25
Met het oog op overmorgen Citation for published version (APA): van Lint, J. H. (1993). Met het oog op overmorgen. Technische Universiteit Eindhoven. Document status and date: Gepubliceerd: 01/01/1993 Document Version: Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record Please check the document version of this publication: • A submitted manuscript is the version of the article upon submission and before peer-review. There can be important differences between the submitted version and the official published version of record. People interested in the research are advised to contact the author for the final version of the publication, or visit the DOI to the publisher's website. • The final author version and the galley proof are versions of the publication after peer review. • The final published version features the final layout of the paper including the volume, issue and page numbers. Link to publication General rights Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain • You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal. If the publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license above, please follow below link for the End User Agreement: www.tue.nl/taverne Take down policy If you believe that this document breaches copyright please contact us at: [email protected] providing details and we will investigate your claim. Download date: 06. Oct. 2020

Met het oog op overmorgen - Pure - Aanmelden · De titel van mijn rede is "Met het oog op overmorgen". In tegenstelling tot de bekende uitspraak "geen zorgen voor de dag van morgen"

  • Upload
    others

  • View
    4

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Met het oog op overmorgen - Pure - Aanmelden · De titel van mijn rede is "Met het oog op overmorgen". In tegenstelling tot de bekende uitspraak "geen zorgen voor de dag van morgen"

Met het oog op overmorgen

Citation for published version (APA):van Lint, J. H. (1993). Met het oog op overmorgen. Technische Universiteit Eindhoven.

Document status and date:Gepubliceerd: 01/01/1993

Document Version:Uitgevers PDF, ook bekend als Version of Record

Please check the document version of this publication:

• A submitted manuscript is the version of the article upon submission and before peer-review. There can beimportant differences between the submitted version and the official published version of record. Peopleinterested in the research are advised to contact the author for the final version of the publication, or visit theDOI to the publisher's website.• The final author version and the galley proof are versions of the publication after peer review.• The final published version features the final layout of the paper including the volume, issue and pagenumbers.Link to publication

General rightsCopyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright ownersand it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights.

• Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain • You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal.

If the publication is distributed under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license above, pleasefollow below link for the End User Agreement:www.tue.nl/taverne

Take down policyIf you believe that this document breaches copyright please contact us at:[email protected] details and we will investigate your claim.

Download date: 06. Oct. 2020

Page 2: Met het oog op overmorgen - Pure - Aanmelden · De titel van mijn rede is "Met het oog op overmorgen". In tegenstelling tot de bekende uitspraak "geen zorgen voor de dag van morgen"

Met het oog op overmorgen

Prof.dr. J.H. van Lint

Technische Universiteit Eindhoven

REDE i993/94

Page 3: Met het oog op overmorgen - Pure - Aanmelden · De titel van mijn rede is "Met het oog op overmorgen". In tegenstelling tot de bekende uitspraak "geen zorgen voor de dag van morgen"

Met het oog op overmorgen

Prof.cir. J.H. van Lint

REDE 1993/94 Uitgesproken door prof.cir. J.H. van Lint, rector magnificus, bij de opening van het academisch jaar 1993/1994 van de Technische Universiteit Eindhoven op 6 september 1993.

Page 4: Met het oog op overmorgen - Pure - Aanmelden · De titel van mijn rede is "Met het oog op overmorgen". In tegenstelling tot de bekende uitspraak "geen zorgen voor de dag van morgen"

Dames en heren

De titel van mijn rede is "Met het oog op overmorgen". In tegenstelling tot de bekende uitspraak "geen zorgen voor de dag van morgen" wil ik trach­ten u vanmiddag deelgenoot te ma­ken van mijn overtuiging dat het de hoogste tijd is ons wel druk te maken over de toekomst. Daarbij gaat het dan niet alleen om morgen, onze na­bije toekomst, maar met name ook over overmorgen, onze wat verdere toekomst en die van het nageslacht.

Centraal in mijn rede staat het begrip "duurzame ontwikkeling van de sa­menleving". Na een kort historisch perspectief in het eerste deel zal ik in het tweede deel van mijn rede in­gaan op de rol van de technologie, met name milieutechnologie en duur­zame technologie. Oat zal ik voor de milieutechnologie in het derde deel aan de hand van een drietal voor­beelden nader toelichten.

In het vierde deel van mijn rede zal ik de vraag trachten te beantwoorden wat de keuze voor duurzame ontwik­keling dan concreet betekent voor onze technische universiteit. lk ga in op de consequenties voor onderwijs en onderzoek en de rol die studenten en wetenschappers in deze ontwik­keling kunnen spelen.

Tenslotte zal ik een voorstel van het College van Bestuur toelichten om onze relatie met de samenleving meer uitgesproken in de Missie van onze universiteit op te nemen.

1 Historisch perspectief

In de zestiger jaren kwamen veel, zo niet alle maatschappelijke waarden en structuren ter discussie en werd van bestuurders op alle mogelijke terreinen openheid en verantwoor­ding geeist. In deze tijd kwamen overal ter wereld zeer kritische en vaak ideologisch ge"inspireerde milieuorganisaties tot stand. Enige persoonlijke ervaringen uit die jaren hebben bijgedragen aan mijn meningsvorming. Een sabbatical leave in de Verenigde Staten zorgde voor de eerste waarneming van uitgestrekte autokerkhoven waar de wrakken vele lagen dik opgestapeld waren. Staat ons dat ook te wachten of zal de technologie zich aanpas­sen? Op dit moment zijn auto­wrakken al 5% van het totale afval in Nederland. De verstikkende smog in Pasadena bij ons verblijf aldaar gaf ook geen rooskleurig beeld. Tot onze vreugde konden we in 1982 consta­teren dat die smog drastisch was verminderd, dankzij technologische ontwikkelingen. Oat ook aan de TUE aan dit probleem wordt gewerkt

3

Page 5: Met het oog op overmorgen - Pure - Aanmelden · De titel van mijn rede is "Met het oog op overmorgen". In tegenstelling tot de bekende uitspraak "geen zorgen voor de dag van morgen"

kwam twee jaar geleden op deze plaats aan de orde bij een vooruitblik op de ontwikkeling van onderzoek­scholen1. Het is verheugend dat in het afgelopen jaar de onderzoek­school NIOK (Nederlands lnstituut voor Onderzoek in de Katalyse), met de TUE als penvoerder door de KNAW is erkend. Deze onderzoek­school zal belangrijke bijdragen blij­ven leveren aan de oplossing van allerlei milieuvraag-stukken. In 1993-1997 zal het onderzoek zich concen­treren op nieuwe milieugerichte kata­lysetechnieken.

lnternationaal

De zeventiger jaren kenmerkten zich door een groeiende belangstelling voor het milieu ook in meer weten­schappelijke kring. In 1972 vond de Wereldmilieuconferentie te Stock­holm plaats en verscheen het eerste rapport van de Club van Rome (Limits to Growth). In de in 1978 door de lnternationale Unie voor Natuur­bescherming en Milieubeheer (IUCN) gelanceerde World Conservation Strategy (WCS) komt het begrip "sustainable development" (duur­zame ontwikkeling) voor het eerst aan de orde. In dit rapport wordt als einddoel gesteld: het behoud van de wereld als ecosysteem.

