29
1 Het sociaal zelf Hoe kijk je naar je zelf ? Henk SAP 1 De cognitieve component: het zelfconcept 1.1 Functies van het zelfconcept 1.2 Zelfconcept en culturele verschillen 1.3 Zelfconcept en genderverschillen 1.4 Hoe komen we tot een zelfconcept? 1.4.1..................................Introspectie 1.4.2 De zelfperceptietheorie van BEM 1.4.3 De sociale vergelijkingstheorie van FESTINGER 2 De affectieve component: het zelfbeeld 2.1 De discrepantietheorie 2.2 Zelfopkrikking 2.2.1 Bevooroordeeld, opportunistisch denken 2.2.2Zelf-handicapping: je eigen prestaties saboteren 2.2.3.........Je koesteren in de glorie van anderen 2.2.4Neerwaarts vergelijken: je voordeel halen uit de miserie van anderen 3 De gedragscomponent: de zelfpresentatie 3.1 Strategische zelfpresentatie 3.2 Expressieve zelfpresentatie 4 Besluit, het zelf met zijn vele gezichten Het geheel van psychologische processen, gedragingen, gedachten en gevoelens die bepalen hoe je jezelf als persoon ervaart wordt door sociaal psychologen het zelf genoemd. Klassiek spreekt men in de psychologie in dit verband ook over iemands persoonlijkheid.

Het sociaal zelf - Jongeren op het bot | Web viewPrecies omdat het zo moeilijk is om jezelf te beoordelen, word je gedwongen jezelf af te meten aan anderen om je heen Wanneer je van

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Het sociaal zelf - Jongeren op het bot | Web viewPrecies omdat het zo moeilijk is om jezelf te beoordelen, word je gedwongen jezelf af te meten aan anderen om je heen Wanneer je van

1Het sociaal zelfHoe kijk je naar je zelf ?

Henk SAP

1 De cognitieve component: het zelfconcept1.1 Functies van het zelfconcept1.2 Zelfconcept en culturele verschillen1.3 Zelfconcept en genderverschillen1.4 Hoe komen we tot een zelfconcept?1.4.1 Introspectie1.4.2 De zelfperceptietheorie van BEM1.4.3 De sociale vergelijkingstheorie van FESTINGER

2 De affectieve component: het zelfbeeld2.1 De discrepantietheorie2.2 Zelfopkrikking2.2.1 Bevooroordeeld, opportunistisch denken2.2.2 Zelf-handicapping: je eigen prestaties saboteren2.2.3 Je koesteren in de glorie van anderen2.2.4 Neerwaarts vergelijken: je voordeel halen uit de miserie van anderen

3 De gedragscomponent: de zelfpresentatie3.1 Strategische zelfpresentatie3.2 Expressieve zelfpresentatie

4 Besluit, het zelf met zijn vele gezichten

Het geheel van psychologische processen, gedragingen, gedachten en gevoelens die bepalen hoe je jezelf als persoon ervaart wordt door sociaal psychologen het zelf genoemd. Klassiek spreekt men in de psychologie in dit verband ook over iemands persoonlijkheid.

In dit hoofdstuk zullen we ingaan op de belangrijkste psychologische principes en mechanismen die aan dit zelf ten grondslag liggen. We willen het hier hebben over het ABC van het zelf, namelijk Affect, Behavior en Cognition en komen zo tot 3 belangrijke aspecten van het zelf:

Affect ZelfbeeldBehavior ZelfpresentatieCognition Zelfconcept

Page 2: Het sociaal zelf - Jongeren op het bot | Web viewPrecies omdat het zo moeilijk is om jezelf te beoordelen, word je gedwongen jezelf af te meten aan anderen om je heen Wanneer je van

2 Vooreerst bekijken we het cognitieve luik: hoe ken je jezelf, hoe

ontwikkel je een zelfconcept en verwerf je een min of meer stabiel gevoel van identiteit?

Daarna volgt de emotionele dimensie: hoe beoordeel je jezelf, hoe vorm en verdedig je je zelfbeeld?

Tenslotte bekijken we het gedragsaspect: hoe toon je jezelf aan anderen. Welk beeld van jezelf wil je presenteren aan anderen? We hebben het dan over de zelfpresentatie.

