Ongekorrigeerd materiaal

Embed Size (px)

Citation preview

  • 8/7/2019 Ongekorrigeerd materiaal

    1/215

  • 8/7/2019 Ongekorrigeerd materiaal

    2/215

    INHOUD 51 El 8In le id ing b i j "ongekor r igee rd mater iaa l"MATERIALISME1. Algemene opmerking over de r e l a t i e th e o re t i sc h e

    en t echni sche ople id ing2. Ma te r ia l i s t i sc h e f i l o s o f i eA. De f i l osof i sche diskuss ie in de kommunistische

    p a r t i jB. Struk tuur versus sub jek t : de mate r i a l i s t i s che

    koncept ie van de werke l i jkhe idC. Geschiedenis van de ka tegor ie van h e t sub jek t :

    Kant-Hegel-MarxD. De mate r i a l i s t i s che koncept ie van de s t ruk tuurE. Kategor ie van de Theore t i sche Prak t i j kF. Over de r e l a t i e tussen "F i lo so f ie " , "Ideologie"

    en "Wetenschap"G. Ma te r ia l i s t i sc h e Dia lek t iek : "Kontradikt ie" of

    "Tegens te l l ing"H. Het Tendensbegr ip : kern van de mate r i a l i s t i s che

    f i l o s o f i e3. Het Histor isch Mater ia l isme a ls wetenschap van

    Maatschappij format i esA. Het hi s to r i sch mater i a l i sme i s geen algemene

    th e o r ie van "de produkt i ewi jze"B. De th e o re t i sc h e s t a tus van de algemene begr ippen

    van h e t hi s to r i sch mater i a l i smeC. Not i t i e s met bet rekking to t de kap i ta l i s t i s che

    produkt i ewi jzeD. Grondslag van een th e o r ie van de kap i ta l i s t i s ches t a a t

    E. Grondslag voor een Ideo log ie - theor ieF. Konklusie : produkt i ewi jze en maatschappi j format ie

    KLASSENSTRIJDI . Wetenschapstheore t ische in le id in g

    1 1 . De grondbegrippen van he t h i s t o r i s c h material i sme111 . De "empir ische theor ie" van de p o l i t i e k

    IV. Theor ie van de p o l i t i e k e i n s t a n t i eV. Het t endens-begr ip : een s lotopmerkingNotenapparaat

    IDEOLOGIEIdeo log ie , Id e o lo g ie k r i t i e k en Artefak tenWetenschap, Fi losof i e , IdeologieTheorie van h e t ideo log ische" Ideologi sche komplexen" vandaagId e o lo g ie k r i t i e k en Artefak ten

    Enkele kant tekeningen b i j de wetenschaps theore t i scheen p o l i t i e k e achtergronden van La Quest ion Urbaine vanM. Cas te i l sNotenapparaa tNAWOORDLEESMATERIAAL

    I)";; ' 75

    blz .b l z . 3

    b lz . 3b lz . 6b lz . 6b lz . 10b l z . 13b l z . 15b l z . 19b lz . 22blz . 27blz . 31b lz . 33b l z . 33b lz . 35

    b l z . 39b l z . 43b lz . 45b l z . 49

    b l z . 51b l z . 51b l z . 59b l z . 71b lz . 94blz .119blz .123

    blz .131blz .131blz .131blz .141blz.153b lz .158

    blz .166blz .192blz .197blz .203

  • 8/7/2019 Ongekorrigeerd materiaal

    3/215

  • 8/7/2019 Ongekorrigeerd materiaal

    4/215

    ['esprit scientifique nousinterdit d'ovoir une opinionsur des questions quenous ne comprenons pas

    BACHELARD

  • 8/7/2019 Ongekorrigeerd materiaal

    5/215

  • 8/7/2019 Ongekorrigeerd materiaal

    6/215

  • 8/7/2019 Ongekorrigeerd materiaal

    7/215

    2In deze tekst z i jn op essentile punten verwijzingen aangebracht naar andere passages om de samenhang wat toegankel i jker te maken. Er is een elementaire index van kernbegrippen aan het s lo t toegevoegd.In de eerste afdeling wordt ingegaan op de mogelijkefunktie van deze inleiding voor studenten aan een inste l-l ing van onderwijs die men "a-theoret isch" zou kunnennoemen.In de tweede afdeling wordt in een ser ie paragrafen ingegaan op de vraag naar de aard van f i losofie , in het bizonder de material is t ische f i losofie , en de verhouding ervanto t wetenschappelijke kennis. Hoofdargument is daarbi j ,dat de ontwikkeling in de fi losofische posi t ies een pol i t iek proces is en geen abstrakte konsekwentie loze aangelegenheid. Er wordt daarbij vooral aandacht besteed aanhet f i losofisch debat tussen kommunistische par t i j f i loso-fen, omdat zoals zal blijken dat debat het uitgangspuntbl i jk t te zi jn voor Castel ls .In de derde afdeling wordt tenslot te summier aandacht besteed aan de inhoudelijk wetenschappelijke begrippen vanhet historisch materialisme.

  • 8/7/2019 Ongekorrigeerd materiaal

    8/215

  • 8/7/2019 Ongekorrigeerd materiaal

    9/215

  • 8/7/2019 Ongekorrigeerd materiaal

    10/215

    31. Algemene opmerking over de re la t ie theoretische entechnische opleiding.

    Het onderwijs vanaf de lagere scholen heeft in het typemaatschappij waarin het vandaag de dag in "westerse"landen funktioneert het typische kenmerk gekregen vaneen scheiding tussen technische opleiding en wetenschap-pelijke opleiding. Niet dat voor de ontwikkeling vantechniek geen wetenschap nodig is , integendeel. Maarnaar de studenten toe is het vooral aan de technische(hoge-)scholen een kwestie van technisch omgaan met diewetenschap, in de vorm van informatieverwerking. Het l ig tniet in de l i jn van haar opleidingen de studenten tescholen to t wetenschappers voor wie theorie zel f objektvan onderzoek is . Er worden daarentegen resultaten vanwetenschappelijk onderzoek uitgedrukt in theoretische"resultaten" en wel voorzover ze de opleiding to t vakmangedienstig kunnen zi jn . Het is vooral aan de universitei ten voorbehouden de studenten naast een "vak"-opleidingtevens te scholen in wetenschappelijk denken en handelen.Met de revolutionaire veranderingen in de omvang van hetunivers i ta i re apparaat hebben we leren zien dat ook dezescheiding niet een absolute is , en dat gestreefd wordtnaar een soortgel i jke scheiding binnen de muren van deuniversi te i t . Een verklaring hiervoor, en voor de meeralgemene scheiding techniek/wetenschap in de opleiding,valt buiten het bestek van deze opmerking, maar duideli jkis dat het hier gaat om het typische effekt in het onderwijs van de problematiek Van de kwalifikatie van de a r-beidskracht, het geheel van de arbeidskracht, in de zichontwikkelende monopolie-kapitalistische maatschappijvorm.Ons gaat het meer om konstatering van d it fe i t , verder omde toespitsing ervan op de Afdeling der Bouwkunde, envervolgens om de vraag naar de moeilijkheden die erui tvoortvloeien. De Afdeling der Bouwkunde toont nl. nog eenspecifiek ander effekt , dat niet eigen is aan de andereafdelingen van de T.H. En dat effekt stempelt haar alshet ware to t een onderwijskundige misgeboorte. Naast, ofl iever intern aan de scheiding tussen techniek ( tenslot tegerelateerd aan handvaardigheid) en wetenschap (in laa ts teinstant ie gedacht als het hogere van de "geest") is eenonderscheid tussen het hogere van de "geest" dat tenslot teeen meer of minder direkt verband vertoont met het lagerevan de techniek, de uitvoering, en dat daarmee als besmetgedacht wordt, maar vooral wrd n het "werkelijke"geestel i jke, de "kultuur", de kunst, de re l igie , etc.Daarbij werd kultuur vooral als vorm opgevat van een volkomen onderscheiden materile inhoud. Hiermee, zoals inde voorzichtige formulering al duideli jk werd, is nietgezegd dat het om een s tat ische konceptie gaat; integendeel,met de groei van het technologisme a ls ui tgekr is ta l l i seerdeideologie is er een waarderingsverschuiving aan de geng venkultuur naar techniek. Maar waar het hier om gaat, is dat

  • 8/7/2019 Ongekorrigeerd materiaal

    11/215

    de huidige struktuur van onderwijsinstellingen nog steedsuitdrukking is van die oorspronkelijke scheiding (dieoverigens in de opwaardering van "techniek" of "technologie" een uitdrukkingsvorm vindt. een nieuwe vorm van descheiding van hoofd- en handarbeid) en dat de Afdeling derBouwkunde zeer in het bizonder de sporen ervan draagt.waardoor het "aanpassingsproces" dat ze noodzakelijkerwijs moet ondergaan binnen het kader van de nieuwe kwalifikatiestruktuur. extra wordt "bemoeilijkt".Enerzijds voert de nadruk op het "kultuur"-aspekt in hetbouwkunde-vak to t een. z ij het ideologisch gerepresenteerd.besef van de banden tussen techniek en maatschappij.Dit komt to t uiting in de t radi tonele aanwezigheid van f i lo-sofisch "angehauchte" docenten die het "schone" en "hogere"in het onderwijs dienden in te brengen. De verhouding techniek en maatschappij werd zo niet theoretisch-doordachtonderdeel van de opleiding. maar ideologisch-impliciet . ofhet er nu om ging de waardigheid van het menselijk gezin.de goddelijke opdracht aan de mens, of ontvervreemding vanhet menselijk individu als kriterium van die relat ie teste l len. Aan de andere kant moet ook de Delftse bouwkundenaar. evenals zi jn meer expliciete technische kollega uitEindhoven. een dosis technische vaardigheid aanleren. waarmee een niet onbelangrijk deel van de opleidingsti jd isgemoeid. Het is vanuit die struktuur begri jpel i jk hoe t i jdensde "krit ische" fase van het studentenprotest eind jarenzest ig. begin jaren zeventig. de inbreng van theorie aan deafdeling werd gedacht. nl. als kri t iek op de konservatieveof vermeend progressieve f i losofie van docenten. Wanneer danechter binnen het kader van een moeizaam ontwikkelingsprocesbl i j kt dat daarmee geen "nieuwe" bouwkunde ontstaat . kortom.geen heldere aanwijzingen omtrent een "nieuw" bouwen. komteen beweging to t stand die to t voor kort de studentenbewegingbij bouwkunde kenmerkte: terug naar het ontwerpen. De laa ts tefase l i jk t er nu n te zi jn waarin een poging wordt gedaanvia theoret isch gericht onderzoek te verklaren wat voor grenzen er aan die polit iek-genspireerde ontwerpen zi jn gesteld.Maar dit resul taat van een wisselende aandacht voor kri t i schetheorie . ontwerpen. wetenschappelijke theorie is geen afgeheel zonder tegenstell ingen. De komplexe struktuur van deafdeling, kompleet met de ongelijkmatige ontwikkeling van verschillende elementen ervan, zorgt ervoor dat de verhoudingvan de student to t theorie (voorzover in dit proces al weerniet een anti-houding is geproduceerd, zoals het geval bleekbij velen tijdens de diskussies eind kursus 1975/ 1976) problematisch bl i j f t . De vroegere scheiding tussen techniek enwetenschap, en de onderwijspraktijk die theorie als zuivereinformatie (resu l taat) in plaats van probleemstelling (proces)opvat, heeft haar stempel gedrukt op de algemene, dus ook inbepaalde vorm aan Bouwkunde aanwezige ideologische opvattingvan theorie als resultaat, als informatie, als instrument.En vooral in deze huidige fase waarin de wending naar theoret i sch gericht onderzoek onmiskenbaar is , roept dat problemenop. die alleen maar in de prakt i jk van onderzoekgericht

