84
STS 22 METSELWERK voor LAAGBOUW Deel 2: STS 22-2: Metselwerk voor laagbouw- Stabiliteit Versie van augustus 2019

STS 22-2: Metselwerk voor laagbouw - Stabiliteit...deel 1 tot en met deel 6, • mortels die behoren tot de geharmoniseerde productnorm NBN EN 998-2, en ter plaatse gemaakte mortels,

  • Upload
    others

  • View
    7

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

STS 22

METSELWERK voor LAAGBOUW

Deel 2:

STS 22-2: Metselwerk voor laagbouw- Stabiliteit

Versie van augustus 2019

2

De missie van de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie bestaat erin om de voor-waarden te scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goe-deren-en dienstenmarkt in België. In dat kader heeft de Algemene Directie Kwaliteit en Veilig-heid deze publicatie uitgebracht die als doel heeft een instrument tot optimalisatie of norma-lisatie van de kwaliteit in de bouw ter beschikking te stellen van overheidsdiensten en bedrijven van de bouwsector.

FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND & ENERGIE Algemene Directie Kwaliteit en Veiligheid Afdeling Kwaliteit en Innovatie Dienst Voorschriften in de Bouw North Gate Koning Albert II-laan 16 1000 - Brussel Tel.: 02 277 81 76 Fax: 02 277 54 44

Ondernemingsnummer: 0314.595.348

http://economie.fgov.be

Verantwoordelijke uitgever: Chris Van der Cruyssen Directeur-generaal a.i. Algemene Directie Kwaliteit en Veiligheid North Gate Koning Albert II-laan 16 1000 Brussel

“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”

3

Voorwoord

Deze STS werden opgesteld overeenkomstig de procedure BURTCB/CTC-2013-002 door de werkgroep, die door de gemandateerde instelling - het Technisch Controlebureau voor het Bouwwezen (SECO) - hiervoor werd opgericht.

Ze werden op 10.06.2019 door die werkgroep goedgekeurd. Het ontwerp van de STS is door de Dienst Voorschriften in de Bouw, Afdeling Kwaliteit en Innovatie van de Algemene Directie Kwaliteit en Veiligheid van de Federale Overheidsdienst Economie beoordeeld. Deze evaluatie is aan de Technische Commissie voor de Bouw voorgelegd, die het voorstel gevalideerd heeft op de hieronder aangegeven datum, conform artikel 9 van het koninklijk besluit van 1 februari 2018 betreffende de statuten en de procedure voor de vaststelling van de Technische Specifi-caties.

De verantwoordelijkheid over de technische inhoud van de STS is ten laste van de organisatie die het mandaat heeft verkregen voor de opstelling van de STS.

Vijf jaar na publicatiedatum wordt de noodzaak tot herziening van deze STS geëvalueerd. In voorkomend geval wordt, conform het voormelde koninklijk besluit, de tekst van deze STS aan-gepast.

De typevoorschriften ontslaan de ontwerpers, de kopers en de verkopers niet van hun aan-sprakelijkheid. Zij behelzen geen waarborg van de overheid, noch van de opstellers van de STS en zij verlenen de verkrijger geen alleenrecht op de vervaardiging of op de verkoop.

Deze gevalideerde STS zijn gepubliceerd op de website van de FOD Economie (https://economie.fgov.be/nl/).

Deze STS vervangen het deel over stabiliteit van “STS 22 – Metselwerk voor laagbouw: deel 3: uitvoering – uitgave 1987”

Brussel, 14 augustus 2019

Chris Van der Cruyssen

Directeur-generaal a.i.

4

Inhoud

1.Inleiding ...........................................................................................................................................7 Algemeen ................................................................................................................................ 7 Algemene bepalingen over de STS ........................................................................................ 7

Betekenis, rol en statuut van de STS ............................................................................ 7 Totstandkomingsproces ................................................................................................. 8 Samenstelling van de werkgroep .................................................................................. 8 Geldigheid en actualisatie .............................................................................................. 8 Verwijzing naar andere specificaties ............................................................................. 8

2. Stabiliteit ........................................................................................................................................9 Algemeen ................................................................................................................................ 9

Definities ......................................................................................................................... 9 Normen ......................................................................................................................... 10 Toepassingsgebied ....................................................................................................... 10 Begrenzing van het toepassingsgebied ....................................................................... 11 Bijkomende voorwaarden ............................................................................................ 12

Berekening van dragend metselwerk onderhevig aan verticale belastingen ................... 15 Algemeen ...................................................................................................................... 15 Bepaling van de optredende normaalkrachten .......................................................... 15 Druksterkte van de metselstenen voor dragend metselwerk ................................... 15 Druksterkte van het metselwerk ................................................................................. 16 Bepaling van de reductiefactor ten gevolge van slankheid en excentriciteit............ 18 Rekenvoorbeeld ............................................................................................................ 21 Opleg vloeren op dragende wanden ............................................................................ 23 Puntlasten ..................................................................................................................... 25 Invloed van isolerende kimlagen ................................................................................. 28

Rekenvoorbeeld ............................................................................................................ 30 Berekening van metselwerk onderhevig aan horizontale belastingen ............................. 31

Bepaling van de buigtreksterkte onder belasting loodrecht op het vlak .................. 31 Bepaling van de optredende buigmomenten MEd1 en MEd2 ......................................... 33 Rekenvoorbeeld ............................................................................................................ 35 Gewapende muren ....................................................................................................... 35 Rekenvoorbeeld ............................................................................................................ 36 Berekening van dwarswanden (of afschuifwanden) ................................................... 37

Nazicht van metselwerk op afschuifkrachten ten gevolge van seismische krachten ............ 44 Algemeen ...................................................................................................................... 44 Aardbevingsgevaar ....................................................................................................... 44 Expliciet nazicht van aardbevingsstabiliteit ................................................................ 47 Vereenvoudigde methode van nazicht tegen aardbevingen ....................................... 48

Bijlage 1. Maximale overspanningen van einddragers die verticaal belast worden ................ 57 Bijlage 2. Karakteristieke druksterkte van metselwerk ............................................................ 62 Bijlage 3. Buigend-momentencoëfficiënten in enkelbladige zijdelings belaste wanden met een dikte ≤ 250 mm ...................................................................................................................... 68 Bijlage 4. Windlasten .................................................................................................................... 74 Bijlage 5. Minimaal percentage aan shear walls in aardbevingszones .................................... 77 Bijlage 6. Zone-indeling van de Belgische gemeenten .............................................................. 80

“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”

5

Tabel 2.1.1. Groepsindeling volgens NBN EN 1996-1-1 .................................................... 14

Tabel 2.2.1. Belastingfactoren ........................................................................................... 15

Tabel 2.2.2. Vormfactor δ ................................................................................................... 16

Tabel 2.2.3. Druksterkte van metselwerk met gewone mortel ........................................ 17

Tabel 2.2.4. Druksterkte van metselwerk met lijmmortel ................................................ 17

Tabel 2.2.5. Veiligheidscoëfficiënten .................................................................................. 18

Tabel 2.2.6. Minimale waarden van a1 (mm) ...................................................................... 24

Tabel 2.2.7. Minimale waarden van a2 (mm) ...................................................................... 24

Tabel 2.2.8. waarden van Δa2 (mm) .................................................................................... 24

Tabel 2.2.9. Minimale waarden van a3 (mm) ...................................................................... 24

Tabel 2.2.10. Minimale waarden van a1 (mm) .................................................................... 27

Tabel 2.2.11. Waarden van a2 (mm) .................................................................................... 27

Tabel 2.2.12. Waarde van Δa2 (mm) .................................................................................... 27

Tabel 2.2.13. Waarde van a3 (mm) ...................................................................................... 27

Tabel 2.3.1. “Tabel 3.10 ANB” Karakteristieke buigsterkte fxk1 en fxk2 .............................. 32

Tabel 2.3.2. Waarden van α in functie van oplegvoorwaarden, μ en h/l ........................... 34

Tabel 2.3.3. Windklassen .................................................................................................... 38

Tabel 2.3.4. Karakteristieke afschuifsterkte fvk0 ................................................................ 40

Tabel 2.3.5. Waarden van ct [ m²/kN ] ................................................................................ 44

Tabel 2.4.1. Categorieën van belangrijkheid van gebouwen ............................................. 45

Tabel 2.4.2. Indeling in bodemsoorten ............................................................................... 46

Tabel 2.4.3. Coëfficiënt S in functie van bodemsoort ........................................................ 46

Tabel 2.4.4. Voorwaarden voor weerstand tegen aardbevingen ....................................... 47

Tabel 2.4.5. Coëfficiënt β in functie van het aantal verdiepingen ..................................... 48

Tabel 2.4.6. Constructieve schikkingen naargelang het seismische risico...................... 50

Tabel 2.4.7. Minimale capaciteit van over te brengen krachten bij betonnen vloeren .... 50

Tabel 2.4.8. Minimale capaciteit van over te brengen krachten bij houten vloeren ........ 51

Tabel 2.4.9. Wrijvingsweerstand in functie van belasting en opleglengte (in kN/m) ....... 52

Tabel 2.4.10. Bijkomende wapening naargelang de over te brengen krachten ............... 53

6

Figuur 2.1.1. Bepaling van de gemiddelde hoogte ............................................................ 11

Figuur 2.1.2. Muur als einddrager ..................................................................................... 13

Figuur 2.2.1. factor ρ 2 ........................................................................................................ 19

Figuur 2.2.2. factor ρ 3 ........................................................................................................ 19

Figuur 2.2.3. factor ρ 4 ........................................................................................................ 19

Figuur 2.2.4. Reductiefactor voor slankheid ..................................................................... 19

Figuur 2.2.5. Reductiefactor Φs ......................................................................................... 20

Figuur 2.2.6. Voorbeeld 1 ................................................................................................... 21

Figuur 2.2.7. Voorbeeld 2 ................................................................................................... 22

Figuur 2.2.8. Nominale opleglengte .................................................................................. 23

Figuur 2.2.9. Geconcentreerde last voor metselstenen van groep 1 ............................... 25

Figuur 2.2.10. Bijkomende voorwaarden bij geconcentreerde lasten ............................. 26

Figuur 2.2.11. Nominale opleglengte bij oplegging met oplegstrip ................................. 26

Figuur 2.2.12. Situatieschetsen voet spouwmuur (vereenvoudigde weergave) ............... 28

Figuur 2.2.13. Voorbeeld van beproeving druksterkte kimlaagsteen/2e laag metselsteen ............................................................................................................................................ 30

Figuur 2.3.1. Buiging van muren ....................................................................................... 32

Figuur 2.3.2. Berekening van de buigmomenten MEd1 et MEd2 ........................................... 33

Figuur 2.3.3. Kaarten van windsnelheden en aardbevingszones ..................................... 38

Figuur 2.3.4. Situatieschets afschuifweerstand ................................................................ 40

Figuur 2.3.5. Situatieschets rekenvoorbeeld .................................................................... 41

Figuur 2.3.6. Schikking dwarswanden ............................................................................... 43

Figuur 2.3.7. Dwars- of verstijvingswanden en eisen voor I-profielen ............................ 43

Figuur 2.4.1. Kaart aardbevingsgebieden ......................................................................... 45

Figuur 2.4.2. Planzicht van voorbeeldgebouw................................................................... 55

Kaart windsnelheden ......................................................................................................... 74

“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”

7

1. Inleiding

Algemeen

De STS 22 bevatten 4 delen:

• Deel 1: STS 22-1: Metselwerk voor laagbouw-Materialen

• Deel 2: STS 22-2: Metselwerk voor laagbouw-Stabiliteit

• Deel 3: STS 22-3: Metselwerk voor laagbouw- Thermische eigenschappen, Akoesti-sche isolatie, Brandweerstand en Luchtdichtheid

• Deel 4: STS 22-4: Metselwerk voor laagbouw- Algemene uitvoering van metselwerk

Onderhavige STS hebben betrekking op voorschriften voor metselwerk, uitgevoerd met

• metselstenen die behoren tot de geharmoniseerde productnormen NBN EN 771-deel 1 tot en met deel 6,

• mortels die behoren tot de geharmoniseerde productnorm NBN EN 998-2, en ter plaatse gemaakte mortels,

• hulpstukken zoals beschreven in de geharmoniseerde productnormen NBN EN 845-deel 1 tot en met deel 3.

en uitgevoerd volgens de voorschriften van Eurocode 6, Eurocode 8, de relevante koninklijke besluiten, ministeriële besluiten en Belgische normen.

Deze voorschriften beschrijven de eisen die aan producten kunnen worden gesteld, evenals aan de uitvoerders en uitvoeringswijzen. Ze zijn aangevuld met verduidelijkingen, plaatselijke regels en gebruiken, en de regels van de kunst, ten behoeve van mechanische weerstand en stabiliteit, brandveiligheid en eisen i.v.m. energieprestatie en akoestiek van gebouwen.

De voorschriften aangaande de stabiliteitsberekeningen zoals beschreven in hoofdstuk 3 “Sta-biliteit” hebben betrekking op metselwerk met een maximale hoogte van 20 m (cfr. NBN EN 1996-3).

Bij grotere hoogtes moet men de meer gedetailleerde voorschriften volgen van NBN EN 1996-1-1 (Eurocode 6) en NBN EN 1998-1 (Eurocode 8) telkens met hun nationale aanvulling.

Algemene bepalingen over de STS

Betekenis, rol en statuut van de STS

De STS zijn type voorschriften voor kenmerken van bouwproducten, bouwsystemen, bouwde-len of voor prestaties van integrale bouwwerken of gebouwen, welke ten dienste staan van de overheden en bouwactoren voor het realiseren van doelmatige, concrete voorschriften voor het bouwproces.

STS kunnen worden aangewend als verwijzingsdocument, leidraad of model voor concrete voorschriften. STS hebben op zich geen juridisch afdwingbaar statuut, doch kunnen juridisch afdwingbaar worden door dat ze als verwijzingsdocument worden aangewend in contracten, bestekken en reglementen.

STS kunnen in die zin worden beschouwd als een vorm van normalisatie van bouwvoorschrif-ten. Ze zijn gebaseerd op ervaringskennis en studies.

De bedoelde voorschriften kunnen slaan op de eigenschappen van producten, bouwsystemen en procedés, op het ontwerp of de uitvoering.

8

Totstandkomingsproces

Deze STS zijn opgesteld in overeenstemming met het ministerieel besluit van 6 september 1991 tot opstelling van typevoorschriften in de bouwsector, gewijzigd door het ministerieel be-sluit van 28 september 2009.

Samenstelling van de werkgroep

Voor onderhavige STS is de werkgroep als volgt samengesteld:

• Belgian Construction Certification Association (BCCA)

• Belgische Baksteenfederatie (BBF)

• Belgisch Centrum voor wetenschappelijk en technisch onderzoek voor de cement-industrie (CRIC-OCCN)

• BE-CERT

• Controlebureau voor de veiligheid van het bouwwezen in België (SECO)

• Federatie van Belgische Betonindustrie (FEBE)

• Federatie Belgisch Cellenbeton (FEBECEL)

• Federatie der Belgische producenten van industriële Cementgebonden Mortels (FEMO)

• Federale Overheidsdienst Economie

• Probeton – Beheersorganisme voor de controle van de betonproducten

• Université de Liège (Département d’Archtecture, Géologie, Environnement et Cons-tructions)

• Université de Mons (Département d’Architecture)

• Belgische Spiegelcommissie NBN E 25006

• Vlaamse Architectenorganisatie (NAV)

• Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf (WTCB)

In aanvulling van de leden van deze werkgroep of bij ontstentenis van verenigingen voor be-paalde categorieën belanghebbende partijen, verleenden individuele representatieve bedrij-ven eveneens hun medewerking.

Geldigheid en actualisatie

De inhoud van de STS wordt regelmatig geactualiseerd naargelang de regelgeving en de ver-anderingen in de normen en regels der kunst.

Verwijzing naar andere specificaties

Telkens wanneer relevant, verwijzen de STS naar officiële normatieve specificaties, zoals ze van kracht zijn bij de publicatie van deze STS. Indien na publicatie van deze STS nieuwe uitga-ven verschijnen, worden die van kracht en vervangen ze, waar nodig en indien tegenstrijdig, de betreffende paragrafen van deze STS.

“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”

9

2. Stabiliteit

Algemeen

Dit hoofdstuk is volledig in overeenstemming met de bepalingen van Eurocode 6 en Eurocode 8 en behandelt de vereenvoudigde rekenmethodes voor het ontwerpen van metselwerkcon-structies onder bepaalde toepassingsvoorwaarden (zie toepassingsgebied). Het volgt de regels van Eurocode 6.3 In §2.4 wordt verder ingegaan over de uit te voeren nazichten voor metsel-werkstructuren, onderhevig aan seismische belastingen. De stabiliteit, zoals hierna beschre-ven heeft enkel betrekking op metselwerk, uitgevoerd met metselstenen die behoren tot de normen 771-1 t.e.m. 6, mortels die behoren tot de norm EN 998-2 of ter plaatse gemaakte mortels.

Definities

De gebruikte definities van deel 1 (STS 22-1 Metselwerk voor laagbouw-Materialen) blijven geldig.

Afschuifsterkte van het metselwerk: de sterkte van het metselwerk door afschuiving.

Buigsterkte van het metselwerk: de sterkte van het metselwerk bij buiging.

Dragende wand: een wand die hoofdzakelijk is ontworpen om, naast zijn eigen gewicht, een opgelegde belasting te dragen.

Druksterkte van het metselwerk: de sterkte van metselwerk onder druk zonder de invloed van de belemmering door drukplaten, de slankheid en excentriciteiten van de belasting.

Dubbelbladige wand: een wand bestaande uit twee evenwijdige bladen waarvan de langsvoeg (= een verticale mortelvoeg binnen de dikte van de wand, evenwijdig aan het vlak van de wand) ertussen volledig is gevuld met mortel en de bladen zeker door spouwankers zijn verbonden om gezamenlijk de belasting te dragen.

E-modulus metselwerk: elasticiteitsmodulus van het metselwerk voor korte duur. Deze is in België normatief vastgelegd op 1000.fk (met fk = de karakteristieke drukweerstand van het metselwerk).

Enkelbladige wand: een wand zonder spouw of doorgaande langsvoeg in zijn vlak.

Gewapend metselwerk: metselwerk waarin staven of netten zijn opgenomen in mortel of be-ton zodat alle materialen samenwerken bij het weerstand bieden aan de belasting.

Niet-dragende wand: een wand die niet bedoeld is om krachten op te vangen, zodat deze kan worden verwijderd zonder de samenhang van de constructie aan te tasten.

Ongewapend metselwerk: metselwerk zonder voldoende hoeveelheid wapening om het als gewapend metselwerk te beschouwen.’

Spouwmuur: een wand, bestaande uit twee evenwijdige enkelvoudige bladen die onderling goed zijn verankerd met spouwankers of lintvoegwapening. De ruimte tussen de bladen is als doorgaande luchtspouw gelaten of gevuld of gedeeltelijk gevuld met niet-dragend thermisch isolatiemateriaal. Opmerking: een wand die bestaat uit twee bladen, gescheiden door een spouw, waarbij een van de bladen geen bijdrage levert aan de sterkte of de stijfheid van het andere blad, wordt beschouwd als een voorzetwand.

Steenverband: rangschikking van metselstenen in een regelmatig patroon om samenwerking te bereiken.

10

Verstijvingswand (ook soms dwarse verstijvingswand of afschuifwand genoemd): een wand die loodrecht tegen een andere wand is geplaatst om deze steun te geven tegen zijdelingse krachten of om weerstand te bieden tegen knik en op die manier bijdraagt aan de stabiliteit van het gebouw.

Normen

De normen, waarop dit deel van de STS 22 gebaseerd is, zijn:

• NBN EN 1990 + ANB (2013): Eurocode 0: Grondslag voor een constructief ontwerp

• NBN EN 1996-1-1 + ANB (2010): Eurocode 6-1-1: Ontwerp en berekening van con-structies van metselwerk – Deel 1-1 Gemeenschappelijke regels voor constructies van gewapend en van ongewapend metselwerk

• NBN EN 1996-2 + ANB (2011): Eurocode 6-2: Ontwerp en berekening van construc-ties van metselwerk – Deel 2: Ontwerp, materiaalkeuze en uitvoering van construc-ties van metselwerk

• NBN EN 1996-3 + ANB (2012): Eurocode 6-3: Ontwerp en berekening van construc-ties van metselwerk – Deel 3: Vereenvoudigde berekeningsmethoden voor ongewa-pende constructies van metselwerk

• NBN EN 1998-1 + ANB (2011): Eurocode 8: Ontwerp en dimensionering van aard-schokbestendige structuren – Deel 1: Algemene regels-Aardschokken en algemene voorschriften voor structuren

Er wordt in de tekst naar deze normen verwezen in een verkorte vorm zoals cursief aangege-ven. Indien er een nieuwe versie van voormelde normen van kracht is, is deze van toepassing en krijgt die voorrang op onderstaande tekst ingeval van tegenstrijdigheden.

Toepassingsgebied

Eurocode 6 is van toepassing op het ontwerp en de berekening van ongewapend, gewapend, voorgespannen en ingesloten metselwerk voor gebouwen en civieltechnische werken of on-derdelen daarvan.

Eurocode 6 heeft uitsluitend betrekking op eisen ten aanzien van de weerstand, de bruikbaar-heid en de duurzaamheid van constructies. Overige eisen, bijvoorbeeld ten aanzien van warmte- of geluidsisolatie zijn niet behandeld.

Eurocode 6 beschouwt geen speciale eisen voor aardbevingsbestendige ontwerpen. Voorzie-ningen voor dergelijke eisen zijn gegeven in §2.4 ”Weerstand tegen aardbevingen” (Eurocode 8), die een aanvulling is op en consistent is met Eurocode 6.

Getalwaarden van de belastingen op gebouwen en civieltechnische werken die bij het ontwerp en de berekening in rekening moeten worden gebracht, zijn niet gegeven in Eurocode 6. Deze zijn gegeven in Eurocode 1.

De STS 22-2 geven de vereenvoudigde rekenmethodes voor het ontwerpen van volgende met-selwerkconstructies, onder de hierna bepaalde toepassingsvoorwaarden:

• muren onder verticale belasting al dan niet onderworpen aan windbelasting;

• muren onder verticale puntlasten;

• muren onderworpen aan zijdelingse horizontale belastingen;

• dwarsverstijvende wanden.

“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”

11

Voor bouwwijzen die niet gedekt zijn door bovenstaande, moeten de berekeningen uitgevoerd worden volgens Eurocode 6-1-1.

De voorschriften zijn in overeenstemming met die uit Eurocode 6-1-1, maar zijn voorzichtiger wegens de beperkingen in hun gebruiksvoorwaarden.

Deze vereenvoudigde rekenmethode geldt enkel voor constructies in metselwerk zoals be-schreven in deel 4 (STS 22-4: Metselwerk voor laagbouw- Algemene uitvoering van metsel-werk).

Dit deel is niet van toepassing voor metselwerk met horizontale doorsneden met een opper-vlakte kleiner dan 0,04 m2.

Dit deel gaat niet in op weerstand bij brand. Dit wordt behandeld in deel 3 (STS 22-3: Metsel-werk voor laagbouw- Thermische eigenschappen, Akoestische isolatie, Brandweerstanden en Luchtdichtheid).

De STS 22-2 behandelt evenmin:

• bijzondere aspecten van speciale typen van gebouwen (bijvoorbeeld dynamische ef-fecten op hoge gebouwen);

• bijzondere aspecten van speciale soorten werken (zoals bruggen, dammen, schoor-stenen of vloeistofkerende constructies vervaardigd van metselwerk);

• bijzondere aspecten van speciale soorten constructies (zoals bogen en koepels);

• metselwerk waarin gipsmortels, met of zonder cement, zijn gebruikt;

• metselwerk waarin de stenen niet in verband zijn geplaatst (bijvoorbeeld metsel-werk, vervaardigd met onregelmatig gevormde natuurstenen);

• metselwerk dat is gewapend met een materiaal anders dan staal;

• voorgespannen metselwerk.