Je zelfkennis dient als basis voor je zelfwaardegevoel en de wijze waarop je je toont in de wereld. Je moet weten wie je bent vooraleer je die eigenschappen als positief of negatief kunt ervaren en voor je dit beeld voor de buitenwereld eventueel kunt bijschaven.

Je zou denken dat dit ABC in eerste instantie puur individueel psychologisch bepaald is. Niets is minder waar. In dit hoofdstuk zal duidelijk worden dat anderen heel erg betrokken zijn bij deze dynamieken, want alles is onderhevig aan sociale invloeden. In die zin hoort dit hoofdstuk dan ook eerder thuis in een cursus sociale psychologie, dan in een cursus algemene psychologie. Zoals verderop nog zal blijken, kun je je zelfconcept en je zelfbeeld niet los zien van de sociale omgeving. Enerzijds omdat zowel de kennis die je over jezelf hebt, als het idee over hoe goed (of slecht) je bent, sterk bepaald wordt door wat je ziet bij anderen en door de manier waarop zij op jou reageren. Anderzijds is het ook zo dat beide aspecten een belangrijke invloed hebben op hoe je je tegenover anderen gedraagt. Wie een duidelijk beeld heeft van zichzelf en zich goed in zijn vel voelt, zal zich ook meer ontspannen en ontvankelijk opstellen tegenover anderen. Het is ook duidelijk dat de manier waarop je je presenteert sterk sociaal bepaald is en in die zin is dit ook duidelijk een sociaal psychologisch thema.1

1 Vrij naar: CRAEYNEST, P. e.a., Sociale psychologie, een inleiding.. Leuven- Voorburg, Acco, 2008, blz. 86.

Page 3: Het sociaal zelf - Jongeren op het bot | Web viewPrecies omdat het zo moeilijk is om jezelf te beoordelen, word je gedwongen jezelf af te meten aan anderen om je heen Wanneer je van

31 De cognitieve component: het zelfconcept

Het zelfconcept is het geheel aan opvattingen en overtuigingen die elke mens heeft over zijn persoonlijke kenmerken en eigenschappen. Het is de cognitieve dimensie van het zelf.Je ziet jezelf als een gelukkig en redelijk succesvol iemand, die er in geslaagd is een aantal belangrijke dromen die je had te realiseren.Het is een typisch menselijke eigenschap om als ik te kunnen nadenken over dit ik. Het veronderstelt een hoge mate van zelfbewustzijn, wat slechts in aanzet ook bij enkele diersoorten is terug te vinden.

Uit de proeven van GALLUP, waarbij hij dieren een spiegel in de kooi voorhield, blijkt dat slechts enkele diersoorten (chimpansees, orang-oetangs en misschien ook dolfijnen) een zelfconcept hebben.

Op basis van onderzoeken, analoog met de dierproeven, blijkt dat kinderen zichzelf herkennen in de spiegel rond de leeftijd van 2 jaar. Op de vraag “Wie ben ik?” antwoorden jonge kinderen meestal met een aantal lichamelijke kenmerken. Naarmate ze ouder worden brengen ze meer psychologische dimensies naar voren zoals gedachten, gevoelens en beschouwingen over hoe andere mensen over hen denken.

Je zelfconcept omvat het geheel van zelfschema’s, die je hanteert over jezelf. Die zelfschema’s zijn verzamelingen van kennis die grotendeels aanwezig is, zonder dat je je daar bewust van bent. Ze bestaan uit allerlei gedachten, gevoelens, herinneringen, beelden, overtuigingen … die spontaan worden opgeroepen. Net zoals boeken een bibliotheek vormen, maken de verschillende zelfschema’s het zelfconcept uit. Zelfschema’s bepalen hoe je over jezelf denkt in termen van man/vrouw, afhankelijk/onafhankelijk, introvert/extravert… etc. Zelfschema’s dienen:- als schijnwerper, ze helpen je selecteren in de stroom informatie die op je

afkomt;- als gatenvuller, ze vullen ontbrekende informatie aan;- als wegwijzer, ze geven aan op welke manier je je best kunt gedragen .In die zin vormen en vervormen ze voortdurend het beeld over jezelf. Ik

