Upload
erfgoed-20
View
1.666
Download
0
Embed Size (px)
DESCRIPTION
eindscriptie Reinwardt Academie
Citation preview
Locatieve media voor onroerend erfgoed
Een onderzoek naar de wenselijkheid
van QR-codes in de openbare ruimte.
Amsterdam, 24 januari 2012 Naam: Tessel van Leeuwen Studentnummer: 607770 E-mail: [email protected] Opdrachtgevers: Liesbeth Jansen en Maarten Pedroli Organisatie: BOEi (www.boei.nl) Reinwardt Academie Afstudeerscriptie Cultureel Erfgoed Begeleider: Bob Crezee
1
Voorwoord
Vier jaar geleden ben ik begonnen met de studie Cultureel Erfgoed aan de Reinwardt Academie. Toen
ik met de studie begon wist ik in eerste instantie niet goed wat ik met de studie wilde bereiken. Na
het eerste jaar, een tweedejaarsstage bij het Tropenmuseum en een minor Publiek en Participatie,
wist ik nog steeds niet goed welke kant ik op wilde gaan. Aan het einde van het derde jaar wist ik het:
E-cultuur. Ik kwam met dit onderwerp in aanraking tijdens mijn derdejaars stage op de
Westergasfabriek. Tijdens deze stageperiode werd het project “UPlabs” gelanceerd. UPlabs is een
project waaronder vijf digitale projecten in de openbare ruimte vallen, onder andere een Augmented
Reality tijdkijker, QR-codes en GPS-tours.
Na de stageperiode op de Westergasfabriek wilde ik graag een scriptie schrijven over locatieve
media. Liesbeth Jansen, oud directrice van de Westergasfabriek, was tijdens de opzet van mijn
scriptievoorstel bezig met de opstart van het project “Erfgoed-info”, een project over on the spot
informatie voor onroerend erfgoed in de openbare ruimte. Ik was erg geïnteresseerd in dit project en
zij had belang bij een onderzoek, al snel was er een samenwerkingsverband ontstaan.
Mede door de gesprekken met Liesbeth Jansen en Maarten Pedroli, de stage bij BOEi, oriënterende
gesprekken met de founding partners, de interviews voor de cases, de afspraken met Bob Crezee en
het bijwonen van diverse conferenties ben ik tot deze scriptie kunnen komen.
Ik wil graag Liesbeth Jansen en Maarten Pedroli ontzettend bedanken voor de vele interessante
gesprekken, creatieve ideeën en oneindige energie. Arno Boon wil ik graag bedanken voor de
mogelijkheid om stage te lopen bij BOEi.
Ik wil Ferry Piekart bedanken voor het interessante interview en David van Zeggeren voor het
interview en de vele informatiebronnen die ik van hem heb gekregen. Ines Gall en Edgar Vijgeboom
wil ik ook bedanken voor het interview en hun kritische en creatieve kijk op diverse projecten.
Ik wil Bob Crezee bedanken voor zijn steun, vertrouwen en energie tijdens de gehele
onderzoeksperiode.
Tessel van Leeuwen
Amsterdam, januari 2011
2
Samenvatting
Nieuwe media staan tegenover oude media en worden digitale media genoemd. Het begrip locatieve
media lijkt het meest geschikt voor digitale media, die van toepassing zijn op echte plaatsen. QR-
codes zijn een vorm van locatieve media en worden zowel door de commerciële sector als de
erfgoedsector steeds vaker ingezet. Naast de toename van het toepassen van QR-codes, zijn er ook
andere nieuwe en opkomende technologieën: Augmented Reality, Points of interest op basis van
GPS, NFC en beeldherkenning. Aan de hand van de Hype Cycle van Gartner kan geconcludeerd
worden dat QR-codes nog 2 tot 5 jaar nodig hebben voordat het relevant en toe te passen is op de
brede markt.
QR-codes bieden erfgoedinstellingen de mogelijkheid om de erfgoedbeleving buiten de vier
museummuren te laten plaatsvinden. Het is laagdrempelig omdat het publiek zijn eigen smartphone
gebruikt. Door het toepassen van QR-codes in de openbare ruimte wordt de erfgoedbeleving
daardoor interactiever en persoonlijker. QR-codes worden op verschillende manieren in de openbare
ruimte toegepast. De projecten die in dit onderzoek zijn opgenomen maken gebruik van: QR-codes
op stickers, QR-codes op stoeptegels, QR-codes op bordjes en QR-codes geplaatst op een
informatiebord. Na het scannen van een QR-code kan de gebruiker verwezen worden naar een
bestaande internetpagina of een website. Dit is vaak niet bevorderlijk voor het gebruik omdat de
marges van een website groter zijn dan het scherm van de smartphone en de informatie vaak niet
relevant is voor de locatie. De QR-code kan ook verwijzen naar een mobiele website of mobiele
webpagina’s, deze worden vaak speciaal voor het project ontworpen waardoor de informatie
relevant en interessant wordt voor de locatie. Ook kan de QR-code verwijzen naar audio- of
videofragmenten.
Om de ervaringen van erfgoedinstellingen met het inzetten van locatieve media in de openbare
ruimte in kaart te brengen zijn er in deze scriptie drie cases opgenomen. De instellingen hebben
deels dezelfde valkuilen als meevallers gehad als het gaat om het inzetten van locatieve media. Zo
wordt het onderdeel content vaak onderschat. Het verzamelen van de content, het historisch correct
zijn van de content en het maken van te weinig afspraken met deelnemende partijen over de content
zorgde ervoor dat de projecten langer duurde dan verwacht en daardoor meer kosten met zich mee
bracht. Een meevaller is dat de instellingen als innovatief worden gezien.
Uit het publieksonderzoek, een online-enquête, blijkt dat 70% van de respondenten in het bezit is
van een smartphone, de iPhone en toestellen met Android zijn het populairst. Oude media wordt
door de respondent ook geraadpleegd voor informatie over erfgoed, maar er is een grote toename
van het gebruik van nieuwe media. De respondent is na het scannen van een QR-code in het
bijzonder geïnteresseerd in informatie over het verleden, het heden en de binnenkant van het
gebouw. Als extra functies vindt de respondent een kaart van de omgeving, een knop met meer
informatie en het delen op sociale media relevant. Als het gaat om het inzetten van QR-codes bij
onroerend erfgoed, is de leeftijdscategorie 16-25 het meest geïnteresseerd. De leeftijdscategorie 26-
35 is minder geïnteresseerd in de nieuwe technologie QR-codes, maar vind informatie over erfgoed
op locatie wel interessant.
3
Summary
New media are often referred to as digital media. Another term often used is location-based media,
this type of digital media applies to concrete physical places. A kind of location-based media are QR-
codes. Lately QR-codes have been applied more often in the commercial industry and in the heritage
sector. Besides QR-codes other new and upcoming technologies are used, examples are Augmented
Reality, Points of Interest based on GPS, NFC and image-recognition. Based upon the Hype Cycle of
Gartner the conclusion is drawn that QR-codes need another two to five years of development
before mainstream adoption can take place.
Heritage institutions have the opportunity to offer the heritage experience to a greater audience due
to the implementation of QR-codes. People can access the heritage experience outside of the
museum walls. Furthermore the access remains low-key since the public will use their own devices.
The heritage experience will become more interactive and will take place on a more personal level
due to the application of QR-codes in the public space. There are different methods to apply QR-
codes in the public space. The reviewed projects for this research use QR-codes in different ways;
QR-codes on stickers, QR-codes on the tiles of sidewalks and QR-codes on signs and information
boards.A QR-code is scanned by the user with a device, subsequently the user is redirected to an
existing website. Currently this does not increase the use of QR-codes since the margins of webpages
are larger than the margins of the used devices. Furthermore the offered information is often
irrelevant for the location. Another possibility is to redirect the user to a mobile website, which is
designed specifically for the project. In this way interesting and relevant information about the
location can be offered to the user. Besides that it is possible to redirect the user of a QR-code to an
audio- or video fragment on a mobile webpage.
In this research three cases are reviewed to clarify the experiences of heritage institutions which
used location-based media in the public space. These institutions have faced the same kind of
difficulties while implementing the location-based media. For example, the component ‘content’ is
often underestimated. Collecting content, checking the historical content and the lack of
communication between the co-operating parties delayed the projects which resulted in higher
costs. An advantage of using location-based media in the public space is the more innovative image
of the institutions
The results of the research executed in this study, an online survey, show that 70% of the
respondents owns a smartphone. The iPhone and the devices using Android are the most popular.
Old media is still used by the respondents to get access to information about heritage, but the
increase in the use of new media is larger. It turns out that the respondents who scan a QR code are
specifically interested in information about the past, the present and the interior of a building. Also
the results show an increased interest in extra functions after scanning the QR-code. They find a map
of the environment, a button with extensive information and the possibility of sharing the experience
on social media relevant. Respondents in the age between 16 and 25 years old are regarding the use
of QR-codes most interested in information about non-movable heritage. On the other hand,
respondents between the age of 26 and 35 years are less interested in using the new QR-code
technology. But this age group is certainly interested in accessible information about the heritage at
location.
4
Inhoudsopgave
Voorwoord .............................................................................................................................................. 1
Samenvatting ........................................................................................................................................... 2
Summary ................................................................................................................................................. 3
Inhoudsopgave ........................................................................................................................................ 4
1. Introductie ........................................................................................................................................... 6
1.1 Inleiding ..................................................................................................................................... 6
1.2 Methodologische verantwoording ............................................................................................ 7
1.3 Achtergronden .......................................................................................................................... 8
2. Locatieve media................................................................................................................................. 11
2.1 Begrip ...................................................................................................................................... 11
2.2 Locatieve media in de erfgoedsector ...................................................................................... 12
2.3 QR-code projecten in Nederland m.b.t. erfgoed in de openbare ruimte ............................... 13
3. Drie locatieve media projecten ......................................................................................................... 15
3.1 UAR van het NAI ...................................................................................................................... 15
3.2 IJdijkenroute van Sparked ....................................................................................................... 18
3.3 IAM QR project van ATCB ........................................................................................................ 20
3.4 Schema: locatieve media projecten in de openbare ruimte ................................................... 22
4. Publieksonderzoek ............................................................................................................................ 24
4.1 Resultaten ................................................................................................................................ 25
4.1.1 Algemene informatie respondent .................................................................................... 25
4.1.2 Smartphone ..................................................................................................................... 27
4.1.3 QR-codes .......................................................................................................................... 30
4.1.4 On the spot informatie .................................................................................................... 33
4.2 Conclusie ................................................................................................................................. 36
5. De toekomst van QR-codes ............................................................................................................... 37
5.1 Nieuwe opkomende technologieën ........................................................................................ 37
5.2 Gartner’s Hype Cycle ............................................................................................................... 39
6. Conclusie ........................................................................................................................................... 41
6.1 Conclusie ................................................................................................................................. 41
6.2 Aanbevelingen ......................................................................................................................... 42
Bronnenlijst ........................................................................................................................................... 45
Afbeeldingenlijst .................................................................................................................................... 49
5
Bijlagen .................................................................................................................................................. 51
Bijlage 1: Scriptievoorstel ...................................................................................................................... 51
Bijlage 2: Online enquête formulier ...................................................................................................... 54
Bijlage 3: Uitwerkingen interviews ........................................................................................................ 58
1. UAR applicatie van het NAI - Ferry Piekart ................................................................................ 58
2. IJdijkenroute van Sparked – David van Zeggeren ...................................................................... 66
3. QR-code project van ATCB – Ines Gall en Edgar Vijgeboom ..................................................... 75
6
1. Introductie
1.1 Inleiding
Een visie op de toekomst van de culturele sector kan niet meer zonder een visie op de mogelijke
betekenis van internet voor het veld.1 In 2009 waren de gedrukte media, gevolgd door audiovisuele
media, de belangrijkste informatiebronnen om informatie over cultuur te verkrijgen.2 Voor tieners
(12-18 jaar) heeft het internet inmiddels de eerste plaats ingenomen. Internet biedt
erfgoedinstellingen (zoals archieven, bibliotheken en musea) een extra kanaal om in contact te
komen met het publiek en het is voor deze instellingen belangrijk zich aan te passen aan het nieuwe
gedrag van consumenten in de digitale wereld.
De mogelijkheden die nieuwe media de erfgoedsector bieden zijn de afgelopen jaren exponentieel
gegroeid. Nieuwe media (zoals de personal computer en mobiele telefonie) staan tegenover oude
media (zoals kranten en tijdschriften) en worden meestal digitale media genoemd.3 Het begrip
locatieve media lijkt het meeste geschikt te zijn voor digitale media die van toepassing zijn op echte
plaatsen. Deze op locatie gebaseerde media bieden de mogelijkheid om de fysieke wereld aan de
digitale wereld te koppelen.4 Op locatie komt informatie ter beschikking o.a. door middel van een
smartphone.5 Door het gebruik van de smartphone kan onder andere het museumbezoek
interactiever en persoonlijker gemaakt worden.6
De aanleiding voor het schrijven van deze scriptie is het project “Erfgoed-info”. Dit project is een
initiatief van BOEi.7 Dit bedrijf heeft Liesbeth Jansen aangesteld als projectbegeleidster. Liesbeth
Jansen heeft mij gevraagd om een onderzoek te doen naar locatieve media voor de erfgoedsector.
Voor meer informatie over het project, BOEi en de opdrachtgevers zie: “Achtergronden” bladzijde 8.
Het doel van deze scriptie is om antwoord te geven op een onderzoeksvraag en een vijftal
deelvragen. Deze luiden als volgt:
Onderzoeksvraag
In welke mate zijn QR-codes geschikt om de kennis over onroerend erfgoed bij een breed publiek te
vergroten?
Deelvragen
1. Welke organisaties zijn actief met het inzetten van QR-codes in relatie tot erfgoed? Op welke
wijze passen zij de QR-codes toe?
2. Wat zijn de ervaringen van bestaande erfgoedinstellingen met het inzetten van QR-codes of
locatieve media in de openbare ruimte?
1 V. Frissen ‘Digitalisering in het culturele domein: van e-cultuur naar zwart gat’ in: Cultuur en Media in 2015 (Amsterdam
2009) 20-35 2 Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap, Brochure Cultuur in Beeld (Den Haag 2011) 34-38
3 http://www.mediawijsheid.nl/site/228-Wat+is+Mediawijsheid%3F_2.html (geraadpleegd 21 december 2011)
4 http://www.virtueelplatform.nl/#1483 (geraadpleegd 24 augustus 2011)
5 Een smartphone is een mobiele telefoon met internet en een groot aantal computertoepassingen (applicaties). Een
smartphone wordt ook wel gezien als een handcomputer. 6 H. Verwayen en S. Lomonard, ‘Business Model Innovatie’ in: Businessmodel Innovatie Cultureel Erfgoed (2009) 6-26
7 http://www.boei.nl (geraadpleegd 1 september 2011)
7
3. Publieksonderzoek. Onderzoek naar de wenselijkheid van het inzetten van locatieve
informatie over onroerend erfgoed bij het publiek. Is er interesse vanuit het publiek in
locatieve informatie over onroerend erfgoed?
4. In hoeverre is het inzetten van QR-codes door erfgoedinstellingen geschikt voor de
toekomst? Welke nieuwe opkomende locatieve media zijn er op de markt om de QR-code
eventueel te vervangen?
De deelvragen wijken enigszins af van de deelvragen die staan opgenomen in het scriptievoorstel.8
Deze aanpassing is gemaakt omdat er tijdens het vooronderzoek, wat bestond uit een internet- en
literatuuronderzoek, andere onderwerpen dan verwacht belangrijk werden gevonden door de
opdrachtgevers. In de hoofdstukken worden de deelvragen behandeld, de conclusie zal antwoord
geven op de onderzoeksvraag. De hoofdstukken zijn als volgt opgebouwd:
Hoofdstuk 2 behandelt het begrip locatieve media, een typologie en de relevantie van
locatieve media in de erfgoedsector. Om erachter te komen welke erfgoedorganisaties actief
zijn met het inzetten van QR-codes in de openbare ruimte in relatie tot erfgoed, is er aan het
einde van dit hoofdstuk een schema opgenomen met projecten op dit gebied.
Hoofdstuk 3 beschrijft in de vorm van drie cases ontwikkelde locatieve media projecten in de
openbare ruimte. Drie interviews vormen de basis van de cases. Na het beschrijven van de
cases is er een schema opgesteld waarin kort een aantal punten, zoals valkuilen en
meevallers, staan opgenomen.
In hoofdstuk 4 wordt aan de hand van grafieken, die uit de gegevens van de online enquête
zijn afgeleid, de interesse vanuit het publiek in het inzetten van QR-codes in de openbare
ruimte beschreven.
Hoofdstuk 5 biedt inzicht in de toekomst van verschillende vormen van locatieve media.
Hierbij wordt gekeken naar bestaande en nieuwe opkomende technologieën. Aan de hand
van de Hype Cycle van Gartner wordt er gekeken of QR-codes klaar zijn voor de brede markt.
Hoofdstuk 6 beantwoord de onderzoeksvraag door middel van de conclusie en
aanbevelingen.
1.2 Methodologische verantwoording
Verschillende soorten van onderzoek zijn gebruikt voor het schrijven van deze scriptie. Er is
begonnen met een oriënterend internet- en literatuuronderzoek waarna de onderzoeksvraag en
deelvragen zijn geformuleerd. Na deze formulering is er een onderzoek gedaan naar vergelijkende
onderzoeken, deze waren er niet. Toch zijn er aanpassingen gemaakt binnen de formulering van de
deelvragen, dit komt doordat andere onderwerpen belangrijker werden gevonden door de
opdrachtgevers. Na het herformuleren van de deelvragen is er verder gegaan met het internet- en
literatuuronderzoek.
Een onderdeel van het onderzoek is het publieksonderzoek, voor dit onderzoek hebben 150
respondenten een online enquête ingevuld. De enquête heeft op diverse social media gestaan en is
geen blinde steekproef. De enquête is gemaakt in het programma ‘ThesisTools’.9 Dit programma
8 Zie bijlage 1: Scriptievoorstel
9 http://www.thesistools.com (geraadpleegd 1 september 2011)
8
biedt de mogelijkheid om een online enquête op te stellen en te verspreiden door middel van het
kopiëren van een link. De enquête staat opgenomen in bijlage 2. De resultaten werden verwerkt en
in een groot Excell bestand weergegeven. De resultaten heb ik in Excell grafieken verwerkt.
Er zijn drie interviews afgenomen om erachter te komen wat de ervaringen van bestaande
erfgoedinstellingen zijn met het inzetten van QR-codes en locatieve media. Deze interviews vormen
de basis van drie cases:
1. UAR van het NAI.10
2. De IJdijkenroute van Sparked.11
3. IAM QR van het ATCB.12
Er zijn vier personen geïnterviewd die elk een andere functie hadden binnen een van de projecten.
De interviews zijn opgenomen met een dictafoon, zie bijlage 3 voor de uitwerkingen van de
interviews in spreektaal.
Voorafgaand en tijdens de onderzoeksperiode heb ik deelgenomen aan een aantal congressen die
van betekenis waren voor het onderzoek. Deze congressen zijn: ‘Kom je ook? – Buitenspelen met
mobiele media’ (9 december 2010), ‘Smart erfgoed’ (27-29 september 2011), ‘Strategiedag e-
tourism’ (23 november 2011) en ‘DISH 2011’ (6-8 december 2011).
Naast het schrijven van deze scriptie zijn er een aantal opdrachten uitgevoerd vanuit het project
Erfgoed-info en BOEi. Dit waren onder andere opdrachten voor de nieuwe projectenwebsite van
BOEi en de vormgeving van de mobiele website van het project. Om een duidelijk beeld te krijgen
van het project Erfgoed-info ben ik aanwezig geweest bij oriënterende gesprekken, hierbij was
Liesbeth Jansen ook aanwezig.13 Deze gesprekken, die in juli 2011 plaatsvonden, gaven een goed
beeld van het project. Deze informatie heeft een bijdrage geleverd aan het schrijven van deze
scriptie.
1.3 Achtergronden
´Van toen, voor nu en straks.´ - slagzin projectvoorstel “Erfgoed-info” september 2011.
De slagzin, zoals hierboven vermeld, is een korte introductie naar het project Erfgoed-info. Het
erfgoed, iets uit het verleden, nu laten zien en voor een volgende generatie beschikbaar maken.
In Nederland zijn naar schatting 200.000 monumentale objecten. Daarnaast zijn er talloze plaatsen,
gebouwen en objecten die geen monument zijn maar die wel een eigen verhaal hebben dat het
verdient gehoord te worden.
Maar op welke wijze maak je erfgoed en dan in het bijzonder gebouwd erfgoed voor het publiek
inzichtelijk? En informatief interessant? Het project Erfgoed-info bestaat uit een zichtbaar, fysiek
teken dat aangeeft dat er ter plekke mobiele informatie beschikbaar is.
10
http://www.nai.nl/uar (geraadpleegd 10 september 2011) 11
http://www.ijdijkenroute.nl/index.html (geraadpleegd 10 september 2011) 12
http://www.atcb.nl/persberichten/bebording-andere-gezichten (geraadpleegd 12 september 2011) 13
Oriënterende gesprekken met eventuele founding partners: Leo Endedijk (De Hollandsche Molen), Jan van Altenburg
(Paleis Soestdijk) en Onno Meerstadt (Stadsherstel Amsterdam)
9
Op dit moment is er voor gekozen om de informatie toegankelijk te maken met behulp van QR-
codes, maar dit zou kunnen veranderen door nieuwe opkomende technologieën. De QR-codes
zouden vervangen kunnen worden door bijvoorbeeld GPS-coördinaten of het inzetten van NFC-chips
(Near Field Communication).
Na het scannen van de QR-code met een smartphone wordt de gebruiker doorverwezen naar een
mobiele webpagina die is vormgegeven als een applicatie. Deze pagina laat de gebruiker vijf vragen
zien:
1. Wat is het verhaal?
2. Wat gebeurt hier nu?
3. Wat kan ik hier doen?
4. Meer?
5. Wat is er in de buurt?
Met deze vragen wil Erfgoed-info informatie bieden die helder en toegankelijk is voor diverse
doelgroepen. Naast de antwoorden op de vijf vragen is er voor de deelnemende partijen ook de
mogelijkheid geboden om een eigen applicatie aan het menu te koppelen, bijvoorbeeld een Layar
applicatie, zie afbeelding 1.14
Afbeelding 1: Voorbeeld van mobiele pagina “Erfgoed-info” met Layar applicatie.
Mede door de diversiteit van de deelnemende partijen, o.a. Hollandsche Molen, Stadsherstel
Amsterdam en Eigen Haard, zal er in de eerste fase van het project een groot aantal tags geplaatst
kunnen worden. Na de plaatsing van de eerste tags zal er gekeken worden naar de eventuele
valkuilen welke verwerkt en aangepast zouden kunnen worden in de tweede fase, waarin meerdere
partijen zich kunnen aansluiten. Naast de mobiele website komt er ook een projectenwebsite
14
Layar is een toepassing voor de smartphone en biedt gebruikers de kans informatie toe te voegen aan het beeld van de
camera van de telefoon. Deze applicatie maakt het mogelijk een informatielaag over de werkelijkheid te leggen.
10
waarop een volledig overzicht van alle objecten en organisaties te zien is. Ook is deze website een
plek voor informatie over het project Erfgoed-info en de partners en sponsoren.
Het project Erfgoed-info is een initiatief van BOEi. BOEi heeft er belang bij dat het imago en de
beleving van onroerend erfgoed bij het publiek verbetert. Zij wil graag dat de naamsbekendheid,
economische kracht, het draagvlak en het gebruik van onroerend erfgoed toeneemt.
Binnen de erfgoedsector houdt de non-profit organisatie BOEi zich bezig met het herbestemmen van
industrieel erfgoed. Zij doet dit vanuit verschillende invalshoeken: als investeerder, als ontwikkelaar
en als adviseur. BOEi staat voor “nationale maatschappij tot behoud ontwikkeling en exploitatie van
industrieel erfgoed”.15 De organisatie en dagelijkse bedrijfsvoering van BOEi zijn ondergebracht bij
Fondsenbeheer Nederland te Hoevelaken. BOEi telt 9fte in vaste dienst. Daarnaast werkt BOEi op
freelance basis met verschillende projectmanagers. Het project is ingediend bij de BankGiro Loterij
die jaarlijks projecten honoreert die de publieke waardering voor en kennis van erfgoed vergroten.
BOEi heeft Liesbeth Jansen aangesteld als projectbegeleidster van het project Erfgoed-info. Liesbeth
Jansen heeft binnen de organisatie van BOEi de rol van adviseur in het revitaliseren van gebouwen
en gebieden. Zij werkte als theaterproducent, communicatieadviseur, projectleider en als directeur
van de Westergasfabriek BV. Op dit moment is zij bestuurslid DCR Network, kernlid Stad-Forum
Amsterdam, lid van de Raad van Advies ACMC en voorzitter programmaraad Creatieve Fabriek in
Hengelo. Samen met Maarten Pedroli hebben zij het bedrijf Linkeroever en zijn zij de opdrachtgevers
van deze scriptie.16 Maarten Pedroli werkte als architect, grafisch ontwerper, brand manager,
interactie ontwerper, communicatie consultant, merkontwikkelaar en is nu o.a. ontwikkelaar van het
project Erfgoed-info. Dit project is de aanleiding voor het schrijven van deze scriptie over locatieve
media.
15
http://www.boei.nl (geraadpleegd 1 september 2011) 16
http://www.linkeroever.nl (geraadpleegd 25 december 2011)
11
2. Locatieve media
In dit tweede hoofdstuk wordt kennisgemaakt met het begrip locatieve media en welke rol deze
media kan spelen binnen de erfgoedsector. Om een beeld te krijgen van de reeds ontwikkelde
projecten op dit gebied is in paragraaf 2.3 een schema opgenomen met betrekking tot deze
projecten.
2.1 Begrip
Het begrip locatieve media, bedacht door Karlis Kalnins in 2003, lijkt het meeste geschikt te zijn voor
digitale media die van toepassing zijn op echte plaatsen. Karlis Kalnins gebruikte het begrip in eerste
instantie als een testcategorie voor producten uit het ‘Locative Media Lab’, een internationaal
opgezet netwerk van mensen die met nieuwe computertechnieken en -processen experimenteren.17
Het begrip locatieve media volgens DEN (Digitaal Erfgoed Nederland):
“Apparaten die gebruik maken van technologieën voor geografische plaatsbepaling, zoals het Global
Positioning System (GPS), mobiele telefoons, draadloze laptops, RFID en andere systemen voor
mobiele communicatie. Deze technologieën stellen mensen in staat om zichzelf en anderen op een
digitale plattegrond te lokaliseren en om informatie over de locatie waar ze zich bevinden op te
vragen.”18
Uit de begripsomschrijving van DEN blijkt dat er twee voorwaarden nodig zijn voor het gebruik van
locatieve media:
1. De apparaten (dragers) zoals een smartphone of een tablet.
2. De technologieën zoals Augmented Reality, QR-codes en NFC-chips.
Het begrip is relatief nieuw en bevindt zich in een constante staat van ontwikkeling. Heel kort gezegd
zijn locatieve media een verzamelnaam voor media die communicatie op locatie mogelijk maken. Het
meest gebruikte apparaat voor locatieve media is de mobiele telefoon met GPS functie en een
internetverbinding, een smartphone.19 Door het inzetten van locatieve media kunnen informatie,
afbeeldingen, audio en filmpjes aan een fysieke plek gekoppeld worden. Door deze media ontstaat
de mogelijkheid om de virtuele wereld te verbinden met de fysieke wereld.20 Locatieve media leggen
als het ware verschillende lagen van informatie over de fysieke omgeving heen.
Michiel de Lange stelt in zijn proefschrift “Moving Circles - Mobile Media and Playful Identies 2010”
een vijfvoudige typologie van locatieve media voor. Bij de onderstaande vijf categorieën worden
tussenhaakjes voorbeelden gegeven om een beeld te krijgen van de categorie.
Locatieve media technologieën worden gebruikt voor:
1. “For navigation and orientation in way finding.” Voor navigatie en oriëntatie (TomTom
navigatie systemen, Google Maps);
17
T. Thielmann, Locative Media and Mediated Localities: An Introduction to Media Geography (Siegen 2011) 2-15 18
http://www.den.nl/abc/Locatieve-media/ (geraadpleegd 5 september 2011) 19
http://www.fromstorytolegend.com/?p=210 (geraadpleegd 24 augustus 2011) 20
http://www.virtueelplatform.nl/#1483 (geraadpleegd 24 augustus 2011)
12
2. “To measure and visualize what is otherwise not visible.” Voor het meten en visualiseren van
wat niet op andere wijze zichtbaar is. (Amsterdam RealTime);
3. “To annotate physical locations with digital information.” Om fysieke locaties met digitale
informatie te verrijken. (Layar, QR-codes);
4. “To organize social interactions.” Om sociale interacties te organiseren. (Foursquare,
Facebook places);
5. “For pervasive games.” Bij deze categorie wordt de urbane omgeving het speelbord voor een
spel. (Geocaching).21
De vijf bovengenoemde categorieën zijn inmiddels niet meer helemaal volledig omdat er continue
nieuwe ontwikkelingen op dit gebied plaatsvinden. De indeling geeft een goed beeld van de omvang
en doelen van locatieve media.
2.2 Locatieve media in de erfgoedsector
In het voorjaar van 2011 telde Nederland ruim zes miljoen mobiele internetters van 12 tot 75 jaar, dit
aantal zal de komende jaren nog meer toenemen. De toename van het mobiele internetgebruik zal
een grote impact hebben op de erfgoedsector.22 Een uitvloeisel van deze explosieve toename van
nieuwe apparaten is dat museumbezoekers er van uit gaan dat ze hun smartphone overal kunnen
gebruiken. Als instelling moet je inspelen op het feit dat vrijwel elke bezoeker die de instelling
binnenloopt in het bezit is van een smartphone.23
Locatieve media en de erfgoedsector gaan goed samen omdat er een mogelijkheid ontstaat om de
erfgoedbeleving buiten de vier museummuren voort te zetten.24 Ook is het laagdrempelig omdat de
bezoeker gebruik kan maken van zijn eigen smartphone, een apparaat waar de bezoeker bekend mee
is en weet hoe het bedient dient te worden. De erfgoedinstellingen kunnen de bezoeker door middel
van het inzetten van locatieve media op een interactieve en persoonlijke manier betrekken bij de
instelling. Locatieve media kunnen op verschillende manieren in de openbare ruimte worden ingezet
door erfgoedinstellingen.25 Binnen de vier museummuren is het vaak lastig om gebruik te maken van
deze media, omdat het GPS signaal, waar de technologie gebruik van maakt, binnen in een gebouw
zwak is en dus niet locatie gebonden informatie kan weergeven.
Naast de mogelijkheden die locatie gebonden applicaties of mobiele websites de erfgoedsector
bieden, zijn er afgelopen jaren een aantal nieuwe technologieën bijgekomen. Een aantal erfgoed- en
commerciële instellingen zijn reeds bekend met het inzetten van deze nieuwe technologieën, zie
hoofdstuk 5.
21
M. de Lange, Moving Circles: Mobile Media and Playful Identities (Rotterdam 2011) 22
De erfgoedsector, gevormd door musea, overheidsinstanties, bedrijven en stichtingen, hebben als kerntaak het cultureel
erfgoed te behouden en aandacht en begrip van dit erfgoed te bevorderen. 23 ‘Mobile Apps Time-to-Adoption Horizon: One Year or Less’ in: The NMC Horizon Report: 2011 Museum Edition (2011) 10-13 24
K. Arvanitis, ‘Museums outside walls: mobile phones and the museum in the everyday’ in: Museums in a Digital Age
(2010) 170-176 25
N. Proctor, ‘From headphones to Microphones’ in: Museums, Creativity and Technology (2011) 20-65
13
2.3 QR-code projecten in Nederland m.b.t. erfgoed in de openbare ruimte
Het project “Erfgoed-info” heeft ervoor gekozen om QR-codes in te zetten om de informatie over te
dragen aan het publiek. Het projectteam houdt er rekening mee dat de QR-codes vervangen kunnen
worden door nieuwe opkomende technologieën als NFC en Points of Interest via GPS. In deze
paragraaf zal er een korte introductie worden gegeven het begrip QR-code. Hierna zal er in een
schema worden weergegeven welke QR-code projecten reeds door culturele instellingen zijn
ontwikkeld om inzicht te geven in het veld.
