, die hij als minder effi-ciënt ervaart dan hij had verwacht. Daar staatwat Flinterman betreft tegenover dat het Men -sen rechtencomité veel meer een ‘quasi rechter-lijk’ orgaan is. ‘Door het Mensenrechtencomité

Cees Flinterman (Foto Adriënne Schillemans)

VNFORUM 2011/2 7

Page 10: VNForum 2011-2 · 9/11/2001  · Ervee design & drukwerk bv, Zoetermeer Uiˇga˙e VNForum is een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor de Verenigde Naties (NVVN). VNForum verschijnt

8 VNFORUM 2011/2

worden veel meer individuele klachten behan-deld dan door het Vrouwencomité. Het is zelfsde hoofdmoot van het werk van hetMensenrechtencomité. Dat was dus een zekereomschakeling, die ik overigens met veel plezierheb ervaren, omdat ik toch een jurist ben engraag wil bijdragen aan het nemen van beslis-singen over klachten die juridisch en maat-schappelijk verantwoord zijn.’

Landenrapportages

De belangrijkste taken van Flinterman in hetMensenrechtencomité zijn, kort samengevat, debespreking van de landenrapportages en hetbehandelen van individuele klachten. Flin ter -man: ‘Staten die partij zijn bij het Verdrag inza-ke Burger- en Politieke Rechten zijn verplichtom regelmatig te rapporteren. De individueleklachten nemen bij het Mensenrechtencomitémeer tijd in beslag dan bij het Vrouwencomité.Dat komt omdat klachtenbehandeling al heellang bestaat bij het Mensenrechtencomité. [In1966 werd het klachtenrecht direct toegevoegdaan het Verdrag inzake Burger- en PolitiekeRechten; red.] Het komt ook omdat er een grootreservoir aan nog niet afgehandelde klachtenbestaat; het gaat dan om zo’n driehonderdklachten. Verder is van belang dat het Men -senrechtencomité jurisprudentie heeft opge-bouwd en daarmee bekendheid heeft gecreëerdover de betekenis van die procedure bij hetComité. Dat leidt ertoe dat personen die over-wegen op internationaal niveau een klacht in tedienen, eerder zullen denken aan het Mensen -rechtencomité dan aan het Vrouwen comité.Natuurlijk is het ook belangrijk dat het Verdraginzake Burger- en Politieke Rechten een anderestrekking heeft dan het Vrouwen verdrag.’

Nog meer verschillen

In beginsel zou het niet moeten uitmaken bijwelk Verdragscomité (Vrouwencomité of Men -sen rechtencomité) of regionaal rechterlijk or -gaan, zoals het Europese Hof van de Rechtenvan de Mens in Straatsburg, men een klacht

neerlegt, aldus Flinterman. Toch merkt hij in ditkader op dat er verschillen zijn in de procedu-res. ‘Wanneer iemand denkt in zijn rechtgeschonden te zijn door zijn staat, dan zal deeerste vraag voor de betrokkene zijn: “wat zoude beste en snelste weg zijn om resultaat tebereiken”? Vast moet staan dat alle nationalerechtsmiddelen zijn uitgeput, want dat is eenbelangrijke voorwaarde in alle procedures:daarna spelen bij de keuze diverse factoren eenrol. In Europa zullen veel mensen in eersteinstantie denken aan een route via het EuropeseHof van de Rechten van de Mens in Straatsburgen niet zozeer aan de Verenigde Naties. Tochkrijgen wij, zowel in het Mensenrechtencomitéals in het Vrouwencomité, ook klachten uitEuropese landen. Een overweging daarbij is datde Straatsburgse route soms heel lang kanduren. Verder speelt mee dat het EuropeseVerdrag inzake de Rechten van de Mens en deFundamentele Vrijheden (EVRM) niet alle pro-blemen, in het bijzonder ten aanzien van de dis-criminatie jegens vrouwen, bestrijkt. HetEVRM is een verdrag dat daar destijds ook nietsterk op gericht was.’ Flinterman geeft als voor-beeld de beperkte reikwijdte van artikel 14 vanhet EVRM,2 waardoor veel mensen de neiginghebben voor de VN-route, via het Mensen -rechtencomité of het Vrouwencomité, te kiezen.

‘Het Mensenrechtencomité heeft het voordeeldat er een belangrijke jurisprudentie voorhan-den is, en dat er een algemene bekendheid methaar procedures bestaat. Bij het Vrouwencomitéis dat minder het geval, omdat het Vrouwen -verdrag dateert van 1979 en het FacultatiefProtocol, waarin de individuele klachtenproce-dure is neergelegd, pas in 1999 tot stand isgekomen. Wat pleit voor de Europese route isdat men bij het Europese Hof van de Rechtenvan de Mens een bindende uitspraak krijgt, almoet je daar vaak wel vijf tot zeven jaar opwachten. Bij het Vrouwencomité en het Men -senrechtencomité krijgt men een niet-bindendebeslissing, maar een aanbeveling als deze comi-tés van oordeel zijn dat een mensenrechten-schending heeft plaatsgevonden.’

Page 11: VNForum 2011-2 · 9/11/2001  · Ervee design & drukwerk bv, Zoetermeer Uiˇga˙e VNForum is een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor de Verenigde Naties (NVVN). VNForum verschijnt

Als lid van een VN-Comité ben je ook verant-woordelijk voor het redigeren van algemenecommentaren en aanbevelingen en draag je eenzekere zorg voor de rol van het Comité in hetgeheel van het systeem van de Verenigde Na -ties, aldus Flinterman. Er zijn negen van ditsoort Comités en dat betekent dus ook dat jecontinu moet zoeken naar en het inzetten vangoede, praktische en efficiënte coördinatie-instrumenten om de werkzaamheden van dediverse Comités zo effectief mogelijk te latenzijn. ‘Als lid van een Verdragscomité heb je deverantwoordelijkheid om daaraan bij te dragen’,aldus Flinterman.

Toekomst mensenrechten

Niet ontkend kan worden dat we momenteeleen terugval meemaken wat betreft bescher-ming en bevordering van de rechten van demens, merkt Flinterman op. ‘Het is altijd eenproces van twee stappen vooruit en dan weeréén stap achteruit. Als je over een langere peri-ode kijkt, dan zie je dat de stappen vooruit hetwinnen van de stappen achteruit. Belangrijk isdat het overgrote deel van de statengemeen-schap de rechten van de mens, zoals die ininternationale verdragen en verklaringen zijnvastgelegd, aanvaardt; daarmee hebben derechten van de mens zich ontwikkeld tot een

deel van het gemeenschappelijk erfgoed van demensheid. Vanzelf spre kend zijn er ook perio-den met terugval. Als je bijvoorbeeld kijkt naarde huidige situatie in ons eigen land, dan kanje tot op zekere hoogte spreken van een soortvan terugvalperiode. Dat heeft volgens mijalles te maken met de wijze waarop we dit mil-lennium begonnen zijn. Denk aan de aanslagenin New York van 11 september 2001 en dereacties daarop, die tot op de dag van vandaagdoorgaan, zoals het door de Amerikanen uit-schakelen van Osama bin Laden, waarbij hijhet leven heeft gelaten. Zelf denk ik dat hetheel belangrijk zou zijn geweest als hij zichvoor een internationale rechterlijke instantiehad moeten verantwoorden voor zijn daden.’

We kunnen echter gelukkig ook positieve erva-ringen melden, volgens Flinterman. Hierbijdoelt hij op het functioneren van de Mensen -rechtenraad3, waarvoor onlangs Syrië zich alskandidaat ten gunste van Koeweit heeft terugge-trokken. En de Algemene Vergadering, diemaatregelen heeft getroffen om Libië als lid vande Mensenrechtenraad te schorsen. ‘In datopzicht zijn we weer een stap vooruit, gezienhet feit dat de Algemene Vergadering de moedheeft gehad om te zeggen “we nemen onze cri-teria voor het lidmaatschap voor de Mensen -rechtenraad serieus”.’

Curriculum Vitae prof. mr. Cees Flinterman (geb. 1944)

Sinds 1 januari 2011 Lid VN-Comité Mensenrechten2003-2010 Lid VN-Comité inzake de Uitbanning van Discriminatie van Vrouwen

(CEDAW)1998-2007 Directeur Studie- en Informatiecentrum Mensenrechten (SIM), Universiteit

Utrecht;Directeur Onderzoeksschool Mensenrechten;Hoogleraar Rechten van de Mens, Universiteit Utrecht

1982-1998 Hoogleraar Staats- en Internationaal Recht, Universiteit Maastricht1979-1981 Ministerie van Buitenlandse Zaken, departement Internationale

Organisaties, Bureau Humanitaire en Juridische Zaken1981 Doctor in de Rechten, Universiteit Leiden1972 Master of Law, University of Virginia1969 Meester in de Rechten, Universiteit Leiden

VNFORUM 2011/2 9

Page 12: VNForum 2011-2 · 9/11/2001  · Ervee design & drukwerk bv, Zoetermeer Uiˇga˙e VNForum is een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor de Verenigde Naties (NVVN). VNForum verschijnt

Nederland wijst VN-erkenningPalestijnse staat af

Minister van Buitenlandse Zaken Uri Rosenthal

(VVD) heeft 30 juni jl. na afloop van een ontmoe-

ting met de Palestijnse president Mahmoud Abbas

gezegd dat Nederland de Palestijnse pogingen om

van de VN erkenning van een Palestijnse staat te

verkrijgen, niet zal steunen. De Palestijnen willen

de Algemene Vergadering van de VN in september

vragen een Palestijnse staat op de Westoever, in

de Gazastrook en Oost-Jeruzalem te erkennen. In

de ogen van Rosenthal kan een Palestijnse staat

alleen tot stand komen door middel van een over-

eenkomst met Israël. Hij pleitte dan ook voor een

onmiddellijke herstart van de onderhandelingen.

Nederland is vanouds een bondgenoot van Israël,

maar verleent ook aanzienlijke financiële steun aan

de Palestijnse Autoriteit. ‘Maar er gaat geen

Nederlandse of Europese hulp naar Hamas’, zei

Rosenthal. ‘We zullen dat strikt monitoren.’ Naast

Nederland zijn binnen Europa ook Duitsland en

Italië tegen het Palestijnse initiatief. Frankrijk ver-

klaarde eerder juist VN-erkenning te steunen als er

in september nog geen schot zit in de onderhan-

delingen tussen de Israëli’s en de Palestijnen.

Bron: Nieuws.nl, 30 juni 2011

10 VNFORUM 2011/2

Flinterman blijft optimistisch. In zijn woorden:‘Ik geloof dat optimisme de enige voorwaardeis, niet optimisme op basis van naïveteit, maaroptimisme op basis van een grondige kennis vanzaken. Ik heb veel gereisd en daarbij steedsweer gemerkt hoe mensen in heel verschillendeculturele en politieke omstandigheden de rech-ten van de mens als een universeel instrumentzien om tot een menswaardig bestaan te komenen dit te handhaven.’

Noten

1 Artikel 2 Vrouwenverdrag – Veroordeling vrouwendis-criminatie; statenplicht tot wetgeving en beleid.De Staten die partij zijn bij dit Verdrag, veroordelen dis-criminatie in alle vormen van vrouwen, komen overeenonverwijld met alle passende middelen een beleid te vol-gen, gericht op uitbanning van discriminatie van vrouwen,en verbinden zich tot dit doel:1. Het beginsel van gelijkheid van mannen en vrouwen inhun nationale grondwet of in andere geëigende wetgevingop te nemen, indien dit nog niet is geschied, en de prakti-sche verwezenlijking van dit beginsel door middel vanwetgeving of met andere passende middelen te verzeke-ren;2. Passende wettelijke en andere maatregelen te treffen,met inbegrip van waar nodig sancties, waarin alle discri-minatie van vrouwen wordt verboden;3. wettelijke bescherming in te voeren van de rechten vanvrouwen op gelijke voet met mannen en door middel vanbevoegde nationale rechterlijke instanties en andere over-

heidsinstellingen de daadwerkelijke bescherming vanvrouwen tegen elke vorm van discriminatie te verzekeren;4. Zich te onthouden van ieder discriminerend handelen,eenmalig of voortdurend, jegens vrouwen en te verzeke-ren dat de overheidsorganen en -instellingen handelenovereenkomstig deze verplichting;5. Alle passende maatregelen te nemen om discriminatievan vrouwen door personen, organisaties of ondernemin-gen uit te bannen;6. De passende maatregelen, waaronder wetgevende, tenemen om bestaande wetten, voorschriften, gebruiken enpraktijken, die discriminatie van vrouwen inhouden, tewijzigen of in te trekken, onderscheidenlijk af te schaffen;

2 Artikel 14 EVRM - Verbod van discriminatieHet genot van de rechten en vrijheden die in dit Verdragzijn vermeld, moet worden verzekerd zonder enig onder-scheid op welke grond ook, zoals geslacht, ras, kleur, taal,godsdienst, politieke of andere mening, nationale of maat-schappelijke afkomst, het behoren tot een nationale min-derheid, vermogen, geboorte of andere status.

3 Er moet wel goed onderscheid gemaakt worden tussen deMensenrechtenraad en het Mensenrechtencomité. DeMensenrechtenraad is een politiek orgaan dat bestaat uitvertegenwoordigers van 47 lidstaten van de VerenigdeNaties, die voor twee jaar worden gekozen; ieder jaar zijner verkiezingen. De Mensenrechtenraad valt direct onderde Algemene Vergadering van de Verenigde Naties.

enten • Signalementen • Signalementen • Signa

Page 13: VNForum 2011-2 · 9/11/2001  · Ervee design & drukwerk bv, Zoetermeer Uiˇga˙e VNForum is een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor de Verenigde Naties (NVVN). VNForum verschijnt

VNFORUM 2011/2 11

Er zijn veel uiteenlopende VN-organisaties inSudan actief, die op verschillende niveaus eenbijdrage leveren aan vrede en veiligheid. Hetartikel beoogt niet een gedetailleerd overzicht tegeven van alles wat er in Sudan speelt, de pre-cieze rol van de VN of de exacte inhoud van hetwerk van Eveline de Bruijn en het CSAC-pro-gramma. Daarnaast: de ontwikkelingen in Su -dan volgen elkaar snel op, in het bijzonder metbetrekking tot de beoogde afsplitsing van Zuid-Sudan. Wanneer u dit artikel leest, is de situatiewellicht al weer anders dan hier be schreven[zie in dit kader enkele recente signalementenover Sudan elders in dit nummer van VNForum;red.]. Eveline beschrijft aan de hand van enkelepraktijkvoorbeelden een aantal aspecten vanhaar werk voor de VN in Sudan op het gebiedvan lokale veiligheid. Het artikel geeft een im -pressie van het complexe werk van de VN in depraktijk.

De Verenigde Naties en Sudan

Sudan is het enige land ter wereld waar op het zelfde moment twee VN-vredesmissies ac -tief zijn, namelijk de hierboven al genoemdeUNMIS en de United Nations – African Union

Mission in Darfur (UNAMID). Met 10.000troepen en ongeveer 1.500 internationaal civielVN-personeel is het mandaat van UNMIS eropgericht Noord- en Zuid-Sudan te ondersteunenin de implementatie van een vredesakkoord(Comprehensive Peace Agreement, CPA), dat in2005 tussen beide strijdende partijen was geslo-ten. UNAMID, dat uit ongeveer 23.000 troepenen circa 1.000 internationaal civiel personeelbestaat, tracht, samen met troepen van de Afri -kaanse Unie, burgers te beschermen en humani-taire hulpverlening in onveilige gebieden moge-lijk te maken. Daarnaast speelt UNAMID eenfaciliterende rol in het vredesproces tussen dediverse partijen. Naast deze VN-vredesmissies,die zich zowel op hoger politiek niveau als in‘het veld’ inzetten voor vrede en veiligheid, zijner nog talloze UN Agencies die zich specifiekrichten op bepaalde gebieden, zoals humanitairehulpverlening of ontwikkelingsprojecten in ver-schillende sectoren.

De VN hebben geen gemakkelijke taak in Su -dan. Met een oppervlakte van ruwweg 3,7 keerde oppervlakte van Frankrijk (en met een bevol-king van zo’n 40 miljoen mensen) is Sudan hetgrootste land van Afrika. Alhoewel het rijk is

Werken bij de VN in de praktijk:Sudan

door Eveline de Bruijn*

Om de zoveel tijd komt ‘Sudan’ naar voren in de Nederlandse media. Op televisie zien

we doorgaans beelden over de hongersnood, mensonterende toestanden in Darfur of de

gewapende strijd tussen Noord- en Zuid-Sudan. Uiteraard is Sudan veel meer dan

alleen oorlog en ellende. Zo is het land rijk aan cultuur en tradities; bovendien staat

‘de gewone’ Sudanees bekend om zijn ongekende gastvrijheid. Je moet er zijn geweest

om het land goed te kunnen beoordelen. In het hiernavolgende artikel doet Eveline de

Bruijn kort verslag van haar werk voor de Verenigde Naties in Sudan. De VN hebben

in Sudan een zeer actieve rol om het vredesproces te ondersteunen, wederopbouw te

faciliteren en waar nodig humanitaire hulpverlening te bieden.

Page 14: VNForum 2011-2 · 9/11/2001  · Ervee design & drukwerk bv, Zoetermeer Uiˇga˙e VNForum is een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor de Verenigde Naties (NVVN). VNForum verschijnt

12 VNFORUM 2011/2

aan olie, is Sudan een van de minst ontwikkeldelanden op aarde; zo sterven in Zuid- Sudan 1 opde 7 kinderen vóór hun vijfde levens jaar.

Vanaf 9 juli 2011 zijn het eigenlijk twee landen.In januari dit jaar heeft de bevolking van Zuid-Sudan tijdens een referendum massaal gekozenvoor onafhankelijkheid. Dit referendum mar-keerde het einde van de CPA-periode in Sudan –een vredesakkoord dat in 2005, na een langdu-rige burgeroorlog, door Noord- en Zuid-Suda -nese partijen werd afgesloten. Zowel Noord- alsZuid-Sudan is zich aan het voorbereiden op deafsplitsing, die in juli 2011 zal plaatsvinden.Een en ander gaat niet zonder problemen of uitdagingen; vooral de grensgebieden tussenNoord- en Zuid-Sudan blijven een spannings-haard. Daar hebben de afgelopen maandensteeds meer aanvallen plaatsgevonden tussen derespectieve legers. In juni zijn door dit geweld,dat zelfs gepaard ging met bombardementen,duizenden burgers op de vlucht geslagen, ter-wijl de meerderheid van het VN-personeel uitde grensgebieden tussen Noord- en Zuid-Sudan

is geëvacueerd. Het gevolg was een humanitaireramp. Een adequate reactie van de internationa-le gemeenschap, de VN en de conflictpartijen is dan ook essentieel. Het huidige geweld, datzelfs al als etnisch geweld wordt omschreven,komt overigens niet als een verrassing. De span-ningen lopen al jaren op en, ondanks veelpogingen op lokaal niveau, zijn op macroniveaude echte ‘issues’ tussen de partijen niet aan bodgekomen.

