Stageverslag blok 2 - Tom Ravenshorsttomravenshorst.weebly.com/.../stage_verslag_2.4.pdf · periode van een half jaar worden verschillenden beroepsproducten opgesteld en wordt er

STAGEVERSLAG 2.4 1

Stageverslag blok 2.4 Abiant Lycurgus

Joke van der Ploeg , Dyon Hoekstra & Tom Ravenshorst

Klas 2J

Docent: H. Oljans

Vak: HSVH5SPR4

Datum: 15-6-2016

2 STAGEVERSLAG 2.4

Voorwoord Het voor u liggende verslag is onderdeel van de stageperiode van de opleiding Sport, Gezondheid en Management. Dit is een Bachelor studie aan de Hanzehogeschool te Groningen. De stage duurt twee keer een half jaar. In het tweede halfjaar hebben een drietal studenten stage gelopen bij top volleybalclub Abiant Lycurgus. Tijdens deze periode van een half jaar worden verschillenden beroepsproducten opgesteld en wordt er gewerkt aan een opdracht vanuit het werkveld. In het verslag worden de beroepsproducten gepresenteerd en wordt er terug gekeken op de samenwerking en het proces dat het afgelopen half jaar is doorlopen.

De studenten die deze stage hebben doorlopen zijn drie tweede jaar studenten van de hierboven genoemde opleiding. Tom Ravenshorst, Joke van der Ploeg en Dyon Hoekstra. Tijdens deze periode zijn we begeleidt, en hebben we samengewerkt, met Marcel van Delden. Marcel is vrijwilliger bij Abiant Lycurgus. Hij heeft ons de opdracht voorgeschoteld en ons gefaciliteerd met kennis en middelen. Hiertoe willen wij dan ook onze dank naar hem uiten. Zonder hem waren de leeruitkomsten en de plezierbeleving van de stage opdracht nooit zo hoog geweest. Tot slot willen wij ook graag Hans Oljans (begeleider vanuit de Hanzehogeschool) en Rabobank Stad en midden bedanken voor hun input.

Dyon Hoekstra 08 juni 2016, Groningen

STAGEVERSLAG 2.4 3

Inhoud Voorwoord ........................................................................................................................................................................... 2

Inleiding ................................................................................................................................................................................. 4

Hoofdstuk 1: Beroepsproducten ............................................................................................................................. 5

Draaiboek ........................................................................................................................................................................ 5

Feedback gebruiker ................................................................................................................................................... 5

Feedback opdrachtgever ........................................................................................................................................ 5

Toepasbaarheid van het product ....................................................................................................................... 6

Hoofdstuk 2: Eindrapportage proces .................................................................................................................... 7

Evaluatie gebruikers .................................................................................................................................................. 7

Evaluatie stakeholders/betrokkenen ................................................................................................................ 7

Evaluatie teamleden .................................................................................................................................................. 7

Individueel deel Dyon Hoekstra ............................................................................................................................... 9

Individueel deel Tom Ravenshorst ........................................................................................................................ 20

Individueel deel Joke van der Ploeg ................................................................................................................... 31

Nawoord ............................................................................................................................................................................. 43

Bijlage ................................................................................................................................................................................... 44

I. Draaiboek scholen volleybal battle .................................................................................................................. 44

4 STAGEVERSLAG 2.4

Inleiding Het voor u liggende verslag is zoals eerder benoemd geschreven in het kader van de stage behorende tot de opleiding Sport, Gezondheid en Management. Tijdens deze stage zijn 3 SGM-studenten aan de slag gegaan met het voorbereidende werk voor een volleybaltoernooi. Dit toernooi wil Abiant Lycurgus samen met de Rabobank gaan organiseren. Tijdens dit project hebben de studenten onderzocht wat er moet gebeuren om dit evenement een jaarlijks terugkerend succes te maken. Dit onderzoek heeft geresulteerd in een draaiboek. Dit draaiboek kan voor komende studenten als leidraad gebruikt worden om het evenement succesvol te gaan organiseren.

De opdracht is ontstaan vanuit Rabobank stad (Groningen) en midden. Hun verzorgingsgebied beslaat: Groningen, Hoogezand, Haren en Veendam. Zij hebben Abiant Lycurgus gevraagd om samen met hun een volleybal toernooi te organiseren voor de doelgroep 14 tot en met 17 jaar. Dit is voor de Rabobank een interessante doelgroep die lastig te bereiken is. Voor Abiant Lycurgus kan dit een mogelijke sponsordeal betekenen en ook extra exposure.

Het onderzoek wat de studenten hebben uitgevoerd moet, zoals eerder genoemd, faciliterend zijn aan de toekomstige studenten. De intentie was om het toernooi dit schooljaar tot uitvoering te brengen. Later bleek echter dat dit te kort dag zou worden en het de kwaliteit van het evenement ook niet ten goede zal komen. Daarom is in gezamenlijk overleg besloten om het evenement over de zomervakantie te tillen. Hierdoor bleef voor de studenten slecht een voorbereidende rol over. Dit hebben zij opgepakt en tot hun uiterste potentieel tot uitvoering gebracht.

Het verslag bestaat om te beginnen uit het draaiboek met daarbij horende feedback en de toepasbaarheid van het project. Daaropvolgend wordt het proces binnen de stage beschreven vanuit meerdere oogpunten. Tot slot zijn de individuele delen van de

teamleden te lezen, bestaande uit een logboek, 360⁰ feedback, een reflectie en de beoordeling van de stagebegeleider.

STAGEVERSLAG 2.4 5

Hoofdstuk 1: Beroepsproducten

Draaiboek Het draaiboek voor de scholen battle is terug te vinden in de bijlagen.

Feedback gebruiker De gebruiker van het eindproduct binnen deze stage is de Rabobank. De Rabobank heeft over het concrete eindproduct, wat een draaiboek betreft, volgende gezegd:

‘Het verslag heb ik natuurlijk ook doorgenomen. Zoals je zelf al aangaf zijn er nog wel meer concrete afspraken nodig om het plan verder te concretiseren. Maar de opzet is prima, met haalbaarheid, demografische kenmerken en vooral ook toernooiopzet. Ik ben in ieder geval blij met het plan en jullie enthousiasme hierover. Het geeft ons een goede basis om dit toernooi nu ook echt concreet te gaan organiseren, de volgende club stagiairs kunnen hier zeker verder mee. Dank voor jullie hulp hierbij.’ Feedback opdrachtgever De feedback van de opdrachtgever inclusief bewijslast is hier beneden weergegeven in de vorm van een afbeelding. Marcel is gevraagd om via de mail om feedback te geven en zijn antwoord hierop is hieronder weergegeven.

Afbeelding 1 -‐ Bewijslast Feedback Stagebegeleider

6 STAGEVERSLAG 2.4

Toepasbaarheid van het product Het draaiboek is bedoeld voor de studenten die het volgende schooljaar stage lopen bij Abiant Lycurgus en de organisatoren van het project, Rabobank en Abiant Lycurgus. Het is de bedoeling dat de nieuwe stagiairs het evenement gaan organiseren en krijgen daarbij hulp van Lycurgus. Rabobank heeft hier een subsidiërende rol in en verzorgt voor een deel de aankleding en communicatie van het project.

Het draaiboek is goed toepasbaar voor de studenten die het evenement daadwerkelijk gaan draaien. Er zijn een aantal zaken nog niet tot in de puntjes uitgewerkt en hier ligt dus nog de ruimte voor de nieuwe stagegroep om het naar de eigen hand te zetten. Dit zijn zaken als het aantal deelnemende teams en scholen, de dag/dagen waarop het evenement plaatst vindt en welke scholen er mee doen. Het is tot heden nog niet mogelijk geweest om dit verder uit te werken omdat dit in overleg moet met andere partijen, zoals de Rabobank. Het is bijvoorbeeld nog niet mogelijk om scholen te benaderen zonder dat er een datum is vastgesteld en een concreet plan is. Wel zijn de kaders gevormd en is de opzet duidelijk. Het draaiboek is, na de concretisering van eerder genoemde zaken, eenvoudig te gebruiken en ook in andere jaren toepasbaar. Er staat een planning in voor de lange termijn van de voorbereiding tot het evenement, als voor de clinics en de toernooidagen. Dit zorgt ervoor dat het volgende stageteam hierin een handreiking hebben hoe ze het evenement moeten draaien. Ook zijn er verschillende suggesties gedaan over de mogelijkheden binnen het evenement, zoals nieuwe partners of sponsoren.

De uitvoerbaarheid van het draaiboek is hoog. Er is realistisch gekeken naar alle factoren die het evenement kunnen beïnvloeden en welke zaken een rol kunnen spelen in de voorbereiding van het evenement. Deze staan beschreven in het draaiboek en zijn dus voor iedereen van de organisatie bekend. Ook is er beschreven wat er nog geregeld moet worden voordat het evenement uitgevoerd kan worden. Er is dus een goed kader voor de studenten om te kunnen beginnen met de uitvoering van het project en het is daarom een erg praktisch product geworden voor de organisatie van het evenement.

STAGEVERSLAG 2.4 7

Hoofdstuk 2: Eindrapportage proces In dit hoofdstuk wordt er een procesevaluatie gedaan. Het proces wordt vanuit verschillende perspectieven bekeken. Zo wordt het proces door zowel Abiant Lycurgus als door de studenten geëvalueerd.

Evaluatie gebruikers De gebruiker van deze stage is Marcel van Delden. Hij is stagebegeleider vanuit Abiant Lycurgus. Marcel heeft naar eigen zeggen de samenwerking als plezierig ervaren. Hij was aan het begin van onze samenwerking nieuw in zijn functie bij Abiant Lycurgus maar was, dankzij zijn ervaring, de geschikte man voor de klus. Hij heeft onze samenwerking als professioneel ervaren. Zo vond hij de vergaderingen goed voorbereid en vond hij ons professioneel overkomen. Mede hierdoor durfde hij veel uit handen te geven en de studenten vrij te laten in hun handelen. Hij heeft ons veel vertrouwen gegeven en is tevreden met het proces en de eindproducten. Wel merkte hij op dat we soms (sneller) moeten reageren. Hierbij had hij het voornamelijk over het mail-contact. De studenten hebben dit advies ten harte genomen en gaan hiermee aan de slag.

Evaluatie stakeholders/betrokkenen De stakeholder/betrokkene van het project is de Rabobank. De samenwerking tussen de studenten en de Rabobank was echter minimaal. De communicatie met de Rabobank liep dan ook voornamelijk vanuit Marcel van Delden. Wel hebben de studenten een meeting gehad met de Rabobank en de kans gekregen om hun eindproducten te presenteren. Hierover had de Rabobank dan ook het volgende te zeggen:

‘We vonden het erg prettig ook jullie enthousiasme over dit evenement te ervaren. Zeker ook jullie rol toen we jullie confronteerden met de wijziging in de financiering van het evenement. Fijn te merken dat jullie meedachten in oplossingen en direct met andere mogelijkheden kwamen om toch de middelen te verzamelen om het financieel haalbaar te maken.’ De studenten zijn tevreden over de samenwerking met Rabobank. Zij hebben de samenwerking als leerzaam ervaren en waren blij om met zo’n grote partij te mogen samenwerken. Evaluatie teamleden Tijdens het begin van de stageperiode was er een moeizame periode. Zo begon het stage team deze periode met zijn 4’en, helaas moest 1 van de 4 al snel afhaken. Dit betekend dat de taken opnieuw moesten worden verdeeld en dat er een nieuwe manier van werken aangeleerd moest worden. Gelukkig was tijdens deze tweede helft van de stage het project al wel een stuk concreter. Door snel structuur aan te brengen werd het project al snel overzichtelijk. Door een duidelijke plan van aanpak en planning te maken kon er gestructureerd gewerkt worden. Er werd onderling en met de opdrachtgever goed en efficiënt gecommuniceerd. Ook de kennis en ervaring om dit project succesvol aan te pakken was aanwezig. Hierdoor konden er concrete en overzichtelijke stappen

8 STAGEVERSLAG 2.4

ondernomen worden. Ook werd er regelmatig overlegt wat er voor heeft gezorgd dat het project zijn vaart hielt.

