Jaarverslag 2017 - De Katrol...Vzw De Katrol | Cijfers 2017 6 Het aantal ‘enkel mobile’ is nog altijd kleiner dan de mobiles in combinatie met de Katrol. Wanneer enkel een mobile

[Geef tekst op]

Jaarverslag 2017

Vzw De Katrol | Cijfers 2017 1

1. Opgestarte trajecten

Binnen onze werking wordt er gesproken over opgestarte ‘trajecten’. Per traject wordt één student toegewezen. Dit traject is een periode waarin de student studie –en opvoedingsondersteuning biedt aan één gezin. De duur van het traject is afhankelijk van de stage van de student. Voor lintstage hanteren we een minimum van 16 ondersteuningsmomenten, bij een blokstage is dit minimum 8 weken. Vervolgens wordt er verwezen naar ‘totaal aantal kinderen’. Hierbij telt elk kind in het gezin mee. De student zal nooit enkel zich focussen op het ‘aangemelde kind’, maar zal het gehele gezin proberen te betrekken bij de ondersteuning. Sinds september 2017 kent de Katrol een wijkwerking. Elke ankerfiguur is toegewezen aan een specifieke wijk en de desbetreffende scholen. Zo heeft elke school één contactpersoon bij vragen of problemen.

a. Verdeling scholen 2017

Januari – juni '17 September – december '17

Totaal

Scholen N % N % N %

VCLB 57 48,72% 50 53,19% 107 50,71%

OLVO Aartshertoginnestraat 9

7

16

OLVO Aartshertogstraat 5 5 10

OLVO Gerststraat 4 2 6

OLVO Kaaistraat 2 4 6

OLVO Lijsterbeslaan 3 3 6

OLVO Stanleylaan 4 2 6

St-Andreas Schapenstraat 5 3 8

St-Andreas Stene 0 1 1

St-Lodewijk 4 1 5

VBS Zano 1 1 2

Westdiep 16 17 33

H. Hartschool 1 0 1

OLVO Rosa Mystica 1 0 1

VTI Oostende 0 1 1


Sint-Jozefschool Lombardsijde

0 0 0

Sint-Lutgardisinstituut 0 1 1

Rietzang 0 0 0

BuSo Ter Strepe 0 1 1

Vesaliusinstituut 1 0 1

OLV-College Centrum 1 1 2

GO! 20 17,09% 11 11,70% 31 14,69%

De Groeiboom 3

2

5

Vogelzang 8 7 15

De Vlieger 6 1 7

De Vloedlijn 2 0 2

Basisschool Stene 0 0 0

KTA Gistel 0 0 0

IBIS 0 0 0

Ensorinstituut 1 0 1

Centrum leren en werken 0 1 1

Stedelijk 40 34,19% 33 35,11% 73 34,60%

Kroonlaan 5

3

8

August Vermeylen 2 1 3

Basisschool De Puzzel – afdeling Meiboom

7 4 11

Conscienceschool 10 12 22

De Zonnebloem 5 5 10

De Morootjes 6 4 10

Basisschool De Puzzel – afdeling Zandvoorde

5 4 9

Geen school 0 0,00% 0 0,00% 0 0,00%

Totaal 117 100,00% 94 100,00% 211 100,00%


Het overzicht van de verschillende scholen is onderverdeeld per CLB. Het stedelijk CLB en

GO! zijn samengevoegd tot één CLB. Wanneer je de cijfers op die manier bekijkt kan

geconcludeerd worden dat er ongeveer evenveel trajecten zijn opgestart binnen het Vrij CLB

als het GO! CLB.

Bovenstaande grafiek toont aan dat de vergelijking tussen de verschillende CLB’s bijna elk jaar hetzelfde is. Uitgezonderd in 2015 werden er meer trajecten opgestart binnen het gemeenschapsonderwijs dan het stedelijk onderwijs. Het percentage binnen GO! is de laatste twee jaar gedaald ten voordele van het stedelijk onderwijs. Het Vrije CLB blijft het grootste aandeel hebben binnen de opgestarte trajecten.

51%

15%

34%

VERDELING CLB 2017

VCLB GO! Stedelijk

0,00%

10,00%

20,00%

30,00%

40,00%

50,00%

60,00%

2014 2015 2016 2017

VERGELIJKING CLB 2014-2017

GO! Stedelijk Vrij CLB


b. Aantal kinderen

Onder aantal kinderen verstaan we het aantal bereikte kinderen over alle gezinnen. De Katrol zal niet enkel het aangemelde kind ondersteunen, maar zal hierbij het volledige gezin betrekken. Alle kinderen van het gezin worden hierin meegerekend.

