7
1 Dr. Stijn Konings (Nefroloog) Jolanthe Helder (Diabetesverpleegkundige) Nierfunctiestoornissen, zelfcontrole en hypo’s Stelling De behandeling van de diabetes op zichzelf is belangrijker dan de behandeling van alle andere risicofactoren bij elkaar. Waar of niet waar ? Casus 1 Mevr. S, geb. 1932 RvV: Nierinsufficientie bij DM enHypertensie Casus 1 Mevr. S, verwijzing in 2005 VG: 1994 hypertensie, 1995 DM2 Med: losec 1x 40, Cinerazine 3 x 25, Lipitor 1 x 20, Glicazide 3 x 80, Metformine 2 x 850, bisoprolol 1 x 5, Co-Aprovel 300/12.5 1 x 1, Cardura 1 x 8, Calcichew 1 x 500, Actonel 1 x 35 pw Fam: Moeder DM2 Intox: Rkn/Alc: - Casus 1 0/ RR 160/80, 65.4 kg, 1.60 m, HH gb, overig onderzoek gda ICC: oogarts: ga voor diab. `retinopathie ECG: rSR, LVH, repolst. lateraal Lab: kreat 182, MDRD 31 Hb 5,2 HbA1c 6.8 %, prot. 0.94 Echo: normale niergrote bdz MRA nierart.: geen aanw. voor NAS Casus 1 B/ stop orale anti diabetica, over op novomix. 2 x dd, start etalpha, stop actonel, start aranesp, B12 suppl., ijzersuppl., ophogen beta blokker, start calcium antagonist, aanpassen dosering AT2 antagonist Consult dietiste/ Consult diab. vpk Verwijzing polikliniek nierfalen Voorlichting dialyse (voorkeur PD) Consult MW, intake dialyse VPK

Nierfunctiestoornissen, zelfcontrole en hypo’s · • Na 40 jaar diabetes is slechts 10% in leven van degenen met proteinurie en 70% van degenen zonder proteinurie. Sterfte in hoofdzaak

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Nierfunctiestoornissen, zelfcontrole en hypo’s · • Na 40 jaar diabetes is slechts 10% in leven van degenen met proteinurie en 70% van degenen zonder proteinurie. Sterfte in hoofdzaak

1

Dr. Stijn Konings (Nefroloog)

Jolanthe Helder (Diabetesverpleegkundige)

Nierfunctiestoornissen, zelfcontrole en hypo’s

Stelling

• De behandeling van de diabetes op

zichzelf is belangrijker dan de behandeling van alle andere risicofactoren bij elkaar.

• Waar of niet waar ?

Casus 1

Mevr. S, geb. 1932

RvV:

Nierinsufficientie bij DM enHypertensie

Casus 1Mevr. S, verwijzing in 2005

• VG: 1994 hypertensie, 1995 DM2

• Med: losec 1x 40, Cinerazine 3 x 25, Lipitor 1 x 20, Glicazide 3 x 80, Metformine 2 x 850, bisoprolol 1 x 5, Co-Aprovel 300/12.5 1 x 1, Cardura 1 x 8, Calcichew 1 x 500, Actonel 1 x 35 pw

• Fam: Moeder DM2

• Intox: Rkn/Alc: -

Casus 1

• 0/ RR 160/80, 65.4 kg, 1.60 m, HH gb,

overig onderzoek gda

• ICC: oogarts: ga voor diab. `retinopathie

• ECG: rSR, LVH, repolst. lateraal

• Lab: kreat 182, MDRD 31 Hb 5,2 HbA1c 6.8 %, prot. 0.94

• Echo: normale niergrote bdz

• MRA nierart.: geen aanw. voor NAS

Casus 1

• B/ stop orale anti diabetica, over op novomix.