Het project was in het begin vrij concreet maar stond zeker nog in zijn kinderschoenen. Er werd veel overlegt en gebrainstormd om zodoende het project vorm te geven. Door deze omstandigheden was er veel ruimte voor eigen inbreng en creativiteit vanuit de studenten. Er werd al gauw structuur aangebracht en de communicatie lijnen werden kort gemaakt. Dit heeft er voor gezorgd dat er efficiënt gewerkt kon worden en ad hoc gereageerd kon worden op gebeurtenissen. Er was vanuit het stage team één iemand aangesteld voor de externe communicatie. De communicatie met de stakeholders van het project gebeurde vanuit de opdrachtgever. Doordat er wederzijds vertrouwen was tussen de studenten en de opdrachtgever konden de studenten vrij aan het werk. De afspraken werden nagekomen, de meetings voorbereid en kwaliteit werd constant nagestreefd.

Helaas heeft het project anders gelopen dan in eerste instantie werd verwacht. Door de beperkte tijd is besloten om het project over de zomervakantie heen te tillen. Deze keuze is gemaakt om zo kwaliteit te kunnen nastreven. Zeker omdat het project in de kinderschoenen staat is de keuze gemaakt om meteen te gaan voor kwaliteit. Dit zou het project kracht meegeven om zo ook een jaarlijks terugkerend project neer te kunnen zetten. Deze keuze is vanuit ervaring gemaakt en heeft er voor gezorgd dat de stageperiode voor de studenten een andere vorm heeft aangenomen. In plaats van een implementatie taak kregen de studenten een voorbereidende taak. Hierin hebben zij alle mogelijke voorbereidingen getroffen om zo voor de komende studenten een implementatietaak over te laten.

Al met al kan er wel terug gekeken worden op een geslaagde, succesvolle en zeker ook een leerzame periode. Er is dankzij de vrijheid die de studenten hebben gekregen veel geleerd. Het eindproduct is wel anders geworden dan verwacht als gevolg van de gebeurtenissen. Maar dankzij deze gebeurtenissen, die toch een stukje zekerheid hebben weggenomen, is de stageperiode wel een stuk leerzamer geworden. Doordat de studenten slechts een voorbereidende taak berustte konden zij al hun tijd steken in een goede voorbereiden. Hier was speciale aandacht voor kwaliteit en kon er gestreefd worden naar een project met zo weinig mogelijk risico’s. Dit zal de succesgarantie van het project over de lange termijn doen vergroten. Concluderend kijken de studenten tevreden terug op een leerzame periode waarin met plezier is gewerkt aan mooi project.

STAGEVERSLAG 2.4 9

Individuele deel Dyon Hoekstra Logboek

Week: Datum + Uren

Werkzaamheden Reflectie Leeruitkomsten

Week 17 26-05

27-05 Koningsdag Overleg met stage team over de taakverdeling voor de komende weken.

Week 18 Vakantie Vakantie Vakantie

Week 19 11-5 10.00-13.00

Werken aan de herkansing van stageverslag 2.3

Voor deze herkansing was ons timemanagement niet optimaal. Hierdoor kwamen we in tijdsnood en hebben we niet de kwaliteit kunnen leveren die we willen afleveren.

Ervaren dat timemanagement erg belangrijk is. Zeker gezien ik kwaliteit wil leveren is het belangrijk dat je tijdig begint en genoeg aandacht aan je product kan besteden.

Week 20 18-5 10.00-14.00

Werken aan herkansing van stageverslag 2.3

Het verwerken van de data is niet op een handige manier gedaan. Hierdoor moest alles over worden gezet naar Excel wat veel tijd heeft gekost. Verder Hebben we de kwaliteit aangescherpt.

Gewerkt aan de kwaliteit van het verslag. Kwaliteit is voor mij erg belangrijk en heb veel geleerd over kwalitatief verslagen schrijven.

Week 21 23-05 13.00-17.00 24-05 16.30-17.30

Poster maken voor stage markt, werken aan herkansing, werken aan draaiboek Stage markt

In het kader van de stage markt die wij als tweede jaars organiseren voor de huidige eerste jaars hebben wij een presentatie en poster gemaakt. Tijdens deze stage markt hebben wij Abiant Lycurgus bekend gemaakt onder de toekomstige stage lopers.

Omdat een goede stage een waardevolle toevoeging is voor je studie hebben we extra aandacht gestoken in de stage markt. Ook denk ik dat stages het HBO goed onderscheid van universitair onderwijs.

Week 22 1-06 10.00-12.00

Overleg Rabobank + Marcel

We hebben een overleg gehad met Rabobank. Tijdens dit gesprek hebben wij met de Rabobank en Marcel van Delden ons draaiboek besproken. Ook hebben we het gehad over de toekomst van het project. Hierbij is geconcludeerd dat het project

Veel geleerd over de belangen en interesses van verschillende stakeholders bij een project. Geleerd over de complexiteit en verscheidenheid van een dergelijk evenement.

10 STAGEVERSLAG 2.4

verschoven moet worden naar een latere datum om de kwaliteit van het evenement te kunnen garanderen. Verder hebben we nog besproken wat de concrete vervolgstappen zijn alvorens onze stage afloopt.

Week 23 7-6 18.00-22.00 8-6 10.00-11.30

Werken aan stageverslag Stage gesprek met Hans en Marcel

Stageverslag gemaakt. Joke heeft de lay-out gemaakt. Vervolgens ben ik aan de slag gegaan met het voorwoord, inleiding en nawoord. Ook heb ik het proces beschreven. Gesprek over de producten en processen binnen de stage. Hier hebben we formeel de stage afgesloten met Marcel.

Deze keer wel op tijd begonnen met Stageverslag. Hiertoe hebben we goed kunnen werken aan kwaliteit. Fijn gesprek ter afronding van de stage. Ik kan tevreden terug kijken op een mooie en leerzame stageperiode.

STAGEVERSLAG 2.4 11

Eindreflectie SOP Zoals in mijn Persoonlijke ontwikkelingsplan (SOP) beschreven staat wilde ik deze stageperiode graag verwerken aan verschillende skills en competenties. Zo wist ik aan het begin van de stage nog vrij weinig van de organisatie. Maar nu, na een jaar bij Abiant Lycurgus, ben ik bekend met de stichting. Ik heb steeds meer mogen leren over Abiant Lycurgus en heb ze zelfs landskampioen zien worden. Ook heb ik aan het begin van de stage gesteld dat ik mij naast op SGM-competenties ook op enkele persoonlijke skills wil ontwikkelen. Deze skills zijn samenwerken, luisteren en ondernemen. Ik denk aan al deze skills gewerkt te hebben en vooruitgang te hebben geboekt. Zo heb ik het afgelopen jaar nauw samengewerkt met mijn teamleden. Hier heb ik meer vertrouwen voor teamleden leren hebben en heb ik meer uit handen durven geven. Ook heb ik meer geluisterd naar mijn teamleden en heb ik hun ideeën en inbreng meer gewaardeerd. Deze ontwikkelingen hebben er toe geleid dat ik meer uit handen durf te geven en daardoor zelf minder druk ervaar. Ik heb kwaliteitscontroles ook uit handen durven geven. Op het gebied van ondernemen heb ik helaas minder kunnen werken. Wel heb ik veel geleerd over voorbereidend werk bij evenementen. Hier heb ik ook de complexiteit mogen ervaren die naar voren komt wanneer je werkt met één of meerdere partijen.

Ook heb ik goed kunnen werken aan competenties die door het instituut zijn geformuleerd vanuit de stage. Dit zijn competenties als communicatie, reflecteren, samenwerking, zelfsturing en het verrichten van praktijk gericht onderzoek. Al deze competenties zijn in meer of mindere maten terug gekomen in deze stage. Dankzij de vrijheid die mij is geboden tijdens de stage heb ik veel mogen leren. Deze leeruitkomsten hebben zich geuit in de praktijk. Gezien ik echt iemand ben van de praktijk heeft dit voor mij geleid tot grote leeruitkomsten. Tot slot had ik in mijn SOP gesteld dat de stage zou gaan bijdragen aan mijn netwerk. Zo heb ik dankzij de stage verscheidene contacten overgehouden. Dit zijn (invloedrijke) personen uit de topsport in Groningen en Nederland.

De taken die wij verrichten tijdens de stage vallen niet binnen mijn interessegebied. Het helpt wel mee bij enkele van de competenties die ik wil verbeteren. Echter gaat dit op een andere manier dan dat ik voor ogen had.

12 STAGEVERSLAG 2.4

Reflectie 360 feedback Onvoldoende Matig Voldoende Goed Uitstekend Opmerkingen Uitstraling en professionaliteit

X Actieve houding en goed voorbereid.

Samenwerking X Kennis van zaken

X

Levert kwaliteit X Neemt initiatief X Omschrijf hoe u Dyon als persoon ziet Dyon is een actief en hardwerkend persoon.

Hij heeft een druk leven en kan daarom af en toe wat chaotisch overkomen. Met de juiste hulp en sturing kan Dyon erg goed samenwerken in een groep. Zijn werk is zeer verzorgd en compleet. Dit zorgt voor een prettige samenwerking.

Op welke punten heeft Dyon zich ontwikkeld?

Dyon heeft zich ontwikkeld in de samenwerking. Hij heeft, naar mijn inzicht, meer geleerd om dingen los te laten en over te laten aan andere groepsgenoten. Daarnaast luistert hij beter naar de andere teamleden dan eerder.

Op welke punten kan Dyon zich verder ontwikkelen?

Dyon is af en toe wat chaotisch omdat hij met meerdere zaken tegelijk bezig is. Dit komt niet naar voren tijdens gesprekken met bijvoorbeeld de stagebegeleider, maar wel tijdens overleg met het team. Persoonlijk vind ik het geen probleem om hem af en toe even te helpen herinneren aan verschillende zaken, maar tijdens de individuele stage is er waarschijnlijk niet iemand die dit voor hem doet.

Opmerkingen Naam beoordelaar: Joke van der Ploeg Datum: 7-6-2016

Wat ik heel fijn vind om te zien is dat Joke ziet dat ik mij heb ontwikkeld op de punten die ik zelf ook graag wilde ontwikkelen. Zo beschreef ik eerder in mijn SOP al beschreven dat ik mij wil ontwikkelen op samenwerken en luisteren. Joke ziet dat ik hier aandacht aan heb besteed en dat ik hierin ben ontwikkelt. Joke haar ‘kritiekpunt’ herken ik ook wel. Ik heb naast mijn opleiding veel taken en functies op me genomen. Dit zorgt voor een drukke agenda waardoor ik soms wat chaotisch kan overkomen.

STAGEVERSLAG 2.4 13

Onvoldoende Matig Voldoende Goed Uitstekend Opmerkingen Uitstraling en professionaliteit

x

Samenwerking x Kennis van zaken

x

Levert kwaliteit x Neemt initiatief x Omschrijf hoe u Dyon als persoon ziet Iemand die alles graag zelf wil doen en

regelen. Dyon is heel erg betrokken bij verschillende zaken. (Honours en Medezeggenschapsraad). Hierdoor heeft hij veel ervaring met overleg en professionaliteit.

Op welke punten heeft Dyon zich ontwikkeld?

Ik denk dat Dyon zich door de stage niet heel erg heeft ontwikkeld. Hij bezit al veel vaardigheden die bij de stage aan bod kwamen. Deze heeft hij alleen toegepast.

Op welke punten kan Dyon zich verder ontwikkelen?

Nog betere communicatie binnen het team. Dyon heeft heel veel andere zaken lopen en het is prettig als iedereen daarvan op de hoogte is.

Opmerkingen Naam beoordelaar: Tom Ravenshorst Datum: 14-06-2016

Ik ben blij dat Tom mij erg betrokken vindt. Ik pretendeer zelf ook altijd erg betrokken te zijn en vind dit dan ook erg belangrijk. Ik snap zijn punt ook dat ik de andere hierin meer kan mee nemen. Ik doe dit niet in voldoende mate omdat ik niet als een ‘show-off’ wil overkomen. Ik ben ook blij dat Tom mij professioneel vindt overkomen en vind dat ik goed kan overleggen. Natuurlijk had ik hierin al een voorsprong op de anderen maar ik heb mij zeker kunnen door ontwikkelen. Op het gebied van communicatie en het betrekken van anderen kan ik mij zeker ontwikkelen. Dit zou ik dan ook meenemen naar het volgende schooljaar.