Onafhankelijk Gevoelig Natuurmens Links-denkend

Graag Eigen mening Graag Voorkeur vooralleen buiten ruige natuur

Niet Kampeer Leest Koopt Mode vakantie De Morgen bio bewust

Alleen met Sobere

Page 4: Het sociaal zelf - Jongeren op het bot | Web viewPrecies omdat het zo moeilijk is om jezelf te beoordelen, word je gedwongen jezelf af te meten aan anderen om je heen Wanneer je van

4vakantie kleren

Ik zie mezelf als een natuurmens en dat betekent voor mij dat ik kampeer op vakantie, dat ik graag buiten ben en dat ik een voorkeur heb voor ruige natuur.Ik verbind dus aan het schema: natuurmens een aantal subjectieve eigenschappen die mijn zelfbeeld bepalen.

1.1 Functies van het zelfconcept

Het zelfconcept heeft twee functies

Een organisatorische functie wat betekent dat je die mentale schema’s gebruikt om je kennis over jezelf te organiseren. Het is een soort bril waardoor je alles waarneemt, evalueert en begrijpt.Zo kijken architecten anders naar gebouwen en oordelen vrouwen anders over kleren.Zo benaderen ook Chinezen, Russen, Hindoes, blanken en zwarten de werkelijkheid anders.

Je zelfconcept heeft een invloed op:-wat je opmerkt,

Elke persoon neemt de wereld anders waar door een persoonlijke filter die door zijn eigen zelfconcept wordt gevormd.

-waarover je nadenkt, -wat je opmerkt bij anderen,

Zelfschema’s fungeren ook als een soort lens waardoor je naar anderen kijkt. Zo vallen bijvoorbeeld je eigen kenmerken en interesses meer op bij anderen.

-wat je je over jezelf herinnert.

De uitvoerende functie van het zelfconcept bestaat erin dat je zelfconcept

-je gedrag reguleert, -je helpt keuzes te maken, -je dingen doet plannen voor de toekomst. Zo schijnen wij de enige diersoort te

zijn die zich gebeurtenissen kunnen voorstellen die nog niet hebben plaats gevonden, we kunnen dus vooruit plannen.

Als een piloot neemt het zelf de leiding over al deze handelingen. Dat sturen is echter niet altijd zo gemakkelijk. Toch is dit één van de belangrijkste functies van een adequate zelfkennis: weten wat je aankan en weten waar je grenzen liggen

Je vraagt je af of je naar dat feestje zult gaan of studeren of je kunt weerstaan aan die sigaret of dat zoveelste stukje snoep of ingaan op die verleiding?

Page 5: Het sociaal zelf - Jongeren op het bot | Web viewPrecies omdat het zo moeilijk is om jezelf te beoordelen, word je gedwongen jezelf af te meten aan anderen om je heen Wanneer je van

5In zekere zin kunnen we bij de meeste mensen dus verschillende zelfschema’s onderscheiden, ieder gecentreerd rond een bepaalde rol of situatie. Ze zorgen voor een gevoel van identiteit of eenheid en maken het je makkelijk om, afhankelijk van de situatie of rol, zonder veel nadenken te reageren op een manier die je in het verleden als passend of efficiënt hebt ervaren.

Page 6: Het sociaal zelf - Jongeren op het bot | Web viewPrecies omdat het zo moeilijk is om jezelf te beoordelen, word je gedwongen jezelf af te meten aan anderen om je heen Wanneer je van

61.2 Zelfconcept en culturele verschillen

In verschillende culturen bestaan verschillende visies op het zelfconcept.- In Westerse culturen hebben mensen een onafhankelijk zelfbeeld, d.w.z.

ze definiëren zichzelf in termen van hun eigen interne gedachten, gevoelens en handelingen. Hierbij staan onafhankelijkheid en uniciteit hoog in het vaandel, je wilt duidelijk anders zijn dan de anderen.

- Niet-westerlingen hebben een onderling-afhankelijk zelfbeeld, ze definiëren zichzelf in termen van hun relaties met anderen en erkennen zo dat hun gedrag dikwijls bepaald wordt door gedachten, gevoelens en handelingen van anderen. Verbondenheid en afhankelijkheid tussen mensen en harmonische relaties worden sterk gewaardeerd.Denk maar aan de andere visie op gedwongen huwelijken, het dragen van een hoofddoek en solidariteit in Zwart Afrika…

Let wel: ook binnen de culturen bestaan verschillen in zelfconcept en deze verschillen zullen waarschijnlijk toenemen naarmate we in een meer multiculturele samenleving terecht komen.

