58

Jaarverslag Gevangenenzorg Nederland 2010

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Jaarverslag Gevangenenzorg Nederland 2010

Citation preview

Page 1: Jaarverslag Gevangenenzorg Nederland 2010
Page 2: Jaarverslag Gevangenenzorg Nederland 2010

22

Page 3: Jaarverslag Gevangenenzorg Nederland 2010

3

Voorwoord

‘Waarom bezoek je me?’ vroeg Pieter aan één van onze vrijwilligers. Naast een gevangenisstraf hangt Pieter een tbs-behandeling boven het hoofd. Soms praat hij over zelfmoord. Wat is zijn perspectief? ‘Pieter,’ zei de vrijwil-liger ‘je bent voor mij een waardevol mens met veel talenten. Ik geniet er van als ik bij je ben. God heeft mij geroepen dit werk te doen en ik ben dankbaar dat ik jou mag opzoeken. Jij bent als die ene zeester op het strand’.In het volgende bezoek, twee weken later, bracht Pieter een blaadje mee over zeesterren. ‘Wat het voor zin heeft zeesterren terug te gooien als er miljoenen op het strand liggen? Het gaat om die ene zeester, die wél teruggegooid wordt!’ Het bekende verhaal had Pieter geraakt. Hij werd nog steeds gezien als mens en telde mee!

Deze illustratie is afkomstig uit een bezoekrapportage van de vrijwilliger aan één van onze maatschappelijk werkers. In 2010 brachten onze vrijwilligers meer dan 3.000 bezoeken aan 740 hulpvragers. Ze zetten zich met ongekende passie in voor ‘hun gevangene’. U leest daarover in het jaarverslag. Ook geven wij u een beeld van wat er bij komt kijken. Want vrijwilligerswerk bege-leiden is een vak apart, zeker als het om gevangeniswerk gaat. Het vraagt afstemming en borging van processen, ook naar stakeholders buiten de gevan-genis in de nazorgperiode. Het stelt eisen aan de kwaliteit van ons zorgaanbod en de vrijwilligers. We stellen net als alle ‘gewone’ organisaties doelen – bij voorkeur meetbaar - en kennen budgetten toe. Maar één zaak staat bovenaan: passie!

Passie, omdat we geloven in herstel en de barmhar-tigheid van God zoals Hij dat heeft laten zien in Jezus Christus. Misdaad en straf hoeven niet het laatste woord te hebben. Dat zet ons in beweging en daarom bezoeken we gevangenen, tbs-patiënten en hun familie. Passie leidt tot het geven en nemen van tijd. Dat is een onbe-taalbare kwaliteit. Vandaar de titel van dit jaarverslag: ‘Passie als kwaliteit’.

Onze passie wordt ook gevoed door het gestaag groeiende leger van ‘financiële vrijwilligers’. Het aantal particuliere donateurs nam toe met 38% tot bijna 18.000 met een donatieomvang van € 400.000 op een totaal-budget van € 1.500.000. Slechts 15% van de totale inkomsten is subsidie. Dankbaar zijn we ook voor de vele kerken, bedrijven en vermogensfondsen die ons steunen. Zonder hen zou ons werk niet mogelijk zijn. Ook zonder het vertrouwen van het Ministerie van Vei-ligheid en Justitie zou ons werk ondenkbaar zijn. Het vertrouwen is zelfs dermate groot dat we gevraagd werden mee te denken in de ontwikkeling van een nieuw Justitieel vrijwilligersbeleid. Daarmee is Gevangenenzorg Nederland te typeren als een sociale onderneming in de civil society, een organisatie die zich beweegt tussen markt, gezin en overheid, aldus James Kennedy1.

Kennedy constateert dat kerken geen dominante positie meer hebben in de samenleving. Maar wat telt is dat ze hun leden blijven vormen om zich met passie buiten de muren van de kerk in het publieke domein te kunnen opstellen. Dat zien wij terug in de inzet en betrokkenheid van vrijwilligers, donateurs, ondernemers en de kerken

zelf, inmiddels bij elkaar zo’n 20.000 in getal. Wat bindt is de passie, van God en voor de medemens.

We zien tot slot een drietal trends. In de eerste plaats de zich doorzettende groei van het aantal hulpvragers en vrijwilligers. Kennelijk zoeken mensen verbindingen, over muren heen. In de tweede plaats een groei van support van fondsen en particuliere donaties. Ons werk geniet vertrouwen en heeft draagvlak. Tenslotte heeft de overheid in 2010 een serieuze aanzet gegeven tot pro-fessionalisering van justitieel vrijwilligerswerk. U leest over een en ander in dit jaarverslag, met open vensters op de toekomst. We spreken de wens uit dat de ontwik-keling van de civil society zich zal doorzetten en wij ons met passie en verantwoordelijkheid voor nog meer gevangenen van waarde kunnen zijn in het proces naar herstel!

Directie en Raad van Toezicht

1 James Kennedy, Stad op een berg, de publieke rol van protestantse

kerken, Zoetermeer 2010

Page 4: Jaarverslag Gevangenenzorg Nederland 2010

44

Inhoudsopgave

1. Gevangenenzorg Nederland 52. Rondom de programma’s 73. Programma’s en projecten 114. Vrijwilligers 255. Fondsenwerving 296. Communicatie 357. Stakeholders 398. Interne organisatie 439. Korte evaluatie beleidsvoornemens 4910. Begroting 2011 51Bijlage 1 53

Page 5: Jaarverslag Gevangenenzorg Nederland 2010

5

1

Gevangenenzorg Nederland

Page 6: Jaarverslag Gevangenenzorg Nederland 2010

66

1.1 Organisatie

Stichting Gevangenenzorg Nederland is een niet-justitie gebonden organisatie (NJO). Dit betekent dat Gevangenenzorg Nederland door het Ministerie van Veiligheid en Justitie is erkend als vrijwilligersorgani-satie en gevangenen en tbs-patiënten in justitiële inrichtingen mag bezoeken. Daarnaast bieden we ook zorg programma’s voor ex-gevangenen en familie van gevangenen.

Gevangenenzorg Nederland (afgekort tot GNd) partici-peert als volwaardig nationaal zelfstandige organisatie in Prison Fellowship Inter national (PFI) die vertegen-woordigd is in 117 landen. GNd aanvaardt in verbondenheid met PFI de Bijbel als Gods Woord dat richting geeft aan haar handelen. Hierbij worden de apostolische en de geloofsbelijdenis van Nicea onderschreven.

Onze zorg wordt aangeboden zonder onderscheid te maken naar ras, cultuur, godsdienst en levensstijl. Van de Raad van Toezicht, directeur bestuurder, mede-werkers en vrijwilligers wordt verwacht dat zij de visie en missie van de GNd onderschrijven en daaraan praktisch invulling geven in hun dagelijks leven. Daarnaast wordt verwacht dat zij meelevend lid zijn van een christelijke gemeente.

1.2 Visie en missie

De visie van GNd is een organisatie te zijn voor verzoening en herstel voor de gevange ne en zijn familie. Grondslag hiervoor is de over tui ging dat de barmhar tig heid van God in Zijn Zoon Jezus Chris tus zich ook uitstrekt naar de medemens in de gevangenis (Mattheüs 25:36).De missie van GNd is de chris te lijke gemeente en haar leden te motiveren om te zien naar gevange nen en hun familie. Zij wil hen daarbij informeren, trainen en begelei den.

Het internationale logo is gebaseerd op de Bijbeltekst uit Jesaja 42:3 “Het geknakte riet zal Hij niet verbre ken...naar waarheid zal Hij het recht voortbrengen”. Het logo van GNd is een variatie daarop.

1.3 Doelstelling

De statutaire doelstelling van GNd is om gevangenen en hun familie te onder steu nen tijdens het verblijf in de gevangenis, en de periode daarna van re-integratie in hun familie, leefomgeving en arbeids situatie. Vervolgens om gevan genen en hun familie te ondersteunen in het vinden van nieuwe wegen voor zingeving en een le vensstijl die recidive voorko men.

1.4 Locatie

Het kantoor van GNd is gevestigd op de vijfde verdieping van ‘De Leeuwenhoek’ in Zoetermeer. Van hieruit wordt de uitvoering van ons werk gecoördineerd en contact onderhouden met Justitie en andere samenwerkings-partners in heel Nederland.

1.5 Opzet verslaglegging

Een jaarverslag is bedoeld om terug te blikken, maar ook om lijnen te ontdekken in resultaten en plannen voor de toekomst op te baseren. In dit verslag beschrijven we de werkveldomgeving, de resultaten per programma, finan-ciële resultaten en de organisatie zelf. Als bijlage is de goedgekeurde jaarrekening 2010 opgenomen. De vol-ledige jaarrekening is te vinden op www.gevangenenzorg.nl.

Page 7: Jaarverslag Gevangenenzorg Nederland 2010

7

2Rondom de

programma’s

Page 8: Jaarverslag Gevangenenzorg Nederland 2010

88

2.1 Werkveldomgeving

Het aantal organisaties in Nederland dat justitieel vrijwil-ligerswerk verricht is beperkt. Er zijn ongeveer veertig organisaties die lokaal bezoekwerk verrichten. Slechts een viertal organisaties verricht landelijk bezoekwerk, waarvan GNd er één is. Tussen deze vier organisaties is in 2010 regelmatig contact geweest in het kader van de aandacht voor het vrijwilligersbeleid vanuit Justitie (zie Hoofdstuk 4: Vrijwilligers).In de gevangenis is de Medewerker Maatschappelijke Dienstverlening (MMD) voor ons een belangrijke partner. De MMD heeft een spilfunctie op het gebied van de (voorbereiding op de) maatschappelijke integratie van gevangenen. Hij screent elke gevangene op de volgende leefgebieden: (1) identiteitsbewijs, (2) inkomen, (3) schulden, (4) onderdak/huisvesting en (5) zorg. Die informatie moet in principe binnen vijf werkdagen worden overdragen aan de gemeente van herkomst. De gemeente vult de gegevens zo nodig aan en is verder verantwoordelijk voor de nazorg na detentie.

2.2 Waardevolle vrijwilligers

In het veld van het professionele en het grotendeels door de overheid gereguleerde zorgaanbod, heeft ons vrijwil-ligerswerk een waardevolle inbreng: “De binding van een vrijwilliger met een (ex-) gedetineerde is het aan-sprekende en onderscheidende element dat een beroepsmatige relatie per definitie te boven gaat. Vrijwil-ligers kunnen hierdoor aanvullend op professionals een

grote rol spelen in het kader van het aangaan van nieuwe positieve relaties en het begeleiden van de terugkeer van (ex-)gedetineerden naar de samenleving.” 1

We zien ons vrijwilligerswerk als een mooie mix van passie en professie, van competente vrijwilligers en pro-fessionele begeleiding. De gevangenissen zijn gesloten instituties met een focus op veiligheid en borging van processen. De staf van GNd maakt werkafspraken met het personeel in gevangenissen. Onze vrijwilligers zijn op de hoogte van een calamiteitenprotocol, dat is opge-nomen in ons Handboek.Een andere kant die GNd tot een aantrekkelijke samen-werkingspartner maakt is de combinatie van een landelijk netwerk van 477 vrijwilligers (peildatum 31 december 2010) en een totaal zorgaanbod, zowel voor (ex-)gevangenen en tbs-patiënten als hun familieleden, inclusief nazorg na detentie.

2.3 Fundamentele zorg

‘Geloof in herstel’, zoals onze pay-off luidt, is nauw ver-weven met het door ons ontwikkelde begrip barmhartige gerechtigheid. Daarmee wordt bedoeld dat vergelding meer is dan straf en repressie en dat herstelbevorde-rende betrokkenheid eveneens bijdraagt aan het realiseren van gerechtigheid. Deze uitgangspunten zijn

2 Raad voor de Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming, Vrijwillig

maar niet vrijblijvend!; richting aan het vrijwilligersbeleid in het kader

van sanctietoepassing, Den Haag: RSJ 2010a, p.18

gebaseerd op Bijbelse principes. We willen onze naaste ontmoeten, in navolging van Jezus’ zorg voor hulpbe-hoevenden. Niet omdat het een last is waar we aan moeten voldoen, maar vanwege de bewogenheid om er voor anderen te zijn. In 2011 willen we deze principes verder uitwerken en verbinden aan onze zorgvisie. Een aanzet hiertoe gaf de criminoloog dr. P.Ph. Nelissen: hij heeft ons op een vergadering met het bestuur en de Raad van Toezicht gestimuleerd onze mens- en wereld-visie die aan de basis liggen van onze programma’s, ook theoretisch uit te werken.

2.4 Privacy

Wat betreft de vertrouwelijkheid van de geregistreerde gegevens, geschiedt dit volgens de richtlijnen van het College Bescherming Persoonsgegevens. Vrijwilligers en personeel van GNd tekenen voor geheimhouding. Gevan-genen en familie mogen er daarom op vertrouwen dat geen informatie aan derden wordt verstrekt, tenzij daarvoor uitdrukkelijk toestemming door hen is verleend.

2.5 Meetbaar?

Niet alles is zichtbaar of uit te drukken in kwalificeerbare resultaten. Het bieden van een luisterend oor is enorm belangrijk en een kerntaak van een vrijwilliger, maar moeilijk te vangen in een getal. Toch is het streven naar meetbare resultaten ook stimulerend, omdat het ons als organisatie bewust maakt en houdt van waar we mee

Page 9: Jaarverslag Gevangenenzorg Nederland 2010

9

bezig zijn en met welk doel we dat doen. In 2010 zijnKey Performance Indicators (KPI’s) benoemd. Dit maakt ons meer bewust van onze manier van werken, op alle fronten.

De impact van ons werk in de zin van recidivereductie is nauwelijks te meten, omdat er zoveel factoren zijn die van invloed zijn op het gedrag en keuzes van mensen. Bovendien is het voor ons nauwelijks mogelijk een ontrolegroep samen te stellen ter vergelijking.

We zouden het graag willen aantonen: ons werk helpt. Gezien de positieve reacties die we regelmatig krijgen, zijn we daar wel van overtuigd. Daarom zijn we samen met de Vrije Universiteit in 2010 gestart met een onderzoek naar de tevredenheid van hulpvragers en vrij-willigers (zie 3.7.2). De resultaten komen in 2011 beschikbaar.

Per programma zijn in dit jaarverslag groeicijfers opge-nomen. We zijn blij vrijwel overal een groei waar te kunnen nemen. Maar het besef van het belang van kwa-liteit boven kwantiteit is ook aanwezig.

2.6 Tabellen van resultaten 2010

Hieronder is een aantal gegevens opgenomen over de diverse programma’s, om een helder overzicht te geven van de resultaten van het afgelopen jaar. We zien aan alle kanten groei, waar we erg blij mee zijn. Naar deze tabellen wordt verderop in dit jaarverslag verwezen als

een specifiek programma wordt beschreven. Daar gaan we dan ook in op de analyse van de cijfers.

NB: Hulpvragers kunnen in meerdere programma’s hulp aangeboden krijgen. De totaalcijfers betreffen echter unieke personen.

