52
INTERNATIONALE SAMENWERKING IS NUMMER 9 / NOVEMBER 2010 Nederland is geen paradijs Pagina 16 Kabinet-Rutte biedt kansen voor de hulpsector Pagina 30 Faalde de journalistiek in Uruzgan? Pagina 42 IS het magazine over Internationale Samenwerking nummer 9 / november 2010 IS geeſt het woord aan de migrant IS roeit tegen de stroom in IS legt de dilemma’s op tafel

IS 09 2010

  • Upload
    ncdo

  • View
    247

  • Download
    0

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Thema deze maand: migratie

Citation preview

Page 1: IS 09 2010

INT

ER

NA

TIO

NA

LE SA

ME

NW

ER

KIN

G IS

NU

MM

ER 9 / N

OV

EMB

ER 2010

Nederland is geen paradijsPagina 16

Kabinet-Rutte biedt kansen voor de hulpsectorPagina 30

Faalde de journalistiek in Uruzgan? Pagina 42

IS het magazine over Internationale Samenwerkingnummer 9 / november 2010

IS geeft het woord aan de migrant

IS roeit tegen de stroom in

IS legt de dilemma’s op tafel

Page 2: IS 09 2010

2 november 2010 IS

Page 3: IS 09 2010

IS november 2010 3

Urgent

Buiten bereik 90 procent van de wereldbe-volking kan mobiel bellen, zo meldde het telecommunica-tiecentrum van de Verenigde Naties vorige maand. Deze eskimofamilie in Yamal Penin-sula, een 700 kilometer lang schiereiland in het noordwes-ten van Siberië, moet goed zoeken naar ontvangst. Yamal betekent niet voor niks ‘het einde van de wereld’ in de taal van de Nenet. Het leven van de veertigdui-zend Nenets wordt bedreigd door de opwarming van de aarde en de opkomende gas-industrie. Eeuwenlang reisden zij elk jaar in november met hun vee de rivier de Ob over, op zoek naar voedsel en graasgebieden. De laatste jaren moeten zij wachten tot december, anders is het ijs van de rivier niet dik genoeg om de oversteek te maken. Met de vondst van de groot-ste gasreserves ter wereld werden tientallen spoorwegen aangelegd. Deze doorkruisen de graasweiden van het vee en veroorzaken veel ongeluk-ken. Ook de ooit zo rijke vis-kolonies zijn verdwenen door de boringen naar gas.Negen fotografen reisden de wereld rond, op zoek naar de gevolgen van klimaatveran-dering. De tentoonstelling Consequences by Noor is nog te zien t/m 20 november in de Grote Kerk in Goes.

Beeld

Yur

i Koz

yrev

/ NO

OR

Page 4: IS 09 2010

Beeld

Mar

cus K

oppe

n Te

kst H

anna

Hilh

orst

4 november 2010 IS

IS en Ebru Umar

“ Ik geloof niet in Afrika”

De ouders van Ebru Umar (40) kwamen in 1970 voor hun studie uit Turkije naar Nederland en bleven er hangen. Dochter Ebru studeerde bedrijfskunde en werd later roemrucht colum-niste als protegé van Theo van Gogh. De migrantendochter heeft weinig op met ontwik-kelingssamenwerking: “Van 4 miljard kan je veel asfalt neerleggen!”

“Het is onzin dat de islam verhindert dat allochtonen integreren in de Nederlandse maatschappij. Het is de schuld van Nederland zelf. Er is hier helemaal geen noodzaak of dwang om de taal te leren of een baan te zoeken: je krijgt toch wel een uitkering. Huisvesting wordt geregeld, alles is gratis. En trouwens, moslims bestaan niet. Dat zijn slechts zes letters. Bij ons thuis werd nooit over godsdienst gesproken en toch zegt de gemeente Rotterdam dat ik moslim ben. Daar kan ik me zo over opwinden. Net als over ontwikkelings-samenwerking overigens. Ik geloof niet in Afrika. In de koloniale periode hebben we Afrika kapotgemaakt en ik zie niet in hoe je van vlaktes met lemen hutten een geïndustrialiseerde samenleving kunt maken. Het

continent heeft nog nooit iets voortgebracht. Heel triest. Ik ben wel eens met ICCO en Oxfam op pers-reis geweest naar Afrika, India en Nepal. Tien vrou-wen moesten met één naaimachine doen! Met hun budget zouden ze veel meer mensen moeten kunnen helpen. Mensen in de ontwikkelingssamenwerking doen ongetwijfeld goed werk, maar ze gaan te veel voor hun carrière. Ze vinden het chic en glamorous om arme kindjes in arme landen te helpen. Het zijn altijd van die blondies die in Nederland nog nooit in een achterstandswijk zijn geweest, die behalve expats geen allochtoon in hun vriendenkring hebben. En die gaan dan projectjes opzetten. Jeuk krijg ik ervan. Dat er bezuinigd gaat worden op ontwikke-lingssamenwerking vind ik dus een goede zaak. Wat mij betreft had het budget gehalveerd mogen wor-den. Vier miljard euro is echt te veel. Daar kan je in Nederland zo veel asfalt van neerleggen!”

Page 5: IS 09 2010

IS november 2010 5

IntervIew

Nieuw beleid komt uit WRR-rapport pagina 30De nieuwe staats-secretaris houdt zijn kaarten nog voor de borst, maar het regeer-akkoord lichtte wel een tipje van de sluier op: met het veelbesproken WRR-rapport over de hulp in de hand gaat de sector op de schop.

EbRU UmaR:

“Zelfredzaamheid komt voorop te staan. Dat is goed, want nu zie ik de Afrikaanse politiek zo: omdat papa bepaalt dat de kinderen geen eten krijgen, gaan peetoom en peettante de kinderen wel voe-den. Dan is er geen impuls voor papa om de kinderen wel te voe-den, en nul impuls van de kinderen om er zelf wat van te maken.”

Ze zitten allebei in het verdomhoekje, de mi-grant en zijn vriend de wereldburger. Terwijl migranten een belang-rijke bijdrage leveren aan de Nederlandse samenleving én de ontwikkelingssamen-werking.

RubRIekeN

CoverAmsterdam, de Ugandese migrant Ssuuna Golooba achter zijn computer. Lees zijn verhaal op pagina 16. Foto: Mieke Meesen

HiER 6

DaaR 26

CHEf GlobalisERiNG 32

DUURZaam GEmak 40

GRoEN blaaDjE 41

aGENDa 48

iNGEZoNDEN 51

vElDWERk 52

thema

De migrant en de wereldburger pagina 10

reportage

Het gevaar van het zwarte goud pagina 34met de vondst van olie in Uganda en Ghana doemen ook meteen de gevaren op: corrup-tie, zelfverrijking door de machthebbers en conflicten.

EbRU UmaR:

EbRU UmaR:

Nietmachines voor natuurvrienden

Gevechten of waterputten?

Hulp van voorouders

Terug uit TunesiëUitgelezen

Inhoud

“Olie kan een kans zijn voor Ghana, maar ik geloof niet dat het de kennis heeft om de olie uit het water te halen. Ik vind het dan ook vanzelfsprekend dat er westerse bedrijven opduiken. Lokale men-sen zullen vooral het vieze werk op mogen knappen.”

“Kom niet! Dat zeg ik ook tegen elke Turk in Turkije: je wordt een arme kerkrat in Europa. Je spreekt de taal niet, je kent niemand, je hebt geen baan, geen onderdak. Het is duizend maal prettiger om arm en zielig in je eigen vertrouwde omgeving te zijn, dan in het buitenland. Geluk vind je bij je familie en vrienden, niet in den vreemde.”

33 42 50

41 22

Page 6: IS 09 2010

6 november 2010 IS

Hier Ingekort

Redactioneel

Het vorige kabinet stelde nieuwe regels op om voor subsidie in aanmerking te komen. Vergaande samen-werking, vernieuwing en professionalisering werden doorslaggevende criteria binnen het Medefinancie-ringsstelsel-II (MFS-II). Tijdens de eerste ronde dit voorjaar vielen er al 23 af van de 43 allianties die een aanvraag indienden. Op 1 november maakte Ben Kna-pen bekend dat er in totaal 19 allianties gehonoreerd worden. De staatssecretaris voor Ontwikkelingssa-

menwerking heeft nog één voorstel van een alliantie in behandeling, dat na een bezwaarprocedure alsnog op zijn bureau is beland. De afvallers voldoen volgens het ministerie van Buitenlandse Zaken niet aan de inhoudelijke criteria. Terre des Hommes, dat twee punten (op een totaal van zestig) tekort komt, gaf meteen na de bekendmaking aan opheldering te wil-len en mogelijk in beroep te gaan. Maar ook onder de groep ‘gelukkigen’ heerst teleurstelling. Zij moeten het met minder geld doen dan verwacht. Er was 3 mil-jard euro aangevraagd, maar door de bezuinigingen wordt er 2,125 miljard toegekend. Knapen wil het komende jaar de discussie aangaan over de toekomst van het subsidiestelsel. “Maatschappelijke organisa-ties representeren betrokken burgers en ik vind dat die maatschappelijke geworteldheid ook financieel sterker naar voren mag komen.” pieternel gruppen

‘Scherpe beleidskeuzes’ belooft de nieuwe staatssecretaris Ben Knapen ons. Daar moeten we het qua quotes voorlopig mee doen, want B (zo heet hij in het BZ-jar-gon) geeft pas in december/janu-ari zijn nieuwe beleid aan de wereld prijs. Tot die tijd houdt hij het journaille op afstand. De scherpe beleidskeuzes kennen we, in precies dezelfde bewoor-dingen, al van zijn voorganger Bert Koenders, dus het is niet gezegd dat er veel verandert. De enige aanwijzing is het regeerak-koord. Dat heeft het over ‘moder-nisering’ van de hulp – maar dat

was ook precies de missie van Koenders. Een staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking in een (centrum)rechts kabinet zagen we al eerder, toen Agnes van Ardenne aantrad in Balke-nende-I. Haar beleid verschilde niet hemelsbreed van dat van haar opvolger (Koenders) in een centrumlinks kabinet. Toch gaan we een omslag beleven, voorspelt Peter van Lieshout in deze IS. Met zijn WRR-rapport Minder preten-tie, meer ambitie legde hij het fun-dament voor het nieuwe beleid. De komende tien jaar gaan we volgens Van Lieshout een over-

gang zien van de klassieke hulp van Noord naar Zuid naar de gemeenschappelijke zorg voor mondiale publieke goederen als klimaat, voedselzekerheid en vrede en veiligheid. Veranderin-gen op kórte termijn zijn er ook wel degelijk, in het migratiebeleid van het kabinet én de toon van het maatschappelijk debat waarin de hulp samen met de kunsten als linkse hobby wordt weggezet. Het wordt daarom tijd voor een nieuw verhaal over de hulp, betoogt René Cuperus. Wij van IS dragen daar graag ons steentje aan bij.hans ariëns

nederlandsubsidie

MFS-II stelt teleur De slag om de subsidiepot 2011-2014 voor ontwikke-lingsorganisaties is gestreden. Blijdschap bij onder meer 1%CLUB en Butterfly Works, teleurstelling bij Terre des Hommes, Wemos en de Health Foundation.

8van de elf grootste banken in Nederland controleren de nale-ving van arbeidsnormen in de kledingsector matig tot slecht. Dat blijkt uit onderzoek van de Eerlijke Bankwijzer. De kledingsector wordt gezien als een goede graadmeter voor de verantwoordelijkheid die banken nemen voor de impact van hun investeringen. www.eerlijkebankwijzer.nl 17% van de parlementszetels wereldwijd wordt door vrou-wen bezet. Dat blijkt uit het rapport World Women 2010: Trends and statistics van de VN. Op het gebied van gelijk-heid tussen mannen en vrou-wen is op sommige vlakken, zoals in de gezondheidszorg en economische participatie, vooruitgang geboekt. unstats.un.org

72 %van de voedselhulp van de VS aan Haïti na de aardbeving bestond uit voedsel dat in de VS is geproduceerd. Volgens het rapport Planting Now heeft zulke hulp een negatieve invloed gehad op de inkomsten van Haïtiaanse boeren, doordat de prijzen van voedsel daalden. De Haïtiaanse overheid wil nu een hoger percentage van de voedselhulp lokaal inkopen.www.oxfam.org

90% van de wereldbevolking heeft toegang tot mobiele netwerken. Eind 2010 verwacht ITU, de VN-organisatie voor informatie en communicatietechnologie dat er wereldwijd 5,3 miljard mobiele telefoonverbindingen zijn. Dat staat in het rapport The rise of G3. www.itu.int

Page 7: IS 09 2010

IS november 2010 7

Bijna de helft van de Nederlanders was tijdens de peiling eind mei 2010 voor verlaging van het budget voor ontwik-kelingssamenwerking. In 2009 was dat 36 procent. Na jarenlang een min of meer gelijke mate van steun voor het ontwikkelingsbudget is deze forse daling een opvallende uitkomst, zegt Marije van Gent die namens ncdo meewerkte aan het onderzoek over draagvlak voor ontwikkelingssamen-werking. “De periode waarin we de eerste meting deden, anderhalve week voor de verkiezingen, was zeer roerig. Overal, in de media en op straat, werd gesproken over bezuinigingen. De meeste mensen die voor een verlaging van het budget waren, gaven als ant-woord op de open vragen aan het belangrijk te vinden dat eerst de eco-nomische situatie in eigen land op orde wordt gebracht. De effectiviteit van de hulp, waar binnen de ontwikke-lingssector de laatste tijd veel over wordt gediscussieerd, werd in veel 

mindere mate genoemd als reden om het budget te willen verlagen.”  Voor het eerst in de geschiedenis van de IS-Barometer is afgelopen oktober een extra meting gedaan over de steun van het ontwikkelingsbudget. Van Gent: “We waren benieuwd in hoe-verre de verkiezingskoorts de uitkomst heeft bepaald. Ik was verrast te zien dat het aantal mensen dat het budget wil verkleinen in een paar maanden tijd is afgenomen naar 40 procent, bijna naar hetzelfde niveau als in 2009. Hoe we dat kunnen duiden, weten we nog niet. Daarvoor moeten we de ont-wikkelingen op lange termijn volgen.” De houding ten aanzien van internati-onale samenwerking was minder ver-anderlijk. 62 procent van de onder-vraagden vindt het belangrijk om mensen in arme landen te helpen zich te ontwikkelen; 10 procent is van mening dat ontwikkelingslanden hun problemen zelf moeten oplossen.  pieternel gruppen

nederlandoverheid

Steun voor budget neemt af De steun voor het overheidsbudget voor ontwikkelingssamen- werking is voor het eerst sinds 2006 gedaald. Dat blijkt uit de IS-Barometer die het bureau Motivaction in opdracht van NCDO elk jaar uitvoert.

Als presentator van Spuiten en Slikken, 3 op Reis en Try before you die heeft Nicolette

Kluijver (25) een wild imago. Toch zet zij zich ook in voor serieuze thema’s. Na jarenlang vrijwillig Art-Bags voor STOP AIDS NOW! te hebben verkocht, is ze nu ambassadeur van de organisatie.

Ik hoor veel achtergrondherrie. Bel ik gelegen?“Ja, ik sta nu op de Dam voor een speciale uitzending van Spuiten en Slikken. We vragen jongeren hoe je hiv-geïnfecteerd kunt raken. Schokkend dat veel van hen denken dat je door te zoenen al hiv kunt krijgen. Een groot aantal heeft zelfs helemaal geen antwoord. Dat leer je tegenwoordig toch gewoon op school?”

Waarom heeft STOP AIDS NOW! jou gebeld? “Omdat ik een groot en jong publiek kan bereiken. Op televisie heb ik het vaak over de leuke kant van seks, maar nu ga ik ook de serieuze en vervelende kant bespreken. Het is tof dat ik als ambassadeur niet alleen een uithangbord ben, maar ook inhoudelijk aan het werk kan.”

1 december is het Wereld Aids Dag. Wat zijn je plan-nen voor die dag?“Ik ben weer in de Bijenkorf te vinden om de ArtBag van STOP AIDS NOW! te verkopen. Daarnaast wil ik naar Afrika afreizen om de effecten van hiv/aids met eigen ogen te zien. Ik ben echt verknocht aan het conti-nent, en vind het vreselijk dat daar zoveel slachtoffers vallen. Er zijn nu al veertien miljoen aids-wezen.” hanna hilhorst

Gepolst

Presentator

Nicolette Kluijver

Veiligheidsraad, verouderd. De machtsverhou-dingen in de wereld zijn na de oprichting in 1945 flink verschoven. Politicoloog Gordenker, die zelf van 1945 tot 1953 bij de VN werkte: “In het begin zagen de Amerikanen de VN als hun baby. Nu worden, vooral in de algemene vergadering, resoluties aangenomen die de VS niet leuk vindt. Je hoort wel eens: The US out of the UN and the UN out of the US!. Presentator Ruben Maes vraagt: “Wie denkt er eigenlijk dat de VN met pensioen moet?” Geen vingers. “Moet de VN verder dan? Wie is neutraal?” Een zee van opgestoken handen. “Jullie willen zeker allemaal diplomaat worden?” En inderdaad, tijdens de workshop ‘Werken bij de VN’ wordt vraag na vraag (ook per twitter, e-mail en sms) uit het vijftigkop-pige publiek afgevuurd. Van ‘Hoe moeilijk is het om een positie bij de VN te bemachtigen?’ tot ‘Is het slim om eerst ervaring op te doen in het bedrijfsleven?’ en ‘Is het belangrijk te excelle-ren binnen je studie?’. Sigrid Kaag, UNDP-func-

Van Groningen tot Maastricht, de IS-agenda staat elke maand boordevol debatten, borrels en festivals waarin uitgebreid over het nut en de nonsens van de hulp wordt gefilosofeerd. IS doet elke maand verslag ergens uit het land.

Waar: Haagse Hogeschool, Den HaagWat: Evenement UN&me Door: NCDO, NVVN en de NJR

De Verenigde Naties bestaan 65 jaar. Waar je bij vorige vieringen struikelde over bandjes, comedians en algehele hipheid staan er van-daag serieuze vragen op het programma, zoals:  ‘Moet de VN niet met pensioen?’. Emeritus hoogleraren Leon Gordenker en Peter Baehr schreven een boek met die titel. Het publiek, vooral studenten, vindt de VN, en met name de 

bijeenkomstnederland

IS in het land

Beeld

: Leo

nie

Wol

ters

tionaris in New York: “Staar je niet blind op de VN. Studeer datgene waar je hart ligt. Niet iets waarvan je denkt dat het de meeste kansen oplevert bij de VN.” Vooralsnog lijken jongeren in Nederland zich toch meer zorgen te maken over die kansen dan over het bestaansrecht van de VN. leonie wolters

Page 8: IS 09 2010

8 november 2010 IS

Hier

nederlandpolitiek

Tip voor Ben Knapen: uitstapje naar Matonge Geen minister maar een staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking gecombineerd met Europese Zaken, meer ruimte voor het bedrijfsleven en veel aandacht voor coherentie. IS vroeg een paar experts te reageren op een greep uit de internationale paragraaf van het regeerakkoord.

“Wij zijn erg positief over de tekst.” Peter Bongaerts, teammanager internationale zaken bij VNO-NCW klinkt tevreden aan de telefoon. “Het is een hele tijd geleden dat in het regeerakkoord het bedrijfsleven genoemd is in combinatie met ont-wikkelingssamenwerking. Tot nu toe werd tussen de 5 en 7 procent van de hulp besteed aan bedrijfsleven-programma’s. Nu ontwikkeling van de private sector als speerpunt wordt genoemd, hoop ik dat er meer geld wordt uitgetrokken voor het bedrijfsleven.” Hij is niet bang dat dit gebonden hulp, geld dat beschikbaar wordt gesteld op voorwaarde dat het besteed wordt in Nederland, weer via de achterdeur naar binnen brengt zoals sommige critici beweren. “Hierover zijn internationaal afspra-ken gemaakt die Nederland natuur-lijk gewoon moet volgen.” Ben Kna-pen doet er volgens Bongaerts goed aan om op korte termijn met een plan te komen waarin hij concreet aangeeft hoe hij een economisch georiënteerd ontwikkelingsbeleid  kan integreren met de bedrijfsleven-programma’s en de thema’s waar Nederland sterk in is. Het kabinet zegt verder te streven naar meer samenhang met het brede buiten-landse beleid en in te zetten op meer coherentie van beleid, economische groei en handelsbevordering. Global public goods als energie- en voedsel-zekerheid en bevordering van vrede en veiligheid zijn zaken waar Neder-land zich op zou moeten richten. “Klinkt mooi”, zegt ontwikkelings-deskundige Dirk Willem te Velde van het Britse ODI (Overseas Develop-ment Institute). “Maar waarom staat er dan in het hele regeerakkoord niets over de VN of de Wereld-bank?” Te Velde zou van Knapen graag willen weten hoe Nederland de rol ziet van deze multilaterale organisaties. Verder waarschuwt hij Knapen dat hij zich niet de kaas van het brood moet laten eten. “Minis-ters zullen toch geneigd zijn de 

coherentie vanuit hun eigen straatje te bekijken. “Hoe past ontwikke-lingssamenwerking binnen het land-bouwbeleid bijvoorbeeld, in plaats van andersom. Knapen staat wat dat betreft al meteen op achterstand omdat hij niet aan mag schuiven in de ministerraad.” De ‘degradatie’ tot staatssecretaris valt directeur van Eurostep, een netwerk van Europese maatschappelijke organisaties, Simon Stocker het meest op aan het Nederlandse regeerakkoord, zegt hij telefonisch vanuit zijn standplaats Brussel. “Het maakt wel degelijk uit. Als zelfs Nederland, dat in elk geval tot nu toe als progressief werd gezien, al geen minister voor Ont-wikkelingssamenwerking meer heeft, is dat een signaal naar de rest van de wereld.” Ook de combinatie van de posten van Europese Zaken en Ontwikkelingssamenwerking ziet Stocker als een probleem. “De rol van een minister voor ontwikkelings-samenwerking is nu juist om even uit de Nederlandse en Europese context te stappen en je in te leven in de positie van ontwikkelingslanden.” Maar het is nog maar de vraag of Ben Knapen veel toe zal komen aan uitstapjes naar Afrika. Tip van de IS-redactie voor Knapen: neem tijdens een EU-top in Brussel eens een hotel in de Afrikaanse wijk Matonge. pieternel gruppen

Beeld

Mau

rits G

iese

n

evelijne

I neengrijzerverledenwerkteikvoordevoormaligevrijwilligersorganisatieSNV.Mijnstartplekinde

ontwikkelingssector.Endatschepttocheenzekereblijeband.Metkrommetenenzagikdaaromdeafgelopenmaandenhetdekselvandebeerputknallen.Enrekenmaardathetstinkt. Voorwiedehoofdlijnheeftgemist:DirkElsen,deimmervriendelijkevoorzittervandedirectieraadvanSNV,verdient155.000europerjaar.VoorzittervandeRaadvanToezichtLodewijkdeWaal,dieinzijnprincipi-eledagennogfulmineerdetegensalarisexcessen,noemdedatonlangsoptelevisie‘geheelterecht’.SNVisnamelijk‘eencomplexeenmoderneorganisatie’.Gos-sie.AlsofOxfamNovib,omermaareenseenwillekeu-rigeanderebijtenemen,datnietis.Oxfamwerktinméérlanden,metméérinternationalepartners,enmetanderhalfkeerhetbudgetvanSNV.Metaanmerkelijkmeerrisico’s,wantmetkorteresubsidiekaderseneengrootaantaluiterstkritischedonateurs.TochverdiendededirecteurvanSNVvorigjaardehelftméérdandievanOxfamNovib. ElsenendeWaalmoppereninallerleiforadatindesalarisdiscussieindemediadefeitenendeemotieszodoorelkaarlopen.Indeuitgebreideonlineversievandezecolumn(www.ismagazine.nl)zetikdaaromrustigdefeitennogevenvooruopeenrijtje.Almoetikbeken-nendatikdaarwelweerbehoorlijkemotioneelvanwerd.Hebbenzemisschientochgelijk.Opdatpuntdan.Verdervertellenzevolgensmijlouterlariekoek. Nuhebiknogéénhoop.Misschienhebikhetalle-maalwelhélemaalverkeerdbegrepen.LogischerwijsmoetikdeloonkostenvanElsenallichtmeteenabstractefactor36verminderen,omdathijbijnaelkevrijdagmiddagopdetennisbaanstaat.Ofiserabusie-velijkeengebruteerdOV-jaarabonnementmeegeteld,terwijlhijtochheuseendienstautoheeft.Ikverheugmedanookvreselijkophetvergelijkendsectorbredesala-risonderzoekdathetministeriebeloofdheeftbinnen-korttepubliceren.EnDirk,alsikhetdanbijhetver-keerdeeindblijktehebben,zalikeigenhandigeentrommelvolzoetezandkoekjesvoorjebakken.Totdietijdhebjehetnadeelvandetwijfel.

Lariekoekjes

Evelijne Bruning is directeur van The Hunger Project. Hiervoor werkte ze onder andere als microkredietadviseur in Vietnam, als voorlichter in Den Haag, en als hoofdredacteur van ViceVersa, het vakblad voor ontwikkelingssamenwerking.

Beeld

Mau

rits G

iese

n

Het WRR-rapport Minder pretentie, meer ambitie vormt de hoeksteen van het nieuwe ontwikkelings-beleid van Ben Knapen. Lees het interview met Peter van Lieshout op pagina 30.

Page 9: IS 09 2010

IS november 2010 9

1 Wat gebeurt er als ik in Khartoum met

een broek aan rondloop?

“Nou, jij mag dat, maar Afrikaanse vrouwen niet. Ik wil westerse vrouwen waarschuwen. Jullie zeggen: ‘wij hebben die strijd al gevoerd, wij mogen ons kleden zoals we wil-len’. Maar je moet voor jezelf blijven opko-men, niet achterover gaan leunen, want je hebt geen garantie dat het zo blijft. Kijk naar Sudan. Vroeger hadden vrouwen veel meer vrijheid in kleding- en beroepskeuze.”

2 Vanwege de internationale aandacht

voor uw zaak ontkwam u aan de veertig

zweepslagen. U kreeg een boete van 200

dollar, maar koos voor een maand gevan-

genisstraf. Waarom?

“Uit solidariteit met de vrouwen zonder geld of connecties. Ik werd die avond in het res-taurant opgepakt met veertien andere vrou-wen en meisjes die zogenaamd onzedelijke kleding droegen. Een aantal van hen werd meteen vrijgelaten, omdat ze steekpennin-gen betaalden aan de politie. Dat kan wat geld zijn, gouden oorbellen, een mobieltje. Als je arm bent, kun je dat niet doen. In onze groep zat een meisje van zestien. Ze plaste van angst in haar broek toen we de rechtszaal in liepen.”

3 Toch lijkt Sudan op sommige punten

ook wel progressief te zijn. Er is toch een

quotum van 25 procent vrouwelijke parle-

mentariërs?

“Daarmee wil de Sudanese regering laten zien hoe vrij vrouwen in Sudan zijn, maar dat is een camoufl age van de werkelijke situ-atie. Eenvoudige, ongeschoolde vrouwen

mogen niet eens hun eigen geld verdienen. De theeschenksters op straat in Khartoum worden dagelijks opgepakt door de politie, geslagen, in de gevangenis gezet.”

4 U bent zelf moslima. Hoe staat u erte-

genover dat uit naam van uw geloof dit

soort praktijken worden toegepast?

“Wat er nu gebeurt in Sudan, heeft niks met de islam te maken. De sharia heeft nooit voorgeschreven dat een vrouw vanwege haar kleding zweepslagen mag krijgen. Die wet heeft president Al-Bashir in 1991 ingevoerd. Sinds zijn aantreden in 1989 zijn de regels steeds strenger geworden. De islam uit mijn jeugd draaide om mooie principes als ver-draagzaamheid, solidariteit en gerechtig-heid. Tegenwoordig lijkt de islamitische wereld op het Europa van de Middeleeuwen waarbij gezaghebbers onrechtvaardige wet-ten toepasten in naam van hun godsdienst, het christendom.”

5 Al-Bashir loopt nog steeds vrij rond,

ondanks een arrestatiebevel van het

Strafh of wegens genocide in Darfur. Wat

doen we daaraan?