1.3 Zelfconcept en genderverschillen

Er is ook een verschil tussen mannen en vrouwen.- Vrouwen neigen meer tot relationele onderlinge afhankelijkheid, ze

concentreren zich meer op hun hechte relaties met een partner of kind. Vrouwen concentreren zich ook meer op intimiteit en samenwerking met een klein aantal intieme anderen. Ze zijn meer geneigd om persoonlijke onderwerpen te bespreken en hun emoties te tonen. Als je aan vrouwen vraagt om ingrijpende positieve of negatieve gebeurtenissen in hun leven te benoemen, liggen die vaak in de intieme relatie (de dood van een ouder), terwijl bij mannen dat eerder op grotere schaal ligt (een sanering in het bedrijf, het verlies van de voetbalploeg).

- Mannen daarentegen neigen meer tot collectieve onderlinge afhankelijkheid, ze concentreren zich meer op hun lidmaatschappen van grotere groepen.

Toch moeten we voorzichtig zijn met die genderverschillen. De psychologische verschillen tussen mannen en vrouwen binnen een bepaalde cultuur zijn veel kleiner dan de overeenkomsten.

Page 7: Het sociaal zelf - Jongeren op het bot | Web viewPrecies omdat het zo moeilijk is om jezelf te beoordelen, word je gedwongen jezelf af te meten aan anderen om je heen Wanneer je van

71.4 Hoe komen we tot een zelfconcept?

Je zelfbeeld bouw je op doorheen je leven op basis van:- introspectie, je kijkt bij jezelf naar binnen- zelfperceptie, je kijkt van op afstand naar jezelf- sociale vergelijking, je kijkt naar jezelf en je vergelijkt je hierbij met

anderen

1.4.1 Introspectie

Je leert jezelf kennen door bij jezelf naar binnen te kijken. We hebben het dan over introspectie als het proces waarbij je bij jezelf naar binnen kijkt om je eigen gedachten, gevoelens en motieven te onderzoeken. Op die manier krijg je toegang tot je binnenkant en dat kun je door introspectie (L: intro = in, binnenin, spicere = kijken), binnenkijken in jezelf.Je weet bijvoorbeeld van jezelf best hoe je bent in sociale contacten tegenover anderen, door jezelf af te vragen wat je van anderen vindt. Je vraagt je af of wat je gedaan hebt egoïstisch was?Je denkt na over waar je naartoe wilt met je leven, wat je belangrijk vindt.

Introspectie leidt tot correcte en nauwkeurige zelfkennis als het cognitieve aspecten betreft.Bijv. motiveren waarom je dat type PC gekocht hebt, waarom je die zakelijke beslissing genomen hebt.Introspectie leidt niet tot zelfkennis als het affectieve aspecten betreft.Bijv. het waarom van een relatie, de beoordeling van een conflict, de appreciatie van een schilderij.

Jij en alleen jij kent je binnenkant, maar dit moet toch ook gerelativeerd worden: - ten eerste is het zo dat je weinig over jezelf nadenkt, het is dus een zeer

beperkte informatiebron;- bovendien is het ook zo dat heel wat motieven over gevoelens en

gedragingen voor de bewuste waarneming verborgen blijven.

Page 8: Het sociaal zelf - Jongeren op het bot | Web viewPrecies omdat het zo moeilijk is om jezelf te beoordelen, word je gedwongen jezelf af te meten aan anderen om je heen Wanneer je van

81.4.2 De zelfperceptietheorie van BEM

Je leert jezelf ook kennen door jezelf van buiten af te observeren. Volgens de zelfperceptietheorie van Daryl BEM leer je dus ook iets over jezelf door op een vrij nuchtere, objectieve manier naar je eigen gedrag te kijken en daaruit je zelfbeeld af te leiden.