Interne spanningen in zowel Noord- als Zuid-SoedanNaast deze spanningen in de grensgebieden zijner ook binnen Noord- en Zuid-Sudan spannin-gen op verschillende niveaus waar te nemen,spanningen die nog worden verergerd doordatwapens overal en ruim beschikbaar zijn. Zokampt Zuid-Sudan met ernstige interne span-ningen, die worden veroorzaakt door strijd omde macht. Die strijd wordt op lokaal niveau vaakuitgevochten door milities langs etnische lijnen;bij die gevechten vallen veel burgerslachtoffers.In veel gedeelten van Zuid-Sudan worden tradi-

Page 15: VNForum 2011-2 · 9/11/2001  · Ervee design & drukwerk bv, Zoetermeer Uiˇga˙e VNForum is een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor de Verenigde Naties (NVVN). VNForum verschijnt

VNFORUM 2011/2 13

tionele conflicten tussen stammen om land ofwater gepolitiseerd en worden jonge mannengestimuleerd aan ‘militia’s’ deel te nemen omtegen de zittende Zuid-Sudanese overheid testrijden of puur om onrust te veroorzaken.

Noord-Sudan staat bekend om de oorlog in Dar -fur. Ondanks jarenlange vredesonderhandelin-gen vormen onrust en instabiliteit in Darfur nogsteeds een grote belemmering voor ontwikke-ling. Daarnaast is (het minder bekende) Oost-Sudan een van de minst ontwikkelde gebiedenvan het land, waar ook een jarenlange strijdtegen de Sudanese overheid heeft plaatsgevon-den en dat nog steeds een mogelijke haard voorrebellie vormt. Oost-Sudan is een haast een ver-geten gebied: vergeten door zowel de Sudaneseoverheid als door de internationale gemeen-schap.

Op macroniveau spelen veel factoren een be -langrijke rol in de huidige situatie in Sudan,zoals de aanwezigheid en afhankelijkheid vanolie; de rol van Sudan in de regio en de betrek-kingen met zijn buurlanden; de arrestatiebeve-len van het Internationaal Strafhof tegen de zit-tende president Omar Al Bashir en twee andereprominente Sudanezen; de geschiedenis van po -gingen om (het overwegend christelijke) Zuid-Sudan te ‘islamiseren’; en, recentelijk, vooralhet geweld in de grensgebieden tussen Noord-en Zuid-Sudan.

Op microniveau heerst er echter weer een totaalandere dynamiek; lokale conflicten draaien hiervaak om vee, land, tradities, stammen, grievenuit het verleden, tekort aan hulpbronnen en ge -brek aan vertrouwen. Men maakt zich primairdruk om pure overleving; op veel plekken isweinig ontwikkeling en nauwelijks toegang totvoldoende basic services.

Mijn werk bij de VN: een schets

Mei 2009: Vandaag is mijn derde dag, als enigeinternationale burger tussen VN-blauwhelmenen militaire waarnemers, op een tijdelijke mili-

taire basis in Pibor County, Jonglei State, Zuid-Sudan. Nog geen week geleden zijn er hier 500mensen vermoord. Gisteravond 6 mensen ge -dood naast ons kamp. Er spelen veel onderlig-gende redenen voor dit geweld, maar de ‘trig-ger’ was een gevecht over voedsel in dit gebiedwaar nauwelijks eten te krijgen is. Vandaag insamenwerking met VN militaire waarnemersbemiddelen tussen 2 vechtende en zwaar bewa-pende partijen in deze ‘ghost’ town. Vreemdidee dat ik een paar weken geleden nog op pre-cies deze plek was om gesprekken te voeren metde plaatselijke bevolking ter voorbereiding vaneen duurzaam project dat een aantal veilig-heidsproblemen op zou moeten lossen. En on -danks dat we toen zelf zijn geambushed door 8 bewapende mannen, leek de situatie redelijkstabiel. En nu zijn we al tevreden als we enigs-zins de rust weer terug kunnen brengen en kun-nen helpen om het directe geweld niet verder telaten escaleren.

Bovenstaand scenario is typerend voor mijnwerk voor de VN in Sudan; het voortdurendzoeken van de balans tussen het reageren opnoodsituaties enerzijds, en anderzijds het stre-ven naar duurzame oplossingen voor de veilig-heidsproblematiek op overheids- en lokaalniveau.

De internationale gemeenschap, ambassades, deVN, NGO’s, denktanks e.a. spreken en schrij-ven veel over de situatie en de rol van de inter-nationale gemeenschap in Sudan. Zo zijn erallerlei plannen voor overkoepelende ‘stabilisa-tie’-strategieën; lange-termijnplannen voor her-vorming van de veiligheidssector; interventiesvoor onderwijs, gezondheidszorg, werkgelegen-heid, mogelijkheden voor economische groei,etc. Alles moet worden gecoördineerd en metelkaar worden afgestemd; iedere cent die wordtuitgegeven moet worden gerechtvaardigd (enterecht). Dagenlang wordt er vergaderd of houdtmet zich bezig met analyses op papier en hetopstellen van strategieën. Vaak gaat het om hetmaken van plannen op basis van theorieën. Ikonderschat het belang van al het bovengenoem-

Page 16: VNForum 2011-2 · 9/11/2001  · Ervee design & drukwerk bv, Zoetermeer Uiˇga˙e VNForum is een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor de Verenigde Naties (NVVN). VNForum verschijnt

14 VNFORUM 2011/2

de echter niet; coördinatie en ‘accountability’zijn essentieel. Niettemin vormt het een dage-lijkse uitdaging een brug te slaan tussen dezewereld papieren werkelijkheid en de echte wer-kelijkheid. Het is hard werken om onze strate-gieën en programma’s te laten aansluiten op dedynamische realiteit in Sudan. Belangrijk hier-bij is het blijven luisteren naar de stem van delokale bevolking – zeker als de angst voor ge -weld nog het dagelijks leven in veel Sudanesedorpen overheerst.

Dit is wat ik tracht te doen als onderdeel vanmijn werk voor het ‘Community Security andArms Control’ (CSAC)-programma van hetUNDP. De achterliggende filosofie van dit con-cept is de noodzaak op lokaal niveau veiligheidte garanderen om duurzame ontwikkeling mo -ge lijk te maken. Er doemen dan snel vragen op,zoals wat dan precies lokale veiligheid is en ookwie hier voor verantwoordelijk is? Het is moei-lijk deze vragen te beantwoorden, omdat desituatie in elk deel (provincie, stad, dorp, zelfsfamilie) van Sudan weer anders is. In het enegebied zijn er veel interne conflicten tussen be -volkingsgroepen, soms om water of land, soms

gaat het puur over het uitvechten van oude vetes(‘grievances’) bij gebrek aan juridische kadersen systemen. Ergens anders gaat het dan bij-voorbeeld over slechte relaties tussen de veilig-heidssector (leger, politie, etc.) en de lokale be -volking; en weer ergens anders wordt onveilig-heid van binnenuit de gemeenschap gecreëerd(criminele activiteiten, verlies van controle opgewapende jeugd, huiselijk geweld, etc.). In Su -dan worden deze, en nog vele andere, scenario’svan onveiligheid nog versterkt door de aanwe-zigheid en toegankelijkheid van wapens en hetgevaar voor hernieuwd grootschalig conflict.Hier is sprake van een paradox: aan de ene kantvormen de wapens een bron van onveiligheid;aan de andere kant heeft men wapens nodig omzichzelf te beschermen tegen onveiligheid. Devraag is hoe deze vicieuze cirkel kan wordendoorbroken!

Met het CSAC-programma beogen de VNzowel op overheidsniveau als op lokaal niveaueen van de bovengenoemde voorbeelden vanonveiligheid aan te pakken. Het programmadoet dit natuurlijk niet alleen; het coördineerthet werk met veel andere VN-programma’s.

Page 17: VNForum 2011-2 · 9/11/2001  · Ervee design & drukwerk bv, Zoetermeer Uiˇga˙e VNForum is een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor de Verenigde Naties (NVVN). VNForum verschijnt

VNFORUM 2011/2 15

Om ervoor te zorgen dat onze steun aansluit opde realiteit in ‘het veld’, verdiep ik mij in dedynamiek van conflicten op lokaal niveau inverscheidene gebieden. Dit houdt het afreizenin naar zeer afgelegen gebieden, om hier met delokale bevolking te spreken over wat er nu pre-cies speelt en over wat er precies nodig zou zijnom een ‘wapen-vrije’ gemeenschap te schep-pen. Deze veldbezoeken zijn vaak lang en in -tensief. Veel dorpen zijn zeer moeilijk bereik-baar, soms alleen per boot of helicopter. Er isgeen electriciteit of een mobiel telefoonnet-werk.

Voorts zijn, in bijvoorbeeld Darfur en sommigegebieden van Zuid-Sudan, veel wegen ‘onvei-lig’ verklaard door de VN-veiligheidsafdeling.Dit betekent dat we slechts met een gewapendeescorte van VN-blauwhelmen op weg mogen.Om ‘mobiel’ te zijn, ben ik in mijn werk dusvolledig afhankelijk van het logistieke apparaatvan de VN. En niet alleen VN-medewerkers zo -als ik, maar ook afgevaardigden van de Suda -nese overheid. Zonder de steun van de VN is hetvoor overheidsvertegenwoordigers en andererelevante actoren in het conflict niet mogelijksnel ter plaatse te zijn in een conflictgebied voorbijvoorbeeld lokaal vredesoverleg. Over eenvan mijn vele veldbezoeken schreef ik het vol-gende:

Ongeveer 2 dagen rijden met de auto doorgebied waar niets is, over een weg waar jeniet harder dan 20 km per uur kan rijden.Misschien wel 8 keer vastgezeten in demodder. Overal landmijnen en ongeëxplo-deerde handgranaten, heel veel burgers dieoveral met geweer rondlopen, wakker wor-den van schoten. De militaire waarnemersvan de VN komen 1 keer in de paar wekenper helikopter een uur hier naartoe omeven met de ‘commissioner’, een soort bur-germeester, te praten. Ik ben blij dat wij(UNMIS en UNDP CSAC) hier zeker eenweek zullen zijn. Onze rol hier is de lokaleoverheid en het traditionele leiderschapondersteunen in het verbeteren van de vei-

ligheidssituatie. Elke burger hier loopt meteen wapen. De meeste wapens zijn hier ver-spreid tijdens de oorlog tussen Noord- enZuid-Sudan, toen stammen vaak werden in -gezet om tegen elkaar te vechten.

Om goed inzicht te krijgen in wat er zich in ver-schillende dorpen afspeelt, vragen we de inwo-ners hun eigen situatie en de risico’s in kaart tebrengen. Dit doen we door het organiseren van‘focusgroepen’, waarin we gedurende een paardagen met uiteenlopende groepen uit eensamenleving spreken (jeugd, vrouwen, traditio-nele leiders, religieuze leiders, de lokale over-heid, etc.). Diverse groepen brengen veilig-heidsproblemen op lokaal niveau in kaart doorzelf een kaart te tekenen en aan te geven watprecies hun grootste veiligheidszorgen zijn enwat hier mogelijk aan gedaan kan worden. Dezegesprekken verstrekken veel informatie over devaak heftige situatie, belicht vanuit verschillen-de perspectieven. Zo hebben jonge mannenvaak een andere kijk op de situatie en op moge-lijke oplossingen dan hun traditionele leiders.Toen ik bijvoorbeeld een keer aan een man vaneen jaar of 20 vroeg waarom hij een wapendroeg en wat hij wilde met zijn leven, verteldehij me het volgende:

Toen ik klein was en nog in het vluchtelin-genkamp woonde, zeiden ze dat ‘onderwijsde sleutel is tot mijn toekomst’. Ik heb dusmijn middelbare school in het kamp afge-rond. Nu ben ik terug in Sudan. En er isniets. Geen werk. We worden gediscrimi-neerd. ‘Ze’ willen ons aanvallen en stelenal ons vee. Ik moet mijn mensen bescher-men. En het vee. Anders kan ik niet trou-wen. En ben ik geen man. Ze moeten eerstalle anderen ontwapenen. Met harde handdesnoods.

Niet alleen geeft deze jongeman hiermee aanhoe gefrustreerd jonge, werkloze mensen zijn,maar ook geeft dit citaat een beeld van de rolvan ‘status’, mannelijkheid op lokaal niveau.Het zijn van een vechter geeft status.

Page 18: VNForum 2011-2 · 9/11/2001  · Ervee design & drukwerk bv, Zoetermeer Uiˇga˙e VNForum is een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor de Verenigde Naties (NVVN). VNForum verschijnt

16 VNFORUM 2011/2

Bij de vrouwelijke bevolking spelen weer ande-re zorgen. Zo vertelt een vrouw mij over haarverkrachting:

Hij nam me op een slechte manier. En hijmoet nu als straf 6 koeien betalen aan mijnman. Zelf heb ik 6 maanden in de gevange-nis gezeten. Voor mijn eigen veiligheid zei-den ze.

Het is shockerend dat in nagenoeg alle gesprek-ken naar voren komt dat op de meeste plekkende bevolking continu in angst leeft voor aan -vallen door gewapende groeperingen of buur -ge meenschappen, waarbij vaak slachtoffers val-len en soms ook ontvoeringen van kinderenplaatsvinden. Verder komt naar voren dat ieder-een zich in de steek gelaten voelt en teleurge-steld is over wat de ‘vrede’ heeft gebracht. Zovertelde een geëmotioneerde oude vrouwelijkevechter, terwijl ze me haar littekens op haarlichaam liet zien:

Ik heb mijn hele leven gevochten. Ik benniet gevlucht. Ik ben mijn man en kinderenverloren. Na de vrede zou er ontwikkelingkomen. Het is nu nog veel erger. We hebbenniets. Ik wil beloond worden voor mijn lij-den.

Vaak, sprekend met verschillende ‘partijen’ vanhet conflict, is er sprake van dezelfde sentimen-ten en tegelijkertijd onbegrip naar elkaar toe.

Deze ontmoetingen blijven heftig en bijzonder,zeker als het geweld dichtbij lijkt te komen. Zovertelde onlangs, tijdens een informeel gesprekeen traditionele leider in een dorp in Zuid Kor -dofan State (op de grens tussen Noord- en Zuid-Sudan) mij het volgende:

Wij zijn hier niet veilig. Het dorp naast onswil ons van de kaart vegen. Het enige watze willen is ons uitmoorden. Ze hebben zeergeavanceerde wapens. De enige taal die zespreken is die van wapens en geweld. Dietaal zullen we dus ook met ze spreken, want

wij hebben ook wapens. Maar uiteindelijkis het enige wat we willen vrede. We willenontwikkeling. Onze broeders en zusters zijnniet voor niets gestorven in de strijd. Wewillen vrede en ontwikkeling voor onze kin-deren. Maar we zullen blijven vechten tothet einde.

Harde taal, maar het is ook een reflectie van water echt speelt. Op de dag dat ik met deze mansprak zijn er meer dan 20 mensen vermoord inZuid-Kordofan. Inmiddels zijn duizenden op devlucht geslagen en is de traditionele leider die iksprak vermoord.

Ondanks de zware omstandigheden tracht hetCSAC-programma, op basis van de kennis diewe tijdens veldbezoeken vergaren, in samen-werking met de (lokale) overheid, projecten teontwerpen die specifiek gericht zijn op verbe-tering van de lokale veiligheid en het wegne-men van oorzaken van lokaal conflict. Zoalsgezegd bestaat het CSAC-programma uit acti-viteiten op overheids- en op lokaal niveau.Terwijl we op overheidsniveau ons buigen overlange-termijnstrategieën en beleid wat betreftlokale veiligheid en wapenbeheersing, probe-ren we tegelijkertijd op gemeenschapsniveaudoormiddel van verschillende soorten inter -ven ties de veiligheidssituatie te verbeteren.Een combinatie van een bottom-up- en top-down-benadering dus.

Eveline de Bruijn tussen de Sudanese vrouwen

Page 19: VNForum 2011-2 · 9/11/2001  · Ervee design & drukwerk bv, Zoetermeer Uiˇga˙e VNForum is een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor de Verenigde Naties (NVVN). VNForum verschijnt

VNFORUM 2011/2 17

In zowel Noord- als Zuid-Sudan betreft mijnwerk op overheidsniveau vooral het ondersteu-nen van de ontwikkeling en uitvoering vanbeleid op het gebied van lokale veiligheid enwapenbeheersing. Gezien de enorme proble -matiek veroorzaakt door grootschalige aanwe-zigheid van kleine wapens in handen van deburger bevolking, is beleid op het gebied van‘wapenbeheersing’ een prioriteit voor de over-heid. Deze problematiek wordt versterkt door-dat binnen verscheidene gebieden in Sudansteeds meer rebellengroeperingen met politiekemotieven actief zijn. Ook de onzekere relatiestussen Noord- en Zuid-Soedan bemoeilijken deontwikkeling en uitvoering van een duurzaamwapenbeheersingsbeleid, dat juist zo belangrijkis omdat door wapens in handen van burgers tentijde van conflict er meer slachtoffers vallen enburgers gemakkelijker tot vechten worden aan-gezet.

Wapenbeheersing is nodig

Het is van belang dat er één overkoepelendestrategie voor wapenbeheersing bestaat, waar-achter de belangrijke partijen (de overheid opverschillende niveaus, politie, leger, lokale lei-ders, e.d.) zich scharen. In zowel Noord- alsZuid-Sudan ondersteunt ons programma de ont-wikkeling van een ‘comprehensive strategy’ ophet gebied van wapenbeheersing. Zo ondersteu-nen we in Noord-Sudan de overheid in de ont-wikkeling van een ‘National Action Plan forArms Control’, op basis van het Nairobi Pro -tocol on Small Arms en andere internationalenormen. In dit National Action Plan komen ver-schillende ‘stappen’ voor wapenbeheersing aanbod, zoals wetgeving, registratie van wapens,markeren van wapens, veilige wapenopslag, etc.Hoewel zo’n plan natuurlijk niet direct eenimpact heeft op de veiligheidssituatie op lokaalniveau, creëert het wel een basis om op eengeïntegreerde manier aan wapenbeheersing tewerken.

De VN achten het belangrijk dit proces teondersteunen, aangezien in het verleden ontwa-

peningsactiviteiten vaak ad hoc plaatsvonden,en die leidden over het algemeen juist tot meergeweld en minder vertrouwen in de overheid en uiteindelijk ook tot herbewapening. Deson -danks is de overheid in sommige gevallen voor-stander geweest van ontwapeningsacties. Tij -dens een vergadering nam een Gouverneur hetvolgende standpunt in:

De bevolking heeft zichzelf bewapend, men -sen komen op verschillende manieren aanwapens en zorgen hier zelf voor. De wapensworden niet alleen voor zelfbescherminggebruikt. Het grootschalige bezit van wa -pens ondermijnt het gezag van de lokaleoverheid, van de politie. Vreedzame ontwa-pening, of vrijwillige ontwapening die jul-lie willen wordt niet gerespecteerd. Nooitzullen alle wapens op deze manier wordeningeleverd. We geven ze een kans om hunwapens vrijwillig op te geven, maar als zehet niet doen, dan sturen we het leger enzullen we met geweld ontwapenen.

