Upload
others
View
6
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
1S t i c h t i n gT e c h n a s i u m Ja
arve
rsla
g 2
013
/20
14
2
1 Onderwijs
1.1 O&O-projecten
1.2 mijnTechnasium 2.0
1.3 [T]-portfolio
1.4 Examenprogramma O&O
1.5 Samenwerking met hoger onderwijs
1.6 Technasium TOP Award 2014
2 Symposium 10 jaar technasium
3 Deskundigheid
3.1 Scholingsweken
3.2 Evaluatie
3.3 Certificering
3.4 Technasium Trainer
3.5 Schrijverscoach
3.6 Toekomst
4 Kwaliteit
4.1 Beoordelingsindicatoren
4.2 Technasium Audit
4.3 ‘Critical Friends’
6 Organisatie
6.1 Bestuur
6.2 Participantenraad
6.3 Adviesraad
6.4 Expertisecentrum technasium
6.5 Netwerkcoaches
6.6 Toekomst
7 Uit de netwerken
8 Financiën
Bijlagen
Netwerken
Cijfers
I nh
ou
ds
op
ga
ve
5 Nieuwe kwaliteitssystematiek samen
met scholen ontwikkeldColofon
Samenstelling: Roel Kerkhof
Vormgeving: DBDdesign, Ruurd de Boer
3
6 Organisatie
6.1 Bestuur
6.2 Participantenraad
6.3 Adviesraad
6.4 Expertisecentrum technasium
6.5 Netwerkcoaches
6.6 Toekomst
7 Uit de netwerken
8 Financiën
Bijlagen
Netwerken
Cijfers
Woord vooraf
Dit schooljaar vierden
we de tiende verjaardag
van het technasium. Het
technasium heeft in die
tien jaar een vaste plek
verworven in het landschap van het voortgezet on-
derwijs. De formule slaat aan bij leerlingen en ouders
en het bedrijfsleven investeert en ziet de waarde van
dit onderwijs. Steeds meer technasia bieden na jaren
van ontwikkelen een volledige, doorlopende leerlijn
aan van klas 1 tot en met het examen op havo en
vwo. En op steeds meer technasia is een moderne
werkplaats gebouwd, die het visitekaartje van het
technasium is. Leerlingen en docenten zijn er trots
op.
De tiende verjaardag is door stichting, expertise-
centrum, technasia en samenwerkingspartners
gevierd met een symposium. Daar werden producten
gepresenteerd, die het resultaat zijn van de keuze om
voorlopig niet te groeien en energie te steken in in-
houdelijke ontwikkeling. Resultaten die de vrucht zijn
van samenwerking van expertisecentrum en techna-
sia met kennispartners. Zo presenteerde het SLO het
nieuwe examenprogramma van het vak Onderzoek
& Ontwerpen en onderwijskundige Jos de Kleijn een
publicatie over kennisniveau in projectonderwijs.
Op het symposium werd druk van gedachten gewis-
seld over historie en toekomst van het technasium.
Er is veel bereikt en de technasia zijn klaar voor de
volgende stap: rond het vak Onderzoek & Ontwerpen
een volwaardige stroom inrichten, die is verankerd in
de moderne wereld van bètatechniek.
De stichting zal daarin een ondersteunende rol blij-
ven spelen. Er zal onderzoek worden gestart naar de
kwaliteit van de meesterproef. Er zullen initiatieven
worden gesteund van scholen die voorop willen gaan
bij de inrichting van de technasiumstroom. En er zal
een nieuwe, eigentijdse, digitale werkomgeving voor
docenten worden ontwikkeld, die past bij de ontwik-
kelingen die zich aandienen en die we initiëren.
Onze inspanningen zullen erop gericht blijven om de
kwaliteit van het technasiumonderwijs te verhogen
en om het eigenaarschap van de scholen te vergro-
ten.
Drs. H.J. Pijlman,
Voorzitter Stichting Technasium
4
Het technasiumonderwijs
heeft in tien jaar tijd een
duidelijke en herkenbare
plaats verworven binnen
havo en vwo. Het eindexa-
menvak Onderzoek & Ont-
werpen (O&O) wordt door het ministerie van OC&W
erkend als profielkeuzevak in de profielen Natuur en
Techniek en Natuur en Gezondheid. Denken en doen
worden bij O&O gekoppeld: leerlingen ontwikkelen
competenties door in samenwerking oplossingen te
bedenken voor relevante en actuele vraagstukken.
Ze leren te denken en te werken als bètatechnische
professionals, met inzet van kennis en kunde. Al
doende maken ze kennis met verschillende bètatech-
nische beroepen en interessante opleidingen in het
hoger onderwijs.
1.1 O&O-projectenLeerlingen werken op het technasium in elk leerjaar
aan vier O&O-projecten. Docenten schrijven O&O-
projecten in samenwerking met de redactie, die de
kwaliteit toetst. Na een test in de praktijk en een
eindbeoordeling door de redactie wordt een goedge-
keurd O&O-project in de bibliotheek geplaatst van de
digitale werkomgeving mijnTechnasium. Daar zijn ze
beschikbaar voor alle O&O-docenten. In het school-
jaar 2013-2014 heeft het Expertisecentrum Techna-
sium geïnvesteerd in de capaciteit en de professio-
naliteit van de redactie. Dit heeft ertoe bijgedragen
dat er 97 nieuwe O&O-projecten in de bibliotheek zijn
geplaatst. In juli 2014 stonden er ruim 300 O&O-
projecten in de bibliotheek.
1.2 mijnTechnasium 2.0Dit jaar is hard gewerkt aan de nieuwe opzet van
mijnTechnasium, het digitale platform waarop docen-
ten (samen)werken aan de ontwikkeling van nieuw
lesmateriaal, O&O-projecten uit de bibliotheek halen
en het eigen technasiumportfolio bijhouden. Na een
aantal jaren kwamen er echter ook enkele tekort-
komingen aan het licht. Extern projectleider Bouwe
Koopal van ADkwADraat deed op verzoek van Stich-
ting Technasium daarom uitgebreid onderzoek naar
de functionele, technische en financiële aspecten van
mijnTechnasium. Mede op basis van de werkwijze en
wensen van de gebruikers kwam hij tot de conclusie
dat de gesloten Microsoft-omgeving van mijnTechna-
sium niet makkelijk aan te passen is aan de wensen
van de gebruikers en de organisatie.
Bouwe Koopal is vervolgens samen met ICT-ont-
wikkelaar David Damen (Mediagrip) gestart met de
ontwikkeling van mijnTechnasium 2.0 op basis van
een nieuwe ‘open source’ omgeving, Drupal , waarbij
tegen lagere kosten veel meer (standaard)functies
modulair te ontwikkelen zijn. Dit biedt de flexibiliteit
om op termijn nieuwe onderdelen te kunnen ontwik-
kelen en inpluggen. Doel is te komen tot één plat-
form dat de mogelijkheid biedt om de website van
het technasium, de huidige functies van mijnTechna-
sium en administratieve processen zoals inschrijving
1 O
nd
er
wi j
s
5
voor scholing, certificering, in-, door- en uitstroom-
gegevens te integreren en allerlei communityfunc-
ties op verschillende niveaus (school – netwerk –
landelijk) vorm te geven.
De ontwikkeling vindt plaats volgens de SCRUM-
methode waarbij cyclisch wordt gewerkt aan de
verschillende kernonderdelen. Per kernonderdeel
is een kernteam met deelnemers uit de scholen
samengesteld. In een aantal feedbackrondes wordt
de omgeving steeds bijgesteld. Tijdens de Participan-
tenraad op 18 maart is een eerste demo getoond. De
lancering van de nieuwe technasiumwebsite staat
voor het najaar van 2014 gepland. De complete om-
geving zou eind 2014 in gebruik moeten zijn en wordt
geschikt voor alle systemen: Windows-pc, Android,
Mac, iPad, iPhone. Stichting Technasium hoopt met
deze stap dat de omgeving van mijnTechnasium een
geïntegreerd onderdeel wordt van de organisatieont-
wikkeling en zo beter in te spelen op de behoefte van
gebruikers, nu en in de toekomst.
1.3 [T]-portfolioIn het technasiumonderwijs staat het ontwikkelen van
competenties van leerlingen centraal. Om de ontwikkeling
van leerlingen te monitoren en leerlingen de eigen ontwik-
keling te laten volgen maken veel scholen gebruik van
een leerlingportfolio, het [T]-portfolio. De brochure ‘Het
technasiumportfolio, een handreiking om ermee aan de
slag te gaan’, die netwerkcoach Evelien Ketelaar opstelde
in opdracht van het Expertisecentrum Technasium, biedt
scholen een handreiking bij het invoeren van een portfolio.
1.4 Examenprogramma O&ODe Stichting Leerplanontwikkeling Nederland (SLO) ont-
wikkelde in opdracht van het ministerie van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap (OCW) en in samenwerking met
Stichting Technasium voor het vak Onderzoek & Ont-
werpen het examenprogramma en een handreiking bij
het schoolexamen O&O. Het examenprogramma en de
handreiking voorzien in een behoefte, want steeds meer
technasia zijn zo ver gevorderd met de invoering van het
technasium dat zij hun leerlingen het examenprogramma
aanbieden.
SLO presenteerde het examenprogramma tijdens het
symposium ter gelegenheid van 10 jaar technasium. Het
examenprogramma is in een 2,5 jaar durend cyclisch
ontwerp- en evaluatieproces tot stand gekomen. O&O-
docenten, technatoren, leerplanontwikkelaars van SLO
en Stichting Technasium werkten daarbij nauw met elkaar
samen. De technasiumnetwerken, het hoger onderwijs en
het bedrijfsleven participeerden in een veldraadpleging.
Dit resulteerde in het eerste competentiegerichte exa-
menprogramma voor een vak in de bovenbouw van havo
en vwo.
6
1.5 Samenwerking met hoger onderwijs
Het vak O&O wordt vanaf de eerste klas havo en vwo
gegeven. In de bovenbouw is het een profielkeuzevak
voor de beide N-profielen. In het eindexamenjaar van
het technasium wordt het vak O&O afgesloten in het
schoolexamen, met een meesterproef. Daarin wer-
ken de leerlingen in teamverband aan een opdracht,
maar daarnaast is er ook ruimte voor individuele
verdieping. Op basis van gedeelde interesse vormen
eindexamenleerlingen teams en als team zoeken zij
een opdrachtgever met een uitdagend en actueel
bètatechnisch vraagstuk. Bij dit vraagstuk zoeken
zij een relevant vakgebied in het hoger onderwijs
en daarbinnen een expertdeskundige, die inhoude-
lijke ondersteuning biedt en het eindresultaat mede
beoordeelt.