Tabel 2 Ontwikkeling bezoeken 2007-2010

2007 2008 2009 2010Hele jaar Op 31-12 Hele jaar Op 31-12 Hele jaar Op 31-12 Hele jaar Op 31-12

Gevangenenbezoek 208 135 242 152 361 205 506 252Tbs-zorg 40 59 49 62 54Familiezorg 49 21 57 37 86 57 121 57Arbeidsbemiddeling 59 30 58 30 86 52 175 28Correspondentie 11 7 7 7

Totaal 316 186 357 219 516 327 741 398

2007 2008 2009 2010Gevangenenbezoek 1172 1145 1461 1962Tbs-zorg 304 348Familiezorg 229 261 363 422Arbeidsbemiddeling 437 394 334 312

Totaal 1838 1800 2462 3048

Tabel 1 Ontwikkeling hulpvragers per jaar en aantal lopende trajecten op 31 december in 2007-2010

Page 10: Jaarverslag Gevangenenzorg Nederland 2010

10100

Page 11: Jaarverslag Gevangenenzorg Nederland 2010

11

3Programma’s en

projecten

Page 12: Jaarverslag Gevangenenzorg Nederland 2010

12122

3.1 GEVANGENENBEZOEK

3.1.1 Het programma

Persoonlijke betrokkenheid bij het wel en wee van een gevangene en het motiveren om te werken aan een succesvolle maatschappelijke re-integratie zijn twee kernbegrippen van dit zorgprogramma.

Het bezoek van de vrijwilliger is voor gevangenen een krachtig signaal dat niet de hele samenleving hen heeft afgeschreven. Naast professionele zorg zijn er ‘gewone mensen’ die speciaal voor hen belangeloos tijd vrij-maken, zowel tijdens als na detentie. GNd biedt elke gevangene minimaal zes maanden nazorg aan. Zo wordt gewerkt aan perspectief op een stabiele toekomst zonder criminaliteit en detentie.De vrijwilliger heeft aandacht voor de persoon van de gevangene en daarbij al zijn leefgebieden.Het regelen van diverse elementaire zaken daarvoor, behoort tot de taken van de MMD.

Onze zorg is vraaggericht. Een vrijwilliger komt dus alleen op bezoek als de gevangene daarom verzocht heeft en een (telefonische) intake is gedaan door een maatschappelijk werker van GNd. Dit onderstreept het grote belang van de motivatie van de gevangene. De wil is voor ons veel belangrijker dan de mogelijke slagings-kansen. Tijdens het intakegesprek wordt een hulpvraag direct goed in beeld gebracht, zodat vervolgens de juiste vrijwilliger aan de gevangene gekoppeld kan worden.

3.1.2 Doelen en resultaten

De groei van de afgelopen jaren heeft zich ook in 2010 nog doorgezet. Het aantal hulpvragers, lopende trajecten en afgelegde bezoeken is sterk toegenomen. In tabel 1 en 2 is deze groei weergegeven. Hulpvragers kunnen overigens tegelijkertijd binnen verschillende pro-gramma’s zorg aangeboden krijgen, zoals bezoek en arbeidsbemiddeling. Daardoor is het aantal hulptrajecten hoger dan het aantal hulpvragers. Van de hulpvragers is 10,6% (66) vrouw. Landelijk ligt het percentage vrouwe-lijke gevangenen dat in 2010 uitstroomde uit detentie op 7,5% (2429).

Duur traject 2007 2008 2009 20100-4 maanden 12 14 24 295-8 maanden 32 24 31 309-12 maanden 12 17 16 181-2 jaar 19 19 18 182-3 jaar 11 12 6 3> dan 3 jaar 14 12 11 2

De gemiddelde duur van een traject is korter dan in 2009. De grootste groep krijgt gemiddeld ongeveer zes maanden lang bezoek van een vrijwilliger. We zoeken hiervoor een verklaring in de grotere groep aanmel-dingen vanuit een Huis van Bewaring. Deze hulpvragers verlaten de inrichting soms al weer vrij snel.De doelstelling van het aantal te bereiken gevangenen is ruim behaald. Maar de trajecten in 2010 waren korter dan in 2009. Het aantal lopende trajecten op een wil-lekeurig moment is daarmee onder de doelstelling gebleven. Zie tabel 3 voor de duur van de trajecten.Het is goed om te merken dat telkens weer meer gevan-genen de weg naar onze organisatie weten te vinden en dat we, op welke manier dan ook, iets voor hen mogen betekenen. Dit laatste telt voor ons meer dan het behalen van kwantitatieve doelstellingen.In 2010 meldden zich 208 nieuwe hulpvragers aan binnen dit programma. Van de helft was op het moment van aanmelding de VI-datum nog niet bekend. Dit houdt verband met het feit dat veel hulpvragers zich aan-melden vanuit een Huis van Bewaring en dus nog niet afgestraft zijn. De aanleiding van aanmelding is in 27% (iets meer dan vorig jaar: 24%) van de gevallen een folder of poster van GNd. Het in 2009 ingezette streven om in elke inrichting PR-materiaal te hebben, is een goede keuze geweest.

Tabel 3 Duur gevangenenbezoektraject bij beëindiging in

procenten in 2007-2010

Doelstelling: 280 lopende trajecten op 31 decemberResultaat: 252 lopende trajectenGroei t.o.v. 2009: 23%

Page 13: Jaarverslag Gevangenenzorg Nederland 2010

13

Na PR-materiaal volgen respectievelijk medegevangenen, gevangenispersoneel, de kabelkrant en presentaties door GNd als grootste bronnen van aanmelding. De kabelkrant is een intern televisiekanaal binnen een justi-tiële inrichting. In 2010 waren er zes inrichtingen waar via dit kanaal twee sheets van GNd werden getoond.

2007 2008 2009 2010In opvang 5 5 12 11Woont zelfstandig 22 23 19 16Woont onzelfstandig 11 3 5 7Naar buitenland 1 3 0 2In detentie 25 18 26 26In tbs 8 6 3 2Onttrekking 1 1 1 1Overleden 0 2 1 0Onbekend 26 31 32 37

Tabel 4 Situatie bij afsluiten traject in procenten in 2007-2010

Inrichting van instroom 2009

Aantal 2009

Inrichting van instroom 2010

Aantal 2010

PI Zoetermeer 43 PI Zoetermeer 57PI Torentijd 13 PI Zwolle 19PI Zwolle 12 PI De IJssel 17PI Ooijerhoek 12 P.I.V. Breda 16PIV Breda 10 PI Ooijerhoek 15

Niet alleen de lange historie met PI Zoetermeer, maar ook de tweewekelijkse presentaties in de PI door GNd zorgen voor een grote instroom. Het totaal aantal inrich-tingen en instellingen waarvandaan aanmeldingen komen is 43. Er zijn 56 locaties van 29 PI’s in heel Nederland. De dekkingsgraad van GNd is dus 77%.Door de groei is de doelstelling van het bereiken van 490 gevangenen ruim gehaald. Doordat niet alleen het aantal hulpvragers, maar ook het aantal vrijwilligers groeide in 2010, konden ook meer bezoeken worden afgelegd (zie tabel 2, p. 7). De bezoeken hebben betrekking op con-tacten binnen en buiten de inrichtingen. Veel vrijwilligers blijven een gevangene namelijk ook na vrijlating uit detentie bezoeken; 21% van de bezoeken vond buiten de inrichting plaats. Wanneer vrijwilligers ‘meegaan naar buiten’, is dit een extra steun in de rug bij de re-inte-gratie in de maatschappij. Vrijwilligers kunnen de ex-gevangenen motiveren en waar nodig en mogelijk een helpende hand bieden. Een luisterend oor en iemand om te spiegelen is in dit nazorgtraject is vaak ook al veel waard. Onze methodiek is dat hulp ‘binnen’ begint en buiten verdergaat. Voor ons is het opbouwen van een vertrou-wensrelatie van groot belang voor het kunnen onderhouden van contacten na vrijlating. De hulpvrager heeft hierin zelf een verantwoordelijkheid: als hij geen contact meer wenst, houdt de nazorg op. Hoe het deze ex-gevangenen verder vergaat hebben we dus niet altijd in beeld. Wel wordt geregistreerd wat de situatie was bij het afsluiten van de hulptrajecten. Zie hiervoor tabel 3. Als een situatie onbekend is, is een traject niet ‘officieel’ tweezijdig afgesloten. De hulpvrager heeft dan geen

contact meer opgenomen. Na 1 tot 3 maanden wordt een traject door een maatschappelijk werker afgesloten. Voor 2011 denken we aan het duidelijker markeren van het naderende einde van een traject, zodat de vrijwilliger wellicht meer zicht houdt op de situatie na detentie.

3.1.3 Oranje Fonds Groeiprogramma

De groei van de afgelopen jaren is mede een gevolg van onze participatie in het driejarige Groeiprogramma van het Oranje Fonds en McKinsey & Company. Succesvolle en vernieuwende sociale pioniers en projectleiders werden een jaar lang door coaches en experts begeleid om hun lokale initiatief nationaal op de kaart te zetten 2. Na een intensieve ontwerpperiode in 2008 is het concept van het groeiplan in 2009 en 2010 succesvol uitgerold. Er is veel tijd gestoken in het leggen en onderhouden van goede contacten met leidinggevend en uitvoerend personeel in gevangenissen 3. Dit heeft er toe geleid dat ons zorgaanbod actief werd gepromoot. We denken hiermee een stabiele basis te hebben voor de instroom van hulpvragen en vrijwilligers op de langere termijn.

3 Zie http://www.oranjefonds.nl/oranjefonds/groeiprogramma/

4 Dit is in overeenstemming met Beleidsvoornemen 5 uit het Meerjaren-

beleidsplan: Versterking van contactniveaus met Penitentiaire

Inrichtingen en partners.

Tabel 5 Inrichtingen met de meeste nieuwe hulpvragers in

2009 en 2010

Page 14: Jaarverslag Gevangenenzorg Nederland 2010

14144

3.1.4 Nazorg

Regelmatig kloppen gevangenen bij onze organisatie aan voor hulp bij diverse praktische problemen. Vaak is er dan een dringende hulpvraag omdat men zeer bin-nenkort de gevangenis mag verlaten, maar bijvoorbeeld nog geen huisvesting heeft. Zonder hulp van buitenaf staat de gevangene daarin machteloos. Na vrijlating brengen vrijwilligers de ex-gevangenen vaak naar opvanghuizen of andere instanties. Wat betreft het tijdstip van aanmelding is de datum van invrijheidstelling belangrijk. Tijdens detentie zijn de Medewerkers Maat-schappelijke Dienstverlening (MMD) beschikbaar om gevangenen op de verschillende leefgebieden ter zijde te staan. Een feit is echter dat ongeveer 70% van de gevangenen niet langer dan drie maanden in detentie verblijft 4. Dit beperkt de tijd voor MMD om voor alle gevangenen de noodzakelijke dingen te regelen. Deze situatie leidt ertoe dat gevangenen aan de bel trekken bij GNd. In dit soort gevallen overleggen wij met de MMD om misverstanden te voorkomen. Ook ná vrijlating zoeken inmiddels ex-gevangenen nog regelmatig contact met GNd. De praktijk van aankloppen bij diverse instanties en het leven weer op de rit krijgen, blijkt dan weerbarstig. Het past in onze zorgvisie om onze capa-citeit en expertise ook in te zetten in deze vaak schrijnende hulpvragen, hoewel we niet altijd kunnen wat we zouden willen. De passie om ons in te zetten is leidend en vaak wordt dan ook alles uit de kast gehaald

5 CBW en WODC (2010), Criminaliteit en rechtshandhaving 2009, Den

Haag: WODC , p. 468

om iets te kunnen betekenen. Hierbij moet wel rekening gehouden worden met de actuele ruimte binnen de caseload van de maatschappelijk werkers. Wij zetten dan in op het zo snel mogelijk vinden van passende zorg door de professionele instanties. In tabel 6 is te zien op welk moment de gevangenen een beroep op GNd doen in relatie tot de datum van invrijheidstelling. Bij de cate-gorie ‘Datum onbekend’ gaat het vaak om gevangenen die in voorarrest zitten en dus nog niet weten wanneer ze in vrijheid worden gesteld. Tezamen met de vele aan-meldingen die minder dan 3 maanden voor vrijlating binnenkwamen, is nazorg een actueel thema. Het principe om hulpvragers aan te nemen die een minimaal strafrestant hebben van 3 maanden wordt duidelijk niet in alle gevallen gehanteerd.

2007 2008 2009 2010Datum onbekend 58 35 47 50Na VI 7 150 maanden 1 01 maand 2 92 maanden 4 203 maanden 4 134 maanden 10 10< 5 maanden 15 29 21 255-8 maanden 11 10 11 99-12 maanden 3 9 5 51-2 jaar 8 13 10 72-3 jaar 3 2 4 3> 3 jaar 4 2 3 2

Tabel 6 Datum hulpvraag in relatie tot datum invrijheidstelling

2007-2010

Nazorg vraagt om een goed beeld van de sociale kaart en contact met bijvoorbeeld opvangvoorzieningen. In 2010 is de afspraak gemaakt met het Leger des Heils dat er altijd een crisisbed beschikbaar is in Den Haag voor een hulpvrager van GNd. Van dit bed is één keer daadwerkelijk gebruik gemaakt. Met het management van het Leger des Heils zijn we in gesprek om in 2011 dezelfde afspraak voor meerdere regio’s te kunnen maken. In 2010 is 7 keer facilitaire ondersteuning geboden aan Stichting Ontmoeting in Epe voor het vervoeren van gevangenen in het kader van oude afspraken in het project ‘Uit de bak, onder dak’. In 2009 was dit 3 keer het geval. Normaal gesproken worden deze ritten door de Dienst Vervoer en Ondersteuning van DJI verricht, maar het komt een enkele keer voor dat dit niet lukt.

3.1.5 Toekomst

In 2008 is in het kader van het Oranje Fonds Groeipro-gramma een plan opgesteld om ons zorgaanbod te laten groeien. De groeicijfers bleven achter op de ambitieuze, oorspronkelijke verwachting van 1000 gevangenen in twee jaar (400 in 2009 en 600 in 2010). Toch zijn we niet ontevreden, temeer daar we in 2009 en 2010 (ten opzichte van 2008) duidelijk hebben kunnen zien dat investering in contacten op uitvoerend niveau en voor-lichting in de gevangenis tot verhoging van de instroom heeft geleid en dat dus meer gevangenen op de hoogte zijn van ons werk. Daar doen we het tenslotte voor! Uit de jaarcijfers leiden we af dat er ook in 2011 nog groei

Page 15: Jaarverslag Gevangenenzorg Nederland 2010

15

mogelijk is. Het komende jaar zullen we op de inge-slagen weg verder gaan en focussen op de inrichtingen waar de contacten aangehaald kunnen worden en onze folders hun weg nog moeten vinden. Doel is om 540 gevangenen te bereiken met een dagelijkse caseload van 300 trajecten.Een specifiek punt van aandacht is het voortzetten van contact na vrijlating. Als (ex-)gevangenen alles op orde hebben, is er natuurlijk geen man overboord. Maar dat weten we nog te vaak niet. Graag zouden we dat beter in beeld krijgen en hulptrajecten op een duidelijke manier afsluiten waarbij bekend is wat de situatie is. We denken daarbij bijvoorbeeld aan het veel duidelijker markeren van de periode tijdens en na detentie. Kort voor vrijlating zou de vrijwilliger standaard een evaluatie kunnen doen, samen met de gevangene. Hierbij kunnen mogelijkheden en verwachtingen nog eens expliciet aan de orde komen en goede afspraken gemaakt worden. In 2011 worden deze punten uitgewerkt in het Ontwik-kelplan Nazorg.

Een ander punt is dat we zeer benieuwd blijven of het goed gaat met ‘onze klant’ en of ons werk daar effect op gehad heeft, juist ook op langere termijn. Het hoge reci-divepercentage van 70% heeft betrekking op de stand van zaken 5 jaar na detentie. Deze periode is voor ons niet zelfstandig te volgen, maar door dr. Arie van den Hurk, onderzoekscoördinator bij DJI, zijn ons suggesties aangereikt om hier meer over te weten te komen. We zijn erg blij met deze handreiking. Het zou ons iets (niet alles) kunnen vertellen over de waarde van ons werk en over verbeterpunten.