Je bekijkt jezelf soms in een winkelraam en je vindt van jezelf dat je toch wel elegant loopt of juist niet.Je hoort jezelf zwijgen tijdens een vergadering en je vindt dat je dat je dat niet slecht doet. Je stelt vast dat je goede punten haalt op school en je vindt dat je eigenlijk wel intelligent bent.

Vooral als je niet zo heel zeker bent van je attitudes en gevoelens of als die ambigu zijn, ga je conclusies trekken op basis van observaties van je eigen gedrag en de situatie waarin dat gedrag voorkomt. Als interne signalen al te moeilijk zijn om te interpreteren, kom je dus tot zelfinzicht door jezelf te observeren, net zoals je dat met anderen doet. Op deze manier kun je eigenschappen of eigenaardigheden aan jezelf toeschrijven (attribueren) en deze zelf-attributies worden dan een onderdeel van je zelfconcept.

De zelfperceptie-theorie wordt bevestigd door de faciale feedback-hypothese De faciale-feedback-hypothese stelt dat veranderingen in de gelaatsuitdrukking kunnen leiden tot overeenstemmende verandering in de subjectieve ervaring van de emoties. Met andere woorden de wijze

waarop je je eigen gezicht leest, bepaalt hoe je je voelt.

Je glimlacht, dus ben je gelukkig. Je fronst je wenkbrauwen, dus ben je verwonderd of boos.

TRACK bevestigde het voorgaande op basis van een onderzoek waarbij hij aan proefpersonen vroeg om een potlood ofwel tussen de tanden of tussen de lippen te nemen (in tegenstelling tot het eerste kun je in het tweede geval niet lachen). Toen cartoons en grappige films getoond werden, leken de mensen uit die eerste groep die cartoons eigenlijk niet zo grappig te vinden, omdat die mensen niet konden lachen door dit potlood tussen hun tanden.

Page 9: Het sociaal zelf - Jongeren op het bot | Web viewPrecies omdat het zo moeilijk is om jezelf te beoordelen, word je gedwongen jezelf af te meten aan anderen om je heen Wanneer je van

91.4.3 De sociale vergelijkingstheorie van FESTINGER

Je zelfconcept wordt tenslotte ook in een belangrijke mate gevormd door de mensen om je heen, doordat je je vaardigheden en attitudes afmeet aan die van andere mensen. Veel meer dan jezelf beseft, ben je er voortdurend op uit om je eigen vaardigheden en attitudes te vergelijken met die van anderen.Als mensen niet de neiging hebben met jouw moppen te lachen, kan je daaruit concluderen dat je misschien niet grappig bentAls mensen negatief reageren wanneer je ongezouten jouw mening geeft, kan je daaruit opmaken dat je misschien te impulsief en ongenuanceerd bent…Als kinderen door hun ouders voortdurend worden neergehaald, kunnen daaruit afleiden dat ze niet deugen, dat ze minderwaardig zijn…

De sociale vergelijkingstheorie van FESTINGER stelt dan ook dat je over je eigen vaardigheden en attitudes ook veel leert door je te vergelijken met andere mensen. Precies omdat het zo moeilijk is om jezelf te beoordelen, word je gedwongen jezelf af te meten aan anderen om je heen

Wanneer je van jezelf zegt dat je sociaal bent, dan bedoel je daar in feite mee dat je van jezelf vindt dat je in vergelijking met andere personen om je heen sociaal bent. Je gaat dus over tot vergelijking als er geen objectieve norm is waaraan je jezelf kunt afmeten en wanneer je op een bepaald gebied enige onzekerheid over jezelf ervaart.

De eerste impuls is om je te vergelijken met om het even wie, maar dit moet worden genuanceerd. “Je vergelijkt je, bij voorkeur, met anderen die een vergelijkbare achtergrond hebben op het desbetreffende gebied. Het liefst vergelijk je je ons met iemand die niet zoveel van je verschilt qua opinies of vaardigheden. Het maakt je niet veel wijzer te vernemen dat je minder goed schaakt dan Kasparov (we gaan er althans van uit dat dit zo is…) of dat je sneller kan lopen dan een kleuter..”2

De scherpste profilering komt immers voort uit de vergelijking met iemand die net iets hoger of lager scoort dan jezelf.Je probeert je ook vooral te profileren tegenover mensen in je directe omgeving. - Bij een opwaartse sociale vergelijking vergelijk je jezelf met mensen die

beter scoren op een bepaalde trek of vaardigheid dan jezelf. - Bij een neerwaartse sociale vergelijking vergelijk je jezelf met mensen

die slechter zijn dan jezelf. Neerwaarts vergelijken heeft een positief gevolg. Je kunt er je ego mee oppoetsen. Als je ziet dat anderen veel

2 Sociale Psychologie, Lespakket 1: sociale waarneming en zelfperceptie. Bis, Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming, blz. 48.