De samenwerking met het hoger onderwijs is één
van de pijlers van het technasiumonderwijs. Het
technasium positioneert zich als schakel in de keten
po-vo-ho. Bij de meesterproef maken leerlingen
kennis met een vakgebied dat hun interesse heeft. De
samenwerking met een expert-begeleider is hierin
van betekenis: Hij introduceert de leerlingen in zijn
vakgebied en dat draagt bij aan een gemotiveerde
keuze voor een vervolgopleiding. De technasiumnet-
werken en Stichting Technasium spannen zich in om
meerjarenafspraken te maken met instellingen voor
hoger onderwijs. In convenanten worden afspraken
vastgelegd rond de begeleiding van examenleerlin-
gen die de meesterproef O&O doen.
1.6 Technasium TOP Award 2014 In samenwerking met Techniektalent.nu organiseer-
de het technasium voor de zevende keer de Technasi-
um TOP Award, de ontwerpwedstrijd voor leerlingen
uit de tweede klas van het technasium. Liefst 3.547
leerlingen (943 teams) van 68 technasiumscholen
deden mee, een nieuw record. Via schoolcompetities
en regiofinales plaatsten de twaalf teams met de
beste ontwerpen zich voor de landelijk finale die op 11
en 12 april bij het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV) in
Arnhem plaatsvond.
Opdrachtgever dit jaar was Brandweer Nederland.
Voor hun opdracht moesten de leerlingen in de huid
kruipen van een Fire Safety Engineer, een expert op
het terrein van brandwerendheid van constructies
en brandpreventie in gebouwen, om een systeem te
bedenken en ontwerpen dat tijdwinst oplevert na het
uitbreken van een woningbrand. Nederland telt na-
melijk wekelijks zo’n honderd woningbranden, waarbij
in totaal tien gewonden en één dode vallen. De teams
moesten tijdens de tweedaagse finale een ontwerp
7
“ “én een werkend prototype maken en deze vervol-
gens presenteren aan een deskundige jury. De finale
was ook live te volgen via Twitter en Facebook.
De nevel-cv van het team van het Markland College
uit Oudenbosch kwam uiteindelijk als winnaar uit
de bus. Deze cv-installatie spuit water wanneer er
brand uitbreekt. Teamleden Melissa Gerritsen, Bas
Hagenaars en Floor Machielse ontvingen de award
uit handen van Stephan Wevers, voorzitter van de
Raad van Brandweercommandanten Nederland en
acteur Sebastian Wulff (bekend van Spangas en
Ravelijn). Tevens mochten ze begin juni een dag op
training gaan bij het brandweertrainingscentrum in
Tilburg.
Juryvoorzitter Wevers was zeer te spreken over de
vindingrijkheid van de tweedeklassers. “Bijzonder
indrukwekkend. De teams kijken duidelijk met een
heel andere, frisse blik. Er zitten heel veel bruikbare
ideeën tussen.” De tweede plaats ging naar een
brandblussende robot, die brand detecteert met
behulp van sensoren, van het Calandlyceum uit Am-
sterdam. CSG Het Streek uit Ede won de derde prijs
voor hun ontwerp van een knuffelbeer die kinderen
bij brand waarschuwt met de stem van hun ouders.
Voor de tweede keer is ook een publieksprijs uitge-
reikt, waarvoor via de website van de Technasium
TOP Award kon worden gestemd. De E-bridge, een
speciale router die een alarmsysteem of mobiele
hardware op de hoogte brengt van brand en vlucht-
route, van het Eckartcollege uit Eindhoven kreeg de
meeste stemmen. De publiekprijswinnaars won-
nen een dag meelopen op de brandweerkazerne in
Eindhoven.
“Voordat we het met het idee van de nevel-cv aan de
slag gingen hadden we al een heleboel andere ideeën
gehad. Omdat geen van allen goed werkte en andere
groepjes ook al met onderdelen ervan aan de slag wa-
ren adviseerde onze leraar om ze allemaal overboord
te gooien en opnieuw te beginnen. We hebben toen op
internet gezocht en kwamen uit bij een sprinklerinstal-
latie. Daaruit kwam het idee van de cv-installatie voort.
Elk huis heeft via de cv een groot watersysteem in huis
dat je kunt gebruiken om een brand te blussen.”
“Nadat we de regiofinale hadden gewonnen, hebben we
alle kritiekpuntjes aangepakt. Bijvoorbeeld dat het sys-
teem ook aan wettelijke eisen zou voldoen. Omdat we in
de finale zeker wilden weten dat ons idee ook in de prak-
tijk zou werken, hebben we dit getest bij de brandweer
in Oudenbosch. Na het weghalen van de tussenmuren in
een poppenhuis ontstond één grote ruimte, die vervol-
gens in brand is gestoken. Door met nevel te sproeien
koelde de rook heel snel af van 300 naar 50-60 graden
Celsius. Dat stelt mensen bij brand in staat te ontsnap-
pen, reddingswerkers kunnen eerder naar binnen.”
“De finale was spannend maar gezellig. Omdat we de
eerste dag al heel ver waren gekomen met ons proto-
type, konden we de tweede dag al vroeg beginnen met
het voorbereiden van de presentatie. Dat haalde de druk
er wat af. De award winnen was mooi en het bezoek aan
het trainingscentrum was heel gaf, maar de grootste
beloning was toch wel dat we wonnen met iets dat
werkte. Daar waren we heel trots op. Zelf iets bedenken
dat dan ook echt wordt gemaakt vind ik het leuke aan
techniek.”
Melissa Gerritsen won met het team van het Markland
College uit Oudenbosch de Technasium Top Award 2014
8
Het technasium
bestond dit schooljaar tien jaar. Dat
is op 18 maart 2014 groots gevierd
met een goed bezocht symposium
op Papendal. Nadat Judith Lechner
en Boris Wanders in 2003 aan de
keukentafel het technasiumconcept bedachten, nam
het technasium een grote vlucht en groeide het uit
tot een heuse innovatieve beweging in het voortgezet
onderwijs. In het schooljaar 2013-2014 waren er 83
technasia met circa zestienduizend leerlingen. Om
de komende tijd op de kwaliteit van de onderwijsfor-
mule te kunnen focussen is echter tijdelijk een stop
op de groei van het aantal technasia gezet.
Tijdens het symposium konden 350 docenten,
leerlingen, schoolleiders en gasten deelnemen aan
een gevarieerd programma, bestaande uit diverse
workshops en presentaties van onderzoek naar het
technasium. Geheel in de stijl van het technasium:
denken én doen. Duidelijk werd dat het technasium
met de eigen didactiek een herkenbaar gezicht heeft
gekregen, dat de kwaliteit van het onderwijs goed is
en dat het in de behoefte voorziet, zoals Ineke Dezen-
tjé Hamming, voorzitter van FME, de ondernemers-
organisatie voor de technologische industrie, als één
van de inleiders van het symposium nog maar eens
benadrukte.
Tegelijk beseft iedereen dat het werk nog niet af is
en dat er nog genoeg te verbeteren valt, zoals ook
de presentaties van de verschillende onderzoeken
die in de aanloop naar het symposium zijn uitgevoerd
bevestigden. Er wachten het technasium nog tal van
uitdagingen, zoals het meetbaar maken van kwaliteit
2
Sy
mp
os
i um
10
ja
ar
te
ch
na
si u
m
9
en opbrengsten, het aanhalen van de banden met
hoger onderwijs en bedrijfsleven, het verbeteren
van de effectiviteit van de scholingsweken, het
bewaken van het niveau van de meesterproef
en een soepeler implementatie van het techna-
sium op de scholen.
Het technasium heeft in korte tijd veel bereikt,
maar zal zich nu écht moeten gaan bewijzen als
een blijvende onderwijsformule, stelde daarom
HAN-lector Frans de Vijlder, die uitgebreid onderzoek
deed naar tien jaar technasium. Stichtingsvoorzitter
Henk Pijlman sprak gelijkaardige woorden. ‘We zijn in
de afgelopen tien jaar ver gekomen, maar we hebben
nog een wereld te winnen.’
Publicaties
Tijdens het symposium zijn een aantal nieuwe
publicaties gepresenteerd. Drie daarvan vormen de
neerslag van onderzoeken die in het schooljaar 2012-
2013 van start gingen.
In het boek ‘Innoveren vanachter de keukentafel –
een onderzoek naar de ontwikkeling van het techna-
sium 2003-2013’ duidt Frans de Vijlder, lector bij de
Hogeschool Arnhem-Nijmegen (HAN, lectoraat Goed
Bestuur en Innovatiedynamiek in Maatschappelijke
Organisaties) samen met Dorine Bakker en Myrthe
van der Blink de ontwikkeling en verspreiding van
het technasiumconcept als innovatie. Het onderzoek
vond plaats in opdracht van Stichting Technasium.
Naast een analyse van de ontstaansgeschiedenis van
het technasium beschrijft het boek uitdagingen voor
de komende jaren.
Onderzoekers Irma van de Neut en Rob Vink ont-
wikkelden in samenwerking met vijf technasia en
Stichting Technasium een instrumentarium waarmee
technasia de effecten van hun technasium, de pres-
taties van leerlingen en hun keuze voor een vervolg-
opleiding in beeld kunnen brengen. Dit resulteerde in
de uitgave ‘Het effect van technasia op de motivatie
en studiekeuze van leerlingen – de ontwikkeling van
een onderzoeksinstrumentarium’.
Op verzoek van het netwerk Brabant-Oost onder-
zocht Migchiel van Diggelen van de Eindhoven School
of Education (ESoE) bij de TU/e samen met collega
Perry den Brok implementatieverschillen tussen
technasia. In ‘Implementatie van technasia – een
onderzoek in het technasium netwerk Brabant-Oost’
valt te lezen dat de invoering overwegend positief
verloopt, maar dat onderwijskundige inbedding en
vakinhoudelijke ontwikkeling verder vorm moeten
krijgen. De publicatie doet vervolgens enkele con-
crete aanbevelingen.
In ‘Leren van professionele projecten – over ken-
nis in projectonderwijs’ geeft onderwijskundige
Jos de Kleijn zijn visie op hoe technasiumdocenten
leerlingen moeten begeleiden. Het werken voor een
echte opdrachtgever en aan professionele projecten
vraagt een andere sturing dan nu het geval is. In zijn
boek geeft De Kleijn andere ontwerpregels voor het
schrijven van voorbeeldige projecten: projecten die
leerbaar zijn en het ontwikkelen van nieuwe kennis
sturen.