14 STAGEVERSLAG 2.4

Eindbeoordeling stagebegeleider

STAGEVERSLAG 2.4 15

16 STAGEVERSLAG 2.4

STAGEVERSLAG 2.4 17

18 STAGEVERSLAG 2.4

STAGEVERSLAG 2.4 19

20 STAGEVERSLAG 2.4

Individueel deel Tom Ravenshorst Logboek

Week: Datum + Uren


Week 17 26-05


Week 18 Vakantie Vakantie Vakantie

Week 19 11-5 10.00-13.00


Doordat we allen in de vakantie druk waren met andere dingen, was er een beetje tijdsnood voor het maken van de herkansing.

Plan vooruit en besteed op tijd aandacht aan de dingen die belangrijk zijn.

Week 20 18-5 10.00-14.00

Werken aan draaiboek

Ik heb de ruwe lijnen van het draaiboek geschetst. Hierbij is de lay-out en alle benodigde informatie verzameld.

Geleerd wat er in een draaiboek moet zitten en welke activiteiten belangrijk zijn om uit te voeren. (Ordenen naar belangrijkheid)

Week 21 23-05 13.00-17.00 24-05 16.30-17.30

Poster maken voor stage markt, werken aan herkansing, werken aan draaiboek Stage markt

We hebben de stage markt voorbereid. Hier voor heb ik een PowerPoint gemaakt. Vervolgens heb ik het draaiboek afgemaakt en bij Marcel ingeleverd voor feedback.

Op tijd beginnen met je product bespaart een hoop tijd. Van de stage markt heb ik geleerd om objectief naar onze stage te kijken en de kansen uit te leggen voor de toekomstige stage lopers.

Week 22 1-06 10.00-12.00


We hebben een overleg gehad met Rabobank. Tijdens dit gesprek hebben wij met de Rabobank en Marcel van Delden ons draaiboek besproken. Ook hebben we het gehad over de toekomst van het project. Hierbij is geconcludeerd dat het project verschoven moet worden naar een latere datum om de kwaliteit van het evenement te kunnen garanderen. Verder hebben we nog

Ik heb geleerd dat het handig is om direct aan het begin van een project overleg te hebben, met alle belanghebbende. Ook heb ik geleerd hoe verschillende partijen tegen een evenement aan kijken.

STAGEVERSLAG 2.4 21

besproken wat de concrete vervolgstappen zijn alvorens onze stage afloopt.

Week 23 7-6 18.00-22.00 8-6 10.00-11.30


De puntjes op de i gezet met het draaiboek, aan de hand van gegeven feedback van de Rabobank en Marcel van Delden. Gesprek over de producten en processen binnen de stage. Hier hebben we formeel de stage afgesloten met Marcel.

Het was goed dat er op tijd feedback is gevraagd aan alle partijen. Hierdoor is het draaiboek kwalitatief beter. Een goed evaluatie gesprek, waarbij naar voren kwam dat alles, al met al, prima is verlopen.

22 STAGEVERSLAG 2.4

Eindreflectie SOP Zoals in mijn persoonlijk ontwikkelingsplan staat wilde ik mijzelf meer motiveren voor de stage opdracht. Ook wilde ik meer leren over de stichting en zijn bestuur. Het eerste punt heb ik mij op verbeterd gedurende de periode. Toen de opdracht helder was en goed geformuleerd, had ik veel enthousiasme en energie om dit project tot een goed einde te brengen. Toch is niet de hele periode vlekkeloos gegaan. Ik heb nog steeds last gehad van motivatieproblemen (wellicht door een andere oorzaak). Hierdoor heb ik wat deadlines gemist, wat mij erg tegen valt van mijzelf. Wel had meer plezier in stage dan het vorige half jaar, dus er is wel vooruitgang.

Ik heb ook op een andere manier naar het bestuur van Abiant Lycurgus kunnen kijken. Doordat er goed en veel contact was met Marcel van Delden, heb ik kunnen zien hoe het is om een baan te combineren met een bestuursfunctie. Hierdoor heb ik een compleet andere blik gekregen over hoe het bestuur functioneert en hoe alle zaken worden geregeld. Ik heb met Marcel gepraat over zijn ervaringen als bestuurslid tot nu toe en hier heb ik veel van opgestoken.

Als laatste heb ik mijn professionele houding richting de externe partijen verbeterd. Vaak ging ik netjes gekleed en goed voorbereid de gesprekken in, wat ook te zien is in de feedback van Marcel van Delden. Naar de groep toe had ik nog professioneler mogen zijn. Vooral op het gebied van afspraken nakomen.

Ik heb deze periode ook kunnen werken aan een aantal competenties. Vooral communicatie, samenwerken en reflecteren kwamen hierbij naar voren. Communicatie kwam vooral naar voren bij het overleg en mail/app contact met de stage begeleider. Hier heb ik van geleerd dat het belangrijk is om je mail regelmatig te bekijken en goed te luisteren. Samenwerking was erg belangrijk bij dit project. Er werd met meerdere partijen gewerkt, waardoor er snel dingen afgesproken en gestemd moesten worden. Ik denk dat dit goed gelukt is. Ook denk ik dat de laatste periode de samenwerking binnen het stage team ook veel beter was. Als laatst het reflecteren. Dit kwam bij elke afspraak met Marcel naar voren. Met vragen als: “Wat hebben jullie tot nu toe gedaan?”, “Wat is de eerst volgende belangrijke stap?” enz. hebben we constant ons eigen gedrag gereflecteerd.

STAGEVERSLAG 2.4 23


X

Samenwerking X X Afspraken maken lukt goed, nakomen niet altijd

Kennis van zaken

X

Levert kwaliteit X Wisselend Neemt initiatief X Omschrijf hoe u Tom als persoon ziet Tom is in de loop van het jaar wisselend

gemotiveerd geweest en heeft daardoor in wisselende mate gepresteerd. Dit is erg jammer, want ik zie dat hij het wel in zich heeft om goed te kunnen presteren. Verder is Tom erg sociaal en goed in overleggen/vergaderen.

Op welke punten heeft Tom zich ontwikkeld?

Tom heeft zijn onderzoeksvaardigheden goed ontwikkeld tijdens de stage. We hebben verschillende onderzoeken/interviews moeten afleggen en dit ging steeds beter. Verder is hij communicatief sterk.

Op welke punten kan Tom zich verder ontwikkelen?

Tom was niet altijd even veel gemotiveerd en leverde daardoor niet altijd goede stukken aan of incomplete stukken. Daarnaast werd het regelmatig te laat ingeleverd wat er voor zorgde dat het lastig was om nog te verbeteren. Dit heeft gezorgd voor irritaties. Hij kan zich ontwikkelen door zich beter aan afspraken te houden om zo de samenwerking te verbeteren. Zijn houding en professionaliteit zal hierdoor ook verbeterd worden.

Opmerkingen Naam beoordelaar: Joke van der Ploeg Datum: 7-6-2016

24 STAGEVERSLAG 2.4


x


x

Levert kwaliteit x Neemt initiatief x Omschrijf hoe u Tom als persoon ziet Tom is door het jaar heen erg wisselend

geweest. Hij kan veel maar dit komt niet altijd tot uiting. Omdat hij druk is met veel dingen heb ik nog wel eens het idee dat hij moeite heeft met kwaliteit leveren.

Op welke punten heeft Tom zich ontwikkeld?

Tom heeft zich ontwikkeld op het gebied van kwalitatief verslagen schrijven. Ook zijn zijn onderzoek vaardigheden verbeterd.

Op welke punten kan Tom zich verder ontwikkelen?

Tom kan nog werken aan de kwaliteit die hij levert. Ook moet tom werken aan zijn betrouwbaarheid. Op tijd zijn en afspraken nakomen.

Opmerkingen Tom heeft het potentieel om een zeer goede student te zijn. Wel heeft hij soms hulp nodig en moet hij naar mijn mening veel harder zijn voor zichzelf.

Naam beoordelaar: Dyon Hoekstra Datum: 08 juni 2016

Ik kan me goed vinden in de feedback van Dyon en Joke. Ik ben een hele tijd niet gemotiveerd geweest, waardoor ik mijn werk wat liet verslonzen. Toch denk ik dat dit de laatste periode een stuk minder is geworden.

Zelf denk ik dat ik wel een professionele uitstraling heb. In ieder geval naar externe partijen. Hierbij heb ik ook veel enthousiasme getoond. Daarom vind ik de matig van Joke niet helemaal terecht.

Beide hebben ze wel gelijk dat ik meer op mijn eigen kwaliteit ben gaan letten (in de verslagen) en dat ook mijn onderzoek vaardigheden zijn verbeterd.

STAGEVERSLAG 2.4 25


26 STAGEVERSLAG 2.4

STAGEVERSLAG 2.4 27

28 STAGEVERSLAG 2.4

STAGEVERSLAG 2.4 29

30 STAGEVERSLAG 2.4

STAGEVERSLAG 2.4 31

Individueel deel Joke van der Ploeg Logboek Week: Datum + Uren


Week 17 26-05


Week 18 Vakantie Vakantie Vakantie Week 19 11-5 10.00-13.00


We hebben het stageverslag 2.3 niet compleet ingeleverd. Ik denk dat we te makkelijk zijn geweest en er te laat mee begonnen.

Ik heb meerdere malen gezegd in de besprekingen dat we bezig moesten gaan, maar dit bleef uit. Mijn competentie leiding geven had hier extra versterkt kunnen worden door toch door te zetten met mijn eigen idee, maar dit kan op de rest ook opdringerig overkomen. Daarom heb ik het in mindere mate gedaan. In het vervolg zou ik hier scherper op kunnen zijn.

Week 20 18-5 10.00-14.00

Werken aan herkansing van stageverslag 2.3

Het verwerken van de data is niet op een handige manier gedaan waardoor het nu extra werk kost.

In het vervolg is het handiger om alle data direct in excel te zetten, dit zorgt voor overzicht en is eenvoudig met het verwerken en analyseren van de data. Door het verwerken van de data heb ik gewerkt aan de competentie onderzoeken. Deze is bij mij goed ontwikkeld, maar het verwerken van data is hierbij verder ontwikkeld.

Week 21 23-05 13.00-17.00 24-05

Poster maken voor stagemarkt, werken aan herkansing, werken aan draaiboek Stagemarkt

Het is voornamelijk voor de nieuwe stagelopers handig om te weten wat er bij ons goed en fout ging zodat zij deze fouten niet hoeven te maken. Zaken bespreken om het draaiboek zo te kunnen

Handig om feedback te vragen over de poster, zo weet de stagebegeleider goed wat er wordt verteld en kan hij eventueel aanvullen. Ook heb ik mijn creativiteit en

32 STAGEVERSLAG 2.4

16.30-17.30

perfectioneren en aanpassen. ontwerpkunsten getraind door het maken van de poster. Daarnaast heb ik tijdens de stagemarkt gewerkt aan de competentie adviseren door de eerstejaars te vertellen over de gang van zaken met onze stage.

Week 22 1-06 10.00-12.00


We hebben een overleg gehad met de drie contactpersonen van de Rabobank samen met Marcel. We hebben het gehad over de stand van zaken, de ontwikkelingen binnen Lycurgus en de Rabobank en onze rol als stagiairs. Daarnaast hebben we het over de manier van communiceren naar de doelgroep gehad en over mogelijke nieuwe samenwerkingspartners. Tot slot hebben we ons draaiboek doorgesproken en overhandigd. Na het gesprek hebben we kort met Marcel de vervolg stappen afgestemd en het stage gesprek van volgende week besproken.

Het was nuttig om de mensen van de Rabobank te spreken. Hierdoor weet je hoe zij erin staan en welke rol zij precies kunnen vervullen. Achteraf was het nuttig geweest om dit in een eerder stadium te doen, maar dit was lastig vanwege verschillende agenda’s. Het was makkelijker geweest als we direct met de Rabobank hadden communiceren omdat dit sneller en effectiever werkt dan via een tussenpersoon. De competentie communiceren heb ik verder ontwikkeld door de vergadering met een commerciële partij.