In de tachtiger jaren kwam het milieu op de politieke agenda te staan. In 1987 bracht de World Commission on Environment and Development

(WCED) onder voorzitterschap van de toenmalige Noorse minister­president, mevrouw Brundtland, het rapport Our Common Future2 uit. Dit rapport richt zich op de langere ter­mijn en behandelt zowel de milieu­als de ontwikkelingsproblematiek. Milieubeleid wordt hier onmiddellijk gekoppeld aan beleid voor andere maatschappelijke gebieden, zoals landbouw, industrie en bevolkings­groei geplaatst tegen de achtergrond van het concept "duurzame ontwik­keling" (denken over overmorgen betekent niet alleen aandacht voor milieu maar wordt in een bredere context geplaatst). Duurzame ont­wikkeling wordt in dit rapport gedefi­nieerd als "een proces van verande­ring waarin het gebruik van hulpbron­nen, de richting van investeringen, de orientatie van technologische ont­wikkeling en institutionele verande­ring alle met elkaar in harmonie zijn en (alle) zowel de huidige als de toe­komstige mogelijkheid vergroten om aan menselijke behoeften en wensen tegemoet te komen" 3

.

Uit deze definitie blijkt dat duurzame ontwikkeling niet wordt gezien als zuiver en alleen een opdracht voor de techniek. Voor duurzame ontwik­keling zijn niet alleen technologische maar ook economische, sociale, in­stitutionele en culturele veranderin­gen nodig. Duurzame ontwikkeling vraagt nieuwe normen en waarden ten aanzien van de verhouding mens-natuur. Duurzame ontwikkeling moet gezien worden als een proces. Kort samengevat is er volgens het

Page 6: Met het oog op overmorgen - Pure - Aanmelden · De titel van mijn rede is "Met het oog op overmorgen". In tegenstelling tot de bekende uitspraak "geen zorgen voor de dag van morgen"

Brundtland-rapport sprake van duur­zame ontwikkeling als de produktie en consumptie voorzien in de behoefte van de huidige generatie, zonder dat de kansen van de toe­komstige generaties om in hun behoeften te voorzien in gevaar worden gebracht. Het zal duidelijk zijn dat de technologie hierbij een grote rol kan spelen.

Nationaal

In Nederland werd in 1989 het Nationaal Milieubeleidsplan4 (NMP) gepresenteerd. Het NMP bevat de strategie voor het milieubeleid voor de middellange termijn gericht op het bereiken van een duurzame ontwik­keling. In dit verband kan genoemd worden Strategie nr. 12 met de volgende inhoud: Bevorderen dat "duurzame ontwikke­ling" wordt opgenomen als hoofd­element in de strategie van grote researchinstellingen (RIVM, TNO, DBW/RIZA, DLO, ECN) en universi­teiten. Stimuleren dat dit ook gebeurt bij de researchafdelingen van grote bedrijven5.

In 1990 verscheen "Het Milieu: denkbeelden voor de 21 ste eeuw". In dit boek6 doet de Commissie Lange Termijn Milieubeleid (CLTM), inge­steld door de minister van VROM, verslag van de door haar bereikte resultaten. De opdracht aan de CL TM was: "het voorbereiden van wetenschappelijk gedocumenteerde

adviezen over lange-termijn ontwik­kelingen, die van invloed kunnen zijn op het milieu en het aangeven van de wijze waarop het milieubeleid op die ontwikkelingen zou dienen te reageren". Het concept duurzaam­heid (duurzame ontwikkeling) speelt in het verslag van de CL TM een cruciale rol.

In juni 1992 vond de United Nations Conference on Environment and Development (UNCED) in Rio de Janeiro plaats. De in Rio gemaakte afspraken zijn vastgelegd in Agenda 21, het grote mondiale actieprogramma7

. De Commission on Sustainable Development, in het !even geroepen door de Verenigde Naties, is belast met de uitvoering van dit programma. Deze commissie is op 14 juni 1993 voor het eerst bijeengekomen.

Vrij algemeen beschouwt men bevolkingsgroei en economische groei als de grootste vijanden van duurzaamheid. Het is niet de tech­niek die verantwoordelijk is voor ver­vuiling maar vooral de groei van de wereldbevolking die gepaard gaat met een toegenomen consumptie per hoofd van de bevolking. Op 7 mei j.I. werd op een symposium ter ere van het 25-jarig bestaan van de stichting Toekomstbeeld der Techniek (STI) door enkele sprekers een toekomstvisie gegeven. Het probleem van de bevolkings­explosie en de steeds groter en ouder wordende mens werd door

5

Page 7: Met het oog op overmorgen - Pure - Aanmelden · De titel van mijn rede is "Met het oog op overmorgen". In tegenstelling tot de bekende uitspraak "geen zorgen voor de dag van morgen"

prof.cir. P.J. Lemstra besproken. Zijn ( zij het wat ludieke) visie wil ik U niet onthouden. Hij zei:

6

De bevolkingsexplosie van de laatste decennia is primair de oor­zaak van de milieuproblematiek en zal in de toekomst een duurzame ontwikkeling ontwrichten. Boven­dien wordt de mens steeds groter en ouder. Voorspellingen m.b.t. de lengte voorzien in het jaar 2500 een mens met een gemiddelde lengte van ea. 3 meter die een maximale leeftijd van 250 jaar kan bereiken. De groei van de bevol­king wereldwijd, gekoppeld aan het gegeven dat de gemiddelde le­vensduur en lengte continu toenemen, betekent met name een ster-ke aanslag op ons milieu. Een sterke beperking van de be­volkingsgroei is niet wenselijk daar de economische groei ender druk komt te staan en bovendien, wie betaalt de vergrijzende ouderen hun AOW c.q. pensioen. De oplossing van voornoemde problemen is het starten met on­derzoek om de lengte van de mens te reduceren via genetische mani­pulatie waarbij een optimale lengte van ea. 50 cm wordt nagestreefd. Een continue afname in lengte in de komende eeuwen betekent een sterke impuls voor bijv. de bouwnij­verheid (alle woningen en gebou­wen moeten worden aangepast), terwijl bijv. de autowegen automa­tisch zullen overgaan in zestien­baans i.p.v. de huidige vierbaans­wegen. De kleine mens produceert

bovendien veel minder afval en gebruikt veel minder energie met zijn "speelgoed" -autootje. Serieus of niet, het stemt tot nadenken!

Keren we terug naar de recente geschiedenis. Eind 1992 hebben enkele grote technologische instituten (ECN, RIVM, WL en TNO) de minister van VROM een verklaring aangeboden metals titel "Technologische lnstitu­ten in Duurzame Ontwikkeling". Door middel van deze verklaring geven zij uiting aan hun bereidheid bij te dra­gen aan het ontwikkelen van techno­logie die een integratie van de ecolo­gische en economische ontwikkeling binnen de beschikbare milieuge­bruiksruimte helpt mogelijk te maken. Op het begrip milieugebruiksruimte kom ik straks terug.

Op 1 januari 1993 is het interdeparte­mentale programma Duurzame Technologische Ontwikkeling (OTO) van start gegaan. Dit onderzoeks­programma is een samenwerking tussen vijf departementen. Het initia­tief hiervoor is genomen binnen het ministerie van VROM. Centraal in dit programma staat het begrip "backcasting": terugredenerend van­uit de behoeften aan huisvesting, voeding en transport die vermoede­lijk in het jaar 2040 bestaan, wordt geprobeerd de orientatie van techno­logie ontwikkeling te bepalen die het meest gewenst is vanuit het oogpunt van duurzaamheid.

Page 8: Met het oog op overmorgen - Pure - Aanmelden · De titel van mijn rede is "Met het oog op overmorgen". In tegenstelling tot de bekende uitspraak "geen zorgen voor de dag van morgen"

'~

Eveneens op 1 januari 1993 ging het Platform voor Duurzame Ontwikke­ling (PDQ) van start. In dit platform onder leiding van burgemeester dr. R.W. Welschen zijn organisaties uit zeer diverse sectoren vertegen­woordigd. Het Platform stelt zich ten doel het maatschappelijk debat over duurzame ontwikkeling te stimuleren en de implementatie ervan te bevor­deren.