Page 10: Het sociaal zelf - Jongeren op het bot | Web viewPrecies omdat het zo moeilijk is om jezelf te beoordelen, word je gedwongen jezelf af te meten aan anderen om je heen Wanneer je van

10slechter zijn dan jij is deze zelfbeschermende en zelfverheffende strategie bijzonder efficiënt.Een variant hierop is door je eigen huidige prestaties te vergelijken met je eigen prestaties in het verleden. Het is ook een vorm van neerwaarts vergelijken, maar dan ligt het vergelijkingspunt in jezelf, in het verleden.

2 De affectieve component: het zelfbeeld

Als je jezelf dus moet beoordelen, dan ben je niet objectief, koel of botweg beredeneerd. Integendeel, je bent erg vlug met je oordeel, emotioneel, soms zelfbeschermend. Het zelfbeeld verwijst dus naar het geheel van positieve en negatieve evaluaties die je van jezelf maakt. Het gaat hier om het zelfwaardegevoel, de waardering die je aan jezelf toekent en het gevoel van eigenwaarde dat je daarmee verbindt. Georges vindt zichzelf bijvoorbeeld grappig en vindt dit een positieve eigenschap van zichzelf.

Mensen met een positief zelfbeeld of identiteit voelen zich goed in hun vel, gelukkig, zelfzeker. Mensen met een negatief zelfbeeld zijn ongelukkig, voelen zich minderwaardig en gefrustreerd.

Hoe je naar jezelf kijkt en hoe je jezelf inschat heeft een grote invloed op heel je denken, voelen en handelen.

Effecten van een positief zelfbeeld

Effecten van een negatief zelfbeeld

Mensen met een positief zelfbeeld: presteren meestal beter, voelen zich meer tevreden, gaan makkelijker contacten aan

met anderen.

Een hoge zelfwaardering verhoogt de kans op succes. Succes verhoogt op zijn beurt het zelfwaardegevoel.

Deze mensen aanvaarden zichzelf met hun tekortkomingen en fouten.Deze mensen zijn meestal goed aangepast aan de samenleving, aangenaam in de omgang en staan meestal positief tegenover anderenDeze mensen kunnen heel wat verwerken zonder uit evenwicht te raken.

Mensen met een negatief zelfbeeld: presteren meestal zwakker, voelen zich vaker ongelukkig, vermijden zoveel mogelijk

contacten aan met anderen.

Een lage zelfwaardering verhoogt de kans op mislukken. Mislukkingen verlagen op hun beurt hun zelfwaardegevoel.Deze mensen voelen zich angstig, onzeker en kwetsbaar.

Deze mensen zonderen zich vaak af uit vrees voor kritiek en zijn eerder moeilijk in de omgang.

Deze mensen zijn erg kwetsbaar en kunnen niet zoveel aan.

Page 11: Het sociaal zelf - Jongeren op het bot | Web viewPrecies omdat het zo moeilijk is om jezelf te beoordelen, word je gedwongen jezelf af te meten aan anderen om je heen Wanneer je van

11Het blijkt dat de meeste mensen globaal genomen een positief beeld hebben van zichzelf. Dat is maar goed ook. Een positief zelfbeeld heeft heel wat voordelen als het tenminste niet al te zeer van de werkelijkheid gaat afwijken.

Een bijzonder probleem is dat mensen met een laag zelfwaardegevoel soms in een vicieuze cirkel, een neergaande spiraal terechtkomen van zelfvernietiging. Wie zichzelf bijvoorbeeld in negatieve termen beschrijft is in hogere mate angstig, voelt zich niet lekker, is gedeprimeerd, pessimistisch over de toekomst en is bijna voorbeschikt om te falen. Een laag zelfwaardegevoel doet je vermoeden dat je zult mislukken. Hierdoor ben je angstiger en dat belemmert je inspanningen te doen, waardoor je juist mislukt en je dus bevestigd wordt in je angst en laag zelfwaardegevoel.

