4
Advies- en ingenieursbureau dhv.nl/milieu Milieu en duurzaamheid vertalen naar de praktijk, dat doet DHV. Voor bedrijven én overheden. Beiden staan voor enorme uitdagingen, ieder op zijn manier. De problematiek is complex, de procedures zijn talrijk. We leiden klanten door dit woud van ogenschijnlijk tegengestelde belangen. Oftewel van ambities naar antwoorden. Voldoen aan de regels is vaak niet meer genoeg. Stakeholders vragen méér. De druk vanuit de samenleving neemt toe. Maar juist op het gebied van milieu en duurzaamheid is er zelden één waarheid. DHV kent de nuances, maar ook ieder detail. Milieu & Duurzaamheid Altijd een oplossing verder November 2011 | Zoektocht naar ruimte rondom het Noordzeekanaal | Gewilde Groningse (onder)grond | Bossche bedrijven delen elektrische auto's | Samen werken aan duurzame mobiliteit Flevoland De gemeente Deventer heeft het voornemen om de realisatie van een duurzame energievoorziening van het Bedrijvenpark A1 in Deventer te laten verzorgen door een samenwerkingsverband van DHV en Cofely. Het gaat hier om ontwerp, financiering, realisatie, exploitatie en beheer en onderhoud van de duurzame energievoorziening, voor- en zoveel mogelijk op- het bedrijventerrein. A1 heeft een totale oppervlakte van 135 hectare. Ruim een derde (47 hectare) daarvan is bestemd voor bedrijfsactiviteiten. De lat ligt hoog: er moet een energieneutraal bedrijventerrein komen, zonder dat de gemeente een financiële bijdrage levert. Het project in Deventer is uniek. Het is hier niet zomaar een verzameling van energieprojecten, er is een integrale aanpak op gebiedsniveau vereist op het bedrijventerrein. Naast op- wekking, transport en afzet van elektriciteit wordt er gewerkt aan warmte en koude, biomassaconcepten en- op termijn- de terugwinning van energie en grondstoffen uit afvalwater. Ook een Smart Grid maakt deel uit van het concept. Het gehele project omvat daarmee een grote variatie aan initiatieven: op grote en kleine schaal, op korte en op lange termijn. DHV en Cofely hebben samen met de partners Alliander (net- werkbeheerder) en VAR (regionale biomassaverwerker) ge- kozen voor een uitgekiend concept. De crux van dit concept is het hanteren van een relatief lage voorinvestering en een flexibele inzet van diverse technieken. Deze aanpak is bij veel praktijksituaties goed te gebruiken. Peter Wolbert is namens DHV betrokken bij het project in Deventer. “Dit is echt een hele interessante manier van pionieren. In de toekomst zal er al- leen nog maar integraal op gebiedsniveau worden gewerkt. Wij doen daar nu veel relevante ervaring mee op.” Recent is het Smart Grid van dit project aangemeld bij Agentschap NL voor de Proeftuinregeling, een nieuwe subsi- dieregeling van het Ministerie van ELI voor innovatieve ener- gienetwerken. Partners daarin zijn, naast Cofely en DHV als initiatiefnemers, onder meer Alliander, de gemeente Deven- ter en de Technische Universiteit Eindhoven. Info: [email protected] Deventer voorziet energieneutraal bedrijvenpark A1 COLUMN Kosten bodemsanering kunnen omlaag Veel gemeenten hebben moeite met het financieel rondkrijgen van binnenstedelijke herontwikkelings- projecten. Belangrijke kostenposten zijn het afvoeren en de sanering van de vaak vervuilde grond. Samen vormen zij zo’n 10% tot 30% van de totale kosten voor herontwikkeling, zeker bij projecten op voor- malige bedrijventerreinen of havengebieden. DHV heeft in samenwerking met het ministerie van I&M en de gemeenten Amsterdam, Vlissingen en Den Haag onderzocht of er mogelijkheden zijn om die kosten te verlagen. Die bleken er volop te zijn voor gemeenten, ook binnen de huidige re- gelgeving. Gebiedsspecifiek beleid, goede communicatie over risico’s met burgers, en het in eigen beheer nemen van grondstromen bieden gemeenten kansen om de kosten te verlagen. Van belang is dat grondverzet en bodemsanering niet als geïsoleerd milieuthema worden gezien, maar een integraal onderdeel zijn van het ruimtelijk orde- ningsbeleid en van het ontwerp van de herontwikke- ling. Het vraagt ook om een andere opstelling van de gemeente: het zoeken naar (creatieve) oplossingen in plaats van het nauwkeurig volgen van alle regels. Ook met enkele aanpassingen in de bestaande regelgeving zijn financiële voordelen te behalen, zoals aanpassingen in de omgevingswetgeving die binnen- kort plaats vinden. DHV heeft een aantal voorstellen tot aanpassingen gedaan, bijvoorbeeld over de eisen die gesteld worden aan het hergebruik van verontrei- nigde grond. De Crisis- en Herstelwet biedt eveneens mogelijkheden tot substantiële kostenbesparingen. Er zijn dus volop kansen, maar dan moeten bestuur- ders en ambtenaren die durven op te pakken en daarvoor de ruimte krijgen. Maar het vraagt van hen nadrukkelijk ook dat zij zorgvuldig opereren, met name in de communicatie met de omgeving. De onor- thodoxe maatregelen die DHV heeft ontwikkeld, bie- den gemeenten in ieder geval meer perspectief voor het realiseren van hun herontwikkelingsprojecten. Info: [email protected]