Begin dit jaar verscheen ook een achtergrondstudie8 van de Advies­raad voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid (AWT) metals titel "Over duurzaamheid gesproken: verslag van de conferentie Techniek & Duurzaamheid". Uitgangspunt voor deze conferentie was de vraag hoe een eersteklas economie is te com­bineren met een ecologisch verant­woord milieugebruik en welke bij­drage de technologie daaraan kan leveren. Hieruit blijkt dat het niet langer alleen gaat om het milieu maar om de integratie van economi­sche en ecologische belangen. Doel van de conferentie was om met des­kundigen uit de wereld van overheid, industrie, onderzoekinstituten en uni­versiteiten van gedachten te wisse­len over de aard van de problema-

tiek en mogelijke concrete invullingen van duurzaamheid. Belangrijk aan­dachtspunt van deze studie is het duurzaam ontwerpen.

Van morgen naar overmorgen

Wanneer we terugkijken dan zien we dat na de jaren zeventig en tachtig, waarin respectievelijk de kwaliteit van de arbeidsomgeving en de leet­omgeving centraal stonden, de negentiger jaren de jaren zijn van zorg voor de kwaliteit van de toe­komst: zorg voor overmorgen. Uit mijn overzicht ziet U dat het tot nu toe voornamelijk gaat om praatclubs en rapporten. Voornaamste conclu­sie is dat het allemaal niet zo een­voudig is. Het doemdenken dat men soms bespeurt vindt zijn oorsprong in de reeds eerder genoemde vijand van duurzaamheid, de "economische groei" theorie. Orn een meerderheid te vinden voor de gedachte van een noodzakelijke verandering van con­sumptiepatroon zal de omvang van de bedreiging van onze leefwereld eerst veel duidelijker moeten warden. Reeds 20 jaar geleden werd dit fraai verwoord in een gedicht van de Schotse psychiater Ronald D. Laing (1927-1989)

The range of what we think and do is limited by what we fail to notice.

And because we fail to notice that we fail to notice there is little we can do to change, until we notice

how failing to notice shapes our thoughts and deeds.

7

Page 9: Met het oog op overmorgen - Pure - Aanmelden · De titel van mijn rede is "Met het oog op overmorgen". In tegenstelling tot de bekende uitspraak "geen zorgen voor de dag van morgen"

2 Rol van de technologie

lk zal nu ingaan op de rol van de technologie d.w.z. welke bijdrage kan de technologie leveren aan duurzame ontwikkeling. In de visie van de economische groei aanhan-

····················'°>1 Voorraad

-----1 energie

gers heeft de technologie een dubbele rol. Technologische ontwik­kelingen zorgen voor nieuwe produk­ten en voor nieuwe problemen en die nieuwe problemen eisen nag meer technologie om ze op te lossen. Wat is - wanneer we praten over

Produktieketen

Merk vooral op dat de ontwerper (rechts) met dit gehele proces rekening moet houden!

--8

,,

Page 10: Met het oog op overmorgen - Pure - Aanmelden · De titel van mijn rede is "Met het oog op overmorgen". In tegenstelling tot de bekende uitspraak "geen zorgen voor de dag van morgen"

duurzame ontwikkeling - de rol voor de technologie? Duurzaamheid ver­onderstelt dat we onze aanspraken op grondstoffen en milieu zodanig beperken dat ook toekomstige gene­raties in hun behoeften kunnen voor­zien. Dat meet gebeuren door de natuur en het milieu zoveel mogelijk te ontzien, waar nodig te herstellen en zoveel mogelijk ongeschonden door te geven aan toekomstige generaties. In de praktijk van het bedrijfsleven betekent dit: het sluiten van de kring­loop van stoffen, het gebruik van schone grondstoffen, het besparen van energie, schoon produceren en het produceren van schone produk­ten. De figuur op pag. 8 overgeno­men uit het college Energie en Produktie van prof.ir. J. Claus (faculteit Technische Bedrijfskunde) geeft zo'n kringloop weer.

Milieugebruiksruimte

Zeals reeds eerder gezegd moet het beslag dat wij leggen op grondstof­fen en milieu "beperkt" worden zodat toekomstige generaties in hun be­hoeften kunnen voorzien. Dit crite­rium bepaalt de zogenaamde "milieu­gebruiksruimte". Met het begrip milieugebruiksruimte wordt aangegeven dater grenzen zijn aan het gebruik dat wij van het milieu kunnen maken. Deze grenzen moeten nog verkend worden. Het beslag op de beschikbare milieu­gebruiksruimte kan onder meer be-

perkt worden door de energie- en milieu-inhoud van functies t.b.v. voeding, huisvesting, transport etc. te verminderen. Hier ligt een uitdaging voor de technologie9•

Het gaat hierbij om drie opgaven: verder verkennen van de grenzen van de milieugebruiksruimte de uitbouw en het efficient gebruik daarvan.

Als we ervan uitgaan dat we de grenzen van de milieugebruiksruimte al hebben bereikt, dan is de conse­quentie dat de efficiency waarmee we energie en grondstoffen gebrui­ken, moet verbeteren. Bij "uitbouw" kunnen we denken aan vernieuwbare energiebronnen (zon, waterkracht) en bronnen waarvan emissies potentieel beheersbaar zijn. Bij efficiency valt te denken aan doelmatig gebruik van grondstoffen en energie, hergebruik, niet verloren laten gaan van de kwaliteit van produkten en energie etc. Het doel is binnen de beschikbare milieugebruiksruimte te blijven.

Driesporen

In de aanpak van deze problematiek onderscheiden Van Heel en Jansen10

drie sporen:

(1) milieuzorg (2) milieutechnologie (3) duurzame technologie

9

Page 11: Met het oog op overmorgen - Pure - Aanmelden · De titel van mijn rede is "Met het oog op overmorgen". In tegenstelling tot de bekende uitspraak "geen zorgen voor de dag van morgen"

Wanneer we deze drie sporen uitzetten tegen de tijd ontstaat het volgende bee Id:

SPOOR 1 SPOOR2 SPOOR3

binnen 5 jaar 5-20jaar na 20 jaar

milieuzorg milieutechnologie duurzame technologie

alles schoon en zuinig verbeteren van de radicaal vernieuwen van doen (zonder afval) met bestaande techniek de techniek

de bestaande door toegevoegde technieken en I of geTntegreerde

technologie

Voor elk van de drie sporen geldt: voortdurend aandacht voor zorg en verbete­ring. Aangezien het in deze rede voornamelijk om de lange termijn gaat zal ik uitsluitend ingaan op de sporen milieutechnologie en duurzame technologie.

3 Milieutechnologie

Bij milieutechnologie gaat het om technische verbeteringen in de procesvoering die nadrukkelijk vanwege het milieu worden aange­bracht. Daartoe behoren technologie voor het "schoonmaken" van achter­gelaten erfenissen, "end of pipe"­technologie in bestaande produktiemiddelen en procesgeTnte­greerde technologie bij herinrichting van bestaande of inrichting van nieuwe procesinstallaties.