De vereenvoudigde rekenregels in de STS 22-2 zijn niet bruikbaar voor het narekenen van toe-vallige of accidentele situaties.

Begrenzing van het toepassingsgebied

Om de vereenvoudigde rekenregels te kunnen toepassen moeten, volgende voorwaarden ver-vuld zijn:

• de hoogte van het gebouw boven het maaiveld mag niet meer zijn dan 20 m. Voor ge-bouwen met schuine daken geldt de gemiddelde hoogte ha zoals getoond in figuur 2.1.1.;

Figuur 2.1.1. Bepaling van de gemiddelde hoogte

ha ha ha ha

12

• de overspanning van de door de muren gedragen vloeren, mag 7 m niet overschrijden (in geval gebruikgemaakt wordt van de vereenvoudigde berekeningsmethode voor de stabiliteitsberekening tegen aardbevingen (zie §2.4), wordt de overspanning beperkt tot 6 m);

• de overbrugging door het dak dat door de muren gedragen wordt mag niet meer be-dragen dan 7 m, tenzij het een licht dak is met vakwerkliggers. In dat geval geldt 14 m als maximale overspanning. (in geval gebruikgemaakt wordt van de vereenvoudigde berekeningsmethode voor de stabiliteitsberekening tegen aardbevingen (zie §2.4), wordt de overspanning beperkt tot respectievelijk 6 m en 12 m);

• de vrije hoogte tussen de vloeren mag niet meer bedragen dan 3,2 m. Indien de totale hoogte van het gebouw meer is dan 7,5 m mag de vrije hoogte van het gelijkvloers 4 m bedragen. (in geval gebruikgemaakt wordt van de vereenvoudigde berekeningsme-thode voor de stabiliteitsberekening tegen aardbevingen (zie §2.4), wordt de maximale vrije verdiepingshoogte beperkt tot 3 m);

• de karakteristieke waarde van de veranderlijke belastingen op vloeren en dak mag niet hoger zijn dan 5 kN/m²;

• de muren worden lateraal ingebonden door de vloeren en het dak in horizontale rich-ting in een rechte hoek t.o.v. het vlak van de muur, hetzij door de vloeren en het dak samen via geëigende methode, zoals ringbalken met voldoende stijfheid volgens § 8.5.1.1 van Eurocode 6-1-1 ;

• de dragende muren zijn verticaal boven elkaar geplaatst over hun totale hoogte;

• vloeren en daken hebben opleggingen op de muren van minstens 0,4 t (met de muur-dikte), met een minimum van 75 mm (in geval gebruikgemaakt wordt van de vereen-voudigde berekeningsmethode voor de stabiliteitsberekening tegen aardbevingen (zie §2.4), moet de totale opleg minstens 2/3 van de muurdikte bedragen, met een minimum van 85 mm);

• de eindkruipcoëfficiënt van het metselwerk φ͚ is niet hoger dan 2;

• muurdikte en druksterkte van het metselwerk zijn te controleren op elke verdieping, tenzij ze onveranderlijk zijn over alle verdiepingen.

Bijkomende voorwaarden

Voor muren die het eindsteunpunt vormen van vloeren (zie figuur 2.1.2), mag de vereenvou-digde rekenmethode enkel worden toegepast indien de overspanning van de vloer lf niet groter is dan

• 7 m indien NEd ≤ kG t b fd

• 7 m en lf ≤ 4,50 + 10 t (t in m) in geval fd > 2,5 N/mm2

• 6 m en lf ≤ 4,50 + 10 t (t in m) in geval fd ≤ 2,5 N/mm2

met

NEd de ontwerp verticale belasting op de beschouwde verdieping; t de werkelijke dikte van de muur, of van het dragend blad in een spouwmuur, in me-

ter; b de breedte waarover de verticale belasting effectief inwerkt; fd de ontwerpdruksterkte van het metselwerk; kG = 0,2 voor metselwerk met metselstenen Groep 1

“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”

13

= 0,1 voor metselwerk met metselstenen Groep 2, Groep 3 en Groep 4

Figuur 2.1.2. Muur als einddrager

h

In bijlage 1 van dit deel worden de maximale overspanningen van einddragers weergegeven in tabelvorm voor de meest voorkomende breedtes en voor groep 1-stenen en groep 2 & 3 ste-nen.

Muren die als eindsteun van vloeren of daken fungeren en ook nog onderhevig zijn aan wind-belasting moeten bemeten worden volgens onderstaande §2.3 op voorwaarde dat de werke-lijke dikte (nominale) dikte) van het dragend blad

• ≥ 140 mm als de verdiepingshoogte ≤ 3000 mm • ≥ 140 mm als de verdiepingshoogte > 3000 mm en ≤ 3500 mm en een windlast< 1800

N/m • ≥ 175 mm als de verdiepingshoogte > 3000 mm en ≤ 4000 mm

In het geval van berekening volgens EC8 (zie §2.4), kunnen bijkomende eisen grotere diktes van de muren vereisen.

− Ter herinnering worden hierna nogmaals volgende begrippen verduidelijkt (zie ook Deel 1: STS 22-1: Metselwerk voor laagbouw-Materialen):

• Categorie I en categorie II-stenen voor dragend metselwerk

De te declareren waarden van druksterkte zijn de gegarandeerde gemiddelde druksterkte of de karakteristieke druksterkte van de metselsteen en de gemiddelde genormaliseerde druk-sterkte.

Categorie I-stenen zijn stenen waarvan de druksterkte door de producent gedeclareerd wordt met een betrouwbaarheidsniveau van 95 %. Hij moet hiervoor beschikken over een FPC-systeem dat voldoet aan de eisen van de productnorm en dit laten goedkeuren door een er-kende instantie (Notified Body). Indien de producent hieraan voldoet, reikt deze erkende in-stantie een “EC Certificaat van de FPC” uit. Deze producenten voldoen voor de beoordeling en verificatie van de prestatiebestendigheid aan het niveau AVCP 2+.

Categorie II-stenen zijn metselstenen die niet voldoen aan de hierboven vermelde eisen van de betrouwbaarheid van 95 % aangaande de druksterkte. Er wordt in de normen geen be-trouwbaarheidsniveau van de verklaring van de druksterkte opgelegd. Deze producenten vol-doen voor de beoordeling en verificatie van de prestatiebestendigheid aan het niveau AVCP 4 (enkel eigen verklaring van de fabrikant).

Bovenstaande heeft zijn invloed op de te gebruiken veiligheidscoëfficiënten, die moeten ge-bruikt worden bij de berekening van de rekenwaarde van de druksterkte van het metselwerk (zie tabel 2.2.5). In het geval van berekend dragend metselwerk is het aan te raden de confor-miteit van druksterkte van de geleverde stenen na te gaan door beproeving van metselstenen,

14

bemonsterd conform bijlage A van de Europese norm, en dit vooraleer de stenen te verwerken. Hierbij moet in acht genomen worden dat elk individueel resultaat hoger moet zijn dan 80 % van de gedeclareerde gemiddelde waarde en dat de variatiecoëfficiënt ≤ 25 % moet zijn.

Stenen van categorie I, waarvan de fabrikant bovendien een certificaat van productcontrole , uitgereikt door een onafhankelijke erkende instelling kan voorleggen, worden over het alge-meen van deze beproevingen vrijgesteld.

• Groepsindeling

Naargelang hun configuratie worden de stenen ingedeeld in groepen.

Tabel 2.1.1. Groepsindeling volgens NBN EN 1996-1-1 Materialen en grenzen voor metselstenen

Groep 1S (alle ma-terialen) c

Groep 1 (alle ma-terialen)

c

Groep 2 Groep 3 Groep 4

Stenen Verticale gaten Horizontale gaten

Volume van alle gaten(% van het bruto volume)

≤ 5 ≤ 25

baksteen > 25 ; ≤ 55 > 25 ; ≤ 70 >25 ; ≤ 70 kalkzandsteen > 25 ; ≤ 55 Niet gebruikt Niet gebruikt

beton b > 25 ; ≤ 60 > 25 ; ≤ 70 > 25 ; ≤ 60 Volume van ie-der gat(% van het bruto vo-lume)

Geen ei-sen ≤ 12,5

baksteen

Elk van de verschil-lende gaten ≤ 2

Grijpgaten tot een totaal van 30

Elk van de verschil-lende gaten ≤ 2

Grijpgaten tot een to-taal van 12,5

Elk van de ver-schillende gaten

≤ 30

kalkzandsteen

Elk van de verschil-lende gaten ≤ 15

Grijpgaten tot een totaal van 30

Niet gebruikt Niet gebruikt

beton b

Elk van de verschil-lende gaten ≤ 30

Grijpgaten tot een totaal van 30

Elk van de verschil-lende gaten ≤ 30

Grijpgaten tot een to-taal van 30

Elk van de ver-schillende gaten

≤ 25

Gedeclareerde waarde van de dikte van het lijf en de schil [mm]

Geen eisen

Geen eisen

lijf schil lijf schil lijf schil baksteen 5 8 3 6 6 6

kalkzandsteen 5 10 Niet gebruikt Niet gebruikt

beton b 15 18 15 15 20 20

Gedeclareerde waarde van de gecombineerde dikte van het lijf en de schil (% van de totale dikte)

Geen eisen

Geen eisen

baksteen ≥ 16 ≥ 12 ≥ 16 kalkzandsteen ≥ 20 Niet gebruikt Niet gebruikt

beton b ≥ 18 ≥ 15 ≥ 45

a: de gecombineerde dikte is de dikte van de lijven en de schillen, gemeten horizontaal in de van belang zijnde rich-ting. De toets moet zijn gezien als een kwalificatietest en hoeft alleen te zijn herhaald in geval van principiële veran-deringen in de ontwerpafmetingen van de stenen. b: in het geval van conische of celvormige gaten, moet de gemiddelde waarde van de dikte van de lijven en de schil-len zijn gebruikt. c: Metselstenen van Groep 1 en Groep 1S mogen uitsparingen bevatten zoals bijvoorbeeld mortelholtes, profileringen of grijpgaten in het legvlak voor zover deze beschouwd zijn als gevuld in het metselwerk.

Nota: Het is gebruikelijk dat de fabrikant mededeelt onder welke groep zijn producten vallen, zo niet is hij verplicht de volledige configuratie mee te delen, zodat de ontwerper zelf hieruit de groep kan afleiden.

“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”

15

Berekening van dragend metselwerk onderhevig aan verticale belastingen

Algemeen

De nazichtsberekening van de sterkte van een dragende muur verloopt in 4 fasen:

bepaling van de optredende normaalkrachten NEd;

• bepaling van de genormaliseerde druksterkte van de stenen fb;

• berekening van de sterkte van het metselwerk fd;

• bepaling van de reductiefactor ten gevolge slankheid en excentriciteit Φs.

De opneembare normaalkrachten NRd van een muur met dikte moet dan groter of gelijk zijn dan NEd

NRd = Φs. t . fd ≥ NEd

Bepaling van de optredende normaalkrachten

De optredende normaalkrachten worden bepaald in uiterste grenstoestand.

Hiertoe worden de lasten vermenigvuldigd met een belastingfactor (ponderatiecoëfficient).

Deze factor bedraagt 1,35 voor vaste lasten en 1,5 voor mobiele lasten (zie ook Eurocode 0).

Indien een deelbelasting een gunstige invloed heeft op de beschouwde belasting wordt een factor 0,9 gebruikt voor vaste lasten en 0,0 voor mobiele lasten.

Tabel 2.2.1. Belastingfactoren

γF ongunstig gunstig vaste lasten 1,35 0,90 mobiele lasten 1,50 0

Zie voorbeeld onder § 2.2.6

Druksterkte van de metselstenen voor dragend metselwerk

De genormaliseerde druksterkte van de metselsteen moet door de producent worden opge-geven.

Indien deze gegevens niet bekend zijn, wordt de genormaliseerde gemiddelde druksterkte van de metselstenen als volgt bepaald:

fb = δ. δc . fmean

waarbij

• fmean: de door de fabrikant gedeclareerde gemiddelde druksterkte van de metselste-nen;

• δc = de conditioneringsfactor:

• δc = 1 voor bakstenen, betonmetselstenen en cellenbetonmetselstenen;

• δc = 0,8 voor kalkzandsteen (bepaald op ovendroge monsters);

• δ = de vormfactor (afhankelijk van steenafmetingen) overeenkomstig NBN EN 772-1. Onderstaande tabel geeft de meest voorkomende combinaties weer.

16

Tabel 2.2.2. Vormfactor δ

Hoogte in

(mm)

kleinste horizontale afmeting in mm

50 90 100 115 140 150 175 190 200 240 ≥250 40 0,80 0,72 0,70 45 0,83 0,75 0,73 50 0,85 0,77 0,75 0,74 0,71 0,70 65 0,95 0,87 0,85 0,82 0,77 0,75 0,73 0,71 0,70 0,66 0,65 70 0,98 0,89 0,87 0,84 0,79 0,77 0,74 0,73 0,71 0,67 0,66 80 1,04 0,94 0,91 0,88 0,83 0,81 0,78 0,76 0,74 0,70 0,69 90 1,09 0,99 0,96 0,93 0,88 0,86 0,81 0,79 0,77 0,73 0,72 100 1,15 1,03 1,00 0,97 0,92 0,90 0,85 0,82 0,80 0,76 0,75 115 1,20 1,09 1,06 1,03 0,98 0,96 0,91 0,88 0,86 0,82 0,81 140 1,27 1,18 1,16 1,13 1,08 1,06 1,01 0,98 0,96 0,92 0,91 150 1,30 1,22 1,20 1,17 1,12 1,10 1,05 1,02 1,00 0,96 0,95 175 1,38 1,30 1,28 1,25 1,20 1,18 1,13 1,10 1,08 1,04 1,03 190 1,42 1,34 1,32 1,29 1,24 1,22 1,17 1,14 1,12 1,08 1,07 200 1,45 1,37 1,35 1,32 1,27 1,25 1,20 1,17 1,15 1,11 1,10 240 1,53 1,45 1,43 1,40 1,35 1,33 1,28 1,25 1,23 1,16 1,14 ≥250 1,55 1,47 1,45 1,42 1,37 1,35 1,30 1,27 1,25 1,17 1,15

Tussenliggende waarden kunnen bekomen worden door lineaire interpolatie

Daar de vormfactor voor bakstenen van groep 2 en 3 per slot van rekening niet in rekening wordt gebracht voor de berekening van fk en de conditioneringsfactor δc =1 beschouwen we:

• fb = fmean voor groep 2 en groep 3-stenen, op voorwaarde dat K = de waarde van de co-efficiënten van tabel 2.2.3 en tabel 2.2.4;

• fb = δ.fmean voor metselbakstenen van groep 1.

Druksterkte van het metselwerk

De karakteristieke druksterkte van het metselwerk wordt bepaald door

• hetzij proeven om muurtjes volgens NBN EN 1052-1; • hetzij door gebruik te maken van de formules in §2.2.4.2 en §2.2.4.3.

Opmerking:

• om gebruik te kunnen maken van de formules moet

- de metselsteen behoren tot een van de vroeger vermelde “groepen”; - de legvlakken volledig gevuld zijn met mortel.

• indien de metselsteen niet behoort tot een van de hoger vermelde groepen, of indien gebruikgemaakt wordt van “shell bedded” metselwerk, moet de karakteristieke druk-sterkte van het metselwerk bepaald worden door proeven op muurtjes volgens NBN EN 1052-1.

De druksterkte van het metselwerk is afhankelijk van de druksterkte van de metselstenen fb of fmean (in geval van bakstenen van groep 2 of 3) en van de gemiddelde druksterkte van de mor-tel fm. De karakteristieke druksterkte van het metselwerk wordt bepaald door gebruik te ma-ken van de formules van tabel 2.2.3.

“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”

17

Tabel 2.2.3. Druksterkte van metselwerk met gewone mortel

Metselwerk in Groep 1 Groep 2 Groep 3 - bakstenen 0,50 . fb

0,65 . fm0,25 0,50 . fmean

0,65 . fm0,25 0,40 . fmean

0,65 . fm0,25

- betonmetselstenen 0,60 . fb0,65 . fm0,25 0,50 . fb0,65 . fm0,25 0,45 . fb0,65 . fm0,25 - kalkzandsteen 0,60 . fb0,65 . fm0,25 0,50 . fb0,65 . fm0,25 - cellenbetonmet-selsteen

0,60 . fb0,65 . fm0,25

Waarbij

• voor fb geen grotere waarde dan 75 N/mm² aangehouden wordt;

• voor fm geen grotere waarde dan 20 N/mm² en dan 2fb aangehouden wordt;

• de variatiecoëfficiënt van de druksterkte van de metselsteen niet groter is dan 25 %.

Voor de meest gebruikelijke combinaties van stenen en mortel, kan men de waarden van de karakteristieke druksterkte van het metselwerk terugvinden in de tabellen in bijlage 2.

De druksterkte van het metselwerk is afhankelijk van de druksterkte van de metselstenen (fb of fmean (in het geval van bakstenen van groep 2 of 3).

Metselwerk met lijmmortel moet een lintvoeg hebben van 0,5 tot 3 mm.

De karakteristieke druksterkte van het metselwerk wordt bepaald door gebruik te maken van de formules van onderstaande tabel 2.2.4.

Tabel 2.2.4. Druksterkte van metselwerk met lijmmortel

Metselwerk in Groep 1 Groep 2 Groep 3 - bakstenen 0,50 . fmean0,80 0,40 . fmean0,80 - betonmetselstenen 0,80 . fb0,85 0,65 . fb0,85 0,50 . fb0,85 - kalkzandsteen 0,80 . fb0,85 0,55 . fb0,85 - cellenbetonmet-selsteen

0,80 . fb0,85

Waarbij

• voor fb geen grotere waarde dan 50 N/mm² wordt aangehouden;

• de variatiecoëfficiënt niet groter is dan 25 %.

Nota: De voegen met een dikte tussen 3 mm en 6 mm kunnen worden aangebracht als de mortels speciaal zijn ontworpen voor het specifieke gebruik en de berekening kan worden gebaseerd op het gebruik van veel-gebruikte mortel.

Voor de meest gebruikelijke combinaties stenen, kan men de waarden van de karakteristieke druksterkte van het metselwerk terugvinden in de tabellen in bijlage 2.

De rekenwaarde fd wordt bekomen door de karakteristieke druksterkte fk te delen door de vei-ligheidsfactor op metselwerk.

De veiligheidscoëfficiënten op het metselwerk worden als volgt bepaald:

18

Tabel 2.2.5. Veiligheidscoëfficiënten

Materiaal γM KLASSE

Code Metselwerk vervaardigd met S N A Metselstenen van categorie I met productcertificaat

Prestatiemortel met productcertificaat 2,0 2,5

B Metselstenen van categorie I Willekeurige mortel

2,3 2,8

C Metselstenen van categorie II Willekeurige mortel

3,0 3,5

De eisen voor de prestatiemortels staan in NBN EN 998-2 en Eurocode 6.2.

Uitvoeringsklasse N (normaal): de uitvoering staat onder doorlopend toezicht van gekwalifi-ceerd en ervaren personeel van het uitvoerend bedrijf en vormt het voorwerp van een normaal toezicht door de ontwerper.

Uitvoeringsklasse S (bijzonder): bij klasse S heeft men naast een controle door gekwalificeerd personeel uit het bouwbedrijf een frequente controle door gekwalificeerd personeel onafhan-kelijk van het uitvoerend bouwbedrijf.

Bepaling van de reductiefactor ten gevolge van slankheid en excentriciteit

De slankheid is de verhouding tussen effectieve hoogte hef en effectieve muurdikte tef.

De effectieve muurdikte tef is bij enkelvoudige muren gelijk aan de werkelijke dikte.

Bij samengestelde muren bestaande uit muurvlakken met dikte t1 en t2 is de effectieve dikte tef

als volgt bepaald:

𝑡𝑡𝑒𝑒𝑒𝑒 = �𝑘𝑘𝑡𝑡𝑒𝑒𝑒𝑒 . 𝑡𝑡1³ + 𝑡𝑡2³3

Waarbij:

• t1 en t2 de feitelijke dikten van de bladen of, als dit van toepassing is hun eigen effectieve dikten, waarbij t1 de dikte van het buitenblad of het niet dragende blad en t2 de dikte van het binnen- of dragende blad zijn;

• ktef een factor is die de relatieve E-waarden van de bladen t1 en t2 in rekening brengt.

ktef = E1/E2

en ktef ≤ 2

De effectieve muurhoogte hef is de werkelijke muurhoogte vermenigvuldigd met een reductie-factor ρn (=ρ2 of ρ3 of ρ4).

• ρ2 = reductiefactor afhankelijk van de inklemmingsgraad aan boven- of onderzijde

o = 0,75 voor muren die voldoende ingeklemd zijn (bv. tussen betonvloeren); o = 1,00 voor muren die als scharnierend beschouwd worden (bv. houten vloe-

ren, of betonnen vloeren met aan de onderzijde samendrukbaar materiaal).

“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”

19

Figuur 2.2.1. factor ρ 2

h

• ρ3 = reductiefactor voor muren die aan één verticale en 2 horizontale zijden onder-

steund zijn;

Figuur 2.2.2. factor ρ 3

• ρ4 = reductiefactor voor muren die aan 2 verticale en 2 horizontale zijden ondersteund

zijn.

Figuur 2.2.3. factor ρ 4

Figuur 2.2.4. Reductiefactor voor slankheid

Grafiek 2.2.4 geeft de waarde van

• ρ3 voor muren die aan één zijde zijn ondersteund en van

• ρ4 voor muren die aan beide randen ondersteund zijn door een dwarsmuur.

ρ2 = 1,0 ρ2 = 0,75 h

l

h

l

h

ρ2 = 1,0

20

H/L is de verhouding tussen de hoogte van de muur en de afstand tussen de verticale onder-steuningen.

Mits het nauwkeurig bepalen van de excentriciteiten kan op basis van Eurocode 6-1-1 de re-ductiefactor Φ bepaald worden ter bepaling van de sterkte van de muur. Een vereenvoudigde methode bestaat erin de reductiefactor Φs te bepalen in functie van hef/tef en lf,ef.

Voor eenzijdig belaste muren (bv. gevelmuren) waarop een vloer met overspanning L aangrijpt is

• lf,ef = L;

• lf,ef = 0,70 L indien de muur continu is over meerdere steunpunten of indien de vloer vervaardigd is uit gewapend beton en in 2 richtingen draagt;

• lf,ef = 0,50 L indien de muur continu is over meerdere steunpunten én de vloer vervaar-digd is uit gewapend beton en in 2 richtingen draagt.

Voor muren die aan weerszijden belast zijn met een vloer met overspanning L1 en L2 heeft men Lf,ef = lf,ef1 – lf,ef2 waarbij lf,ef1 en lf,ef2 voor beide overspanningen als hierboven bepaald wordt.

De grafische voorstelling van hoger vermelde formules is weergegeven in figuur 2.2.5.

