Upload
others
View
2
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
JAA
RBEE
LD TRAUMAZORGNETWERKMIDDEN-NEDERLAND TRAUMAZORG 2015
TRAUMAZORG REGIO MIDDEN-NEDERLANDOverzicht uit de regionale traumaregistratie
1
JAARBEELD TRAUMAZORG 2015
VoorwoordVoor u ligt het Jaarbeeld 2015 van de traumaregio
Midden-Nederland. Het geeft een beeld van de patiënten die
acuut vanaf de spoedeisende hulp van de ziekenhuizen in onze
regio klinisch opgenomen zijn voor letsel als gevolg van
externe factoren. De gegevens komen uit de regionale trauma-
registratie, die het bureau Traumazorgnetwerk Midden-
Nederland verzorgt. Alle ziekenhuizen in de regio zijn
hierin opgenomen.
In het jaar 2015 vond een belangrijke verandering plaats in de
registratie van gewonde patiënten. De scores voor letselernst
zijn gemoderniseerd. De ernst van het letsel wordt minder
hoog ingeschat: verschillende diagnosen hebben een lagere
ernstscore gekregen. Patiënten met vergelijkbare letsels
kunnen een lagere ISS score hebben dan voorheen en zijn
minder snel ‘ernstig gewond’. Het totaal aantal ernstig gewon-
den is hierdoor lager dan voorgaande jaren.
De traumaregistratie vormt de basis voor verder onderzoek,
waarbij preventie een belangrijke rol heeft. Partners in de
regio ontwikkelen hiervoor initiatieven.
Helaas is er over de jaren een toename van het totaal aantal
gewonden. Dit is een uiting van het feit dat de regio Utrecht
een van de snelst groeiende economische eenheden van het
land is, met een snel toenemend aantal inwoners.
De zorg voor de ongevalspatiënt is sinds jaren regionaal
georganiseerd. Er wordt geprobeerd de juiste patiënt in het
juiste ziekenhuis te krijgen voor een optimale toegesneden
behandeling die past bij de patiënt en het letsel dat hij of zij
heeft. In dit jaarbeeld is de weerslag van dit beleid te vinden.
Ik wens u veel leesplezier.
Loek Leenen
2
JAARBEELD TRAUMAZORG 2015
InhoudsopgavePatiënt 8
Ongeval 9
Letsel 11
Opvang 16
Opname 21
Ontslag 23
Uitgelicht: Ernstig gewonden // Letsel door vallen 25
Onderzoek 31
3
Traumazorg
Traumazorgnetwerk Midden-Nederland
Traumazorg is zorg voor mensen die letsel hebben als gevolg
van uitwendige factoren. Het is ketenzorg en vereist
samenwerking en coördinatie. In Nederland is de traumazorg
regionaal georganiseerd. Er zijn elf regio’s met ieder een
traumacentrum. In deze regio is dat het UMC Utrecht.
Het traumacentrum heeft de regionale taak om de kwaliteit
van de gehele traumazorgketen continu te borgen en waar
mogelijk te verbeteren. Om deze taak goed uit te kunnen
voeren is het Traumazorgnetwerk Midden-Nederland opgericht.
Het Traumazorgnetwerk Midden-Nederland is een krachtig
netwerk, waarin alle partners in de acute zorgketen er samen
actief voor zorgen dat een patiënt of groep patiënten met een
acute zorgvraag onder alle omstandigheden zo snel mogelijk
op de juiste plaats de juiste zorg krijgt.
VISIE
Elke patiënt met een acute zorgvraag is in onze regio onder
alle omstandigheden continu verzekerd van optimale
(keten)zorg.
BUREAU TRAUMAZORGNETWERK MIDDEN-NEDERLAND
Het bureau Traumazorgnetwerk faciliteert en ondersteunt het
regionale netwerk vanuit drie beleidsterreinen:
• Traumazorg
• Acute zorg
• Crisisbeheersing en Opleiden, Trainen en Oefenen (OTO)
Het bureau van Traumazorgnetwerk Midden- Nederland
verzorgt de traumaregistratie, één van de taken van het
traumacentrum. Het doel hiervan is om de traumazorg
zichtbaar te maken, om de organisatie ervan te verbeteren.