  • 8/7/2019 Ongekorrigeerd materiaal

    12/215

    5onderwijs kunnen worden opgelost. Onderwijs dat als hetware propaedeuse vormt voor het onderzoek zel f . Problemendie het karakter hebben van een pragmatische verwachtingvan de student t .o .v . theorie.En daarmee komt dan de kenmerkende nieuwe tegenstell ingduideli jk naar voren: de afdeling is gestruktureerd alseen afdeling die architektonisch ontwerpers, en planologisch geschoolde bestuurders moet produceren, hetgeen nogsteeds de techniek, langzaam ontdaan van de esthet ischeboventoon voorop plaats t . Waar zo die kulturele nadruk inhet verleden een opening toestond naar maatschappij theorie,hoe problematisch ook, daar l i j k t de nieuwe ontwikkelingvan de opleidingsstruktuur de "noodzakelijke" konsekwent ies van vorming in theoret isch geleid onderzoek te stagneren. Het resul taat is een spektrum van reakties op dezeontwikkeling van o.m. degenen die via hun ideologisch gestruktureerde belangen een terugkeer eisen naar de kultuuresthet ische konceptie van de afdeling, degenen die detechnologistisch gestruktureerde belangen van een opleiding voor bestuurders en "echte" bouwkundig ingenieurs,en degenen die zich inzetten voor de inbouw van theorie enonderzoek in de opleiding, het wetenschappelijk belang.Uiteraard dient men die belangen niet te denken a ls belangen van deze specif ieke groeperingen: het gaat om represen-tanten van belangen die in de maatschappijstruktuur liggenvervat. En de problematische cirkel onts taat , dat ju i s t omdie komplexe si tuat ie te begrijpen wetenschappelijke theorievorming nodig is . Daarmee claimt de laatste groeperingdat haar konceptie van de opleiding de enige is , die destruktuur van de opleiding begri jpel i jk kan maken. Tege-l i jk impliceert haar standpunt dat daarmee haar e is to twetenschappelijk-theoretische vorming (die niet geformuleerdwordt a ls anti-ontwerpen, dat dient expl iciet benadrukt) deandere koncepties als onwetenschappelijk aan de orde s te l t ,terwi j l ze wetenschapsontwikkeling gekoppeld ziet aan debelangen van een specif ieke historische klasse, de arbeidersklasse.Wat de theoretische scholing wil, is precies begrijpen wattheorievorming inhoudt, waar theorie voor s taa t , wat men erwel en niet van kan verwachten, en waarom b.v. zo'n ste l l ingbetreffende het produktieproces van wetenschappelijke kennisals verovering op ideologische noties moet worden gedacht.Aangezien echter de afdeling, en in ruimer verband de TH a lsideologisch staatsapparaat fungeert, kan niet verwacht wordendat deze eis to t theoret ische vorming en onderzoek zondermeer wordt ingewilligd; binnen de konjunktuur van polit iekeverhoudingen dient voortdurend geknokt te worden voor de ruimtevoor en de inpassing van wetenschappelijk onderzoek in deopleiding. Naar de studenten toe funktioneert daarom eenseminar als stadsanalyse niet slechts als informatie, nochalleen als theorievormend onderwijs, maar ook als pol i t iekargument voor de toekomst van een bepaald soort afdeling.Overbodig l i j k t het op te merken dat een dergeli jk "argument"alleen maar zinvol is in samenhang met de bredere beweging voorde langere studieduur, en tegen de tendens naar vakmatigheidzoals die wordt gesteund door de studentenverenigingen.

  • 8/7/2019 Ongekorrigeerd materiaal

    13/215

    62. Materialist ische f i losofie .

    A. De filosofische diskussie in de kommunistische partijVan groot belang is te beseffen dat deze hele filosofischebeweging zichzelf koncipieert als een politiek proces. Hetopnieuw opkomen van een debat rondom de centrale stell ingenvan het "dialektisch materialisme" kan niet verklaard wordenuit de spontane priv-belangstell ing van n of andereauteur, noch u it de "kri t ische geest des t i jds" , maar hetopnieuw beginnen van het f i losofisch debat tussen marxistenmoet maatschappelijk verklaard worden. Impuls was ongetwijfeldde dood van Stal in , en de "dooi" die dit to t gevolg had binnen de kommunistische parti jwereld. Maar ook d it samenvallenvan Stalins dood met internationale opleving van diskussies,kan niet alleen begrepen worden vanuit de centra l isa t ie vande poli t ieke re la t ies der kommunistische part i jen, d.w.z.als een soort ant i -autori ta i re revolte na de dood van eenautori tair le ider . Fundamenteel voor het fe i t dat de dood vanStal in precies to t deze gevolgen aanleiding gaf, was deveranderende en veranderde poli t ieke s i tuat ie in de afzonderl i jke westerse landen. Daar was zonneklaar geworden, sindsde pol i t ieke en ekonomische ontwikkeling na de Tweede Wereldoorlog, dat elk van de part i jen zijn eigen problemen kendedie niet centraal door een universeel l i jkende pol i t iekekonceptie konden worden overwonnen. De kombinatie van d itfe i t met de voor de vaak slecht ingelichte kommunisten verpletterende gegevens over het "kommunisme" van de SovjetUnie dient als uitgangspunt te dienen voor de hernieuwdeaanzet to t fi losofische en wetenschappelijke diskussie binnende westerse kommunistische part i jen. Het is van groot belangdat laa ts te te benadrukken, omdat diskussies tussen "marxisten" buiten de part i jen a l sinds de revolutie "van" 1917plaats hadden gevonden, in onze t i jd uitmondend in een ant i kommunistische "kr i t i sche theorie".De kommunisten die tegel i jk "hoofdarbeider" waren, zagen zichgesteld voor een bij kans onoverbrugbaar probleem: "Geschiede-nis". aldus Althusser, "het had onze jeugd gestolen met hetVolksfront en de Spaanse Burgeroorlog. en .in de Oorlog alszodanig waren we opgescheept met de verschrikkelijke opvoe-ding to t de daad". Samen met de door de Internationale bewerktedogmatische central isering van de theoret ische "waarheid"voerde d it to t een "koppige en fundamentele afwezigheid vanelk soort echte theoret ische kultuur" in de part i j , in ditgeval de Franse e.p. Vanuit d it theoretisch niemandsland begonnen de kommunistische fi losofen en wetenschappers vragen tel i j f te gaan als: hoe verklaren we vanuit social i s t i sche verhoudingen Stalins persoonlijkheids-kultus? Waarom is er doorde derde internationale niet adekwaat gereageerd op het fascisme? Wat is dat precies? Enzovoort. Alle vragen uitmondendin de kernvraag: wat zi jn de gebreken van de theorie die aldeze vragen niet eens wist te stellen? Hoe moeten we berhaupt "theorie" opvatten? En dan de kern van die kernvraag:

  • 8/7/2019 Ongekorrigeerd materiaal

    14/215

    7Wat waren de eigenschappen van de wetenschappelijketheorie van Marx, die het hem in zi jn t i jd mogelijkmaakten om de historische s i tuat ie te begrijpen, ener pol i t iek adekwaat op te reageren? Vooral datlaa ts te aspekt werd nog eens benadrukt in dezelfdevraag met betrekking to t Lenin.En zo begon men het moeizame proces van herlezing vande klassieken Marx, Engels, Lenin, Plekhanov, Bukharin,e.a. Niet vanuit een soort zuiver theoretische interesse, maar vanuit het besef dat theorie een wezenlijkonderdeel is van elk maatschappelijk geheel, en dat dekwali tei t van de theorie van groot belang is voor depolit ieke standpunten. Terzijde z ij opgemerkt dat vanuit de gevestigde univers i ta i re orde d it "terug naarMarx" vaak ten onrechte als een uiting van dogmatismeis opgevat. Het tegendeel is waar: men ging Marx nietalleen lezen op de kern van zi jn werk die het mogelijkmaakte zi jn t i jd te begrijpen, maar ook op de ontbrekende elementen die ze l f nog ingevuld moeten worden.Juist de dogmatische niet-lezing van de voorafgaandeperiode kenmerkte zich door de eenvoudige projektievan formele schema's op elke willekeurige werkelijkheid,hetgeen to t onbegrip in plaats van begrijpen voerde.In zoverre kan men dit een periode van "tatsachenglubiger Marxismus" noemen (O'Neill . die dil fe i t negatiefinterpreteert ) . Godelier spreekt van een "rebellie vande feiten", en plaatst daarmee die "tatsachen" in eenander l i ch t . De s t e r i l i t e i t van het schema van "vi j ffundamentele typen van produktieverhoudingen" vanStal in, t .w. de noodzakelijke gang van elke maatschappijdoor de fasen van oerkommunisme, slavenekonomie (klass iek) , feodale produktiewijze, kapitalisme, socialisme,botst met de aangetroffen werkelijkheid.Het dogmatische antwoord op zo'n si tuat ie omvat tweetypen reaktie: het eerste bestaat uit het kunstmatigvoegen van de fei ten in de typen, die to t onwerkelijkelengten worden "uit-gerekt". De andere oplossing is dievan volkomen theoret ische afzi jdigheid, een volkomenzich houden aan de empirische feiten zonder ze te in ter-preteren ( ie ts wat onmogelijk bl i jk t ) . Kenmerkend nu voorde nieuwe theoretische beweging van kommunistische"intellektuelen" is de gepaste waardering voor, en nietzozeer het geloof in de feiten, met nadruk op de n o o d ~ zaak Van theoretische interpretatie.De vraag is dan welke theoret ische voorwaarden Marx hadgeproduceerd die hem in s taat stelden dergeli jke fundamentele theoret ische in terpretat ies uit te voeren, nwat de grenzen daarvan waren.(Terzijde z ij overigens met betrekking to t de genoemdegevestigde univers i ta i re orde opgemerkt, dat ook z ij eendergeli jk retour naar de klassieken kennen, met de voornaamste nadruk op het kopstuk Weber) .In elk geval weet Godelier vr i j aardig de kern te rakenals hij schr i j f t : "Bij elkaar genomen, komt het belangVan de teksten Van de Formen (het boek Grundrissen, een

  • 8/7/2019 Ongekorrigeerd materiaal

    15/215

    8enorme band met een niet uitgegeven manuskript van Marx;voorbereidend werk voor "Het Kapitaal", r . s . ) en de fragmenten die ze verzamelen en verhelderen . voort uit hetfei t dat ze ons verplichten om opnieuw op een niet-bgmatische wijze de fundamentele vraag te stellen naar dekondities en de vormen van de overgang van maatschappijenzonder klassen naar maatschappijen met klassen, en devraag naar de verschillende en ongelijkmatige ontwikkelingen die uitlopen op de formering van de huidige maat-schappijen11.Kortom, een meer uitgebreide versie van zi jn eerder geschreven these, dat de geschiedenis niet een al les verklarend schema of kategorie i s , maar j u i s t een te verklaren proces. Of anders gezegd: het historisch materialismeis geen universele f i losofie.Niettemin komt Althusser to t de ste l l ing dat ju i s t om diewetenschappelijke bijdrage van Marx te begrijpen, men eenmarxistische theorie over de verschillende aard van theoretische formaties en hun geschiedenis moet hebben, eentheorie van de epistemologische geschiedenis, en deze, zoschr i j f t hij in vroeger werk, is de marxistische f i losof ie zelf .Even afgezien van la tere wijzigingen in dit koncept vanf i losofie a ls "theorie van het theoret ische" geeft hij metdeze uitspraak twee zaken aan: in de eers te plaats dientmen het onderscheid te denken tussen wetenschappelijke,filosofische en ideologische theorie. Dat bl i j f t het kernpunt van zijn hele filosofische ontwikkeling. In de tweedeplaats zi t ten we met een lIonmisbare cirkelII: om Marx telezen op een juis te manier, moeten we zi jn f i losof ie kennen, maar j u i s t die f i losofie is niet expl ic ie t , en l i g tin het werk van Marx opgesloten. Via een moeizaam procesvan het zoeken naar antwoorden die impliciet in de teks tvan Marx worden gegeven, op nog ongestelde vragen, meentAlthusser nu tot een rekonstruktie Van Marx' filosofischekonceptie te kunnen komen.Het springende punt in de diskussies tussen de verschillendekommunistische theoret ic i (waarbij kan worden opgemerkt datsommigen, zoals Col le t t i , mede a ls gevolg van deze diskussiestenslot te buiten de part i j kwamen te staan, een part i j diehet tempo van de diskussies praktisch pol i t iek vaak niet bijwist te houden) bl i jk t dan te zi jn de re latie tussen Marxen Hegel, en de relatie tussen die relatie en het konceptvan klassenstrijd en de partij-organisatie. Uit deze koppel ing bl i jk t hoe zeer schijnbaar abstrakt f i losofische kwes-t i e s dat in fe i te niet zi jn: wat een auteur konstateert om-t rent de re la t ie tussen twee denkers, staat niet los van deopvatting van pol i t i ek , part i j -organisat ie , e .d . , maar isdaar door een gemeenschappelijke pol i t iek mee verbonden.Laten we bekijken wat daarmee wordt bedoeld en hoe dat wordtbedoeld.In het vroege werk van Marx, de ekonomisch-filosofischemanuskripten en gedeel tel i jk ook de Duitse Ideologie, wordt

