Upload
others
View
5
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
Geheel herziene 2e druk
Rob van Es
De onderstroom van organiseren
Veranderdiagnose
Veranderdiagnose BW 13-11-2013 15:31 Pagina 2
Inhoud
Voorwoord bij de tweede editie 15
Inleiding 19
Deel I Waarnemen, zin geven en leren
1 Waarnemen 25
1.1 De zintuigen 26
Mond en neus 27
Zintuigmetafoor anosmia 28
Oren 28
Zintuigmetafoor asonia 29
Ogen 29
Zintuigmetafoor blinde vlek 30
Zintuigmetaforen beleidsbijziendheid en cognitieve staar 30
1.2 Patronen van waarnemen 32
Samen nemen 33
Isoleren 34
Omkeren 35
Switchen 37
Het Kiki-Bouba-effect 41
1.3 Organiseren en veranderen 42
1.4 Attentiepunten voor veranderdiagnose 43
7
Veranderdiagnose BW 13-11-2013 15:31 Pagina 7
2 Zin geven en leren 45
2.1 Adaptief en reflectief 47
De grotallegorie van Plato 47
Het onbewuste in de visie van Freud 49
Adaptief en reflectief denkvermogen 51
Instinct, intuïtie en inspiratie 52
2.2 Leren en reflecteren 56
Zin geven 56
Leren 61
Reflectie en actie 66
2.3 Attentiepunten voor veranderdiagnose 72
Deel II Zin geven en leren in organisaties
3 De onderstroom van organiseren 75
3.1 Organiseren en veranderen 76
Organiseren als overbruggen 77
Veranderen als subjectiveren 79
Excursie 1, een kleine filosofie van veranderen 80
Permanente verandering en strijd 80
Perspectivisme en keuzes maken 80
Levenskracht en persoonlijke ervaring 81
Excursie 2, een kleine psychologie van emotie en motivatie 82
Emotie 82
Motivatie 82
3.2 Organiseren als proces: boven- en onderstroom 83
De bovenstroom en de onderstroom 83
De onderstroom 85
Een palet van emoties 85
De sensitiviteit van de onderstroom 87
3.3 Attentiepunten voor veranderdiagnose 105
8
Veranderdiagnose BW 13-11-2013 15:31 Pagina 8
4 Diagnosticeren 107
4.1 Procedure, methode en interpretatie 108
Procedure 108
Methode 110
Interpretatie 112
4.2 Een metaforische organisatiediagnose 118
De onderbouwing van de metaforen 120
Naar meer samenhang tussen de metaforen 120
Revisie 121
Twee groepen van vier 121
Plaatsen in de bovenstroom en de onderstroom 122
De reikwijdte van de metaforen 125
Metaforische discoursanalyse 127
4.3 Attentiepunten voor veranderdiagnose 128
Deel III Beeldende kunst als casuïstiek
5 Velázquez’ Las Meninas als organisatie 131
Eerste blik 131
Eerste informatie 132
5.1 Een narratief van negen thema’s 132
Historie: het Spaanse hof 132
De titel van het schilderij 134
Persoon en visie van Velázquez 135
Relevante details 135
Veelzeggende verhalen 136
De koning als formele leider 138
De spiegel 141
Perspectivisme 142
Subject in object 142
Conclusie Las Meninas als schilderij 144
9
Veranderdiagnose BW 13-11-2013 15:31 Pagina 9
5.2 De onderliggende organisatiediagnose 145
Las Meninas als elke andere organisatie 145
De bovenstroom en onderstroom van Las Meninas 146
Rizoom en collage 147
5.3 Attentiepunten voor veranderdiagnose 149
6 De gevalsvariaties van Picasso 151
6.1 Picasso’s diagnose van Las Meninas 152
Het diagnoseproces 155
De eerste diagnose van 17 augustus 156
De gevalsvariatie van 4 september 158
De gevalsvariatie van 17 september 158