Dit brengt mij tot het volgende, ‘lokale’, aspectvan mijn werk. Hoewel ‘ontwapening’ van bur-gers een natuurlijke oplossing lijkt, is dit in decontext van Sudan waarschijnlijk niet de meesteffectieve. Wapens zijn overal verkrijgbaar, enzolang men het gevoel heeft een wapen nodig tehebben voor eigen veiligheid, zullen wapens inomloop blijven. Wapenbeheersing moet altijdgepaard gaan met ‘community security’-activi-teiten. De redenen waarom men wapens heeftzullen moeten worden weggenomen; bijvoor-beeld door de lokale veiligheidssector te verbe-teren, zodat veiligheid kan worden gegaran-deerd door lokale politie. In Zuid-Sudan onder-steunen de VN verschillende onderdelen vandeze veiligheidssector, bijvoorbeeld door trai-ningen aan lokale politie. Als onderdeel van hetCSAC-programma is ook de infrastructuur voorcommunicatie en mobiliteit van politie en loka-le overheden sterk verbeterd, en daarmee degarantie op veiligheid voor de lokale bevolkingvergroot. Dit soort interventies gaat natuurlijkgepaard met het werken aan de diepere en direc-

Page 20: VNForum 2011-2 · 9/11/2001  · Ervee design & drukwerk bv, Zoetermeer Uiˇga˙e VNForum is een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor de Verenigde Naties (NVVN). VNForum verschijnt

18 VNFORUM 2011/2

te oorzaken van conflict. Zo kan er via diverseprojecten of vormen van dialoog gewerkt wor-den aan verzoening tussen conflictgebieden.Wanneer bijvoorbeeld in het kader van een lo -kaal vredesoverleg een overeenkomst tussenbepaalde dorpen wordt afgesloten, is dit vaakeen opportuun moment om met een project deimplementatie van dat lokale vredesakkoord teondersteunen. Zo heb ik recentelijk een projectontworpen op basis van een lokaal vredesak-koord tussen twee voorheen strijdende dorpen;door te voorzien in voldoende waterputten tus-sen deze dorpen; gekoppeld aan de opbouw vaneen structuur voor lange-termijndialoog en hetvreedzaam delen van schaarse bronnen, kan deveiligheid in dit gebied aanzienlijk verbeteren.Ook kunnen werkgelegenheidsprogramma’s voorgewapende jeugd de veiligheidssituatie verbete-ren door ze een ‘incentive’ voor stabiliteit tegeven. Daarnaast besteden onze projecten vaakextra aandacht aan de reïntegratie in de maat-schappij van ex-leden van gewapende groepe-ringen, aangezien dit een kwetsbare groep is.Kortom; er is niet één enkel recept voor een suc-cesvol programma wat je kan implementeren inhet ene gebied en vervolgens in het anderegebied, en onze projecten in verschillende geo-grafische gebieden in Sudan kunnen enorm vanelkaar verschillen.

Tot slot

Toen ik drieëneenhalf jaar geleden naar Sudanvertrok, sloot het idee te gaan werken bij eenvredesmissie die de vrede tussen Noord- enZuid-Sudan tracht te bewaken, goed aan bijmijn dromen, idealen en ambities, d.w.z.: ver-schil uitmaken, mensen helpen, vrede mogelijkmaken. Geloof in wat je doet, geloof dat veran-dering en verbetering mogelijk zijn en geloof inde VN als systeem. En dan kom je in Sudan. Enje beseft dat de problematiek en de diepe oorza-ken van conflict in het verleden en wellicht detoekomst, moeilijk zijn op te lossen in slechtseen paar jaar. Je wordt je bewust van alle com-plexe lagen van de situatie in Sudan. Je wordtomringd door geweld. Is het mogelijk verschil

uit te maken door bepaalde projecten? Jazeker.Het voelt goed om echt de impact van ons werkte zien. Daarnaast is internationale aanwezig-heid van doorslaggevend belang in het strevenrampen zoals het geweld in Darfur, Zuid-Sudanen de grensgebieden te voorkomen.

En ik hoop ook dat de internationale gemeen-schap zich hiervan bewust blijft .... en zich blijftcommitteren om zowel op hoger politiek niveauals op ‘lokaal’ niveau vrede aantrekkelijk temaken en hiervoor adequate middelen inzet.Niet alleen is dit van belang voor internationalevrede, veiligheid en rechtvaardigheid, maarjuist ook voor de bewoners van de gebieden dieik omschreef; mensen die dagelijks geconfron-teerd worden met de’ hardship’ van het leven inonveiligheid en zonder toegang tot ‘basic ser-vices’; mensen die getuige zijn van jarenlangeoorlog; die slachtoffer zijn van, maar soms ookzelf hebben deelgenomen aan gevechten. Men -sen die een wapen met zich dragen om hunfamilies en vee te beschermen. Mensen die hetvertrouwen in de overheid volledig hebben ver-loren. Mensen die eigen initiatieven ontplooienom hun situatie te verbeteren. Mensen die hun-keren naar vrede en ontwikkeling. En tot slot,mensen die geloven dat de internationale ge -meenschap en de Verenigde Naties hen zal blij-ven ondersteunen in de lange weg naar vrede enveiligheid.

* Eveline de Bruijn studeerde Conflict Studies(MA) en Internationaal Recht (MA) aan de Univer -siteit Utrecht. Na haar opleiding in Nederland tehebben afgerond (2007) en wat werkervaring tehebben opgedaan in andere landen, zoals Rwandaen Colombia, woont zij nu drieëneenhalf jaar inSudan en is er werkzaam bij de Verenigde Naties;eerst bij de United Nations Mission in Sudan(UNMIS) als Community Security and ArmsControl officer in Zuid-Sudan, en nu alweer meerdan een jaar bij het United Nations DevelopmentProgram (UNDP) in Noord-Sudan; daar houdt zijzich nog steeds bezig met ‘Community Securityand Arms Control’ (CSAC), alleen nu vooral in degrensgebieden tussen Noord- en Zuid-Sudan,Oost-Sudan en Darfur.

Page 21: VNForum 2011-2 · 9/11/2001  · Ervee design & drukwerk bv, Zoetermeer Uiˇga˙e VNForum is een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor de Verenigde Naties (NVVN). VNForum verschijnt

De aardbeving in Japan volgt op een reeks anderenatuurrampen die de afgelopen maanden hebbenplaatsgevonden. Op 4 september 2010 werdChristchurch in Nieuw-Zeeland getroffen dooreen aardbeving; eerder, op 12 januari 2010, vonder een aardbeving plaats in Haïti. Grote overstro-mingen, waarbij meer dan 2.000 mensen om hetleven kwamen, troffen Pakistan in datzelfde jaar.4

In de jaren hiervoor werd onder andere hetplaatsje l’Aquila (Italië) opgeschrikt door eenaardbeving, werd Myanmar geraakt door cycloonNargis, deed orkaan Katrina New Orleans onder-lopen en overleden meer dan 200.000 mensen alsgevolg van de tsunami in Zuidoost-Azië.

Bij dergelijke grootschalige rampen hebben deslachtoffers vaak moeizaam toegang tot voedsel,water en gezondheidszorg en is geschikte opvangschaars. Vaak zijn de landen waar een ramp vangrote omvang plaatsvindt, overweldigd door degevolgen. Ook al is er over het algemeen eengroot aanbod van internationale hulp, het lukt degetroffen landen niet altijd om deze hulp vol-doende te coördineren; soms is een staat zelfsniet welwillend om zijn bevolking te helpen.5 Indit artikel wordt nader ingegaan op de rol die deVerenigde Naties in dit soort rampensituatiesspelen. Eerst zal een kort overzicht worden gege-

De rol van de VN in de hulpverleningna grootschalige natuurrampen

door Stefanie Jansen*

Op 11 maart j.l. vond er een zeer zware aardbeving plaats voor de kust van Japan. Om

kwart voor drie ’s middags, plaatselijke tijd, werd de zwaarste schok gemeten van

9.0 Mw.1 Het epicentrum lag op ongeveer 130 kilometer van de stad Sendai, en op

circa 375 kilometer van de hoofdstad Tokio.2 Als gevolg van deze aardbeving ontstond

er een tsunami, die grote delen van de Japanse oostkust overspoelde. Het dodental ligt

op circa 28.050 personen. Dit zijn vooral slachtoffers van de tsunami, en niet zozeer

van de aardbeving zelf.3

ven van de ontwikkeling van de rol van de VN inrampenhulpverlening, waarna zal worden inge-gaan op de huidige stand van zaken.

Een vérgaande rol binnen deVolkerenbond: ‘internationale unievoor hulpverlening’

Binnen het kader van de voorloper van de VN, deVolkerenbond, is in 1927 de Internationale Unievoor Hulpverlening (IRU) opgericht.6 Het ideevan de IRU was zeer vérgaand op het gebied vaninternationale samenwerking, zeker gelet op hettijdsbeeld. De staten die zich bij de IRU aanslo-ten zouden een financiële bijdrage leveren aaneen gezamenlijk fonds, waaruit de IRU hulpver-lening zou kunnen bekostigen indien er een rampplaatsvond.

De conventie die de IRU vestigde trad pas in1932 in werking, nadat voldoende ratificatieswaren gedeponeerd en er een minimum aanfinanciële bijdragen was geleverd. Hiermee wasde IRU de eerste en enige internationale organi-satie die zich exclusief bezighield met het biedenvan hulp bij natuurrampen. Toch bleek de IRU inde praktijk weinig succesvol. Staten wilden deUnie niet teveel bevoegdheden geven, omdat dit

VNFORUM 2011/2 19

Page 22: VNForum 2011-2 · 9/11/2001  · Ervee design & drukwerk bv, Zoetermeer Uiˇga˙e VNForum is een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor de Verenigde Naties (NVVN). VNForum verschijnt

20 VNFORUM 2011/2

ten koste zou gaan van de eigen soevereiniteit.Slechts in uitzonderlijke situaties was de IRUbevoegd om te opereren. Ook financieel werdener naast het absolute minimum, weinig tot geenbijdragen gedaan.7

Tijdens haar gehele bestaan heeft de IRU twee-maal actie ondernomen: in 1934, na een aardbe-ving in Orissa (India), en in 1935, na een aardbe-ving in Baluchistan (Pakistan). Het overgrotedeel van de activiteiten van de IRU bestond uithet doen van onderzoek.8 Na de Tweede Wereld -oorlog is de Unie ondergebracht bij de VN, en naeen langzaam proces is de IRU uiteindelijk in1967 opgeheven.

Ook al was de IRU geen groot succes, het inte-ressante aan de organisatie is dat er reeds in dejaren 1920 het idee bestond dat één internationaleorganisatie verantwoordelijk zou moeten zijnvoor de coördinatie van hulpverlening bij ram-pen, en dat staten hieraan zouden moeten bijdra-gen. Dit idee bleef echter binnen de context vande VN gedurende lange tijd op de achtergrond,aangezien de VN zich richtten op andere vormenvan humanitaire hulp, zoals hulp aan slachtoffersvan de Tweede Wereldoorlog.

De rol van de VN:van hulpverlening aan oorlogs-slachtoffers tot ad hoc-ingrijpen

Al voordat het VN-Handvest daadwerkelijk was aangenomen, was er al een organisatie in het leven geroepen die hulp moest bieden aanslachtoffers van de Tweede Wereldoorlog: de UN Relief and Rehabilitation Administration(UNRRA). Deze organisatie werd in 1943 opge-richt en opereerde gedurende iets minder dan vijfjaar.9 Haar budget was groter dan dat van de IRU,en de UNRRA was actief in zestien landen. Hetverschil tussen IRU en UNRRA was dat de laatstewas opgericht voor een zichtbaar en actueel doel,namelijk het helpen van oorlogsslachtoffers. DeIRU diende om toekomstige natuurrampen tebestrijden en was dus niet gericht op een concreetlijden. De UNRRA toonde aan dat een coördine-

rende rol van de VN zeker succesvol kon zijn,indien deze rol gericht is op een concreet geval enstaten de operaties volledig steunen.

Na de beëindiging van UNRRA volgde de VN detrend die in die tijd ook zichtbaar was bij andereorganisaties die zich bezighielden met hulpverle-ning: van oorlogsslachtoffers verschoof de aan-dacht naar ontwikkelingshulp.10 Dit is wellicht teverklaren door de periode van dekolonisatie ende hulp die landen nodig hadden om op eigenbenen te staan. Natuurrampen werden gezien alseen interne aangelegenheid in het getroffen land,waarbij geen centrale aanpak van hulpverleningbestond. Door de oorlog tussen Nigeria en Biafraverschoof de aandacht weer naar humanitairenoodhulp. Terwijl de onafhankelijkheidsstrijdvan Biafra gedurende 1967-1970 een verlorenzaak was, werden de inwoners van Biafra tochafgesloten van alle vormen van hulp. De humani-taire ramp die hierop volgde, leidde tot een reac-tie in de internationale gemeenschap; er ontstondaandacht voor het verstrekken van noodhulp bijhumanitaire rampen. De VN gingen hierop hunrol herzien en richtten zich op het coördineren enbieden van humanitaire hulp, ongeacht of deramp werd veroorzaakt door oorlog of door denatuur.

Deze ommekeer begon in de jaren ’70, waar deVN bijvoorbeeld bij de aardbeving in Peru in1970, maar ook in de oorlog tussen India enPakistan van 1971, bij de hulpverlening warenbetrokken. Het VN-Secretariaat adviseerde ech-ter dat de VN de hulpverlening beter kondenoverlaten aan organisaties als het Rode Kruis.Desondanks werd in 1971 door de AlgemeneVergadering de Organisatie voor Rampen be strij -ding (UNDRO) opgericht.11 Voorafgaand aandeze oprichting hadden de humanitaire operatiesvan de VN op ad hoc-basis plaatsgevonden. Debedoeling was dat UNDRO de humanitaire acti-viteiten zou organiseren en coördineren, maar deorganisatie is daar nooit helemaal in geslaagd.Veel operaties bleven een ad hoc-karakter hou-den; het leek een geschikte manier om met nood-situaties om te gaan.12

Page 23: VNForum 2011-2 · 9/11/2001  · Ervee design & drukwerk bv, Zoetermeer Uiˇga˙e VNForum is een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor de Verenigde Naties (NVVN). VNForum verschijnt

Een nieuwe wind: codificatie vanhumanitaire hulpverlening

UNDRO kreeg uiteindelijk toch een meer forme-le en gestructureerde rol, doordat het betrokkenwerd bij de codificatie van regels over humanitai-re hulpverlening. In 1976 en 1982 werd er samenmet het Rode Kruis gekeken naar de voornaam-ste problemen rond rampenbestrijding in vredes-tijd. UNDRO stelde zelfs een ontwerp-verdragop, die de oplossing voor deze problemen zoumoeten bieden. De Sociaal-Economische Raadvan de VN (ECOSOC) verwees dit ontwerp in1984 door, om er een verdrag van te maken; er isechter niets meer mee gebeurd.

Naast de poging een verdrag te ontwerpen overhumanitaire noodhulp, zijn er binnen de VNenige belangrijke resoluties aangenomen tercodificatie van dergelijke regels. Er is een zekerelijn te ontdekken in deze resoluties; zo wordt deprimaire verantwoordelijkheid om voor slachtof-fers te zorgen toegeschreven aan de staat waar deramp plaatsvindt.13 Ook is de nadruk gelegd opde territoriale integriteit van de getroffen staat, opde nationale eenheid van die staat, alsmede op detoestemming van de getroffen staat voordat inter-nationale hulpverlening kan plaatsvinden. Dezenadruk op staatssoevereiniteit is doorgetrokkenin het grootste deel van de resoluties die in dejaren 1980 en 1990 zijn aangenomen.

De meest bekende daaronder is resolutie 46/182van 19 december 1991. Hierin wordt terugge-grepen naar het idee van een centraal fonds voorrampenbestrijding; een idee dat ooit ten grond-slag lag aan de IRU. Ook werd er in deze reso-lutie een functie gecreëerd, waarbij de coördi-natie van de humanitaire operaties van de VN inéén persoon werd gevestigd, namelijk deNoodhulp Coördinator.14 UNDRO werd omge-doopt tot Departement voor HumanitaireZaken15 en in 1998 werd dit Departement hetBureau voor Coördinatie van HumanitaireZaken (OCHA).16 Op deze manier zijn de VNniet alleen bezig met het centraliseren vanregels in hulpverlening bij rampen, maar wordt

ook de coördinatie ondergebracht binnen éénorganisatie. Dit lijkt sterk op een terugkeer naarhet model van IRU. De vraag is echter welke rolOCHA in de praktijk heeft (zeker met het falenvan IRU in het achterhoofd) en welke ontwikke-lingen er verder plaatsvinden.

Hinken op twee gedachten:OCHA en staatssoevereiniteit

Eén van de voornaamste functies van OCHA ishet coördineren van humanitaire hulpverlening,al dan niet in samenwerking met de betrokkenstaat. Daarnaast houdt OCHA zich bezig met hetontwikkelen van beleidsregels over het leverenvan hulp en komt de organisatie op voor deslachtoffers van humanitaire rampen.17 In geval-len waarin de regering zelf niet in staat is hulp-verlening aan slachtoffers te bieden, kan OCHAde leiding nemen in de coördinatie. Zo heeftOCHA vorig jaar bij de ramp in Haïti een voor-name rol gespeeld. Er zijn echter ook andereorganisaties, zoals het Rode Kruis en ArtsenZonder Grenzen, die een grote rol spelen in deverstrekking van hulp. Deze organisaties zijnzeer specialistisch en worden door staten ookvaak als neutraal beschouwd. Zij zijn over hetalgemeen dan ook al in een land aanwezig voor-dat er zich een ramp voordoet. De vraag kan dusgesteld worden of de coördinerende rol vanOCHA nodig is. Naast coördinatie houdt OCHAzich verder bezig met onderzoek en het verzame-len van data. Op verscheidene deelonderwerpenworden beleidsdocumenten en andere bronnenvan informatie ontwikkeld. Dit doet sterk denkenaan de enige activiteit waarin de IRU succesvolwas (onderzoek en documentatie).

De vraagtekens die kunnen worden gezet bij decoördinerende taak van OCHA, worden nog ver-sterkt door een andere ontwikkeling die binnende VN plaatsvindt. De Commissie voor Inter -nationaal Recht is bezig met een project over debescherming van personen in rampsituaties. Indit kader zijn ontwerpartikelen geformuleerd enin ontwikkeling die juridische duidelijkheidmoeten brengen over de rol van de getroffen staat

VNFORUM 2011/2 21

Page 24: VNForum 2011-2 · 9/11/2001  · Ervee design & drukwerk bv, Zoetermeer Uiˇga˙e VNForum is een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor de Verenigde Naties (NVVN). VNForum verschijnt

22 VNFORUM 2011/2

bij rampen en hulpverlening ter bescherming vanslachtoffers. In deze ontwerpartikelen is bena-drukt dat de getroffen staat zelf de coördinerenderol heeft en verantwoordelijk is voor de hulpver-lening. Bovendien wordt erkend dat de getroffenstaat toestemming moet geven voordat er interna-tionale hulp geleverd kan worden. Deze artikelenbevatten geen verwijzing naar een rol van de VNin de hulpverlening, al is er wel een algemeneverplichting tot samenwerking erkend.

Enerzijds is er dus een organisatie binnen de VNdie zich wil richten op de coördinatie van hulp-verlening bij rampen, anderzijds blijft de juridi-sche ontwikkeling dicht bij de soevereiniteit vande staat. De toekomst zal moeten uitwijzen ofOCHA een betekenisvolle taak heeft of dat statener nog steeds niet aan toe zijn de touwtjes uithanden te geven.

Conclusie

Het hinken op twee gedachten is zoals gezienniet nieuw. Al in het begin van de 20ste eeuwbestond het idee dat hulpverlening bij rampen inhanden zou moeten liggen van één specialisti-sche organisatie. Op basis van dit idee is de IRUopgericht, onder de paraplu van de Volkeren -bond. De IRU kon echter niet functionerenomdat er te weinig bevoegdheden toegekendwerden. Kennelijk vreesden staten dat ze de regiekwijt zouden raken.