Week 23 7-6 18.00-22.00 8-6 10.00-11.30


Opzet maken voor het stageverslag, 360 graden feedback invullen voor Dyon en Tom, reflectie voor SOP schrijven. Gesprek over de producten en processen binnen de stage.

Het werkt voor mij prettig om op tijd te beginnen met het maken van een groot verslag. Dit zorgt ervoor dat ik kwaliteit aan kan leveren. Het is goed om te reflecteren op het SOP. Dit zorgt ervoor dat je er goed over nadenkt wat je in het afgelopen jaar gedaan en geleerd hebt. Ik heb hiervan geleerd dat het verstandig is om tussendoor vaker te reflecteren om zo meer sturing te geven aan de stage. Mijn competentie reflecteren is ook versterkt.

STAGEVERSLAG 2.4 33

Eindreflectie SOP In het SOP stonden mijn talenten, doorgroeimogelijkheden en de focus voor jaar 2 beschreven. De talenten die ik tijdens de stage in wou zetten, zijn mijn management en organisatietalenten, mijn perfectionisme en mijn nieuwsgierigheid. Deze kwaliteiten samen kunnen zorgen voor kwalitatief goed werk. Mijn doorgroeimogelijkheden liggen in het leiding geven. Dit wou ik terug laten komen door leiding te nemen in de groep en de overleggen. In jaar twee wilde ik de focus leggen op de samenwerking binnen het team. Hieronder vallen zaken als overleg en communicatie. Soms hou ik me op de achtergrond terwijl ik wel een mening of idee heb. Mijn doel was om dit meer te laten merken en dus meer aanwezig te zijn tijdens het overleg. Dit wil ik doen door actiever te participeren en duidelijk te maken dat mijn mening er ook toe doet. Daarnaast zou deze stage ook erg geschikt zijn om de competentie onderzoek doen en adviseren te versterken.

Ik heb mij tijdens de stage goed kunnen ontwikkelen. Zou heb ik mijn doorgroeimogelijkheden goed ingezet. Ik ben tijdens de overleggen meer op de voorgrond getreden dan ik eerder deed. Hierdoor heb ik mijn mening meer laten merken en heb ik dus meer inbreng gehad met de overleggen. Daarnaast heb ik tijdens de overleggen binnen het stageteam voornamelijk de leiding genomen. Ik wist over het algemeen goed wat er nog moest gebeuren en kon daardoor iedereen goed aansturen en taken verdelen. Daarbij heb ik goed geluisterd naar wat er speelt bij de teamleden en wat voor taken er gedaan moesten worden en wie dat dus het beste kon uitvoeren. Ik vond het fijn om dit te doen en probeer dit ook mee te nemen naar andere samenwerkingsverbanden. De samenwerking binnen het team verliep over het algemeen wel goed, al kostte het af en toe wel veel moeite om iedereen gemotiveerd te houden en de taken te laten doen. Hierdoor heb ik af en toe meer gedaan dan dat ik eigenlijk hoefde te doen. Ik deed dit om te voorkomen dat we een onvoldoende kregen of zaken niet op tijd af waren. Dit gebeurde voornamelijk wanneer ik er niet zeker van was wanneer iets wel goed gedaan werd. Mijn perfectionisme komt hierin erg naar voren en dat is op zich niet erg, zolang het mij niet té veel werk bezorgd of anderen beperkt in hun functioneren.

34 STAGEVERSLAG 2.4


x


x

Levert kwaliteit x Neemt initiatief x Omschrijf hoe u Joke als persoon ziet Een persoon die verstand van zaken heeft

en altijd aanwezig is. Joke is punctueel en heeft altijd op tijd haar opdrachten af.

Op welke punten heeft Joke zich ontwikkeld?

Het uit handen geven en vertrouwen van de teamgenoten. Joke heeft geleerd om iedereen van het team te betrekken in het eindproduct en samenwerking als zou ze dat het liefst alleen doen (om zeker te zijn van de kwaliteit).

Op welke punten kan Joke zich verder ontwikkelen?

Stem laten horen. Joke kan tijdens gesprekken met de externe partijen zich meer laten horen. Ze weet genoeg van het onderwerp af, maar is weinig aan het woord.

Opmerkingen Naam beoordelaar: Tom Ravenshorst Datum:

STAGEVERSLAG 2.4 35


x


x

Levert kwaliteit x Neemt initiatief x Joke heeft

het in zich om een groep te leiden.

Omschrijf hoe u Joke als persoon ziet Joke is een vrouw met kennis van zaken en is professioneel in haar handelen. Ze houdt zich goed aan de afspraken en levert kwalitatief goed werk aan.

Op welke punten heeft Joke zich ontwikkeld?

Joke neemt meer initiatief en heeft zich ontwikkelt op het gebied van planning.

Op welke punten kan Joke zich verder ontwikkelen?

Joke zou zich verder kunnen ontwikkelen op het gebied van initiatief nemen. Ze mag nog meer een leidende rol nemen en harder optreden tegen groepsleden die het proces verwaarlozen.

Opmerkingen Joke is erg fijn om mee samen te werken en heeft al het potentieel in zich om later een succesvolle professional te worden.

Naam beoordelaar: Dyon Hoekstra Datum: 08 juni 2016

Ik wil Dyon en Tom bedanken voor het invullen van de 360⁰ feedback. Ik vind het fijn om te lezen dat mijn idee over mijn functioneren bevestigd wordt. Dyon heeft mij erg positief beoordeeld, met name op de samenwerking en op het leveren van kwaliteit. Ik ben het hier met Dyon over eens. Wij kunnen goed samenwerken omdat we ons goed aan de afspraken houden en er op kunnen vertrouwen dat alles goed gedaan wordt. Ik vind dit erg prettig samenwerken en kan hierdoor ook goed zaken aan anderen overlaten. Volgens Dyon ben ik meer op de voorgrond getreden door meer initiatief te tonen. Dit was ook een leerdoel van mij dus ik vind het fijn dat hij ook vindt dat ik me hierin ontwikkeld heb. Dit blijft een leerpunt voor mij omdat ik dit nog meer kan doen om zo meer de leiding te kunnen nemen over de groep. Harder optreden tegen groepsleden die hun werk niet goed doen, valt hier ook onder. Ik merk ook dat ik vaak te vriendelijk blijf tegen een groepslid wanneer hij zich niet aan de afspraken houdt. Ik ben van mening dat het eigenlijk geen zin heeft om echt boos te worden op iemand wanneer diegene de zaken

36 STAGEVERSLAG 2.4

niet voor elkaar heeft omdat diegene dat waarschijnlijk wel weet, wijzen op de feiten kan ook op een subtielere manier. Wel heb ik er vaker wat van gezegd wanneer ik het ergens niet mee eens ben en ben daarin ook voor het groepsbelang opgekomen zodat de zaken alsnog werden gedaan. Ook Tom heeft positieve feedback gegeven, deze komt grotendeels overeen met de feedback van Dyon. Ik ben het eens met de reacties die Tom heeft gegeven. Hij geeft aan dat ik precies werk en mij goed aan de afspraken houd. Ook zegt hij dat ik steeds meer de taken los heb kunnen laten binnen de samenwerking. Dit zie ik zelf ook terug, zodra ik er vertrouwen in heb dat iets goed komt, kan ik het ook aan een ander teamlid overlaten, anders doe ik het liever zelf. Tom heeft aangegeven dat ik meer aanwezig kan zijn tijdens de gesprekken met externe partijen. Hier ben ik het voor een deel wel mee eens maar wil hierbij wel een opmerking plaatsen. Tijdens het gesprek met de Rabobank was ik half ziek waardoor ik minder inbreng had dan ik normaal zou hebben. In andere gesprekken ben ik juist meer op de voorgrond getreden dan ik in eerste instantie deed. Ik ben wel van plan hier in de toekomst aan te blijven werken.

STAGEVERSLAG 2.4 37


38 STAGEVERSLAG 2.4

STAGEVERSLAG 2.4 39

40 STAGEVERSLAG 2.4

STAGEVERSLAG 2.4 41

42 STAGEVERSLAG 2.4

STAGEVERSLAG 2.4 43

Nawoord Tijdens deze stage, met weinig structuur en de afwezigheid van een fysieke werkplek, is veel geleerd. Mede door de weinige zekerheden en de minimale structuur werd er van de studenten veel verwacht. De studenten moesten initiatief durven te tonen en zelf stappen durven te zetten. Dit heeft geleid tot een extraverte houding van alle drie de studenten. Een houding waarin zij konden excelleren. Mede dankzij de passende begeleiding en het vertrouwen vanuit Abiant Lycurgus is er voor de studenten veel ruimte geweest voor creativiteit en initiatief.

In contrast met de stage opdracht van het eerste half jaar was er meer structuur en meer vrijheid voor eigen inbreng. Hier zijn wij erg blij mee geweest en deze kans(en) hebben we dan ook omarmt. Dit heeft er toe geleid dat we een mooie opdracht hadden, veel hebben kunnen leren en dat we ook terug kunnen kijken op een leuke periode.

Een reden waarom de stage zo leerzaam en leuk is bevonden is dankzij de begeleiding en houding van de begeleider vanuit Abiant Lycurgus, Marcel van Delden. Dankzij hem hebben wij kunnen excelleren en kunnen wij achteraf terug kijken op een mooie stage periode. Hiervoor willen wij hem graag nogmaals bedanken. Ook willen wij Rabobank stad en midden bedanken voor het vertrouwen dat er in ons is gelegd. Tot slot willen wij Hans Oljans bedanken. Hij heeft, als begeleider vanuit het instituut, zijn vertrouwen in ons gelegd, ons fijn begeleid en goede input gegeven.

44 STAGEVERSLAG 2.4

Bijlage

I. Draaiboek scholen volleybal battle

Rabobank midden en noord Groningen in samenwerking met Abiant Lycurgus

Door:

Joke van der Ploeg

Tom Ravenshorst

Dyon Hoekstra

STAGEVERSLAG 2.4 45

Inhoudsopgave Inleiding 46 Het evenement 47 Het organisatieteam 49 Communicatieplan 50 De clinic 51 Het toernooi 54 Bijlage 60

I. Doelgroep analyse 60

II. Stakeholders-analyse 77

46 STAGEVERSLAG 2.4

Inleiding

Dit draaiboek geeft weer hoe de scholen volley battle precies gaan verlopen, waar het gaat plaatsvinden en alle verdere zaken die betrekking hebben op het evenement. Ook wordt er weergegeven in welke vorm het daadwerkelijke evenement gaat plaatsvinden. Dit zodat er volgend jaar alle focus op de uitvoering/implementering van het evenement kan liggen. Er zal gekeken worden naar locatie, deelnemers, sponsoring en eventuele speeldata.

De aanleiding van het evenement is de opdracht van de Rabobank aan Abiant Lycurgus. Abiant Lycurgus heeft de opdracht aangenomen en met studenten van de Hanzehogeschool Groningen gestart.

STAGEVERSLAG 2.4 47

Het evenement

Haalbaarheid

De haalbaarheid van dit evenement is hoog. Echter moet er naast haalbaarheid ook gekeken gaan worden naar vraag/behoefte naar een dergelijk evenement. Of de uitvoering gaat plaatsvinden is namelijk volledig afhankelijk van wat de scholen in de omgeving willen gaan doen volgend schooljaar. De voorbereiding en sponsoring is allemaal haalbaar binnen acceptabele termijnen. Waar tijdens het organiseren echt op gefocust moet worden is: “Hoe laat je zo veel mogelijk deelnemers participeren tijdens dit evenement.” Er zullen clinics gegeven worden door de spelers van Lycurgus voorafgaande aan het evenement om zo het deelnemersaantal te vergroten. Voor de organisatoren zal dit een lastig obstakel worden. De spelers en de scholen moeten namelijk op hetzelfde moment beschikbaar zijn, anders kunnen de clinics niet plaatsvinden.