4
JAARBEELD TRAUMAZORG 2015
Regio Midden-Nederland
Traumaregistratie
De regio Midden-Nederland bestond uit vijf ziekenhuizen
met in totaal zes SEH-afdelingen:
TRAUMACENTRUM:
• UMC Utrecht // Utrecht
ALGEMENE ZIEKENHUIZEN:
• St. Antonius Ziekenhuis // Nieuwegein en Utrecht
• Diakonessenhuis // Utrecht
• Meander Medisch Centrum // Amersfoort
• Zuwe Hofpoort Ziekenhuis // Woerden
De traumaregistratie wordt uitgevoerd volgens normen van de
Landelijke Traumaregistratie (LTR). De gegevens van alle
traumaregio’s in Nederland worden jaarlijks opgenomen in de
LTR. Voor de registratie wordt de LTR European dataset
gehanteerd. Deze bestaat uit de MTOS+ dataset, aangevuld
met Utstein-items.
5
Selectiecriteria van patiënten voor traumaregistratieIn de traumaregistratie worden patiënten opgenomen die:
• Traumatisch opgelopen letsel hebben, EN
• binnen 48 uur na het oplopen van het letsel op de SEH gezien zijn, EN
• na opvang op de SEH worden opgenomen in het ziekenhuis, direct naar de OK gaan, voor opname worden
overgeplaatst naar een ander ziekenhuis of op de SEH komen te overlijden.
Patiënten die op de SEH opgevangen en behandeld worden voor traumaletsel en direct daarna het ziekenhuis verlaten,
worden niet opgenomen in de registratie.
Inhoud verslagDe data in dit verslag komen uit de regionale trauma-
registratie. Alle hierin opgenomen patiënten zijn
gebaseerd op de selectiecriteria.
Het verslag gaat over het jaar 2015 en de gezamenlijke
regionale gegevens, tenzij anders vermeld.
6
Afkortingen en begrippen ALG Algemene ziekenhuizen
TC Traumacentrum
SEH Spoedeisende Hulp
OK Operatiekamer
IC Intensive Care
MC Medium Care
M Man
V Vrouw
AIS Abbreviated Injury Scale (letselernst)
Ernstig letsel Letsel met AIS-score ≥ 3.
ISS Injury Severity Score
Ernstig gewonde patiënt Patiënt met een ISS van 16 of hoger (ISS ≥ 16)
7
PATIËNT // ONGEVAL // LETSEL
8
AANTAL PATIËNTEN
ALLE TRAUMAPATIËNTEN
ALLE TRAUMAPATIËNTEN TRAUMAPATIËNTEN TC/ALG ALGEMENE ZIEKENHUIZEN
M/V OUDER DAN 70 JAAR:
GESLACHT
LEEFTIJD
ERNSTIG GEWONDEN
Patiënt
2011 2012 2013 2014 2015
Alle traumapatiënten 4565 4737 4621 5089 5313
Ernstig gewonden 452 492 483 511 439
1312
13061166
1037
492
UMC Utrecht
St. Antonius Ziekenhuis
Meander Medisch Centrum
Diakonessenhuis
Zuwe Hofpoort Ziekenhuis 323
45
3523 13
0
400
800
1200
0
400
800
1200
0 - 9
10 - 19
20 - 29
30 - 39
40 - 49
50 - 59
60 - 69
70 - 79
80 - 89
90
0 - 9
10 - 19
20 - 29
30 - 39
40 - 49
50 -59
60 - 69
70 - 79
80 - 89
90
TCALG
Ò
0
400
800
1200
0
400
800
1200
0 - 9
10 - 19
20 - 29
30 - 39
40 - 49
50 - 59
60 - 69
70 - 79
80 - 89
90
0 - 9
10 - 19
20 - 29
30 - 39
40 - 49
50 -59
60 - 69
70 - 79
80 - 89
90
TCALG
Ò
2604 270966% 34%43% 57%
TRAUMACENTRUMALGEMENE ZIEKENHUIZEN
8% van alle traumapatiënten was ernstig gewond (ISS ≥16).
De daling van het aantal ernstig gewonden in 2015 is verklaar-baar door de overstap naar een nieuwe codering (zie pagina 11).