Nieuwsbrief Milieu & Duurzaamheid nov. 2011

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Nieuwsbrief Milieu & Duurzaamheid nov. 2011

Citation preview

Page 1: Nieuwsbrief Milieu & Duurzaamheid nov. 2011

Advies- en ingenieursbureau

dhv.nl/milieu

Milieu en duurzaamheid vertalen naar de praktijk,

dat doet DHV. Voor bedrijven én overheden. Beiden

staan voor enorme uitdagingen, ieder op zijn manier.

De problematiek is complex, de procedures zijn talrijk.

We leiden klanten door dit woud van ogenschijnlijk

tegengestelde belangen. Oftewel van ambities naar

antwoorden. Voldoen aan de regels is vaak niet meer

genoeg. Stakeholders vragen méér. De druk vanuit de

samenleving neemt toe. Maar juist op het gebied van

milieu en duurzaamheid is er zelden één waarheid.

DHV kent de nuances, maar ook ieder detail.

Milieu & Duurzaamheid

Altijd een oplossing verder

November 2011 | Zoektocht naar ruimte rondom het Noordzeekanaal | Gewilde Groningse (onder)grond | Bossche bedrijven delen elektrische auto's | Samen werken aan duurzame mobiliteit Flevoland

De gemeente Deventer heeft het voornemen om de realisatie van een duurzame energievoorziening van het Bedrijvenpark A1 in Deventer te laten verzorgen door een samenwerkingsverband van DHV en Cofely. Het gaat hier om ontwerp, financiering, realisatie, exploitatie en beheer en onderhoud van de duurzame energievoorziening, voor- en zoveel mogelijk op- het bedrijventerrein. A1 heeft een totale oppervlakte van 135 hectare. Ruim een derde (47 hectare) daarvan is bestemd voor bedrijfsactiviteiten. De lat ligt hoog: er moet een energieneutraal bedrijventerrein komen, zonder dat de gemeente een financiële bijdrage levert.

Het project in Deventer is uniek. Het is hier niet zomaar een verzameling van energieprojecten, er is een integrale aanpak op gebiedsniveau vereist op het bedrijventerrein. Naast op-wekking, transport en afzet van elektriciteit wordt er gewerkt aan warmte en koude, biomassaconcepten en- op termijn- de terugwinning van energie en grondstoffen uit afvalwater. Ook een Smart Grid maakt deel uit van het concept. Het gehele project omvat daarmee een grote variatie aan initiatieven: op grote en kleine schaal, op korte en op lange termijn. DHV en Cofely hebben samen met de partners Alliander (net-werkbeheerder) en VAR (regionale biomassaverwerker) ge-kozen voor een uitgekiend concept. De crux van dit concept is het hanteren van een relatief lage voorinvestering en een flexibele inzet van diverse technieken. Deze aanpak is bij veel praktijksituaties goed te gebruiken. Peter Wolbert is namens DHV betrokken bij het project in Deventer. “Dit is echt een hele interessante manier van pionieren. In de toekomst zal er al-leen nog maar integraal op gebiedsniveau worden gewerkt. Wij doen daar nu veel relevante ervaring mee op.”