“In januari is het referendum over het al dan niet afsplitsen van het Zuiden. Als het Zui-den zich afscheidt, zal de kliek islamitische machthebbers Al-Bashir als zondebok aan-wijzen en hem opofferen. Als hij niet eerder geliquideerd wordt, want dat zou me niks verbazen. We zijn al twee vice-presidenten kwijtgeraakt met een vliegtuigongeluk. Dat gebeurt opmerkelijk genoeg altijd net als er grote veranderingen in de grondwet op sta-pel staan.” lonneke van genugten

een handvol vragen: Lubna Ahmad Al-Hussein

Broek aan als protestdaadDe Sudanese Lubna Ahmad Al-Hussein werd veroordeeld tot veertig zweepslagen

omdat ze een broek droeg in een restaurant in de Sudanese hoofdstad Khartoum.

Wie is Lubna al-Hussein?

Lubna Ahmad Al-Hussein (Omdurman, 1973) studeerde communicatie en agronomie in Khartoum en Wad Madani. Ze werd bekend met haar wekelijkse rubriek ‘Erewoord’ in de krant Al-Sahafa, die later verboden werd wegens belediging van de islam. Ten tijde van haar arrestatie werkte Al-Hussein voor de VN. Tegenwoordig woont ze in Caïro en Parijs. Ze mag Sudan niet meer in. Lees haar verhaal in Veertig zweepslagen / De Boekerij, y 18,95.

Beeld

Mirj

am v

an d

er Li

nden

Page 10: IS 09 2010

10 november 2010 IS10 november 2010 IS

een migrant heeft steeds minder vrienden

illustraties zsuzsanna ilijin

Voorbij is de tijd waarin we de multiculturele samenleving als vanzelf omarmden en migranten als een verrijking van de Nederlandse samenleving zagen. Die opvatting hoor je alleen nog bij de kosmopoliet, de wereldburger – de lezer van IS.

Het gedoogakkoord van VVD, CDA en PVV staat bol van de harde taal aan het adres van de migran-ten. En al is het kabinetsbeleid misschien niet met-een kil, de toon is dat wel. Ook voor de wereld van ontwikkelingssamenwerking is dit een ruw ontwa-ken. ‘We’ zijn nog bezig de bijdrage van migranten aan hun land van herkomst in kaart te brengen en ze een plek te geven in de hulpsector, terwijl om

ons heen steeds schrillere geluiden klinken. Essay-ist René Cuperus analyseert voor IS waar het mis-ging, waarom de populisten zich tegen de migran-ten en hun goede vrienden, de wereldburgers, keerden. En Ugandees Ssuuna Golooba beschrijft voor ons zijn missie: hoe hij Afrikanen probeert te waarschuwen dat het paradijs in ieder geval niét in Nederland te vinden is.

Page 11: IS 09 2010

IS november 2010 11IS november 2010 11

mIGraTIe

Page 12: IS 09 2010

12 november 2010 IS

H et is vreselijk om het juist in dit blad te moeten zeggen, maar ontwikke-lingssamenwerking is de overtref-

fende trap van alles wat er op dit moment niet deugt. In de ogen van populisten dan welteverstaan. Bij ontwikkelingssamenwer-king komt alles zogenaamd samen: de ’linkse kerk’, de hobby van een hoogopge-leide, kosmopolitische elite en de verkwis-ting van belastinggeld. Ontwikkelingssamenwerking is, in de rechts-populistische gedachtegang, de allerlinkste van alle linkse hobby’s. Hulp is belastinggeld verspillen aan landen die we niet kennen, aan mensen die we niet vertrouwen, via mensen en organisaties die we wantrouwen. Hulp staat voor bodemloze putten en voor onbeperkt geld doneren aan corrupte regi-mes en undeserving poor. Waarom lijken tal-loze armen hulpafhankelijkheid te verkiezen boven zelfstandige overlevingsdrift, of migreert men naar de weldoorvoede verzor-

gingsstaten van Europa, liever dan het eigen land op te bouwen?

Nederlandse dijkenOntwikkelingssamenwerking is, en dan bespelen populisten een ander register, ook de hoogmis van linkse hypocrisie, leugen-achtigheid en morele chantage. Het toont weldenkend Nederland in zijn allerschijnhei-ligste gedaante: die van salonsolidariteit. Men maakt immers goed gesalarieerd, en met ‘arme kinderen helpen’ als alibi, mooie reisjes naar exotische bestemmingen. First Class naar de sloppenwijken, of liever nog naar luxueuze expat compounds: het Eveline Herfkens-syndroom. Afgezien van alle goed-bedoelde bedoelingen staat ontwikkelingssa-menwerking voor morele chantage van de well-to-do tegenover hen die het minder getroffen hebben: hoe kan men zich in gods-naam over onrechtvaardigheid in eigen land beklagen, wanneer men het op moet nemen tegen aids, malaria en hongerbuikjes in Afrika? Daar komt dit nog bij. Zich druk maken over onderontwikkeling in de Derde Wereld is iets dat men zich kan veroorloven wanneer men zich senang voelt in eigen leven en samenle-ving. Dat is weggelegd voor mensen die zich-zelf sociaal-economisch en cultureel zeker voelen. Dat ligt een stuk gecompliceerder voor mensen op wie de lasten van de globali-sering onevenredig worden afgewenteld, met

name de minder hoog opgeleiden. Zij staan onder druk van de ideologie van de kennis-economie en van de internationalisering van de economie. Bovendien leven zij vaak niet naast de multiculturele samenleving, zoals de gemiddelde Nederlandse academische professional, maar er middenin. En het zijn zij, niet artsen of interim-consultants, die de concurrentie van de Poolse loodgieter, de Turkse snackbarhouder of Antilliaanse schoolverlater ondervinden. Tot overmaat van ramp wordt hen door de Gutmenschen, zoals de Duitsers dat zo mooi zeggen, ook nog eens nationaal egoïsme verweten: bang, xenofoob egelgedrag achter de Nederlandse dijken, terwijl zij juist bovenproportioneel te maken hebben met de fricties en overgangs-pijnen van een globaliserend Nederland. Wie is er hier nu provinciaals?

GeheimtaalOntwikkelingssamenwerking is, zo gezien, erger dan een ‘ver van ons bed show’. Het is een ‘te dicht bij ons bed show’ geworden.Ontwikkelingssamenwerking is in de ogen van populisten de corrumpering van de hooggestemde idealen van de linkse baby-boomers, de pervertering van (internatio-nale) solidariteit. Hoe kon het zo’n vaart lopen met de afkalving van het o-zo-heilige draagvlak voor ontwikkelingssamenwer-king? Zozeer zelfs dat voormalig VVD-leider Frits Bolkestein onlangs nog in het pro-

tekst rené cuperus

* DoordeglobaliseringisdeDerdeWereldnietalleenmeerzieligofhulpbehoevend,maarbedreigend.

* DepopulistischeopstanddiezichinvrijwelallelandenvanEuropavoordoet,houdtverbandmet‘globaliseringsangst’enmetaanzienlijkeintegratieproblemendiezijnterugtevoerenopslechtbegeleidemassa-migratieindeafgelopendecennia,betoogtRenéCuperus.

Waarom hebben populisten zo’n hekel aan ontwikkelingssamenwerking?

Te dicht bij ons bed

Page 13: IS 09 2010

IS november 2010 13

gramma Buitenhof een halvering van het ontwikkelingssamenwerkingsbudget bepleitte, dit in afwijking van het regeerak-koord van het kabinet-Rutte, waarin ontwik-kelingssamenwerking nog enigszins met de

schrik vrij komt, dankzij de charitatieve handrem van het CDA. Waarom toch die ver-schroeiende afkeer van ontwikkelingssamen-werking bij grote delen van de Nederlandse bevolking? Vooropgesteld, ik ben allesbehalve een insider in het wereldje van de ontwikkelings-samenwerking. Dat heeft voor- en nadelen. Het voordeel voor u - lezers van dit blad: experts, professionals en ervaren rotten uit de praktijk van de ontwikkelingssamenwer-king - is dat u de ongemakkelijke dingen die ik schrijf of de ronduit ongeïnformeerde nonsens die ik beweer, gemakkelijk naast u neer kunt leggen. Ach, wat weet zo’n buiten-staander nu helemaal van ons terrein? Maar het nadeel is dat ik, juist omdat ik een outsi-der ben, dichterbij de gemiddelde Nederlan-der sta, die weinig snapt van de sektarische geheimtaal van de ontwikkelingssector, maar

om wiens draagvlak, belastinggeld, vertrou-wen en mondiale bewustwording het uitein-delijk wel allemaal te doen is. Hoe deze bur-ger opnieuw mee te voeren in het grote verhaal over het hoe en waarom van mondia-lisering en internationale samenwerking?

Populistische opstandLaat ik maar direct met de deur in huis val-len. Er is iets fundamenteels aan de hand. We leven in een tijd van heftige transforma-tie. Wake up. De idealistische, progressieve tijdgeest is lang en goed voorbij. In plaats daarvan kampt Nederland inmiddels met een nieuwe populistische tijdgeest, die van neoliberaal cynisme, globaliseringsangst en een immigratietrauma. En dat heeft, of men het nu leuk vindt of niet, weinig met het fenomeen Geert Wilders te maken, want deze verschijnselen tref je in vrijwel alle landen van Europa aan. Overal duikt een soort populistische opstand tegen het naoorlogse samenlevingsmodel op. De hoofdoorzaak ligt in wat men de dialec-tiek van de globalisering zou kunnen noe-men. Het globaliseringsproces produceert twee tegengestelde bewegingen tegelijker-tijd. Aan de ene kant wordt de mensheid sterker onderling afhankelijk en ‘vertrouwd’ door een ongekende expansie van communi-catie (www), vervoer en economie. Maar aan de andere kant maakt diezelfde globalisering nationale samenlevingen, door migratie bij-

voorbeeld, minder ‘vertrouwd’ en meer divers. The world is becoming more flat, but national societies are becoming less flat, zo zou men New York Times-columnist Thomas Friedman in niet zo heel mooi Engels kun-nen parafraseren. Het zijn deze trends van een wereld in flux, die maken dat de naoorlogse heilige huisjes en politiek-morele vanzelfsprekendheden - de sociale rechtsstaat, de Europese eenwor-ding, de multiculturele samenleving, maar dus ook ontwikkelingssamenwerking - opnieuw beargumenteerd en gelegitimeerd moeten worden.

OnttoveringPopulisme groeit en bloeit daar waar zich een kloof, een kortsluiting, voordoet tussen experts, elites en de doorsnee bevolking. De meerderheid van de Nederlandse bevolking steunt ontwikkelingssamenwerking massaal, maar weet er nauwelijks iets vanaf en betwij-felt bovendien of het werkt. Dat is de roem-ruchte ‘draagvlakparadox’ van de hulp. Dit kwetsbare draagvlak, niet voor niets is het mondiaal bewust maken van een blijkbaar niet zo mondiaal bewuste bevolking al eeu-wen subsidiabel, is bij uitstek een prooi voor populistische partijen. Het wegsmelten van het draagvlak heb ik wel eens de onttovering van ontwikkelingsa-menwerking genoemd. Men zou ook van de ‘secularisatie van ontwikkelingssamenwer-

“De minder hoog opgeleiden leven niet naast de multicul-turele samenleving, maar er middenin”

mIGraTIe

Page 14: IS 09 2010

14 november 2010 IS

king’ kunnen spreken. Het gaat om een geloofscrisis. Ik zie voor die crisis, grof geno-men, drie oorzaken. Nummer 1: de depoliti-sering en technocratisering van ontwikke-lingssamenwerking. Nummer 2: de existentiële twijfel of hulp wel helpt. Num-mer 3: de nieuwe context van globalisering, die het ontwikkelingsvraagstuk en ‘internati-onale samenwerking’ letterlijk binnen de landsgrenzen van Nederland heeft gebracht. Van ‘ver van ons bed’ tot ‘te dicht bij ons bed’.Ik loop de drie oorzaken langs. Ten eerste is er over de hele linie sprake van een ver-gaande verdamping van het idealisme van de jaren zestig en zeventig: de Derde-Wereldbe-weging, vredesbeweging, kernenergiebewe-ging, vrouwenbeweging. Er is allemaal wei-nig beweging meer van over, des te meer stolling in organisaties en instituties van-

wege professionalisering en bureaucratise-ring. Dat is de prijs van het succes van deze bewegingen, maar dat heeft wel een wegdrij-ven van actie en engagement tot gevolg gehad. En daarmee is ontwikkelingssamen-werking enigszins losgezongen en in zichzelf gekeerd geraakt, in netwerken van professio-nals en bestuurders die elkaar in naargees-tige subsidievoorwaardentaal gevangen hou-den. Ontwikkelingssamenwerking verloor daarmee haar ziel. Maar daar is ook nog een ander soort oorzaak voor aan te wijzen. Filo-soof Peter Sloterdijk heeft eens aannemelijk gemaakt dat de hoogtijdagen van het neoli-beralisme (the selfish decades, aldus Tony Judt) een cynische tijdgeest hebben voortge-bracht, waarin idealen en moraal kil geredu-ceerd worden tot geld en materialistisch eigenbelang. Onbaatzuchtig handelen wordt weggezet als leugenachtige schone schijn.

Men gelooft niet langer in oprechtheid en goede bedoelingen. In plaats daarvan is er sprake van een ‘a priori ongeloof in het goede’ (Bas van Stokkom). In zo’n post-neoliberaal cynisch klimaat fietst ontwikke-lingshulp per definitie tegen een orkaan in, nog afgezien van de schaduwzijden van ont-wikkelingssamenwerking.

SchuldcomplexOntwikkelingssamenwerking was bovendien lange tijd gedepolitiseerd in een onaantast-bare nationale consensus. Het vormde een deel van het prudent-progressieve, altruïsti-sche zelfbeeld van Nederland, dat deels terug te voeren is op de traumatische verwerking van de littekens van de geschiedenis. Kort door de bocht: ontwikkelingssamenwerking was het antwoord op het schuldcomplex van kolonialisme, slavernij, apartheid en racisme. En ontwikkelingssamenwerking redde vooral kleine kinderen van de dood. Hulp was daarom moreel ongenaakbaar en onaan-raakbaar. Maar ook een beetje onuitstaan-baar. Want door deze onaanraakbare morali-teit gold lange tijd een taboe op elke vorm van kritiek. Ontwikkelingssamenwerking was deel van de cocon van de politieke cor-rectheid. Wie kon er nu tegen armoedebe-strijding in de Derde Wereld zijn? Het gaat hier, vals gezegd, om een vraagstuk van morele chantage, dat de naoorlogse periode als geheel betreft. Neem de Europese een-wording. Wie daar kritisch tegenover stond, werd lange tijd gebrandmerkt als iemand die een reprise van de Tweede Wereldoorlog zou voorstaan. En wie zich tegen het multicultu-ralisme keerde, was een racist of iemand die weinig van de Holocaust had begrepen. Zo ook lag er een zware morele hypotheek van kolonialisme en racisme op ontwikkelingssa-menwerking. Alles wat in naam van de hulp werd gedaan was goed gedaan. Ontwikke-lingssamenwerking vertegenwoordigde het Goede. Wie kon daar tegen zijn? Bent u soms voor honger in de Derde Wereld? Na Europa en de multiculturele samenleving

wordt nu ook het naoorlogse heilige huisje van de ontwikkelingssamenwerking getest en beproefd. Er vindt een ontnuchtering plaats, deels ruig, nationaal-egoïstisch en demagogisch, deels verfrissend en noodzake-lijk. Het heilige draagvlak moet opnieuw gelegitimeerd worden.

BedreigendEen tweede oorzaak van het ondermijnde draagvlak is de existentiële twijfel over de vraag of hulp nu wel echt helpt. Is het über-haupt relevant binnen de grotere context van wereldhandel, Washington Consensus, geld-overmakingen door migranten et cetera? Is ontwikkelingssamenwerking meer dan een marginale aflaat bij de internationale poli-tiek-economische machtsverhoudingen? Hier stuiten we weer op de draagvlakpara-dox. Er is grote steun voor ontwikkelingssa-menwerking, maar de kennis erover is zeer gering, en er is een gestaag afnemend ver-trouwen in de effectiviteit van hulp. Mensen zijn niet gek. Ondanks alle maakbaarheidsre-toriek van de millenniumdoelen, die sugge-reert alsof onderontwikkeling zo even de wereld uit-gemanaged kan worden, ziet men dagelijks op televisie wat voor mission impos-sible ontwikkeling vaak is. Zie Afghanistan of Irak. Maar ook dichter bij huis komt de com-plexiteit van het ontwikkelingsvraagstuk naar voren op een manier die tot grote bescheidenheid noopt. Denk aan Suriname of onze eigen Antillen. Hoe goed lukt het ons daar om te komen tot ontwikkeling, goed bestuur of rechtstatelijkheid? Of nog dichter bij huis: Amsterdam-West, Oost-Groningen?

Omgekeerde wereldEen derde oorzaak voor de draagvlakcrisis is het veranderde politieke en maatschappelijke decor waartegen ontwikkelingssamenwer-king plaats heeft. Cruciaal is het gegeven dat de voormalige Derde Wereld niet langer alleen maar ‘zielig’ en hulpbehoevend is. Nee, zij is bedreigend geworden. Econo-misch bedreigend: China, India, Brazilië,

“Ontwikkelingssamenwer-king was deel van de cocon van de politieke correctheid”

Page 15: IS 09 2010

IS november 2010 15

Singapore, Taiwan. Cultureel en qua terro-risme bedreigend: de islamitische wereld. En demografisch bedreigend door aanhoudende immigratiedruk vanuit Afrika, het Midden-Oosten en Zuidoost-Europa. Ondanks de ris-kante anti-migratie opmars van het rechts-populisme, wordt in rapporten van de OESO of de EU doodleuk de volgende rekensom gemaakt: de vergrijzing van Europa moet gecompenseerd worden door de jeugdige demografie van Afrika en Turkije. De riskante populistische opstand die zich in vrijwel alle landen van Europa voordoet, houdt voor een belangrijk deel verband met aanzienlijke integratieproblemen die zijn terug te voeren op slecht begeleide massami-gratie in de afgelopen decennia. Het gaat hier om een cocktail van opvoedingsproble-men, schooluitval, criminaliteit, werkloos-heid en uitkeringsafhankelijkheid. Maar ook discriminatie, xenofobie en multiculturele wrijving. Tevens is er de botsing van de islam met de post-christelijke, liberaal-permissieve westerse samenleving. Het heeft er alle schijn van dat Europa momenteel bezig is een uitgesteld, en door het populisme aange-blazen, immigratie- en integratietrauma te verwerken. De gevaarlijke politiek-maat-schappelijke spanningen die dat oproept, brengen onvermijdelijk met zich mee dat de blik nu meer op eigen land dan op het verre buitenland is gericht. Een tikkeltje versimpeld kan men stellen dat we de omgekeerde wereld meemaken. Nederland gaat niet naar de Derde Wereld, maar de Derde Wereld is naar Nederland gekomen. Niet-westerse massamigratie impliceert, meer dan men ooit voor mogelijk heeft gehouden, ontwikkelingssamenwer-king in eigen land. De ontwikkelingssamen-werking is genationaliseerd geraakt in de vorm van het integratievraagstuk. Zoveel is zeker, Nederland heeft, zoals talloze andere landen, aanzienlijk met de impact van de globalisering te stellen. Dat is allesbe-halve een excuus om niet langer over de eigen landsgrenzen heen te kijken en de internationale oriëntatie op te geven, maar de integratiethematiek in eigen land wordt als zo dringend gevoeld, dat aandacht daar-voor niet gemakkelijk weggezet kan worden als nationale navelstaarderij. Daarvoor staat de politieke stabiliteit van onze samenleving en democratie inmiddels te zeer onder druk door de anti-migratie-ressentimenten van grote delen van de bevolking.

VooruitgangsgeloofDe Derde Wereld als slachtoffer-ontvanger van hulp en goede bedoelingen is geleidelijk aan getransformeerd in een Derde Wereld

die economisch en geopolitiek een geduchte concurrent is geworden en die via migratie een nieuw gezicht heeft gegeven aan ontwik-kelingsvraagstukken in de Oude Wereld.

Dat onbehagen wordt versterkt door het panische aanpassingsdiscours dat westerse politieke en economische elites permanent op hun burgers afvuren. Al zo’n kleine kwart eeuw worden we door politici, economen en experts in het kader van de neoliberale heils-leer doodgegooid met steeds dezelfde bood-schap: bereid U voor op de totale globalise-ring. Grenzen tellen niet langer, kapitaal beweegt zich vrij over de hele wereld, dus mensen zullen dat voortaan ook moeten doen. Gij zult wereldburger zijn en wereld-wijd opereren, of gij zult niet zijn!

Het is vooral deze boodschap die weerstand en onbehagen produceert, vooral bij hen die zich door de nieuwe mondiale wereldorde bedreigd voelen. Zie hier de opstand van het populisme tegen de globalisering. Die opstand keert zich wraakzuchtig tegen de moreel-paternalistische ‘spiegeltjes en kraal-tjes’ van weldenkend progressief Nederland: kunstsubsidies en ontwikkelingssamenwer-king.We kunnen daar negatief en pessimistisch over doen. Vijandig tegenover de populisti-sche demagogen die tegen de heilige huisjes aantrappen en die debatten onbarmhartig openbreken. We kunnen ons beklag doen over een minder idealistische, egoïstische tijdgeest, maar mijn stelling is ook deze: de naar binnen gekeerde sector van ontwikke-lingssamenwerking heeft dit voor een deel ook over zichzelf afgeroepen. Door niet moe-dig genoeg zelfkritiek en zelfreflectie te bedrijven. Uit angst om het draagvlak aan te tasten. En men heeft onder camouflage van een hele grote morele paraplu (het schuld-complex van kolonialisme en westers kapita-lisme) een vergaande professionalisering, technocratisering en aristocratisering van ontwikkelingssamenwerking toegestaan, waardoor de sector losgezongen is geraakt van de gemiddelde Nederlander. En dat wreekt zich juist in deze tijd van mondiale transformatie, nu veel burgers oriëntatieloos en onzeker zijn geworden. In het bijzonder die mensen, vaak lageropgeleiden, die zich totaal afgehaakt voelen. Want de kloof

tussen burger en politiek mag dan groot zijn, die tussen de global academic professionals en de burgers is nog onnoemelijk veel groter. Vraag eens op straat wie er een flauw benul heeft van de millenniumdoelen of de Dag van de Duurzaamheid.

Tijdbom Hoe dan ook, een simpel beroep op wereld-burgerschap en internationale solidariteit: daar komt niemand meer mee weg. Er is een nieuw verhaal nodig. Geen misverstand. Ik ben trots op de gouden ontwikkelingshulp-traditie van Nederland (van de beide Jannen, Jan Tinbergen en Jan Pronk) en ik ben ook trots op de hulptraditie van sociaal-democra-tisch Scandinavië. Ik vind het een gotspe dat het in ons land een linkse hobby en belas-tingverspilling wordt genoemd, als je je opwindt over armoede van de Bottom Billion en over onrechtvaardige mondiale machts-verhoudingen. Maar ik zie meer dan ooit een verwijdering tussen elites (om dat nare woord maar te gebruiken) die de globalise-ring omarmen en zich als pseudo-wereldbur-gers met wereldproblemen bezighouden en niet-elites die zich juist bedreigd voelen door de globalisering. Dat is de tijdbom die tikt onder het roemruchte draagvlak. Ontwikkelingssamenwerking zal uit de com-fortzone van medefinancieringsorganisaties moeten worden getild. Breek de sector open. Stop met die hilarische controle- en evalua-tie-spiraal en het cijferfetisjisme. Weg met de onleesbare coherentie-rapporten, weg met de subsidietaal. Weer terug op de barricaden. Er is nieuwe politisering en nieuwe beweging nodig. Vooral van links, dat, zoals hoogleraar Tony Judt beschreef in zijn intellectuele tes-tament III Fares the Land, in de afgelopen decennia vergaand ‘gecollaboreerd’ heeft met het neoliberalisme. Ja, zelfs zodanig dat het hele onderscheid tussen links en rechts in zowel de nationale als internationale poli-tiek zo goed als weggevallen is. Hierdoor ontstond er ruimte voor een nieuwe tegen-stelling: die tussen (de valse eenheid van) het volk en het establishment. Zie daar, in een notendop, de complexe achtergrond van de opstand van het populisme tegen de glo-balisering, inclusief ontwikkelingssamen-werking. En in een nog kleinere notendop wat daartegen ondernomen moet worden.

Wie is rené Cuperus??

Historicus en antropoloog René Cuperus is senior-medewerker van de Wiardi Beckman Stichting, de denktank van de PvdA. Hij is auteur van ‘De wereldburger bestaat niet. Waarom de opstand der elites de samenleving ondermijnt’ (Bert Bakker, 2009).

“Het heeft er de schijn van dat Europa bezig is een uitge-steld immigratie- en integra-tietrauma te verwerken”

mIGraTIe

Page 16: IS 09 2010

16 november 2010 IS

Nederland is geen lolletje

Ik woonde aan Entebbe Road, in Ndejje, een dorp met ongeveer vijfduizend inwoners, 14 kilometer van de hoofdstad Kampala. Ik had er mijn eigen huis laten bouwen. Vergeleken met huizen van rijke mensen was het mijne niet geweldig, maar voor mij was het prima. Het had drie kamers. Er was geen stromend water, maar wel een waterleiding buiten. Ik had elektriciteit, een telefoonlijn en een Toyota Corolla. Ik woonde er samen met mijn vrouw en mijn dochter, en een hulp in de huishouding. Ik werkte als freelance fotojournalist voor de Ugandese kranten New Vision en Bukedde.

’s Avonds stond ik in mijn eigen winkeltje met levensmiddelen in Kampala. Ik ver-diende 150 dollar per maand. Dat was meer dan de meeste mensen in Uganda, maar het was in mijn ogen niet genoeg om voor mijn gezin en mijn moeder te kunnen zorgen zoals ik dat zou willen. Als fotograaf ontmoette ik mensen uit alle sociale klassen en reisde ik het hele land door, maar ik had altijd een stemmetje in mijn hoofd dat zei dat ik naar Europa moest, net als veel van mijn vrienden. Sommigen kwamen terug uit Europa met fl itsende auto’s en een hoop geld. Ik vond dat ik ook moest gaan, wat het ook kostte. Het voelde alsof ik anders achterbleef.

AfscheidsfeestEen goede vriend kwam na tien jaar Londen terug met 30.000 pond cash op zak. Ik ver-telde hem dat ik ook naar Europa wilde. Hij raadde het me af, maar ik dacht dat hij mis-schien niet wilde dat ik me zou ontwikkelen, of liever had dat ik steeds bij hem kwam bedelen. Zodoende begon ik dingen te rege-len en geld te sparen voor de reis naar Europa. Het stemmetje hield vol: “Nu is je kans! Pak hem! Hier verdien je niet genoeg geld. Ga naar Europa! Jij gaat het maken!”Op de ochtend van mijn vertrek organiseerde mijn familie een afscheidsfeest en een bescheiden dienst om God te danken voor het visum en om hem raad en bescherming te vragen in Europa. We verzamelden met familie en vrienden bij mijn moeder thuis, en roosterden drie kippen. We waren vrolijk, maar ook gespannen. Iedereen wilde me spreken en geluk wensen. Sommigen vroe-gen om cadeautjes als ik terugkwam. Voordat ik aan boord van het vliegtuig stapte, omhelsde ik mijn familie. Ik zie nog steeds het gezicht van mijn moeder voor me: vol blijdschap toen ze me nog eens vertelde dat al hun hoop op mij gevestigd was. “Stel ons alsjeblieft niet teleur en vergeet ons niet.

Werk hard, zodat wij ook wat van jouw geluk krijgen. Moge God je zegenen, en alles wat je doet in Europa.” Ik keek uit naar de uitdagin-gen die voor me lagen, maar wist niet of ik ze zou volbrengen. Het was mijn eerste keer vliegen. Toen het vliegtuig opsteeg, begon ik pas echt na te denken over waar ik heen ging. Ik vroeg me af waar ik zou slapen, wie me van het vlieg-veld zou halen, wat ik zou eten en wat voor werk ik zou gaan doen. Ik probeerde te sla-pen, maar ik was te zenuwachtig.