29%
71%
9
ACTIVITEIT BIJ ONGEVAL
ONGEVALSMECHANISME
ALLE TRAUMAPATIËNTEN
De categorie ‘anders’ bestaat onder meer uit: verdrinking, verstikking, elektrische schok en blootstelling aan chemische stoffen.
Ongeval
22% 3% 68% 6% 1%
verkeer
bedrijf
privé
sport
onbekend
vallen verkeer
41% 59% 60% 40%
M V M V
De registratie van het ongevalsmechanisme wordt uitgevoerd aan
de hand van de ICD-10-codering van de World Health Organisation.
0
1000
2000
3000
valle
n
verkee
rssit
uatie
contac
t met voo
rwerpe
n
contac
t met voo
rwerpe
n
contac
t men
s/dier
geweld
verkee
rde be
weg
ing
bran
d/he
te vloeistoffen
ande
rs
onbe
kend
7
9
4
6
9
54
valle
n
verkee
rssit
uatie
contac
t men
s/dier
geweld
verkee
rde be
weg
ing
bran
d/he
te vloeistoffen
0
1000
2000
3000
valle
n
verkee
rssit
uatie
contac
t met voo
rwerpe
n
contac
t met voo
rwerpe
n
contac
t men
s/dier
geweld
verkee
rde be
weg
ing
bran
d/he
te vloeistoffen
ande
rs
onbe
kend
7
9
4
6
9
54
valle
n
verkee
rssit
uatie
contac
t men
s/dier
geweld
verkee
rde be
weg
ing
bran
d/he
te vloeistoffen
ONGEVALSMECHANISME
GEMIDDELDE ISS PER ONGEVALSMECHANISME
10
VERKEERSONGEVALLEN UITGELICHT
Ongeval (vervolg)
0
200
400
600
800
TCALG
te voe
tfie
ts
te voe
tfie
ts
motor/sco
oter
voertuig m
et
drie w
ielen
auto/b
usje
zwaa
r voe
rtuig
motor/sco
oter
voertuig m
et
drie w
ielen
auto/b
usje
zwaa
r voe
rtuig
paard
paard
15
1214 14 14
7
10
78 8
5 57
5
0
200
400
600
800
TCALG
te voe
tfie
ts
te voe
tfie
ts
motor/sco
oter
voertuig m
et
drie w
ielen
auto/b
usje
zwaa
r voe
rtuig
motor/sco
oter
voertuig m
et
drie w
ielen
auto/b
usje
zwaa
r voe
rtuig
paard
paard
15
1214 14 14
7
10
78 8
5 57
5
VERKEERSONGEVALLEN GEMIDDELDE ISS PER VERKEERSONGEVAL
11
Letsel
AIS-CODERING
In de traumaregistratie staan de letsels van de patiënten beschreven.
De diagnoses worden aan de hand van de Abbreviated Injury Scale (AIS) gedefinieerd.
Een AIS-code geeft per letsel inzicht in locatie, aard en ernst van het letsel.
AIS REGIO (LICHAAMSREGIO)
Voor de locatie van het letsel zijn negen regio’s vastgesteld: hoofd, aangezicht, hals/nek,
thorax, abdomen, wervelkolom, bovenste extremiteiten, onderste extremiteiten
en huid & overig.
AIS-SCORE (LETSELERNST)
De AIS-score geeft de ernst van het letsel aan in de betreffende lichaamsregio.
De ernstscore varieert van 1 tot 6. Een score van 1 is het minst ernstig, bijvoorbeeld bij een
oppervlakkige verwonding. Er is sprake van ernstig letsel bij een score
van 3 of meer (AIS-score ≥3).
INJURY SEVERITY SCORE (ISS)
Om aan patiënten met meerdere letsels een totale ernstscore te kunnen toekennen, is de Injury
Severity Score (ISS) ontwikkeld. De ISS ligt tussen 1 en 75 en houdt verband met de kans op
overlijden als gevolg van het traumaletsel.
ERNSTIG GEWONDE PATIËNT
Bij ISS van 16 of hoger (≥16) is sprake van een ernstig gewonde patiënt.