Recent is het Smart Grid van dit project aangemeld bij Agentschap NL voor de Proeftuinregeling, een nieuwe subsi-dieregeling van het Ministerie van ELI voor innovatieve ener-gienetwerken. Partners daarin zijn, naast Cofely en DHV als initiatiefnemers, onder meer Alliander, de gemeente Deven-ter en de Technische Universiteit Eindhoven.Info: [email protected]

Deventer voorziet energieneutraal bedrijvenpark A1

COLUMN

Kosten bodemsanering kunnen omlaagVeel gemeenten hebben moeite met het financieel rondkrijgen van binnenstedelijke herontwikkelings-

projecten. Belangrijke kostenposten zijn het afvoeren en de sanering van de vaak vervuilde grond. Samen vormen zij zo’n 10% tot 30% van de totale kosten voor herontwikkeling, zeker bij projecten op voor-malige bedrijventerreinen of havengebieden. DHV heeft in samenwerking met het ministerie van I&M en de gemeenten Amsterdam, Vlissingen en Den Haag onderzocht of er mogelijkheden zijn om die

kosten te verlagen. Die bleken er volop te zijn voor gemeenten, ook binnen de huidige re-

gelgeving. Gebiedsspecifiek beleid, goede communicatie over risico’s met burgers,

en het in eigen beheer nemen van grondstromen bieden gemeenten kansen om de kosten te verlagen. Van belang is dat grondverzet en bodemsanering niet als geïsoleerd milieuthema worden gezien, maar een integraal onderdeel zijn van het ruimtelijk orde-ningsbeleid en van het ontwerp van de herontwikke-ling. Het vraagt ook om een andere opstelling van de gemeente: het zoeken naar (creatieve) oplossingen in plaats van het nauwkeurig volgen van alle regels. Ook met enkele aanpassingen in de bestaande regelgeving zijn financiële voordelen te behalen, zoals aanpassingen in de omgevingswetgeving die binnen-kort plaats vinden. DHV heeft een aantal voorstellen tot aanpassingen gedaan, bijvoorbeeld over de eisen

die gesteld worden aan het hergebruik van verontrei-nigde grond. De Crisis- en Herstelwet biedt eveneens mogelijkheden tot substantiële kostenbesparingen.

Er zijn dus volop kansen, maar dan moeten bestuur-ders en ambtenaren die durven op te pakken en daarvoor de ruimte krijgen. Maar het vraagt van hen nadrukkelijk ook dat zij zorgvuldig opereren, met name in de communicatie met de omgeving. De onor-thodoxe maatregelen die DHV heeft ontwikkeld, bie-den gemeenten in ieder geval meer perspectief voor het realiseren van hun herontwikkelingsprojecten. Info: [email protected]