ParacetamolIk landde in Amsterdam en ging meteen naar de Bijlmer (Amsterdam Zuid-Oost), waar de meeste immigranten wonen. De man die me had opgehaald op Schiphol, had daar al een onderkomen voor me geregeld bij een Afrikaanse man thuis. Daar woonden vijftien mensen uit verschillende landen. Mijn slaapplek was in de gang en ik betaalde 120 euro per maand. Na drie maanden was ik helemaal blut. Ik had geen geld meer om een slaapplek of eten te betalen. Ik belde mijn moeder op om geld van haar te lenen. Ik was naar Europa gegaan om mijn familie te helpen, maar nu moest mijn familie mij helpen. Mijn moeder stuurde me 250 euro,

zodat ik nog twee maanden huur kon beta-len. Ik at de restjes van de maaltijden van mijn medebewoners. Soms kreeg ik wat te eten bij een kerkelijke organisatie. Eén zo’n organisatie bood aan mijn huur te betalen. Vrienden die dat geluk niet hadden, sliepen in half afgebouwde fl ats, op straat of op bouwplaatsen. Als we ziek werden, kon nie-mand ons helpen. We overleefden op parace-

tekst ssuuna golooba

“Werk hard, zodat wij ook wat van jouw geluk krijgen”

Het verhaal van ssuuna, Ugandese migrant in Nederland

* SsuunaGoloobawasvastbeslotenomhettegaanmakeninEuropa.HijzeizijnwerkalsfotojournalistinUgandavaarwel,namafscheidvanzijnvrouwendochterenvloognaarNederland.

* Daarwachttedeontluistering.Jarenvollossebaantjesengeldzorgenvolgden.SsuunabeslootdathijAfrikanendiedestapwillenwagen,wilvoorlichtenoverhetleveninEuropa.

Ssuuna voor het eerst in zeven jaar herenigd met zijn doch-ter. Hij was even op bezoek in Uganda om fi lmpjes over het leven in Nederland te laten zien.

Page 17: IS 09 2010

IS november 2010 17

tamol. Ik herinner me een gepensioneerde Nederlandse arts die zieke illegale migranten hielp. Hij hield spreekuur in een gebouw aan de Overtoom in Amsterdam. Als je naar hem toe ging, moest je op een stuk papier gaan liggen en dan pakte hij instrumenten uit zijn dokterskoffertje om je te onderzoeken. Ik stond versteld van de lange rij zieke immi-granten die voor hem was gekomen, al werkte hij in een armoedig gebouw.

EllendigOverleven was niet makkelijk. Familieleden thuis begonnen me te bellen. Ze vertelden over honger en armoede, en vroegen om geld. Ze konden niet begrijpen dat ik nog steeds werkeloos was, ik woonde immers al twee jaar in Europa. Ik probeerde ze te ver-tellen hoe mijn leven eruitzag , maar nie-mand geloofde me. Ik had allerlei baantjes, zoals folders bezor-gen. We kregen contant uitbetaald, maar het kwam voor dat een baas zei geen geld te heb-ben, nadat we twaalf uur voor hem hadden gewerkt. We moesten altijd vechten voor ons geld en waren afhankelijk van de welwillend-heid van de baas. We konden niet openlijk klagen, want dan zouden we onze baan ver-liezen. We waren altijd bang voor de politie, omdat we dachten te worden gearresteerd, gevangen gezet en met lege handen gedepor-teerd.

Zo bracht ik zeven jaar door zonder mijn geliefden te zien. Als ik me bedacht dat ik in Uganda lid was van een familie en een gro-tere gemeenschap, kon ik me echt ellendig voelen. Ik miste vooral mijn moeder en mijn dochter. Ik ging weg toen ze vijf jaar was en ik zag haar pas weer toen ze twaalf was. Ze wist nog dat ik haar vader was, maar ze kon me zich niet goed herinneren. Veel mensen die ik kende overleden toen ik weg was en ik zal ze in dit leven niet meer zien.

GelukszoekersDe Schipholbrand in oktober 2005 vormde het keerpunt van mijn beeld van Europa. Bij die brand, in oktober 2005, kwamen elf migranten om in een detentiecentrum. Ik had nooit gedacht dat zoiets kon gebeuren in een land als Nederland. Het opende mijn ogen en ik zag de misère waarin ik me zelf bevond: gevangen tussen een onjuist beeld van Europa en te hoge verwachtingen van mijn familie. Daarom ben ik het project Sur-prising Europe begonnen. Ik wilde mensen met een fi lm vertellen over de problemen van Afrikanen die migreren naar Europa om rijk te worden. Veel migranten gaan van Afrika naar Europa als gelukszoekers met hoge ver-wachtingen, zonder de werkelijkheid van Europa te kennen. Ze worden verleid hun baan op te geven en al hun bezittingen te verkopen om de reis te betalen. Het pro-

bleem is dat ze in Europa nauwelijks werk kunnen vinden, maar ook niet terug kunnen. Het lukt ze nooit om de investering voor de reis terug te verdienen. Daarnaast eisen de thuisblijvers ook hun deel van de ‘rijkdom-men’ die zijn vergaard in Europa. Familie en vrienden zullen hun falen nooit accepteren en hen uitlachen. Mijn project is niet bedoeld om Afrikanen te ontmoedigen naar Europa te gaan, maar om ze op het hart te drukken hun opties te wegen voor ze hun thuisland verlaten. Misschien was ik dan zelf ook wel nooit gegaan.

Niet meer dan één koekje

Ssuuna Golooba en fi lmmaker Martin Hansen zijn samen het multimediaproject ‘Surprising Europe’ gestart om mensen uit Afrika te informeren over de realiteit van het migrantenbestaan in Europa. Op de website www.surprisingeurope.com zijn verhalen te lezen van migranten. Sommige grappig (zoals over de Nederlandse ontbijtgewoonten), andere schrijnend (zoals over een vrouw uit Sierra Leone die zich gedwongen ziet tot prostitutie). Samen met het Nederlandse tv-bedrijf Jongens van de Wit werkt Ssuuna aan een tv-serie over het leven in Europa. Van de ‘making-of’ is ook een documentaire gemaakt. Intussen werkt Ssuuna aan een nieuwe campagne: ‘The untold stories of Europe’. Ssuuna: “Ik wil mensen adviseren om niet té grote risico’s te nemen. Hun leven is meer waard dan geld. De campagne moet er ook voor zorgen dat migranten die naar huis terugkeren, omdat ze het niet redden in Europa, niet meer door hun familie en kennissen als mislukkelingen worden gezien.” Reageren of ideeën? [email protected]

Ssuuna op zijn kamer in Amsterdam.

mIGraTIe

Beel

d: M

ieke

Mee

sen

Page 18: IS 09 2010

18 november 2010 IS

“Ik had geen keus”

Carlos José de Fátima Augusto bladert door zijn stapel papieren. Hij wil alles laten zien: het businessplan voor zijn waterproject, de vele visitekaartjes van contacten in Neder-land, een contract. Zijn Colombiaanse vrouw Rosa Maria Botero lacht bemoedigend naar hem. Ze kent zijn droom, zijn frustraties. Carlos is sinds vijf maanden weer in zijn geboorteland Angola, nadat hij acht jaar in Nederland woonde. Hij kijkt met een ver-moeide blik naar zijn vrouw. “Ik had geen keus. We hadden in Friesland willen blijven”, zegt hij. “Het is er zo schoon, bijna alles is er netjes en in orde.”Carlos mocht niet blijven. En Rosa ook niet, zij werd met haar twee puberdochters terug-gestuurd naar Colombia, een maand nadat Carlos en zij in Nederland waren getrouwd. Carlos: “Haar dochters hebben ontzettend gehuild, zij wilden hun school afmaken, want dat is erg belangrijk voor hen, omdat

een diploma uit Europa kans geeft op een goede baan. We hebben gesmeekt, gepraat, zijn boos geworden en heel erg verdrietig. Het heeft allemaal niets geholpen.” De Nederlandse organisatie Maatwerk bij Terugkeer hielp bij het opvragen van certifi-caten van hun school in Dokkum, die ze kun-nen gebruiken voor hun verdere opleiding. Een paar maanden na zijn vrouw verliet Car-los Nederland met zijn eigen twee dochters. In Angola vond hij zijn vader, die in de wes-telijke provincie Lunda Sul woont. Zijn doch-ters zitten daar nu op school. “Zij kwamen naar Nederland toen ze klein waren en zijn helemaal gewend aan het Nederlandse schoolsysteem. Hier is alles anders. De taal, het hele systeem.” Maatwerk bij Terugkeer heeft zich ervoor ingezet dat Rosa en haar twee puberdochters ook naar Angola konden komen. Ze zijn twee dagen geleden vanuit Colombia gearriveerd op het vliegveld in de Angolese hoofdstad Luanda. Deze week logeert het gezin er in een flat van een ken-nis, daarna gaan ze naar de provincie Lunda

Sul, hun nieuwe thuis.Nu hij in de hoofstad is, probeert Carlos leven te blazen in het waterproject dat hij wil opzetten in Lunda Sul; een waterzuivering op zonnecellen, helemaal ingericht op de lokale omstandigheden in Lunda Sul en de bevolking daar. Al in Nederland was hij ermee bezig – hij heeft scheikunde gestudeerd en Internatio-nal Business Management. Hij bezocht con-gressen, maakte plannen, legde contacten en zat aan tafel met bedrijven en organisaties, zodat hij, eenmaal terug in Angola, aan de slag kon gaan met zijn droom. Carlos: “Angola heeft de hoogste kindersterfte ter wereld door gebrek aan schoon drinkwater. Daarom wil ik een door UNESCO gecertifi-ceerd, milieuvriendelijk watersysteem plaat-sen, dat per waterzuiveringsunit 2500 liter per dag produceert. Vanuit Nederland heb ik mensen uit Lunda Sul aangestuurd om onderzoek te doen. Daarna heb ik een bedrijfsplan en een pre-implementatie-stu-die ontwikkeld, waarvoor ik subsidie heb gekregen in Nederland. In Lunda Sul was men enthousiast en kreeg ik, zodra ik terug was, een stuk land van de lokale overheid.”En daar is het bij gebleven. Carlos: “Ik krijg geen subsidie voor de aan-schaf van de eerste units. De Nederlandse organisatie die mij eerst hielp, zegt dat ik geld moet lenen bij de bank hier. De rente is 24 procent en dat kan ik nooit terug betalen.” Nu probeert Carlos in de korte tijd dat hij in de hoofdstad is geïnteresseerden te vinden. “Ik ben al een heel eind als ik één unit heb als showmodel. Dan kan ik het laten zien hier.” Hij rommelt weer door zijn paperas-sen, laat een tekening van een unit zien en zucht. “Er zit zo veel jaar energie, geld en tijd in. Ik kan het nog niet opgeven.”

tekst mary-ann sandifort & renée zandvliet

Ze waren liever in Friesland of Rotterdam gebleven. Maar met Nederlandse hulp konden ze in ieder geval een nieuw bestaan in hun eigen land opbouwen. IS vroeg twee migranten die met de stichting Duurzame Terugkeer zijn teruggekeerd naar hun ervaringen.

Nederlandse organisaties begeleiden terugkeerders

Hello, goodbye

Carlos in angola

Page 19: IS 09 2010

IS november 2010 19

“Het afwachten zat”

“Als je een paspoort krijgt, zit je goed. Maar als je jarenlang moet wachten, weet je niet wanneer je leven daar echt kan beginnen. Dan is het erg zwaar.” Vier jaar geleden woonde Sylvester Bakar (28) nog in Rotter-dam. Hij leerde Nederlands, werkte op een tomatenkwekerij in het Westland en had allerlei uitzendbaantjes. Nu heeft hij een winkel in Freetown, de hoofdstad van zijn geboorteland Sierra Leone. In de hoop op een betere toekomst in Europa arriveerde Sylvester acht jaar geleden in Nederland. Maar na jaren van afwachten, tij-delijke verblijfsvergunningen en onzekerheid nam hij de beslissing terug te keren. “Het ging niet goed met me. Ik voelde me moe van

alles. Het schoot maar niet op met het krij-gen van een paspoort. De eerste jaren had ik een Kaapverdiaanse vriendin die me steunde en bemoedigde. Toen die relatie uitging, besloot ik niet langer mijn tijd te verdoen en terug te gaan naar Sierra Leone.” Sylvester nam contact op met de Internationale Orga-nisatie voor Migratie (iom). Met hun steun keerde hij terug. Direct na aankomst deed hij zijn uiterste best om zijn leven in Sierra Leone weer op de rails te krijgen. Hij bouwde een kamer en een kleine winkel in Calaba Town, een wijk ten oosten van Freetown. Hij opende zijn winkel dankzij fi nanciële steun van vrienden in Nederland en twee micro-kredieten van Christian Brothers. Deze lokale partnerorganisatie van stichting Maat-werk bij Terugkeer (zie kader) begeleidt Sier-raleoners uit Nederland om opnieuw hun weg te vinden in hun thuisland. Ook had Syl-vester contact met een stichting voor alleen-staande, minderjarige asielzoekers. “Ik vond het fi jn dat ze af en toe belden, gewoon om te vragen hoe het met me ging en hoe het ervoor stond met mijn winkel.” De Neder-lands-Sierraleoonse Mamoud Kamara werkt voor HealthNet tpo en zoekt Sylvester en de andere terugkeerders regelmatig op. “Ze bevinden zich in een moeilijke situatie en worden vaak gestigmatiseerd. We proberen ze te ondersteunen om op eigen benen te staan.” Sylvester kocht een vriezer en een generator en legde elektra aan. Nu verkoopt hij onder meer frisdrank, kaarsen, toiletpa-pier en blikken melkpoeder. Er zijn weinig andere winkels in de wijk en buurtbewoners zijn blij met de komst van zijn zaak. Toch vindt Sylvester zijn leven als ondernemer niet gemakkelijk. “Ik heb geluk dat ik genoeg verdien om rond te komen. Als ik een vrouw en kinderen had, zou het lastig zijn.” Sylves-

ter is inmiddels penningmeester van Youth of Sierra Leone (yos), een netwerk van der-tig terugkeerders (op één vrouw na allemaal mannen). “We spreken elkaar regelmatig. Met de een gaat het beter dan met de ander, maar uiteindelijk bevinden we ons allemaal in dezelfde situatie en hebben we veel steun

aan elkaar.” Sylvester benadrukt echter dat fi nanciële steun het allerbelangrijkst is. Hij prijst zichzelf gelukkig dat hij nog steeds kan terugvallen op zijn vrienden in Nederland. “Als mijn winkel minder loopt, sturen zij geld. Zonder hun steun zou ik niet zijn waar ik nu ben.” Hij heeft gemengde gevoelens over de toekomst. “Het voelt alsof ik midden op een brug sta en bijna naar beneden val. Ik ben al drie jaar terug, maar kan nog steeds maar net rondkomen.”

steuntje in de rug

Stichting Duurzame Terugkeer biedt (ex-)asielzoekers en onge-documenteerden ondersteuning bij de besluitvorming over terugkeer naar en bij de herintegratie in het land van herkomst. Deze stichting is een samenwerkingsverband van negen Neder-landse organisaties die actief zijn op het gebied van migratie en vluchtelingenproblematiek: IOM, Vluchtelingenwerk Nederland, Maatwerk bij Terugkeer, het Centraal Orgaan opvang Asielzoe-kers, de Stichting HIT, Nidos, Pharos, HealthNet TPO en Stich-ting Mondiale Samenleving. Stichting Duurzame Terugkeer biedt onder meer hulp bij het contact leggen met vrienden en familie, het opstellen van een bedrijfsplan en de psychosociale voorbereiding op de terugkeer. Na vertrek zorgt Duurzame Terugkeer voor de eerste opvang bij aankomst, helpt met het vinden van huisvesting, scholen en werk, en legt contacten met relevante lokale netwerken. www.duurzameterugkeer.nl

sylvester in sierra Leone

“Ik vond het fi jn dat ze me af en toe belden”

mIGraTIe

Page 20: IS 09 2010

20 november 2010 IS

“Als migranten bouwen aan hun land van oorsprong, doen ze dat met hun hart”, zegt Fatumo Farah, directrice van Hirda, een organisatie voor de diaspora uit de Hoorn van Afrika. En bouwen doen ze, blijkt uit hun geefgedrag: steeds vaker stoppen migranten hun zuurverdiende geld liever in ontwikke-lingsprojecten, zoals de bouw van een trai-ningscentrum of een kliniek, dan dat ze het naar hun naasten in het thuisland overma-ken. Geld voor familie gaat immers niet alleen naar scholing of gezondheidszorg, maar ook naar mooie mobieltjes of hippe kleding. Door via Nederlandse migrantenor-ganisaties het geld in projecten te stoppen heeft de hele gemeenschap er wat aan en houden migranten vat op wat er ‘overzee’ met hun centen gebeurt.

BruggenbouwersMigrantenorganisaties hebben de afgelopen jaren geprobeerd een plaats te veroveren bin-nen de wereld van ontwikkelingssamenwer-king. Hun meerwaarde is duidelijk: ze spre-ken de taal en kennen de cultuur, waardoor er voor hen deuren openen die voor reguliere ontwikkelingsorganisaties gesloten blijven. Ze weten feilloos hoe je in het herkomstland tussen de lokale en nationale overheden moet laveren om snel een project van de grond te krijgen en kennen de lokale regelgeving. Bovendien weten ze ook zonder dure rappor-ten waar de armoede daadwerkelijk heerst en waar de plaatselijke bevolking behoefte aan heeft. Dat is precies waar ontwikkelingspro-jecten nogal eens op stuklopen. Het is dan ook niet vreemd dat migrantenorganisaties en gevestigde namen als Oxfam Novib en Cordaid elkaar opzoeken: migranten kennen het spel in ontwikkelingslanden, ontwikke-lingsorganisaties de regels hier. “Migranten bezitten kennis die wij goed kunnen benutten”, zegt Ronald Lucardie,

beleidsadviseur van Cordaid, dat al jaren met migrantenorganisaties samenwerkt en ze ondersteunt. “Ze zijn bruggenbouwers, omdat ze gewend zijn met twee culturen om te gaan. Bovendien houden migranten ons, de gevestigde ontwikkelingsorganisaties, een spiegel voor. Migranten doen bijvoorbeeld vaak aan directe armoedebestrijding, het schooltjes bouwen, putten slaan. Daar zijn wij van weg gegroeid. Ik vraag me af of we daar niet weer meer oog voor zouden moeten krijgen.”Migrantenorganisaties zijn flink aan de weg aan het timmeren. Ze hebben inmiddels de stap gezet naar ontwikkelingssamenwerking

buiten hun herkomstland: Marokkanen die hun vleugels over Noord-Afrika hebben uit-geslagen, Turken die een modeldorp in Dar-fur hebben gebouwd – ze kennen immers de gevoeligheden van de islam. Ook de op hin-doewaarden gebaseerde Seva Network Foun-dation werkt niet meer louter in India of Suriname, maar eveneens in Ghana en Burundi. “Waarom moeten wij ons als migranten altijd maar verantwoorden over de toegevoegde waarde als we zeggen dat we ook in Ghana projecten hebben?” vraagt Radj Bhondoe, directeur van Seva zich af. “Waarom wordt grote ontwikkelingsorgani-saties niet gevraagd wat hun toegevoegde waarde is van hun werk in Nepal?” Hij wil het nog wel eens uitleggen. “Ons werk is geïnspireerd door onze hindoewaarden, en daar hoort solidariteit met de armen ook bij. Dat betekent trouwens niet dat we overal tempels gaan plaatsen, daar houden we ons afzijdig van. Als je een kerk bouwt in een gebied zonder christenen, ben je niet met armoedebestrijding bezig.”Ook onderling bloeien contacten tussen migrantenclubs op, met kennisuitwisseling als doel. Marokkanen en Molukkers bezoe-

ken de Filippijnen en ontdekken daar projec-ten die ze ook in hun eigen land van her-komst kunnen uitvoeren.

Bureaucratische rompslompMigrantenorganisaties doen harder hun best dan ooit, maar het tij zit ze niet mee. Het politieke klimaat is veranderd en er zijn veel clubs buiten de boot gevallen bij MFS-II, de subsidiepot van Buitenlandse Zaken. Onder leiding van Seva Netwerk Foundation had-den een aantal diaspora- en migrantenorga-nisaties de Migranten Alliantie opgericht. De verwachtingen waren hoog, want ze hadden er alles aan gedaan om aan de voorwaarden te voldoen. Vanuit de politiek leken migran-ten met open armen te worden ontvangen. Maar hun aanvraag voor subsidie werd afge-wezen, waarmee ze 37 miljoen euro mislie-pen. Ze hadden te weinig punten gescoord op gebied van organisatie, met name profes-sionaliteit en ervaring. Met de subsidie had-den de organisaties zich juist verder kunnen professionaliseren. Radj Bhondoe ziet de afwijzing als ‘een regelrechte ramp’. De grote jongens krijgen het weer voor het zeggen in ontwikkelingsland en veel kleine migranten-organisaties moeten de tent sluiten. Bhon-doe: “We kijken nu naar wat nog mogelijk is na MFS-II. We gaan samenwerkingsverban-den aan, maar dat is lastig, want ook andere

tekst brigitte ars

“Als je een kerk bouwt in een gebied zonder christenen, ben je niet met armoede-bestrijding bezig”

migrantenorganisaties vallen buiten de boot bij subsidietoekenning

bruggenbouwers of buitenbeentjes?

* Allesweeseropdatmigranteneenplekbinnendewereldvanontwikkelingssamen-werkinglekenteveroveren.

* Maarsindskortzithetpolitiekeklimaattegen.Hoemoetenmigrantennuverder?

Page 21: IS 09 2010

IS november 2010 21

organisaties krijgen minder geld. Er is maar een klein programma meegenomen in het medefi nancieringsstelsel, dat van Hirda. Migranten doen ontzettend veel. Uit allerlei internationale rapporten blijkt dat onze bij-drage in termen van geldovermakingen, con-tacten leggen, goederen geven en armoede-bestrijding in het herkomstland groter is dan de bijdrage van alle ontwikkelingssamen-werking bij elkaar. Dat doen migranten zon-der noemenswaardige professionele infra-structuur of bureaucratische rompslomp. Wat zou dan niet de bijdrage kunnen zijn van migranten aan armoedebestrijding als ze meer steun zouden krijgen om zich te profes-sionaliseren? Een gemiste kans. Ik hoop dat ons pleidooi over komt, ook bij de rechtse garde die toch denkt in termen van effectivi-teit en effi ciency.” Beter imagoIs de afwijzing van MFS-II een verkapt bre-vet van onvermogen? Zeker niet, vindt Huub Severiens van COS Zuid-Holland, centrum voor ontwikkelingssamenwerking dat door de nabijheid van Rotterdam veel ervaring heeft met migranten. “De vraag is of subsidie van MFS-II het enige criterium mag zijn om te zien of migrantenorganisaties geaccep-teerd zijn als partners binnen ontwikkelings-samenwerking. Ik twijfel daaraan als ik zie hoe stevig zij zich de laatste jaren ontwikkeld hebben. Ook grote ontwikkelingsclubs zoe-ken ze op, omdat ze elkaar aanvullen. En maar liefst een kwart van de particuliere ini-tiatieven is aangezwengeld door migranten.” Internationale samenwerking door migran-tenorganisaties heeft ook nog een ander aspect. Het COS organiseerde onlangs een conferentie die de andere kant van ‘diaspora-fi lantropie’ liet zien: hoe hun inzet overzee bijdraagt aan een beter imago en de integra-tie van migranten hier. Het mes snijdt zo aan twee kanten. Migranten beschikken over geld, kennis en netwerken die ze hier gebrui-ken, maar die ook ten goede komen aan het land van herkomst, stelde spreker Ruben Gowricharn. “Zo verschuift de vraag ‘Wat leert het Zuiden van ons?’ naar ‘Wat leren wij van het Zuiden?’”

“Wij moeten het echt

ontgelden”

AbdelAbali,projectlei-derNetwerkInternatio-naleSamenwerkingMarokko“marokkanen hebben steeds meer behoefte

om iets te doen op het gebied van ontwik-kelingssamenwerking, niet alleen binnen marokko, maar ook in andere delen van afrika. Dat is positief, want zo creëer je wereldburgers en een klimaat voor interna-tionale solidariteit binnen Nederland. De komst van het nieuwe kabinet heeft veel impact op de marokkaanse gemeenschap, zeker ook emotioneel. We moeten het echt ontgelden. Toch maak ik me over ons ont-wikkelingswerk geen zorgen. als migran-tenorganisatie moeten we niet in een hoekje staan klagen, maar gewoon door-gaan met wat we doen. We hebben net een delegatie uit Denemarken op bezoek gehad, een land dat politiek in een vergelijkbare situatie zit. De bevolking zelf geeft er nu meer. Er is meer solidariteit gekomen toen de overheid zich terugtrok. ik geloof en hoop dat hier hetzelfde zal gebeuren.”

“Lede ogen”

SylviavandenBerg-OrtegaAzurduyvanAyniBolivia-Nederland “migranten kijken met lede ogen naar de nade-lige effecten van nieuwe

regelingen. Er gaan meer fi nanciële midde-len naar projecten die betrokkenheid bij de Nederlandse burger moeten creëren dan naar projecten in het Zuiden.”

“We zijn geen confl ict-

zoekers”

MaluPadilla,projectlei-derSMSVluchtelingen“De bezuinigingen heb-ben veel impact op ons werk. We moeten meer lobbyen en meer

samenwerken met andere organisaties. samenwerken heeft het voordeel dat je

samen sterk staat, maar het nadeel is dat je je eigen identiteit dreigt te verliezen. bezui-nigingen leiden altijd tot one size fi ts all, maar dat werkt nu nét niet bij migrantenor-ganisaties. onze identiteit heeft juist een meerwaarde: we zijn bruggenbouwers in plaats van dat we de confrontatie aangaan. bovendien wordt er óver ons gepraat, maar niet mét ons. met het nieuwe kabinet wordt dat alleen maar erger. Het is belangrijk dat we zichtbaar blijven, onze stem laten horen.”

“Oog voor cultuur”

FatumoFarah,directeurHirda“ik denk dat het belang van migrantenorganisa-ties voor ontwikkelings-samenwerking erkend

zal blijven. subsidieaanvraag bij mfs-ii was daarvoor de eerste gelegenheid na jaren-lange discussie. als een van de weinige migrantenorganisaties zit Hirda in een alli-antie die door is naar de tweede ronde van mfs-ii. Dat andere clubs buiten de boot zijn gevallen, is erg jammer. somalië, een van de landen waar Hirda projecten heeft, is een jungle geworden. Er heersen Taliban-achtige toestanden voor vrouwen en meis-jes. Er moet zeer zorgvuldig worden gewerkt, met oog voor de cultuur. Dankzij onze partnerorganisaties kunnen meisjes onderwijs volgen waar dat normaal gespro-ken onmogelijk zou zijn geweest.”

“Waar verder nog op

korten?”

RadjBhondoe,directeurSevaNetworkFounda-tion“Nederland ontleent prestige, aanzien en invloed aan het geven

van 0,7 procent van het bruto binnenlands product aan ontwikkelingssamenwerking. Dat geef je niet zomaar op, dat weet ook de Pvv. Puur rationeel gezien denk ik dat ze het niet kunnen maken om daar nog verder in te snoeien. En als het gaat om migranten en ontwikkeling: wat moeten ze daar nog verder op korten?”

Gulle gevers

Uit cijfers van de Wereldbank blijkt dat migranten uit ontwikke-lingslanden vorig jaar zo’n 317 miljard dollar naar hun vaderland stuurden; meer dan alle westerse initiatieven voor ontwikke-lingssamenwerking bij elkaar. Het grootste deel daarvan gaat rechtstreeks naar familie en vrienden, de zogenoemde remit-tances. Dit geld wordt steeds vaker ingezet voor ontwikkelings-projecten, bijvoorbeeld om werk en inkomen te verschaffen of een school, trainingscentrum of nieuwe kliniek op te zetten. De fi lantropie van de diaspora is te danken aan een sterke geeftra-ditie die verankerd is in veel migrantenculturen en hun religies, zoals de islam en het hindoeïsme.

een koude wind of een warm onthaal? Wat betekent

het kabinet-rutte voor migrantenorganisaties?

mIGraTIe

Page 22: IS 09 2010

Ndeupe, therapie voor senegalese vissersvrouwen

22 november 2010 IS

Op hoop van zegen

tekst & beeld judith quax

* WesterseschepenkapenvoordekustvanSenegaldeviswegvoordelokalebevol-king.WerklozevisserswagenhunlevenvoordeoversteeknaarEuropa.