10

3.1 Activiteiten aan de TUE

In juni 1992 is de Bestuurscommissie Milieutechnologie TUE (onder voor­zitterschap van prof.cir. C.J.H.Midden) ingesteld metals eerste taak het inventariseren van de onderwijs- en onderzoeksactiviteiten op het gebied van de milieutech-nologie aan de TUE. Hoewel men het tegendeel vaak in de wandel-gangen hoort, bleek dat wij een ruim onderwijsaanbod hebben op dit ge-bied (65 colleges die als milieuvak of milieugerelateerd werden geclassificeerd naast 71 milieu­vriendelijk colleges!). Wat betreft het onderzoek bleek dat al jaren geleden 15% te maken had met bestrijding en voorkoming van milieuverontreiniging

Page 12: Met het oog op overmorgen - Pure - Aanmelden · De titel van mijn rede is "Met het oog op overmorgen". In tegenstelling tot de bekende uitspraak "geen zorgen voor de dag van morgen"

of met energieproblematiek. Op een drietal voorbeelden wil ik nader ingaan.

3.2 Onderzoek in milieu­technologie

De ontwatering van rioo/water­zuiveringss/ib

In de zuiveringsinstallaties voor ons huishoudelijk afvalwater warden allerlei afvalstoffen door de werking van micro-organismen afgebroken tot hoofdzakelijk water en koolzuur­gas. Hiermee wordt voorkomen dat ons oppervlaktewater verontreinigd zou warden. Als reststroom houdt men slib over (dat is 7% van ons afval). Door de aanwezigheid van zware metalen kan dit slib niet langer gebruikt warden als meststof voor de akkerbouw, en is een van de verwerkingstechnieken de verbran­ding. Het overgrote deel van het slib wordt gevormd door water, namelijk 19 kg water per kg droge stof. Door middel van filtratie- en uitpersbewer­kingen kan men het watergehalte verminderen tot 4 kg water per kg droge stof. Op deze samenstelling gebaseerd, is de jaarlijkse slibstroom in Nederland ongeveer 500.000 ton. Vanwege de grate hoeveelheid water die nog aanwezig is, kan ver-branding alleen plaatsvin­den door een grate hoeveelheid brandstof bij te stoken. Hierbij komen grate stro-men rookgassen vrij, die gezuiverd moeten warden

alvorens ze in de atmosfeer losgela­ten kunnen war-den. Veel empirisch onderzoek is verricht om te proberen het water­gehalte verder te verlagen, waarmee dan het volume en de benodigde brandstofstroom teruggebracht zou­den kunnen warden. Tevens zouden hiermee de afgasstromen beduidend kunnen warden verminderd. Omdat de empirische kennis niet voldoende perspectieven bood, zijn 5 jaar geleden wetenschappers van de vakgroep Chemische Proces­kunde (prof.dr.ir. P.J.A.M. Kerkhof, dr.ir. W.J. Coumans) benaderd door de Nederlandse zuiveringswereld om een onderzoek uit te voeren naar de fundamentele achtergronden van de ontwatering van slib. Een enthousiast projectteam is hiervoor aangeworven (ir. A. Her­wijn, drs. E.J. La Heij, ing. P. Janssen) en dat is er inmiddels in geslaagd een nieuwe fundamentele theorie op te stellen voor het filtratie­en uitpersgedrag. Tevens is duidelijk geworden in hoeverre de toevoeging van hulp-stoffen bij de voor­bewerking van het slib, de zgn. flocculatie, geoptimaliseerd kan warden, en zijn testmethoden ontwikkeld die op waterzuiveringen ingezet kunnen warden. De betreffende theorie is nieuw binnen het reeds lang bestaande gebied van de filtratiewetenschap, en wordt enthousiast ontvangen door coryfeeen op dit gebied; het wetenschappelijke werk zal binnen een jaar leiden tot twee proefschrif·

11

Page 13: Met het oog op overmorgen - Pure - Aanmelden · De titel van mijn rede is "Met het oog op overmorgen". In tegenstelling tot de bekende uitspraak "geen zorgen voor de dag van morgen"

ten. De theorie is een synthese van hydraulica en materiaalkunde, en kon tot stand komen binnen het samenwerkingsklimaat met de vak-groep Fundamentele Werktuigkunde. Verificatie van de verdeling van vocht gebeurt met speciale kernspinresonantie­technieken, die ontwikkeld zijn door medewerkers van de Faculteiten Technische Natuurkunde (dr.ir. K. Kopinga) en Bouwkunde (ir. L. Pel, prof.ir. J. Wisse). Naast deze wetenschappelijke successen is het van belang dat in het laboratorium gevonden is dat slib ontwaterd kan worden tot 1 kg water per kg droge stof. In een vervolg­onderzoek zullen twee ontwerpers in opleiding zich richten op de imple­mentatie in de praktijk van de water-zuivering. Een deel van het werk zal het ont­werp van gewijzigde of nieuwe filtratie- en persapparatuur zijn; in contacten met apparaten-fabrikanten is in principe de bereidheid gebleken om nieuwe prototypes te vervaardi­gen. Door de samenwerking binnen de TUE en daarbuiten, met deskundi­gen uit de praktijk, zal een reductie van het slibverwerkingsprobleem kunnen gaan optreden, met aanzien­lijk lager brandstofgebruik en afval­gasemissie; de kostenbesparing wordt geraamd op beginnend met 2 miljoen gulden per jaar, en als streven 80 miljoen. Tevens zal nieuwe, te exporteren technologie ontwikkeld zijn.

Energiegebruik van auto's bij sterk varierende rijsnelheid

In de vakgroep Werktuigbouwkundig Ontwerpen en Construeren van de Faculteit Werktuigbouwkunde wordt onder leiding van prof.dr.ir. R.F.C. Kriens en ir. R. van der Graaf onder­zoek gedaan gericht op beperking van het energieverbruik van auto's. Het is nu zo dat remenergie word! omgezet in warmte en dan verloren gaat. Het idee is om deze energie op te slaan in een buffer, te weten een vliegwiel. Deze energie wordt later weer aan de buffer onttrokken. Men spreekt in dit geval van "hybride aandrijving". Het is een bekend verschijnsel dat in stadsverkeer het brandstofverbruik van auto's sterk oploopt met afnemende gemiddelde rijsnelheid. De oorzaken hiervan moeten gezocht worden in een ineffi­cient gebruik van de verbrandings­motor en in het veelvuldig voorko­mende afremmen waardoor de kost­bare kinetische energie die bij het versnellen door het voertuig is opge­nomen, in warmte wordt omgezet en voor verder gebruik verloren gaat. Hoe vaker een voertuig optrekt en afremt, binnen een zekere tijd, des te meer energie kan er in principe voor hergebruik teruggewonnen warden in een recuperatief remsysteem. Bo­vendien is er voor accelereren een aanzienlijk grater motorvermogen nodig dan voor rijden met een con­stante snelheid, zodat de motor van een auto in dynamisch verkeer, waar de rijsnelheid sterk fluctueert, heel

'I 'I

i '1

Page 14: Met het oog op overmorgen - Pure - Aanmelden · De titel van mijn rede is "Met het oog op overmorgen". In tegenstelling tot de bekende uitspraak "geen zorgen voor de dag van morgen"

veel in deellast draait. In deze situ­atie is het rendement van de motor laag ofwel het brandstofverbruik hoog. Gewoonlijk heeft een moderne auto een grater motorvermogen dan voor stadsverkeer nodig is. De reden daarvoor is dat dat vermogen afge­stemd is op maximale snelheid en maximale acceleratie, welke normali­ter geen van beide in stadsverkeer gehaald worden. Bij een hybride aandrijving is het mogelijk de motor in zijn gunstigste verbruiksgebied te laten draaien. Het surplus aan ver­mogen dat niet voor de aandrijving nodig is, wordt gebruikt om de ener­giebuffer bij te laden. Is deze vol, dan wordt bij het Eindhovense ontwerp de motor uitgeschakeld en onttrekt de auto alle voortbewegings-energie aan de buffer totdat deze leeg raakt. Op dat ogenblik springt de motor weer bij. Met dit intermitterend motor­gebruik kan een belangrijke brand­stof-besparing worden verkregen.