2 x dd, start etalpha, stop actonel, start aranesp, B12 suppl., ijzersuppl., ophogen

beta blokker, start calcium antagonist, aanpassen dosering AT2 antagonist

• Consult dietiste/ Consult diab. vpk

• Verwijzing polikliniek nierfalen

• Voorlichting dialyse (voorkeur PD)

• Consult MW, intake dialyse VPK

Page 2: Nierfunctiestoornissen, zelfcontrole en hypo’s · • Na 40 jaar diabetes is slechts 10% in leven van degenen met proteinurie en 70% van degenen zonder proteinurie. Sterfte in hoofdzaak

2

Beloop HbA1c, kreat. en prot. Casus 1Casus 1Vervolg

• 2008:

• Nierfunctie min of meer stabiel

• Tensie: 120/60, 74.5 kg

• Prot.: 0.07 g/24 Hr

• HBA1c: 7.2 %

Casus 2Mevr. P. 1950

• Verw.: 2008 naar nefroloog

• VG: 1986 DM2 en hypertensie, diab. Nefropathie, retinopathie

• Med: Metoprolol, Norvasc, Co-Diovan,

Alikresin, Etlpha, Devaron, Ferro, Artovastatine, Acetosal, Actrapid,

Insulatard

Casus 2

• Onderzoek:

• RR 150/65, 119.3 kg, adipeus, verder gda.

• Lab: prot. 4.5 /, 24 hr, kreat > 200 HbA1c 7.4 %

Proteinurie casus 2 Beloop kreat casus 2

Page 3: Nierfunctiestoornissen, zelfcontrole en hypo’s · • Na 40 jaar diabetes is slechts 10% in leven van degenen met proteinurie en 70% van degenen zonder proteinurie. Sterfte in hoofdzaak

3

Beloop prot. en kreat. casus 2 Beloop Casus 2

• December 2008 start

nierfunctievervangende therapie

• Voorbereiding niertransplantatie

Insulinebehoefte bij dialyse

• Pré-dialyse: toenemende nierinsufficiëntie

� minder insulinebehoefte

• HD: i.p. geen invloed op glucosewaarde

Door verbeterde eetlust, evt.

� toename insulinebehoefte

• CAPD: soms t.g.v. dialysaat

� veranderde insulinebehoefte

Diabetische Nefropathie

• Eén van de belangrijkste oorzaken van nierfalen

in de Westerse wereld. Eén op de drie volwassen

dialyse patienten heeft diabetes (mn type 2) als

basislijden.

• Definitie: syndroom gekenmerkt door albuminurie

> 300 mg/24uur, met hieraan geassocieerde

hypertensie, progressie van de proteinurie en een voorspelbare afname van de GFR.

At risk: glucose intolerantie en obesitas

Metabool syndroom

Metabool syndroom

Page 4: Nierfunctiestoornissen, zelfcontrole en hypo’s · • Na 40 jaar diabetes is slechts 10% in leven van degenen met proteinurie en 70% van degenen zonder proteinurie. Sterfte in hoofdzaak

4

Prognose aantal dialyse patienten Getallen uit populatiestudies

• Type 1: 25% nefropathie 40 jaar na diagnose

• Type 2: 5-10% nefropathie op het moment

van de diagnose en 25% na 20 jaar na

diagnosestelling, van deze groep ontwikkelt

20% ernstig nierfalen in de volgende 10 jaar

nb Type 2 DM komt 10-15 maal meer voor

dan type 1 in de westerse wereld

Wie is gevoelig?

• Onvoldoende glycaemische controle

• genetica: Mexicanen en afro-amerikanen ontwikkelen

vaker ESRD (end-stage-renal-disease) dan

Caucasiers. PIMA-indianen sterke familaire clustering,

echter exacte gen defect is niet bekend.

• Geslacht:

Type 1: diabetische nefropathie� man:vrouw=1.7:1

Type 2: diabetische nefropathie � man:vrouw=5:1

Wie is gevoelig?

• Leeftijd ten tijde van de diagnose: Type 1:

hoogste kans op nefropathie bij diagnose

tussen 12 en 20 jaar

-diagnose <12 jaar: mediane tijd tussen start

proteinurie en ESRD is 14 jaar

-diagnose tussen 12 en 20 jaar mediane tijd

tussen start proteinurie en ESRD is 8 jaar

Mortaliteit

• Na 40 jaar diabetes is slechts 10% in levenvan degenen met proteinurie en 70% van degenen zonder proteinurie. Sterfte in hoofdzaak door cardiovasculaire ziekten.

• Op 40 jarige leeftijd is de ”all causes”mortaliteit van Type 1 ptn met proteinurie 30 maal zo hoog en die van normoalbuminureptn 2 maal zo hoog als in de gezondepopulatie.