QR-codes QR staat voor Quick Response. Dit is een tweedimensionale streepjescode, die via de smartphone
informatie biedt door automatisch een URL te openen als de code gescand wordt. Volgens ‘The NMC
Horizon Report: 2011 Museum Edition’ vallen QR-codes, eveneens als NFC (Near Field
Communication), onder het kopje ‘Smart Objects’.26 Smart Objects hebben vier eigenschappen: het is
klein en daarom makkelijk om overal aan vast te maken, het bevat een eigen Unique code of teken,
het heeft een kleine opslag voor data (bijvoorbeeld een link naar een website) en het is een manier
om direct data naar een apparaat (bijvoorbeeld smartphone) te sturen.27
Schema
Zie volgende bladzijde (Figuur 1).
Conclusie schema
Op internet is het lastig te vinden welke organisaties actief zijn met het inzetten van QR-codes, er zijn
veel kleinschalige projecten welke door relatief kleine instellingen worden geïnitieerd. De projecten,
welke staan opgenomen in Figuur 1, passen de QR-codes op vier verschillende manieren toe in de
openbare ruimte:
1. QR-codes op stickers;
2. QR-codes op stoeptegels;
3. QR-codes op bordjes;
4. QR-codes geplaatst op een informatiebord.
Bij een aantal QR-code projecten verwijst de QR-code naar bestaande internetpagina’s of websites,
wat niet bevorderlijk is voor het gebruik. Vaak zijn de marges van deze websites groter dan het
scherm van de smartphone, hierdoor ziet de gebruiker maar een deel van de website. Ook is de
informatie op een standaard website vaak niet relevant op de locatie. De QR-code kan ook verwijzen
naar een mobiele website of naar mobiele webpagina’s. Deze pagina’s worden door een aantal QR-
code projecten speciaal ontworpen, hierdoor is de informatie op maat gemaakt en relevant op de
locatie. Ook kan de QR-code verwijzen naar een audio- of videofragment, als er audiofragmenten
worden toegepast op verschillende locaties kan er bijvoorbeeld een audiotour ontstaan.
26
Zie hoofdstuk 5 voor meer informatie over NFC 27
The NMC Horizon Report: 2011 Museum Edition, 30-33.
14
Figuur 1 - QR-code projecten in de openbare ruimte.
Project & Plaats Opdrachtgever Kader Lancering Methode Vorm Aantal Doorverwijzing naar:
Heldenroute van Rosendaele Vrijetijdshuis Brabant* X sep-11 QR Bordjes X Mobiele website
Informatieborden Zeist Museumkwartier Slot Zeist Vervolg van bestaande audiotour Zomer 2011 QR QR op informatieborden
14 URL verwijst naar audiofragment
Markant Friesland Koepel Markant Friesland X X QR QR bij ingang musea 21 Mobiele webpagina
Mobiele QR route voor UITweek Utrecht
Hogeschool en Universiteit Utrecht
UITweek 2011 13 - 16 augustus 2011
QR X X X
Monumenten route Breda VVV Breda Monumentendag 2011 sep-11 QR Bordjes 35 X
QR code op monument Utrecht Utrechts Monumenten Fonds Utrechts Monumenten Fonds 65 jaar
dec-09 QR Bordje 1 Mobiele website
QR Kerkenroute Zeevang VVV Zeevang Onderdeel QR Religieus Erfgoed Noord-Holland
jun-11 QR & AR X 7 X
QR-codes Brabantse monumenten
Provincie Noord-Brabant Project Restauratie van Monumenten
sep-10 QR Bordjes met monumentenschild
5 Desktop website
QR-codes Hunebeddencentrum Borger
Hunebedcenturm in Borger Europa Nostra Award sep-11 QR Borden 5 Mobiele webpagina
QR-codes in Dokkum Admiraliteitshuis, Speak en Ynform
X Begin 2010 QR QR op affiches en ansichtkaarten
X Desktop website
QR-codes Woerden Stichts-Hollandse Historische Vereniging
Themajaar Oude Hollandse Waterlinie
nov-11 QR Trottoirtegels 10 Verschillende webpagina´s
QR-ommetje van duizend jaar Ouder-Amstel
Monumenten Ouder-Amstel Oneindig Noord-Holland** mei-11 QR Bordjes 19 Desktop website
QR-route Heerlen Heerlen Vertelt X apr-11 QR Stickers 9 Mobiele website
QR-wandelroute door Venlo Limburgs Museum Ouverture 2010 X QR Bordjes X X
Speurtocht met QR-code Amerongen
Tabaksteeltmuseum X jul-11 QR X X Mobiele website
Stadswandeling QR Rotterdam Maritiem Museum Rotterdam 100 jaar geleden de eerste Chinezen
21 april - 19 mei 2011
QR Stickers op de grond 80 Mobiele webpagina
QR Parklezer Westergasfabriek Amsterdam
Westergasfabriek Stichting + BV
X apr-10 QR Emaille borden 30 Mobiele webpagina
* Oneindig Noord-Holland is een platform van verhalen over het verleden van Noord-Holland. ONH ontwikkelde meerdere QR-code routes. Zie www.onh.nl
** Vrijetijdshuis Brabant is een organisatie die het vrijetijdsbeleid van de provincie Noord-Brabant uitvoert en ontwikkelde meerdere QR-code routes. Zie www.vrijetijdshuis.nl
15
3. Drie locatieve media projecten
In het voorgaande hoofdstuk werd een schema weergegeven met een aantal QR-code projecten in
de openbare ruimte om een beeld te geven van het veld. Dit hoofdstuk zal dieper ingaan op drie
locatieve media projecten in de openbare ruimte. Aan de hand van drie cases er worden verduidelijkt
welke valkuilen en meevallers de projecten hebben ondervonden, met welke doelen de projecten
van start gingen en welke behaald zijn. De technieken die toegepast zijn, met welke doelgroepen,
gebruikersaantallen en partijen de projecten te maken hebben en de kosten die er gemaakt zijn. Ook
wordt er besproken welke toekomstplannen de projecten hebben.
Drie interviews vormen de basis voor de cases, zie bijlage 3 voor de uitwerkingen. De projecten zijn:
UAR van het NAI, de IJdijkenroute van Sparked en het IAM QR project van ATCB. Voor UAR is Ferry
Piekart geïnterviewd, hij is curator bij het NAI en houdt zich onder andere bezig met publieksbereik.
David van Zeggeren van Sparked is geïnterviewd voor het project IJdijkenroute waarvan hij de
projectmanager is. Voor het project van ATCB, IAM QR, zijn Ines Gall en Edgar Vijgeboom
geïnterviewd, zij hebben voor dit project een gedeelte van het design, de invoer en het CMS
gemaakt.28
Na het beschrijven van de drie cases word er in een schema weergegeven wat de sterke en zwakke
punten van de projecten zijn. Het doel van het geven van de drie cases en het schema is dat het voor
nieuwe locatieve media projecten ideeën genereert en met welke punten rekening gehouden kan
worden.
3.1 UAR van het NAI
Afbeelding 2: UAR applicatie van het NAI, voorbeeld De Bijenkorf Amsterdam.
28
Een Content Management System (CMS) is een software toepassing die het mogelijk maakt informatie te publiceren op
een internetpagina. Via de toepassing kunnen gegevens direct worden gepubliceerd op het internet en kan de informatie
op elk moment worden aangepast.
16
Introductie
UAR (Urban Augmented Reality) is een op locatie gebaseerde applicatie ontwikkeld door het NAI
(Nederlands Architectuurinstituut) en werd in Rotterdam gelanceerd op 30 juni 2010. Al lopend door
een stad met een smartphone maakt de applicatie het mogelijk om aan de hand van tekst, beeld,
archiefmateriaal, film en 3D modellen meer te weten te komen over de gebouwde omgeving. UAR
laat de stad zien zoals het was, zoals het had kunnen zijn en zoals het er in de toekomst uit komt te
zien. Op dit moment zijn de steden Amsterdam, Den Bosch, Den Haag, Gouda, Haarlem, Rotterdam
en Utrecht in UAR opgenomen.
Doel
Het doel van UAR is om over heel Nederland uit te groeien, dat er uiteindelijk één applicatie is over
Nederlandse architectuur waarin alles samen komt. Een doel van het NAI was om een nieuwe groep
mensen geïnteresseerd te krijgen voor architectuur of voor het NAI, dit doel is bereikt.
Partijen
UAR maakt gebruik van een stramien, ze zoeken één partij in een plaats die de leiding neemt, dit is
vaak een lokaal architectuurcentrum, deze partij zoekt daar zelf partijen bij. Het NAI vertrouwt de
partij volledig en deze krijgt carte blanche om het CMS te vullen. Er zijn dus tientallen partijen die
een rol spelen binnen UAR.
Techniek
De UAR applicatie maakt gebruik van Augmented Reality in Layar. Er wordt geen gebruik gemaakt
van fysieke punten, dit komt omdat er teveel punten zijn. UAR wilde juist werken met geo-locaties
via de satelliet zonder dat er markeringen aangebracht moesten worden, dit was voor hen
noodzakelijk. UAR werkt nu nog via een CMS waarin de verschillende partijen toegang tot hebben.
UAR dient als het ware als een platform. Op dit moment vindt er een onderzoek plaats naar de
koppeling van databases, zodat er minder tijd gaat zitten in het invoeren van informatie in het CMS.
De content is alleen te bekijken via de UAR app. Het ontwerp voor een pagina op het web ligt klaar,
maar daar is op dit moment geen budget voor. Naast deze financiële afweging is er ook een
auteursrechtelijke reden, er is toestemming om op een lage resolutie het fotomateriaal op een
mobiele website te gebruiken maar niet met een hogere resolutie op websites, dit heeft met
concurrentie te maken.
Doelgroep
De doelgroep van UAR is niet het vak-publiek, maar iedereen die belangstellend is voor zijn eigen
omgeving. In eerste instantie dacht UAR de groep van twintigers te bereiken, maar dertigers en
veertigers downloadde de applicatie het vaakst.
Kosten
Bij de opzet van het project was er geen businessplan. De reden hiervoor is dat het project heel klein
is ontstaan, het project is proefondervindelijk veel groter geworden. UAR heeft constant
geanticipeerd en doorgepakt op de successen die het project boekte. UAR is deels gefinancierd met
een subsidie voor digitalisering van twee ton, maar dit is maar een deel van de kosten, de rest heeft
het NAI zelf betaald.
17
Gebruik
Er zijn twee soorten gebruik van de applicatie:
1. Het toeristische gebruik, waarbij het gaat om de highlights.
2. Het “Shazam-achtige” gebruik, waarbij het gaat om het verkrijgen van sec informatie.29
Dit zijn twee verschillende manieren van gebruik, het ene heel recreatief en het andere om alleen
informatie te verkrijgen. Er zijn 60.000 downloads van de applicatie geweest, er is niet te achterhalen
of mensen de app nog steeds gebruiken. Wel kan er worden nagegaan hoeveel mensen de update
van de app downloaden, op deze manier kan het NAI het aantal actieve gebruikers bijhouden. Het is
moeilijk te achterhalen wat er in één sessie gebeurt.
Valkuilen
1. UAR is een technologisch project waar de organisatie van het NAI eigenlijk geen ervaring mee
heeft. Door veel met externen te werken is dit uiteindelijk opgelost.
2. Binnen een instelling gaat het vaak om het maken van een product, je zet het product neer
(bijvoorbeeld een tentoonstelling) en dan is het klaar. Bij de UAR applicatie werkt het niet zo,
het is een continu proces en er moet doorontwikkeld blijven worden. Doordat dit binnen het
NAI niet altijd is gebeurd heeft het project bijna een paar keer stil gelegen, even aankijken is
geen optie.
3. UAR is meer een platform dan een tentoonstelling van het NAI. UAR faciliteert voor veel
andere partijen die zelf content toevoegen en aanpassen. Hierdoor heeft UAR niet overal
greep op. Soms moet je als instituut accepteren dat content iets minder is, je kunt niet alles
controleren en editen.
4. Het doel van UAR was om over heel Nederland uit te groeien, dit duurt langer verwacht. Dit
heeft te maken met financiën en de economische situatie waardoor partijen vaker op de rem
gaan.
Meevallers
1. Het NAI wordt mede door de UAR applicatie als een heel innovatief instituut gezien en dat is
voor hen heel waardevol.
2. Het bereik van de mensen is goed gelukt, er zijn heel veel nieuwe mensen geïnteresseerd
voor architectuur of voor het NAI. Dit had het NAI in eerste instantie niet verwacht.
Toekomst
Binnenkort gaat UAR ondergronds, dat betekent dat je bijvoorbeeld de Noord-Zuid lijn kunt bekijken.
Een consortium van partijen die heel veel met het ondergrondse hebben, zoals Ballast-Nedam. Over
sommige nieuwe ideeën kan nog niets gezegd worden. In de toekomst zal UAR meer steden gaan
toevoegen, Hilversum staat bovenaan deze lijst.
29
Shazam is software die je kunt downloaden op een smartphone. De gratis applicatie kan snel muziek herkennen en geeft
vrijwel meteen weer wat de titel en artiest is van het liedje.
18
3.2 IJdijkenroute van Sparked
Afbeelding 3: IJdijkenroute van Sparked, voorbeeld Nassauplein Amsterdam.
Introductie
De IJdijkenroute is gerealiseerd door Sparked, een jong en innovatief bedrijf dat diensten en
oplossingen biedt voor de verbetering van online communicatie en interactie tussen bedrijven en
personen. De IJdijkenroute loopt van het Pontplein in Velsen naar de Jodenbreestraat in Amsterdam
en is ongeveer 40 km lang.
Doel
De IJdijkenroute heeft als doel de dijken zichtbaar en beleefbaar te maken en de verborgen verhalen
van de dijken te vertellen. De route richt zich op het uitdragen van de landschappelijke,
waterkerende, recreatieve, educatieve en cultuurhistorische waarden van de dijken.30 De fysieke
zichtbaarheid en het vertellen van verhalen aan verschillende doelgroepen zijn doelen die het project
IJdijkenroute inmiddels heeft bereikt.
Partijen
Oneindig Noord-Holland (ONH) heeft als het ware de IJdijkenroute geadopteerd. ONH is het
cultuurhistorische verhalenplatform van de Provincie Noord-Holland. De samenwerking is ontstaan
omdat de IJdijkenroute op zoek was naar een platform waar de verhalen op konden staan en er niet
genoeg budget was. ONH betaalt nu de helft van het project budget. De overheid, de gemeente en
verschillende stadsdelen zijn ook partners van de IJdijkenroute, zij hebben een aantal bordjes
geadopteerd.
Techniek
Voor het project IJdijkenroute is er gekozen voor QR-codes omdat dit voor de IJdijken toegankelijker
is dan veel andere locatiegebonden media (AR, applicaties) en omdat het zichtbaar is. De hele route
is op de website van ONH te vinden, daarmee wordt het voor de gebruiker duidelijk dat het een
route is en geen losse verhalen. Naast het platform van ONH is er de website IJdijkenroute.nl waar
informatie over het project te vinden is en routes te downloaden zijn. Het project is autonoom, er is
wel een samenwerking, maar het is een project van Sparked en dat probeert men met de website
ijdijkenroute.nl te verduidelijken.
30
http://www.ijdijkenroute.nl (geraadpleegd 2 januari 2012)
19
Doelgroep
De “digital natives” zijn de eerste doelgroep, dit zijn mensen die weten hoe ze moeten omgaan met
een telefoon. De cultuurhistorisch geïnteresseerden zijn de tweede doelgroep, dit zijn mensen tussen
de vijfenveertig en de zestig die routes fietsen en lopen. Ook de bewoners van de dijken zijn als
mogelijke doelgroep vastgesteld. Op dit moment is er weinig zicht op wie de codes scant waardoor
het moeilijk is een doelgroep analyse te maken, het is moeilijk te achterhalen of er gebruikers zijn die
een bepaalde route lopen of meerdere bordjes scannen.
Kosten
Om een mobiele website in de lucht te houden betaal je dataverkeer kosten. Hoe vaker de mobiele
website wordt geraadpleegd, hoe hoger de kosten zijn, dit is voor het project IJdijkenroute een paar
honderd euro. De financiering van de IJdijkenroute is rond tot 2013, er is momenteel geen budget
voor communicatie.
Gebruik
Alle gegevens worden verzameld in Google Analytics, hier kan worden teruggezien zien hoe vaak een
bordje gescand wordt.
Valkuilen
1. Er waren te weinig afspraken met de deelnemende partijen gemaakt over de content,
waardoor er last minute nog veel verhalen geschreven moesten worden.
2. Er is te weinig aan communicatie gedaan om uiteindelijk een goed effect te krijgen. Mensen
die erover hebben gehoord of gelezen gaan er gebruik van maken. Er was voor dit onderdeel
te weinig budget geraamd.
3. Er is vertrouwd op de aanwezigheid van bordjes op straat, wat misschien niet helemaal goed
was. Mensen herkennen de bordjes op straat niet en weten niet wat ze ermee moeten doen.
4. Mensen kunnen zonder smartphone de route niet volgen. Er zijn kleine foldertjes uitgegeven,
maar deze zijn vormgegeven als een soort communicatieboekjes met informatie over de
route met een paar verhaaltjes. De plattegrond die in de foldertjes is opgenomen is te klein,
er had eigenlijk gekozen moeten worden voor een boekje waarmee men zonder de mobiele
telefoon de route alsnog kan lopen en een groot deel van de verhalen kan lezen.
5. De kleine foldertjes liggen op een aantal plekken langs de route maar lang niet bij alle VVV´s,
hierdoor is de zichtbaarheid niet optimaal.
Meevallers
1. De taken waren goed verdeeld onder de verschillende partijen, hierdoor is de uitvoerfase
heel snel gegaan. Door deze goede communicatie is binnen drie weken een mobiele website
gebouwd, zijn vijfentachtig verhalen afgerond, zijn bordjes ontwikkeld, gemaakt en geplaatst
en de communicatie tussen Oneindig Noord-Holland geregeld.
2. De uiteindelijke kwaliteit en de hoeveelheid van de verhalen is heel goed. Er zijn vijfentachtig
verhalen op vierentwintig locaties.
3. De samenwerkingen met een aantal musea gingen boven verwachting goed. Bijvoorbeeld
met het Amsterdam Museum.
4. Er wordt veel aandacht uit de tafel gehaald. Dit is een tafel met een kaart erop, die langs de
verschillende culturele instanties reist die meedoen.
20
Toekomst
In de toekomst wil de IJdijkenroute de route uitbreiden met meer QR-code borden. Ook wil het
project graag audio en video in de bestaande en nieuwe routes toevoegen. Het aangaan van nieuwe
samenwerkingsverbanden met bijvoorbeeld de ANWB, Staatsbosbeheer, Stadsherstel, VVV´s en
andere cultuurhistorische projecten lijkt de IJdijkenroute interessant.
3.3 IAM QR project van ATCB
Afbeelding 4: Iam Amsterdam QR applicatie, voorbeeld van een bord.
Introductie
Het QR-code project van ATCB (Amsterdam Toerisme en Congres Bureau) is een onderdeel van het
project “Explore Amsterdam”. Door middel van het scannen van een QR-code ontvangt de gebruiker
informatie over bijvoorbeeld het gebouw waar de gebruiker op dat moment voor staat. Naast deze
informatie ontvangt de gebruiker, op basis van de locatie, tips over andere interessante plekken in de
omgeving. De borden bestaan uit vier tegels: een tegel met een rood kruis die verwijst naar de 3
kruizen in het wapen van Amsterdam, een tegel met een gekantelde QR-code, een tegel met een
korte Engelse tekst en een tegel met een korte Nederlandse tekst over de locatie. In totaal zullen er
132 borden worden geplaatst.31
Doel
Het doel van het project is de toeristen (zowel Nederlandse als buitenlandse) te stimuleren om het
centrum uit te gaan en ook andere buurten van Amsterdam te ontdekken, de QR-code dient hierbij
als een soort trigger.
Partijen
Het project is uitgevoerd door het ATCB. Reclamebureau EdenSpiekermann bedacht en ontwikkelde
het design van de 132 borden samen met de aardewerkfabriek Koninklijke Tichelaar in Makkum.32
Studio Parkers heeft een deel van het design gedaan, de invoer en het CMS gemaakt. Het project is
een opdracht van gemeente Amsterdam Economische Zaken en is gerealiseerd in samenwerking met
Bureau Monumenten & Archeologie, Stadsarchief en de betreffende stadsdelen.33
31
http://www.dmmediaplein.nl/news/item-1359-citymarketingactie-amsterdam (geraadpleegd 3 januari 2011) 32
Ibidem. 33
http://www.atcb.nl/persberichten/bebording-andere-gezichten (geraadpleegd 2 januari 2011)
21
Techniek
Het project “Andere gezichten van Amsterdam” in opdracht van gemeente Amsterdam is een
onderdeel van het gemeentelijke project “Explore Amsterdam”, waar het QR-project aanhaakt. Met
het QR-project heeft het ATCB twee vliegen in klap, er is een mobiele website gemaakt en binnen
deze mobiele website bevindt zich het QR-project. Binnen het QR gedeelte bevindt zich een QR-code
scanner applicatie die de gebruikers gratis kunnen downloaden.
Doelgroep
Het project is zowel voor Amsterdammers als binnen- en buitenlandse toeristen bedoelt.
Kosten
Het maken en bevestigen van de borden (132 in totaal) kostte naar inschatting 75.000 euro. Naast
deze kosten zijn er kosten gemaakt voor alle website ontwerpen, hosting etc., dit was een bedrag
van 25.000 euro. Na de oplevering van de borden lopen alleen de hostingkosten door.
Gebruik
Op dit moment is alleen nog stadsdeel Noord live gegaan, dit was eind november 2011. Naar
verwachting is het Centrum het volgende stadsdeel wat live gaat. Het aantal gebruikers valt nu nog
mee, er zijn nog niet veel web statistieken beschikbaar. Op dit moment wordt de mobiele website
gemiddeld 25 keer per maand bezocht. Er kan worden achterhaald hoe vaak de app wordt download,
maar niet hoeveel QR codes er worden gescand.
Valkuilen
1. De content moest door verschillende partijen goedgekeurd worden en historisch correct zijn.
Dit duurde langer dan verwacht omdat er partijen om de hoek kwamen kijken, zoals de
eigenaren van de historische panden, die soms andere dingen wilden dan het stadsarchief.
2. Het ophangen van borden aan een monumentaal pand is als vrij lastig ondervonden, er is een
vergunning nodig en het kost veel tijd om die te krijgen.
3. Soms moet het bordje worden opgehangen op een locatie waar het niet mogelijk is om een
bordje op te hangen, bijvoorbeeld op een plek waar een bepaalde slag heeft plaatsgevonden.
Er moet dan een andere oplossing worden bedacht, bijvoorbeeld een paal neerzetten, wat
vaak hogere kosten met zich mee brengt.
4. Op dit moment worden QR-codes ingezet, maar over vijf jaar zijn deze misschien verouderd.
Misschien dat GPS nauwkeuriger wordt en dit veel vaker wordt toegepast, wat doe je dan
met de bordjes?
5. Op dit moment staan de standaard locaties in de applicatie, maar er wordt nog gekeken of
QR echt doorzet. Hierdoor wordt het niet helemaal 100% goed gedaan, er zijn bijvoorbeeld
nog geen thema’s.
Meevallers
1. Er is goed over nagedacht wat er allemaal op het bord komt te staan, het is geen soort
sponsor bord waar de QR-code in het niet valt.
2. Wat je je moet blijven afvragen: Is het relevant voor de gebruiker of de consument om op
dat moment te weten? Geen dubbele informatie geven, niet vertellen wat de gebruiker met
zijn eigen ogen kan zien.
22
3. Er is rekening gehouden met de lengte van de URL’s achter de QR-codes. Deze zijn heel kort
gehouden, waardoor de code er duidelijk uit blijft zien en op deze manier kan de code
gemakkelijk gescand worden met een smartphone.
4. Er is rekening gehouden met vandalisme. Als er een derde van het QR-code bordje wegkrast
wordt dan blijft de code alsnog werken.
Toekomst
Er is nagedacht over het verwerken van een aantal thema’s binnen de QR-codes en stadsdelen, dit is
nu om budget redenen niet gerealiseerd, dit zal in de toekomst wel gedaan worden. Door het
koppelen van stadsdelen en QR-codes aan thema’s ontstaan er verhalen met een begin en een einde
wat gebruikers zal stimuleren om door te gaan en om meer te willen weten. Er zullen in de komende
maanden steeds meer borden worden geplaatst in de deelnemende stadsdelen.
3.4 Schema: locatieve media projecten in de openbare ruimte
Zie volgende bladzijde (Figuur 2).
23
Figuur 2 - De sterke en zwakke punten van de 3 cases.
UAR IJdijkenroute IAM QR
Sterke punten van het project
1. Nieuwe groep mensen geïnteresseerd in architectuur en het NAI
Fysieke zichtbaarheid van de dijken Toerist wordt door dit project uit het centrum geleid
2. In 7 grote steden aanwezig met veel punten van informatie
Vergeten verhalen teruggehaald Tweetaligheid van de bordjes
3. Collectie van het NAI in de openbare ruimte te bekijken
Eigen website waar informatie te vinden is en routes te downloaden zijn
De borden zijn overzichtelijk, duidelijke teksten, herkenbaar op straat
4. Proefondervindelijk is het project veel groter geworden dan verwacht
Onderdeel van grootschalig verhalenplatform waardoor meer bekendheid
Rekening gehouden met invloeden van buitenaf, o.a. verkleuring van de borden door de zon
5. Constant geanticipeerd en doorgepakt op de successen
Uitvoerfase ging heel snel en goed door duidelijke onderlinge communicatie
Rekening gehouden met vandalisme, een derde van de QR-code kan weggekrast worden
6. 60.000 downloads van de applicatie geweest Uiteindelijke kwaliteit en de hoeveelheid (85) van de
verhalen erg goed Op meerdere locaties in de verschillende stadsdelen aanwezig
7. Het NAI wordt mede door de UAR app als heel innovatief gezien
Er zijn in totaal 24 QR-code borden waar de verhalen te vinden zijn
Na het scannen van een code ontvang je meer interessante punten in de buurt
Zwakke punten van het project
1. Door samenwerking veel partijen geen controle op toegevoegde content
Subsidie loopt tot 2013, daarna geen geldtoevoer meer Geen thema´s of duidelijke verhaallijn aanwezig
2. UAR is meer een platform dan een tentoonstelling van het NAI geworden
Veel logo´s op de QR-code borden aanwezig, waardoor wirwar
Hoge bandbreedte waardoor hoge kosten voor buitenlandse toerist
3. Geen website van het project vanwege budget en auteursrecht
Door weinig afspraken met partijen over de content, lastminute veel verhalen geschreven
Veel partijen zeggenschap over de content waardoor dit langer duurde dan verwacht
4. Content is alleen te bekijken via UAR Op dit moment geen budget meer voor communicatie Het verkrijgen van vergunningen om borden op te hangen
aan een historisch pand duurde lang
5. financiële en de economische situatie: partijen vaker op de rem
Het project heeft vertrouwd op de aanwezigheid op straat, dit is niet genoeg
Nu maakt het project gebruik van QR-codes, straks is dit misschien verouderd
6. Technologisch project: het inzetten van externen kost extra geld
Foldertjes zijn verkeerd vormgegeven, mensen kunnen zonder smartphone de route niet lopen
24
4. Publieksonderzoek
De doelstelling van het publieksonderzoek is erachter komen hoe wenselijk het inzetten van
locatieve informatie over onroerend erfgoed bij het publiek is en of er vanuit de markt vraag is naar
het project ´Erfgoed-info’. De deelvraag die tijdens het onderzoek beantwoordt dient te worden: ‘Is
er interesse vanuit het publiek in locatieve informatie over onroerend erfgoed?’.
Om de deelvraag te kunnen beantwoorden is er gekozen om een kwantitatief onderzoek uit te
voeren in de vorm van een online enquête.34 Online onderzoek is een snelle en betrouwbare manier
van dataverzameling.
Een online onderzoek brengt een aantal voordelen met zich mee:
1. In korte tijd zijn veel respondenten te bereiken;
2. De onderzoekgegevens worden direct in bestandsvorm beschikbaar gemaakt;
3. Respondenten kunnen de vragenlijst invullen wanneer het hen goed uitkomt;
4. Er kan gebruik worden gemaakt van zowel audio- als videofragmenten.35
Een aantal nadelen van een online onderzoek zijn:
1. Het bereik van de enquête is beperkt tot internetgebruikers;
2. Intensieve begeleiding van de respondent en extra uitleg bij de enquêtevragen is niet
mogelijk;
3. Minder inzicht in non-respondenten.36
Het opstellen van de online enquête bestond uit een aantal fasen. Deskresearch, gesprekken37,
voorlopige vragen opstellen, controle door expert, proef enquête uitdelen onder testpubliek,
definitieve vragen formuleren en de enquête online zetten.38
De enquête heeft online gestaan op diverse sociale media van erfgoed instanties. De enquête heeft
gestaan op de Facebookpagina van de Reinwardt Academie, de Erfgoed2.0 pagina op LinkedIn en op
Twitter via David van Zeggeren en Bob Crezee. Ook heb ik gebruik gemaakt van mijn eigen netwerk.
In totaal hebben 150 respondenten de enquête ingevuld. Hierbij is rekening gehouden met drie
doelgroepen:
1. De professional; experts uit het veld via Linkedin pagina Erfgoed 2.0 en Twitter.39
2. De erfgoed student; via de Facebookpagina van de Reinwardt Academie.40
3. De niet cultureel- of erfgoedexperts; vrienden, familie, kennissen.
34
Zie bijlage 2 voor de online enquête. 35
http://www.right.nl/kwantitatief-onderzoek/voor-en-nadelen-kwantitatief-onderzoek (geraadpleegd 26 september 2011) 36
http://www.cultuurformatie.nl/Onderzoeksrapporten/VRM05_Publieksonderzoek.pdf (geraadpleegd 26 september
2011) 37
Kennismakingsgesprekken waarbij ik aanwezig was o.l.v. Liesbeth Jansen. Gesprekken met Onno Meerstadt (Stadsherstel
Amsterdam), Leo Endedijk (De Hollandsche Molen) en Jan Altenburg (Paleis Soestijk). 38
B. Verhage, Inleiding tot de marketing (2005) 114-116 39
http://www.linkedin.com/groups/Erfgoed-20-1160637?home=&gid=1160637&trk=anet_ug_hm (geraadpleegd 6
september 2011) 40
https://www.facebook.com/ReinwardtAcademie (geraadpleegd 6 september 2011)
25
Bovengenoemde doelgroepen lopen onderling erg uiteen, maar het is geen blinde steekproef.
Hierdoor zijn de resultaten niet representatief voor de totale populatie.
In dit hoofdstuk zullen de resultaten van het online onderzoek uitgelicht worden. De resultaten van
de online enquête zullen besproken worden aan de hand van grafieken en tabellen. Omdat er geen
vergelijkbaar onderzoek uitgevoerd is op het gebied van QR-codes voor onroerend erfgoed, zullen de
uitkomsten en bevindingen achteraf niet vergeleken worden met soortgelijke onderzoeken. Een
aantal enquête vragen zullen apart vergeleken worden met onderzoeken, deze onderzoeken dienen
als referentiekader.41
4.1 Resultaten
4.1.1 Algemene informatie respondent
In totaal hebben 150 respondenten de enquête ingevuld. Naar schatting is 65% van de enquêtes
ingevuld via Linkedin of Twitter, 10% door Reinwardt studenten en 25% door vrienden, familie en
kennissen. 34.67% van de respondenten is man en 65.33% is vrouw. De gemiddelde leeftijd van de
respondent is 35 jaar.
Ruim 42% van de respondenten geeft aan werkzaam te zijn in de kunst-of cultuur sector en 19.33%
geeft aan een kunst- of cultuur gerelateerde studie te volgen. Als je het percentage van de
respondenten werkzaam in de culturele sector vergelijkt met het percentage Nederlanders dat
werkzaam is in de culturele sector, is 42% van de respondenten een zeer hoog percentage. In 2009
werkte 2.0% van de totale Nederlandse bevolking in de culturele sector volgens Eurostat, Cultural
Statitics, 2011.42
Op de vraag: ‘Hoe vaak bezoekt u erfgoedinstelling?’ werd verschillend geantwoord. Er is één
persoon die aangeeft nooit erfgoedinstellingen te bezoeken en 29% van de respondenten bezoekt
vaak een erfgoedinstelling. 28% van de respondenten gaf als antwoord regelmatig een
erfgoedinstelling te bezoeken.
Informatie over erfgoed wordt door de respondent op verschillende manieren verkregen. De meest
voorkomende media hiervoor is internet dat zowel thuis als op de mobiele telefoon wordt
geraadpleegd, dit medium werd door de respondent 131 keer gekozen.
Op de gestelde vraag waren verschillende antwoorden mogelijk wat betekent dat sommige
respondenten één medium hebben aangevinkt en sommige meerdere antwoorden hebben ingevuld.