25 jaar inzet voor duurzaamheid

Page 2: Nieuwsbrief Milieu & Duurzaamheid nov. 2011

Van allerlei kanten groeit de druk op de schaarse ruimte in het Noordzeekanaalgebied. De haven van Amsterdam wil kunnen blijven groeien. Ook bestaat de wens van de gemeenten Amsterdam en Zaanstad om extra woningen te realiseren langs de Zaan- en IJoevers. En dan is er nog behoefte aan recreatie en groen in onder andere het recreatiegebied Spaarnwoude. Aan al deze ruimteclaims valt niet voetstoots te voldoen, zeker omdat de milieubelasting en aantasting van de leefbaarheid te groot worden. “Qua geluidbelasting zit het gebied nu al op slot”, schetst Ragna Kroes, strategisch beleidsadviseur bij de provincie Noord-Holland, de lastige situatie in het Noordzeekanaalgebied. Vandaar dat betrokken overheden op zoek zijn naar wegen om toch aan zo veel mogelijk behoeften te kunnen voldoen. Een onderzoek dat DHV heeft uitgevoerd is daarbij van grote waarde. DHV-onderzoekster Mariëlle de Sain heeft in het onderzoek de fysieke en de milieusituatie nadrukkelijk in samenhang met elkaar bekeken. “Vaak is de beschikbare milieuruimte een beperkende factor. Door slimme combinaties is er wellicht meer mogelijk, zonder dat het ten koste gaat van de leefbaarheid.”Voor een deel zijn dat maatregelen die op industrieterreinen genomen kunnen worden. Een terrein kan anders ingericht worden, zodat bedrijven die een grotere milieubelasting veroorzaken verder van woningen komen te liggen. Een andere optie is om functies te verplaatsen, zoals de bedrijfswoningen die zich op het industrieterrein Westpoort in Amsterdam bevinden. Interessant is de instelling van een innovatiepot door Haven Amsterdam, waaruit bedrijven kunnen putten om te komen tot nieuwe milieumaatregelen. Op het gebied van wetgeving biedt de Crisis- en Herstelwet de mogelijkheid om tijdelijk boven de norm te zitten. Een scala aan mogelijkheden is beschikbaar, maar desalniettemin is een combinatie van alles niet mogelijk. “De beschikbare ruimte is gewoonweg te beperkt”, constateert Kroes. “Het is van belang dat betrokken overheden overeenstemming krijgen over de inhoude-lijke bouwsteen die DHV heeft aangeleverd. Daarna hoop ik dat we een gebiedsvisie gaan opstellen voor het Noordzeekanaalgebied.” De beleidsadviseur van de provincie Noord-Holland is erg tevreden over de aanpak van DHV. “Ze hebben niet alleen kennis en expertise op een breed terrein in huis, maar ook kunnen zij zich goed inleven in de ambtelijk-politieke situatie waarin wij ons bevinden. Het gaat om meer dan onderzoek alleen en dat hebben ze bij DHV goed door. Gecombineerd met een groot verantwoordelijkheidsgevoel voor het proces en het resultaat, zorgt dat ervoor dat DHV een prima partner voor ons is.”Info: marië[email protected]

Zoektocht naar ruimte rondom het Noordzeekanaal

De ondergrond van de provincie Groningen heeft een belangrijke maatschappelijke en economische functie. Bekend zijn de winning van aardgas en zout. Natuurlijk wordt er ook water onttrokken voor de procesindustrie in de Eemsmond en voor drinkwaterdoeleinden. Andere toepassingen zijn warmtekoudeopslag en de opslag van aardgas en stikstof. Er komen steeds meer wensen voor het gebruik van die ondergrond in het noorden van het land. Op de rol staan geothermie en de mogelijke opslag van niet-gevaarlijke afvalstoffen en CO2 in zoutcavernes of in lege gasvelden. De provincie Groningen wil invloed uitoefenen op het gebruik van de ondergrond en welk gebruik waar precies

plaatsvindt. Daarbij streeft de provincie naar een duurzaam gebruik van de ondergrond. Dat vergt een integrale benadering van vraagstukken en afweging van belangen. Los daarvan is het ook een uitdaging om het gebruik en de kansen van de ondergrond goed aan te laten sluiten bij de situatie bovengronds, lees: de omgevingskwaliteit.

Om dit te kunnen bereiken heeft de provincie Groningen besloten een structuurvisie voor de ondergrond te ontwikkelen. DHV is door de provincie gevraagd het procesmanagement te doen, het procesontwerp op te stellen en het ambitiedocument te formuleren. De structuurvisie moet het uitgangspunt zijn voor toekomstige beslissingen

over het gebruik van de ondergrond. Het is de bedoeling de structuurvisie interactief op te stellen. Stakeholders, bevolking en politiek krijgen invloed op de totstandkoming van de structuurvisie. Eerste stap bij het opstellen van deze structuurvisie is het in kaart brengen van de belangen van stakeholders die betrokken zijn bij activitei-ten in de ondergrond. Het gaat om een groot aantal partijen, zoals Rijk, gemeenten, landbouw, drinkwaterbedrijven, in-dustrie, energiebedrijven, kennisinstituten en landschaps-organisaties. Op basis van de vele wensen voor het gebruik van de gewilde Groningse ondergrond gaat de provincie in 2012 een duidelijke koers uitzetten.Info: [email protected]