Je maakt jezelf verwijten, beschuldigt jezelf, waardoor je weer gekwetst wordt in je gevoel van eigenwaarde … Zo ontstaat faalangst, die zichzelf in stand houdt en versterkt.

Merk ook op dat je zelfwaardegevoel zeer sterk sociaal bepaald is. De erkenning die je krijgt, de afkeuring of waardering van anderen, geeft je voortdurend feedback over hoe je overkomt bij anderen en zal bepalen hoe je jezelf voelt.

Als Jantje voortdurend op zijn kop krijgt in de klas, nooit iets goed kan doen in de ogen van mijn meester en ook door zijn medeleerlingen er voortdurend op gewezen wordt dat hij alles fout doet, dan zal Jantje zich ook slecht voelen, een laag zelfwaardegevoel krijgen en het inderdaad ook veel moeilijker hebben om nog eens iets tot een goed einde te brengen.

Hoe persoonlijk ons zelfwaardegevoel ook is, het is altijd en wezenlijk steeds sociaal bepaald!

een laag zelfwaardegevo

el een vermoeden van mislukking

een belemmering van de inspanning

een mislukking

Page 12: Het sociaal zelf - Jongeren op het bot | Web viewPrecies omdat het zo moeilijk is om jezelf te beoordelen, word je gedwongen jezelf af te meten aan anderen om je heen Wanneer je van

122.1 De discrepantietheorie

Elk individu maakt verschillende zelfbeschrijvingen of standaarden. We onderscheiden:1- een lijst van eigenschappen die je kenmerken, een beschrijving van wie

je bent, namelijk het zelfconcept (dus de beschrijving van je actuele situatie)

2- Daarnaast zijn er kenmerken die je zou moeten hebben om aan je verplichtingen te voldoen, eerder op korte termijn (niet spijbelen, beginnen studeren …)

3- Er is ook een reeks eigenschappen die je idealiter zou willen hebben of een voorstelling van wat je wilt bereiken op langere termijn (een soort ideaal ik) (mijn droomjob, mijn relatie …)

4- Je bent ook op de hoogte van een aantal verlangens die belangrijke anderen voor je formuleren, kenmerken dus waaraan je moet voldoen in de ogen van anderen (als hij nu eens kon stoppen met roken …) op korte termijn.

5- En tenslotte is er een reeks kenmerken die belangrijke anderen over je formuleren hoe je idealiter zou moeten zijn voor hen (ouders hopen dat hun kinderen gelukkig zijn, dat ze een mooie baan hebben, een gelukkige relatie…) op langere termijn.

Er zijn dus 5 groepen: je actuele zelf, twee verwachtingslijsten (ééntje van jezelf en ééntje geformuleerd door significante anderen) en twee ideaalbeelden (weer ééntje door jezelf en ééntje door significante anderen opgesteld).

Volgens de theorie van HIGGINS is de eerste eigenlijk een omschrijving van het zelfconcept, de vier volgende zijn persoonlijke normen of standaarden voor het zelf: eigenlijk streef je ernaar die te realiseren. Hoe verder je van die norm afstaat, hoe lager de zelfbeeld en hoe hoger het risico op eventueel bijhorende negatieve affectieve stoornissen.

De discrepantietheorie komt dus hierop neer dat wanneer er een discrepantie of kloof is tussen:

- het zelfconcept enerzijds- de normen op kortere en langere termijn van jezelf en anderen anderzijdsdaar negatieve emotionele gevolgen aan verbonden zijn.