  • 8/7/2019 Ongekorrigeerd materiaal

    16/215

    9kri t iek geleverd op andere auteurs met het argument datze hypostaseren, d.w.z. een predikaat (= gezegde) loskop-pelen van het subjekt (= onderwerp) om er vervolgens eenabstrakte kategorie van te maken, die men empirisch ver-legt in een inkarnatie van dit abstraktum. Het voorbeeldin zi jn kr i t iek op het Hegeliaanse s taatsrecht bet ref thet koncept van de souvereiniteit : in hun analyse wordtde vorst of souverein opgevat als de belichaming ( inkar-natie) van het wezen van de staat , waarbij het wezen vande staat a ls autonoom wordt gekoncipieerd door Hegel,terwi j l via een direkte omkering, volgens Marx, de staatniet meer is dan een predikaat van de verzamelde mensen,de subjekten. Het predikaat wordt door Hegel verzelfstan-digd, terwi j l het slechts gaat om het predikaat van dezelfstandige fe i te l i jke subjekten, mensen. Dit model vankri t iek , zo konstateer t Rancire, bestaat uit twee koppelsbegrippen: subjekt/objekt en empir ie/spekulatie. De konse-kwentie ervan is dat Marx tegenover de spekulatie van def i losoof de empirische studie s te l t , en tegenover hetobjekt van de spekulant het objekt van het empirische sub-jekt .Sommige auteurs hebben nu dit kritische model opgevat alshet marxistische model van kri t iek berhaupt, dat terug-keert in de kri t iek op de polit ieke e k o n o ~ i e (de onder t i te lvan het hoofdwerk van Marx' "Het Kapitaal") . Met name zoudit voor de part i j f i losofen van de Italiaanse e.p. opgaan,aldus Althusser. Konsekwentie is dat voor hen het verschiltussen de klassieke polit ieke ekonomie van Ricardo en Smithdie Marx analyseert , en Marx eigen werk, principieel isgelegen in de methode, die bij Marx dialektisch is , en over-genomen zou zi jn van Hegel, terwi j l het objekt van beidegemeenschappelijk zou z i jn . Dat objekt zou dus in laatsteinstant ie een subjekt zi jn. hoe men het ook gaat "in l i j s ten"in de theorie. Het voert ertoe om zoals eollett i ,"historische" en theoretische prakti jk te ident i f iceren.en wel z6, dat de "historische" prakti jk (de omvorming van"de" geschiedenis, welke theoret isch niet wordt gedacht)een hypothetisch moment bezi t . Geschiedenis wordt in diekonceptie steeds to t een toekomstprojekt en veri f ikat iedoor de "daad". Er is zo een direkte, z ij het in een t i jds-verloop opgenomen ident i te i t tussen historisch proces entheorie. Negri b.v. koncipieert de "tendens" als het "avon-tuur van de rede in haar botsing met de werkelijkheid",waarbij "de waarheid van de tendens l ig t in haar ver i f i -katie". Onverbiddelijk dient hier de arbeidersklasse dangedacht te worden als historisch subjekt, waarbij elke vormvan theorie het subjektieve element van de "hypothese"in zich draagt, waarvan de waarheid "geverif ieerd" dient teworden door te kijken of men "de" geschiedenis op de ver-onderstelde wijze kn veranderen.Althusser heeft tegen deze gedachtengang grote bezwaren.Inde eers te plaats ontneemt deze konstruktie elke mogelijk-heid om wetenschappelijke kennis als objektieve kennis tedenken. kennis van een materile werkelijkheid die met behulp

  • 8/7/2019 Ongekorrigeerd materiaal

    17/215

    10van die kennis wordt "begrepen" en op basis waarvan pol i t iekgevoerd kan worden. De konceptie van Colle t t i , Negri, e.a .voert ertoe dat de marxistische analyse een soort wereldbe-schouwing onder andere wereldbeschouwingen i s , volkomengaand in het historische moment, nu dan de wereldbeschouwingvan het proletar iaat . En dat wereldproletariaat zou nu haarwereldbeschouwing moeten realiseren via organisat ie vanzichzelf , hetgeen precies het uitgangsprobleem was van hethele kommunistendebat, zonder dat het verhelderd l i jk t tezi jn . Immers, wanneer kan men spreken van een "juis te"wereldbeschouwing? Hoe kom ik er achter dat Stalins wereld-beschouwing niet de "juis te" was, en l i e f s t t i jdens zi jnbewind en niet achteraf? Althusser is van mening dat deItal ianen f i losof ie sec bedrijven, geen analyse, en dan weln is om aan te tonen, dat het la tere grote werk van Marxniet meer rond die problematiek (= het rond een, er in sys-tematisch in doorwerkend, principe gestruktureerd geheelvan noties en begrippen) van subjekt!objekt en empirie!spekulatie is opgebouwd. Hij verwijt de I ta l iaanse kommunis-ten kortom, de projektie van het vroege werk van Marx op hetlatere werk, en als gevolg van deze niet adekwate konceptievan de "breuk" tussen oude en jonge Marx, een "Hegelianise-ring" van dat la te werk doordat de problematiek als ongewij-zigd wordt voorgesteld. Dat l i jk t aldus Althusser op eenniet "doordachte reaktie op het dogmatisch ekonomisme vande voorafgaande periode, gebaseerd op he t empirisch inzichtin een kloof tussen part i j top en leden.

    B. Struktuur versus subjekt: de materia l istische konceptie vande werkelijkheidWat is , zo vragen Althusser, Rancire e.a . Franse auteurszich af, dan die material is t ische f i losofie , die de grond-slag legt voor de konceptie van wetenschappelijkheid vanhet werk van de la tere Marx? (Later s te l t Althusser devraag wat anders, nl. niet als vraag naar de "nieuwe" f i lo -sofie van Marx, maar naar de nieuwe prakt i jk van f i losofievan het marxisme, vgl. 2.F. ) . We zullen hier de gang vanAlthussers onderzoek niet gaan volgen, maar enkele resul-taten bekijken in hun systematische samenhang. Duidelijk isdat het gaat om de status van wetenschappelijke theorie.Waarom hecht ik objektieve waarde aan b.v. de verklaringvan Marx voor het kapi ta l i s t i sche produktieproces alscyclisch en historisch en tegel i jk als historische vorm vanklassenrelat ie , bven de theorie van Ricardo die het kapi-talisme als algemene produktievorm van menselijke maatschap-pijen denkt? Daartoe moeten we,aldus de interpreta t ie vanMarx door Althusser, teruggaan naar het uitgangspunt vanal le materialisme, een uitgangspunt dat spontaan gedeeldwordt door elke wetenschapper: de werkelijkheid is eenbuiten mijn bewustzijn om bestaande rea l i t e i t , een materi-ele rea l i t e i t met een eigen konstateerbare regelmaat, dieonafhankelijk is van mijn vooronderstellingen daaromtrent,een regelmaat die een proceskarakter heeft . Wetenschappelijkebegrippen van deze materile werkelijkheid definiren stuk-ken kennis, re la t ief m.b.t . de historische stand van de

  • 8/7/2019 Ongekorrigeerd materiaal

    18/215

    11

    wetenschappen in kwestie, over het objekt van die wetenschappen. De inhoud van het wetenschappelijk koncept van de mater i le werkelijkheid wijzigt zich met de verdieping, de ontwikkeling van die kennis. Als fi losofische kategorie daarentegen, verandert de materie niet omdat de material is t de'werkelijkheid immers opvat als een werkelijkheid op-zichzelf ,onafhankelij k van mij n theoretische uitspraken. "De kategorieVan de materie", al dus Al trrusser, "kan niet veranderen. Ze isabsoluut". De theoretische begrippen doen ju i s t een poging omsteeds beter die eigensoortige rea l i t e i t te begrijpen. Preciesop dit punt komt het essentile verschil met de ideal i s t i scheposi t ie in de f i losof ie naar voren, voor welk standpunt dewerkelijkheid is wat ik erover uitspreek of denk. Koncept vande werkelijkheid en werkelijkheid vallen zo samen. De objekt iv i t e i t van de theorie l i jk t zo in laatste instant ie gereduceerd te worden to t de overeenstemming van geleerden betreffende hun objekt.Via deze gedachtengang ontwikkelen zich twee vragen die be antwoord moeten worden: hoe denkt de materialist ische f i lo-sofie die materile werkelijkheid? en : hoe wordt het ontwikkelen van het denken ze l f opgevat, hoe denkt het denken zichzelf? Zoals al gezegd, vond de beantwoording door de desbetreffende auteurs m.n. plaats in het kader van hun inschatt ingvan de re la t ie Marx-Hegel.Voor de material is t is kenmerkend voor de werkelijkheid datze een struktuur is , d.w.z. geen opeenhoping van allemaalidentieke elementen, en dat die struktuur procesmatig i s ,een proces waarin bepaalde stukken werkelijkheid steeds veranderen, en plaatsmaken voor nieuwe. Kenmerkend voor dithistorisch proces is de afwezigheid van een oorsprong, eenbegin, een subjekt dat de zaak aan de gang heeft gezet,kortom, de afwezigheid van wat Aristoteles bi j de beantwoording van dezelfde vraag een "onbewogen beweger" noemde.Materie is alleen maar denkbaar volgens het materialismeals "bewegend" zonder meer, en wetenschap is slechts denk-baar op basis van precies deze posi t ie . Immers, in laa ts teinstant ie voert de konceptie van de "onbewogen beweger"("god", "de idee", "het niets" , etc . J to t een posi t ie waarinwetenschappelijk onderzoek overbodig wordt. Als nl. al leswat we aantreffen u it dezelfde oorsprong komt, en "van" dezelfde oorsprong is , dan is het daarmee van dezelfde aard("kinderen van ~ ~ n vader", b.v. J. Maar dan komt het procesvan kennisproduktie per se to t s t i ls tand omdat op elke vraag"wat is dit?" en "waarom dat?" maar ~ ~ n gelijkluidend antwoord mogelijk is : een verwijzing naar de oorsprong. Watoverbl i j f t voor "wetenschap" is slechts de nauwkeurige be schri jving van wat er i s , waarbij de "verklaring" bij voorbaat vaststaat . Kenmerkend voor de ontwikkeling der wetenschappen is steeds dan ook de materialist ische posi t ie geweest:de ste l l ing dat niet al les "hetzelfde" is , en dat de verschillen begrepen dienen te worden, zonder natuurli jk te vervallenin de komplementaire tegenpool van de zelfde subjekt-problemat i ek , dat nl. niets gemeenschappelijk zou zi jn aan al les , endat al les , elk verschijnsel volkomen i n d i ~ i d u e e l is . In beide

