Upload
jozef-baert
View
222
Download
4
Embed Size (px)
Citation preview
Verslag 200915-02-2010
Guy QUADEN
Gouverneur
Embargo tot 17- 02- 2010 (6:00)
2
Internationaal goederenverkeer(seizoengezuiverde maandgegevens, gemiddelde van uitvoer- en invoervolumes, indexcijfers 2005 = 100)
Bron: CPB.
80
90
100
110
120
130
140
150
Wereld Geavanceerde landen
Opkomende economieën en ontwikkelingslanden
2005 2006 2007 2008 2009
3
Bbp-groei in België vanuit een historisch perspectief1
(veranderingspercentages naar volume t.o.v. het voorgaande jaar)
Bronnen: Buyst E.2, INR, NBB.1 Vanaf 1996 voor kalenderinvloeden gezuiverde gegevens.2 Buyst E. (1997), « New estimates for the Belgian economy », Review of Income and Wealth, 43, 357-375.
4
Bbp-groei in de voornaamste economieën (veranderingspercentages t.o.v. het voorgaande jaar)
2007 2008 2009
p.m. 2008, aandeel van het
mondiale bbp1
p.m. 2009, bijdrage tot
de groei van het
mondiale bbp2
Verenigde Staten2,1 0,4
-2,5 20,8
-0,52
Japan2,3
-0,7
-5,3 6,4
-0,34
Eurogebied2,7 0,5
-4,0 15,8
-0,63
China13,0 9,6 8,7 11,5 1,00
India9,1 7,3 5,6 4,8 0,27
Wereld5,1 3,0
-0,8 100,0
p.m. Wereldhandel³ 7,3
3,0
-12,5
Bronnen: EC, IMF, OESO.1 Procenten van het mondiale bbp van 2008, op basis van koopkrachtpariteiten.2 Procentpunten.³ Gemiddelde van de in- en uitvoer van goederen en diensten.
5
Zui
d-K
orea
Sao
edi-A
rabi
ë
Chi
na
Rus
land
Zui
d-A
frik
a
Aus
tral
ië
Japa
n
Ver
enig
de S
tate
n
Dui
tsla
nd
Can
ada
Mex
ico
Indo
nesi
ë
EU
Tur
kije
Ver
enig
d K
onin
krijk
Arg
entin
ië
Fra
nkrij
k
Bra
zilië
Indi
a
Italië
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
G20
2
p.m
. E
urog
ebie
d2009 2010
Ver
enig
d K
onin
k...
Italië
Dui
tsla
nd
Fra
nkrij
k
Aus
tral
ië
Japa
n
Ver
enig
de S
tate
n
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
p.m
. E
urog
ebie
d
Omvang van de budgettaire stimuleringsmaatregelen en automatische stabilisatoren in de G20¹ tijdens de periode 2009-2010(in procenten bbp)
Bronnen: EC, IMF, OESO.1 De G20 bestaat uit de EU en 19 landen: Argentinië, Australië, Brazilië, Canada, China, Duitsland, Frankrijk, India, Indonesië, Italië, Japan, Mexico, Rusland, Saoedi-Arabië, Turkije, Verenigd Koninkrijk, Verenigde Staten, Zuid-Afrika en Zuid-Korea.2 Gewogen gemiddelde voor de G20-landen berekend op basis van het bbp tegen koopkrachtpariteiten.
BUDGETTAIRE STIMULERINGSMAATREGELEN AUTOMATISCHE STABILISATOREN
6
0
5
10
15
20
25
Verenigde Staten Eurogebied Verenigd Koninkrijk
2007 2008 2009
Balanstotaal van de centrale banken van de voornaamste geavanceerde economieën(maandgemiddelden, in procenten van het gemiddelde bbp over de periode 2007-2009)
Bronnen: IMF, Bank of England, Bank of Japan, Federal Reserve, ECB.
7
Beleidsrentes van de centrale banken
1999
1999
1999
2000
2000
2001
2001
2001
2002
2002
2003
2003
2004
2004
2004
2005
2005
2006
2006
2006
2007
2007
2008
2008
2009
2009
2009
0
1
2
3
4
5
6
7
ECB Federal Reserve
(daggegevens, procenten)
Bronnen: Thomson Financial Datastream, ECB.