Decennia later blijkt dit probleem nog steeds tebestaan. OCHA is opgericht onder VN-vlag, dusonder invloed van staten. Aan de andere kanttonen staten een andere gedachte in de Com -missie voor Internationaal Recht, waar de soeve-reiniteit en primaire rol van de staat benadruktwordt. De vraag is dus of OCHA hetzelfde lotbeschoren is als de IRU, of dat er toch een speci-fieke rol wordt erkend in de praktijk. De huidigegebeurtenissen op humanitair gebied zullen voormeer duidelijkheid zorgen en wellicht zal OCHAeen duidelijke taak voor zichzelf scheppen. Deontwikkelingen op juridisch gebied zullen moe-ten worden afgewacht.

* Stefanie Jansen is als promovenda werkzaam bijhet Departement Internationaal en Europees Pu -bliek recht van Tilburg University. In haar proef-schrift onderzoekt zij de vraag of er voor staten eenverplichting bestaat internationale hulp aan tenemen bij een grootschalige ramp.

Noten

1 De zwaarte van de aardbeving is weergegeven volgens deMoment magnitude scale en is gebaseerd op informatie van de United States Geological Survey (USGS):http://www.usgs.gov/.

2 Volgens de USGS: http://earthquake.usgs.gov/earthquakes/eqinthenews/2011/usc0001xgp/.

3 Dit aantal slachtoffers is gebaseerd op cijfers van EM-DATvan het Centre for Research on the Epidemiology of Dis -asters: http://www.emdat.be/final-result-request. (16 mei2011).

4 Volgens EM-DAT, ibid.5 Zo liet in Myanmar de regering gedurende enige tijd geen

enkele hulp toe in het getroffen gebied.6 Officieel was de naam van deze unie de International ReliefUnion, opgericht middels de Convention Establishing anInternational Relief Union en de International Relief UnionStatutes.

7 John F. Hutchinson, ‘Disasters and the International Order- II: The International Relief Union’, (2001), 23 Inter natio -nal History Review 253, 286.

8 Peter Macalister-Smith, ‘The International Relief Union:Reflections on the Convention Establishing an Inter natio -nal Relief Union of July 12, 1927’, (1986), 54 Legal His -tory Review 363, 370.

9 Wilbur A. Sawyer, ‘Achievements of UNRRA as anInternational Health Organization’, (1947), 37 AmericanJournal of Public Health 41.

10 Ed Tsui & Thant Myint-U, ‘The Institutional Response:Creating a Framework in Response to New Challenges’, in:OCHA, The Humanitarian Decade: Challenges forHumanitarian Assistance in the Last Decade and into theFuture (Volume II: General Assembly Resolution 46/182:The Development of Practice, Principles and theHumanitarian Framework), Geneva/New York: UnitedNations, 2004, blz. 2.

11 De officiële naam is de UN Disaster Relief Organisation(UNDRO).

12 Tsui & Myint-U, a.w. noot 10, blz. 2-3.13 Zie bijv. Algemene Vergadering Resolutie 36/225 uit 1981,

para. 2.14 Officieel de Emergency Relief Coordinator.15 Department of Humanitarian Affairs.16 De officiële naam is Office for the Coordination ofHumanitarian Affairs.

17 Zie voor een beschrijving van alle activiteiten de websitevan OCHA: http://www.unocha.org/.

Page 25: VNForum 2011-2 · 9/11/2001  · Ervee design & drukwerk bv, Zoetermeer Uiˇga˙e VNForum is een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor de Verenigde Naties (NVVN). VNForum verschijnt

is 35 jaar. Er is ook een schrijnend tekort aanartsen en verpleegkundigen: één arts en zes ver-pleegkundigen op 100.000 inwoners wijst opeen ernstig tekort aan medisch personeel.

Medical Mission MinistriesInternational

MMMI wordt geleid door Peter Reis, huisarts,met een grote praktijk in Den Haag. Hij ontwik-kelde de christelijke visie dienstbaar te willenzijn aan de allerarmsten waar ook ter wereld.MMMI begon in het koude Moermansk enbreidde zijn werkzaamheden vervolgens uit inBangladesh, de Molukken, Mexico, Papua, Bali,Timor, Java, Mozambique, Lesotho, Brazilië enSuriname. Thans worden meerdere teams perjaar uitgezonden om gezondheidsprojecten overde hele wereld op te zetten.

In Lesotho woont 83% van de bevolking op hetplatteland en in de hoge bergen. De Nationaleen de Regionale Hospitals hebben tot taak‘outreaches’ te doen om zo de totale bevolkingmet medische zorg te kunnen bereiken, maar inde praktijk komt hier niet veel van terecht.Enkele oorzaken daarvoor zijn een tekort aanmedisch personeel en materialen, alsmede on -voldoende transportmogelijkheden. Bovendienzijn er in het binnenland geen curatieve strate-gieën uitgezet. Voorlichtingprogramma’s moe-ten veelal nog ontwikkeld worden.

Het is opmerkelijk te noemen dat er in de wintergeen regen valt. Lesotho is rijk aan natuur-schoon, prachtige stroomversnellingen, adem-benemende bergen, en over in het land zie jeherders te paard of lopend met een kleine kuddelangs de wegen of in de bergen hun vee weiden.Lesotho wordt tot een van de armste landen terwereld gerekend. Het IMF voerde vanaf 1988een structureel-aanpassingsprogr amma doorom de efficiëntie van de publieke sector te ver-groten en de algemene economische mogelijk-heden te verbeteren. Lesotho werkt ook aan ver-betering van zijn belastingsysteem en bankwe-zen, met goede vooruitzichten. In Lesotho isruim 32% van de bevolking seropositief; HIVen Aids zijn levensbedreigend hoog aanwezig.Het sterftecijfer is hoog; de bevolkingsgroeilaag: 0,3%. De levensverwachting bij geboorte

Een medische mobiele kliniekin Lesotho

door Louis de la Parra

Maart 2011 vertrok een medisch team, uitgezonden door het Medical Mission Minis -

tries International (MMMI), naar Lesotho, een zelfstandig koninkrijk dat met zijn gren-

zen volledig omgeven is door Zuid-Afrika. Lesotho is het hoogste land ter wereld. De

zomers zijn er heet; de winters droog en koud (-10° C).

VNFORUM 2011/2 23

Page 26: VNForum 2011-2 · 9/11/2001  · Ervee design & drukwerk bv, Zoetermeer Uiˇga˙e VNForum is een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor de Verenigde Naties (NVVN). VNForum verschijnt

24 VNFORUM 2011/2

Ziekenhuizen en health centres

In Lesotho hebben verscheidene belangengroe-pen Hospitals (H’s) en Health Centres (HC’s),verspreid over het hele land, zoals:* de overheid: 12 H’s; 30 HC’s* Christian Health Association of Lesotho:8 H’s; 72 HC’s

* het Rode Kruis: 6 HC’s* particulier: 12 H’s en 30 HC’s.

In 2012 is een groot Privaat Ziekenhuis inLesotho gepland, een particulier project insamenwerking met Zuid-Afrikaanse bedrijven.Voor de arme bevolking is dit een onbereikbaarideaal. Verwacht word dat dergelijk projecten detoekomst hebben.

Gezondheidszorg

In Lesotho heeft elke staatsburger recht opgezondheidszorg. Men is wel verplicht om voor10 Meloti (oftewel c. 1,= euro) een consulten-boekje te kopen (geel voor kinderen en groenvoor volwassenen). Maar voor de allerarmstengelden andere wetten. Voor 10 Meloti kooptmen niet een stukje papier om deze vervolgensvoor een jaar in de kast te leggen. Je kunt erbeter maïspap van kopen, zo redeneert men.

In de rurale gebieden (districten) ligt de verant-woordelijkheid voor de gezondheidszorg bij hetDistrict Health Management Team (DHMT).Hun verantwoordelijkheden zijn:* Fourage van materialen en medicatie vooralle gezondheidscentra;

* Kwaliteitsbewaking van medische zorg enbegeleiding van het medisch personeel;

* Uitbetalingen;* Controle en beoordeling van medische rap-portages; en

* Bijscholingen.

MMMI levert in Lesotho een bijdrage aan degezondheidszorg door in overleg te gaan metalle betrokken partijen (hospitals, health cen-tres, klinieken, dorpen, community health wor-

kers. DHMT’s, enz.), met als doel verbeteringvan het gezondheidssysteem.

Slechts 51% van de bevolking beschikt overschoon drinkwater. De Hill tribes en de bewo-ners van onze campagne in het noorden vanLesotho (zie hieronder) gebruiken regenwater,snelstromend rivierwater en soms een water-bron om in deze behoefte te voorzien.

Ons medisch team

In de hoofdstad Maseru zijn Jakob Jan Heem -stra (verpleegkundige) en zijn vrouw Boukje(juriste) als long term-zendelingen namensMMMI werkzaam. Jakob Jan biedt medischeondersteuning aan een team van het ‘LorettoHealth Centre’ in een buitenwijk van Maseru.Tevens houdt hij wekelijks spreekuur voor deallerarmsten in het bergachtige noorden van hetland (Moteng).

Maart/april 2011 werd een medisch team waarik deel van uitmaakte, namens het MMMI uit-gezonden om ‘outreaches’ te doen onder deallerarmsten van de kleine Hill tribes in hethoge noorden. Ons team bestond uit een arts,een fysiotherapeut en twee verpleegkundigen.De filosofie van onze organisatie is dat de aan-geboden hulp en de medicatie gratis aan dearmen verstrekt worden. Hierdoor is het bereikook groter. Meermalen maakten wij op onsspreekuur gevallen mee van ernstig zieke kinde-ren die zonder onze medische hulp gestorven

Page 27: VNForum 2011-2 · 9/11/2001  · Ervee design & drukwerk bv, Zoetermeer Uiˇga˙e VNForum is een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor de Verenigde Naties (NVVN). VNForum verschijnt

zouden zijn. Dit illustreert hoe schrijnend denood is. Wat opvalt is dat er bijna nooit over eentekort aan fysiotherapeuten gesproken wordt.De in ons team participerende fysiotherapeuthad het over de hele linie drukker dan de mees-ten van ons. Onze medische mobiele kliniekwerd gestart met een duidelijke uiteenzettingover wat fysiotherapie nu werkelijk inhoudt, enwelke aandoeningen hiervoor geïndiceerd zijn.Na zijn power point-presentatie meldde de helemedische staf zich als eerste om fysiothera-peutisch behandeld te worden. Hiermee wil ikalleen maar aangeven hoe groot de behoefte inLesotho is aan fysiotherapeuten.

Een voorval uit de praktijk

Op een van mijn spreekuren zag ik een vrouwvan 84 jaar met twee hele zieke kinderen. Devrouw was uitgeput vanwege een lange loop-tocht van anderhalf uur naar onze kliniek. Detamtam gaat snel als men hoort dat er eenmobiel medisch team in de buurt is en dat daar-bovenop de behandelingen ook nog kosteloosworden aangeboden. Uit de anamnese van dezeoude vrouw werd al snel duidelijk dat zij niet demoeder maar de oma van deze twee ernstigzieke kinderen was. De ouders van deze kleinekinderen waren beiden jong overleden aanAIDS en TBC. En heel recentelijk bleek ookhaar man te zijn overleden. In Lesotho is ruim32% van de kinderen wees. Deze oude vrouwhad geen familie, geen inkomen en kon maarnauwelijks in leven blijven. Door gebrek aan

voedsel en slechte leefomstandigheden zoudendeze twee zieke (klein)kinderen niet lang meerhebben geleefd. Voor mij is het zeker dat derge-lijke gevallen dagelijks voorkomen en vaak dedood tot gevolg hebben. Dit onnodig sterventrof mij. Was onze hulp niet gratis geweest, danhad deze oma haar leven niet gewaagd voor haarkleinkinderen. Voor de allerarmsten hadden wijnaast de essentiële medicatie en vitamines ookeen reeks aan voedselpakketten ingekocht omuit te delen. Dit moest met wijsheid gebeuren,want (ook) hier speelt jaloezie een grote rol.Jaloezie kan mensen aanzetten tot het plegenvan geweld.

Geestelijke armoede

De patiënten stonden van de vroege morgen totlaat in de middag te wachten in de brandendezon. Is dit discipline of gewoon overlevings-drang? Hoe dan ook, er werd totaal nietgeklaagd. Bij ons westerlingen riep dit ontzagop. De ervaring had hen inmiddels geleerd datgeduldig wachten veel beter is dan een kans opeen goede behandeling te missen.

Dat religie sterk bepalend is voor de cultuurwaarin wij leven, is natuurlijk allang bekend. Inde Afrikaanse cultuur komen diverse godsdien-sten door elkaar voor: de islam, lokale en tradi-tionele geloven, animisme, het Christendom ennog wat kleine groepen met hun eigen gods-diensten zie je over het hele land verspreid.

Meermalen constateerde ik dat bepaalde tradi-ties, geestelijke overtuigingen of een specifieke,op een animistische of voodoo-traditie berus-tende denkwijze, een bepaalde levensstijl voort-brengt, waardoor mensen generaties lang her-haaldelijk slachtoffer blijven van hun eigen tra-dities. Bij dit soort godsdiensten speelt seksua-liteit in negatieve zin meestal een grote rol.Vrije seks, polygamie en gewelddadige ver-krachtingen komen niet zelden voor. Dat AIDSmet zo’n levensstijl goed gedijt, spreekt voorzich. En dan heb ik het nog niet over de velestigma’s rond HIV en AIDS. Vrijen met een

VNFORUM 2011/2 25

Page 28: VNForum 2011-2 · 9/11/2001  · Ervee design & drukwerk bv, Zoetermeer Uiˇga˙e VNForum is een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor de Verenigde Naties (NVVN). VNForum verschijnt

26 VNFORUM 2011/2

condoom zou mannen steriel maken, of juistAIDS in de hand werken. Als Christelijke ge -zondheidswerkers hadden wij het voorrecht hente mogen wijzen op de liefde van God voor hunlevens. Afrikanen leven veel meer dan Euro pe -anen met het bovennatuurlijke. Wanneer je henuitlegt dat bij die bovennatuurlijke God van deBijbel andere wetten gelden, en dat deze ookhaalbaar zijn voor hun leven, worden zij zicht-baar nieuwsgierig. Werken in Afrika is niet al -leen armoede bestrijden in het fysieke, maarjuist ook in het geestelijke. Als docent verpleeg-kunde heb ik vele jaren mijn studenten uitge-legd waarom je niet alleen naar het fysieke vande patiënt mag kijken. Een mens is niet alleenmaar een homp vlees dat ziek en afhankelijk tebed ligt. Wij zijn geestelijke wezens en denkenover de dingen na. Juist als we ziek zijn. Af -hankelijkheid benadrukt kwetsbaarheid. Als jein het geestelijke ‘verkeerd’ afhankelijk bent(denk bijv. aan witchcraft, dat je met de geboor-te al mee krijgt), kun je in het fysieke doodziekworden. Voodoo is hier een levend bewijs van.

Leven vanuit een zuiver opgebouwde Christe -lijke identiteit heeft meer dan een holistischdenken bij me wakker gemaakt.

Mozambique

Ook in Mozambique heeft MMMI met medi-sche mobiele klinieken gewerkt. De coördinatorvoor Mozambique is Tim van Kampen uitGroningen. Nadat de patiënten door een arts ende verpleegkundigen waren onderzocht, werdenalle medicatie en consulten gratis aangeboden.Corrie Ockhuyzen (werkster in Mozambique)heeft via Iris Ministries een kindertehuis opge-zet in Matola Rio, waar MMMI betrokken wasbij de bouw van de aangrenzende kleuterschool.

Je bent nooit meer dezelfde

Wanneer je zo van dichtbij jonge en ouderemensen hebt gezien die met de dood in deschoenen lopen, in grote armoede leven en ophun sterfbed liggen, dan ga je wat meer relative-ren. Je gaat beseffen hoe luxe wij leven in hetWesten. En vooral... hoeveel we hebben. Somslijkt het: hoe meer we bezitten, hoe ontevrede-ner we worden. Wanneer ik aan die 84-jarigeoma terugdenk, die materieel niets meer bezat,haar kinderen was kwijtgeraakt aan AIDS entuberculose, en het enige dat zij nog had haartwee ernstig zieke kleinkinderen waren, ja danbegrijp je pas hoe verantwoordelijk je medischgezien bezig bent als je aan outreaches doet. Alsik aan haar terugdenk, zie ik de liefde van eenmoeder voor haar eigen kinderen in de kleinkin-

Dagelijkse distributie van voedselpakketten inLesotho.

Page 29: VNForum 2011-2 · 9/11/2001  · Ervee design & drukwerk bv, Zoetermeer Uiˇga˙e VNForum is een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor de Verenigde Naties (NVVN). VNForum verschijnt

deren terug. Die liefde gaf haar de kracht om,84 jaar oud, anderhalf uur in de brandende zonmet een ziek (klein)kind op de arm te lopen omonze kliniek te bezoeken. Ik zag dat ze op hetpunt stond in elkaar te zakken, maar ze was nogniet aan de beurt. Ze schreeuwde niet, ze klaag-de niet, ze stond in de brandende zon. Ik zeitegen mijn vertaalster: ‘please, will you callher’. Verbaasd, omdat ze nog niet aan de beurtwas en verblijdt omdat ze geroepen werd, keekzij op, kwam en nam plaats. Ik ben even be -zorgd geweest hoe zij het door ons aangebodenzware voedselpakket thuis zou krijgen.

Onze arts bezocht een bedlegerige vrouw diewegens een cerebraal vasculair accident al 20jaar op bed lag. Deze vrouw was zonder hoop,verdrietig, en helemaal vergroeid. Door armoe-de had haar familie geen toegang tot gezond-heidszorg. Een van de doelstellingen van deWHO is juist dat elk mens, ongeacht zijn ge -loof, culturele achtergrond of politieke status,recht heeft op gezondheidszorg. Ja, hier ben ikecht heel blij mee. In de afgelopen 20 jaar hadzij nooit een arts gezien. En wat kon onze fysi-otherapeut nu nog doen? Arts en fysiotherapeutbesteedden beiden in elk geval veel aandacht entijd aan deze verzwakte, vergroeide en ziekevrouw. Naast de behandelingen en medicatie

lieten wij ook voedsel voor de familie achter.Ons nazorgteam, in de persoon van Jacob JanHeemstra, meldde ons later hoe deze vrouwweer blij was en hoop had gevat omdat er naarhaar daadwerkelijk was omgezien. Onze artshad ook met deze vrouw gebeden. Uit eenterugrapportage blijkt dat juist hieruit veel hoopen moed om te vechten was voortgekomen.

Ik ben van Lesotho gaan houden. Voor mij is ditde beste basis om verworven tools in te zettenop plaatsen waar behoefte is aan (nood)hulp.Thans bereid ik me voor om als long term zen-deling naar Afrika terug te gaan. Ik bengeslaagd voor de basiscursus tropenziekten inhet Haven Ziekenhuis van Rotterdam en hebonlangs het vervolg op deze studie ook afge-rond. Hier lag het accent op ‘public health andtropical disease in development countries’. Inseptember neem ik deel aan de zendingsschoolvan MMMI in Groningen. Nu is de tijd aange-broken sponsoren te vinden voor het medisch enagrarisch werk dat ik in Afrika wil gaan doen.Namens het gehele team kan ik zeggen dat wijnooit meer dezelfden zullen zijn sinds wij inAfrika geweest zijn.

Wilt u het werk ondersteunen? Alleen uw hulp maakt het voor ons mogelijk!Uw giften zijn belasting aftrekbaar.