  • 8/7/2019 Ongekorrigeerd materiaal

    19/215

    12gevallen vervalt de hoofdimpuls van wetenschap immers;de behoefte aan verklaring van verschil len tussen objekten die tegeli jk "ie ts" gemeenschappelijks hebben.De mater ia l i s t probeert dus vast te ' houden aan het bestaan van natuurwetten, maar wenst niet voorbij te gaanaan het fe i t dat denmtuurwet niet in zuivere vormwordt aangetroffen, maar in varirende vorm, en dat precies die varia t ie verklaard of begrepen moet worden.Om M.arx eigen obj ekt van studie in d it l icht te plaatsen:het is een natuurwet, een evidentie dat geen samenlevingkan bestaan zonder dat er gewerkt wordt. Elk kind weet wateen samenleving overkomt als deze er niet in slaagt hetarbeidsproces aan de gang te houden - ze gaat ten onder.Waar het in de wetenschap om gaat , aldus Marx, is te begrijpen en te verklaren hoe zich die natuurwet van maatschappijen in verschillende maatschappijen handhaaft. Indie zin zegt hij ook dat natuurwetten niet opgeheven kunnen worden: hij heeft het daar nl. over de kategorie vande materie zoals eerder genoemd, die absoluut is . Alsie ts "natuurwet" is , dan is het een eigenschap van de mater i le werkelijkheid, die onafhankelijk is van onze theoret ische bemoeienis. Die theoret ische bemoeienis dient echterde ontwikkelingsvormen van die natuurwet te begrijpen.Zouden we, kortom, alle maatschappijen nu, en door degeschiedenis heen, direkt kunnen begrijpen in hun funktioneren door een simpele verwijzing naar genoemde evidentie,dan zouden empirische ervaring en "theoret ische v e r k l a ~ ring" eenvoudig samenvallen en wetenschap in de gangbarebetekenis overbodig en onmogelijk zi jn . Echter, die verwijzing bl i jk t niet te voldoen, en het is niet direkt "evident" hoe de Inca-samenleving, of de 14de eeuwse Fransesamenleving erin slaagde als "ongoing concern", als permanentarbeidsproces te kunnen bli jven funktioneren. Bij de bestudering van elke maatschappijformatie bl i jk t het nodig eenverklaring te geven voor het fe i t dat het arbeidsproces alsproduktieproces , tegelijk een reproduktieproces impliceert .Bij de bestudering van de maatschappelijke werkelijkheidwordt dus uitgegaan van deze werkelijkheid als materilestruktuur, d.w.z. een geheel van samenhangende elementendat in proces is . Maar we zagen tegeli jk dat bij Marx inhet late werk di t geheel-in-proces alleen maar buiten deproblematiek van het subjekt/objekt om gedacht kan worden.De kategorie van het subjekt impliceert immers steeds degedachte aan een oorspronkelijk vri j onbepaald begin, eenprincipe van niet-gedetermineerdheid dat het produkt vandit subjekt bl i j f t bepalen. Wil een wetenschappelijkeverklaring van een materile werkelijkheid echter mogel i jk zi jn, dan is dat slechts denkbaar onder de voorwaardedat die materie gedetermineerd i s , d.w.z. in haar procesmatigheid vastl igt , en dus uitdrukking is van zo'n natuurwet. Verklaring is immers niets anders dan begripsmatigreproduceren van een gedetermineerdheid. Wordt daarentegenin het koncept van de werkelijkheid een "subjektief","vri j" , d.w.z. ongedetermineerd principe gedacht, dan eindigt daarmee de mogelijkheid van wetenschap. Wetenschap endeterminisme zijn hetzeZfde.

  • 8/7/2019 Ongekorrigeerd materiaal

    20/215

    13C. Geschiedenis Van de kategorie van het subjekt: KantHegeZ-Marx

    Om nu het verdere betoog omtrent de re la t ie Marx/ Hegelte kunnen volgen, en om de belangrijkheid van de bovenstaande noti t ie te kunnen begrijpen (anti-subjektivisme= determinisme wetenschap) is een korte toelichtingomtrent een stu k filosofiegeschiedenis op zi jn plaats .De filos of ie van Kant kan gezien worden als bundelingvan twee problemen die voor z i jn t i jd geri jpt waren,een bundeling di e eindigt in tegenspraak met zichzelf.Enerzijds had do we t enschapper Kant zic h gedent i f i ceerdmet de t heoretische verklaringen van Newton, waaraan eens t r ik t (mechanisch) determinisme t en grondslag lag. Oewerkelij kheid werd opgevat als gedetermineerde struktuur,en de theorie s laag de erin de same nhang van de kosmischeverschijnselen te begr i jpen voor zover men er vragen overhad geste l d . Maa r aan de hand van die wetenschap pe l i jkeontwi kkeli ngen vo l t rekt zich een fi losofische ontwik ke l ingwaarvan de namen Locke . Berkeley en Hume de mees t opval l endezi jn . Gebaseerd op de oorspronke l i jke vraag : "Waa r benik zeker van . waar kan ik zeker van zijn . abso l uut zeker? ".ontwikkelde deze f i losof ie to t een zuivere skeps i s , eent wi j fe l aan enige vorm van z e ~ , e r e kennis . Imme r s : als hetenige waarvan ik zeker kan zijn mijn zintuige l i j ke gewaarwordingen zijn ( a l dus hun s te l l in g ) dan kan ik verder overhet bestaan van een werkelijkheid buiten mi j . d . w. z . l os vandie gewaa r wordingen niets met zeKerheid zeggen. Ze l fs nietdat een werkelijkheid buiten mij die gewaarwo r dingen ve r oor zaakt . Dat zou a l neer komen op sp ek ul at i e . Onde r dat oordeelvallen logischerwijze ook de uitspraken betref f ende oo rza ke l i j kheid . kortom h8t fundament van determi ni sme van de wetenschap van Newton . Kant zegt dan ook begrijpe l i jkerwijs doorHume uit zijn "dogmat i sche sluimer " te zi jn wakke r geschud .I mmers wat te doen met enerzijds een immens ve r kl a r end gehee lvan theoretische begrippen . met behulp waarv n nota benecentrale vraagstukken als eb/vloed . orientat i e op zee . ka l endere . d . werden opge l ost . en anderzijds een l ogi sch afgeleidef i l osofische these die s te l t dat zo ' n verk l ar in g nooit zeker ka nzijn . En in de loop van de t i jd tussen Newton en Kant was in mi dde l s ook "de mens ". de menselijke samen l eving to t onderwer pvan studie geworden . hetgeen het Kant moge l i j k maakte di tvr aagst uk in een allesomvattende f i l osofie ui t te we rk en , waarbijvooral de Hume - ste l l ing omtrent de s pek ula t i eve aa r d va n oorzakelijkheid op het eth i sch nivo we r d uit gewe rk t . Want. zovraagt Kant zich af : hoe moet ik theoretisch beg r ijpen dat i kme als mens vr i j voel/weet (schepping naa r Gods evenbeeld)terwij 1 i .k de nat uur om me heen bl i j kbaar toch a l s ge de te r mi -nee rd kan beg r i jpe n?Oe enige oplossing die Kant ziet is een scheiding van de wereld intwee afzonderlijke werelden : de wereld van de dingen - zondermeer .d i e ondenkbaar zi jn voor ons , en de werled van r ede die uitge r ustis met denkvormen die het mogelijk maakt de verschil l endegewaarwordingen volgens een vast stramien te or de ne n. De we r kel i jkheid zonder- meer bezit dus gn gedetermi nee r de struktuur .

  • 8/7/2019 Ongekorrigeerd materiaal

    21/215

    14het zi jn onze subjektief (maar kol lekt ief door god aan demens gegeven) redeli jke vermogens die een kausal i te i t ent i jdel i jkheid aan de ervaringen opleggen. Daar ook de men-sel i jke subjektieve vermogens to t de sfeer der werkeli jkh e i d ~ z o n d e r - m e e r " worden gerekend. kan de vri jheid van demens "begrepen" worden. Wat betref t de wetenschap wordt deobjekt ivi te i t hiermee geformuleerd op subjektieve grondslag:het subjekt verschaft aan de op zich ordeloze ser ie ervaringenorde.Hegel en z ~ J n voorgangers Fichte en Schelling zien in dezekonstruktie een fa ta le tegenspraak opgesloten:hoe kunnen dedingen-zonder-meer. voor wie de kausal i te i t niet geldt . degewaarwordingen veroorzaken? Om daaruit te komen dient detegenspraak tussen materialisme en idealisme (resp. hetbestaan van een materie Ie wereld los van ons bewustzijn. ende konceptie van een door de rede geproduceerde orde die inwerkelijkheid gekoppeld aan een vri j subjekt) opgeheven teworden. De Duitse f i losofie "kiest" de enige weg die openbl i j f t voor de burgeli jke samenleving. die van het idealismemet een extra nadruk op het subjekt. Immers: ofwel de mater i le werkelijkheid b l i j f t onafhankelijk gekoncipieerd. maardan ook als gedetermineerd geheel. en de mater ia l i s t dient opnieuw de vraag naar de re la t ie tussen theorie en empirie teste l len (zie verderop). Ofwel men moet de tegenspraak proberenop te lossen door niet alleen de orde van de materile wereldsubjekt ief te denken. maar het bestaan van die wereld zel f .hetgeen to t een rel ig ieus gefundeerde f i losofie voert . waarbij"achter" het subjekt "mens" steeds weer op het oersubjektGod. de onbewogen beweger terugkeert. In Hegels ObjektiefIdealisme kulmineert deze ontwikkeling in de these dat de"Idee" zich real iseert in een werkelijkheid. de wereld. waarineen oorspronkelijk onontwikkeld bewustzijn zich "in" de loopder gebeurtenissen. die worden opgevat als u itdrukking- vandie Idee. langzaam opwerkt to t zichzelf. nl. het absolutebesef dat z ij het i s . wat de wereld uitmaakt. Het ontwikkelingsproces van die wereld. het ontstaan van de verschillendeni vo' s van kult uur als ui tdrukki ng van fasen van de onThJikke-ling van het zelfbewustzijn van de Idee. denkt Hegel nu"dialektisch". d.w.z. als een voortdurende ontwikkeling van detwee van elkaar vervreemde onderdelen van de oorspronkelijkeeenheid van de Idee naar elkaar toe. Steeds vindt er eensynthese plaats van de tegenstellingen in de wereld. en inde geest. die echter op haar beurt weer niet een volkomeneenheid bl i jk t te zi jn . Dit to t op het punt waar de Ideeto t zichzelf komt. en beseft dat de loop der dingen en deloop van het eindige bewustzijn slechts uitdrukking zi jn vaneen absolute logika. Hegel zelf is uiteraard d it eindpunt.Eerder werd al opgemerkt dat Marx in eerste instantiedeze konstruktie vanuit de problematiek van subjekt/objekt .d.w.z. dezelfde problematiek als bi j Hegel. kr i t i seer t .Hegel de opspli tsing van het oorspronkelijk Subjekt in een subj ek t ie f aspekt (de menselijke geestes-beschaving) en een objekt i e f aspekt (de wereld der historisch-materile ontwikkeling).to t een verabsolutering voerde van de bestaande objektieve

  • 8/7/2019 Ongekorrigeerd materiaal

    22/215

    15wereld als real iser ing van het hoogste stadium van geestel i jke ontwikkeling (de souvereiniteit van de vorst en dePruissische s taa t ) , - daar keert Marx deze verhouding eenvoudigweg om. Het principe van de problematiek bl i j f t hetzelfde, samengevat in de vorm van hypostase-krit iek. Dattype kri t iek kan slechts to t konklusies voeren die moreelvan gehalte zijn: ze hebben betrekking op wat de mens "inwezen i s" , en wat hij zou moeten zi jn , en waarvan de hypostaserende opvatting een miskenning is . Een kritische an-thropologie dus, die he t koncept van kommunisme b ij Marxook een ideaal laat zi jn, en niet zoals la ter een maatschappelijke beweging als uitdrukking van een maatschappijvorm met specif ieke tegenstel l ingen. Om dat laa ts teechte koncept te ontwikkelen, is een wetenschappelijketheorie nodig die de maatschappij opvat als materile struktuur, onafhankelijk van menselijke idealen. Het is die konceptie, aldus Althusser, die Marx in Het Kapitaal ontwikkelt,d.w.z. de konceptie van de mensen als dragers van de mate-rile maatschappelijke strukturen, die er zijn en funktioneren onafhankelijk van de "wil" van die mensen, hun subjekt ieve zelfopvatt ing.Daarmee wordt duideli jk dat Marx' konsekwente material is t ische standpunt dat breekt met elke vorm van subjektivit e i t , d.w.z. de niet-gedetermineerde oorsprong van hetmaatschappelijke proces, niet eenvoudig een andere methodeis dan die van Ricardo en Smith, toegepast op hetzelfdeobjekt, maar dat de ontwikkeling van het historisch mater ial isme, een transformatie van het objekt inhoudt (van:een "samenleving" van subjekten die door hun werk geschiedenis maken, naar: een st ruktuur van zich in proces ontwikkelende elementen) welke transformatie slechts mogelijkwas onder de voorwaarde van de impliciete konsekwent doordachte materialist ische posi t ie in de f i losof ie . We zullenzien dat de transformatie van het objekt nog meer inhoudtdan hetgeen beschreven, en dat het bovenstaande in fe i tekan worden samengevat als een transformatie van de f i losofische problematiek, die voorwaarde is voor een nieuwe opvatting van wetenschappelijke theorie.