Gewilde Groningse (onder)grond

vlnr: Bouke Vellema DHV, Mariëlle de Sain DHV, Ragna Kroes Provincie Noord-Holland

Provincie ontwikkelt structuurvisie

Page 3: Nieuwsbrief Milieu & Duurzaamheid nov. 2011

Elektrisch rijden is hot! Autofabrikanten, overheden en consumenten zien in de elektrische auto het voertuig van de toekomst. In Den Bosch is die toekomst dichterbij gehaald door het elektrisch rijden te combineren met het al langer bestaande systeem van autodelen. In het stadsdeel Paleiskwartier in de Brabantse hoofdstad hebben bedrijven en instellingen de handen ineengeslagen. Zij gaan met elkaar elf elektrische voertuigen delen. Vraag- en aanbodpartijen werken nauw met elkaar samen. De aanbodzijde bestaat uit een serviceprovider (Mobility Mixx), een voertuigleverancier (Prolease) en de gemeente ’s-Hertogenbosch, die voor de oplaadpalen zorgde. De vraagzijde bestaat uit bedrijven en instanties (Brabant Water, Ricoh, Tribal, Rechtbank, HAS, Avans) die gevestigd zijn in het Paleiskwartier.

Alle betrokken partijen zijn enthousiast. Voor Prolease en Mobility Mixx biedt het delen van elektrische voertuigen economisch perspectief en de partijen aan de vraagzijde rijden goedkoop,

zuinig en stil. De ervaringen in het Paleiskwartier leveren ook de gemeente belang-rijke informatie op over parkeren en opladen in de openbare ruimte. De kosten

voor de gemeente zijn beperkt tot het realiseren van de laadinfrastructuur, 5% van de totale projectkosten.Leuk aan het project is dat studenten van de betrokken onderwijsinstellingen actief betrokken zijn en dat de auto’s schoongemaakt worden bij de lokale sociale werkplaats. Meer informatie over het project is te vinden op www.paleiskwartierelektrisch.nl Projectleider Jaap Willems (DHV): “In mijn eerste interview over het project vroeg de journalist waarom de bedrijven nu pas auto’s gaan delen. Dat kon

toch al langer? Helemaal waar. Blijkbaar geeft elektrisch rijden de energie die voor echte innovatie in mobiliteit zorgt. Een positieve ontwikkeling, want

het project in Den Bosch levert voor veel partijen winst op. Het versterkt het duurzame profiel van een bedrijventerrein en het draagt bij aan een groot aantal

overheidsdoelstellingen. Daarom is deze aanpak in elke gemeente van Nederland goed toepasbaar.”

Info: [email protected]

Groen gas komt op in het oosten

Bossche bedrijven delen elektrische auto’s

Groen gas zit in de lift. Het gas ontstaat bij vergisting van biologische reststromen zoals koeienmest. Groen gas is een goed alternatief voor het langzaam maar zeker oprakende aardgas in Nederland. Daarvoor moeten nog wel wat drempels worden geslecht. Het aanbod aan groen gas is nog beperkt, de prijs te hoog en de toevoer van groen gas in het aardgasnetwerk vraagt technische aanpassingen. Ook juridisch zijn er nog wat haken en ogen. De provincie Overijssel wil productie, transport en afzet van groen gas beter op elkaar afstemmen. Daartoe heeft Overijssel een masterplan opgesteld dat door Ronald Eenkhoorn, consultant bij DHV, is geschreven. Het plan brengt kansrijke initiatieven in beeld die een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de Overijsselse doelstellingen voor duurzame energie. In Salland is als eerste uitwerking van het plan een pilot gestart. De provincie werkt met een aantal gemeenten, Saxion (onderwijsinstelling),ROVA (afvalverwerker) en Enexis (netwerkbeheerder) aan de totstandkoming van een ‘hub’ (productie- verzamel- en overslagpunt) van groen gas.