Wilt u mijn project steunen?‘Stichting Vrienden van MMMI’ t.n.v: Louis de la Parra, SNS-bank 87.94.03.950Heeft u persoonlijke vragen over mijn project? Mail [email protected] of [email protected]

Wilt u meer weten over de stichting MMMI?www.preisministries.nl / www.medadventure.comadres: Laan van Meerdervoort 323, 2563 AN Den Haag (tel. 070-3603280; fax. 070-3614531)KvK: 27192079SNS-bank: 87.94.03.950

En wilt u meer weten over het werk van Jacob Jan en Boukje Heemstra in Lesotho?www.familyheemstra.nl

VNFORUM 2011/2 27

Page 30: VNForum 2011-2 · 9/11/2001  · Ervee design & drukwerk bv, Zoetermeer Uiˇga˙e VNForum is een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor de Verenigde Naties (NVVN). VNForum verschijnt

28 VNFORUM 2011/2

Diverse organisaties, waarvan FSC1 en PEFC2

de bekendste zijn, stellen standaarden voor ver-antwoord bosbeheer op, met daaraan gekoppeldeen keurmerk. De ontwikkeling van dergelijkeduurzaamheidscertificaten lijkt een goede ennoodzakelijke ontwikkeling, om wereldwijd debossen en regenwouden te beschermen. Eenonderdeel van verantwoord bosbeheer zijn desociale criteria; hieronder vallen ook de rechtenvan inheemse volken. Op dit onderdeel doenzich volgens een aantal maatschappelijke orga-nisaties, en volgens de Nederlandse toetsings-commissie bij het Maleisisch systeem MTCSproblemen voor.

Na onderzoek door de Nederlandse toetsings-commissie voor duurzaam hout (TPAC) isbekend geworden dat de rechten van de OrangAsli, de inheemse bevolking van het MaleisischSchiereiland, onvoldoende gewaarborgd wor-den door MTCS. Het predikaat ‘duurzaam’houdt onder meer in dat de landrechten vaninheemse en lokale gemeenschappen gerespec-teerd worden en dat zij mogen meebeslissenover het bosbeheer. Deze criteria vloeien voortuit een aantal volkenrechtelijke verplichtingendie van toepassing zijn op zowel Nederland alsMaleisië.

De Orang Asli van Maleisië

Op het Maleisisch schiereiland wonen ongeveer150.000 Orang Asli, een ‘verzamelnaam’ voorde verschillende inheemse groepen, waarvancirca 60% in de jungle leeft. De Orang Aslileven veelal in kleine gemeenschappen, die huneigen cultuur en identiteit willen behouden; zijzijn voor hun levensonderhoud afhankelijk vanhet regenwoud. Na een lange geschiedenis vanslavernij en gedwongen integratie worden deOrang Asli en hun leefgebieden nu vooralbedreigd door economische activiteiten van bui-tenaf. Grootschalige boskap, mijnbouw, conver-sie van bos naar palmolie- en rubberplantagesen een reeks andere ontwikkelingsprojectenhebben vaak negatieve gevolgen voor de OrangAsli van het Maleisisch regenwoud. Beslis sin -gen over deze projecten worden vaak genomenzonder de inheemse gemeenschappen erbij tebetrekken, en soms zelfs helemaal buiten hunwetenschap om.

De problemen van de Orang Asli in Maleisiëzijn kenmerkend voor de problemen van in -heemse volken over de hele wereld. Om dezeproblemen aan te pakken en de rechten vaninheemse volken te beschermen, is er de afgelo-

Duurzaam Bosbeheer?:Maleisisch hout en de rechtenvan de Orang Asli

door Bas Rombouts*

Nederland is van plan een Maleisisch keurmerk voor hout het stempel ‘duurzaam’ te

geven, ook nu het er sterk op lijkt dat de rechten van de inheemse bevolking binnen dit

systeem onvoldoende gewaarborgd worden. Bescherming van deze rechten is een

essentieel onderdeel van de (Nederlandse) criteria voor duurzaam bosbeheer. Deze cri-

teria vloeien voort uit een aantal belangrijke volkenrechtelijke verplichtingen en instru-

menten die in VN-verband zijn ontwikkeld.

Page 31: VNForum 2011-2 · 9/11/2001  · Ervee design & drukwerk bv, Zoetermeer Uiˇga˙e VNForum is een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor de Verenigde Naties (NVVN). VNForum verschijnt

pen decennia binnen de context van de Ver -enigde Naties een aantal belangrijke volken-rechtelijke instrumenten ontwikkeld.

InternationaalrechtelijkeBescherming van Inheemse Volken

Internationaalrechtelijk vallen inheemse volkenbinnen het kader van de bescherming van min-derheden, maar zij nemen daarbinnen ook eenspeciale plaats in. Zij vertegenwoordigen naarschatting 6% van de wereldbevolking (circa 370miljoen mensen), verdeeld over zo’n 5.000 vol-ken in meer dan 70 staten. Samen vertegen-woordigen zij 80% van de culturele diversiteit,terwijl hun leefgebieden 80% van de biologi-sche diversiteit op onze planeet omvatten.3 Eenofficiële juridische definitie van een ‘inheemsvolk’ ontbreekt weliswaar, maar de belangrijk-ste karakteristieken zijn dat inheemse volkencultureel sterk verschillen van de meerderheidvan de bevolking van een staat, dat zij hun eigenbestuursstructuren hebben behouden (en dezeook in de toekomst willen behouden) en dat zijvaak een bijzondere spirituele band met hun

leefgebieden hebben. Bekende werkdefinitiesbevatten zowel objectieve als subjectieve ele-menten, waarbij zelfidentificatie als ‘inheems’als essentieel criterium wordt beschouwd.4

Aangezien het vaak juist de staat is die de rech-ten van inheemse volken schendt of schendingtoestaat, is het noodzakelijk hierover internatio-nale afspraken te maken. Inheemse gemeen-schappen zitten vaak ‘opgesloten’ in een politiekverband waar zij zelf niet voor hebben gekozen;en dus is het van groot belang dat zij op een eer-lijke manier kunnen meepraten over zaken diehun belangen raken. Het recht op zelfbeschik-king heeft dan ook een centrale rol. Volgens ditrecht mogen inheemse volken, net als anderevolken overigens, hun cultuur en identiteit be -houden, en mogen ze zelf kiezen op welke ma -nier zij zich het beste kunnen ontwikkelen.Volgens de heersende opvatting houdt het zelf-beschikkingsrecht voor inheemse volken geenrecht in tot het vormen van een onafhankelijkestaat, maar moet het worden gezien als recht totautonomie en zelfbestuur binnen het kader vande staat. In direct verband hiermee staan de min-

Inwoners van Posh Jernang uiten hun bezorgdheid over de effecten van houtkap. (Bron: Grassroots)

VNFORUM 2011/2 29

Page 32: VNForum 2011-2 · 9/11/2001  · Ervee design & drukwerk bv, Zoetermeer Uiˇga˙e VNForum is een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor de Verenigde Naties (NVVN). VNForum verschijnt

30 VNFORUM 2011/2

stens zo belangrijke landrechten. Inheemse vol-ken hebben vaak een speciale, spirituele bandmet hun land, en hun traditionele leefgebiedenzijn dan ook niet alleen belangrijk voor hunlevensonderhoud, maar vormen ook een wezen-lijk onderdeel van hun culturele identiteit.

Effecten van ‘DuurzaamBosbeheer’ voor de Orang Asli

Voor de Orang Asli hebben de bosbouwactivi-teiten, ook in MTCS-gecertificeerd bos, eengroot aantal nadelige effecten. Er is een aantalserieuze beschuldigingen aan het adres van deMaleisische organisatie geuit. Zo zijn er traditi-onele begraafplaatsen verwoest, zorgt de bos-kap voor bodemerosie en aardverschuivingen,en wordt de bevolking de toegang tot delen vanhet bos ontzegd. Ook verdwijnt een groot deelvan de dieren en planten die de Orang Asli voorhun levensonderhoud nodig hebben. Degemeenschappen worden vaak niet geraad-pleegd, hebben geen kans om hun instemmingte geven en ontvangen geen adequate compen-satie. Een dergelijke gang van zaken is in strijdmet een aantal internationaalrechtelijke ver-plichtingen.

De relevante VN-instrumenten

Nederland en Maleisië zijn namelijk beide partijbij de Conventie voor Biologische Diversiteit,ook wel de ‘Rio Conventie’ genoemd.5 Dit ver-drag beoogt de biologische diversiteit te be -schermen en geeft aan dat respect voor inheemsevolken een belangrijk onderdeel van duurzameontwikkeling is. De Rio Conventie be schermttraditionele kennis en benadrukt de bijdrage vaninheemse volken bij het beschermen van de bio-logische diversiteit. Relevante artikelen uit deConventie zijn: Artikel 8(j), dat vereist de kennisen gebruiken van inheemse en plaatselijkegemeenschappen te eerbiedigen, te be schermenen in stand te houden; Artikel 10, over het duur-zaam gebruik van bestanddelen van de biologi-sche diversiteit; en Artikel 17, over de uitwisse-ling van informatie en (traditionele) kennis.

Een tweede, voor inheemse volken zeer belang-rijk instrument, is de in 2007 aangenomen VN-Verklaring over de Rechten van InheemseVolken.6 Zowel Nederland als Maleisië steuntdeze verklaring, die medewerking en instem-ming van inheemse volken vereist voordat ergrootschalige ontwikkelingsprojecten, zoalsbosbouw, in hun gebieden mogen plaatsvinden(Artikel 32). Volgens Artikel 38 dienen staten deinhoud van de Verklaring om te zetten in pas-sende nationale regelgeving.

Ten slotte is Nederland ook partij bij ConventieNo. 169 van de Internationale Arbeidsorgani sa -tie (ILO).7 Op Nederlands grondgebied speeltde problematiek omtrent inheemse volken nau-welijks, maar dat betekent niet dat onderteke-ning van dit verdrag slechts een symbolischefunctie heeft. ILO Conventie No.169 verplichtstaten tot bescherming van de leefgebieden ennatuurlijke hulpbronnen van inheemse groepen,en bepaalt dat het noodzakelijk is deze groepenuitvoerig te raadplegen. Belangrijke artikelen indit verband zijn: Artikel 6, 7 en 15 van de Con -ventie. De Nederlandse regering heeft zichonlangs nog op het belang van deze Conventieberoepen, namelijk bij de beantwoording vanKamervragen over een hongerstaking die wasuitgebroken onder het Mapuche-volk in Chili.

Conclusie: Problemen meteffectieve implementatie

Het is niet vreemd dat de bescherming van in -heemse gemeenschappen een belangrijke plaatsinneemt binnen de criteria voor duurzaam bos-beheer. Naast het feit dat het hun traditioneleleefgebieden zijn die op het spel staan, beschik-ken zij over veel kennis van het bos en hebbenzij, vaak al honderden jaren, laten zien watduurzaam bosbeheer inhoudt. Een goedesamenwerking tussen organisaties die zich beij-veren voor duurzaam bosbeheer en inheemsevolken is dan ook noodzakelijk.

De Nederlandse criteria voor duurzaam houtzijn conform het internationaal recht. De ge -

Page 33: VNForum 2011-2 · 9/11/2001  · Ervee design & drukwerk bv, Zoetermeer Uiˇga˙e VNForum is een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor de Verenigde Naties (NVVN). VNForum verschijnt

noemde volkenrechtelijke instrumenten be ogeninheemse volken een minimumniveau aanbescherming te bieden. Mocht de Nederlandseregering aan MTCS-hout het stempel ‘duur-zaam’ verlenen, in de wetenschap dat de rechtenvan de Orang Asli in Maleisië niet gewaarborgdworden door het keurmerk, dan worden de gren-zen van het internationaalrechtelijk toelaatbareopgezocht. Een dergelijke minimalistischebenadering lijkt in strijd met de opdracht uitArtikel 90 van de onze Grondwet om de inter-nationale rechtsorde te bevorderen. Tevens zoueen dergelijke koers niet stroken met de doel-stelling uit het VN-Handvest om eerbied voorde rechten van de mens en de fundamentelevrijheden te stimuleren en te bevorderen(Artikel 1, lid 3). Bovendien zou hierdoor hetvertrouwen van de Nederlandse consumentworden geschonden. Bescherming van de rech-ten van inheemse volken is een essentieel on -der deel van duurzaam bosbeheer en Neder landmoet in dit verband zijn volkenrechtelijke ver-plichtingen serieus nemen.

De genoemde VN-instrumenten beogen eenminimumniveau van bescherming te bieden aangroepen die vaak in de marge van de maat-schappij staan en onevenredig lijden door ar -moe de en discriminatie. In een wereld waarineconomische crisis en globalisering leiden toteen gevecht om steeds schaarser wordendenatuurlijke hulpbronnen, zijn het vaak kleineinheemse gemeenschappen die als eerste bui-tenspel worden gezet. De binnen de VN ontwik-kelde normen beogen deze gemeenschappeneen stem te geven in besluitvormingsprocessendie hun belangen raken. De trend om deze nor-men op te nemen in vrijwillige regelingen metbetrekking tot duurzaam bosbeheer is een goedeontwikkeling, maar de implementatie leidt in depraktijk nog tot veel problemen. De situatie vande Orang Asli in Maleisië maakt dit pijnlijk dui-delijk. Nu de normstelling wat betreft bescher-ming van inheemse volken grotendeels rond is,is het van belang de aandacht te verschuivennaar een effectieve implementatie van deze nor-men, zodat deze daadwerkelijk helpen om

inheemse volken te beschermen en hen op eeneerlijke manier te laten meebeslissen over zakendie hun belangen raken.

* Bas Rombouts is promovendus aan de Universiteitvan Tilburg, departement Internationaal en Euro -pees Publiekrecht. Zijn onderzoek richt zich opparticipatie en instemmingsrechten van inheemsevolken.

Noten

1 Zie: http://www.fsc.org/.2 Zie: http://www.pefc.org/.3 Zie Official Website of the United Nations Permanent

Forum on Indigenous Issues (UNPFII): http://www.un.org/esa/socdev/unpfii/ (laatst bezocht op 6 juni 2009).

4 José R. Martínez Cobo, Final Report on the Study of theProblem of Discrimination Against Indigenous Popula -tions, third part: Conclusions, Proposals and Recom men -dations, E/CN.4/Sub.2/1983/21/Add.8 p. 50 at 379 and p.5 at 21 and 22. Zie ook: ILO Convention (No. 169) con-cerning Indigenous and Tribal Peoples in IndependentCountries, Adopted on 27 June 1989 by the GeneralConference of the International Labour Organisation at itsseventy-sixth session (in werking getreden op 5 septem-ber 1991), art. 1.

5 Convention on Biological Diversity (CBD), adoptedduring the Earth Summit in Rio de Janeiro, 1992.

6 United Nations Declaration on the Rights of IndigenousPeoples, UN A/RES/61/295.

7 ILO Convention No. 169, a.w. noot 4.

VNFORUM 2011/2 31

• Signalementen • SigTweede termijn voor VN-baasBan Ki-moon

Ban Ki-moon is door de Algemene Vergadering

van de VN verkozen voor een tweede mandaat

als VN-secretaris-generaal. De stemming voor de

herverkiezing van de 67-jarige Zuid-Koreaan ge -

beurde, zoals gebruikelijk, bij acclamatie (han-

dengeklap). Ban Ki-moon, die in 2007 de Gha -

nees Kofi Annan opvolgde, wist zich al een tijdje

verzekerd van voldoende steun voor een tweede

mandaat van vijf jaar. Zijn nieuwe termijn gaat op

1 januari 2012 in.

Bron: De Morgen (België), 21 juni 2011

Page 34: VNForum 2011-2 · 9/11/2001  · Ervee design & drukwerk bv, Zoetermeer Uiˇga˙e VNForum is een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor de Verenigde Naties (NVVN). VNForum verschijnt

32 VNFORUM 2011/2

In both capacities I have benefited from theexample given by Kapuscinski and from hislook at the world, its peoples and its nations: ajournalistic approach, reflective, beyond themere description of facts and events. He had theeye of an anthropologist like Malinovski, whomhe held in high esteem, and the ethical mind ofa philosopher, like the much admired Levinas.Kapuscinski tried to dissect processes of socialchange as precisely as possible, putting pheno-mena in a historic context and comparing themwith events elsewhere. He did this in a scientificmanner, objectively, taking distance from cultu-rally determined Western values. But he did notshy away from approaching his findings subjec-tively, using cosmopolitan values.

The Other

Such an approach is not common today. Inmany societies people increasingly look at otherpeople of a different ethnicity, nationality, reli-gion or belief, with suspicion and animosity. In

Dit is een zeer licht bewerkte versie van de op16 februari jl. door Jan Pronk uitgesprokenRyszard Kapuscinski Lecture aan de LondonSchool of Economics.

Planet of Great Opportunitiesdoor Jan Pronk

Thank you very much for this invitation to contribute to the series of Kapuscinski

lectures. I never had the pleasure meeting Ryszard Kapuscinski in person, but I have

read most of his books and I have followed in his tracks, visiting many countries that

he had brought to life for his readers. I have been an academic and a politician. As a

researcher I have studied processes of development. In politics I have been active in

international relations, in particular relations between Western countries and developing

countries.

his address on the occasion of a DoctorateHonoris Causa at the Jagiellonski University inKrakow, Poland, in 2004, Kapuscinski made astrong plea in favour of the opposite: respectingthe dignity of each human being, regardless cul-tural differences, and engaging oneself in dialo-gue, aiming at mutual understanding and asense of togetherness.

Kapuscinski made this plea also in other addres-ses, which he brought together under the titleTen Inny, which is Polish for The Other, that is:the other person, perhaps a stranger, belongingto a different culture, but anyway a person, ano-ther human being. Many people in his audien-ces may have agreed with him. For people ofhigh moral spirit Kapuscinski’s pleas in favourof human solidarity sound familiar, reasonableand self-evident.

Yet, what many people may appreciate as natu-ral is not common wisdom for humankind as awhole. Solidarity beyond borders has neverbeen an all inclusive value, the essence ofhumankind. Perhaps it never will be, anywaynot to the extent meant by Kapuscinski in thelast lines of his speech in Krakow, quoting ano-ther journalist and literary man, Joseph Conrad,who described solidarity in terms of ‘common

Page 35: VNForum 2011-2 · 9/11/2001  · Ervee design & drukwerk bv, Zoetermeer Uiˇga˙e VNForum is een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor de Verenigde Naties (NVVN). VNForum verschijnt

dreams, joys, anxieties, objectives, illusions,hopes and fears which tie together humankindas a whole, the dead with the living and theliving with the yet unborn’.

Values and institutions

Such a grand description of human solidarity asa norm aims high. However, in order to meet thestandard, a declaration of values is not suffi-cient. The human deficit – Christians would callit ‘sinning’ – is innate. A society in which peop-le have pledged their commitment to high moralstandards requires that values, once agreed, areenshrined in law and that its institutions promo-te and uphold these values, that they guaranteethe laws incorporating them, and protect peopleagainst erosion of these values and violation ofthese laws.

This is a must, not only in a national society, butalso globally. The world needs common valuesand common institutions. Powerful institutionslacking shared values will breed disillusion andconflict. High moral values lacking strong insti-tutional protection will breed hypocrisy andexclusion.