* Hunvrouwenenkinderenblijvenachterenputtenkrachtuiteenanimistischritueel.

Aan het strand van het Senegalese vissers-dorp Yoff klinkt luid geklap en gegil, op het opzwepende ritme van drums. Vlak voor de drums ligt een vrouw in het zand, haar ogen rollen tot alleen het oogwit nog zichtbaar is. Het zand plakt aan haar bezwete gezicht. Ze gaat zitten en beweegt met haar armen alsof ze een boot roeit. Na een paar minuten blijft ze uitgeput liggen. Andere vrouwen tillen haar op en geven haar water te drinken. Dan begint een andere vrouw wild te dansen en ook zij laat zich in trance op de grond vallen. “Ze komt in contact met de geesten van de voorouders”, vertelt Astou, die langs de kant toekijkt. “We zijn Lebou, een stam van vis-sers. Als we in trance raken, doen we alsof we in een boot op zee zijn.” Vrouwen in de Senegalese vissersdorpen organiseren regelmatig Ndeupe: een animis-tisch ritueel dat letterlijk vertaald ‘therapie’ betekent. Dit ritueel vernieuwt het contact tussen de ‘patiënt’ en de geest van de voor-

ouder. De geest wordt gezien als degene die geluk brengt en ongeluk afzweert. In de Senegalese vissersdorpjes heeft bijna ieder huis een verhaal over migratie. De mannen wagen met kleine bootjes de 1400 kilometer lange, gevaarlijke oversteek naar de Canari-sche Eilanden. Het is de meest populaire route om Europa illegaal binnen te komen. De vrouwen en kinderen blijven achter in de dorpen. Om hoop en kracht te vinden, orga-niseren de vrouwen Ndeupe. In de loop van de middag spreekt Astou met haar vriendinnen af om zich voor te berei-den. Tijdens de Ndeupe dragen groepjes vrouwen kleding in dezelfde kleuren en

patronen. Ook dragen ze amuletten om zich te beschermen tegen boze geesten die er rondwaren. Tegen het vallen van de avond gaat Astou met een groepje vriendinnen naar het huis van een oudere vrouw. Er brandt een kaars en de vrouw gooit schelpjes uit om de toekomst te voorspellen. Als de geesten van haar voorouders gunstig gestemd zijn, zullen zij Astou veel geluk brengen.

“Ze komt in contact met de geesten van de voorouders”

senegal

Hoofdstad: DakarOppervlakte: 196.722 km2 (vijf keer Nederland)Aantal inwoners: 13.711.597BNP per hoofd: 1600 dollar

Human Development Index: 166 (van 182 landen)President: Abdoulaye WadeOntwikkelingsgeld vanuit Nederland in 2010: 28,8 miljoen euro

Dakar

Pagina 23 Tijdens het ritu-eel raken vrouwen in trance. Ze dansen steeds geconcen-treerder, tot zij de controle verliezen en in contact zijn met de voorouders. Als de vrouw bijkomt uit haar trance, wordt zij opgevan-gen door de andere vrou-wen. Pagina 24 Boven en linkson-der: Astou en haar vriendin-nen bereiden zich voor op het ritueel. Ze doen amulet-ten om, maken zich op en trekken als vriendinnen-

groep kleding aan in dezelf-de kleuren en motieven. Rechtsonder: Marème heeft vijf kinderen en wacht op haar man. Hij werkt in Spanje en is de afgelopen drie jaar niet thuis in Sene-gal geweest.Pagina 25 Boven: Terwijl een vrouw in trance raakt, dansen andere vrouwen om haar heen. Beneden: Naarmate de tijd verstrijkt, gaan de vrouwen wilder dansen.

mIGraTIe

Page 23: IS 09 2010

IS november 2010 23

Page 24: IS 09 2010

24 november 2010 IS

Page 25: IS 09 2010

IS november 2010 25

Page 26: IS 09 2010

26 november 2010 IS

Daar

burundigezondheid

Burundi biedtpsychische hulpDe problemen in de geestelijke gezondheidszorg in Burundi zijn groot. Toch is er sinds het einde van de oorlog in 2006, al veel verbeterd.  “Ik ben genezen verklaard maar ik zit hier nog steeds", zegt Jean (22) op de gesloten afdeling van Burundi’s enige psychiatrische ziekenhuis. “Ik mag naar huis, maar eerst moet de rekening betaald worden. Ik heb mijn moeder gebeld, maar ze heeft geen geld. Dus zit ik vast hier.” En dat is niet het enige probleem, zegt direc-teur Hippolyte Manirakiza. “Het ziekenhuis is overvol. Er zijn slechts twee psychiaters in het hele land. Bovendien zijn er soms onvoldoende medicijnen.” Toch is er, na het einde van de oorlog, al veel verbeterd. Gaandeweg wordt er meer hulp geboden aan de Burundese gezond-heidszorg. Verschillende initiatieven bieden ondersteuning en er worden meer mensen opgeleid, zegt Herman Ndayisaba, directeur van HealthNet TPO Burundi, een organisatie die geestelijke gezondheidszorg en psychosoci-

ale ondersteuning biedt. “We hebben enorme stappen gezet, terwijl velen zeiden dat het nooit zou lukken.” Ndayisaba vertelt dat Burun-dezen, zwaar getroffen door de jarenlange oor-log, van oudsher niet spreken over gevoelens. “Maar na jaren van voorlichting weten veel mensen nu de psychiatrisch verpleegkundige, de psycholoog of de getrainde gemeenschaps-vrijwilligers te vinden.” Drie Amsterdamse pedagogen, de winnaars van de Mental Health Battle, een wedstrijd voor nieuwe ideeën over geestelijke gezondheidszorg in ontwikkelings-landen, willen bovendien proberen Burundezen 

meer te betrekken bij hun eigen behandeling. Door de mensen zelf naar hun mening te vra-gen, ze aan te moedigen en te betrekken bij het oplossen van hun problemen, ontstaat er mogelijk meer actief draagvlak onder de bevol-king, zo legt prijswinnaar Anna Scheele uit. “Natuurlijk moet ook het gebrek aan medicij-nen worden aangepakt. Maar je moet op meer fronten tegelijk bezig zijn. Het betrekken van patiënten bij de behandeling is financieel in elk geval makkelijker te regelen dan de toevoer van voldoende medicijnen.” www.healthnettpo.orgguido spring 

iswebsite

Wereldverhalen op ismagazine.nlDe bloggers van IS zorgen voor veel reuring op www.ismagazine.nl. Hun persoonlijke verhalen over corruptie, ex-kindsoldaten en aids ontlok-ken reacties aan de lezers. Deze reageren soms fel. Soms meelevend. Vaak inhoudelijk.  Als Lindy Janssen blogt dat de Rwandese oppositieleider Victoire Ingabire is opgepakt, barst een discussie los. “Kan Nederland iets doen om haar vrij te krijgen”, vraagt Femke. Volgens Lindy heeft kamerlid Dijkhoff (VVD) Kamervragen gesteld. Kees reageert. “Ik vind dat de zaak van Ingabire in Nederland veel te eenzijding wordt belicht. Niemand die zich lijkt af te vragen wat Ingabire gedaan heeft. En wat vinden wij van de contacten tussen Ingabire en de Hutu-moordenaars in Congo?”Scherp en kleurrijk zijn de verhalen van journa-list Nils Elzenga. Sinds augustus blogt hij over zijn reis van Marokko naar Tsjaad. Positief én negatief. “Schrijven over het grootste cliché dat er over Nigeria bestaat, ik vind het bijna flauw van mezelf. Corruptie is echter zó alomtegen-woordig in mijn gesprekken met Nigerianen – en ik ben nooit degene die erover begint – dat ik er gewoon niet omheen kan.” Theo Vendrig 

schrijft: “Je stukken geven te denken, en dat is goed.”Azarja en Ludo, twee journalisten op mediareis, experimenten met transparante en interactieve journalistiek. Vanuit Indonesië bloggen zij over ontbossing en illegale houtkap, en hopen daar-bij op input van de IS-lezer. Aarzel dus niet uw tip, vraag of mening op beide heren af te vuren! Aanleiding voor een redactionele blog was een betoog van Steffie Hemelaar over de ‘nutte-loosheid van vrijwilligers in ontwikkelingslan-den’ in de NRC Next. ”Wat hebben zij een pro-ject te bieden, terwijl ze voor het eerst van hun leven verlost zijn van het ouderlijk gezag en zonder enige kennis van het land, de cultuur en de problemen vertrekken? In plaats van vrijwil-ligerswerk kunnen we eigenlijk beter spreken van vrijwilligerstoerisme.” Ieteke uit haar ver-ontwaardiging: “Vrijwilligers doen veel ervaring op en leren een andere cultuur kennen. En de andere cultuur leert hen kennen. Daarmee kan vrijwilligerswerk dus geen nutteloos toerisme zijn. Andere vraag, is toerisme ooit nutteloos?” “Zeker niet”, vindt Maaike. “Maar vrijwilligers-werk wekt de indruk meer te doen voor de lokale bevolking. Ik denk echter dat het blijft bij de bijdrage die ‘normaal’ toerisme levert: inkomsten. Hoewel ‘normaal toerisme’ minder leidt tot handjes ophouden…”Blijf vooral reageren!Ook bloggen voor IS? Mail naar [email protected] hanna hilhorst 

talkshowis

IS LiveOp 25 november vindt in de balie de eerste editie van IS Live! plaats, de actuele talkshow van IS/NCDO, Lokaal-mondiaal, LUX en Wereldpodium. Gasten zijn Peter van Lieshout (WRR) en Klaas Dijkhoff (woordvoerder VVD) over het nieuwe ontwikkelingsbeleid van het kabinet-Rutte, publiciste Linda Polman over het succes van de Engelse vertaling van De Crisiskaravaan, en Ha-Joon Chang, Koreaans-Brits econoom en auteur van 23 Things They Don't Tell You About Capitalism. Talkshow-gastvrouw is Marcia Luyten. www.ismagazine.nl

verhalenwedstrijd2010

Schrijf jouw wereldverhaalDaar lig je dan, met zware buiktyfus in een Afrikaans ziekenhuis. Geen stroom, geen eten. Artsen die voor je bidden, maar geen medicijnen leveren. Of weet je nog, die keer dat in de woestijn de band van je motor klapte? Beschrijf in maximaal 750 woorden jouw ergste reiser-varing en maak kans op een mooie reis! Stuur je verhaal voor 1 januari naar [email protected] onder vermelding van Verhalenwedstrijd 2010.

Page 27: IS 09 2010

IS november 2010 27

keniarampen

Ushahidi is internationale hit

angolawonen

Angolese sloppenwijken op de schop In Angola schieten luxe bouwprojecten als paddestoelen uit de grond. Veel armen zijn daar de dupe van.  In de Angolese gemeente Lubango zijn in oktober ongeveer 1500 families uit sloppen-wijken verdreven. De zeven maanden daar-voor moesten ruim vijfduizend Angolese huishoudens plaatsmaken voor de bouw van infrastructuur, villa’s en appartementencom-plexen.Volgens de Nederlands-Angolese onderzoe-ker Sylvia Croese is de sloop van sloppenwij-ken in Lubango, de hoofdstad van de provin-cie Huíla, nog niet ten einde.“De families uit Lubango zijn overgeplaatst naar gebieden die zich 9 tot 15 kilometer bui-ten de stad bevinden. Daar kampen ze met een gebrek aan drinkwater, medische voor-zieningen, elektriciteit en hygiëne.”

Door één klik met de muis, of het sturen van een sms, kan hulp voortaan sneller bij mensen in rampgebieden terechtkomen.

Ushahidi, Swahili voor 'getuigenverklaring', is software die humanitaire catastrofen in kaart brengt met informatie van een e-mail of een sms. Erik Hersman (35) ont-wikkelde met drie Keniaanse vrienden het programma begin 2008 toen in Kenia geweld losbarstte na omstreden verkiezin-gen, waarbij duizend mensen omkwamen. “We zaten in verschillende delen van het land en wisselden informatie over de situ-atie uit. Er kwamen steeds meer gegevens en omdat we allemaal veel van ict weten, ontwierpen we speciale software om het te registeren.”Het verschafte hulpverleners, vredesbe-middelaars en journalisten een overzicht van de brandhaarden. De software werd een internationale hit. Ook na de zware aardbeving in Haïti en de recente olieramp in de Golf van Mexico werd de software gebruikt. Cruciaal is de samenwerking met mobiele-telefoniebedrijven. In Haïti stuur-

den de twee grootste bedrijven een sms naar alle gebruikers met daarin een code om te helpen hun informatie naar een cen-trale computer te sturen. “Technologie kan problemen oplossen, maar we zullen altijd afhankelijk zijn van de mensen ter plekke”, meent Hersman De ontwerpers van Ushahidi hebben inmiddels de 'Nairobi I-Hub' opgericht. Dat is een centrum met snelle internetver-bindingen en computers waar studenten en ict-experts kunnen werken om de gratis software te verbeteren en uit te breiden. Het meest recente programma is Moga-dishu, genoemd naar de Somalische hoofdstad. Voor journalisten en ontwikke-lingswerkers is het in anarchie onderge-dompelde zuiden van Somalie nagenoeg onbereikbaar geworden. De bevolking ver-schaft echter met sms en e-mails data over de situatie ter plekke.Erik Hersman gelooft dat Kenia hét ict-centrum van Afrika aan het worden is. “We hebben laten zien dat Afrikanen soft-ware van wereldklasse kunnen ontwikke-len.” ilona eveleens

Ambtenaren beloofden de bewoners in 2009 al nieuwe woningen, maar nu blijkt dat ze deze zelf moeten bouwen op stukjes land die ze kunnen kopen voor 250 dollar. Bijna tweederde van de Angolese bevolking moet rondkomen van minder dan 2 dollar per dag. De systematische vernieling van sloppenwij-ken in de Angolese hoofdstad Luanda en in het binnenland begon na het einde van de 27-jarige Angolese burgeroorlog in 2002, tegelijk met de grootschalige wederopbouw van het land die vooral door oliegeld wordt gefinancierd. Sloppenwijkbewoners in Angola worden slecht voorbereid op de sloop van hun woning. Amnesty International wijst erop dat bij vernieling van sloppenwijken in Angola vaak politie, leger en private veilig-heidsdiensten aanwezig zijn. Tijdens de oorlog vluchtten miljoenen Ango-lezen naar Luanda en andere steden, waar ze ter plekke woningen bouwden. Volgens cijfers van Amnesty International woonden in 2008 meer dan 75 procent van Luanda’s ruim vier miljoen inwoners in sloppenwijken. Angolese sloppenwijken liggen vaak pal naast luxe woningen en hotels.  lula ahrens

aandeel afrika

Journalist en Afrika-kenner Roeland Muskens wordt durfkapitalist. Hij investeert in een bedrijf in Burkina Faso. Voor IS doet hij een jaar lang verslag van zijn mede-eigenaarschap.

Inspectiereis

D eze dagen komt het erop aan voor Iso-met, het zonne-energiebedrijfje in Bur-kina Faso waar ik 1000 euro in heb

geïnvesteerd. De vrouwen van Dabare hebben de afgelo-pen maanden de kariténoten geplukt en opge-slagen in een schuurtje. Het droge seizoen is aangebroken en het wordt tijd voor de produc-tie van de karitéboter. De noten moeten worden gekookt, gedroogd, gepeld, gemalen, gekarnd, gewassen, nogmaals gekookt, gezeefd en dan nog een keer gekookt, geloof ik. Het is een heel gedoe. Vrouwen in West-Afrika doen dat al eeuwen. De karitéboter wordt van oudsher op de lokale markt verkocht als zalf voor de huid. Het is een echt wondermiddel. Naar verluidt dankte de Egyptische koningin Nefertiti haar legendarische schoonheid aan karité. Maar het gros van de boter gaat tegenwoor-dig naar Europa en wordt vooral gebruikt in de voedingsmiddelenindustrie. Karité zit onder andere in chocola. ’s Werelds grootste impor-teur van karité zit trouwens in Nederland, wist u dat? Het bedrijf Loders Croklaan (wablief ?) in Wormerveer. De vrouwen van Dabare mikken op een meer exclusieve markt. Onze karitéboter is bestemd voor de eco-solar-fairtrade markt in Europa. Groener kan niet: de vrouwen gebrui-ken geen kunstmest (dat hebben ze niet); ze koken en drogen de noten door middel van zonne-energie (dankzij de spiegelparabolen van Isomet), én ze krijgen een fatsoenlijke prijs voor hun product (denk ik). Bovendien nemen de karitébomen niet de plaats in van de voed-sellandbouw. Wat willen we nog meer? Maar intussen hou ik mijn hart vast. Hoe is de oogst geweest? Zullen de vrouwen de nieuwe ovens wel goed kunnen gebruiken? Schijnt de zon wel genoeg? Is er geen ruzie uitgebroken in Dabare over de nieuwe ontwikkelingen? Wil-liam Ilboudo, de eigenaar van Isomet, veegt al mijn zorgen van tafel als ik hem bel. ‘No pro-blem’, zegt-ie steeds, ‘You worry too much. Not good for you.’ En dan giechelt William.Maar William kan me nog meer vertellen. Ik heb een ticket naar Ouagadougou gekocht: ik ga op inspectiereis. Volgende keer doe ik ver-slag. roeland muskens

Page 28: IS 09 2010

28 november 2010 IS

Langs de Mekong en haar zijrivieren verrijzen steeds meer megawaterkrachtcentrales. Maar afgelegen bergdorpen krijgen voorlopig geen aansluiting. Daar redt men zich met vaak inventieve mini-installaties. Die leveren schone stroom op, maar ook elektrocuties en kapotte radio’s. De overheid belooft dat over tien jaar 90 pro-cent van de burgers elektriciteit heeft. Wil dat lukken, dan moeten die burgers wel allemaal in steden gaan wonen. Want het land bestaat voor driekwart uit bergen. Een fijn vertakt hoogspanningsnet naar alle plattelandsbewo-ners is razend duur en tijdrovend.Dankzij de overvloed aan stroompjes en rivie-ren kunnen bergbewoners vrij eenvoudig zelf elektriciteit opwekken, zolang er maar verval 

is. Je steekt een rotor in stromend water, plaatst er een turbine aan met een generator, verbindt die met een snoer naar je woning en je hebt geluid, beeld en licht. Het klinkt simpel, maar er kan veel fout gaan. Thongsanti B. Vongsaly, expert op het gebied van micro-waterkracht, constateert met spijt dat de overheid weinig oog heeft voor dé oplossing voor arme mensen op afgelegen plekken: kleine waterkrachtinstallaties, ook wel pico’s genoemd. Met zijn collega-specialisten is Vongsaly voortdurend op pad in de armste gebieden van Laos om te leren van de ‘uitvin-dingen’ van bewoners. Vol bewondering toont hij foto’s van slimme oplossingen om stroom op te wekken. Vongsaly: “Soms zie je bijvoor-beeld een bamboevlot met meerdere turbines, afgedekt met plastic zakjes tegen de regen.” Op hun beurt leren de experts aan de bewo-ners hoe ze hun installaties veiliger en efficiën-ter kunnen maken. Vongsaly: “Mensen en die-ren lopen bijvoorbeeld elektrische schokken op door het gebruik van ongeïsoleerde snoeren. Ongeïsoleerd snoer is nou eenmaal goedkoper. Het zou ook efficiënter zijn als dorpelingen een leiding delen, maar dat zit niet erg in de cul-tuur. Iedereen wil zijn eigen snoer.” Vongsaly vindt het jammer dat alle aandacht naar megawaterkrachtcentrales gaat. “De pico’s vullen niet de staatskas, maar zijn wel een uitkomst voor het platteland. We schatten dat er in Laos nu zo’n zestigduizend pico’s zijn, die stroom leveren aan negentigduizend huis-houdens. Dat maakt ze tot de belangrijkste bron van schone energie. Toch schenken over-heid en buitenlandse donoren er nauwelijks aandacht aan.” karolien bais

Daar

laosenergie

Laos: de batterij van de regio De machtige bergen en rivieren in Laos zijn ideaal om elektiriciteit mee op te wekken. Experts sleutelen mee, dromend van een ‘groene golf ’. "Iedereen wil zijn eigen snoer."

Beeld

Lonn

ke v

an G

enug

ten

mensenkenia

Op DOORReISWie: cartoonist Godfrey Mwampembwa, alias Gado (41) Waar: Prins Claus Fonds, Amsterdam Waarom: was eregast op een speciale avond over humor en satire

In2007ontvinggesjeesdebouwkunde-studentGadoeenprijsvanhetPrinsClausFondsvoordemanierwaarophijdoormiddelvanhumorsocialeproble-menenpolitiekeconflictenaandekaaksteltinzijncartoons.

Zijn dezelfde dingen grappig in verschil-lende landen?"ik denk het wel. Een van de cartoonisten die ik al jaren via internet volg blijkt uit Nederland te komen. Zijn naam (joep bertrams, red.) verstond ik niet omdat hij zo snel sprak, maar ik herkende hem aan zijn tekeningen. als je beter kijkt, zie je wel verschillen tussen humor in het ene land en het andere land, maar dat komt vooral door de geschiedenis van het land. verder zie je dat humor overal gemakke-lijk kan worden gebruikt om een samenle-ving te transformeren. je kunt mensen er iets mee bijbrengen, omdat grappige din-gen beter blijven hangen. met humor kun je ook dingen zeggen die mensen niet hardop durven uit te spreken."

Hoe heeft u zelf de samenleving getransformeerd?"misschien moet ik wat minder hoogdra-vende woorden gebruiken. samen met andere cartoonisten heb ik bijgedragen aan de vrijheid van meningsuiting in kenia. Grappenmakers komen met veel meer weg dan gewone mensen. En zo banen ze een pad voor anderen."

Waarom zijn uw cartoons zo politiek?"alles in kenia is politiek. als een politi-cus besluit het budget voor onderwijs of hiv-bestrijding te verlagen, raakt dat de mensen direct. De kleine man in kenia heeft niet de buffer tussen zichzelf en de politiek die Europese burgers wel hebben. Daarom zijn we zo uitgesproken." leonie wolters

Stripheld gezocht Wil jij de hoofdrol spelen in deze strip? Stuur uiterlijk 25 november jouw idee met een pasfoto van jezelf naar de redactie: [email protected]. Wie weet sta jij de volgende keer op deze plek!

Page 29: IS 09 2010

IS november 2010 29

Waarom bent u dit werk gaan doen?"Mijn ouders waren heel arm. Mijn vader zat in de bouw en had wat kleinvee. We waren met acht kinde-ren thuis. 'We zijn arm, maar we zijn er niet minder om', zei mijn moeder altijd. Van haar heb ik geleerd res-pect te hebben voor anderen en voor hen open te staan. Als je zelf weet wat afzien is, ben je nog gemotiveer-der om je in te zetten voor armen elders in de wereld." 

Waar bent u trots op?"Toen ik een jaar of negentien was, fi etste ik op mijn bakfi ets naar de grote stad Tilburg om daar mijn leven op te bouwen. Sinds die tijd heb ik door hard werken de top bereikt van een internationale orga-nisatie. Na de grote cycloon in 2007 hebben we 1,3 miljoen boeren kun-nen helpen. Daar ben ik trots op." 

Waar loopt u tegenaan? "In het veld kom je een geweldige kluwen aan organisaties tegen. VN-organisaties, ambassades, allerlei fondsen zoals het Rockefellerfonds, het Bill and Melinda Gates fonds…Allemaal hebben ze hun eigen the-ma’s. Ik vraag mij wel eens af of dit land dat wel aankan. Zouden we ons niet moeten concentreren op een paar belangrijke zaken zoals werkge-

legenheid, voedsel en onderwijs? Uiteindelijk gaat het erom dat men-sen hun lot in eigen hand kunnen nemen." 

Is er nog toekomst voor de Neder-landse ontwikkelingswerker?"Ik denk het wel. Door de duizenden mensen die wij bijvoorbeeld uit Wageningen hebben uitgestuurd, hebben we in de wereld veel goodwill gekweekt. A small country with a big footprint, zo karakteriseerde Bill Clin-ton ons. Daar ben ik het mee eens. Ik ga straks als ik zelf met pensioen ben, in elk geval geen golf spelen!" 

Blijft er veel hulp aan de strijkstok hangen?"Ik denk dat het belangrijk is om technische assistentie in de vorm van mensen te verlenen en niet alleen in materiaal. 'Breng je rijst naar een land, dan breng je ook armoede en werkloosheid.'"

Heeft u wel eens gezien dat hulp werd misbruikt? "Ik heb het zelf nooit gezien, maar er zal vast wel eens gratis uitgedeelde zak kunstmest op de markt terecht-gekomen zijn. Wij proberen het altijd zo te organiseren dat er ter plekke mensen van onze lokale partnerorga-nisaties aanwezig zijn om ervoor te zorgen dat de spullen bij de mensen terechtkomen die het nodig hebben.”

pieternel gruppen

marcia

I kmoetbeslistnaardebarvanHappyRose.AlsdevrouwenvanBundibugyodefeministische

voorhoedevanUgandazijn,danisHappyRosehunaanvoerder.HappyRoseisemancipatieinuitvoering. MetdrieopeenvolgendekredietenvaneenchristelijkeNederlandsehulporganisatiebouwdezeForeverPub.Zebegonmetwarmbierondereenafdakvangolfplaten(gekochtvanhaareerstelening).Breiddehaarvoorraaddrankuitenkochteenvrieskist(tweedelening).Enmetseldeeenbarmettoebehoren(derdelening). Diekredietenzijn–eventussendoor–interes-sant.Hetzijngeenmicrokredieten;diebedragenmaximaaleenpaarhonderdeuro.DeleningenvanAmbition Lendinglopenoptot1000euro.Vervolgensisderentemaar10of20procent,tegengemiddeld35procentoplopendtot65procentbijmicrokredie-ten–prinsesMáximalijktookminderenthousiastovermicrokredietenenspreektnuvaninclusive fi nance for development.DemesokredietenvandeNederlandsehulporganisatieblijkeneffectief.Grootgenoegomechteenstapvooruitteinvesteren,derentelaaggenoegomnietinschuldgevangenteraken,entochdedisciplinerendewerkingvaneenzakelijkeovereenkomst. AljarenwildeiknaarBundibugyo,achtuurrij-denvanKampala;sindshetkrantenberichtdatvrou-wenereisendatlokalebelastingenwordenheringe-voerd.PresidentMusevenischafteinzijncampagnevoorherverkiezingin2006dielokalebelastingenaf.ZokregengewoneUgandezenmeergeldopzak.Ve-lengingenminderwerken,meerdrinken.Hetgevolg:huiselijkgeweld,aanrandingenenverkrachtingen.DevrouwenvanBundibugyozijnbijzonder:zevormeneencollectief,eisenbelastingheffingenkomeninopstandtegenhunmannen. SindsdedagdatdemanvanHappyRosemetzijnhandenindekaszat,komthijdekroegnietmeerin.Zijnvrouwkochteenstukjegrond.Daarmaghijschoffelen.Intussenverdientzijvetgeld.Vraagtvooreenflesjeeendubbeltjeminderenverkoopter30meerperavond.Verbouwtenverhandeltcacaobo-nen.Geefttegenhogerentemilitaireveteranensnelcash-inruilvoorhunuitkeringskaart.Verhuurttweewoonruimtesbijdebarenbouwteenpaarkleinekamertjesaandeachterkant.Diebrengenstraksperuurhungeldop.

Happy Rose

De Hulpindustrie Marcia Luyten is journalist en publicist. Ze woonde met man en drie kinderen in Uganda en is net terug in Nederland. www.marcialuyten.nl

Beeld

Mau

rits G

iese

n

Wie: Ad Spijkers (1949)Wat: hoofd FAO in BangladeshWaar: Dhaka

“Uiteindelijk willen we alle-maal dat onze kinderen het beter krijgen dan wij”

Bert Koenders en Linda Polman bedachten het begrip, maar wie zijn de arbeiders in de hulpindustrie?