Doelstellingen

o Het organiseren van clinics door spelers van Abiant Lycurgus o Het organiseren van een intern volleybaltoernooi binnen scholen. o Het organiseren van een scholenvolleybaltoernooi tussen verschillende

scholen. o Het organiseren van een finaledag met daarop aansluitend een wedstrijd van

Lycurgus. o De Rabobank promoten bij de gekozen doelgroep (14-17 jaar) o Een minimaal aantal deelnemers van 200

Vorm van het evenement

Het evenement zal meerdere dagen in beslag nemen. Het is een toernooi met verschillende rondes op verschillende dagen. De eerste rondes zullen een groepsfase en een finale hebben. De daaropvolgende ronde wordt er gespeeld met een knock-out systeem. Er spelen dan 2 scholen tegen elkaar en de winnaar daarvan gaat door naar de volgende ronde. De uiteindelijke finalisten zullen elkaar treffen in het alfa college voorafgaand aan een wedstrijd van Abiant Lycurgus.

48 STAGEVERSLAG 2.4

De waarde van dit evenement Dit evenement heeft naast dat het een hoop plezier moet opleveren ook nog een aantal andere doelstellingen. De eerste doelstelling is om jongeren aan te zetten om te bewegen. Door een school toernooi te organiseren, wordt er geprobeerd jongeren warm te maken voor sport (in dit geval volleybal). Het doel is om deze doelgroep bewust te maken van de belangen van bewegen, al is het maar recreatief.

De tweede doelstelling is de Rabobank verbinden met deze doelgroep. De Rabobank heeft uiteraard ook belangen bij het organiseren van dit toernooi. Hier moet met de organisatie veel rekening mee gehouden worden. De Rabobank wil, naast maatschappelijk verantwoord investeren, ook naamsbekendheid creëren binnen deze doelgroep. Sporten is hier een perfect middel voor. Door dit toernooi hoopt de Rabobank een positieve indruk achter te laten, waardoor de doelgroep later (wellicht) bij de Rabobank een rekening opent.

Tot slot is er een motief vanuit Abiant Lycurgus. Zij hopen namelijk doordat zij de kinderen in aanraking laten komen met volleybal, deze hier enthousiast zullen worden. Deze kinderen zullen dan bijvoorbeeld naar wedstrijden komen van Abiant Lycurgus.

STAGEVERSLAG 2.4 49

Het organisatieteam

De partijen

o De hoofdverantwoordelijke voor de voorbereiding van dit evenement zijn drie studenten van de Hanze hogeschool.

o De hoofdverantwoordelijke van de uitvoering zijn de toekomstige stagelopers en hun stagebegeleider. Rabobank midden/noord en een aantal spelers van Abiant Lycurgus zullen faciliterend zijn aan dit proces. Zij zullen deels een rol spelen in de uitvoering en kwaliteitsbewaking.

o De budgetverantwoordelijke is de Rabobank midden/noord

De drie studenten van de Hanzehogeschool doen de voorbereiding. Dit houdt in het draaiboek in elkaar zetten, scholen benaderen en contacten onderhouden met de overige partijen (Scholen en de Rabobank)

De uitvoering ligt in handen van de toekomstige stagiairs. Deze krijgen de draaiboeken aangereikt en moeten deze toepassen. Bij de uitvoering van de clinics is Abiant Lycurgus de hoofdverantwoordelijke. Een aantal spelers zullen deze clinic verzorgen. Hierbij hoeven de stagiairs alleen te helpen met de organisatie.

De aankleding en financiën gaat volledig naar de Rabobank. Deze partij heeft ideeën over hoe de aankleding en financiering van de wedstrijddagen geregeld moet worden. Rabobank zal daarom het kopje financiën verzorgen. Hier wordt beschreven hoe veel geld waarvoor beschikbaar is en wat de aankleding/promotie voor de Rabobank moet worden.

Taken

De taken worden tijdens de volgende stageperiode verdeeld. Er zullen een aantal rollen verdeeld moeten worden.

1. Contact en organisatie deelnemende scholen 2. Organisatie wedstrijddag(en) 3. Contactpersoon Rabobank en Lycurgus 4. Organisatie clinic

Deze rollen worden eerlijk en naar capaciteiten verdeeld. Het plannen van deze stappen wordt over gelaten aan de studenten die hier volgend jaar mee bezig gaan. Dit is, omdat er nu nog niet ingeschat kan worden over wat voor tijdsbestek het toernooi wordt gerealiseerd.

50 STAGEVERSLAG 2.4

Communicatieplan

In het communicatieplan dienen alle, voor het evenement relevante, actoren opgenomen te worden. Er is voor iedere partij een contactpersoon aangewezen om zo de communicatie overzichtelijk te houden. De namen met de bijbehorende info dienen te zijner tijd in gevuld te worden.

Naam Nummer Email

Contact persoon His

Contactpersoon stage team

Contactpersoon Rabobank

Contactpersoon Abiant Lycurgus

Stage loper 1

Stage loper 2

Stage loper 3

STAGEVERSLAG 2.4 51

De clinic

Dag planning Tijd Wie Waar Wat Opmerkingen

09:00-09:30 Tom Ravenshorst Joke v.d. Ploeg Dyon Hoekstra

Ingang sporthal

Overleg en materiaal check

09:30-10:30 Tom Ravenshorst Dyon Hoekstra

Sporthal Opbouw velden

Eventueel in samenwerking met promotor Rabobank en organisatie Lycurgus

09:30-10:30 Joke van der Ploeg Promotor Rabobank

Sporthal Aankleding van de zaal

Eventueel iemand van Lycurgus aanwezig

10:30-11:00 “ Allemaal “ Half uur extra ruimte voor opbouw i.v.m. onvoorziene gebeurtenissen

10:30 Lycurgus begeleider Joke v.d. Ploeg

Ingang sporthal

Ontvang spelers die de clinic gaan geven

10:30-11:00 Dyon Hoekstra Tom Ravenshorst Joke v.d. Ploeg

Ingang sporthal

Ontvangen deelnemers

11:00-11:10 In de gymzaal Inleiding: wat gaat er gebeuren vandaag en kort tijdsschema doornemen.

Wie doen dit? De clinic gevers of de studenten? Wil de promotor van de Rabobank nog wat toevoegen?

11:10-11:15 Spelers van Lycurgus

Teams/groepen indelen

52 STAGEVERSLAG 2.4

11:15-1:15 Spelers van Lycurgus

Start clinic

13:15-13:30 Alle begeleiders van deze ochtend/middag

Afsluiting: 1 Mening deelnemers 2 Leermomenten 3 koppelen Rabobank 4 Warm maken toernooi

Goodiebags van de Rabobank? De spelers van Lycurgus doelgroep motiveren mee te doen? Flyers en inschrijfformulier direct aanbieden!

STAGEVERSLAG 2.4 53

Veldindeling

Benodigdheden:

• 3 volleybalvelden (=netten + omlijning) • 6 volleyballen • 3 fluitjes • Promotiemateriaal van de Rabobank

Het materiaal wordt geregeld in overleg met de desbetreffende school, Abiant Lycurgus en de studenten. Waarschijnlijk hebben alle partijen toegang tot de benodigde materialen, maar het is wel belangrijk om af te stemmen of er genoeg ballen, pylonen en overige materialen zijn voor de clinic.

Er moet met de desbetreffende school worden kortgesloten welke klassen/groepen in aanmerking komen voor deze clinic. In overleg met Abiant Lycurgus wordt de grootte van de groep bepaald (misschien in 2 groepen), hoe veel tijd er is etc.

Legenda:

-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐= net

-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐= veldlijnen

O = pylonnen

O = deelnemers

54 STAGEVERSLAG 2.4

Het toernooi

Tijdsplanning

Het evenement zal eind oktober, begin november plaatsvinden. Zoals in de bovenstaande tabel weergegeven staat (binnen de hokjes). Deze data zijn uitgekozen omdat er in de buurt van deze data geen/weinig andere schoolactiviteiten gepland staan.

Het is belangrijk om zo snel mogelijk met de scholen en Abiant af te stemmen welke data de clinics en het evenement gaat plaatsvinden zodat de scholen dit in de planning kunnen stoppen. Ook kan hierdoor de clinics gepland en voorbereid worden door de spelers, kunnen er sporthallen gereserveerd worden en kan de finaledag afgestemd worden. De Clinics zouden voorafgaande aan de bovenstaande periode gehouden kunnen worden. Deze kunnen eventueel in een reguliere (2u durende) les geplaatst worden.

De clinics moeten allemaal hebben plaats gevonden voordat de voorrondes beginnen. Op deze manier hebben de deelnemers een goede basis en (waarschijnlijk) enthousiasme om actief te participeren. De voorrondes mogen maximaal drie weken na de clinics plaats vinden.

STAGEVERSLAG 2.4 55

Toernooiopbouw Omdat nog niet bekend is welke scholen zullen participeren, is er een ideaal situatie geschetst. Ervan uit gaande dat er een situatie ontstaat waarbij 6 scholen participeren met 4 teams. Het onderstaande model geeft weer hoe er gespeeld gaat worden bij een optimale situatie. Eerst wordt er een intern toernooi gehouden bij elke school apart. Hier komt een winnaar uit. Alle winnaars (dit zijn er 6) spelen vervolgens in een poule met 3 teams. De winnaar van deze poule speelt de finale tegen de winnaar van de andere poule.

Toelichting: Zoals in bovenstaande afbeelding staat weergegeven zijn er 6 scholen met ieder 4 teams. Hierbij is een vierkantje een team. Op bovenstaande afbeelding is te zien dat er 2x drie scholen zijn gegroepeerd. Iedere school strijd eerst intern om zijn beste team vast te stellen. Dit beste team strijd dan tegen de andere twee beste teams van de andere twee scholen in hun groep. Uit elke groep van drie scholen komt uiteindelijk een winnaar. De twee overgebleven teams strijden vervolgens tegen elkaar in de finale.

Finale in alfa

college

W W

W W W W

56 STAGEVERSLAG 2.4

Voorrondes

tijd Wie Waar Wat opmerkingen

08:30 De organisatoren/de mensen die het klaar zetten

Ingang sporthal

Aanwezigheid checken

08:45 organisatoren Sporthal Taken verdelen

09:00-09:30

Iedereen Veld opbouwen

Materiaal klaar zetten:

- wedstrijdtafel

- velden

- aankleding zaal

09:45 Docent / Hanze student

sporthal Toespreken van de bedoeling/wedstrijdschema’s uitdelen.

10:00 START TOERNOOI BSM’ers en overige vrijwilligers op hun plaatsen

(ZIE WEDSTRIJDDAG SPEELSCHEMA)

11:30 Het spelen is klaar

11:45 Wedstrijdtafel Heeft de uitslag berekend

11:45-12:00

Leiding (BSM docent of Hanze student)

sporthal Afsluiten en het gekwalificeerde team bekend maken.

Goodiebags uitdelen?

STAGEVERSLAG 2.4 57

Speelschema Dit schema is geheel afhankelijk van het aantal participerende teams en de beschikbare ruimte. De planning en indelingen van de teams zijn dus allemaal onder voorbehoud.

Team ronde Uitslag

Team 1 Team 2 1

Team 3 Team 4 1

Team 1 Team 3 2

Team 2 Team 4 2

Team 1 Team 4 3

Team 2 Team 3 3

Scoreregistratie

De onderstaande tabel is een voorbeeld van een wedstrijdbriefje die gebruikt wordt door de scheidsrechters om te kijken wie tegen wie speelt en om na de wedstrijd in te leveren bij de wedstrijdleiding.

Team: Team 1 Team 2

uitslag

opmerkingen

58 STAGEVERSLAG 2.4

Toernooiregels: De duur van de wedstrijd is 15-20 minuten. Afhankelijk van het aantal teams dat aanwezig is en de gehuurde ruimte (tijd en hoeveelheid velden). Tussen elke wedstrijd zal 5 minuten wisseltijd zitten. Als er heel veel teams participeren, zal er na 2 wedstrijden een korte pauze van een half uur worden ingelast.