De gevalsvariatie van 19 september 160
De gevalsvariatie van 2 oktober 161
De gevalsvariatie van 15 november 162
De idiosyncrasie van Picasso 163
6.2 De waarde van gevalsvariaties 165
6.3 Attentiepunten voor veranderdiagnose 166
Deel IV Model voor veranderdiagnose
7 Veranderdiagnose als film 169
Basisbegrippen en beelden 170
7.1 De vier camerabewegingen 171
Uitzoomen op de organisatie 171
Branche 172
Macrofactoren 172
Mesofactoren 172
Externe stakeholders 173
10
Veranderdiagnose BW 13-11-2013 15:31 Pagina 10
Inzoomen op het verandertraject in of van de organisatie 173
Interne factoren 173
Trajectkenmerken 174
Interne stakeholders 175
Close-up van de opdracht(gever) 175
Diagnose 176
Opdracht 176
Verantwoordelijkheden 176
Verwachtingen 176
Paradox 176
Moraal 176
Extreme close-up van de veranderaar(s) 177
Matching 177
Representatie 177
Verantwoordelijkheden 177
Referentiekader 177
Subject in object 177
Collegiaal overleg en feedback 178
7.2 De vijf scenario-elementen 179
De bovenstroom 180
De sleutelfiguren of centrale personages 180
Taal- en beeldgebruik 180
Zintuigmetaforen 181
Reputatie en imago 182
Diverse perspectieven 182
Leerbereidheid en leerstijl 182
Het genre en de plot 183
Het actorencluster 183
Het probleem- en oplossingencluster 183
Het zingevingscluster 183
Het motivatiecluster 183
Het toneelcluster 183
De onderstroom 184
De collage of de praktische identiteit 185
7.3 Afsluitend 186
11
Veranderdiagnose BW 13-11-2013 15:31 Pagina 11
Het veranderdiagnosemodel 186
8 Het Veranderdiagnosemodel: uitwerking en toepassing 189
8.1 Toelichting op de opzet 191
8.2 De vier camerabewegingen 192
8.3 De vijf scenario-elementen 194
8.4 De synopsis, met gevalsvariaties en testen 196
Synopsis 196
Gevalsvariaties 197
Testen 197
8.5 Op weg naar de interventieruimte 198
8.6 Kleine praktijkgids 200
Werken met het Veranderdiagnosemodel 200
Bovenstroom met strategie 200
De collage 200
Onderstroom met rizoom 200
Het verkennen van de onderstroom 201
Feedbacksystemen als input voor veranderdiagnose 202
8.7 De organisatiedynamica van de vijf scenario-elementen 203
9 Veranderdiagnose als interviewmodel 205
9.1 ‘Logic in their madness’ 205
9.2 Van metaforen naar denkstijlen 206
De denkstijlen in de bovenstroom 206
De denkstijlen in de onderstroom 207
Het discoursanalysemodel 208
9.3 Het opzetten en afnemen van interviews 210
Eerst: documentanalyse 210
Dan: deelnemen 210
Vervolgens: afnemen 210
Daarna: het verwerken 211
Ten slotte: het samenbrengen van inzichten 211
12
Veranderdiagnose BW 13-11-2013 15:31 Pagina 12
Afrondingen
De ontvankelijkheid van een lege geest: Filmessay 213
Verantwoording van gebruikte bronnen 218
Index van namen, titels en personages 226
van begrippen 232
13
Veranderdiagnose BW 13-11-2013 15:31 Pagina 13
Deze scheiding in twee denkvermogens
is niet absoluut. Er zijn overbruggingen
mogelijk: ketens die het reflectieve met
het adaptieve verbinden. Sterker nog, het
kenmerkende van een persoonlijkheid en
van een organisatie-identiteit zit nu juist
in de wijze waarop het adaptieve en het
reflectieve zijn verbonden.