De respondent heeft gemiddeld 2.84 keer een antwoord ingevuld. Het is dus niet zo dat de
percentages in Grafiek 1 laten zien welk medium het vaakst gebruikt wordt, maar het aantal keren
dat de media door de respondent gekozen is.
41
T. Thomassen (red.) Archiefgebruikers: Consumenten van het verleden (2004) 59-69 42
http://epp.eurostat.ec.europa.eu/cache/ITY_OFFPUB/KS-32-10-374/EN/KS-32-10-374-EN.PDF (geraadpleegd 25
november 2011)
26
28%
87,33%
53,33%
36%
46,67%
32,67%
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Anders
Internet
Sociale media
Televisie
Tijdschriften
Vakbladen
Percentage
Op welke wijze komt men aan informatie over erfgoed?
Grafiek 1 – Verkrijgen van informatie over erfgoed.
Het medium internet wordt door 87.33% van de respondenten geraadpleegd voor het verkrijgen van
informatie over erfgoed. Uit een recent onderzoek van het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek)
blijkt dat in Nederland het aantal internetgebruikers procentueel snel stijgen.
“De toename van mobiel internetten is vooral te danken aan de ontwikkelingen en verspreiding van
de smartphone. In 2011 gaf 43 procent van de internetgebruikers aan online te gaan via een mobiele
telefoon. Dat is een verdubbeling vergeleken met een jaar eerder (21 procent). Ruim 20 procent van
de internetters ging mobiel op het web via de laptop. Dit aandeel is vrijwel gelijk gebleven aan vorig
jaar, maar is wel anderhalf keer zo hoog als in 2007 (13 procent).” – CBS, persbericht 25 oktober
2011.43
Naast het raadplegen van internet worden ook sociale media en tijdschriften door de respondent
vaak geraadpleegd. Het gebruik van sociale media zie je steeds meer toenemen in Nederland. In
2011 gaf 53% van de internetgebruikers aan dat ze in de voorgaande drie maanden actief waren
geweest op sociale netwerken zoals Hyves, Facebook en Twitter. Vooral jongeren maken hier veel
gebruik van (88%).44
Op de vraag: ‘Hoe komt u doorgaans aan informatie over erfgoed?’ was er ook de mogelijkheid om
een ander medium in te vullen, 42 respondenten (28%) hebben hiervan gebruik gemaakt. Zie Figuur
3 voor de anders genoemde media door de respondent.
43
http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/C80FA519-21C2-4421-A52B-BE47E543CC80/0/pb11n067.pdf (geraadpleegd 25 oktober
2011) 44
Ibidem.
27
Figuur 3 – Informatie over erfgoed op een andere manier verkregen dan de geboden keuzemogelijkheden.
Anders, namelijk:
Advertenties op straat (2)
Bij erfgoed zelf
Boeken (2) Familie (2)
Folder Museumjaarkaart
Folders (2)
Historische verenigingen
Kennissen (3)
Krant (6)
Mond op mond/ via via (9)
Netwerk (5)
Via opleiding (3)
Vrienden (5)
4.1.2 Smartphone
Om erachter te komen hoeveel respondenten in het bezit zijn van een smartphone werd de volgende
vraag gesteld: ‘Bent u in het bezit van een smartphone?’. Op deze vraag gaven 105 respondenten aan
in het bezit te zijn van een smartphone (70%). 45 respondenten (30%) gaven aan niet in het bezit te
zijn van een smartphone.
Uit een onderzoek van Telecom Paper (4 augustus 2011) blijkt dat vier op de tien Nederlandse
consumenten (42%) in het tweede kwartaal van 2011 een smartphone gebruikten.45 Dit is een flinke
stijging ten opzichte van het jaar daarvoor, toen waren nog maar 30% van de Nederlandse
consumenten in het bezit van een smartphone. Deze stijging is vooral te danken aan de jongeren. In
de leeftijdscategorie 15-29 bezit 60% een smartphone terwijl tussen de 60 en 64 jaar slechts 20% een
smartphone bezit.46
Onderstaande grafiek (Grafiek 2) geeft het aantal smartphone bezitters per leeftijdscategorie weer.
De leeftijdscategorie 16-25 jaar is duidelijk de koploper in het bezit van een smartphone. Naar mate
de leeftijden oplopen, loopt het bezit van een smartphone af. De gegevens uit de enquête zijn
vergelijkbaar met de gegevens uit het onderzoek van Telecom Paper.
Uitgerekend is 81,25% van de mannen en 68,49% van de vrouwen in het bezit van een dergelijke
telefoon.
45
http://www.telecompaper.com/nieuws/smartphone-penetratie-stijgt-naar-42-procent-in-nederland (geraadpleegd 1
december 2011) 46
http://www.marketingfacts.nl/berichten/20110804_42_procent_van_de_nederlanders_in_bezit_van_smartphone/
(geraadpleegd op 1 december 2011)
28
13 10
6
12
4 2
44
18 19
14
6 2 0
5
10
15
20
25
30
35
40
45
50
16-25 26-35 36-45 46-55 56-65 66-75
Aan
tal r
esp
on
de
nte
n
Leeftijdscategorie
Bezit smartphone ingedeeld naar leeftijd
nee
ja
36,19%
34,29%
7,62%
20%
1,90%
Type smartphones
iPhone
Android
Nokia
Blackberry
Anders
Grafiek 2 – Smartphonebezit ingedeeld naar leeftijd.
De groep van 70% respondenten die in het bezit is van een smartphone, bezitten verschillende type
smartphones. De iPhone is met 38 gebruikers de meest voorkomende telefoon binnen de groep
smartphone bezitters. De Android telefoon komt op de tweede plaats met 36 gebruikers. Het
antwoord: ‘Anders, namelijk’ werd twee keer ingevuld met Vodafone 360 en de Sony-Ericsson.
Grafiek 3 geeft in percentages weer welk type smartphone de respondent bezit.
Grafiek 3 – Type smartphone bezit in percentages.
“Ruim een derde van de smartphonebezitters in Nederland bezit een telefoon met Android als
besturingssysteem. Een op de vijf maakt gebruik van een iPhone met iOS. Dat blijkt uit onderzoek van
The Phone House onder duizend smartphonebezitters. The Phone House noemt de cijfers opmerkelijk
omdat de iPhone voorheen altijd aan de leiding ging. Uit het onderzoek kwam naar voren dat 17
procent van de respondenten WindowsMobile gebruikt en 16 procent een Blackberry in het bezit
29
45,45%
6,82%
4,55%
29,55%
27,27%
22,73%
38,64%
0% 5% 10% 15% 20% 25% 30% 35% 40% 45% 50%
Anders
IJdijkenroute (Sparked)
IkophetMuseumplein (Stedelijk Amsterdam)
JeVincent (Van Gogh Museum)
Museumapp (Amsterdam Museum, Waag Society)
Streetmuseum(London)
UAR (NAi)
Geraadpleegde erfgoed applicaties
heeft. 13 procent heeft een telefoon met Symbian van Nokia.” – Persbericht van nu.nl, 16 maart
2011. 47
De resultaten uit de enquête komen in de buurt van het onderzoek van The Phone House (zie
bovenstaand persbericht). Uit beide onderzoeken blijkt dat ruim een derde van de
smartphonebezitters in het bezit is van een telefoon met Android als besturingssysteem. Als
koploper komt de iPhone uit de enquête met ruim 36%, dit is in het onderzoek van The Phone House
anders. In dat onderzoek komt naar voren dat maar een op de vijf Nederlanders in het bezit is van
een iPhone, hier zit dus een duidelijk verschil tussen. Uit het onderzoek van The Phone House blijkt
dat 16% van de respondenten in het bezit is van een Blackberry, uit de online enquête komt naar
voren dat 20% van de respondenten in het bezit is van een Blackberry. Deze percentages zijn ten
opzichte van elkaar geen groot verschil. De resultaten uit de online enquête komen deels overeen
met de cijfers uit het onderzoek van The Phone House over het algemene smartphone bezit in
Nederland.48
Om een beeld te krijgen van wat voor soort erfgoedapplicaties de smartphone bezitters gebruik
maken, werd hen de volgende vraag voorgelegd: ‘Binnen de erfgoedsector zijn een groot aantal
mobiele applicaties ontwikkeld. Van welke applicaties heeft u wel eens gebruik gemaakt?’.
Van de respondenten die in het bezit zijn van een smartphone raadpleegt 41.9% wel eens een
applicatie die is ontwikkeld door een erfgoedinstelling. In Grafiek 4 staan de applicaties opgenomen
die de respondenten raadplegen. Er zijn 44 respondenten die deze vraag hebben ingevuld, omdat er
meerdere antwoorden mogelijk waren is deze vraag gemiddeld 1.75 keer ingevuld.
Bij deze vraag werd de respondent ook de mogelijkheid geboden om voor ‘anders, namelijk’ te
kiezen. Deze mogelijkheid van het geven van een open antwoord werd door 20 respondenten
gebruikt. Hier kwamen interessante antwoorden uit. Deze antwoorden zijn terug te vinden in Figuur
4.
Grafiek 4 - Geraadpleegde erfgoed applicaties door smartphone bezitters.
47
http://www.nu.nl/gadgets/2468941/een-derde-smartphonebezitters-heeft-android.html (geraadpleegd 25 november
2011) 48
Ibidem.
30
Figuur 4 – Andere erfgoedapplicaties die door smartphone bezitters gebruikt worden.
Anders, namelijk:
7scenes
Ambacht
ANWB buitenleven
De streetARt Layar
HistoryPin
Layar (kunst) (2)
Layar, Unesco, e.v.a
Leidse Loper
Love Art: National Gallary, Londen
MAMS (layar)
QR codes bij het Keringhuis
QR Heerlen Vertelt
Rijksmonumenten e.v.a.
Stellingtour
TOP's groene hart
Voornamelijk apps van buitenlandse instellingen
Xwashier
4.1.3 QR-codes
Om erachter te komen in hoeverre de respondent bekend is met het scannen van QR-codes werd de
volgende vraag in de enquête gesteld: ‘Scant u wel eens QR-codes met uw smartphone?’.
104 van de 105 respondenten in het bezit een smartphone hebben deze vraag ingevuld. Om een
evenwichtig beeld te krijgen van het gebruik van QR-codes is een grafiek opgesteld waarin
leeftijdscategorieën staan opgenomen (Grafiek 5). De antwoorden van de respondent op de verticale
as lopen op van het nooit scannen van een QR-code (1) naar het vaak scannen van een QR-code (5).
Uit een wereldwijd onderzoek van Queaar.com blijkt dat de grootste groep (25%) QR-code scanners
in de leeftijdscategorie 35-44 jaar te zitten.49 Uit de enquête blijkt dat de leeftijdscategorie 16-25 jaar
de grootste groep is met 43.75%. Uit de twee onderzoeken blijkt dat de leeftijdscategorieën uit
elkaar lopen. Het onderzoek van Quaar.com is wereldwijd, het verschilt per land welke
leeftijdscategorie het vaakst gebruik maakt van het scannen van een QR-code. Zo wordt er
bijvoorbeeld in Japan het meeste gebruik gemaakt van het scannen van QR-codes, gevolgd door de
Verenigde Staten. In deze landen is de trend QR-codes groter dan in Nederland.50
49
http://www.frankwatching.com/archive/2011/10/21/de-snelle-opkomst-van-qr-codes-infographic/ (geraadpleegd 5
december 2011) 50
Ibidem.
31
0 2 4 6 8 10 12 14
Geen antwoord
Nooit 1
2
3
4
Vaak 5
Aantal respondenten
QR-code scannen ingedeeld naar leeftijd
16-25
26-35
36-45
46-55
56-65
66-75
Grafiek 5 – Gebruik QR-code scannen ingedeeld naar leeftijdscategorie.
Wat opvalt aan de grafiek is dat er vaak de keuzemogelijkheid ‘geen antwoord’ is gegeven door de
respondent. Een reden hiervoor kan zijn dat de respondent niet bekend is met het fenomeen QR-
codes en de vraag links heeft laten liggen. Wat je kunt opmaken uit de gegevens in de grafiek is dat
het gebruik van QR-codes niet optimaal is. Slechts 4 respondenten geven aan vaak van de methode
gebruik te maken. Dit staat tegenover 18 respondenten, in dezelfde leeftijdscategorie, die aangeven
nooit gebruik te maken van het scannen van QR-codes. Gemiddeld scant de leeftijdscategorie 16-25
het vaakst QR-codes.
In de online enquête is een filmpje opgenomen om de respondent een beeld geven van locatieve
media in de openbare ruimte. Het filmpje bevat een fragment van een Youtube filmpje over ‘The
World Park Campaign’, dit is een project in Central Park, New York City, USA.51 Het project gaat over
QR-codes in het Central Park. De bezoeker krijgt na het scannen van een QR-code verschillende
dingen te zien. Zo kan de QR-code doorlinken naar Augmented Reality, naar filmpjes, informatie over
de geschiedenis van het park en naar een kinderpagina met een speurtocht waarin ‘Mister Squirrel’
kinderen door het park rondleidt.
Afbeelding 9: Fragment uit YouTube filmpje over de World park Campaign.
51
http://www.youtube.com/watch?v=7OCyfV_k2_g (geraadpleegd 28 september 2011)
32
Na het bekijken van het filmpje, zie Afbeelding 9, kreeg de respondent de volgende vraag
voorgelegd: ‘Wat zou u er van vinden als er een herkenbaar, fysiek teken komt wat aan geeft dat er
op een (fysieke)plek (virtuele)informatie beschikbaar is. Dit teken of 'Tag' zal na het scannen met de
smartphone informatie weergeven in de vorm van een mobiele webpagina. Zou dit voor u een
interessante manier zijn om aan informatie te komen?’
Deze vraag werd door 125 respondenten ingevuld, 113 respondenten (90.4%) antwoordden ‘ja’ en
12 respondenten (9.6%) antwoordden ‘nee’.
Terugkerende antwoorden (Ja):
‘Het eenvoudig is, snel, kort en bondig, plus ik zit niet met een irritante gids opgescheept of
een flyer waarvan ik de helft niet lees.’
‘Het snel en toegankelijk is. De informatie is op een gemakkelijke manier te verkrijgen. Naar
verwachting is deze informatie accuraat en up to date.’
‘Ik dan extra informatie krijg wat ik anders zou missen. En de plek krijgt extra lading en
betekenis.’
‘Het 'leuk' lijkt. Iets wat ik misschien zou doen als ik op vakantie ben of in elk geval geen
haast heb. Ik zie het vooral als 'vermaak'. Dat het informatief is, is bijzaak. Tenzij je het voor
educatieve doeleinden voor bijvoorbeeld speurtochten of schoolreisjes wil inzetten.’
‘Vernieuwend is en omdat je zo ook interactieve informatie kan krijgen. Niet alleen een saai
bord met tekst, maar ook film, geluid en daarnaast ook veel foto’s.’
‘Het onnodig papierverspilling tegengaat.’
‘Er geen moeilijke URL ingetikt moeten worden. Je snel bij de info bent terwijl je die anders
nooit zou achterhalen.’
De 90.4% respondenten die ‘ja’ hebben geantwoord geven vaak als reden dat het scannen van codes
gemakkelijk en snel is. Ook dat de informatie aan een plek gekoppeld wordt (on the spot) vinden de
respondenten relevant. De informatie zal hierdoor laagdrempelig worden, mits je in het bezit van
een smartphone bent. Je krijgt direct de informatie die beschikbaar is op je telefoon, waardoor het
minder tijd en moeite kost en dat maakt het voor de respondenten leuk. Ook de keuzevrijheid wordt
als een groot pluspunt gezien. De omgeving van het bordje speelt voor de respondenten ook een rol,
door het scannen van de code krijgt de omgeving meer context en kan er een confrontatie ontstaan
tussen oud en nieuw. De codes voorkomen dat de informatie in de vorm van bordjes aan de gevel
moet, wat door het grotendeel van de respondenten als iets positiefs wordt gezien.
Terugkerende antwoorden (Nee):
‘Nee, omdat ik weet dat ik beperkte informatie bekijk terwijl ik mogelijk ook nog meer er om
heen wil weten.’
‘QR-scanner op Blackberry zit er niet automatisch op en moet eerst als app gedownload
worden. Daarom eerder geneigd om via internet te zoeken, hoewel een eenmalige download
wellicht handiger zou zijn omdat in buitenland mobiel internet vaak niet beschikbaar is.’
‘Ik geen geduld heb om uitgebreid (op straat) te gaan lezen, of op zo een mini schermpje een
website te bekijken.’
‘Een foto maken en wachten op de informatie via een mobiel netwerk is vaak nog net iets te
sloom om fijn te gebruiken, en over enkele jaren is er waarschijnlijk weer een nieuw systeem.
Bijvoorbeeld via NFC.’
33
0 5 10 15 20 25
Geen antwoord
1 keer
2,5
5
7,5
Meer dan 10 keer
Aantal respondenten
Ge
bru
ik n
aar
aan
tal k
ee
r
Gebruik van methode ingedeeld naar leeftijd
16-25
26-35
36-45
46-55
56-65
66-75
‘QR codes inscannen omslachtig is en omdat de huidige initiatieven (even los van erfgoed)
kampen met te weinig inhoud of gewoon botte reclame bevatten.’
Een aantal respondenten geeft aan ‘nee’ te hebben geantwoord omdat zij niet in het bezit zijn van
een smartphone. Ook geeft iemand aan niets te hebben met QR-codes en dat het overbodig is. Er
wordt ook aangekaart dat men op zoek is naar specifieke informatie en deze door het scannen van
een QR-code niet zal krijgen.
De vraag ‘Hoe vaak denkt u van de methode (het scannen van Tags) gebruik te maken?’ werd door
de respondent positief beantwoord. Uit Grafiek 6 kan er opgemaakt worden dat de grootste groep
respondenten kiest voor de middenweg, het regelmatig scannen van de codes. Het kopje ‘1 keer’ is
met 3 respondenten de kleinste groep.
Met deze resultaten geeft de respondent aan geïnteresseerd te zijn in de methode van het scannen
van informatie op locatie. Ook kan er geconcludeerd worden dat de respondenten de methode
gemiddeld 5 keer zouden gebruiken.
Grafiek 6 – In welke mate denkt de respondent gebruik te maken van de methode (het scannen van tags) ingedeeld naar leeftijd.
4.1.4 On the spot informatie
Om erachter te komen op welke wijze de respondent op dit moment aan informatie komt over
onroerend erfgoed, werd de volgende vraag in de online enquête opgenomen: ‘Stel dat u een
wandeling maakt door een stad en u ziet een interessant gebouw staan. U bent geïnteresseerd in de
geschiedenis, de bouwconstructie of het huidige gebruik van het gebouw. Op welke wijze komt u op
dit moment aan dergelijke informatie?’. Deze open vraag is door de respondent meerdere malen
ingevuld. Het antwoord ‘niet’ staat ook opgenomen als informatiebron in Figuur 5. 10 respondenten
geven aan niet aan informatie te willen komen en hebben geen vragen als ze op een locatie aanwezig
zijn. De respondenten verkrijgen op diverse manieren informatie over onroerend erfgoed. De
verschillende informatiebronnen kunnen worden ingedeeld in twee groepen. De oude media
(kranten, tijdschriften, folders) en de nieuwe media (applicaties, QR scannen, internet op mobiele
34
telefoon). Een groot aantal respondenten past peer-to-peer educatie toe, zij stellen het op prijs als ze
van een ander persoon de informatie krijgen en daar vervolgens op kunnen reageren (gebouw
binnen lopen, familie, voorbijgangers). De getallen die tussenhaakjes staan in Figuur 5 geven aan hoe
vaak de informatiebron gekozen is door de respondent.
Figuur 5 – Huidige informatiebronnen on the spot.
Informatiebronnen
ANWB bordjes
Augmented Reality applicatie
Boeken (12)
Erfgoed.mobi
Familie (3)
Folder (6)
Gebouw binnen lopen (3)
Google (Maps/Places) (16)
Informatieborden (20)
Internet telefoon (66)
Internet thuis (36)
iPad
Layar
Museum
Niet (10)
QR scannen (7)
Reisgids (2)
Schriftelijke bronnen (3)
Straat advertenties
UAR applicatie (2)
Voorbijgangers (6)
VVV (7)
Wikipedia (9)
Een aantal terugkerende antwoorden:
‘Soms staat er een tekst bij een gebouw, maar vaker zoek ik informatie later op internet op.
Ik vind het hoe dan ook veel prettiger om rustig thuis verder te zoeken, dan dat ik ter plekke
info moet lezen. Dat geldt ook voor info in musea ed.’
‘Folder. PS mijn iPhone is een 3G. Die kan nog geen QR aan! Hoop dat u zoiets meeneemt in
de enquêteresultaten! Ook dat dit op Twitter te lezen is...als de enquête verder nergens zou
staan (weet ik niet...) dan sociale media vertekent dit uiteraard de resultaten... PS2
onderstaande filmpje met mijn iPhone niet aanklikbaar en dus niet te zien!’
‘Ik vraag het mij even af en vergeet het weer. Ik neem dus eigenlijk niet de moeite om het
nog op te zoeken.’
‘Ja, via internet of sneller via een smartphone.’
‘Als er geen informatiebordje bij staat, probeer ik het op te zoeken via mijn telefoon.’
‘In eerste instantie hopelijk via een bordje, zo niet dan QR-code/Layar/erfgoed.mobi/UAR of
opzoeken via straatnaam.’
35
92,86%
64,29%
85,71%
53%
27,78%
12,70%
73,02%
13,49%
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Het verleden
Het programma (als het een publiek gebouw is)
Het heden
De toekomst
De omgeving van het gebouw
De huur of verhuur van het gebouw
De binnenkant van het gebouw
Anders
Percentage respondenten
Soorten van informatie op locatie
Om er achter te komen welke informatie de respondent op locatie wil ontvangen, is de volgende
vraag in de enquête opgesteld: ‘Stel dat u voor een gebouw staat en een dergelijke 'tag' scant met
uw smartphone. Welke informatie zou u dan willen ontvangen?’ Onderstaande grafiek, Grafiek 7,
geeft weer welke soorten informatie de respondent zou willen ontvangen. 126 respondenten hebben
deze vraag beantwoord, omdat het een meerkeuze vraag was hebben de respondenten meerdere
antwoorden ingevuld. Gemiddeld heeft de respondent de vraag 4.23 keer ingevuld.
Grafiek 7 – Soorten van informatie over de locatie.
De percentages in bovenstaande grafiek lopen erg uiteen. Opvallend zijn de soorten van informatie
over het verleden, het heden en de binnenkant van het gebouw, deze percentages zijn erg hoog. Wat
mij opviel was dat er nauwelijks animo is voor informatie over de omgeving van het gebouw. In veel
applicaties over erfgoed, bijvoorbeeld I AM QR van het ATCB, zie je dat de omgeving een grote rol
speelt. Zo kan je bijvoorbeeld na het scannen van een QR code op de kaart kijken welke plekken er
nog meer een verhaal vertellen. Bij deze vraag was er ook de mogelijkheid om ‘anders’ in te vullen,
op deze open mogelijkheid werd divers gereageerd. Een aantal terugkerende antwoorden.
‘ALLES!!! natuurlijk, wat ik op dat moment op die plek nodig heb/wil zien, kan ik nu niet
voorspellen, het wordt juist interessant als al deze dingen in principe beschikbaar zijn en
makkelijk te bereiken...’
‘Voor/na restauratie incl. technische of esthetische afwegingen.’
‘Bouwconstructie/tekeningen, detailfoto's, het verhaal van de plek.’
‘Bijzondere feiten en/of gebeurtenissen.’
‘Welke ambtelijke status (rijks/provinciaal/gemeentelijk monument of niet).’
De vraag ‘Welke extra functies, naast de gegeven informatie, lijken u geschikt voor een 'tag?’ geeft
inzicht in wat de respondent, naast de gegeven informatie, verder met de informatie wilt doen. Wil
hij/zij informatie delen? Een mening geven? Zelf informatie toevoegen? Deze vraag werd door 123
respondenten gemiddeld 2.42 ingevuld. Zie Grafiek 8 voor de resultaten.
Wat mij opviel is dat het keuzemogelijkheid ‘Kaart (van de omgeving)’ door de respondent bijna 72%
is gekozen. Bij de voorgaande vraag over soorten van informatie vulde de respondent slechts 27.78%
het antwoord ‘De omgeving van het gebouw’ in. Het antwoord ‘Een knop: Meer’, waarbij het
36
7,32%
56,91%
56,10%
25,20%
71,54%
25,20%
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80%
Anders
Delen (op Facebook, Twitter, Google+)
Een knop: Meer (met informatie over de buurtwaar u zich op dat moment bevindt)
Een knop: Voeg toe (eigen foto's, tekst toevoegenaan de 'tag')
Kaart (van de omgeving)
Rate (het gebouw beoordelen d.m.v. het gevenvan een aantal sterren)
Percentage respondenten
Extra functies binnen een 'tag'
voorbeeld ‘Informatie over de buurt waar u zich op dat moment bevindt’ wordt gegeven,
antwoordde 56.10% geïnteresseerd te zijn. Kortom, een conclusie over hoe graag het publiek
informatie over de omgeving wil ontvangen, wordt uit dit onderzoek niet duidelijk. Wel is de
respondent geïnteresseerd in een kaart van de omgeving waar de respondent zich op dat moment
bevindt.
Grafiek 8 – Welke extra functies zijn geschikt binnen een tag.
4.2 Conclusie
Nederlanders zitten minder vaak dan vroeger voor de televisie of achter de computer. Een groot
aantal mensen draagt zijn eigen computer dagelijks met zich mee, de smartphone. 70% van de
respondenten is in het bezit van een smartphone, de iPhone en toestellen met Android zijn het
populairst. Mensen zijn on the spot goed te bereiken via dit medium. Hoewel oude media (kranten,
tijdschriften) nog steeds door de respondent geraadpleegd wordt voor informatie over erfgoed zie je
een grote toename van het gebruik van nieuwe media.
De leeftijdscategorie 16-25 is het meest geïnteresseerd is als het gaat om het inzetten van QR-codes
bij erfgoed, zij scannen gemiddeld het vaakst QR-codes en zijn de grootste groep smartphone
bezitters. De groep 26-35 is minder geïnteresseerd in de nieuwe technologie, maar juist wel
geïnteresseerd in informatie over erfgoed op locatie. Over het algemeen is het gebruik van het
scannen van QR-codes nog niet optimaal. Hier tegenover staat dat het merendeel van de
respondenten aangeeft geïnteresseerd te zijn in de methode van het scannen van een QR-code om
informatie op locatie te ontvangen.
De respondent is na het scannen van een QR-code in het bijzonder geïnteresseerd in informatie over
het verleden, het heden en de binnenkant van het gebouw. Als extra functies worden een kaart van
de omgeving, een knop met meer informatie en delen op sociale media door de respondent
genoemd.
37
5. De toekomst van QR-codes
QR-codes hebben een zeer lucratief jaar gehad in Nederland, steeds meer commerciële bedrijven
realiseren zich het belang van mobiele marketing.52 Maar ook binnen de erfgoedsector zie je steeds
meer projecten die de QR-codes toepassen, zie hoofdstuk 2 paragraaf 2.3.
Naast de toename van het toepassen van QR-codes zijn er ook andere nieuwe en opkomende
technologieën zoals Augmented Reality, Points of interest op basis van GPS, NFC en
beeldherkenning. Om een beeld te krijgen van wat deze nieuwe opkomende technologieën inhouden
wordt er in dit hoofdstuk een korte introductie gegeven op deze technologieën. Na deze introductie
wordt er gekeken naar de technologie QR-codes met behulp van de Hype Cycle van Gartner, waarin
de stand van zaken geschetst wordt voor wat betreft de trend QR-code.
5.1 Nieuwe opkomende technologieën
Augmented Reality (AR)
AR is het toevoegen van extra informatie aan het beeld van de werkelijkheid. De term AR is bedacht
in 1990 en de eerste mobiele AR applicaties kwamen in 2008, op dit moment zijn er veel applicaties
met AR op de markt.53 De twee vormen van AR zijn de fysieke objecten van informatie voorzien en
van print naar multimediaal.54 De AR technologie past goed bij een van de hoofdfuncties van musea:
interpretatie. Het toevoegen van meerdere lagen van informatie bij een object of tentoonstelling is
een simpele manier om bezoekers een diepgaandere ervaring te bieden.55
“AR can be seen as an intuitive doorway through which data can be easily attached to real world
object, settings, and processes that facilitates a deeper meaning and understanding of what is being
seen.” – The NMC Horizon Report: 2011 Museum Edition.56
Volgens Hein Wils (Projectmanager ARtours, mobile Augmented Reality & Art. van het Stedelijk
Amsterdam) is AR een extra laagje over de werkelijkheid en zorgt voor botsingen tussen virtueel
erfgoed en de werkelijke ruimte. AR creëert volgens hem een nieuw platform voor artistieke
experimenten, is het perfecte middel voor museuminnovatie en samenwerking en genereert
communicatie, interpretatie en contextualisatie.57
Voorbeeld: ARtotheque van het Stedelijk Museum (SM), tijdens het Lowlands festival 2010 leende
het SM digitale versies van beroemde kunstwerken gratis uit aan de festivalbezoekers. De bezoekers
52
http://www.qrcodepress.com/qr-codes-news/ (geraadpleegd 24 december 2011) 53
‘Augmented Reality Time-to-adoption Horizon: Two to Three Years’ in: The NMC Horizon Report: 2011 Museum Edition
(2011) 18-21 54
http://www.frankwatching.com/archive/2009/04/14/de-naakte-waarheid-over-augmented-reality-waar-liggen-de-
kansen/ (geraadpleegd 24 december 2011) 55
G. Black, The Engaging Museum (2005) 179-210 56
‘Augmented Reality Time-to-adoption Horizon: Two to Three Years’ in: The NMC Horizon Report: 2011 Museum Edition
(2011) 19 57
Conferentie Smarterfgoed, 27-29 september 2011, De Waag Amsterdam.
38
konden de kunstwerken overal op het terrein ophangen en creëerden daarmee een digitale
tentoonstelling.
Afbeelding 5: ARtotheque Stedelijk Museum Lowlands Festival.
Beeldherkenning
De technologie beeldherkenning vond haar oorsprong in 2006. Bij beeldherkenning wordt er geen
gebruik gemaakt van een tag of marker. De gebruiker maakt een foto van iets, zowel print als echte
objecten, bijvoorbeeld van een monument, waarbij het hele beeld wordt herkend. Aan elk beeld
kunnen verschillende links worden gekoppeld, naast mobiele websites kunnen dat ook afbeeldingen,
audiobestanden of videofragmenten zijn.
Voorbeeld: Adidas Iapp.58 Deze app van Adidas maakt het mogelijk om een foto van een paar Adidas
schoenen te maken waarna je een overzicht krijgt van die specifieke schoen, andere soortgelijke
schoenen en de dichtstbijzijnde winkel waar je ze kunt kopen.
Afbeelding 6: Voorbeeld van beeldherkenning met de Adidas I App.
Near Field Communication
Een NFC-chip kan op drie verschillende manieren toegepast worden: als tag emulatie (passief), als
een reader (actief) en als peer-to-peer mode waarbij het mogelijk is om te communiceren tussen
58
http://counterkicks.com/2011/08/05/adidas-originals-iphone-app (geraadpleegd 29 december 2011)
39
twee toestellen met NFC met een afstand van maximaal 10 centimeter. NFC kan bijvoorbeeld
worden gebruikt voor betalingen en wordt gebruikt in de OV-chipkaart.59
Voorbeeld: in Berlijn zijn op 250 plekken door de hele stad NFC stickers geplakt. Gebruikers kunnen
door middel van het ‘swipen’ van hun telefoons over deze stickers heen hun vrienden vertellen dat
ze zijn ingecheckt op die locatie.60 Dit project bestond al voor Foursquare.61
Afbeelding 7: Smartphone met voorbeeld Friendticker.
Points of Interest op basis van GPS(POI)
Een POI is een specifieke locatie die iemand nuttig of interessant vindt. Op basis van je locatie
verkrijg je informatie op je smartphone. Navigatiesoftware maakt onder ander gebruik van deze
technologie, je krijgt dan bijvoorbeeld in een TomTom navigatiesysteem een tankstation, hotel of
restaurant te zien. In de toekomst zal deze technologie ook gebruikt kunnen worden door
erfgoedinstellingen. In een later stadium zal het ook mogelijk worden om als gebruiker een POI aan
te bevelen en meer informatie toe te voegen.
5.2 Gartner’s Hype Cycle
In de voorgaande paragraaf werden een aantal nieuwe opkomende technologieën geïntroduceerd
die gebruik maken van de locatie waar de gebruiker zich op dat moment bevindt en welke worden of
kunnen worden ingezet door erfgoedinstellingen. Aan de hand van de Hype Cycle van Gartner wil ik
in gaan op de trend of hype van de QR-codes.