Figuur 2.2.5. Reductiefactor Φs

“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”

21

Rekenvoorbeeld

Figuur 2.2.6. Voorbeeld 1

Muur van een gebouw met 3 bouwlagen, gemiddelde overspanning van de vloeren 4 m

Percentage aan muuropeningen: ʓ = 20 %

• Betonvloer 16cm: 0,16 m x 2500 kg/m³ = 400 kg/m² (4,0 kN/m²)

• Chappe en vloerafwerking: 200 kg/m² (2 kN/m²)

o => per niveau: 1,35 x (4,0 + 2,0) x 4,00 = 32,4 kN/m • Mobiele overlast 3,00 kN/m²

o => per niveau: 1,50 x 3,0 x 4,00 = 18,0 kN/m • Muurhoogte 2,70 m – muurdikte 0,14 m – volumegewicht 1400 kg/m³ (14,0 kN/m³)

o => per niveau: 1,35 x 0,14 x 2,70 x 14,0 = 7,14 kN/m o =>optredende normaalkracht in onderste bouwlaag is dan

NEd = 3 x (32,4 + 18,0 + 7,14) = 172,6 kN/m

Metselwerk: snelbouw–gemiddelde druksterkte fmean = 20 N/mm2

Mortel: mortel voor algemene toepassing - morteldruksterkte fm = 15 N/mm²

Stenen 290 x 140 x 190 mm (groep 2), categorie I met productcertificaat

• fk = 0,50 x 200.65 x 150.25 = 6,90 N/mm2

Prestatiemortel met productcertificaat

Uitvoeringsklasse N ->γM = 2,50

• fd = 6,9 / 2,5 = 2,76 N/mm²

Muur onder en boven ingeklemd maar niet horizontaal ondersteund: ρ2 = 0,75

• hef = 0,75 x 2,70 = 2,02 m

• tef = 140 mm = 0,14 m

• hef / tef = 14,5 en lf,ef = 4 m (vloeroverspanning)

Φs= 0,62

Omwille van het percentage aan openingen (ʓ= 20 %) wordt de opneembare lijnlast vermenigvuldigd met een factor (1-0,20)

o NRd = (1-ʓ) Φs t fd = 0,80 x 0,62 x 140 x 2,76= 191,6 kN/m> 172,6 kN/m

22

• NRd>NEd: de muur voldoet dus

Figuur 2.2.7. Voorbeeld 2

Muur in een gebouw met 4 bouwlagen, gemiddelde overspanning van de vloeren 5 m

Percentage aan muuropeningen: ʓ = 20 %

• Betonvloer 18 cm: 0,18 m x 2500 kg/m³ = 450 kg/m² (4,5 kN/m²)

• Chape en vloerafwerking: 200 kg/m² (2 kN/m²)

• Per niveau: 1,35 x (4,5 + 2) x 5 = 43,9 kN/m

• Mobiele overlast 3 kN/m²

• Per niveau: 1,50 x 3 x 5 = 22,50 kN/m

• Muurhoogte 3 m – muurdikte 0,15 m – volumegewicht 1800 kg/m³ (18 kN/m³)

• Per niveau: 1,35 x 0,15 x 3 x 18 = 10,94 kN/m

• =>Optredende normaalkracht in onderste bouwlaag is dan NEd = 4 x (43,9 + 22,50 + 10,94) = 309,4 kN/m²

Metselwerk volle lijmblokken in kalkzandsteen - druksterkte 25 N/mm2

Stenen 298x150x198 mm ( groep 1 ), categorie I met productcertificaat

• fk = 12,3 N/mm2 (uit tabel bijlage 2)

Prestatiemortel met productcertificaat

Uitvoeringsklasse N ->γM= 2,50

• fd= 12,3 / 2,5 = 4,92 N/mm²

Muur onder en boven ingeklemd maar niet horizontaal ondersteund: ρ2 = 0.75

• hef = 0,75 x 3 = 2,25 m

• tef = 150 mm = 0,15 m

• hef / tef = 15 en lf,ef = 5 m (vloeroverspanning)

Φs= 0,60

“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”

23

Omwille van het percentage aan openingen (ʓ= 20 %) wordt de opneembare lijnlast verme-nigvuldigd met een factor (1-0,20)

• NRd = (1-ʓ) Φs t fd = 0,80 x 0,60 x 150 x 4,92 = 354,2 kN/m> 3094 kN/m

• NRd > NEd: de muur voldoet dus.

Opleg vloeren op dragende wanden

De oplegwijze moet zodanig zijn dat zij de oplegreacties gelijkmatig verdeelt over de opgelegde plaatrand. In het geval van metselwerk is het sterk aangeraden om de vloerplaten op te leggen op een oplegstrip of in een mortellaag.

Aangaande de stabiliteit van de vloerplaten geschiedt de opleglengte a door berekening in overeenstemming met NBN EN 1992-1-1, 10.9.5.

Nota: onderstaande is niet geldig bij opleg op niet-conventionele materialen (zoals bv. akoes-tische rubberstrips). Men moet zich hiervoor richten naar een technische beoordeling voor deze toepassing.

De nominale opleglengte a van een eenvoudige oplegging (zie onderstaande figuur) kan bere-kend worden als: 𝑎𝑎 = 𝑎𝑎1 + 𝑎𝑎2 + 𝑎𝑎3 + �(𝛥𝛥𝑎𝑎22 + 𝛥𝛥a32 )

Figuur 2.2.8. Nominale opleglengte

Legende: a1, a2, a3, Δa2 en Δa3: zie NBN EN 1992-1-1, § 10.9.5.2

a1 is de netto-opleglengte, die berekend wordt met de formule: a 1 = F Ed/(b1. f Rd)

waarbij

- FEd gelijk is aan de rekenwaarde van de reactie

- b1 gelijk is aan de breedte van de steun

- fRd gelijk is aan de rekenwaarde van de oplegsterkte en is beperkt

o tot 0,4.fcd voor droge opleggingen

o tot 0,85. fcd voor alle andere gevallen

Nota:

1. droge oplegging is enkel toegelaten in gevallen waar geen speciale maatregelen moe-ten getroffen worden (zier §2.4.4.2). Droge verbindingen mogen tevens enkel toegepast

h

aa + a a + a

a

24

worden waar een passende, kwalitatieve uitvoering kan worden verkregen. De gemid-delde waarde van de oplegspanning moet beperkt worden tot 0,3 fcd. In geval van ge-bogen contactoppervlakken moeten zodanig ontworpen worden, dat ze rekening hou-den met de geometrie van de bogen.

2. fcd = de rekenwaarde van de laagste druksterkte van alle betrokken materialen

- a2 is de buitenkant van de steunwand die moet gerespecteerd worden om afbrokkelen te vermijden, en om de excentrische belastingen te beperken;

- Δa2 is de tolerantie op de tussenafstand van de ondersteunende muren;

- a3 is de afstand tot de buitenkant die als inefficiënt wordt beschouwd;

- Δa3 is de tolerantie op de lengte van het welfsel met Δa3 = ln/2500 (ln = de lengte van het welfsel).

De minimale waarden van a1 zijn weergegeven in tabel 2.2.6.

Tabel 2.2.6. Minimale waarden van a1 (mm)

Relatieve spanning op de steun σEd/fcd

≤0,15 0,15 – 0,4 >0,4

Vlakke vloerplaten 25 30 40 Balkjes en vulpotten 55 70 80

De waarden van a2 die voor metselwerk in acht moeten genomen worden, zijn weergegeven in tabel 2.2.7

Tabel 2.2.7. Minimale waarden van a2 (mm)

Relatieve spanning op het metselwerk σEd/fcd

≤0,15 0,15 – 0,4 >0,4

Vlakke vloerplaten 10 15 Ringbalk voorzien Balkjes en vulpotten 20 25 Ringbalk voorzien

De waarden van Δa2 op de tussenafstand tussen de dragende muren (l = overspanning) zijn weergegeven in tabel 2.2.8

Tabel 2.2.8. waarden van Δa2 (mm)

Ondersteunend materiaal Δa2 Metselwerk 15 mm ≤ l/1200 + 5 ≤ 40 mm

De waarden van a3 (in mm) die voor metselwerk in acht genomen moeten worden, zijn weer-gegeven in tabel 2.2.9

Tabel 2.2.9. Minimale waarden van a3 (mm)

Detaillering van de wapening TYPE OPLEGGING

Lijnvormige oplegging (vlakke vloerplaten)

Puntsgewijze oplegging (ribben-vloeren, balken en potten)

Doorlopende wapening over de steun-muur 0 0

Rechte staven, horizontale of verticale lussen met Ø ≤ 12 mm tegen het uiteinde van het element

5 15, maar niet minder dan de beton-

dekking op het uiteinde

Voorspanwapening of rechte staven, zichtbaar aan het einde van het element 5 15

Verticale luswapening met Ø ≤ 12 mm 15 Betondekking op het uiteinde + bin-nenstraal van de gebogen staaf

“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”

25

De waarden van Δa3:

Δa3 = ln/2500 (ln = de lengte van het welfsel)

Voor de uitvoering van de opleg op metselwerk en algemeen aanvaarde vereenvoudigde aan-namen van:

• kanaalvloeren;

• breedplaatvloeren;

• balken en vulpotten.

wordt verwezen naar Deel 4: STS 22-4: Metselwerk voor laagbouw- Algemene uitvoering van metselwerk.

Puntlasten

Puntlasten NEdc moeten beperkt worden tot de opneembare waarde NRdc

Hierbij maakt men een onderscheid tussen metselstenen van groep 1 enerzijds en metselste-nen van groep 2,3 en 4 anderzijds.

Figuur 2.2.9. Geconcentreerde last voor metselstenen van groep 1

Hierbij is:

Ab = contactoppervlakte, in de berekening evenwel niet groter te nemen dan 1/4e van de hori-zontale muursectie of dan 2t² (t=muurdikte)

a1 = afstand tussen puntlast en muurrand

hc = hoogte onder puntlast

De gespreide last op halve muurhoogte moet gecontroleerd worden overeenkomstig §2.2.4 en §2.2.5, uitgaande van een spreiding onder 60°.

26

Figuur 2.2.10. Bijkomende voorwaarden bij geconcentreerde lasten

De excentriciteit van de belasting mag niet meer bedragen dan t/4.

Aangaande de opleg van betonbalken of stalen profielen op dragende muren moet men bo-vendien rekening houden met de voorschriften van NBN EN 1992-1-1 §10.9.5.2 en §10.9.5.3.

De bepaling van de opleglengte a (zie onderstaande figuur) geschiedt door berekening in over-eenstemming met NBN EN 1992-1-1, § 10.9.5.

De nominale opleglengte a van een eenvoudige oplegging (zie onderstaande figuur) kan bere-kend worden als: 𝑎𝑎 = 𝑎𝑎1 + 𝑎𝑎2 + 𝑎𝑎3 + �(𝛥𝛥𝑎𝑎22 + 𝛥𝛥a32 )

Figuur 2.2.11. Nominale opleglengte bij oplegging met oplegstrip

Legende: a1, a2, a3, Δa2 en Δa3: zie NBN EN 1992-1-1, § 10.9.5.2

a1 is de netto opleglengte, die berekend wordt met de formule a 1 = F Ed/(b1. f Rd)

waarbij

• FEd gelijk is aan de rekenwaarde van de reactie;

• b1 gelijk is aan de netto breedte van de steun, die in het geval van gelijkmatige opleg (bv. door mortel) gelijk mag genomen worden aan de reële breedte;

• fRd gelijk is aan de rekenwaarde van de oplegsterkte en is beperkt

o tot 0,4.fcd voor droge opleggingen;

o tot 0,85. fcd voor alle andere gevallen.

“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”

27

Nota:

1. droge oplegging is enkel toegelaten in gevallen waar geen speciale maatregelen moe-ten getroffen worden (zie §2.4.4.2). Droge verbindingen mogen tevens enkel toegepast worden waar een passende, kwalitatieve uitvoering kan worden verkregen. De gemid-delde waarde van de oplegspanning moet beperkt worden tot 0,3 fcd. In geval van ge-bogen contactoppervlakken moeten zodanig ontworpen worden, dat ze rekening hou-den met de geometrie van de bogen.

2. fcd = de rekenwaarde van de laagste druksterkte van alle betrokken materialen.

a2 is de buitenkant van de steunwand die moet gerespecteerd worden om afbrokkelen te ver-mijden, en om de excentrische belastingen te beperken

• Δa2 is de tolerantie op de tussenafstand van de ondersteunende muren

• a3 is de afstand tot de buitenkant die als inefficiënt wordt beschouwd

• Δa3 is de tolerantie op de lengte van de balk met Δa3 = ln/2500 (ln = de lengte van het welfsel)

De minimale waarden van a1 zijn weergegeven in tabel 2.2.10.

Tabel 2.2.10. Minimale waarden van a1 (mm)

Relatieve spanning op de steun σEd/fcd ≤ 0,15 0,15 – 0,4 > 0,4 Geconcentreerde belastingen (balken) 90 110 140

De waarden van a2 die voor metselwerk in acht moeten genomen worden zijn weergegeven in tabel 2.2.11.

Tabel 2.2.11. Waarden van a2 (mm)

Relatieve spanning op het metselwerk σEd/fcd ≤ 0,15 0,15 – 0,4 > 0,4 Geconcentreerde belastingen (balken) 20 25 Ringbalk voorzien

De waarden van Δa2 op de tussenafstand tussen de dragende muren (l = overspanning) zijn weergegeven in tabel 2.2.12

Tabel 2.2.12. Waarde van Δa2 (mm)

Ondersteunend materiaal Δa2 Metselwerk 15 mm ≤ l/1200 + 5 ≤ 40 mm

De waarden van a3 (in mm) die voor metselwerk in acht moeten genomen worden zijn weerge-geven in tabel 2.2.13

Tabel 2.2.13. Waarde van a3 (mm)

Detaillering van de wapening TYPE OPLEGGING

Puntsgewijze oplegging (balken) Doorlopende wapening over de steunmuur 0 Rechte staven, horizontale of verticale lussen met Ø ≤ 12 mm tegen het uiteinde van het element

15, maar niet minder dan de betondekking op het uiteinde

Voorspanwapening of rechte staven, zichtbaar aan het einde van het element

15

Verticale luswapening met Ø ≤ 12 mm Betondekking op het uiteinde + binnenstraal van de gebogen staaf

De waarden van Δa3:

Δa3 = ln/2500 ( ln = de lengte van de balk)

28

Invloed van isolerende kimlagen

Onderstaande geldt enkel voor metselstenen die behoren tot de productnormen van de reeks NBN EN 771-1 tot 6.

Om te voldoen aan de EPB-wetgeving is het nodig het beschermd volume afdoende te isoleren.

Hiertoe moeten bouwknopen voldoen aan de regels van de EPB-regelgeving (zie Deel 3: STS 22-3: Metselwerk voor laagbouw- Thermische eigenschappen, Akoestische iso-latie, Brandweerstanden en Luchtdichtheid).

Een van de veel gebruikte oplossingen is deze die voldoet aan basisregel 2:

Basisregel 2: De isolatiedelen sluiten niet rechtstreeks op elkaar aan. In dit geval moet de continuïteit van de isolatielagen verzekerd worden door tussenvoeging van isolerende de-len, zodat de thermische snede behouden blijft.

Figuur 2.2.12. Situatieschetsen voet spouwmuur (vereenvoudigde weergave)

Voor de berekening van de stabiliteit van dragende muren met deze oplossing bestaat er mo-menteel nog geen algemeen aanvaarde berekeningsmethode.

Ontwerpers moeten evenwel een aantal aandachtspunten in acht nemen bij het berekenen van de stabiliteit van muren waarvan de kimlaag is opgebouwd uit “isolerende metselelementen”, waarvan over het algemeen de druksterkte van deze elementen merkelijk lager is dan de druk-sterkte van de metselstenen, waarmee de draagmuur is opgebouwd.

In afwachting van het verschijnen van een aanvaarde rekenmethode in NBN EN 1996-1-1 + ANB, worden hierna indicatief twee methodes aangegeven die de ontwerper kunnen helpen:

1. de kimlaag wordt beschouwd als metselwerk en als dusdanig berekend;

2. de kimlaag wordt beschouwd als enkelvoudige laag en niet als metselwerk.

2.2.9.1.1 Geval 1: de kimlaag wordt beschouwd als metselwerk

• De opneembare verticale lasten NRd van een muur met dikte t moet voldoen aan vol-gende 2 formules

o NRd = Φ1. t . (µfd1) ≥ NEd o NRd = Φ2. t . fd2 ≥ NEd

• Hierbij is o fd1 = fk,/γm de rekenwaarde van de druksterkte van het kimlaagmetselwerk o fd2 = de rekenwaarde van de druksterkte van het bovenliggend metselwerk o Φ1,2.≤ 0,9: reductiefactor ten gevolge van slankheid en excentriciteit (zie

§2.2.5),

“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”

29

o µ: een vormfactor die rekening houdt met de configuratie van metselstenen van het bovenliggend metselwerk (zie onderstaande noot)

• Indien de E-modulus van het metselwerk met kimlaagstenen < 0,1xE-modulus van het bovenliggend metselwerk, werkt de kimlaag min of meer als een scharnier en moet de effectieve hoogte gelijk genomen worden aan de hoogte van het metselwerk (ρ2 = 1)

• Indien de E-modulus van het metselwerk met kimlaagstenen ≈ E-modulus van het bo-venliggend metselwerk kan onderaan een inklemming beschouwd worden en kan de effectieve hoogte = 0,75x (de hoogte van het metselwerk) ((ρ2 = 0,75)

• Tussenliggende waarden kunnen lineair geïnterpoleerd worden.

2.2.9.1.2 Geval 2: de kimlaag wordt beschouwd als enkelvoudige laag en niet als metsel-werk

• De opneembare verticale lasten NRd van een muur met dikte t moet voldoen aan vol-gende 2 formules

o NRd = Φ1. t . (µfd1) ≥ NEd

o NRd = Φ2. t . fd2 ≥ NEd

Hierbij is

o fd1 = fkk,/γm de rekenwaarde van de druksterkte van de kimlaagstenen, bekomen door

ofwel de karakteristieke drukweerstand van de kimlaagsteen met een betrouw-baarheid van 95 % te delen door de veiligheidscoëfficiënt

ofwel de gemiddelde drukweerstand van de kimlaagsteen met een betrouwbaar-heid van 95 % te vermenigvuldigen met 0,8 en te delen door de veiligheidscoëffici-ent

Opmerking: het betreft de druksterkte van de gehele kimlaagsteen. Indien de druk-sterkte bepaald wordt op gezaagde kubussen, 100 x 100 x 100 moet deze druk-sterkte gedeeld worden door de vormfactor, zoals weergegeven in het hoofdstuk materialen. (zie ook NBN EN 1996-1-1 + ANB)

fd2 = de rekenwaarde van de druksterkte van het bovenliggend metselwerk

Φ1,2.≤ 0,9: reductiefactor ten gevolge van slankheid en excentriciteit (zie §2.2.5);

µ: een vormfactor die rekening houdt met de configuratie van metselstenen van het bovenliggend metselwerk (zie onderstaande noot).

Nota: De verklaarde druksterkte van de isolerende metselsteen is de druksterkte bij een gelijkmatig verdeelde belasting. Indien de tweede laag bestaat uit een holle of ge-perforeerde metselsteen, moet de druksterkte van het isolerend materiaal aangepast worden met een waarde die afhankelijk is van de configuratie van de kimlaagsteen en van het holtebeeld van de steen van de tweede laag. Dit kan bepaald worden, bijvoor-beeld, aan de hand van proeven op twee op elkaar gemetste stenen, waarbij de voeg moet overeenstemmen met de werkelijkheid (gewone mortel of lijmmortel) zoals ge-toond in figuur 2.2.13.

30

Figuur 2.2.13. Voorbeeld van beproeving druksterkte kimlaagsteen/2e laag metselsteen

• Indien de E-modulus van het metselwerk met kimlaagstenen < 0,1xE-modulus van het

bovenliggend metselwerk, werkt de kimlaag min of meer als een scharnier en moet de effectieve hoogte gelijk genomen worden aan de hoogte van het metselwerk (ρ2 = 1)

• Indien de E-modulus van het metselwerk met kimlaagstenen ≈ E-modulus van het bo-venliggend metselwerk kan onderaan een inklemming beschouwd worden en kan de effectieve hoogte = 0,75*(de hoogte van het metselwerk) ((ρ2 = 0,75)

• Tussenliggende waarden kunnen lineair geïnterpoleerd worden.

Opmerkingen

• Men moet er voor zorgen een goed inzicht te hebben in de afschuifweerstand en de kruip van deze ‘kimlaag-materialen’.

• Bij elementen die niet tot de normenreeks NBN EN 771-1 tot 6 behoren, moet men zich richten naar de gegevens van de Technische Beoordeling voor deze toepassing.

Rekenvoorbeeld

Voorbeeld: de kimlaag wordt beschouwd als metselwerk

Muur van een gebouw met 2 bouwlagen, gemiddelde overspanning van de vloeren 5 m

• Belastingen: zie rekenvoorbeeld § 2.2.6 – voorbeeld 2

• NEd = 2 x ( 43,9 + 22,5 + 10,94) = 154,7 kN/m (2 bouwlagen i.p.v. 4)

1. Kimlaag: cellenbeton categorie I met productcertificaat- druksterkte fb > 5N/mm2- mor-tel fm = 15 N/mm²

• fm moet beperkt worden tot 2 fb dus fm = 10 N/mm²

• fk1 = 0,60 x 50.65 x 100.25 = 3,03 N/mm2 (uit tabel bijlage 2)

• fd1= 3,03 / 2,5 = 1,21 N/mm²

• NRd1 = Φ1 . t. fd = 0,9 x 150 x 1,21 = 164,0 kN/m> 154,7 kN/m

• NRd1 > NEd: de muur voldoet dus

2. Opgaand metselwerk: kalkzandsteen volle lijmblokken, categorie I met productcertificaat - druksterkte fb =25 N/mm²

• fk2 = 12,3 N/mm2 (uit tabel bijlage 2)

• fd2= 12,3 / 2,5 = 4,92 N/mm²

• E1 = 1000.fk1 = 1000*3,03 = 3030 N/mm²

• E2 = 1000.fk2 = 1000*12,3 = 12300 N/mm²

“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”

31

• 0,1 < E1/E2 (=0,25) < 1

lineaire interpolatie tussen ρ2 = 1 (scharnierend) en ρ2 = 0,75 (ingeklemd) voor E1/E2 = 0,25 : ρ2 = 0,96

• hef = 0,96 * 3,00 = 2,88 m

• tef = 150 mm = 0,15 m

• hef / tef = 19,2 en lf,ef = 5 m (vloeroverspanning)

• Φ2 = 0,44

• NRd2 = Φ2 . t. fd2 = 0,44 x 150 x 4,92 = 324,72 kN/m> 154,7 kN/m

• N Rd2 > NEd: de muur voldoet dus

Binnenspouwblad van een gevelmuur met percentage aan openingen ʓ =40 % (bv. schuifra-men op gelijkvloersniveau)

• Belastingen: zie rekenvoorbeeld §2.2.6

• NEd = 2 x ( 0,50 * (43,9 + 22,5) + 10,94) = 77,3 kN/m (2 bouwlagen)

• Kimlaag: NRd1 = (1- ʓ) . t. fd1 = 0,60 x 150 x 1,21 = 108,9 kN/m > NEd : OK

• Opgaand metselwerk: NRd2 = (1- ʓ).Φs2 . t. fd2 = 0,60 x 0,44 x 150 x 4,92 = 194,8 kN/m > NEd: OK

Berekening van metselwerk onderhevig aan horizontale belastingen

De nazichtsberekening van de sterkte van een dragende muur verloopt in 3 fasen:

• bepaling van de buigtreksterktes fxk1 en fxk2 ;

• bepaling van de optredende buigmomenten MEd1 en MEd2 ;

• bepaling van de opneembare buigmomenten MRd1 en MRd2.

Bepaling van de buigtreksterkte onder belasting loodrecht op het vlak

De karakteristieke waarde van de buigtreksterkte loodrecht op de lintvoegen (horizontale breuklijn) fxk1 en de buigtreksterkte parallel aan de lintvoegen (breuklijn verticaal) fxk2 wordt bepaald volgens onderstaande tabel 2.3.1.,

waarbij

• fxk1 de karakteristieke buigsterkte van het metselwerk is, indien het bezwijkvlak even-wijdig is aan de lintvoegen;

• fxk2 de karakteristieke buigsterkte van het metselwerk is, indien het bezwijkvlak lood-recht staat op de lintvoegen.

32

Figuur 2.3.1. Buiging van muren

De rekenwaarde van de buigtreksterkte is gelijk aan de karakteristieke waarde gedeeld door de veiligheidsfactoren zoals bepaald in §2.2.4.4.