Instinct, intuïtie en inspiratie
In het alledaagse leven in organisaties
komen we de meest uiteenlopende men-
sen tegen. Sommigen willen het anderen
zoveel mogelijk naar de zin maken en zijn
vooral uit op hun goedkeuring (afhanke-
lijken). Anderen zijn op zoek naar aan-
dacht en uiten alles overdreven emotio-
neel (theatralen). Daarnaast zijn er men-
sen die alles zo goed mogelijk willen
doen, zonder goed voor eigen emoties te
zorgen (perfectionisten). Of er zijn men-
sen die alles zelf willen doen en zich daar-
bij volstrekt inflexibel aan de regels hou-
den (obsessieven). Anderen kijken voort-
durend naar zichzelf en zijn bang om af-
hankelijk te worden (narcisten), of ze zijn
onverschillig ten opzichte van anderen en
alleen impulsief uit op eigenbelang (anti-
socialen). Dit lijstje van zes persoonlijk-
heidstypen is niet uitputtend (zie Van de
Does, 2004), maar is wel goed herken-
baar onder mensen die met hun vak bezig
zijn. Dat kan, aan het eind van de dag,
ook tot prachtig en pijnlijk drama leiden,
zie box 2.4.
52
Veranderdiagnose BW 13-11-2013 15:31 Pagina 52
Box 2.4 Een obsessief in retrospect
In The Remains of the Day (1993) beschrijft Kazuo Ishiguro hoe zijn hoofdpersoon,
de butler Mr. Stevens in 1956 een reis per auto door West County onderneemt om
‘Miss Kenton’ te bezoeken. Zij is het voormalige hoofd huishouding van Darlington
Hall, waar Stevens en zij in de jaren dertig samenwerkten. Formeel zoekt hij haar op
omdat hij haar expertise weer nodig heeft. Het wordt echter een reis door de tijd die
dieper liggende gevoelens loswoelt. Het professionalisme van Stevens vertroe-
belde zijn blik op de ware nazi-aard van zijn toenmalige werkgever. Erger is nog dat
zijn obsessieve professionaliteit hem ook verbood in te gaan op de avances van
‘Miss Kenton’ in die tijd. Zij vertrok en huwde een ander. Aan het eind van zijn car-
rière moet Stevens concluderen dat er van een geslaagd leven geen sprake kan
zijn en het uiteindelijke weerzien van zijn oude liefde wordt gekenmerkt door on-
macht en het besef dat het te laat is. Ze hebben een mooie toekomst achter zich.
Neergezet met een minimum aan taal door Ishiguro. In 1993 verfilmd door James
Ivory met overtuigend spel van Anthony Hopkins en Emma Thompson.
Mr. Stevens (Anthony Hopkins) en Miss Kenton (Emma Thompson) in The Remains of the Day,
1993, Collectie Nederlands Filmmuseum
53
Veranderdiagnose BW 13-11-2013 15:31 Pagina 53
Op dat moment moet ik overgaan naar
het reflectieve denkvermogen. Ik moet
nagaan hoe datgene wat niet past, zich
verhoudt tot de aannames (assumptions)
en oorzaak-gevolgredeneringen (causal
maps) die ten grondslag liggen aan mijn
reservoir van overtuigingen. Waar loopt
het vast, waar schuurt het? Het bijstellen
van die aannames en overtuigingen (re-
framing) herschikt ook het reservoir van
overtuigingen. Daardoor is het mogelijk
de uitzondering die ik heb ervaren, toch
weer te plaatsen en kan ik van het reflec-
tieve weer terug naar het adaptieve denk-
vermogen. Figuur 2.5 kan het best van on-
deraf worden gelezen.