NIEUWE CODERING 2015
De zorg verandert en verbetert over de jaren. De codering van de letselernst is ook door de
jaren heen hierop aangepast. Vanaf 2015 is landelijk een nieuwe versie in gebruik genomen:
AIS 2005, update 2008. Bij verschillende diagnosen is de AIS-score lager dan voorheen.
Dit heeft invloed op de ISS die in vergelijking met de codering van voorgaande jaren lager kan
zijn.
12
Lichaamsregio Aantal letsels Ernstig letsel (AIS ≥3) Percentage ernstig letsel
hoofd 2082 830 40%
aangezicht 726 12 2%
hals/nek 23 13 57%
thorax 832 361 43%
abdomen 193 79 41%
wervelkolom 720 118 16%
bovenste extremiteiten 1536 163 11%
onderste extremiteiten 2862 1687 59%
huid en overig 2934 47 2%
OPGELOPEN LETSEL PER LICHAAMSREGIO GEKOPPELD AAN ERNST
Letsel (vervolg)Een patiënt kan meerdere letsels in één lichaamsregio hebben en in meerdere regio’s
letsel. Het onderstaande overzicht geeft het totaal aantal letsels van alle patiënten weer.
hoofd
aang
ezich
t
nek/ha
ls
thorax
abdo
men
werve
lkolom
bove
nste
extre
mite
iten
onde
rste
extre
mite
iten
huid en ov
erig
M V
0
500
1000
1500
2000
LICHAAMSREGIO WAARIN LETSEL OPGELOPEN
62%
hoofd
59%
onderste extremiteiten
13
VEELVOORKOMEND GEÏSOLEERD LETSEL
HEUPFRACTUREN
HUMERUSFRACTUREN
GEÏSOLEERD LETSEL
Een patiënt kan in meerdere lichaamsregio’s letsel hebben. Wanneer een patiënt enkel in één regio letsel
heeft opgelopen is er sprake van geïsoleerd letsel. Letsels in de regio ‘huid en overig’ worden hierbij niet
meegerekend. Deze letsels zijn vaak kleine verwondingen of onderdeel van ernstig letsel.
Fracturen van de femurkop, femurnek en intertrochantaire femurfracturen.
0
100
200
300
400
0 - 9
10 - 19
20 - 29
30 - 39
40 - 49
50 - 59
60 - 69
70 - 79
80 - 89
90
0
20
40
60
80
0 - 9
10 - 19
20 - 29
30 - 39
40 - 49
50 - 59
60 - 69
70 - 79
80 - 89
90
LEEFTIJD
LEEFTIJD
96%
87%
84%
75%
van alle patiënten met een geïsoleerde heupfractuur werd opgenomen in een algemeen ziekenhuis.
van alle patiënten met een geïsoleerde humerusfrac-tuur werd opgenomen in een algemeen ziekenhuis.
van de heupfracturen werd veroorzaakt door een val.
van de humerusfracturen werd veroorzaakt door een val.
33%
29%
67%
71%
14
Het centraal zenuwstelsel omvat de hersenen en het ruggenmerg.
Licht schedelhersenletsel of licht traumatisch hoofdletsel is letsel met een ernstscore van 1.
Hierbij worden patiënten vaak ter observatie opgenomen.
Letsel (vervolg)
LETSEL CENTRAAL ZENUWSTELSEL
0 - 9
10 - 19
20 - 29
30 - 39
40 - 49
50 - 59
60 - 69
70 - 79
80 - 89
90
90
0 - 9
10 - 19
20 - 29
30 - 39
40 - 49
50 - 59
60 - 69
70 - 79
80 - 89
0
100
200
300
0
10
20
30
40
LEEFTIJD LEEFTIJD, ZONDER LSH
75%
50%
van de licht schedel hersenletsels werd veroorzaakt door een val.
van de geïsoleerde letsels aan het centraal zenuwstelsel was licht schedelhersenletsel. 69% van alle patiënten met licht
schedel hersenletsel werd opgenomen in een algemeen ziekenhuis.