De Hype Cycle
De Hype Cycle van Gartner is een grafische weergave van de volwassenheid, adoptie en
toepasbaarheid van nieuwe technologieën voor de komende tien jaar. De Hype Cycle wordt elk jaar
gepubliceerd. De Cycle probeert in te schatten welke technologieën gehyped worden en wanneer ze
gemeengoed worden. Zie afbeelding 8.
59
http://tweakers.net/nieuws/71011/simkaarten-krijgen-zelfde-soort-nfc-chip-als-ov-chipkaart.html (geraadpleegd 25
december 2011) 60
http://en.friendticker.com (geraadpleegd 29 december 2011) 61
https://foursquare.com (geraadpleegd 29 december 2011)
40
Afbeelding 8: Hype Cycle Gartner 2011.62
Aan de hand van vijf fasen worden de technologieën ingedeeld:
1. Technology Trigger: De doorbraak of productlancering. Belangstelling van de media leidt tot
aanzienlijke publiciteit. Vaak zijn deze technologieën niet bruikbaar en de commerciële
levensvatbaarheid is niet bewezen.
2. Peak of Inflated Expectations: “Piek van de opgeblazen verwachtingen”. Ontwikkelingen
waarvan de verwachtingen op dit moment erg hoog gespannen zijn. Er kunnen succesvolle
toepassingen van een technologie zijn maar er zijn vaker mislukkingen.
3. Trough of Disillusionment: Ontwikkelingen die zijn afgedaald naar een dieptepunt. De
belangstelling neemt af omdat er niet aan de verwachtingen wordt voldaan.
4. Slope of Enlightenment: Tweede en derde generatie producten. Ontwikkelingen die alsnog
geaccepteerd worden en hard op weg zijn mainstream te worden.63
5. Plateau of Productivity: “Plateau van productiviteit.” De voordelen worden gedemonstreerd
en aanvaard. De mainstream adoptie begint toe te nemen.
QR-codes in de hype Cycle
De QR-codes bevinden zich in het begin van de “Slope of Enlightenment” fase in de Hype Cycle.
Volgens Gartner zijn de QR-codes op dit moment bezig met het beklimmen van de helling, onderweg
naar het “Plateau of Productivity”. De QR-codes zijn hard op weg om mainstream te worden. In de
Cycle (Afbeelding 8) staat er een licht blauwe bolletje wat aan de QR/Color code is verbonden, dit
betekend dat het 2 tot 5 jaar kan duren voordat mainstream adoptie plaats vind. Aan de hand van de
Hype Cycle van Gartner kan geconcludeerd worden dat QR-codes nog 2 tot 5 jaar nodig hebben
voordat het relevant en toe te passen is op de brede markt. 62
http://www.marketingfacts.nl/berichten/20110811_gartners_hype_cycle_2011_social_analytics_en_activity_streams_be
re (geraadpleegd 5 december 2011) 63
Mainstream betekend in deze context de grote massa mensen.
41
6. Conclusie In dit laatste hoofdstuk worden conclusies getrokken en aanbevelingen gedaan. In dit hoofdstuk zal
daarmee geprobeerd worden een antwoord te geven op de onderzoeksvraag: “In welke mate zijn
QR-codes geschikt om de kennis over onroerend erfgoed bij een breed publiek te vergroten?”
6.1 Conclusie
De mogelijkheden die digitale media de erfgoedsector bieden zijn de afgelopen jaren exponentieel
gegroeid. Het begrip locatieve media lijkt het meeste geschikt te zijn voor digitale media die van
toepassing zijn op echte plaatsen. De erfgoedsector ziet locatieve media als een kans en een manier
om zich op een andere manier te profileren, het publiek beter te begrijpen en te bereiken en om een
nieuw publiek aan te spreken. Ook kan door het inzetten van locatieve media de erfgoedbeleving
buiten de vier museummuren worden voortgezet en is het laagdrempelig omdat het publiek zijn
eigen smartphone gebruikt. Door het inzetten van locatieve media wordt de erfgoedbeleving
interactiever en persoonlijker. Een vorm van locatieve media zijn QR-codes. Dit zijn
tweedimensionale streepjescodes, deze kunnen via een smartphone informatie bieden door
automatisch een URL te openen als een code gescand wordt. Er zijn tal van erfgoedorganisaties actief
met het inzetten van QR-codes, toch was het vrij lastig om al deze projecten te achterhalen, vaak
omdat het om kleinschalige projecten gaat. De QR-codes worden op verschillende manieren in de
openbare ruimte toegepast: op stickers, stoeptegels, bordjes en op bestaande informatieborden. Na
het scannen van een QR-code met een smartphone kan je als gebruiker doorverwezen worden naar
een mobiele website, applicatie, audio- of videofragmenten, naar losse webpagina’s of een website.
Om een antwoord te geven op de deelvraag: “Wat zijn de ervaringen van bestaande
erfgoedinstellingen met het inzetten van QR-codes of locatieve media in de openbare ruimte?” zijn
er in hoofdstuk 3 drie cases opgenomen. Vanuit deze cases wordt er inzichtelijk gemaakt wat de
ervaringen van de erfgoed projecten zijn met het inzetten van QR-codes en locatieve media in de
openbare ruimte. Het hoofdstuk behandelt twee projecten op basis van QR-codes en één project
met Augmented Reality. In de laatste paragraaf van het hoofdstuk staat een schema opgenomen met
de sterke en zwakke punten van de projecten. De ervaringen van de 3 projecten komen vaak met
elkaar overeen. Het verzamelen van de content, het historisch correct zijn van de content en het
maken van te weinig afspraken met deelnemende partijen over de content zorgde ervoor dat de
projecten langer duurde dan verwacht en meer kosten met zich mee bracht. Het verkrijgen van
vergunningen voor het ophangen van de QR-codes op een monumentaal pand kostte de projecten
ook meer tijd en geld dan in eerste instantie was ingepland. Aan de hand van de volgende punten is
geprobeerd inzichtelijk te maken wat de ervaringen van de drie projecten zijn met het inzetten van
locatieve media in de openbare ruimte: introductie, doel, partijen, techniek, doelgroep, kosten,
gebruik, valkuilen, meevallers en toekomst.
Er is een publieksonderzoek uitgevoerd om een antwoord te geven op de deelvraag: “Is er interesse
vanuit het publiek in locatieve informatie over onroerend erfgoed?”. Voor dit onderzoek is er een
online enquête onder 150 respondenten afgenomen. Om de interesse van het publiek te meten zijn
er diverse vragen gesteld om algemene informatie van de respondent te achterhalen, over het
smartphonebezit, over QR-codes en over locatiegebonden informatie. Uit de antwoorden kan het
volgende geconcludeerd worden: 70% van de respondenten is in het bezit van een smartphone, de
42
iPhone en toestellen met Android zijn het populairst. Het publiek is door dit medium on the spot
goed te bereiken. De oude media (kranten, tijdschriften) worden door de respondent geraadpleegd
voor informatie over erfgoed, maar je ziet een grote toename van het gebruik van nieuwe media. Als
het gaat om locatiegebonden informatie is de respondent in het bijzonder geïnteresseerd in
informatie over het verleden, het heden en de binnenkant of interieur van het gebouw. De
respondent is naast deze informatie geïnteresseerd in het delen op sociale media, in een kaart van
de omgeving en een knop met meer informatie. De leeftijdscategorie 16-25 is de doelgroep die het
meest geïnteresseerd is als het gaat om het inzetten van QR-codes bij erfgoed. Dit is de grootste
groep smartphone bezitters en geïnteresseerd in het toepassen van nieuwe technologieën. De groep
26-35 is minder geïnteresseerd in de QR-codes, maar juist wel geïnteresseerd in informatie over
erfgoed op locatie. Er kan geconcludeerd worden dat de respondent over het algemeen weinig
gebruik maakt van het scannen van QR-codes. Het merendeel van de respondenten geeft aan
geïnteresseerd te zijn in de methode van het scannen van een QR-code om informatie over erfgoed
op locatie te ontvangen.
In hoeverre is het inzetten van QR-codes door erfgoedinstellingen geschikt voor de toekomst?
Het zal twee tot vijf jaar duren voordat de QR-codes mainstream worden. Dit betekent dat de QR-
code de komende jaren steeds meer zal worden toegepast en algemeen geaccepteerd zal worden.
De QR-code is fysiek aanwezig op straat, mensen herkennen het steeds vaker, omdat het vaker wordt
toegepast, ook door de commerciële sector. Met elk jaar neemt het aantal smartphonebezitters toe,
waardoor straks iedereen de mogelijkheid heeft om de QR-code te scannen. De fysieke zichtbaarheid
op straat is een groot voordeel van de QR-codes, nieuwe opkomende technologieën maken vaak
geen gebruik van deze fysieke zichtbaarheid. In de toekomst zal de smartphone zelf aangeven
wanneer er informatie beschikbaar is waardoor het scannen van een dergelijke tag overbodig wordt.
Erfgoedinstellingen die gebruik maken of gaan maken van het toepassen van QR-codes moeten
rekening houden met nieuwe opkomende technologieën. Dit kan bijvoorbeeld door het ontwikkelen
van QR-code bordjes die kunnen switchen naar een andere technologie, zoals NFC chips. Dergelijke
chips kunnen bijvoorbeeld bij het bordje geplaatst worden. Erfgoedinstellingen moeten wel rekening
houden dat het niet een wirwar van verschillende technologieën gaat worden. Nieuwe opkomende
locatieve media zijn: NFC-chips, beeldherkenning, Augmented Reality en GPS-coördinaten.
6.2 Aanbevelingen
QR-codes zijn geschikt om informatie over erfgoed aan een breed publiek over te dragen. Instellingen
die deze technologie willen toepassen in de openbare ruimte, met betrekking tot erfgoed, kunnen
rekening houden met de volgende punten.
De instelling
Instellingen moeten niet alleen rekenen op de aanwezigheid van QR-code bordjes op straat, dit is
niet genoeg. Een goed communicatieplan is van belang voor een QR-code project in de openbare
ruimte. Hierdoor krijgt het publiek van het project te horen, zien zij de bordjes op straat en zullen zij
het vervolgens gaan gebruiken. Als er geen manier wordt geboden om de route of informatie op een
andere manier dan met een smartphone te krijgen, loop je als instelling de groep mensen mis die
niet in het bezit zijn van een smartphone. Om deze groep alsnog te kunnen bereiken zouden er
43
bijvoorbeeld plattegronden gemaakt kunnen worden, die zowel op de website te downloaden zijn als
een papieren versie die bijvoorbeeld verkrijgbaar is bij een VVV.
Een project website, met informatie over het project en QR-code punten, is een goede manier om de
naamsbekendheid te vergroten. Er moet hierbij rekening gehouden worden dat er veel
archiefmateriaal alleen op lage resolutie gepubliceerd mag worden, dit vanwege auteursrechten en
concurrentie.
Erfgoedinstellingen moeten er rekening mee houden dat er vaak binnen de instelling weinig ervaring
is op het gebied van het inzetten van locatieve media. Door dit probleem tijdig te onderkennen kan
de instelling kiezen voor het inzetten van een professionele extern, dit scheelt veel tijd en uiteindelijk
ook geld. Er moet worden stilgestaan bij het feit dat wanneer het project eenmaal gelanceerd is, het
nog niet af is. Het inzetten van locatieve media is een continu proces waarbij doorontwikkeld moet
blijven worden. Tussen de erfgoedinstellingen en eventuele deelnemende partijen moeten duidelijke
afspraken over de content gemaakt worden. Er komen vaak onverwachte partijen in beeld, zoals de
eigenaren van de historische panden. Het inzetten en gebruiken van een duidelijke CMS is
bevorderlijk voor de snelle en systematische invoer van de content.
Het ophangen van bordjes aan bijvoorbeeld een historisch gebouw vergt veel vergunningen, dit kost
tijd en geld. Er moet ook nagedacht worden over de manier waarop de bordjes worden bevestigd
aan het gebouw, deze moeten weer verwijderd kunnen worden en vaak geen beschadigingen aan
het gebouw achterlaten.
Als erfgoedinstelling kan je rekening houden met nieuwe opkomende technologieën. Zorg er als
instelling voor dat je op de hoogte blijft en dat de bordjes eventueel vervangen kunnen worden door
een nieuwe technologie.
QR-codes
Instellingen moeten rekening houden met het gegeven dat de gebruiker op het moment van het
scannen van de QR-code op de locatie is, er moet geen informatie gegeven worden die de gebruiker
op dat moment met het eigen oog kan zien. De informatie moet relevant en interessant zijn op de
locatie en wijzen op bijvoorbeeld interessante ornamenten die de gebruiker in eerste instantie niet
zal zien. Ook moet er op gelet worden dat er niet te veel informatie wordt gegeven, het moet
overzichtelijk blijven. Als instelling moet je blijven afvragen: Is het relevant voor de gebruiker of de
consument om op die locatie, op dat moment, die informatie te krijgen?
Na het scannen van een QR-code met een smartphone kan je als gebruiker doorverwezen worden
naar een mobiele website, applicatie, audio- of videofragmenten, naar losse webpagina’s of een
website. De beste doorverwijzing voor informatie is naar een mobiele webpagina, deze pagina kan
speciaal voor de locatie gemaakt worden en is een stuk goedkoper dan het maken van een applicatie.
De instelling kan ervoor kiezen om gebruik te maken van verschillende thema’s of categorieën,
bijvoorbeeld architectuur en geschiedenis. Op deze manier kan de gebruiker kiezen wat voor soort
informatie hij of zij op dat moment interessant vindt om te weten.
Er zijn verschillende manieren waarop de QR-code kan worden toegepast. Een
toepassingsmogelijkheid zijn QR-code stickers. Het voordeel van het gebruik van QR-code stickers is
dat ze snel en met een klein budget gerealiseerd kunnen worden. Voor projecten van korte duur of
evenementen, zoals de Monumentendagen, zijn de QR-code stickers een goede manier om snel
informatie over te dragen. Nadelen van de stickers zijn dat ze snel kapot gaan, niet weerbestendig
zijn en kunnen snel en gemakkelijk in zijn geheel verwijderd worden. Bij het toepassen van QR-codes
op stoeptegels moet er rekening gehouden worden met het feit dat ook deze snel te beschadigen
44
zijn, bijvoorbeeld door schoonmaakwagens van de gemeente. Bij het plaatsten van een QR-code
bordje moet men rekening houden met de kijkhoogte van mensen, dat de bordjes hufterproof zijn en
weersbestendig. Als er een QR-code geplaatst gaat worden op een informatiebord moet men
rekening houden dat de code niet wegvalt tussen andere teksten of afbeeldingen op het bord. Ook
moet de QR-code niet te klein zijn, een kleine QR-code valt minder goed op en is lastig te scannen
met een smartphone.
Op dit moment zijn er zowel door de commerciële sector als door de erfgoedsector QR-code
projecten op de markt gebracht. Alle QR-codes lijken op elkaar waardoor het vaak niet duidelijk is
welke codes bij één project horen. Verduidelijk daarom als instelling dat het gaat om één project. Dit
kan bijvoorbeeld worden gedaan door een herkenbare vorm en kleur toe te passen of een
projectnaam of website op de QR-code te vermelden. In de QR-codes zit een errorcorrectie, dit
betekend dat er één derde van de QR-code bijvoorbeeld weggekrast kan worden en dat de code dan
alsnog werkt. Ook kan er voor gekozen worden om het logo van bijvoorbeeld het project middenin
de code te plaatsen, dit betekend wel dat de één derde errorcorrectie niet meer geldt. Er kan op een
eenvoudige manier rekening gehouden worden met de lengte van de URL’s achter de QR-codes.
Door een korte simpele URL achter de QR-code te plaatsen blijft de code er duidelijk uitzien, hierdoor
gaat het scannen van een QR-code met een smartphone sneller dan wanneer er een lange URL
achter de code is geplaatst.
Als instelling is het natuurlijk leuk om een route te maken met behulp van QR-codes, er moet hierbij
rekening gehouden worden dat wanneer mensen de route afleggen er een bordje over het hoofd
gezien kan worden, of dat er maar één bordje van de route wordt gescand. De bordjes moeten
onafhankelijk van elkaar gescand kunnen worden en geen chronologisch verhaal bevatten.
45
Bronnenlijst
Literatuur
Black, G., The Engaging Museum, Routledge, 2005
DEN, Kennisland, OCW, Publicatie Businessmodel Innovatie Cultureel Erfgoed, 2009
Frissen, V., Cultuur en Media in 2015 (Amsterdam 2009)
Grit, R., Project Management, Noordhoff Uitgevers, (Groningen 2011)
Hooper-Greenhill, E., The Educational Role of the Museum, Routledge, 2004
Johnson, L., Adams, S., Witchey, H., The NMC Horizon Report: 2011 Museum Edition, The New Media
Consortium en MIDEA, 2011
Katz, J., LaBar, W., Lynch, E. (red.) Museums, Creativity and Technology, Social Media, Mobiles and
Museums, MuseumEtc Ltd, (Edinburgh 2011)
Lange, de, M., Moving Circles: Mobile Media and Playful Identities, (Rotterdam 2010)
Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap, Brochure Cultuur in Beeld, (Den Haag 2011)
Parry, R. (edit.), Museums in a Digital Age, 2010
Thielmann, T., Locative Media and Mediated Localities: An Introduction to Media Geography, (Siegen
2011)
Thomassen, T. (red.), Archiefgebruikers. Consumenten van het verleden, Stichting Archiefpublicaties,
(’s-Gravenhage 2004)
Verhage, B., Inleiding tot de marketing, Stenfert Kroese, (Groningen 2005)
Interviews
Interview met David van Zeggeren, projectmanager van de IJdijkenroute. 8 november 2011
Interview met Ferry Piekart, curator van het Nederlands Architectuur Instituut (NAI) en Urban
Augmented Reality (UAR). 1 november 2011
Interview met Ines Gall en Edgar Vijgeboom, voor het QR-code project van het Amsterdam Toerisme
en Congres Bureau (ATCB) hebben zij een gedeelte van het design, de invoer en het CMS gemaakt. 2
december 2011
46
URL´s
http://counterkicks.com/2011/08/05/adidas-originals-iphone-app (geraadpleegd op 29 december
2011)
http://en.friendticker.com (geraadpleegd op 29 december 2011)
http://epp.eurostat.ec.europa.eu/cache/ITY_OFFPUB/KS-32-10-374/EN/KS-32-10-374-EN.PDF
(geraadpleegd op 25 november 2011)
http://tweakers.net/nieuws/71011/simkaarten-krijgen-zelfde-soort-nfc-chip-als-ov-chipkaart.html
(geraadpleegd op 25 december 2011)
http://www.atcb.nl/persberichten/bebording-andere-gezichten (geraadpleegd op 2 januari 2011)
http://www.boei.nl (geraadpleegd op 1 september 2011) http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/C80FA519-21C2-4421-A52B-BE47E543CC80/0/pb11n067.pdf,
(geraadpleegd op 25 oktober 2011)
http://www.cultuurformatie.nl/Onderzoeksrapporten/VRM05_Publieksonderzoek.pdf (geraadpleegd
op 26 september 2011)
http://www.den.nl/abc/Locatieve-media/ (geraadpleegd op 5 september 2011)
http://www.dmmediaplein.nl/news/item-1359-citymarketingactie-amsterdam (geraadpleegd op 3
januari 2011)
https://www.facebook.com/ReinwardtAcademie (geraadpleegd 6 op september 2011)
http://www.frankwatching.com/archive/2009/04/14/de-naakte-waarheid-over-augmented-reality-
waar-liggen-de-kansen/ (geraadpleegd op 24 december 2011)
http://www.frankwatching.com/archive/2011/10/21/de-snelle-opkomst-van-qr-codes-infographic/
(geraadpleegd op 5 december 2011)
http://www.fromstorytolegend.com/?p=210 (geraadpleegd op 24 augustus 2011)
http://www.ijdijkenroute.nl (geraadpleegd op 2 januari 2012)
http://www.linkedin.com/groups/Erfgoed-20-1160637?home=&gid=1160637&trk=anet_ug_hm
(geraadpleegd 6 op september 2011)
http://www.linkeroever.nl (geraadpleegd op 25 december 2011)
47
http://www.marketingfacts.nl/berichten/20110811_gartners_hype_cycle_2011_social_analytics_en
_activity_streams_bere (geraadpleegd op 5 december 2011)
http://www.mediawijsheid.nl/site/228-Wat+is+Mediawijsheid%3F_2.html (geraadpleegd op 21
december 2011)
http://www.nai.nl/uar (geraadpleegd 10 september 2011)
http://www.nu.nl/gadgets/2468941/een-derde-smartphonebezitters-heeft-android.html
(geraadpleegd op 25 november 2011)
http://www.qrcodepress.com/qr-codes-news/ (geraadpleegd op 24 december 2011)
http://www.right.nl/kwantitatief-onderzoek/voor-en-nadelen-kwantitatief-onderzoek (geraadpleegd
op 26 september 2011)
http://www.thesistools.com (geraadpleegd op 1 september 2011)
http://www.virtueelplatform.nl/#1483 (geraadpleegd op 24 augustus 2011)
http://www.virtueelplatform.nl/#1483 (geraadpleegd op 24 augustus 2011)
https://foursquare.com (geraadpleegd op 29 december 2011)
URL’s QR-code projecten
http://utrecht.nieuws.nl/nieuws/35389 (geraadpleegd op 11 december 2011)
http://www.groenehart.nl/routes/alle-routes/194/op-pad-met-qr-codes-in-woerden (geraadpleegd
op 11 december 2011)
http://www.heerlenvertelt.nl/qr-route/ (geraadpleegd op 8 december 2011)
http://www.kennispleinvrijetijd.nl/?p=5748 (geraadpleegd op 10 december 2011)
http://www.limburgsmuseum.nl/glazenalbum/achtergrond/qr.doc/ (geraadpleegd op 8 december
2011)
http://www.maritiemmuseum.nl/website/index.cfm?fuseaction=persbericht.show&id=145
(geraadpleegd op 5 december 2011)
http://www.museumfederatiefryslan.nl/qr-codes-in-dokkum (geraadpleegd op 11 december 2011)
48
http://www.oneindignoordholland.nl/#!/routes/QR-ommetje_van_duizend_jaar (geraadpleegd op
11 december 2011)
http://www.tabaksteeltmuseum.nl/2011/08/nieuwe-activiteit-speurtocht-via-smartphone/
(geraadpleegd op 5 december 2011)
http://www.uplabs.nl/qr-parklezer (geraadpleegd op 5 december 2011)
http://www.utrechtsmonumentenfonds.nl/nieuws/qr-code-op-monument (geraadpleegd op 10
december 2011)
http://www.vrijetijdshuis.nl/index.php/2011/05/vrijetijdshuis-brabant-introduceert-qr-codes-en-
augmented-reality/ (geraadpleegd op 10 december 2011)
http://www.vvvbreda.nl/nl/ontdek-breda/cultuur-historie/stadswandelingen/monumentenroute-
aan-de-hand-van-qr-codes/8118 (geraadpleegd op 11 december 2011)
http://www.vvvzeevang.nl/v_beheer/print.asp?n_code=592&print_type=40&group=6&lang=1
(geraadpleegd op 10 december 2011)
http://www.ynform.nl/qr-code.ashx (geraadpleegd op 10 december 2011)
http://www.ynform.nl/qr-codes-in-het-hunebedcentrum-borger.ashx (geraadpleegd op 10 december
2011)
http://www.zeist.nl/Actueel/Nieuws/Nieuwsberichten/Nieuwsberichten_2011/Nieuwsberichten_2e
_kwartaal_2011/Cultuurhistorische_borden_ook_te_beluisteren (geraadpleegd op 8 december
2011)
Overig
Conferentie, Kom je ook? – Buitenspelen met mobiele media, Amsterdam, december 2010
Workshop, Smart erfgoed, Amsterdam, september 2011
Strategiedag e-tourism, Amsterdam, november 2011
Conferentie, DISH 2011, Rotterdam, december 2011
Gesprekken met founding partners project Erfgoed-info, Leo Endedijk (De Hollandsche Molen), Jan
van Altenburg (Paleis Soestdijk) en Onno Meerstadt (Stadsherstel Amsterdam), augustus 2011
49
Afbeeldingenlijst
Afbeeldingen
Afbeelding voorkant: Maarten Pedroli (januari 2011) Afbeelding 1: Voorbeeld van mobiele pagina “Erfgoed-info” met Layar applicatie, Maarten Pedroli en Tessel van Leeuwen (december 2011) Afbeelding 2: UAR applicatie van het NAI, voorbeeld De Bijenkorf Amsterdam, http://www.nai.nl/toolbar/nieuws/archief/item/_rp_kolom2-1_elementId/1_834384 Afbeelding 3: IJdijkenroute van Sparked, voorbeeld Nassauplein Amsterdam, Tessel van Leeuwen (2011) Afbeelding 4: Iam Amsterdam QR applicatie, voorbeeld van een bord, http://www.dmmediaplein.nl/news/item-1359-citymarketingactie-amsterdam/ Afbeelding 5: ARtotheque Stedelijk Museum Lowlands Festival, http://www.mediamatic.net/page/174791 Afbeelding 6: Voorbeeld van beeldherkenning met de Adidas I App, http://counterkicks.com/2011/08/05/adidas-originals-iphone-app/ Afbeelding 7: Smartphone met voorbeeld Friendticker, https://www.facebook.com/visitfriendticker?ref=ts Afbeelding 8: Hype Cycle Gartner 2011, http://www.gartner.com/it/section.jsp?type=press_releases&format=xhtml&year=2011&show_archived=true Afbeelding 9: Fragment uit YouTube filmpje over de World park Campaign, http://www.youtube.com/watch?v=D7JRfz9Jc_M Figuren
Figuur 1 - QR-code projecten in de openbare ruimte, Tessel van Leeuwen (2011) Figuur 2 - De sterke en zwakke punten van de 3 cases, Tessel van Leeuwen (2011) Figuur 3 – Informatie over erfgoed op een andere manier verkregen dan de geboden keuzemogelijkheden, Tessel van Leeuwen (2011) Figuur 4 – Andere erfgoedapplicaties die door smartphone bezitters gebruikt worden, Tessel van Leeuwen (2011) Figuur 5 – Huidige informatiebronnen on the spot, Tessel van Leeuwen (2011)
50
Grafieken
Grafiek 1 – Verkrijgen van informatie over erfgoed, Tessel van Leeuwen (2011)
Grafiek 2 – Smartphonebezit ingedeeld naar leeftijd, Tessel van Leeuwen (2011)
Grafiek 3 – Type smartphone bezit in percentages, Tessel van Leeuwen (2011)
Grafiek 4 - Geraadpleegde erfgoed applicaties door smartphone bezitters, Tessel van Leeuwen (2011)
Grafiek 5 – Gebruik QR-code scannen ingedeeld naar leeftijdscategorie, Tessel van Leeuwen (2011)
Grafiek 6 – In welke mate denkt de respondent gebruik te maken van de methode (het scannen van
tags) ingedeeld naar leeftijd, Tessel van Leeuwen (2011)
Grafiek 7 – Soorten van informatie over de locatie, Tessel van Leeuwen (2011)
Grafiek 8 – Welke extra functies zijn geschikt binnen een tag, Tessel van Leeuwen (2011)
51
Bijlagen
Bijlage 1: Scriptievoorstel
Naam: Tessel van Leeuwen
Studentnummer: 607770
E-mail: [email protected]
Telefoonnummer: 0615340973
Datum: 10-07-2011
Scriptievoorstel
Werktitel QR-codes voor onroerend erfgoed.
1. Inleiding
Binnen de erfgoedsector houdt de non-profit organisatie BOEi zich bezig met het herbestemmen van
industrieel erfgoed. Zij doet dit vanuit verschillende invalshoeken: als investeerder, als ontwikkelaar en als
adviseur. BOEi staat voor “nationale maatschappij tot behoud ontwikkeling en exploitatie van industrieel
erfgoed” (www.boei.nl).
BOEi heeft er belang bij dat het imago en de beleving van onroerend erfgoed bij het publiek verbetert. Zij wil
graag dat de naamsbekendheid, economische kracht, het draagvlak en het gebruik van onroerend erfgoed
toeneemt. De mogelijkheid om het publiek op een interactieve manier te betrekken bij onroerend erfgoed zal
centraal staan in dit onderzoek. Specifiek zal het gebruik en de inzet van QR-codes worden onderzocht.
De opdrachtgevers van het afstudeeronderzoek zijn Liesbeth Jansen en Maarten Pedroli. Gezamenlijk hebben
zij het project ‘Erfgoed-tag’ opgezet in opdracht van BOEi. Momenteel bevind het project zich in de
voorbereidende fase, deze fase duurt 6 maanden. De publieke start van het project is gepland op 15 januari
2012. Het onderzoek wat ik ga uitvoeren zal een belangrijke rol spelen binnen het project ‘Erfgoed-tag’.
2. Doelstelling Het onderzoek naar de effectiviteit van QR-codes op onroerend erfgoed zal worden uitgevoerd door middel
van een verkennend onderzoek en een publieksonderzoek. De voor- en nadelen van QR-codes op onroerend
erfgoed zal worden onderzocht. De uitkomsten van het onderzoek zullen worden gepresenteerd in de vorm
van aanbevelingen en conclusies over de geschiktheid van QR-codes om de kennis over onroerend erfgoed bij
een breed publiek te vergroten.
3. Vraagstelling Het onderzoek zal bestaan uit een vooronderzoek en het publieksonderzoek. Het vooronderzoek zal een
verkennend onderzoek zijn naar het huidige gebruik van QR-codes en andere locatieve media bij verschillende
soorten organisaties en de ervaringen van deze organisaties zullen worden beschreven. Tijdens het
vooronderzoek zal ook worden onderzocht van welke lay-out, soorten van informatie en mobiele webpagina’s
52
de verschillende organisaties gebruik maken. Het doel dit het verkennend onderzoek is om verbanden en
verschillen te ontdekken tussen de verschillende organisaties.64
Het hoofdonderzoek is een publieksonderzoek. Het doel van dit onderzoek is om de interesse van het publiek
met betrekking tot locatieve informatie over onroerend erfgoed vast te stellen.
Ook zal tijdens het hoofdonderzoek onderzocht worden in welke mate founding partners65
geïnteresseerd zijn
in het gezamenlijk beheren, delen en gebruiken van de database.
De onderzoeksvraag is:
In welke mate zijn QR-codes geschikt om de kennis over onroerend erfgoed bij een breed publiek te vergroten?
De deelvragen voor het vooronderzoek zijn:
1. Welke organisaties zijn actief met het inzetten van QR-codes en andere vormen van locatieve media in
de openbare ruimte in relatie tot erfgoed? Op welke wijze passen zij QR-codes of locatieve media toe?
2. Wat zijn de ervaringen van bestaande erfgoedinstellingen en commerciële organisaties met het
inzetten van QR-codes of locatieve media in de openbare ruimte?
3. Welke vorm (informatie en lay-out) zou de informatie achter de bordjes moeten hebben om het
gebruik ervan te stimuleren? Welk uiterlijk past het beste bij QR-code bordjes over erfgoed?
De deelvragen voor het hoofdonderzoek zijn:
4. Publieksonderzoek. Onderzoek naar de wenselijkheid van het inzetten van locatieve informatie over
onroerend erfgoed bij het publiek. Is er interesse vanuit het publiek in locatieve informatie over
onroerend erfgoed?
5. In welke mate zijn de founding partners van het project ‘Erfgoed-Tag’ bereid om de database
gezamenlijk te beheren, te delen en te gebruiken?
4. Methodologie/ stappenplan Vooronderzoek
1. Analyse van bestaande QR-projecten en andere vormen van locatieve media in de openbare ruimte
met behulp van internet research. Door middel van deze research wordt geprobeerd een globaal
beeld te krijgen van de verschillende projecten. Maand: september.
2. Het bezoeken van interessante QR-projecten en andere vormen van locatieve media in de openbare
ruimte en interviews afnemen met betrokken personen. Maand: september en oktober
3. Met behulp van de gegevens, die uit de onderzoeken van punt 1 en punt 2 komen, een advies
uitbrengen over het uiterlijk van de QR-code bordjes en de inhoud (mobiele webpagina) van de QR-
codes. Maand: november.
Hoofdonderzoek
4. Publieksonderzoek. Het opstellen van een enquête en deze bij het publiek afnemen. De enquête zal
geplaatst worden op de diverse erfgoed pagina´s van LinkedIn en op de websites en social media van
de founding partners. Uitkomst van het publieksonderzoek verwerken en een conclusie maken.
Maand: oktober en november.