Stroom der gebeurtenissenMet cues die een raster ‘ontlokken’
InterpretatieCues herkennen
en bevestigen
EnactmentRasters
genereren
Adaptief
Reflectief
RetentieOpslag volgens patronen
Reservoir van
overtuigingen
Bijstellen van
overtuigingen
Cognitieve
dissonantie
Assumpties en causale kaarten
Reframen
Figuur 2.5 Het proces van zingeving bij Weick
59
Veranderdiagnose BW 13-11-2013 15:31 Pagina 59
Box 2.7 Vaste retentiepatronen in actie
In Hal Ashby’s verfilming van Jerzy Ko-
sinski's novelle Being There (1979)
speelt Peter Sellers met een indruk-
wekkende ingehouden stijl de rol van
tuinman Chance. Een onschuldig
mens, de kalmte zelf, welopgevoed en
wereldvreemd, met als enig referentie-
kader zijn tuin en de televisie. Chance
kijkt goed naar anderen en doet voor-
namelijk constaterende uitspraken
met een zachte, ernstige stem. Ook
laat hij regelmatig een stilte vallen,
omdat hij vrij traag is en vaak niet
meer weet wat hij moet zeggen. Zoveel
vrije ruimte kunnen de mensen in zijn
omgeving niet aan en zij laten hun
vaste retentiepatronen de vrije loop.
De meesten concluderen: dit is een
wijs, ervaren en interessant mens.
Chance valt door zijn aangepaste leeg-
heid omhoog tot regeringsadviseur en
politiek commentator op televisie. Je
bent wat je denkt, over jezelf en over
anderen. ‘Life is a state of mind’ (zie
ook het ‘Filmessay’, bladzijde 213).
Chance (Peter Sellers) in Being There, 1979,
Collectie Nederlands Filmmuseum
58
Veranderdiagnose BW 13-11-2013 15:31 Pagina 58
In Zoals (1987) laat Herzberg zien hoe we
open kunnen staan voor andere wijzen
van denken en handelen, voor intuïtie en
associatie, voor adaptief denken.
Open staan doet ook Chance in Being
There (1979); we kwamen hem al tegen in
het vorige hoofdstuk. Chance heeft een
beperkt referentiekader: tuinieren en te-
levisiekijken en zijn overlevingsmethode
is imiteren en herhalen. Hij wordt niet ge-
hinderd door enige persoonlijkheid of
ambitie en laat anderen grote vrijheid om
hun eigen gedachten aan hem toe te
schrijven. In figuur 3.16 zien we hem in
het laatste shot van de film, waarin hij
zelfs over water kan lopen. Hij is er zelf
ook verbaasd over en tegelijk ook weer
niet. Want Chance staat open voor alle ge-
97
J u d i t h H e r z b e r g
Z O A L S
Zoals je soms een kamer ingaat, niet weet waarvoor,
en dan terug moet langs het spoor van je bedoeling,
zoals je zonder tasten snel iets uit de kast pakt
en pas als je het hebt, weet wat het was,
zoals je soms een pakje ergens heen brengt
en, bij het weggaan, steeds weer denkt, schrikt,
dat je te licht bent, zoals je je, wachtend,
minutenlang hevig verliefd in elk nieuw mens
maar toch het meeste wachtend bent,
zoals je weet: ik ken het hier, maar niet waar het om ging
en je een geur te binnen schiet bij wijze van
herinnering, zoals je weet bij wie je op alert
en bij wie niet, bij wie je kan gaan liggen,
zo, denk ik, denken dieren, kennen dieren de weg.
‘Zoals’ uit de bundel Zoals van Judith Herzberg, Uitgeverij De Harmonie, Amsterdam, 1992
Veranderdiagnose BW 13-11-2013 15:32 Pagina 97
haar uiteindelijk zelf ook liefde brengt.
Daldry’s Billy Elliot (2003) kan dansen en
wil dansen, maar heeft de pech op te
groeien in een arbeidersmilieu waarin
mannen voetballen of boksen. Dansen is
voor sissies. Vanaf zijn jongensjaren moet
Billy vechten tegen de beperkingen en de
vooroordelen van zijn eigen milieu, zie fi-
guur 3.15. Passie en zelfbewustzijn bren-
gen hem uiteindelijk wel een danscar-
rière. Soms moet je voor je verdere ont-
wikkeling weg van je jeugd, weg van je
opvoeding, weg van de afdeling waar je
werkt, of zelfs weg uit de organisatie waar
je aanvankelijk een plaats had.