Examenprogramma als leerproces
Tijdens het symposium ter gelegenheid van 10 jaar
technasium presenteerde de Stichting Leerplanont-
wikkeling Nederland (SLO) het nieuwe examenpro-
gramma O&O. Tegelijk werd een handreiking gepubli-
ceerd die docenten moet helpen vorm te geven aan
het vak. De opstellers stonden voor een grote uit-
daging. “We moesten ondernemend en creatief zijn:
precies wat het vak O&O van de leerlingen vraagt”,
zegt Lucia Bruning van SLO.
Het vak Onderzoek & Ontwerpen onderwijskundig
verantwoorden en laten beschrijven volgens lande-
lijke standaarden was noodzakelijk geworden omdat
steeds meer technasiumleerlingen het kozen als
profielkeuzevak in de bovenbouw en examen
gingen afleggen in het vak O&O afgesloten
met een meesterproef. Eind 2011 werd SLO
daarom gevraagd mee te denken over
het formuleren van eindtermen en het
opstellen van een examenprogramma
O&O.
Dat bleek nog niet zo eenvoudig.
Want hoe beoordeel je competenties?
Wat wil je nu eigenlijk dat leerlingen
weten en kunnen om succesvol O&O
te hebben gevolgd? “Dat is een lastig
vraagstuk dat bij alle vakken speelt waar
andere dingen dan vroeger van leerlingen
worden verwacht”, stelt Bruning. “Daar-
naast waren er grote verschillen tussen
scholen en zagen we een verschil tussen het
beleid van Stichting Technasium en de praktijk.
10
Voor ons was bovendien het proces nieuw. Normaal
ontwikkelen we een vak dat in de praktijk groeit. Dat
duurt 5-10 jaar. Nu moesten we werken vanuit de
bestaande praktijk en was de tijd beperkt.”
Drie medewerkers van SLO vormden samen met
twee technatoren, twee O&O-docenten en de onder-
wijsregisseur van het expertisecentrum een werk-
groep die anderhalf jaar werkte aan de totstandko-
ming van complete concept examenprogramma’s
havo en vwo. Bruning spreekt van een interactief
ontwikkelproces waarbij ‘out of the box’ moest wor-
den gedacht. “We wilden het op een andere manier
aanpakken, eigenlijk in de geest van het vak O&O
zelf: intensief samenwerken, veel brainstormen,
inventief zoeken naar innovatieve oplossingen, gele
memobriefjes plakken met concrete en vage ideeën.
Vervolgens alles ordenen, kansrijke thema’s selecte-
ren en die in een leerplankundig kader onderbrengen.
Net als bij O&O moesten we al experimenterend
onze weg vinden. Er was nog niet eerder een exa-
menprogramma gemaakt voor een bètavak met zo’n
competentiegericht karakter.”
Na veel mailwisselingen en drie bijeenkomsten in
het voorjaar van 2012 lag er een eerste concept
dat in het najaar van 2012 aan de technasi-
umnetwerken en andere deskundigen werd
gepresenteerd. Daar kwam een schat
aan commentaar op. Bruning vond het
enthousiasme en de inzet van technato-
ren en O&O-docenten zeer stimulerend.
“Het commentaar was echter ook zo
fundamenteel dat we de domeinindeling
moesten heroverwegen.” Dit leidde tot
een nieuwe indeling met vier domeinen die
anders zijn dan bij de reguliere schoolvak-
ken en beter aansluiten bij het praktijkge-
richte karakter van O&O.
Naast het examenprogramma schreef Bruning sa-
men met Herman Schalk de ‘Handreiking schoolexa-
men Onderzoek & Ontwerpen in de tweede fase’, een
toelichting voorzien van voorbeelden. In het najaar
van 2013 werden examenprogramma en handreiking
afgerond. Bruning is tevreden met het proces en het
resultaat. “Door het bijeenbrengen van verschillende
expertises – mensen uit de praktijk, de bedenkers
van het technasium en wij als leerplanontwikkelaar
– is een kader geschapen waarbinnen de praktijk zich
verder kan ontwikkelen. De voornaamste uitdaging
vormt nu de toetsing. We hebben wel een beoorde-
lingsmodel aangereikt, maar er is bijvoorbeeld be-
hoefte aan meer concrete aanwijzingen hoe je tussen
leerlingen kunt discrimineren.”
11
12
Met de groei
van het aantal
technasia en de invoe-
ring van het vak O&O
in de verschillende
leerjaren, groeit ook
de community van O&O-docenten en assistenten.
Naast beginnende docenten zijn er docenten met
jarenlange ervaring in het geven van het vak O&O. In
het schooljaar 2013-2014 hebben een zestal ervaren
O&O-docenten de kans gekregen om een opleiding
tot Technasium Trainer te volgen. Deze opleiding leidt
tot de accreditatie Technasium Trainer voor één van
de basiscertificaattrainingen. Op deze manier wil het
expertisecentrum de ervaring van gevorderde O&O-
docenten beschikbaar stellen voor overige docenten
en op deze wijze investeren in professionalisering van
docenten, in samenwerking en in kennisdeling.
3.1 ScholingswekenIn het schooljaar 2013-2014 zijn voor de derde maal
de landelijke scholingsweken georganiseerd. Met
de komst van drie nieuwe netwerken zijn de regio’s
iets anders ingedeeld. Daarbij heeft elke regio in een
andere periode van het schooljaar deelgenomen aan
de scholingsweken.
In het schooljaar 2013-2014 vonden de volgende
scholingsweken plaats:
Midden: 23-27 september 2013, Kontakt der Konti-
nenten in Soesterberg
Netwerken: Midden-Nederland, Randstad-Noord,
Zuid-Holland, Rivierenland, Gelderland en Rijnland
Noord: 18-22 november 2013, Buitengoed Fredes-
heim in Steenwijk
Netwerken: Groningen, Friesland, Drenthe, Overijssel
en Flevoland
Zuid: 10-14 maart 2014, Huize Bergen in Vught
Netwerken: Rijnmond, Zuid-West Nederland, West-
Brabant, Brabant-Oost, Zuid-Oost Nederland en
Zuid-Limburg
Het aanbod van de scholingsweek bestaat uit de
basiscertificaattrainingen voor docenten en toa’s
en trainingen voor docenten met een aantal jaar
ervaring met O&O. Het aanbod van de trainingen
wordt mede bepaald op basis van wensen uit de
regionale netwerken en reacties van deelnemers
van de scholingsweken. Er zijn dit jaar enkele nieuwe
trainingen aangeboden, zoals de gevorderdentraining
3 D
es
ku
nd
i gh
ei d
13
‘Creatieve denktechnieken’. Ook nieuw was de
praktische training ‘Maquettebouw’, waarin
deelnemers zelf aan de slag gaan en materiaalkennis
en maquettebouwvaardigheden meenemen naar
school. De netwerken Brabant-Oost en Zuid-Oost
Nederland hadden eerder positieve ervaring
opgedaan met de trainers maquettebouw waarop
de training in de landelijke scholingsweken is
aangeboden.
In 2012-2013 trokken de drie trainingsweken 508
deelnemers die 1085 keer een training volgden. In
2013-2014 waren er 568 deelnemers die 1099 keer
een training volgden, een lichte stijging ten opzichte
van het voorgaande jaar.
Tabel 1 Deelnemers scholingsweken
Scholingsweek Aantal deelnemers Aantal gevolgde trainingen
Noord, november 2013 177 318
Midden, september 2013 185 363
Zuid, maart 2014 206 418
TOTAAL 568 1099
Tabel 2 Evaluaties scholingsweken
Scholingsweek Gemiddeld training
Inhoud training
Bruikbaarheid training
Accommodatie Catering
Noord, november 2013 7,7 7,8 7,5 7,9 8,0
Midden, september 2013
7,8 7,9 7,9 8,1 8,2
Zuid, maart 2014 7,5 7,5 7,6 8,2 8,1
3.2 EvaluatieEvenals voorgaande jaren is het scholingsaanbod
door de deelnemers geëvalueerd. De evaluaties wor-
den met de trainers besproken en waar nodig wordt
een training aangepast. Het totaalbeeld is onveran-
derd goed.
3.3 CertificeringHet behalen van het certificaat voor de O&O-docent
is verplicht voor de docenten die Onderzoek & Ont-
werpen geven. Het hiervoor ontwikkelde scholings-
programma bestaat uit zes onderdelen (trainingen)
die worden aangeboden in de scholingsweken. In juni
2014 waren er 454 O&O-docenten en 76 O&O-as-
sistenten gecertificeerd. Dit is een toename van 138
O&O-docenten en 26 O&O-assistenten ten opzichte
van juni 2013.
14
Daarnaast hebben, evenals de twee voorgaande
jaren, 19 studenten van de drie technische universi-
teiten – Universiteit Twente, Technische Universiteit
Eindhoven en Technische Universiteit Delft – van de
mogelijkheid gebruik gemaakt om tijdens hun oplei-
ding het O&O-certificaat van Stichting Technasium te
behalen.
3.4 Technasium TrainerTijdens de scholingsweken verzorgden ook zes
ervaren O&O-docenten trainingen. Zij volgden eerder
de opleiding tot Technasium Trainer. Via een interne
vacature hadden zich elf docenten met meer dan
drie jaar ervaring als docent O&O voor deze training
gemeld. Vlak voor de zomervakantie van 2013 zijn
zes docenten die na de sollicitatieprocedure overble-
ven via een driedaagse cursus in Groningen klaarge-
stoomd voor de nieuwe functie van trainer voor één
van drie certificaattrainingen: ‘Schrijven O&O-pro-
jecten’, ‘Begeleiden: Plan van Aanpak’ en ‘Beoordelen
en evalueren’. Docenten konden zelf aangeven voor
welke training ze graag opgeleid wilden
worden. De cursus behandel-
de enerzijds de inhoud
van de trainingen
van de scho-
lingsweken en
anderzijds
trainer-
vaardig-
heden:
hoe
ontwerp/
geef je
een training en hoe doe je dat – geheel in lijn met het
vak O&O – op een coachende manier.
Tijdens de drie scholingsweken zijn de Technasium
Trainers in hun ontwikkeling gevolgd en geëvalueerd.
In de eerste twee scholingsweken verzorgden de
trainers in duo’s de certificaattrainingen. De scho-
lingsweek in september werd afgesloten met een
evaluatiedag waarin Ammerens Menage en Janine
van der Kooi, medewerkers Opleiding en Ontwikke-
ling van het Expertisecentrum Technasium, inhou-
delijk feedback gaven. In de tweede scholingweek in
november evalueerde een externe beoordelaar van
het ECNO de trainers. In de derde scholingsweek in
maart verzorgden de trainers hun training alleen en
volgde de definitieve beoordeling door het Expertise-
centrum Technasium.