Jan-Juni Sept-Dec Totaal

2017 389 313 702

Het aantal bereikte kinderen is in de tweede helft van dit jaar afgenomen. Dit is te verklaren aan het aantal trajecten die minder opgestart werden in het tweede semester.

In vergelijking met vorige jaren blijft het aantal bereikte kinderen stijgen doordat het aantal trajecten ook steeds toeneemt. Het verschil in aantal kinderen tussen 2015 en 2017 is maar liefst 248 kinderen.

0

100

200

300

400

500

600

700

800

2015 2016 2017

EVOLUTIE AANTAL KINDEREN


c. Mobiles

In 2017 werden 74 mobiles opgestart. Tijdens deze ondersteuningen gaat de student 1x 2u per week langs bij de ouders. Het onderwerp van deze ondersteuning is afhankelijk van de vraag van de ouders. Bij het opgeven van het onderwerp werd rekening gehouden met het thema dat het meest aan bod kwam tijdens de ondersteuning. Zo is het mogelijk dat bij één gezin ‘taal’ het meest aan bod komt, maar dat er ook vragen rond de zwangerschap aan bod komen. Daarnaast kan de ondersteuning gericht zijn op beide ouders, maar ook op één van de ouders individueel. Dit is opnieuw afhankelijk van de vraag van de ouders. Het thema ‘Ander’ kan verschillende onderwerpen inhouden zoals: administratie, emotionele ondersteuning etc. Omdat het aantal onderwerpen te uitgebreid zou worden om hier weer te geven, werd ervoor gekozen om dit te bundelen onder ‘Ander’.

In sommige gezinnen werd enkel een Mobile opgestart. Dit is ook terug te vinden in de tabel. In 2017 waren dit 26 enkel mobiles.

Januari – juni 2017 September –

december 2017 Totaal

N % N % N %

Enkel mobile?

Enkel mobile 17 40,48% 9 27,27% 26 34,67%

In combinatie met Katrol

25 59,52% 24 72,73% 49 65,33%

Totaal 42 100,00% 33 100,00% 75 100,00%

Onderwerp

Ander 1 2,38% 2 6,06% 3 4,00%

Netwerk 2 4,76% 4 12,12% 6 8,00%

Zwangerschap 1 2,38% 1 3,03% 2 2,67%

Opvoeding 0 0,00% 1 3,03% 1 1,33%

Huisvesting 0 0,00% 0 0,00% 0 0,00%

Taal 38 90,48% 24 72,73% 62 82,67%

Rijbewijs 0 0,00% 1 3,03% 1 1,33%

Totaal 42 100,00% 33 100,00% 75 100,00%

Ouder in ondersteuning?

Moeder 33 78,57% 21 63,64% 54 72,00%

Vader 2 4,76% 3 9,09% 5 6,67%

Beiden 7 16,67% 9 27,27% 16 21,33%

Totaal 42 100,00% 33 100,00% 75 100,00%


Het aantal ‘enkel mobile’ is nog altijd kleiner dan de mobiles in combinatie met de Katrol. Wanneer enkel een mobile opgestart wordt kan dit zijn doordat er bijvoorbeeld weinig tot geen vragen zijn bij de schoolgaande kinderen, de kinderen nog erg klein zijn (bv. Baby’s), of dat er geen kinderen aanwezig zijn.

De meeste mobiles die opgestart werden hebben als thema ‘taal’. Dit wilt, zoals eerder vermeld, niet zeggen dat andere thema’s niet aan bod kunnen komen. Naast ‘taal’ is ‘uitbouwen van een netwerk’ het thema dat het meest aan bod komt.

35%

65%

OVERZICHT MOBILES 2017

Enkel mobile In combinatie met Katrol

4%8%

3% 1%

83%

1%

THEMA'S MOBILE 2017

Ander Netwerk Zwangerschap Opvoeding Huisvesting Taal Rijbewijs


De vraag naar ondersteuning wordt het meest gesteld voor of door de moeder. Daarnaast zijn er ook enkele mobiles voor vader of voor beide ouders. Wanneer een mobile wordt aangevraagd door of voor moeder, kan vader ook nog steeds aansluiten of enkele vragen stellen. Net zoals bij de kinderen staat de student tijdens de mobile ook steeds open voor alle leden van het gezin.