Dr. Arie van den Hurk, onderzoekscoördinator bij DJI

3.2 TBS-ZORG

3.2.1 Het programma

Sociaal contact is van levensbelang, zeker in een gesloten inrichting als een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) waar sprake is van behandeltrajecten met een gemiddelde duur van ongeveer 10 jaar 5. Vrijwilligers van GNd gaan met regelmaat op individueel bezoek bij tbs-patiënten. Deze trajecten duren over het algemeen langer en vergen in die zin meer uithoudingsvermogen van een vrijwilliger. De bezoeken zijn minder toekomst-gericht dan bij gevangenen en ook is er veel minder

6 Zie http://www.dji.nl/Images/TBS%20in%20getal%202005-2009_

tcm93-289749.pdf voor uitleg van dit cijfer.

vaak ‘vooruitgang’ te zien. Hiervoor is veel aandacht tijdens de begeleiding van de bezoekvrijwilligers door de maatschappelijk werker. Hierbij wordt gebruikt gemaakt van de inzichten uit de presentietheorie.Intussen kan een vrijwilliger voor een tbs-patiënt een goede manier zijn om weer te ervaren hoe het is om op een gezonde wijze contact te leggen met iemand uit de maatschappij.Al enkele jaren heeft GNd met diverse FPC’s een samen-werkingsovereenkomst. Afstemming met de behandelaars is daarom erg belangrijk. Wanneer een tbs-patiënt zich aanmeldt voor een vrijwilligerstraject bij GNd, wordt eerst overlegd met de verantwoordelijke maatschappelijk werker in de tbs-inrichting. Die kent de patiënt goed en kan bepalen of een vrijwilligerscontact een waardevolle versterking is op de behandeling.

3.2.2 Doelen en resultaten

Groei t.o

Doelstelling: 75 tbs’ers bezoekenResultaat: 62 tbs’ers bezochtGroei t.o.v. 2009: 5%

Page 16: Jaarverslag Gevangenenzorg Nederland 2010

16166

Het aantal trajecten binnen tbs-klinieken is in 2010 licht gestegen. Er stroomden 12 nieuwe hulpvragers in. 11 trajecten werden beëindigd, hoofdzakelijk omdat die tbs-patiënten geen hulpvraag meer hadden of geen behoefte meer hadden aan contact. De tbs-patiënten werden in totaal 348 maal bezocht. In vergelijking met 2009 is dit een stijging van 14%.In totaal zijn er 14 locaties in Nederland waar tbs-pati-enten verblijven. Met 3 daarvan is een samenwerkingsovereenkomst. De 12 nieuwe hulp-vragers komen allemaal uit deze FPC’s.Het doel van 75 is niet gehaald. Dit bleek vooralsnog te hoog gegrepen. Dat is mede aanleiding om in te zetten op meer samenwerkingsovereenkomsten met FPC’s.De begeleiding van vrijwilligers is een intensief gebeuren. Wij zijn blij met de positieve terugkoppeling van de (directie van de) FPC’s dat zijn inzet en onze werkwijze tot grote tevredenheid is. De contacten zijn niet alleen op uitvoerend niveau erg goed, maar ook op directieniveau kunnen we elkaar vinden. De continuering van de samenwerkingsovereenkomsten met drie FPC’s is daar een mooie bevestiging van.

In maart is de groep vrijwilligers die bezoeken aflegt in de Oostvaarderskliniek in Almere een dag te gast geweest in die kliniek. Personeel van het FPC en de vrij-willigers hadden gelegenheid voor het uitwisselen van ervaringen. De vrijwilligers kregen verder een rond-leiding en ontvingen informatie over de dagelijkse gang van zaken in een FPC. Deze activiteit is goed bevallen en zal in 2011 uitgebreid worden naar meerdere klinieken.

3.2.3 Toekomst

Op verzoek van GNd is een student Maatschappelijk Werk en Dienstverlening van de Christelijke Hogeschool Ede in 2010 gestart met een afstudeeronderzoek. Door persoonlijke omstandigheden is het onderzoek wat uitgelopen en wordt het in de eerste helft van 2011 afgerond. Het afstudeerproject heeft als onderwerp: ‘Hoe kunnen vrijwilligers van GNd optimale steun bieden aan een tbs-patiënt op basis van continuïteit?’. Onder andere de Presentiebenadering, maar ook de Narratieve en Con-textuele benadering zullen hier een plaats in krijgen. De kern van de Presentiebenadering is ‘aandacht’, en ‘aan-wezig zijn’. We zien in deze benadering methodische handvatten voor ons werk. In 2011 zal het onderzoek uitmonden in een handboek voor vrijwilligers die een tbs-patiënt bezoeken.

Er zal verder ingezet worden op de vergroting van de instroom. Dit vergt tijd en medewerking van mede-werkers in de klinieken. Er lijkt per kliniek waarmee een convenant is afgesloten een logisch maximum te zijn van 10-15 patiënten die in aanmerking komen voor vrijwilligersbezoek. Voor 2011 is als doelstelling geformuleerd om 75 pati-enten te bezoeken. Op basis van de ervaringen met de FPC’s in Balkburg, Groningen en Almere zal gestreefd worden naar het zoeken van samenwerking met nog drie andere FPC’s. We zien namelijk dat wanneer vrijwilli-gerswerk door medewerkers in een FPC ‘serieus’ wordt genomen, dit een positieve uitwerking heeft op de pati-enten en vrijwilligers.

Wij willen de Tbs-zorg graag toekomstgericht en meer duurzaam doorontwikkelen. Eind 2011 moet er een beter beeld zijn van mogelijkheden voor relevante uitbreiding.

3.3 FAMILIEZORG

3.3.1 Het programma

Detentie grijpt ook bij de ‘thuiszitters’ diep in. Men komt alleen te staan met een veelheid aan persoonlijke vragen en (financiële) problemen. Familieleden kunnen naar ons kantoor bellen en ondersteund worden door een vrijwil-liger. Een vrijwilliger gaat thuis op bezoek, biedt een luisterend oor en denkt en werkt mee bij de oplossing van allerlei praktische zaken. Onderwerpen van gesprek zijn bijvoorbeeld de opvoeding van kinderen, financiën, werk, huisvesting en relaties. Ook hebben wij kennis van andere zorginstanties om eventueel door te verwijzen. De vrijwilligers van dit programma krijgen een aanvul-lende training. Deze is gebaseerd op de contextuele benadering, waarin aandacht is voor een goede balans in relaties van mensen. Voorts is het voor vrijwilligers van buitengewoon groot belang dat ze niet in ‘de tang’ komen van relatieproblemen. De vrijwilliger die de gevangene bezoekt is altijd een andere dan die de partner thuis bezoekt. De vrijwilligers worden getraind en aangestuurd door een maatschappelijk werker fami-liezorg. Voor gevangenen met kinderen jonger dan 12 jaar is er de mogelijkheid om verjaardags- en kerstcadeautjes aan te vragen. Vrijwilligers zorgen ervoor dat het cadeautje

Page 17: Jaarverslag Gevangenenzorg Nederland 2010

17

bij het kind terecht komt. Overigens vragen we in alle gevallen toestemming van de andere ouder c.q. ver-zorger van het kind. Nog een mogelijkheid voor gevangenen om het contact met hun kinderen niet te verliezen, is de ouder-kind-dag. De PI Haaglanden locatie Zoetermeer organiseert een aantal keer per jaar zo’n dag. GNd verzorgt dan een programma voor degenen die de kinderen naar de gevangenis brengen (veelal moeders of verzorgers).

3.3.2 Doelen en resultaten

2007 2008 2009 2010Persoonlijk:Bezoek en/of begeleiding 14 24 39 54Praktisch:Huisvesting 1 2 2 4Schuldhulp 0 6 2 17Praktische hulp 1 8 16 13Werk 0 1 1 1Relatiegericht:Hulp in relatie met partner 1 5 8 9Hulp in relatie met kinderen 2 10 22 24Hulp in relatie met ouders 0 1 0 1Bezoek familie gevangenen 3 4 3 1

Doelstelling: 100 familieleden bereikenResultaat: 121 familieleden bereiktGroei t.o.v. 2009: 41%

Zoals weergegeven in de grafieken, heeft ook het pro-gramma Familiezorg een groei doorgemaakt. Als gevolg van een grotere instroom van gevangenen en de toename van de naamsbekendheid wisten steeds meer mensen uit de omgeving van gevangenen de weg naar Familiezorg te vinden. Soms wijzen gevangenen zelf hun familie op onze organisatie. Het komt ook geregeld voor dat gevangenen ons vragen contact op te nemen met hun familie. We sturen dan een informatiepakketje naar de familie toe.De trajecten die in 2010 werden afgesloten duurden gemiddeld bijna 14 maanden. In 2009 was dit ruim 7. Trajecten duren dus bijna dubbel zo lang. We zien hierin een positieve waardering en zijn blij dat duurzame zorg geboden kan worden. De reden van het beëindigen van een traject was in 75% van de gevallen dat er geen hulpvraag meer was.

De aard van de hulpvragen kan per familie verschillen. In tabel 7 zijn de hulpvragen per nieuwe instroom weerge-geven, voor zover deze in één van de categorieën onder te brengen waren. Kanttekening hierbij: een hulpvrager kan natuurlijk ook meerdere hulpvragen hebben en is dan in meerdere categorieën geplaatst.Opvallend is de behoefte aan contact met een vrijwil-liger, de vraag naar schuldhulp en hulp in relatie met de kinderen. In 2009 is 33 keer contact geweest met onze organisatie om een- of tweemalig advies te krijgen. In 2010 was dit 248 keer het geval. Dit is een enorme stijging, welke gerelativeerd moet worden omdat in 2010 nauwkeuriger geregistreerd is op deze contacten. En het nabellen van families die een informatiepakketje ontvingen, leverde ook direct een aantal consults op.Deze contacten werden niet geregistreerd als hulp-traject, maar zijn zeker van betekenis: “Fijn dat ik even mijn verhaal kwijt kon en dat jullie even met mij mee wilden denken! Als ik weer ergens tegenaan loop, kom ik bij jullie terug.” De 248 contacten bestonden uit 231 telefonische consults met individuen en 17 maal met professionals of andere organisaties.In 2010 zijn 19 vrijwilligers specifiek toegerust voor de familiezorg tijdens twee trainingen. Het totaal aantal vrij-willigers dat ingezet wordt binnen familiezorg is 110.

3.3.3 Toekomst

Anders dan voor gevangenen zijn er in Nederland nau-welijks organisaties die gericht hulp bieden aan familieleden van gevangenen. Dit was een extra reden Tabel 7 Aard hulpvragen Familiezorg in 2007-2010 in absolute cijfers

Page 18: Jaarverslag Gevangenenzorg Nederland 2010

18188

voor GNd om in te zetten op meer zorgcapaciteit en, in samenhang met de verwachte blijvende groei op ver-schillende terreinen, de organisatie daarop aan te passen. Daarom is in 2010 de capaciteit uitgebreid met 0,5 FTE waardoor de dagelijkse capaciteit op 90 tra-jecten komt. In 2011 wil de organisatie zorg bieden aan 135 familieleden door 130 vrijwilligers in te zetten. We werken aan een plan om meer vrijwilligers in te zetten voor de ouder-kind-dagen.

3.3.4 Kindercadeautjes

Doelstelling: meer kinderen een cadeautje bezorgenResultaat: 557 keer een kind verrastGroei t.o.v. 2009: 41%

In 2010 is er, evenals in het voorgaande jaar, veel aan PR gedaan met betrekking tot de mogelijkheid om een cadeautje voor kinderen jonger dan 12 jaar aan te vragen. Penitentiaire Inrichtingen zijn benaderd door GNd, met de vraag of er posters opgehangen mochten worden waarop (onder andere) dit project aangeboden wordt. Bijna alle gevangenissen stonden positief tegenover onze kinder-cadeau-acties. De bekendheid met dit project is sterk gegroeid wat goed terug te zien is in de cijfers (zie tabel 8). Bovenop de inzet van de maatschappelijk werkers is gedurende het hele jaar een vrijwilliger 3 dagdelen per week beschikbaar geweest op kantoor voor dit project: Ed van Eijle. Hij zegt hierover:

“Ik heb de mooiste baan van het hele kantoor! Want ik mag meehelpen om deze kinderen – die het vaak ook niet makkelijk hebben – een beetje blij te

maken met een cadeautje namens hun vader (of moeder).” De inzet is het waard. Kinderen bevinden zich in een vaak verwarrende en moeilijke periode een leuk presentje krijgen. Een reactie van een familie naar aan-leiding van de kerstcadeau-actie:

“Hallo beste vrijwilligers!Vandaag hebben we (namens papa) van jullie de kerst-cadeautjes mogen ontvangen voor onze twee jongens! Ook lekker op tijd! Ze zijn nog ingepakt hoor, en gaan niet eerder open dan met kerst ! Ik wil namens ons alle vier jullie even hartelijk bedanken, jullie inzet wordt vre-selijk gewaardeerd !!! (ik weet zeker niet alleen door ons !!!) echt geweldig !!! Dat mag toch ook wel gemeld worden, vind ik zelf !!! Het is allemaal al erg genoeg dat we iemand thuis moeten missen. Al is het ook maar tij-delijk… maar juist met deze feestdagen zetten jullie je in voor mensen die het nodig hebben… echt helemaal TOP !!! Dus nogmaals HARTSTIKKE BEDANKT!!!”

2007 2008 2009 2010Cadeautje Kerst 30 107 312 374Cadeautje Verjaardag 33 41 82 183Totaal 63 148 394 557

Tabel 8 Kindercadeautjes Kerst en Verjaardag 2007-2010

In 2010 zijn 20 kindercadeautjes bezorgd bij familie-leden van Nederlanders die in het buitenland gedetineerd zijn. Deze doelgroep werd aangemeld door Stichting Epafras, die zorg verleent aan Nederlandse gevangenen in het buitenland.

3.3.5 Ouder-kind-dagen

De ouder-kind-dagen vallen ook onder het programma Familiezorg. In de PI Haaglanden, locatie Zoetermeer is in 2010 vijf maal een ouder-kind-dag georganiseerd door de PI. Onze organisatie participeerde daarin. Samen met vrijwilligers, verzorgden de maatschappelijk werkers van Familiezorg een programma voor moeders of ver-zorgers van de kinderen. Het doel van de aanwezigheid van GNd is om familie van gevangenen de gelegenheid te geven voor ontmoeting, een luisterend oor, informatie en advies. Dit kan steun bieden in een crisisperiode van detentie en tot ondersteuning zijn van de gezinsbinding. De hulp voor de brengers (de moeders) kan ten goede komen aan het hele gezin en kan indirect doorwerken naar de binding van de kinderen en de gedetineerde ouder. Gemiddeld waren er zo’n 10 tot 15 moeders of verzorgers per dag aanwezig. De contacten met het per-soneel van de inrichting verlopen goed, wat de organisatie van deze dagen vergemakkelijkt.

Page 19: Jaarverslag Gevangenenzorg Nederland 2010

19

3.4 KERSTACTIE

3.4.1 Het programma

Ieder jaar in de week voor Kerst gaan medewerkers van GNd samen met partners van de organisatie de gevan-genis in Zoetermeer in om daar kerstpakketten uit te

Burgemeester Waaijer tijdens de kerstuitdeling in PI

Zoetermeer

delen aan de gevangenen. Het personeel van de inrichting maakt alle deuren open en de gevangenen wordt persoonlijk een mooi pakketje aangeboden. Een chocoladekerstkrans, een kerststol, kerstkaarten met postzegel, een kerstwens, een dagboekje en informatie over GNd, verpakt in een toepasselijke draagtas.

Al onze hulpvragers ontvangen rond kerst een kaart van ons. Hulpvragers van familiezorg en nazorg ontvangen eveneens een (kleiner) kerstpakketje.