In mei kregen tijdens een feestelijke bijeenkomst met
alle trainers in Utrecht vier van de zes Technasium
Trainers de accreditaties uitgereikt voor ieder één
certificaattraining. De twee andere docenten krijgen
een herkansing tijdens de eerste scholingsweek van
het nieuwe schooljaar 2014-2015. Daarnaast kregen
twee interne en twee externe trainers een accredita-
tie uitgereikt op basis van eerder verworven compe-
tenties. In totaal waren er in juni 2014 acht mensen
geaccrediteerd als Technasium Trainer.
Aan het eind van het schooljaar heeft een sollicitatie-
procedure voor en selectie van vier nieuwe docenten
plaatsgevonden voor de opleiding tot Technasium
Trainer. Zij worden opgeleid voor de volgende certifi-
caattrainingen: ‘Introductie op het technasiumonder-
wijs’ en ‘Bedrijfscontacten’. De training ‘Begeleiden:
gesprekstechnieken’ blijft extern gegeven worden.
15
3.5 SchrijverscoachIn een werkgroep is de nieuwe rol van schrijvers-
coach ontwikkeld. Een schrijverscoach is een ervaren
en gecertificeerde O&O-docent, die collega’s op
school coachend ondersteunt bij het schrijven van
een nieuw O&O-project. De werkgroep was samen-
gesteld uit gecertificeerde docenten van de scholen
van netwerk West-Brabant en stond onder leiding
van netwerkcoach Evelien Ketelaar en onderwijsre-
gisseur Boris Wanders. Lopende de pilot sloten twee
gecertificeerde docenten uit netwerk Overijssel aan.
De werkgroep heeft in een aantal bijeenkomsten en
op basis van praktijkervaring een profiel opgesteld
voor de schrijverscoach en criteria opgesteld voor
een kwaliteitstoets van nieuwe O&O-projecten. De
werkgroep heeft geconstateerd dat de nieuwe rol
van schrijverscoach voorziet in een behoefte op de
technasia. Het Expertisecentrum Technasium zal in
het komende schooljaar een scholingsprogramma
aanbieden, waarmee nieuwe schrijverscoaches kun-
nen worden opgeleid.
3.6 ToekomstHet Expertisecentrum Technasium heeft voor de ko-
mende jaren een professionaliseringsplan opgesteld.
Dit plan is voorgelegd aan het bestuur van Stichting
Technasium, de Adviesraad en de Participantenraad.
In dit plan staat onder andere dat het expertisecen-
trum het gevorderdencertificaat wil ontwikkelen
voor O&O-docenten. In het schooljaar 2014-2015
zullen hiervoor de eerste trainingen worden aange-
boden. Daarnaast wil het expertisecentrum samen
met de scholen zoeken naar een manier waarop
“ “de scholingsweken en de activiteiten op scholen en
netwerken in het kader van professionalisering op
elkaar kunnen aansluiten en elkaar kunnen verster-
ken. Op die manier wil Stichting Technasium samen
met de technasiumcommunity investeren in profes-
sionalisering van de O&O-docent.
“Ik sta voor meer dan honderd procent achter het
technasiumconcept. Dat wil ik graag overbrengen op
collega-docenten. Docenten hebben vooral moeite
met de rol van coach/begeleider en beoordelaar
binnen het technasiumonderwijs. Dat is toch anders
dan lesgeven voor de klas en cijfers geven op basis
van toetsen. Zelf begon ik in 2007 als technasiumdo-
cent. Ik herken daarom de problemen waarmee de
mensen die voor me zitten worstelen. De kwaliteit
van de scholingsweken is verbeterd doordat ervaren
O&O-docenten de certificaattrainingen verzorgen: we
weten wat een docent in de dagelijkse praktijk tegen-
komt. Als technasiumtrainer krijgen we daarbij veel
vrijheid om hoe we de cursus geven zelf in te vullen,
maar wel samen als team. Echt technasium dus.”
Peter Moll, docent Pontes Pieter Zeeman Zierikzee en
technasiumtrainer
16
In het schooljaar
2013-2014 is begonnen met de imple-
mentatie van de nieuwe kwaliteitssys-
tematiek, die in het voorgaande school-
jaar is ontwikkeld door technasia en
Stichting Technasium. In de vernieuwde
kwaliteitssystematiek wordt de kwaliteit van het
technasium en het technasiumonderwijs getoetst
aan twaalf indicatoren en wordt het ontwikkelings-
niveau beschreven met behulp van een model dat is
afgeleid van het INK-model.
4.1 BeoordelingsindicatorenScholen worden aan de hand van de volgende twaalf
indicatoren beoordeeld:
1 Input
a Inrichting O&O volgens format
b Gecertificeerde docenten
c Werkplaats
2 Primair proces
a O&O-lesmateriaal
b Begeleidersrol O&O-docent
c Samenhang met andere vakken
3 Ondersteunend proces
a Visie en beleid
b Organisatie en kwaliteitszorg
c Externe samenwerking
4 Output (prestatie) | outcome (effect)
a In-door-uitstroom richting bètatechniek
b Niveau meesterproeven
c Prestaties/doelen van de school zelf
De audit geeft een beoordeling van elke indica-
tor en een eindbeoordeling, die wordt voorzien
van een advies aan het bestuur van Stichting
Technasium over het verlengen van het pre-
dikaat technasium. Het advies kan zijn om het
predikaat te verlengen, om het predikaat voor-
waardelijk te verlengen of om de predikaatver-
lenging aan te houden. In het tweede en derde
geval krijgt de school een herstelperiode, waarin
de school in samenwerking met de partners uit het
netwerk aan verbetering kan werken.
4 K
wa
l it e
i t
17
““4.2 Technasium AuditScholen krijgen eens in de vier jaar een audit voor
predikaatverlenging. De audit wordt uitgevoerd door
een auditteam, dat is samengesteld uit een externe
auditor en twee vertegenwoordigers uit een colle-
giaal technasiumnetwerk. Van Beekveld & Terpstra
Organisatie Adviesbureau uit Hoorn is verkozen om
de Technasium Audits uit te voeren.
In april en mei 2014 hebben de scholen van de
netwerken Groningen, West-Brabant, Drenthe en
Zuid-Oost Nederland en het Jeroen Bosch College uit
’s-Hertogenbosch (netwerk Brabant-Oost) de nieuwe
Technasium Audit doorlopen. De resultaten zijn dat
tien maal het predikaat is verlengd, dat zeven maal
het predikaat voorwaardelijk is verlengd en dat voor
twee scholen de predikaatverlenging is aangehou-
den.
4.3 ‘Critical Friends’Ook in de jaren tussen de audits wordt de kwaliteit
van het technasium bewaakt. In het tweede jaar na
de audit vindt op de technasiumschool een adviesge-
sprek plaats met onderwijsregisseur Boris Wanders
en de netwerkcoach. In de jaren 1 en 3 monitoren de
scholen de kwaliteit zelf, als ‘critical friends’, waar-
bij collega’s uit het netwerk kritisch en opbouwend
feedback geven. De netwerken hebben de vrijheid om
zelf invulling te geven aan deze kwaliteitstoets.
“Door met drie mensen met een verschillende
achtergrond audits uit te voeren, waarbij ieder eigen
gesprekken voert, wordt breed beeld van een school
verkregen: zowel bestuurlijk, beleidsmatig, procesma-
tig als voor alle facetten rondom het proces. Hierdoor
is de kwaliteit van de audit in mijn ogen enorm toege-
nomen. Voor mij als schoolleider is het daarnaast fijn
om een hele dag inhoudelijk met het onderwijs bezig
te kunnen zijn. Door de audits af te nemen word ik
gedwongen mij diepgaand in de kwaliteitssystematiek
te verdiepen. Van die kennis hebben we als netwerk
Friesland mooi gebruik kunnen maken. Het kostte
weliswaar tijd, maar je krijgt er ook veel voor terug.
De auditbezoeken zijn een bron van inspiratie. Het is
mooi om te zien wat andere scholen doen en waar ze
in hun ontwikkeling staan. Maar ook valkuilen worden
beter zichtbaar en er komt een arsenaal aan oplossin-
gen in beeld waarvan ik denk: daar ga ik binnen mijn
eigen school en het eigen netwerk wat mee doen.”
Han Kullberg, conrector Linde College Wolvega en
voorzitter netwerk Friesland
18
Het technasium
telt momenteel 85 technasia in
zeventien netwerken verspreid over
heel Nederland. Een mooi resultaat
in tien jaar technasium. De groei
bracht evenwel ook zorgen over het
bewaken van de kwaliteit. Vorig schooljaar is daarom
besloten voorlopig geen nieuwe technasia meer toe
te laten en te focussen op kwaliteitszorg. Dit resul-
teerde in de herziening van de kwaliteitssystematiek,
die dit schooljaar op de scholen is ingevoerd. “We
hebben het samen met de scholen ontwikkeld”, zegt
directeur Judith Lechner.
Het traject dat leidde tot de nieuwe kwaliteitssys-
tematiek begon feitelijk al bij het schrijven van het
Strategisch Plan 2012-2016, dat eveneens werd
ingegeven door de groei van het aantal technasia en
het daaruit voortvloeiend gevoel van toenemende
afstand tussen stichting en scholen. In het plan zijn
de kernwaarden van het technasium als netwerkor-
ganisatie vastgelegd, waaronder ‘We willen het sa-
men doen’ en ‘Technasium, dat zijn we zelf’. Lechner:
“Vanuit die kernwaarden is ook het Strategisch Plan
geschreven, in samenwerking met de scholen. Die
lijn hebben we bij de herziening van de kwaliteitssys-
tematiek doorgetrokken. Doordat we indicatoren en
werkwijze gezamenlijk hebben opgesteld, wordt het
door de scholen breed gedragen.”
Voor het schrijven van het Strategisch Plan maakte
Lechner gebruik van de aanpak van ‘Appreciative
Inquiry’, waarbij samen wordt onderzocht wat goed
gaat in plaats van wat verkeerd gaat. De focus ligt op
positieve waardering, respect voor verschillen in op-5
Ni e
uw
e k
wa
l it e
i ts
-
sy
st e
ma
t ie
k s
am
en
me
t s
ch
ol e
n o
nt w
i kk
el d
19
vatting, achtergrond en ambitie, leren van elkaar en
samen nieuwe perspectieven creëren. Dit zijn tevens
de uitgangswaarden die terugkeren in de herziene
kwaliteitssystematiek. “We hebben gekeken naar wat
we hebben en hoe we daarop verder konden bouwen,
zonder het goede weg te gooien. Dit keert ook terug
in hoe scholen nu geaudit worden: ontwikkelingsge-
richt in plaats van beoordelingsgericht.”