De cijfers voor de mobile werden in bovenstaande grafiek bekeken vanaf 2014. Dit toont een sterke stijging doorheen de jaren. Enkel dit jaar zien we een daling in de mobiles. Toch blijft er een groot verschil in vergelijking met 2014. Het aantal opgestart mobiles werd verdriedubbeld.

72%

7%

21%

OUDER IN ONDERSTEUNING 2017

Moeder Vader Beiden

28

58

87

75

0

10

20

30

40

50

60

70

80

90

100

2 0 1 4 2 0 1 5 2 0 1 6 2 0 1 7

EVOLUTIE MOBILES 2014-2017


In 2017 werden er in totaal 237 trajecten opgestart. Hiermee bereikten we in totaal 702 kinderen.

Binnen deze 237 trajecten zijn er 26 enkel mobiles. 49 gezinnen die ook ondersteuning kregen voor de kinderen, vroegen daarnaast nog ondersteuning via de Mobile

Er blijft dezelfde trend gedurende de voorbije 3 jaar: moeder is degene die tijdens de mobile het meest ondersteund wordt. Toch zien we dat de groep ‘beide’ vorig jaar toenam ten nadele van de categorie ‘moeder’. Dit jaar werd deze toename al teniet gedaan.

d. Samenvatting

0,00%

10,00%

20,00%

30,00%

40,00%

50,00%

60,00%

70,00%

80,00%

moeder vader beide

EVOLUTIE OUDER IN ONDERSTEUNING

2015 2016 2017


2. Doorverwijzers

a. overzicht

Gezinnen kunnen via verschillende kanalen aangemeld worden. Uit bovenstaande tabel blijkt dat er 250 doorverwijzingen zijn, wat meer is dan het aantal opgestarte trajecten. De oorzaak hiervan is dat sommige gezinnen via meerdere kanalen werden aangemeld. De grootste doorverwijzer in 2017 is het ‘onderwijs’.



N % N % N %

Onderwijs 63 43,75% 43 40,57% 106 42,40%

Brugfiguur 25 17,36% 18 16,98% 43 17,20%

CLB 0 0,00% 0 0,00% 0 0,00%

School 38 26,39% 25 23,58% 63 25,20%

Kansarmen zelf 45 31,25% 34 32,08% 79 31,60%

Niet onderwijs 36 25,00% 29 27,36% 65 26,00%

Ontmoetingshuis 0 0 0

CKG Kapoentje 4 2 6

CAW 3 2 5

OCJ 1 0 1

Sociaal Huis 8 13 21

Vzw Arcade 2 2 4 Andere

Katrolwerking 0 0 0

K&G 4 1 5

Inloopteam 2 2 4

Duinhelm 1 0 1

Samen Divers 2 1 3

Caritas 2 0 2 Witte Rozen

(FMDO) 0 0 0

Start-West-Vlaanderen

1 1 2


De Som 1 2 3

De driewieler 0 1 1

Wintegratie 0 1 1

Dienst wonen 0 1 1

Onbekend 5 0 5 Totaal 144 100,00% 106 100,00% 250 100,00%

Zoals in bovenstaande tabel ook reeds duidelijk werd, is de categorie ‘Onderwijs’ de grootste doorverwijzer. Deze categorie is onderverdeeld in de brugfiguur, het CLB en de school. Het CLB heeft geen aanmeldingen gedaan dit jaar, maar er zijn wel een groot aantal aanmeldingen door de brugfiguren en de school zelf.

42%

32%

26%

DOORVERWIJZERS 2017

Onderwijs Kansarmen zelf Niet onderwijs

41%

59%

DOORVERWIJZING 'ONDERWIJS' 2017

Brugfiguur CLB School


Vanaf 2014 zien we dat het onderwijs steeds de grootste doorverwijzer blijft. In vergelijking met 2017 is het aandeel van het onderwijs wel afgenomen. De verschillende sociale organisaties deden meer aanmeldingen in vergelijking met 2014. In 2015 en 2016 werden er meer aanmeldingen gedaan door de sociale organisaties dan door de doelgroep zelf. Dit in vergelijking met 2014 en 2017 waar de kansarmen zelf meer aanmeldingen deden.