61%
39%
15
OPVANG // OPNAME // ONTSLAG
16
HERKOMST
Opvang
NAAR ALGEMENE ZIEKENHUIZEN
GEMIDDELDE ISS PER PLAATS VAN HERKOMST
NAAR TRAUMACENTRUM
0% 0% 10% 10% 20% 20% 30% 30% 40% 40% 50% 50% 60% 60% 70% 70%
plaats ongeval eigen woonomgeving
ziekenhuis
huisartsenpost (HAP) onbekend
plaats ongeval eigen woonomgeving HAP ziekenhuis
ambu
lanc
e
eige
n ve
rvoe
r
ande
rs
TCALG
TCALG
11
7
11
5
7
56 6
76 6
5
12
6
VERWIJZER
NAAR ALGEMENE ZIEKENHUIZEN NAAR TRAUMACENTRUM
45%
41%
8% 3% 1% 2% 112
huisarts
eigen initiatief
polikliniek
ander ziekenhuis
overige instellingen
onbekend74%
6%
6%
11% 1% 1%
1%
17
VERWIJZER (VERVOLG)
0% 0% 10% 10% 20% 20% 30% 30% 40% 40% 50% 50% 60% 60% 70% 70%
plaats ongeval eigen woonomgeving
ziekenhuis
huisartsenpost (HAP) onbekend
112
huisa
rts
eige
n
Initiatief
polik
liniek
ande
r
zieke
nhuis
overige
instellin
gen
TCALG
11
76
5
12
14
76
4
6
87
GEMIDDELDE ISS PER VERWIJZER
VERVOER
INZET TRAUMAHELIKOPTER
45%
41%
8% 3% 1% 2% 112
huisarts
eigen initiatief
polikliniek
ander ziekenhuis
overige instellingen
onbekend74%
6%
6%
11% 1% 1%
1%
VERVOER PER TYPE VERWIJZER
0
40
80
120
2011 2012 2013 2014 2015
0%
20%
40%
60%
80%
100%
112 huisarts eigen initiatief
anderseigen vervoer ambulance
45
66
83 83
97
GEMIDDELDE ISS PER VERVOERSMIDDEL
plaats ongeval eigen woonomgeving HAP ziekenhuis
ambu
lanc
e
eige
n ve
rvoe
r
ande
rs
TCALG
TCALG
11
7
11
5
7
56 6
76 6
5
12
6
0
40
80
120
2011 2012 2013 2014 2015
0%
20%
40%
60%
80%
100%
112 huisarts eigen initiatief
anderseigen vervoer ambulance
45
66
83 83
97
›››
Wanneer het bij een 112-melding
noodzakelijk is dat een arts ter plekke
komt, kan een Mobiel Medisch Team
worden ingezet. Dit team - met arts
- vliegt naar de patiënt.
18
AANKOMSTTIJD
AANKOMST PER DAG AANKOMST PER MAAND
Opvang (vervolg)
AANKOMST SEH
0.00
-1.0
0 uu
r
1.00
-2.0
0 uu
r
2.00
-3.0
0 uu
r
3.00
-4.0
0 uu
r
4.00
-5.0
0 uu
r
5.00
-6.0
0 uu
r
6.00
-7.0
0 uu
r
7.00
-8.0
0 uu
r
8.00
-9.0
0 uu
r
9.00
-10.
00 uur
10.0
0-11.0
0 uu
r
11.0
0-12
.00
uur
12.0
0-13
.00
uur
13.0
0-14
.00
uur
14.0
0-15
.00
uur
15:0
0-16
.00
uur
16.0
0-17
.00
uur
17.0
0-18
.00
uur
18.0
0-19
.00
uur
19.0
0-20
.00
uur
20.0
0-21
.00
uur
21.0
0-22
.00
uur
22.0
0-23
.00
uur
23.0
0-24
.00
uur
0
100
200
300
400
680731 714
809 788855
736
maa
ndag
dins
dag
woe
nsda
g
dond
erda
g
vrijd
ag
zaterdag
zond
ag
433342
440 425509
465 428472 475
429474
421
janu
ari
februa
ri
maa
rt
april
mei
juni
juli
augu
stus
oktobe
r
septem
ber
nove
mbe
r
dece
mbe
r
19
TIJD TUSSEN BINNENKOMST SEH EN EERSTE CT-SCAN
EERSTE CT-SCAN
5-6 uur
4-5 uur
3-4 uur
2-3 uur
1-2 uur
0-1 uur
1%
2%
4%
10%
22%
54%
>6 uur 7%
afdeling
IC
OK
MC
overplaatsing
83%
4%
7%
3% 3%
31%van de traumapatiënten die een CT-scan kregen, werd binnen 30 minuten na binnenkomst gescand.