3.4.2 Doelen en resultaten

De zakelijke partners die meewerken aan deze actie zijn tegelijkertijd vaak degenen die een financiële of mate-riële bijdrage leveren om de pakketjes aan te schaffen. Voor de gevangenen is dit gebaar een bijzondere blijk van aandacht. In PI De Kruisberg (Doetinchem), PI Vught en PI Haaglanden, locatie Zoetermeer werden in totaal 745 pakketjes bezorgd. Zoals inmiddels traditie deed ook burgemeester Waaijer van Zoetermeer weer actief mee. Binnen familiezorg werden er 65 pakketjes bezorgd en binnen nazorg ging het om 60 pakketjes. In 2009 waren dat er respectievelijk 45 en 23.

3.4.3 Toekomst

Voor het komende jaar is er geen bijzonder speerpunt voor het project Kerstactie, maar wordt op de ingeslagen

weg verder gegaan. Wellicht dat een bescheiden uit-breiding van het aantal PI’s een optie is of dat rond Pasen of Pinksteren een actie kan worden opgezet, mogelijk in samenwerking met het gevangenispastoraat in het verlengde van het convenant.

3.5 SOS-PROGRAMMA’S

3.5.1 De programma’s

GNd gelooft in herstel. Dit sluit aan bij de beweging van Herstelrecht. Deze heeft internationale wortels en is als zodanig bekend als Restorative Justice. Deze benadering wil de dader inzicht geven in de effecten van crimina-liteit op het leven van het slachtoffer en zijn omgeving, de gevolgen voor de samenleving, maar ook voor de gevolgen van de dader zelf en zijn familie en vrienden. De nadruk ligt op het nemen van verantwoordelijkheid voor gedrag en de gevolgen daarvan.

GNd verzorgt SOS-programma’s in drie varianten. SOS staat voor Spreken over schuld, slachtoffers en samen-leving. De varianten bestaan uit een cursus voor volwassenen, een modulaire variant voor volwassenen en een cursus voor jeugd.Tijdens SOS-cursus krijgen de deelnemers onder leiding van een cursusleider en vrijwilligers in de loop van acht (voor jeugd zes) bijeenkomsten meer inzicht in hun eigen verantwoordelijkheid en de gevolgen van criminaliteit voor alle betrokkenen. Ook wordt gewerkt aan een sym-

Page 20: Jaarverslag Gevangenenzorg Nederland 2010

20200

bolische daad van herstel, waarbij de deelnemer laat zien dat hij de herstelprincipes weet toe te passen in zijn eigen concrete situatie.

Schilderij van deelnemer SOS-cursus

Voor de modulaire variant geldt dat dit programma sinds eind 2005 in Lelystad wordt aangeboden. Lelystad heeft een detentieconcept voor kortgestraften, tot maximaal 4 maanden. GNd biedt op de zaterdagen het SOS-pro-gramma waarin vrijwilligers en een gespreksleider met groepen gevangenen in gesprek gaan over thema’s die gericht zijn op het nemen van eigen verantwoorde-lijkheid, het bewust worden van de effecten van criminaliteit en het werken aan herstel van de gevolgen van criminaliteit. Speciaal voor dit programma is een werkboek ontwikkeld met negen thema’s.

3.5.2 Doelen en resultaten

De verdere ontwikkeling van SOS heeft vertraging opge-lopen door de langdurige ziekte van de coördinator. De groeiambities waren daardoor niet haalbaar. Daarnaast zegden twee JJI’s helaas een jeugdcursus af.De uitvoering kon gelukkig grotendeels gecontinueerd worden door de extra inzet van maatschappelijk werkers en de directiesecretaris. De directeur bestuurder pleegde extra inzet ten behoeve van de ontwikkeling naar DJI en diverse PI’s en JJI’s.

SOS SOS jeugd SOS-modulairAantal cursussen 1 (3) 4 (10) 215 (250)Aantal deelnemers 6 (36) 21 (80) 1.807 (2.750)Locatie PI Haag-

landen, locatie Zoeter-meer

JJI Tey-lingereind

Detentie-concept Lelystad

Vrijwilligers 3 3 26

Tabel 9 Overzicht cursussen SOS, SOS jeugd, SOS-modulair in

2010 met doelen tussen haakjes

In tabel 9 is te zien welke programma’s zijn aangeboden en hoeveel deelnemers hieraan meededen. Deelnemers die de SOS-cursus helemaal doorlopen, ontvangen aan het eind een certificaat. De reacties van deelnemers zijn

vaak bijzonder, zo ook de volgende reactie van een deel-nemer aan de cursus voor volwassenen: “Belangrijk voor mezelf vind ik dat ik ben gaan nadenken over dat er meer slachtoffers zijn dan alleen maar het slachtoffer van het delict. Zo zijn ook eigenlijk de mensen in mijn leven slachtoffer van mijn ‘daden’…!”Een jeugdige verwoordde het op een andere manier: “Ik hield er rekening mee dat de politie me zou arresteren. Maar ik had geen zin om mezelf aan te geven. Nee zeg, dat doe je niet. Nu denk ik daar anders over. Het was gewoon niet nodig geweest. Ik zou dat tegen het slacht-offer willen zeggen en ook dat het me spijt. Ik ben benieuwd of hij mijn excuus aanneemt. Nee, er wordt nog niet aan gewerkt, maar ik zou het wel willen.”

De resultaten voor SOS-modulair zijn moeilijk te meten, aangezien het niet om een afgeronde SOS-cursus gaat gezien de korte verblijfsduur van de gevangenen. Daar-

Sem, een jeugdige die in 2010 meedeed met de SOS-cursus

Page 21: Jaarverslag Gevangenenzorg Nederland 2010

21

naast is deelname min of meer verplicht. Ondanks het verplichte karakter zijn we blij met de doorgaans goede gesprekken en het feit dat gevangenen – juist ook door de inbreng van vrijwilligers – meestal bereid zijn om serieus na te denken over hun situatie en een bijdrage te leveren aan een groepsgesprek: “Ik wil niet dat mijn kin-deren dezelfde jeugd krijgen als ik vroeger. Dus heb ik de keuze gemaakt opnieuw te beginnen.”Om wat meer achtergrondinformatie te kunnen geven is een brochure ontwikkeld waarin niet alleen onze programma’s worden uitgelegd, maar ook de ideeën van Restorative Justice kort uiteengezet worden.

Al jaren bestaat in Nederland het zogeheten Forum voor Herstelrecht. In 2010 werd dit Forum nieuw leven inge-blazen. Vanuit GNd worden hier goede contacten mee onderhouden en bijvoorbeeld meegedacht over herstel-gerichte detentie.

3.5.4 Toekomst

De overtuiging van het belang van de SOS-programma’s zette ons al eerder aan om in meer inrichtingen de cursussen aan te bieden. De mogelijkheid om dit daad-werkelijk te doen doet zich nu voor in het kader van Modernisering Gevangeniswezen, een beleidsplan van DJI. Met diverse inrichtingen worden gesprekken gevoerd over zowel de SOS-cursus als de modulaire variant van SOS. Voor de zomer van 2011 start de eerste cursus in PI Krimpen, als alles volgens plan verloopt.Hoe het programma SOS-modulair in Lelystad

verdergaat, hangt af van de toekomst van het detentie-concept Lelystad. In de loop van 2011 wordt daarover meer duidelijkheid verwacht.

3.6 ARBEIDSTOELEIDING

3.6.1 Het programma

Wie als ex-gevangene op zoek gaat naar een baan, maakt over het algemeen niet heel veel kans. Detentie stempelt iemand langdurig. Tegelijkertijd is het vinden van werk erg belangrijk. Het verschaft een inkomen, voorkomt doelloos

nietsdoen, biedt een sociaal netwerk en geeft structuur aan de dag. Voor veel ex-gevangenen is juist een baan het bewijs dat de re-integratie slaagt. In samenwerking met enkele gevangenissen enerzijds en zakelijke partners anderzijds zoeken onze twee arbeids-bemiddelaars werk voor gevangenen. De ex-gevangene wordt daarnaast in principe begeleid door een vrijwilliger via het programma Gevangenenbezoek, voor een betere aansluiting tussen de gevangenis en de samenleving.

De maatschappelijke impact hiervan is tweeledig: meer arbeidsparticipatie en mogelijk minder kans op recidive. Een ondernemer verwoordde het zo: “Wat me sterk bezighoudt, is hoe we in de toekomst de

Figuur 1 Werkwijze Arbeidstoeleiding

Page 22: Jaarverslag Gevangenenzorg Nederland 2010

22222

maatschappe lijke problemen, die in onze samenleving op diverse terreinen steeds sterker (op)spelen, in de hand kunnen houden. Daarbij is jullie slogan: ‘Geloof in herstel’ een essentiële uitgangspositie.”De baten voor de maatschappij als geheel zijn veel hoger dan de kosten die wij hiervoor maken. Uit ons haalbaarheidsonderzoek voor Arbeidstoeleiding uit 2008 bleek dat een beperkt aantal organisaties zich richt op de arbeidsintegratie van gevangenen. Voor GNd een extra reden om hierop in te zetten. Bovendien is ingezet op een verdienmodel, waarbij het programma de eerste drie jaar door fondsen van de grond zou komen en ver-volgens zich zelffinancierend zou kunnen continueren. De meerwaarde van het programma is dat we de wereld van detentie kennen en op die manier ook hulpvragers kunnen werven. Daarbij komt de inzet van vrijwilligers, wat de methodiek erg waardevol maakt.

3.6.2 Doelen en resultaten

In 2010 zijn 21 ex-gevangenen geplaatst op een arbeidsplek; een sterke groei ten opzichte van 2009. Bij 13 van deze plaatsingen waren vrijwilligers betrokken. 5 van de succesvolle trajecten waren gekoppeld aan rele-vante scholing voor de ex-gevangene.

De ambitie van 25 plaatsingen is niet gehaald. Vanaf januari 2010 is een tweede arbeidsbemiddelaar aange-steld. Hij heeft vooral ingezet op contacten met partners en gemeenten. Maar de economische recessie blijft parten spelen, hoewel de oorzaak niet alleen daarin gevonden kan worden. Ook de subsidies bij gemeentes drogen op waardoor minder geld beschikbaar is voor re-integratietrajecten. De groep ex-gevangenen blijft daarnaast een zeer bewerkelijke doelgroep als het op het vinden van een passende arbeidsplaats aankomt. Ook de werving van geschikte kandidaten vraagt veel inspanning. Van de 134 intakes werd voor in totaal 30 gevangenen een werkplek gevonden. 9 kandidaten haakten op het laatste moment af. Dit is een bekend probleem waarop ook extra is ingezet door nog meer te stimuleren en na te bellen: 7 van de 9 haakten af in de eerste twee kwartalen van 2010. We proberen vat te krijgen op het vermijden van uitval.Er zijn diverse instroomvarianten mogelijk: via ons pro-gramma Gevangenenbezoek (60%); via medewerkers maatschappelijke dienstverlening van de penitentiaire inrichtingen (30%); en direct: (ex-)gevangenen nemen in toenemende mate zelf contact met ons op voor speci-fieke ondersteuning naar arbeid (10%). Dat het grootste deel van de instroom via ons eigen programma loopt, toont de kracht aan van ons integrale zorgaanbod.

3.6.3 Toekomst

Eén van de beleidsvoornemens uit het meerjarenbeleids- plan 2007-2011 is om het programma arbeidstoeleiding financieel te verzelfstandigen. Dit moet in 2013 gereali-seerd zijn. Financiering van de arbeidstoeleiding werd aanvankelijk gezocht in samenwerking met uitzendbu-reaus. In de loop van 2010 zette het verdienmodel in op samenwerking met re-integratiebedrijven waarbij de inkomsten naar rato worden verdeeld. GNd houdt zich vooral bezig met het werkterrein dat haar eigen is, namelijk de werving van gevangenen.In het businessplan van De Aansluiting is voor de komende jaren een sterke groei van plaatsingen geraamd: van 50 in 2011 tot 70 in 2013.

3.7 DE VRIJSTAD

3.7.1 Het project

GNd wil graag betrokkenheid bij het werk onder gevan-genen stimuleren. Het gaat daarbij niet alleen om betrokkenheid in daden, maar ook om intellectuele en financiële support. Dat moet bijdragen aan een veer-krachtige organisatie die ‘denkt en doet’ en dat ook kan blijven doen juist dankzij een betrokken achterban. Die geeft tijd en geld en krijgt daar kennis, inspiratie en vol-doening voor terug. Zo willen wij met elkaar bouwen aan een vitale en moderne non-profit organisatie die een traditionele inspiratiebron actueel weet te vertalen.

Doelstelling: 25 plaatsingenResultaat: 21 plaatsingenGroei t.o.v. 2009: 91%

Page 23: Jaarverslag Gevangenenzorg Nederland 2010

23

De projectnaam is ontleend aan een fenomeen in de Bijbelse tijd, waarin een vrijstad bescherming bood aan doodslagers tegen de bloedwreker, totdat hij een eerlijke kans kreeg voor de rechter. Wij zijn bijzonder dankbaar dat een tweetal ondernemers drie jaar financieel garant staat voor de financiering van dit programma. Hierdoor kon per 1 mei 2009 een crimi-nologe als directiesecretaris worden aangesteld die ondermeer onze directeur bestuurder ondersteunt bij de strategische ontwikkelingen van de organisatie. Bovendien is er bewust meer aandacht voor het kop-pelen van onze identiteit aan de zorgvisie.

3.7.2 Doelen en resultaten

De Vrijstad geeft onder meer uitwerking aan het meerja-renbeleiddoel 4, verbetering van de Publieke Informatie. Onze ambitie is om hét service- en kenniscentrum te zijn voor de achterban als het gaat om een christelijke visie op mens, misdaad en maatschappij. In 2010 is contact gezocht met de Christelijke Hogeschool Ede. Twee stu-denten Theologie studeren af op de vraag naar de omvang van en omgang met detentie binnen de kerke-lijke gemeenten uit onze achterban. De uitvoering en afronding van dit onderzoek start in 2011. Het doel is om duidelijk te krijgen waar kerkelijke gemeenten tegenaan lopen op het gebied van detentie. De intentie is dat er een folder of een andersoortige handreiking ontwikkeld wordt die bij deze hulpvragen aansluit, zodat GNd haar kennis en ervaring ter beschikking kan stellen en kerke-lijke gemeenten hier een beroep op kunnen doen.

In 2010 is op verzoek van en in samenwerking met GNd door professor dr. P.H. van der Laan van de Vrije Univer-siteit en het Nederlands Studiecentrum voor Criminaliteit en Rechtshandhaving gestart met een onderzoek om de tevredenheid van hulpvragers en vrijwilligers in kaart te brengen. Als start is door de directiesecretaris een college gegeven aan Masterstudenten Criminologie. Naar aanleiding daarvan meldden zich twee studenten om hierop af te studeren. Op basis van het onderzoek kan het zorgaanbod en -methodiek eventueel bijgesteld worden. We vinden het belangrijk te onderzoeken of dat wat we denken te bieden overeenkomt met de ervaring en behoefte van de hulpvragers en vrijwilligers. De resultaten en afronding van het onderzoek worden in de eerste helft van 2011 verwacht, waarna ook gepubli-ceerd zal worden, onder andere in een vaktijdschrift, maar uiteraard ook richting de achterban en vrijwilligers. Tevens worden de resultaten zo mogelijk verwerkt in de werkwijze binnen onze zorgprogramma’s.