5. Contact leggen met de founding partners en erachter komen welke partners geïnteresseerd zijn in het
gezamenlijk beheren van de database. Het gaat hierbij om de data die achter de QR-codes zit waarbij
64 A.C. Burns, R.F. Bush, Principes van marktonderzoek. Toepassingen met SPSS. (2006). 65
Liesbeth Jansen is op dit moment bezig founding partners te werven voor het project ‘Erfgoed-Tag’, bedrijven die reeds hebben
toegezegd geïnteresseerd te zijn: BOEi, Hendrick de Keyser, Stadsherstel Amsterdam, Paleis Soestdijk (Rijksgebouwendienst), Hollandsche Molen ten behoeve van de aanvraag bij de BankGiro loterij.
53
een gezamenlijk CMS (Content Management System) wordt ontwikkeld. Maand: november en
december.
Conclusie
6. Het afwegen van de voor- en nadelen met betrekking tot het inzetten van QR-codes in de openbare
ruimte wat resulteert in een aanbeveling. Maand: december
5. Literatuurlijst - Algemene informatie QR-codes http://www.qrcode.nu
- Boer H. P.G. de, ‘Oude fabrieken, nieuwe functies: herbestemming industrieel erfgoed’ (1995)
- Burns A.C., Bush R.F., ‘Principes van marktonderzoek’ (2006)
- Diverse artikelen over QR-codes http://www.frankwatching.com
- Groei en gebruik van QR-codes http://www.dmmediaplein.nl/blogs/item-721-explosieve-groei-
gebruik-qr-code
- QR-codes in onderwijs en onderzoek http://www.surfnet.nl/Documents/SNKN_QRtags.pdf
- QR-project Tilburg http://bd.nl/nieuws/tilburg-stad/project-met-qr-codes-erfgoed-gestart-1.91093
- QR-projecten Noord-Holland http://www.oneindignoordholland.nl/#!/verhalen/Routes_in_Noord-
Holland
- Softwaremogelijkheden QR-codes http://www.qrcode-software.nl
Opdrachtgevers: Liesbeth Jansen en Maarten Pedroli. Instelling: BOEi (www.boei.nl)
54
Bijlage 2: Online enquête formulier
55
56
57
58
Bijlage 3: Uitwerkingen interviews
1. UAR applicatie van het NAI - Ferry Piekart
Datum: 01-11-2011 13.00
Interview: Ferry Piekart (FP)
Functie: curator NAI (Nederlands Architectuurinstituut)
Project: UAR (Urban Augmented Reality)
Duur van het interview:44 minuten
TVL: Kan je een korte introductie geven op het project?
FP: Ik vertel wel even hoe het is begonnen met UAR en wat ik doe en dan heb ik misschien al wat vragen
kunnen beantwoorden, maar dat zien we dan zo meteen wel. Ik werk als curator bij het NAI en met name
curator publieksbereik. Dus ik hou mij vooral bezig met alle projecten die een breed publiek moeten binnen
brengen, dit is voor het NAI een geheel nieuw traject. Omdat we toch jaren een soort van bastion voor vak
publiek zijn geweest, behoorlijk ontoegankelijk waren. Nou dat zijn we helemaal gaan aanpassen, het gebouw
is verbouwd waardoor de entree vriendelijker wordt er is een groot café bij nu en ook het museum is helemaal
opnieuw aangepakt. Ik heb een nieuwe vaste presentatie gedaan, Stad van Nederland, ik heb een doe-dek
gedaan, dat is speciaal voor kinderen en dan UAR, de digitale component in het uitreiken naar een breder
publiek. UAR is eigenlijk een uit de hand gelopen audiotour. Toen wij twee jaar geleden begonnen met
nadenken over onze nieuwe vaste presentatie. Toen dachten we al heel snel goh wat jammer dat we alleen
maar binnen zijn want architectuur staat buiten. Wat we binnen laten zien is een foto, een model, tekeningen,
maar het is altijd een afgeleide. Het echte ding staat buiten. Dat zou je toch ook graag laten zien aan mensen.
En dat deden we ook wel met rondleidingen, uit educatieoogpunten voor scholen, klassenprogramma’s buiten.
Maar we dachten wat zou het toch leuk zijn als het publiek zelfstandig, als ze hierbinnen dingen hebben
bekeken ook naar buiten kunnen en daar nog meer tot zich kunnen nemen. Zo begon het idee eigenlijk, de
audiotour die we binnen hebben, moet buiten ook verder gaan. En dan kom je al heel snel op een aantal
praktische bezwaren, dan moet je audioapparaten gaan uitlenen en dan krijg je de helft niet terug, gedoe en
borg en lastig lastig, willen we allemaal niet. Totdat je denkt, ja maar wacht even, iedereen heeft natuurlijk een
apparaat in zijn zak en dat is die telefoon. Daar kunnen we misschien iets mee doen. Toen zagen we een app,
die was door Rotterdam marketing gemaakt, dat was nog voor het Iphone tijdperk, dus dat was echt nog een
applicatie die op een Nokia kon draaien. En die heette ‘Get-lost’. En dat was een app bedoelt voor studenten
die nieuw in de stad kwamen en die moesten de stad leren kennen en die app liet je echt verdwalen in de stad,
dus die gaf je allemaal aanwijzingen waardoor je op een gegeven moment gewoon de hele weg kwijt was. Dus
dat was heel grappig. En dat hadden ze heel mooi gedaan, heel leuk, dus we dachten we gaan praten met de
makers daarvan. Dat was het bedrijf Intien in Rotterdam. Toen we daarmee aan tafel zaten, aanvankelijk met
het idee misschien kunnen we een soort audiotour plus doen, toen viel het kwartje eigenlijk want toen had
zowel ik als iemand bij Intien een filmpje gezien van Layar. En dat was het eerste filmpje waarin Funda voor het
eerst hier in Amsterdam huizen had gelabeld en liet op locatie zien wat er te koop stond. En toen dachten we
dat is helemaal perfect voor ons want daarmee kunnen we eigenlijk zoveel tekst en informatie gaan koppelen
aan de locatie. En wat we eigenlijk wilden, wat Layar nog niet deed, was dingen laten zien die er nog niet zijn.
Niet alleen informatie geven bij de omgeving maar ook een andere omgeving laten zien. En we waren de eerste
die dat deden door 3D in Layar in te voegen, we begonnen met de Markthal in Rotterdam, dat gebouw is pas in
2014 af, maar nu kan je dat al zien staan als je via je telefoon kijkt. Dat is 3D, dat kun je vanaf meerdere kanten
bekijken, daar kun je omheen lopen.
TVL: Op ware grote is dat?
FP: Ja, dus dat gebouw staat echt op die plek in de stad, in de skyline van Rotterdam. Nou, dat ging de wereld
over destijds, eind 200p was dat. En sindsdien zijn we daarmee verder gegaan, we hebben het steeds verder
59
uitgebouwd. We zijn nu in een stuk of 8 steden hebben we content, het meeste zit in Rotterdam en in
Amsterdam, daar hebben we dan ook de meeste collectie van. En we hebben het veel breder getrokken dan
wat we aanvankelijk bedacht hadden: dit is ons museum buiten de museummuren. Maar dan kom je erachter
dat dat eigenlijk niet werkt. Want als je in een museum komt kan je een mooie zaal vullen met onze collectie,
we hebben een hele grote collectie, maar als je het gaat uitsmeren over Nederland dan is het eigenlijk
helemaal niet zoveel. Want dan merk je dan heb je her en der een dingetje. En ik zag het ook bij een andere
app, Mimoa. Ik was in Tilburg en stapte daar uit de trein, nou eens kijken wat Mimoa mij hier in Tilburg kan
vertellen over architectuur in de stad. En toen waren er twee treffers in heel de stad en toen dacht ik ja dat is
jammer. Voor iemand die in Tilburg woont om nou die app te gaan downloaden voor twee gebouwen, dat is
een beetje suf. Dus we hadden gezegd het moet wel echt flink geladen zijn en daarom zijn we het stad voor
stad gaan doen. In Rotterdam hadden we 350 points verspreid over de stad waar informatie bij was. En in
Amsterdam zelfs 450. En dan merk je als je in die hoeveelheden dan red je het ook zelf niet meer dus toen zijn
we met eindeloos veel partijen gaan samenwerken en alle content bij elkaar gaan brengen. Van andere musea,
gemeentearchieven, lokale architectuurcentra, architectenbureaus en projectontwikkelaars.
TVL: En hoe verloopt die samenwerking precies? Hoe moet ik dat zien? Jullie leveren het platform en zij vullen
de content in?
FP: Ja precies. Het werkt via een CMS nu nog en we zijn aan het onderzoeken naar koppeling van databases. Via
apenstaartjes dat het met elkaar kan praten, dat maakt het een stuk makkelijker en vaak een stuk moeilijker
tegelijk, dus dat zijn we nog aan het bestuderen. Een heel goed voorbeeld daarvan is de Rijksdienst voor
Cultureel Erfgoed, RCE, die beheert alle rijksmonumenten. Dat zijn 60.000 objecten die willen wij graag in UAR
hebben natuurlijk want dat is allemaal informatie over gebouwen en zij willen dat ook graag in UAR hebben.
Alleen zijn het 60.000 teksten in allerlei verschillende statussen, soms is een beschrijving niet meer dan één
woord, soms staat er alleen hoekhuis. Dat is niet zo interessant want dat zie je al met je eigen ogen als je
ervoor staat, want het is een locatief medium dus als ik daar sta hoef je mij dat niet meer te vertellen. Of het is
meteen een verhaal van 24 pagina’s waar op locatie niemand op zijn Iphone of Android doorheen gaat scrollen.
Dus het zomaar koppelen van die databases, dat gaat mank en levert niet de gebruikerservaring. Hetzelfde
geldt voor het gemeentearchief, als die 500 foto’s hebben van één gebouw, en dat hebben ze soms, ik wil niet
mijn mensen lastig vallen met 500 foto’s, dat is veel te veel. Die willen een selectie van highlights, dus je
ontkomt ook weer niet helemaal aan redactie. Of misschien kunnen we dat ook via crowdsourcing doen, dat
moeten we nog even kijken. Maar daar moet iets mee gebeuren.
TVL: Dus de 60.000 objecten van de Rijksdienst zouden jullie graag willen toevoegen aan UAR. Het probleem is
dus de database?
FP: Daar wachten we nu mee, omdat zij nu met een heel spannend project bezig zijn. Zij willen publieksteksten
gaan generen uit die database. En automatisch, je kunt niet iemand op die teksten zetten, dat is gewoon veel
te veel.
TVL: Is er gedacht aan het inzetten van vrijwilligs of stagiaires?
FP: Het moeilijke is dat die teksten een soort wettelijke bepalingen zijn, dus je mag er niet zomaar dingen in
veranderen. Een stagiaire erop zetten ligt erg gevoelig. Maar ze hebben nu een soort format bedacht, dat vind
ik wel stoer, waarbij ze een soort standaard stramien zin hebben, waar alles met variabelen ingevuld wordt.
Dus dit is een … woonhuis. Uit het jaar …
TVL: Dus de informatie wordt dan automatisch uit de bestaande teksten gehaald?
FP: Dat is bedoeling. Dat ze gaan taggen en niet gaan editen. Je krijgt er weliswaar saaie teksten uit, want ze
zijn allemaal hetzelfde maar wel feitelijk juist, kort en beknopt. Daar wachten wij dus op of dat gaat lukken of
ze het rond krijgen. Dat zou een hele spannende zet zijn, dat zou mooi zijn.
TVL: Wat wil je uiteindelijk met het UAR project bereiken?
FP: Dat er één architectuur app is over Nederlandse architectuur waarin alles samen komt. Ik bedoel dat iedere
architectuurinstelling zijn eigen wiel gaat uitvinden, maar voor de gebruikers is het vriendelijker als ze iets
willen weten over architectuur dat ze UAR kunnen downloaden waarin alles samen komt. Daarom is het merk
UAR sterk neergezet en eigenlijk belangrijker gemaakt dan een project onder onze eigen naam. UAR is haast
een groter merk dan het NAI.
60
TVL: Dat valt wel op ja, ook in veel Youtube filmpjes komt het merk UAR sterk naar voren. De volgende vraag
zal ik graag aan je willen stellen. Hoe is het project gefinancierd?
FP: Dat is een hele belangrijke vraag. Er was geen businessplan in het begin. Omdat het plan echt heel klein is
ontstaan, het is veel groter geworden eigenlijk proefondervindelijk groter geworden. We zijn verrast door de
successen die we boekten en daar hebben we constant op geanticipeerd en doorgepakt zonder eigenlijk de
eerste anderhalf jaar rust te kunnen nemen, om nou eens rustig te zitten en te zeggen van ok, hoe gaat we het
terugverdienen? Hoe gaan we dat doen? Het is deels gefinancierd met een subsidie voor digitalisering van twee
ton, maar dat is maar een deel van de kosten de rest heeft het NAI gewoon echt zelf betaald.
TVL: Op de website staan ook allerlei logo’tjes van bijvoorbeeld de Staatsloterij en allerlei fondsen. Zijn dat dan
meer sponsors? Hoe zit dat precies?
FP: Ja en nee. Dat is een beetje complex. Het begon als een onderdeel van onze vaste presentatie. En die heeft
subsidie gehad van de Bankgiro en al die andere dingen. En al hun geld is in die vaste tentoonstelling gaan
zitten, dat was een hele dure tentoonstelling. Maar omdat wij oorspronkelijk een plan hebben ingediend
waarbij dat een onderdeel was vermelden wij hen nog steeds bij UAR, ook al zit er eigenlijk geen geld van hun
in, maar zij hebben ons geld gegeven in principe voor de tentoonstelling in combinatie met iets wat digitaal zal
gaan gebeuren.
TVL: Hoe wordt het project geëxploiteerd?
FP: We hebben er sinds kort een business manager op zitten. Dat is wel een stoere beslissing eigenlijk. Die is
vijf dagen in de week bezig om te kijken waar geld uit de markt te halen is. Er zijn deels heel veel partijen die
zelf content willen aanbieden, projectontwikkelaars en de bouwsector. Dus daar zijn we mee bezig. Voor de
gebruikers blijft het gratis.
TVL: Waarom is er gekozen voor AR en het programma Layar in plaats van QR-codes?
FP: Wat daar belangrijk bij is, is dat we zoveel punten hebben dat QR-codes eigenlijk niet meer te doen zijn.
350 QR-codes in de stad plakken, op verschillende gebouwen, dat krijg je gewoon niet geregeld. Voor ons was
het juist het werken met geo-locaties via de satelliet zonder dat je markeringen hoeft aan te brengen eigenlijk
noodzakelijk om te doen.
TVL: Er is net nieuw dat de gebruiker ook zelf content kan toevoegen. Ik heb jou zien spreken bij Smart Erfgoed
in de Waag, waar je daar ook al over vertelde. Waarom is daarvoor gekozen?
FP: Ik moet zeggen dat dat onderdeel voor mij nog een beetje ontdekken is. We hebben altijd een beetje het
beeld van het zou zo mooi zijn als het een soort democratiserende werking heeft, als mensen kunnen volgen in
hun eigen buurt van wat gaat hier gebouwd worden? Welke verschillende ideeën zijn hiervoor? En dat je daar
dan ook, misschien heel eenvoudig je mening over kan geven. Of misschien kan stemmen. Soms zijn er
wedstrijden waar ook het publiek op kan stemmen. Dat is nog niet helemaal uit de verf gekomen. We hebben
nu al wel die mogelijkheid tot zelf content toevoegen toegevoegd. Het is voor mij nog een beetje een puzzel,
het loopt ook nog niet goed.
TVL: Nee, het wordt niet vaak door de gebruiker gebruikt?
FP: Nee, daar moet nog iets mee.
TVL: En op dit moment. Als er een gebruiker iets toevoegt wordt daar dan ook redactioneel naar gekeken of
wordt gewoon alles geaccepteerd en in de database gezet?
FP: Het wordt in eerste instantie geaccepteerd en vervolgens kijken we ernaar. Dat hebben we gedaan omdat
iemand voegt iets toe op zijn mobiele telefoon en dan wil je eigenlijk ook wel meteen resultaat zien. En niet pas
drie dagen later als onze redacteur weer eens gekeken heeft. Dat zal heel jammer zijn. Misschien dat we dat in
de toekomst gaan veranderen, maar het is nu ook nog wel goed te behappen. Maar het is nog geen winning
formule zeg maar, daar moet nog iets mee.
TVL: Het is wel echt een leuk idee. Je kunt door deze functie als gebruiker veel meer een participerende rol
spelen. Het is geen statische informatie, maar nu kan je er ook iets mee doen. De bezoeker zal hierdoor de
informatie mee naar huis nemen en het eerder onthouden door de actievere rol die hij krijgt.
FP: Ja dat wel. Maar ik zie dus mensen, ondanks het feit dat we veel gebruikers hebben, het niet gebruiken. Dus
kennelijk mist daar nog iets of voelt het nog niet als relevant, dus daar moeten we nog even naar zoeken.
TVL: Hoeveel gebruikers zijn er?
61
FP: We hebben 60.000 downloads van de applicatie. Dan weet je natuurlijk nooit of mensen het nog steeds
gebruiken. Wel zien we dat als we een update van de app doen, hoeveel mensen dit doen. En dat zijn er heel
veel, zeker twee derde. Dus dat is best wel fors.
TVL: Ja, dat is een groot aantal. Wat waren de grootste valkuilen tijdens het opzetten van het project?
FP: De grootste valkuil was dat het ons boven het hoofd groeide. Het is een heel technologisch traject waar
eigenlijk onze organisatie geen ervaring mee heeft.
TVL: Hoe lossen jullie dit dan op?
FP: We werken heel veel met externen. Je merkt dat de cultuur binnen zo’n culturele instelling heel erg gericht
is op, je maakt een product, je zet het neer net als een tentoonstelling en dan is het klaar. En dat werkt bij dit
soort dingen niet, het is een continu proces en continu blijven door ontwikkelen. En dat zit niet in de genen van
dat soort mensen in zo’n instituut als het onze. En dat was denk ik een grote valkuil. Daardoor heeft het project
bijna een paar keer stil gelegen, omdat er wordt gezegd nu stoppen we er maar eens even mee en gaan we het
aankijken. En even aankijken is geen optie. Want dan mis je de boot. Dan gaan anderen ermee aan de haal,
voor je het weet zit je in een verouderde app. De laatste keer heb ik iets gezien van Beeld en Geluid en op een
nieuwe Iphone werkte dat al niet meer. En dat is toch jammer. Je moet zorgen dat dat up to date blijft.
TVL: Nu is de app beschikbaar voor Android en Iphone?
FP: Ja.
TVL: Was dat de enige echte valkuil?
FP: Dat was wel de grootste. De andere valkuil is ook dat het heel moeilijk is, het is nu meer een platform dan
een tentoonstelling van ons is, het is niet het NAI zozeer, het is meer dat wij faciliteren voor een hele hoop
andere partijen dat zij hun content kunnen uiten. En dat was ook een hele lastige, omdat je niet overal greep
op hebt. Je kunt niet alles controleren en niet alles editen en dat je ook soms moet accepteren dat er dingen in
staan die iets minder zijn. Dat je een faciliteit geeft in plaats van de content. Dat is moeilijk.
TVL: Zijn de doelen van het project bereikt? Wat heeft het project nog meer voor jullie opgeleverd?
FP: Het bereik van de mensen is goed gelukt. We hebben heel veel nieuwe mensen geïnteresseerd voor
architectuur of voor het NAI. Dat is natuurlijk ook heel belangrijk. Het doel van het project om ook over heel
Nederland uit te groeien dat duurt langer dan we dachten en dat heeft nu ook met financiën te maken en de
economische situatie. Dan merk je toch wel dat heel veel partijen op de rem gaan. Dus dat is moeilijk, dat gaat
langzamer. Wat het nog meer heeft opgeleverd is dat we opeens als een heel innovatief instituut worden
gezien en dat is voor ons heel waardevol. En dat willen we ook graag zijn omdat we ook in het buitenland
Dutch Design promoten en Nederlands ontwerp.
TVL: In het buitenland is de UAR app ook bekend?
FP: Je hebt er in principe in het buitenland niets aan want alleen in Nederland zie je content. Maar het gaat wel
de wereld over via allerlei blogs en toestanden, over technologie nieuws zeg maar.
TVL: De doelgroepen. Was er een doelgroep voor ogen in het begin? Een specifiek omschreven doelgroep?
FP: Aanvankelijk was natuurlijk gewoon de bezoeker van Stad van Nederland die moest die app kunnen
gebruiken om buiten iets te doen. Dat hebben we heel snel los gelaten. Wij dachten aanvankelijk dat we mikte
op een heel jonge doelgroep, van twintigers, en het grappige was dat, daar heb ik het nog met Hein Wils over
gehad van het Stedelijk, die dacht dat eigenlijk ook. We kwamen er allebei achter dat bij onze eerste
experimenten dat het helemaal niet de twintigers waren maar eerder dertigers of zelfs veertigers die daarmee
aan de slag gingen en dat was eigenlijk heel logisch als je erover nadacht. Een Iphone, zeker toen, was prijzig
om te hebben. Twee jaar geleden zeker nog wel. Dus jongeren hadden dat niet, die hadden een blackberry of
een gewone Nokia. Het waren mensen met net iets meer geld die een Iphone hadden. Dus dat was eigenlijk
heel logisch. Onze doelgroep is in ieder geval niet de professional, dus niet voor het vak publiek. Echt voor
iedereen die belangstellend is voor zijn eigen omgeving.
TVL: Is het resultaat meetbaar? Hier bedoel ik mee, je kunt bijvoorbeeld zien hoeveel gebruikers zijn, is dat dan
jullie resultaat?
FP: Deels wel. Deels niet. Je kunt wel zien hoeveel keer de app is gedownload, je kunt ook zien hoe vaak
pagina’s worden bekeken. Want de achterkant informatie is gewoon HTLM, in feite gewoon web paginaatjes.
Dat kan je wel meten, maar het is heel moeilijk om te zien wat nou in één sessie gebeurt.
62
TVL: Dus of iemand meerdere pagina’s bezoekt of na één pagina al stopt?
FP: Ja, dat is heel moeilijk om grip op te krijgen. En dat lukt eigenlijk niet zo goed. Dus dat blijft altijd een beetje
gokken. We weten wel dat iemand ongeveer meestal vier á vijf keer de app opstart. Dat was tenminste tot een
jaar geleden het gemiddelde, dus dat iemand de app vier á vijf keer gebruikt. En gezien het feit dat er toen nog
maar een paar steden waren, vond ik dat ook wel ok. Maar we willen wel meer toegroeien naar dat het meer
een app is die je vaker paraat hebt of die je heel gericht kan gebruiken.
TVL: Jullie beschikken niet over een online homepage, de projecten van UAR zie je online niet terug. Is daar
bewust voor gekozen?
FP: Ja, want we hebben een ontwerp liggen voor een landingspage op het web, maar daar is op dit moment
gewoon geen geld voor. Helaas een financiële afweging, dat de content niet online staat heeft ook een
auteursrechtelijke reden, dat heel veel fotomateriaal gewoon fotoarchieven gebruiken, waarvan we dan
toestemming hebben om op een lage resolutie wel op mobiele media te gebruiken maar niet voor websites
want dan concurreren we met weer met hun eigen websites. Dus dat ligt ook best wel ingewikkeld.
TVL: Je moet het project van UAR kennen om te gebruiken. Je moet de app gedownload hebben op je telefoon.
Er is niet gekozen voor een fysiek teken. Is dat dan een handicap? Of juist niet?
FP: Ja en nee. Aan de ene kant….
TVL: Er zijn bijvoorbeeld in Amsterdam al vierhonderdvijftig objecten.
FP: Ja, dat kun je sowieso niet allemaal labelen. Want dat krijg je niet overal op elke plek gedaan. Zichtbaar ter
plekke ben je niet en dat is jammer. Want dat zou je soms wel willen doen. We doen het wel eens met acties,
met de museumnacht bijvoorbeeld. We hebben het ook in het museumpark van Rotterdam gedaan. Daar zag
je ook dat mensen het echt gebruikten. Dus dat doen we dan wel. En we hebben er wel eens met de ANWB
over gesproken om het inzichtelijk te maken maar het is gewoon ingewikkeld. Dus dat zie ik voorlopig nog niet
gebeuren.
TVL: Dus er is over nagedacht waarna er bewust niet voor gekozen is. Dan wil ik graag door gaan naar een
volgende vraag. Hoeveel mensen werken er op dit moment aan het project? Worden er stagiaires of
vrijwilligers ingezet?
FP: Ik kan het alleen voor het NAI zeggen en niet voor de tientallen andere partijen. Wij werken nu met twee
mensen erop, we hebben één fulltime business manager erop. En ik werk er dan als curator voor, maar ik doe
ook nog een aantal andere projecten. En daarnaast zijn er nog mensen van de collectie die beeld uitzoeken als
we ergens weer online gaan op een nieuwe plek. Dus dat is redelijk ad hoc. Ja, dat is het binnen ons instituut.
En daarnaast heeft elke instelling wel zijn eigen manier om het te doen, sommige hebben een team, anderen
zetten, zoals in Haarlem, een stagiair in die het CMS vult. Dus als je het bekijkt over al die instellingen gaat het
echt om tientallen mensen. Maar binnen het NAI is het eigenlijk maar tweeëneenhalf misschien.
TVL: Dus dat is vrij weinig voor zo’n grote applicatie?
FP: Ja, dat is heel weinig. Dat betekend dat je ook een heleboel dingen niet goed kan doen. Ik bedoel, in
support naar al die partijen toe, schieten we gewoon echt tekort. En ook in het naar buiten brengen, het
marketen daarvan. We hebben natuurlijk wel een marketingafdeling, maar die is dan wel geneigd om als er een
event is er dan iets mee te doen, maar dat is lastig.
TVL: En een stagiaire voor het NAI? Kan die niet iets voor jullie betekenen?
FP: Dat is lastig, want je moet zoveel leren aan zo iemand dan weer. En stagiaires zijn er meestal toch maar
kort. Dus ik zou er niet heel gelukkig van worden. Ik moet wel zeggen dat er trouwens wel veel mensen bij
andere externe partijen mee werken, bij DPI, bij Intien en die worden gewoon betaald voor het bouwen van de
app.
TVL: En vrijwilligers? Maken jullie daar gebruik van?
FP: Nee, doen we niet.
TVL: Ok. Dan een geheel andere vraag. Hoe word de exploitatie bekostigd?
FP: Oh dat was. De exploitatie bedoel je nu zeg maar? Niet de opstartfase?
TVL: Nee, op dit moment bedoel ik.
FP: Op dit moment is het een lijntaak, binnen onze organisatie net zoals onze website. Dus er is vanuit de NAI
begroting een deel van gereserveerd voor UAR. En dat is een deel wat eigenlijk de jaarlijkse kosten en licenties
63
betaald. Dat is niet zo’n groot bedrag. Dan praat je ergens over tussen de twintig á dertig duizend euro. En
daarnaast voor alles wat we nu willen doen, een toevoeging van een functionaliteit, moet we eerst een externe
zien te vinden die daar een belang bij hebben en die daarvoor willen betalen. We gaan binnenkort bijvoorbeeld
ondergronds. Dat je ook ondergronds dingen kan zien. En dat is een consortium van partijen die heel veel met
het ondergrondse hebben, Ballast-Nedam en dat soort partijen. Die graag daar promotie voor maken.
TVL: Wat bedoel je precies met ondergrondse? Aan wat voor soort objecten denk je dan?
FP: Daar kun je dan onder de grond mee kijken. Dan zie je bijvoorbeeld een parkeergarage.
TVL: De Noord-zuid lijn?
FP: Ja, de Noord Zuid lijn. Al dat soort dingen. Zo kun je boven de grond zien wat er ondergronds is. En dat
financieren we dus helemaal uit marktpartijen die daar een belang bij hebben om hun informatie naar buiten
te brengen. Ja, dus dat is een beetje de nieuwe weg.
TVL: Dus dat is een mooi toekomstplan. Zijn er nog meer toekomstplannen op dit moment? Of is dit financieel
niet mogelijk?
FP: Nou goed, we zijn heel hard bezig met allerlei nieuwe ideeën. Over sommige kan ik eigenlijk gewoon nog
niets zeggen. Het meest in de buurt liggende is het ondergrondse project waar we nu volop mee bezig zijn. We
blijven ook bezig met steden toevoegen. We gaan binnenkort met Hilversum aan de slag. Dat vloeit eigenlijk
gestaag door.
TVL: Met Hilversum aan de slag. Dan benader je partijen in Hilversum die belang hebben bij het project?
FP: Ja precies. In dit geval is dat een woningbouwvereniging daar die enthousiast was, DUDOK wonen. We
hebben een soort stramien, we zoeken één partij in een plaats die daar de leiding neemt. Vaak is dat een lokaal
architectuurcentrum. We hebben ook ARCAM hier in Amsterdam en die zoekt daar dan zelf partijen bij, zodat
wij dat niet allemaal hoeven te doen. En dat is een partij die we volledig vertrouwen dus die geven we gewoon
carte blanche om het CMS te vullen. En daardoor wordt het iets van hun zelf en dat is ook heel erg prettig,
want ze zetten het ook gewoon in, dus we worden heel vaak verrast door allerlei leuke nieuwe routes die er in
worden gezet door bijvoorbeeld ARCAM. Daar hebben ze een nieuwe tentoonstelling en daar maken ze dan
een route bij in UAR. En dat is hartstikke leuk.
TVL: Dat is een goede manier om aan nieuwe content te komen voor UAR. Welke andere doelen zie je voor je?
Heb je daar nog een toevoeging bij?
FP: We denken wel een beetje na, het hangt een beetje samen met de doelgroep vraag. Er zijn twee soorten
gebruik van de app en daar moeten we nog iets mee doen. Dus dat is ook wel een doel voor de toekomst. Aan
de ene kant heb je mensen die zeggen, ik noem maar wat: we gaan een dagje naar Amsterdam en leuk dan ga
ik hier een wandeling lopen met UAR en dan loop ik over de Dam en dan zie ik allerlei dingen die ik nog nooit
gezien had. Dat is het toeristische gebruik. En binnen dat toeristische gebruik gaat het om highlights en mooie
dingen zien en wandelingen lopen. En aan de andere kant heb je meer het shazam achtige gebruik van mensen
die gewoon set informatie willen hebben over bijvoorbeeld een bouwproject bij hen in de straat. Die denken:
hé wat gaat hier gebouwd worden, ik wil het even weten, ik richt mijn telefoon erop en ik zie het. Dus dat zijn
twee hele verschillende manieren om er mee om te gaan. Het ene heel recreatief en het andere een belang
puur informatie te hebben.
TVL: Is de applicatie Nederlands en Engels talig?
FP: Ja, dat kun je niet kiezen. Dat hangt af van de keuze die je instelt in je telefoon. Dus als je telefoon op Engels
staat is UAR ook in het Engels. Dus die twee groepen, daar zijn we naar het kijken, of we dat een beetje kunnen
gaan splitsen. Dat we kunnen zeggen, we willen, UAR heeft eigenlijk twee lagen, een informatie laag en een
beleving laag en die hoeven elkaar niet noodzakelijk in de weg te zitten, maar dat moeten we goed gaan
structureren. Want je wilt die twee verschillende groepen ook op hun eigen ding aanspreken. Dus dat is een
duidelijk doel voor de toekomst.
TVL: Dan wil ik graag doorgaan naar de laatste vragen, namelijk over het project Erfgoed-info. Ik weet er vrij
veel van af en ik hoop al je vragen te kunnen beantwoorden. Ik wil beginnen met jou eerste indruk. Wat was
jouw eerste indruk van het project voorstel?
FP: Mijn eerste indruk was goh dit zit eigenlijk heel simpel in elkaar, het idee is simpel en dat is goed. Ik dacht
ook wel er zijn al een aantal dingen die in het zelfde vaarwater zitten. Zoals AB-C media met hun
64
rijksmonumenten app, dat zit al wel een beetje in die hoek. UAR zit er natuurlijk voor een gedeelte ook in. Dus
wat dat betreft is er wel al een soort van overlap. Oneindig Noord-Holland heeft er ook wel weer raakvlakken
mee. Daar zie ik dan wel een ding. En wat ik mij bij dit ook wel afvraag is, in welke mate voor het publiek het
woord erfgoed, en de invalshoek erfgoed, aansprekend is. Weet het publiek wat dat is, erfgoed? Is het iets
waarvan je denkt: Ik moet een erfgoed app hebben? Dat vind ik lastig, dat vind ik ook bij Oneindig Noord-
Holland lastig. Dat zijn verhalen over Noord-Holland, dat is ook heel breed. Dat vind ik bij UAR dan weer
duidelijker, niet om mijzelf nou op de borst te kloppen, maar dat is gewoon architectuur. En als je iets over
architectuur wilt weten dan moet je UAR downloaden.
TVL: Dus dan doel je op de naam: Erfgoed-info?
FP: Ja, de focus dus. Want erfgoed-info. Zijn het gebouwen? Of zijn het ook kunstwerken buiten? Zijn het dan
ook erfgoed dingen binnen? Dus waar gaat het precies om?