BESTEMMING NA SEH
à
In het traumacentrum werd 80%
van de CT-scans in het eerste uur gemaakt
en 54% binnen 30 minuten.
20
Nederland heeft drie ziekenhuizen die gespecialiseerd zijn in de behandeling van brandwonden:
het Maasstad Ziekenhuis (Rotterdam), het Martini Ziekenhuis (Groningen) en het Rode Kruis
Ziekenhuis (Beverwijk).
De gemiddelde ISS van patiënten die vanuit een ander ziekenhuis naar het traumacentrum werden overgeplaatst was 10.
Vanuit het traumacentrum naar andere ziekenhuizen was dit 8.
Opvang (vervolg)
OVERPLAATSING
BRANDWONDENCENTRA
8 à Algemene ziekenhuizen à 1210 à Traumacentrum à 8
GEMIDDELDE ISS BIJ OVERPLAATSINGEN:
Brandwondencentra 18
36
17
18
3
26
5
6
Traumacentrum (TC)
TC (buiten regio)
Algemene ziekenhuizen (ALG)
ALG (buiten regio)
Midden
Nederlan
d
Midden
Nederlan
d
UITIN
21
Opname
HOOGSTE NIVEAU VAN ZORG
GEMIDDELDE ISS EN OPNAMEDUUR
TRAUMACENTRUM
OPNAMEDUUR
ALGEMENE ZIEKENHUIZEN
0
1000
2000
3000
1-5 dagen
6-10 dagen
11-15 dagen
16-20 dagen
21-25 dagen
26-30 dagen
>30 dagen
1-5 dagen
6-10 dagen
11-15 dagen
16-20 dagen
21-25 dagen
26-30 dagen
>30 dagen
7
13 16 17 18
24
20
5 8 8 8 9 10
8
TCALG
0%0% 10%10% 20%20% 30%30% 40%40% 50%50% 60%60%
SEH
verpleegafdeling
OK
MC
IC
23% van alle traumapatiënten was twee dagen opgenomen.
22
Opname (vervolg)
OPNAME INTENSIVE CARE
7%
33%
36%
van alle traumapatiënten hebben op de IC-afdeling gelegen.
van de patiënten lag twee dagen op de IC.
van de traumapatiënten met IC-opnames hadden letsel als gevolg van een verkeersongeval. Deze groep had een gemiddelde ISS van 21.
2% van de traumapatiënten
opgenomen op de IC.
In het traumacentrum was dat
16%
In de algemene ziekenhuizen werd
0
100
200
1-5 dagen
6-10 dagen
11-15 dagen
16-20 dagen
21-25 dagen
26-30 dagen
>30 dagen
1-5 dagen
6-10 dagen
11-15 dagen
16-20 dagen
21-25 dagen
26-30 dagen
>30 dagen
18
25 2426
1720
24
10 9 9
0
8
34
13
TCALG
GEMIDDELDE ISS EN OPNAMEDUUR
0
100
200
1-5 dagen
6-10 dagen
11-15 dagen
16-20 dagen
21-25 dagen
26-30 dagen
>30 dagen
1-5 dagen
6-10 dagen
11-15 dagen
16-20 dagen
21-25 dagen
26-30 dagen
>30 dagen
18
25 2426
1720
24
10 9 9
0
8
34
13
TCALG
OPNAMEDUUR IC
23
Ontslag
De GOS-score is een
beoordeling van het herstel of
de resttoestand (de mate van
zelfstandigheid) van de
patiënt bij ontslag. De score
ligt tussen 1 en 5.
GLASGOW OUTCOME SCALE (GOS)
46%
73%
van de patiënten van de algemene ziekenhuizen en
van het traumacentrum.