Voor verticaal belaste muren mag men rekenen met een equivalente buigtreksterkte fxd1,eq ge-lijk aan de buigtreksterkte fxd1 verhoogd worden met de normaalspanning σd :

fxd1,eq = fxd1 + σd (σd wordt beperkt tot 0,15 NRd/t in het midden van de wand)

In de ANB (Nationale bijlage) van Eurocode 6-1-1 zijn de waarden van tabel 2.3.1 aangenomen:

Tabel 2.3.1. “Tabel 3.10 ANB” Karakteristieke buigsterkte fxk1 en fxk2

Metselstenen 𝒇𝒇𝒙𝒙𝒙𝒙𝒙𝒙 (N/mm²) 𝒇𝒇𝒙𝒙𝒙𝒙𝒙𝒙 (N/mm²)

Cementmortel𝑓𝑓𝑚𝑚 ≥ 10 N/mm²

Lijmmor-tel

Cementmortel 𝑓𝑓𝑚𝑚 ≥ 10 N/mm² Lijmmortel

Metselbaksteen Groep 1 0,20 0,50 0,40 0,90 (0,80) Groep 2 0,20 0,20 0,50 (0,30) 0,50 (0,30)

Metselstenen van kalkzandsteen

Groep 1 0,10 0,50 0,40 0,50 (0,35) Groep 2 0,10 0,20 0,40 0,50 (0,35)

Betonmetselste-nen

Groep 2 ge-wone granu-laten

0,20 0,20 0,50 (0,30) 0,50 (0,30)

Overige 0,10 0,20 0,40 (0,30) 0,30

Cellenbetonmet-selsteen Groep 1 Niet gebruikt 0,15 Niet gebruikt 0,30 (0,15)

( ): waarde wanneer de verticale voeg als niet-gevuld wordt beschouwd Bovenstaande waarden zijn vooropgestelde indicatieve tabelwaarden. Met aanvaarde proeven kan de fabrikant hogere waarden verklaren voor de beproefde combinatie mortel/metselsteen. Waarden van fxk1 en fxk2 voor lichtgewicht mortels zijn niet opgenomen in het ANB van EN 1996-1-1. Indicatief kan men zich baseren op de waarden van NBN EN 1996-1-1 §3.6.3 op voorwaarde dat de morteldruksterkte minstens M5 is:

- fxk1 = 0,035 fb, voor metselwerk met zowel gevulde als ongevulde verticale voegen - fxk2 = 0,035 fb, voor metselwerk met gevulde verticale voegen - fxk2 = 0,025 fb voor metselwerk met ongevulde verticale voegen

ofwel,: - fxk1 = 0,10 N/mm² in combinatie met metselbaksteen of cellenbeton metselstenen - fxk2 = 0,10 N/mm² in combinatie met metselbaksteen - fxk2 = 0,15 N/mm² in combinatie met cellenbeton metselstenen

“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”

33

Bepaling van de optredende buigmomenten MEd1 en MEd2

Ten gevolge het anisotroop karakter van de muur verdelen de krachten zich niet evenredig in de twee richtingen.

De norm introduceert een ratio coëfficiënt µ die de verhouding weergeeft tussen de buig-treksterkte loodrecht op de lintvoegen fxk1 en de buigtreksterkte parallel aan de lintvoegen fxk2:

fxk1 µ = fxk2

De rekenwaarde van de momenten in horizontale en verticale richting die belast wordt met een gelijkmatig verdeelde horizontale belasting pd (rekenwaarde) worden als volgt bepaald:

• muren die enkel in verticale richting dragen:

• MEd1 = 0,125pd.h² met h = muurhoogte (tussen horizontale ondersteuningen)

• MEd2 = 0

• muren die enkel in horizontale richting dragen (h > 2l)

• MEd1 = 0 • MEd2 = 0,125pd.l² met l = muurlengte tussen verticale ondersteuningen)

• muren die in 2 richtingen dragen

• MEd1 = μ.αpdl²

• MEd2 = αpdl²

met α = coëfficiënt afhankelijk van oplegcondities (zie tabellen hieronder)

Op basis van tabellen kunnen de buigmomenten worden bepaald.

De vermenigvuldigingsfactor α is afhankelijk van de oplegcondities en uiteraard ook van de verhouding tussen lengte l en hoogte h van de muur.

Figuur 2.3.2. Berekening van de buigmomenten MEd1 et MEd2

MEd2 =α . pd . l² MEd1 = µ . α . pd . l²

In tabel 2.3.2 worden waarden van α in functie van oplegvoorwaarden, μ en h/l gegeven voor de meest voorkomende gevallen. Een uitgebreide lijst wordt gegeven in bijlage 3.

34

Tabel 2.3.2. Waarden van α in functie van oplegvoorwaarden, μ en h/l

Wanneer de verhouding h/l kleiner is dan 0,3 beschouwen we dat de muur de belasting volledig horizontaal overdraagt.

Wanneer de verhouding h/l groter is dan 2 beschouwen we dat de muur de belasting volledig overdraagt naar vloer en plafond.

Indien een muur tevens verticaal belast wordt heeft dit een gunstige invloed op de opneembare buigtrekspanningen loodrecht op lintvoegen.

Om dit fenomeen in rekening te kunnen brengen wordt een schijnbare karakteristieke buig-treksterkte fxk1,app geïntroduceerd.

Die wordt als volgt gedefinieerd:

met

• fxk1 is de karakteristieke buigtreksterkte loodrecht op de lintvoegen volgens tabel 3.3.1;

• γM is de toegepaste veiligheid op de materialen volgens tabel 3.2.5.,

• σdp is de optredende normaalkracht (gunstig, dus enkel vaste lasten vermenig-vuldigd met een ponderatiecoëfficient γF = 0,9),

• fxk1,app is de schijnbare karakteristieke buigtreksterkte loodrecht op de lintvoe-gen.

fxk1,app = fxk1 + γMσdp

“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”

35

Rekenvoorbeeld

Beschouwen we een 3-zijdig opgelegde muur met

• een lengte l = 3,75 m

• en een hoogte h = 2,80 m

De muur is vervaardigd uit betonstenen groep 2 met gewone granulaten, categorie I met pro-ductcertificaat

De volumieke massa bedraagt 16 kN/m³.

Veiligheid op metselwerk γM = 2,50

Windlast (0,8 + 0,3) x 0,633 = 0,7 kN/m²

fxk1 = 0,2 N/mm²

fxk2 = 0,5 N/mm²

NEd = 0,9 x 2,80x 0,19x 16 / 2 = 3,83 kN op halve hoogte

σdp = 3,83 / 190 = 0,020 N/mm²

fxk1,app = 0,2 + 2,5 x 0,02= 0,25 N/mm²

µ = 0,25/0,50 = 0,50

(tabel) α = 0,073

h/l = 0,75

MEd,x = 0,073 x 1,50 x 0,70 x 3,75² = 1.08 kNm

MEd,y = 0,50 x 1.08 = 0,54 kNm

MRd,x = Wx x fxd2 = 0,19² x 1000 x 0,5 / (2,5 x 6) = 1,20 kNm > MEd,x: OK

MRd,y = Wy x fxd1,app = 0,19² x 1000 x 0,25 / (2,5 x 6) = 0,60 kNm > MEd,y: OK

Gewapende muren

Wanneer de muren voorzien worden van muurwapening in de lintvoegen verhoogt de weer-stand tegen buiging.

Dit wordt in de rekenmethode in rekening gebracht door de introductie van een schijnbare buigweerstand loodrecht op de lintvoegen:

𝑓𝑓𝑥𝑥𝑘𝑘2,𝑎𝑎𝑎𝑎𝑎𝑎 = 𝛾𝛾𝑀𝑀6𝐴𝐴𝑠𝑠𝑓𝑓𝑦𝑦𝑦𝑦𝑧𝑧𝑏𝑏𝑡𝑡2

met:

fxk2 is de karakteristieke buigtreksterkte parallel aan de lintvoegen (scheurvlak verticaal)

fyd is de rekenwaarde van de treksterkte van het wapeningsstaal As is de wapeningsdoorsnede per lengte-eenheid in de trekzone γM is de veiligheidscoëfficiënt op metselwerk

36

t is de muurdikte b is de eenheidslengte van de muur z is de hefboomsarm van de gewapende doorsnede die onderworpen is aan bui-

ging

𝑧𝑧 = �1−𝐴𝐴𝑠𝑠𝑓𝑓𝑦𝑦𝑦𝑦𝑏𝑏𝑏𝑏𝑓𝑓ℎ𝑦𝑦

�𝑏𝑏 ≤ 0.95𝑏𝑏

fhd is de rekenwaarde van de druksterkte van het metselwerk in horizontale rich-ting

Op basis van fxk1,app en fxk2,app bepalen we

𝜇𝜇 =𝑓𝑓𝑥𝑥𝑘𝑘1,𝑎𝑎𝑎𝑎𝑎𝑎

𝑓𝑓𝑥𝑥𝑘𝑘2,𝑎𝑎𝑎𝑎𝑎𝑎

Vervolgens kan op gelijkaardige wijze als bij ongewapend metselwerk de waarde van MEd,x en MEd,y bepaald worden uit de tabellen in bijlage 3.

Deze waarden worden getoetst aan volgende opneembare momenten:

MRd,y is uiteraard afhankelijk van de buigtreksterkte loodrecht op de lintvoegen

𝑀𝑀𝑅𝑅𝑦𝑦,𝑦𝑦 =𝑏𝑏𝑡𝑡2

6𝑓𝑓𝑥𝑥𝑘𝑘1𝛾𝛾𝑀𝑀

Voor MRd,x moet zowel de term ten gevolge de buigdruksterkte parallel aan de lintvoegen als de term afhankelijk van de door de muurwapening opneembare buigtrekspanning nagekeken worden.

𝑀𝑀𝑅𝑅𝑦𝑦,𝑥𝑥 < 𝑐𝑐𝑏𝑏𝑏𝑏2𝑓𝑓𝑘𝑘ℎ𝛾𝛾𝑀𝑀

avec 𝑐𝑐 = 2𝑧𝑧𝑏𝑏�1 −

𝑧𝑧𝑏𝑏�

𝑀𝑀𝑅𝑅𝑦𝑦,𝑥𝑥 < 𝑧𝑧𝐴𝐴𝑠𝑠𝑓𝑓𝑦𝑦𝑦𝑦 avec 𝑧𝑧 = �1 −𝐴𝐴𝑠𝑠𝑓𝑓𝑦𝑦𝑦𝑦𝑏𝑏𝑏𝑏𝑓𝑓ℎ𝑦𝑦

� 𝑏𝑏 ≤ 0.95𝑏𝑏

Belangrijk is te noteren dat in deze vergelijkingen de staalsectie As betrekking heeft op de staalsectie in de trekzone. Bij gebruik van wapening bestaande uit twee parallelle staven die door zigzagdraad aan elkaar verbonden zijn is de sectie As dus de helft van de totaal aanwezige wapening.

Rekenvoorbeeld

Beschouwen we een 3-zijdig opgelegde muur met een lengte L = 4,80 m en een hoogte H = 4 m.

De muur is vervaardigd uit betonmetselstenen, categorie I met productcertificaat en is alle 40 cm gewapend met staven Ø 4 mm in de trekzone. (wapening As = 31,5mm²/m ).

De volumieke massa bedraagt 16kN/m³.

Veiligheid op metselwerk γM= 2,50

fk= 5 N/mm² ->fd = 2 N/mm² en fhd = 0,6 N/mm²

Windlast (0,8 + 0,3) x 0,633 = 0,7 kN/m²

fxk1 = 0,2 N/mm²

“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”

37

fxk2 = 0,5 N/mm²

NEd = 0,9 x 4,00 x 0,19 x 16 / 2 = 5,47 kN op halve hoogte

σdp = 5,47 / 190 = 0,029 N/mm²

fxk1,app = 0,2 + 2,5 x 0,029= 0,27 N/mm²

d = 170 mm z = 159 mm c = 0,12

fxk2,app = 2,5 x 6 x 31,4 x (500/1,15) x 158 / (1000 x 190²) = 0,90 N/mm²

µ = 0,27/0,90 = 0,30

(tabel) α = 0,085

H/L = 0,83

MEd,x = 0,085 x 1,50 x 0,70 x 4.80² = 2,06 kNm

MEd,y = 0,3x 2,06 = 0,62 kNm

MRd,x≤ c .b . d² . fdh = 2,17 kNm > MEd,x : OK

MRd,x≤ z . As . fyd = 2.16 kNm > MEd,x : OK

MRd,y = Wy x fxk1,app = 0,19² x 1000 x 0,27 / (2,5 x 6) = 0,65kNm > MEd,y: OK

Berekening van dwarswanden (of afschuifwanden)

De globale horizontale krachten (windlasten, seismische krachten, …) die op en gebouw aan-grijpen moeten via dwarsverstijvende wanden overgedragen worden naar de funderingen.

Hiertoe moeten een aantal controleberekeningen uitgevoerd worden:

• berekening van de totale horizontale kracht FHd en van het hierdoor gegenereerd kan-telmoment MHd;

• verdeling van hogervernoemde krachten over de dwarswanden naargelang o.m. de stijfheid en inertie;

• berekening van de aangrijpende verticale belasting op de dwarswanden;

• nazicht van de afschuifweerstand van de dwarswanden;

• nazicht van het kantelevenwicht.

De globale windlast op de gevel van een gebouw dat op een vlak terrein is gesitueerd kan wor-den gedefinieerd als

FHd = ƔF .B .H . (0,8 + 0,5) .qw

Waarbij:

• B x H = oppervlakte van de gevel loodrecht op de beschouwde windrichting;

• ƔF= 1,50 (mobiele belasting);

• qw = winddruk in N/mm².

38

Voor bijzondere vormen of hellende terreinen wordt verwezen naar NBN EN 1991-1-4.

De winddruk hangt af van de windgebieden, de windklasse en de hoogte van het gebouw.

België is onderverdeeld in 4 windgebieden met windsnelheden oplopend van 23 m/s in het Zuiden tot 26 m/s aan de Kust (zie figuur 2.3.3.).

De windklassen zijn functie van lokale omgevingsfactoren (tabel 2.3.3.):

Tabel 2.3.3. Windklassen

Windklasse 0 Windklasse I Windklasse II Windklasse III Windklasse IV

Blootgesteld aan zeewind Vlakke zones zonder hindernissen Landelijke zones met lokale hindernissen Dorpen, randstad, industriezones, bosgebied Verstedelijkt gebied

De tabellen in bijlage 4 geven de basiswinddrukken weer van de verschillende windgebieden en windklassen.

Nota: voor lokale belastingen moet men zich richten naar de “lokale coëfficiënten”, zoals bepaald in NBN EN 1991-1-4 + ANB.

Het kantelmoment op het gebouw ten gevolge de windlasten kan worden gedefinieerd als

_𝑀𝑀𝐻𝐻𝑦𝑦 = 𝐻𝐻2𝐹𝐹𝐻𝐻𝑦𝑦

Naast windlasten kunnen ook horizontale krachten optreden ten gevolge van seismische schokken.

De theorie over seismische krachten staat verder beschreven in §2.4

Figuur 2.3.3. Kaarten van windsnelheden en aardbevingszones

“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”

39

De verdeling van de krachten over de dwarsverstijvende krachten gebeurt in verhouding tot de stijfheid van de wanden.

De stijfheid wordt als volgt bepaald:

𝐾𝐾 =1

ℎ3𝛼𝛼𝛼𝛼𝛼𝛼𝑤𝑤

+ ℎ𝑘𝑘′𝐺𝐺𝐴𝐴𝑤𝑤

waarbij

• h = de hoogte van de muur; • E = de elasticiteitsmodulus van de muur, doorgaand gelijk aan 1000 fk (zie Eurocode

6-1-1 ANB § 3.7.2); • G = de glijdingsmodulus van de muur, gelijk aan 0.4 E; • Iw = het traagheidsmoment van de dwarse muur (eventueel rekening houdend met

flensvorming door aansluitende dwarse muren aan de uiteinden); • α= een coëfficiënt die afhangt van de ondersteuning van de betreffende muur (=12 in-

dien tweezijdig ingeklemd, =6 indien aan een zijde ingeklemd en aan de andere zijde ondersteund, =3 indien aan een zijde ingeklemd en vrij aan de andere zijde);

• Aw = de horizontale doorsnede van de muur (aansluitende dwarse flenzen niet meege-rekend);

• k’ = een coëfficiënt in functie van de vorm van de transversale sectie van de muur (=5/6 bij een rechthoekige vorm).

2.3.6.4.1 Kantelevenwicht

Het kantelevenwicht wordt onderzocht op basis van de optredende excentriciteit.

𝑒𝑒𝐸𝐸𝑦𝑦 =𝑀𝑀𝐸𝐸𝑦𝑦

𝑁𝑁𝐸𝐸𝑦𝑦,𝑡𝑡𝑡𝑡𝑡𝑡< 𝐿𝐿/2

met 𝑒𝑒𝐸𝐸𝑦𝑦 = de excentriciteit.

Het kantelevenwicht van de muur wordt als volgt bepaald:

- indien 𝑒𝑒𝐸𝐸𝑦𝑦 ≥ 𝐿𝐿/2, zal de muur kantelen;

- indien 𝑒𝑒𝐸𝐸𝑦𝑦 ≤ 𝐿𝐿/6, zal de muur niet worden opgeheven (men spreekt dan van een kleine excentriciteit);

- indien 𝐿𝐿/6 < 𝑒𝑒𝐸𝐸𝑦𝑦 < 𝐿𝐿/2, zal de muur gedeeltelijk worden opgeheven.

Indien de muur gedeeltelijk wordt opgeheven (𝑒𝑒𝐸𝐸𝑦𝑦 < 𝐿𝐿/2), moet men de sterkte van de muur controleren over het muurgedeelte dat onderworpen is aan drukspanning:

𝑁𝑁𝐸𝐸𝑦𝑦 = 𝑁𝑁𝐸𝐸𝑦𝑦,𝑡𝑡𝑡𝑡𝑡𝑡𝐿𝐿𝐿𝐿𝑐𝑐≤ 𝑁𝑁𝑅𝑅𝑦𝑦

waarbij 𝐿𝐿𝑐𝑐 = 3 �𝐿𝐿2− 𝑒𝑒𝐸𝐸𝑦𝑦� ≤ 𝐿𝐿 (met L= de lengte van het gedeelte dat aan drukspanning onder-

worpen is)

𝑁𝑁𝑅𝑅𝑦𝑦 dient te worden berekend overeenkomstig §2.2.

40

2.3.6.4.2 Afschuifweerstand

Net als bij normaalkrachten of buigmomenten worden de rekenwaarden van de optredende afschuifkrachten getoetst aan de opneembare afschuifkrachten.

VEd ≤ VRd

𝑉𝑉𝑅𝑅𝑦𝑦 = 𝑓𝑓𝑣𝑣𝑦𝑦 . 𝑡𝑡. 𝐿𝐿𝑐𝑐

met

• t = muurdikte; • fvd = fvk / γM • fvk= de karakteristieke afschuifsterkte van metselwerk

Figuur 2.3.4. Situatieschets afschuifweerstand

2.3.6.4.3 Karakteristieke initiële afschuifsterkte van metselwerk in onbelaste toestand fvk0

Tabel 2.3.4. Karakteristieke afschuifsterkte fvk0

Metselstenen

fvk0 [N/mm²]•

Mortel voor algemene toepassing

fm ≥ 10N/mm²

Mortel voor algemene toepassing 2,5 ≤ fm < 10

N/mm²

Mortel voor algemene toepassing

fm < 2,5 N/mm²

Lijmmortel (lintvoeg tussen

0,5 mm en 3,0 mm)

Lichtge-wichtmortel

Metselbaksteen

0,30 0,20 0,10 0,30 0,15 Metselstenen van kalkzandsteen

0,20 0,15 0,10 0,40 0,15

Betonmetselstenen 0,20 Niet ge-bruikt

Niet ge-bruikt 0,30 0,15

Cellenbetonmetsel-steen

Niet ge-bruikt

0,15 Niet ge-bruikt 0,30 Niet gebruikt

Speciaalbeton en ge-houwen natuursteen

Niet ge-bruikt

Niet ge-bruikt 0,10 0,30 Niet gebruikt

Bovenstaande waarden zijn vooropgestelde tabelwaarden. Met aanvaarde proeven kan de fabri-kant hogere waarden verklaren voor de beproefde combinatie mortel/metselsteen.

“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”

41

a) Karakteristieke afschuifsterkte – muren met gevulde stootvoegen

𝑓𝑓𝑣𝑣𝑘𝑘 = 𝑓𝑓𝑣𝑣𝑘𝑘0 + 0.4𝜎𝜎𝑦𝑦 met:

σd [N/mm²] = rekenwaarde van de gemiddelde normaalspanning op de muur (in de be-schouwde doorsnede)

In geval de mortelvoegen slechts een gedeelte van de muurbreedte bestrijken wordt de eerste term vermenigvuldigd met een term die gelijk is aan de verhouding tussen de mortelbreedte en de muurbreedte.

fvk mag echter niet groter genomen worden dan 0.065 fb.

b) Karakteristieke afschuifsterkte – muren met open stootvoegen

𝑓𝑓𝑣𝑣𝑘𝑘 = 0.5𝑓𝑓𝑣𝑣𝑘𝑘0 + 0.4𝜎𝜎𝑦𝑦

met:

σd [N/mm²] = rekenwaarde van de gemiddelde normaalspanning op de muur (in de be-schouwde doorsnede)

De waarde van fvk moet beperkt worden tot 0,045 fb.

2.3.6.4.4 Rekenvoorbeeld

Figuur 2.3.5. Situatieschets rekenvoorbeeld

Metselwerk –fb = 15 N/mm2 fm = 8 N/mm2 fvk0 = 0,20 N/mm2

VEd = 1,50 x 30 = 45 kN

MEd = 45 x 3,00 = 135 kNm

NEd = 40 x 4 = 160 kN

e = 135/160 = 0,84 m

Lc = 3 x (L/2 - e) = 3 x (4,00 / 2 – 0,84) = 3,48 m

σd= 160000 / (3480 x 140) = 0,33 N/mm²

fvk = 0,20 + 0,4 x 0.33 = 0,33 N/mm² (<0,065 fb)

fvd = fvk/ γM = 0,33 / 2,5 = 0,133 N/mm²

VRd = 0,133 x 140 x 3480 = 64,6 kN> 45 kN: OK

42

2.3.6.4.5 Vereenvoudigde methode ter controle van het aantal dwarswanden in geval van windlasten

Eurocode 6.3 voorziet in een vereenvoudigde methode voor de bepaling van de benodigde sec-tie aan dwarswanden, ook soms afschuifwanden genoemd (shear walls).

De hierna gegeven vereenvoudigde rekenregels mogen onder volgende voorwaarden gebruikt worden:

• het gebouw telt niet meer dan drie verdiepingen boven de gelijkvloerse verdieping;

• de muren worden zijdelings gehouden door de vloeren en het dak hetzij door de vloeren zelf, hetzij door ringbalken met voldoende stijfheid;

• de oplegging van de vloerplaten en het dak op de muren bedraagt minstens 2/3 van de muurdikte, doch minstens 85 mm;

• de vrije verdiepingshoogte is maximaal 3 m;

• de minimum lengte van elke muur is minstens 1/3 van de hoogte;

• de karakteristieke waarden van de veranderlijke belastingen op vloeren en dak zijn niet hoger dan 5 kN/m²;

• de maximale overspanning van elke vloer is 6 m;

• de maximale overspanning van het dak is 6 m, tenzij in het geval van licht vakwerk waarbij de overspanning mag gaan tot 12 m;

de slankheidgraad, hef/tef, van binnen- en buitenmuren is maximaal 21; waarin:

• hef: de effectieve hoogte van de muur volgens § 2.2.5.1;

• tef: de effectieve dikte bepaald volgens § 2.2.5.1.

Verstijvingswanden kunnen ontworpen worden zonder toetsing van hun weerstand tegen windlasten indien de onderlinge plaatsing van de verstijvingswanden volstaat om het gebouw weerstand te bezorgen tegen horizontale krachten in twee haaks op elkaar staande richtingen.

Om voldoende dwarswanden te hebben om de windkrachten op te vangen moet bijkomend voldaan worden aan de volgende voorwaarden:

• de karakteristieke windlast niet hoger is dan 1,3 kN/m²;

• er zijn minstens twee wanden zijn in elke richting;

• de verstijvingswanden dragend zijn en de drukweerstand van de verstijvingswanden zonder windlast getoetst is volgens bovenstaande op basis van een gereduceerde druksterkte van het metselwerk van 0,8 fk;

• de schikking van de verstijvingswanden een ongeveer symmetrisch plan biedt in beide richtingen (zie figuur 2.3.6) of minstens in een richting indien de verhouding lbx/lby ≤ 3;

• de hartlijnen van de verstijvingswanden in het plan niet in een punt samenkomen.