In this lecture, following Kapuscinski, I willstress the need to reform and strengthen interna-tional institutions in order to uphold globalvalues. Let me, in order to make my point, takeyou back to the first half of the previous century.That half-century was marked by two WorldWars, the first global wars in history. In betweenthose wars people suffered from a severe econo-mic crisis with global proportions. Those werethe years of the rise of fascism, Nazism andcommunism, not only as ideologies, but as crueldictatorships, with millions and millions of vic-tims. It was the period of the Holocaust, the gra-vest genocide ever. It was also the century ofglobal imperialism and widespread colonizati-on, wider than before, heyday for the coloni-zers, down-right oppression of the colonized.And the disasters culminated, when the firstnuclear bomb was thrown.

In short, the first half of that century was a cata-strophe. A world-wide crisis seemed to take onpermanent features of lasting instability andinsecurity, more and more violence and brutalviolations of human rights. During the ninet-eenth century people had to endure major cata-strophes as well, but in the twentieth century theevil got worldwide proportions.

What happened then? Around 1945 our grand-parents built a new structure, with commonvalues, joint institutions, agreed policy rulesand shared policy instruments. World leadersnegotiated a common framework, in order tomeet common objectives on the basis of mutu-ally shared values. For the first time in worldhistory such values and rules were accepted,embraced and institutionalized globally, on thebasis of a world consensus.

Maybe humankind could only change the courseof world history after having suffered from theordeals of the years before. The awareness grewthat these ordeals, if permitted to continue, coulddestroy civilisation. So, in the end, after WorldWar II, the last catastrophe of the early twentiethcentury, a global consensus was reached: ‘thisshould never happen again!’ This convictionbecame the more vigorous, when people becameaware of potential global nuclear annihilation. Itwas a close call, but, anyway, clear decisionswere made to head for a different direction.

Perhaps this could only have happened due tothe new power relations in the world. A multiplepower structure would probably have resulted inindecision and further decay. But – again – any-way, the United States of America, at that timethe strongest world power (economically, tech-nologically, politically, and militarily) was wil-ling to use its power surplus to back up a newworld order, rather than only in its own shortterm interest. This was unique. It had never hap-pened before in world history.

The decisions taken ushered a new phase in glo-balization: globalization not only of economic

VNFORUM 2011/2 33

Page 36: VNForum 2011-2 · 9/11/2001  · Ervee design & drukwerk bv, Zoetermeer Uiˇga˙e VNForum is een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor de Verenigde Naties (NVVN). VNForum verschijnt

and technological opportunities, but also ofvalues and institutions, in order to serve com-mon global objectives. Six objectives stood out.First, peace: avoiding new world wars andmajor conflict escalations. Second, security:addressing international and domestic conflictsthat would endanger world security. Third, sta-bility: preventing and mitigating world econo-mic, financial, trade and food security instabili-ties. Fourth, development: enabling progress, inorder to improve the welfare of nations and theliving conditions of their people: more food,more employment, higher income and moreequal participation, it being understood thatunequal access to welfare could result in con-flict, violence and insecurity. Fifth, freedom, ofboth nations (decolonization) and citizens, byfostering processes of emancipation and demo-cratization. And, finally, sixth: protection ofhuman rights, initially mainly civil and politicalrights, e.g. of minorities and people living underdictatorship, and later on also economic andsocial human rights.

There were more objectives, but these six wereessential. They could not be accomplishedseparately. Right from the beginning it wasunderstood that they were related to eachother. They had to sustain each other. Violationof each individual objective would endangeralso the others. That is the reason why the neworder was constructed as an integrated system.The new institutions had to belong to one andthe same family: the system of the UnitedNations.

Establishing a world government was political-ly impossible, because notwithstanding theircommon objectives, nation states still had diffe-rent interests. However, the institutions weregiven powers to address violations of commonobjectives. They got explicit mandates togetherwith rules and procedures of decision making.They acquired operational capacities and instru-ments to implement decisions. A modus ope-randi for review, appraisal and appeal was esta-blished in order to ensure compliance. All pro-

ceedings were based on the newly agreed principles and values of the system. All agree-ments (Charters, Treaties, Covenants and Reso -lu tions), reached after long negotiations, formedtogether a system of world governance, a bodyof true international law. International law beca-me the embodiment of the global values.Looking backwards, it would be fair to say thatconsensus-based international law was a break-through in international civilization.

United Nations andUnited Peoples

The new world consensus was based on twomain principles. First: sovereignty of the nationstate. No country would have the right to inter-vene in other countries, invade them, impose itswill on them and oppress their people. All coun-tries were entitled to full autonomy, providedthat they would not use this autonomy to violatethe autonomy of other nations. Second: equalhuman rights for all. Within sovereign nationstates all human beings, without any discrimi-nation, would enjoy the same civil, political,social and economic rights. Individual nations,as well as the international community as awhole, would have the responsibility to upholdand protect these rights.

So, the sovereignty of the nation state was notan aim in itself. It should enable the state, incooperation with other nations, to preserve thehuman rights of the citizens and improve theirliving conditions and welfare. This two-pillarsystem was meant to enable the peoples of theworld to address root causes of conflict, insecu-rity, violence and war, and, thus, to work andlive together in peace.

The new system had a number of built in flaws,due to the specific way it had been establishedright after World War ll. All countries would besovereign, but the construction of the SecurityCouncil did allot more powers to some of them.However, at the time it was the best attainable.And it was a sea change, unprecedented in

34 VNFORUM 2011/2

Page 37: VNForum 2011-2 · 9/11/2001  · Ervee design & drukwerk bv, Zoetermeer Uiˇga˙e VNForum is een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor de Verenigde Naties (NVVN). VNForum verschijnt

world history. A world consensus concerningcrucial values was agreed, power was shared,and common interests of humankind wererecognized. That is why, I repeat, it is legitimateto call this a breakthrough in civilization.

Moreover: the new order and its institutionsscored successes. A third World War was aver-ted. Economic reconstruction after World Warll, together with agreed new rules in internatio-nal finance and trade, made sure that the eco-nomic depression of the thirties gave way tostability and growth. Human rights were betterkept after 1945. There were still many violati-ons, but there was progress. Unmistakably, thesovereignty of nation states was met throughdecolonization. In no more than about threedecades most former colonies became inde-pendent nations. This was a great achievementof the UN, though incomplete. Formal legalindependence has to be complemented by poli-tical autonomy and economic self-reliance,promoting social development and people’swelfare. This took much more time. However,the gradual emancipation of nations in the newworld system went hand in hand with a gro-wing self-esteem of their citizens. As Kapuc -sinski pointed out, people living in a world thatWesterners had looked upon as not only diffe-rent but also of lesser value, with a lower cul-ture and backward traditions, worthy of con-quest, enslavement, conversion and suppressi-on, or, at most, benevolent uplifting from out-side, those ‘other’ people were gradually get-ting a sense of their own dignity. That processbecame irreversible.

Look at China and the Chinese, sixty years agoand today. Look at the development of India,Vietnam, Chile and Brazil. Look at the quest forautonomy by indigenous people all around theworld. Look at Africa in 1950 and at present.Look at the position of Islam, then and now. Theprocess of growing self-esteem is steadfast. Thevoices are louder and louder. Listen to the peop-le of Southern Sudan, Tunisia and Egypt, thisvery year.

Innovation

Where is the world today, sixty-five years afterthe birth of the new order in the mid 1940s? Inthe life of people and their institutions sixty-fiveyears are a long period. Maturity has been rea-ched, experience accumulated, wisdom collec-ted, retirement is drawing near. Without renewalof ideas and innovation of structures, stiffeninglooms ahead.

Innovation is a must. Six decades stand for twoworking generations, or, perhaps, three culturalgenerations. This, together with ever fasterchanges in technology, in particular informationtechnology, which alter people’s perceptions onsociety each new decade, implies a challenge toreview and renew. Half a century ago the chal-lenges and priorities were different from today.The technological and economic means weredifferent. The context was different, witness forinstance intensified globalisation. And, last butnot least, people’s perceptions have changed.What at that time most people considered desi-rable or necessary, is no longer self evident.Regular reassessments of the aims, characterand functions of institutions is essential, if wewant them to live up to expectations. Otherwisechanges in their technological, economic, socialand political environment will render themobsolete, and beyond the capacity to renewthemselves. That also applies to the system thatwas established to address the causes of thecatastrophes of the first half of last century.

The sky as the limit

During the second half of that century runningglobalisation has blurred the distinctionbetween developed and developing countries,between North and South. There is no distinctThird World anymore in terms of economicdevelopment. Many developing countries achie-ved the status of emerging economies. Some ofthem, including the large economies of Indiaand China, have accomplished annual rates ofeconomic growth which could only be dreamt

VNFORUM 2011/2 35

Page 38: VNForum 2011-2 · 9/11/2001  · Ervee design & drukwerk bv, Zoetermeer Uiˇga˙e VNForum is een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor de Verenigde Naties (NVVN). VNForum verschijnt

36 VNFORUM 2011/2

of sixty years ago. The economic future of Brazilhas brightened as well, and quite a number ofcountries in Africa and South East Asia havebeen able to sustain higher growth rates thanduring the first two decades after decolonization.

During this period also the ideological conflictbetween East and West was overcome. TheCold War came to an end. The arms race wasarrested. The fear for a Third World War be -tween nations subsided. The Group of NonAligned Countries, which had come into exis-tence at the Bandung conference in 1955, hasalso ceased to exist, because there is no reasonanymore to declare alignment or non-alignmentin political terms. Countries can choose theirown path towards political and economic self-reliance, without risking political interventionby powers fearing that their sphere of influencewill be affected. Spheres of influence are nolonger territorially based or geographicallydetermined.

The same globalisation that grew to maturityafter the fading of frontiers between North andSouth and between East and West, has for thefirst time in world history resulted in a realworld market, facilitated by unprecedentedbreakthroughs in communication and informati-on technology, dwarfing costs of transportationof goods, services, persons, knowledge andideas, enabling people to disregard differencesin time and place. After 1989 the sky becamethe limit, economically and technologically, andthe rest would follow. So, in 1992, at the UnitedNations Conference on Environment andDevelopment in Rio de Janeiro, a new spirit ofoptimism prevailed. World leaders pledged toallocate the world’s resources for investment inthe reduction of poverty and the preservation ofthe environment. A new Agenda was adopted:Agenda 21. The twenty-first century would bethe century of sustainable development. Profit-oriented market forces would work togetherwith public authorities in order to demonstrate acommon responsibility for the planet and itspeople.

Cloudy skies

You may remember the story of SherlockHolmes, who went on a camping trip with hisassistant Dr. Watson. After sharing a good mealand a bottle of wine, they retired to their tent forthe night. Somewhere in the middle of the nightthey woke up and Sherlock Holmes asked hisfriend: ‘Watson, look up into the sky and tell mewhat you see?’

Watson said, ‘I see a fantastic panorama ofcountless of stars.’

Then Holmes asked, ‘And, what does that tellyou?’

Watson replied, ‘Astronomically, it tells methere are millions of galaxies and planets. Allo -wing for similar chemical distribution through -out the cosmos it may be reasonably impliedthat life – and possibly intelligent life – maywell fill the universe. Theologically, the vast-ness of space tells me that God is great and weare small and insignificant. Horologically, ittells me that it’s about 4 AM. Meteorologically,the blackness of the sky and the crispness of thestellar images tell me that there is low humidityand stable air and therefore we are most likelyto enjoy a beautiful day tomorrow. What does ittell you, Holmes?’

Then Holmes retorts, ‘Watson, please, don’tyou see? Someone stole our tent ....’

Watson saw the parts, but he did not get the pic-ture. He was fascinated by the promises of anew day, but he did not observe the dangers.Somebody had taken away his cover, the protec-tion which he had erected against rain, wind,animals in the field and possible other threats.

If I look into the future I do not see a fantasticpanorama full of bright stars. On the contrary, Isee a cloudy sky. I foresee storm and turmoil.Progress made during the last twenty years –technological breakthroughs, high economic

Page 39: VNForum 2011-2 · 9/11/2001  · Ervee design & drukwerk bv, Zoetermeer Uiˇga˙e VNForum is een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor de Verenigde Naties (NVVN). VNForum verschijnt

growth, detente between the world powers –went hand in hand with major setbacks: moreviolent conflicts within countries, climatechange, international terrorism, a world financi-al crisis, to mention but a few. These were notisolated incidents. They are structural phenome-na, inherent to the path and character of presentday world development. Will this be different inthe years ahead? I am afraid not. I foresee thatthe structural causes of these threats will notdiminish as a consequence of globalization, butwill become ever more manifest and determinethe future. The catastrophes of the early twen-tieth century are behind us. However, there arenew challenges, confrontations and insecurities,and they are frightening.

Challenges ahead

Despite unprecedented world economic growthsince 1990, world poverty has hardly decreased.At the beginning of this century world leadersendorsed the so-called Millennium Develop -ment Goals, with the aim to cut world povertyby half, in no more than fifteen years. Thesegoals will not be met. Still about two billionpeople live below or just above a decent level ofsubsistence. Globalisation has resulted in asharp increase in social and economic inequali-ty within all countries. This has created a diffe-rent North South divide, between people withadequate access to markets and technology, andpeople that are not only exploited or forgotten,but left out on purpose, excluded from the mar-ket, without sufficient purchasing power orresources to invest in order to increase their pro-ductivity. They lack access to modernity or tothe means necessary in order to live a life indecency, beyond survival. One third of theworld’s population has been deprived of ade-quate access to one or more of the essentials:fertile land, clean and safe water, food andnutrition, non-depletable sources of energy, pri-mary health care in order to check maternaldeath after child birth and prevent childrendying of diseases that easily can be cured,essential medication to enhance life expectancy,

basic education in order to secure oneself aplace in a rapidly changing society, and a healt-hy habitat. Within all countries societies havebecome structurally dualistic. This has resultedin a dualistic world economy. The North-Southdivide between nations, which has prevaileduntil the turn of the century, has changed.North-South presently is a worldwide dividebetween classes, within all countries, in Indiaand Africa as well as in Europe and the UnitedStates. Globally about two third of the world’spopulation belongs to the upper and middleclasses, or can at least reasonably expect furtheremancipation. One third is living in circumstan-ces which can only be characterized as stagnati-on or decline.

In all countries those people who are better off,and wish to cultivate their comfort, lay a heavyclaim on the scarce resources of our world.Water and non-renewable energy and a numberof minerals, raw materials and other resources,which are essential for material economicgrowth, are becoming ever scarcer. This scarcityis not only due to physical limits or astronomi-cally high costs of exploration, but also todemographic change, increased demand ingeneral, chosen production techniques andrevealed consumption preferences. All thesepatterns are structural. They will result in furt-her climate change, global warming and irrever-sible losses of biodiversity. These scarcities andtrends, together with more dense people’s sett-lements – in megacities and in ecologically vul-nerable rural areas – and greater technologicalvulnerability, will make countries more prone todisasters. This is bound to result in more casu-alties. We may expect that in many parts of theworld, including those where natural disastershave been rather exceptional, these catastropheswill become more frequent and have a greaterimpact.

This is an alarming scenario. It is further com-plicated by its consequences. Scarcities and ine-qualities will result in more conflicts and esca-lating violence. In many parts of the world

VNFORUM 2011/2 37

Page 40: VNForum 2011-2 · 9/11/2001  · Ervee design & drukwerk bv, Zoetermeer Uiˇga˙e VNForum is een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor de Verenigde Naties (NVVN). VNForum verschijnt

38 VNFORUM 2011/2

people will have to compete for survival.Economic and social conflicts will affect tribal,ethnic, religious and other cultural disputes, andresult in violent clashes. The quest of people forgreater respect, larger freedom and more welfa-re will not halt. Polarisation is on the rise.People that have been excluded and suppressedare no longer voiceless. They have found newpossibilities to communicate and let themselvesheard. Globalisation will boost the pursuit ofemancipation. It will also enhance the capacityfor sophisticated hard-line coercion. In short:the conflict potential is mounting.

At the same time many nation-states plagued byfrequent conflicts are themselves getting wea-ker. In Southern Asia, the Middle East, Africaand North and Central Latin America, more andmore nation-states find themselves in a situationof ‘half war, half peace’. In these states regimescannot cope with the conflicts. Due to globali-zation, and to an unholy alliance between tradein drugs, arms and people, mostly women, inter-national crime is spreading and increasing.Often the regimes in these countries feed theconflicts, either through corruption or badgovernance, or because they are themselves anoffspring of the conflict and take sides.

Globalisation is also facilitating the spread ofconflicts to other parts of the world. Conflictscannot easily be contained anymore to a specificregion. Migration, refugee movements, diaspo-ras, together with easy access to information,unimpeded money transfers, unchecked trade insophisticated and small arms, lead to quick andeasy escalations of conflicts, including the spreadof international terrorism. Moreover, proliferati-on of nuclear weapons and other weapons ofmass destruction can no longer be prevented. Notonly regimes that seek international confrontati-on, but also power groups in disintegrating nati-on-states or insurgents and rebel movements, willget access to such weapons.

These contests within and between nations canbe expected to result in new divides at the

world level, following the North-South divideand the East-West divide in the previous centu-ry. New confrontations between major worldpowers, both traditional powers and newlyemerging powers, are likely. A scramble forscarce resources is seems unavoidable. Thecompetition for resources that had taken placeduring the nineteenth and early twentieth cen-tury had stimulated technological break-throughs, which had resulted in the develop-ment of new production methods and the useof substitutes for traditional raw materials.However, emerging physical scarcities and asteeply rising consumer demand will make thescramble ahead of us uncompromising.Parallel to this contest we are witnessing a newconfrontation between the West and the rest, inparticular the Arab world and the world ofIslam. This confrontation is partly cultural andreligious, but no lesser threat to peace andsecurity than the scramble for resources.Cultural and religious conflicts are more diffi-cult to contain than economic conflicts.

On top of this all we are in the midst of a worldfinancial and debt crisis of alarming proporti-ons. This too is due to the character of globali-sation, which has resulted in the rise of uncon-trolled supranational financial powers, propaga-ting values squarely to the principles which hadbeen agreed half a century ago. Those principlesof responsible economic behaviour, meant toensure balanced international development,were undermined by unchecked market forces.They became liable to erosion when public res-ponsibilities were substituted by private, capita-list greed. Not only international banks andfinancial speculators are to be blamed. Inter -national oil and mineral companies, chemicaland pharmaceutical enterprises, and large plan-tations, tobacco companies, seed producers andfood chains are also culpable. Most of thesefirms are heedlessly putting aside the people-planet-profit commitment of Agenda 21. Thespirit has left the bottle and nobody seems toknow how the resulting forces can be pushedback.

Page 41: VNForum 2011-2 · 9/11/2001  · Ervee design & drukwerk bv, Zoetermeer Uiˇga˙e VNForum is een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor de Verenigde Naties (NVVN). VNForum verschijnt

A diminishing capacity toaddress the challenges

All threats and challenges which I have touchedupon are structural. They are larger than before.They last longer, not only because they aremutually related and reinforce each other, butalso because they are not addressed coherently.This is alarming. However, what should worryus most are not the dangers themselves, but thefact that we have dismantled our capacity todeal with them.

The two-pillar system that we had created midlast century – a global values consensus andlaw-based international institutions puttingthose values in force – gave the internationalcommunity the means to avert further manmadecatastrophes. The system was perhaps no morethan a clever self-help capacity in case of globalthreats, but as such it provided some form ofcommon protection. The system functioned as acover, a tent. Presently both poles are stagge-ring. The values have been eroded and the insti-tutions crippled.