Page 30: IS 09 2010

30 november 2010 IS

“De sector heeft weer een perspectief”

Het was de bekroning voor een rapport dat toch al niet over waardering te klagen had. “Het ontwikkelingsbeleid wordt fundamen-teel herzien en gemoderniseerd, waarbij het rapport Minder pretentie, meer ambitie van de Wetenschappelijke Raad voor het Regerings-beleid als leidraad dient”, zo luidt de eerste zin van het regeerakkoord van VVD en CDA over ontwikkelingssamenwerking. Peter van Lies-hout, hoofdauteur van het rapport, kan er niet anders dan verguld mee zijn. En dan ligt die uitvoering van het rapport ook nog eens in handen van staatssecretaris Ben Knapen, tot voor kort Van Lieshouts collega bij de wrr.Eigenlijk had het hele project ‘ontwikke-lingssamenwerking opschudden’ al afgerond moeten zijn, maar de ontwikkelingssamen-werking is nog niet klaar met Peter van Lies-hout – en omgekeerd. “Het zou zonde zijn om de ontwikkelingssamenwerking nu ter-zijde te schuiven. Dat is kapitaalverlies van-wege de deskundigheid die we hebben opge-bouwd, maar ook jammer vanwege mijn eigen drijfveren. Ontwikkelingsvraagstukken blijven de meest intrigerende vragen die er zijn, zowel in intellectuele als in maatschap-pelijke zin.” Hoe zijn verdere betrokkenheid praktisch vorm krijgt, is nog onduidelijk.

Bekruipt u niet een klein beetje twijfel dat het kabinet dadelijk een ‘platte’ versie van uw rapport uitvoert: met veel nadruk op de rol van de private sector bij ontwikkeling, maar weinig aandacht voor mondiale publieke goederen zoals klimaat en biodiver-siteit?“Dat selectief shoppen in het rapport valt wel mee, vind ik. De coherentie van het kabinets-

beleid op het gebied van klimaat, energie en water wordt tamelijk zwaar aangezet. Je kunt exegese op de tekst van het regeerakkoord plegen in de trant van: er worden meer zin-nen gewijd aan economische ontwikkeling dan aan publieke goederen, maar dan doe je de status van zo’n tekst geen recht. Er staat dat het wrr-rapport dé leidraad is, er wordt geen gas teruggenomen en er worden ook geen punten uit het rapport uitgezonderd.”

Het regeerakkoord biedt wat u betreft vol-doende basis voor een goed ontwikkelings-beleid?“Ja. Maar je zult dadelijk ongetwijfeld dis-cussies krijgen of sommige onderdelen van Knapens nieuwe beleid wel in de geest van het rapport zijn. Het is altijd onze bedoeling geweest, expressis verbis, om een verhaal over ontwikkelingssa-menwerking te schrijven dat niet op voor-hand politiek te duiden is. In veel debatten over ontwikkelingssamenwerking domine-ren de sweeping statements. Aan de ene kant zetten we in Nederland het beeld neer van zielige mensen in Afrika die niets te eten hebben, waar we acuut wat aan moeten doen. En van de andere kant het beeld van corruptie, machtswellust, verspilling en inef-ficiënte hulporganisaties. Ieder kan die beel-den koesteren en de ander voor moreel slecht uitmaken. Wij wilden daar vandaan blijven en ook niet in de klassieke links/rechts-tegenstelling verzanden. Het is niet zo dat je daarmee depolitiseert of een glad verhaal aflevert, maar we hebben lof gekregen uit kringen van VVD en CDA, maar ook van SP en GroenLinks.”

Sowieso zijn de ideologische randjes er bij het politieke debat over ontwikkelingsamen-werking enigszins afgeslepen. GroenLinks kon met een rapport komen waarin de rol van de private sector werd benadrukt. “Ja, het bedrijfsleven is minder verdacht geworden. Links heeft traditioneel altijd een wat lastige verhouding gehad tot de econo-mie, tot de productieve sectoren. De focus lag meer op herverdeling van de middelen, via belasting en via de stelsels van sociale zeker-heid. Rechts zei: laten we de koek eerst maar

eens groter maken, voor we gaan discussie-ren hoe we ‘m moeten verdelen.”

Is de ‘pro poor growth’, groei die ten goede komt aan de armsten, dan op zijn retour?“Nou, in de westerse samenleving kun je een debat hebben over herverdeling van midde-len. Maar voor ontwikkelingslanden is zo’n perspectief, ook voor links, toch lastig. Al zien sommigen ontwikkelingssamenwerking nog steeds als een vorm van mondiale her-verdeling. Dat is echt een problematisch idee.”

Wij moeten inleveren om het voor hen beter te maken, naar Jan Pronk.“Ja, maar daar is ontwikkelingssamenwer-king een heel slecht instrument voor. Als je vindt dat de welvaart op mondiaal niveau herverdeeld moet worden, dan moet je instrumenten bedenken die daarbij passen. Dan heb je het over een Tobin-tax bijvoor-beeld. Of je moet zorgen dat er een internati-onaal minimumloon komt. Ontwikkelingssa-menwerking moet er primair op gericht zijn

landen in staat te stellen zelfredzaam te wor-den. In die zin is het een helder verhaal, voor links zowel als voor rechts. Voor een land als Tsjaad heeft het weinig zin een debat te voe-ren over herverdeling. Daar heb je wel een elite, natuurlijk. Dat zie je in meer Afrikaanse landen. Maar er is geen middenklasse die ook aanspraak maakt op een groot deel van de welvaart en de eerlijke verdeling van het geld aankaart. Eerst moeten dit soort landen economisch groeien, daar is iedereen het wel over eens.”

Waarover bent u anders gaan denken door de discussie over het rapport?“In de Engelse versie hebben we geprobeerd het debat van het afgelopen jaar recht te doen. We hebben kritiek gekregen op de

tekst hans ariëns illustraties martyn f. overweel

“Sommigen zien ontwikke-lingssamenwerking nog steeds als een vorm van mondiale herverdeling”

Interview

Peter van Lieshout, auteur Wrr-rapport

* Dehulporganisatieskondenernietzoveelmee,maardeexperts,demediaenhetpubliekdestemeer.HetWRR-rapportMinder pretentie, meer ambitiegroeideuittotdenieuwe‘bijbel’voorontwikkelings-samenwerking.

* Nuvormthetdehoeksteenvoorhetnieuweontwikkelingsbeleidvanstaatsse-cretarisBenKnapen.ISsprakmetPetervanLieshout,degeestelijkvadervanhetrapport.

Page 31: IS 09 2010

IS november 2010 31

summiere behandeling van de multilaterale hulp. Terwijl het Nederlandse multilaterale beleid zo mogelijk nog profiellozer is dan het bilaterale beleid. We hebben in de Engelse editie kritisch gekeken naar multilaterale instellingen, en ook naar Europa. Uit een efficiency-perspectief zou je kunnen pleiten voor verschuiving van de hulp naar Europa. Maar je ziet Europa in allerlei landen juist de 28e donor worden, waardoor de coördinatie-problemen alleen maar groter worden. Ze zijn op allerlei dossiers bezig, met eigen onderwijsprojectjes bijvoorbeeld, waar de individuele bilaterale donoren zich ook op richten. Dat druist in tegen het gevoel: laat Europa doen waar het sterk in is, en de lid-staten waar hun kracht ligt. Europa zou zich met regionale infrastructuren bezig moeten houden. Zowel fysieke, zoals wegen en ener-gie, als politieke, zoals handels- of monetaire structuren.De VN heeft dezelfde neiging om naast de donorlanden eigen projecten te gaan doen. UNDP bijvoorbeeld dreigt een uitvoeringsor-ganisatie te worden in plaats van de klas-sieke VN-rol op zich te nemen van standaar-disering, kennisuitwisseling en politieke bundeling.”

Wat heeft het debat over het rapport u geleerd over de sector?“Het rapport heeft veel losgemaakt in de hulpsector. Dat gebeurde enerzijds omdat het een zekere inherente kwaliteit heeft, dat was de push factor. De pull factor school erin dat de sector behoefte had aan nieuwe grote verhalen. Daarvóór had je het debat gehad over het boek Doodlopende hulp van Dambisa Moyo. Men schrok toen van de klappen die aan de sector werden uitgedeeld en had niet direct een antwoord klaar. Je kunt Moyo bij de enkels afzagen, omdat ze immoreel is of dom, maar daarmee beantwoord je nog niet de vragen die zij stelt.”

Toch werd er in de sector nog het zuinigst op het rapport gereageerd.“Ja, inderdaad. Bij de hulporganisaties zijn het vooral individuen geweest die de con-frontatie met het rapport zijn aangegaan. De grote organisaties hebben beloofd om het debat naar zich toe te trekken, maar dat is niet gebeurd. De branchevereniging Partos heeft in een reactie geconcludeerd dat er meer geld naar de maatschappelijke organi-saties moest - dat was tamelijk voorspelbaar. Op het departement is men er heel serieus mee aan de slag gegaan, en zijn er allerlei interne debatten geweest. Als je de ontwikke-lingssector vergelijkt met sectoren als de gezondheidszorg en de sociale zekerheid, zie

je dat men daar meer in staat is intelligente compromissen te bereiken, en gemeenschap-pelijke standpunten te formuleren die het debat weer verder brengen. De Raad voor de Volksgezondheid –bijvoorbeeld– heeft het debat over de toekomst van de zorg een flinke impuls gegeven. We missen in Neder-land ook een soort kristallisatiepunt in de ontwikkelingssamenwerking om het debat op een hoger plan te brengen, zoals het Over-seas Development Institute in Engeland of het Center for Global Development in de VS.”

Het lijkt erop dat de sector de band met de samenleving is kwijtgeraakt en nu hevig geschrokken constateert dat ontwikkelings-samenwerking tot de linkse hobby’s wordt gerekend en het draagvlak afbrokkelt.“Ja, dat heeft een paar oorzaken. Allereerst kun je als je heel eerlijk bent geen evidente serie successen van de klassieke ontwikke-lingshulp aanwijzen in de laatste tien, vijf-tien jaar. Het beeld is dat Azië het zelf heeft

gedaan, en Afrika ondanks onze hulp corrupt is gebleven. De relevantie van de sector is ook teruggelopen. Toen ontwikkelingssa-menwerking ooit begon, werd Afrika bij wijze van spreken ‘ontdekt’, ook door de media, en had iedereen het idee dat we er iets aan moesten doen. Nu is er een zekere vermoeidheid ontstaan. Ten tweede is men deze eeuw in alle westerse staten, en zeker ook in Noordwest-Europa de vraag gaan stel-len: en wij dan, waar staan wij zelf? We noe-men dat een vorm van nationalisme, maar dat is in de meeste gevallen niet de meest adequate term. En verder ontbreekt dus een kristallisatiepunt dat de sector samenbrengt en van waaruit een gezamenlijke strategie wordt bedacht.”

Beseft men wel de urgentie van die band met de samenleving?“In mijn beeld – en nu generaliseer ik even – herkent de sector onvoldoende de mate waarin ze een gesloten geheel is geworden.

Page 32: IS 09 2010

schaf de bilaterale hulp af.’ Deze oproep komt niet van een of andere populisti-sche volksmenner, maar van ‘s werelds

invloedrijkste ontwikkelingseconoom: Jeffrey Sachs. Opvallend, want Sachs – auteur van The End of Poverty en speciaal adviseur van de VN – staat bekend als een onvermoeibaar pleitbezorger van hulp. Wat bezielt Sachs? In een recent opiniestuk in de Financial Times verklaarde Sachs de bilaterale hulp (hulp van overheid naar overheid) failliet. Beloften voor meer geld worden niet nagekomen (denk aan de G8 in Gleneagles) en gestelde doelen wor-den zelden bereikt (denk aan de millennium-doelen). Donoren kunnen straffeloos hun toe-zeggingen verwaarlozen, aangezien specifi eke verplichtingen en sancties ontbreken. Successen zijn schaars omdat bilaterale hulp versplinterd is en gedicteerd wordt door politieke grillen. Sachs heeft een ander plan: laat regeringen geld overmaken aan mondiale fondsen die per domein het werk uitvoeren. Een voorbeeld is het Global Fund to Fight Aids, TB and Mala-ria. Dit succesvolle fonds heeft een onafhanke-lijke commissie die integrale, nationale pro-gramma’s beoordeelt op wetenschappelijke criteria in plaats van politieke voorkeuren. Hulp wordt transparant en voorspelbaar en de behoeften van de ontvanger staan centraal, niet die van de gever. Sachs pleit voor aparte fondsen voor bijvoorbeeld infrastructuur of moeder- en kindersterfte. In het regeerakkoord dat door onze eigen volksmenner wordt gedoogd, staat dat ‘het ontwikkelingsbeleid fundamenteel wordt her-zien en gemoderniseerd’ – waarna tussen vele nietszeggende zinnen (‘uitgangspunt is te gaan van hulp naar investeren, met als doel zelfred-zaamheid in ontwikkelingslanden’) een enkel interessant voornemen is te lezen (‘minder partnerlanden en minder sectoren om de effec-tiviteit te bevorderen’). Eén ding wordt duide-lijk: Nederland moet meer profi teren van de hulp die wij weggeven. Zo krijgen Nederlandse bedrijven een grotere rol toebedeeld, moet Nederlandse expertise vaker worden benut en ontvangen weeshuizen in arme landen ontwik-kelingsgeld om ‘alleenstaande, minderjarige vreemdelingen’ buiten onze landsgrenzen te houden (gedoogakkoord). Dit staat haaks op de kern van Sachs’ betoog: de effectiviteit van hulp is belangrijker dan politiek eigenbelang.

Evert Nieuwenhuis schreef De Grote Globalise-ringsgids – van Aandeel-houder tot Zapatista. Voor IS belicht hij elke maand een actuele mondiale kwestie. Vragen of ideeën? Mail ze naar Chef Globalisering: [email protected]

Eigen hulp eerst

Chef Globalisering

32 november 2010 IS

Tot op het departement toe. Daar heeft ieder-een toch wel een heilig geloof in wat hij doet terwijl honderd meter verderop, op straat, de scepsis over de hulp toch wel behoorlijk groot is. De instrumenten om iets aan die scepsis te doen zijn beperkt. Het gaat in klassieke ter-men nog steeds over draagvlakvergroting: we hebben een goed verhaal, maar we moeten het beter uitleggen. NCDO is ook ooit op die manier gepositioneerd. Dat past bij zendings-drang, niet bij uitwisseling van gedachten en permanent debat. Datzelfde heb je rond Europa gezien: het werkt niet als je alleen maar probeert uit te leggen dat Europa fan-tastisch is. Op het moment dat de opiniepolls iets anders uitwijzen, kun je zendtijd bij RTL 4 kopen, maar dat werkt dan contraproduc-tief: ‘er wordt ons iets door de strot geduwd’.”

U heeft in het wrr-rapport juist geprobeerd een nieuwe legitimatie voor ontwikkelingsa-menwerking te formuleren, in het verlicht eigenbelang. Is dat geland?“Nou, Nederland is heel erg bezig met zijn verhouding tot de buitenwereld, zij het dat we daar nu een antwoord op geven in de zin van het herwinnen van de nationale identi-teit, de deuren weer wat dicht doen en ons eigenbelang weer inhoud geven. Dat proces is een worsteling. Sommigen proberen die worsteling te ontlopen door te stellen dat je moet investeren in de wereld, dat een betere wereld goed is voor ons allemaal. En dan gaan ze voorbij aan de vraag wat Nederland en de Nederlanders daarbij te winnen heb-ben. Dat verhaal kan nog maar op een beperkt draagvlak rekenen, eigenlijk alleen bij de globaliserende elite. Wij hebben daarom in het rapport een globaliserings-agenda voorgesteld met als doel na te den-ken over wat ons met de rest van de wereld

bindt en waar onze belangen liggen. Als we dat niet weten, wordt het heel moeilijk om betrokkenheid bij ontwikkelingssamenwer-king te krijgen. En dat moet verder gaan dan het klassieke verhaal dat we handelsbelan-gen hebben en dat we wereldwijd wat kun-nen verkopen. Ook belangen als mondiale publieke goederen zul je moeten benoemen, en het liefst zo concreet mogelijk.”

Als u nu op de stoel van Ben Knapen zou mogen zitten, wat zou u als eerste doen?“Ben formuleert zijn eigen prioriteiten, die ga ik niet voor de voeten lopen. Met het rap-port bepleiten we een soort dubbelslag. Enerzijds doorgaan met de klassieke hulp. Daarin kun je nog wel een slag maken als je een goede landenanalyse maakt, voor lan-gere tijd toegevoegde waarde weet te genere-ren, en Nederlandse deskundigheid een plek geeft. Als tweede: de meeste ontwikkelings-vragen gaan op lange termijn geadresseerd worden als vraagstukken van coherentie op internationaal niveau en als kwesties van mondiale publieke goederen. Nederland moet daar een strategie in ontwikkelen. Voor de komende tien jaar is de opdracht om de eerste component niet onmiddellijk af te sto-ten maar tegelijkertijd voorbereiding te tref-fen om ontwikkelingsvraagstukken te benoe-men als onderdeel van regionale en mondiale vragen. Die omslag zou het kabinet voor kunnen bereiden. Directe hulp zal steeds meer beperkt blijven tot Afrika, en het accent komt gaandeweg op strategieën op het gebied van bijvoorbeeld voedselveiligheid, inclusief de vraag hoe we er voor kunnen zorgen dat Afrikaanse landen voldoende kunnen verdienen aan hun landbouwpro-ducten en de baas kunnen blijven over een groot deel van hun landbouwgrond.”

Het hoeven dus niet per se barre tijden voor ontwikkelingssamenwerking te worden?“Nee, integendeel. In ons rapport zit een uit-daging aan met name de Nederlandse hulp-organisaties: jullie claimen wel dat je al die civil societies kent, maar laat de professiona-liteit en deskundigheid maar eens blijken in goede landenanalyses. Het antwoord van de organisaties is daar nog niet op gekomen. In het regeerakkoord wordt ‘het maatschappe-lijk middenveld’ als een van de sterke punten van de Nederlandse ontwikkelingssamen-werking geïdentifi ceerd. Dus heb je in ieder geval, met dank aan dit regeerakkoord, weer een vervolgperspectief. Het kan leiden tot de - voor sommigen misschien wat cynische - situatie dat de regering-Rutte de beste impuls heeft gegeven aan de Nederlandse ontwikkelingssector.”

Page 33: IS 09 2010

IS november 2010 33

Moslima’sBaas in eigen boerka. Van koran tot girlpower / Rob Vreeken / 313 pagina’s / ¤ 18,95Tijdens zijn reizen (o.a. Senegal, Bangladesh, Iran, Indonesië) onderzocht Volkskrant-journalist Rob Vreeken de emancipatie in de islamitische wereld.

Haile SelassieDe leeuw en de keizer/Maaza Mengiste / Anthos / 365 pagina’s/ ¤ 19,95 Indrukwekkende debuutroman over trouw en verraad binnen een Ethiopische familie tijdens de revolutie van 1974. Het oor-deel van IS: Vijf sterren!

ProfessioneelCapacity Development in practice / Jan Ubels, Naa-Aku Acquaye-Baddoo, Alan Fow-ler (red.) /Earthscan / 328 pagina’s / ¤ 18,40 Capaciteitsversterking is een buzz-woord binnen de hulp. Maar hoe pas je het toe in de praktijk? Professionals uit diverse landen behandelen con-ceptuele vragen en geven prakti-sche voorbeelden.

Multicultureel dramaHet land van aankomst / Paul Scheffer / De Bezige Bij / ¤ 18,90 Geactualiseerde versie van Scheffers invloedrijke boek. Met onder meer het minarettenver-bod in Zwitserland, de verkiezing van Obama en aandacht voor de zorgen binnen migrantenge-meenschappen.

Samenstelling: Lonneke van Genugten

Deejay in Afrika

Wilde wereld - Afrikaanse verhalenEric Corton / L.J. Veen / 157 pagina’s / ¤ 17,50

“Mijn tattoos zijn hier een bezienswaardigheid van

de verkeerde soort”Radiomaker Eric Corton reisde voor het Rode kruis naar onder meer Congo, Darfur, Tsjaad en kenia om verslag te doen voor 3fm. Deze ‘gast met een recorder en een microfoon’ sprak onbevangen met vluchtelingen en tekende hun vaak hartverscheurende verhalen op in zijn schrijversdebuut Wilde wereld. Corton laat zonder schroom merken dat de verhalen hem raken en neemt de lezer in zijn emotie mee op sleeptouw. De stoere man met tatoeages en rockersoutfi t heeft een klein hartje. larmoyant wordt het gelukkig nergens, omdat Corton als tegenwicht met veel gevoel voor zelfspot schrijft over zijn eigen benauwde momenten, worstelend met een overschot aan bagage, grote spinnen, geslachte geiten en strenge autoriteiten.

Pleidooi tegen de kiloknaller

Het supermarktparadijs. Gezond kiezen is een kunstRoland Duong / Athenaeum – Polak & Van Gennep / 170 pagina’s / ¤ 19,95

Gaan we voor de geïmporteerde paprika of voor de Hollandse biet? Roland Duong, bekend van de keuringsdienst van Waarde, legt ons uit waar ons eten vandaan komt. Het supermarktparadijs is een pleidooi tegen de kiloknaller en vóór genieten. Duong: “Zelf koop ik het liefst in de buurt, want onze voedselproductie is onderdeel van onze cultuur. Het is de sjeu van het leven om smaken van andere continenten te leren kennen, maar er moeten wel faire prijzen worden betaald. ik koop daarom fairtrade rijst. Dan weet ik dat de boeren daar een eerlijke prijs krijgen. alleen, die is wel een stuk duurder en het pak is zo leeg. Een lekker argentijns biefstukje uit de Pampasstreek laat ik niet staan. Daar verdienen die boeren meer mee dan met het telen van genetisch gemanipuleerde soja, die bij onze varkens en kippen op het menu staat.”

Clash tussen idealen

Luisa’s laatste woordenGary Barker / De Geus / 381 pagina’s / ¤ 19,90

De amerikaanse vN-diplomaat Daniel en de Colombiaanse arts luisa leren elkaar kennen in een vluchtelingenkamp in El salvador. Ze trouwen, krijgen kinderen en proberen hun leven zo in te richten dat ze elkaar en hun idealen trouw blijven. Gaandeweg hun carrières begint Daniel meer afstand te nemen, terwijl luisa steeds dieper betrokken raakt. Die verwijdering heeft grote gevolgen voor zowel henzelf als de mensen voor wie ze zich inzetten. auteur Gary barker (1961) werkte meer dan twintig jaar in latijns- en Cen-traal-amerika voor diverse mensenrechtenorgani-saties. Luisa's laatste woorden is zijn literaire debuut. “Hulpverleners doen hun werk met goede bedoelingen in heel moeilijke omstandigheden. maar ‘s avonds rijden we terug naar ons veilige, middenklasse huis, terwijl de mensen voor wie we werken, dat niet kunnen. van dat contrast ben ik mij, en veel van mijn collega’s ook, heel erg bewust. Die existentiële twijfel over of wat wij doen het goede is, heb ik in mijn boek proberen te vangen.” Daniel en luisa belichamen twee uiter-sten in hoe ze daarmee omgaan. De koele prag-maticus Daniel reduceert de complexe materie waarmee hij werkt steeds verder tot hapklare ingrediënten van rapportages. luisa kiest met steeds diepere intensiteit de kant van de onder-drukten. barker: “soms ben ik luisa, dan huil ik ‘s avonds op mijn hotelkamer om wat ik die dag gezien heb. maar om wat te bereiken, moet je soms ook een Daniel zijn, die wél wordt uitgeno-digd bij ministers aan tafel. als je partner je morele waarden bekritiseert, zoals luisa bij Daniel doet, houd je het werk niet vol.” Zelf is barker vaak op reis voor zijn werk. “Dan mis ik mijn vrouw, die ik in brazilië heb ontmoet, en mijn dochter. veel koppels raken na een paar jaar los van elkaar. Het is ook moeilijk om allebei een veldbaan op dezelfde plek te vinden. Dat kan spanningen ople-veren. mijn werk is emotioneel intens, ik heb mijn gezin juist nodig om daarvan bij te komen. En ik schrijf het van me af.”

TIP

recent

Page 34: IS 09 2010

34 november 2010 IS

H oe dichter bij de olie, hoe minder die van zich doet spreken. Natuurlijk, de vijftig meter hoge boortoren is van

kilometers afstand te zien, hoog boven de lage struiken van de savanne. Maar veel tumult geeft-ie hier niet. Zelfs het boren gaat zonder veel geluid.Theresa voert ons over het terrein waar ze in drie hutten woont met haar man, schoon-moeder en vijf kinderen, of nee: zes. Schoon-mama wijst naar Theresa’s buik en schatert, trots: “Mijn zoon kan goed spitten.” De fami-

lie leeft van de cassaveplanten die in duizen-den achter hun hutten staan. De boortoren van Tullow Oil komt met wooncontainers voor de Polen die de toren bedienen, cement-machines, waterbassins, graafmachines, mega-accu’s en compressors. Om de toren de hectare ruimte te geven die hij nodig heeft, stond Theresa’s familie een deel van haar land af. Tullow Oil, de Britse oliemaatschap-pij die de in 2006 gevonden olievoorraad in Uganda exploiteert, heeft voor elke plant drie dubbeltjes betaald. Over tien dagen is het proefboren gedaan. Dan staat in het midden van het veld, achter een hoog hek, alleen nog een stalen kraan met een blauwe hoed: de olieput. Theresa zal dan nieuwe cassave planten.

VergoedingIets verderop in het district Buliisa, zo’n 300 kilometer van hoofdstad Kampala, staat olie-put Kigogole 1. Ook hier alles kalm. Papa Mageya moppert wel wat. Hij ligt onder zijn mangoboom op een mat van papyrus. Een-den waggelen rond zijn voeten, een geit roept naar de zon. De vader van twintig kin-deren: “Ze vertellen ons niet de hele waar-heid.” Neem nou die keer dat Tullow Oil hier ging proefboren. Er zou olie worden afgefak-keld. Iets wat zelden gebeurt, maar Tullow Oil wilde meer weten over de eigenschappen van deze dikke olie. Omwonenden gingen

een paar dagen hun huis uit. Als vergoeding kregen Mageya en zijn buren 30.000 shilling (12 euro) per dag. Ze zouden tien dagen boren. Mageya: “Na acht dagen waren ze klaar. Kregen wij twee dagen minder betaald.” Steven, een metselaar, zag een graafmachine de botten van zijn voorvaderen omwoelen. Zijn land was waar nu de olie-kraan staat. Voor de begraafplaats, zijn hut-ten en zijn akker is hij met 11 miljoen shilling (3850 euro) gecompenseerd. Drie uur rijden zuidelijker, dwars door wildpark Murchison Falls aan de oevers van Lake Albert, is Tullow Oil populair. Het Britse bedrijf legde honder-den kilometers wegen aan. Handelslui, brommertaxi’s, vissers en hoeren stroomden naar de dunbevolkte oevers van het meer voor de werkgelegenheid die met de olie komt. Vroeger kregen vissers hun vangst niet vervoerd. Nu ligt tilapia uit Hoima dezelfde namiddag op de verafgelegen markt van Bundibugyo. De oliemaatschappij verovert de harten van omwonenden. Bij het meer bouwde ze een klein gezondheidscentrum en verderop een hiv-kliniek. Zwangere vrouwen krijgen een muskietennet. Tullow sloeg negen waterputten, bouwde een school en voorzag 39 andere scholen van lesboeken. Ze kocht een reddingsboot om omgeslagen vis-sers te redden van de verdrinkingsdood. Ze leert mensen honing maken en bouwt een kliniek compleet met operatiekamer.

tekst marcia luyten beeld sven torfinn

* VierjaargeledenontdekteUgandaolieindegrond.DeBritseoliemaatschappijTul-lowOildoetproefboringen.JournalistMarciaLuytenbezochthunwerkterreinensprakmetomwonenden.

* Diemakenzichnietveelzorgen,maaralshetgaatomdepolitiekvandeolie,staanallealarmlichtenoprood.