Dit idee zou toepassing kunnen vinden in de komende generatie stadsauto's en taxi's, bestelauto's en stadsbussen. Als neveneffecten ver­wacht men een lagere emissie van schadelijke stoffen en ook een ver­mindering in onderhoudskosten van de remmen.

Milieusparend bouwen

Bij de Faculteit Bouwkunde is het nu al zo dat de studenten wordt geleerd dat bij het ontwerpen van een bouw-

project met allerlei milieu-aspecten rekening gehouden moet worden, in het bijzonder bij de keuze van de te gebruiken materialen. Een nieuw element hierbij is dat reeds tijdens de ontwerpfase rekening wordt gehou­den met de sloop van een gebouw d. w.z. aandacht voor toekomstige mogelijkheden voor scheiding en hergebruik van materialen. Het is nu nog zo dat een kwart van het afval in Nederland bouw- en sloopafval is (tegenover 30% industrie-afval). Maar er is veel meer dat een rol speelt. Bij grondstoffen speelt schaarste een rol, recyclebaarheid, de energie nodig voor het winnen maar ook voor het transport, enz. Bodemverbruik, waterverbruik, energieverbruik en uitstoot van afvalstoffen zijn andere belangrijke factoren. Na het uitkomen van het Nationaal Milieubeleidsplan achtte het ministe­rie van VROM een structurele aan­pak van de produktie in de bouw gewenst. Dit was aanleiding tot het voornamelijk alleen nog in Nederland lopende onderzoek naar de zgn. "milieumaat". De milieumaat is een instrument van getalsmatige aard (rekenmodel), waarmee de milieu-effecten van bouwdelen, veroorzaakt door produk­tie, gebruik, sloop en deponie, war­den ge"inventariseerd en berekend. Een milieubeoordelingsinstrument kan niet onverschillig zijn ten op­zichte van ontwikkelingen in milieu­kundig inzicht, in procestechniek, in meettechniek of in wettelijke norme-

13

Page 15: Met het oog op overmorgen - Pure - Aanmelden · De titel van mijn rede is "Met het oog op overmorgen". In tegenstelling tot de bekende uitspraak "geen zorgen voor de dag van morgen"

ring. De beslissingen waarop de milieumaat is gebaseerd zullen daarom een evolutionair karakter bezitten. Zij zijn immers gebaseerd op menselijk inzicht dat groeiende is. De belangrijkste uitgangspunten van het door de groep Bouwmateriaal­kunde ontwikkelde model zijn: - Een levenscyc/usbenadering

Dit betekent, dat rekening is gehouden met alle milieubelasten­de effecten vanaf de winning van de diverse grondstoffen tot en met de herwinning na het slopen.

- Analyse op basis van meerdere criteria Hieronder wordt verstaan dat alle relevant geachte milieu-invloeden in de beoordeling zijn betrokken.

- Discriminerend vermogen Het model heeft een discrimine­rend vermogen ten aanzien van zoveel mogelijk vergelijkbare milieubelastende grootheden in de bouw. Concreet betekent dit dat niet alleen het vergelijken van produkt-alternatieven mogelijk is maar ook het vergelijken van bedrijven of bedrijfsactiviteiten.

- Objectiviteit van de milieu­gegevens De gegevens waarop de milieu­beoordeling wordt gebaseerd zijn objectief en verifieerbaar. Dit impli­ceert dat rekenwaarden altijd te­ruggevoerd kunnen worden naar de oorspronkelijke gegevens.

- Flexibiliteit Het is duidelijk dat een beoordeling van milieu-effecten altijd gebonden is aan de inzichten die op een

bepaald tijdstip gelden. Theorieen over de schadelijkheid van stoffen worden in de loop van de tijd bij­gesteld of vervangen door geheel nieuwe theorieen. Het model is flexibel genoeg om deze ontwikke­lingen te volgen.

Het resultaat is een gecompliceerde formule die o.a. in het college Milieusparend Bouwen (prof.ir. J.A. Wisse) wordt behandeld.

Zoals eerder gezegd zijn dit slechts drie voorbeelden uit een zeer ge­varieerd aanbod op het bovenge­noemde spoor milieutechnologie (zie Rapport Bestuurscommissie Milieutechnologie TUE, maart 1993). Als we nu terugkeren naar de aan­pak in drie sporen dan is de stap van het tweede spoor naar het derde spoor, t.w. van milieutechnologie naar duurzame technologie, een sprong van compenseren (aanpas­sen) met milieutechnologie naar vormgeven met duurzame technolo­gie. De grote uitdaging ligt op het terrein van de duurzame technologie die slechts door middel van vernieu­wende doorbraken te realiseren is.

4 Op weg naar duurzaamheid

lk vind dat onze universiteit de vraag moet beantwoorden welke bijdrage de TUE als technologisch instituut kan leveren aan duurzame ontwikke­ling.

---1-4------------------

Page 16: Met het oog op overmorgen - Pure - Aanmelden · De titel van mijn rede is "Met het oog op overmorgen". In tegenstelling tot de bekende uitspraak "geen zorgen voor de dag van morgen"

Vorig jaar sprak ik hier op deze plaats mijn rede uit met als titel "De lvoren Toren?". Deze rede was duidelijk economisch gericht. Het onderwerp toen was het belang van kennistransfer, met name naar mid­delgrote en kleine bedrijven en de bijdrage die de TUE hieraan wilde (en wil!) leveren. Uit deze rede bleek dat de TUE zich bewust is van haar maatschappelijke verantwoordelijk­heid, in dit geval met name m.b.t. haar positie als kennisinstituut in de regio en het belang van haar bijdrage aan de industriele vernieuwing van deze regio.

Met ruim 35 jaar ervaring in hoog­waardig technologisch onderwijs en onderzoek moet diezelfde TUE een stap verder gaan en zich richten op de integratie van twee soorten be­langen, n.I. economische en ecologi­sche. Het zorgen voor het juiste evenwicht tussen deze twee is voor de huidige generatie en vooral voor de toekomstige generaties van levensbelang. Voor de technologie ligt hier een duidelijke rol. lk vind dat de TUE bereid moet zijn een bijdrage te leveren aan de integratie van economie en ecologie d.w.z. het tot stand komen van technologieen die bijdragen aan economische groei maar rekening houden met milieu-, sociale en andere factoren. Dat wat vorig jaar in mijn rede11 werd besproken is moeizaam realiseer­baar en zeker niet in een jaar. Maar gelukkig zijn er in het afgelopen jaar veel acties en initiatieven in de

bedoelde richting geweest. Het MKB blijft onze volle aandacht houden. Acties onzerzijds in de richting van duurzaamheid en milieu zullen juist ook voor MKB vruchten afwerpen.

Wat vraagt de keuze voor duurzame technologie van de TUE? Als de TUE ervoor kiest zich in te zetten voor het tot stand komen van duur­zame technologieen dan heeft dit consequenties voor zowel onderwijs als onderzoek. lk zal hier in deze volgorde nader op ingaan.