Naar eigen woonomgeving:
50%
11%
7%
25%
5%
2%
eigen woonomgeving
onbekend
instelling voor ouderenzorg/verpleeghuis
revalidatiecentrum
ander ziekenhuis overig
ONTSLAGBESTEMMING
GLASGOW OUTCOME SCALE
59%
24%
1%
3%
13%
5 goed herstel
4 lichte invaliditeit
3 ernstige invaliditeit
2 vegatieve toestand (0,1%)
1 overleden
onbekend
24
OVERLEDEN PATIËNTEN
Ontslag (vervolg)
Wanneer een traumapatiënt in het ziekenhuis is overleden, staat dit in de registratie.
De oorzaak van het overlijden kan wel of niet gerelateerd zijn aan het letsel.
Dat wordt niet geregistreerd.
REGISTRATIE OVERLEDEN PATIËNTEN
167 traumapatiënten zijn overleden in een ziekenhuis. Dat is 3% van alle traumapatiënten.
66 van deze patiënten waren ernstig gewond (ISS ≥ 16).
94% van de overleden patiënten van 70 jaar en ouder in de algemene ziekenhuizen had voor het
ongeval al onderliggende ziekten. 61% had een ernstig systemische aandoening en 13% een zeer
ernstige (levensbedreigend).
0
20
40
n=
hoofd
aang
ezich
t
nek/ha
ls
thorax
abdo
men
werve
lkolom
bove
nste
extre
mite
iten
onde
rste
extre
mite
iten
huid en ov
erig
0
20
40
60
n=
TCALG
TCALG
0 - 9
10 - 19
20 - 29
30 - 39
40 - 49
50 -59
60 - 69
70 - 79
80 - 89
90
LICHAAMSREGIO WAARIN DE PATIËNTEN DIE ZIJN OVERLEDEN LETSEL HADDEN
LEEFTIJD VAN OVERLEDEN PATIËNTEN
25
UITGELICHT: ERNSTIG GEWONDEN // LETSEL DOOR VALLEN
26
ERNSTIG GEWONDEN
45%
4%
48%
3%
verkeer
sport
bedrijf
prive
0
100
200
contac
t met voo
rwerpe
n
valle
n
verkee
rssit
uatie
contac
t men
s/dier
geweld
ande
rs
bran
d/he
te vloeistoffen
0
20
40
60
80
0 - 9
10 - 19
20 - 29
30 - 39
40 - 49
50 - 59
60 - 69
70 - 79
80 - 89
90
74% 439 werd in het Traumacentrum opgenomen.
traumapatiënten waren ernstig gewond
LEEFTIJD
SOORT ACTIVITEIT ONGEVALSMECHANISME
19% Van alle slachtoffers van geweld was
ernstig gewond
27
0
40
80
120
1-5 dagen
6-10 dagen
11-15 dagen
16-20 dagen
21-25 dagen
26-30 dagen
>30 dagen
53%
9%
16%
3% 11%
8%
eigen woonomgeving
onbekend
verpleeghuis
revalidatiecentrum
ander ziekenhuis overig
33%
32%
7%
15%
13%
goed herstel
lichte invaliditeit
ernstige invaliditeit
vegatieve toestand (0%)
overleden
onbekend
14% En bij vallen
OPNAMEDUUR
ONTSLAGBESTEMMING
45%
35%
van de ernstig gewonden die in het verkeer letsel opliepen was
een fietser.
van de ernstig gewonden had letsel door een val
van de trap.
GLASGOW OUTCOME SCALE
16% Bij verkeer was dit
28
LETSEL DOOR VALLEN
6%
92%
was ernstig gewond.
van de valpartijen gebeurde in een privésituatie.
0
200
400
600
800
1000
omva
llen
uitglijde
n/struikelen
van
trap
van meu
bel
van meu
bel
uit s
peeltoes
tel
in gat/p
ut
van ladd
er
vanu
it ge
bouw
omva
llen
uitglijde
n/struikelen
van
trap
uit s
peeltoes
tel
in gat/p
ut
van ladd
er
vanu
it ge
bouw
TCALG
9 8
10
6 6 6
1312
11
7 76
45
76
TCALG
0
100
200
300
400
500
600
0 - 9
10 - 19
20 - 29
30 - 39
40 - 49
50 - 59
60 - 69
70 - 79
80 - 89
90
M V
TYPE VAL (MEEST VOORKOMEND)
LEEFTIJD
82% 3279 werd opgenomen in een algemeen ziekenhuis.
traumapatiënten hadden letsel als gevolg van een val.
