Upload
azana
View
55
Download
0
Embed Size (px)
DESCRIPTION
Hoofdstuk 15 Verbanden tussen variabelen vaststellen en interpreteren. Soorten verbanden tussen twee variabelen (1). Verband: een consistente en systematische koppeling tussen de niveaus of benamingen van twee variabelen. Vier basistypen verbanden tussen twee variabelen: niet-monotoon - PowerPoint PPT Presentation
Citation preview
Hoofdstuk 15
Verbanden tussenvariabelen vaststellen
en interpreteren
Soorten verbanden tussen twee variabelen (1)
• Verband: een consistente en systematische koppeling tussen de niveaus of benamingen van twee variabelen.
Vier basistypen verbanden tussen twee variabelen:
niet-monotoon monotoon lineair curvilineair
Soorten verbanden tussen twee variabelen (2)
• Niet-monotoon: bij een niet-monotoon verband wordt de aanwezigheid (of afwezigheid) van de ene variabele systematisch gerelateerd aan de aanwezigheid (of afwezigheid) van een andere variabele.
• Monotoon: een monotoon verband is een verband waarbij de onderzoeker slechts de algemene richting van de samenhang tussen de twee variabelen kan aanduiden. Stijgend: de ene variabele neemt toe als de
andere variabele toeneemt. Dalend: de ene variabele neemt toe als de
andere variabele afneemt.
Soorten verbanden tussen twee variabelen (3)
• Lineair: een rechtlijnige samenhang tussen twee variabelen.
• Hier levert kennis van de omvang van de ene variabele automatisch kennis op over de omvang van de andere variabele.
Soorten verbanden tussen twee variabelen (4)
• Curvilineaire verbanden: die verbanden waarbij de ene variabele samenhangt met de andere variabele, maar het verband eerder de vorm van een kromme heeft dan van een rechte lijn.
Verbanden tussen variabelen karakteriseren
• Aanwezigheid: verwijst naar de vraag of er een systematisch verband bestaat tussen twee variabelen.
• Richting: van monotone en lineaire verbanden kan ook de richting van de samenhangen worden beschreven.
• Sterkte van het verband: afhankelijk van het soort verband dat wordt onderzocht kan de sterkte van de samenhang tussen twee variabelen worden voorgesteld.
Analyseren van verbanden
Kruistabellen
• Kruistabel: een tabel waarin de data worden vergeleken door middel van een indeling in rijen en kolommen.
• Frequentie kruistabel• Percentage kruistabel
Chi-kwadraatanalyse (1)
• Chi-kwadraatanalyse: bij een chi-kwadraatanalyse (χ2-analyse) bestudeer je de frequenties van twee nominale variabelen in een kruistabel om te bepalen of er tussen de variabelen een niet-monotoon verband bestaat.
• Waargenomen frequenties: de feitelijke tellingen in de kruistabel.
• Verwachte frequenties: theoretische frequenties die worden afgeleid van deze hypothese van geen verband tussen de twee variabelen.
Chi-kwadraatanalyse (2)
• De berekende χ2-waarde:
Chi-kwadraatanalyse (3)
• De vorm van de chi-kwadraatverdeling wordt bepaald door het aantal vrijheidsgraden.
Chi-kwadraatanalyse (4)
• Hoe je een chi-kwadraatuitkomst interpreteert Uit de chi-kwadraatanalyse komt de kans
naar voren dat de onderzoeker bewijs vindt voor de nulhypothese als hij het onderzoek zeer vele keren zou herhalen met onafhankelijke steekproeven.
Correlatiecoëfficiënten en covariatie
• Correlatiecoëfficiënt: een indexgetal dat altijd tussen de -1,0 en +1,0 ligt en de sterkte en de richting van het verband tussen twee variabelen aangeeft.
• Covariatie: de hoeveelheid verandering in de ene variabele die systematisch samenhangt met de verandering in de andere variabele.
Vuistregels voor de sterkte van de correlatie
De product-momentcorrelatiecoëfficiënt van
Pearson
• De product-momentcorrelatiecoëfficiënt van Pearson: hiermee meet je het lineaire verband tussen twee variabelen van interval- en/of rationiveau, zoals de variabelen die worden afgebeeld in een spreidingsdiagram.
Waarschuwingen bij het gebruik van correlaties