88
Economische groei in België, de drie belangrijkste buurlanden en het eurogebied(veranderingspercentages t.o.v. het voorgaande jaar)
-7
-6
-5
-4
-3
-2
-1
0
1
2
3
4
5
Eurogebied Duitsland Frankrijk Nederland België
Bronnen: EC, OESO, INR, NBB.
9
Reëel bbp: herstel in het tweede semester, maar nog lange weg te gaan(indexcijfers, K2 2008 = 100)
20
07
K1
20
07
K2
20
07
K3
20
07
K4
20
08
K1
20
08
K2
20
08
K3
20
08
K4
20
09
K1
20
09
K2
20
09
K3
20
09
K4
95
96
97
98
99
100
101
Realisaties Ramingen
Bronnen: INR, NBB.
-4,2 pct. -3,1 pct.
10
2005 2006 2007 2008 2009 r
Consumptieve bestedingen van de particulieren 1,2 1,8 1,6 1,0 -1,5
Consumptieve bestedingen van de overheid 1,2 1,0 2,6 3,3 1,7
Bruto-investeringen in vaste activa 7,7 2,7 5,7 3,8 -4,6
Woningen 10,9 3,4 -0,8 -1,6 -2,8
Ondernemingen 5,5 4,5 8,7 6,1 -6,5
Overheid 15,8 -12,4 3,6 3,4 7,4
p.m. Totaal van de finale binnenlandse bestedingen 2,5 1,8 2,7 2,2 -1,4
Voorraadwijziging¹ 0,5 0,6 0,1 -0,2 -1,6
Uitvoer van goederen en diensten 4,8 5,0 4,4 1,4 -11,0
Invoer van goederen en diensten 6,5 4,7 4,4 2,7 -11,1
p.m. Netto‑uitvoer van goederen en diensten¹ -0,9 0,4 0,2 -1,0 0,0
Bbp 2,0 2,8 2,8 0,8 -3,0
Bbp en voornaamste bestedingscategorieën(voor kalenderinvloeden gezuiverde volumegegevens; veranderingspercentages t.o.v. het voorgaande jaar, tenzij anders vermeld)
Bronnen: INR, NBB.1 Bijdrage tot de verandering van het bbp, in procentpunten.
11
Aanbod van en vraag naar arbeid(jaargemiddelden; veranderingen in duizenden personen t.o.v. het voorgaande jaar, tenzij anders
vermeld)
Bronnen: ADSEI, FPB, INR, RVA, NBB.1 Duizenden personen.2 Bevolking van 15 tot 64 jaar.3 Namelijk de bedrijfstakken « landbouw, jacht, bosbouw en visserij », « industrie », « bouwnijverheid », « handel, vervoer en communicatie » en « financiële diensten, vastgoed, verhuur en diensten aan ondernemingen ». 4 Namelijk de bedrijfstakken « gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening », « gemeenschapsvoorzieningen en sociale en persoonlijke diensten » en « particuliere huishoudens met werknemers ».5 Niet-werkende werkzoekenden, bestaande uit de uitkeringsgerechtigde volledig werklozen (exclusief de niet-werkzoekende oudere werklozen) alsook de andere verplicht of vrijwillig ingeschreven werkzoekenden. De werkzoekenden die in PWA‑verband werken, werden buiten beschouwing gelaten, aangezien zij reeds in de werkgelegenheid zijn opgenomen.
2005 2006 2007 2008 2009 rp.m.
2009 r, niveau¹
Bevolking op arbeidsleeftijd² 44 63 70 59 44 7.114
Beroepsbevolking 72 47 19 57 26 5.065
Nationale werkgelegenheid 61 53 72 82 -24 4.514
Grensarbeiders 2 2 2 0 0 77
Binnenlandse werkgelegenheid 59 50 70 82 -244.437
Zelfstandigen 3 4 7 10 4 720
Loontrekkenden 56 46 63 72 -28 3.717
Conjunctuurgevoelige bedrijfstakken³ 28 32 49 49 -52 2.315
Overheid en onderwijs 16 7 7 9 7 787
Overige niet-marktdiensten4 13 7 7 15 17 614
Werkloosheid5 10 -5 -53 -26 50 551
12
Geharmoniseerde werkloosheidsgraad(procenten van de beroepsbevolking)
Bronnen: EC, NBB.1 EC voor het eurogebied en de VS, NBB voor België.
12
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Eurogebied België
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009
VS
13
Werkgelegenheid in personen en arbeidsvolume in uren(veranderingspercentages t.o.v. het voorgaande jaar)
Bronnen: INR, NBB.