Vanuit de Vrijstad is ook in 2010 een artikel verschenen: “Waardevolle vrijwilligers”. De toe-gevoegde waarde van vrijwilligers binnen justitiële inrichtingen wordt hierin onderstreept en beargumen-teerd. Justitie streeft een humaan detentieklimaat na. Dit houdt in dat een mens als individu tot zijn recht kan blijven komen. Daar kunnen

vrijwilligers een duidelijke bijdrage aan leveren, omdat zij de mens achter de gevangene willen ontmoeten. Het artikel is verschenen in het vaktijdschrift Proces6.

3.7.3 Toekomst

In 2011 zullen eerder genoemde onderzoeken afgerond worden, waarna implementatie van aanbevelingen uitge-werkt moet worden. De eerder genoemde suggesties van dr. Nelissen over het onderbouwen van onze werk-wijze worden hierbij ook meegenomen.Daarnaast zal de identiteit van de organisatie aandacht krijgen, zowel intern als in relatie tot de zorgvisie van de organisatie. De methodiek willen we onderbouwen met zowel theoretische concepten als met uitgangspunten die voortkomen uit de christelijke identiteit van de orga-nisatie.

7 M. Cammeraat, ‘Waardevolle vrijwilligers’, in: PROCES 2010, 5,

p.303-312

Page 24: Jaarverslag Gevangenenzorg Nederland 2010

24244

Page 25: Jaarverslag Gevangenenzorg Nederland 2010

25

4Vrijwilligers

Page 26: Jaarverslag Gevangenenzorg Nederland 2010

26266

Het hart van een vrijwilligersorganisatie is natuurlijk de groep vrijwilligers. Alle programma’s die in dit jaar-verslag beschreven staan, zouden niet bestaan zonder de inzet van deze mensen. We zijn trots op onze vrij-willige collega’s. Het werk dat zij verzetten wordt breed gewaardeerd. De uitnodiging van Justitie om mee te denken in de vernieuwing van het vrijwilligerbeleid onderstreept dat (zie 4.5).

4.1 Werkwijze

Zodra een hulpvrager zich aanmeldt en een vrijwilliger op bezoek wil, wordt een telefonische intake gedaan door de maatschappelijk werker op kantoor. Op basis van deze intake wordt een vrijwilliger gezocht die bij voorkeur in de buurt woont van de verblijfplaats van de gevangene, tbs-patiënt of familie, maar ook past bij de casus. De vrijwilliger maakt dan een bezoekafspraak via de bezoekadministratie van de PI. Als het om familie-bezoek wordt de afspraak rechtstreeks gemaakt. De vrijwilliger wordt geacht binnen drie tot vijf dagen na het bezoek te rapporteren aan de maatschappelijk werker die hem of haar aanstuurt. Aan de hand van deze rapportages sturen de maatschappelijk werkers de vrij-willigers aan. “De meerwaarde van onze vrijwilligers is dat zij er persoonlijk en met kennis van zaken kunnen zijn voor een hulpvrager”, zoals een van de maatschap-pelijk werkers het uitdrukte.

4.2 Vrijwilligersprofiel

In het kader van het Groeiprogramma van het Oranje Fonds is de afgelopen jaren ingezet op een forse groei van het aantal vrijwilligers. In tabel 10 is deze groei in

kaart gebracht. Nadat iemand interesse heeft getoond in het vrijwilligerswerk van GNd, wordt er een informatie-pakketje toegestuurd met daarin onder andere een

De 11 aandachtsgebieden in de bezoekrapportages

Doelstelling: 500 vrijwilligersResultaat: 477Groei t.o.v. 2009: 18%

Page 27: Jaarverslag Gevangenenzorg Nederland 2010

27

zelfevaluatie. Potentiële vrijwilligers worden al dan niet aangenomen op grond van het competentieprofiel dat ontwikkeld is in samenwerking met DJI. Uiteindelijk werd 27% van de geïnteresseerden daadwerkelijk vrij-williger binnen één van onze programma’s. De selectieprocedure is zorgvuldig: er wordt veel tijd en kwaliteit aan besteed. Mensen die na het opvragen van informatie niet reageerden, zijn eenmalig benaderd per telefoon, mail of brief met de vraag of er vragen zijn en in hoeverre men van plan is zich nog aan te melden.De meeste vrijwilligers melden zich aan na meerdere advertenties en/of artikelen te hebben gelezen of na een tip van een andere vrijwilliger.

2007 2008 2009 2010Aanvragen informatie 250 297 409 432Nieuwe vrijwilligers 29 57 119 115Uitstroom vrijwilligers 27 45 45 46Netto vrijwilligers 296 323 407 477

Tabel 10 Geïnteresseerden in vrijwilligerswerk en vrijwilligers

2007-2010

De vrijwilligers die uitstroomden in 2010 hadden daar uiteenlopende redenen voor. De belangrijkste reden was dat zich andere prioriteiten voordeden. Leeftijd en gezondheid waren ook redenen om af te haken. Gemiddeld zijn vrijwilligers ruim 43 maanden vrijwilliger van GNd. Tien vrijwilligers ontvingen een kleine attentie omdat ze 10 jaar vrijwilliger waren.

De gemiddelde leeftijd van ons vrijwilligerscorps is 50,5 jaar. De jongste vrijwilliger is 20, de oudste is 80 jaar oud. De verhouding man-vrouw is 54%-46%. Het opleidings-niveau is gevarieerd: van lagere school tot universitair en alles wat daartussen zit. Het merendeel van de vrijwil-ligers heeft een MBO- of HBO-opleiding afgerond.

4.3 Vrijwilligersdag

De landelijke vrijwilligersdag is gehouden op zaterdag 9 oktober 2010 in Amersfoort. Het thema was ‘Motiveren en gemotiveerd blijven’. ’s Morgens stak ds. Dries van Meulen als voormalig justitiepredikant de vrijwilligers een hart onder de riem door te op te roepen gemotiveerd te blijven. De kernboodschap was: hou vol en blijf trouw, want ieder mens is kostbaar in Gods ogen en “wie een mensenleven redt, redt de hele wereld”.

’s Middags was het thema ‘Motiverende bejegening’ waarover trainer Theo de Graaff, van DJI, met de vrijwil-ligers nadacht: Bij motiverende gespreksvoering ga je bij de ander op zoek naar motieven om te veranderen.Er waren 160 mensen aanwezig. Met elkaar zorgde dit voor een geslaagde dag van ontmoeting, motivatie en informatie.

4.4 Training

Alle 115 nieuwe vrijwilligers hebben de tweedaagse Basis-training aangeboden gekregen. Zo werden ze wegwijs gemaakt in het justitiële werkveld en aan de hand van casuïstiek bewust gemaakt van de leefwereld van (ex-)gevangenen. Tijdens de training is ook aandacht voor de plaats van GNd ten opzichte van de overheid en andere organisaties en wordt de werkwijze uitgelegd. Tijd voor onderlinge ontmoeting tijdens de vrijwilligersdag 2010

Page 28: Jaarverslag Gevangenenzorg Nederland 2010

28288

Deze Basistraining is zeven maal gegeven op verschil-lende locaties in Nederland: Nijkerk, Zwolle en Zoetermeer. Voorafgaand aan de training ontvingen de vrijwilligers het Handboek GNd. Een reactie van een aan-komend vrijwilliger: “Dat was gelukkig een nuttige training bij GNd. Niet voor niets binnen gezeten met dit mooie weer!”De vrijwilligers van GNd ontvangen drie keer per jaar het Vrijwilligers Informatieblad. Hierin worden zij geïnfor-meerd over ontwikkelingen binnen GNd, over actuele zaken rondom het gevangeniswezen en verder is er ruimte voor bezinning, kennismaking met andere vrijwil-ligers en PR-informatie.

4.5 Vrijwilligerbeleid in de sanctietoepassing

In 2010 is GNd, samen met drie andere grote vrijwil-ligersorganisaties, nauw betrokken geweest bij het opstellen van het vrijwilligersbeleid van DJI. Resultaat van dit proces is extra aandacht voor ons werk, zowel binnen als buiten de gevangenismuren. Tijdens de over-handiging van het beleid aan toenmalig Minister van Justitie Hirsch Ballin heeft een vrijwilliger van GNd over haar vrijwilligerswerk verteld en presenteerde onze coördinator Vrijwilligers ons competentiemodel.Voor de volledigheid nemen we hieronder het doel op van deze beleidsvisie:“Het doel van de beleidsvisie is dat het vrijwilligerswerk voor (ex-)justitieel ingeslotenen vanaf 2011 op een inhoudelijk te verantwoorden, objectieve en transparante manier door het ministerie van Justitie wordt onder-

steund. Inhoudelijk zal het doel van dit vrijwilligerswerk moeten passen binnen de doelstellingen van Justitie, zullen de vrijwilligersactiviteiten moeten aansluiten op de werkzaamheden van de beroepskrachten binnen de inrichtingen en instellingen en zal – niet in de laatste plaats – het vrijwilligerswerk moeten worden uitgevoerd onder voorwaarden die voor zowel Justitie als de vrijwil-ligersorganisaties aanvaardbaar en werkbaar zijn.Voor de vrijwilligersorganisaties moet de invoering van deze beleidsvisie meer zekerheid bieden om hun vrijwil-ligerswerk in de justitiële inrichtingen en instellingen naar behoren te kunnen uitvoeren. Vrijwilligersorgani-saties zijn gebaat bij duidelijk vastgelegde afspraken, die

voor alle organisaties gelden. Voorkomen moet worden dat er ongewenste ‘concurrentie’ ontstaat bij de toe-lating van nieuwkomers. Daarnaast verwachten zij van de totstandkoming van deze beleidsvisie dat hiervan een positieve impuls uitgaat op de beeldvorming over vrijwil-ligerswerk bij Justitie, de inrichtingen en instellingen. En niet in de laatste plaats zal Justitie moeten voorzien in een structurele basisfinanciering van deze vrijwilligers-organisaties. Kortom, voor zowel Justitie als de vrijwilligersorganisaties geldt dat de invoering van de beleidsvisie er toe moet leiden dat het vrijwilligerswerk een bestendige en haar toekomende plaats in de sanc-tietoepassing krijgt.” 7

Met andere woorden: in dit krachtenveld is het aan GNd om een werkbare balans te vinden in het taal van het werkveld tussen passie en professie.De deelname aan het proces was voor ons een unieke ervaring. We kijken er met een goed gevoel op terug. Deze ervaring is wederzijds, getuige de reactie van de projectleider Edo Brommet: “Bij de voorbereiding van de beleidsvisie op het vrijwilligerswerk bij de sanctietoe-passing heb ik Gevangenenzorg Nederland leren kennen als een zeer actieve en constructieve overlegpartner. Vanuit die houding heeft Gevangenenzorg Nederland een substantiële bijdrage geleverd aan de totstandkoming van deze visie.”

8 Ministerie van Justitie, Vrijwilligersbeleid in de sanctietoepassing, Den

Haag: Ministerie van Justitie 2010, p. 5

Collega Kees van der Linden

Page 29: Jaarverslag Gevangenenzorg Nederland 2010

29

5Fondsenwerving

Page 30: Jaarverslag Gevangenenzorg Nederland 2010

30300

5 Fondsenwerving

GNd heeft in 2010 een sterke financiële groei doorge-maakt. Waar in 2009 een bedrag van € 1.240.726 aan baten werd gerealiseerd, is dit met 21% gegroeid tot de realisatie van bijna € 1.500.000 aan baten in 2010.

Jaar 2009 2010Aantal bijsluiters 11 17Nieuwe donateurs 2.609 2.227Gemiddeld bedrag € 15,58 € 15,23Netto kosten € 13,12 € 16,36

In 2010 is met name fors geïnvesteerd in de samen-werking met fondsen. In 2010 groeiden de inkomsten vanuit particuliere donateurs en bedrijven sterk, de inkomsten vanuit kerken daalden.We zoeken een oorzaak in het feit dat er veel tijd en energie is gestoken in het benaderen van fondsen. Hierdoor kon minder capaciteit aan persoonlijk relatieon-derhoud met kerken en worden besteed.

Een overzicht van de inkomstenstroom afgelopen jaren:

2007 2008 2009 2010Particulieren € 143.475 € 270.734 € 338.833 € 419.626Kerken € 138.111 € 180.507 € 208.418 € 187.607 Bedrijven € 129.321 € 99.166 € 109.776 € 136.041Fondsen € 205.075 € 272.485 € 299.050 € 471.550Subsidies € 187.188 € 152.075 € 240.525 € 259.410Overige baten € 6.765 € 18.422 € 44.124 € 22.481

Totaal 809.935 993.389 1.240.726 1.496.715

Tabel 11 Geboekte resultaten inkomsten 2007-2010

5.2 Particulieren

De inkomstendoelstelling voor particuliere donateurs is ruimschoots behaald. Vanuit particuliere donateurs is in 2010 een bedrag van € 419.626 behaald. Het aantal particuliere donateurs steeg tot iets meer dan 15.000, mede dankzij actieve donateurwerving.

15.000e donateur, Fam. Sterrenburg

5.2.1 Bijsluiters

Bij de werving van nieuwe donateurs spelen bijsluiters een belangrijke rol. In 2010 is een deel van de bijsluiters

Doelstelling: 15.000 actieve donateursResultaat: 15.110 actieve donateursGroei t.o.v. 2009: 14%

Inkomsten 2010

Particulieren

Kerken

Bedrijven

Fondsen

Subsidies

Overige baten

Page 31: Jaarverslag Gevangenenzorg Nederland 2010

31

toegevoegd aan tijdschriften in onze huidige achterban (Terdege, Gezinsgids, Elisa-bethbode etc.) en een deel van de bijsluiters is toege-voegd aan tijdschriften waarin GNd nog niet eerder aandacht kreeg (HW Confessioneel, CV*Koers etc.).

Uit bovenstaande blijkt onder andere dat de gemiddelde gift iets terugloopt en dat daarmee de netto kosten voor het werven van een nieuwe donateur toenemen. Een verklaring voor de lagere gift kan worden gevonden in de economische crisis en in het feit dat GNd al vaker in bepaalde tijd-schriften een bijsluiter toevoegde. De lezer zal niet iedere keer opnieuw een gift overmaken, of wil wel betrokken blijven maar doneert een lager bedrag.Bij de begroting van inkomsten vanuit particulieren voor 2011 is rekening gehouden met dit lagere giftbedrag.

GNd is voortdurend op zoek naar nieuwe bronnen van inkomsten. Daarom zijn in 2010 voor het eerst bijsluiters geplaatst in relatief onbe-kende magazines. Aangezien GNd nog niet bekend was bij deze lezers, was de respons beduidend lager dan de respons op bijsluiters van tijdschriften

uit onze bekende achterban. Deze lagere respons ver-klaart ook waarom het aantal nieuwe donateurs kleiner

is t.o.v. 2009. Toch is het belangrijk om de naamsbe-kendheid van GNd ook bij nieuwe kanalen op te bouwen en daarom wordt in 2011 opnieuw geadverteerd in deze magazines.

5.2.2 Happy Call

Nieuwe donateurs willen we graag betrokken houden op ons werk. Daarom bedanken we deze donateurs met een zogenaamde ‘Happy Call’. De donateur wordt telefonisch hartelijk bedankt voor de gift. Tevens wordt gevraagd of de donateur een nieuwsbrief wil ontvangen en of de donateur ons structureel wil ondersteunen. Donateurs met een machtiging van € 15,- per jaar ontvangen als welkomstgeschenk een boek. In 2010 zijn vijf Happy Call campagnes gehouden met zeer goede resultaten. De gemiddelde respons was18%, dat wil zeggen 327 nieuwe machtiginghouders.

5.2.3 DM actie

DM staat voor Direct Marketing en houdt in dat er een brief wordt gestuurd naar onbekende adressen. In 2009 is naar 21.000 adressen een brief van GNd gestuurd met het verzoek om een gift. De respons (ruim 1,5%) was naar tevredenheid en daarom zou in december 2010 deze DM-campagne worden herhaald. Deze campagne is echter wegens kostenbesparing vervallen en zal mogelijk in 2011 alsnog worden uitgevoerd.