Ook de provincie Drenthe werkt hard aan de realisatie van groengas-projecten. In een strategisch plan dat Arjan Lucius van DHV voor Drenthe heeft geschreven, ligt de focus op kansrijke grootschalige initiatieven. Daarbij is vooral afstemming tussen de diverse schakels in de groengasketen van groot belang. DHV begeleidt de provincie in het afsluiten van samenwerkingsovereenkomsten tussen de verschillende partijen. Juist een provincie is in staat om problemen te doorbreken waarmee een van de ketenpartijen in de productie, transport of afvoer van groen gas kampt. In Overijssel en Drenthe lijkt dat te gaan lukken. Eenkhoorn: “Het project in Salland leert dat partijen bij elkaar moeten worden gebracht. Daardoor groeit onderling het begrip en vertrouwen. Juist met deze werkwijze kunnen we een forse impuls aan groen gas geven.” Info: [email protected]

Page 4: Nieuwsbrief Milieu & Duurzaamheid nov. 2011

Contact: DHV B.V. | Postbus 1132 | 3800 BC Amersfoort | Fotografie: DHV, Ed Seeder Fotografie, John Thuring, Fototeam Groningen | Tekst: Rommelse Communicatieadvies | Opmaak: LVB networks | Productie: Communications, DHV | Drukwerk: Zuidam Uithof | Meer informatie, een persoonlijk abonnement of afmelding voor deze nieuwsbrief: ivette.poeisz.com, 033 468 34 40, www.dhv.nl/milieu

COLUMN

Als de Raad van State het in december goedvindt, bouwt een groep van ruim 100 boeren en ondernemers in de Noordoostpolder het grootste windpark van Europa. Met 86 grote molens kan het park jaarlijks 1,4 mil jard kWh schone ener gie opwek ken, genoeg om dage li jks ruim 900.000 men sen van elek tri ci teit te voorzien. Buurgemeente Urk is niet blij met de molens.

Zeventig jaar geleden is de Noordoostpolder aangelegd om de

voedselvoorziening van Nederland veilig te stellen. De pioniersgeest van toen bestaat nog steeds: nu willen de ondernemers in de Noordoostpolder een

bijdrage leveren aan een duurzame energievoorziening voor Nederland. Het project levert een belangrijke bijdrage om de nationale CO2-

reductiedoelstellingen in 2020 te halen.Het is een lokaal particulier initiatief, ondersteund door de

gemeente Noordoostpolder. Dat zullen we in de toekomst vaker zien: de gemeente niet zelf in de stuurstoel, maar als facilitator van initiatieven van burgers en private partijen. De gemeente Noordoostpolder heeft DHV ingehuurd om de positieve economische effecten van het windpark voor de regio te verzilveren. Dat doen

we in samenwerking met de initiatiefnemers, het bedrijfsleven, de provincie Flevoland, onderwijsinstellingen en de beoogde bouwers van het windpark.Is u het verschil tussen de Flevopolder (de polder waarin Almere en Lelystad liggen) en de Noordoostpolder weleens opgevallen? In de Noordoostpolder staan weinig molens. Daar besloot men de molens te concentreren langs de IJsselmeerkust in plaats van dat iedere boer de gelegenheid kreeg een eigen molen te bouwen. Dit windpark is het gevolg van dat beleid: het is efficiënter en het houdt de polder open. Maar consequentie is dat de bewoners van Urk windmolens in beeld krijgen. Op Urk is de weerstand groot. Iedereen wil schone energie, maar wie wil er een windpark in de achtertuin?In de Noordoostpolder hebben ze iets innovatiefs bedacht dat het NIMBY (Not in my backyard)-effect wellicht kan verzachten. Alle inwoners van de gemeente Noordoostpolder, en ook die van Urk kunnen straks aandelen kopen in het windpark. Als de draaiende molens in je beeld straks je portemonnee vullen, kijk je er mogelijk toch anders tegenaan.

Windmolens: er tegen vechten of er aan verdienen?