Er wordt in de eerste rondes niet met sets gespeeld. De puntentelling zal doorlopen. (voorbeeld: een stand van 45-36 is gewoon mogelijk). Bij de volgende rondes zal wel met sets gespeeld worden. Omdat het niveau wat hoger ligt en er minder teams aanwezig zullen zijn, kunnen er 3 sets gespeeld worden.

- Bij een stand van 2-0 is het afgelopen - Bij een stand van 1-1 wordt een 3e set gespeeld. - Deze set bestaat uit het spelen tot een team 15 punten heeft gehaald. Hier is een

uitzondering op. Er moet met 2 punten verschil gewonnen worden (15-13). Is het minder dan 2 punten verschil, wordt er doorgespeeld tot het verschil wel 2 punten is. (23-21)

De wedstrijden zullen gespeeld worden onder leiding van:

- BSM’ers - Gym docenten - 2 leden van het stage team.

De onderlinge wedstrijden zullen gespeeld worden in de sporthallen van de scholen zelf. Hier komt een winnaar uit. Deze zullen op het terrein van een van de scholen gespeeld worden. De beste optie is bij de school die het meest centraal ligt. In de halve finales spelen dan ook alleen scholen bij elkaar uit de buurt tegen elkaar. Een school in Veendam zal, als het uit komt, niet tegen een school in Noord-Groningen spelen.

De finale wordt gespeeld voorafgaand van een wedstrijd van Abiant Lycurgus. Deze zal dus plaats vinden in de sporthal van het Alfa College.

De teams die mee doen zullen gemixt zijn.

- De teams bestaan uit minimaal 6 en maximaal 8 personen - Er mogen per team maximaal 3 heren in het veld staan. - Maximaal de helft van het team mag van het mannelijke geslacht zijn. Bij een team

van zes, zijn dit maximaal 3 heren. Er mogen ook 4 dames en 2 heren in een team zitten. Ook alleen een team met dames wordt toegestaan, maar dan zullen ze wel tegen heren moeten spelen.

STAGEVERSLAG 2.4 59

Wedstrijdregels - Er mag gesmashed worden. - Het net komt op herenhoogte te hangen - Voetfout wordt goed op gelet - Er wordt op heel veld gespeeld - De voorrondes (bij de scholen zelf) moet er onderhands opgeslagen worden. In de

volgende ronde mag er bovenhands geserveerd worden. - Er moet in alle rondes doorgedraaid worden - Na 3 keer opslaan mag de desbetreffende persoon gewoon door serveren. Hier zit

geen limiet aan.

60 STAGEVERSLAG 2.4

Bijlage I. Doelgroep analyse

Inleiding

De aanleiding van het onderzoek is de opdracht vanuit de opleiding Sport, gezondheid en management. De opdracht is onderdeel van de stage die de tweedejaars studenten volgen. Het derde blok van de opleiding staat in teken van gezondheid en gedrag. De opdracht voor de stage sluit hier op aan door onderzoek te doen bij een doelgroep van de stage. Bij het stagebedrijf Abiant Lycurgus wordt er aan het begin van seizoen 2016-2017 een scholenbattle georganiseerd waaraan bovenbouw leerlingen van de middelbare scholen meedoen. Ze strijden hierbij in de voorrondes om een plaats in de finale, welke plaats vindt voor een wedstrijd van Lycurgus. De scholenbattle is in samenwerking met de Rabobank. Ze hebben als doel om deze doelgroep te kunnen bereiken en om mee te werken aan maatschappelijk verantwoorde activiteiten. Het doel van Lycurgus is om de naamsbekendheid te vergroten onder de doelgroep en zo meer bezoekers te krijgen. Daarnaast wordt Lycurgus gesponsord door de Rabobank voor dit project. Vanuit de Rabobank is de doelgroep gevormd, namelijk leerlingen in de leeftijd 14-17 jaar van scholen in de buurt van de locaties van de Rabobank Stad en Midden Groningen, Haren, Veendam en Hoogezand-Sappemeer.

De probleemstelling bij het onderzoek is dat jongeren in de leeftijdscategorie 14-17 jaar vaak stoppen met sporten of minder gaan sporten. De daling in sportdeelname bij georganiseerde sport begint bij de leeftijd van 12 jaar (NOC*NSF, z.d.). Het is belangrijk dat jongeren in deze leeftijdscategorie blijven sporten omdat blijkt wanneer ze als tiener sporten, ze ook blijven sporten in hun twintiger en dertiger jaren (NOC*NFS, z.d.). Wanneer de overstap naar een nieuwe sportclub makkelijk gemaakt is, zullen jongeren dit ook eerder doen.

De doelstelling van het onderzoek is om de gezondheid en het gedrag van de doelgroep zo goed mogelijk in kaart te brengen om zo een passende interventie te kunnen organiseren. Hierbij is het belangrijk om te weten hoe de leefstijl van de jongeren is, welke gedragskenmerken de doelgroep heeft en wat voor specifieke (sport) gedrag de doelgroep vertoont.

STAGEVERSLAG 2.4 61

De aanleiding, probleem- en doelstelling vormen samen de volgende hoofd- en deelvragen: Hoofdvraag: Hoe zijn de leefstijl en het gedrag van de jongeren in de leeftijdscategorie 14-17 jaar in de regio Groningen? Om deze vraag te kunnen beantwoorden, is deze opgesplitst in de volgende deelvragen:

• Wat zijn de algemene kenmerken van de doelgroep? • Wat zijn de leefstijlfactoren van de doelgroep? • Wat voor specifiek sportgedrag vertoont de doelgroep? • Wat zijn de gedragskenmerken van de doelgroep?

62 STAGEVERSLAG 2.4

Deskresearch

Algemene kenmerken De algemene kenmerken van de doelgroep worden beschreven door middel van de DESTEP-analyse. DESTEP staat voor demografie, economisch, sociaal-cultureel, technologisch, ecologisch en politiek. Bij elk van deze factoren wordt beschreven welke gegevens er bekend zijn van de doelgroep.

Demografisch kenmerken

Inwoners

Op 1 januari 2012 telde de provincie Groningen ruim 168.500 jeugdige inwoners. (0-23 jaar).

Voor de komende jaren (tot 2030) wordt voorspeld dat de omvang van de Groningse jeugd met ongeveer

10% zal afnemen in 2030. Dit betekent een afname van ruim 16.000 jeugdigen.

De afbeelding hiernaast laat zien dat het aantal jeugdigen in Groningen veel hoger is in vergelijking met de andere 3 gemeenten (Statistiek, 2016).

Geslacht

Het aantal mannen en vrouwen in de provincie is natuurlijk heel verschillend daarom wordt er gekeken naar percentages. Deze lijken allemaal heel erg op elkaar. Je ziet dat in alle gemeentes meer vrouwen zijn dan mannen. Toch is dit niet heel veel. Alleen in Haren is het aantal vrouwen bijna 10% hoger. In de andere gemeentes is dit verschil kleiner (planbureau, z.d.).

STAGEVERSLAG 2.4 63

Economische kenmerken

Inkomens van de regio’s

De inkomens van de regio’s zijn onderling erg verschillend. Hier onder staat een tabel met het besteedbaar inkomen (gemiddeld) in de te onderzoeken regio’s. Daaronder staat ook het aantal jongeren in een uitkeringsgezin. Deze beide samen is een goede indicatie hoe het gesteld is in de regio. Zo kan er geconstateerd worden dat Haren het meeste verdiend gemiddeld en bijna geen uitkeringsgezinnen heeft. Dit is dus de meest welvarende gemeente. Hier wordt er een ander soort jongeren gevonden dan bijvoorbeeld in Hoogezand Sappemeer. Hier is het besteedbaar inkomen per jaar 5300 euro minder. (wat neer komt op bijna twee maanden salaris.) Door deze verschillen is het erg lastig om de doelgroep 14-17, op dit aspect aan te spreken. De scholieren van de verschillende regio’s zijn dus ook erg verschillend wat betreft het inkomen van het gezin.

Besteedbaar inkomen. 2010 (-, inkomen provincie groningen, -)

• Groningen: 13400 euro • Hoogezand Sappemeer: 13100 euro • Veendam: 13200 euro • Haren: 18400 euro

(Groningen P. , 2012)

Aantal jongeren in een uitkeringsgezin 0-17 (2010):

• Groningen 11,9% • Hoogezand Sappemeer 8,9% • Veendam 6% • Haren 2%

(Groningen P. , 2012) Inkomsten van jongeren zelf

Volgens het Nibud is er door de gemiddelde scholier 118 euro per maand te besteden. “Van de scholieren krijgt 88 % zakgeld, 41 % krijgt kleedgeld en 42 % heeft een bijbaantje” (Nibud, z.d.).

64 STAGEVERSLAG 2.4

Sociaal-Culturele kenmerken

Onderwijs

verdeling leerlingen over scholen in de provincie Groningen

STAGEVERSLAG 2.4 65

Opleidingsniveau Provincie Groningen

(Groningen P. , 2012) In tabel 4 kan worden afgelezen dat in de regio Haren en Groningen het opleidingsniveau vele malen hoger ligt dan in de andere twee regio’s. Waar in Veendam en Hoogezand-Sappemeer VMBO het meeste gedaan wordt, is dat in Haren en Groningen VWO. Dit is toch wel een enorm verschil. Dit is te koppelen aan opleidingsniveau van de ouders. Ook kan hierbij het inkomen een rol spelen (indirecte indicator voor opleidingsniveau). Met inkomen wordt dit beeld ook bevestigd.

Sporten en accommodatie

In Groningen zijn er ongeveer 160 verschillende sportverenigingen/clubs die jeugdleden accepteert. Dit varieert van voetbal tot en met bowlen. In Haren zijn dit 32. In Veendam 35 en in Hoogezand Sappemeer 24. (Groningen S. , z.d.)

66 STAGEVERSLAG 2.4

Geloof/etniciteit

Het aantal niet-westerse allochtonen in de te onderzoeken gemeentes ligt niet erg hoog. In Groningen en Hoogezand zijn dat in 2012 respectief lijk 1.650 en in Groningen 8.600. In de hele provincie Groningen komt dit neer op ongeveer 9% van de jongeren.

Het grootste deel van de provincie Groningen is niet gelovig.

(polderislam, z.d.)

Geloof speelt dus geen grote rol in de provincie Groningen. Er zijn wel een aantal grote gemeenschappen maar het merendeel volgt geen religie.

Woonsituatie

Omdat de woonsituatie in elke regio weer ontzettend verschillend is, is er een deel uitgelicht waarin goed te zien is hoe de doelgroep leeft. “Een probleemwijk is een wijk waar zich meerdere problemen tegelijk voordoen: , (nachtelijke) , geweld, , verslavingsproblematiek en medische problemen zoals overgewicht en suikerziekte en een hoger dan gemiddeld sterftecijfer, waaronder ook een verhoogde” (Probleemwijk wikipedia, z.d.)

De volgende percentages geven aan hoe veel jongeren in de regio’s (tussen 0-17) in een achterstandswijk wonen:

• Groningen 32,5% • Hoogezand 80% • Veendam 30% • Haren 0%

STAGEVERSLAG 2.4 67

Technologische kenmerken

Over technologische verschillen is moeilijk iets te zeggen. Er kunnen alleen indirecte conclusies en verbanden getrokken worden. Zo zou het kunnen dat, door de financiële situatie in de gemeentes, de doelgroep in Haren technisch meer ontwikkeld is. Dit deel van de doelgroep heeft de middelen en mogelijkheden om bijvoorbeeld snel aan een iPhone te komen of andere dure technische snufjes. Dit kan voor de doelgroep uit Veendam (bijvoorbeeld) moeilijker zijn. Ook een oorzaak zou kunnen zijn dat in de stad Groningen meer mogelijkheden (denk bijvoorbeeld aan een Apple store of e.d.) zijn omdat dit centraler ligt.

Ecologisch kenmerken

Groningen

Dit is een stedelijke omgeving met alle voorzieningen erg dichtbij. De personen van de doelgroep die hier opgroeien zijn vaak voorzien in alle gemakken dichtbij en alles is te doen op de fiets. (max. 30 min.) Groningen is een grote stad. Hier is dus ook wat hoogbouw en het is altijd druk.