De som van de oppervlakten van de dwarswanden in elke richting, enkel rekening houdend met wanden met lengten groter dan 0,2 htot en zonder rekening te houden met flenzen moet beantwoorden aan volgende relaties:

“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”

43

Figuur 2.3.6. Schikking dwarswanden

Figuur 2.3.7. Dwars- of verstijvingswanden en eisen voor I-profielen

∑ t.lsx ≥ cs .lby . htot² ∑ t.lsy ≥ cs .lbx . htot²

waarin:

lbx,lby de afmetingen op plan zijn van het gebouw waarbij lbx≥lby;

lsx,lsy de lengten zijn van de dwarswanden (zie figuur 2.3.6);

htot de hoogte is van het gebouw;

cs = ctciwEk ;

ct een constante is die afhangt van α, te vinden in tabel 2.3.4 in m²/kN;

ci = 1 voor rechthoekige verstijvingswanden

= 0,67 voor verstijvingswanden met I-profiel met flensoppervlakken groter dan 0,4 t l (zie figuur 2.3.7);

α het gemiddelde is van de verhoudingen d

Ed

fAN

van de beschouwde verstijvingwanden;

NEd de rekenwaarde is van de verticale belasting in een verstijvingswand;

A oppervlakte is van de doorsnede van een dwarswand;

fd de rekenwaarde is voor de druksterkte van het metselwerk;

wEk de karakteristieke windbelasting is, in kN/m² (≤ 1,3 KN/m2).

lsy

Lbx

lsx

Lby

44

Tabel 2.3.5. Waarden van ct [ m²/kN ]

α fk [N/mm²]

2 4 6 ≥ 8

0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7

0,0192 0,0128 0,0095 0,0075 0,0095 0,0128

0,0095 0,0064 0,0048 0,0038 0,0048 0,0064

0,0064 0,0042 0,0032 0,0025 0,0032 0,0042

0,0048 0,0032 0,0024 0,0019 0,0024 0,0032

Nazicht van metselwerk op afschuifkrachten ten gevolge van seismische krachten

Algemeen

In deze paragraaf worden de uit te voeren nazichten weergegeven voor metselwerkstructuren, onderhevig aan seismische belastingen.

In een eerste fase wordt in §2.4.2 het seismisch risico bepaald volgens de geografische ligging en de belangrijkheid van de gebouwen volgens Europees bepaalde criteria (zie NBN EN 1998-1). Indien het gevaar voor aardbevingen niet verwaarloosbaar is, gebeurt het in rekening bren-gen van het seismische risico door:

• het nazicht van de globale stabiliteit van het gebouw volgens een expliciete berekening (§2.4.3) of volgens een vereenvoudigde methode (§2.4.4);

• het uitvoeren van specifieke constructieve schikkingen (§2.4.4.2).

Aardbevingsgevaar

De seismische effecten moeten in rekening gebracht worden in zones van zwakke of matige seismische activiteit. De klasseindeling gebeurt op basis van een evaluatie van de parameters agR, γI et S.

De parameter agR geeft de seismische referentiewaarde van de maximale bodemversnelling weer voor de beschouwde zone (zie figuur 2.4.1 en de gemeentelijst in bijlage 6). In totaal zijn er 5 zones bepaald van 0 tot 4.

“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”

45

Figuur 2.4.1. Kaart aardbevingsgebieden

De belangrijkheidsfactor γI geeft de belangrijkheid van een gebouw weer volgens de 4 gedefi-nieerde belangrijkheidscategoriën (zie tabel 2.4.1).

Tabel 2.4.1. Categorieën van belangrijkheid van gebouwen

Belangrijk-heidsklasse

Gebouwen Belangrijkheids-factor γI

I Gebouwen van minder belang voor de publieke veiligheid, bijvoorbeeld gebouwen voor landbouwdoeleinden, ..

0,8

II Gewone gebouwen die niet thuis horen in de overige catego-rieën.

1,0

III

Gebouwen waarvoor de seismische weerstand belangrijk is met het oog op de gevolgen verbonden met het bezwijken, bijvoorbeeld scholen, vergaderzalen, culturele instituten, enz….

1,2

IV Gebouwen waarvoor de integriteit tijdens aardbevingen van levensbelang is voor de civiele bescherming, bijvoorbeeld ziekenhuizen, brandweerkazernes, krachtcentrales, enz.….

1,4

De parameter S wordt bepaald door het bodemtype A,B,C,D of E. De bodemtypes worden weergegeven in tabel 2.4.2.

Zone agR [m/s²] 0 0.0 1 0.4 2 0.6 3 0.8 4 1.0

46

Tabel 2.4.2. Indeling in bodemsoorten

Bo-dem type

Beschrijving van de ondergrond

Parameters

νs,30 [m/s]

NSPT [sla-gen/

30cm]

cu [kPa]

Statische pe-netrometer- weerstand

[MPa]

Pressiometer-module/ weer-

stand [MPa]

A Rots of andere rotsachtige geolo-gische formatie, bedekt met een bodemlaag van ten hoogste 5m zwakker materiaal

> 800 - - - >100 / >5

B Afzettingen van zeer dicht gepakt zand, grind of zeer stijven klei, van tenminste enkele tientallen me-ters dikte, gekenmerkt door een geleidelijke verhoging van de me-chanische eigenschappen met de diepte

360 – 800 > 50 > 250

Dicht gepakt zand of grind:

> 15 Samenhan-gende grond (klei of harde

mergel) > 5

Dicht gepakt zand of grind >

20 / > 2 Samenhan-gende grond (klei of harde

mergel) > 25 / > 2

C Diepe afzettingen van dicht gepakt of middelmatig gepakt zand, grind of stijve klei, met een dikte van en-kele tientallen tot honderden me-ters

180 – 360 15 - 50 70 – 250

Dicht gepakt zand of grind:

5 - 15 Samenhan-gende grond (klei of harde

mergel) 1,5 - 5

Dicht gepakt zand of grind:

6-20/1-2 Samenhan-gende grond (klei of harde

mergel) 5-25/0.5-2

D Afzetting van los tot matig onsa-menhangende grond (met of zon-der een aantal zachte samenhan-gende lagen), of van voornamelijk zacht tot sterk samenhangende grond.

< 180 < 15 < 70

Dicht gepakt zand of grind:

< 5 Samenhan-gende grond (klei of harde

mergel) < 1,5

Dicht gepakt zand of grind: <

6 / < 1 Samenhan-gende grond (klei of harde

mergel) < 5 / < 0,5

E Een bodemprofiel bestaande uit een vlakke alluviale oppervlakte-laag met νs waarden van type C of D en een dikte variërend tussen ongeveer 5 m en 20 m, liggend op stijver materiaal met νs > 800 m/s

In tabel 2.4.3 zijn de in rekening te brengen karakteristieken van de grond, de gemiddelde waarden bekomen op een diepte van 5 m tot 20 m.

De waarden van S, in functie van het bodemtype staan vermeld in tabel 2.4.3.

Tabel 2.4.3. Coëfficiënt S in functie van bodemsoort

A B C D E 1,00 1,35 1,50 1,80 1,60

De graad van seismisch risico voor een bepaald gebouw, in een geografische zone en de ge-gevens van de bodem wordt gegeven door de formule: γI 𝑎𝑎gR 𝑆𝑆.

Voor een zeer laag seismisch risico geldt: γI 𝑎𝑎gR 𝑆𝑆 ≤ 0,6 𝑚𝑚/𝑠𝑠2

Voor een laag seismisch risico geldt: 0.6 < γI 𝑎𝑎gR 𝑆𝑆 ≤ 1,0 𝑚𝑚/𝑠𝑠2

Voor een matig seismisch risico geldt: γI 𝑎𝑎gR 𝑆𝑆 > 1,0 𝑚𝑚/𝑠𝑠2

“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”

47

Voor een zeer laag seismisch risico, kan het nazicht ten aanzien van aardbevingen verwaar-loosd worden.

Voor een laag tot matig seismisch risico met het nazicht van de totale seismische stabiliteit van het gebouw gebeuren en moeten er specifieke constructieve schikkingen worden getrof-fen.

Expliciet nazicht van aardbevingsstabiliteit

Het expliciet nazicht van de seismische stabiliteit gebeurt op een gelijkaardige manier als deze van de weerstand tegen windbelasting zoals beschreven in §2.3.6.1 tot §2.3.6.4 met volgende bijzonderheden:

1. In de berekening van de stijfheid is de elasticiteitsmodulus van het metselwerk E = 500fk te nemen;

2. Om te kunnen beschouwd worden als element dat bijdraagt tot de seismische weerstand, moeten de metselwerkwanden voldoen aan de voorwaarden van tabel 2.4.4.

Tabel 2.4.4. Voorwaarden voor weerstand tegen aardbevingen

Type metselwerk tef,min (mm) (hef/tef)max (lctv / hbaie)min Ongewapend metselwerk van metselstenen in natuursteen

340 9 0,5

Ongewapend metselwerk van metselstenen die geen metselstenen van natuursteen zijn en gebouwen van maximaal 2 bovengrondse verdiepingen *,1

138 20 0,4

Ongewapend metselwerk van metselstenen die geen metselstenen van natuursteen zijn en bij laag seismisch risico **,2

138 20 0,4

Ongewapend metselwerk van metselstenen die geen metselstenen van natuursteen zijn en die niet behoren tot situatie 1 of situatie2

188 20 0,4

* De zolderruimte boven de volledige verdiepingen wordt niet mee opgenomen in het aantal verdiepingen. ** De voorwaarden voor laag seismisch risico zijn gegeven in § 2.4.2. - tef et hef: de effectieve dikte en de effectieve hoogte van de muren (zie §2.2.5.1). - lctv = de lengte van de muur en hbaie = de hoogte van de aangrenzende opening in het vlak van de muur (zie figuur ). De te beschouwen hoogte van de opening is deze die het minst gunstig is.

1. De totale horizontale traagheidskracht, voortkomend van seismische actie wordt geschat met behulp van de formule:

𝐹𝐹b = 1.3𝑡𝑡𝑁𝑁𝑏𝑏et × Ω × γI × 𝑎𝑎gR × 𝑆𝑆 × 1000

met

o Nbet = het aantal niveaus van vloeren (de gelijkvloerse vloer en de onder-grondse vloeren worden niet meegerekend) Voor gebouwen met slechts 1

48

verdieping (type bungalow), geldt Nbet =0,5. Voor gebouwen met een plat dat wordt de vloerplaat van het dak eveneens mee in rekening gebracht.

o Ω: de omvang van het gebouw op de grond

De formule is afgestemd op een gemiddelde massa van 1.000 kg/m²/verdieping. Ingeval de massa hoger is of lager is, kan de resultante FHd aangepast worden met een coëfficiënt

α = m/1000

met

o m = de gemiddelde massa per verdieping in kg/m²

Het totale kantelmoment wordt gegeven door de formule:

𝑀𝑀𝑏𝑏 = 𝛽𝛽 𝐹𝐹𝑏𝑏𝐻𝐻𝑡𝑡𝑡𝑡𝑡𝑡

Met

o Htot = de hoogte onder de dakgoot van het gebouw

o β een coëfficiënt, bepaald volgens tabel 2.4.5, in functie van het aantal ver-diepingen (zolderruimten niet meegerekend)

Tabel 2.4.5. Coëfficiënt β in functie van het aantal verdiepingen

Aantal verdiepingen, zolderruimten niet meegerekend β 1 0,90 2 0,78 3 0,74 4 0,72 5 0,71

Vereenvoudigde methode van nazicht tegen aardbevingen

Als alternatief op de expliciete berekening volgens §2.3.6.1, §2.3.6.2, §2.3.6.3, §2.3.6.4 en §2.4.2, kan de weerstand tegen aardbevingen als voldoende beschouwd worden indien de op-vatting van de dwarse muren voldoende is in de twee loodrechte richtingen om het gebouw te stabiliseren. Voor gebouwen met meer dan twee verdiepingen zijn deze regels tamelijk con-servatief en het niet voldoen betekent niet noodzakelijk dat de weerstand tegen aardbevingen niet is verzekerd. In zo’n geval is een expliciet nazicht aangeraden.

Om geen expliciet nazicht nodig te hebben, moeten volgende voorwaarden vervuld zijn:

A. De configuratie van het horizontale vlak van het gebouw moet voldoen aan de volgende voorwaarden:

• het horizontaal vlak behoort bij benadering rechthoekig te zijn;

• de verhouding tussen de lengte van de kleine zijde en de lengte van de lange zijde in het horizontaal vlak behoort niet kleiner te zijn dan 0,25;

• de oppervlakte van de uitsparingen (uitstekende delen of inspringende delen) van de rechthoekige vorm, geprojecteerd op het horizontale vlak, behoort niet groter te zijn dan 15 % van de totale vloeroppervlakte boven het beschouwde niveau.

B. De dwarsverstijvende muren van het gebouw moeten voldoen aan alle volgende voor-waarden, bijkomend bij de voorwaarden van §2.4.3 tabel 2.4.4:

“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”

49

• het gebouw moet door dwarse muren verstijfd worden, die in het horizontale vlak nagenoeg symmetrisch in twee loodrecht op elkaar staande richtingen geschikt zijn;

• minstens twee evenwijdige wanden behoren in twee loodrechte richtingen geplaatst te worden;

• de lengte van elke wand moet, voor de beschouwde richting,

o groter zijn dan 30 % van de lengte van het gebouw in de richting van de be-schouwde wand voor gebouwen waarvan de binnenafmeting kleiner of gelijk is aan 10 m. In dit geval moet de gemiddelde lengte van de muren die de seismische krachten moeten opvangen in een bepaalde richting, minstens 3 m lang zijn;

o Langer zijn dan 3 m voor gebouwen waarvan de binnenafmeting groter is dan 10 m.

• in het geval van laag seismisch risico mag de wandlengte, zoals vereist hierboven, voorzien worden door de som van de lengtes van door openingen gescheiden dwars-wanden in een vlak. In dit geval behoort minstens een afschuifwand in elke richting een lengte l te hebben, die minstens overeenstemt met het dubbele van de mini-mumwaarde van l/h, zoals vereist in §2.4.3 tabel 2.4.4. Bijvoorbeeld: de lengte van gedeelten van muren die in beschouwing kunnen genomen worden om deze voor-waarde te verifiëren zijn:

o tussen twee vensteropeningen van 1,2 m hoog: Lmin = 0,96 m;

o aangrenzend aan een deuropening van 2 m: Lmin = 1,6 m;

o aangrenzend aan een opening met een hoogte gelijk aan de hoogte van een ver-dieping 2,6 m: Lmin = 2,08 m.

• voor de wanden in minstens één richting behoort de afstand tussen deze wanden groter te zijn dan 75 % van de lengte van het gebouw in de andere richting;

• afschuifwanden behoren continu door te lopen van de fundering tot de top van het gebouw (behalve de zoldering) en ze bevatten geen openingen.

C. In beide loodrechte horizontale richtingen tussen opeenvolgende verdiepingen behoort het massaverschil en het verschil van de horizontale dwarsdoorsnede-oppervlakken van afschuifwanden beperkt te worden tot 20

D. Indien de constructieve schikkingen van verbindingen tussen muren en vloeren, zoals beschreven in §2.4.4.2, niet toegepast zijn, behoren de wanden in één richting verbon-den te zijn met wanden in de loodrechte richting op een maximale afstand van 7 m.

E. Op iedere verdieping moet de totale dwarsdoorsnede-oppervlakte van de afschuifwan-den hoger zijn dan een percentage pmin van de totale grondoppervlakte. Deze percen-tages zijn weergegeven in de tabellen van bijlage 5. De parameters waarop de tabellen gebaseerd zijn, zijn:

• het niveau van seismische activiteit, overeenstemmend met γI 𝑎𝑎gR 𝑆𝑆;

• de karakteristieke drukweerstand van het metselwerk fk ;

• het aantal verdiepingen;

• het percentage van de verticale belasting dat wordt opgenomen door de betreffende wanden (inclusief het eigen gewicht van de muur);

50

• de gemiddelde lengte van de muren met seismische weerstand in de beschouwde richting.

In geval van laag tot matig seismisch risico vereist de seismische stabiliteit het uitvoeren van toereikende verbindingen tussen loodrecht op elkaar staande muren en tussen muren en vloe-ren. Naargelang de hoogte van het gebouw en het niveau van seismisch risico, kunnen de eisen van verbindingen aangevuld of vervangen worden door vereisten die gesteld worden aan mini-male muurdiktes van de seismisch weerstandbiedende afschuifwanden. Deze vereisten zijn samengevat in tabel 2.4.6.

Tabel 2.4.6. Constructieve schikkingen naargelang het seismische risico

Niveau van seismisch risico

Aantal boven-grondse verdi-

epingen *

Minimaal te respecteren constructieve schikkingen

𝛾𝛾𝐼𝐼𝑎𝑎𝑔𝑔𝑅𝑅𝑆𝑆 ≤ 0,6 𝑚𝑚/𝑠𝑠2 (zeer lage seismische

activiteit)

Geen specifieke maatregelen

0,6 < 𝛾𝛾𝐼𝐼𝑎𝑎𝑔𝑔𝑅𝑅𝑆𝑆 ≤ 1,0 𝑚𝑚/𝑠𝑠2

(lage seismische activi-teit)

1 of 2 Geen specifieke maatregelen meer dan 2 Uitvoeren van toereikende verbindingen

of alternatief afschuifwanden met een minimale muurdikte van

188 mm

𝛾𝛾𝐼𝐼𝑎𝑎𝑔𝑔𝑅𝑅𝑆𝑆 > 1,0 𝑚𝑚/𝑠𝑠2 (matige seismische ac-

tiviteit)

1 of 2 Uitvoeren van toereikende verbindingen meer dan 2 Uitvoeren van toereikende verbindingen

EN afschuifwanden met een minimale muurdikte van

188 mm * De ruimte onder het schuine dak, boven de volledige verdiepingen, wordt niet mee in rekening gebracht voor de bepaling van het aantal verdiepingen

Ingeval aan de vereisten van verbindingen moet voldaan worden, moeten deze zo zijn dat de verbindingen tussen muren onderling en tussen muren en vloeren in staat zijn om de hierna vermelde krachten over te dragen:

1. Vloeren van beton (betonplaat, kanaalplaatvloeren, systeem balken en vulpotten): deze waarden onderstellen dat de verbinding verzekerd is op de 4 zijden, wat normaal het geval is indien de uitvoeringsregels van de kunst gerespecteerd zijn. In het geval van een vloer die enkel aan de twee oplegzijden verbinding maakt, moeten de overeen-stemmende regels van houten vloeren gevolgd worden.

Tabel 2.4.7. Minimale capaciteit van over te brengen krachten bij betonnen vloeren

verbindingen muur / muur 0.6 < 𝛾𝛾𝐼𝐼𝑎𝑎𝑔𝑔𝑅𝑅𝑆𝑆 ≤ 1,0 𝑚𝑚/𝑠𝑠2 𝛾𝛾𝐼𝐼𝑎𝑎𝑔𝑔𝑅𝑅𝑆𝑆 > 1,0 𝑚𝑚/𝑠𝑠2

Over een zone van hoogte in de muur gelijk aan 4 tef aan de ene

kant en aan de vloeren aan de an-dere kant

10 kN/m 20 kN/m

In de andere zones 5 kN/m 10 kN/m verbindingen muur / vloer

0,6 < 𝛾𝛾𝐼𝐼𝑎𝑎𝑔𝑔𝑅𝑅𝑆𝑆 ≤ 1,0 𝑚𝑚/𝑠𝑠2 𝛾𝛾𝐼𝐼𝑎𝑎𝑔𝑔𝑅𝑅𝑆𝑆 > 1,0 𝑚𝑚/𝑠𝑠2

overal 8 kN/m 16 N/m

“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”

51

2 Houten vloeren

Tabel 2.4.8. Minimale capaciteit van over te brengen krachten bij houten vloeren verbindingen muur / muur

0,6 < 𝛾𝛾𝐼𝐼𝑎𝑎𝑔𝑔𝑅𝑅𝑆𝑆 ≤ 1,0 𝑚𝑚/𝑠𝑠2 𝛾𝛾𝐼𝐼𝑎𝑎𝑔𝑔𝑅𝑅𝑆𝑆 > 1,0 𝑚𝑚/𝑠𝑠2

Vloeren verbonden aan de muren op

de 4 zijden

Over een zone van hoogte in de muur

gelijk aan 4 tef aan de ene kant en aan de vloeren aan de an-

dere kant

10 kN/m 20 kN/m

In de andere zones 5 kN/m 10 kN/m

Vloeren verbonden aan de muren op 2

zijden

Over een zone van hoogte in de muur

gelijk aan 4 tef aan de ene kant en aan de vloeren aan de an-

dere kant

16 kN/m 60 kN/m

In de andere zones 8 kN/m 30 kN/m Verbindingen muur / vloer

0,6 < 𝛾𝛾𝐼𝐼𝑎𝑎𝑔𝑔𝑅𝑅𝑆𝑆 ≤ 1,0 𝑚𝑚/𝑠𝑠2 𝛾𝛾𝐼𝐼𝑎𝑎𝑔𝑔𝑅𝑅𝑆𝑆 > 1,0 𝑚𝑚/𝑠𝑠2 Vloeren verbonden aan de muren op

de 4 zijden Overal 8 kN/m 16 kN/m

Vloeren verbonden aan de muren op 2

zijden

Over een zone van 60 cm aan de ene kant en de hoeken aan de

andere kant

40 kN/m 80 kN/m

In de andere zones 16 kN/m 32 kN/m

De krachten kunnen overgedragen worden door wrijving. De tabel 2.4.9 geeft de mogelijk te bekomen weerstand door wrijving (per lopende meter) in functie van de gemiddelde druk-kracht op de muur, de dikte van de muur en de opleglengte van de vloer op de muur:

52

Tabel 2.4.9. Wrijvingsweerstand in functie van belasting en opleglengte (in kN/m) Muurdikte (nominaal)= 140 mm

Muurdikte (nominaal) = 190 mm

Indien de weerstand door wrijving niet volstaat, moet men bijkomende mechanische verbin-dingen toepassen. In dit geval moeten deze in staat zijn om de volledige totale vereiste weer-stand op te nemen. De benodigde staalsecties zijn weergegeven in tabel 2.4.10. Eveneens wor-den hierna voorbeelden van praktische uitvoering gegeven.

fvk0 = 0.1 MPa opleglengte (cm)NEd,gem (kN/m) 7 8 9 10 11 12 13 14

0 4,7 5,3 6,0 6,7 7,3 8,0 8,7 9,350 11,3 13,0 14,6 16,2 17,8 19,4 21,0 22,7

100 18,0 20,6 23,1 25,7 28,3 30,9 33,4 36,0150 24,7 28,2 31,7 35,2 38,8 42,3 45,8 49,3200 31,3 35,8 40,3 44,8 49,2 53,7 58,2 62,7250 38,0 43,4 48,9 54,3 59,7 65,1 70,6 76,0

fvk0 = 0.2 MPa opleglengte (cm)NEd,gem (kN/m) 7 8 9 10 11 12 13 14

0 9,3 10,7 12,0 13,3 14,7 16,0 17,3 18,750 16,0 18,3 20,6 22,9 25,1 27,4 29,7 32,0

100 22,7 25,9 29,1 32,4 35,6 38,9 42,1 45,3150 29,3 33,5 37,7 41,9 46,1 50,3 54,5 58,7200 36,0 41,1 46,3 51,4 56,6 61,7 66,9 72,0250 42,7 48,8 54,9 61,0 67,0 73,1 79,2 85,3

fvk0 = 0.3 MPa opleglengte (cm)NEd,gem (kN/m) 7 8 9 10 11 12 13 14

0 14,0 16,0 18,0 20,0 22,0 24,0 26,0 28,050 20,7 23,6 26,6 29,5 32,5 35,4 38,4 41,3