5.3 Kerken

De doelstelling voor € 210.000 aan inkomsten vanuit kerken is helaas niet behaald. Dit komt met name doordat we in 2009 acht maal mochten deelnemen aan rommelmarken vanuit kerken. Dat betekent dat (een deel) van de opbrengst voor GNd was bestemd. Deze inkomsten zijn in 2010 geheel weggevallen.

Tevens lijkt een natuurlijk plafond bereikt wat betreft de inkomsten vanuit kerken. De verwachting is dat de inkomsten vanuit kerken zullen stabiliseren op een bedrag van ongeveer € 200.000. Voor het jaar 2011 is daarom geen forse groei met betrekking tot de inkomsten vanuit kerken begroot.

Belacties naar diaconieën om GNd op de giften- of col-lectenlijst te plaatsen, hebben in 2010 wel goede resultaten opgeleverd. Op deze manier wordt het ker-kenbestand steeds meer uitgebreid. In 2010 waren er 128 kerken die voor het eerst een gift gaven.Ook bij kerken speelt naamsbekendheid een grote rol. Daarom ontvangen kerken twee maal per jaar een nieuwsbrief van GNd. In totaal telt ons kerkenbestand nu bijna 800 kerken en gemeenten uit de breedte van pro-testants Nederland.

Beste lezer,

Hoeveel muren hebt u de afgelopen week van binnen gezien?Wat een vreemde vraag, zult u denken.

Wel, de oplettende lezer herkent hierin mijn column van de vorige editie van HW Confessioneel. Ik schreef over de scheiding die een gevangenismuur maakt. En over de opdracht van Jezus Christus om de gevangenen te bezoeken. Een bijna onmogelijke opdracht.

Onmogelijk? Nee, dat niet. Want Gevangenenzorg Nederland brengt het in praktijk. Ruim 400 vrijwilligers gaan dagelijks de gevangenis in om gevangenen te bezoeken. En die bezoeken zijn serieus! Samen wordt er nagedacht over de toekomst. Een toekomst zonder criminaliteit.

Want wist u dat ruim 70 % van de ex-gevangenen opnieuw terugkomt in de gevangenis? Dat kan anders, denk ik. Daarom spreekt het werk van Gevangenenzorg mij zo aan. Gevangenenzorg Nederland helpt gevangenen, heel concreet, met een baan, huisvesting, het opbouwen van een sociaal netwerk en vooral ook met nazorg als iemand vrij komt. In mijn column leest u hier meer over.

Dit werk verdient ook uw steun! Ik begrijp dat u niet allemaal in de gelegenheid bent om vrijwilliger te worden. Maar we kunnen ook op een andere manier betrokken zijn. Door Gevangenenzorg te gedenken in uw gebed. Daarnaast kunt u ook een gift geven. Zo maakt u het mede mogelijk om nog meer gevangenen te helpen. Maak daarom vandaag nog uw gift over naar Gevangenenzorg Nederland. Mede namens al die gevangenen, heel hartelijk dank!

ds. Joop Spoor

P.S. Geef om en voor gevangenen!

Voor slechts 10 euro laat u uw medemens toch niet zitten!

Gevangenenzorg, dat doen we samen!

Bezoekadres Kaagkade 57 > 2725 AA Zoetermeer > Postadres Postbus 773 > 2700 AT Zoetermeer > T (079) 331 05 68 > F (079) 331 09 45 I www.gevangenenzorg.nl > KvK 41157975 > Bank 6391416 > Min. erkenning 644939/97/DJI > member of Prison Fellowship International

Christus om de gevangenen te bezoeken.

Maak daarom vandaag nog uw gift over naar Gevangenenzorg Nederland.

J. Spoor

Een toekomst zonder criminaliteit.

de opdracht van Jezus

Doelstelling: € 210.000Resultaat: € 187.607Krimp t.o.v. 2009: 10 %

Page 32: Jaarverslag Gevangenenzorg Nederland 2010

32322

5.4 Bedrijven

In 2009 daalden de inkomsten vanuit bedrijven, maar deze daling heeft zich gelukkig niet voortgezet in 2010. Er is zelfs sprake van een duidelijke stijging.In 2010 ontvingen bedrijven tweemaal een op-maat-gesneden bedrijvenmailing. Op deze manier wordt met beperkte middelen zo optimaal mogelijk gewerkt aan een persoonlijk contact met de bedrijven. Onderdeel van het relatiebeheer met bedrijven is een rondleiding in een gevangenis voor ondernemers. Zo krijgen ondernemers een eigen en eerlijk beeld van de gevangenis en wordt de betrokkenheid op ons werk ver-groot.

5.5 Subsidies

De subsidie van het Ministerie van Justitie werd geconti-nueerd met € 198.500. Wij zijn blij met deze toekenning die de waardering voor het werk van onze vrijwilligers onderstreept. Daarnaast is in 2010 met een drietal forensisch psychia-trische centra een samenwerkingsconvenant met een vergoeding overeengekomen voor het bezoekwerk aan tbs-patiënten. Voor verschillende SOS-activiteiten is eveneens een vergoeding betaald door de verschillende inrichtingen. Maar het aantal cursussen is minder dan in 2009 (zie voor uitleg 3.5).Het totaal van de subsidies komt daarmee in 2010 op € 259.410.

5.6 Fondsen

In 2010 is fors geïnvesteerd in de fondsen. Veel nieuwe fondsen reageerden positief op de aanvraag om GNd (projectmatig) te ondersteunen. Hierdoor is een forse groei gerealiseerd in de inkomsten vanuit fondsen. Begroot was een bedrag van € 350.000. In totaal is ruim € 470.000 ontvangen; een groei van 58%!Medio 2010 is een ‘fondsendag’ georganiseerd waarbij betrokken fondsen werden uitgenodigd voor een rond-

leiding in FPC De Oostvaarderskliniek in Almere. Uit de deelnemende fondsen sprak een betrokkenheid op ons werk en dat stimuleert ons om te blijven investeren in de relatie met fondsen.

Een greep uit ondersteunende fondsen

Doelstelling: € 275.000Resultaat: € 259.410Groei t.o.v. 2009: 8 %

Doelstelling: € 275.000Resultaat: € 471.550 Groei t.o.v. 2009: 58%

Doelstelling: € 125.000Resultaat: € 136.041Groei t.o.v. 2009: 24 %

Page 33: Jaarverslag Gevangenenzorg Nederland 2010

33

5.6.1 Oranje Fonds

Binnen het Oranje Fonds namen wij deel aan het Groei-programma 2008-2010. De directeur bestuurder en de coördinator Vrijwilligers en Relaties participeerden in het Groeiprogramma. We hebben de afgelopen jaren de vruchten kunnen plukken van de investeringen en mochten een mooie groei constateren. We willen daar-naast benadrukken dat het Groeiprogramma zorgt voor extra momenten van bewustwording en motivatie, onder andere op het gebied van identiteit, positionering en sociaal ondernemerschap op het snijvlak van markt en overheid.

5.6.2 Stichting Rotterdam

GNd is blij met de goede contacten met diverse vermogensfondsen. Dit jaar willen we Stichting Rotterdam noemen, een protestants-christelijk stimuleringsfonds voor activiteiten op sociaal en cultureel terrein, waar sinds 1996 een constructieve relatie mee bestaat. Niet alleen financieel,

maar ook inhoudelijk. Ds. G.F. Hooijer heeft over zijn expertise vanuit deze stichting verteld tijdens een confe-rentie van PFI in Roemenië in mei 2010. Het onderwerp was het perspectief van een fonds op fondswervende organisaties. Zijn bijdrage werd erg gewaardeerd.In onze nieuwsbrief van december 2010 zei ds. Hooijer op de vraag waarom de Stichting ons werk steunt: “De

Stichting Rotterdam stimuleert en steunt initiatieven op diaconaal terrein. Het werk van Gevange nenzorg Nederland valt daar dui-delijk onder. Het zoekt nieuwe wegen en gaat die ook. Gevange-nenzorg helpt vanuit

een duidelijk christelijke identiteit, zonder te evangeli-seren. Daarnaast heeft het een breed draagvlak binnen de kerken. En, niet het minst, veel betrokken vrijwilligers zetten zich voor dit werk in. Dus, simpel gezegd, het werk valt gewoon binnen de doelstellingen van de Stichting.”

5.7 Scholen, verenigingen en acties

Wij vinden het belangrijk om onze achterban persoonlijk te ontmoeten. Beurzen lenen zich daar uitstekend voor. Wij waren daarom bijvoorbeeld met een stand aanwezig op de Familiedagen Hardenberg, op de Nederland Zingt-dag van de EO en op de Duikenburgse dagen. Tevens waren we ook te vinden op kleinere beurzen als camping

Opbrengst actie Boazschool in Meliskerke

De Kleine Belties, Goede doelen dag Rheeze en appèl-dagen van diverse kerkelijke jongerenorganisaties.Geregeld organiseren jeugdverenigingen, scholen of par-ticulieren een actie voor GNd. Zo waren er concerten, een kledingverkoopdag, rommelmarkten en tasjesver-koopacties. Diverse jeugdverenigingen van kerken en een kinderbijbelclub hebben meegedaan aan de ‘tasjes-verkoopactie’. Daarbij kregen de kinderen een tasje van GNd mee naar huis met materiaal om te verkopen. Op deze manier kunnen ook jonge kinderen al iets bete-kenen voor gevangenen en hun familieleden. De totale opbrengst was € 14.819.

Bijzonder blij waren met de keuze van het Landelijk Contact Jeugdwerk (LCJ) om de opbrengst van haar jaaractie voor GNd de bestemmen. Het LCJ is een jonge-renorganisatie binnen de Christelijke Gereformeerde Kerken. De actie is gestart in september 2010 en loopt tot juli 2011. Met de verkoop van actieartikelen, zoals het boek Levenslang, geschreven door gevangenen, met sponsoracties, muziekavonden, autowas-acties etc.

Doelstelling: € 50.000Resultaat: € 14.819krimp t.o.v. 2009: 36 %

Page 34: Jaarverslag Gevangenenzorg Nederland 2010

34344

hopen zij in totaal € 50.000 op te halen. Het totaal-bedrag wordt gedeeld: de helft is voor de LCJ, de andere helft is voor GNd.

Tot slot fietste collega Kees van der Linden opnieuw de ‘Race van Kees’ en haalde daarmee ruim € 8.000 op!

Race van Kees

Al deze acties laten zien dat jong en oud op crea tieve wijze actief zijn om geld in te zamelen voor de gevan-

genen en hun familieleden. Het bemoedigt ons te zien dat zoveel mensen betrokken zijn op ons werk!

5.8 Maximale kosten fondsenwerving

GNd vindt vitale financiering belangrijk. Wij voeren een actief beleid om een brede inkomstenstroom te hebben. De afhankelijkheid van subsidies willen we beperken tot minder dan 50%. In 2010 was dat 15%. Heel dankbaar zijn we met een stabiele en sterke achterban van parti-culiere donateurs. Die is opnieuw toegenomen. Daarom investeren we in de werving via bijsluiters, advertenties en belcampagnes. De kosten die we hiervoor maken – de kosten fondsenwerving – mogen niet hoger zijn dan een percentage van 25 van de totale baten. Intern han-teren we een strakkere norm van 20%. Ook in 2010 zijn we ruimschoots onder deze norm gebleven, zoals blijkt uit onderstaande tabel.

5.9 Klachten

GNd hecht veel waarde aan een goed contact met de achterban en het voorkomen van irritaties. Het aantal klachten van donateurs bleef in 2010 zeer beperkt tot 15.

Kosten fondswerving Baten incl. subsidies Baten excl. subsidies Kosten fondsenw. uit baten, incl. subsidies

Kosten fondsenw. uit baten, excl. subsidies

€ 158.161 € 1.496.713 € 1.237.304 10,6% 12,8%

De meest voorkomende klacht is dat donateurs geen prijs stellen op de acceptgirokaart bij de Nieuwsbrief. De klachten worden zorgvuldig afgehandeld via een klach-tenprotocol.

Tabel 12 Kosten fondswerving afgezet tegen inkomsten

Page 35: Jaarverslag Gevangenenzorg Nederland 2010

35

6

Communicatie

Page 36: Jaarverslag Gevangenenzorg Nederland 2010

36366

GNd communiceert met verschillende doelgroepen; van gevangenen en familieleden tot particuliere donateurs, kerken, fondsen, bedrijven en betrokkenen in de samen-leving. Bij iedere doelgroep wordt zoveel mogelijk aansluiting gezocht met een passend communicatie-middel. De overeenkomst is dat onze hulpverlening voorop staat en daar graag over vertellen. Vooral naar onze achterban willen we de bajesrealiteit en ons werk dichterbij brengen.

6.1 Nieuwsbrief

Particuliere donateurs ont-vingen in 2010 vier maal onze Nieuwsbrief. In elke Nieuwsbrief stond één van onze zorgprogramma’s cen-traal: arbeidsbemiddeling, tbs-zorg, SOS-jeugd en fami-liezorg. In elk interview is ook de vrijwilliger aan het woord gekomen, juist omdat het

contract tussen hulpvrager en vrijwilliger centraal staat.

6.2 Pers en media-aandacht

Wij zoeken bewust de publiciteit in kranten en maga-zines. Zo wil GNd onder de aandacht blijven van de bestaande achterban en deze achterban uitbreiden met nieuwe betrokkenen.

GNd heeft in 2010 weer de nodige publiciteit gehad in kranten en magazines. Veel redacties willen hieraan meewerken en zijn geïnteresseerd om de méns achter de crimineel onder de aandacht te brengen.

Doelgroep Aantal presentaties2008 2009 2010

diaconieën 2 3 7jongeren 15 18 34kinderen 1 4mannen 2ouderen 8 15 15scholen 10 6 11vrouwen 23 19 15rommelmarkt 6 20 0overig 14 12 31Totaal 80 94 117

Tabel 13 Presentaties 2008-2010

Er verschenen 43 artikelen in kranten en magazines, zowel in de landelijke als lokale pers. Daarnaast heeft GNd geregeld geadverteerd in het Reformatorisch Dagblad en Nederlands Dagblad. Ook is er een drietal columns in het Reformatorisch Dagblad geplaatst, geschreven door directeur-bestuurder Hans Barendrecht naar aanleiding van zijn reis Caribische reis (zie 7.7).

Ook de televisie heeft aandacht voor GNd. In 2010 zijn we 18 keer benaderd door tv-producers om mee te werken aan een televisieprogramma. In de meeste

gevallen zijn we hier niet op ingegaan, omdat er bijvoor-beeld te weinig ruimte werd geboden om ons zorgaanbod goed in beeld te brengen of dat het te veel tijd zou kosten om hulpvragers te vinden die ‘voor heel Nederland’ zouden willen vertellen dat ze gezeten hebben. We hebben wel meegewerkt aan RTL Editie NL waarbij een vrijwilliger en een ex-gevangene vertelden over de hulp van GNd. Dit stond in het teken van de afronding van onze medewerking aan het nieuwe Vrijwil-ligersbeleid van Justitie. Tevens heeft een vrijwilliger op de regionale locale zender van Omroep Overijssel verteld over zijn motivatie voor het vrijwilligerswerk in het pro-gramma En Dan Nog Even Dit.

Als gevolg van meer media-aandacht, krijgt GNd steeds meer bekendheid en draagvlak. Door de groeiende bekendheid, neemt ook het aantal presentatieaanvragen toe.