Het grootste aantal doorverwijzingen situeren zich binnen het onderwijs, gevolgd door de gezinnen zelf en de sociale organisaties (niet-onderwijs). Binnen de categorie onderwijs werden er dit jaar meer aanmeldingen gedaan door de school zelf, dan door de brugfiguren. Toch hebben de brugfiguren nog steeds een groot aandeel in de aanmeldingen binnen de Katrol. Binnen niet-onderwijs is het

Sociaal Huis de grootse doorverwijzer.

0,00%

10,00%

20,00%

30,00%

40,00%

50,00%

60,00%

2014 2015 2016 2017

EVOLUTIE DOORVERWIJZERS

Onderwijs Kansarmen zelf Niet onderwijs


3. Gezinskenmerken

a. Gezinssamenstelling



N % N % N %

Alleenstaande moeder 23 17,16% 23 22,33% 46 19,41%

Alleenstaande vader 6 4,48% 6 5,83% 12 5,06%

Kerngezin 91 67,91% 60 58,25% 151 63,71%

Nieuwsamengesteld gezin

9 6,72% 10 9,71% 19 8,02%

Pleeggezin 0 0,00% 0 0,00% 0 0,00%

Ander 5 3,73% 4 3,88% 9 3,80%

Totaal 134 100,00% 103 100,00% 237 100,00%

De grootste groep gezinnen op vlak van gezinssamenstelling is het kerngezin (63,71%), gevolgd door alleenstaande moeders (19,41%) en een NSG (8,02%). De alleenstaande vaders zijn minder sterk vertegenwoordigd met 5,06% alsook het ontbreken van pleeggezinnen. Binnen de categorie anders (3,80%) zien we 9 gezinnen waar de gezinssamenstelling niet samenvalt met één van de vorige categoriën. Hier hoort o.a. een kind dat samenwoont met de grootouders, broers die samenwonen, niet-begeleide minderjarige nieuwkomers etc.

19%

5%

64%

8%0%4%

GEZINSSAMENSTELLING 2017

Alleenstaande moeder Alleenstaande vader Kerngezin

Nieuwsamengesteld gezin Pleeggezin Ander


b. Origine



N % N % N %

Autochtoon 27 20,15% 22 21,36% 49 20,68%

Mensen met migratie-achtergrond

99 73,88% 73 70,87% 172 72,57%

Gemengd 8 5,97% 8 7,77% 16 6,75%

Totaal 134 100,00% 103 100,00% 237 100,00%

Nog steeds zien we dat de grootste groep gezinnen mensen met een migratie-achtergrond zijn. Verder in dit jaarverslag kan je ook zien dat Arabisch de meest gesproken taal is onder de gezinnen en dat er een grote diversiteit aan nationaliteiten is. Dit valt dan ook samen met het grote aantal gezinnen met een migratie-achtergrond.

21%

72%

7%

ORIGINE 2017

Autochtoon Mensen met migratie-achtergrond Gemengd


Sinds 2015 worden cijfers bijgehouden rond de origine van onze gezinnen die ondersteuning krijgen. Hieruit kan opgemaakt worden dat het grootste aandeel gezinnen, gezinnen zijn met een migratie-achtergrond. Na 2015 is dit percentage zelfs nog gestegen. Dit jaar is het percentage licht gedaald tegenover vorig jaar, maar dit is slechts miniem. De groep ‘autochtone’ gezinnen is na 2015 gedaald en ook gelijk gebleven. Het aantal gezinnen met een migratie-achtergrond die dit jaar minder vertegenwoordigd zijn, zijn voornamelijk terug te vinden bij de ‘gemengde’ gezinnen, waar een lichte stijging zichtbaar is.

0,00%

10,00%

20,00%

30,00%

40,00%

50,00%

60,00%

70,00%

80,00%

2015 2016 2017

EVOLUTIE ORIGINE

Autochtoon Migratie-achtergrond Gemengd


c. Kennis Nederlands taal

Om te bepalen hoe de kennis van de Nederlandse taal is, houden we rekening met volgende criteria:

Zeer weinig tot geen: er is hulp nodig van een tolk of van de kinderen in de communicatie

met de ankerfiguur.

Weinig: er is enige communicatie mogelijk met de ouder in het Nederlands, maar dit is

beperkt.