TVL: Dat zal jij dan zien als een valkuil van het project?
FP: Ja, in het ver marketen van het idee zeg maar. Is dat een aansprekende term of is eigenlijk erfgoed een
vakterm? Ik denk het wel namelijk. Ik denk niet dan mijn ouders het woord erfgoed gebruiken, die hebben het
over kunst of over gebouwen. Over concretere dingen dan erfgoed.
TVL: Erfgoed is natuurlijk een breed begrip. Je kunt erfgoed in verschillende categorieën verdelen. Mobiel
erfgoed, industrieel erfgoed, immaterieel erfgoed et cetera. Wat vind je juist sterke punten van het project?
FP: Het is wel een point en shoot idee, gewoon de simpelheid daarvan spreekt mij heel erg aan. Dus je hebt
zo’n code houdt je telefoon erbij en je krijgt gewoon heel sec informatie.
TVL: Wat vind je van de QR-code? Vind je dat een goed middel voor het overbrengen van informatie?
FP: Ik ben de laatste tijd aangenaam verrast door hoe goed en snel het werkt zeg maar. Ik zie bij mijn eigen
reader hoe snel die het oppakt. Ook als je denkt, ik moet het nog gaan doen, en dan heeft hij hem al. Dus dat
vind ik wel heel goed. Mijn probleem is dat ik ze lelijk vind en dat ik weet dat het niet meer nodig is om dit
soort dingen te gebruiken. Je zou ook mooie logo’s zelf kunnen maken en dan kan het ook. Maar dat hangt ook
een beetje af van de hoeveelheid natuurlijk. Maar dat vind ik altijd het jammere in het ding, het grootste deel
van de aandacht gaat naar dat vierkant met die blokjes waarin mensen wel lezen, hé daar zit iets, maar dat ding
onderscheidt zich niet van alle andere QR-codes.
TVL: Je kunt wel 30% van de code weghalen en dan in het midden van de code bijvoorbeeld een logo plaatsen.
FP: Ja, van die herkenbaarheid, daar zal ik wel heel veel werk van maken.
TVL: Oneindig Noord-Holland heeft dat ook, daar staat midden in de QR code een logo.
FP: Ik blader er nog even doorheen (projectvoorstel) en ik kijk nog even naar wat voor meer eerste indrukken ik
had. Het was voor mijn vakantie dat ik er naar keek. Gaan jullie deze informatie wel op een website laptop
zetten?
TVL: Ja, dat is wel de bedoeling. Daar zal de content van de mobiele website ook beschikbaar zijn. Het wordt
wel een aparte website.
FP: Hebben jullie ook een idee hoeveel bereidheid er is om die dingen te mogen plakken? Bij eigenaren.
TVL: Als die eigenaren mee doen met het project, in de samenwerkingsverbanden zoals dat is afgesproken dan
kan dat. Het zal zo kunnen zijn dat er al bordjes op het gebouw aanwezig zijn, waar de QR-code bij geplaatst
kan worden, of misschien wel dat de bordjes worden vervangen door de code, waardoor er maar één bordje
overblijft.
FP: Ja. En ik had ergens zien staan dat het ook een soort van keurmerk is. Dat vond ik een heel frappante
omschrijving. Een keurmerk van dat het erfgoed is?
TVL: Dit weet ik niet zo goed. Maar een keurmerk dat het erfgoed is en dat er meer informatie beschikbaar is
op de locatie. Ik heb voor mijn onderzoek ook een online enquête afgenomen, bij ongeveer 100 mensen.
Daarin heb ik ook de vraag gesteld hoe de informatie eruit zal moeten zien. Daar zijn interessante dingen
uitgekomen. Veel mensen hebben de enquête serieus ingevuld, waardoor er veel informatie is. Ik zal deze
resultaten nog naar je opsturen.
FP: Ohja, kijk. Dit logo’tje lijkt alweer een beetje op…
TVL: Een schildje van de rijksmonumenten.
FP: Ja, van AB-C.
65
TVL: Nu is het logo, het rondje op de voorkant met een QR-code, het idee.
FP: Ja. Wat mijn indruk was, het was heel straight forward. Het is niet moeilijk te begrijpen wat het is zeg maar.
Dat vind ik heel helder. Had je daar nog vragen over?
TVL: Nee, daar heb ik concreet geen vragen meer over. Wel nog over de samenwerking. Is er een
samenwerking mogelijk tussen UAR en het project Erfgoed-info?
FP: Dat zou kunnen. We zouden moeten kijken in welke manier het elkaar dan aanvult. Het zijn natuurlijk twee
totaal verschillende manieren van Augmented Reality, de QR-code versus GPS. Dus je kunt wel een koppeling
maken, maar daar moet je altijd een beetje afvragen hoe wenselijk is het dan weer als je hierop klikt
bijvoorbeeld op bekijk in UAR, ik noem maar wat, en dat mensen vervolgens geconfronteerd worden dat ze iets
moeten gaan downloaden, dat is meestal iets waar mensen van schikken.
TVL: En als je nu bijvoorbeeld een code scant, op een point waar een object te zien is en dan wordt je meteen
doorgelinkt naar Layar. Zonder de kopjes van de standaard code. Dan kan je meteen doorgelinkt worden naar
bijvoorbeeld een 3D model uit UAR. Dan heb je wel het fysieke teken.
FP: Daar zouden we eens goed over na moeten denken, welke informatie dan in UAR en andersom, niet
dubbelop is. En hoe dat zou kunnen. Wat mij ergens een hele logische manier lijkt om het te koppelen is door,
hebben jullie ook wandelingen erin zitten?
TVL: Nee, dat nog niet.
FP: Dat is wel een functie die in UAR heel duidelijk is.
TVL: Er komt wel een kaartje in waar de gebruiker kan zien waar hij of zij zich op dat moment bevindt en of er
eventueel andere projecten in de buurt te zien zijn. De routes lijken ons ook erg leuk, maar daar is nog geen
concreet plan voor bedacht.
FP: Hoe staan jullie daarin, als je een knop hebt met een bepaald soort informatie en hij schakelt over naar een
andere app? Naar UAR in dat geval dan, is dat ok of zeg je van nee, we willen eigenlijk al onze gebruikers in de
app houden?
TVL: Volgens mij is dat, sorry ik weet het niet precies, maar ik denk dat daar zeker over te praten valt en dat er
dan een koppeling zou kunnen ontstaan. Als we een partij hebben met veel objecten zal er ook doorgelinkt
worden naar die website, net zoals bijvoorbeeld een gebouw te huur is of waar evenementen gehouden
kunnen worden. Er zal ook een nieuw ontwerp voor de mobiele website komen, waarin de verschillende
partijen kunnen kiezen uit een vorm. Nu zijn bijvoorbeeld ook de knopjes te klein, dat moet duidelijker. Volgens
mij is er zeker een mogelijkheid. Maar ik zal dan voorstellen om een keer met zijn allen, met Liesbeth erbij, het
erover te hebben.
FP: Ja dat zeker en dan ook met onze manager van UAR erbij, Marlies den Hartog en die kan daar dan afspraken
maken over hoe wat we dan kunnen koppelen.
TVL: Ja, dat lijkt mij erg interessant.
FP: Ja het is vooral ook interessant als jullie geïnteresseerd zouden zijn om te kijken, wat wij nu ook aan het
onderzoeken zijn, wat je automatisch kan koppelen. En of je dan kunt zeggen van, je kunt ook een
samenwerking waarin je niet zozeer naar elkaars app verwijst maar waar je wel content van elkaar kunt
gebruiken. Dat kan ook. Wij doen daar niet zo krampachtig over. Ik weet dat Oneindig Noord-Holland heel
moeilijk over doet, die hebben zoiets, nou dat is van ons en die denken heel erg in termen van concurrentie.
Maar, je zou kunnen kijken of je op vlak van, dat wij jullie beelden kunnen leveren uit onze collectie, die bij de
gebouwen horen. Schetsen van gebouwen of foto´s van maquettes. Dat jullie op je beurt weer tekstjes hebben
die wij kunnen gebruiken. En dan zou het kunnen. Dat kan heel goed. Ik denk dat we een keer met Liesbeth
erbij, kunnen inventariseren.
TVL: Ja, dat lijkt mij een goed idee. Ik weet er wel veel van, maar op samenwerkingsgebied vind ik dat moeilijk
om te zeggen.
FP: Ja dat begrijp ik, ja.
TVL: Ok. Dat was het. We hebben alle vragen doorgelopen.
FP: Nou, mooi.
TVL: Hartelijk bedankt voor je tijd.
66
2. IJdijkenroute van Sparked – David van Zeggeren
Datum: 08-11-2011 10.00
Interview: David van Zeggeren (DVZ)
Functie: Projectmanager Sparked
Project: IJdijkenroute (QR)
Duur van het interview: 50 minuten
TVL: Van wat soort projecten op het gebied van locatieve media heb je de laatste tijd gehoord?
DVZ: Het QR-project waar ik van weet, dat weet Liesbeth sinds gisteren, is van IAmsterdam en van het ATCB.
De website daarvan is IamQR punt info of punt nl, dat zal je even moeten checken. Dat is nu een test site, als je
daar nu naar toe gaat zie je wel wat content, het ziet er nog niet helemaal top uit.
TVL: Is dat een project van Studio Parkers?
DVZ: Dat zei Liesbeth ook al, maar dat zal je even moeten uitzoeken.
TVL: Volgens mij waren zij daar mee bezig, een jaar geleden ongeveer.
DVZ: Ik weet dat Studio Parkers voor de eerste versie van de IJdijkenroute is gevraagd om een plan te maken.
Dat is uiteindelijk niet bij hun terecht gekomen puur omdat ze volgens mij een andere budgetberaming hadden
dan eigenlijk Sparked. Ik ben eigenlijk een beetje partijen langsgegaan in mijn beginfase van mijn stage bij
Dienst Ruimtelijke Ordening. Misschien dat Parkers het hadden over het QR project waar wij nu mee aan de
slag zijn gegaan. Maar het kan ook zijn dat dit het is. Maar IamQR, wat ik zie, het wordt eigenlijk een beetje een
soort toeristische informatie, het wordt ook weer aan locatie gekoppeld. Door middel van vier bordjes, dat is
wel echt heel veel, één bordje met een Amsterdams rood kruis, één met een Nederlandse tekst, één met een
Engelse tekst en één met een QR-code. Het zijn een soort tegels, platte tegels, ik denk zo groot ongeveer. En
die plakken ze dus op gevels, dat wordt dus een grote rommel.
TVL: Zijn er nog meer projecten waar je iets over kunt vertellen?
DVZ: Ja er is een project tussen stadsdeel Noord, stadsdeel Centrum en Oost gaat lopen. En we zijn bezig met
het project van de IJdijken uit te rollen, er zijn meer dijken, we willen naar Muiderberg en aan de Noordkant en
toen kwamen we met stadsdeel Noord in gesprek en die zeiden van ja luister eens er komt al een QR-project,
kunnen jullie niet samen doen? Al die nieuwe locatieve media projecten die telkens weer het nieuwe wiel
willen uitvinden. Toen zei ik van ja dat is goed, ik neem contact met ze op. En dat heb ik gedaan, maar zij zijn in
zo’n laat stadium dat samenwerken bijna niet meer kan. Echt samen optrekken, dus daar moeten we nog iets
anders voor bedenken. Ja, ze zijn al klaar, die tegels zijn al gebakken en die codes liggen er al. Dus dat word een
heel gedoe om dan via die QR-code erachter te komen, dat zou je moeten communiceren dat de IJdijken route
daar dan ook in zit, dat is allemaal best moeilijk. Als een partij nu tegen ons zegt, we willen graag aanhaken bij
jullie route, dat is ook lastig, dat werkt moeilijk.
TVL: Waarom is ervoor gekozen om het project IJdijkenroute op te zetten?
DVZ: Nou, het project is eerst een takenproject geweest die ik heb gedaan bij de Dienst Ruimtelijke Ordening
van de gemeente Amsterdam. Daar waren ze al begonnen met het project IJdijken, maar dat was meer een
beleidsmatig plan. Er was een onderzoek gedaan door een historicus, wiens naam ik even ben vergeten, en die
zei van die dijken zijn echt van groot belang voor de stad. We willen niet dat ze verdwijnen in.. want de
planologische plannen die er altijd vanuit de stad komen, maar de elementen zijn bewaard, en dat is het eerste
doel van het project in 2006, een soort van rapport, ook met belangende partijen die willen dat de dijken
bewaard blijven, dat we ze niet snel vergeten. Nou daar zijn een aantal monumenten statussen aangekoppeld,
aan het plan en vervolgens ontstond het idee om ook die dijken naar het publiek te gaan brengen. Om er een
soort publieksproject van te maken. Omdat het ook historisch interessant is voor de inwoners van de stad.
TVL: Was dit nog steeds een onderdeel van je stage?
DVZ: Nee, dit was allemaal het project van 2006, een beleidsmatig plan met een aanzet tot een publieksplan,
dat werd nooit uitgevoerd, dat is in de kast terecht gekomen. En in 2010 kwam ik daar vanuit stage van
Erfgoedstudies van de UvA terecht en toen zeiden ze nou we hebben nog wel wat in de kast staan dat
67
misschien voor jou interessant is. Toen heb ik daar naar gekeken, en gedacht wat kunnen we daar nou mee
doen? Toen heb ik het project aangenomen en gezegd nou daar wil ik wel mee aan de slag. En al heel gauw was
het duidelijk dat er een aantal eisen waren aan het project en dat was fysieke zichtbaarheid, de dijken die je nu
af en toe nog wel ziet, maar hoe maak je dat zichtbaar? Hoe doe je dat dan? Het is tegelijkertijd informatie die
gaat over de dijken en hun rol, maar ook over wat daar gebeurde en ook om wat daar gaat gebeuren, dat je die
vertelde aan het publiek. En hoe je dat dan ging doen, dat was dan mijn taak om dat uit te zoeken. Uiteindelijk
kwamen we dus doordat je die fysieke zichtbaarheid moet hebben en een verhaal wilt vertellen, dan kom je al
heel gauw bij locatieve media. Daar zijn een aantal mogelijkheden voor en toen uiteindelijk voor QR gegaan. En
in eerste instantie QR op tegels, straattegels, dat had een beetje te maken met de eisen van Stadsdeel
Centrum, omdat die zeiden we willen zo min mogelijk bordjes in het centrum, maak het eigenlijk zo min
mogelijk zichtbaar, dat was een beetje hun idee. Dus uiteindelijk zijn er voor tegels een ontwerp gemaakt en
dat is uiteindelijk weer afgebroken en uiteindelijk zijn het borden geworden. Dat is specifiek omdat we willen
dat de dijken worden, eigenlijk zouden we een rode of een bronzen lijn over die hele dijk willen trekken, om te
laten zien, dit is een IJdijk en hier kun je verhaal ophalen, dat is een beetje te duur. En als je dat overal gaat
doen wordt het een beetje een wirwar.
TVL: Jullie hebben dus voor QR gekozen omdat dat echt zichtbaar is?
DVZ: Je hebt natuurlijk Augmented Reality maar dat is niet zichtbaar en je kunt een app maken en dat is ook
niet zichtbaar. En verder, ja je kunt natuurlijk ook bordjes maken met hier is een Augmented Reality Layar
zichtbaar, dat gebeurt nooit, wat op zich best wel zou kunnen. Dit was het meeste voor de hand liggend. En
dan hebben we nog getwijfeld of we de QR of de Microsoft Tag gingen gebruiken, maar die laatste is een tag
die bijna niemand kan lezen. We hebben echt gekozen voor QR omdat dat toegankelijker is dan veel anderen
en dat het zichtbaar is.
TVL: Op welke manier is de samenwerking met Oneindig Noord-Holland ontstaan? Bestond dat platform al?
DVZ: Ja dat platform bestond al. Nou dat is een goede vriend van Laurens, mijn baas die af en toe langsloopt,
en die is projectleider bij Oneindig Noord-Holland en die had al vrij snel gehoord van dit initiatief en die vond
het heel interessant. Maar hij zag ook wel dat we heel erg onze eigen weg aan het gaan waren. Ik had er zelf al
wat partijen bij betrokken, al wat musea maar ook al wat gemeentes en stadsdelen. En uiteindelijk kregen we
daar de gehele financiering niet rond. Toen heeft Oneindig Noord-Holland gezegd van ok dit vinden we zo’n
bijzonder project, dit willen we adopteren, dan betalen wij de helft van het project budget, maar dan willen we
ook meer dingen te zeggen hebben. En dat hebben we gedaan om twee redenen. We waren op zoek naar een
platform waar we onze verhalen op kwijt konden, niet alleen mobiel maar ook web. Daar was Oneindig Noord-
Holland wel in the picture. Maar ook gewoon uit nood geboren omdat we gewoon niet genoeg geld hadden en
zij zeiden, nou we willen hier wel aan mee investeren. Maar dan haakt het wel direct aan en dan moeten jullie
ook ons logo communiceren, dat was allemaal helemaal prima. Dat was helemaal goed.
TVL: Het logo van Oneindig Noord-Holland staat elke keer in het midden van de QR-codes?
DVZ: Ja en in de volgende fase gaan we dat niet meer doen, omdat zij dan ook de opdrachtgevers niet meer
zijn. Dan wordt het of het IJdijken logo erin. Het is nu ook een heel gecommuniceer met logo’s. Een QR-code
met een Oneindig Noord-Holland logo, een IJdijkenroute logo en je hebt het logo van de partij die het bordje
beheert. Dus dat is best wel veel.
TVL: Wat willen jullie uiteindelijk bereiken met het project?
DVZ: Dat heb ik al een klein beetje verteld. De waarden van de dijken zichtbaar maken en dat zijn er een aantal.
De waterkerende waarde die de dijken nog steeds hebben, landschappelijke waarde, als je uit de stad gaat en
je de dijken ziet liggen, ik denk dat dat ook wel een bepaald stukje erfgoed wat je daarmee weghaalt, als je de
dijken verwijdert. En het heef in dit geval een recreatieve waarde denken wij, mensen gaan op die dijken
fietsen, van punt A naar punt B en genieten van de natuur. Het heeft ook een, dat rapport heb ik nog nooit
gezien, maar het heeft ook een ecologische functie, een soort van ecologische verbindingszone tussen een
aantal plekken. Het heeft een aantal waarden die we wilden uitdragen, dat is één. Twee was de historie willen
vertellen aan mensen en simpelweg het behoud van de dijken proberen te garanderen. Mensen leren het
kennen. Als iets dreigt te verdwijnen is het het beste om er veel reuring omheen te creëren en dan te zorgen
dat mensen dat het publiek er een connectie mee krijgt. Nou zeg ik niet dat die dijken echt bedreigd worden,
68
maar het is altijd goed om iets te duiden, zodat als het ooit bedreigd raakt, dat je kunt zeggen van nou, deze
groep mensen maken er gebruik van. Dat is bijvoorbeeld ook met die Anne Frank boom gebeurd. De Anne
Frank boom dreigde te verdwijnen, maar toen heeft een groep van Erfgoedstudies gezegd, Anne Frank keek er
naar, het is erfgoed en ineens viel heel Nederland erover en is het gigantisch groot geworden.
TVL: Ok, over de rol van Oneindig Noord-Holland hebben we gesproken en ook hoe de samenwerking tot stand
is gekomen. Wat was het businessplan? Hoe is het project gefinancierd?
DVZ: Nou, hoe we dat hebben gedaan is zo, we hebben een deel van de financiering van Oneindig Noord-
Holland laten doen, dat was ongeveer de helft. En de rest van de financiering hebben we verdeeld over de
verschillende partijen, die ook bordjes adopteerden. De overheid, ook gemeente en stadsdeel, kunnen een
aantal bordjes, minimaal vijf, minimaal vier eigenlijk, adopteren. Daar krijg je een startbedrag voor en
vervolgens moet je ook het beheer kunnen doen.
TVL: Wat is het voordeel voor bijvoorbeeld een stadsdeel om aan het project mee te doen? Wat krijgen ze
ervoor terug?
DVZ: De route, als wij het niet hadden gedaan, was het er nooit gekomen. Dat is sowieso één en er zijn een
aantal andere dingen, dat zit ook in de doelen, die je ervoor terug krijgt. Er zijn een aantal projecten per jaar
die stadsdelen en gemeentes moeten doen op het gebied van ecologie, educatie, recreatie, dat soort dingen.
Daar valt dit ook onder en het zijn allemaal redelijk kleine investeringen wat ze moeten doen. Maximaal betaalt
een gemeente vijfduizend euro en dan krijgen ze een route met alles erop en eraan. De verhalen, de mobiele
websites, de communicatie, alles zat daarbij. En dat was voor hun best wel een lage drempel, wat een nog iets
hogere drempel voor ze was waren de blijvende kosten. Er blijven nu ook altijd kosten, die zijn niet zoveel,
maar dat vinden gemeentes irritant, die willen het liefst alles in een keer afkopen en dan moet het klaar zijn en
dat is in dit geval niet.
TVL: Waar zijn deze lopende kosten voor bedoelt?
Doordat je een mobiele website in de lucht houdt, betaal je daar dataverkeer kosten voor. Hoe meer het wordt
gebruikt, hoe hoger de kosten zijn. Dat is nog steeds niet heel veel, een paar honderd euro.
TVL: Kan je achterhalen hoe vaak één bordje wordt gescand?
DVZ: Ja al die gegevens hebben we in Google Analytics, daar kan je bijvoorbeeld zien welk bordje het meeste
gebruikt is.
TVL: Kan je ook terugzien of gebruikers een bepaalde route hebben gelopen? Of zij maar één bordje hebben
gescand of meerdere?
DVZ: Dat is wat moeilijker. Omdat het verschillende pagina’s zijn. Je kunt bijvoorbeeld op één locatie staan en
dan uitchecken en dan vervolgens wel naar een volgende locatie gaan. Maar je kunt ook binnen de website
doorklikken naar de volgende locatie, dat kan ook. Je kunt of die code opnieuw scannen op de volgende locatie
of binnen die pagina klik je door.
TVL: Je hoeft dus niet de code te scannen om de informatie op je telefoon te krijgen?
DVZ: Hoeft niet. Als je de eerste pagina hebt geopend, dan hoef je de hele route niet te scannen. Behalve als je
telefoon uitvalt, kun je in principe gewoon door. Dat mensen uitstappen is vrij hoog en dat heeft deels te
maken met het feit dat mensen denken, ok ik heb de eerste locatie gezien, ik ga nu naar de volgende. Ik klik op
de home button van je IPhone, dan ben je dus al uitgecheckt. Dus dat is wel een beetje lastig, maar we kunnen
het bijhouden.
We hebben financiering rond tot tweeduizenddertien. De meeste partijen hebben toegezegd om bij te dragen
tot tweeduizenddertien. Dan komt er een moment dat we met zijn allen rond de tafel gaan zitten en het te
hebben over of we het de moeite waard vinden om door te gaan. Dan zouden er extra lopende kosten bij
komen, die niet zo heel hoog zijn trouwens. Maar er zijn verder nu ook niet meer zo verschrikkelijk hoge kosten
meer om te dekken, we hoeven er niet een heel verdienmodel uit te halen omdat er nu simpelweg niet zo veel
te doen is. Behalve dat je er natuurlijk ook wel verse content in wilt blijven stoppen, daar wil je wel iemand
opzetten die de communicatie gaat doen, dat nog meer mensen het te weten komen. En dat is wel wat er nu
aan mist, daar is nu gewoon geen budget voor. En ik doe dat wel een beetje in mijn vrije tijd, maar het zou
natuurlijk mooi zijn als er één of twee mensen op zitten die constant het ding levend houden.
TVL: De gebruiker kan zelf geen content toevoegen toch?
69
DVZ: Nee, dat klopt inderdaad.
TVL: Je hebt het net al kort toegelicht, maar waarom hebben jullie eigenlijk gekozen voor het inzetten van QR-
codes?
DVZ: Ik vind QR eigenlijk een beetje een tussenoplossing wat mij betreft. Ik vind het niet helemaal een mooi
medium, maar dat heeft met een aantal dingen te maken. Sowieso met dat ik het lelijke codes vind over het
algemeen, zelfs als ze in kleur zijn vind ik ze niet altijd heel mooi. Wat wel is, ze zijn wel herkenbaar, ook door
dat zwart witte juist. Iemand sprak laatst over robot kots.
TVL: Ja, dat had ik ook ergens op internet gelezen.
DVZ: Dat vind ik wel een mooie, want dat is het ook wel gewoon. Het ziet er eigenlijk helemaal niet uit, maar
mensen herkennen het wel van iets van hé hier zit iets achter, dus wel een soort van missie, je wilt wel weten
wat het is over het algemeen, niet altijd. Maar ik denk dat er binnenkort wel andere technieken aankomen die
de drempel een stuk lager maken om in te checken. Dat is nu nog van ik zie die code ergens, ik wil eigenlijk wel
weten wat erachter zit, maar ik weet zeker dat het wel een halve minuut gaat duren dus dan doe ik het niet. En
dat is eigenlijk zonde, als ik een techniek heb waarvan ik zeker weet van als ik daar incheck dan heb ik binnen
drie á vier seconden heb ik de content op mijn telefoon, dan ga ik het zeker doen.
TVL: Dan doel je op RFID?
DVZ: Ja, via NFC. RFID is niet met je telefoon te doen, nog. Dat zijn van die chips, ik heb er bijvoorbeeld een aan
mijn sleutelbos van Mediametic, daarmee kan je inderdaad ook informatie ophalen, maar NFC werkt twee
kanten op. Near Field Communication is dat, de nieuwste telefoons, Blackberry heeft dat, maar ook Android
telefoons volgens mij, die hebben zo’n chip in de telefoon. Dat is vooral bedoeld voor het digitale betalen wat
eraan komt, maar ook, je legt je telefoon op een andere NFC chip die ergens ligt of bij een museum hangt op
straat. En die leg je erop en je hebt meteen dat wat erin zit. Wat het verschil is met RFID sowieso dat hij niet in
je telefoon zit, maar ook dat je heen en weer kan communiceren. RFID is eigenlijk één kant op. Dus eigenlijk die
zender zend iets naar mij toe, maar als ik NFC heb kan ik ook terug communiceren. Dan kan je bijvoorbeeld ook
user generated content toevoegen aan iets wat in NFC is gedaan, kan dus gewoon. Je kunt dus zeggen nou ik
vond het leuk of je kunt er vier sterren aan geven en dan slaat hij dat ook op en dan komt het daar ook echt in
terecht. En het is supersnel, dat is echt een mooi alternatief voor QR en voor andere tagging dingen. Maar dat
is er nog niet, het zou leuk zijn om binnenkort een keer een pilot te zien daarvan. Maar ik denk dat het nog wel
erg duur is en nog iets te weinig telefoons die dat hebben. Ik heb nog nooit een telefoon gezien die het heeft.
Op internet wel van die filmpjes en dat ziet er allemaal flashy uit. En er is ook al een herkenningslogo voor
Museum Near Field Communication, dus dat is wel goed, want dat mist ook wel heel vaak nog. QR is natuurlijk
ook wel herkenbaar maar eigenlijk is Augmented Reality ook een locatieve media, het zou leuk zijn als daar ook
een of ander herkenbaar iets voor komt. Maar voor NFC is dat er dus al, door een soort van Near Field
Communication werkgroep, die heeft dat opgezet.
TVL: Ja, vorige week heb ik met Ferry Piekart gesproken, van het NAI, van de UAR app. En die hebben
Augmented Reality waar ze gebruik van maken en daar heb ik het met hem ook heel lang over gehad. Zij
hebben 450 objecten in Amsterdam, dus mensen die de app op hun mobiel hebben die weten als ze de app
openen, dat er iets te zien is en dat is voor hen een groot voordeel.
DVZ: Ja, UAR is mooi. Een van de dingen waardoor het bij hun ook heel erg goed werkt is dat er een gigantisch
communicatie achter hebben gezet en dat het heel erg hip is. Dus dat je dingen kan zien die er nog niet zijn of
die er waren, die kun je tot leven brengen met je mobiele telefoon. Dat is hartstikke tof.
TVL: UAR heeft nu ook toegevoegd dat mensen zelf informatie kunnen toevoegen, gebouwen kunnen
toevoegen, waardoor de database steeds grote zal gaan worden door heel Nederland.
DVZ: Ja leuk, oké.
TVL: Ik wil het graag met je hebben over het opzetten van het project. Wat waren toen de grootste valkuilen?
Waar liep je tegenaan?
DVZ: Een van de valkuilen was dat we wat betreft content te weinig afspraken hadden gemaakt. We hebben
een aantal partijen gevraagd om voor ons verhalen te schrijven waar onder, we hebben het een beetje
verkocht alsof het een pilot was, dat het een testproject was. Het was een hele kleine bijdrage wat zij moesten
doen en het waren allemaal partijen die bij Oneindig Noord-Holland waren aangesloten. En die hadden een
70
afspraak met hun van het is goed om af en toe wat op Oneindig Noord-Holland te zetten, maar uiteindelijk
hebben we dat zelf dan losgelaten en hebben we gezegd van willen jullie alsjeblieft 10 verhalen schrijven. En
dat heeft er uiteindelijk toe geleid dat we op het eind heel veel hebben moeten doen, voor de volgende fase
zouden we dat wel anders doen. We hebben met de gemeente en de stadsdelen contracten gesloten, nou dit is
verantwoordelijkheid, en dat is allemaal goed gegaan. Maar die content was heel vrijblijvend, wil je misschien 5
verhalen schrijven en dan zeiden ze van ja. Maar uiteindelijk is dat van een aantal partijen gewoon niet van
gekomen. En één partij heeft helemaal niets meer gedaan uiteindelijk. En die is op het eind wel meegenomen
in het communicatietraject en dat is een beetje suf geweest. En nog een andere partij heeft wel bronnen aan
ons gegeven, maar uiteindelijk niets geschreven. Dus dat was een beetje zuur. We hadden vijfentachtig
verhalen in de planning staan en drie weken voor tijd waren het er vijfenveertig, dus er moesten er nog veertig
bij. Toen heb ik een aantal oud studiegenoten van mij gevraagd om aan de slag te gaan en die hebben het erg
goed gedaan. Dus uiteindelijk nog wel op tijd klaar, maar dat was een valkuil, dat je echt op die content, dat is
echt een van de grootste uitdagingen om dat voor elkaar te krijgen. Al die content van al die plekken, op
dezelfde manier, op tijd, kwalitatief hoogstaand erin te krijgen. Maar het kan wel, je moet het gewoon goed
organiseren.
TVL: Was er nog een andere valkuil bij het opzetten van het project?
DVZ: Een andere valkuil is dat we uiteindelijk wat betreft communicatie, weinig budget hebben gehad, ook
ingeraamd. We hebben wel wat communicatie kunnen doen, maar om uiteindelijk effect te krijgen heb je wel
wat nodig.
TVL: Oneindig Noord-Holland heeft volgens mij wel een duidelijk communicatie plan.
DVZ: Oneindig Noord-Holland hebben heel veel projecten die ze willen promoten en die promoten de IJdijken
niet heel erg. Ook omdat ze volgens mij een beetje het idee hebben dat we redelijk autonoom zijn. Dus dat zou
ik in de volgende fase wel anders willen doen. Het is wel weer zo dat als je echt goede communicatie wilt
maken, dat je echt op tienduizend euro uitkomt. En dan wordt het duurder dan je hele project zelf, dat kan
niet. We hebben ook een beetje vertrouwd op de aanwezigheid van bordjes op straat en dat is misschien wel
niet helemaal goed. Want mensen herkennen het niet, dus die denken van wat is dit? Mensen die het hebben
gehoord en gelezen, die gaan het erna doen, er gebruik van maken. Dus communicatie is ook wel een valkuil,
niet te onderschatten. Ik zit even te denken… Wat misschien niet een valkuil is, maar wat wel heel mooi zal zijn
geweest als we het wel hadden gedaan, maar dat heeft ook weer met budget te maken, dat het nu echt alleen
maar tekst en beeld is en ik er eigenlijk toch ook wel graag audio en video erin had gewild. Maar dan ga je
gewoon zo in de kosten lopen, we hebben er nu alleen maar verlies op gemaakt, maar uiteindelijk zal het voor
de volgende fase heel mooi zijn als het er wel in komt. Omdat ik denk dat dat gewoon wat wij maken
laagdrempelig is als je dat bijvoegt, dat audio, dat mensen niet de tekst hoeven te lezen maar dat je het
gewoon kunt horen, dat zal wel leuk zijn.
TVL: Een soort audiotour?
DVZ: Ja een soort audiotour in de openbare ruimte, dat zal wel leuk zijn. Wat we ook hadden bedacht, dat we
met een kenner over straat lopen, met een camera erbij, en diegene per locatie een minuut over de plek te
laten vertellen. Dat kan je door een bekende Nederlander laten doen, maar ook door een historicus bij wijze
van spreken.