    D. De materialistische konceptie van de struktuurWat voor konsekwentie heeft deze wending van het subjekt afvoor de konceptie van de struktuur. Ook Hegel dacht ins t rukturele termen, ook al gebruikt hij het woord niet .Ook bij hem is duideli jk een konceptie van een subjektloos zich ontwikkelen van de geschiedenis aanwezig - z ijhet als schematische opvatting van dialektische noodzaak.We zagen echter dat er achter die zich gedetermineerd ontwikkelende geschiedenis niet het menselijke subjekt maardat van god of de idee verschool, waardoor de verworvenheidvan de geschiedenisanalyse wordt ontkracht. Het is Marx'la tere denken dat die kwestie doordenkt op basis van datmaterial is t isch uitgangspunt. Ju i s t omdat Hegel achter eenautonoom geschiedenisproces toch nog eens een t ranshistorisch subjekt dacht, kri jg t de opvatting van de to ta l i t e i t

  • 8/7/2019 Ongekorrigeerd materiaal

    23/215

    16- het geheel dat een historische samenleving is - eenspeciaal karakter. Elke historische samenleving wordtopgevat als een t o t a l i t e i t , waarbij elk element van dieto ta l i t e i t door hetzelfde principe wordt gevormd. Dedialektiek van de ontwikkeling is die van de ontwikkelingvan n principe. Alle elementen van Hegels t o t a l i t e i t ,aldus Althusser, zijn in kopresentie aanwezig, welke zel fweer het onmiddellijk aanwezige, en daardoor onmiddellijke leesbaar geworden wezen is . Elke afdeling van de geschiedenis, re l igie , kunst, pol i t iek, ekonomie, enz. kanslechts gedacht worden als het b i j zichzelf bli jven vanhe t begrip/van de gemeenschappelijke kern. Dialektiek,zo zou men kunnen zeggen, wordt ondanks de koppeling aaneen inhoud via deze konstruktie toch weer louter formalist isch gedacht, als vorm van een geli jkbli jvend principe.Dat is het wat bij Hegel de kont inu tei t van de t i jd garandeert , en wat tegel i jk de onmogelijkheid impliceert van eenwetenschap van de toekomst. De ideologische kategorie vanhet heden maakt een pol i t ieke wetenschap overbodig, andersgezegd: onmogelijk.Tussen deze lezing van Marx die nadruk legt op een gel i jk-blijvend objekt (Marx/Ricardol en een aan Hegel identiekemethode, die van de , z ij het op zi jn kopgezette dialekt iek , n de tendens om de subjekt ivi te i t van de arbeiders-klasse als motor van de geschiedenis te denken, zoalsColletti dat doet, bestaat een verband. Collet t i schreefnog in een zeer recente tekst : In Marx' opvatting z i j nal le kontradikties van het kapitalisme het resul taat vande kontradiktie tussen waarde en gebruikswaarde . . . .In deze voorstel l ing van zaken worden (bij Marxl al lenivo's van een maatschappij , van re l ig ie to t en met destaat , teruggebracht, gereduceerd op n oorsprong, n subjekt - de ekonomie van de waar. Daarmee wordt demogelijkheid afgesneden om de relat ieve zelfstandigheidvan die instant ies te denken, en wordt al les op de ekonomie teruggebracht. Volgens Althusser heeft Marx zich in derdaad ook in dat la tere werk wel eens in die r icht inguitgelaten, maar het gaat er niet om hem te pakken opdetail-opmerkingen, maar hem te begrijpen in zi jn specifieke problematiek om vandaaruit kri t iek op de niet koherente delen in zi jn eigen werk te geven. Bij Collet t iontbreekt die aanzet en de subjekt/objektproblematiek vande vroege Marx wordt gedentif iceerd met de konceptie vande late Marx. Kenmerkend voor deze lezing van de re la t ieHegel/Marx is steeds dat aan het ekonomisme-determinismeeen histor icisme wordt gekoppeld, d.w.z. een konceptie vande geschiedenis als objekt dat moet worden aangegrependoor een subjekt, de arbeidersklasse, die net als hetmenselijke subjekt eerst van zichzelf bewust moet wordenom dat te kunnen. Men herinnere zich de opmerking overde geschiedenis met een hypothetisch moment. Collet t ischr i j f t elders expl iciet : De arbeidersklasse (dromers,ontwaakt!l is geen gegeven, z i j is geen produkt van denatuur. Zij is een doel: z ij is een produkt van hethistorisch handelen, d.w.z. niet slechts van de materile

  • 8/7/2019 Ongekorrigeerd materiaal

    24/215

    17voorwaarden, maar ook van het po l i t ieke bewust z ij n".Het vasthouden van het subjektieve element in de gedachtengang voert bij Colletti e.a . zo to t het resul taat ,dat het determinisme dat wl als uitgangspunt wordtgenomen niet konsekwent wordt gedacht, maar eindigt bijeen grens, en wel die van de klassensubjektieve behandel ing. De maatschappij wordt wel als struktuur, als mater ieel systeem gedacht, maar dan als objekt van hetklassen-handelen in de eerder gegeven zin van het woord(het "hypothetische moment"). Het kZassenbeUJUstzijnwordt op deze manier buiten de analyse van de wetenschapgehouden.In de pogingen om materialist te z ~ J n , dringen zo , aldusAlthusser, op nader te verklaren gronden idealistischeelementen binnen. En juist die "andere gronden" vragenom een wetenschappelijke theorie, k van het maatschap-pelijk beUJUstzijn, dat uit de sfeer van het subjektievebewustzijn gehaald moet worden, ook die van het kollekt ieve klassebewustzijn van de klasse als subjekt (doel,"ontwerp" zou Sartre zeggen). Om die reden dient "ideologie", "maatschappelijk bewustzijn" opgevat te wordenals onderdeel van de maatschappelijke materile struktuur,en de vraag is hoe dat gedacht moet worden. Het is om diereden dat zeer precies geformuleerd moet worden waarinhet essentile onderscheid l igt met de totali teit vanHegel. Wat bij Hegel de to ta l i te i t Van de eenheid vantegenstellingen is , een eenheid opgevat als subjektdat zich ontwikkelt in dialektische vorm, dat wordtin de ontsubjektiveerde problematiek van Marx het den-ken in termen van een permanent reeds gegeven komplexgestruktureerd geheel."Permanent reeds gegeven", d.w.z. principieel ontdaanvan de mogelijkheid van een oorsprong, "in den beginne"omdat er geen begin gedacht kan worden. "Komplex gestruktureerd", d.w.z. de aanwezigheid van elementen vande struktuur die een relatieve zelfstandigheid bezit ,gedacht als eigen t i j d , eigen strukturele ontwikkeling,een afwijzing dus van Hegels "gel i jk t i jd igheid" , deideologische kategorie van het heden, zoals die ook inColle t i i ' s teks t terugkeerde."Geheel", d.w.z. een samenhang tussen de re la t ief autonome elementen, die uitgedrukt in theoretische begrippenvan een wetenschap, precies de aard en de graad van dat"relat ieve" impliceert . Pas op deze grondslag is hetmogelijk de vraag te ste l len wat nu precies material is t ische dialektiek i s . Materialistische dialektiek houdtde fi losofische ste l l ing in dat er betreffende de verschillende re la t ief autonome "t i jden" van de diverseelementen van de struktuur sprake is van een ongeli jkmatige ontwikkeling, die ertoe voert dat permanent tegenstell ingen tussen elementen en binnen de elementen wordtopgeroepen in het ontwikkelingsproces, dat precies ontwikkelingsproces is omdat al t i jd al die ongel i jkt i jdigheid tussen elementen aanwezig is geweest. Kortom, de

  • 8/7/2019 Ongekorrigeerd materiaal

    25/215

    18mater ia l i s t denkt materie als principieel ongelijkmatiggestruktureerd, een ongelijkmatigheid die alleen alsbeweging begrepen kan worden. In die zin valt de thesevan Godelier, die Althusser samenvat, te onderschrijvendat in de Hegeliaanse dialektiek het koncept van detegenstell ing steeds gedacht is binnen en onder de kate-gorie van de to ta l i t e i t , terwi j l in de material is t ischedialektiek het geheel principieel wordt gedacht onderhet koncept van tegenstell ing: het koncept van het geheel,in tegenstell ing to t de idee van de t o t a l i t e i t , dat ishetzelfde als het koncept van zi jn tegenstellingen enzi jn bepaaldheden.Het is om die reden dat Althusser hier sprek t van htwetensohapstheoretisohe p ~ b l e e m , dat voortkomt uit deradikale modifikatie van het objekt van de 'politiekeekonomie" door Marx. Dat kan zo geformuleerd worden:"Met welk begrip ( l iever kategorie) laat zich het nieuwetype determinering denken, dat we nu begrepen hebben alsde determinering van de fenomenen van een bepaald velddoor de st ruktuur van dat veld?". Of nog algemener: "Metwelke kategorie laten zich de determinatie van de elemen-ten van een struktuur, de s t rukturele re la t ies tussende elementen, en al le uitwerkingen of effekten van dezeelementen, als het werkzaam zi jn van de st ruktuur denken?".En nog anders geformuleerd: "Met welke kategorie ofsysteem van kategorien laat zich de determinatie vaneen ondergeschikte struktuur door een dominerende struk-tuur denken?". Dit is vragen naar strukturele o f materi-alistisohe kausaliteit, volgens Althusser. De oplossingheeft , zoals we nog nader zullen aangeven, betrekking opde theoret ische analyse, het theoret isch objekt. Het gaatom de vraag hoe we een gedetermineerde struktuur kunnenkonoipiren, die komplex is , ongelijkmatig, z6nder tevervallen in een nieuw subjektivisme ("de ekonomie is deoorsprong van de t o t a l i t e i t der samenlevingsverschijn-selen"). Dat wil zeggen hoe kunnen we het dogmatisme-subjektivisme van het ekonomisme elimineren door het tevervangen door een konceptie die het toes taat de effek-t iv i t e i t of werkzaamheid van maatschappelijke verschijn-selen als recht , re l igie , kunst, etc . te denken, dere la t ief zelfstandige werkzaamheid wel te verstaan. Deoplossing is de konceptie van elk van die maatschappelijke" ins tant ies" of gestruktureerde praktijken als materilestrukturen op te vatten, waartussen een samenhang gedachtmoet worden welke elk van hen een begrensde en theoret ischte begrijpen effekt iv i te i t toewijst . De st ruktuur kan zotenslot te a ls niets anders gedacht worden dan "in hetgeheel van haar werkingen". Gelimineerd wordt de gedaohte(die opnieuw een subjekt zou denken, en de komplexiteitzou uitwissen) van "de" struktuur, als onderliggende oor-sprong van de rest van de maatsohappelijke versohijnselen.Dat was immers de opvatting van genoemd ekonomisme, waar-bij de "ekonomische struktuur" als "wezen" werd opgevatvan de "overige" maatschappelijke verschijnselen, dieals niets anders gedacht konden worden dan afspiegelingen,

  • 8/7/2019 Ongekorrigeerd materiaal

    26/215

    19louter veroorzaakt en ze l f niet meer effekt ief . Het begrip dat deze strukturele kausal i te i t weet te denken.is dat van "overdeterminatie". welke een fundamenteletegenstell ing in n van de "instanties" opvat alsniet-zuivere tegenstell ing. maar als tegenstell ingen ineen komplex van tegenstel l ingen. De struktuur van dezefundamentele tegenstell ing determineert nu in laats teinstant ie de plaats en funktie van de overige instant iesvoor wat bet ref t hun effekt iv i te i t . "In laa ts te instant ie" is daarbij een metafoor die wil aangeven. dat ergeen oorsprong meer is . en dat het gaat om de vormgevingen positietoewijzing van re la t ief autonome strukturen.die steeds reeds gegeven zi jn. Material ist ische dialekt iek is niets anders dan deze konsekwent doorgedachteopvatting van materie-aIs-proces.