Redelijk: de ouder kan zich in het Nederlands uitdrukken, maar valt toch nog terug op zijn

eigen taal of op de omgeving om zich te kunnen uitdrukken

Vlot: de ouder kan zich vlot uitdrukken zonder hulp



N % N % N %

Vlot 39 29,10% 28 27,18% 67 28,27%

Redelijk 38 28,36% 23 22,33% 61 25,74%

Weinig 28 20,90% 31 30,10% 59 24,89%

Zeer weinig tot geen 29 21,64% 21 20,39% 50 21,10%

Totaal 134 100,00% 103 100,00% 237 100,00%

In tegenstelling tot vorig jaar spreken de meeste gezinnen ‘vlot’ de Nederlandse taal. Wel liggen de percentages erg dicht bij elkaar.

28%

26%

25%

21%

KENNIS NEDERLANDS 2017

Vlot Redelijk Weinig Zeer weinig tot geen


De evolutie toont dat er vorig jaar een duidelijke piek was in het aantal gezinnen die zeer weinig tot geen Nederlands spraken. In 2017 is er een sterke daling van deze gezinnen. Toch is de grootste groep gezinnen nog steeds mensen met een migratie-achtergrond. Het dalen van deze groep kan dus zeker niet de oorzaak zijn. Het aantal gezinnen die vlot Nederlands spreken is opnieuw gestegen, maar was het hoogst in 2014.

0,00%

5,00%

10,00%

15,00%

20,00%

25,00%

30,00%

35,00%

40,00%

2014 2015 2016 2017

EVOLUTIE KENNIS NEDERLANDS

Vlot Redelijk Weinig Zeer weinig tot geen


Land van herkomst

Sinds het tweede semester in 2016 werden gegevens bijgehouden rond het land van herkomst. Bij origine wordt weergegeven dat er 16 gemengde gezinnen zijn. Dit zijn gezinnen waar de ouders een verschillende nationaliteit hebben. Hierbij werd steeds gekeken naar het land van herkomst bij de moeder. Het grootste percentage zijn nog altijd Belgen, gevolgd door Syrië, Afghanistan en Irak. Net zoals in 2016 kan dit een gevolg zijn van de blijvende instroom aan nieuwkomers. Er wordt geen grafiek weergegeven, net omdat de diversiteit aan nationaliteiten de grafiek onoverzichtelijk zou maken. Naast de nationaliteiten die hieronder weergegeven worden zijn er in 2017 nog 37 verschillende nationaliteiten binnen de gezinnen die ondersteuning krijgen.

sep-dec 2016 jan - juni 2017 sep-dec 2017

1 België (21%) België (19%) België (16,5%)

2 Syrië (15%) Syrië (16%) Afghanistan (16,5%)

3 Afghanistan (13%) Afghanistan (10%) Syrië (13%)

4 Irak (10%) Irak (9%) Irak (10%)

5 Marokko (5%) Pakistan (6%) Pakistan (4%)

Tibet (5%)

d. Moedertaal

De voorbije jaren werden reeds cijfergegevens verzameld rond de kennis van het Nederlands bij de gezinnen. Sinds het tweede deel van 2016 worden ook cijfergegevens bijgehouden rond de moedertaal van de gezinnen. Hierbij zien we dat er meer gezinnen zijn waar de moedertaal Arabisch is, dan Nederlands. Dit gaat ook samen met het grote aantal gezinnen met een migratie-achtergrond, alsook het grote aandeel gezinnen waar de kennis van de Nederlandse taal beperkt is.

sep-dec 2016 jan - juni 2017 sep-dec 2017

1 Arabisch (30%) Arabisch (34%) Arabisch (26%)

2 Nederlands (23%) Nederlands (25%) Nederlands (17%)

3 Frans (11%) Frans (7%) Pashtoe (9%)

4 Engels (5%) Urdu (5%) Frans (8%)

5 Tibetaans (5%) Pashtoe (4%) Engels (4%)


Het aantal kerngezinnen (63,71%) in 2017 blijft het hoogst, net zoals de voorgaande jaren. Toch zien we een daling ten opzichte van de voorbije jaren. Er is in vergelijking met vorig jaar wel een stijging in het aantal alleenstaande moeders, maar zeker ook in de gezinnen die we kunnen terugvinden onder de categorie ‘anders’. Dit is mede door het aantal niet-begeleide minderjarige.