TVL: Je hebt wel een tour op de Westergas, een gps tour, dat alle huurders iets vertellen over hun bedrijf en de
locatie waar zij zitten, daarbij zit ook beeld, geen video, maar een soort van slideshow van afbeeldingen.
DVZ: Ja leuk. Maar het is gewoon lastig, het is niet alleen diegene vragen om even een verhaal te vertellen, je
hebt iemand nodig die de montage gaat doen, je moet het geluid goed hebben, en dat gaat gewoon echt weer
in de kosten lopen. En dat hadden we voor dit project niet. En zeker als je het hebt over twee of drie ton die je
te besteden hebt, dan was het een heel ander project geweest. We hebben met de minimale middelen het
maximale neergezet. Dus aan de andere kant die valkuilen die zijn er wel, maar ik ben best tevreden over hoe
het is gegaan. Ik zit te denken, er zijn nog wel wat meer dingen, misschien kom ik er zo nog wel op. Ohja wat
een valkuil ook nog wel is, zijn de printboekjes.
TVL: De kleine foldertjes?
71
DVZ: Ja, de kleine foldertjes inderdaad. En wat we daarmee misschien verkeerd hebben gedaan is dat we, we
wilden dat echt een beetje vormgeven als een soort van communicatieboekje van dit is de IJdijken route, hij
loopt zo, met een paar verhaaltjes. Maar uiteindelijk kunnen mensen zonder telefoon de route niet lopen, want
de plattegrond is te klein. Dus we hebben eigenlijk voor een tussenvorm gekozen. We hadden eigenlijk moeten
kiezen voor een boekje waarmee je zonder die mobiele telefoon de route alsnog kan lopen en een groot deel
van de verhalen gewoon kan lezen.
TVL: Op de website zie je toch wel alle punten van de route? Kan je het daar niet op lezen?
DVZ: Ja, dat gaan mensen niet doen. Die willen echt een boekje zien, dit is wat ik nodig heb en dan hoeven ze
nog niet zozeer al die verhalen te hebben, maar wel een deel daarvan. Dus we hadden het eigenlijk iets moeten
uitbreiden. En wat nog steeds wel lastig blijft is de zichtbaarheid van al die boekjes, die liggen dan wel op een
aantal plekken maar lang niet alle VVV’s, echt maar een aantal.
TVL: Ook gemeentehuizen toch?
DVZ: Ja, maar mensen gaan daar gewoon niet echt naar toe. Je kunt ze wel weer bestellen op onze website, dat
is op zich wel fijn. Maar je ziet ze eigenlijk niet overal langs de route liggen, en gewoon wel bij veel VVV’s, maar
die zijn dan weer op. Dus dat is dan weer lastig. Kijk we kunnen niet zeggen, die route hebben we uitgevoerd,
maar we willen hem in stand houden dus gooien we er nog even wat geld in om wat meer boekjes en wat meer
communicatie te doen, maar het geld is er gewoon op dat moment niet. En we hebben gewoon andere taken
te doen. Dus ja op dat gebied is Sparked niet echt de goede partij om het eindelijk verder uit te rollen. Het zou
eigenlijk het mooiste zijn als het ergens een keer land, bij een partij die zegt we willen hier in tijd en in geld nog
investeren om het echt levendig te houden, dat zou voor de toekomst wel een mooie zijn.
TVL: Wat ging er juist heel goed? Dat is natuurlijk ook belangrijk om te weten.
DVZ: Ja zeker! Wat er heel goed ging is dat het nogal snel is opgezet. De oriëntatiefase was heel lang, dat had
met politiek te maken en omdat het lastig is om het in de openbare ruimte dingen voor elkaar te krijgen, met
vergunningen enzo, dat duurde heel lang. Maar de uiteindelijke uitvoerfase ging heel snel. Daarin hebben we
de mobiele website gebouwd, hebben we communicatie tussen Oneindig Noord-Holland en de mobiele
website, een heel ingewikkeld verhaal, voor elkaar gekregen. De vijfentachtig verhalen, bordjes ontwikkeld,
gemaakt en geplaatst, de communicatie erop gezet, we hebben eigenlijk alles gedaan binnen drie weken, dat is
ongelofelijk snel. Dat kan ook best wel makkelijk als je alle taken verdeeld, dat je het niet allemaal zelf doet. Als
de ene met de techniek bezig is, de ander met de content, en de ander met de precieze plaatsing dan krijg je
het wel voor elkaar.
TVL: Er werd dus onderling goed met elkaar gecommuniceerd?
DVZ: Ja er was een redelijk goed projectmanagement uiteindelijk, dus dat is heel goed gegaan. Wat is er nog
meer goed gegaan? Nou, ik denk dat we, nou er zijn wel meer dingen goed gegaan natuurlijk, ik denk dat
uiteindelijk de kwaliteit en de hoeveelheid van de verhalen heel goed is, er zitten echt goed en leuke verhalen
bij. Over de vorm, daar zal nog wel iets van verbetering aan kunnen. Maar over het algemeen zijn er
vijfentachtig verhalen, dat is hartstikke mooi op vierentwintig locaties en een heel goed onderwerp, dus dat is
natuurlijk wel leuk. Even nadenken… er zijn ook een aantal samenwerkingen met musea die goed gingen, met
het Amsterdam Museum, dat was echt heel leuk samenwerken. De lancering ging heel goed en ook wat er
daarna, we hebben een tafel gemaakt met een kaart erop en die reist nu langs de culturele instanties die
meedoen en dat is wel hartstikke leuk. Daar halen we nu ook wel veel aandacht uit, dat is ook wel heel goed.
De communicatie die we hebben gedaan met het krappe budget is echt goed gegaan. Ja, dat een beetje denk
ik.
TVL: Ik heb nog een deelvraag, die ik wil beantwoorden in mijn scriptie. En dat is welke vorm zou de informatie
en lay-out achter de QR-bordjes moeten hebben om het gebruik ervan te stimuleren? Welk uiterlijk past het
beste bij QR-code bordjes over erfgoed? Hiermee bedoel ik, bijvoorbeeld ik had een tijdje geleden over een
project gehoord, waarbij ze letterlijk de toeristische informatie uit een boekje achter de QR-codes wilden
plaatsen. Wat voor informatie vind jij belangrijk om te krijgen op een plek?
DVZ: Nou zo relevant mogelijk en dat is inderdaad wat jij zegt, als ik op de Nieuwmarkt een code scan dan wil ik
niets weten over het Centraal Station of over de Dam. Dat is natuurlijk onzin. Het moet heel erg locatie
gebonden zijn, dus relevant op die locatie. Wat je ook niet moet bieden is informatie die ik al zie. Een foto van
72
de locatie waar ik al sta, dat is natuurlijk raar, want ik sta op de locatie. Je moet gewoon de omgeving proberen
te duiden en dat kan op een heleboel verschillende manier, dat kan door bijvoorbeeld er een historisch verhaal
over te vertellen en wat heel leuk is om wat geheime plekjes te kunnen tonen, van ga hier eens sta, kijk naar
die toren, zie je dat? Je moet heel duidelijk zijn op locatie en niet dat je een verhaal wilt vertellen. Je moet
gewoon kijken wat is hier te beleven? Wat is hier ooit gebeurt? En hoe kan ik mensen met de telefoon in de
hand op verschillende plekken krijgen. Dat vind ik heel belangrijk. Kort, zo kort mogelijk, korte tekstjes. Mensen
de keuze geven om een korte of een lange tekst te lezen. Als ik in een keer een gigantische lap tekst zie dan
denk ik van ja daar heb ik geen zin in, geen tijd voor. Je wilt misschien maximaal vijfenzeventig tot honderd
woorden met een krantenkop, een krantenartikel, dat wil je lezen en je wilt misschien ook de mogelijkheid om
een wat langer artikel te lezen, met achterliggende achtergrond informatie.
TVL: Is de IJdijkenroute eigenlijk in meerdere talen beschikbaar?
DVZ: Nee, Nederlands. En dat heeft echt te maken met het feit dat je als toerist niet gebruik kan maken van
internet in de openbare ruimte in Nederland. En dat is ook met de QR-codes van het ATCB, die hebben het
helemaal in het Engels gedaan, dat is natuurlijk hartstikke leuk, maar daar gaat de toerist helemaal geen
gebruik van maken want die heeft geen internet in Amsterdam. Je moet dan echt voor het buitenland een data
bundel kopen en dat doen te weinig mensen nog. Het is wel voor de toekomst gedaan, de verwachting is dat
het wordt opengesteld, binnen nu en een paar jaar. Dat Europa geen grens meer heeft wat betreft internet
verbinding en daarmee, de IJdijkenroute, moet dan ook een Engelse versie hebben. Anders mis je al die
miljoenen toeristen die wel opzoek zijn naar die informatie. Wat zij ook wel doen is een Engelse versie van die
tegeltjes, dat is wel relevant, dat is wel heel goed.
TVL: Maar dan zit je weer in de oude vorm van gevelbordjes.
DVZ: Ja dan zijn het eigenlijk weer gewoon ANWB bordjes, ja precies. Een Engelse versie van een app is weer
wat anders, dan kan je gewoon op WIFI in je hotel ofzo, de app downloadden en dan ga je gewoon lopen.
Anders dan QR of mobiele websites, dat gaat gewoon niet werken.
TVL: En welk uiterlijk moet volgens jou een QR-code bordje hebben? Jullie hebben een logo erin, je kunt de QR
kantelen en in een rondje zetten, op welke manier zal een bordje de toerist of een bezoeker aan Amsterdam
het beste aanspreken? Is het alleen een code, of moet er nog tekst, een logo of uitleg bij?
DVZ: Ik denk wel dat je moet uitleggen wat erachter zit, want het is eigenlijk heel raar als je ergens een code
plaatst zonder te vertellen wat mensen uiteindelijk gaan zien. En dat hoeft helemaal niet lang te zijn, volgens
mij had ik ook nog een artikel naar jou doorgestuurd met een aantal richtlijnen voor het gebruik van QR en
daar stond in, ik ga toch ook geen boek lezen waar niets op de kaft staat. Dat kan interessant zijn van hé dit is
een boek zonder titel, wel grappig, maar op een gegeven moment ben je daar ook wel klaar mee, dan wil je
gewoon zien wat erachter zit. Al is het dat je aangeeft dat het cultureel historische informatie is, dat is op zich
al wel genoeg, maar helemaal niets communiceren is denk ik.. of een logo, dat doen de IJdijken ook wel maar
we hadden er op zich ook wel wat meer teksten op kunnen zetten, maar dat had ook te maken dat het bordje
gewoon heel klein was. In de buiten gebieden doen we dat trouwens wel, daar zijn de borden groter, op het
onderste gedeelte staat een introductietekst over de IJdijken. Je staat op een IJdijk, cultureel historisch
interessant, je kunt hier verhalen lezen over en dan staan er een aantal onderwerpen. En dan weten mensen,
dat ga ik lezen of beleven als ik die code scan. Als er alleen maar een code staat zouden mensen denken oh dat
zal wel weer een reclame zijn. Wat heel veel partijen vergeten dat het in principe een URL is dat ook een virus
kan zijn bij wijze van spreken, ik kan een QR-code op straat plaatsen en daar een virus achter zetten.
TVL: Ja dat klopt. Ik stond bij het stoplicht en bij de knop om over te steken was ook een QR-code sticker
geplakt en toen dacht ik meteen wat zal het zijn? Want er stond helemaal niets bij en toen dacht ik zo meteen
is het echt iets heel raars waar ik opeens terecht kom of een virus inderdaad.
DVZ: Ja dat weet je inderdaad niet. Dat is echt lastig. Ik ben wel van mening dat je er iets bij moet zetten wat
het is. En het kan ook zo zijn dat het een bepaald beeldmerk wordt, dat mensen op een gegeven moment
weten dat het een QR-project met erfgoed is. Dat iedereen Erfgoed-info herkend omdat er een blauw logo’tje
boven staat, dan hoeft dat misschien niet eens meer omdat mensen weten wat het is. Maar ik denk dat het
goed is de strekking van de inhoud een beetje vrij te geven.
TVL: Zijn de doelen van het project inmiddels bereikt?
73
DVZ: Ja, ik denk het wel. Er waren een aantal doelen en dat waren fysieke zichtbaarheid en het vertellen van
verhalen aan verschillende doelgroepen en die hebben we zeker wel bereikt. Ik denk dat het uiteindelijk
mooier zal zijn als nog meer mensen het gaan gebruiken. Ik denk ook dat het voor een QR-project best wel
goed gebruikt wordt, maar we liggen dan ook wel in het centrum van Amsterdam. We zouden wel willen dat
het nog iets beter zal worden gebruikt. Maar de doelen die we ons gesteld hebben en dat is ook het ontdekken
van een nieuwe manier van informatie ophalen, dat we daar zeker in geslaagd zijn. En wat betreft opgeleverd is
dat andere partijen en instanties enthousiast zijn om het te gaan uitrollen, het blijft niet bij die dertig
kilometer, we gaan waarschijnlijk vanaf januari naar Muiderberg, dat is vijfentwintig kilometer erbij. En aan de
Noordkant praten we over zestig kilometer erbij. Het verhaal nu verkopen aan partijen is nu heel makkelijk
omdat je iets kan laten zien, je kunt laten zien dat het ook werkt. En we kunnen ook laten zien wat de valkuilen
zijn en hoe we dat moeten oplossen voor een volgende fase. En dat werkt voor partijen heel goed, die zien dat,
ok dit werkt, ziet er goed uit, leuk en we hoeven niets meer te bouwen. Dus de startinvesteringen zijn ook veel
lager. Dus dat is wel leuk om te merken.
TVL: Was er in het begin een doelgroep vastgesteld die jullie wilden bereiken of is dat gaande weg gebeurt?
DVZ: Ja, we hebben wel een doelgroep vastgesteld. We hebben, dat hebben we de digital natives genoemd,
dat zijn mensen die wel weten hoe ze met een telefoon om moeten omgaan. Dat we die op een of andere
manier wilden uitdagen door inderdaad de QR te gebruiken. Maar wat we tegelijkertijd hebben geprobeerd is
de doelgroep die cultuur historisch geïnteresseerd zijn, de wat oudere mensen tussen de vijfenveertig en de
zestig die routes fietsen en lopen. Dat we die op de een of andere manier ook proberen uit te dagen door een
laagdrempelige manier van informatie verkrijgen. Dus herkenning op een unieke locatie iets zien, in plaats van
een ANWB bordje en nu staat er een ander soort bordje. Om daar mee aan de slag te gaan hebben we naar QR-
codes ook gekozen voor een deel print te verstrekken aan hen. Maar wat ik net al zei, daar hadden we iets
verder in kunnen gaan. Dat waren eigenlijk de twee grote doelgroepen. Tegelijkertijd hebben we ook de
bewoners van de dijken als mogelijke doelgroep, dus eigenlijk een groep mensen die het project zouden
kunnen gaan trekken, en daar heb ik weinig zicht op, hoe dat is gegaan, dat weet ik eigenlijk niet zo goed. Dat
vind ik heel moeilijk en het is heel moeilijk om een doelgroep analyse te doen, omdat je niet ziet wie met welke
telefoon de codes scant. Misschien dat we daar nog iets mee kunnen doen in een volgend stadium.
TVL: Online kan je ook de route terugvinden op de homepage. Elk stukje van de route. Zit daar een bepaalde
gedachte achter? Op Oneindig Noord-Holland maar ook op de website van de IJdijken zelf en ook in de
applicatie zelf.
DVZ: Dat het op Oneindig Noord-Holland een route is, dat is een eis van Oneindig Noord-Holland zelf. Die
willen de routes tegelijkertijd in het veld maar ook op de website zelf tonen. Omdat we daarmee denken ook
op die manier goed te laten zien dat het een route is, geen losse verhalen. IJdijkenroute punt NL hebben we
gekozen omdat Oneindig Noord-Holland wat ons betreft niet echt een goede landingspagina is om echt iets te
vertellen over het project. En omdat het wel echt een autonoom project is, het is een project van Sparked en
niet van Oneindig Noord-Holland. We werken wel samen. We hebben inderdaad gekozen voor een
landingspagina er buiten en we merken ook wel dat die veel beter wordt bezocht dan de pagina van Oneindig
Noord-Holland. Gewoon logisch dat je de IJdijkenroute ziet dat je dan naar IJdijkenroute punt NL wilt gaan, en
niet naar ONH punt NL slash IJdijkenroute. Dus het gaat echt om de autonomie dat we die willen behouden,
dat we daarvoor hebben gekozen.
TVL: Hoeveel mensen werken er nu aan het project? Op dit moment?
DVZ: Op dit moment werk ik alleen aan het project, en doe ik wel een beetje in mijn vrije tijd, maar dat is
minimaal. Dus daarin valt nog wel een slag te maken, om in de volgende fase wat meer mensen ook aan het
project te zetten. Maar ik werk ook nog met iemand aan de uitrol, om de route uiteindelijk langer te maken. En
om het uiteindelijk ook voor elkaar te krijgen dat ook het beheer, de inhoud ervan, echt tot zijn recht komt. Ja,
dus op dit moment werken er, ben ik eigenlijk de enige die daarmee aan de slag gaat.
TVL: Dus jullie maken geen gebruik van stagiaires of vrijwilligers?
DVZ: Nee, daar maken we nog geen gebruik van.
TVL: De toekomst, daar hebben we het eigenlijk al een beetje over gehad. Plannen voor de toekomst qua
functionaliteit en techniek. Zijn er nog een zelfde soort projecten in de planning, daar hebben we het ook over
74
gehad, de uitbreiding van de route naar twee kanten toe. Welke samenwerkingsverbanden zie je nog voor je?
Jullie hebben nu natuurlijk al met Oneindig Noord-Holland samengewerkt.
DVZ: Ja, ik zie wel samenwerkingsverbanden met partijen uiteindelijk als de ANWB, ook met Staatsbosbeheer,
maar daar zijn we ook al mee aan het praten. Eigenlijk zoveel mogelijk partijen die iets doen in het landschap,
iets doen met de stad, die hun content waarvan hun verhaal of content interessant zal kunnen zijn voor een
IJdijkenroute. Dat zou bijvoorbeeld ook Stadsherstel kunnen zijn met hun panden langs de route. We zoeken
eigenlijk bij de verhalen die we zouden willen vertellen, dus als je kijkt naar de volgende fase, je wilt
bijvoorbeeld een verhaal vertellen over een landhuis, welke partijen zal je daarvoor nodig hebben om
toestemming te vragen om dat te mogen doen en dan kom je gewoon bij een aantal partijen uit die we graag
willen betrekken bij de inhoud en samenwerkingsverbanden. Het zou ook leuk zijn om samen te werken met
een ANWB of een andere organisatie zodat je het wat groter kan neerzetten. Bijvoorbeeld ook VVV’s dat zijn
wel mooie samenwerkingsverbanden. En wat ik zelf ook heel leuk zal vinden is dat we samenwerken met
andere cultuurhistorische projecten en ik heb een beetje het idee dat die projecten daar een beetje huiverig
voor zijn, dat ze niet willen delen ofzo. Terwijl dat wel heel leuk zou zijn, want als je mensen kan aanreiken dat
er meer is dan alleen dit, dat je kunt doorverwijzen. Dat zijn ook samenwerkingsverbanden die interessant zijn.
TVL: Ik heb het project Erfgoed-Info tussen haakjes gezet, omdat we het hier al een keer uitgebreid over gehad
hebben. Wil je er nog iets over zeggen?
DVZ: Nee, eigenlijk niet. Ik hoop dat het doorgaat. Leuk, ik ben benieuwd. Als je nog hulp of tips bij iets nodig
hebt, dan moet je het gewoon vragen of mailen.
TVL: Zal ik zeker doen, dankjewel. Hartelijk bedankt voor je tijd.
75
3. QR-code project van ATCB – Ines Gall en Edgar Vijgeboom
Datum: 02-12-2011 19.30
Interview: Ines Gall (IG) en Edgar Vijgeboom (EV)
Functies: Ontwikkelaar, projectmanager en ontwerper Studio Parkers
Project: o.a. QR-code project van ATCB
Duur van het interview: 1 uur en 8 minuten
TVL: Ik heb een aantal vragen opgesteld, deze gaan onder andere over de projecten met betrekking tot QR-
codes die jullie hebben gedaan. Tijdens mijn stage op de Westergasfabriek hebben jullie het CMS voor het QR-
project gemaakt, zijn er nog meer projecten waar jullie op dit moment mee bezig zijn?
IG: Explore Amsterdam voor I Amsterdam.
TVL: Dat is het project met de vier tegeltjes?
IG: Dat worden uiteindelijk volgens mij driehonderdzestig plaatsen door de hele stad die met zo’n QR-code
voorzien worden.
EV: Die zijn onderverdeelt in wijken en die wijken hebben allemaal thema’s en het zijn zeg maar tours die je
kunt volgen.
IG: We gingen vanuit de stad mensen proberen te stimuleren om het centrum uit te gaan en ook andere
buurten van Amsterdam te ontdekken. We hopen dat die QR-code een soort trigger is om ook eens die kant op
te lopen.
TVL: En voor dit project hebben jullie het CMS gemaakt of kwam er nog meer bij kijken?
IG: Volgens mij werd uiteindelijk ook het CMS van ons gebruikt. Het was omdat het oorspronkelijke CMS toch
te ingewikkeld was. En we hebben alle interactie en design gedaan voor de mobiele website waar de QR-code
naar toegaat. En de techniek heeft ook een andere partij gedaan en daar zijn wij niet zo blij mee, uiteindelijk
had alles veel beter kunnen werken.
EV: Nou ja, wij hebben de ideeën verder met ATCB uitgewerkt.
TVL: ATCB kwam naar jullie toe van: Wij willen zo’n soort project opstarten?
IG: Ja, zoals bij de Westergasfabriek. En ik denk qua interactie is ook alles relatief direct, het is niet ingewikkeld,
je scant iets is en je komt direct bij de pagina terecht waar die informatie staat. Bij I Amsterdam was er nog een
in de buurt functie heel erg belangrijk, juist ook om mensen te stimuleren de andere kant op te lopen. Dat je
zegt ‘dat is interessant over die brug’ en dan zie je ook op de kaart waar je staat en dan zie je dat niet ver weg
nog een QR-code is.
EV: En dat maakt het interessant. Want zij hebben zelf een database met locaties, dus je weet waar een locatie
is want er hangt een geo coördinaat aan. Op het moment dat je een QR-code in scant zie je informatie over dat
punt en over dat gebouw of over de architect en je kunt naar binnen kijken. Maar je hebt dus ook dingen in de
buurt die niet per se met een QR-code zijn getagd, maar die worden wel weergegeven omdat je dus die codes
weet en die andere punten hebben ook geo coördinaten dus die worden ook getoond. Dus dat is grappig. Het is
echt een ijkpunt. Ik ben hier nu, fysiek dat je dat bord scant en dat je daar bent. Dan gaat het bolletje op de
kaart bouncen, daar ben je en dingen in de buurt kan je dan ook zien. Het hoeft dus niet per se een QR-code te
zijn, maar je kunt er wel naar toe, want die kaart geeft weer dat daar ook informatie is.
TVL: Maar je kunt bijvoorbeeld ook een QR-code scannen in het centrum en dan bijvoorbeeld in Noord een
punt openen en die informatie lezen. Of moet je daarvoor meer in de buurt zijn van dat punt.
IG: Goede vraag.
EV: Volgens mij hadden we een radius gedaan van geloof ik een kilometer of iets. Dat is zeg maar een cirkel
waarin alle punten worden getoond, maar je kunt niet de punten daarbuiten openen.
IG: Zij hebben een kaart gemaakt, dat is niet Google Maps maar een overzicht van Amsterdam waarin de zeven
stadsdelen uitgelicht worden. En als je dan op Noord klikt, dan krijg je een verhaal over Noord en dan krijg je
daaronder ook alle bijzondere locaties. En dat komt heel erg overeen met dezelfde locaties die een QR-code
hebben. Dus theoretisch kan je die informatie ook verkrijgen zonder voor het gebouw of punt te staan.
76
EV: Ja, je kunt erbij komen.
IG: Het is natuurlijk echt een keuze, doe je dat of doe je dat niet.
EV: Ja, er zijn twee ingangen. Je gaat of via de QR-code inscannen naar binnen of je gaat via de buurt naar
binnen. Dus bijvoorbeeld de Pijp, dan krijg je een verhaal met alle leuke locaties in de Pijp. Het is de bedoeling
dat in de Pijp ook al die locaties zo’n bord krijgen. Dus andersom, ik scan dat bord en dan zie je op de website
hé er is nog meer in de buurt. En dan leer je bijvoorbeeld over de architectuur in de Pijp. Ze hebben
bijvoorbeeld de Joodse Buurt, de Joodse Wijk, daar heb je op allemaal punten waar verteld word over het
gebouw en over de historie.
TVL: Je kunt dus uit allerlei verschillende thema’s kiezen?
IG: Dat was de bedoeling. Want ze zeggen dat ze denken dat als je er een thema aan vastmaakt, als
bijvoorbeeld architectuur of natuur of water. Als je bijvoorbeeld uitlegt de bijzonderheid van hoe de stad
gebruik maakt van water, dat het dan mensen, waarschijnlijk omdat het meer een verhaal is door een begin en
een einde, dat het dan veel meer stimuleert om door te gaan en om meer te willen weten. En dat, volgens mij
waren dat meer budgetterende redenen, waardoor dat nu niet gebeurd is. Dat er nu de standaard locaties in
staan en dat ze even willen kijken of de QR echt doorzet. En aan de andere kant wil de gemeente ook iets
moderns, dus doen ze het wel, maar doen ze het eigenlijk nog niet helemaal honderd procent goed.
TVL: In hoeverre hadden jullie inspraak over hoe het eruit kwam te zien? Is dat in samenspraak gegaan of
hebben jullie een voorstel gedaan? Hoe de mobiele pagina eruit ziet en uit wat voor soort informatie het
opgebouwd is.
IG: Daar hebben we echt aan meegewerkt met hun. Van dat is handig en dat is belangrijk en dat moet in de
first view staan en elke locatie moet ook een historische foto hebben.
EV: Ja, zij hebben gezegd van: Wij hebben die content. Wij hebben gezegd hoe je dat kan presenteren. We
hebben daarbij ook met een prototype gewerkt. Van te voren, voordat het echt ontworpen is, dat je dan ook
echt erdoorheen kan klikken en op basis van het prototype is het uiteindelijk ontworpen. Het is natuurlijk wel
in de huisstijl van I Amsterdam, want het is in wezen ook de website geworden voor de mobiele telefoon.
IG: Ja, met dit project hebben ze twee vliegen in een klap.
EV: Ze hebben een eigen E-tourism mobiele website gebouwd en een deel daarvan is dat Explore verhaal,
waarin al die verhalen van Noord, het Centrum en de wijken om het Centrum heen in zitten. Ze willen de
toeristen uit het centrum krijgen, dat is het doel. Op de site kan je dus ook al de verhalen terugvinden over de
wijken, de gezichten van Amsterdam heette dat oorspronkelijk. Rond dat thema zijn de verhalen geschreven
met als doel mensen te triggeren van nou ik ga die buurt ook eens bezoeken.
TVL: Dus de content komt vanuit de stadsdelen?
EV: Ja, vanuit de stadsdelen en ook vanuit ATCB.
IG: Ja, Marieke heette zij. Zij was daarvoor verantwoordelijk. Eerst moesten de historische feiten gecontroleerd
worden door het stadsarchief, of monumentenzorg. Dat is zo’n afdeling die ervoor verantwoordelijk is dat alle
informatie correct is. Dus er werden teksten geschreven en die werden naar hun toegestuurd en zij hebben die
teksten gecorrigeerd zodat er geen fouten meer in zitten. Dan moesten die tekstschrijvers het weer zo
formuleren dat het nog een beetje boeiend was en een beetje gezellig. En dan kwamen ook nog de mensen die
de eigenaren zijn van de historische gebouwen, die wilden soms niet dat er bepaalde dingen in stonden of ze
wilden juist dat er nog iets over hun familie gezegd werd. Dus dan moest er nog een keer met de eigenaren, die
hadden dan ook weer informatie gestuurd waarbij soms de eigenaren ruzie kregen met het stadsarchief. Want
die zeiden bijvoorbeeld nee die gevel is vernieuwd in zestienzevenenvijftig en het stadsarchief zijn nee
achtenvijftig en daar stond Marieke een beetje tussenin.
EV: En dan krijg je nog het probleem om de borden op te hangen en al helemaal om het aan een monumentaal
pand te hangen, dat is vrij lastig. Dus dan wordt het al snel aan een paal gedaan of iets. En volgens mij is het
pas tweeduizendveertien, dat hoor ik dan van het project, dat het project pas klaar is. Het zijn we echt mooie
borden geworden, echt prachtige borden met een klein verhaaltje over het bord. En we hebben de URL’s echt
heel kort gehouden. Want als je zo’n lange URL in zo’n QR-code plakt dan krijg je een grote QR-code, rommelig
wordt het dan. Dus we hebben daar IAM QR van gemaakt punt info. Dat is een hele korte URL en daar hangt
gewoon een nummertje aan. Dat is zo kort waardoor die barcodes wat groter en wat minder complex worden.
77
En dan heb je ook minder het ‘bird shit problem’ zeg maar. Dat is blijkbaar een term, als er een vogel op poept
dan doet hij het niet meer. Het is een manier waarbij je een derde kunt wegkrassen en dan doet de code het
nog steeds, maar is het meer, dan doet hij het niet meer.
TVL: Ik wil graag doorgaan naar het volgende onderwerp over de fysieke uitstraling van QR-code bordjes. In
Amsterdam zie je op verschillende locaties QR-codes hangen, zoals bij de Westergas met de link van de website
eronder vermeld, maar ook heb je QR-codes die alleen zeg maar de code bevatten en geen korte link of
verdere tekst zoals de grote QR-codes hier in West die gedichten bevatten. Heb je daar een idee over? Van zo
moet het eruit zien wil de code het publiek op een juiste manier aanspreken?
EV: Ligt eraan wat het is. Als het onderdeel is van een groter project, dan zal het niet slecht zijn om iets uit te
leggen. Want dan zit je echt ergens in, in een soort van belevenis of een tour. En dan moet je misschien de
mensen een beetje op weg helpen om mensen de QR-scanner op hun mobiele telefoon te laten installeren en
dan is een kleine URL en verkorte URL ontzettend handig. Zoals de IAM QR punt info, als je dat intikt dan kan je
dat nog wel intikken op je mobiel. Maar als er staat www punt I Amsterdam punt com slash Amsterdam toerist
slash QR-code slash driehonderdvijftien dan heb je zoiets van laat maar dat ga ik echt niet in typen. Maar als je
dat I am QR punt info intikt dan kom je op de site en daar wordt dan uitgelegd dat het een QR-code is, en zo
installeer je die en zo ga je naar een website waar je een scanner installeert. Dat is dus echt belangrijk vind ik.
Maar als het een kunst ding is zoals bijvoorbeeld die gedichten, dan zijn ook grote QR-codes, er zit heel veel
data in dus die kan je ook heel groot maken, dus dan ga je op een andere manier presenteren. Dan is het wel
leuk aan de belevenis om er gewoon niks bij te zetten.
IG: Ja, ik ben heel benieuwd want ik vind dit een interessante vraag. Neem bijvoorbeeld de IJdijken die hebben
een ander soort bordjes dan de I Amsterdam, de gemeente. Maar die route naar Noord is ook een wijk dus de
IJdijken wilden daar ook bordjes ophangen maar dan zegt de gemeente van ja dan worden het zoveel bordjes
bij elkaar en allemaal verschillende borden. Dus er komt, als de QR doorzet, wat natuurlijk iedereen ergens
hoopt, betekend dat ook dat er misschien noise krijgt van al die borden. Bijvoorbeeld Woerden heeft nu net de
Woerden geschiedenis in tegels op de straat gezet. Dus dan loop je en dan ligt er gewoon een beetje
geschiedenis op de straat. QR gedrukt op zo’n grote betontegel en daar staat ook geen afzender bij en dat kan
nu nog omdat ze nu nog in de pers komen van hé de gemeente van Woerden en kijk maar en loop maar langs
en ontdek, maar er is gewoon heel veel gebeurd. En dan vraag ik mij heel erg af hoe gaat de consument
reageren, moet je dan een logo erbij zetten zodat de consument weet dat zou voor mij interessant kunnen zijn
of niet. Of moet je portals gaan ontwikkelen waarin verschillende projecten zitten.
TVL: Ja dat kan bijvoorbeeld. Zoals Oneindig Noord-Holland heeft het logo in de code zelf, veel tekst er omheen
en nog een logo van de IJdijken zelf. Naar mijn idee moet je goed opletten wat er allemaal op zo’n bord komt te
staan, niet dat het een soort sponsor bord wordt waarin de code in het niet valt.