96
Figuur 3.15 Billy Elliot (Jamie Bell) in Billy Elliot, 2003, Collectie Nederlands Filmmuseum
Veranderdiagnose BW 13-11-2013 15:32 Pagina 96
Toshiro Mifune in Rashomon, 1950, collectie Still-photo
117
Veranderdiagnose BW 13-11-2013 15:32 Pagina 117
116
Bovenstroom Klant/marktgerichtheidResultaatgerichtheidSnel handelen
EmpowermentVoortdurend lerenAansprakelijkheid
Onderstroom TeamgerichtheidRespect voor anderenConstructieve feedback
OprechtheidEerlijk spel spelenVertrouwen
Figuur 4.7 Waarden van succesvolle organisaties
Deze modellen dekken een flink deel van
het onderzoeksgebied dat relevant is
voor veranderdiagnose. Toch ligt er nog
wel wat terrein braak. De Caluwé en Ver-
maak (2006) wijzen er op dat veranderen
zo gecompliceerd is door allerlei mecha-
nismen in organisaties die ‘vol irrationali-
teit’ zitten. Ze denken daarbij aan vuilnis-
vatbeslissingen, de spanning tussen au-
tonomie en hiërarchie, ‘ja’ zeggen en ‘nee’
doen, de spanning tussen stabiliteit en
innovatie, culturele diversiteit en emo-
ties. Kortom, al die zaken die alleen goed
begrepen kunnen worden vanuit de on-
derstroom van organiseren. Vanuit heel
andere overwegingen wijst Kets de Vries
(1999) ook op het belang van de onder-
stroom. Uit zijn onderzoeken en advies-
ervaring leidt hij twaalf waarden af die in
succesvolle organisaties zeer vaak aan-
wezig zijn. Hij zet ze tamelijk willekeurig
bij elkaar, maar die twaalf waarden zijn
heel goed in twee groepen van zes op te
delen. De eerste groep behoort typisch
tot de bovenstroom, de tweede groep kan
niet worden begrepen zonder de onder-
stroom, zie figuur 4.7.
Het zijn de minder grijpbare en minder ra-
tionele aspecten van organiseren die er
in de gangbare diagnosemodellen karig
van afkomen. Toch kunnen ze van groot
belang zijn, zeker als ‘de waarheid’ niet
zo duidelijk is en we terug moeten vallen
op betrokkenheid en verantwoordelijk-
heid, zie box 4.3.
Box 4.3 Rashomon
De film Rashomon (1950) van Kurosawa stelt de vraag: wat is er precies gebeurd in
het bos? In ieder geval ligt er een dode samurai. Tijdens het onderzoek vertelt ook
hij zijn verhaal door toedoen van een medium. Niet rationeel, wel informatief. In to-
taal biedt de film ons zeven verhalen vanuit zes perspectieven. Op cruciale punten
zijn er verschillen: we blijven zitten met witte plekken in onze kennis. We zullen ‘de
waarheid’ niet kennen. Wat ons rest, is de vraag welke consequenties we daaraan
verbinden: Welke verantwoordelijkheden willen we dan nog dragen? Of weer an-
ders: Wie willen we zijn, voor onszelf en voor anderen bij onzekerheid en ambiguï-
teit? Zie Van Es (1996 en 2002).
Veranderdiagnose BW 13-11-2013 15:32 Pagina 116
De spiegel
Een ieder die een organisatie neerzet, in
een verhaal of op het doek, gebruikt daar-
bij speciale technieken. Belangrijk is die
technieken te identificeren en te relate-
ren aan de gebruiker, in dit geval Ve-
lázquez.