Dat was 62% van alle traumapatiënten.
29
66%
40%
60%
van het hoofdletsel bij hoog energetische vallen werd veroorzaakt door een val van een trap.
Een val van hoogte van minimaal twee keer de eigen lichaamslengte is hoogenergetisch.
van alle hoog energetische vallen kwam voor in de leeftijd van 0 tot 9 jaar.
van alle patiënten met een laag energetische val was ouder dan 70 jaar.
0
200
400
600
800
1000
omva
llen
uitglijde
n/struikelen
van
trap
van meu
bel
van meu
bel
uit s
peeltoes
tel
in gat/p
ut
van ladd
er
vanu
it ge
bouw
omva
llen
uitglijde
n/struikelen
van
trap
uit s
peeltoes
tel
in gat/p
ut
van ladd
er
vanu
it ge
bouw
TCALG
9 8
10
6 6 6
1312
11
7 76
45
76
TCALG
LICHAAMSREGIO WAARIN LETSEL OPGELOPEN
GEMIDDELDE ISS PER TYPE VAL
0
1000
2000
hoofd
aang
ezich
t
nek/ha
ls
thorax
abdo
men
werve
lkolom
bove
nste extremite
iten
onde
rste extremite
iten
huid en ov
erig
30
1-5 dagen
6-10 dagen
11-15 dagen
16-20 dagen
21-25 dagen
26-30 dagen
>30 dagen
0
400
800
1200
1600
ONTSLAGBESTEMMING
OPNAMEDUUR
GLASGOW OUTCOME SCALE
LETSEL DOOR VALLEN (vervolg)
49%
16%
10%
21%
2% 2%
eigen woonomgeving
onbekend
verpleeghuis
revalidatiecentrum
ander ziekenhuis overig
56%
26%
2%
4%
12%
goed herstel
lichte invaliditeit
ernstige invaliditeit
vegatieve toestand (0,2%)
overleden
onbekend
49%
16%
10%
21%
2% 2%
eigen woonomgeving
onbekend
verpleeghuis
revalidatiecentrum
ander ziekenhuis overig
56%
26%
2%
4%
12%
goed herstel
lichte invaliditeit
ernstige invaliditeit
vegatieve toestand (0,2%)
overleden
onbekend
43% 17% van het letsel bij laag energetische vallen werd veroorzaakt door een val op de grond en
door een val van trap.
31
Het grote scala aan variabelen uit de prehospitale fase, van de opvang en van de daarop volgende
klinische fase dat is opgenomen in de traumaregistratie, biedt mogelijkheden voor wetenschappelijk
onderzoek. De traumaregistratie wordt veelvuldig geraadpleegd door onderzoekers. Dit leidt tot
diverse publicaties in peer reviewed wetenschappelijke tijdschriften.
Publicaties uit 2015 met gegevens uit de traumaregistratie Midden-Nederland:
Isolated hip fracture care in an inclusive trauma system: A trauma system wide evaluation.
van Laarhoven JJ, van Lammeren GW, Houwert RM, van Laarhoven CJ, Hietbrink F, Leenen LP,
Verleisdonk EJ Injury, 2015: 46(6): 1042-6. doi: 10.1016?j.injury.2015.02.015.
Demographic Patterns and Outcomes of Patients in Level I Trauma Centers in Three
International Trauma Systems.
Gunning AC, Lansink KW, van Wessem KJ, Balogh ZJ, Rivara FP, Maier RV, Leenen LP
World J Surg. 2015 Nov; 39(11):2677-84. doi: 10.1007?s00268-015-3162-x.
Onderzoek
32
ColofonTraumazorg regio Midden-Nederland
Jaarbeeld 2015
Uitgave van
Traumazorgnetwerk Midden-Nederland
Samenstelling
Stasja Aspers
Daniëlle van Boxtel
Heidi Euverman
Vormgeving
Barbara Hagoort,
Marketing & communicatie,
UMC Utrecht
Druk
Drukkerij Pascal Libertas, Utrecht
www.traumazorgnetwerkmn.nl