Is olie een vloek of een zegen? In landen als Nigeria en Sudan is olie een bron van geweld en politieke strijd. uganda en Ghana, nieuwkomers in olieland, zijn vastbesloten het anders aan te pakken. De regering zorgt al voor lucratieve deals, maar ziet de gewone bevolking ook wat terug van de opbrengsten?

Nieuwe olie-bonanza’s Ghana en Uganda zien gouden kansen

Ontsnappen aan de vloek

pure winst?

Page 35: IS 09 2010

IS november 2010 35

PijplijnVoor reuring over olie moet je naar hoofd-stad Kampala. Want het is niet het boren van olie dat de gemoederen verhit, dat doet de politiek van olie. Zo liet de Ugandese minis-ter van Energie laatst nog eens zien hoe hij met internationale oliebedrijven omgaat. Hillary Onek trok een van de licenties van Tullow Oil in, toen dat te laat zijn mandaat

voor een olieveld verlengde. Eerder lag alles maanden stil omdat de regering 400 miljoen dollar winstbelasting eiste toen het Canadese Heritage Oil zijn concessie verkocht aan Tul-low. De vaten die in 2010 uit de grond had-den moeten komen, laten op zich wachten.De toekomst brengt meer twist. Zo zegt de Nederlander Hans Meijers, topman van Tul-low Oil Uganda, dat een deel van de olie in het land zelf zal worden verwerkt. Een ander deel gaat in een pijpleiding via de Keniaanse haven de markt op. Minister Onek veegt die pijplijn van tafel. Hij bast: “Al onze olie wordt in onze eigen raffi naderij verwerkt! Wij willen de winst van toegevoegde waarde. Er gaat geen ruwe olie naar Mombasa.”

De minister weet dat hij sterk staat: “Oliebe-drijven hebben haast met de winning, wij niet. Die olie zit er al eeuwen. De winning gaat op onze voorwaarden. En anders moe-ten ze maar wachten.” De boomlange Onek zit in zijn werkkamer in Kampala. Met frisse tegenzin praat hij over de schat in de grond, een olievoorraad van mogelijk twee miljard vaten. Een deel zit onder land. Daar is het boren nu in de testfase. Een ander deel zit onder Lake Albert. Dat meer ligt voor het grootste deel op Ugandees grondgebied, voor een kleiner deel in Congo.“Grote bedrijven denken dat ze overal mee wegkomen. Maar wij hebben regels. Daar moeten ze gewoon aan voldoen. Mijn rege-ring is transparant over de olie. Wij leggen alle kaarten op tafel. Daarin zijn wij anders dan andere regeringen.”

GeheimhoudingLaat dat nou juist het grootste bezwaar zijn van alle waakhonden: het gebrek aan trans-parantie over olie. Nationale en internatio-nale organisaties manen de Ugandese rege-ring openheid te verschaffen. Ontwikkelingseconoom Paul Collier kwam speciaal naar Kampala om te waarschuwen voor stiekem gedoe bij de onderhandelingen. Hij pleitte voor openbare veiling van de con-cessies. Maar de contracten met oliemaat-schappijen blijven geheim.

Transparantie dus. Dan wil de minister vast ook wel zeggen waar iedereen naar loopt te gissen: welk percentage van de oliewinst is voor de regering? Onek lacht. “All right. Tus-sen de 68 en 75 procent. En dat is niet slecht!” Ook Hans Meijers, topman bij Tul-low Oil Uganda, zegt dat de Ugandese rege-ring ‘een heel gunstige deal’ heeft weten te sluiten. Al wil hij niet vertellen om welk per-centage het gaat: “De regering vraagt geheimhouding.” Het is president Yoweri Museveni zelf die alle beslissingen inzake olie neemt. Hij heeft zijn geldzaken goed

Uganda

Hoofdstad: KampalaOppervlakte: 241.038 km2 (zes keer Nederland)Aantal inwoners: 32.369.558BNP per hoofd: 1200 dollar

Human Development Index: 157 (van 182 landen)President: Yoweri MuseveniOntwikkelingsgeld vanuit Nederland in 2010: 26,3 miljoen euro

Kampala

Op weg terug van haar land passeert een Ugandese vrouw de olieboortoren waarmee Tullow Oil een nieuwe olieput slaat in het Kigogole olieveld, op de rand van natuurpark Murchison Falls.

“Oliebedrijven hebben haast met de winning, wij niet. Die olie zit er al eeuwen”

Volgens het bedrijf Tullow Oil is in West-Uganda inmiddels een hoeveelheid van meer dan 2,5 miljard vaten olie ontdekt. In theo-rie zouden met de opbrengsten daarvan 42 jaar lang de Ugandese staatsuitgaven kunnen worden bekostigd.

Page 36: IS 09 2010

36 november 2010 IS

Linksboven: Werknemers van Tullow Oil bij de nieuw te boren olieput Kigogole. Rechtsboven: Meisje haalt water uit de waterpomp die Tullow Oil begin dit jaar sloeg. Onder: De Poolse ‘baas’ van de olieboortoren treft voorbereidingen om een nieuwe put te slaan.

Page 37: IS 09 2010

IS november 2010 37

geregeld, maar het is zeer de vraag of de olie-opbrengsten ook ten goede zullen komen aan de gewone Ugandees. Dat er zoiets als een olievloek bestaat, is ook de Ugandese regering niet ontgaan. Vanaf het prille begin is de boodschap: “Onze olie moet ontwikke-ling brengen. Wij willen geen Nigeria, Gabon of Sudan worden. Ons voorbeeld is Noorwegen.”

Dode ZeeOp de Noorse ambassade laat diplomaat Per Johansen zien waar dat compliment toe leidde. Hij overhandigt een document: het Oil for Development-programma van de Noorse ambassade. De Noren helpen Uganda bij het trainen van juristen, ambte-naren, milieu-inspecteurs; ze helpen ‘met het opbouwen van de capaciteit’ die nodig is om van de olie een aanwinst en geen aanfluiting te maken.De Ugandese regering spreekt dus de taal van de Noren. De uitvoering is een ander verhaal. Godber Tumushabe, directeur van acode, een gezaghebbende waakhond van de overheid: “Uganda’s bestuur is zo vorm-gegeven dat de vloek van olie onontkoom-baar is.” Als belangrijkste reden noemt hij een president die al 24 jaar regeert. Alle macht is bij hem geconcentreerd. “We kun-nen wel allerlei instituties oprichten, uitein-delijk is het Museveni die beslist.” Volgens

Tumushabe is iedereen die in Afrika langer dan tien jaar de scepter zwaait, alleen bezig met regime survival. Niet met ontwikkeling. Ten tweede: de kleine kliek die politiek en

economie beheerst, zal de olie-bonanza in eigen kring verdelen. Derde probleem: het is de regering en geen staatsbedrijf die zaken doet met de oliemaatschappijen. Dat bete-kent dat wanneer er iets mis gaat, de rege-ring hoofdverantwoordelijk is. En hoe din-gen mis kunnen gaan, laat de Golf van Mexico zien. Daar vond onder toezicht van de regering van de Verenigde Staten de grootste olieramp ooit plaats. Godber Tumushabe: “Onze regering heeft de capaci-teit niet om de naleving van regels af te dwingen. Mijn vrees is een grote ramp in de bronnen van de Nijl. Dan drijft de olie tot in Caïro. We zullen hier onze eigen Dode Zee krijgen.” Hoogste biederOnder tentdoek zit Tullows milieuman Roger Charles te wachten op de Chessna die zo meteen in rood stof landt om hem naar Kam-

pala te vliegen. Morgenvroeg gaat hij door naar Londen, na zeven weken kampement. Charles: “We weten donders goed dat we werken in uiterst kwetsbaar gebied.” Op hoog tempo dreunt Charles voorzorgsmaat-regelen en protocollen op. Tegelijkertijd is volgens hem het risico van een olieramp niet groot. “Deze olie is de droom van elke mileu-kundige: dik en plakkerig. Als iemand een olietank of -pijp saboteert, komt de olie er als dikke ketchup uit.” Een olie-doorbraak als in de Golf van Mexico is onmogelijk. “We moe-ten de olie straks omhoog zuigen.” Boven-dien wordt er de eerste jaren alleen op land en niet in het meer geboord. En er wordt hier niks gedaan zonder toestemming van de milieu-expert. Charles: “Ik werk juist bij Tul-low Oil omdat hun ethiek deugt.”Het beeld dat de jonge en gedreven Roger Charles schetst van zijn werkgever wordt in de hoofdstad Kampala herkend. Mensen die in de olie een jobstijding zien, zijn niet bang dat dit Britse bedrijf er een bende van maakt. Tullow koestert zijn reputatie van zorgvul-digheid. Zorg is er over een zeker punt in de toekomst waar technologie en slecht bestuur elkaar treffen: het moment dat Tullow Oil zijn concessies verkoopt aan de hoogste bie-der. Roger Charles zwiept een zware week-endtas over zijn schouder, steekt zijn arm op en loopt de zon in: “Als wij die olie niet uit de grond halen, doen de Chinezen het!”

afrIkaaNse OLIe

“We weten donders goed dat we werken in uiterst kwetsbaar gebied”

Theresa, die een deel van haar land afstond voor de olieboringen, met twee van haar kinderen tussen haar maniokplanten.

Page 38: IS 09 2010

38 november 2010 IS

D e Ghanese havenstad Takoradi was tot voor kort in verval. De verkom-merde haven, aangelegd door de

Britten aan het begin van de twintigste eeuw, werd overeind gehouden door de overslag van cacao. Maar de tijden zijn drastisch ver-anderd. De ontdekking van olie, zo’n zestig kilometer uit de kust, heeft een geweldige dynamiek losgemaakt. Oliemaatschappijen en dienstverlenende bedrijven zoeken ruimte voor materiaal en personeel. De markt-waarde van de verlopen koloniale villa’s langs Beach Road is geëxplodeerd. Om bedrijfsterreinen wordt gevochten. Nog even, en de rest van Ghana komt ook in de ban van de olie.

SchadevergoedingDe Nederlander Koen Speijer (29) van scheepsagent Supermaritime uit Rotterdam zit in Takoradi als een adelaar op zijn nest. Hij heeft beslag weten te leggen op de bovenverdieping van het hoog gelegen hotel Harbor View. Met een telescoop houdt hij de scheepsbewegingen in de gaten. Een scheepstelefoon hangt binnen zijn bereik aan de muur. In het ruim bemeten kantoor staat een tiental bureaus er nog wat verloren bij. “Wij zijn ingesteld op groei”, zegt Speijer. “De olievondst zorgt voor een nieuwe econo-mie. Wij proberen daarvan een graantje mee te pikken.”De Ghanese Jan met de Pet in Takoradi is met de nieuwe dynamiek voorlopig minder blij. De kosten voor levensonderhoud rijzen de pan uit. Huren stijgen explosief. De hoog-gespecialiseerde olie-industrie zorgt intussen

maar mondjesmaat voor werkgelegenheid. Vissers, georganiseerd in de National Canoe Fishermen Council, protesteren. “Vorige week nog heeft een patrouilleboot van een particuliere beveiligingsmaatschappij de net-ten doorgesneden van een van onze leden. Hij was door de sterke stroming te dicht bij een olieplatform gekomen”, klaagt een woordvoerder. “Niemand praat over schade-vergoeding.” Visser Eric Teteh (45) raakte zelfs zijn boot kwijt toen die onder een olie-platform terechtkwam. Hij verwachtte com-pensatie van oliemaatschappij Tullow of de overheid, maar die houden zich stil. “De bemanning is gered, maar ik ben mijn bron van inkomsten kwijt”, zegt Teteh.

WereldschaalJarenlang lieten de grote oliemaatschappijen Ghana links liggen. Totdat in 2004 twee wild cats, kleine exploratiemaatschappijen, met spectaculaire vondsten de wereld verrasten. Het Amerikaanse Kosmos Energy en het Britse Tullow Oil stuitten 60 kilometer bui-ten de kust op een grote voorraad hoogwaar-dige olie. Na verdere boringen werd eind 2008 Jubilee, zoals het nieuwe veld werd gedoopt, geschat op meer dan 1,2 miljard vaten olie en een aanzienlijke hoeveelheid gas. Het was het grootste off shore olieveld dat in jaren voor de West-Afrikaanse kust was aangetroffen. De productie uit Jubilee die in oktober op gang is gekomen, wordt geschat op 120.000 vaten per dag, later toenemend naar 240.000 vaten. Bescheiden cijfers, afgezet op de wereldschaal. Maar waarschijnlijk zit er veel meer in het vat. Nieuwe vondsten voor de Ghanese kust en daarbuiten doen sterk ver-moeden dat Jubilee deel uitmaakt van een langgerekt systeem van olievelden dat in het noorden reikt tot aan Sierra Leone en Sene-gal. Volgens het ministerie van Energie zul-len alle bestaande scenario’s overtroffen wor-den. “Wij verwachten dat Ghana binnen vijf à zes jaar één miljoen vaten per dag zal pro-duceren”, zegt Kwaku Boateng, directeur

oliewinning op het ministerie van Energie in de hoofdstad Accra. “Our prospects are brilli-ant.” Daarmee zou Ghana naar de hoofd-klasse van olieproducenten promoveren. Regionaal kan het land uitgroeien tot derde oliespeler in de regio achter Nigeria en lijst-aanvoerder Angola.

AmbitieusGhana is een relatief stabiel en welvarend land dat populair is bij buitenlandse donoren en investeerders. Slecht beheer van de aan-stormende olierijkdom zou roet in het eten gooien. Dat gevaar is reëel, zeker als de staatsinkomsten uit olie, dankzij nieuwe vondsten, de conservatieve schattingen van 1 à 2 miljard dollar overvleugelen en verdub-belen naar 2 à 4 miljard of meer per jaar. Dat is meer dan 20 procent van de overheidsbe-groting. “Dan wordt het wel een ander ver-haal. Ghana is serieus van plan het goed te doen. Men is ambitieus”, zegt Lidi Remmel-zwaal, Nederlands ambassadeur in Accra.

“Ghana kan een midden-inkomensland wor-den, zoals Vietnam of Kaapverdië. Om zover te komen, moet de overheid wel verder gaan met hervormen. Er zijn nog steeds veel inef-ficiënte staatsbedrijven die diep in de schul-den zitten en geprivatiseerd moeten worden. Het is onzeker of er voldoende druk blijft bestaan om die zaken aan te pakken als de inkomsten uit olie zoveel hoger uitvallen dan we aanvankelijk dachten.” Volgens Remmel-zwaal is het mogelijk dat oliedollars de focus van de Nederlandse ontwikkelingshulp ver-leggen. “Het geld uit ontwikkelingssamen-werking wordt minder belangrijk. Er komt meer behoefte aan kennis en expertise, onder meer op het gebied van water. De Neder-landse band met Ghana is breder dan hulp alleen. Er is ook veel commerciële interactie.”

Dwaze claimsGhanese intellectuelen en politici voelen nat-tigheid. “De inkomsten uit olie maken van transparantie van het verkiezingsproces een topprioriteit”, zegt Kofi Bentil van de liberale denktank imani. “Die oliedollars zijn een uitnodiging om de politiek in te gaan en geld te stelen, het staatsapparaat inefficiënt te houden en verkiezingsfraude mogelijk te maken. Net als in Nigeria en Angola zal olie de politieke spanningen in Ghana opvoeren.”

tekst & beeld rudolf ten hoedt

* Ghanaraaktindebanvandeolie.GrotevondstenvoordekustmakenvanhetWest-Afrikaanselandbinnenkorteenexporteurvanbetekenis.

* Deregeringstaatnuvoordeuitdagingomdeaanstormendeolierijkdomgoedtegebruiken.“Wehebbenolieontdektopeengoedmomentindegeschiedenis.”

Ghana is vastbesloten om van olie een succesverhaal te maken

“Je kunt vissers geen visgron-den rond de vindplaatsen van olie ontzeggen zonder hen tegemoet te komen ”

Falen is geen optie

Page 39: IS 09 2010

IS november 2010 39

Lokaal zijn die spanningen er al. Ze zijn vooral geconcentreerd in het kustgebied tegenover het Jubilee-veld. De bevolking daar merkt het meest van de warmdraaiende olie-industrie. De verwachtingen zijn in som-mige gevallen hoog en onrealistisch. Hele dorpen zouden al ruzie maken over toekom-stige afdracht door de overheid van oliegeld. En er zijn berichten over heethoofdige jonge-

ren die dreigen met harde actie en geweld als er voor hen geen banen overschieten. De ver-gelijking met de gewelddadige Nigerdelta in Nigeria is al gemaakt. “Maar wij zullen niet de wapens oppakken”, zegt Awulae Annor Abjaye III. Hij is de traditionele leider van Western Nzema, het kustgebied dat zich uit-strekt van Takoradi tot aan de grens met Ivoorkust. “Er worden soms dwaze claims gemaakt. De mensen hier weten dat ze ver-anderingen kunnen afdwingen door te stem-men bij verkiezingen. Dat is ook voor de jeugd een betere weg dan oorlog en geweld. De overheid mag ons niet negeren door te zeggen dat olie een nationale rijkdom is en daarmee basta. Je kunt vissers geen visgron-den rond de vindplaatsen van olie ontzeggen zonder hen tegemoet te komen. Als hier langs de kust een gasverwerkingsfabriek en

petrochemische industrie komen, zal dat ten koste gaan van de mensen die leven van de kokospalmen. De overheid moet ons tege-moet komen, met bijvoorbeeld scholing en werk voor jongeren.”

OliewetHoe Ghana omspringt met de olierijkdom dient bij wet te worden geregeld. Er moet duidelijkheid komen over de rol van de nati-onale oliemaatschappij gnpc. Slechte voor-beelden van een machtige oliemaatschappij in staatshanden liggen om de hoek. In Nige-ria is de nnpc een ineffi ciënt nest van cor-ruptie. En het zeer competente Sonangol in Angola is behalve een machtig conglomoraat ook een doorgeefl uik van miljarden oliedol-lars aan de regerende elite. De Ghanese rege-ring van president John Atta Mills heeft ech-ter veel tijd nodig om knopen door te hakken. In het parlement weet niemand dat beter dan Moses Asagra, voorzitter van de commissie Energiezaken. Asagra beschul-digde eind vorig jaar de regering en het invloedrijke gnpc ervan de nieuwe oliewet-geving onder elkaar te bekokstoven met uit-sluiting van het parlement. Volgens Asagra is dat inmiddels rechtgetrokken. Hij rekent spoedig op een nieuwe oliewet die zorgt voor een onafhankelijke toezichthouder op de olie-industrie. gnpc moet zijns inziens een puur commercieel oliebedrijf worden dat concurreert met andere oliebedrijven. En de oliedollars moeten met het oog op de trans-parantie worden gestald in een apart ontwik-

kelingsfonds. “Ik hoop dat die wetten alle-maal klaar zijn tegen de tijd dat de productie op gang komt.”

ExcuusDaarmee loopt Ghana nu al achter de feiten aan. “Zelfs als die wetgeving er binnenkort komt, is het onmogelijk om de nieuwe regels tijdig te implementeren”, meent Ishmael Edjekumhene. Hij is directeur van een instel-ling die sinds vorig jaar parlementsleden schoolt in de geheimen van oliecontracten en royalty-regimes. “De meeste parlementariërs wisten praktisch van niets”, zegt Edjekum-hene. “Ze hebben in het verleden zonder enig kritisch besef overeenkomsten met oliemaat-schappijen goedgekeurd. Ze lieten zich volle-dig sturen door gnpc.” Daardoor blijft het gevaar bestaan dat olie van Ghana een val-lende ster maakt. Volgens sommige critici wordt er al een nieuw web van patronage om de olievelden gesponnen. Veel Ghanese beleidsmakers kijken echter met een licht gevoel van superioriteit naar de rokende puinhopen in de omringende landen. Ze zijn er van overtuigd dat hun land niet het vol-gende slachtoffer van de olievloek wordt. “We hebben olie ontdekt op een goed moment in de geschiedenis”, zegt Kwaku Boateng op het ministerie van Energie. “We zijn een democratie, de overheid functioneert goed en er is een erg actieve samenleving. Ghana kan het zich niet veroorloven om te falen, want we hebben geen excuus. Ik denk dat we met Gods hulp slagen.”

Ghana

Hoofdstad: AccraOppervlakte: 238.533 km2 (zes keer Nederland)Aantal inwoners: 23.887.812BNP per hoofd: 1500 dollar

Human Development Index: 152 (van 182 landen)President: John MillsOntwikkelingsgeld vanuit Nederland in 2010: 58,3 miljoen euro

Accra

Vissersdorpje met uitzicht op olieboortoren voor de kust van Ghana.

“Net als in Nigeria en Angola zal olie de politieke spannin-gen in Ghana opvoeren”

“Over tien jaar zal Ghana een zeer welvarend land zijn”, aldus de Ghanese minister van Financiën Kwabena Duffuor. Referend aan Nigeria zei hij: “We hebben gezien wat andere landen die olie vonden, hebben doorgemaakt en van hun fouten geleerd.” Vol-gens voorspellingen zouden olievelden buiten de kust van Ghana zo’n 10 miljard vaten olie op kunnen leveren. De Ghana National Petroleum Company heeft stevige afspraken gemaakt met buiten-landse oliebedrijven. De Ghanese regering vroeg, met persoon-lijke goedkeuring van de toenmalige VN-secretaris-generaal Kofi Annan, de Noorse regering om hulp, opdat Ghana ‘de vloek van olie kon vermijden’.

Page 40: IS 09 2010

40 november 2010 IS

Duurzaam gemakSamenstelling: Marieke AafjesSuggesties? Mail: [email protected]

¤ 58,90

Slimme sensorAls het kwik daalt, gaat de verwarming omhoog. Deze slimme thermostaat met een geïntegreerde licht- en bewegingssensor volgt je leefpatroon en schakelt automatisch naar een lagere temperatuur als je er niet bent. Slimme thermostaat ICY x 139www.bespaarbazaar.nl

SjaalmanIn 1986 weefde hij zijn eerste sjaal. Ruim twintig jaar later leidt Mridula Jain met zijn vrouw en zoons een bedrijf in het noorden van India en heeft hij meer dan tweehonderd mensen in dienst. Maar hij blijft trouw aan hoe hij begon: alle pro-ducten zijn handgeweven met authentieke Indiase designs. Deze sjaal hoort bij de Fairtrade Cultuurlijn van de Wereldwinkel en ontwikkelingsorganisatie Hivos. Wollen sjaal uit India x 58,90www.wereldwinkels.nl

¤ 139,–

¤ 9,95

Vrij fairSafe sex krijgt een nieuwe betekenis: de Lovepacks zijn de eerste fair-trade condooms ter wereld. Gemaakt van rubber uit duurzame bossen, CO2-neutraal geproduceerd en met faire betaling aan de rubberplanters. Met net zo veel variatie in geur, kleur en maat als reguliere merken kun je nu dus driedubbel verantwoord vrijen.Lovepacks, 3-pack x 2,99, 12-pack x 6,99www.lovepack.nl ¤ 2,99

SpeelsLange winteravonden met vrienden vragen om gezellige spelletjes. Uitgekeken op Risk of Triviant? Nu is er DoubleTrouble. Met dertig Memory-kaartjes over energie verslinden en energie besparen.  DoubleTrouble x 9,95www.twinstone.nl

Page 41: IS 09 2010

IS november 2010 41

Tekst: Guerrilla-interviews.nlFotografie: Robert van Weperen

Winkel

Kantoorbaan BureaubewustZakkendragerssteeg 10/12, Utrecht030 2300629www.bureaubewust.nl

Zestien jaar geleden opende Bureaube-wust zijn deuren in het oude centrum van Utrecht. Het begon met duurzame kan-toorartikelen, maar inmiddels kun je er ook terecht voor vrolijk, duurzame kinder-kleertjes en coole gympen.

Betsie Wassenaar (49) en Ton Bals (51): "We gaan elke dag met plezier naar ons werk. Al zestien jaar lang. Op een dag besloten we samen dat we een winkel wil-den openen met producten waar we écht achter staan. Duurzame kantoorartikelen leek ons een prima niche, omdat die spul-len in Nederland maar moeizaam verkrijg-baar waren. Oké, een kladblok van gerecy-cled papier lukte nog wel, maar dat zag er meestal niet echt feestelijk uit. En voor vilt-stiften op waterbasis, chique ordners en nietmachines van hout, moest je minimaal naar Duitsland. Want terwijl we in Neder-land vooral nota's schrijven over het milieu, doen ze er in ons buurland echt wat aan. 

Naast kantoorartikelen verkopen we ook houten bureaus en ergonomische stoelen. De laatste jaren is er steeds meer aandacht voor duurzame artikelen. We hebben ons assortiment dan ook flink uitgebreid. Van kleding en houten speelgoed tot voetballen van fairtrade rubber. Onze klanten kopen vaak uit principe duurzame artikelen, ande-ren vinden het vooral mooi en origineel. Ook de kleinere bedrijven weten ons te vin-den. Maar het ministerie van Infrastructuur en Milieu, voorheen VROM, kunnen we nog niet tot onze cliëntèle rekenen. En dat ter-wijl je al met kleine dingen, bijvoorbeeld het navullen van viltstiften, wel degelijk ver-schil maakt.“

Gerst kennen wij vooral als basisingrediënt van bier. In de Arabische landen is dit zeer voedzame graan juist populair als brood, moutfrisdrank of veevoer. Maar is gerst naast gezond of dorstlessend ook duurzaam?

Gerst kan tegen een stootje. Het graan gedijt in vochtige noordelijke streken maar overleeft ook in droogte en heeft weinig bestrijdingsmid-delen of bemesting nodig. 

Bier of broedplaatsGerstplantages zijn vaak monoculturen, waar-door de biodiversiteit van dieren en planten op de akkers vermindert. Doordat er maximaal gebruik wordt gemaakt van beschikbare grond, blijft er weinig natuurlijk gebied over als broed-plaats voor akkervogels. 

Bewust biertjeBierbrouwers en telers zitten niet stil. In 2002 zijn Heineken en de Agrarische Unie samen het project Veldleeuwerik begonnen om duurza-mere gerstteelt te onderzoeken. Inmiddels hebben veel telers en grote bedrijven zich aan-gesloten bij Stichting Veldleeuwerik en is het accent verlegd naar alle duurzame akkerbouw. Drink eens een biertje met het EKO-keurmerk, zoals dat van Budels, De Leckere of Brouwerij ‘t IJ. Proost! Fairfood is een campagne- en lobbyorganisatie die onderzoekt of de producten in onze supermarkten op een eerlijke manier tot stand komen. Elke maand houdt Fairfood voor IS een van de favorieten uit onze winkelmandjes tegen het licht.

Yolanda (51), secretaresse“Ik stap hier regelmatig naar binnen. Voor schrijf-

blokken en pennen, maar ook voor leuke cadeau-

tjes. Ik koop ook biologische producten in het volle

besef dat me dat extra geld kost. Maar ik krijg er wel

een goed gevoel voor terug.”

Fairfoodtest

Zonnepanelensierensindskortdemeestbefaamdewoningterwereld.Pure

symboolpolitiek,maartocheeninteressantemovevanObama.PresidentCarterplaatstezetijdensdeoliecrisisindejarenzeventig,waarnaReaganzeweghaaldetoenhijhetWitteHuisbetrad.Detussentijdseverkiezingenwor-deneendramavoorObama.Hetmoppertmakkelijkvanafdezijlijn,

ookonderprogressieven.TochdenkikdatObamaeenrevolutionairpoli-tiekparadigmabelichaamtdattegenstellingenoverstijgt.Dezon-nepanelenzijndaarhetsymboolvan:zeverenigenbelangendiedoorgaansmetelkaarstrijden.Zezijnnietalleeneengoedeeconomi-scheinvestering,maardragenookbijaanhettegengaanvanklimaat-veranderingenvergrotenonzenati-onaleveiligheid,omdatzeonsmin-derafhankelijkmakenvanolieuitpolitiekinstabieleregio’s.Voilà,dewensenvanlinksenrechts,pro-gressiefenconservatiefineennotendop.Nietof-of,maaren-en.IneeninterviewintijdschriftRolling StoneheeftObamahetdanook

over‘theclashnotofrightandwrong,butoftworights’.Eenheleverademingnadezwart-witmoraalvanBush.Psychologensprekenoverhetver-mogentot‘synthese’alsdekunstomogenschijnlijktegengesteldeperspectievenenbelangensamentebrengenenelkaarzelfstelatenversterken.Datisvolgenshenove-rigenseenvergevorderdstadiumindemenselijkeontwikkeling.Ikver-moeddatwedaar,geziendenieuwekabinetsformatie,ookinNederlandnognietzijnaanbeland.Voorlopigishetnogevenpolariseren,partij-politiekenpopulismeinhettoren-tjeinplaatsvanpartijoverstijgendepanelenophetdak.