4.1 Een ander type ingenieur

Als U het mij vraagt moeten we een ander type ingenieur gaan opleiden. De ingenieurs, ontwerpers en promo­vendi die de komende jaren onze universiteit zullen verlaten, komen terecht in een samenleving die voor een geweldige uitdaging staat. Hoe kunnen wij een optimaal evenwicht bereiken tussen energie- en voedsel­voorziening, produktie en economi­sche groei, veiligheid en gezond milieu? Hoe kunnen wij met behulp van de technologie bijdragen aan een optimaal welzijn van elke mens? Het is belangrijk dat ook technologen met hun eigen specifiek technische invalshoek zich mengen in de veelal overwegend ideologische discussies over vraagstukken rond het thema duurzame ontwikkeling. Er is be­hoefte aan ingenieurs die de essen­tie en consequenties van hun high tech kennis kunnen vertalen in dienst

15

Page 17: Met het oog op overmorgen - Pure - Aanmelden · De titel van mijn rede is "Met het oog op overmorgen". In tegenstelling tot de bekende uitspraak "geen zorgen voor de dag van morgen"

van een duurzame samenleving. In zijn boek The Civilised Engineer wijst Samuel C. Florman op de eng­economische tendens om de ingenieursopleiding strikt beroeps­gericht en efficient rendabel te organiseren; 10 a 15 % niet-techni­sche vakken wordt door velen als tijdverlies beschouwd. De zorg voor overmorgen vraagt van onze oplei­dingen dat een begrip als maat­schappelijk verantwoordelijkheids­besef nieuwe inhoud krijgt. Commu­nicatieve vaardigheden en een brede ontwikkeling moeten ervoor zorgen dat de technoloog uit zijn isolement komt. Dit is een van de belangrijkste argumenten voor verlenging van de curriculumduur van de ingenieurs­opleiding naar vijf jaar!

Elke technologische innovatie brengt veranderingen met zich mee van de maatschappelijke context waarbin­nen deze innovatie wordt toegepast. Het introduceren van een duurzame techniek in een produktieproces betekent veranderingen in de functies en kwalificaties van de werknemers en de organisatie van het produktieproces. Technologische ontwikkeling is meer dan technologie alleen. Ook de specifieke omgeving (infrastructuur) waarin de technolo­gie moet worden toegepast zal moeten meeveranderen en worden ontwikkeld. De technologie kan het niet alleen, maar zal in voortdurende wisselwerking met structuur en cultuur de uitdaging die het streven

naar duurzaamheid ons stelt moeten aangaan. De problemen zijn complex en vragen een integrale, multidiscipli­naire aanpak. Dit vraagt van onze universiteit ingenieurs, ontwerpers en gepromoveerden, die hierop zijn voorbereid. Aandacht voor duurzaamheid moet verankerd zijn in bewustzijn, houding en gedrag van onze afgestudeerden. De World Federation of Engineering Organizations (WFEO) wees er in een bijdrage voor de milieuconfe­rentie in Rio op dat "engineers have the potential and the duty to be a major influence in the achievement of the primary goals of the future" en dat "to redirect their art and science to these objectives, engineers need to change their driving philosophy, their education and their practice of engineering"12.

Technology assessment

Een eerste stap in deze richting is in het afgelopen jaar gezet door de commissie Technology Assessment die op initiatief van het College van Dekanen tot stand kwam. Belangrijkste advies was om acties te laten lopen via de studenten. We willen stimuleren dat onze studenten multi-disciplinair denken en ook denken over de gevolgen van ontwikkelingen en produkten waar zij aan meewerken. Voorstel is om in stagever-slagen, afstudeerverslagen, ontwerp­opdrachten e.d. een hoofdstuk of paragraaf te laten opnemen over de

rn,-------------------------------1

Page 18: Met het oog op overmorgen - Pure - Aanmelden · De titel van mijn rede is "Met het oog op overmorgen". In tegenstelling tot de bekende uitspraak "geen zorgen voor de dag van morgen"

maatschappelijke gevolgen van het project (TA dus). Het denken over deze paragraaf moet vanaf het begin van het project plaatsvinden en het moet echt zinvol zijn. We willen niet dat bij projecten waar weinig of niets te me Iden valt TA ervaren wordt als een vervelend corvee (zowel door de student als de begeleider). Met dit idee wordt in het komend jaar geexperimenteerd. In ieder geval zal het TA-project be­langrijk zijn voor onze ontwerpers­opleiding. Bij deze opleiding speelt niet alleen assessment een rol maar is het onderwerp van vandaag, duur­zaamheid, tijdens de ontwerpfase een leidraad. Het eerder genoemde AWT rapport "Over duurzaamheid gesproken" noemt dan ook voor de komende jaren milieubewuste produktontwikkeling en het ontwer­pen in kringlopen als belangrijke doelstellingen.

4.2 Onderzoek naar duur­zaamheid

Bij ons onderzoek zal het begrip duurzaamheid een steeds grotere rol moeten spelen. Het rapport van de Bestuurscommissie Milieutechno­logie toont aan dat een begin al lang gemaakt is. Verwonderlijk is dit niet, daar milieuproblemen en energie­onderzoek nauw verweven zijn met duurzaamheid. Ook hier wil ik een greep doen uit het onderzoek dat bij ons wordt gedaan.

Het gebruik van plastics

lk begin met kunststoffen, materialen van onze tijd, een gebied waarvan de groei spectaculair is geweest. Daarnaast een controversieel ge­bied, vaak (en i.h.a. ten onrechte) geassocieerd met vervuiling. ledereen kan in zijn dagelijkse om­geving de toepassingen van kunst­stoffen waarnemen. Bijv. in automo­bielen warden complexe vormdelen zoals bumpers en dashboards ver­vaardigd uit (samengestelde) kunst­stoffen. Het voordeel van kunststof­fen in automobielen is evident, een gering gewicht t.o.v. metalen, geen corrosie en vooral de mogelijkheid om ingewikkelde constructies te realiseren door de kunststofmassa te smelten, in een matrijs te spuiten en na afkoelen is het produkt klaar. Een schoolvoorbeeld van een ingewik­kelde vorm is de benzinetank die tegenwoordig vorm moet hebben en daarom wordt vervaardigd uit kunst­stof om te kunnen passen ergens in de carrosserie. Ook hier ziet men een controverse. Nog kort geleden werd in een Gronings proefschrift13 gesteld dat auto's geschikt voor de sloop ge­maakt zouden moeten worden van aluminium en niet van het lichtere plastic, omdat het eerste recyclebaar is en het tweede alleen geschikt voor verbranding. Tegenwoordig worden echter diverse onderdelen van auto's zoals bijvoorbeeld dashboards ge­maakt van technische kunststoffen zoals versterkt polypropeen en dat is