-3
-2
-1
0
1
2
3
2006 2007 2008 2009r
-3
-2
-1
0
1
2
3
Werkgelegenheid in uren
Werkgelegenheid in personen
Aantal gewerkte uren per persoon
13
14
Inflatie-ecart tussen België en het eurogebied
Bronnen: EC, NBB. 1 Ongerekend het geraamde effect, in januari en juli 2000, van de opname van de koopjes in de HICP vanaf 2000.2 Gemeten aan de hand van de HICP, ongerekend levensmiddelen en energiedragers.
15
Consumptieprijsindex voor België(veranderingspercentages t.o.v. de overeenstemmende maand van het voorgaande jaar)
-3
-2
-1
0
1
2
3
4
5
6
7
Nationale consumptieprijsindex Gezondheidsindexcijfer¹
2007 2008 2009
Bronnen : EC; FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie; NBB.1 Nationale consumptieprijsindex ongerekend de producten die schadelijk worden geacht voor de gezondheid, namelijk tabak, alcoholhoudende dranken, benzine en diesel.
16
Bronnen: EC, NBB (België).
Overheidsfinanciën: internationale vergelijking van het financieringssaldo(procenten bbp)
2007 2009
Finland 5,2 -2,8
Duitsland 0,2 -3,4
Nederland 0,2 -4,7
Italië -1,5 -5,3
België -0,2 -6,0r
Eurogebied -0,6 -6,4
Frankrijk -2,7 -8,3
Spanje 1,9 -11,2
Ierland 0,3 -12,5
Griekenland -3,7 -12,7
Verenigd Koninkrijk -2,7 -12,1
Verenigde Staten -2,8 -11,2
16
17
Overheidsfinanciën: internationale vergelijking van de overheidsschuld(procenten bbp)
2007 2009
Finland 35,2 41,3
Spanje 36,1 54,3
Nederland 45,5 59,8
Ierland 25,1 65,8
Duitsland 65,0 73,1
Frankrijk 63,8 76,1
Eurogebied 66,0 78,2
België 84,2 97,8r
Griekenland 99,2 112,6
Italië 103,5 114,6
Verenigd Koninkrijk 44,2 68,6
Verenigde Staten 61,8 83,9
17
Bronnen: IMF (Verenigde Staten), EC, NBB (België).
18
Overheidsschuld in België en in het eurogebied(in procenten bbp)
Bronnen: EC, INR, NBB.
19
Rendementsverschillen van de staatsleningen op tien jaar t.o.v. de Duitse bund (daggegevens, basispunten)
2007 2008 2009 2010-50
0
50
100
150
200
250
300
350
400
450
België Frankrijk Griekenland Ierland Italië Nederland Spanje
Bron: Thomson Reuters Datastream.
2007 2008 2009
20
R&D-UITGAVEN EN TFP-GROEI(gemiddelde 2000-2006)
Bronnen: EC, OESO, EU KLEMS.1 De gegevens betreffende de TFP zijn afkomstig van de gegevensbank EU KLEMS teneinde een internationale vergelijking mogelijk te maken op geharmoniseerde
basis. Die gegevens zijn slechts beschikbaar tot 2005 en niet vergelijkbaar met die welke worden voorgesteld in grafiek 46 van het Jaarverslag, aangezien de decompositiemethode van de potentiële groei verschillend is van die van de Bank.
21
Opsplitsing van het verloop van de door de particulieren aangehouden uitstaande financiële activa(in € miljard)
Bron: NBB.1 Gegevens voor de eerste negen maanden.
22
Vermogen van de huishoudens(uitstaande bedragen per einde kwartaal, in € miljard)
Bronnen: ADSEI, NBB.1 Som van het financieel en onroerend vermogen van de huishoudens, waarvan de waarde van hun verplichtingen is afgetrokken.2 Raming op basis van het aantal door het Kadaster geregistreerde huizen en appartementen, in de drie gewesten van het land. De voorraad woningen wordt gewaardeerd op basis van de gemiddelde prijzen van de vastgoedtransacties (huizen en appartementen) en per gewest. De waarde van de bouwgronden en van het andere vastgoed (kastelen, huurpanden, enz.) wordt niet bij de raming betrokken, evenmin als die van eventuele onroerende eigendommen in het buitenland. De raming berust daarentegen op de hypothese dat alle op het nationale grondgebied geregistreerde woningen toebehoren aan de ingezeten huishoudens.