Annick de Witt (1978) doet aan de Vrije Universiteit promotieonderzoek naar de relatie tussen wereldbeelden en duur-zame ontwikkeling. Momenteel verblijft ze in San Francisco voor onderzoek.

Groen blaadje

Obama's energie

Beeld

Mau

rits G

iese

n

Page 42: IS 09 2010

42 november 2010 IS

Interview

afghanistan-reporters

Page 43: IS 09 2010

IS november 2010 43

VERSLAAFD AAN DE KICK

tekst hans ariëns & lonneke van genugten beeld anneke hymmen

De Nederlandse journalistiek heeft zich laten fêteren door het ministerie van Defensie en daar-door haar controlerende taak bij de missie in Uruzgan verwaarloosd. aldus oorlogsverslagge-ver Joeri Boom in zijn boek Als een nacht met dui-zend sterren. Is riep vier van de meest hardboiled representanten van de Nederlandse journalistiek bijeen om de Uruzgan-verslaggeving te evalue-ren. “Nederlandse militairen wilden hun verha-len kwijt – en die kwamen Defensie slecht uit.”

Page 44: IS 09 2010

44 november 2010 IS

e oorlog maakt nico-tineverslaafd, dat is het eerste wat opvalt aan de Afghanistan-reporters die we voor een rondetafelge-

sprek hebben uitgenodigd in het Amster-damse café East of Eden. Peter ter Velde en Joeri Boom lassen voor het begin alvast een rookpauze in, in afwachting van mede-roker Bette Dam, die de afspraak verkeerd geno-teerd heeft. Alleen Hanneke Chin-A-Fo rookt nu even niet – ze is zwanger. Er is meer dat hen verbindt. Alle vier waren ze te gast bij Defensie in Uruzgan (embedded), maar ze trokken er ook zelfstandig op

uit (unembedded). Meegaan als embedded verslaggever betekent dat Defensie de stuk-ken van tevoren mag controleren op infor-matie die de militaire operaties in gevaar kan brengen (Opsec) of feitelijke onjuistheden. Peter ter Velde, ervaren oorlogsverslaggever van het NOS-Journaal, is sinds februari 2007 actief in Uruzgan (“Ik ergerde me aan de tv-berichtgeving over Uruzgan vóór mijn komst. Er waren alleen programma’s als Groeten uit Uruzgan. Dat toonde vechtende militairen – met kussens in de slaapruim-

tes”). Hanneke Chin-A-Fo verzorgde de Uruzgan-verslaggeving vanaf

datzelfde jaar voor NRC. Tij-dens het gesprek schuift Bette Dam (Wereldomroep, Vrij Nederland) alsnog aan. Graag hadden we de godfather van de Neder-landse unembedded oorlogs-

journalistiek Arnold Karskens (De Pers, Nieuwe Revu) aan tafel

gehad, maar hij vertoeft buiten-gaats. Bovendien, zo mailt hij, is zijn

standpunt in één zin samen te vatten: ‘Embedded journalistiek is Defensie-voor-lichting’. Embedded or unembedded? Het is die afwe-ging die het nieuwe boek van Joeri Boom Als een nacht met duizend sterren. Oorlogsjourna-listiek in Uruzgan doordesemt. Boom beschrijft zijn ervaringen tijdens vijf reizen met Defensie en twee onafhankelijke repor-tagereizen in Uruzgan. Hij komt tot de con-clusie dat de embedded journalist zijn taak, het controleren van de macht, niet fatsoenlijk kan uitvoeren. De embedded reporter kan de informatie over aantallen burgerslachtoffers onmogelijk controleren en heeft geen idee hoe de Afghaanse bevolking echt denkt over de Nederlandse aanwezigheid. Zijn conclu-sie: ‘Voor Defensie was embedded verslagge-ving een groot succes. Voor de Nederlandse journalistiek was het een nederlaag, met maar zeven verslaggevers, één cameraman en één fotograaf (‘de Club van Negen’) die zich aan unembedded reizen waagden.’ Met die stelling gaan we het debat in.

IS: Herkennen jullie het beeld dat Joeri schetst van de journalistiek in Uruzgan? Peter: “Ik herken het ten dele. Ik weet van Joeri dat hij veel aanvaringen heeft gehad met de Press Information Offi cers, pio’s, op Kamp Holland. Dat geldt voor mij minder. Misschien heeft het te maken met het ver-schil in medium. Ik breng mijn verhaal in beelden, tamelijk sec. Natuurlijk vertel ik

erbij in een voice-over, maar dat ligt blijk-baar toch minder gevoelig dan een artikel in een tijdschrift als De Groene Amsterdammer. Joeri presenteert de pogingen tot censuur van de pio’s als een gecoördineerde actie, een complot van Defensie, om onwelvallige informatie uit de media te houden. Ik denk dat het meer met knullig optreden van som-mige pio’s te maken heeft. Hun kwaliteit verschilde sterk.”Hierop vertelt Peter het verhaal van zijn eerste Uruzgan-reportage. Hij wilde in afwijking van de Groeten uit Uruzgan-programma’s met militairen de slaapzaal uit en sprak daarover met de Defensie-voorlichters in Den Haag. Bij aankomst op Kamp Holland blijkt de dienst-doende PIO Erik van niets te weten (“over knul-ligheid gesproken!”), maar wel na dagen deli-beratie akkoord te gaan met Ter Veldes opzet. In zijn eerste reportages laat hij militairen aan het woord die weinig heel laten van het heer-

sende beeld van de opbouwmissie: ‘Wat wij doen, heeft weinig met wederopbouw te maken’. Minister van Defensie Henk Kamp gaf bij Pauw en Witteman vervolgens geen krimp en weet het aan het selectief citeren van ‘de jour-nalisten’.

Is dat niet juist een voorbeeld van het geco-ordineerd beïnvloeden van de beeldvorming door Defensie waar Joeri op doelt?Joeri: “Je hebt politiek beleid, en dat moet in de markt worden gezet. En wij, de journalis-ten worden gezien als een middel dat ingezet kan worden om het beleid te verkopen aan de kiezers, aan de bevolking. Als je te dicht tegen de krijgsmacht aanschurkt, kun je geen afstand meer nemen van de rol die ze je toedichten.”Peter: “Dat is één kant van het verhaal. Van de andere kant kom je dan juist in contact met militairen, die hun verhaal aan je kwijt willen. En dat zijn dan verhalen die Defensie niet goed uitkomen.”

Dat risico heeft Defensie ingecalculeerd?Hanneke: “Nou, de militairen krijgen wel allemaal mediatraining. Met waarschuwin-gen als: ‘een journalist is 24 uur per dag aan het werk, dus pas op je woorden’.”Peter: “In mijn ogen was het een leerproces voor Defensie, ze hadden nog niet veel erva-ring met embeddedness. Je moest als journa-

“We hebben een belangrijk deel van het verhaal gemist”

Joeri’s tip

Wees in goede conditie, fysiek en mentaal. Reis niet naar een oorlogs-gebied als je thuis problemen hebt. Reis bij voorkeur met z’n tweeën, dat voor-komt dat je ondoordachte beslis-

singen neemt. Benader je angst rationeel. Angst is geen

goede raadgever.

Wie is Joeri Boom?

Joeri Boom (1971) is redacteur van De Groene Amsterdammer. Sinds 1998 versloeg hij de strijd in Kosovo, Macedonië, Irak, Darfur, Libanon en Afghanistan. Sinds 2004 reisde hij elf keer naar Afghanistan, meestal niet ingebed bij Nederlandse eenhe-den. Hij komt met belangrijke scoops, zoals die over de slag om Chora in 2007, waarbij Nederlandse militairen ingesloten dreig-den te raken door een overmacht aan Taliban. Tegelijkertijd bespeurt hij bij zichzelf verslaving aan de adrenaline-kick en verlies van journalistieke distantie. De militairen met wie hij wekenlang op operatie is, worden zijn maten. “Ik viel als een blok voor het soldatenleven”, zegt hij nu. “Waarschijnlijk komt mijn werk in oorlogsgebieden ook voort uit een zekere fascina-tie met geweld en militaire zaken. Het is allemaal pijnlijk en moeilijk te verdragen, maar ik heb het toch maar in mijn boek beschreven.” In 2007 gaat het mis: als hij meteen na een reis de kroeg opzoekt, eindigt dat in een knokpartij. Dat brengt een proces van bezinning op gang en leidt hem uiteindelijk tot de centrale these van zijn boek: embedded kun je je werk als jour-nalist niet fatsoenlijk verrichten.

Als een nacht met duizend sterren. Oorlogsjournalistiek in Uruzgan / Podium & BKB / x 21,50

Wat weet u van Uruzgan? Doe de quiz op www.ismagazine.nl en maak kans op een gratis exemplaar.

Page 45: IS 09 2010

IS november 2010 45

list je autonomie bevechten, zorgen dat je kon doen wat je wilde: op grote operaties mee, in de frontlinie, in plaats van een tocht langs de waterputjes.”Hanneke: “Ik heb een zelfde proces doorge-maakt als Joeri en Peter. In het begin heb ik veel confrontaties met Defensie gehad, tot het punt dat ik niet meer welkom was op Kamp Holland. Uiteindelijk mocht ik toch wel weer terugkomen. Ik heb ervaren dat het zin had ruzie te maken met de pio’s. Zij zit-ten in een hele strakke hiërarchie waarin afblaffen normaal is. Je moet dan terugblaf-fen: als jij niet die rare regel opheft dat ik niet meer rond mag lopen in het stafgebied van Kamp Holland, dan zet ik dat vandaag nog in de krant. Het is niet chic en het is niet zoals je bent opgevoed of hoe je hoofdredac-tie het wil, maar het heeft wel effect gehad.”

Hoofdredacteuren zijn opvallend afwezig in Joeri’s boek. Hadden ze geen visie op de Uruzgan-journalistiek?Joeri: “Er is een stevige discussie geweest onder verslaggevers, maar hoofdredacteuren hebben zich daar zelden of nooit in gemengd. Mijn eigen hoofdredacteur, Hubert Smeets destijds, zei: ‘Ga er maar heen, doe voorzichtig en kom heelhuids terug’. Peter: Mijn hoofdredacteur heeft zich nog wel in de discussie laten horen. Op een gege-ven moment was George Marlet van Trouw naar de schietbaan meegetroond om daar te leren hoe een M16 en een Glock werken. Toen zei Hans Laroes: ‘No way dat onze ver-slaggever bewapend en in militaire kleding mee gaat’.”Hanneke: “Wij hebben er veel goede discus-sies over gehad op de redactie. We gingen embedded naar Uruzgan om het leger kri-tisch te volgen. Maar op het moment dat je alleen maar propaganda te horen zou krijgen en je je verhaal niet rond kon maken volgens journalistieke basisprincipes, zouden we gewoon niet publiceren. De reflex die je voelt om verhalen te brengen, heb ik altijd heel erg bedwongen.”Joeri: “Dat kun je maken als je NRC-journa-list bent, maar niet als je voor De Groene Amsterdammer werkt.”Hanneke: “Tijdens mijn eerste trip naar Uruzgan heb ik heel weinig geschreven, omdat ik de basis niet afkwam. Ik wilde dol-graag naar Deh Rawod, omdat ik bij de inter-nationale persbureaus had gezien dat daar van alles aan de hand was en er doden vie-len. De pio zei alleen maar: er wordt daar stevig gepatrouilleerd. Ik zag aan zijn ogen

dat hij loog. Ze brachten me er niet heen. Frustrerend was dat. ”Joeri: “Ik zat toen wel bij Deh Rawod, omdat ik een verhaal over wederopbouwprojecten wilde maken. In plaats daarvan kwam ik midden in de gevechten terecht. Ik zag op internet een periodiek overzicht van Defen-sie: ‘Beperkte vuurcontacten rond Deh Rawod’. Daar heb ik toen een pittig verhaal

over geschreven. Van tevoren had ik een deal gemaakt met kapitein Erik van de basis in Deh Rawod. Ik zei: ‘Er is hier geen pio, dus ik wil dat jij alles leest wat ik schrijf ’. Dat ging behoorlijk ver, maar ik wilde niet dat de basis zou vallen door mijn berichtgeving. Erik had me verteld dat er duizend Taliban rond Deh Rawod zaten en ook op welke posi-ties. Toen kreeg ik het artikel terug van de pio op Kamp Holland met allemaal doorhalin-gen en de kwalificatie ‘onzin’ bij het getal van de duizend Taliban. Ik terug naar Erik, en die werd woedend: ‘we weten het zeker, we hebben er ver-kenners op uit gestuurd’. Hij ging bijna met zijn hand door de muur waar de kaart hing.”Hanneke: “Op die manier valt een pio ook zijn eigen mensen af.”Joeri: “Toen dacht ik: ook voor de manschappen hier moet dit naar bui-ten. Niet veel later sneuvelde soldaat Tim Hoogland in een enorm gevecht. Toen moest Defensie wel toegeven dat er zware gevech-ten waren geweest. Maar minister Van Mid-delkoop presteerde het om te melden: de Taliban vechten met de moed der wanhoop. Dat was het moment dat ik het woord ‘pro-paganda’ in de mond heb genomen, niet alleen in De Groene, maar ook voor het Radio 1 Journaal.”

Is Defensie in haar strategie, ‘propaganda’ zoals Joeri het noemt, geslaagd? In dit geval kon ze haar verhaal niet overeind houden.Joeri: “Als er zeshonderd keer journalisten met Defensie mee zijn geweest, en er maar negen onafhankelijk hebben gereisd, denk ik van wel. Ik wil trouwens nog iets over het beleid van NRC zeggen, een van Nederlands invloedrijkste media. Volgens Hanneke vindt NRC dat je de krijgsmacht kunt controleren door met haar op stap te gaan. Ik denk dat

dat per definitie onmogelijk is. Je zult je ook altijd buiten de krijgsmacht moeten begeven om de bevolking die ermee geconfronteerd wordt, naar haar ervaringen te vragen. Dat kun je niet doen met allemaal militairen om je heen.”Hanneke: “Maar dat is ook precies de manier waarop ik werk. Ik hoor niet bij jouw lijstje van negen onafhankelijken, maar ik val ook niet onder de honderden embedded journalisten. Ik ben vaak met mijn eigen fixer op stap geweest, en met lokalo’s. Ik heb een hybride soort journalistiek bedreven, die niet in jouw embedded of unembedded schema past. Mijn focus was meestal niet het echte defensiewerk, maar het opbouwwerk. Dit was een missie waarin militairen een Provinciaal Reconstructie Team bescherm-den dat Uruzgan moest helpen opbouwen. Peter zegt dat-ie niet de waterputten wilde zien, maar de gevechten. Ik wilde juist de waterputten laten zien aan de lezer, ik was die muts die naar de waterputten wilde, omdat ik weet dat ze conflicten kunnen veroorzaken of beslechten. De Nederlanders hebben zo

veel waterputten geslagen dat het waterniveau gezakt is en

die putten droog zijn komen staan – een klas-sieke ontwikkelingsfout.”Joeri: “Ik kon aan jouw verslaggeving wel afle-

“Ik werd een klein beetje Afghaans, en kon zo mijn werk beter doen”

Bettes tip

Als je de taal niet spreekt, moet je niet te licht denken over de kwaliteit van je tolk. Maak er dus serieus werk van om

een goede tolk uit te zoeken.

Wie is Bette Dam?

Bette Dam (1979) is feelance journalist en politicoloog. Ze bezocht eerder Irak, Syrië en Libanon. Voor haar boek ‘Expeditie Uruzgan. De weg van Hamid Karzai naar het paleis’ (Arbeiders-pers, 2009) reisde ze alleen door Afghanistan. Eerder reisde ze embedded met het Nederlandse leger. Ze werkt onder meer voor Vrij Nederland en de Wereldomroep. Bette maakt deel uit van de Club van Negen die Joeri Boom in zijn boek noemt.

Page 46: IS 09 2010

46 november 2010 IS

zen dat je goed bezig was, maar het blijft een principieel punt van me. Als ik in Uruzgan zat zonder militairen, dan raakte ik echt onder de invloed van de Afghaanse cultuur. Ik had soms twee of drie tolken voor me wer-ken die me van een schat aan informatie voorzagen. Ik werd een klein beetje Afghaans, en kon zo mijn werk beter doen.”

Joeri, deel jij de wereld niet te veel in in bad guys, de embedded reporters, en de good guys die unembedded opereren?Joeri: “Zo zou ik het nooit zeggen, want dan hoor ik zelf ook tot de bad guys, maar ik snap wat je bedoelt. Het was niet de bedoe-ling embedded reporters als bad af te schil-deren.”Maar je suggereert wel dat ze zitten te suffen op Kamp Holland, bijvoorbeeld terwijl Nederlandse militairen het ziekenhuis van Tarin Kowt omsingelen, op zoek naar een Taliban-leider.Joeri: “Dat heb ik zo niet geschreven.”Peter: “Je zegt in het boek dat ze ‘ziende blind’ zijn. Ik ga trouwens even roken, mag dat?”Joeri en Hanneke discussiëren buiten verder. Opkomst intussen van Bette Dam, die per taxi uit Hilversum is overgeko-men. Ze geeft een nieuwe invul-ling aan het begrip ‘embedded’.

Bette, jij bent meer bezig geweest met de stammenstructuur van Uruzgan dan met ‘onze jongens’. Hoe speelden voor jou de beperkingen van embeddedness?Bette: “Ik herken het gevecht tussen de jour-nalist en het apparaat van voorlichters. Dat heb ik ook meegemaakt. Het is goed dat Joeri dat geboekstaafd heeft, want dat is van belang voor de volgende generatie Neder-landse journalisten. Zelf heb ik me op alle facetten van het conflict gericht. Zo hoort het, volgens mij. Wie is de vijand van deze Nederlandse missie? Wie zit er achter de dood van een Nederlandse soldaat? Dat beeld moet je eerst compleet hebben. Het vijandbeeld was veel complexer dan werd voorgesteld in de media, waardoor ik steeds aan de orde stelde of een leger wel geschikt is voor het oplossen van zo’n complex con-flict en of er niet meer ambtenaren heen moeten om pratend zaken op te lossen. ”Joeri: “Dat heb je goed gedaan. Ik heb daar zeker in het begin te weinig oog voor gehad.”Bette: “Ik heb in het begin ook zitten slapen, hoor. Joris Luyendijk zei in 2006 tegen me:

‘Bette, je moet naar Afghanistan, leer de taal en open een bureautje in Tarin

Kowt’. Ik heb spijt van hier tot ginder dat ik zijn raad niet meteen opgevolgd heb.”

Waarom deed je het dan niet?Bette: “Ik durfde het niet.

Maar het had gekund. In Tarin Kowt en Deh Rawod kun

je goed reizen, maar in lastiger gebieden moet je stamleiders ken-

nen. Zij kunnen je de hand boven het hoofd houden. Dan ben je dus even embed-ded bij die bewuste stam. Door op verschil-lende manieren te reizen heb ik meer door wie nou precies de vijand is in Uruzgan. Dat heeft weinig te maken met de gangbare tegenstelling Taliban versus de Afghaanse overheid die door ISAF werd gesteund. De eerste gevechten in 2006, 2007 ontstonden omdat de Nederlanders gouverneur Jan Mohammed Khan verwijderd wilden heb-ben. In dat machtsvacuüm moest elke stam opnieuw zijn positie bepalen. Het geweld dat daaruit resulteerde was voorspelbaar.”

Hebben de Nederlanders dat beseft?Bette: “Ik was heel teleurgesteld in hun ken-nis. Soms kwamen militairen bij me en zei-den: ‘We kunnen niks met deze man, hij is corrupt’. Dan legde ik hen uit welke belangen hij vertegenwoordigde en waarom ze uit zijn

dorp weg moesten blijven, anders waren ze de sigaar. Het Nederlandse leger heeft veel geleerd van deze missie.”Joeri: “En die kennis gaat nu verloren.”Bette: “Als journalisten de missie op de huid hadden gevolgd, en we hadden gezien dat

het leger relatief snel leerde en delen van Uruzgan veiliger werden door een betere politieke balans, was er een kans geweest dat de missie was verlengd. Want op het micro-niveau van Uruzgan was Nederland best goed bezig.”Joeri: “Het blijft een what, if-discussie, maar ik voel veel voor wat Bette zegt. Bijna ieder-een heeft zich laten verleiden om embedded te werken, waardoor we een belangrijk deel van het verhaal hebben gemist. In mijn boek heb ik het ook heel gemakzuchtig over ‘de Taliban’, omdat ik nog niet wist hoe het zat in de tijd dat ik embedded was. Pas toen ik zelf onafhankelijk op pad ging, kwam ik erachter hoe complex de omgeving daar was.”Bette: “Ik heb me wel eens afgevraagd waarom Defensie niet beter haar best heeft gedaan om zaken écht uit te leggen. Ik kan niets anders verzinnen dan dat zij baat had-den bij het beeld van een sterke Taliban. Zonder sterke Taliban was er geen reden om daar militair aanwezig te zijn. Ik heb altijd tegen hoofdredacteuren gezegd: geen Tali-ban, alsjeblieft niet. Maar ik heb het vaak ver-loren. Schreef ik een stuk voor Trouw over de weg van Tarin Kowt naar Kandahar, overdui-delijk een kwestie van concurrerende krijgs-heren met hun milities, stond er: ‘De Taliban rukt op langs de weg’. En ik dacht: ‘aargh, nee, niet doen’.”

De Nederlandse militairen zijn weg. Zijn jullie nu klaar met Uruzgan?Hanneke: “Ik denk dat het heel belangrijk is om er snel weer te zijn. In de zomer kregen we tekenen dat de Amerikanen en de Austra-liërs heel anders omgaan met de machtsver-houdingen in Uruzgan dan de Nederlanders. Zij verlaten zich helemaal op de beruchte krijgsheer Matiullah Khan. De stamleiders werden er behoorlijk angstig van. Zelf ga ik voorlopig niet die kant op, vanwege mijn zwangerschap. Daarna moet ik het nog zien, het is een enorm dilemma.”Peter: “Op het moment dat jullie dit inter-view publiceren, heb ik al weer wat Journaal-reportages gemaakt. Dan ben ik met de Ame-rikanen mee geweest, om te kijken hoe ze

“Alsjeblieft, géén Taliban”

Peters tip

De Nederlandse journalisten zijn veel in Kabul en het zuiden geweest, maar het zou interessant zijn om naar het noorden van het land te reizen. Daar gebeurt zo veel het laatste jaar,

inclusief de ontvoering van een Nederlandse hulpverlener.

Wie is Peter ter Velde?

Peter ter Velde (1964) staat in Joeri’s lijst van negen unembed-ded Afghanistan-journalisten. Hij was van 1996 tot 2001 corres-pondent voor het Radio 1 Journaal in Israël en reisde als verslag-gever voor het NOS-Journaal naar onder meer de Palestijnse Gebieden, Libanon, Haïti en Indonesië. Binnenkort verschijnt de tweede druk van zijn boek Kabul & Kamp Holland. Over de stad en de oorlog (Conserve), samen met de dvd Fokking Hell!, een compilatie van filmpjes die de Nederlandse militairen zelf gemaakt hebben.

Page 47: IS 09 2010

IS november 2010 47

opereren – en om aan de mensen daar te vragen of er veel veranderd is.”Bette: “Mijn boek komt uit in het Engels, daarom ga ik de moeilijke stap maken om meer in het Engels te tikken. De Australiërs zitten er nu en zij vormen weer een nieuwe markt voor journalistieke reportages. Ik ben dus van plan voor langere tijd te vertrekken. Mijn basis zou in Kabul zijn, maar ik zou veel naar Uruzgan trekken. Ik wil dit echt. Het zou supergaaf zijn.”Joeri: “En goed voor de Nederlandse journa-listiek. Ik hoop dat het je lukt, inshallah. En ik? Ik heb oorlogen verslagen in Kosovo, Macedonië, Libanon, Irak, Sudan en Afgha-nistan. Dat is me niet in m’n kouwe kleren gaan zitten. Natuurlijk, het is journalistiek belangrijk om weer terug te gaan. Maar dit boek zou wel eens het einde in kunnen lui-den van mijn carrière als oorlogsverslagge-ver. Ik heb het gevoel dat ik voor mijn gezin ga kiezen. Half december komt er een tweede kind aan. Maar ik zeg nooit nooit.”Tot slot: willen jullie het artikel voor publicatie nog lezen?

Hannekes tip

Blijf altijd enige afstand houden tot je bronnen, hoe goed je het ook met ze kunt vinden en hoe behulpzaam ze

ook zijn. Daarin ligt de basis van je onafhankelijkheid

Wie is Hanneke Chin-a-fo?

Hanneke Chin-A-Fo (1978) is buitenlandredacteur bij NRC Han-delsblad. Ze is afgestudeerd in Tropisch Landgebruik (irrigatie en waterbouwkunde) aan Wageningen Universiteit en volgde de postacademische dagbladopleiging (PDOJ) in Rotterdam. Ze reist veel naar conflict- en wederopbouwgebieden, vooral Afghanistan en Pakistan, maar ook Sri Lanka, Birma en Haïti. Vanaf 2007 doet ze embedded en unembedded verslag vanuit Uruzgan. Ze is zeven keer in Afghanistan geweest. Zelf zegt ze: “Ik vind Pakistan net zo belangrijk als Afghanistan, en voor mij is Afghanistan veel groter dan alleen Uruzgan.”

Beeld

Mau

rits G

iese

n

Peter

E ndanstaatheterineens:hetWRR-rapportMinder pre-tentie, meer ambitiewordtvoorhetnieuwekabinetdelei-

draadbijdehervormingvandehulp.Hetregeerakkoordisondubbelzinnig.Beterkanhetniet:rapportenschrijfjeimmersnietprimairalsintellectueleexercitie–ookalisdateenvandecharmesvanhetwerk.Uiteindelijkgaathetomhetresultaat.Grotetevredenheidisdanookheteerstegevoeldatopkomt. Daarnaontspintzicheeninteressantproces.Voorvelenontstaateenlastigdilemma.Hoekanhetdateenkabinetdatinkringenvandehulphooguitopbeperktesympathiekanrekenen–eninveelgevalleniszelfsdateeneufemisme–hetWRR-rapportomhelst?Sommigenbeginnentetwijfelen.Aan-vankelijkwarenzewelenthousiastoverhetrapport,maarzevragenzichnuafofzehetwelgoedgelezenhebben.Zouhetdantocheenrechtsrapportzijn?Eenenkelingzietinhetrap-porteenpaardvanTroje:hetkabinetweetnietwathetbinnen-haalt.Weeranderenzijnvooralbangvoorselectiefshoppen. Ikzelfzieeeninteressanteparallel,dieooknogpersoonlijkewortelsheeft.Ikhebooitkortetijdalsdirecteur-generaalgewerktophetministerievanSocialeZakenenWerkgelegen-heidtoenMarkRuttedaarstaatssecretariswas.HijwasdrukbezigmetdewetWerkenBijstand,dieerinvoorzagdatsoci-aledienstenreïntegratiealshoofddoelzoudengaanbeschou-wen,enhetverstrekkenvaneenuitkeringalseenlaatstetoe-vlucht.Ooktoenontstonderverwarring.Washetstellenvanwerkboveninkomeneenrechtsedaad?DePvdAwaserzooverindubiodatzeindeTweedeKamertegendewetstemde,maarindeEersteKamervoor.Nu,eenaantaljarenlater,isiederesociaal-democratischewethoudereenvurigeaanhangervandezewet.Datwerkboveneenuitkeringgaat,iseengedachtedieopeenbreedpolitiekdraagvlakkanrekenen. HetWRR-rapportlaatzichtotopzekerehoogteookzolezen.Hetisiniedergevaleenpleidooiomhetbevorderenvanzelfredzaamheidteplaatsenbovenhetlenigenvanconcretenoden.EnzoalshetmetdewetWerkenBijstandsomstochnognodigblijftomuitkeringenteverstrekken,ishetbijont-wikkelingshulpsomsnodigomdirectearmoedebestrijdingterhandtenemen.Hetisinbeidegevallenechterhetopeen-na-beste:zelfredzaamheiddientvooroptestaan,ofdatnugaatomhetvindenvaneenbetaaldebaaninNederlandofstructu-reelperspectiefopeeneigenlevenineenlandinhetZuiden.Deuitwerkingvandatideeplatslaanmetdedichotomielinks-rechtsneemtslechtshetzichtwegopdeinteressantevragendiedaarnavolgen.