Op vlak van de kennis van de Nederlandse taal zien we een verschil in vergelijking met vorig jaar. Dit jaar spreken het grootste aantal gezinnen ‘vlot’ de Nederlandse taal. De percentages van de andere categorieën liggen heel dicht bij elkaar.

e. Samenvatting


4. Studenten

a. Soort stage

Zowel studenten als vrijwilligers kunnen bij de Katrol zich engageren om een gezin te ondersteunen. In Katrol Oostende ligt de focus vooral op blokstages, maar indien er zich lintstages aanbieden is dit wel een mogelijkheid. Lintstages zullen maar 1 gezin ondersteunen. Sinds september 2016 wordt er ook gewerkt met ‘doelgroepstages’ vanuit de HOWEST, dit is een nieuwe benaming die de opleiding zelf hanteert. Een vrijwilliger na stage zijn studenten die na hun stage ervoor kiezen nog enkele weken verder te doen als vrijwilliger.



N % N % N %

Blokstage 25 60,98% 17 44,74% 42 53,16%

Lintstage 11 26,83% 14 36,84% 25 31,65%

Doelgroepstage 0 0,00% 1 2,63% 1 1,27%

Vrijwillig na stage 1 2,44% 0 0,00% 1 1,27%

Vrijwilligers 4 9,76% 6 15,79% 10 12,66%

Totaal 41 100,00% 38 100,00% 79 100,00%

53%

32%

1%1%

13%

OVERZICHT SOORT STAGE 2017

Blokstage Lintstage Doelgroepstage Vrijwillig na stage Vrijwilligers


De meeste studenten die stage deden in 2017 waren blokstages, gevolgd door lintstages. Het aantal blokstages in de tweede helft van 2017 waren minder dan in het eerste semester. Gedurende de vorige jaren zien we dat het aantal blokstages telkens het meeste aandeel hadden. We zien hierbij ook steeds een stijging van zowel de lintstages als de vrijwilligers. In 2017 hadden we de meeste lintstages en vrijwilligers.

b. Opleidingen

De Katrol werkt samen met verschillende hogescholen en opleidingen. Onderstaande tabel toont de diversiteit in hogescholen en opleidingen.

Januari – juni

2017 September –


N % N % N %

Vives HBO Maatschappelijk werk

1 2,78% 1 3,13% 2 2,94%

Vives HBO Orthopedagogie 1 2,78% 2 6,25% 3 4,41%

Vives Lager onderwijs 1 2,78% 0 0,00% 1 1,47%

Vives Secundair onderwijs 1 2,78% 1 3,13% 2 2,94%

Vives Ergotherapie 3 8,33% 0 0,00% 3 4,41%

Vives Logopedie 3 8,33% 4 12,50% 7 10,29%

Howest Maatschappelijk werk

8 22,22% 3 9,38% 11 16,18%

Howest Toegepaste psychologie (TP)

3 8,33% 0 0,00% 3 4,41%

Howest Ergotherapie 0 0,00% 0 0,00% 0 0,00%

0

10

20

30

40

50

2014 2015 2016 2017

EVOLUTIE SOORT STAGE

Blokstage Lintstage Vrijwilligers


Howest Lager onderwijs 2 5,56% 3 9,38% 5 7,35%

Howest Kleuteronderwijs 1 2,78% 2 6,25% 3 4,41%

Howest Secundair Onderwijs

1 2,78% 4 12,50% 5 7,35%

Hogent Orthopedagogie 5 13,89% 4 12,50% 9 13,24%

Hogent Ergotherapie 0 0,00% 0 0,00% 0 0,00%

Hogent Maatschappelijk werk

2 5,56% 3 9,38% 5 7,35%

Odisee Gezinswetenschappen (GW)

0 0,00% 1 3,13% 1 1,47%

Artevelde Pedagogie van het Jonge Kind (PJK)

2 5,56% 1 3,13% 3 4,41%

Artevelde Maatschappelijk werk

0 0,00% 2 6,25% 2 2,94%

Artevelde Secundair Onderwijs

0 0,00% 0 0,00% 0 0,00%

Thomas Moore Toegepaste psychologie (TP)

0 0,00% 0 0,00% 0 0,00%

Ugent Pedagogische wetenschappen

0

0,00% 1 3,13%

1

1,47%

UCLL Sociale Readaptatiewetenschappen

1

2,78% 0 0,00%

1

1,47%

VSPW Kortrijk - Jeugd-en gehandicaptenzorg

1

2,78% 0 0,00%

1

1,47%

Totaal 36 97,22% 32 100,00% 68 100,00%


Vorig schooljaar kwamen de meeste studenten uit de Howest en Hogent. Dit schooljaar is het aantal studenten vanuit de Vives toegenomen waardoor er meer studenten uit deze hogeschool stage deden dan vanuit de Howest.,