Opvallend in Las Meninas is het gebruik
van de spiegel. Het was een vlakke spie-
gel, die toen nog alleen te betalen was
door de zeer rijken. Velázquez voert de
spiegel op alsof het een van de schilde-
rijen aan de wand is. Om toch duidelijk te
maken dat het een spiegel is, gebruikt hij
een witte omlijsting en een blauwe gloed
(Miller, 1998). Daarbij onderscheidt de
lichtval op de figuren in de spiegel zich
nadrukkelijk van de naastliggende vlak-
ken. Door het gebruik van de spiegel
wordt de afgebeelde ruimte van het schil-
derij aan de voorzijde vergroot. Dat was
op deze precieze wijze nooit eerder ge-
daan in de schilderkunst, maar geheel
origineel is het niet.
Het werken met een spiegel in de ge-
schilderde ruimte komt voor het eerst na-
drukkelijk naar voren in Het Arnolfini por-
tret van Jan van Eyck. Op dat schilderij
staat een weldadig gekleed bruidspaar
met het gezicht naar ons toe. Tegen de
wand van het rijke koopmansvertrek in
Brugge hangt, tussen hen in, een bolle
spiegel. Uit de weerspiegeling blijkt dat
er nog twee personen in de kamer zijn:
de getuigen van het huwelijk dat nog vol-
gens eedaflegging plaatsvindt. Een van
hen is de schilder zelf. Boven de spiegel
staat in Gothische letters: Johannes de
Eyck fuit hic. 1434 (zie figuur 5.4).
De schilder bevestigt daarmee niet alleen
het huwelijk, maar ook zichzelf als ie-
mand van importantie. Daarnaast door-
breekt de spiegel de geschilderde ruimte
naar voren toe. Die blikverruiming betrekt
de kijker nauwer bij de gebeurtenis; de
kijker wordt er in opgenomen.
Het leidt nauwelijks twijfel dat Velázquez
bekend was met het werk van Van Eyck.
Rubens bracht als kunstmakelaar van de
Vlaamse school, met onder andere Van
Eyck, tweemaal een bezoek aan Philip IV.
Bij zijn tweede bezoek maakte Rubens
uitgebreid kennis met Velázquez. Maar
belangrijker is dat Het Arnolfini portret in
bezit kwam van het Spaanse hof vlak
voordat Velázquez hofschilder werd. Hij
heeft dus alle gelegenheid gehad het
doek te bestuderen en zich te laten in-
spireren. De subtiele aanpak van Van
Eyck komt goed tot uitdrukking als we in-
zoomen op de bolspiegel (zie figuur 5.5)
en tegelijk van perspectief wisselen. We
zien dus niet het spiegelbeeld, maar kij-
ken vanuit de spiegel naar het tafereel,
waarin we het echtpaar en de twee getui-
gen zien weergegeven.
141
← Figuur 5.4 Jan van Eyck, Het Arnolfini portret, 1434, National Gallery, Londen
Figuur 5.5 Uitvergroting en omkering van de
bolspiegel
Jan van Eyck, Het Arnolfini portret, 1434,
© National Gallery, Londen, 2007
Veranderdiagnose BW 13-11-2013 15:32 Pagina 141
140
Veranderdiagnose BW 13-11-2013 15:32 Pagina 140
Figuur 6.5 Pablo Picasso, Las Meninas -
2 oktober, 1957, 161 x 129, Museu Picasso de
Barcelona, © Beeldrecht, Amsterdam
De gevalsvariatie van 2 oktober
Velázquez en het koningspaar zijn terug
in figuur 6.5 en ze lijken veel op elkaar in
deze kubistische variant. Wel is de klas-
sieke schilder aanmerkelijk kleiner dan
zijn doek, dat kolossaler is dan ooit. We
zijn in zekere zin terug bij de totaalaf-
beelding van 17 augustus, maar de sfeer
is volstrekt anders. De schrille, primaire
kleuren roepen een bijna claustrofobisch
universum op. Wat is hier nog de ruimte
voor Picasso? Hij is er nog wel, klein, ver
weg, boven aan de trap, en hij schildert
door.