Haren

Haren is een wat aanhangsel van Groningen. Hier is meer ruimte dan in de stad, het is rustiger en er is meer natuur. De sfeer en inrichting is dus heel anders dan Groningen. Haren geniet van de gemakken en voorzieningen van Groningen. Haren is een aanhangsel voor mensen die niet in de drukte willen wonen. Wel is Haren in vergelijking met de andere regio’s om te wonen wel aan de dure kant.

Veendam

Veendam ligt midden tussen de weilanden. Het is omringd door kleine dorpen. Toch is het, als er naar voorzieningen wordt gekeken, een volwaardige stad. Alles is aanwezig. Van ziekenhuis tot middelbare school tot een bioscoop. Ook is het goed bereikbaar met de trein en bus.

68 STAGEVERSLAG 2.4

Hoogezand Sappemeer

Hoogezand is ook het enige stedelijke gebied in de buurt. Net als Veendam is het omringd door weilanden en kleine dorpen. Er is nauwelijks tot geen hoogbouw en heel druk is het er niet. Wel zijn er genoeg voorzieningen. Als er wordt gekeken naar voorzieningen is het een bijna volwaardige stad. Net als Veendam is dit goed bereikbaar met de trein en bus.

Het grootste deel van de energie komt zoals een groot deel van Nederland, van de Eemshaven en van de gaswinning. Hier wordt vooral door Hoogezand Sappemeer en Veendam nog last ondervonden. Deze liggen namelijk in het gaswinningsgebied van Groningen. De overlast wordt veroorzaakt door het zakken en daardoor beven van de aarde.

Politieke kenmerken

In de gehele provincie Groningen is voornamelijk gestemd op de PvdA. Hiermee wordt de landelijke verkiezing bedoeld. Dit geeft aan dat de provincie Groningen vrij links is ingesteld(vergeleken met de rest van het land) en daarmee uit veel arbeiders (middenklasse) bestaat. (-, 2e kamer verkiezingen, -)Dit is alleen relevant om te zien in wat voor omgeving de doelgroep op groeit. Door de politieke voorkeur van de ouders is te zien wat voor cultuur er heerst en wat de meningen van de ouders in grote lijnen in houdt.

Conclusie

Als alle getallen uit deze analyse vergeleken worden, kan er goed op uit gemaakt worden hoe de regio’s er uit zien. Toch is het erg lastig om op basis van deze getallen uit te vogelen hoe het best de doelgroep te benaderen voor dit evenement. Ook is het lastig om conclusie te trekken, omdat alle getallen gemiddeld per regio zijn en bijvoorbeeld niet per school. Deze analyse is een goede manier om te kijken wat je zou kunnen verwachten, maar verder moet hier niet al te veel waarde aan gehecht worden.

STAGEVERSLAG 2.4 69

Leefstijlfactoren De leefstijl onder de doelgroep kan bepaald worden door middel van de BRAVO-factoren, namelijk bewegen, roken, alcohol, voeding en ontspanning. Per factor zijn verschillende normen.

Bewegen De Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB) voor jongeren tot 17 jaar is om minimaal een uur per dag matig intensief te bewegen. Naast de NNGB is er een fitnorm. Om hieraan te voldoen wordt er driemaal per week minimaal 20 minuten intensief gesport (Alles over sport, 2015). In de leeftijdscategorie 12 tot 17 jaar voldeed in 2014 27,4% van de Nederlandse Jeugd aan de NNGB en 2% aan de fitnorm (Alles over sport, 2015). In de leeftijdscategorie 12 tot 19 jaar sport 67,2% wekelijks (Volksgezondheidenzorg.info, 2015). Uit onderzoek van de GGD Groningen (2012) blijkt dat het percentage Groningse (provincie) jongeren in de leeftijd 14-17 jaar dat aan de NNGB voldoet gemiddeld 65% is (GGD Groningen, 2012). In onderstaande tabel zijn de percentages per leeftijd af te lezen. Hierin is ook te zien dat het percentage actieve jongeren per leefjaar minder wordt. Ook is er per regio gekeken hoe veel jongeren voldoen aan de NNGB (GGD Groningen, 2012). Hier valt op dat voornamelijk in de regio Haren (diagram rechtsonder) en Stad (diagram linksboven) veel semi-actieve jongeren zijn, namelijk 27% en 29%. Ook het percentage inactieven is in de regio Stad vrij hoog, namelijk 8%.

Afbeelding 1&2: Percentage jongeren dat voldoet aan NNGB algemeen en per regio (GGD Groningen, 2012).

70 STAGEVERSLAG 2.4

Roken De norm voor roken is om niet te roken (Test je leefstijl, z.d.). In 2013 rookte 2% van de jongeren in Nederland tussen 12 en 16 jaar (Volksgezondheidenzorg.info, 2014). Uit onderzoek van het Trimbos Instituut (2014) blijkt dit aantal onder de leeftijdscategorie 14-17 jaar veel hoger, namelijk 24% zou in de afgelopen vier weken gerookt hebben en 12% dagelijks (Trimbos Instituut, 2014). Het percentage rokende jongeren in de provincie Groningen is hoger dan het landelijke gemiddelde. In 2012 rookte 22% van de jongens en 19% van de meisjes dagelijks (GGD Groningen, 2012).

Afbeelding 3: Percentage rokers per leeftijd (GGD Groningen).

Het percentage jongeren dat rookt is in Haren het hoogst, namelijk 23%. In de overige regio's ligt het percentage rokers rond de 19-21%. Alcohol De norm voor alcohol onder jongeren onder de 18 jaar is geen alcohol (Test je leefstijl, z.d.). De alcoholleeftijd is in 2014 van 16 jaar verhoogd naar 18 jaar. Er zijn nog geen actuele cijfers bekend van de aantallen jongeren in de leeftijdscategorie 14-17 die alsnog alcohol drinken. In 2012 dronk 19% van de 14-jarigen en 37% van de 15-jarigen. Onder de leeftijd 16 en 17 jaar was dit aantal al vors hoger, namelijk 53% en 64% (GGD Groningen, 2012). In 2012 lag de alcoholleeftijd nog op 16 jaar, maar toch bleken jongeren onder de 16 ook regelmatig alcohol te drinken. De verwachting is dat dit ook het geval is nu de alcoholleeftijd op 18 staat, maar dit is nog niet bewezen.

STAGEVERSLAG 2.4 71

Voeding De richtlijnen voor gezonde voeding houdt onder andere in dat er elke dag 200 gram groente en 200 gram fruit gegeten wordt. Daarnaast wordt er dagelijks ontbeten (Gezondheidsraad, 2015). Uit onderzoek van de GGD Groningen (2012) blijkt dat uit de leeftijdscategorie 12-15 jarigen 37% voldoet aan de norm voor groente, 35% aan de norm voor fruit en 85% aan de norm voor ontbijten (GGD Groningen, 2012). Voor de leeftijdscategorie 16-18 jarigen was dit aantal dat aan de norm groente voldoet hoger, namelijk 40%. Voor fruit ligt dit percentage juist lager dan de jongere categorie namelijk 30%. Ook het percentage dat dagelijks ontbijt ligt lager, namelijk 74% van de jongeren ontbijt dagelijks (GGD Groningen, 2012). Ontspanning De norm voor ontspanning is om overmatige stress te vermijden, zowel lichamelijk als geestelijk. Te veel stress kan bijvoorbeeld resulteren in een depressie. Uit cijfers van het NJI (2013) blijkt dat bijna 3% van de jongeren tussen 13 en 18 jaar een vorm van depressie heeft. Dit aantal ligt bij meisjes hoger dan bij jongens. 9,1% van de jongens en 2,4% van de meisjes van 12-16 jaar hebben in het afgelopen jaar angstproblemen gehad. In de categorie 16-20 jaar is dit aantal bij jongens gelijk en bij meisjes 15% (NJI, 2013).

Uit de enquêtes die afgenomen zijn onder de doelgroep blijkt dat de doelgroep in vorm van uren genoeg ontspanning krijgt. Gemiddeld 11,5 uur per dag inclusief slapen. Natuurlijk zegt dit niets over de mate van overspanning. Dit komt doordat de 12,5 uren waarin niet ontspannen wordt dusdanig intensief kunnen zijn dat deze alsnog kunnen resulteren in een depressie.

72 STAGEVERSLAG 2.4

Specifiek sport gedrag Zoals in de leefstijlfactoren al naar voren kwam, voldoet gemiddeld 65% van de Groningse jongeren aan de NNGB (GGD Groningen, 2012). Uit cijfers van het CBS (2014) blijkt dat van de Nederlandse jongeren in de leeftijd 75,6% wekelijks sport. In diezelfde leeftijdscategorie heeft 9,2% van de jongeren een abonnement bij een sportaanbieder en is 60,7% lid bij een sportvereniging (CBS, 2014). In een leeftijdscategorie hoger, 16 tot 20 jaar, is er een grote verschuiving te zien in deze percentages. Hier heeft 29,9% een abonnement bij een sportaanbieder en 38,6% is lid bij een sportvereniging (CBS, 2014).

Uit de enquête blijkt dat het grootste gedeelte van de doelgroep actief is bij een sportvereniging. Dit is voornamelijk voetbal of hockey. Verder is er we een kleine doelgroep die individuele sporten doen als fitness, skateboarden en/of turnen. Hierbij heeft ook een groep aangegeven minder tijd te hebben voor sport vanwege de reistijd.

Gedragskenmerken Over het algemeen zitten jongeren in de leeftijd 14-17 jaar in de pubertijd. Dit zorgt ervoor dat ze ander gedrag vertonen dan ze in hun eerdere jaren hebben gedaan. Dit is te verklaren door de veranderingen die in de hersenen plaats vinden. Ze nemen bijvoorbeeld niks meer aan van de ouders of andere autoritaire personen, ze hebben last van stemmingswisselingen of worden lui (Dokterdokter, 2012). Daarnaast kunnen pubers een erg creatieve geest hebben en oplossingen bedenken waar volwassenen niet zo snel op zouden komen. Ook kan het zijn dat ze roekeloos worden doordat ze situaties niet goed kunnen inschatten. Het is mogelijk dat pubers onvoorspelbaar zijn. Dit is te verklaren door de hormonale schommelingen in hun lichaam (Dokterdokter, 2011). De pubertijd is een tijd waarin jongeren meer probleemgedrag gaan vertonen. Dit hangt samen met de drang naar meer zelfstandigheid en het onderzoeken en experimenteren (OPDC, 2010). De wijze van communiceren is hierbij ook belangrijk. Het opleggen van eisen werkt vaak averechts en samen tot oplossingen komen werkt vaak beter (OPDC, 2010).

STAGEVERSLAG 2.4 73

Fieldresearch Voor het fieldresearch zijn enquêtes gehouden onder 37 leerlingen in de leeftijdscategorie 14-17 in de regio stad Groningen. Daarnaast is er een interview gehouden met Yvonne van den Berg en zijn er observaties gedaan bij 10 leerlingen. De uitgewerkte enquêtes, observaties en het interview zijn te vinden in de bijlagen.

Algemene kenmerken Zoals hierboven genoemd is de enquête ingevuld door 37 leerlingen van scholen uit de stad Groningen. De leerlingen zijn allemaal 14-17 jaar oud en zitten op de middelbare school. De enquête is ingevuld door jongens en meisjes, maar er is in de enquête geen onderscheid gemaakt tussen deze twee groepen.

Leefstijlfactoren Van de 37 leerlingen geven 21 aan dat ze hun leefstijl als niet gezond, maar ook niet ongezond vinden. Daarnaast zeggen 12 dat ze een gezonde leefstijl hebben en slechts 4 dat ze hun eigen leefstijl ongezond vinden.