De gehanteerde beoordelingssystematiek vormde
bij het opstellen van het Strategisch Plan 2012-2016
voor de scholen één van de belangrijkste thema’s
voor nieuw beleid. De hele kwaliteitssystematiek, de
audit in het bijzonder, heeft dan ook een ingrijpende
gedaanteverwisseling ondergaan. Het aantal beoor-
delingscriteria slonk van twintig naar twaalf. Criteria
die niet meer relevant waren werden verwijderd,
nieuwe indicatoren die van belang zijn voor de kwali-
teit van het onderwijs zijn toegevoegd.
Daarnaast kunnen scholen via een zelfevaluatie het
eigen gezicht laten zien en is met een tweejaarlijkse
monitoring volgens het principe van ‘critical friends’
meer verantwoordelijkheid bij de netwerken komen
te liggen. Scholen mogen bij een audit niet meer
voor verrassingen komen te staan. De winst van
de werkwijze is tweeledig. De verslagen die er uit
voortkomen bieden het bestuur de informatie die
nodig is om een weloverwogen beslissing over predi-
kaatverlenging te kunnen nemen, terwijl scholen een
instrument in handen hebben om de ontwikkeling van
hun technasium verder vorm te geven.
Vooruitlopend op de nieuwe kwaliteitssystema-
tiek schortte Stichting Technasium halverwege het
schooljaar 2012-2013 alle reviews en adviesge-
sprekken op om in het schooljaar 2013-2014 met
een schone lei te kunnen beginnen. Op 3 oktober
2013 is het rapport over de opzet en invulling van de
nieuwe systematiek besproken in het bestuur van
Stichting Technasium en in de adviesraad. Daarna is
het rapport beschikbaar gesteld aan alle scholen. In
november voerden twee bureaus op zes scholen een
proefaudit uit. Vervolgens is in de Adviesraad van 6
februari 2014 de opdracht om de audits te gaan uit-
voeren aan Van Beekveld & Terpstra Organisatie
Adviesbureau gegund. “De keuze voor
een drie- of tienpuntsschaal om
tot een eindoordeel te komen
is toen doorgeschoven”,
vertelt onderwijs-
regisseur Boris
Wanders.
In april en mei 2014 zijn de eerste audits volgens de
vernieuwde systematiek uitgevoerd. Het bestuur van
Stichting Technasium heeft de reactie op de versla-
gen naar de netwerken gestuurd in plaats van de
individuele scholen. Om te bepalen of een school het
technasiumpredikaat met vier jaar mag verlengen is
een ‘interventieladder’ opgesteld. Bij één onvoldoen-
de volgt predikaatverlenging, bij twee onvoldoendes
wordt het predikaat voorwaardelijk verlengd, maar
moeten scholen de kritiekpunten binnen twee jaar
verbeteren.
Wanders: “Scholen krijgen niet zozeer een voldoende
of onvoldoende, maar er wordt een stand van zaken
opgemaakt van waaruit scholen zich verder kunnen
ontwikkelen. Uit een eerste evaluatie blijkt dat
de scholen het zeer waarderen dat ze worden
beoordeeld door leden uit de eigen com-
munity, met mensen in het auditteam die
uit ervaring weten hoe het technasium
functioneert. Ook de vertegenwoordigers
van de scholen in de auditteams waren
zeer te spreken over hun werk. Een
blik in de keuken van andere scholen
beïnvloedt hoe naar de eigen school
wordt gekeken.”
Tijdens het symposium op Papendal
ter gelegenheid van 10 jaar techna-
sium merkte Lechner dat Stichting
Technasium met de nieuwe samenwer-
king de juiste weg is ingeslagen. “We
zitten nu halverwege de beleidsperiode
van het Strategisch Plan 2012-2016. Het
symposium is een groot reflectiemoment
geweest. Waar de trend bij groeiende organisaties
een toenemende regeldruk is, zijn er binnen het
technasium juist minder regels gekomen. Aan het
eind van de Participantenraad die op de dag van het
symposium werd gehouden zei één van de schoollei-
ders dat we erin geslaagd waren van het technasium
te veranderen in een lerende organi-
satie, waarin we allemaal
opnieuw samen aan
het leren zijn.”
20
21
““Ik wil Stichting Technasium een compliment geven.
We konden meteen goed uit de voeten met het unieke
auditsysteem dat de stichting samen met de net-
werken ontwikkelde. Het is een systeem dat gezag
uitstraalt met duidelijke criteria waaraan de scholen
moeten voldoen. Dit gezag wordt mede ontleend aan
het feit dat ze mét de scholen zijn opgesteld, waar-
door het draagvlak groot is. De samenwerking met
vertegenwoordigers uit de technasiumnetwerken
binnen een auditteam blijkt vruchtbaar: naast de ob-
jectieve blik van buiten, de kennis van mensen uit de
dagelijkse praktijk die weten wat er speelt en daar-
door de juiste vragen kunnen stellen. Het stelt scholen
in de slag om de leerling in staat het technisch profiel
naar de externe omgeving adequaat te profileren en
te legitimeren.”
Harm Klifman, senior adviseur Van Beekveld &
Terpstra Organisatie Adviesbureau
22
Het technasium
is georganiseerd als
een netwerkorganisatie,
waarin Stichting Techna-
sium samenwerkt met
technasia, scholen die het
predikaat technasium hebben verworven. Technasia
werken in een netwerk van circa vijf partnerscholen
aan de invoering en ontwikkeling van een kwalitatief
hoogwaardige technasiumopleiding. Zij onderhou-
den contacten met bedrijven en hoger onderwijs in
de eigen regio. De netwerken worden begeleid en
ondersteund door een netwerkcoach en het Experti-
secentrum Technasium.
In augustus 2013 gingen drie nieuwe netwerken van
start: Gelderland, Rijnland en Zuid-Limburg. Voorlo-
pig komen er geen nieuwe technasia en netwerken bij.
Na jaren van groei richten Stichting Technasium en de
scholen zich de komende tijd op inhoudelijke ontwik-
keling en een verdere verbetering van de kwaliteit.
In twee gevallen is een uitzondering gemaakt. In
netwerk Flevoland kwam een plek vrij door het
besluit van ISG Arcus om te stoppen met de invoe-
ring van het technasium. In overleg met de technasia
van het netwerk Flevoland heeft Almere College uit
Dronten de vrijgevallen plaats ingenomen. Daarmee
is opnieuw een volwaardig netwerk ontstaan. In het
netwerk Zuid-Oost Nederland deed zich de situatie
voor dat het voortgezet onderwijs voor havo en vwo
in Weert opnieuw werd georganiseerd. Het technasi-
um van Het College ging een samenwerking aan met
Philips van Horne SG. Deze school is toegetreden
tot het netwerk. Daarmee bleef technasiumonder-
wijs op havo en vwo behouden in Weert. In juni 2014
kwam daarmee het aantal scholen met het predikaat
technasium op 85. Zij zijn georganiseerd in zeventien
netwerken.
6.1 BestuurHet bestuur van Stichting Technasium bestaat uit vijf
leden. Er deden zich in het schooljaar 2013-2014 geen
wijzigingen voor in de bestuurssamenstelling. Het
bestuur bestond uit:
• Henk Pijlman, voorzitter
voorzitter van het College van Bestuur van de
Hanzehogeschool Groningen
• Jan van Driel, secretaris
hoogleraar bètadidactiek en directeur ICLON bij
de Universiteit Leiden
• Hergen Datema, penningmeester
organisatieadviseur bij Artefaction
• Sietske Waslander, bestuurslid
hoogleraar sociologie bij TiasNimbas
• Erna Scholtes, bestuurslid
consultant bij Twynstra Gudde
6 O
rg
an
i sa
t ie
23
6.2 ParticipantenraadHet bestuur van Stichting Technasium en de school-
leiders van de technasia (de participantenraad)
ontmoeten elkaar één keer per jaar om met elkaar
van gedachten te wisselen over strategische onder-
werpen. De jaarlijkse participantenraad kwam dit jaar
bijeen voorafgaande aan het symposium ter gele-
genheid van 10 jaar technasium op 18 maart 2014 op
Papendal.
De participantenraad werd geopend door prof dr
Thijs Homan, met een lezing over organisatieontwik-
keling in de netwerkorganisatie van het technasium.
Daarna zijn de volgende onderwerpen besproken: de
vernieuwde kwaliteitssystematiek, het professiona-
liseringsplan en de nieuwe digitale werkomgeving
mijnTechnasium 2.0.
6.3 Adviesraad
De adviesraad is op verzoek van de scholen ingesteld
om de scholen dichter bij het bestuur te brengen
en om meer gezamenlijke slagkracht te krijgen in
besluitvormende processen. De adviesraad bestaat
uit de voorzitters van de netwerken, het bestuur van
Stichting Technasium, twee netwerkcoaches en de
directie van het expertisecentrum. In de adviesraad
wordt twee keer per jaar met Stichting Technasium
nieuw beleid besproken en advies gegeven. De eerste
bijeenkomst was op 3 oktober 2013 en stond in het
teken van de opzet van de nieuwe kwaliteitssystema-
tiek. In de tweede bijeenkomst op 6 februari 2014
stond de evaluatie van de proefaudits en de keuze
van het bureau dat de audits gaat verzorgen cen-
traal. Van Beekveld & Terpstra Organisatie Advies-
bureau uit Hoorn werd gekozen om de Technasium
Audits te gaan uitvoeren.
6.4 Expertisecentrum Technasium
De Stichting Technasium is een netwerkorganisatie
waarbinnen het Expertisecentrum Technasium zorgt
voor de landelijk coördinatie. Het expertisecen-
trum ondersteunt scholen bij de invoering van het
technasium en ontwikkelt en bewaakt samen met de
scholen de formule van het technasium.
Op personeel gebied zijn veel zaken in beweging. Het
technasium doorloopt de ontwikkeling van pionieren
naar volwassenheid. Hierdoor veranderen functies
qua inhoud, verschuiven taken en ontstaan nieuwe
taken. De leidinggevende taak lag tot nu toe bij de
directeur, maar is vanaf dit schooljaar
gesplitst. De algemeen directeur
stuurt de medewerkers op
het expertisecentrum
aan. De onderwijsre-
gisseur stuurt de
netwerkcoaches
aan.
24
De bezetting van het expertisecentrum was in het
schooljaar 2013-2014:
• Judith Lechner, directeur
• Boris Wanders, onderwijsregisseur
• Mirjam Steenbergen, scholingscoördinator
• Janine van der Kooi, medewerker Opleiding en
Ontwikkeling
• Ammerens Menage, medewerker Opleiding en
Ontwikkeling
• Marjolein Sinclair, managementassistent,
per 1-4-2014 opgevolgd door Iris Bergman
Daarnaast werken Annet Steenbruggen en Lonneke
Fust als freelance redacteuren op parttime basis
voor het expertisecentrum. Door de Flines heeft op
tijdelijke basis de opdracht gekregen om lesmodules
voor het technasium te schrijven: de ‘Bouwstenen
bovenbouw’.