26%

41%

20%

0% 7%

2% 2% 1%1%

OVERZICHT HOGESCHOLEN/UNIVERSITEITEN

Vives

Howest

Hogent

Thomas Moore

Artevelde

UCLL

VSPW Kortrijk

Ugent

Odisee


c. Samenvatting

Binnen de Katrol Oostende kiezen we ervoor om hoofdzakelijk te werken met blokstages. Dit schooljaar hadden we een daling van het aantal blokstages, toch bleven zij de grootste groep studenten. De vrijwilligers en lintstages blijven jaar na jaar stijgen.

2014 2015 2016 2017

EVOLUTIE HOGESCHOLEN/UNIVERSITEITEN

Vives Howest Hogent

Thomas Moore Artevelde UCLL

VSPW Kortrijk Ugent Odisee


5. Project ‘Vluchtelingen’

Net zoals voorbije jaren worden er 20 trajecten per semester vrijgehouden voor nieuwkomers in Oostende. Onder nieuwkomers verstaan we gezinnen die minder dan 1 jaar in Oostende/België verblijven. In het eerste semester werden 17 gezinnen ondersteund door een student. Het tweede semester steeg dit aantal tot 26 ondersteuning. Op jaarbasis zijn dit 3 gezinnen over het verwachtte aantal.

6. Project ‘Babycoach’

Zwangere mama’s Gezinssamenstelling Kern Alleenstaand NSG Totaal

10 4 6 17

Origine Autochtoon Allochtoon Gemengd Totaal

4 12 2 17

0-12 maanden Gezinssamenstelling Kern Alleenstaand NSG Totaal

4 1 3 8


0 6 2 8

1-2,5 jaar Gezinssamenstelling Kern Alleenstaand NSG Totaal

2 1 0 3


1 2 0 3 *De cijfers van babycoach worden telkens bijgehouden van januari-augustus en van september-december. Het laatste verslag werd opgemaakt in juni 2017, dus we voegen de cijfers van juli en augustus toe aan dit overzicht. Voor dit semester zullen er nog cijfers bijkomen.

Hoe kwamen de gezinnen terecht

bij babycoach? Via facebook 2

Eigen initiatief 5

Via doorverwijzing* 6

Katrolgezinnen 15

Totaal: 28

*Doorverwijzers waren: Wijkgezondheidscentrum


7. Ankerfiguren

In de periode januari – juni werden er 4 ankerfiguren tewerkgesteld die samen 3,5 VTE vormden. Het streefdoel is om per VTE 20 trajecten per semester te ondersteunen. In het eerste semester werden er maar liefst 38 trajecten per VTE ondersteund. Van september tot december 2017 waren er 5 ankerfiguren die gelijks tonden aan samen 4 VTE. Doordat het aantal trajecten in het tweede semester ook minder was, staat dit gelijk met 26 trajecten per VTE. Dit komt al meer in de buurt van het streefdoel van 20 trajecten, maar is nog altijd meer.

8. Wachtlijst en aanmeldingen

a. Wachtlijst

Nog nooit student 76

Wel student(en) 104

Totaal 180

In de wachtlijst wordt een onderscheid gemaakt tussen gezinnen die reeds een student kregen, maar na een periode graag nog een student wensen, en de gezinnen die nog nooit een student kregen. Op dit moment staan er 180 gezinnen op de wachtlijst. Verwacht wordt dat dit de komende weken nog zal toenemen aangezien er steeds nieuwe aanmeldingen bijkomen.

b. Aanmeldingen

Maand Aantal aanmeldingen

Juni-juli-augustus 30

September 24

Oktober 30

November 18

Totaal 102

Elke maand wordt bijgehouden hoeveel nieuwe aanmeldingen er zijn. De maand november is hierbij nog niet volledig, aangezien het jaarverslag werd opgemaakt op vrijdag 24 november. Zowel in november als in december zullen er zeker nog aanmeldingen bijkomen. Van 1 juni tot 24 november waren er 102 nieuwe aanmeldingen.

Documents

Jaarverslag 2017 - De Katrol...Vzw De Katrol | Cijfers 2017 6 Het aantal ‘enkel mobile’ is nog altijd kleiner dan de mobiles in combinatie met de Katrol. Wanneer enkel een mobile