6.3 Voorlichting

In 2010 hebben wij veel presentaties gegeven voor kerken, jeugdverenigingen, scholen en andere organi-saties. Ten opzichte van 2009 is het aantal presentaties met 25% gestegen. Dit komt met name door de LCJ actie (zie 5.7): hierdoor mogen we op veel jeugdvereni-gingen van de Christelijke Gereformeerde Kerk een presentatie verzorgen. Door middel van de presentaties kunnen we het werk van GNd nog verder bekendmaken en dat doen we graag. Deze presentaties worden veelal voor pr-vrijwilligers gegeven. In 2010 waren er elf

Inhoud > Susan en Riet 1 > Aanmelden gebedsbrief 2 >

Geef ze de vijf 3 > Immanuel 4 > Hoger Beroep 4

„Met de gedwongen hulpverlening klikte het niet. Ik was alleen maar een cliënt”.

Informatiebulletin

geloof in herstel

Vrijwilliger zet vrouw van gevangene op spoor naar vrijheid

„Ik was gewoon Susan”

December 2010

1

>>

Paniek We zitten bij Riet in de sfeervol ingerichte kamer. „Zal ik de thee en koffie even halen?” stelt Susan voor. Je zou denken dat ze een dochter van Riet is. Maar Susan is hier voor het eerst in huis. Ze is bezorgd over Riet, die herstellend is van een zware rugoperatie. Ruim twee jaar geleden leerden Riet en Susan elkaar kennen. „Nadat ik een telefoontje kreeg van Gevangenenzorg dat er een vrouw helemaal in paniek was, heb ik direct met Susan gebeld”, zegt Riet. „Een paar dagen later zat ik al ik bij haar aan tafel”. „Ja, dat ging heel snel”, gaat Susan verder, „en wat me verbaasde, is dat Riet meteen met de deur in huis viel. Ik had me voorbereid op een lang verhaal, want ik ken de hulpverlening een beetje”. Ze lacht. „Ja, en ik kreeg toen een lawine van woorden over me heen. Het werd me al snel duidelijk dat het een complete chaos was in haar hoofd”, vervolgt Riet. „En tot overmaat van ramp kwam even later Karel zelf binnen. Nou zeg”. Riet stopt even en kijkt Susan aan. „Weet je het nog?” Instemmend geknik.

Macht„Ik was vanbinnen best even van mijn stuk, hoor”, bekent

Riet, „maar dat kon ik natuurlijk niet laten merken. Susan had net haar verhaal aan mij verteld, wat Karel gedaan had. En dan ineens komt hij binnen!” Ze fronst haar wenkbrauwen. „Hij was een keurig nette, voorkomende man. Hij kwam direct naar mij toe, gaf me een hand en stelde zich voor”. Riet kijkt alsof ze naar haar eigen film kijkt. „Ik vond dat zó tegenstrijdig. ‘Oh, jij bent dus die man’, dacht ik meteen. Ik kon aan Susan ook merken dat er wat met haar gebeurde. Ze verkrampte”. „Ja, natuurlijk”, stemt Susan in, „hij speelde altijd de baas over mij. We hadden veel ruzie nadat ik erachter gekomen was. Ik wilde koste wat het kost voorkomen dat er nieuwe slachtoffers gemaakt zouden worden. Dat was voor mij het belangrijkste. Ik had heel sterk het gevoel dat ik voor hem moest zorgen en zodoende anderen beschermen”. Susan struikelt bijna over haar woorden. Haar emotie en frustratie is duidelijk in haar stem te horen. „Maar ik heb direct handelend opgetreden en tegen Karel gezegd: de volgende keer dat ik bij Susan op bezoek kom, wil ik jou er niet bij hebben”, zegt Riet kordaat. Ze kijkt voldaan naar Susan: „Nou, ik geloof dat hij dat wel begreep”. „Ja, dat was heel goed van u”, prijst Susan, „dat had ik

Ze is nog maar 25 lentes jong, maar heeft drie veelbewogen jaren achter de rug. Susan kwam er zelf achter dat Karel, haar partner, jarenlang ontucht pleegde met een nichtje. Ze raakte volslagen in paniek, deed gekke dingen en kwam zelf drie dagen vast te zitten. Via Google vond ze ‘toevallig’ Gevangenenzorg Nederland. Bij vrijwilliger Riet kon ze haar schokkende verhaal écht kwijt. Het was het begin van een ingrijpende verandering. Aan het eind van het gesprek benadrukt Susan nog eens met klem dat alles in de tekst moet. „Ik kan me niet voor-stellen dat ik de enige ben die dit meemaakt. Ik hoop zo dat anderen geholpen worden door mijn verhaal, al is het er maar één”.

Page 37: Jaarverslag Gevangenenzorg Nederland 2010

37

pr-vrijwilligers actief. Deze pr-vrijwilligers worden aangestuurd door de communicatiemedewerker vanuit ons kantoor.

6.4 Promotiefilm

In het najaar van 2010 ging een langgekoesterde wens in vervulling met de totstandkoming van een promo-tiefilm over het werk van GNd. In tien minuten krijgt de kijker een duidelijk beeld van het werk van GNd. Onze hulpvragers en hun vrijwilligers vertellen hun verhaal en maken zo concreet zichtbaar hoe de hulp van GNd levens verandert. De promotiefilm kan worden vertoond tijdens presentaties en op andere gelegenheden.

6.5 Website

Bezoek website 2009 2010 GroeiAantal bezoekers 18.012 27.189 + 51%Unieke bezoekers 14.038 21.937 + 56%Gem. tijd op website 03.02 02.30 – 18%Nieuwe bezoekers 13.754 21.525 + 56%Terugkerende bezoekers 4.258 5.664 + 33%

Tabel 14: Bezoek website 2009-2010

De website van GNd wordt voor een brede doelgroep gebruikt. In 2010 is de website gebruiksvriendelijker gemaakt. Het aantal bezoekers is aanzienlijk gestegen. Verder zagen we dat de duur van het bezoek afnam. Dit

geldt zowel voor terugkerende bezoekers maar nog sterker voor nieuwe bezoekers en dat het aantal terug-kerende bezoekers steeg.

De stijging van het aantal terugkerende bezoekers neemt af (van 24% in 2009 naar 21% in 2010, niet zichtbaar in tabel). Om juist meer terugkerende bezoekers te genereren, zal de website voortdurend ver-nieuwd moeten worden met actueel nieuws, aanvullende informatie etc. In 2011 zal de technische mogelijkheid hiervoor worden uitgezocht met daarbij de concrete haalbaarheid wat betreft tijd en geld.

Page 38: Jaarverslag Gevangenenzorg Nederland 2010

38388

Page 39: Jaarverslag Gevangenenzorg Nederland 2010

39

7Stakeholders

Page 40: Jaarverslag Gevangenenzorg Nederland 2010

40400

Er bevinden zich allerlei partners in het netwerk van GNd. De Dienst Justitiële Inrichtingen, de drie reclas-seringsorganisaties, fondsen, maatschappelijke organisaties, hoogleraren, ondernemers en gemeenten horen ook in deze rij thuis. Over en weer is er veel waar-dering. Als stakeholders versterken we elkaars werk en wisselen we ervaringen uit. Op die manier blijft het justi-tiële en maatschappelijke veld op de hoogte van relevante ontwikkelingen. Het onderhouden en uitbreiden van het netwerk vraagt veel lobbywerk, maar dat is de investering waard.

7.1 Justitie

GNd is een Niet Justitie-Gebonden Organisatie (NJO). Dat betekent dat Justitie ons erkent als organisatie die binnen haar inrichtingen bezoekwerk mag doen, buiten de reguliere bezoektijden en in een aparte bezoekruimte. Hoewel we dus geen justitiële organisatie zijn, is er wel regelmatig contact met DJI. Niet alleen met de MMD, maar ook op directieniveau in zowel de inrichtingen als op het hoofdkantoor. Het is belangrijk voor ons werk om op de hoogte te zijn van actuele ontwikkelingen. In 2010 speelde het eerder genoemde vrijwilligersbeleid waar we bij betrokken waren. Maar ook de uitrol van Moderni-sering Gevangeniswezen waar vanuit een beroep op GNd werd gedaan om in diverse inrichtingen de SOS-cursus aan te gaan bieden in 2011.Begin 2010 bracht de hoofddirectie van DJI een bezoek aan Gevangenenzorg in de personen van dhr. Van der Sande en dhr. Hennephof.

7.3 Reclasseringszorg

De markt voor professionele reclasseringszorg is over-zichtelijk met drie formele reclasseringsinstellingen: Reclassering Nederland, Stichting Verslavingsreclas-sering en de Reclassering van het Leger des Heils. Met Reclassering Nederland is op directieniveau gesproken over ontwikkelingen in het werkveld, de door-verwijzingmogelijkheden naar het zorgaanbod van GNd alsmede het verkennen van samenwerkingsopties op het gebied van COSA8. Vrijwilligerswerk is uitgebreid besproken, maar voor alsnog is er geen directe samen-werking. We blijven elkaar op de hoogte houden van relevante ontwikkelingen.Het Leger des Heils is bereid gevonden een crisisbed te reserveren in de regio Den Haag voor nazorghulpvragers van GNd. In 2011 hopen we in meerdere regio’s een ver-gelijkbare afspraak te kunnen maken.

7.4 Gemeenten en Veiligheidshuizen

De verantwoordelijkheid voor de nazorg na detentie ligt bij de gemeente van herkomst. Om de mogelijkheden te bezien van eventuele samenwerking tussen GNd en gemeenten is met een aantal gemeenten contact gezocht. Het heeft nog niet geresulteerd in concrete samenwerking, maar het aantal strategische contacten

9 Zie www.cosanederland.nl. COSA staat voor Circles Of Support and

Accountability. Zedendaders worden door een groep vrijwilligers

begeleid bij het resocialiseren.

binnen gemeenten wordt steeds groter en blijft relevant. Met name vanuit arbeidstoeleiding wordt regelmatig contact gezocht met bijvoorbeeld een sociale dienst of een Veiligheidshuis.

7.5 Wetenschap

Parallel aan de groei van de organisatie neemt het belang toe van het reflecteren op criminologische en sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen. Het houdt ons scherp en voorkomt dat we binnen verouderde kaders zouden denken. We zijn blij met de goede contacten met onder meer de Vrije Universiteit en de onderzoeksaf-deling van DJI en maken dankbaar gebruik van de specifieke kennis van hoogleraren en onderzoekers. De coördinatie hiervan berust bij de directiesecretaris in het kader van het project De Vrijstad. De onderzoeken genoemd onder 3.7 vloeien hieruit voort.

7.6 Ondernemers

GNd heeft met verschillende ondernemers een betrokken en financiële relatie. De ondernemersmarkt is divers. Waar de ene ondernemer zich primair laat leiden door christelijke bewogenheid, wil de ander, onder de noemer van verantwoord ondernemen uiting geven aan zijn ver-antwoordelijkheid naar de medemens in de gevangenis. Dit vraagt van ons een benadering ‘op maat’. Ook in het arbeidsbemiddelingprogramma De Aansluiting hebben we contact met ondernemend Nederland. In

Page 41: Jaarverslag Gevangenenzorg Nederland 2010

41

2010 zijn er 16 ondernemers geweest die een arbeids-plaats boden aan onze hulpvragers. Ondernemers blijven een speerpunt voor De Aansluiting om zo nog meer plaatsingen te kunnen realiseren.

7.7 Internationaal

GNd is lid van de internationale organisatie Prison Fel-lowship International. Als Non-gouvernementele Organisatie heeft PFI een consultatieve status binnen de Sociaal-economische Raad van de Verenigde Naties (ECOSOC) en neemt actief deel aan VN Alliantie van NGO’s betreffende misdaadpreventie en strafrecht.Onze directeur bestuurder is lid van de European Support Group van PFI. In dat kader heeft hij zich, samen met hoofd Organisatie, beziggehouden met de Com-mission Foreign Prisoners. Binnen PFI wordt gezocht naar mogelijkheden om het internationale netwerk optimaal te benutten als het om buitenlandse gevan-genen gaat. De commissie is eenmaal in Nederland bij elkaar gekomen. Daarnaast bracht de directeur bestuurder een bezoek aan de vorig jaar opgerichte Prison Fellowship Guernsey, aan Spanje en aan een drie-daagse conferentie in Roemenië van de Europese leden van PFI. Bij deze conferentie was ook het hoofd Organi-satie aanwezig. In Londen sprak de directeur bestuurder met Nathalie Cronin, directeur van Prison Fellowship England and Wales. Eén van de onderwerpen was arbeidstoeleiding en het inschakelen van ketenpartners daarbij.Net als de afgelopen jaren heeft onze directeur

bestuurder samen met dhr. Willem den Hertog van Stichting Rentmeester een bezoek gebracht aan Prison Fellowship Suriname, vanwege een driejarige samen-werkingsovereenkomst met Suriname. De overeenkomst liep in 2010 af en er is afgesproken dat er op informele wijze verdergegaan wordt. Het bezoek aan Suriname is gecombineerd met Curaçao en Bonaire, waar zowel PFI en DJI als fondsen actief zijn. In 2011 zal de directeur bestuurder eventuele mogelijkheden tot samenwerking met DJI in die gebieden verkennen. In december bracht Daniel Van Ness een bezoek aan Nederland. Hij is directeur van PFI’s Centre for Justice and Reconciliation. Hij heeft een grote naam op het gebied van Restorative Justice. Diverse gesprekken met hem leverden weer nieuwe input voor de activiteiten binnen De Vrijstad. Daarnaast was hij aanwezig bij de installatie van de nieuwe directeur bestuurder en de Raad van Toezicht, waar ook het personeel van GNd bij aanwezig was. Hij hield een presentatie over Restorative Justice en legde uit hoe men van de herstelrechtprin-cipes gebruik kan maken in individuele contacten.

Daniel Van Ness tijdens zijn presentatie over Restorative

Justice op 2 december 2010

Page 42: Jaarverslag Gevangenenzorg Nederland 2010

42422

Page 43: Jaarverslag Gevangenenzorg Nederland 2010

43

8Interne

organisatie

Page 44: Jaarverslag Gevangenenzorg Nederland 2010

44444

Het ‘echte werk’ door de bijna 500 onbetaalde collega’s, onze vrijwilligers, is niet denkbaar zonder een kwalitatief coördinerende organisatie. We kunnen ons goed vinden in de kwalificatie van ‘professioneel geleide vrijwilligers-organisatie’. Van de interne organisatie wordt verwacht dat zij voordurend inspeelt op de groeimogelijkheden. Tegelijkertijd is hiervoor een alerte houding nodig. Ambitie en mogelijkheden vragen om een balans. Ook in 2010 is weer geïnvesteerd in extra menskracht. Op 31 december 2010 was 19 fte werkzaam bij GNd.We vinden het van belang om ons goed bewust te zijn van de kosten. Met de groei van de afgelopen tijd vraagt dat om efficiëntie in alle opzichten. In de dagelijkse praktijk zijn we constant op zoek naar de balans tussen kwaliteit en kwantiteit.

8.1 Staf

In 2010 werden vijf nieuwe collega’s aangesteld. Eén collega (met een contract Met Uitgestelde Prestatie) nam afscheid. De additionele capaciteit kwam daarmee op 1,9 fte. In 2010 waren er ook veel vrijwilligers regel-matig op ons kantoor te vinden. Ze werden ingezet voor diverse ondersteunende werkzaamheden, waar we erg blij mee zijn.

De directeur bestuurder geeft sinds 1 september 1995 algehele leiding aan de organisatie conform een bestuursreglement en een functiedocument. In de Raad van Toezicht-vergaderingen legt hij verantwoording af van de resultaten en het gevoerde beleid. Tevens doet hij jaarlijks beleidsvoorstellen. Personeel GNd op 31 december 2010

Page 45: Jaarverslag Gevangenenzorg Nederland 2010

45

In 2010 was hij 15 jaar in dienst. Dit was aanleiding voor een feestje waar het personeel, het bestuur en de Raad van Toezicht ook bij aanwezig waren. Zijn inzet tijdens al die jaren wordt erg gewaardeerd.