Begin januari 2014 verhuisde het expertisecentrum
van Stichting Technasium naar een nieuw onderko-
men op het Zernikepark in Groningen. Voor de inrich-
ting is een architect uitgekozen die eerder de techna-
siumwerkplaats van één van de technasiumscholen
in Groningen inrichtte. De nieuwe huisvesting is de
technasiumwerkplaats geworden van de stichting:
het is een hippe, moderne werkruimte die past bij wat
het technasium als dynamische organisatie wil uit-
dragen. Flexibele zit-sta werkplekken weerspiegelen
de opdracht waar het expertisecentrum voor staat:
oog hebben voor ontwikkeling, ondernemerschap en
innovatie stimuleren.
6.5 NetwerkcoachesDe stichting werkt met een klein expertisecentrum
en met zeventien netwerken die zichzelf organiseren
en hun eigen samenwerkingsverbanden ontwikkelen
met bedrijfsleven, hoger onderwijs, overheden en in-
stellingen. De netwerkcoach ondersteunt de techna-
sia in het netwerk en is intermediair tussen het
netwerk en het expertisecentrum technasium. Elke
zes weken hebben de netwerkcoaches gezamenlijk
overleg met het expertisecentrum. Dan vindt uitwis-
seling en afstemming plaats en worden inhoudelijke
thema’s verkend.
In het overleg en in een gesprekscyclus van elke
netwerkcoach met onderwijsregisseur Boris Wan-
ders wordt tevens de veranderende invulling van
de rol van netwerkcoach besproken. Aanvankelijk
had de netwerkcoach vooral een belangrijke rol in
het opbouwen van netwerken. In toenemende mate
worden nu onderwijskundige verdieping en coaching
kernkwaliteiten voor de functie. Dit vraagt om an-
dere competenties.
In het schooljaar 2013-2014 waren de volgende net-
werkcoaches actief:
Martha Hoebens – netwerken Brabant-Oost, Zuid-
Oost Nederland en Limburg
Geke Hooge – netwerken Drenthe, Friesland en
Groningen
Evelien Ketelaar – netwerken West-Brabant en Zuid-
West Nederland
Marieke Rinket – netwerk Overijssel, Rivierenland en
Gelderland
Wilco Zwennis – netwerken Flevoland, Midden-Ne-
derland en Randstad-Noord
Paul Toonen – netwerken Zuid-Holland, Rijnmond en
Rijnland
Van Paul Toonen is de tijdelijke aanstelling niet
verlengd. Netwerkcoaches Evelien Ketelaar en Wilco
Zwennis hebben tijdelijk ondersteuning geboden aan
de netwerken Zuid-Holland, Rijnmond en Rijnland.
Aan het eind van het schooljaar hebben Marieke Rin-
ket en Geke Hooge afscheid genomen als netwerk-
coach. Erwin van Dijk is aangesteld als opvolger van
Geke Hooge. Voor Marieke Rinket was in juli 2014 nog
geen opvolger gevonden.
6.6 ToekomstOp het expertisecentrum wordt aandacht besteed
aan samenwerking tussen staf en netwerkcoaches.
Ook wordt gewerkt aan het ontwikkelen van know-
how op alle kerndomeinen, zoals: coaching, onder-
wijskunde, kwaliteitszorg, communicatie, ICT. Het
opbouwen van expertise zal in de komende jaren ver-
der worden uitgebreid. Tot nu toe werkte Stichting
Technasium daarbij grotendeels met deeltijdfuncties.
Vanaf dit jaar stuurt de stichting erop aan dat,
waar mogelijk, grotere banen ontstaan.
De verwachting is dat dit de kwaliteit,
betrokkenheid en continuïteit ten
goede zal komen. Het aantal
netwerkcoaches werd dit jaar
door vacatures al terug-
gebracht van zes naar vijf.
Ook werd de gesplitste
functie van medewerker
Opleidingszaken door
het vertrek van één
van de medewerkers
samengevoegd tot
één arbeidsplaats.
25
26
De technasiumnetwerken
stellen elk schooljaar een
jaarplan op waarin de
activiteiten en ontwik-
kelingen binnen het
netwerk zijn opgeno-
men. De netwerken hebben daarbij een redelijke
mate van vrijheid om dit binnen de formule van
het technasium naar eigen inzicht in te vullen en
eigen initiatieven te ontplooien. De bloemlezing van
activiteiten en initiatieven uit de netwerken die hierna
volgt, vormt een weerspiegeling van de ontwikkeling
die het technasium op regionaal en landelijk niveau
doormaakt.
Netwerk Brabant-OostIn opdracht van de technatoren van
het netwerk Brabant-Oost heeft
een groep vierdeklassers van het
Eckart College in Eindhoven een
eigen netwerkwebsite ontwikkeld:
www.technasiumbrabantoost.
nl. Aanleiding vormde de jaarlijkse
netwerkbijeenkomst waar leerlingen en
bedrijven elkaar konden ontmoeten. De nieuwe web-
site moest een platform gaan bieden waar leerlingen
en bedrijven elkaar het hele jaar door zouden kunnen
informeren en ontmoeten. In de praktijk bleek dit te
complex, waarop is besloten om met ingang van het
komende schooljaar 2014-2015 de site te vereen-
voudigen en vooral in te zetten voor het tweede doel
dat de zes scholen ermee beoogden: het gezamenlijk
naar buiten treden en profileren als netwerk.
Netwerk DrentheDe kwaliteit van lesgeven van do-
centen O&O is met de huidige
observatietechnieken moeilijk
meetbaar. Om dat te verbe-
teren hebben MT-leden en
technatoren in het netwerk
Drenthe gezamenlijk een
kijkwijzer voor een O&O-les
ontwikkeld. De leidinggevende kan
deze gebruiken om de docent/coach te observeren
en te beoordelen. Omdat een uur observatie te kort
is om alle onderdelen in de kijkwijzer goed – of über-
haupt – te kunnen beoordelen is geëxperimenteerd
met een leerlingenenquête afgeleid van de kijkwijzer.
7 U
i t d
e n
et w
er
ke
n
27
Voordelen hiervan zijn dat observatie door leerlingen
gedurende het hele O&O-project plaatsvindt, terwijl
gedrag van docent/coach en leerlingen niet worden
beïnvloed door de aanwezigheid van de observeren-
de leidinggevende. De eerste resultaten op basis van
door twee klassen ingevulde lijsten van circa vijftig
kijkwijzervragen zijn hoopgevend.
Netwerk FlevolandHet netwerk Flevoland
is dit schooljaar een
unieke samenwerking
aangegaan met IVN
Flevoland, Instituut
voor Natuureducatie en
Duurzaamheid. IVN or-
ganiseert jaarlijks Duurzame
Dinsdag waarbij particulieren en bedrijven projecti-
deeën kunnen indienen op het gebied van duurzaam-
heid. IVN selecteert hieruit een aantal initiatieven
die vervolgens door docenten van de Flevolandse
technasia in overleg met de indieners worden uitge-
werkt tot een technasiumproject. Leerlingen gaan
hier vervolgens mee aan de slag en presenteren de
eindresultaten aan de opdrachtgevers en de provin-
cie Flevoland tijdens een slotsymposium. Bedrijven
en particulieren kunnen dan ook weer nieuwe ideeën
indienen voor Duurzame Dinsdag van het jaar erop.
Netwerk FrieslandHet netwerk Friesland is dit
jaar gestart met de integratie
van eduScrum binnen het
technasiumconcept. EduScrum is gebaseerd op het
scrummen dat bij grotere ICT-projecten al geruime
tijd wordt toegepast. Een scrum maakt gebruik van
een strakke structuur, zowel in personele bezetting
als in tijdsindeling, waarbinnen creatief, probleem-
oplossend wordt gewerkt. In kortere sprints worden
delen van het uiteindelijke product ontwikkeld en
gepresenteerd aan de opdrachtgever. Ellen Reehorst
van eduScrum zocht samen met de docenten van
het netwerk naar de optimale vorm hiervan voor
het technasium. De verwachting is dat het lastig te
beoordelen proces, wat tot een product moet leiden,
op deze wijze beter in beeld kan worden gekregen en
gecoacht.
Netwerk GelderlandHet netwerk Gelderland is één van de drie nieuwe
netwerken die dit schooljaar van start zijn gegaan.
De focus lag op de invoering van het technasiumon-
derwijs in de scholen. Hoogtepunt voor de leerlingen
van de vier deelnemende Gelder-
se scholen vormde de eerste
projectpresentatie bij de
bedrijven in de buurt. Leer-
lingen raakten enthousiast
doordat ze met vragen die
echt bij bedrijven leven aan
de slag gingen, ontdekten dat
bedrijven in de eigen omgeving
producten maken die door heel Nederland, en soms
ook internationaal, worden verkocht en maakten
kennis met de verschillende interessante beroepen
en vakgebieden die de wereld van de techniek te
bieden heeft.
28
Netwerk GroningenOnder de noemer ‘Rondje Groningen’
hebben de technatoren van de
Groningse technasia elkaar
onderwerpen gepresenteerd
waar ze trots op zijn. Zo kent
het technasium van het Ubbo
Emmius in Stadskanaal naast de
gebruikelijke dagopening ook een
weekopening, waarin onderwerpen met
een bètacomponent worden behandeld. Binnen
het Praedinius Gymnasium in Groningen herbergt
elk keuzeproject een individuele opdracht om te
waarborgen dat elke leerling van een projectgroep
daadwerkelijk de belangrijkste kennis tot zich neemt.
De individuele opdracht kan bestaan uit het schrijven
van een wetenschappelijk artikel, het maken van een
powerpoint of een poster, et cetera.
Netwerk Midden-NederlandLuuk Goossen, Daniel van Dartel
en Jasper Sustronk van CSG
Het Streek in Ede lever-
den als keuzeproject in
opdracht van Stichting
Technasium en Bouwe
Koopal (extern project-
manager van ADkwADraat)
een bijdrage aan de ontwikke-
ling van de nieuwe versie van mijnTechnasium spe-
ciaal voor leerlingen: onsTechnasium. Hier moeten
leerlingen samen met klasgenoten, overzichtelijk en
centraal, al hun projecten online kunnen beheren. Ze
maakten een ontwerp van een elektronische leerom-
geving van en voor leerlingen, wat resulteerde in een
werkend prototype gebouwd in Drupal en gebaseerd
op een enquête onder leerlingen. Beide producten
zijn binnen de planning opgeleverd op de school en
tevens gepresenteerd aan de stichting in Groningen.