Rechts rapport?

Psycholoog en filosoof Peter van Lieshout is lid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. Hij leidde het onderzoek naar de toekomst van ontwikkelingssa-menwerking, dat resulteerde in het rapport Minder pretentie, meer ambitie. De komende maanden reflecteert hij voor IS over de voortgaande discussie rond het rapport.

Beel

d An

neke

Hym

men

Page 48: IS 09 2010

48 november 2010 IS

Samenstelling: Leonie Wolters

Uitgelicht

tentoonstellingCreaThomas

Thomas Hirschhorn ziet meer in een blikje cola dan de meeste andere mensen. in de tentoonstelling Too too - much much, vormt massaproductie en -consumptie de basis voor zijn werk.t/m 5 decemberMuseum Dhondt-Dhaenens, Deurle (België)

Olga DengoDe warme expressionistische schilderijen van de mozambi-kaans-belgische olga Dengo tonen een sterke betrokken-heid met de politieke realiteit en het leven van alledag.t/m 8 decemberGalerie 23, Amsterdamwww.galerie23.nl

Geld = gelukfotograaf Raymond Rutting bracht de positieve gevolgen van microkrediet in senegal, Ethiopië en Rwanda in beeld. t/m 2 januariGeldmuseum, Utrechtwww.geldmuseum.nl

Vroem!met sculpturen en installaties van auto’s, banden en bum-pers becommentarieert de mexicaanse kunstenares bet-sabeé Romero thema’s als migratie, modernisering en beweging.t/m 27 februari Tropenmuseum, Amsterdamwww.tropenmuseum.nl

UnfixedZes internationale kunste-naars spelen met het onge-fixeerde karakter van de foto-grafische waarheid en haar relatie tot thema’s als etnici-teit, cultuur en identiteit in de hedendaagse kunst.t/m 4 decemberCentrum Beeldende Kunst, Dordrechtwww.unfixedprojects.org

seminarISO wie?Wie graag maatschappelijk verantwoord wil onderne-men, maar nog niet weet hoe, heeft belang bij richtlijn iso 26000. in een seminar wordt deze internationale richtlijn over mvo’s uitgelegd. aan-melden via [email protected] december, 9.30-17.00 uurWorld Forum, Den Haag www.nen.nl

lezingPodiumtijgervolkskrantcorrespondent jan van der Putten schetst enkele toekomstscenario’s van China rond de vraag: ‘blijft China overeind op het wereldtoneel?’18 november, 16.30 uurLeeszaal KIT, AmsterdamReserveren noodzakelijk: 020-568 8462 of via: [email protected]

Multatuli-lezingProfessor en mensenrechten-jurist josé Zalaquett en fNv-voorzitter agnes jongerius leveren een bijdrage aan het debat over een herinrichting van de wereldorde langs meer sociale uitgangspunten. 19 november, 15.30 uurGrote Kerk, Bredawww.multatuli-lezing.nl

theaterNet mensenTheatermaker Celil Toksöz komt met de tragikomische voorstelling familie Demir. over de beklemmende liefde, pijnlijke gesprekken en men-selijke problemen binnen een Turkse familie. Podium Mozaïek, Amsterdam25 november, 21.00 uurspeellijst op www.rast.nl

symposiumOvervloedDe Evert vermeerstichting zoekt voor het symposium World of Plenty? studenten die Nederlandse en Europese politici willen adviseren over de gevolgen van schaarste voor ontwikkelingslanden. met masterclasses over toe-nemende bevolking en afne-mende natuurlijke hulpbron-nen.Universiteit Wageningen20 november, 11.00 uurwww.evertvermeer.nl

muziekAwesomely African

Tijdens het Utrechtse festival Le Guess Who mixt de New Yorkse Dj brian shimkovitz zijn Awesome Tapes from Africa. op zijn blog vind je de dansbare juweeltjes die hij opdiept uit de afrikaanse muziek.Tivoli de Helling, Utrecht25 november, 23.30 uurwww.leguesswho.nl

CançãoDe groep souldada geeft een nieuwe invulling aan het begrip wereldmuziek. De muzikanten vonden in Zuid-afrika inspiratie voor Griekse Copacabana op het friese strand.16 december, 20.15 uurCatharinakapel, Harderwijkwww.catharinakapel.nl

Hallelujah!Het wordt een zwarte kerst met het gospelconcert van de Soweto Spiritual Singers uit Zuid-afrika. amerikaanse spirituals en afrikaanse kerstmelodieën worden begeleid door een live band.20 december, 20.15 uurDe Lievekamp, Amsterdamwww.lievekamp.nl

dansCinema Indiasnapt u niets van bollywood? Dansgezelschap kamalRos-han vertaalde de musical Dream of Dance naar het Nederlands zonder in te boe-ten aan spektakel.6 november, 19.30 uur, Theater Zuidplein, Rotterdam13 november, 19.30 uur, The-ater de Regentes, Den Haag 21 november, 16.00 uur, Fulcotheater, Ijsselsteinwww.dreamofdance.nl

IDFADat het international Documentary film (iDfa) festival duurzaam is, blijkt wel uit het feit dat het zijn 23e editie ingaat. Dit jaar wordt daar de competitie Green screen aan toege-voegd: wie maakt de documentaire die het meest uitnodigt tot een discussie over de mens en zijn leefomgeving? Het festival opent met de film Position among the stars over de invloed van globalisering en religie op het moderne indonesische leven in een portret van de fami-lie sjamsuddin. met nog 280 andere documen-taires, waaronder 84 wereldpremières.17-28 novemberVerschillende bioscopen in Amsterdamwww.idfa.nl

agenda november & december 2010

Beeld

uit P

ositi

on a

mon

g th

e st

ars

agenda

Page 49: IS 09 2010

IS november 2010 49

Uno, dos, tres, cuatro…Het eerste latin festival in amsterdam! stilstaan is er niet bij, met muziek van ‘la Princesa de la salsa’ la india, kassav, kevin lyttle en vele anderen.20 november, 18.30 uurHMH, Amsterdamwww.amsterdamlatinfesti-val.nl

Aiaiai!De spaanse maría juncal danst met haar gezelschap de sterren van de hemel in de flamencovoorstelling La Ter-cera Llamada. 7 december, 20.00 uurStadsschouwburg, Enschedewww.muziekkwartier.nl

HeimweeNita liem combineert haar aziatische roots met de afro-amerikaanse danstraditie in een dansvoorstelling over de terugkeer naar huis. op de achtergrond nemen beelden je mee op reis naar Dakar, New York, amsterdam, shanghai, Djakarta en malang.15 - 16 december, 20.30 uurBrakke Grond Expo zaal, Amsterdamwww.theaterfrascati.nl

debatIn het slopHet huis van één miljard mensen staat in een sloppen-wijk. in deze aflevering van Not in my backyard onder-zoekt de balie het leven en

wonen in een wijk zonder regels, veiligheid en voorzie-ningen.23 november, 20.30 uurDe Balie, Amsterdamwww.debalie.nl

Global voicesHoe kijkt de elite van iran naar de toekomst van de enige islamitische democra-tie ter wereld?Homan majd, auteur van The Ayatollahs’ democracy, geeft zijn antwoord op die vraag. aansluitend debat in het Engels.23 november, 20.00 uur LUX, Nijmegenwww.lux-nijmegen.nl

evenementHama ba AfghanistanCos Noord-Holland organi-seert een dag voor iedereen die iets voor afghanistan doet of wil gaan doen. Wil je helpen bij de dag of heb je ideetjes? mail naar: [email protected] november, 12.00 uurMammoni, Utrechtwww.cosnoordholland.nl

Siku ya KenyaDit jaar buigen experts zich met de keniaanse ambassa-deur, NGo’s en Nederlandse politici over de mogelijkhe-den van biogas in kenia en politiek versus ontwikkeling.27 november, 10.00 uurDe Talent Factory, Den Boschwww.keniadag.nl

Klimaataan de vooravond van de kli-maattop in Cancún delen NGo’s, regeringsvertegen-woordigers, zakenlui en wetenschappers hun ervarin-gen met betrekking tot kli-maatverandering en ontwik-kelingslanden. Daarnaast spreken experts uit verschil-lende sectoren. De voertaal is Engels.25 november, 9.00 uurCommunicatiemuseum, Den HaagRegistratie via www.hier.nu

Show us the money!Tijdens het CasH (Culture & arts seeking Help) gala pakt Theatre Embassy uit met een kunstveiling en optredens uit onder andere benin. Daar-naast wordt aandacht gevraagd voor de precaire financiële situatie in de cultu-rele sector. 28 november, 19.30 uurTropentheater, Amsterdamwww.tropentheater.nl

CursusStudenten opgelet!schrijf je in voor 24 leidse colleges over slavernij, raciale relaties, etniciteit, religie, lite-ratuur en muziek, dekolonisa-tie, lokale politiek, migratie en transnationale gemeen-schappen in de Caraïben van januari tot april 2011, en word beloond met 10 ECTs.Deadline: 17 decemberwww.kitlv.nl

Babah

I nSierraLeonesprakikmijnoomdienogsteedshersteltvaneenactiefpolitiekleven.

Zijnpartijregeerde,maarheeftdeverkiezingenverloren.VoorAfrikaansebegrippenisdezewis-selingvandemachtnetzouniekalshetkiezenvaneenallochtoneburgemeesterinNederland.Ditbetekentvoormijnoomeenlange,werklozetoekomst,wanteenbaanindepubliekofprivatesectorzitervoorlopignietin.Niemandwilsamenwerkenmeteenverliezer. Sterkernog,niemandwilgeassocieerdwor-denmeteenverliezer.InFreetownhadikname-lijkookeenafspraakmeteenbekendejournalistdiemenadrukkelijkverzochtineenanderrestau-rantaftesprekendanikzelfhadvoorgesteld.BijrestaurantDelaRosekunnenledenvandeoppo-sitiezittenenmijnafspraakwilnietgezienwor-den,terwijlhijwordtomringddoorverliezers. IkverteldemijnoomendejournalistdatheterinNederlandandersaantoegaat.Politiekbedrijvenishiereenopstapnaarmeer.NeemnuonzevoormaligepremierWimKok.HijverlietdeINGbank306.000eurorijker.Ditbedragheefthijalspremiernooitontvangen.DaarnaasthoudthijooknogcommissariatenbijondermeerdeAnneFrankStichting,hetAmsterdamseMuziek-theaterenhetNederlandsKankerInstituut.Acti-viteitendienazijnactievepolitiekcarrièrekun-nenwordenbeschouwdalseenwelverdiendebeloningvoorhetdienenvanhetvolk.WouterBosgaatermetzijnviertonbijKPMGooknietbepaaldopachteruit.Ookvooroud-premierBalkenende,enmethemdeandereverliezersvandeverkiezingen,staanveledeurenopen. HetprobleemvanAfrikaisdatleidersdemachtnietwillenneerleggen,wantdanrestenslechtsarmoedeenbeschimping.Mijnoomklaagtsteenenbeen.Zonderuitzichtopeenfat-soenlijklevennaeenactievepolitiekecarrièrezullenpoliticiinAfrikaaandemachtwillenblij-venkluiven.Ikhoudmijnhartvast,wantovertweejaarzijndevolgendeverkiezingen.Nochdeoppositie,nochdehuidigeregeringisvanplanomteverliezen.

Politiek pensioen

Beeld

Mau

rits G

iese

n

Babah Tarawally is journalist, verhalenverteller en schrijver van het boek De god met de blauwe ogen.

“Het begon met een foto”

mijn aanrader

Kaddu Wasswa bouwde tijdens zijn leven een indrukwekkend archief op. Dat dat nu tentoongesteld wordt, is het resultaat van zijn ontmoeting met de Nederlandse foto-grafe Andrea Stultiens, die Wasswa’s foto’s, aantekeningen, brieven en negatie-ven aanvulde met haar eigen foto’s. kaddu Wasswa loopt rond in de half aange-klede expositiezaal. Hij wijst naar stultiens’ foto’s. “in die kast in mijn woonkamer lag het archief. Daar zie je een mars die ik had georganiseerd op Wereldaidsdag, vorig jaar. En daar zie je het archief zoals andrea het

voor het eerst zag.” Uitgespreid op Wasswa’s Ugandese erf liggen foto’s, schrif-ten en een mysterieuze folder van de keu-kenhof. “Tot mijn twaalfde woonde ik bij een ver familielid, omdat mijn vader was overle-den. mijn moeder gaf me toen een foto van mijn vader, die me heel dierbaar werd. ik had niets anders wat me met mijn familie verbond. Die foto maakte in mij de neiging tot verzamelen wakker. mensen hunkeren naar nieuwe dingen. maar ik wil dat wat voor anderen waardeloos is, bewaren.” www.fotomuseum.nl

Wie: Kaddu Wasswa (77)Wat: tentoonstelling ‘Het Kaddu Wasswa archief’Wanneer en waar: t/m 2 januari, Fotomuseum, Rotterdam Be

eld A

ndre

a St

ultie

ns

Page 50: IS 09 2010

Boubacar Doumbia (34)

Is : voormalig gelukszoeker, probeerde vijf jaar lang illegaal naar Europa te reizen. Nu bedrijfsleider in een hotelWaar : Segou, MaliSalaris : 50 euro per maand, plus extraatjesMuziek : Bob MarleyEet graag : couscous met pindasaus Drinkt graag : thee en soms een biertjeRelatie: verloofd, verwacht eerste kind

Boubacar woont bij zijn ouders. Zijn vader is een gepensioneerde militair. “We hebben het niet breed”, zegt Boubacar. “Al mijn hele leven lang moeten we de eindjes aan elkaar knopen.” Een deel van het geld dat Boubacar in Libië verdiende, gebruikte hij om het ouderlijk huis aan te laten sluiten op het elektriciteits- en waterleidingnet. Van de rest van het geld kocht hij een oud Toyota-busje, waarmee hij een transportbedrijf begon. Helaas ging de motor stuk. De wagen staat nu al meer dan een jaar bij een garage, terwijl Boubacar spaart voor een nieuwe motor.

samen met een vriend en zijn broer eet Boubacar een bord rijst met pindasaus. Zijn vader teelt aardnoten op een akker bui-ten de stad. Helaas dreigt de Malinese overheid de grond te confi squeren omdat zijn vader geen eigendomsakte heeft. “Schandalig”, vindt Boubacar. “Hij bewerkt die grond al meer dan veertig jaar. Vrijwel niemand heeft hier een eigendomsakte.” Naar verluidt gaat de overheid de grond verhuren aan Libië, dat in Mali graan wil telen.

een dag uit het leven van Boubacar

“Ik wilde wat van de wereld zien”

“mijn Tunesië-trainingspak is een bijzonder souvenir”, zegt Boubacar. In 2002 reisde hij vanuit Mali in de laadbak van een pick-up dwars door de Sahara naar Noord-Afrika. “Ik wilde naar Europa om geld te verdie-nen en wat van de wereld zien.” In de Tunesische hoofdstad Tunis werd Boubacar gearresteerd, toen hij zich op een veerboot naar Italië probeerde te verstoppen. Na drie maanden gevangenis liet de politie hem vrij op de grens met Libië. De poging om in een krakkemikkige boot naar Lampedusa te varen mislukte, waarna hij zijn plan opgaf om naar Europa te reizen. “In Libië zijn de salarissen ook lang niet slecht.” Drie jaar geleden keerde Boubacar met 5000 euro terug naar Mali.

Voordat Boubacar op reis ging, werkte hij als onderwijzer. af en toe gaat hij nog bij zijn oud-colle-

ga’s op bezoek. “Het blijft een mooi vak, maar omdat je er weinig mee verdient, besloot ik wat anders te zoeken.” Nu werkt Boubacar als be-drijfsleider in een hotel. Het salaris is geen vetpot, maar de bijverdiensten maken veel goed. Door toeristen te helpen met het kopen van souvenirs of het huren van een boot, kan hij zijn inkomen fl ink aanvullen. Tijdens het mu-ziekfestival van Segou, dat elk jaar plaats vindt, verdiende hij vier keer zo veel als normaal.

10.55

15.10

50 november 2010 IS

Boubacar heeft in Libië een leu-ke som geld ver-diend, maar aan de Libiërs zelf heeft hij slechte herinneringen. “Ze zijn racistisch”, zegt hij. “Ik ben ook moslim, maar ze wilden vaak niet samen met mij bidden.” Boubacar heeft geen plannen om terug te ke-ren naar Libië. Zijn droom is om een eigen reisorganisatie te beginnen.

19.10

09.30

tekst & beeld gerbert van der aa

19.10

13.12

Page 51: IS 09 2010

IS november 2010 51

Ingezonden

JoHo

India: back to basicEen lage levensstandaard, veel analfabeten,

geen elektriciteit of internet. Help het bergvolk malayali in het oosten van india

vooruit!

Kenia: wie sluit jij in je armen?Help ouders/verzorgers van kinderen een

eigen inkomen te creëren, en voorkom daar-mee dat kinderen naar een weeshuis moeten.

Hands-on UgandaWerk in Uganda mee aan aidsprogramma’s gericht op voorlichting, onderzoek en thuis-bezoeken, ondersteuning van kwetsbare kin-deren, psychosociale zorg en testcentra voor

hiv/aids.

Cuba: Klussen tot je er tabak van hebtsamen met de Cubaanse bevolking help je het verval van wijken met mooie gebouwen

tegen te gaan.

Deze en talloze andere vrijwilligerswerk vacatures vind je in de oriëntatie- en keuzegidsen van de JoHo Go Abroad

Services. Meer informatie vind je op

www.vrijwilligerswerkinhetbuitenland.nl of kom langs in een van de JoHosupport centers.

IS - misser

In het artikel De zakelijke wereldverbeteraar (IS07) komt Marije Mulder, directeur stichting laluz, aan het woord. “De 3000 vrijwilligers van laluz matchen we aan 400 goede doelen, zodat deze zich kunnen professionaliseren. Denk aan een ICT’er die een website ontwerpt, een marketingmanager die een campagne bedenkt of een jurist die de algemene voorwaarden van een

stichting opstelt.” Na publicatie van IS werd laluz door organisaties benaderd met de vraag een website te bouwen. “Dit is niet onze expertise”, aldus Marije. Wat laluz wel doet? Kijk op www.stichtinglaluz.nl

IngezondenWereldActief20 november 2010, WereldActief oriëntatiedag

JoHo Den Haag: 11.00 - 16.00 uur

De wereld ligt aan je voeten! Een vakantiebeurs voor de avontuurlijke

reiziger. Zie voor meer informatie en om je alvast aan te melden

www.wereldactief.nl

Colofon

IS is ook los verkrijgbaar bij de JoHo winkels. Bij JoHo vind je alles onder één dak op het gebied van internationale samenwerking, persoonlijke ontwik-keling en reizen. Dus, ben je op zoek naar een interessante stage, wil je een project opzetten of als vrijwilliger je handen uit de mouwen steken in een ontwikkelingsland? Ga eens langs bij JoHo. Je vindt JoHo in Leiden, Rotter-dam, Utrecht, Amsterdam, Den Haag en Groningen.  www.joho.nl

RedactieHans Ariëns (hoofdredacteur), Lonneke van Genugten (eindredacteur), Pieternel Gruppen, Hanna Hilhorst (redacteur), Leonie Wolters (stagiaire)

Aan dit nummer werkten meeGerbert van der Aa, Marieke Aafjes, Lula Ahrens, Brigtte Ars, Karolien Bais, Evelijne Bruning, René Cuperus, Ilona Eveleens, Ssuunna Golooba, Guerrilla-interviews.nl, Rudolf ten Hoedt, Anneke Hymmen, Zsuzsanna Ilijin, Marcus Koppen, Peter van Lieshout, Mirjam van der Linden, Marcial Luyten, Mieke Meesen, Roeland Muskens, Evert Nieuwenhuis, Judith Quax, Mary-Ann Sandifort, Guido Spring, Babah Tarawally, Paul Teule, Sven Torfi nn, Robert van Weperen, Annick de Witt, Renée Zandvliet

Basisontwerp Luis Mendo, GOOD Inc. www.goodinc.nl

Art direction en vormgevingBouwe van der MolenWouter Overhaus (Atelier van GOG)

BeeldredactieAnja Koelstra

BladconceptFred Hermsen, Maters & Hermsen Journalistiek

Lithografi e MediaTraffi c Press, Amsterdam

DrukHabo DaCosta, Vianen

AbonnementenEen abonnement op IS is gratis. Abonneren, opzeggen of adreswijzigingen doorgeven kan via de antwoordkaart in dit blad. Of stuur een briefje naar:Abonnementenadministratie ISAntwoordnummer 5523840 WB Harderwijk

Mailen kan ook: [email protected]

Redactie adresPostbus 94020, 1090 GA Amsterdamtel.: 020-5682055, [email protected] www.ismagazine.nl

IS is een gratis uitgave van NCDO. NCDO staat voor Nationale Commissie voor Internationale Samenwerking en Duurzame Ontwikkeling. NCDO betrekt mensen in Nederland bij internationale samenwerking. www.ncdo.nl

IS werkt samen met lokaalmondiaal en Vice Versa in het Wereldmediahuis. www.wereldmediahuis.nl

Meningen en standpunten die te lezen zijn in dit blad, worden niet noodzakelijkerwijs door NCDO onderschreven. IS verschijnt tien keer per jaar. De volgende uitgave verschijnt op 14 december.Reactie

Is en Kelly & Peter R. de Vries

“Ik vraag mij bij dit soort verhalen wel altijd af of er echt behoefte was aan een kindertehuis. Ik ben zelf een aantal maanden woonachtig

geweest in Agona Swedru en er waren daar al vele ‘wees’huizen in de omgeving aanwezig. Het lijkt me heel lastig om dit vanuit Nederland te

coördineren, maar voor mij is het ook de vraag of dit de bedoeling is. Moet er niet veel meer aan zelfredzaamheid gewerkt worden? Waarom een nieuw tehuis bouwen, zou er niet juist tijd, kennis en geld geïnves-

teerd kunnen worden in een al bestaand weeshuis?” Maaike, via www.ismagazine.nl

Twitter

Weten wie eindredacteur Lonneke van Genugten interviewt,

op welke bijeenkomst onze stagiaire Leonie Wolters is en met

wie redacteur Hanna Hilhorst door de straten scheurt voor

een diepte-interview? Word volger van ISeditor op Twitter!

twitter.com/ISeditor

BonusartikelStichting Wereldwijd biedt beroepsgericht onder-wijs aan migranten die terug willen keren naar hun land van herkomst. Het project Wereld Tools stelt een ondernemersplan op en bepaalt welke gereed-schappen, machines en materialen de migrant nodig heeft. Lees de interviews met de deelnemers op www.ismagazine.nl

Het Vergeten Verhaal

De Dick Scherpenzeelstichting zoekt verhalen of foto’s die ongezien of ongehoord blijven, terwijl ze wel de aandacht

van het Nederlandse publiek verdienen. Verhalen buiten de westerse grenzen, die vanuit onze verantwoordelijkheid niet

mogen blijven liggen. Stuur voor 15 november je idee over zo’n verhaal (max 400

woorden) op. Maak duidelijk waar het verhaal of de foto over gaat en waar het zich afspeelt. Een jury selecteert en

nomineert de beste tien ideeën. De Dick Scherpenzeelstich-ting ondersteunt vervolgens in het vinden van een redactie

om het beste verhaalidee uit te werken en stelt daartoe B 2500 ter beschikking. Kijk voor meer informatie op:

www.hetvergetenverhaal.nl

Actie feestdagen: gratis fairtrade bedel!

van 22 november t/m 26 december krijgen alle klanten die 20 euro of meer besteden in de EENshop op www.EEN.nl een gratis bedel t.w.v. 12,50 euro. De ‘oneindige knoop’ staat voor het eeuwige leven en onsterfelijkheid. Het is een van de acht geluks-brengers uit het boed-dhisme. De bedel is van zilver en wordt met de hand gemaakt door ambachtslieden in Nepal.

een van de acht geluks-

Page 52: IS 09 2010

Veldwerk

Dinsdag: Parallelle wereldenTijdens een bergwandeling kom ik twee (rijke) Peruanen uit Lima tegen. Later die dag eten we samen ons avondeten en vertel ik over mijn onderzoek. De Peruanen uit de hoofdstad zijn vol interesse. Ze hebben, tot mijn verbazing, nauwelijks een idee hoe de Indianen leven, hoe arm ze zijn en dat ze amper kans hebben iets aan hun leven te veranderen. In Peru zijn blijkbaar parallelle werelden die niet met elkaar in contact komen. Toch raar, dat een buitenlandse ze moet vertellen hoe het leven van hun landgenoten eruit ziet.

Woensdag: BeretrotsVandaag is het Fiestas Patrias, de dag waarop de onafhankelijkheid van Peru wordt gevierd. En dat gebeurt met parades, parades en nog eens parades. Op scholen oefenen leerlingen ellenlang om in nette rijen te lopen. Ik vind dit zonde van de onderwijstijd. Wat hebben leerlingen hier nu aan? De kinderen lopen echter beretrots door de straten, dragen hun schooluniform of de klederdracht van hun dorp. Ik moet bekennen, het levert mooie plaatjes op.

Donderdag: HoogtetrainingIn Huaraz ontmoet ik Yvonne Danson, zij was ooit de snelste marathonloopster van Engeland (2:30 uur). Samen met haar en huisgenote Dinete, die ook graag wil hardlopen, gaan we een poging wagen om op meer dan 3000 meter te rennen. Dat is geen peuleschil. Hoewel ik al heel wat jaartjes ren, loop ik hier na een paar minuten al te hijgen als een absolute beginner. Zelfs bergaf is vermoeiend. Het schijnt dat hoogtetraining goed voor je conditie is, dus we gaan dapper door.

Vrijdag: StroopwafelsVeel docenten die met ons onderzoek hebben meegewerkt, zijn nieuwsgierig naar het onderwijs in Nederland. Daarom besluiten studiegenoot Arjan en ik een workshop te geven. Best spannend, want het moet natuurlijk allemaal in het Spaans. Een gesprek voeren is niet zo´n probleem, maar een workshop? ´s Avonds zit ons huis vol met juffen en meesters. Allen met de jas aan, want ´s avonds is het in de bergen snel koud en centrale verwarm-ing is er niet. Behalve warme thee krijgen de docenten ook stroopwafels en dropjes. Die zwarte, kleverige snoepjes vinden ze maar een matig succes. Onze workshop wordt gelukkig meer gewaardeerd, na afl oop krijgen we een applaus.

Wie: Hester van de Kuilen (36)Woont in: AmsterdamIs: docent en leraaropleiderDoet: onderzoek in Huaraz en Cusco, PeruWaarom: Voor m’n masterscriptie onderwijskunde doe ik onderzoek naar hoe docenten in Peru omgaan met culturele diversiteit in hun klaslokaal. In Peru zijn veel bevolkingsgroepen achtergesteld. Ik wil graag weten wat docenten daaraan doen.

Groeten uit Peru

Peruaanse favorieten• Drankje: Jugo de naranja (versgeperst

sinaasappelsap)• Hapje: avocado• Plekje: Cordarilla Blanca, de mooiste

bergen en meren die ik ooit heb gezien. Letterlijk en fi guurlijk adembenemend

Donderdag: HoogtetrainingMaandag: OmgangskundeVandaag het eerste interview met een Peruaanse docent afgenomen. Mansur is zijn naam en hij geeft het vak dat ik het best kan vertalen als omgangskunde. Hierna woon ik een les bij. De leerlingen vinden het maar wat interessant, zo´n lange blonde in hun klaslokaal. Ik ben onder de indruk: wat een lieve en betrokken docent. In zijn les probeert hij op alle mogelijke manieren kinderen het nodige zelfvertrouwen te geven. Moraal van de les: doe je niet anders voor, je bent goed zoals je bent.