100 27,3 31,2 35,1 39,0 43,0 46,9 50,8 54,7150 34,0 38,9 43,7 48,6 53,4 58,3 63,1 68,0200 40,7 46,5 52,3 58,1 63,9 69,7 75,5 81,3250 47,3 54,1 60,9 67,6 74,4 81,1 87,9 94,7

fvk0 = 0.1 MPa opleglengte (cm)NEd,gem (kN/m) 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19

0 4,7 5,3 6,0 6,7 7,3 8,0 8,7 9,3 10,0 10,7 11,3 12,0 12,750 9,6 10,9 12,3 13,7 15,1 16,4 17,8 19,2 20,5 21,9 23,3 24,6 26,0

100 14,5 16,6 18,6 20,7 22,8 24,8 26,9 29,0 31,1 33,1 35,2 37,3 39,3150 19,4 22,2 24,9 27,7 30,5 33,3 36,0 38,8 41,6 44,4 47,1 49,9 52,7200 24,3 27,8 31,3 34,7 38,2 41,7 45,2 48,6 52,1 55,6 59,1 62,5 66,0250 29,2 33,4 37,6 41,8 45,9 50,1 54,3 58,5 62,6 66,8 71,0 75,2 79,3

fvk0 = 0.2 MPa opleglengte (cm)NEd,gem (kN/m) 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19

0 9,3 10,7 12,0 13,3 14,7 16,0 17,3 18,7 20,0 21,3 22,7 24,0 25,350 14,2 16,3 18,3 20,4 22,4 24,4 26,5 28,5 30,5 32,6 34,6 36,6 38,7

100 19,2 21,9 24,6 27,4 30,1 32,8 35,6 38,3 41,1 43,8 46,5 49,3 52,0150 24,1 27,5 30,9 34,4 37,8 41,3 44,7 48,1 51,6 55,0 58,5 61,9 65,3200 29,0 33,1 37,3 41,4 45,5 49,7 53,8 58,0 62,1 66,2 70,4 74,5 78,7250 33,9 38,7 43,6 48,4 53,3 58,1 62,9 67,8 72,6 77,5 82,3 87,2 92,0

fvk0 = 0.3 MPa opleglengte (cm)NEd,gem (kN/m) 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19

0 14,0 16,0 18,0 20,0 22,0 24,0 26,0 28,0 30,0 32,0 34,0 36,0 38,050 18,9 21,6 24,3 27,0 29,7 32,4 35,1 37,8 40,5 43,2 45,9 48,6 51,3

100 23,8 27,2 30,6 34,0 37,4 40,8 44,2 47,6 51,1 54,5 57,9 61,3 64,7150 28,7 32,8 36,9 41,1 45,2 49,3 53,4 57,5 61,6 65,7 69,8 73,9 78,0200 33,6 38,5 43,3 48,1 52,9 57,7 62,5 67,3 72,1 76,9 81,7 86,5 91,3250 38,6 44,1 49,6 55,1 60,6 66,1 71,6 77,1 82,6 88,1 93,6 99,2 104,7

“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”

53

Tabel 2.4.10. Bijkomende wapening naargelang de over te brengen krachten

Overdracht per toegevoegde mechanische verbinding in staal Benodigde sectie (per meter)

Over te brengen kracht (kN/m) Betonstaal staven (S500) Gewoon staal (S355)

8 16 mm² 25 mm² 16 32 mm² 50 mm² 32 65 mm² 100 mm² 40 80 mm² 125 mm² 80 160 mm² 250 mm²

Eveneens moet de snijlijn van de verbinding muur/vloer bestaan uit een horizontale koppeling die in staat is om te weerstaan aan een trekkracht van 70 kN. Deze weerstand kan bereikt worden met behulp van de hierna voorgestelde configuraties en de staalsecties, zoals hierna aangegeven:

• betonstaal (BE500S): 1ϕ14, 2ϕ 10, 3 of 4 ϕ 8 ;

• een lintvoegwapening in de mortellagen;

• meewerken van wapeningen van de vloeren over een breedte van 60 cm aan de ene kant en aan de andere kant aan de muur (in dit geval zijn dwarsversterkingen ver-plicht).

− Voorbeelden van configuraties die de vereiste verbindingen verzekeren, worden weer-gegeven in Deel 4: STS 22-4: Metselwerk voor laagbouw- Algemene uitvoering van metselwerk. De gegeven staalsecties in de voorbeelden stemmen overeen met het ge-val van matig seismisch risico. In zones van laag seismisch risico, kunnen de secties van de spelden met de helft verminderd worden en kunnen de overlappingslengtes van het staal verminderd worden tot 2/3 van de vooropgestelde waarden.

2.4.4.3.1 Evaluatie van het seismische risico

Voorbeeld 1 – woninggebouw in Antwerpen, met een goede bodemkwaliteit (zand met gemid-delde CPT-weerstand > 15 MPa)

Belangrijkheidsklasse II γI = 1

Zone 1 agR = 0,4 m/s²

Bodemtype B S = 1,35

γI agR S = 0,54 m/s² ≤ 0,6 m/s² Zeer laag seismisch risico – Verwaarloosbaar aardbe-vingsgevaar

Voorbeeld 2 – schoolgebouw te Brussel, slechte bodemkwaliteit (zand met gemiddelde CPT-weerstand < 5 MPa)

Belangrijkheidsklasse III γI = 1,2

Zone 1 agR = 0,4 m/s²

Bodemtype D S = 1,80

γI agR S = 0,864 m/s²:tussen 0,6 et 1,0 m/s² Laag seismische risico – overeenstem-mende seismische regels toepassen

54

Voorbeeld 3 – woninggebouw te Eupen, middelmatige bodemkwaliteit (klei met gemiddelde CPT weerstand tussen 1,5 MPa en 5 MPa)

Belangrijkheidsklasse II γI = 1,0

Zone 4 agR = 1,0 m/s²

Bodemtype C S = 1,50

γI agR S = 1,50 m/s² > 1,0 m/s² Matig seismisch risico – alle seismische regels toepas-sen

2.4.4.3.2 Toepassingsvoorbeeld van vereenvoudigde methode van nazicht

• Woninggebouw 12 x 8 m – gelijkvloerse verdieping +1niveau

• Buitenmuren 14 cm

• Binnenmuren 19 cm

• Metselwerk fk = 5 N/mm²

• Verdiepingshoogte 2,6 m

• Lengte van de muren zie figuur 3.4.2

• Optie 1: +1 niveau = zoldering met zadeldak ( 1 verdiepingsniveau in rekening te bren-gen voor de vereenvoudigde methode van seismisch nazicht)

• Optie 2: +1 niveau heeft plat dak ( 2 verdiepingsniveaus in rekening te brengen voor de vereenvoudigde methode van seismisch nazicht)

• Locatie: Zone 3 (agR = 0.8 m/s²)

• Bodemtype B (S = 1,35)

γI agR S = 1,08 m/s² (matige seismische activiteit)

“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”

55

Figuur 2.4.2. Planzicht van voorbeeldgebouw

Nazicht van de criteria:

• muren in twee richtingen: OK

• regelmatige rechthoekige benadering: OK

• verhouding lengte/breedte: 8/12 = 0,67 > 0,25

• selectie van de muren die bijdragen tot de seismische weerstand

Volgens §2.4.3 (2): ongewapend metselwerk + matige seismische activiteit + maximum 2 verdiepingen

• tef,min = 138 mm: OK

• hef/tef: 2.600/138 = 18,8 < 20: OK

• muren, aansluitend aan een raam: lmin = 0,4 x 1,2 = 0,48 m

• muren aansluitend aan een deur: lmin = 0,4 x 2 = 0,8 m

• muren, aansluitend aan een opening over de volledige verdiepingshoogte: lmin = 0,4 x 2,6 = 1,04

X-richting: alle muren behalve de dwarsmuurtjes van 0,8 m

Y-richting: alle muren

• minimum twee evenwijdige muren in elke richting: OK

• in de X-richting, minimum twee muren van 3 m of meer: OK

• in de Y-richting, minimum twee muren van 2,4 m of meer: OK

• afstand tussen de muren die het verst van elkaar liggen: 12 m > 0,75 x 8 m: OK

56

• Nazicht van de minimale percentages

o Y-richting:

Dragende muren ξ = 0,75

Om de vereenvoudigde tabellen te mogen toepassen, moet de gemiddelde lengte van de beschouwde muren minstens 3 m zijn we beschouwen: de muur van 4 m, de twee muren van 3 m en een muur van 2 m.

Het percentage muren = (4 x 0,14 + 2 x 3 x 0,19 + 2 x 0,14) / (12 x 8) = 2,06 %

Volgens tabel van bijlage 5:

indien 1 niveau (1e verdieping = zolder onder zadeldak) pmin, vereist = 0,50 %: OK

indien 2 niveaus (1e verdieping onder plat dak): pmin,vereist = 1,40 %: OK

o X-richting: Niet-dragende muren ξ = 0,75 Om de vereenvoudigde tabellen te mogen toepassen, moet de gemiddelde lengte van de beschouwde muren minstens 3 m zijn we beschouwen: de muur van 2,5 m, de muur van 3 m en de muur van 4 m. Her percentage muren = (4 x 0,14 + 3 x 0,19 + 2,5 x 0,14) / (12 x 8) = 1,54 % Volgens tabel van bijlage 5: indien 1 niveau (1e verdieping = zolder onder zadeldak): pmin,vereist = 1,40 %: OK indien 2 niveaus (1e verdieping onder plat dak): seismische weerstand is niet verzekerd met de vereenvoudigde methode: expliciet nazicht is noodzakelijk.

“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”

57

Bijlage 1. Maximale overspanningen van einddragers die verticaal belast worden

Muurdikte 2 14040 50 60 70 80 90 100 110 120 130 140 150 160 170 180 190 200 220 240 260 280 300 320 340 360 380 400 450 500 550 600 650

1,5 7 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,92 7 7 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9

2,5 7 7 7 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,93 7 7 7 7 7 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9

3,5 7 7 7 7 7 7 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,94 7 7 7 7 7 7 7 7 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9

4,5 7 7 7 7 7 7 7 7 7 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,95 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,96 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,97 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,98 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,99 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9

10 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,911 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,912 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,913 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,914 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,915 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 5,9 5,9 5,9 5,9 5,916 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 5,9 5,9 5,9 5,9 5,917 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 5,9 5,9 5,9 5,918 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 5,9 5,9 5,919 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 5,9 5,9 5,920 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 5,9 5,921 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 5,9 5,922 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 5,9

fd =

reke

nwaa

rde

van

de d

ruks

terk

te v

an h

et m

etse

lwer

k

GROEP 1 STENENNed = de ontwerp verticale belasting op de beschouwde verdieping

Muurdikte 2 15040 50 60 70 80 90 100 110 120 130 140 150 160 170 180 190 200 220 240 260 280 300 320 340 360 380 400 450 500 550 600 650

1,5 7 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 62 7 7 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6

2,5 7 7 7 7 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 63 7 7 7 7 7 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6

3,5 7 7 7 7 7 7 7 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 64 7 7 7 7 7 7 7 7 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6

4,5 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 65 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 66 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 67 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 68 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 69 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6

10 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 611 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6 6 6 6 6 6 6 6 612 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6 6 6 6 6 6 6 613 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6 6 6 6 6 614 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6 6 6 6 615 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6 6 6 6 616 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6 6 6 617 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6 6 618 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6 6 619 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6 620 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6 621 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 622 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7

fd =

reke

nwaa

rde

van

de d

ruks

terk

te v

an h

et m

etse

lwer

k

Ned = de ontwerp verticale belasting op de beschouwde verdieping

Muurdikte 2 19040 50 60 70 80 90 100 110 120 130 140 150 160 170 180 190 200 220 240 260 280 300 320 340 360 380 400 450 500 550 600 650

1,5 7 7 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 62 7 7 7 7 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6

2,5 7 7 7 7 7 7 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 63 7 7 7 7 7 7 7 7 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4

3,5 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,44 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4

4,5 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,45 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,46 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,47 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,48 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,49 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4

10 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,411 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,4 6,4 6,4 6,4 6,412 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,4 6,4 6,4 6,413 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,4 6,4 6,4 6,414 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,4 6,4 6,415 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,4 6,416 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,417 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,418 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 719 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 720 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 721 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 722 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7

fd =

reke

nwaa

rde

van

de d

ruks

terk

te v

an h

et m

etse

lwer

k

Ned = de ontwerp verticale belasting op de beschouwde verdieping

58

Muurdikte 2 20040 50 60 70 80 90 100 110 120 130 140 150 160 170 180 190 200 220 240 260 280 300 320 340 360 380 400 450 500 550 600 650

1,5 7 7 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 62 7 7 7 7 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6

2,5 7 7 7 7 7 7 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 63 7 7 7 7 7 7 7 7 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5

3,5 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,54 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5

4,5 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,55 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,56 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,57 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,58 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,59 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5

10 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,511 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,5 6,5 6,5 6,5 6,512 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,5 6,5 6,5 6,513 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,5 6,5 6,514 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,5 6,515 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,5 6,516 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,517 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 718 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 719 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 720 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 721 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 722 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7

fd =

reke

nwaa

rde

van

de d

ruks

terk

te v

an h

et m

etse

lwer

k

Ned = de ontwerp verticale belasting op de beschouwde verdieping

Muurdikte 2 24040 50 60 70 80 90 100 110 120 130 140 150 160 170 180 190 200 220 240 260 280 300 320 340 360 380 400 450 500 550 600 650

1,5 7 7 7 7 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 62 7 7 7 7 7 7 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6

2,5 7 7 7 7 7 7 7 7 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 63 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9

3,5 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,94 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9

4,5 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,95 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,96 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,97 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,98 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,99 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9

10 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,9 6,9 6,9 6,911 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,9 6,9 6,912 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,9 6,913 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,914 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 715 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 716 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 717 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 718 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 719 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 720 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 721 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 722 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7

fd =

reke

nwaa

rde

van

de d

ruks

terk

te v

an h

et m

etse

lwer

k

Ned = de ontwerp verticale belasting op de beschouwde verdieping

Muurdikte 2 29040 50 60 70 80 90 100 110 120 130 140 150 160 170 180 190 200 220 240 260 280 300 320 340 360 380 400 450 500 550 600 650

1,5 7 7 7 7 7 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 62 7 7 7 7 7 7 7 7 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6

2,5 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 63 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7

3,5 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 74 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7

4,5 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 75 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 76 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 77 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 78 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 79 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7

10 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 711 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 712 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 713 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 714 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 715 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 716 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 717 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 718 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 719 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 720 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 721 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 722 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7

fd =

reke

nwaa

rde

van

de d

ruks

terk

te v

an h

et m

etse

lwer

k

Ned = de ontwerp verticale belasting op de beschouwde verdieping

“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”

59

Muurdikte 2 30040 50 60 70 80 90 100 110 120 130 140 150 160 170 180 190 200 220 240 260 280 300 320 340 360 380 400 450 500 550 600 650

1,5 7 7 7 7 7 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 62 7 7 7 7 7 7 7 7 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6

2,5 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 63 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7

3,5 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 74 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7

4,5 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 75 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 76 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 77 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 78 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 79 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7

10 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 711 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 712 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 713 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 714 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 715 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 716 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 717 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 718 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 719 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 720 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 721 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 722 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7

fd =

reke

nwaa

rde

van

de d

ruks

terk

te v

an h

et m

etse

lwer

k

Ned = de ontwerp verticale belasting op de beschouwde verdieping

Muurdikte 14040 50 60 70 80 90 100 110 120 130 140 150 160 170 180 190 200 220 240 260 280 300 320 340 360 380 400 450 500 550 600 650

1,5 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,92 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9

2,5 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,93 7 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9

3,5 7 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,94 7 7 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9

4,5 7 7 7 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,95 7 7 7 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,96 7 7 7 7 7 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,97 7 7 7 7 7 7 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,98 7 7 7 7 7 7 7 7 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,99 7 7 7 7 7 7 7 7 7 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9

10 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,911 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,912 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,913 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,914 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,915 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,916 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,917 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,918 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,919 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,920 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,921 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,922 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9 5,9

GROEP 2&3 STENENNed = de ontwerp verticale belasting op de beschouwde verdieping

fd =

reke

nwaa

rde

van

de d

ruks

terk

te v

an h

et m

etse

lwer

k

Muurdikte 15040 50 60 70 80 90 100 110 120 130 140 150 160 170 180 190 200 220 240 260 280 300 320 340 360 380 400 450 500 550 600 650

1,5 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 62 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6

2,5 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 63 7 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6

3,5 7 7 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 64 7 7 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6

4,5 7 7 7 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 65 7 7 7 7 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 66 7 7 7 7 7 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 67 7 7 7 7 7 7 7 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 68 7 7 7 7 7 7 7 7 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 69 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6

10 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 611 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 612 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 613 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 614 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 615 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 616 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 617 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 618 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 619 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 620 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 621 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6 6 6 6 6 6 6 6 6 622 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6 6 6 6 6 6 6 6 6

GROEP 2&3 STENENNed = de ontwerp verticale belasting op de beschouwde verdieping

fd =

reke

nwaa

rde

van

de d

ruks

terk

te v

an h

et m

etse

lwer

k

60

Muurdikte 19040 50 60 70 80 90 100 110 120 130 140 150 160 170 180 190 200 220 240 260 280 300 320 340 360 380 400 450 500 550 600 650

1,5 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 62 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6

2,5 7 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 63 7 7 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4

3,5 7 7 7 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,44 7 7 7 7 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4

4,5 7 7 7 7 7 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,45 7 7 7 7 7 7 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,46 7 7 7 7 7 7 7 7 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,47 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,48 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,49 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4

10 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,411 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,412 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,413 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,414 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,415 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,416 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,417 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,418 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,419 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,420 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,421 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4 6,422 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,4 6,4 6,4 6,4 6,4

GROEP 2&3 STENENNed = de ontwerp verticale belasting op de beschouwde verdieping

fd =

reke

nwaa

rde

van

de d

ruks

terk

te v

an h

et m

etse

lwer

k

Muurdikte 20040 50 60 70 80 90 100 110 120 130 140 150 160 170 180 190 200 220 240 260 280 300 320 340 360 380 400 450 500 550 600 650

1,5 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 62 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6

2,5 7 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 63 7 7 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5

3,5 7 7 7 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,54 7 7 7 7 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5

4,5 7 7 7 7 7 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,55 7 7 7 7 7 7 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,56 7 7 7 7 7 7 7 7 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,57 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,58 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,59 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5

10 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,511 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,512 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,513 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,514 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,515 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,516 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,517 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,518 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,519 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,520 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5 6,521 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,5 6,5 6,5 6,5 6,522 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,5 6,5 6,5 6,5 6,5

GROEP 2&3 STENENNed = de ontwerp verticale belasting op de beschouwde verdieping

fd =

reke

nwaa

rde

van

de d

ruks

terk

te v

an h

et m

etse

lwer

k

Muurdikte 24040 50 60 70 80 90 100 110 120 130 140 150 160 170 180 190 200 220 240 260 280 300 320 340 360 380 400 450 500 550 600 650

1,5 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 62 7 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6

2,5 7 7 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 63 7 7 7 7 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9

3,5 7 7 7 7 7 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,94 7 7 7 7 7 7 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9

4,5 7 7 7 7 7 7 7 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,95 7 7 7 7 7 7 7 7 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,96 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,97 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,98 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,99 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9

10 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,911 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,912 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,913 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,914 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,915 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,916 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,9 6,9 6,9 6,9 6,9 6,917 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,9 6,9 6,9 6,9 6,918 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,9 6,9 6,9 6,9 6,919 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,9 6,9 6,9 6,920 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,9 6,9 6,9 6,921 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,9 6,9 6,922 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 6,9 6,9 6,9

GROEP 2&3 STENENNed = de ontwerp verticale belasting op de beschouwde verdieping

fd =

reke

nwaa

rde

van

de d

ruks

terk

te v

an h

et m

etse

lwer

k

“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”

61

Muurdikte 29040 50 60 70 80 90 100 110 120 130 140 150 160 170 180 190 200 220 240 260 280 300 320 340 360 380 400 450 500 550 600 650

1,5 7 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 62 7 7 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6

2,5 7 7 7 7 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 63 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7

3,5 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 74 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7

4,5 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 75 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 76 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 77 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 78 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 79 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7

10 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 711 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 712 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 713 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 714 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 715 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 716 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 717 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 718 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 719 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 720 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 721 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 722 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7

GROEP 2&3 STENENNed = de ontwerp verticale belasting op de beschouwde verdieping

fd =

reke

nwaa

rde

van

de d

ruks

terk

te v

an h

et m

etse

lwer

k

Muurdikte 30040 50 60 70 80 90 100 110 120 130 140 150 160 170 180 190 200 220 240 260 280 300 320 340 360 380 400 450 500 550 600 650

1,5 7 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 62 7 7 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6

2,5 7 7 7 7 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 63 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7

3,5 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 74 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7

4,5 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 75 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 76 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 77 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 78 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 79 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7

10 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 711 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 712 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 713 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 714 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 715 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 716 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 717 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 718 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 719 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 720 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 721 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 722 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7

GROEP 2&3 STENENNed = de ontwerp verticale belasting op de beschouwde verdieping

fd =

reke

nwaa

rde

van

de d

ruks

terk

te v

an h

et m

etse

lwer

k

62

Bijlage 2. Karakteristieke druksterkte van metselwerk

De normatieve waardes van 𝑓𝑓𝑘𝑘,𝑠𝑠 zijn de waardes van 𝑓𝑓𝑘𝑘, bepaald conform de Eurocode 6.1.1. Ze worden hieronder hernomen onder de vorm van tabellen voor de meest gebruikte combinaties element (groep) / mortel bij dragend metselwerk.