Netwerk OverijsselHet netwerk Overijssel organiseerde tijdens de jaar-
lijkse netwerkdag een meesterproef-
wedstrijd. Vijf teams van
verschillende techna-
siumscholen streden
tegen elkaar om de
meesterproef wisselbo-
kaal. De competitie vond
plaats op het Bonhoeffer
College in Enschede en werd
gewonnen door een team van de Thorbecke Scho-
lengemeenschap uit Zwolle. Het team bedacht een
oplossing voor ouderen om een elektrische fiets
bij lage snelheid beter onder controle te kunnen
houden. De vakjury bestaande uit de netwerkcoach
en een afgevaardigde van Universiteit Twente was
onder de indruk van de presentatie. Het is de bedoe-
ling dat de meesterproefwedstrijd uitgroeit tot
een vast onderdeel van de jaarlijkse netwerkdag in
Overijssel.
Netwerk Randstad-NoordRaquel Humphris, Sanne Buisman, Nick
Klarenbeek en Stijn Mouris van het
Keizer Karel College uit Amstel-
veen hebben dit schooljaar de
29
eerste prijs gewonnen tijdens de internationale finale
van de INESPO duurzaamheidsolympiade. Met hun
meesterproef ‘Draaien op natuurwarmte’ klopten ze
teams uit 44 verschillende landen. Het team vond
een manier om de biologische afbraak van afval-
houtsnippers te optimaliseren om zo duurzame
energie te produceren. Komend schooljaar reizen
zij met z’n vieren af naar de Verenigde Staten voor
deelname aan de Intel ISEF conferentie waar ze hun
onderzoek nogmaals zullen presenteren aan een
internationaal gezelschap van bedrijven en instel-
lingen.
Netwerk RijnlandDit schooljaar zijn de vier
technasiumscholen van het
netwerk Rijnland offici-
eel met het technasium
van start gegaan. Er is
in het eerste jaar flink
aan de weg getimmerd.
Het Maris College in Den
Haag ondernam daarbij veel in
de samenwerking met het primair onderwijs. De
school organiseerde samen met het Museon voor
een groot aantal basisscholen in Den Haag een pré
technasiumprogramma waarin zestig leerlingen van
groep 8 gedurende vijf woensdagmiddagen kennis
konden maken met het technasium. De mogelijkheid
tot kennismaking zal verder gestalte krijgen in het
technasiumatelier waar cursussen voor basisschool-
leerlingen uit groep 7 en 8 worden gegeven.
Netwerk RijnmondTeam Libanon Lego van het
Libanon Lyceum in Rot-
terdam won de hoofdprijs
in de finale van de First
Lego League Benelux. In
de Beneluxfinale gingen
500 kinderen van 9 tot
16 jaar de strijd met elkaar
aan. Met een zelfgebouwde en geprogrammeerde
robot voerden zij missies uit rond het thema natuur-
rampen. Dankzij hun overwinning mocht het tien
technasiumleerlingen tellende team afreizen naar
de wereldfinale in het Amerikaanse St. Louis, waar
tachtig teams uit 41 landen om de prijzen streden.
Hier wisten ze met hun ‘Dutchy’, een soort robottank
die over obstakels heen kan rijden en voorwerpen uit
moeilijke situaties kan ‘redden’, een derde prijs in de
categorie hardware in de wacht te slepen.
Netwerk RivierenlandIn november 2013 hebben de scholen tijdens de Net-
werkmiddag Rivierenland de kwaliteit van de O&O-
projecten met en bij elkaar beoordeeld. Dat gaf veel
energie. De directieleden hebben op die middag een
rector van één van de al langer bestaande technasia,
het Newmancollege in Breda,
uitgenodigd om van hem te
horen hoe hij het techna-
sium duurzaam ontwik-
kelde in zijn school. Op die
manier is de expertise van
buiten het eigen netwerk
naar binnen gebracht.
30
Netwerk West-Brabant Docenten van het netwerk West-Brabant
buigen zich met collega’s uit het
netwerk Zuid-West Nederland over
een vertaling van de leerlingcom-
petenties, met het doel leerlingen
en docenten handvatten te geven
om te evalueren en te reflecteren.
Verschillende scholen in het netwerk
experimenteren met vormen van evaluatie en
reflectie. Zo is het Newmancollege in Breda bezig
met de ontwikkeling van een geautomatiseerde
tool die het mogelijk moet maken dat leerlingen ge-
makkelijker kunnen evalueren en reflecteren zonder
tussenkomst van de docent.
Netwerk Zuid-HollandHet netwerk Zuid-Holland kent de traditie van een
jaarlijkse inspiratiedag voor het netwerk. Dit jaar
vond deze dag plaats bij IIC, een innovatief bedrijf
dat onder andere designproducten ontwikkelt. Het
bedrijf beschikt over een designlab voor productont-
wikkeling en beoordeling, een technasiumwerkplaats
in het groot. Tijdens de inspiratiemiddag kregen
docenten, technatoren en schoolleiders inzicht in de
cyclus van ontwerp en productontwikkeling zoals
ICC deze toepast. Daarbij werd duidelijk dat ‘trial en
error’ ook een vorm van onderzoek is. Het zette
docenten aan het denken over
variatie in de aanpak van O&O-
projecten. Tevens spraken
docenten en experts van IIC
met elkaar over het beoor-
delen van ontwerpen.
Netwerk LimburgHet netwerk Limburg ging dit schooljaar officieel
van start met drie scholen. Alle drie de scholen
konden meteen met een groot aantal technasium-
klassen beginnen. Zo koos op het Bernardinuscol-
lege circa zestig procent van de
havo- en vwo-leerlingen voor
het technasium, wat goed
is voor zeven klassen. Het
Sophianum en het Graaf
Huyn College bleven daar
niet ver bij achter. Ook de
belangstelling vanuit het be-
drijfsleven was goed te noemen.
De drie technasiumscholen werken daarnaast inten-
sief samen met Zuyd Hogeschool, dat op de officiële
openingsdag colleges gaf over moderne motoren
en leerlingen de gelegenheid bood in karts te rijden
gebouwd met alternatieve technieken.
Netwerk Zuid-Oost NederlandTessa Coenen en Milena Thijs-
sen, leerlingen 5 vwo van het
Mondial College in Nijmegen,
deden op verzoek van Stich-
ting Technasium in het kader
van het keuzeproject O&O
een onderzoek naar de moti-
vatie van bovenbouwleerlingen
voor het technasium. Het thema werd
via interviews, een enquête en geschreven verhalen
onderzocht. De beide leerlingen presenteerden de
uitkomsten van hun onderzoeksrapport ‘Motivatie
voor het technasium’ tijdens het symposium ter ge-
31
legenheid van 10 jaar technasium. De voornaamste
uitkomsten: leerlingen kiezen voor het technasium
omdat er aan oplossingen voor echte problemen
wordt gewerkt en omdat het technasium een goede
voorbereiding is op een bètatechnische vervolgop-
leiding.
Netwerk Zuid-West NederlandAl een aantal jaren begeleiden
professoren van de Univer-
siteit Antwerpen technasi-
umleerlingen uit 5 en 6 vwo
van de scholen in het netwerk
Zuid-West Nederland. Eén
van hen is professor Van
Mechelen, die heeft mee-
geholpen aan het bouwen
van de LHC (Large Hadron
Collider) – de grootste
deeltjesversneller ter
wereld – van het nucleaire
onderzoeksinstituut CERN
in Genève. De samenwer-
king met de Antwerpse Uni-
versiteit in keuzeprojecten en
meesterproeven is een succes.
Dit schooljaar werkten vijf leer-
lingen van drie scholen samen aan
hun meesterproef om een elementair
deeltje te herontdekken. De communicatie
verliep grotendeels via videoconferenties met
een programma van CERN. Komend najaar bren-
gen de leerlingen ook een bezoek aan het CERN.
[T][T] [T]
[T]
[T]
[T][T]
[T]
[T]
[T]
[T]
[T]
[T]
[T]
[T]
[T]
[T][T]
[T][T]
[T]
[T]
[T]
[T]
[T]
[T]
[T][T]
[T] [T]
[T]
[T]
[T][T]
[T]
[T]
[T]
[T]
[T]
[T]
[T]
[T][T][T]
[T]
[T]
[T]
[T][T]
[T]
[T]
[T]
[T] [T]
[T]
[T]
[T]
[T]
[T][T]
[T]
[T]
[T]
[T] [T] [T]
[T][T][T] [T]
[T] [T]
[T][T]
[T]
[T][T][T]
[T]
[T]
[T]
[T]
[T]
[T]
32
De jaarrekening 2013-2014
van Stichting Technasium
loopt van 1 september 2013
t/m 31 augustus 2014 en is
beoordeeld door
Accountantsbureau J. Klip.
De financiële administratie van Stichting Technasium
wordt gevoerd door AZ Stafdiensten. Het positieve
saldo is te danken aan de opbrengsten vanuit de
scholingsweken. Conform het Strategisch Plan 2012-
2016 wordt € 60.000 van het positieve saldo ingezet
voor nieuw beleid in het komend jaar. Een deel van
het saldo wordt toegevoegd aan het opbouwen van
een reserve ten bate van een sociale voorziening. Een
ander deel wordt ingezet voor de versnelde ontwik-
keling van een nieuwe versie van mijnTechnasium.