8.2 Nieuw bestuursmodel

De voorheen gevolgde werkwijze en invulling van bevoegdheden van bestuur, de Raad van Toezicht en Advies (RvTA) en directie sloten niet meer aan bij de sta-tutaire omschrijving. Mede om deze reden alsook de governanceontwikkelingen in onder meer de zorgsector is in 2009 besloten om in 2010 vanuit het oogpunt van

good governance over te stappen op het Raad van Toe-zichtmodel. Dat houdt in dat de directiefunctie op 2 december 2010 getransformeerd is naar die van directeur bestuurder. Het bestuur werd omgevormd naar een Raad van Toezicht en de Raad van Toezicht en Advies zal uiteindelijk plaatsmaken voor een Maatschap-pelijke Adviesraad.

Dit laatste orgaan moet in 2011 verder vorm krijgen. Hiervoor zijn van de RvTA Rein Willems, Andries Knevel en Kees van der Staaij beschikbaar, waar we erg blij mee zijn.

Van de voormalige RvTA namen Jan van de Heuvel en Willem den Hertog afscheid. Hans Barendrecht dankte tijdens de installatie tot directeur bestuurder in het bij-zonder Willem den Hertog voor zijn grote en warme betrokkenheid. “Menselijkerwijs gesproken had ik hier zonder jouw vertrouwen in mijn ideeën in 1996 niet gestaan. Samen met twee zakenvrienden investeerde je in Gevangenenzorg en nu bijna 5 jaar verder mogen we ons samen verheugen in de zegen die God ons geschonken heeft.”

8.3 Raad van Toezicht

De (onbezoldigde) Raad van Toezicht houdt toezicht op het bestuur en haar vastgestelde beleid. De RvT vergadert vier maal per jaar. In 2010 is dit één maal in het nieuwe model gebeurt, omdat dit model pas op 2 december 2010 van kracht werd.

Zoveel als mogelijk reflecteert de samenstelling van de RvT de breedte van haar achterban en streeft de organi-satie naar toezichthouders met aanvullende competenties en deskundigheid op het terrein van onder meer financiën, hulpverlening en rechtspraak. Tevens wordt jaarlijks het functioneren van de directeur bestuurder besproken.

In 2010 werd afscheid genomen van mr. Jaap Rodenburg, die de functie van secretaris in het bestuur had en van ds. Joop Spoor. De samenstelling van de nieuwe RvT is als volgt:Afscheid Willem den Hertog

Taart ter gelegenheid van 15-jarig jubileum Hans Barendrecht

als directeur

Page 46: Jaarverslag Gevangenenzorg Nederland 2010

46466

RvT-lid Maatschappelijke functie Benoemd opmr. Henk Abbink Vice-president Gerechtshof Arnhem 02-12-2010Dick Alblas AA Forensisch accountant 02-12-2010 (aftredend in 2014)drs. Aart Huisman Klinisch (voorheen forensisch) psycholoog 02-12-2010 (aftredend in 2012)mr. Erik Linssen (secretaris) Notaris 02-12-2010dr. Jan van der Wal (voorzitter) Voorzitter Raad van Bestuur Zorggroep Charim 02-12-2010

8.4 Personeelsbeleid

GNd wordt niet gebonden door een CAO. De CAO Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening wordt wel voor een groot deel (daar waar het relevant is) gevolgd. Wat betreft onregelmatigheidstoeslag wijkt het beleid binnen de organisatie bijvoorbeeld af van de CAO, omdat de situatie binnen onze organisatie zich daar niet voor leent.Het ziekteverzuim lag in 2010 beduidend hoger dan in 2009: 8,9% respectievelijk 3,8%. Landelijk is dit per-centage in de eerste drie kwartalen van 2010 vastgesteld op 5,3% voor de sector zorg en welzijn 9. Een aantal personeelsleden is langdurig ziek geweest in 2010. Het meeste werk is intern onder collega’s ver-deeld. Over de afzonderlijke ziektegevallen en re-integratie is contact met de Arbodienst.

Het hoofd Zorg en Organisatie houdt zich bezig met de arbeidsomstandigheden van de personeelsleden. Per-soneel kan dus met wensen en klachten bij hem terecht.

9 Zie www.arboned.nl

De ondersteunende taken op dit gebied worden uitge-voerd door de Office Manager.Ieder jaar wordt met de medewerkers een functione-ringsgesprek gehouden. Daarnaast is er eens in de drie jaar een loopbaangesprek. Het beloningsbeleid is gebaseerd op het functieboek dat als bijlage bij de CAO Welzijn wordt geleverd.

8.5 Lerende organisatie

Het hele team zorg en de communicatiemedewerker hebben een trainingsdag Timemanagement gevolgd. Op deze manier professionaliseren we de organisatie en wordt de kwaliteit van de zorgprogramma’s nog beter. De directeur bestuurder volgde de cursus Coachend Leidinggeven op uitnodiging van het Opleidingsinstituut van DJI.De financieel medewerker volgde de cursus Basiskennis Calculatie, en kon zodoende breder ingezet worden.Verschillende werkgerelateerde symposia werden bezocht, waaronder ‘Herstelrecht, democratie en actief burgerschap (Symposium Tijdschrift voor Herstelrecht)’.

Op kantoor hebben de maatschappelijk werkers weke-lijks overleg en is er maandelijks een teamoverleg met het gehele team. Deze overleggen bieden voldoende ruimte om ontwikkelingen te delen, een interne nieuws-brief of iets dergelijks is nog niet aan de orde, hoewel af en toe een directiememo rondgestuurd wordt over een actueel onderwerp. Drie à vier keer per jaar komen we als totale staf bij elkaar. Soms wordt hierbij een externe gast uitgenodigd. Afgelopen jaar heeft de heer Den Hertog, toen nog lid van de Raad van Toezicht, ons toe-gesproken met een bevlogen verhaal over zijn werk voor gevangenen.Op managementniveau is er wekelijks een overleg over de lopende zaken. Iedere maand vindt het management-overleg plaats waarin ontwikkelingen op het gebied van de zorgprogramma’s en financiën op de voet gevolgd worden.We vinden het belangrijk om in een goede teamsfeer te werken en een jaarlijks uitje draagt daaraan bij. In het voorjaar van 2010 vond het teamuitje plaats, waarin

Tabel 15 Samenstelling Raad van Toezicht op 31 december 2010

Collega’s tijdens DISC-training

Page 47: Jaarverslag Gevangenenzorg Nederland 2010

47

teambuilding centraal stond. Onder leiding van Gerald Troost en aan de hand van de DISC-methode hebben we de sterke en zwakkere kanten binnen het team belicht.

8.6 Verhuizing

September 2010 stond in het teken van de verhuizing. Het kantoor aan de Kaagkade werd te krap en we waren op zoek naar andere passende kantoorruimte. Dat deed

zich voor aan de Ierlandlaan, eveneens in Zoetermeer. In het nieuwe pand is veel meer ruimte en betere facili-teiten. We hebben onder andere een nieuwe IT-infrastructuur waardoor bijvoorbeeld thuiswerken mogelijk is door middel van het Terminal Server Concept.We zijn dankbaar voor de betrokkenheid en flexibiliteit van de eigenaar van het kantoorpand. De verhuiskosten zijn hierdoor zeer beperkt gebleven.

8.7 Financiële verslaglegging

Met ingang van 2009 is de jaarrekening ingericht conform Richtlijn 650 voor Fondswervende Instellingen. De jaarverslaglegging van fondswervende instellingen is als zodanig niet wettelijk geregeld. Voor het maatschap-pelijk vertrouwen in de fondswervende instelling is het van belang dat het publiek kan vertrouwen dat de ver-slaglegging een correcte weergave is van zowel de werving als besteding van de middelen. De Richtlijn beoogt een transparante verslaglegging te bevorderen. De (intentie van de) Richtlijn wordt breed gedragen in de ‘goede doelensector’ en is tevens van belang voor het verkrijgen van een keurmerk. Verdere voorbereidingen voor het aanvragen van een keurmerk worden in 2011 getroffen.Het percentage van het totaal van de bestedingen aan de doelstelling(en), gedeeld door het totaal van de baten bedroeg 81%. Het percentage van de kosten van eigen fondsenwerving gedeeld door de baten uit eigen fond-senwerving bedroeg 13%.De organisatie heeft een continuïteitsreserve. Deze

wordt wenselijk geacht in verband met de continuïteit van de zorgverlening aan hulpvragers. De reserve wordt onder meer aangesproken in geval van onverwachte tegenvallers zoals bijvoorbeeld een daling van de baten uit fondsenwerving. In dat geval kan voldaan worden aan de doorlopende vaste lasten. Volgens het advies van de commissie Vermogensnormering bij Goede Doelen uit 2003 (Commissie Herkströter) mag een continuïteitsre-serve worden aangehouden van maximaal 150% van de vaste lasten. GNd hanteert een plafond van 100% van de vaste lasten en een ondergrens van 25%. Met ingang van het boekjaar 2010 bedraagt de continuïteitsreserve van GNd 38%. Deze reserve bedroeg in 2009 27%.In 2011 wordt een plan Vitale Financiering opgesteld om de duurzaamheid van de organisatie nog beter te kunnen waarborgen.

8.8 Analyse verschillen werkelijke kosten en begroting 2010

De totale lasten vielen ruim € 15.000 lager uit dan begroot. De baten bleven ruim € 3.000 achter op de begroting. Het jaar werd afgesloten met een netto positief resultaat van € 11.885. Dit is toegevoegd aan de continuïteitsreserve. De inkomsten vanuit particulieren, kerken en vooral fondsen en waren hoger dan begroot. De baten uit sub-sidies, kerken en evenementen bleven achter op de begroting. Door actieve werving van vrijwilligers en door PR-campagnes zijn de kosten voor publiciteit en com-municatie opnieuw gestegen. Doordat er meer Verhuiszorg in praktijk

Page 48: Jaarverslag Gevangenenzorg Nederland 2010

48488

vrijwilligers actief zijn geweest heeft dit er ook toe geleid dat er meer projecten en activiteiten hebben kunnen plaatsvinden. De totale kosten voor vrijwilligers bleven echter binnen de begroting met zelfs een kleine marge van 3,4%. Samenvattend kan worden gesteld dat GNd in 2010 weer verder gegroeid is.

Page 49: Jaarverslag Gevangenenzorg Nederland 2010

49

9Korte evaluatie

beleids-voornemens

2010

Page 50: Jaarverslag Gevangenenzorg Nederland 2010

50500

Beleidsvoornemen 1: Regionale ontwikkeling

Zoals weergegeven in de beschrijving van de verschil-lende programma’s is GNd op veel onderdelen weer gegroeid. Het voornemen om hierop in te spelen door extra personeel aan te stellen is gerealiseerd. In het plan “Regionalisering” van 2010 is aandacht besteed aan de groei en het zo effectief mogelijk rea-geren hierop. Voorlopig is besloten geen apart nazorg-loket in te richten. De hulpvragen die betrekking hebben op nazorg worden, wanneer de dagelijkse caseload dit toelaat, aangenomen. Daarnaast zal in 2011 gestart worden met regionale toe-rustingsavonden om de contacten met vrijwilligers aan te halen en op die manier nog meer voeling te houden met de vrijwilligers en hun werkzaamheden. Tijdens deze avonden kan, indien nodig, ook aandacht worden besteed aan werving van nieuwe vrijwilligers.Het voorgenomen tevredenheidsonderzoek onder hulp-vragers en vrijwilligers is gestart. Uitkomsten worden in 2011 verwacht.

Beleidsvoornemen 2: Zorg- en doelgroep-verbreding

Voor vrijwilligers in de familiezorg zijn specifieke trainin gen ontwikkeld. De groei van het programma is opgevangen door 0,5 fte extra in te zetten.Het programma tbs-zorg is minder sterk gegroeid dan verwacht. In 2011 willen we met drie andere FPC’s een samenwerkingsovereenkomst sluiten om op die manier

de instroom van hulpvragers te vergroten. Zoals be schre ven zijn de herstelrechtprogramma’s (SOS- cursussen) niet verlopen zoals verwacht in verband met ziekte van de coördinator. Voor 2011 is wel een sterke groei verwacht van deze cursussen.

Beleidsvoornemen 3: Verzelfstandiging van de Arbeidstoeleiding

Verzelfstandiging van het programma Arbeidstoeleiding moet in 2013 gerealiseerd zijn. Het aantal plaatsingen blijft enigszins achter, maar is zeker te overzien. Span-nender is de vraag of gemeenten (blijvend) zullen bezuinigen op het participatiebudget. Hierop is het ver-dienmodel gebaseerd. In 2011 zal de haalbaarheid van de doelstelling moeten blijken.

Beleidsvoornemen 4: Verbetering van de Publieke Informatievoorziening

Om het kennis- en servicecentrum te kunnen zijn voor de achterban is binnen de Vrijstad een onderzoek gestart door de CHE. We hopen op die manier meer zicht te krijgen op de frequentie van en de hulpvragen bij detentie-gerelateerde vragen in kerkelijke gemeenten. In 2011 gaan we met de resultaten aan de slag.De website verdient nog meer aandacht dan deze nu krijgt. We hopen hier steeds vaker actuele berichten op te kunnen plaatsen. In 2010 is een publicatie geschre ven, welke geplaatst is in het vaktijdschrift PROCES.

Beleidsvoornemen 5: Versterking van contact-niveau met PI’s en partners

In 2010 wilden we meer gevangenen rechtstreeks bereiken. De posters en folders van GNd hebben daar een grote rol in gespeeld. Verder is in 6 PI’s een korte weergave van ons zorgaanbod geplaatst op het interne tv-kanaal, de zogeheten kabelkrant.Versterking van gemeentelijke contacten is niet gelopen zoals verwacht. Vooral vanuit arbeidstoeleiding is hier veel in geïnvesteerd. We blijven wel inzetten op deze ketenpartners in 2011.

Page 51: Jaarverslag Gevangenenzorg Nederland 2010

51

10Begroting 2011

Page 52: Jaarverslag Gevangenenzorg Nederland 2010

52522

Kosten 2011 Directe kosten 600.000Kosten Voorlichting en PR 151.000Eigen Fondswerving 109.000Uitvoeringskosten (personeel) 448.000Personeelskosten 32.500Vrijwilligers- en programmakosten 106.500Kantoorkosten 117.000ICT kosten 79.000Organisatiekosten 47.000TOTAAL 1.690.000

Opbrengsten 2011Particulieren 450.000Kerken en gemeenten 210.000Bedrijven 125.000Fondsen 475.000Subsidies 295.000Arbeidstoeleiding 60.000Overige baten 75.000TOTAAL 1.690.000

Page 53: Jaarverslag Gevangenenzorg Nederland 2010

53

Bijlage 1

Jaarrekening 2010

Page 54: Jaarverslag Gevangenenzorg Nederland 2010

54544

Jaarrekening 2010

In deze bijlage is een deel van de door Ernst & Young goedgekeurde jaarrekening opgenomen. De volledige jaarrekening is opgenomen in de online versie, welke te vinden is op www.gevangenenzorg.nl >>> Publicaties >>> Jaarverslagen.

Page 55: Jaarverslag Gevangenenzorg Nederland 2010

55

Page 56: Jaarverslag Gevangenenzorg Nederland 2010

56566

Page 57: Jaarverslag Gevangenenzorg Nederland 2010

57

Page 58: Jaarverslag Gevangenenzorg Nederland 2010

58588