Metselbaksteen van groep 2, waarvoor h/l = 14/14 (vormfactor 𝜹𝜹 = 1,08 – cfr NBN EN 772-1 bijlage A)

Mortel voor algemene toepassing:𝑓𝑓𝑘𝑘,𝑠𝑠 = 𝑓𝑓𝑘𝑘 = 0,50𝛿𝛿−0,65𝑓𝑓𝑏𝑏0,65𝑓𝑓𝑚𝑚

0,25 = 0,5 fmean0,65fm0,25

Lijmmortel (lintvoeg ≥ 0,5 mm en ≤ 3 mm):𝑓𝑓𝑘𝑘,𝑠𝑠 = 𝑓𝑓𝑘𝑘 = 0,50𝛿𝛿−0,80𝑓𝑓𝑏𝑏0,80= 0,5.fmean0,80

fb

[N/mm²]

Mortel voor algemene toepassing Lijmmortel (lintvoeg ≥

0,5 mm en ≤ 3 mm)

M2,5 M5 M10 M15 M20

5 1,7 2,0 - - - 1,7 10 2,7 3,2 3,8 - - 3,0 15 - 4,1 4,9 5,4 - 4,1 20 - 5,0 5,9 6,6 7,0 5,2 25 - - 6,9 7,6 8,2 6,2 30 - - 7,7 8,5 9,2 7,1 35 - - 8,5 9,4 10,1 8,1 50 - - - 11,9 12,8 10,7

Metselbaksteen van groep 2, waarvoor h/l = 14/19 (vormfactor 𝛅𝛅 = 0,98 – cfr NBN EN 772-1 bijlage A)

Mortel voor algemene toepassing: 𝑓𝑓𝑘𝑘,𝑠𝑠 = 𝑓𝑓𝑘𝑘 = 0,50𝛿𝛿−0,65𝑓𝑓𝑏𝑏0,65𝑓𝑓𝑚𝑚

0,25= 0,5 fmean0,65fm0,25

Lijmmortel (lintvoeg ≥ 0,5 mm en ≤ 3 mm):𝑓𝑓𝑘𝑘,𝑠𝑠 = 𝑓𝑓𝑘𝑘 = 0,50𝛿𝛿−0,80𝑓𝑓𝑏𝑏0,80= 0,5.fmean0,80

fb

[N/mm²]

Mortel voor algemene toepassing Lijmmor-tel

(lintvoeg ≥ 0,5 mm en

≤ 3 mm)

M2,5 M5 M10 M15 M20

5 1,8 2,2 - - - 1,8 10 2,8 3,4 4,0 - - 3,2 15 - 4,4 5,2 5,8 - 4,4 20 - 5,3 6,3 7,0 7,5 5,6 25 - - 7,3 8,1 8,7 6,7 30 - - 8,2 9,1 9,8 7,7 35 - - 9,1 10,1 10,8 8,7 50 - - - 12,7 13,6 11,6

“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”

63

Metselbaksteen van groep 2, waarvoor h/l = 19/14 (vormfactor 𝜹𝜹 = 1,24 – cfr NBN EN 772-1 bijlage A)

Mortel voor algemene toepassing: 𝑓𝑓𝑘𝑘,𝑠𝑠 = 𝑓𝑓𝑘𝑘 = 0,50𝛿𝛿−0,65𝑓𝑓𝑏𝑏0,65𝑓𝑓𝑚𝑚

0,25= 0,5 fmean0,65fm0,25

Lijmmortel (lintvoeg ≥ 0,5 mm en ≤ 3 mm): 𝑓𝑓𝑘𝑘,𝑠𝑠 = 𝑓𝑓𝑘𝑘 = 0,50𝛿𝛿−0,80𝑓𝑓𝑏𝑏0,80= 0,5.fmean0,80

fb

[N/mm²]

Mortel voor algemene toepassing Lijmmor-tel

(lintvoeg ≥ 0,5 mm en

≤ 3 mm)

M2,5 M5 M10 M15 M20

5 1,6 1,9 - - - 1,5 10 2,4 2,9 3,5 - - 2,7 15 - 3,8 4,5 5,0 - 3,7 20 - 4,6 5,4 6,0 6,4 4,6 25 - - 6,3 6,9 7,5 5,5 30 - - 7,1 7,8 8,4 6,4 35 - - 7,8 8,6 9,3 7,2 50 - - - 10,9 11,7 9,6

Metselbaksteen van groep 2, waarvoor h/l = 19/19 (vormfactor 𝛅𝛅 = 1,14 – cfr NBN EN 772-1 bijlage A)

Mortel voor algemene toepassing: 𝑓𝑓𝑘𝑘,𝑠𝑠 = 𝑓𝑓𝑘𝑘 = 0,50𝛿𝛿−0,65𝑓𝑓𝑏𝑏0,65𝑓𝑓𝑚𝑚

0,25= 0,5 fmean0,65fm0,25

Lijmmortel (lintvoeg ≥ 0,5 mm en ≤ 3 mm): 𝑓𝑓𝑘𝑘,𝑠𝑠 = 𝑓𝑓𝑘𝑘 = 0,50𝛿𝛿−0,80𝑓𝑓𝑏𝑏0,80= 0,5.fmean0,80

fb

[N/mm²]

Mortel voor algemene toepassing Lijmmor-tel

(lintvoeg ≥ 0,5 mm en

≤ 3 mm)

M2,5 M5 M10 M15 M20

5 1,6 2,0 - - - 1,6 10 2,6 3,1 3,6 - - 2,8 15 - 4,0 4,7 5,3 - 3,9 20 - 4,8 5,7 6,3 6,8 4,9 25 - - 6,6 7,3 7,9 5,9 30 - - 7,4 8,2 8,9 6,8 35 - - 8,2 9,1 9,8 7,7 50 - - - 11,5 12,3 10,3

64

Metselstenen van kalkzandsteen van groep 1

Mortel voor algemene toepassing: 𝑓𝑓𝑘𝑘,𝑠𝑠 = 𝑓𝑓𝑘𝑘 = 0,60𝑓𝑓𝑏𝑏0,65𝑓𝑓𝑚𝑚

0,25

Lijmmortel (lintvoeg ≥ 0,5 mm en ≤ 3 mm): 𝑓𝑓𝑘𝑘,𝑠𝑠 = 𝑓𝑓𝑘𝑘 = 0,80𝑓𝑓𝑏𝑏0,85

fb [N/mm²]

Mortel voor algemene toepassing Lijmmor-tel

(lintvoeg ≥ 0,5 mm en

≤ 3 mm)

M2,5 M5 M10 M15 M20

5 2,1 2,6 - - - 3,1 6 2,4 2,9 - - - 3,7 7 2,7 3,2 - - - 4,2

7,5 2,8 3,3 - - - 4,4 8 2,9 3,5 - - - 4,7

10 3,4 4,0 4,8 - - 5,7 12 - 4,5 5,4 - - 6,6 15 - 5,2 6,2 6,9 - 8,0 20 - 6,3 7,5 8,3 8,9 10,2 25 - - 8,6 9,6 10,3 12,3 28 - - 9,3 10,3 11,1 13,6 30 - - 9,7 10,8 11,6 14,4 35 - - 10,8 11,9 12,8 16,4 40 - - 11,7 13,0 14,0 18,4 45 - - - 14,0 15,1 20,3 50 - - - 15,0 16,1 22,2 60 - - - 16,9 18,2 22,2 75 - - - - 21,0 22,2

“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”

65

Metselstenen van kalkzandsteen van groep 2

Mortel voor algemene toepassing: 𝑓𝑓𝑘𝑘,𝑠𝑠 = 𝑓𝑓𝑘𝑘 = 0,50𝑓𝑓𝑏𝑏0,65𝑓𝑓𝑚𝑚

0,25

Lijmmortel (lintvoeg ≥ 0,5 mm en ≤ 3 mm): 𝑓𝑓𝑘𝑘,𝑠𝑠 = 𝑓𝑓𝑘𝑘 = 0,55𝑓𝑓𝑏𝑏0,85

fb [N/mm²]

Mortel voor algemene toepassing Lijmmor-tel

(lintvoeg ≥ 0,5 mm en

≤ 3 mm)

M2,5 M5 M10 M15 M20

5 1,8 2,1 - - - 2,2 6 2,0 2,4 - - - 2,5 7 2,2 2,6 - - - 2,9

7,5 2,3 2,8 - - - 3,0 8 2,4 2,9 - - - 3,2

10 2,8 3,3 4,0 - - 3,9 12 - 3,8 4,5 - - 4,5 15 - 4,3 5,2 5,7 - 5,5 20 - 5,2 6,2 6,9 7,4 7,0 25 - - 7,2 8,0 8,6 8,5 28 - - 7,8 8,6 9,2 9,3 30 - - 8,1 9,0 9,6 9,9 35 - - 9,0 9,9 10,7 11,3 40 - - 9,8 10,8 11,6 12,7 45 - - - 11,7 12,6 14,0 50 - - - 12,5 13,4 15,3 60 - - - 14,1 15,1 15,3 75 - - - - 17,5 15,3

66

Betonmetselstenen van groep 1

Mortel voor algemene toepassing: 𝑓𝑓𝑘𝑘,𝑠𝑠 = 𝑓𝑓𝑘𝑘 = 0,60𝑓𝑓𝑏𝑏0,65𝑓𝑓𝑚𝑚

0,25

Lijmmortel (lintvoeg ≥ 0,5 mm en ≤ 3 mm): 𝑓𝑓𝑘𝑘,𝑠𝑠 = 𝑓𝑓𝑘𝑘 = 0,80𝑓𝑓𝑏𝑏0,85

fb [N/mm²]

Mortel voor algemene toepassing Lijmmortel (lintvoeg ≥ 0,5 mm en

≤ 3 mm) M2,5 M5 M10 M15 M20

2 - - - - - 1,4 2,5 1,4 - - - - 1,7 4 1,9 - - - - 2,6 6 2,4 2,9 - - - 3,7 8 2,9 3,5 - - - 4,7

10 3,4 4,0 4,8 - - 5,7 12 - 4,5 5,4 - - 6,6 16 - 5,4 6,5 7,2 - 8,4 20 - 6,3 7,5 8,3 8,9 10,2 25 - - 8,6 9,6 10,3 12,3 30 - - 9,7 10,8 11,6 14,4 50 - - - 15,0 16,1 22,2 75 - - - - 21,0 22,2

Betonmetselstenen van groep 2

Mortel voor algemene toepassing: 𝑓𝑓𝑘𝑘,𝑠𝑠 = 𝑓𝑓𝑘𝑘 = 0,50𝑓𝑓𝑏𝑏0,65𝑓𝑓𝑚𝑚

0,25

Lijmmortel (lintvoeg ≥ 0,5 mm en ≤ 3 mm): 𝑓𝑓𝑘𝑘,𝑠𝑠 = 𝑓𝑓𝑘𝑘 = 0,65𝑓𝑓𝑏𝑏0,85

fb [N/mm²]

Mortel voor algemene toepassing Lijmmortel (lintvoeg ≥ 0,5 mm en

≤ 3 mm) M2,5 M5 M10 M15 M20

2 - - - - - 1,2 2,5 1,1 - - - - 1,4 4 1,5 - - - - 2,1 6 2,0 2,4 - - - 3,0 8 2,4 2,9 - - - 3,8

10 2,8 3,3 4,0 - - 4,6 12 - 3,8 4,5 - - 5,4 16 - 4,5 5,4 6,0 - 6,9 20 - 5,2 6,2 6,9 7,4 8,3 25 - - 7,2 8,0 8,6 10,0 30 - - 8,1 9,0 9,6 11,7 50 - - - 12,5 13,4 18,1 75 - - - - 17,5 18,1

“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”

67

Betonmetselstenen van groep 3

Mortel voor algemene toepassing: 𝑓𝑓𝑘𝑘,𝑠𝑠 = 𝑓𝑓𝑘𝑘 = 0,45𝑓𝑓𝑏𝑏0,65𝑓𝑓𝑚𝑚

0,25

Lijmmortel (lintvoeg ≥ 0,5 mm en ≤ 3 mm) :𝑓𝑓𝑘𝑘,𝑠𝑠 = 𝑓𝑓𝑘𝑘 = 0,50𝑓𝑓𝑏𝑏0,85

fb [N/mm²]

Mortel voor algemene toepassing Lijmmortel (lintvoeg ≥ 0,5 mm ent

≤ 3 mm) M2,5 M5 M10 M15 M20

2 - - - - - 0,9 2,5 1,0 - - - - 1,1 4 1,4 - - - - 1,6 6 1,8 2,2 - - - 2,3 8 2,2 2,6 - - - 2,9

10 2,5 3,0 3,6 - - 3,5 12 - 3,4 4,0 - - 4,1 16 - 4,1 4,9 5,4 - 5,3 20 - 4,7 5,6 6,2 6,7 6,4 25 - - 6,5 7,2 7,7 7,7 30 - - 7,3 8,1 8,7 9,0 50 - - - 11,3 12,1 13,9 75 - - - - 15,7 13,9

Cellenbetonmetselstenen van groep 1

Mortel voor algemene toepassing: 𝑓𝑓𝑘𝑘,𝑠𝑠 = 𝑓𝑓𝑘𝑘 = 0,60𝑓𝑓𝑏𝑏0,65𝑓𝑓𝑚𝑚

0,25

Lijmmortel (lintvoeg ≥ 0,5 mm en ≤ 3 mm): 𝑓𝑓𝑘𝑘,𝑠𝑠 = 𝑓𝑓𝑘𝑘 = 0,80𝑓𝑓𝑏𝑏0,85

fb

[N/mm²]

Mortel voor algemene toepassing Lijmmortel (lintvoeg ≥ 0,5 mm en

≤ 3 mm) M2,5 M5 M10 M15 M20

2 - - - - - 1,4 3 1,5 - - - - 2,0 4 1,9 - - - - 2,6 5 2,1 2,6 - - - 3,1 6 2,4 2,9 - - - 3,7

68

Bijlage 3. Buigend-momentencoëfficiënten in enkelbladige zijdelings belaste wan-den met een dikte ≤ 250 mm

“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”

69

70

“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”

71

72

“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”

73

74

Bijlage 4. Windlasten

De globale windlast op de gevel van een gebouw dat op een vlak terrein is gesitueerd, kan worden gedefinieerd als:

FHd = ƔF .B .H . (0,8 + 0,5) .qw

waarbij

• B x H = oppervlakte van de gevel loodrecht op de beschouwde windrichting

• ƔF= 1.50 (mobiele belasting)

• qw = winddruk in N/mm²

Voor bijzondere vormen of hellende terreinen wordt verwezen naar NBN EN 1991-1-4.

Voor gebouwen, waarvan de vorm meer complex is, of gesitueerd is op niet-vlakke terreinen, of waarvoor plaatselijke nazichten nodig zijn op elementen van minder dan 1 m² oppervlakte (gevelelementen of pleisterwerk, …) moet men zich richten naar NBN EN 1991-1-4.

De winddruk is functie van de windgebieden, de windklasse en de hoogte van het gebouw.

Kaart windsnelheden

Windklasse 0 Windklasse I Windklasse II Windklasse III Windklasse IV

Blootgesteld aan zeewind Vlakke zones zonder hindernissen Landelijke zones met lokale hindernissen Dorpen, randstad, industriezones, bosgebied Verstedelijkt gebied

Zone 1 / vb,0 = 23 m/sec

Zone 2 / vb,0 = 24 m/sec

Zone 3 / vb,0 = 25 m/sec Zone 4 / vb,0 = 26 m/sec

“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”

75

De waarde van qw is voor elke zone en elke windklasse weergegeven in volgende tabellen:

Hoogte van het gebouw

Klasse 0 Klasse I Klasse II Klasse III Klasse IV

1 599 509 471 423 389

2 707 621 471 423 389

3 773 690 542 423 389

4 822 742 595 423 389

5 861 782 638 423 389

6 893 817 674 459 389

7 921 846 704 490 389

8 945 872 731 518 389

9 967 895 756 543 389

10 987 915 778 565 389

15 1064 997 865 655 477

20 1120 1057 929 721 544

Zone 1 – vb,0 : 23 m/sec

Hoogte van het gebouw

Klasse 0 Klasse I Klasse II Klasse III Klasse IV

1 652 554 512 461 423

2 770 676 512 461 423

3 842 752 590 461 423

4 895 808 648 461 423

5 938 852 695 461 423

6 973 889 733 500 423

7 1003 921 767 534 423

8 1029 949 796 564 423

9 1053 974 823 591 423

10 1074 997 847 615 423

15 1158 1086 942 713 520

20 1220 1151 1012 786 592

Zone 2– vb,0 : 24 m/sec

76

Hoogte van het gebouw

Klasse 0 Klasse I Klasse II Klasse III Klasse IV

1 708 602 556 500 459

2 835 733 556 500 459

3 914 816 641 500 459

4 971 876 703 500 459

5 1017 924 754 500 459

6 1055 965 796 543 459

7 1088 999 832 579 459

8 1117 1030 864 612 459

9 1143 1057 893 641 459

10 1166 1081 919 668 459

15 1257 1178 1022 774 564

20 1323 1249 1098 852 642

Zone 3 – vb,0 : 25 m/sec

Hoogte van het gebouw

Klasse 0 Klasse I Klasse II Klasse III Klasse IV

1 756 651 601 541 497

2 903 793 601 541 497

3 988 882 693 541 497

4 1051 948 761 541 497

5 1100 1000 815 541 497

6 1142 1043 861 587 497

7 1177 1081 900 627 497

8 1208 1114 935 662 497

9 1236 1143 966 693 497

10 1261 1170 994 722 497

15 1360 1274 1105 837 610

20 1431 1351 1187 922 695

Zone 4 – vb,0 : 26 m/sec

“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”

77

Bijlage 5. Minimaal percentage aan shear walls in aardbevingszones

Nota met betrekking tot de tabellen

De tabellen hierna geven het percentage aan horizontale shear walls aan ten opzichte van de totale vloeroppervlakte.

De tabellen werden opgesteld met volgende aannames:

• gemiddelde permanente belasting per m² vloer: 1.000 kg/m², waarvan ongeveer

o 650 kg/m² gewicht vloeren;

o 350 kg/m² gewicht draagmuren;

• muurhoogte 2,70 m;

• slankheid overeenkomstig Eurocode 6.1.1: Øs = 0,80.

en in functie van volgende parameters:

• L = gemiddelde lengte van de shear walls (3 – 4 – 5 – 6 m = de som van de shear wall lengtes gedeeld door het aantal shear walls);

• fk = karakteristieke drukweerstand van het metselwerk (fk = 7,5 – 5 / 3,5 of 2,5 N/mm²);

• ξ = percentage van verticale belastingen dat in de desbetreffende richting op de shear walls rust.

o Hierbij mag worden aangenomen dat in geval van vloeren welke parallel dragen aan de dwarse verstijvingsmuur doch voorzien zijn van een druklaag en ingebon-den zijn overeenkomstig de constructieve details zoals weergegeven in Deel 4: STS 22-4: Metselwerk voor laagbouw- Algemene uitvoering van metselwerk, de verti-cale belastingen over een breedte van 1 m mee in rekening mogen worden ge-bracht.

78

MINIMALE OPPERVLAKTEPERCENTAGE AAN DWARSWANDEN (of AFSCHUIFWANDEN)

gd = 1000 kg/m2 fvko 0,2 N/mm2 n = aantal bouwlagen Hs =2,70 m HsΦ = 0,8 ξ = percentage verticale belastingen in desbetreffende richtingLs = 3,00 m Ls

ξ = 0,75 ξ = 0,5 ξ =fk = λ . ag . S λ . ag . S λ . ag . S

7,5 N/mm n 0,6 0,8 1 1,2 1,5 1,8 n 0,6 0,8 1 1,2 1,5 1,8 n 0,6 0,8 1 1,2 1,5 1,81 0,3 0,3 0,3 0,3 0,4 0,6 1 0,2 0,2 0,3 0,4 1,4 3,5 1 0,2 0,2 0,6 1,42 0,6 0,7 0,8 1,0 1,5 5,4 2 0,5 0,7 1,0 3,6 -2,2 2 0,5 0,93 0,7 0,7 0,7 0,8 0,8 0,9 3 0,8 1,4 3,7 3 1,0 1,14 1,0 1,1 1,3 1,4 1,8 2,5 4 1,7 45 1,5 1,8 2,2 3,0 5 4,5 5

fk = λ . ag . S λ . ag . S λ . ag . S

5,0 N/mm n 0,6 0,8 1 1,2 1,5 1,8 n 0,6 0,8 1 1,2 1,5 1,8 n 0,6 0,8 1 1,2 1,5 1,81 0,4 0,4 0,4 0,5 0,6 0,8 1 0,3 0,3 0,4 0,6 1,4 3,5 1 0,3 0,4 0,6 1,42 0,8 1,0 1,1 1,4 2,5 2 0,7 1,0 1,7 4,8 2 0,7 1,73 1,5 1,8 2,3 3,3 3 1,2 2,0 5,6 3 1,54 2,3 3,3 5,5 4 2,5 45 3,6 5 5

fk = λ . ag . S λ . ag . S λ . ag . S

3,5 N/mm n 0,6 0,8 1 1,2 1,5 1,8 n 0,6 0,8 1 1,2 1,5 1,8 n 0,6 0,8 1 1,2 1,5 1,81 0,5 0,6 0,6 0,7 1,0 1,4 1 0,4 0,5 0,7 1,0 1,6 3,5 1 0,4 0,6 0,9 1,4 5,22 1,2 1,4 1,6 2,2 4,3 2 1,0 1,5 2,9 2 1,1 2,93 1,9 2,3 3,0 4,3 3 1,8 2,9 3 2,24 3,0 4,2 4 3,6 45 4,7 5 5

fk = λ . ag . S λ . ag . S λ . ag . S

2,5 N/mm n 0,6 0,8 1 1,2 1,5 1,8 n 0,6 0,8 1 1,2 1,5 1,8 n 0,6 0,8 1 1,2 1,5 1,81 0,7 0,8 0,9 1,2 1,7 2,3 1 0,5 0,8 1,1 1,6 2,6 4,9 1 0,6 1,0 1,5 2,42 1,6 1,9 2,5 3,7 2 1,4 2,5 4,8 2 1,9 4,83 2,6 3,2 4,2 3 2,4 4,5 3 3,44 4,2 5,9 4 5,0 45 6,6 5 5

0,375

MINIMALE OPPERVLAKTEPERCENTAGE AAN DWARSWANDEN (of AFSCHUIFWANDEN)

gd = 1000 kg/m2 fvko 0,2 N/mm2 n = aantal bouwlagen Hs =2,70 m HsΦ = 0,8 ξ = percentage verticale belastingen in desbetreffende richtingLs = 4,00 m Ls

ξ = 0,75 ξ = 0,5 ξ =fk = λ . ag . S λ . ag . S λ . ag . S

7,5 N/mm n 0,6 0,8 1 1,2 1,5 1,8 n 0,6 0,8 1 1,2 1,5 1,8 n 0,6 0,8 1 1,2 1,5 1,81 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,5 1 0,2 0,2 0,2 0,4 1,0 1,9 1 0,2 0,2 0,5 0,9 2,1 4,52 0,5 0,6 0,6 0,7 0,9 1,8 2 0,4 0,5 0,6 1,2 6,0 2 0,4 0,5 1,93 0,7 0,7 0,7 0,7 0,8 0,8 3 0,7 0,8 1,2 2,0 3 0,6 1,0 2,94 0,9 1,0 1,1 1,2 1,4 1,6 4 1,1 1,7 4,0 4 1,3 5,65 1,3 1,5 1,7 2,0 2,7 4,2 5 1,8 4,5 5 3,4

fk = λ . ag . S λ . ag . S λ . ag . S

5,0 N/mm n 0,6 0,8 1 1,2 1,5 1,8 n 0,6 0,8 1 1,2 1,5 1,8 n 0,6 0,8 1 1,2 1,5 1,81 0,4 0,4 0,4 0,4 0,5 0,7 1 0,3 0,3 0,4 0,5 1,0 1,9 1 0,2 0,3 0,5 0,9 2,1 4,52 0,8 0,8 0,9 1,0 1,5 2,3 2 0,6 0,7 1,0 1,6 6,0 2 0,5 0,9 1,93 1,3 1,5 1,7 2,0 2,9 3 1,0 1,2 1,7 3,4 3 0,9 1,64 1,9 2,3 3,0 4,1 4 1,6 2,5 4 1,95 2,7 3,6 5,5 5 2,7 5

fk = λ . ag . S λ . ag . S λ . ag . S

3,5 N/mm n 0,6 0,8 1 1,2 1,5 1,8 n 0,6 0,8 1 1,2 1,5 1,8 n 0,6 0,8 1 1,2 1,5 1,81 0,5 0,5 0,6 0,6 0,9 1,1 1 0,4 0,4 0,6 0,8 1,1 1,9 1 0,3 0,5 0,7 1,0 2,1 4,52 1,1 1,2 1,3 1,6 2,5 4,0 2 0,8 1,1 1,7 2,7 2 0,8 1,5 2,93 1,7 1,9 2,2 2,6 4,3 3 1,4 1,8 2,9 3 1,3 2,74 2,5 3,0 3,8 5,3 4 2,3 3,6 4 2,75 3,5 4,7 5 3,8 5

fk = λ . ag . S λ . ag . S λ . ag . S

2,5 N/mm n 0,6 0,8 1 1,2 1,5 1,8 n 0,6 0,8 1 1,2 1,5 1,8 n 0,6 0,8 1 1,2 1,5 1,81 0,7 0,7 0,8 1,0 1,4 1,8 1 0,5 0,7 1,0 1,2 1,8 2,7 1 0,5 0,8 1,1 1,6 2,6 4,92 1,5 1,6 2,0 2,7 4,2 2 1,2 1,8 2,8 4,5 2 1,4 2,5 4,83 2,3 2,6 3,1 4,1 3 1,9 2,8 4,8 3 2,1 4,54 3,4 4,2 5,4 4 3,2 5,6 4 4,25 4,9 6,6 5 5,3 5

0,375

“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”

79

MINIMALE OPPERVLAKTEPERCENTAGE AAN DWARSWANDEN (of AFSCHUIFWANDEN)

gd = 1000 kg/m2 fvko 0,2 N/mm2 n = aantal bouwlagen Hs =2,70 m HsΦ = 0,8 ξ = percentage verticale belastingen in desbetreffende richtingLs = 5,00 m Ls