BATENBijdrage scholen:
o Algemeen 459.820
o Netwerkcoach 294.420
o mijnTechnasium 55.693
Bijdrage Hoger Onderwijs 30.000
Retour scholen – 30.000
Bijdrage scholingsactiviteiten 331.978
Overige opbrengsten 135.829
Totaal baten 1.277.740
LASTENOntwikkeling
Uitvoering nieuw beleid 53.797
Beheer mijnTechnasium 14.154
Ontwikkeling mijnTechnasium 77.144
Scholingsweken 172.764
Kwaliteitsborging 100.898
Symposium 10 jaar technasium 34.899
Bijeenkomsten 9.118
Personeel
Personeelslasten 469.607
Ingeleend personeel 92.143
Deskundigheidsbevordering 17.505
Reis- en verblijfskosten 43.006
Overige kosten 13.168
Doorbelasting projecten – 8.720
Materiaal
PR 18.963
Huisvesting 36.1 15
Dotatie oninbare debiteuren 5.000
Afschrijving inventaris 7.385
Materiaal/bureaukosten 42.154
Totaal lasten 1.199.100
Totaal baten 1.277.740
Totaal lasten 1.199.100
Saldo 78.640
8 F
i na
nc
i ën
33
Technasiumnetwerken
Netwerk Groningen
• H.N. Werkmancollege, Groningen
• rsg de Borgen / Lindenborg, Leek
• Praedinius Gymnasium, Groningen
• Ubbo Emmius, Stadskanaal
• Zernike College, Haren
Netwerk Overijssel
• Bonhoeffer College, Enschede
• Het Erasmus, Almelo
• CSG Reggesteyn, Nijverdal
• Thorbecke Scholengemeenschap, Zwolle
• De Waerdenborch, Holten
Netwerk Midden-Nederland
• Candea College, Duiven
• Gerrit Rietveld College, Utrecht
• Meridiaan College ’t Hooghe Landt, Amersfoort
• Merletcollege, Cuijk
• CSG Het Streek, Ede
Netwerk Brabant-Oost
• Dr.-Knippenbergcollege, Helmond
• Jacob-Roelandslyceum, Boxtel
• Eckartcollege, Eindhoven
• Varendonck-College, Asten
• d’Oultremontcollege, Drunen
• Jeroen Bosch College, ‘s-Hertogenbosch
Netwerk Zuid-West Nederland
• Het Goese Lyceum, Goes
• Pieter Zeeman, Zierikzee
• RSG ‘t Rijks, Bergen op Zoom
• SSG De Rede, Terneuzen
• SSG Nehalennia, Middelburg
Netwerk West-Brabant
• Dongemond college, Raamsdonksveer
• Markland College Oudenbosch
• Markland College Zevenbergen
• Newmancollege, Breda
• 2College Cobbenhagen, Tilburg
• Walburg College, Zwijndrecht
Netwerk Drenthe
• Hondsrug College, Emmen
• De Nieuwe Veste, Coevorden
• Roelof van Echten College, Hoogeveen
• Dr. Nassau College, Assen
• CSG Dingstede, Meppel
Netwerk Zuid-Oost Nederland
• Mondial College / Lindenholt, Nijmegen
• College Den Hulster, Venlo
• Het College, Weert-Cranendonck
• Philips van Horne SG, Weert
• Raayland College, Venray
• Lyceum Schöndeln, Roermond
Netwerk Randstad-Noord
• Keizer Karel College, Amstelveen
• Kaj Munk College, Hoofddorp
• Calandlyceum, Amsterdam
• Ichthus Lyceum, Driehuis
• Goois Lyceum, Bussum
Bi j
l ag
e
34
Netwerk Flevoland
• Emelwerda College, Emmeloord
• RSG Slingerbos / Levant, Harderwijk
• Helen Parkhurst, Almere
• Scholengemeenschap Lelystad
• Almere College, Dronten
Netwerk Friesland
• Linde College, Wolvega
• CSG Bogerman, Sneek
• RSG Simon Vestdijk, Harlingen
• Leeuwarder Lyceum, Leeuwarden
• CSG Liudger, Drachten
• Stellingwerf College, Oosterwolde
Netwerk Rivierenland
• Cals College, Nieuwegein
• Johannes Fontanus College, Barneveld
• RSG Lingecollege, Tiel
• Cambium College, Zaltbommel
• Merewade College, Gorinchem
• Niftarlake College, Maarssen
Netwerk Zuid-Holland
• Northgo College, Noordwijk
• ISW Hoogeland, Naaldwijk
• Christelijk Lyceum Delft
• Melanchthon Bergschenhoek
Netwerk Rijnmond
• Cosmicus College, Rotterdam
• Libanon Lyceum, Rotterdam
• Sg Spieringshoek, Schiedam
• Helinium, Hellevoetsluis
• Dalton Lyceum Barendrecht
Netwerk Rijnland
• Da Vinci College Kagerstraat, Leiden
• Groene Hart Lyceum, Alphen aan den Rijn
• Antoniuscollege, Gouda
• Maris College, ‘s-Gravenhage
Netwerk Gelderland
• Veluws College Walterbosch, Apeldoorn
• CC Schaersvoorde, Aalten
• Ulenhofcollege, Doetinchem
• Almende College, Silvolde
Netwerk Limburg
• Bernardinuscollege, Heerlen
• Graaf Huyn College, Geleen
• Sophianum, Gulpen
35
Cijfers
Toelichting bij gegevens van de technasia
Via een inventarisatie hebben alle technasia gege-
vens verstrekt over hun technasiumleerlingen. Deze
gegevens zijn verwerkt in de grafieken en tabellen.
De tabellen over de doorstroom zijn gebaseerd
op gegevens van 66 technasia, die in zowel in het
schooljaar 2012-2013 als in het schooljaar 2013-2014
van beide leerjaren gegevens hebben aangeleverd.
Toelichting bij grafieken vervolgopleidingen
Platform Bèta Techniek hanteert als definitie voor
‘bètatechnische studie’: studies die binnen cluster 1
‘Opleidingen die behoren tot Natuur en Techniek’ en
cluster 2 ‘Opleidingen met meer dan 50% bètatech-
niek’ vallen. Stichting Technasium hanteert deze
definitie ook. Daarnaast maakt het Platform onder-
scheid tussen lerarenopleidingen binnen de bètatech-
niek (cluster 3) en opleidingen met minder dan 50%
bètatechniek (cluster 4).
Omdat Stichting Technasium de uitstroom naar
technische opleidingen wil bevorderen, zijn naast de
‘harde’ bètatechnische studies ook de uitstroom naar
studies die onder cluster 3 en 4 vallen opgenomen in
het overzicht. Tot slot zijn in het overzicht overige op-
leidingen opgenomen. Dit zijn opleidingen die bestaan
uit niet-bètatechnische vakken, de zogeheten alfa- en
gammastudies.
Bij het overzicht wordt de kanttekening gemaakt dat
van een deel van de leerlingen niet bekend is welke
vervolgopleidingen zij hebben gekozen. Dit komt
doordat deze informatie niet bekend is bij de school.
Bi j
l ag
e
36
leerjaar 1 oriënta-e
leerjaar 1 technasium
keuze leerjaar 2 leerjaar 3 leerjaar 4 leerjaar 5 leerjaar 6
2006-‐2007 790 239 479 92 223 86 13
2007-‐2008 1900 100 530 275 345 145 20
2008-‐2009 2000 553 1147 648 448 281 30
2009-‐2010 2481 1338 1407 1058 591 415 199
2010-‐2011 3403 1721 2128 1333 709 430 225
2011-‐2012 5687 1926 3123 1882 937 611 217
2012-‐2013 5136 2702 3642 2383 1013 660 286
2013-‐2014 7633 3461 4637 3385 1510 1017 374
0
1000
2000
3000
4000
5000
6000
7000
8000
9000
Aan
tal T-‐le
erlin
gen
Groei aantal technasiumleerlingen
37
Totaal per schooljaar
2006-‐2007 1922
2007-‐2008 3315
2008-‐2009 5107
2009-‐2010 7489
2010-‐2011 9949
2011-‐2012 14383
2012-‐2013 16039
2013-‐2014 22017
0
5000
10000
15000
20000
25000
Aan
tal T-‐le
erlin
gen
Groei totaal aantal technasiumleerlingen
38
NEDERLAND [T] jongens [T] meisjes Totaal aantal [T] lln
1 oriëntatiejaar 3949 3684 7633
1 keuze technasium 2368 1093 3461
2 3264 1373 4637
3 2350 1035 3385
4 1088 422 1510
5 699 318 1017
6 248 126 374
TOTAAL 13966 8051 22017
Verhouding meisjes jongens in 2013 - 2014
52%
68%
70%
70%
72% 69%
66%
48%
32%
30%
30%
28%
31%
34%
0
1000
2000
3000
4000
5000
6000
7000
8000
9000
1 oriënta4ejaar
1 keuze technasium
2 3 4 5 6
[T] meisjes
[T] jongens
39
Totaal aantal havo/vwo
leerlingen
Totaal aantal leerlingen
technasium
% leerlingen technasium
leerjaar 1 15425 11094 72%
leerjaar 2 13673 4637 34%
leerjaar 3 12610 3385 27%
leerjaar 4 13421 1510 11%
leerjaar 5 8212 1017 12%
leerjaar 6 2426 374 15%
TOTAAL 65767 22017 33%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
leerjaar 1 leerjaar 2 leerjaar 3 leerjaar 4 leerjaar 5 leerjaar 6 TOTAAL
% niet technasium
% technasium
Schoolpopulatie en % technasiumleerlingen 2013 - 2014
Het aantal leerlingen
van leerjaar 1 is
samengesteld uit de
leerlingen die hebben
gekozen en leerlingen
die de oriëntatie
doen.
40
Aantal leerlingen dat doorstroomt naar het volgende leerjaar O&O
2012-2013 2013-2014 percentage
Leerjaar 1 2 8055 4199 52,13
Leerjaar 2 3 3642 3144 86,33
Leerjaar 3 4 2383 1424 59,76
Leerjaar 4 5 1013 934 92,20
Leerjaar 5 6 416 343 82,45
De aantallen zijn gebaseerd op volledige gegevens van 66 scholen voor beide schooljaren.
Percentage doorstroom gespecificeerd naar niveau en geslacht
havo jongens havo meisjes vwo jongens vwo meisjes
Leerjaar 1 2 52 27 86 57
Leerjaar 2 3 71 65 101 110
Leerjaar 3 4 68 74 54 52
Leerjaar 4 5 85 93 98 92
Leerjaar 5 6 n.v.t. n.v.t. 82 83
De percentages zijn gebaseerd op volledige gegevens van 66 scholen voor beide schooljaren.
Doorstroom 2012-2013 naar 2013-2014
41
HBO aantal %
Bèta-technische studie 235 70
Lerarenopleiding bèta-techniek 2 1
Studie <50% bèta 36 11
Overige opleidingen 62 19
TOTAAL 335 100
WO aantal %
Bèta-technische studie 189 70
Studies <50% bèta 36 13
Overige opleidingen 45 17
TOTAAL 270 100
Gezakt 31
doorstroom HAVO-VWO 9
TOTAAL VERVOLGSTUDIES 645
HBO & WO aantal %
Bèta-technische studie 424 54,6
Lerarenopleiding bèta-techniek 2 0,3
Studies <50% bèta 72 9,3
Overige opleidingen 107 13,8
Onbekend 110 14,2
Gezakt 31 4,0
Doorstroom HAVO naar VWO 9 1,2
Overig (bv. buitenland) 14 1,8
naar MBO 8 1,0
TOTAAL 777 100
Aantallen uitstroom
70%
1%
11%
18%
Bèta-‐technische studie
Lerarenopleiding bèta-‐techniek
Studie <50% bèta
Overige opleidingen
70%
13%
17%
Bèta-‐technische studie
Studies <50% bèta
Overige opleidingen
55%
0%
9%
14%
14%
4%
1%
2%
1%
Bèta-‐technische studie
Lerarenopleiding bèta-‐techniek
Studies <50% bèta
Overige opleidingen
Onbekend
Gezakt
Doorstroom HAVO naar VWO
Overig (bv. buitenland)
naar MBO