    E. Kategorie van de Theoretische PraktijkHet theoret isch bezigzi jn. dient konsekwent genomen nuook niet meer gedacht te worden als een "subjective act" .die van veronderstellen (hypothese) en waarnemen (verif iren) . Als de maatschappij moet worden opgevat als eengeheel van gedetermineerde praktijken (d.w.z. niet meerdan het resul taat van subjektief genspireerde handelingen.een soort ongewild resul taat) moet ook de theoretischeakt iv i te i t . d.w.z. datgene wat we in het voorgaande hebbenbedreven. opgevat worden als prakt i jk onder prakti jken.de theoretische praktijk. Met dat begrip. die fi losofischekategorie l iever gezegd. probeert Althusser. een onder-scheid tussen het materialisme te denken en diverse vari-anten Van het idealisme, zoals die zich in de marxist ische beweging hebben gevestigd. De belangri jkste daarvan is wel het pragmatisme, zoals dat to t uit ing kwam inde konceptie van Collet t i van de zichzelf verif irende"geschiedenis" waarin al le vorm van "kennis" over nkam wordt geschoren als gedeel tel i jk door de geschiedenisgekonditioneerd. gedeel tel i jk utopische doelstell ing diete realiseren is door het subjekt arbeidersklasse. Als wede zaak scherp ste l len. dan mag niet gezegd worden datMarx' theorie waar i s . omdat we er zo suksesvol onzepol i t iek mee voerden. Nee . als er een re la t ie i s . dandeze: we hebben suksesvol pol i t iek kunnen handelen. omdatMarx' theorie "waar" was. In het eerste geval zi t ten weimmers midden in de pragmatische ste l l ing dat een theorieju is t i s als ze ons in s taa t s te l t suksesvol te handelen.Maar kri t iek daarop (alleen al nodig vanwege het logischegegeven dat zo twee tegengestelde theorien "waar" kunnenzijn; en het polit ieke probleem dat men zo moet gaan diskussiren over wat sukses inhoudt. de "doeleinden" vanhet socialisme - kortom. een f o r m u l e r ~ n g van de onoplosbaarheid van precies het uitgangsprobleem. het stalinisme)impliceert noodzakelijkerwijs het ste l len van de vraagnaar de verschillende kenniseffekten van verschillendetheoret ische praktijken ( f i losof ie . ideologie en wetenschap) in hun bepaaldheid binnen de struktuur van kapital is t ische maatschappij formaties.

  • 8/7/2019 Ongekorrigeerd materiaal

    27/215

    20Opnieuw neemt Althusser zlJn toevlucht to t het uitgangs-principe van het materialisme: de eliminering van hetsubjekt uit de problematiek. Niet alleen voerde de ver-sluierde aanwezigheid in de Hegeliaanse dialektiek vaneen Subjekt to t een subjekt/objektkonceptie van de dia-lektische Tota l i te i t , maar ook het kennisproces werd indie gedachtengang als onderdeel van de beweging van debeschaving, de groei van de f i losofie berhaupt, eenref lekt ie van de ontwikkeling in de werkelijke wereld.De dialektische ontwikkeling van het denken, en de "nood-zakelijke" dialektische logika zi jn bij Hegel niets meerof minder dan een afspiegeling van een identieke logikain de werkelijke wereld (die immers slechts de vervreem-de spiegel is van de eigenli jke rea l i t e i t van de Idee).Konsekwent materialisme impliceert de konceptie vantheorie als theoret ische prakti jk zonder subjekt. Hetbetekent het opvatten van theoretische praktijk als eensubstruktuur van het grotere maatschappijsysteem (waar-over onder punt 3. meer) met een eigen relatieve auto-nomie. Voor Althusser wordt daarbij het begrip "prakti j k"opgevat als de transformatie van een bepaald soort grond-s tof , in een bepaald produkt, welke to t stand komt d.m.v.een bepaald soort menselijke arbeid, met behulp van be-paalde produktiemiddelen. Het determinerende moment vanzo'n prakt i jk is het transformerende werk zel f , dat ineen specifieke st ruktuur mensen, middelen, en methodeaan het werk zet . Opvallend is dat het begrip werk hieris ontdaan van de subjektieve notie: niet "ik" werk,theoret isch genomen, maar het arbeidsproces funktioneert ,produceert, transformeert op een gedetermineerde wijze,en het gaat erom die gedetermineerde wijze te verklaren.Van belang hierbi j is dat hiermee subjekten niet uit detheoret ische overwegingen worden geschrapt, integendeel.Het is een onderwerp van de maatschappijwetenschap na tegaan wat individuen precies to t subjekten in de geschie-denis maakt, en vooral ook hoe, samengevat: in een theo-r ie van de ideologie (zie 3.) . Hier ging het echter omde fi losofische problematiek betreffende het al of nietdenken van een subjekt van de geschiedenis! De materia-l i s t ontkent f i losofisch het laa ts te en maakt het eers teto t onderzoeksonderwerp.Als nu de wetenschappelijke theoret ische prakt i jk onder-werp van ons denken wordt op de bovenbeschreven manier,wordt opnieuw het subjekt gelimineerd uit het koncept.Niet de iden t i t e i t tussen een subjekt (geest) en eenobjekt (de wereld) kan een material is t ische opvattingvan wetenschappelijke kennis kenmerken, omdat princi-pieel de niet gedetermineerde subjekt iv i te i t als onmo-geli jk objekt van wetenschap werd geformuleerd. Kenniskan zo niet de afspiegeling zi jn van een empirisch ob-jekt in de "geest" van het subjekt via de weg van sub-j ek t ie f willekeurige hypothesen en hun verif ikat ie .Kennis als prakti jk is een bepaalde toeigening van dewerkelijkheid, en de transformatie daarvan. Elke prak-t i jk is gestruktureerd en heeft als zodanig een eigen

  • 8/7/2019 Ongekorrigeerd materiaal

    28/215

    21

    effekt , dat re la t ief autonoom i s , d.w.z. begrensd gedacht in haar effekt door de bepalingen die de desbet reffende prakti jk ondergaat van de andere prakti jken.Zo begrepen, moet het bestaan van een relatief autonomegestruktureerde praktijk gekenmerkt zijn door een specifiek effekt. Het antwoord van Althusser, samengevat,luidt dat het objekt van theoretische prakti jk niet hetrele objekt (de werkelijkheid) i s , maar een theore-t isch objekt, d.w.z. een geheel van reeds gestruktureerde theoretische begrippen. De wetenschappelijketheorie die in re la t ie to t andere praktijken wordt gekenmerkt, wordt zelf gekenmerkt door een effekt , eigen aanhaar prakt i jk, en het is precies datgene wat het moge-l i jk maakt van een re la t ief autonome theoret ische struktuur te spreken. Dit effekt bestaat uit het producerenvan kennis welke de struktuur van een objekt loskoppeltvan de ontstaansgeschiedenis ervan, om vervolgens begrippen te produceren die zuiver theoret isch zijn en eenverklaring vormen voor het funktioneren van de desbetreffende struktuur. De theoretische prakti jk transformeerteen bestaand systeem van begrippen en empirische of halfwetenschappelijke noties, met behulp van een ontwikkeldgeheel van onderzoek en begrippen, in een nieuwe theorie.Daarbij betekent het toewerken van een ideologisch effekt(niet verklaren, maar beschrijven van de werkelijkheiddie zichzelf zo bevestigd zie t a ls sta t i sch gegeven ofals roulerend proces) naar het wetenschappelijk effekt(begrijpen van de struktuur als geheel van tegenste l l ingen met een bepaalde tendens van ontwikkeling) niet eensoort subjektieve kri t iek. Op die vraag: wie of wat werkter in de theoretische praktijk? geeft Althusser het antwoord: de wetenschap, d.w.z. steeds een specifiek wetenschappelijk veld, werkt. De theoretische akt iv i te i t s te l tzichzelf kr i te r ia en het voortdurend uiteenlopen van diekr i te r ia en de kwali tei t van de theorie, roept bepaalde(gedetermineerde) vragen op, die de volgende t rap in deontwikkeling inluiden. De individuele wetenschappers zijnde dragers Van dit proces dat een eigen interne ontwikke-lingsstruktuur "bevat". Het produktieproces van kennis iseen proces zonder subjekt. Wetenschappelijke kennis ontstaat als het historisch resul taat van een dialektischproces zonder subjekt of doeleinden. Toegepast op Marx'werk: als gevolg van het funktioneren van twee theoret ische objekten (Duitse ideal i s t i sche f i losof ie , Engelsepolit ieke ekonomie) en een pol i t ieke prakt i jk (de Fransesocial is ten) m.b.t . elkaar onts taat een veld van problemen waarop een antwoord geproduceerd moet worden, dat demiddelen van de desbetreffende problematiek te boven gaat.Met het ste l len van de vragen is echter de richting gegeven waarin een antwoord gezocht moet worden. Maar in demoeizame ontwikkeling van nieuwe begrippen en probleemstell ingen wordt de oorspronkelijke problematiek (desamenleving als geheel van werkende mensen) noodzakelijkgewijzigd: van een ideologische problematiek van de pol i t ieke ekonomie als poging to t verklaren van de ekonomische

  • 8/7/2019 Ongekorrigeerd materiaal

    29/215

    22samenhang van werkende subjekten, komt Marx to t de (nogsteeds door het veld van probleemstellingen gedetermineerde) vestiging van een nieuwe wetenschap: die dergeschiedenis. Hij is de drager van deze theoret ischestruktuur, in de termen van Althusser, de uitvoerdervan een intern gekonditioneerd transformatieproces.Het resul taat is een vorm van wetenschappelijkheid dieeerder werd beschreven (afzien van genese, verklaringvan de struktuur van een objekt) . Het wetenschappelijkkennis effekt bl i jk t dan gelegen in een theoretisch betoog dat een bepaalde struktuur van begrippen bezi t ,een struktuur die zowel de ontwikkelingsvolgorde alsde specifieke re la t ie van elk begrip to t de te verklaren rea l i te i t aangeeft. Zo opgevat, zi jn de betogen vanb.v. Marx en CasteIls te denken als onderdelen van eenproduktieproces van kennis, een produktieproces waarvande betoogresultaten nooit gedacht kunnen worden als"eindresultaat", maar alleen als resul taat van transformatie die op zich weer materiaal zi jn voor een volgende fase van bewerking.

    F. OVer de relatie tussen "Filosofie", "Ideologie" en"Wetenschap"In zi jn vroeger werk beschouwde Althusser deze f i losofiezel f a ls Theorie Van het Theoretische, d.w.z. als eenwetenschap van de wetenschap. Na kritiek, en de internezelfkritiek door middel van de ontwikkeling van de struktuur van het eigen werk is hij daarop teruggekomen. Immers,die konceptie is in tegenspraak met de eigen material ist ische konsekwentie daar zo een hogere autonome theoriein het leven wordt geroepen, die niet meer re la t ief zouzi jn, met al le gevolgen van dien: immers, zo werd op-nieuw de mogelijkheid in het leven geroepen van een part i j -e l i t e die de wijsheid in pacht heeft, en de massader volgelingen die dat maar moeten geloven. Het omgekeerdevan wat Althusser aan het begin voor ogen stond. Maar ookna de zelfkri t iek die f i losofie opvat als klassenst r i jdin de theorie, die als het resul taat van het marxismegeen nieuwe f i losofie zie t maar een nieuwe prakt i jk vande f i losofie (nl. een st r i jdbare) en die haar effektheeft op de vorm van wetenschappelijkheid (niet van "de"wetenschap maar van elke individuele wetenschap op zich)en pol i t iek, bl i j f t een fundamenteel verschil bestaanmet de his toric is t ische lezing van Marx: klassenst r i jd(waarover meer onder 3.) mag de motor van de geschiede-nis zi jn in de nieuwste konceptie van Althusser (klassenstr i jd was vrijwel afwezig in het f i losof isch betoogto t nu toe, j u i s t omdat daar f i losofie nog als theorievan het theoret ische werd opgevat), klassenst r i jd bl i j f teen gedetermineerd geheel van prakti jken, dat verklaardkan worden in haar tendenzen, aldus het materialisme,en dat maakt de par t i j to t ie ts anders dan de bundelingvan "de echte te realiseren doeleinden van de arbeiders".De voorhoede konceptie bl i j f t in stand, waar ze als ge-