Diabetische nefropathie leidt tot chronisch nierfunctie verval

• chronische nierinsufficientie = chronisch

verlies aan glomerulaire filtratie snelheid

(GFR)

• door reservecapaciteit daling GFR pas bij fors

verlies aan functionerend nierweefsel

Page 5: Nierfunctiestoornissen, zelfcontrole en hypo’s · • Na 40 jaar diabetes is slechts 10% in leven van degenen met proteinurie en 70% van degenen zonder proteinurie. Sterfte in hoofdzaak

5

Vroege Diabetes en Hyperfiltratie

• Falen van de com-

pensatie mechanis-

veroorzaakt

overbrenging van de

arteriele druk op de

glomerulus,

waardoor GFR ↑, en schade door

hyperfiltratie

aanvangt

Behandeling

• Bloedsuiker optimaal instellen:

medicamenteus/ dieet/ bewegen/ afvallen

• Bloeddruk 120/70 (ACEI/ AT2I)

• Proteinurie terugdringen (ACEI/ AT2I),

zoutbeperking

• Lipidenspectrum optimaliseren

• Lichte eiwitbeperking

• Stoppen met roken

• en tenslotte nierfunctievervangende therapie

ACE-inhibitie

• efferente arteriolaire

dilatatie

Microalbuminurie en Survival

Hypertensie

AJKD 2000;36:646

Angiotensine 2 Receptor Blockers

From Parving et al NEnglJMed 2001

Page 6: Nierfunctiestoornissen, zelfcontrole en hypo’s · • Na 40 jaar diabetes is slechts 10% in leven van degenen met proteinurie en 70% van degenen zonder proteinurie. Sterfte in hoofdzaak

6

Nierfunctievervangende therapie

Elke therapie heeft zijn voor- en nadelen.

kunstnierbehandelingPeritoneaaldialyse

Niertransplantatie

Hoe loopt het verder af met de diabetespatiënt?

Incidentie RRT Type I Diabetische Nephropatie

16

50

10

20

30

40

50

60

70

1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999

PMP

45-64

65+

0-44

Incidence of RRT treated Type II Diabetic Nephropathy

59

1

0

10

20

30

40

50

60

70

1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999

PMP

65+

45-64

0-44

Overleving patiënten aan dialyse (diabetische status)

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 100.0

0.1

0.2

0.3

0.4

0.5

0.6

0.7

0.8

0.9

1.0

Type I DM

Type II DM

Non DM

N=3,643

N=4,141

N=29,525

Years Since Start Dialysis

Su

rviv

al

Pro

bab

ilit

y

Effect 1 jaar intensieve follow up icmdiabetes educatie

Page 7: Nierfunctiestoornissen, zelfcontrole en hypo’s · • Na 40 jaar diabetes is slechts 10% in leven van degenen met proteinurie en 70% van degenen zonder proteinurie. Sterfte in hoofdzaak

7

Patient Survival after first transplant bydiabetic status (crude, 1990-1999)

0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 100.0

0.1

0.2

0.3

0.4

0.5

0.6

0.7

0.8

0.9

1.0

Type I DM

Type II DM

Non DM

N=10,029

N=1,205

N=207

Years Since Transplantation

Surv

ival P

robability

Complicaties

• Peritonitis bij CAPD

• Shuntproblemen bij HD

• Verhoogde kans op diabetische voet

CONCLUSIES:

• Diabetische nierziekte komt veel voor en krijgtepidemische proporties

• Vroege ziekte is behandelbaar

– suikercontrole

– bloeddrukcontrole

– ACE inhibitors

– AT2Rblockers

• nierfunctievervangende behandeling is voorhanden echter de resultaten zijn een magersubstituut voor preventie

Stelling

• De behandeling van de diabetes op zichzelf is belangrijker dan de behandeling van alle andere risicofactoren bij elkaar.

• Antwoord:

• Alle factoren zijn zeer belangrijk

• Focus niet alleen op een laag HbA1c

• Preventie progressie nefropathie zeker zo belangrijk (tensie, proteinurie, ace inhb, na bep. dieet etc).

• Optimale behandeling is het beste te bereiken in een MDO setting (bv.nierfalen polikliniek samen met diab. vpk).

Vragen ?