161
Professionele lijn
Deze variatie probeert in beeld te brengen wat er kan gebeuren als de formele lei-
ding en de opdrachtgever geheel op één lijn zitten. Dat kan claustrofobisch werken
voor de diagnosticus, zeker als deze afwijkende intuïties heeft over wat er aan de
hand is. Ook als de druk groot is en de speelruimte gering: blijf je eigen professio-
nele lijn volgen in het stellen van een diagnose.
Veranderdiagnose BW 13-11-2013 15:33 Pagina 161
De gevalsvariatie van 19 september
Ook op dit verticale doek (zie figuur 6.4)
ontbreekt de formele leiding, maar de
compositie brengt nu nadrukkelijk naar
voren dat de oorspronkelijke ruimte van
de schilder leeg is. Er is misschien nog
wel een doek, maar zeker geen Ve-
lázquez. Wel zien we dat de kamerheer
in de deuropening definitief veranderd is
in een schilder: Picasso.
De donkere kleurstelling wil niet direct
zeggen dat de stemming mineur is. In
feite werkt Picasso hier in de strikt kubis-
tische stijl van zijn eigen befaamde schil-
derij Drie Muzikanten uit 1937. Hij grijpt
terug op een verbeeldingswijze waar hij
eerder succesvol mee was.
160
Eigen ervaring
Deze variatie trekt de lijn van de eerste diagnose door en radicaliseert. Zet de op-
drachtgever geheel aan de kant en volg je eigen stijl als diagnosticus. Maak daarbij
gebruik van werk waarmee je eerder succesvol was, want daar kun je op vertrouwen.
Figuur 6.4 Pablo Picasso, Las Meninas -
19 september, 1957, 161 x 129, Museu
Picasso de Barcelona, © Beeldrecht,
Amsterdam
Veranderdiagnose BW 13-11-2013 15:33 Pagina 160
Dit boek is een inleiding tot de organisatiediagnostiek met de nadruk
op de lastigste veranderingsprocessen: die van onderop. Op een vi-
sueel aantrekkelijke en ongebruikelijke manier wordt dit specialisme
behandeld via kunstvormen. Aan de hand van achtentwintig schilde-
rijen en litho’s, twintig films en elf gedichten wordt de lezer wegwijs
gemaakt in het stellen van veranderdiagnoses. Dit mondt uit in een
overzichtelijk model dat gebaseerd is op het maken van films en dus
termen gebruikt als: inzoomen, uitzoomen, close-up en scenario.
Met dit model valt in de praktijk goed te werken: het is ontwikkeld op
basis van meer dan vijfhonderd diagnoseprocessen waar de auteur
direct of indirect bij betrokken is geweest. In deze nieuwe editie is
het model verder verfijnd en is de overgang van diagnose naar inter-
ventie uitgewerkt.
Dr. Rob van Es (1955) is parttime universitair docent Organisatiefilosofie bij
de Faculteit Maatschappij- en Gedragswetenschappen van de Universiteit van
Amsterdam. Hij doet onderzoek naar de cultuur, ethiek en politiek van organise-
ren en geeft daarin ook onderwijs.
Eerder was hij gedurende tien jaar als trainer/docent verbonden aan Sioo, inter-
universitair centrum voor organisatieverandering in Utrecht. Momenteel is hij als
consultant onder zijn eigen naam (www.robvanes.com) werkzaam bij uiteen-
lopende organisaties, van verenigingen en registers tot banken en verzekeraars.
‘Het stellen van een veranderdiagnose
is allereerst een kwestie van zorgvuldig
waarnemen: goed kijken en luisteren.
Dit boek helpt daarbij. Het biedt een
systematische werkwijze voor het
stellen van veranderdiagnoses.’
www.overmanagement.nl