  • 8/7/2019 Ongekorrigeerd materiaal

    30/215

    23volg van de koncepties van Collet t i b.v. wordt gelimineerd, die immers niet klassenstri jd maar de arbeidersklasse of haar bewustzijn als motor of subjekt van degeschiedenis l i e t zi jn .Overigens z ij opgemerkt dat de scheiding van theoretischen werkelijk o b j e k t ~ die Althusser radikaal noemt, nikste maken heeft met een verheerl i jking van wetenschappenals waardevrij, zoals Collet t i Althusser wel heeft verweten. Alsof bij Althusser het wetenschappelijk marxisme def in i t ie f zou zi jn losgekoppeld van het socialisme:"men kan wetenschappelijk marxist zijn zonder soc ia l i s tte zi jn, volgens Althusser", aldus het verwijt . Nietsl ig t AlthussBr verder dan dit : zijn hele betoog is eropgericht (en kan in de nieuwe konceptie van f i losof ie alspolit ieke posit iebepaling in de theorie ook beter begrepen worden als zodanig) dat men door zich soc ia l i s t tenoemen of l id te zi jn van een social i s t i sche of kommu-nistische par t i j nog niet automatisch wetenschap bedr i j f t . Dat l i jk t na de verheerl i jking van het diamat(dialektisch materialisme) als waarheid per se (vgl.Godeliers opmerkingen) van essentieel belang. Hetwetenschapskoncept van Althusser is wel waardevrij , alsmen het begrip "waarde" weer subjekt iv is t isch neemt,zoals Collet t i dat doet. Althusser weigert Marx onkrit isch te lezen, in die zin dat hij niet al les pikt water in Het Kapitaal staat : staan er typisch historic is-t ische elementen in , of koncepties van Hegeliaanse dialektiek, dan probeert hij die te elimineren door ze teverklaren. Een belangrijk onderdeel van die verklaringis gelegen in het fe i t dat Marx nooit is toegekomen aaneen theorie van de maatschappij formatie inklusief eens taats theorie en een theorie van de ideologie. Althussersste l l ing is op die manier vruchtbaar, dat ze de stagnat ie van theorie-ontwikkeling binnen de kommunistischewereld doorbreekt, een kriterium dat hij zelf hoog aanslaat . Filosofie moet "juis te" posi t ies innemen , "juis t"in polit ieke zin. Een ju is t fi losofische bepaling vanwetenschap dient minimaal bevorderend te zijn voor dewetenschappelijke prakt i jk . We zullen zien dat de ontwikkeling van zo'n wetenschappelijke theorie van deideologie de fi losofische bepalingen kan korrigeren .Een tweede opmerking bet ref t het intern--zijn van hetkriterium van een theoretische praktijk. Genomen alsst ruktuur heeft het zin z de zaak te formuleren .Maar het zou onjuist zi jn daar de konklusie uit tetrekken dat wetenschap leef t van wetenschap alleen.Althusser merkt uitdrukkeli jk op dat het om een historisch gekonstitueerd denkapparaat gaat, dat is gegrondvest in natuurl i jke en maatschappelijke voorwaarden. Oe these van het interne kriterium van de wetenschappelijke prakti jk heeft als these de funktie deeigen relat ieve autonomie van s t rukturele t ransformaties in een bepaalde prakti jk op te sporen en afzonderl i jk te bestuderen. Het is dan ook begri jpel i jk

  • 8/7/2019 Ongekorrigeerd materiaal

    31/215

    24dat Althusser de kritiek op z ~ J n scheiding i .p.v . onder-scheiding van d ideologie versus d wetenschap heeftgeaksepteerd. Opnieuw zou die scheiding ingaan tegen hetkonsekwente materialisme, dat het primaat benadrukt vande prakti jk over het theoret ische, en die prakti jk losdenken uit de rest van de struktuur, haar dus zondertegenstell ing denken zou s t r i jd ig zi jn met het uitgangspunt. En dat is precies wat er gebeurt als men het veldvan . ideologische en wetenschappelijke prakti jk volkomendenkt te kunnen onderscheiden (zie verder 3.1. Door def i losofie te koncipiren als pol i t i ek , als klassenstrijdin de t h e o r i e ~ kan men haar analyseren in haar pol i t iekeeffekt , en in haar effekt op de wetenschappelijke produktie van kennis. Op de pol i t ieke prakt i jk laat zichdit effekt denken in de wijze waarop de konkrete analysewordt doorgevoerd. In de wetenschap l ig t haar effekt inde ingreep in de zelfopvatt ing van de geleerden, welkeremmend of progressief kan werken m.b.t . de kennisproduktie. Het veld van de theoret ische prakt i jk omvat hetgeheel van onderzoekers, ins tel l ingen, deeltheorien,onderzoekstechnieken, etc . , een geheel dat doortrokkenis van tegenstel l ingen. Een vanzelfsprekende "zuivere"wetenschappelijke theorie is daarin niet denkbaar, zekan alleen tendentieel het resul taat z i jn van j u i s t dieklassenstr i jd in de theorie, van een permanent f i losof ische analyse van de posi t ies die ten grondslag liggenaan de ta l loze varianten van het wetenschappelijk enideologisch produktieproces van kennis. Althusser meentechter in dat veld voor een kriterium gezorgd te hebbendat het wetenschappelijke en het ideologische aspektvan een theorie laat onderscheiden. F i l o s o f i e ~ ideologieen wetenschap l i jken zo na schif t ing van de theorie vanAlthusser slechts als aspekten van nzelfde theoretischveld beschouwd te kunnen worden, en niet a ls afzonderlijke"kennis-discipl ines". Filosofie is zo het pol i t ieke aspektvan het theoret isch veld, onder specifieke kondit ies, verzelfstandigd to t een schijnbaar autonome ak t iv i t e i t .Met deze "schift ing", zoals ik de ontwikkeling in het denken van Althusser noem, komt uiteraard n essentieel pro-bleem naar voren, dat reeds aan het begin gesteld werd, endat het fundamentele verschil betrof tussen een histori -cis t ische lezing van Marx. zoals de I ta l iaanse school datdeed, en de ant i -subjekt ivis t i sche lezing van Althusser.Kernpunt van Althussers eerste betoog in de "theorie vanhet theoretische" was dat wetenschap niet willekeurig to tde bovenbouw gerekend mocht worden, to t de historisch afhankelijke ideologiesfeer. Kenmerkend voor de marxistischewetenschap van de geschiedenis in de aangegeven struktureIe zin van het woord, en de natuurwetenschap, of de Freudiaanse psycho-analysetheorie zou j u i s t hun objekt ivi te i tzi jn . Het principe van die objekt ivi te i t (gelegen in def i losofisch to t stand gebrachte material is t ische scheiding van materieel en kenobjekt. en de aangegeven vorm vanhet keneffekt1 is een fi losofisch principe, en f i losofieis in de la tere opvatting van Althusser in laa ts te instan-

  • 8/7/2019 Ongekorrigeerd materiaal

    32/215

    25t ie pol i t iek in de theorie. Anders gezegd. is de material is t ische f i losof ie de systematisering van het klassenstandpunt van de arbeidersklasse. wier principile representat ie van de werkelijkheid er n is van het primaatvan werkelijkheid boven bewustzijn.Maar dat betekent. samengevoegd. dat de vorm van wetenschappelijkheid zoals Marx deze ontwikkeld heeft, inlaatste instantie een vorm is die wetenschappelijk wordtgenoemd op filosofische gronden, d.w.z. een politiekstandpunt.Dat levert dan het volgende "schema" op:wetenschap is determinismedeterminisme is anti-subjektivismede konsekwente stellingname van anti-subjektivisme iseen vertegenwoordiging van een klassestandpuntelke afwijking ervan. m.n. in de maatschappijwetenschap.is niet slechts een obstakel voor wetenschappelijke kennisproduktie. maar werkt regress ief , omdat het de bestaande resultaten van de historische wetenschap bijMarx e,a . ontkentdie geschiedeniswetenschap heeft twee stell ingen bewezen:1. dat de massa's de geschiedenis maken (uitvoerenl2. dat de klassenstri jd de motor van de geschiedenis isdie de geschiedeniswetenschap is de objektieve kennis vande voorwaarden, mechanismen en vormen van klassenstri jdelke prakti jk is volgens die wetenschap een klassenprakt i jk en slechts denkbaar als klassentegenstellingals theoretische prakt i jk is de prakti jk van de produktievan kennis dus noodzakelijkerwijze slechts te denken alsklassenpraktij kMijn konklusie u it deze stell ingen is dat noodzakelijkerwijs het uitgangspunt van ieder die naar kennis s t reef t .die verklarend werkt in een probleemveld. dat van determinisme i s . omdat de maatschappij een klassenmaatschappijis ontwikkelt de kennis zich 'niet-neutraal', maar is ereen permanente vermenging van het determinisme met eenvorm van indeterminisme. Het konsekwent doorvoeren van hetdeterminisme-standpunt, dat we in het kennis-produktieproces het wetenschappelijke noemen. in de maatschappij -wetenschap leer t ons dat deze maatschappijvormen slechtste begrijpen zi jn als klassenmaatschappij (zie verder 3 . ) .

  • 8/7/2019 Ongekorrigeerd materiaal

    33/215

    26Tegelijk leer t die wetenschappelijke theorie, want konsekwent deterministische theorie, dat de huidige maatschappijvormen als klassenmaatschappij een struktuur hebben vanprincipieel konfl ikt , dat slechts een bepaald aantal 'oplossingen' biedt . Daarbij t reffen we n klasse aan diedrager is van een material ist ische ideologie, d.w.z. inprincipe de representatie van de werkelijkheid als gedetermineerd, en een primaat van ' z i jn ' over 'denken'.' Ik ' trek daaruit de konklusie dat het mater ia l i s t i schstandpunt een klassestandpunt is en ten tweede dat de bevordering van wetenschapsproduktie, d.w.z. de transformat ie van ideologische kennisvormen in deterministisch ant i subjektivist ische, ten goede komt aan de arbeidersklasse.De theoret ische prakti jk is een veld van klassenst r i jdwaarbij het resul taa t kan zi jn ideologisering van de kennisvorm (soms zoals b ij verschillende sociologien er toeleidend dat er een 'wetenschap' zonder objekt onstaat ,een heel bedri j f ui tgerust met de at tr ibuten van onderzoek, dat zich to t taak s te l t de ' in tersubjekt iv i te i t ' inal haar vormen te onderzoekenJ maar ook materialiseringervan: de objekt iv i te i t is daarbij gelegen in het konsekwent determinisme en de verklaring van een materieel objektals geheel. Objekt ivi te i t anders gezegd, betekent het beantwoorden van voor ideologische kennisvormen niet teste l len, of niet te beantwoorden vragen (b.v . Marx antwoordt op de vraag naar het geld, of zi jn antwoord op devraag hoe winst mogelijk is bij equivalente rui l l .De klassenstri jd in de theoretische prakt i jk van een specif ieke wetenschap (die zoals we zien in 3, tevens tegel i jk klassenstri jd is tegen en binnen de apparaten vankennisproduktieJ is zelf dus historisch varirend - vandaar nooit een affe wetenschap, nooit een zuiver wetenschappelijk 'resultaat ' . Wetenschap bestaat uit het voortdurend weer antwoorden op nieuwe problemen. Maar de verklaring, die tegeli jk de niet-verklaring van de ideologische kennisvorm aangeeft en de reden waarom ze het zelfwel kan, heeft een niet re la t ie f , objekt ief karakter, mitsze beantwoordt aan de maatstaf van verklaring van het geheel van het probleemveld in de eerder aangegeven vorm.Van groot belang is de nadruk op de these dat niet 'de'wetenschap haar eigen kriterium voor wetenschappelijkheidproduceert, maar dat elk van de afzonderlijke wetenschappeli jke of ~ h e o r e t i s c h e praktijken hun eigen kriteriumproduceren. Voor de experimentele wetenschappen is hettheoretische kriterium van 'waarheid' de empirie; bij deanalyse van Marx' hoofdwerken t reffen we de daar heersende vorm van wetenschappelijkheid aan, d.w.z. de vorm vanwetenschappelijkheid van de geschiedenis- of maatschappijwetenschap. Dat roept de vraag naar de verhouding tussene ~ e r i m e n t e l e natuurwetenschappen en niet experimentele( u ~ t de aard van haar objekt niet-experimentele) maat-schappijwetenschap.