17

Page 19: Met het oog op overmorgen - Pure - Aanmelden · De titel van mijn rede is "Met het oog op overmorgen". In tegenstelling tot de bekende uitspraak "geen zorgen voor de dag van morgen"

wel degelijk geschikt voor recycling. Duurzaamheid zal nog tot veel welles-nietes-geroep aanleiding geven! Kunststoffen zijn z6 interes­sant en zo belangrijk dat dit uur gemakkelijk gevuld had kunnen warden met dat onderwerp alleen. Wat denkt U van de contactlens, plastic zakken, een kunstheup, koffiebekers, een modern tennis­racket, wegwerpflessen, de compact disc? Een ieder reageert afwisselend positief en negatief. Het feit dat plastic afval wordt verbrand ziet men niet als het benutten van tijdelijk opgeslagen energie maar als een "gevaar'' vanwege het vrijkomen van dioxine. Oat uit onderzoek blijkt dat moderne afvalverbrandingsovens geen dioxine produceren helpt in deze niet. Het modewoord in het kader van een duurzame ontwikkeling is nu "recycling". Recente Europese richtlijnen en convenanten spreken van hergebruik tot 60% per materi­aalklasse. Voor papier, karton en glas is dit streefgetal gemakkelijk te realiseren en in onze samenleving is hergebruik van voornoemde materia­len reeds ingeburgerd. Voor plastic afval lijkt hergebruik niet realiseer­baar, althans niet voor een significant percentage. De reden is dater teveel typen kunststoffen op de markt zijn waarbij per type kunststof, bijv. polyetheen, er nog een grate ver­scheidenheid aan subtypen zijn die allemaal op maat zijn ontwikkeld voor specifieke toepassingen. Verzamelen van afvalplastic is

uitvoerbaar maar scheiding naar soort en type is praktisch onuitvoer­baar of uiterst kostbaar. Bovendien zijn de (bulk)kunststoffen relatief goedkoop, iets meer dan een gulden tot enkele guldens per kilogram, terwijl bovendien de marge tussen de grondstof (monomeer) en polymeer veelal uiterst gering is en momenteel t.g.v. de recessie vaak negatief, waardoor zgn. "virgin" materiaal altijd goedkoper is dan gerecycleerd plastic. Een oplossing m.b.t. re-cycling van plastics is voorlopig niet voor handen en verbranding met benutting van de vrijkomende energie lijkt het enige realistische alternatief.

Plastics en bacterien

Chemici zijn creatief en men heeft al een aantal alternatieven uitgewerkt die in lijn zijn met de roep om duurzame ontwikkeling. Het meest sprekende voorbeeld is de produktie van plastics door bacterien. De polyesters die door bacterien warden geproduceerd onderscheiden zich van de synthetische polyesters in bijna niets behalve dat hun chemi­sche opbouw voor de natuur herken­baar is. Bij ons Centrum voor Polymeren en Composieten (CPC) wordt onder­zoek verricht naar de toepassing van deze bacteriele polyesters in o.m. biologisch afbreekbare verpakkings­materialen. Dit onderzoek14 werd recentelijk bekroond met de DSM­prijs voor Chemie en Technologie

rn-----------------------

Page 20: Met het oog op overmorgen - Pure - Aanmelden · De titel van mijn rede is "Met het oog op overmorgen". In tegenstelling tot de bekende uitspraak "geen zorgen voor de dag van morgen"

voor de promovendus ir. G.J.M. de Koning. Een interessant probleem bij deze bacteriele polyesters is dat in de "buik" van de bacterie een zeer zuiver polyester wordt geproduceerd zonder de verontreinigingen die bij de synthetische polymeren aanwezig zijn zoals katalysatorresten. Door deze extreme zuiverheid kunnen deze bacteriele polyesters i.t.t. de synthetische tegenhangers niet kristalliseren. Een analoog voorbeeld is zeer zuiver water wat ook niet zonder meer over gaat in ijs bij temperaturen beneden 0°C. De trage kristallisatie en de brosheid van bacteriele polyesters waren recent een belemmering voor de toepassing als verpakkingsmateriaal. Het onderzoek binnen het Centrum voor Polymeren en Composieten heeft aangetoond dat m.b.v. een eenvou­dige methode deze bacteriele polyesters kunnen worden verwerkt tot acceptabele produkten.

Op twee andere voorbeelden van TUE onderzoek op het gebied van duurzaamheid wil ik kort ingaan. Het eerste betreft energie.

Energie

Binnen de Faculteit Elektrotechniek wordt in het project Kolen en Elektri­citeit onderzoek gedaan naar de schone verbranding van kolen voor elektriciteitscentrales. Kolenverbrandingsgassen worden gereinigd met behulp van elektrische ontladingen: met name via gepulste

corona-ontladingen. Het onderzoek vindt plaats in samen­werking met de KEMA te Arnhem en onderzoekinstellingen in Engeland, ltalie en Rusland15

.

Recente resultaten zijn zeer hoopge­vend. Zo is 50% NO-reductie experi­menteel aangetoond onder econo­misch acceptabele randvoorwaar­den. Zelfs bijna 100% NO-reductie is in principe haalbaar en reeds experi­menteel aangetoond. Wat betreft 80

2 is eveneens vrijwel 100%

reductie experimenteel aangetoond, nu echter ook onder economisch acceptabele randvoorwaarden. Men moet zich realiseren dat we over 25 jaar weliswaar veel verder zullen zijn met de ontwikkeling van duur­zame energiebronnen (wind, water, zon, etc.) maar dat dan nog steeds 70% van de benodigde energie geleverd zal worden door fossiele brandstoffen. Ook binnen de Faculteit Werktuig­bouwkunde is een uitgebreid pro­gramma Energietechnologie gefor­muleerd, met warmteopslag en warmteoverdracht als belangrijke thema's.

Bamboe

Tenslotte noem ik iets totaal anders, bewust, om de grote varieteit van mogelijkheden te illustreren. Reeds vele jaren speelt onze Faculteit Bouwkunde een belangrijke rol bij het onderzoek naar het gebruik van bamboe als bouwmateriaal (i.h.b. voor huizen) in ontwikkelingslanden.

19

Page 21: Met het oog op overmorgen - Pure - Aanmelden · De titel van mijn rede is "Met het oog op overmorgen". In tegenstelling tot de bekende uitspraak "geen zorgen voor de dag van morgen"

De TUE is betrokken bij een project op dit gebied in Costa Rica. Vermeldenswaard is dat dit a.a. heeft geleid tot een proefschrift16 dat over twee weken zal warden verdedigd door O.A. Arce-Villalobos uit Costa Rica. De voordelen van het gebruik van bamboe vanuit milieu-oogpunt zijn legio (en natuurlijk niet nieuw). Met een beetje bosbouwkundige zorg levert een plantage per ha. per jaar 20 tot 30 ton droog materiaal op, voldoende om 30 tot 45 huizen van 50 m2 elk te bouwen. Een bamboeplantage is volwassen na ongeveer 6 jaar. Anders dan bij bomen vindt geen kaalslag plaats daar de volwassen stammen gekapt warden en de ertussen staande jongere stammen blijven staan. Tijdens de groei is bamboe oak nag goed voor het milieu daar het water vasthoudt en veel humus produceert. Bij het oogsten vindt geen erosie plaats en de bevolking kan dit bouwmateriaal zelf verbouwen. De bijdrage van de TUE heeft twee aspecten: er wordt onderzoek gedaan naar de techniek van bou­wen met bamboe (a.a. het maken van verbindingen) en de kennis wordt overgedragen door training en advies.

Het spectrum van het high tech katalyse-onderzoek naar bamboe als bouwmateriaal is zeer breed. Op steeds meer plekken in dit spectrum zullen wij activiteiten gaan ont­plooien.

20

5 Slot

lk heb getracht U deelgenoot te maken van mijn overtuiging dat het de hoogste tijd is dat ook onze universiteit de zorgen van morgen en overmorgen tot de hare maakt. Daarbij heb ik gewezen op het belang van technologie voor zowel economie als ecologie. lk hecht veel waarde aan de bijdragen die zowel wetenschappers als studenten aan een duurzame ontwikkeling van de samenleving kunnen leveren. Daarmee kom ik aan het slot van mijn rede die bestaat uit een oproep aan de universitaire gemeenschap deel te nemen aan de dialoog die de komende maanden over het thema duurzame technologie zal warden gevoerd.

De eerste voorzet voor de discussie is door het College van Bestuur gedaan. Aan de Universiteitsraad is voorgesteld in de Missie van onze universiteit meer uitgesproken onze relatie met de samenleving op te nemen. De Technische Universiteit Eindhoven wil als instelling voor technisch wetenschappelijk onder­wijs en onderzoek zich richten op het vergroten en overdragen van kennis die vanuit economisch en ecologisch belang een duurzame ontwikkeling van de samenleving dient.