The tent has been stolen. It has not been takencare off. The tent got torn and tarnished.Principles of international law do not mean muchanymore. Security Council resolutions are but apiece of paper. UN agencies are sidelined. Theirposition has been taken over by the Group ofTwenty and by so-called coalitions of good will,by no means representative for all people whohad sought cover in the tent. Agencies that hadbeen established to provide some form of protec-tion against instabilities and backsliding havebeen wilfully weakened. International instituti-ons with a mandate to deal with finance, capital,money, investment, food and agriculture, trade,environment, development, human rights, reliefand refugees, have been played off against eachother. Global common public institutions giveway to trans-national private market powers.Global common security and indiscriminate pro-tection of human rights have become subordinateto arbitrary perceptions of national security.

National security is regarded as a political pre-condition for attaining other objectives, inclu-ding human rights. Security increasingly seemsto be understood as an absolute and superiorvalue, in no way dependent on other values,such as justice or equality. Absolute security issecurity getting out of proportion. It does notallow for nuances. It is biased towards end-of-pipe solutions, such as military means to impo-se security, rather than political and socio-eco-nomic means to address root causes of insecuri-ty. National security, rather than being under-stood as an integral element of world securityfor all, has become a concept that excludes TheOther: ‘My security is endangered by you, ormight be endangered by you. I don’t trust you.This entitles me to exclude you. I may evendeliver a pre-emptive strike.’ So, attack beforepossibly being attacked. The pre-emptive strikeis back again in the international system. Onceagain, war has been given a chance.

Security, instead of being perceived as a com-mon public good, has become a private commo-dity that can be bought and sold on the market.There is no guarantee whatsoever that commer-cial enterprises selling security will live up toprinciples as human rights and sustainability orthat they have an interest in peace. The killingof bystanders in the name of national security –e.g. with the help of drones – whether thesepeople are innocent or not, is accepted as colla-teral damage. Collateral damage, when appliedto people, is dehumanizing. The priority ofnational security breeds a new culture, a cultureof fear: other human beings are taken for possi-ble enemies and looked upon as second ratepeople.

Beautiful new concepts have been introduced,such as human security, human development,precaution, sustainability, the responsibility toprotect, and other ideas, opening a delightfulperspective to the Dr. Watsons of our world.However, in practice they do not mean much.The political and market mechanisms of todayhave resulted in less precaution, less security,

VNFORUM 2011/2 39

Page 42: VNForum 2011-2 · 9/11/2001  · Ervee design & drukwerk bv, Zoetermeer Uiˇga˙e VNForum is een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor de Verenigde Naties (NVVN). VNForum verschijnt

40 VNFORUM 2011/2

less sustainability and less protection. The newconcepts are fashionable, but the gap betweentheory and practice has widened. Hypocrisy hascrept into the propagated values. The samerights, liberties and responsibilities are believedto have a different meaning for The Other thanfor ourselves. Striving for security by violatingthe security of others has become legitimateagain. The new world order that our grandpa-rents had carefully built after 1945, in order toput a halt to this, has become paralysed.

There is no tent anymore. It has been takenaway, not by passers-by deep in the night, but inbroad daylight, from within, by those who feltthe tent a straitjacket rather than a shield.

‘You see ..., but you do not observe’, SherlockHolmes said to Watson, in Conan Doyle’s storyA Scandal in Bohemia. Watson was not an aver-age citizen. Admittedly, he was the sidekick ofSherlock Holmes, but he was an excellent doc-tor and surgeon, intelligent, an expert and anintellectual. However, looking around, he saw,but he did not get the picture.

World leaders and opinion leaders seem tobehave in a similar fashion. We look around,forward and upward, and still consider the skythe limit. Admittedly, there are some clouds, butwe do not see a storm. And we do not observethat the cover has gone and that we have lost ourcommon coping capacity. Today the mottoseems to be again: everybody for himself. TheOthers may perish.

Grasping the opportunities

In order to reverse this trend we need a radicalturn on two fronts: values and institutions. Thisis the challenge today, drastic reassessment ofvalues and fundamental innovation of instituti-ons, not because of the sixty-years life cyclebehind us, but because of impending worldinsecurities in the sixty years ahead, which thre-aten the sustainability of the earth and the socialfabric of humankind.

We do not have to start from scratch. Innovationand renewal, preventing decay, include restorati-on and reform. Reform of institutions, strengthe-ning of values, and shoring the world’s socialfabric. In other words: preserving the tent.

The values themselves are not the main pro-blem. Their two-tongued interpretation, the dis-regard for international law, and the ambiguityof the so-called common objectives are the big-ger problem.

This requires research, education and politicalmobilisation. Research and science can help citi-zens to get better insight into realities and scena-rio’s and to choose a different position than thatof mere on-lookers or even ostriches, burying thehead in the sand. Mere bystanders look, see, butdo not observe. As citizens we should be challen-ged to detect and deduce, to understand connec-tions and the historical context.

Citizen’s views, however, are easily manipula-ted by commercial powers that seduce and per-suade them to consume, ever more, whateverthe consequences. Citizens are also easily mani-pulated by political groups with an interest inpower for its own sake, and which try to keepthis power by means of divisionary policies anddiscrimination. Commercial groups use thechannels of value transfer, in particular media,to bombard citizens with commercial messages.They claim to know what people really want.Political interest groups bombard citizens witha similar populist message: ‘you need securityabove everything else and we will take care ofthat.’ Along with these bombardments valuessuch as sustainability, human rights, justice,equity and mutual responsibility lose out to pri-vate profit, entertainment, market efficiency,winner takes all, and asymmetrical security.

Citizens also have been made to believe thatsociety is not makeable and that the future is bydefinition unknown territory. When people belie-ve so, they will accept any new technologicaloption as progress, and agree that everything that

Page 43: VNForum 2011-2 · 9/11/2001  · Ervee design & drukwerk bv, Zoetermeer Uiˇga˙e VNForum is een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor de Verenigde Naties (NVVN). VNForum verschijnt

can be made should be made, whatever the risks.Society seems to expect that future generationswill be able to find the technological solutions forall problems, including the problems that we cre-ate and casually shift on to them: nuclear waste,nuclear weapons, drones, genetically modifiedorgans, pesticides, the bio-industry, fossil fuelbased energy, biomass energy, hydro powerbased on large dams, polluting chemicals, and soon. It is a rather frivolous attitude.

Not every change means progress. Innovation isnot an aim in itself. It should serve a purpose,not for market partners, but for society. Reformof institutions, including the UN and the waydecisions are made within this system, shouldguarantee a just and equal consideration of allinterests, and in particular the interests of twocategories of people. First, the poorest of thepoor. In the production systems of the last twodecades, which are primarily based on capitaland technology, rather than people and nature,the poor have been exploited and excluded noless than in earlier phases of world capitalism.Second: the yet unborn, the future generations,our grandchildren and grand-grandchildren.People in the underbelly of the world’s econo-my and people that once will come out of the

shadows of the future have one thing in com-mon: they do not (yet) have a voice. But theyhave a claim.

Sixty years ago a new order was established tomake such a claim manifest, to declare legitima-cy of claims and to find ways and means honou-ring rightful claims. That order is the tent thathad been set up to provide protection to thesetwo groups in particular. Today both groupsseem to have been turned out of the tent. Andthose who remained inside do not attach muchvalue anymore to the protection provided by thetent. Instead, they take it down.

Kapuscinsky described our world as a Planet ofGreat Opportunities. It is our responsibility tograsp these opportunities, in the interest notonly of ourselves, but also of The Other. Usingthis terminology and quoting Joseph Conrad,Kapuscinsky made very clear that he meanthumankind as a whole, ‘the dead with the livingand the living with the yet unborn’.

Bronnen

1. Ryszard Kapuscinski, The Other, Londen: Verso, 2008.2. Joseph Conrad, The Nigger of the ‘Narcissus’: A Tale ofthe Sea, New York: W.W. Norton, 1979.

VNFORUM 2011/2 41

Nederlandse DigiD bekroondmet VN-prijs

Uit de categorie e-Government & Institutions

werd DigiD door een vakjury aangewezen als een

van de vijf winnaars van de World Summit Award

(WSA), een wereldwijd initiatief om de beste

e-content en de meest innovatieve ICT-toe-

passingen te selecteren en te promoten uit de

meer dan 160 lidstaten van de VN. In totaal waren

er 425 inzendingen voor deze World Summit

Award 2011 en wel uit 160 landen. De selectie

vindt in iedere VN-lidstaat plaats door een natio-

nale expert, in samenwerking met enkele andere

deskundigen. Voor 2011 was de nationale expert

voor Neder land drs Herman van Oorschot. De

afgelopen maanden heeft een internationale jury

van deskundigen alle inzendingen beoordeeld en

kwam DigiD dus als een van de vijf winnaars uit

de bus. Het is de veiligheid van DigiD, de hoeveel-

heid instanties en de hoeveelheid producten

waaraan DigiD zijn prijs te danken heeft. ‘In het

dagelijks leven kun je je identificeren met een rij-

bewijs of paspoort voor vele handelingen, met

een DigiD kun je dat digitaal’, aldus de Grand

Jury.

Bron: www.nieuwsbank.nl, 20 juni 2011

enten • Signalementen • Signalementen • Signa

Page 44: VNForum 2011-2 · 9/11/2001  · Ervee design & drukwerk bv, Zoetermeer Uiˇga˙e VNForum is een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor de Verenigde Naties (NVVN). VNForum verschijnt

42 VNFORUM 2011/2

De eerste vraag die zich bij dit ambitieuze planopdringt, is: waarom ‘Azië’? Bestaat ‘Azië’ alszodanig wel? Zeker als men kijkt naar de uit-eenlopende belangen van Azië in de VerenigdeNaties en andere internationale organisaties, ofde lijst van participerende landen in regionaleplatforms, zoals ASEAN, lijkt de conclusie dat‘Azië’ geen vruchtbaar samenwerkingsconceptis, snel getrokken.1 Tot op de dag van vandaagis er geen structureel overleg tussen alle Azia -tische landen. De enige poging daartoe was dein 1947 in New Delhi gehouden Asian RelationsConference, en de daaruit voorkomende AsianRelations Organization. De vraag of ‘Azië’ vol-doende gemeenschappelijk had om met éénstem te spreken, en of Aziatische solidariteit totverbetering van de positie van de landen op hetcontinent kon leiden, werd daar expliciet ge -steld – en positief beantwoord.

Dit idealistisch initiatief was echter geen langleven beschoren, en de eerstvolgende grote con-ferentie, de Bandung Conferentie van 1955, hadeen geheel andere insteek. De relatie tussenAzië en Afrika was het nieuwe devies, met eengrote nadruk op actieve neutraliteit in de KoudeOorlog en solidariteit tussen postkoloniale lan-den en hun achterstand ten opzichte van de rest

van de wereld. Maar ook dit nieuwe conceptleidde niet tot eenstemmigheid, en het Afro-Aziatische ‘voting bloc’ in de VN is nooit veelverder gekomen dan algemene resoluties die hetkolonialisme veroordeelden. Na de Koude Oor -log reïncarneerde deze beweging van niet-ge -bonden landen als de ‘Global South’ – waarbij‘Azië’ als zodanig niet meer ter sprake komt.

Gelukkig gaat Becoming Asia niet aan dezevraag voorbij. Integendeel, de eerste vraag diede auteurs proberen te beantwoorden, is juist:hoe is ‘Azië’, aan het einde van de TweedeWereldoorlog nog niet veel meer dan een geo-grafische aanduiding, geworden tot de steedslevendiger en dynamischer regio die het nu is?

BOEKBESPREKINGEN

‘Azië’ van geografische aanduidingtot dynamische regio

door Carolien Stolte

Alice Lyman Miller & Richard WichBecoming Asia: Change and Continuity inAsian International Relations Since World War IIStanford CA: Stanford University Press, 2011 hardback: 336 blz.; $ 80,=;ISBN: 978-0-8047-7150-4paperback: 314 blz.; $ 29,95;ISBN: 978-0-8047-7151-1E-book: $ 29,95

Het boek Becoming Asia: Change and Continuity in Asian International Relations

Since World War II beoogt een grote lacune te dichten in de studie van de Aziatische

internationale betrekkingen door zowel de intra-Aziatische betrekkingen als Azië’s

betrekkingen met de rest van de wereld onder de loep te nemen. Waar de meeste studies

op dit gebied slechts één regio beschouwen – meestal Zuid-Azië, met een focus op

India; of Oost-Azië, met een focus op China – willen de auteurs Miller en Wich het con-

tinent in samenhang bestuderen.

Page 45: VNForum 2011-2 · 9/11/2001  · Ervee design & drukwerk bv, Zoetermeer Uiˇga˙e VNForum is een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor de Verenigde Naties (NVVN). VNForum verschijnt

De auteurs stellen dat dit geen voor de hand lig-gende transformatie was. Twee sleutelthema’smoeten meer licht werpen op de ontwikkelingvan Azië vanaf de tweede helft van de 20steeeuw: de rivaliteit tussen de Verenigde Staten ende Sovjetunie om invloed in en banden met Azia -tische landen, en de worsteling van Aziatischenationale leiders om voldoende (binnenlandseén buitenlandse) steun te verwerven om hunmacht en onafhankelijkheid te behouden in eenvolatiele internationale context. Bestudering vanhet samenspel van deze tegenstrijdige krachtenmoet leiden tot een systemische beschouwingdie de uiteenlopende regio’s van Azië – metname Oost-Azië, Zuid-Azië en Centraal Azië –met elkaar verbindt. Het boek wil daarmee ookde steeds toenemende integratie en samenwer-king van het continent vastleggen. Dat opent demogelijkheid zowel te kijken naar samenwer-king tussen de grotendeels export-gerichte eco-nomieën van Azië, als naar het groeiende ge -wicht van het continent in internationale betrek-kingen wereldwijd.

De auteurs zijn in hun opzet geslaagd, en welom meerdere redenen. De eerste is de aandachtvoor de fundamentele historische processen dieaan de ontwikkeling van Azië ten grondslag lig-gen, te beginnen met de verschuiving van com-petitie tussen koloniale imperia op het continentnaar de individuele agenda’s van (veelal nieu-we) natie-staten. Ten tweede is het boek geenteleologische geschiedenis die toewerkt naarAziatisch multilateralisme, maar wordt er ookaandacht besteed aan de kwesties die het conti-nent nog verdelen. Hiervan staan er een aantalnog steede hoog op de agenda, in het bijzonderop het wereldtoneel en binnen de VN: de drei-ging van nucleaire proliferatie; Taiwan; de ver-deling van Korea; en het conflict rond Kasjmir.Ten derde, en daarin ligt de grote bijdrage vandit boek, zijn de hoofdstukken niet uitgesplitstper land – zoals in veel handboeken over Aziëhet geval is – maar naar grotere regionale pro-cessen. Uitzonderingen daarop vormen de oor-logen in Korea en Vietnam, en de ontwikkelingvan Japan en China. Maar ook deze kwesties

worden in bredere regionale context be -schouwd: de regionale reacties in Azië op dezeprocessen worden geanalyseerd, alsmede debredere consequenties ervan voor de regio alsgeheel. De structuur van het boek weerspiegeltdaarmee de bedoeling van de auteurs, en ditwerkt goed.

Twee kritische noten. Ten eerste wordt bijzon-der veel aandacht besteed aan China, en ditdreigt soms de rol van andere spelers in de regiote overschaduwen. Een mogelijke reden daar-voor is dat zowel Alice Lyman Miller alsRichard Wich (Stanford University resp.enJohns Hopkins University) in hun carrière veelover China hebben geschreven. Vooral Miller isin de eerste plaats een China-expert. Maar hunboek is te genuanceerd om daarmee in de val-kuil te trappen die vaak ook het publiek debatlijkt te vangen, namelijk de neiging om Chinagelijk te stellen aan Azië. De auteurs maken hunbelofte waar: ook de opkomst van China wordtin het bijzonder beschouwd in verband met deimplicaties ervan voor regionale en mondialeveiligheid en vooruitgang. Ten tweede is hetboek niet erg kritisch te noemen ten opzichtevan de – nog steeds – grote Amerikaanse in -vloed in Azië, die vooral wordt aangehaald alsstabiliserende factor in de regio. Hoewel nietblind voor lokale spanningen en ressentimentdie de voortdurende Amerikaanse ‘securityarchitecture’ meebrengt, wijzen de auteurs hiertoch naar als de garantie van stabiliteit – in iedergeval zolang levensvatbare alternatieven in devorm van transnationale instituties uitblijven.

Het boek is opgezet als handboek, en als zoda-nig ook zeer bruikbaar, maar gaat verder daneen opsomming van feiten en processen. Het isgeschikt voor iedereen die meer inzicht wil krij-gen in de geopolitieke krachten en ontwikkelin-gen in Azië. Het is daartoe ook beter geschiktdan veel – en dan in het bijzonder oudere –boeken over hetzelfde onderwerp, die vaakgrote nadruk leggen op de Koude Oorlog.Becoming Asia is geen boek over twee super-machten, met Azië slechts in de rol van de loca-

VNFORUM 2011/2 43

Page 46: VNForum 2011-2 · 9/11/2001  · Ervee design & drukwerk bv, Zoetermeer Uiˇga˙e VNForum is een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor de Verenigde Naties (NVVN). VNForum verschijnt

Het boek gaat nauwelijks in op de vele takenvan de IAEA op het terrein van nucleair onder-zoek voor bijv. de landbouw, de veiligheid vankernreactoren, het veilig transport van radio-actieve materialen, etc. Elbaradei concentreertzich op de meer politieke kwesties: de exportvan gevoelige informatie vanuit Pakistan, deillegale nucleaire programma’s van Noord-

De IAEA jarenlang misleiddoor Arend J. Meerburg

De vroegere Directeur-Generaal (DG) van de Internationale Organisatie voor Atoom -

energie (IAEA)1, die in 2009 het stokje overgaf aan de Japanner Yukiya Amano, heeft

een interessant boek geschreven over zijn woelige jaren in Wenen, toen de IAEA veel

in het nieuws was. De Egyptische diplomaat Elbaradei was vanaf 1997 DG, maar daar-

vóór werkte hij al bij de IAEA als Directeur Buitenlandse Betrekkingen en Planning.

44 VNFORUM 2011/2

tie waar de strijd wordt uitgevochten. Dit boekgaat over Azië zelf. Studenten en geïnteresseer-den in internationale betrekkingen en interna-tionale organisaties in de 21ste eeuw zullenvooral de laatste vier hoofdstukken interessantvinden, waarin de opkomst van regionalesamenwerking wordt besproken, maar vooralook de meer lokale ontwikkelingen die hierineen rol spelen. Hoe heeft China zich ontwikkeldvan ‘revolutionary outsider’ naar ‘postrevolutio-nary insider’? Wat voor invloed hebben nucleai-re kwesties op regionale en mondiale interactie,in het bijzonder voor NPV-’weigeraars’ India enPakistan?2 Kunnen we nog spreken van ‘strate-gic realignment’? Wat voor betekenis hebben deAmerikaanse ‘Global War on Terror’, de con-flicten op het Indiase subcontinent of de diverselokale minderheden en afscheidingsbewegingenin Azië?

Gegeven de vele uitdagingen waarmee Aziëanno 2011 geconfronteerd wordt, is Becoming

Asia uiteindelijk een optimistisch boek: deauteurs constateren een toenemende economi-sche veerkracht en politieke stabiliteit in deregio sinds het einde van de Koude Oorlog ende financiële crisis van eind jaren ‘90 in Azië.Hoe dit zich laat vertalen in geopolitieke machten daarmee een potentiële verschuiving in demondiale machtsbalans, blijft daarbij een openvraag.