Bijna de helft (49%) van de leerlingen geeft aan dat ze roken. Daarvan geeft 19% aan 1-10 sigaretten per week te roken, 22% geeft aan 10-20 sigaretten te roken en slechts 8% geeft aan 20 sigaretten of meer per week te roken. Ondanks dat de alcoholleeftijd ligt op 18 jaar, drinkt 65% van de respondenten wekelijks alcohol. De grootste groep 38% drinkt maar liefst 3-8 glazen alcohol per week. Slechts 35% van de jongeren drinkt geen alcohol. De meerderheid van de respondenten geeft aan redelijk gezond te eten, namelijk 43%. Daarnaast geeft 19% van de leerlingen aan redelijk ongezond te eten. 70% van de leerlingen geeft aan elke dag groente en fruit te eten, daarnaast geeft 24% aan 5 keer per week groente en fruit te eten. 19% geeft aan 3 keer of minder per week groente en fruit te eten. De meerderheid van de respondenten (60%) geeft aan wekelijks fastfood te eten, daarnaast geeft 11% aan zelfs vaker per week fastfood te eten. De meeste leerlingen, 54%, geeft aan 10-12 uren ontspanning per dag te hebben. Dit is inclusief slaap. Daarnaast geven 16% en 11% aan slechts 6-8 uur en 8-10 uur ontspanning te hebben. 62% van de leerlingen geeft aan 4-8 uren per week te sporten en 24% geeft aan 0-4 uur per week te doen aan sport en bewegen.

74 STAGEVERSLAG 2.4

Specifiek sportgedrag De doelgroep werd geïnterviewd en geobserveerd om de gebruikelijk activiteiten te achterhalen. Hierbij was de grootste tijdsinvestering school, met ruim 40 uur per week inclusief reizen. Daarnaast was tv/laptop de tweede met ongeveer 3 uur per dag. Verder was sport een grote investering, deze stond op ongeveer 5 uur per week. Sport verschilde nog al binnen de doelgroep, zo waren er personen die er 1 uur per week in staken en personen die er 12 uur in staken. De meeste leerlingen (51%) deden ongeveer 3-4 keer per week aan sport, zoals trainingen en wedstrijden. Daarnaast gaf 14% aan niet aan sport te doen en 24% 1 of 2 keer per week. 11% gaf aan zelfs 5 of 6 keer per week aan sport te doen. De meeste trainingen duren 45-60 minuten (41%) of langer dan een uur (30%). De verdeling tussen teamsporten en individuele sporten is ongeveer gelijk, namelijk 44% en 41%. Er hebben ook 7 leerlingen aangegeven aan zowel een teamsport als een individuele sport te doen. Tijdens de gymles doet de meerderheid van de leerlingen actief mee en heeft een open houding. Een aantal leerlingen is niet gemotiveerd en blijft dus afzijdig tijdens de les. Dit blijkt uit de observatie.

Gedragskenmerken & gedragsdeterminanten De doelgroep zet zich af tegen autoritaire figuren en wil graag experimenteren. Dit komt naar voren in het interview met de docent en uit de observaties. Wanneer er een uitdaging is tijdens de les krijgen de leerlingen een actievere houding dan tijdens een bekende oefening. Ook hebben een aantal leerlingen een gesloten houding en willen niet actief mee doen tijdens de les. Er is altijd een groep aanwezig die niet actief participeert tijdens lo lessen. Gelukkig betreft dit de minderheid van een klas die bij nieuwe activiteiten enthousiast mee doen. De meeste leerlingen hebben een open houding en lijken vrolijk tijdens de lo-lessen.

De gedragsdeterminanten kunnen worden verklaard aan de hand van het ASE-model. Dit model verklaart gedrag door middel van de intentie tot gedrag. De intentie is te voorspellen door de attitude, de houding van iemand tegenover iets, sociale invloed, de invloed van de omgeving en de eigen effectiviteit, de verwachting van iemand om het gedrag te kunnen vertonen.

STAGEVERSLAG 2.4 75

Afbeelding 4: ASE-model Sociale omgeving De jongeren zijn erg makkelijk te beïnvloeden door de sociale context. Dit blijkt uit het interview met de docent. Deze geeft het voorbeeld van een leerling die vanuit zichzelf geen voorstander is van alcohol drinken, terwijl de vrienden groep hier voorstander van is. Deze leerling gaat alsnog alcohol drinken om niet buiten de groep te vallen. Hieruit blijkt dat de sociale druk van jongeren in deze leeftijdscategorie erg groot is en jongeren hierdoor ander gedrag gaan vertonen dan ze zelf in eerste instantie zouden willen doen. Advies of regels van ouders en docenten hebben tijdens de pubertijd over het algemeen een negatieve of tegenovergestelde werking. Kennis Over het algemeen zouden de leerlingen kennis moeten hebben van de BRAVO-factoren en de bijbehorende normen. De gevolgen van bijvoorbeeld alcohol en roken is meerdere malen terug gekomen bij biologie en bij verschillende voorlichtingen. Het belang van beweging komt regelmatig terug bij de lessen LO. Voeding en ontspanning zijn in mindere mate terug gekomen in de voorlichtingen en lessen. Zo blijkt uit het interview met de docent Nederlands v/d Berg. Fysieke omgeving In de fysieke omgeving van de jongeren, met name binnen de school, zijn een aantal concrete acties ondernomen om een gezonde leefstijl te stimuleren voor de jongeren. Zo is het verboden om te roken op de schoolpleinen. Daarnaast worden leerlingen gestimuleerd om met de fiets naar school te komen. In de kantine zijn een aantal gezonde snacks te verkrijgen, maar ook nog veel ongezonde broodjes en snoep. Hier zou een verbetering plaats kunnen vinden in de toekomst, zo zegt mevrouw Van den Berg.

76 STAGEVERSLAG 2.4

Stand van zaken GME’s Uit de enquête en observaties blijkt dat het goed gesteld is met de grondmotorische eigenschappen (GME) van de doelgroep. Wel is hier aan te merken dat dit lastig te meten is. Deze eigenschappen: kracht, lenigheid, uithoudingsvermogen, coördinatie en snelheid zijn natuurlijk erg abstract. De leerlingen geven erg uitlopende antwoorden. Hieruit komt naar voren dat er veel verschillen zijn binnen de groep. In onderstaand figuur is dit ook af te lezen. Uit de observatie kon helaas niet veel geconcludeerd worden met betrekking op de GME's. Dit komt doordat de context waarin de doelgroep werd geobserveerd niet optimaal was om de beoogde observatiedoelen te kunnen meten.

Conclusie

Op basis van de hoofd- en deelvragen die naar voren zijn gekomen in de inleiding is onderzoek gedaan naar de doelgroep. Hier zijn verschillende uitkomsten naar voren gekomen. Om de hoofdvraag te kunnen beantwoorden, worden eerst de deelvragen beantwoord.

• Wat zijn de algemene kenmerken van de doelgroep? De doelgroep komt uit verschillende milieus, namelijk uit het ‘rijkere’ Haren en het ‘armere’ Veendam. Dit kan gevolgen hebben voor de leefstijl door verschillen in inkomens en sociaaleconomische status. Dit heeft ook invloed op het onderwijs van de leerlingen. Daarnaast zijn er ook verschillen in demografie, zo is Groningen en Haren voornamelijk stedelijk bebouwd en Veendam meer landelijk. Op basis van technologie, ecologie en politiek zijn weinig verschillen te onderscheiden.

• Wat zijn de leefstijlfactoren van de doelgroep? Binnen de doelgroep zijn grote verschillen wat betreft leefstijl. Er zijn een aantal leerlingen die heel gezond leven, niet roken en drinken en veel bewegen en sporten. Daarnaast is er ook een groep die juist ongezond leeft door veel te roken en drinken en juist weinig beweegt. Over het algemeen kan geconcludeerd worden dat er te veel alcohol gedronken wordt, te veel gerookt wordt en een aantal leerlingen te weinig beweegt. Ook haalt een groot aantal de norm voor gezonde voeding niet.

• Wat voor specifiek sportgedrag vertoont de doelgroep? De meeste leerlingen sporten 3 of 4 keer per week en doen zowel aan teamsporten als individuele sporten. Ook is er een kleine groep die inactief is.

• Wat zijn de gedragskenmerken van de doelgroep? De doelgroep zit voornamelijk in de pubertijd en kan daardoor opstandig zijn en wil nieuwe dingen proberen. Dit kan zorgen voor risico gedrag en protest tegen de gezaghebbende zoals docenten en ouders.

STAGEVERSLAG 2.4 77

Stakeholders-analyse Om voor de projectorganisatie een goed beeld te schetsen van alle mogelijke actoren is hieronder een tabel weergegeven waarin alle mogelijke actoren in kaart zijn gebracht. Er wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende soorten actoren. In de eerste instantie wordt er gekeken naar maatschappelijke actoren. Overheid instanties, gemeente etc. die bij kunnen dragen in de vorm van subsidies. Ten tweede wordt er gekeken naar bedrijven uit de commerciële sector die dusdanig dicht bij het project liggen dat het interessant kan zijn voor ze om bij te dragen in de vorm van een sponsorship. Als laatste wordt er gekeken naar actoren die bij kunnen dragen in natura. Hierbij wordt gedacht aan spullen, kennis en mankracht.

Maatschappelijk

Instantie Contact Toelichting

JOGG [email protected]

Docenten/stagelopers HIS

Samenwerkingsmogelijkheden voor sportstimulatie onder kinderen. JOGG houdt zich voornamelijk bezig met kinderen met overgewicht. Ook is JOGG een interessante partij omdat er veel wordt ingezet op lokale publiek private samenwerking.

Gemeente Groningen

050 367 70 00 Subsidiemogelijkheden voor sportstimulatie voor alle doelgroepen.

Huis van de Sport Groningen

[email protected]

050 87 00 100

HvdsG houdt zich bezig met sportstimulatie en wil zoveel mogelijk mensen in beweging krijgen. Ook is er ervaring met het aanvragen van subsidies en is er kennis van de doelgroep.

Sport050/ Bslim

050 367 6666

[email protected]

Sport050 stimuleert stadjers om te bewegen door het aanbieden van sport en accommodaties.

Bslim is een onderdeel/project van Sport050 en probeert een uitdagend beweegaanbod te creëren voor jongeren tot 15 jaar.

78 STAGEVERSLAG 2.4

Commercieel

Bedrijf Contact Toelichting

MF Horeca

KPN

Young Capital

050 311 22 44

[email protected]

070 343 4343

050 311 2013

Deze bedrijven hebben voornamelijk studenten in dienst. Deze bedrijven zijn ‘constant’ op zoek naar nieuwe werknemers. De doelgroep van het evenement is ook interessant voor deze bedrijven.

Trainmore

Fit 4 Free

Basic Fit

[email protected] Voor deze bedrijven is wederom de doelgroep interessant als potentieel abonnee. Maar ook het doel van het project sluit aan bij de visie van deze bedrijven.

Ekoplaza

Gezondheidswinkel

Medisupport

050 312 2355

050 312 7566

050 318 2164

Voor deze bedrijven is niet zo zeer de doelgroep interessant. Wel is de visie van dit bedrijf aansluitend bij die van het evenement. Namelijk sport en/of gezondheid.

STAGEVERSLAG 2.4 79

Overig

Instantie contact Toelichting

Mulier instituut Informeren bij de rijksuniversiteit

Het Mulier instituut houdt alle data bij als het gaat over sport en bewegen bij jongeren. Als het over informatie vergaren gaat is dit dus de partij om erbij te betrekken (in ieder geval raadplegen).

Hanze-hogeschool

HIS:

Hanzehogeschool Groningen Zernikeplein 7 9747 AS Groningen

tel. (050) 595 55 55 fax. (050) 571 06 34 e-mail: [email protected]

Het HIS is van waarde als het aankomt op kennis en mankracht. Er zijn veel enthousiaste studenten die graag ervaring willen opdoen.

Alfa College Kardingerplein 1 (in Sportcentrum Kardinge)

9735 AA Groningen

Postbus 11118

9700 CC Groningen

Tel. 050-5958100

Vooral tijdens de voorbereiding van evenementen en tijdens het evenement kunnen de leerlingen van het Alfa College van waarde zijn. Dit in de vorm van het voorbereiden en spelleiders tijdens het evenement. Ook kan het alfa college materialen en sportruimtes aanbieden.

Documents

Stageverslag blok 2 - Tom Ravenshorsttomravenshorst.weebly.com/.../stage_verslag_2.4.pdf · periode van een half jaar worden verschillenden beroepsproducten opgesteld en wordt er