Een dergelijke profilering zal naar mijn mening o.a. bijdragen aan de verbetering van het imago van de techniek, met name oak bij jongeren.

Page 22: Met het oog op overmorgen - Pure - Aanmelden · De titel van mijn rede is "Met het oog op overmorgen". In tegenstelling tot de bekende uitspraak "geen zorgen voor de dag van morgen"

Onze keuze voor het genereren en overdragen van op duurzaamheid gerichte kennis is van grote beteke­nis voor het bedrijfsleven, in het bijzonder ook voor het midden- en kleinbedrijf. In dit verband wil ik gaarne wijzen op een recent verschenen nota17 van de minister van Economische Zaken getiteld "Concurreren met Kennis, Beleidsvisie Technologie". Hierin warden drie strategische wegen van het technologiebeleid uitgewerkt, respectievelijk gericht op het bedrijfs­leven, de kennisinfrastructuur en de samenleving.

Onze faculteit Wijsbegeerte en Maatschappijwetenschappen zal op 26 november ter gelegenheid van het 10-jarig bestaan van de studierich­ting Techniek en Maatschappij een lustrumcongres organiseren metals thema "lndustrialisatiebeleid gericht op duurzaamheid".

Tenslotte kan ik U mededelen dat het college van Bestuur voorziet om overeenkomstig het advies van de commissie Midden een interfacultair centrum op te richten op het gebied van Technologie voor Duurzame Ontwikkeling. Wij hopen hiermee een aanzet te geven voor een eerste concretisering van de Missie die ik U zojuist heb gepresenteerd.

lk hoop dat naast intenties en plannen voor morgen door vele mensen binnen onze universiteit het oog ook gericht wordt op overmor-

gen. lk roep de leden van de univer­sitaire gemeenschap op nu met z'n alien daadwerkelijk aan de voorne­mens uitvoering te gaan geven. Bij die uitvoering kunt U op steun van het College van Bestuur rekenen.

Dames en heren

Het academisch jaar 1993/1994 is geopend.

21

Page 23: Met het oog op overmorgen - Pure - Aanmelden · De titel van mijn rede is "Met het oog op overmorgen". In tegenstelling tot de bekende uitspraak "geen zorgen voor de dag van morgen"

Referenties

1. J.H. van Lint, lets nieuws onder de zon, Rede opening academisch jaar 1991 /1992, Eindhoven: TUE, 2 september 1991.

2. World Commission on Environment and Development (commissie Brundtland), Our Common Future, Oxford: Oxford University Press, 1987. ISBN 0-19-282080-X.

3. Our Common Future, p.46. Vertaling uit: J. Cramer, De illusie voorbij: op weg naar een brede aanpak van de milieuproblemen, Utrecht: Van Arkel, 1991. ISBN 90-6224-280-4.

4. Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM), Nationaal Milieubeleidsplan (NMP), 's-Gravenhage: SOU, 1989. ISBN 90-12-06076-1. Tweede Kamer, vergaderjaar 1988-1989, 21137, nrs.1-2.

5. op.cit, p.20. RIVM = Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiene; TNO = Nederlandse Organisatie voor Toegepast Natuurkundig Onderzoek; DBW/RIZA = Dienst binnenwateren/Rijksinstituut voor de zuivering van afvalwater; DLO = Directie Landbouwkundig Onderzoek; ECN = Energie­onderzoek Centrum Nederland.

6. Commissie Lange Termijn Milieubeleid (CL TM), Het milieu: denkbeelden voor de 21 ste eeuw, Zeist: Kerckebosch, 1990. ISBN 90-6720-091-3.

7. Agenda 21: verklaring van de V.N. conferentie inzake milieu en ontwikke ling (Rio de Janeiro, juni 1992), Den Haag: Ministerie van VROM en Ministerie van Buitenlandse Zaken, 1993. ISBN 90-622-4310-X.

8. Tom Horn, Hendrik Snijders en Kees Vos (red.), Over duurzaamheid gesproken: verslag van de conferentie Techniek & Duurzaamheid Uanuari 1993), Achtergrondstudie nr.2, Den Haag: Adviesraad voor Wetenschaps- en Technologiebeleid (AWT), 1993. ISBN 90-346-2849-3.

9. R.A.P.M. Weterings en J.B. Opschoor, De milieugebruiksruimte als uitdaging voor technologie-ontwikkeling, RMNO-publicatie nr.74, Rijswijk: Raad voor het Milieu- en Natuuronderzoek (RMNO), 1992.

Page 24: Met het oog op overmorgen - Pure - Aanmelden · De titel van mijn rede is "Met het oog op overmorgen". In tegenstelling tot de bekende uitspraak "geen zorgen voor de dag van morgen"

10. H.P. van Heel en J.L.A. Jansen, TU Delft: Met zoeken en leren duurzaam op weg, Samenspraak bij de 151 ste Dies Natalis van de TU Delft, 8 januari 1993.

11. J.H. van Lint, De ivoren toren?, Rede opening academisch jaar 1992/1993, Eindhoven: TUE, 7 september 1992.

12. Pagina 52 in: SEFI Working Group Environmental Engineering (ed.), Environmental Engineering: A Challenge for Europe (SEFI Seminar, Vienna, Austria, June 1992), SEFI Document No.3/1992, Brussel: SEFI, 1992. ISBN 287352-004-3.

13. H.C. Moll, Energy counts and materials matter in models for sustainable development, Proefschrift Rijksuniversiteit Groningen (18 juni 1993), Groningen: Styx, 1993. ISBN 90-72371-74-7.

14. G.J.M. de Koning, Prospects of ba~terial poly{hydroxyalkanoates), Publikatie lnstituut Vervolgopleidingen, Eindhoven: TUE, mei 1992. ISBN 90-5282-186-0. Uitgebreide v~rsie te verschijnen als Proefschrift Technische Universiteit Eindhoven {29 oktober 1993).

15. (a) Samenwerkingsverband Rookgasreiniging met behulp van corona ontlading, partners: NV KEMA (Arnhem) en TUE; (b) EG JOULE-project Catalytic Plasma Process to Limit Combustion Emissions Affecting the Environment, partners: ENEL (Pisa, Italia), Culham Laboratory (Abingdon, Oxfordshire, UK) en TUE; (c) Samenwerkingsverband met lnstituut voor Hoge Temperaturen {IVTAN) (Moskou, Ausland).

16. O.A. Arce-Villalobos, Fundamentals of the Design of Bamboo Structures, Proefschrift Technische Universiteit Eindhoven (te verschijnen op 21 september 1993), Eindhoven: TUE, Faculteit Bouwkunde (Reeks Bouw­stenen 24), 1993. ISBN 90-6814-524-X.

17. Minister van Economische Zaken, Concurreren met Kennis, Beleidsvisie Technologie, Den Haag: SDU, 1993. ISBN 90-399-0478-2. Tweede Kamer, vergaderjaar 1992-1993, 23206, nr.1.

23

Page 25: Met het oog op overmorgen - Pure - Aanmelden · De titel van mijn rede is "Met het oog op overmorgen". In tegenstelling tot de bekende uitspraak "geen zorgen voor de dag van morgen"

Vormgeving en druk: Reproduktie en Fotografie van de CTD Technische Universiteit Eindhoven

lnformatie: Academische en Protocollaire Zaken Telefoon (040-47)2250/4676

ISBN nr. 9038603924

24