Noten

1 Association of Southeast Asian Nations. Deze organisatieis in 1967 opgericht en bestaat uit: de Filipijnen, Maleisië,Thailand, Indonesië, Brunei, Singapore, Vietnam, Laos,Cambodja en Birma. De organisatie heeft een RegionaalForum waarop alle Aziatische landen zijn uitgenodigd,maar ook Europa (EU), Canada en de Verenigde Staten.Daarnaast is er ‘ASEAN plus 3’ (uitgebreid met China,Japan en Zuid-Korea).

2 India en Pakistan zijn, naast Israël, nog steeds de enigelanden die buiten het Nucleaire Nonproliferatie Verdrag(1968) staan, maar wel nucleaire mogendheden zijn.

Korea, Libië en Syrië, maar vooral de kwesties-Irak en -Iran.

De belangrijkste taak van de IAEA bestaat er-uit na te gaan of nucleaire materialen in de niet-kernwapenstaten (NNWS) – voorzover die al -thans partij zijn bij het Non-Proliferatie Ver -drag (NPV)2 – niet voor kernwapens worden ge -

Page 47: VNForum 2011-2 · 9/11/2001  · Ervee design & drukwerk bv, Zoetermeer Uiˇga˙e VNForum is een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor de Verenigde Naties (NVVN). VNForum verschijnt

grote woede van Blix en Elbaradei, die zichdoor de VS c.s. misbruikt voelden.4

Na de verovering van Irak stelden de VerenigdeStaten, het Verenigd Koninkrijk en Australië deIraq Survey Group in van zo’n duizend man. Natweeëneenhalf jaar intensieve inspecties, waar-bij niets werd gevonden, werd de groep opgehe-ven. Totale kosten: 3 miljard dollar. Met zo’nbe drag konden de wereldwijde controles van deIAEA gedurende 25 jaar worden gefinancierd,zoals Elbaradei zuur opmerkt.

Iran. Een belangrijk deel van het boek gaat overIran. Zeer in het kort komt het erop neer dat Iranenkele nucleaire activiteiten in eerste instantieniet had aangemeld. Toen dit uitkwam, ontstondeen ingewikkeld spel, waarbij Iran soms wel ensoms niet vérgaande inspecties toestond, ook inniet gedeclareerde installaties. De aandacht con -centreerde zich daarbij op de uraniumverrij-kingsactiviteiten. Vooral de VS, het VK en Frank - rijk vonden dat deze gestopt moesten worden,hoewel onder het NPV Iran het volste rechtheeft deze technologie voor vreedzame doelein-den te ontwikkelen en toe te passen. Namens deEU gingen het VK, Frankrijk en Duitsland5 metIran onderhandelen, met de Amerikanen op deachtergrond, die niet direct met Iran wensten tepraten. Er werden soms interessante oplossin-gen gevonden, waarbij Iran zich op het terreinvan de uraniumverrijking zou beperken op voor -waarde van steun op het gebied van o.m. devreedzame toepassing van kernenergie en bete-re betrekkingen met vooral de Verenigde Staten.Elbaradei memoreert dat diverse malen dezeonderhandelingen werden gefrustreerd door deregering-Bush (maar ook recenter door HillaryClinton en Sarkozy), o.m. om elke keer weer opnieuwe sancties aan te dringen, met als gevolgdat Iran de hakken in het zand zette. Het resul-taat is nu dat Iran inmiddels enkele duizendenultracentrifuges aan het werk heeft, overigensonder IAEA-controle.6

De belangrijkste opdracht aan de IAEA was enis natuurlijk om aan te tonen dat Iran aan een

bruikt. Het controlesysteem daarvoor (‘safe-guards’) is in de loop van de jaren negentig ver-sterkt, toen, na de eerste Golfoorlog, Irak eengeheim kernwapenprogramma in de dop bleekte hebben. De betrokken installaties en materia-len van Irak werden toen door de VN vernietigdof verwijderd. Een ander belangrijk aspect vanhet NPV bestaat uit het recht van alle lidstatentechnologie voor vreedzame kernenergie te ont-wikkelen, zelfs als die technologie ook voorkernwapens kan worden gebruikt.3 Het zijnvooral deze twee elementen – mogelijke gehei-me kernwapenactiviteiten en de ontwikkelingvan gevoelige technologie – die in Irak respec-tievelijk Iran speelden. Mohamed Elbaradeiwerd bij de uitvoering van de betrokken IAEA-taken ernstig gefrustreerd door het activistischen ondiplomatiek optreden van de VerenigdeStaten, het Verenigd Koninkrijk en later Frank -rijk, en hij spaart dan ook de regering-Bush –maar ook Hillary Clinton en Sarkozy – niet.

Irak.Vrij kort voor de tweede Golfoorlog kreegde VN-controlecommissie UNMOVIC o.l.v.Hans Blix eindelijk toegang tot Irak, ongetwij-feld onder druk van de Amerikaanse en Britsemilitaire opbouw in Koeweit. De IAEA haddaarbij de verantwoordelijkheid om mogelijkeillegale nucleaire activiteiten te vinden, maarkwam na intensieve inspecties tot de conclusiedat er van het vroegere programma niets wasovergebleven. Blix vond ook niets op het terreinvan de chemische en biologische wapens, maarhij was minder zeker en vroeg dus om meer tijd.De oorlogsmachine was echter al op ganggebracht en niets kon die meer stoppen, tot

VNFORUM 2011/2 45

Mohamed ElbaradeiJaren van Misleiding.Uitgeverij Balans, 2011; 328 blz.; ISBN: 978-9460-033148, 2011(Prijs paperback € 25; goedkoper in het engelsvia Amazon: The Age of DeceptionNew York: Metropolitan Books, 2011, ISBN:978-0-8050-9350-6]

Page 48: VNForum 2011-2 · 9/11/2001  · Ervee design & drukwerk bv, Zoetermeer Uiˇga˙e VNForum is een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor de Verenigde Naties (NVVN). VNForum verschijnt

46 VNFORUM 2011/2

kernwapen werkt. Via de inspecties kreeg deIAEA steeds meer zicht op de nucleaire activi-teiten van Iran, waarbij tot nu toe geen overtui-gende bewijzen zijn gevonden voor zo’n pro-gramma, maar wel enige aanwijzingen. Totgrote woede van de regering-Bush kwamen degezamenlijke spionagediensten van de VS tot deconclusie dat Iran in 2003 was gestopt met eenmogelijk kernwapenprogramma. Maar nog steedsgaat de discussie door, inclusief enige tijd gele-den de dreiging van een Amerikaanse of Is raë -lische aanval op nucleaire doelen. Onder Oba malijkt deze gedachte opgegeven te zijn. Natuur -lijk zijn de Iraniërs ook geen lieverdjes en menkan vermoedelijk concluderen dat Iran een optieaan het creëren is om t.z.t. uit het NPV te kun-nen stappen en dan vrij snel kernwapens te pro-duceren. Landen als Japan hebben zo’n optie al.

Andere kwesties. Elbaradei verbaast zich eroverdat Noord-Korea door de Amerikanen veelgematigder werd aangepakt dan Iran, hoeweldat land niet alléén uit het NPV stapte en deIAEA-inspecteurs eruit gooide, maar ook tweeatoombommen liet ontploffen. Ongetwijfeld zitChina achter een meer diplomatieke oplossingvan dit probleem, maar het verschil is inderdaadfrappant: Iran is partij bij het NPV, staat onderIAEA-controle,terwijl een kernwapenprogram-ma niet is bewezen. De dubbele moraal van hetwesten komt natuurlijk nog meer tot uiting in deonuitgesproken acceptatie van het Israëlischekernwapen,terwijl over Iran moord en brandwordt geschreeuwd. India is inmiddels ookgeaccepteerd als inofficiëe kernwapenstaat. Ende kernwapenstaten doen veel te weinig aannucleaire ontwapening, ook een NPV-erplich-ting.

De oud-G van de IAEA beklaagt zich over hetfeit dat hij zo weinig informatie kreeg van delidstaten. Terwijl de Verenigde Staten en Israëlwisten van een geheime nucleaire installatie inSyrië, werd de IAEA hierover niet ingelicht,maar werd de (vermoedelijke) reactor door Is-raël gebombardeerd. Ook daarna kreeg Elbara -dei nauwelijks inzicht in wat er was gebeurd. In

het geval van Libië werd de IAEA pas ingelichttoen dat land zijn geheime kernwapenprogram-ma opgaf, hoewel de VS e.a. ervan wisten.

Elbaradei verhaalt vrij uitvoerig over de pers-campagnes die soms tegen hem werden ge -voerd, vooral in de Verenigde Staten op instiga-tie van de regering-Bush. Zo werd o.m. getrachteen nieuwe termijn als DG te blokkeren, metallerlei beschuldigingen dat hij een slapjanuswas die aan de hand van Iran liep. De Nobel -prijs voor de Vrede was dan ook een enormeopsteker, zowel voor hem persoonlijk, maarnatuurlijk ook voor de IAEA als geheel.

Elbaradei is in het boek vooral bezig zichzelf teverdedigen en aan te tonen dat diplomatiek,onpartijdig en professioneel optreden in dubieu-ze landen vaak meer resultaten oplevert dan water de afgelopen jaren door het optreden van deVerenigde Staten en andere westerse landen misis gegaan op nucleair terrein. Dat is behoorlijkovertuigend, zeker met betrekking tot Iran.

Noten

1 International Atomic Energy Agency, in het Nederlandsvaak vertaald als Internationaal Atoom(energie) Agent -schap.

2 Alléén Israel, India en Pakistan zijn geen partij, terwijlNoord-Korea uit het NPV is gestapt.

3 Zo is de uranium-verrijkingstechnologie die o.m. inNederland wordt toegepast – en die men theoretisch vooreen kernwapen zou kunnen gebruiken – geoorloofdzolang de fabrieken maar onder strikte IAEA-controlevallen.

4 Zie ook het boek van Hans Blix, Disarming Iraq,Pantheon Books, 2004.

5 Ik heb de keuze van die landen als EU-vertegenwoordi-gers altijd wonderlijk gevonden: het Verenigd Koninkrijkwas betrokken geweest bij een staatsgreep om de Shahweer aan de macht te helpen; Frankrijk weigerde licht-verrijkt uranium te leveren, hoewel Iran een miljard dollarhad geïnvesteerd in een Franse verrijkingsfabriek; enDuitsland had bij de NPV-onderhandelingen geëist datgevoelige technologie (zoals voor verrijking) voor vreed-zame doeleinden mocht worden ontwikkeld. En deze drielanden gingen Iran vertellen dat er geen uraniumverrij-king in Iran mocht plaatsvinden!

6 De know-how voor de ultracentrifuges was in eersteinstantie afkomstig van de Pakistaan A.Q. Khan, die in dejaren zeventig deze technologie in Nederland had gesto-len.

Page 49: VNForum 2011-2 · 9/11/2001  · Ervee design & drukwerk bv, Zoetermeer Uiˇga˙e VNForum is een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor de Verenigde Naties (NVVN). VNForum verschijnt

De tweede uitgave is weliswaar in het Neder -lands van uitgebreide toelichtingen op de ver-dragen voorzien, maar de teksten van de verdra-gen zijn in het Engels en men zou zich kunnenvoorstellen dat studenten de twee handboekennaast elkaar gebruiken om het overzicht van hetgehele verdrag bij de hand te hebben. Dat leverteen goed leesbaar geheel op, zoals de redacteu-ren op de achterflap hebben gezegd na te stre-ven. Beide handboeken hebben een paar redac-teuren gemeen. Het gaat om wetenschappers indienst bij de Vrije Universiteit van Brussel.

Na het doorworstelen van alle 660 pagina’s,kom ik toch ook op wat kleine kritische kant-tekeningen. Zo verwacht je niet een inleidendetekst pas op pagina 43 aan te treffen, maarergens in het begin. Verder lijken de auteurs watbeschroomd man en paard te noemen, waar erbijvoorbeeld geschreven wordt over de omzet-

ting van de Mensenrechtencommissie in deMen senrechtenraad, die inderdaad terug te voe-ren is op de politisering van de Mensen rechten -commissie (blz. 211). Er had ook best vermeldkunnen worden dat het Westen zich vooral geër-gerd had aan de jaarlijks terugkerende resolutiestegen het mensenrechtenbeleid van Israël in debezette gebieden. Bij de kritiek van Argentiniëop de openbaarmaking van de bevindingen vande Mensenrechtencommissie, had best mogenworden vermeld dat de Nederlandse SpecialeRapporteur van de VN, Theo van Boven, om diereden het veld moest ruimen.

Te prijzen is dat er nu veel meer aandachtbesteed wordt aan het werk van de ILO op hetpunt van arbeidsrecht en ook de opname van hetformulier dat gebruikt moet worden bij hetindienen van een klacht wegens een schendingvan een verdrag (blz. 189). Het tweede hand-boek is al met al een hele verbetering vergele-ken bij het eerste.

* Drs. Carel H. Jansen, hoofdredacteur vanVNForum en tevens auteur van Macht, Recht enMarkt, een inleidend historisch overzicht van dewereldpolitiek, uitgegeven bij Coutinho, 2002

Handboek Mensenrechtendoor Carel H. Jansen*

Voor de tweede keer in korte tijd heeft de Antwerpse uitgeverij Intersentia zich gewaagd

aan het uitgeven van een Handboek Mensenrechten. De eerste keer ging het om een niet

helemaal geslaagde poging alle mensenrechtenverdragen in het Nederlands uit te bren-

gen (zie boekbespreking in VNForum 2010/3, blz.. 44).

Stefaan Smits e.a. (red.),Handboek Men sen rechten.Antwerpen: Uitgeverij Intersentia, 2009;660 blz.; 90,– euro (studenten: 45,– euro);ISBN: 978-94-0000-189-3

Paul de Hert e.a. (red.),Bronnen internationale bescherming van deRechten van de Mens.Antwerpen: Uitgeverij Intersentia, 2010;781 blz.; 38,– euro (ook voor studenten);ISBN: 978-94-0000-040-7

VNFORUM 2011/2 47

Page 50: VNForum 2011-2 · 9/11/2001  · Ervee design & drukwerk bv, Zoetermeer Uiˇga˙e VNForum is een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor de Verenigde Naties (NVVN). VNForum verschijnt

48 VNFORUM 2011/2

VN trekken vredessoldatenvan UNMIS terug uit Sudan

De VN-Veiligheidsraad heeft unaniem ingestemd

met de terugtrekking van de 10.400 UNMIS-sol-

daten uit Sudan. Deze VN-vredestroepen moes-

ten toezien op de uitvoering van het in 2005

gesloten vredesakkoord tussen het noorden en

het zuiden van Sudan. Het mandaat van UNMIS

liep op 9 juli jl. af, toen ook Zuid-Sudan zich offi-

cieel van Sudan afsplitste. De VN stemden eerder

in met een verlenging van de missie, maar die ver-

lenging werd door de Sudanese president Omar

al-Bashir afgewezen. De terugtrekking van de VN-

soldaten moet vóór 31 augustus a.s. haar beslag

krijgen.

Zuid-Sudan toegetreden totde Verenigde Naties

Zuid-Sudan is 14 juli jl. toegetreden tot de Ver -

enigde Naties en is daarmee het 193ste lid van de

volkerenorganisatie.

Bron: De Standaard (België), 14 juli 2011

Sudan tekent vredesverdragmet rebellen Darfur

De Sudanese regering en de uit de regio-Darfur

afkomstige Beweging voor Gerechtigheid en Be -

vrijding hebben op 14 juli jl. een vredesovereen-

komst gesloten. Bij de ondertekening van het

akkoord waren de Sudanese president Omar al-

Bashir, vertegenwoordigers van de rebellengroep,

alsmede gezanten van de Verenigde Naties en de

Afrikaanse Unie aanwezig. De vredesovereen-

komst biedt hopelijk uitzicht op een staakt-het-

vuren, maar de belangrijkste rebellengroepen in

Darfur, zoals de Beweging voor Gerechtigheid en

Bevrijding (JEM) en de Sudanese Liberation

Move ment (SLM) zijn helaas niet bij de overeen-

komst betrokken. Sinds 2003 gaat Darfur gebukt

onder aanhoudend geweld tussen Afrikaanse

rebellen en de door Arabische milities bijgestane

regering.

Bron: internet, www.nu.nl, 14 juli 2011

Humanitaire ramp in de Hoornvan Afrika

VN-secretaris-generaal Ban Ki-moon heeft tijdens

een spoedvergadering alle VN-lidstaten opgeroe-

pen donaties aan de getroffen gebieden in de

Hoorn van Afrika over te maken. Het gebied lijdt

onder de ergste droogte in 60 jaar. Grote delen

van de bevolking in Kenia (3,2 miljoen mensen,

vol gens VN-gegevens), Somalië (2,6 miljoen),

Ethi opië (3,2 miljoen), alsmede 117.000 inwoners

van de Republiek Djibouti worden door de droog-

te getroffen en hebben met ernstige ondervoe-

dingsproblemen te kampen. Volgens de VN vol-

trekt zich in Somalië door de aanhoudende

droogte de ergste humanitaire ramp ter wereld.

Bron: De Morgen (België), 12 juli 2011

enten • Signalementen • Signalementen • Signa

De signalementen werden samengesteld door Tjerk Halbertsma.

Page 51: VNForum 2011-2 · 9/11/2001  · Ervee design & drukwerk bv, Zoetermeer Uiˇga˙e VNForum is een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor de Verenigde Naties (NVVN). VNForum verschijnt

Samen met de VN gaat veel beterDe VN staat voor mensenrechten, ook voor betere gezondheids-zorg, beter onderwijs, bestrijding van armoede, bescherming vanhet milieu, sociale en economische ontwikkeling, handhavingvan vrede, bemiddeling bij conflicten, strijd tegen criminaliteit, terrorisme etc.De VN doet dat allemaal op wereldniveau.

De VN wordt nogal eens in haar bestaan bedreigd omdat er machten zijn die de VNliever kwijt dan rijk zijn of die de Organisatie gebruiken voor eigen doeleinden. Dat mag niet zo doorgaan. Internationale samenwerking van mensen die de VN eengoed hart toedragen is daarom dringend noodzakelijk. De VN heeft internationalesteun nodig van mensen die weten waar het om gaat in onze wereld. U kunt datlaten blijken door lid te worden van de Nederlandse Vereniging voor de VerenigdeNaties NVVN.

Met het lidmaatschap maakt u uw mening over de toekomst van de wereld duidelijk. Stuur onderstaande bon vandaag nog op naar Secretariaat NVVN, Postbus 93539,2509 AM Den Haag of bel 070 374 66 02.

Ja, ik kies, ik word lid van de NVVN

Naam (mevrouw/heer) …………………………………………………………………………Straat ………………………………………………………………………………………………Postcode ……………… Woonplaats …………………………………………………………Telefoon ………………………………………………………………………………………………E-mail ………………………………………………………………………………………………

Stuur mij een acceptgirokaart voor:* q een jaar lidmaatschap inclusief VNForum € 35,00* q een jaar jongerenlidmaatschap (t/m 25 jaar) inclusief VNForum € 20,00* q SIB-lidmaatschap € 10,00* q een jaar institutioneel lidmaatschap inclusief VNForum € 70,00

Handtekening:* duidelijk aankruizen svp.

BON

Page 52: VNForum 2011-2 · 9/11/2001  · Ervee design & drukwerk bv, Zoetermeer Uiˇga˙e VNForum is een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor de Verenigde Naties (NVVN). VNForum verschijnt