ξ = 0,75 ξ = 0,5 ξ =fk = λ . ag . S λ . ag . S λ . ag . S

7,5 N/mm n 0,6 0,8 1 1,2 1,5 1,8 n 0,6 0,8 1 1,2 1,5 1,8 n 0,6 0,8 1 1,2 1,5 1,81 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,5 1 0,2 0,2 0,2 0,3 0,8 1,5 1 0,2 0,2 0,4 0,8 1,5 2,72 0,5 0,5 0,6 0,6 0,7 1,3 2 0,4 0,4 0,5 0,9 3,0 2 0,3 0,4 1,2 3,13 0,6 0,7 0,7 0,7 0,7 0,8 3 0,6 0,7 0,8 1,1 4,2 3 0,5 0,7 1,1 5,84 0,9 1,0 1,0 1,1 1,2 1,3 4 0,9 1,2 1,7 3,1 4 0,9 1,5 5,95 1,2 1,3 1,5 1,6 2,0 2,5 5 1,3 2,0 4,5 5 1,5 5,9

fk = λ . ag . S λ . ag . S λ . ag . S

5,0 N/mm n 0,6 0,8 1 1,2 1,5 1,8 n 0,6 0,8 1 1,2 1,5 1,8 n 0,6 0,8 1 1,2 1,5 1,81 0,4 0,4 0,4 0,4 0,5 0,6 1 0,3 0,3 0,3 0,4 0,8 1,5 1 0,2 0,3 0,4 0,8 1,5 2,72 0,7 0,8 0,8 0,9 1,2 1,7 2 0,6 0,6 0,8 1,1 3,0 2 0,5 0,7 1,2 3,13 1,2 1,3 1,5 1,7 2,0 3,1 3 0,9 1,0 1,2 1,9 3 0,8 1,1 2,04 1,7 2,0 2,3 2,8 4,1 4 1,3 1,7 2,5 4 1,3 2,35 2,4 2,9 3,6 5,0 5 2,0 3,0 5 2,3

fk = λ . ag . S λ . ag . S λ . ag . S

3,5 N/mm n 0,6 0,8 1 1,2 1,5 1,8 n 0,6 0,8 1 1,2 1,5 1,8 n 0,6 0,8 1 1,2 1,5 1,81 0,5 0,5 0,5 0,6 0,8 1,0 1 0,4 0,4 0,5 0,7 0,9 1,5 1 0,3 0,5 0,6 0,8 1,5 2,72 1,0 1,1 1,2 1,4 2,0 2,9 2 0,8 1,0 1,4 1,9 3,4 2 0,7 1,2 1,8 3,13 1,6 1,7 1,9 2,1 3,1 4,8 3 1,2 1,4 2,1 3,2 3 1,1 1,8 3,44 2,2 2,6 3,0 3,6 4 1,9 2,4 4,2 4 1,8 4,05 3,1 3,7 4,7 5 2,8 4,3 5 3,2

fk = λ . ag . S λ . ag . S λ . ag . S

2,5 N/mm n 0,6 0,8 1 1,2 1,5 1,8 n 0,6 0,8 1 1,2 1,5 1,8 n 0,6 0,8 1 1,2 1,5 1,81 0,7 0,7 0,8 1,0 1,3 1,6 1 0,5 0,7 0,9 1,1 1,5 2,1 1 0,5 0,7 1,0 1,3 1,9 2,92 1,4 1,5 1,8 2,3 3,4 4,8 2 1,1 1,6 2,3 3,2 5,6 2 1,2 1,9 3,1 5,23 2,2 2,4 2,6 3,3 5,1 3 1,7 2,2 3,4 5,4 3 1,7 3,0 5,64 3,1 3,6 4,2 4 2,6 3,8 4 2,9 6,65 4,3 5,2 5 3,9 5 5,1

0,375

MINIMALE OPPERVLAKTEPERCENTAGE AAN DWARSWANDEN (of AFSCHUIFWANDEN)

gd = 1000 kg/m2 fvko 0,2 N/mm2 n = aantal bouwlagen Hs =2,70 m HsΦ = 0,8 ξ = percentage verticale belastingen in desbetreffende richtingLs = 6,00 m Ls

ξ = 0,75 ξ = 0,5 ξ =fk = λ . ag . S λ . ag . S λ . ag . S

7,5 N/mm n 0,6 0,8 1 1,2 1,5 1,8 n 0,6 0,8 1 1,2 1,5 1,8 n 0,6 0,8 1 1,2 1,5 1,81 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,4 1 0,2 0,2 0,2 0,3 0,8 1,3 1 0,2 0,2 0,4 0,7 1,3 2,22 0,5 0,5 0,5 0,6 0,6 1,1 2 0,4 0,4 0,4 0,7 2,2 2 0,3 0,4 1,0 2,2 5,73 0,6 0,6 0,7 0,7 0,7 0,7 3 0,6 0,6 0,7 0,8 2,5 3 0,5 0,6 0,8 2,84 0,9 0,9 1,0 1,0 1,1 1,2 4 0,8 1,0 1,2 1,7 4 0,7 1,0 1,85 1,2 1,2 1,3 1,5 1,7 2,0 5 1,1 1,5 2,2 4,5 5 1,1 2,0

fk = λ . ag . S λ . ag . S λ . ag . S

5,0 N/mm n 0,6 0,8 1 1,2 1,5 1,8 n 0,6 0,8 1 1,2 1,5 1,8 n 0,6 0,8 1 1,2 1,5 1,81 0,4 0,4 0,4 0,4 0,5 0,6 1 0,3 0,3 0,3 0,4 0,8 1,3 1 0,2 0,3 0,4 0,7 1,3 2,22 0,7 0,7 0,8 0,8 1,1 1,4 2 0,5 0,6 0,7 1,0 2,2 2 0,4 0,6 1,0 2,23 1,2 1,2 1,4 1,5 1,7 2,4 3 0,8 0,9 1,1 1,4 3,7 3 0,7 0,9 1,4 2,84 1,6 1,8 2,0 2,3 3,0 4 1,2 1,4 1,8 2,9 4 1,1 1,6 3,35 2,2 2,5 3,0 3,6 5 1,7 2,2 3,3 5 1,7 3,1

fk = λ . ag . S λ . ag . S λ . ag . S

3,5 N/mm n 0,6 0,8 1 1,2 1,5 1,8 n 0,6 0,8 1 1,2 1,5 1,8 n 0,6 0,8 1 1,2 1,5 1,81 0,5 0,5 0,5 0,6 0,7 0,9 1 0,4 0,4 0,5 0,6 0,9 1,3 1 0,3 0,4 0,6 0,7 1,3 2,22 1,0 1,0 1,1 1,3 1,8 2,4 2 0,7 0,9 1,2 1,6 2,5 4,7 2 0,7 1,0 1,5 2,2 5,73 1,5 1,6 1,7 1,9 2,6 3,7 3 1,1 1,3 1,7 2,5 4,3 3 1,0 1,5 2,4 4,04 2,1 2,3 2,6 3,0 4,5 4 1,7 2,0 3,0 5,0 4 1,5 2,7 5,65 2,8 3,2 3,8 4,7 5 2,4 3,1 5,6 5 2,4 5,4

fk = λ . ag . S λ . ag . S λ . ag . S

2,5 N/mm n 0,6 0,8 1 1,2 1,5 1,8 n 0,6 0,8 1 1,2 1,5 1,8 n 0,6 0,8 1 1,2 1,5 1,81 0,7 0,7 0,8 0,9 1,2 1,5 1 0,5 0,6 0,8 1,0 1,4 1,8 1 0,5 0,7 0,9 1,2 1,7 2,32 1,3 1,4 1,7 2,1 3,0 4,0 2 1,0 1,4 2,0 2,7 4,2 2 1,1 1,7 2,5 3,73 2,1 2,2 2,4 3,0 4,3 3 1,6 2,0 2,9 4,1 3 1,5 2,4 3,94 2,9 3,3 3,7 4 2,3 3,2 5,0 4 2,4 4,55 3,9 4,5 5 3,3 4,9 5 3,7

0,38

80

Bijlage 6. Zone-indeling van de Belgische gemeenten

Gemeente postcodeSeismische

zone Gemeente postcodeSeismische

zoneAalst 9300 1 Binche 7130 4Aalter 9880 1 Blankenberge 8370 1Aarschot 3200 1 Blégny 4670 4Aartselaar 2630 1 Bocholt 3950 4Affligem 1790 1 Boechout 2530 1Aiseau-Presles 6250 4 Bonheiden 2820 1Alken 3570 2 Boom 2850 1Alveringem 8690 1 Boortmeerbeek 3190 1Amay 4540 2 Borgloon 3840 3Amel 4770 4 Bornem 2880 1Andenne 5300 1 Borsbeek 2150 1Anderlecht 1070 1 Bouillon 6830 0Anderlues 6150 4 Boussu 7300 4Anhée 5537 2 Boutersem 3370 1Ans 4430 4 Braine-l'Alleud 1420 2Anthisnes 4160 3 Braine-le-Château 1440 2Antoing 7640 2 Braine-le-Comte 7090 4Antwerpen 2000 1 Braives 4260 2Anzegem 8570 1 Brakel 9660 1Ardooie 8850 1 Brasschaat 2930 1Arendonk 2370 3 Brecht 2960 1Arlon 6700 0 Bredene 8450 1As 3665 3 Bree 3960 4Asse 1730 1 Brugelette 7940 4Assenede 9960 1 Brugge 8000 1Assesse 5330 1 Brunehaut 7620 2Ath 7800 3 Brussel 1000 1Attert 6717 0 Buggenhout 9255 1Aubange 6790 0 Büllingen 4760 4Aubel 4880 4 Burdinne 4210 1Avelgem 8580 1 Burg-Reuland 4790 3Awans 4340 4 Bütgenbach 4750 4Aywaille 4920 3 Celles 7760 1Baarle-Hertog 2387 3 Cerfontaine 5630 2Baelen 4837 4 Chapelle-lez-Herlaimont 7160 4Balen 2490 3 Charleroi 6000 4Bassenge 4690 4 Chastre 1450 3Bastogne 6600 1 Châtelet 6200 4Beaumont 6500 3 Chaudfontaine 4050 4Beauraing 5570 1 Chaumont-Gistoux 1325 2Beauvechain 1320 1 Chièvres 7950 4Beernem 8730 1 Chimay 6460 1Beerse 2340 2 Chiny 6810 0Beersel 1650 2 Ciney 5590 1Begijnendijk 3130 1 Clavier 4560 2Bekkevoort 3460 1 Colfontaine 7340 4Beloeil 7970 4 Comblain-au-Pont 4170 3Beringen 3580 2 Comines-Warneton 7780 1Berlaar 2590 1 Courcelles 6180 4Berlare 9290 1 Court-Saint-Etienne 1490 3Berloz 4257 2 Couvin 5660 1Bernissart 7320 4 Crisnée 4367 4Bertem 3060 1 Dalhem 4607 4Bertogne 6687 1 Damme 8340 1Bertrix 6880 0 Daverdisse 6929 1Bever 1547 2 De Haan 8420 1Beveren 9120 1 De Panne 8660 1Beyne-Heusay 4610 4 De Pinte 9840 1Bierbeek 3360 1 Deerlijk 8540 1Bièvre 5555 1 Deinze 9800 1Bilzen 3740 3 Denderleeuw 9470 1

“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”

81

Gemeente postcodeSeismische

zone Gemeente postcodeSeismische

zoneDendermonde 9200 1 Geetbets 3450 2Dentergem 8720 1 Gembloux 5030 3Dessel 2480 3 Genappe 1470 4Destelbergen 9070 1 Genk 3600 3Diepenbeek 3590 3 Gent 9000 1Diest 3290 2 Geraardsbergen 9500 1Diksmuide 8600 1 Gerpinnes 6280 4Dilbeek 1700 1 Gesves 5340 1Dilsen-Stokkem 3650 4 Gingelom 3890 2Dinant 5500 1 Gistel 8470 1Dison 4820 4 Glabbeek 3380 1Doische 5680 1 Gooik 1755 1Donceel 4357 3 Gouvy 6670 2Dour 7370 4 Grâce-Hollogne 4460 4Drogenbos 1620 1 Grez-Doiceau 1390 1Duffel 2570 1 Grimbergen 1850 1Durbuy 6940 2 Grobbendonk 2280 1Ecaussinnes 7190 4 Haacht 3150 1Edegem 2650 1 Haaltert 9450 1Eeklo 9900 1 Habay 6720 0Eghezée 5310 1 Halen 3545 2Ellezelles 7890 2 Halle 1500 2Elsene 1050 1 Ham 3945 2Enghien 7850 2 Hamme 9220 1Engis 4480 3 Hamoir 4180 2Erezée 6997 2 Hamois 5360 1Erpe-Mere 9420 1 Hamont-Achel 3930 4Erquelinnes 6560 4 Ham-sur-Heure-Nalinnes 6120 4Esneux 4130 4 Hannut 4280 1Essen 2910 1 Harelbeke 8530 1Estaimpuis 7730 1 Hasselt 3500 2Estinnes 7120 4 Hastière 5540 1Etalle 6740 0 Havelange 5370 1Etterbeek 1040 1 Hechtel-Eksel 3940 3Eupen 4700 4 Heers 3870 3Evere 1140 1 Heist-op-den-Berg 2220 1Evergem 9940 1 Hélécine 1357 1Faimes 4317 2 Hemiksem 2620 1Farciennes 6240 4 Hensies 7350 4Fauvillers 6637 1 Herbeumont 6887 0Fernelmont 5380 1 Herent 3020 1Ferrières 4190 2 Herentals 2200 1Fexhe-le-Haut-Clocher 4347 4 Herenthout 2270 1Flémalle 4400 4 Herk-de-Stad 3540 2Fléron 4620 4 Herne 1540 2Fleurus 6220 4 Héron 4217 1Flobecq 7880 2 Herselt 2230 1Floreffe 5150 3 Herstal 4040 4Florennes 5620 3 Herstappe 3717 4Florenville 6820 0 Herve 4650 4Fontaine-l'Evêque 6140 4 Herzele 9550 1Fosses-la-Ville 5070 3 Heusden-Zolder 3550 3Frameries 7080 4 Heuvelland 8950 1Frasnes-lez-Anvaing 7910 2 Hoegaarden 3320 1Froidchapelle 6440 2 Hoeilaart 1560 1Galmaarden 1570 2 Hoeselt 3730 3Ganshoren 1080 1 Holsbeek 3220 1Gavere 9890 1 Honnelles 7387 4Gedinne 5575 1 Hooglede 8830 1Geel 2440 2 Hoogstraten 2320 2Geer 4250 2 Horebeke 9667 1

82

Gemeente postcodeSeismische

zone Gemeente postcodeSeismische

zoneHotton 6990 1 Léglise 6860 0Houffalize 6660 1 Lendelede 8860 1Houthalen-Helchteren 3530 3 Lennik 1750 1Houthulst 8650 1 Lens 7870 4Houyet 5560 1 Leopoldsburg 3970 3Hove 2540 1 Les Bons Villers 6210 4Huldenberg 3040 1 Lessines 7860 2Hulshout 2235 1 Leuven 3000 1Huy 4500 2 Leuze-en-Hainaut 7900 3Ichtegem 8480 1 Libin 6890 1Ieper 8900 1 Libramont-Chevigny 6800 1Incourt 1315 1 Lichtervelde 8810 1Ingelmunster 8770 1 Liedekerke 1770 1Ittre 1460 3 Liège 4000 4Izegem 8870 1 Lier 2500 1Jabbeke 8490 1 Lierde 9570 1Jalhay 4845 4 Lierneux 4990 2Jemeppe-sur-Sambre 5190 4 Lille 2275 2Jette 1090 1 Limbourg 4830 4Jodoigne 1370 1 Lincent 4287 1Juprelle 4450 4 Linkebeek 1630 1Jurbise 7050 4 Lint 2547 1Kalmthout 2920 1 Linter 3350 1Kampenhout 1910 1 Lobbes 6540 4Kapellen 2950 1 Lochristi 9080 1Kapelle-op-den-Bos 1880 1 Lokeren 9160 1Kaprijke 9970 1 Lommel 3920 3Kasterlee 2460 2 Londerzeel 1840 1Keerbergen 3140 1 Lontzen 4710 4Kelmis 4720 4 Lo-Reninge 8647 1Kinrooi 3640 4 Lovendegem 9920 1Kluisbergen 9690 1 Lubbeek 3210 1Knesselare 9910 1 Lummen 3560 2Knokke-Heist 8300 1 Maarkedal 9680 1Koekelare 8680 1 Maaseik 3680 4Koekelberg 1080 1 Maasmechelen 3630 4Koksijde 8670 1 Machelen 1830 1Kontich 2550 1 Maldegem 9990 1Kortemark 8610 1 Malle 2390 1Kortenaken 3470 1 Malmedy 4960 4Kortenberg 3070 1 Manage 7170 4Kortessem 3720 3 Manhay 6960 2Kortrijk 8500 1 Marche-en-Famenne 6900 1Kraainem 1950 1 Marchin 4570 2Kruibeke 9150 1 Martelange 6630 0Kruishoutem 9770 1 Mechelen 2800 1Kuurne 8520 1 Meerhout 2450 2La Bruyère 5080 2 Meeuwen-Gruitrode 3670 3La Hulpe 1310 2 Meise 1860 1La Louvière 7100 4 Meix-devant-Virton 6769 0La Roche-en-Ardenne 6980 1 Melle 9090 1Laakdal 2430 2 Menen 8930 1Laarne 9270 1 Merbes-le-Château 6567 4Lanaken 3620 4 Merchtem 1785 1Landen 3400 1 Merelbeke 9820 1Langemark-Poelkapelle 8920 1 Merksplas 2330 2Lasne 1380 2 Mesen 8957 1Le Roeulx 7070 4 Messancy 6780 0Lebbeke 9280 1 Mettet 5640 3Lede 9340 1 Meulebeke 8760 1Ledegem 8880 1 Middelkerke 8430 1

“De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België.”

83

Gemeente postcodeSeismische

zone Gemeente postcodeSeismische

zoneModave 4577 2 Profondeville 5170 2Moerbeke 9180 1 Putte 2580 1Mol 2400 3 Puurs 2870 1Momignies 6590 1 Quaregnon 7390 4Mons 7000 4 Quévy 7040 4Mont-de-l'Enclus 7750 1 Quiévrain 7380 4Montigny-le-Tilleul 6110 4 Raeren 4730 4Mont-Saint-Guibert 1435 2 Ramillies 1367 1Moorslede 8890 1 Ranst 2520 1Morlanwelz 7140 4 Ravels 2380 3Mortsel 2640 1 Rebecq 1430 2Mouscron 7700 1 Remicourt 4350 3Musson 6750 0 Rendeux 6987 1Namur 5000 2 Retie 2470 3Nandrin 4550 2 Riemst 3770 4Nassogne 6950 1 Rijkevorsel 2310 2Nazareth 9810 1 Rixensart 1330 2Neerpelt 3910 3 Rochefort 5580 1Neufchâteau 6840 0 Roeselare 8800 1Neupré 4120 3 Ronse 9600 1Nevele 9850 1 Roosdaal 1760 1Niel 2845 1 Rotselaar 3110 1Nieuwerkerken 3850 2 Rouvroy 6767 0Nieuwpoort 8620 1 Ruiselede 8755 1Nijlen 2560 1 Rumes 7610 1Ninove 9400 1 Rumst 2840 1Nivelles 1400 4 Sainte-Ode 6680 1Ohey 5350 1 Saint-Georges-sur-Meuse 4470 3Olen 2250 1 Saint-Ghislain 7330 4Olne 4877 4 Saint-Hubert 6870 1Onhaye 5520 2 Saint-Léger 6747 0Oostende 8400 1 Saint-Nicolas 4420 4Oosterzele 9860 1 Sambreville 5060 4Oostkamp 8020 1 Sankt Vith 4780 3Oostrozebeke 8780 1 Schaarbeek 1030 1Opglabbeek 3660 3 Schelle 2627 1Opwijk 1745 1 Scherpenheuvel-Zichem 3270 1Oreye 4360 3 Schilde 2970 1Orp-Jauche 1350 1 Schoten 2900 1Ottignies-Louvain-la-Neuve 1340 2 Seneffe 7180 4Oudenaarde 9700 1 Seraing 4100 4Oudenburg 8460 1 Silly 7830 3Oudergem 1160 1 Sint-Agatha-Berchem 1080 1Oud-Heverlee 3050 1 Sint-Amands 2890 1Oud-Turnhout 2360 3 Sint-Genesius-Rode 1640 2Ouffet 4590 2 Sint-Gillis 1060 1Oupeye 4680 4 Sint-Gillis-Waas 9170 1Overijse 3090 1 Sint-Jans-Molenbeek 1080 1Overpelt 3900 3 Sint-Joost-ten-Node 1030 1Paliseul 6850 1 Sint-Katelijne-Waver 2860 1Pecq 7740 1 Sint-Lambrechts-Woluwe 1200 1Peer 3990 3 Sint-Laureins 9980 1Pepingen 1670 2 Sint-Lievens-Houtem 9520 1Pepinster 4860 4 Sint-Martens-Latem 9830 1Péruwelz 7600 3 Sint-Niklaas 9100 1Perwez 1360 2 Sint-Pieters-Leeuw 1600 1Philippeville 5600 2 Sint-Pieters-Woluwe 1150 1Pittem 8740 1 Sint-Truiden 3800 2Plombières 4850 4 Sivry-Rance 6470 2Pont-à-Celles 6230 4 Soignies 7060 4Poperinge 8970 1 Sombreffe 5140 4

84

Gemeente postcodeSeismische

zone Gemeente postcodeSeismische

zoneSomme-Leuze 5377 1 Waterloo 1410 2Soumagne 4630 4 Watermaal-Bosvoorde 1170 1Spa 4900 4 Wavre 1300 2Spiere-Helkijn 8587 1 Welkenraedt 4840 4Sprimont 4140 4 Wellen 3830 2Stabroek 2940 1 Wellin 6920 1Staden 8840 1 Wemmel 1780 1Stavelot 4970 3 Wervik 8940 1Steenokkerzeel 1820 1 Westerlo 2260 1Stekene 9190 1 Wetteren 9230 1Stoumont 4987 3 Wevelgem 8560 1Tellin 6927 1 Wezembeek-Oppem 1970 1Temse 9140 1 Wichelen 9260 1Tenneville 6970 1 Wielsbeke 8710 1Ternat 1740 1 Wijnegem 2110 1Tervuren 3080 1 Willebroek 2830 1Tessenderlo 3980 2 Wingene 8750 1Theux 4910 4 Wommelgem 2160 1Thimister-Clermont 4890 4 Wortegem-Petegem 9790 1Thuin 6530 4 Wuustwezel 2990 1Tielt 8700 1 Yvoir 5530 1Tielt-Winge 3390 1 Zandhoven 2240 1Tienen 3300 1 Zaventem 1930 1Tinlot 4557 2 Zedelgem 8210 1Tintigny 6730 0 Zele 9240 1Tongeren 3700 4 Zelzate 9060 1Torhout 8820 1 Zemst 1980 1Tournai 7500 1 Zingem 9750 1Tremelo 3120 1 Zoersel 2980 1Trois-Ponts 4980 3 Zomergem 9930 1Trooz 4870 4 Zonhoven 3520 3Tubize 1480 2 Zonnebeke 8980 1Turnhout 2300 2 Zottegem 9620 1Ukkel 1180 1 Zoutleeuw 3440 2Vaux-sur-Sûre 6640 1 Zuienkerke 8377 1Verlaine 4537 3 Zulte 9870 1Verviers 4800 4 Zutendaal 3690 3Veurne 8630 1 Zwalm 9630 1Vielsalm 6690 2 Zwevegem 8550 1Villers-la-Ville 1495 4 Zwijndrecht 2070 1Villers-le-Bouillet 4530 2Vilvoorde 1800 1Viroinval 5670 1Virton 6760 0Visé 4600 4Vleteren 8640 1Voeren 3790 4Vorselaar 2290 1Vorst 1190 1Vosselaar 2350 2Vresse-sur-Semois 5550 0Waarschoot 9950 1Waasmunster 9250 1Wachtebeke 9185 1Waimes 4950 4Walcourt 5650 4Walhain 1457 2Wanze 4520 2Waregem 8790 1Waremme 4300 3Wasseiges 4219 1