  • 8/7/2019 Ongekorrigeerd materiaal

    34/215

    27Uit het weergegeven betoog van Al thu sser l i j k t zo in elkgeva l het ene argument te komen dat voor al le wetenschappen determinisme principieel is . Het konsti tueert de mogelijkheid van een wetenschappe l i jk effekt berhaupt. Dewijze waarop de objekt ivi te i t va n dat effekt door de verschi l len de wetenschappelijke praktijken wordt gegarandeerd .l i jk t echter afhankelijk van het materile objekt te va r iren . In de experimente l e wetenschappen is het theore t isch geformuleerde ( : ) kriterium de empirie (men verge l i jke het Popperiaanse fa ls i f ikat ie principe? - onder werp van analyse ! ) . In de geschiedenis- of maatschappijwetenschap is dat eveneens theoret isch geformuleerde kri -terium de vorm van de theorie zel f .Dat ook die maatschappijwetenschap wetenschappelijk is ,dat is een filosofische stelling, die de mogelijkheidvan een wetenschap van de historische maatschappijvormenponeert. Dat betekent een ontkenning van zowel het dua-lisme tussen 'objektieve natuur ' en ' vri je men s ' . metals hoofdargument dat een zo gekoncipieerde maatschappijwetenschap inderdaad verklaringen heeft gegeven. en vragen heeft beantwoord die beantwoordbaar bleken (hier funkt ioneert een wetens chappelijke proposi t ie dus in de konteks t van een f i losofisch betoog); als van de mogelijk-heid van een wetenschap van de subjektiviteit op de logische grond dat daarmee verklaring is uitgesloten enslechts beschrijvin g rest . Op grond van de resultatenvan het historisch mater ia l i s t i sch onderzoek kan zo hetkomplex van beide ontkende stell ingen als ideologischworden begrepen (zie in 3 hoe) .

    G. Materialistische Dialektiek: 'Kontradiktie' of 'Tegen-stell ing 'Rest de verwijzing naar een probleem dat tegel i jk deovergang naar de volgende afdeling van deze inleidingaanzet . Colletti zegt ergens in een interview . dat toenhij doorkreeg dat het Althusser te doen was om het 'red-den van het dialektisch materialisme ' via de omweg vaneen "lange theoretische konstruktie achter de rug vanhet Kapitaal om". hij al le belangstel l ing voor hem verloor. Voor Colletti is het dialektisch materialisme eenscholastische metafysica. Daarbij l i jk t hij voora l tedenken aan de typische konstruktie die Engels in zi jnboek ' Anti-Dhring' ontwikkelde . en die ertoe voerdeelke vorm van f i l osofie overboord te gooien op eentheorie van het denken na . welke zou zijn te verdelenin twee vakken : formele logika en dialektische logika .Engels ' these dat het niet gaat om een boven de wetenschappen zwevende f i losofie . - l i j k t door zi jn eigenboek tenietgedaan te worden in de konstruktie van eenbizondere logika welke maatschappij en natuur alleenmaar kan doorgronden - de dialektiek . Hoewel hij daarbij meent dat b.v . de "negatie van de negatie" (hetschema van these, ant i these en synthese op een hogernivo, van Hegel) voor Marx niet een abstrakt schema

  • 8/7/2019 Ongekorrigeerd materiaal

    35/215

    28schema is dat de wereld verklaard, maar een formele diein onderzoek wordt bewezen, kri jgt het geheel van s te l -lingen van de dialektiek een schematisch karakter vandenkwetten. Centraal daarin staat het voor Engels enzijn dialektisch materialisme essent ile verschil tusseneen tegenstell ing en een kontradikt ie . Het is preciesde ident i f ikat ie van "Gegensatz" en "Widerspruch" die hijaan zi jn opponent Dhring verwijt . Colletti stel t hierdat Kant z . i . de zaak juist heeft geanalyseerd door teste l len dat in de wereld van de dingen slechts antagonismebestaat tussen posit ieve gegevens. Het gaat om een konf l ik t tussen tegengestelde krachten die elk echter alsposi t ieve krachten genomen dienen te worden, en nietals eenheid van een posit ieve en een negatieve ent i te i t .Twee tegengestelde krachten worden zo gedacht als nietsmet elkaar gemeenschappelijks hebbend.Een kontradiktie heeft daarentegen betrekking op de relat ie van tegenpolen, waarbij de ene pool niet gedacht kanworden als ontkenning van de ander, als negativum per se,en vice versa. Geen der polen is ie ts op zichzelf (hetkarakter van een posi t ief ie ts) - elke der polen isnegatief . Deze kategorie van de kontradiktie nu heefttypisch betrekking op onze gedachten, onze ideen. Hegeltoonde aan in zi jn d ialekt iek , dat onze ideen per seabstrakt zi jn , en dat ze slechts samen, in re la t ie to telkaar waarde bezit ten. De interdependentie van ideenheeft dus primaat over individuele ideen. Men kan kortomwarm niet zonder koud denken, plus niet zonder min. Wat nuHegel heeft gedaan en wat volgens Collet t i een regressiein de fi losofische theorie is t .o .v . Kant, dat is dezekategorie van kontradiktie denken als kategorie van dematerile elkaar negerende tegenstel l ingen (= kontradikt ies) terwi j l nu j u i s t Kant aantoont dat de werkelijkheidslechts posi t ief kan zi jn, posi t ief antagonistisch. Collet t iCol le t t i heeft dus de theoret ische moed dwars tegen hetoude taboe van het marxisme: "Kant" in te gaan. De konsekwentie van het bovenstaande is nl. dat ook voor de wetenschap van de historische maatschappijvormen geen bizonderdialektische logika nodig is , maar dat de formele logikamet haar principe van non-kontradiktie ( ie ts kan niettegel i jk a en niet -a z i jn) voldoet. Exit "diamat" (denaam van het in de s ta l in i s t i sche periode in Dost-Europaontwikkeld dogmatisch geheel van thesen: "het" dialek-t isch materialisme).Daarmee wordt tegel i jk ontkent dat kontradiktie en "dialektiek" (de zelfontwikkeling van "ie ts" via zi jn eigenkontradiktoire negatie) specifiek zouden zi jn voor dewereld van de bewuste mensen, de samenleving, ie ts watLukacs in zi jn klassieke boek meende, n tevens wordtontkend dat er een dialektiek van de natuur is , zoalsEngels meende. Collet t i s te l t m.i. terecht dat als erergens een volledig uitgewerkte dialektiek der dingenis beschreven, dit al bij Hegel i s , en dat d it nieteen "bijdrage" is van het marxisme, zoals de " leer ' wil,

  • 8/7/2019 Ongekorrigeerd materiaal

    36/215

    29die het marxisme Hegel "op zlJn kop" laa t zetten.Immers bij Hegel vond de volkomen ident i f ikat ie vangeest en natuur al plaats , waardoor de dialektiekvan de Idee niets anders kon zi jn dan een gel i jk-waardige dialektiek der natuur.De vraag is nu in hoeverre dit betoog (gesteld dateen krit ische navolging van de desbetreffende tekstenvan Kant en Hegel Colle t t i ' s these bevestigen) hetverwijt aan het adres van Althusser rechtvaardigt.Inderdaad zi jn er passages te over waarin de "kontra-diktie" als kernpunt van de materialist ische opvattingvan het proces wordt beschreven, nog eens benadruktin zijn laa ts t verschenen zel fkr i t iek . Het hele betoogvan Althusser is er nu echter op gericht om de Hegeli-aanse inhoud van die term te elimineren (opheffen vande gedachte van een "kontradiktie" van basis en boven-bouw in hun "eenheid van tegenstel l ing") .Het hele vroege werk van Althusser is rond n argu-ment te centreren: dat het koncept van de negatie vande negatie eigenl i jk al le Hegeliaanse dialektischebegrippen of kategorien, geen plaats hebben in hetdialektisch materialisme. Het l i j k t erop dat Colle t t ite vlug de interesse heeft verloren in Althussersargument op basis van een te vroeg ingenomen ste l l ingt .o .v . zi jn terminologie. (Niettemin dient d vraaggedacht te worden: "Kan een "geheel" gedacht wordenz6nder de kategorie van de kontradikt ie?").Het beste kan men zeggen dat het gebruik van de term"kontradiktie" bij Althusser inadekwaat is , d.w.z .inadekwaat aan diens eigen theorie! Het gebruik vande term "dialekt i sch materialisme" door Althusserl i jk t daarentegen te handhaven als men duideli jkhet dialektische ondergeschikt denkt aan het mate-rialisme, precies zoals het hiervoor is ontwikkeld.Het l i j k t dan nog steeds zinvol om een nieuwe praktijkvan de f i losofie, genaamd "dialektisch mater'ialisme",te onderscheiden van het wetenschappelijk onderzoek.We hebben gezien to t wat voor kontradikties he t voerdeals men die onderscheiding niet wilde denken, en welprecies bij Collet t i . Ju ist de fi losofische demarkatiesdie Althusser aanbrengt tussen het ideologische en hetwetenschappelijke in een theorie, maken het mogelijkwetenschap als een voortgaand produktieproces te be-schouwen. En die konceptie heeft betrekking op natuuren maatschappij (Marx schreef dat er slechts n weten-schap te denken valt die van de geschiedenis, en welgeschiedenis van de tota le materile werkelijkheid, dieals "natuur" wordt opgevat. Duidelijk is dat hier he tbegrip natuur staat voor "materie", en geschiedenisvoor het proceskarakter ervan). Maar elke wetenschapheeft zi jn eigen produktiewijze kompleet met voorwaar-den en kr i te r ia van funktioneren. Althusser heeft zi jnopvatting van de geschiedeniswetenschap gegeven, als

  • 8/7/2019 Ongekorrigeerd materiaal

    37/215

    30wetenschap van de maatschappelijke "natuur". Waar nu hetessent ile verschil tussen Collet t i en hem naar vorenkomt, dat is op het punt van de beoordeling van die ele-menten in Marx' werk die Althusser ideologisch noemt.Dat zi jn vooral de passages over vervreemding, fetisjisme,etc. Volgens Colletti elimineert Althusser die ten on-rechte uit dat werk als onwetenschappelijk; volgens hemis het objekt van Marx, de kapi ta l i s t i sche maatschappijvorm, zeer bizonder, in dat ze wl u it kontradiktiesbestaat , een "werkelijkheid op zi jn kop". Het objektis dus geen werkelijkheid, en kan drom kontradiktoirz i jn . Marx' werk z i t met het p r o b l e e ~ dat waar het wetenschappelijk i s , het gaat om een "theorie van de ineenstor t ing", maar dan ontbreekt de theorie van de revolut ie;en waar het gaat om een theorie van de revolut ie daar ishet exklusief "kr i t iek op de pol i t ieke ekonomie", enloopt het het risiko van utopisch subjektivisme.Het merkwaardige van deze lezing van Marx' werk (overgenomen door een vroegere Althusseriaan (Rancire) diezi jn kijk op de zaak heeft "gewijzigd"), een lezingdie "meerdere logika 's" in het werk van Marx zie t , isdat het vroegere subjektivisme van Colletti, de zichzel f verwerkelijkende arbeidersklasse, nu wordt gepro-jekteerd in het werk van Marx. Het probleem van Collet t i(determinisme versus indeterminisme) wordt zo ineenshet probleem van Marx. Er i s een Marx-de-wetenschapperen een Marx-de-filosoof. De laa ts te hield zich bezigmet vervreemding, de verlossing van de arbeider-mens,de eers te met wetenschap. Dat noemt Collet t i een nogonopgelost probleem. Althusser daarentegen heeft zo'noplossing" gewaagd, door het probleem anders te formuleren. Niet zoals Collet t i zegt, via een nieuwe"diamat"-dogmatiek. maar als vraag naar de vorm vanwetenschappelijkheid in het werk van Marx, en debeperktheden in Marx' doordenking van dat koncept.Dat maakt het mogelijk om enerzijds het wetenschappe-l i jk werk van Marx als onaf te beschouwen (het voortgaande produktieproces van kennis - het opsporen vande "gaten" in de theorie) , anderzijds roept het detypische problematiek van