Hans van Engelenburg

De provincie Flevoland heeft de laagste CO2-uitstoot van Nederland, maar de relatieve bijdrage door het verkeer en vervoer is hoog. Kenmerkend voor de provincie zijn de vele pendelaars, vanuit Almere gaan veel mensen naar de Randstad voor hun werk. Met de groeiplannen van Almere is de kans op een toename van de CO2-uitstoot door het verkeer groot. De provincie wil een der-gelijke toename voorkomen en heeft DHV gevraagd een visie Verduurzaming Mobiliteit voor Flevoland te ontwikkelen. Inhoudelijk staat de zoektocht naar slimme combinaties centraal. Een voorbeeld van zo’n combinatie is het rijden op groengas met reststoffen uit de Flevolandse landbouw. Op die manier kan een interessante verknoping plaatsvinden tussen de energie- en de mobiliteits-keten. Een andere mogelijkheid is het inzetten van elektrische zakelijke pool-auto’s op groene stroom, afkomstig van de talrijke windmolens in Flevoland. Productie en gebruik van duurzame energie zijn zo in de eigen provincie aan elkaar gekoppeld. DHV-consultant Pieter Tanja: “Bij duurzame mobiliteit wordt nog te weinig integraal gedacht en gehandeld. Het blijft vaak bij geïsoleerde projecten. Mobiliteit, ruimte, infrastructuur, energie en diensten kunnen elkaar vergaand versterken.“

Procesmatig heeft de provincie gekozen voor de innovatieve werkwijze van co-creatie. Dit betekent dat niet experts de visie uitwerken, maar dat dit samen met de stakeholders gebeurt. Tanja: “Het gaat om het opbouwen van ver-trouwen en om het kweken van enthousiasme in het hele mobiliteitsveld en mogelijk andere gebieden, zoals de energiesector. Samen met stakeholders gaan we zoeken naar nieuwe oplossingsrichtingen vanuit gedeelde waar-den over duurzame mobiliteit. Dit levert uiteindelijk veel meer energie, in-spiratie, betrokkenheid en resultaat op. Meedenken wordt meedoen.” Dit betekent een wezenlijk andere rol voor de provincie. Niet meer uitvoerder zijn, maar aanjager en katalysator. De provincie Flevoland staat voor de uitdaging samen met andere partijen slimme combinaties te zoeken, die voor een vliegwieleffect kunnen zorgen.Info: [email protected]

Samen werken aan duurzame mobiliteit in Flevoland

DHV adviseur Folkert van der Molen krijgt Duurzaam Lintje van minister Marja Bijsterveld op Duurzame Dinsdag (6 september).

kort

Nationaal Sustainability Congres in Den Bosch Gemeenten meten hun klimaatvoetafdruk 25 jaar inzet voor duurzaamheid

Gemeente 's-Hertogenbosch is dit jaar gastheer van het 12de Na-tionaal Sustainability Congres. Burgemeester Rombouts van Den Bosch zal dit jaarlijks grootste duurzaamheidsevenement voor overheden en bedrijven openen. Het congres vindt plaats op 30 november in Congrescentrum 1931. De organisatie is zoals gebrui-kelijk in handen van DHV en CKC. Het programma staat bol van inspirerende sprekers uit binnen- en buitenland. Tevens verzor-gen diverse organisaties een themasessie over diverse duurzaam-heidsthema's gerelateerd aan energie, MVO, bedrijventerreinen, gebiedsontwikkeling, documentbeheer en cradletocradle. Met de naar verwachting 600 tot 700 deelnemers is het congres dé plaats om inspiratie, kennis en contacten op te doen. Voor meer informatie en aanmelden: www.sustainability-congres.nl.]Info: [email protected]

Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft een Monito-ringprotocol Broeikasgassen Gemeenten vastgesteld. In dit pro-tocol staat beschreven hoe gemeenten hun Klimaatvoetafdruk kunnen vaststellen. DHV heeft samen met het adviesbureau Be-co dit protocol uitgewerkt. Daardoor is er een uniforme methode gekomen om de uitstoot van broeikasgassen te berekenen. Aan-vullend verzorgen DHV en Beco trainingen voor gemeenten. Hier krijgen gemeenten uitgelegd welke gegevens beschikbaar zijn en hoe ze ontbrekende gegevens kunnen verzamelen. Door de training kunnen gemeenten zelf hun klimaatvoetafdruk vaststellen en hun resultaten vergelijken met andere gemeenten via de website www.klimaatmonitor.databank.nl. Geïnteresseer-de gemeenten kunnen zich voor de training aanmelden via www.aanmelder.nl/trainingsmonitoringklimaatdoelen-utrecht.Info: [email protected]