IG: Wat je je moet afvragen. Is dat relevant voor jou om op dat moment te weten? Het is vaak zo dat mensen
trots zijn van ‘wij zijn onderdeel van dit project’ dus ons logo moet hierop. Maar is het echt relevant voor de
gebruiker of consument? Maar je denkt ook dat mensen het inscannen en dat je het op een manier kan
presenteren waarin het meer stimuleert om het in te scannen?
TVL: Ja, deze vraag komt uit het begin van mijn onderzoeksperiode omdat ik het interessant vind omdat je QR-
codes of andere tags steeds meer ziet in het straatbeeld. Op welke manier maak je het uniform dat het één
project is en dat het een bepaalde groep mensen aanspreekt? Is daar een verschil tussen vroeg ik mijzelf af.
IG: Ja, je kunt natuurlijk wel op bepaalde manieren die code er anders uit laten zien, dat je dingen in die code
zet of dat je een andere kleur gebruikt. Nu heeft die I Amsterdam zijn codes veertig graden gedraaid en heeft
hele bijzondere borden genomen, waardoor je het ook herkent, dat hoort bij elkaar of dat is iets anders.
TVL: Ja, het valt volgens mij wel goed op die vier bordjes bij elkaar. Want het zijn toch vier losse tegeltjes?
IG: Ja, precies.
TVL: Wat je net ook op de afbeelding zag bij het nieuwsartikel. Er zijn twee tegels met een korte Nederlandse
tekst en een korte Engelse tekst en de QR-code.
IG: En de afzender, de gemeente, met die kruisjes.
TVL: Wel vrij groot bij elkaar?
IG: Ik vind het heel groot.
78
EV: Ja, het zijn grote borden. Het is wel grappig want in het design, ik weet niet of het uiteindelijk zo is
geworden, is dat zo geworden? Dat het gedraaid is? Ja, omdat die drie kruizen van Amsterdam te krijgen
hebben ze, oh het is toch net anders geworden dan het design. Maar nog wel de gedraaide QR-code.
TVL: Ja, die zit er nog wel in. Hiermee vraag ik mij af op welke manier het iemand aanspreekt om iets te
scannen. Dit project van I Amsterdam spreekt mij erg aan. Als toerist waarschijnlijk ook omdat I Amsterdam
een groot merk is voor hen, wat een soort herkenning biedt.
EV: Als ik zo’n ding zie ben ik altijd nieuwsgierig. Heb jij dat ook niet?
TVL: Ja, dat heb ik ook. Laatst zag ik er een bij het oversteken met de fiets, er zat een sticker geplakt net boven
de oversteekknop. Ik was erg nieuwsgierig maar helaas met mijn telefoon duurt het even voordat het gescand
is. Maar het kon van alles zijn, helaas stond er niet is bij. Aan de andere kant maakt dat het ook weer
spannender. Kan het eigenlijk ook een virus zijn?
IG: Nee.
EV: Nee, nou je kunt natuurlijk op een website een virus hebben maar goed.
IG: Moet je dat dan niet installeren? Een bezoek aan een website is dat genoeg voor een infectie?
EC: Nee.
IG: Ik had het ook al gehoord maar ik kan het mij bijna niet voorstellen. Hoe moet dat dan werken?
EV: Nou, bij Internet Explorer, je zit op een PC je hebt geen virusscanner en geen firewall, dan kunnen ze het
installeren, ja dat kan dan.
IG: Wauw, heftig.
EV: Ja, je moet ook een virusscanner hebben, een mobiel is er nog niet zo gevoelig voor.
IG: Ja, dan maakt het niet uit of het QR is. Dan kan iemand jou ook een e-mail sturen.
EV: Ja, je moet je ook afvragen waarom zou iemand daar een virus achter plakken. Ik denk niet dat iemand de
moeite gaat nemen om dat op het stoplicht te plakken.
IG: Ken je ook dat subway project in Azië? Voor mensen die moeten wachten op de metro, die kunnen met
behulp van QR-codes boodschappen doen.
TVL: Ja, dat filmpje heb ik inderdaad gezien, leuk project.
IG: Wij zoeken met de QR-codes inderdaad naar erfgoed, de onzichtbare informatie, of als je meer wilt weten
enzovoort. Maar bij het boodschappen project is er gewoon een hele duidelijke toegevoegde waarde. Want jij
zit nu te wachten, jij kunt nu ook die producten uitkiezen, hoef je later niet meer de winkel in, dat scheelt jou
gewoon echt een uur in je tijd.
TVL: Je hebt nu ook zoiets vergelijkbaars in Nederland, maar dan met speelgoed van Bart Smit. Op veel NS
stations hangen grote posters met zo’n acht producten erop. Naast elk product staat een QR-code die je kunt
scannen, je wordt direct doorverwezen naar een aankoop formulier van dat product en de volgende dag heb je
het in huis. Helemaal goed voor de tijd van het jaar.
EV: Ja, dat is de goede manier. Als je het in een magazine of zoiets gezien hebt of in een blad, dat is super
handig.
TVL: Jazeker. Maar zeker in een openbare ruimte, helemaal op een station, mensen zijn toch aan het wachten.
IG: Ja en als je er dan over nadenkt oké we hebben een QR-code maar het thema wat wij dan nu hebben is
erfgoed, dus het is niet shoppen. Wat zijn nou de momenten waarop mensen met erfgoed bezig zijn? Het is
natuurlijk super dat je op locatie staat en dan zie je het echt, je denk van wauw, dit is echt wel heel oud of dit is
door die gebouwd. Maar ja, meestal gaan mensen dan toch langsfietsen of gehaast omdat ze te laat zijn of iets.
Dus misschien moet het dan ook andersom. Misschien moet de QR-code daar heen gaan waar mensen bezig
zijn met erfgoed. Dus in een folder of in een boek of in een… ja weet je als iemand zo terug geleund zoiets zegt
over de geschiedenis van Amsterdam of … dat is ook nog een andere manier, niet alleen dat hier en nu en
neem nu tijd om die tekst te lezen.
TVL: Of dat je het bijvoorbeeld scant en de pagina achteraf thuis bekijkt. Dat vind ik zelf wel echt een voordeel
van QR dat het in je telefoon blijft staan.
IG: Ja, dat is waar. Maar misschien kan je veel meer, want dat vind ik super wat je nu zegt, dat je veel meer zegt
van pick up the informatie, doe het heel even, en dan kan je het thuis verder doornemen, dan is het bijna meer
een soort van bookmark.
79
TVL: Ja. Jullie zeiden net dat jullie met I Amsterdam discussies hadden over wat voor soort informatie achter de
QR-codes zal moeten komen en dat jullie daar ook voorbeelden voor hebben aangedragen.
IG: Ja, wat mij echt heel erg opviel bij de Westergasfabriek was dat we toen we met dat project bezig waren,
echt totaal enthousiast, mensen komen op dat terrein en hebben vragen wat was dit dan vroeger? Dus dat is
een perfect scenario, het is nog beter dan een bordje ergens in de stad, mensen herkennen dat het iets was,
maar wat dan. Nou, QR-code antwoord, dat is een hele mooie directe vorm. Maar het is ook nog steeds goed,
het is volgens mij hoe het werkt, maar ik denk dat het nog veel sterker had kunnen werken als die teksten echt
voor dit scenario waren geschreven. En nu was het zo dat de teksten werden hergebruikt, die al voor de
website waren ontwikkeld en dat is jammer. Er staat iemand bij de Zuiveringshal en dan staat daar een tekst, ik
kan het me niet herinneren, maar waarvan je denkt tsja.
TVL: Ja, klopt. Ik vind het er wel heel mooi uitzien en het spreekt heel erg voor zich. Maar het is per bordje wel
veel tekst.
IG: Ja, het is veel tekst en ik zou echt zoiets hebben van je staat nu voor of kijk naar boven en zie de bijzondere
gevelconstructie of loop naar links, zodat je er heel erg mee speelt. Of wat ook perfect zou zijn, maar ja dat ging
toen ook niet, dat was ingewikkeld met vergunningen en zo. We hadden ook gedacht dat het heel gaaf is als we
dat historische beeldmateriaal gaan bekijken en gebruiken en de QR-codes precies daar plaatsen waar die foto
was genomen. Want dan scan je dat ding in en het eerste wat je ziet is waar je nu staat honderd jaar geleden.
Volgens mij word het dan veel leuker, dan gaat het veel meer ook iets doen. Want dat erfgoed is toch altijd een
soort van tijd reis wat je met iemand wilt doen. En dat hebben we niet gedaan, daar was gewoon niet genoeg
tijd voor. En ik denk dus dat dat veel sterker had kunnen zijn.
TVL: Ja, dat denk ik ook wel, maar bij de Westergas heb ik eigenlijk nooit zo bekeken. En ATCB, het project, wat
voor informatie gebruiken zij?
IG: Ja, shame on me, ik heb het gewoon uiteindelijk niet meer gevolgd. Het gaat heel erg over de historische
betekenis van gebouwen volgens mij.
TVL: Je scant een QR-code en dan kom je op, dan kan je een keuze maken over wat voor informatie je wilt of
krijg je één pagina te zien?
IG: Nee, een pagina. We hadden eerst, toen we het nog over die thema’s hadden, want een gebouw heeft
soms meerdere rollen, het heeft zowel een historische belangrijke rol als een architectonische interessante rol.
Dus dan kan het zijn, je komt op een punt dat je zegt, wil je meer weten over architectuur? Wil je meer weten
over de geschiedenis? Of wil je meer weten over de toekomst of functie of wat nog meer dan ook. En daarvan
werd gezegd in de toekomst, dat doen we in de toekomst, maar nu, we zijn al blij als we de basis informatie in
het systeem hebben.
EV: Ja, dat is het leuke, die borden hangen er net zoals op de Westergasfabriek.
IG: Ja, dus je kunt het altijd optimaliseren.
EV: Ja, op het Westergasfabriek, die borden kan je echt voor alles gebruiken. Dus je hoeft daar niet alleen maar
informatie over het gebouw, maar daar kunnen we iets heel anders mee doen, misschien kunnen we er wel
een audiotour van maken. Dan speelt er audio of een filmpje af wanneer je de code scant.
IG: Ja, dat gebeurt nog veels te weinig.
EV: Ja. Dat was een beetje omdat I Amsterdam wil focussen op de toeristische markt dat ze een beetje op
moesten passen met hoge bandbreedte voor toeristen want die gaan echt niet een audiofilmpje of een filmpje
bekijken, dan is gelijk de prepaid op of dat zit boven het standaard pakket.
TVL: Maar nu op dit moment gebruikt de toerist nog geen internet in Nederland?
EV: Nee, nu nog niet. Maar misschien wel over tien jaar, dat het dan zo normaal is, dan zit dat er op elke
telefoon standaard op. Het begint nu wel echt een beetje door te breken, je ziet nu ook veel printgebruik voor
reclame en dat wordt vaak gebruikt puur om te meten, om te meten hoeveel mensen dat blad nou werkelijk
lezen.
IG: De meetbaarheid is een voordeel.
EV: Ja, het is wel leuk want we hadden een project voor de Uitmarkt, dat was drie jaar geleden. We zeiden van
ja je moet echt op de poster een QR-code doen, want dan kan je gewoon het programma direct zien wat er die
80
dag is. Maar oeh ja dat vonden ze wel een beetje eng, op zo’n poster zo’n lelijk doen. Dus wij zeiden nee joh
doe maar dat is echt heel cool, maar niemand deed dat toen nog. En nu zie je het juist heel veel.
IG: Ja, maar weet je wat grappig was, toen durfde ze het niet helemaal. Dus ze hebben het er wel opgeplakt,
maar ze wisten het niet en de ontwerper vond het ook lelijk.
TVL: Wanneer was dit precies?
IG: Het was zeker drie jaar geleden. De Uitmarkt drie jaar geleden.
EV: Dus we hadden een paar formaten doorgestuurd van zo moet je hem erop zetten, toen deden ze hem er zo
klein op.
IG: En niet alleen zo klein, maar het was ook een A nul poster en helemaal bovenin hadden ze de code
geplaatst en ik was gewoon te klein om hem te scannen. Dus zij hadden totaal niet begrepen wat zo’n code
allemaal kon doen. Je ziet het nu ook bij filmposters, je scant de QR-code en je ziet de trailer van de film.
EV: Je hebt nu ook dat van Google, dat heet Google Goggles, maar dat is niet zozeer met QR-codes scannen
maar een poster.
TVL: Beeldherkenning?
EV: Ja. Dus dan scan je de poster van TinTIn of van Kuifje en dan herkent hij die poster en dan linkt hij direct
door naar de website van TinTin.
TVL: Heb jij dat zelf wel eens geprobeerd?
EV: Ik heb het nog nooit gedaan, want zelf heb ik alleen nog maar gezien dat het zo gaat worden. Maar dat is
zeg maar wel waar het in de toekomst naar toe gaat. Hij herkent iets en daar wordt iets over verteld.
TVL: Ja, ik ben bekend met Google Goggles, zelf trouwens ook nooit geprobeerd. Het lastige aan dit lijkt mij dat
er zoveel miljoenen afbeeldingen zijn, hoe ga je het onderscheidt maken tussen verschillende afbeeldingen? Of
komt er iets van een link?
EV: Tsja, filmposters zijn altijd hetzelfde, meestal heb je drie versies van filmposters, dus die worden
opgeslagen zodat ze bij Google bekend zijn. Google heeft het zo gedaan dat het gezichten niet herkend, want
dat willen ze uit privacy redenen niet doen, maar dat kunnen ze allang. Dus als jij op Google staat met je hoofd
en je scant hem in dan, eigenlijk weet Google wel dat jij dat bent, maar dat hebben ze niet geactiveerd. Maar
de Eiffeltoren of De Dam als je daar een foto van neemt met Goggles, dan ziet hij van hé dit is De Dam en dan
verteld hij daar ook echt over. Dus dat is wel een beetje waar het naar toe zal gaan. Vooral met musea is het
heel handig, maar ja, je mag heel vaak niet in musea fotograferen of niet je mobiel gebruiken, maar daar komt
het oorspronkelijk vandaan. Dus dan neem je een foto of je kijkt naar een schilderij van Van Gogh en dan neem
je die foto en dan verteld hij daar dan iets over, wanneer het gemaakt is. Hij herkent dat beeld. Maar je moet
dan wel verbonden met internet zijn.
TVL: Maar hoe komt de informatie bij de afbeelding?
EV: Het enige wat Google doet is die foto die je hebt gemaakt, die wordt geproccesed bij Google Images waar
je dus ook Image search normaal kunt doen maar dan andersom zeg maar. En dan gaat hij kijken, oh het ziet er
zo uit het beeld en dan gaat hij het vergelijken met zijn beelden die hij al kent en dan geeft hij dat terug. De
resultaten, als je normaal op image search klikt dan zie je allemaal foto’s en als je daarop klikt dan krijg je dus
een foto te zien maar eigenlijk in de context van een pagina. Hij heeft vaak de context opgeslagen bij dat beeld.
Dus een logo, een Heineken logo of een Mercedes logo dat zal het wel herkennen, maar ja een heel bekend
persoon zal misschien ook wel leuk zijn.
TVL: Wat zijn de valkuilen bij het opzetten van een QR-project? De content?
EV: Een hele heftige valkuil. Wat ik zelf vind bij de Westergasfabriek is dat we zo zijn bezig geweest met de
mobiele website, met het QR tegeltje mooi te maken, perfect. En uiteindelijk gaat het erom wat er op staat op
die pagina’s, dus de content inderdaad. Ik vind nu persoonlijk dat de verhalen die er op de Westergasfabriek
staan, die achter de gebouwen hangen, die vind ik niet spannend genoeg. Je ziet vaak ook een foto van buiten
het gebouw en dan denk ik van ja ik sta toch buiten, laat dan iets zien wat er binnen is. En wat ze wel bij de
Westergasfabriek hebben gedaan is de detailopnames vanuit binnen van de dakconstructies van de
Zuiveringshal, nou dat zijn wel interessante dingen. Maar ja. Een andere valkuil is natuurlijk de bordjes
ophangen, want je mag uiteindelijk nergens een bordje ophangen of het is een plek waar je nergens een bordje
kan ophangen, misschien heb je wel iets over een bepaalde plek waar iets gebeurd is een bepaalde slag ofzo, er
81
is geen mogelijkheid om een bordje op te hangen dus dan moet je een paal neerzetten en dan worden de
kosten ook veel hoger. En natuurlijk ook het probleem dat die bordjes kunnen beklad worden, die kunnen
kapot gaan, bekrast worden en als je daar niet rekening houd met een soort beveiliging, dat noemen ze error
correctie, als je een derde van het bordje wegkrast dat hij nog wel blijft werken, dat stukje QR barcode, dat dat
nog leesbaar is.
TVL: Maar bijvoorbeeld nu bij de IJdijkenroute hebben ze ervoor gekozen om een logo in het midden van de
code te plaatsen, dan hebben ze de een derde error correctie al gebruikt?
EV: Exact. Zo werkt het. Ja, dat stukje wat je dan nog overhoudt, daar moet je wel zuinig mee om gaan. Bij I
Amsterdam hebben we gewoon vijfentwintig procent wat beklad kan worden en dan zou hij het nog doen. En
let erop dat je bij die bordjes, dat als je ze maakt, ja misschien iets stoms, maar die verkleuren in de zon. En dan
kan je niet meer zo goed het onderscheidt maken tussen het zwart en het wit, dan wordt het een beetje
gebleekt. Het wit wordt geel en het zwart word een beetje bleek en dan krijg je geen contrast meer, dan
werken ze niet meer. Dus dat zal wel gebeuren bij projecten. En wat ook natuurlijk dat ze door de wind en door
het weer worden ze ook echt beschadigd. Als je ze op staart legt ook, die tegels, dat hadden we met de IJdijken
ook bedacht, gewoon op straat allemaal van die tegels, maar ja die gaan natuurlijk ook, die straten worden
schoongemaakt en dat zijn wel heftige machines, die kunnen echt kapot gaan. Ja, wat zijn nog meer valkuilen
van zo’n project, wat het nu met I Amsterdam is dat het in tweeduizendveertien echt af zou zijn, dat is toch wel
lang wachten vind ik. En dat heeft allemaal met vergunningen te maken. Wat ook een valkuil is, wat misschien
wel de grootste valkuil is, we hebben het nu allemaal over QR, maar over vijf jaar is het misschien heel erg
outdated, dat zou heel goed kunnen. Het kan heel goed zijn dat er op dat moment GPS zo nauwkeurig is dat
waar jij staat. Als je weet dat je op de zes à zeven meter nauwkeurig kan bepalen waar je bent in de
buitenlucht, laten we het daar over hebben, dus niet binnen in een gebouw want daar heb je geen GPS
ontvangst. Als jij gewoon in de Kalverstraat staat en je staat daar middenin dan kan je via GPS ongeveer wel
bepalen op welke hoogte je van de Kalverstraat ongeveer staat. Dus dan kan je ook weten welke winkels zijn
daar in de buurt, dat zou je kunnen bepalen. Dus je kunt een lijstje terugkrijgen van je zit nu bij de Zara, naast
de H&M, om gewoon heel simpel een lijstje voor je neus te krijgen van waar zijn de laatste aanbiedingen.
TVL: Maar stel, dat je als bedrijf of erfgoedinstelling, iets zou willen vertellen over De Dam door middel van
GPS. En die informatie wil je aan een specifieke doelgroep meegeven met een iPhone bijvoorbeeld. Hoe bereik
je deze mensen dan? Dat je een app hebt?
EV: Ja. Je zou een app installeren en daar zeg je van, dan zorg je dat de GPS continu actief is.
TVL: En dan krijg je als gebruiker een soort van alert dat er informatie in de buurt is?
EV: Ik zou het eerder andersom zeggen. Ik zou zeggen van laat die persoon, in die app zit bijvoorbeeld geluid,
wat ik zelf wel erg interessant vind. Daar zitten de aanbiedingen. Je zit op De Dam, nou dan druk je op een knop
I am here, tell me about this place. Nou dan weet je telefoon dat je op De Dam zit en dan ga je een verhaal over
De Dam krijgen. Want je GPS ziet dat je op De Dam bent en dat is wel makkelijk. Maar als je op een plek zit
waar twee historische locaties naast elkaar zitten, dat is lastig. Dan zou je ooit iets moeten krijgen van je bent
nu bij het smalste huis, maar daarnaast zit de bank van toen en toen. Dus dan is het waar wil je wat van weten.
Maar dan heb je helemaal geen QR-code meer nodig, dan gaat het puur om locatie.
TVL: En het hangt er ook een beetje vanaf hoeveel locaties je in zo’n app hebt? Bijvoorbeeld UAR hebben ze
vierhonderdvijftig locaties in Amsterdam, misschien inmiddels wel meer, wanneer je die app ook opent is er
wel iets te zien.
EV: Ja. Het probleem is daar, als je het over de Nederlander hebt, die gewoon met zijn mobiel van het internet
spullen mag downloaden, dan maakt het niets uit. Want dan zit jij gewoon in een app, de I Amsterdam app of
iets anders, we hebben een Amsterdam Heritage app en daar staat dan heel duidelijk in ik ben nu hier en hij
haalt via het internet de gegevens op en die toont hij in die app. Dus je hebt gewoon een internetverbinding
dus het hoeft niet allemaal in die app te zitten. Die app is gewoon een lege huls, een presentatiedingetje en die
haalt van internet al die gegevens, die jij ergens hebt staan. Dat is vervelend voor een toerist, want die kan dat
dus niet doen, want die zegt ja ik ga niet op het internet want dat kost mij drie euro per megabyte. Dus dat is
het enige probleem wat we ook hadden, dat is misschien ook meer een valkuil want we hebben dus een app
gebouwd voor I Amsterdam, of tenminste dat is geadviseerd. De Amsterdam I app, een app voor Android en
82
voor de iPhone en een website. De website kan je dan mooi gebruiken voor de Nederlandse toerist en die app
is voor de Nederlandse maar ook de buitenlandse toerist, dus daar zit alles in. Maar ja, je hebt dus wel het
probleem, niet alle locaties zullen erin kunnen passen want dan is die app heel groot. Want er zitten ook
fotootjes bij en dingen, dat kost veel ruimte. Maar ik denk dat het hele web en app dat dat gewoon één word.
Dus dan bekijk je een app en daarin zit een website. Maar je denkt dat je een app opstart, maar het is eigenlijk
een link naar een website en dat ziet er mooi uit. Dus je hebt niet het gevoel dat het een website is. Maar dan
in combinatie met GPS en als je er dan ook nog een QR code in zou hebben in die app, een reader, want dat
heeft die I Amsterdam app, daar zit een QR-reader ingebouwd. Dat maakt hem trouwens wel heel leuk want
vaak moet je voor die readers betalen, vooral de goede, die kosten vaak een euro of tachtig cent. En dan heb je
heel veel van die gratis readers maar die zijn soms niet goed, dan moet je een foto nemen, terwijl echt die
goede readers die houdt je ervoor en dan word je gelijk doorgelinkt.
TVL: Dus de QR-code reader zit in de I Amsterdam app ingebouwd?
EV: Ja, die zit erin. Daar moesten we wel voor betalen, maar hij zit er wel in die QR-reader. Ze wilden ook een
Augmented Reality ding erin hebben, maar dan ga je zoveel in één app aanbieden, dan denken mensen ook
wat is dit voor kermis app.
TVL: Wat vind je zelf van Augmented Reality?
EV: Ja, ik denk dat het met een telefoon is het scherm een beetje te klein. Je zit toch met zo’n klein schermpje
en dan krijg je visuele informatie over waar je bent, ook weer GPS. Hij weet je bent hier, dus wat is hier
getwitterd en wat zijn hier voor video’s gemaakt, maar als je heel veel informatie vind dan loopt je scherm
helemaal vol. Dus dan kan je heel moeilijk oriënteren, dus dan krijg een je een beetje een soep en ik vind dat
niet fijn werken dus dan is het veel handiger om te gaan filteren. Dan zeg je van ik ben geïnteresseerd in
misschien alleen maar popmuziek en dan wordt het gefilterd, maar dan krijg je soms ook helemaal niets. Het
zou veel leuker zijn als die applicaties weten waarin jij geïnteresseerd bent en dan wordt het daarop gefilterd.
Maar dat is volgens mij ook meer toekomstmuziek want daar zijn ze wel mee bezig. Via Augmented Reality vind
ik nu een beetje, dat die drie D die erin zit, dat heb je ook, dat dat er een beetje knullig er uit ziet.
TVL: Je had of hebt een project van het Stedelijk Amsterdam op het museumplein met Augmented Reality. Op
het plein hebben studenten virtuele kunstwerken geplaats die je met je telefoon kunt bekijken. Ik vond dat wel
een hele goede alternatieve manier om buiten de vier museummuren te treden.
EV: Klopt ja. Ik weet wat je bedoelt. Dat heb ik ook gezien. Het idee is leuk maar ga je er echt naar kijken dan is
het natuurlijk geen kunstwerk. Maar nu het nieuwe ding is de bridge tussen Augmented Reality en QR-codes.
Want die Augmented Reality, die zie je niet, je weet het niet. Ja, wat kan je, een bordje ophangen, dat gaat
niemand lezen, maar als je een QR-code ophangt, hé dan kan je namelijk direct, als je dat dan in scant en je
gaat naar de website van iemand die een Layar heeft en daar staat dan hé klik hierop en start de Layar op. Dan
kan je de link krijgen die weet waar je bent, met GPS kan de exacte coördinaten doorsturen en dan kan je dus
die Layar starten. Dus ze hebben elkaar een beetje nodig. Ik vind die QR-codes juist super handig om dit soort
plekken, om dit soort punten, om die zichtbaar te maken. Dus een QR-code is iets wat super handig is om een
Augmented Reality project te lanceren of om kennis te geven dat het hier is. Want je kunt iemand gewoon
linken naar een Layar. Je kunt volgens mij een commando geven intern in je iPhone dat hij Layar opstart, met
zo’n QR-code. Maar ik denk wat Augmented Reality betreft, dat we nog in het begin zitten want dat wordt
echt. Ik denk dat we over tien jaar allemaal met een ding, een bril of zoiets, oplopen. Gewoon een normale bril
waar je een hele Layar van informatie in ziet. Bijvoorbeeld bij producten, een pak sap, daar staat een QR-code
op en daar kijk je dan naar door je bril naar en dan krijg je bijvoorbeeld een filmpje te zien met wat er in het
pak zit, of waar de ingrediënten vandaan komen of misschien een reclamefilm.
IG: Je hebt toch ook McDonalds met die calorieën met QR-codes?
EV: Nou, ik heb het over Augmented Reality. Ik denk dat dat wel meer gaat gebeuren, het toepassen van
Augmented Reality. Sommige mensen vinden het misschien niet zo leuk, want dan ga je naar een feestje en
dan kijk je gewoon in het rond en dan zie je van nou die rookt, die is achtenveertig. Het kan ook heel negatief
zijn, je weet niet of je bepaalde dingen zou willen weten. Bij een sollicitatie gesprek kan het bijvoorbeeld
verkeerd uitpakken, met bijvoorbeeld foto’s van feestjes, privé dingen. Het is bijna de Matrix. En wil je dat? Dus
het is, ik denk dat je bij dit soort dingen echt moet denken om de privacy van mensen.
83
TVL: Even terug naar de QR-codes. Wat voor soort publiek denk je dat er bereikt wordt met het inzetten van
QR-codes?
EV: Ik denk dat het vooral heel erg nerdie personen zijn die het zullen gebruiken. Wij hebben bijvoorbeeld wel
een QR-code op onze visitekaartjes staan, dit is heel handig. Kijk, je scant hem en ik sta direct in jou adresboek,
met naam en telefoonnummer en e-mailadres, er kan alleen niet teveel informatie in komen te staan want dan
wordt de code veel te groot en rommelig. En dan hoef je het allemaal niet in te typen en dat is heel handig. Ik
heb nog maar weinig mensen gezien met een visitekaartje waar het op stond, maar als ik het van iemand krijg
zal ik het zeker gaan gebruiken. Het scheelt gewoon een handeling. Ja, het publiek wat je bereikt, ja, dat is nog
een beetje afwachten want op dit moment. Ik denk dat we nu in een fase zitten waarin mensen zeggen van wat
is dit? Vier jaar geleden toen we er voor het eerst van hoorden werd het heel veel gebruikt in Japan en daar
werd het zelfs op een begraafplaats gebruikt, daar is het de eerste keer waarvan ik ervan hoorde. Als je die QR-
code scande dan kreeg je allemaal foto’s van die man, met een kind, het was dus gewoon alleen die code. Ik
hoop dat ze het wel altijd online houden want, maar ja zo’n graf wordt op een gegeven moment ook
weggehaald.
TVL: Beetje een gek verhaal, nog nooit gehoord.
EV: Ja en heb je ook wel eens gehoord van dat verhaal met dat spel in de krant?
TVL: Nee.
EV: Dat is ook in Japan, QR is helemaal hip in Japan, daar is het helemaal doorgeslagen. Maar daar hebben ze
dus, dan open je de krant en dan heb je een pagina vol met QR-codes, stuk of veertig, gewoon op één pagina.
En dan moet je ze allemaal scannen, maar op een gegeven moment scan je een code waar iets van een luikje of
iets achter zit en dan win je iets. Maar als je hem scant dat kost dat dan ook wel geld, dus via je mobiel wordt
een paar cent afgeschreven, maar als je die hele pagina scant dan heb je misschien vijf euro uitgegeven. Maar
als je direct de goede scant dan win je vijf euro. En heel veel mensen doen dat, het is gewoon een spel.
TVL: Net zoals een december kalender.
EV: Ja, het zijn een beetje gokverslaafden die Japanners. Heb je voor jezelf kunnen bedenken wat jij, want dat is
wel leuk, wat is de ideale applicatie? Wat zou de ideale applicatie zijn en wat denk jij wat er met dat QR zal
gebeuren?
TVL: Met QR vind ik het lastig om te zeggen. Maar ik denk wel, wat er ook zeg maar komt, dat er altijd, in ieder
geval voor mij persoonlijk, een fysiek teken moet blijven voor on the spot informatie.
EV: Ja, een fysiek iets.
TVL: Of je applicatie moet zo sterk zijn van hierbij krijg ik altijd de informatie die ik interessant vind en dat er
een soort van push factor inzit.
EV: Maar dat teken kan dus ook een ander teken zijn, je zou het met een ander bordje kunnen oplossen?
TVL: Ja, als er bordje of teken is wat iedereen herkent.
EV: Ja, bijvoorbeeld het oude monumentenbord, dat herken je. Daar hangt dan misschien geen QR-code meer
aan.
TVL: Nee, maar dat kan je bijvoorbeeld oplossen met NFC.
EV: Ja, Near Field Communication, dus zo’n chip, GPS code. Dat zou in alle steden gedaan moeten worden. Die
hebben geaccepteerd dat de toerist het kent, ohja dat is zo’n bord dus dat betekend dat, dus net zoals een
bord met een mannetje en een vrouwtje, dat zit zo in je hoofd. Als je zoiets zal bedenken. Bijvoorbeeld een
WIFI bord, dat icoon, met zo’n antennetje, dan weet je al direct hier kan ik gratis WIFI krijgen. Ik denk dat dat
ook wel leuk is, als ze zoiets zouden maken. Maar in zo’n app wat zou je bijvoorbeeld meer geluid, meer video
meer tekst willen zien?
TVL: Ik denk, als het gaat om erfgoed, zeg gebouwen, dan moet je opletten dat je geen informatie geeft die er
al is, dat je daar goed op let. Dit is een hoekhuis ofzo, dat soort informatie moet je niet geven. En ik denk dat je
heel erg moet proberen in te spelen op interesses. Dus dat je iets in die app instelt wat jou interesseert, zeg
een soort van thema’s die jou persoonlijk aanspreken. Dat dat werkt. Er zijn zeg maar tweehonderd bordjes en
misschien gaan er maar dertig over architectuur waar ik geïnteresseerd in ben, maar tussen die bordjes is wel
een route te vinden of een soort van samenhang, een verhaal.
84
EV: Ja, dat is volgens mij wel heel goed. Om een gebouw in te delen bijvoorbeeld geschiedenis, architectuur en
je hebt eventueel nog.
TVL: En binnen het gebouw kijken, interieur.
EV: Ja, interieur, dat zou je nog kunnen doen. Ja, en verhalen, mensen vinden verhalen vaak leuk. Maar je hebt
ook geen zin om een heel verhaal te lezen als je voor een gebouw staat. Ik denk dat een audiotour, maar ik
denk dat als je op een punt staat en je gewoon oordopjes indoet en je hoort even een kort verhaaltje over het
gebouw waar je voor staat, dat vind ik ook een extra toevoeging.