Wanneer er een discrepantie is tussen - het zelfconcepten - wie ik zou willen zijn

leidt dit tot teleurstelling

en kan dit tot depressie leiden

Wanneer er een discrepantie is tussen het zelfconcept enwie ik moet zijn

leidt dit totschuldgevoelens

en kan dit tot angststoornissen leiden

Page 13: Het sociaal zelf - Jongeren op het bot | Web viewPrecies omdat het zo moeilijk is om jezelf te beoordelen, word je gedwongen jezelf af te meten aan anderen om je heen Wanneer je van

13Uiteraard is er niemand die helemaal tevreden is met zijn zelfbeeld. Dit betekent niet dat je permanent depressief of ongelukkig bent, maar iedereen wil dus aan zichzelf werken en dat leidt slechts uitzonderlijk tot emotionele stoornissen.Het risico op emotionele stoornissen neemt dan ook toe naarmate: 1- de omvang van de discrepantie groter is 2- de discrepantie toegankelijker of transparanter is, met andere woorden

hoe meer je je bewust bent van de discrepantie, des te moeilijker je het er mee hebt.

Neem nu Anja, een eerstejaarsstudente die wat leren betreft altijd hele hoge eisen aan zichzelf heeft gesteld. Bovendien is ze in de loop van de jaren gewend geraakt aan het feit dat ze gemakkelijk aan de hoge eisen kan voldoen: op de middelbare school haalde ze zonder veel moeite voor de meeste vakken negens en tienen en voor de andere toch minstens achten. Maar

tijdens haar eerste semester aan een prestigieuze universiteit is Anna er achter gekomen dat het daar veel moeilijker is om een tien te halen. De cursussen waarvoor ze zich inschreef waren veel zwaarder en veeleisender dan ze verwacht had. Sterker nog voor het vak Introductie in de Scheikunde –verplicht voor haar studierichting- haalde ze met veel moeite een zes.Er was een duidelijke discrepantie tussen haar zelfconcept en wie ze zou willen zijn, haar ideale zelf.We kunnen ons voorstellen dat de bedreiging van haar zelfconcept als briljante student bijna zeker tamelijk veel onrust zal veroorzaken: teleurstelling in haarzelf en misschien een voor haar ongewoon gevoel van onzekerheid over haar vaardigheden. Ze ervaart een gevoel van verslagenheid, verdriet, ontevredenheid en andere depressieve gevoelens.

Stel dat het haar ouders waren die deze norm altijd buitengewoon belangrijk hadden gevonden en dat Anna uit respect voor hen, gevoelig is voor hun verwachtingen ten aanzien van haar leerprestaties, zich steeds had ingespannen.In dat geval is er sprake van een discrepantie tussen haar zelfconcept en wie ze zou moeten zijn. Van daaruit zal Anna waarschijnlijk vooral angst ervaren, evenals bezorgdheid, spanning en andere angstgerelateerde emoties.3

Volgens de theorie van HIGGINS leidt die discrepantie niet alleen tot emotionele ongemakkelijkheid, maar motiveert het je ook om de kloof tussen je zelfconcept en wie je zou willen of moeten zijn te verkleinen.- Volgens MASLOW motiveert die kloof je tot zelfrealisatie. Je bent van

daaruit gemotiveerd om aan jezelf te werken. Niet toevallig zet hij die behoefte dan ook het hoogste op zijn piramide.

3 Vrij naar: ARONSON, E., WILKSON, T.M. en AKERT, R.M., Sociale Psychologie. Amsterdam, Pearson Education, 2007, blz. 203-204..

Page 14: Het sociaal zelf - Jongeren op het bot | Web viewPrecies omdat het zo moeilijk is om jezelf te beoordelen, word je gedwongen jezelf af te meten aan anderen om je heen Wanneer je van

14In het voorbeeld van Anna zou dit betekenen dat zij nog harder gaat studeren en zich nog meer gaat inzetten om aan de eisen die zij zichzelf of die anderen haar stellen te kunnen voldoen.

- Je kunt ook de verantwoordelijkheid voor die discrepantie buiten je leggen.Anna zou zichzelf er kunnen van overtuigen dat haar examencijfer verkeerd was berekend of dat haar scheikundedocent volledig incompetent was of dat er een andere externe oorzaak was voor haar middelmatige prestatie.

- Je kunt tenslotte ook je ideaal of je zelfconcept bijsturen.Tenslotte zou zij of anderen voor haar ook haar situatie opnieuw kunnen beoordelen en hieruit misschien concluderen dat ze dit soort onderwijs toch niet aankan en op basis daarvan haar zelfconcept bijsturen.

2.2 Zelfopkrikking

We zagen dus dat bij een discrepantie tussen ons zelfconcept en de normen die jezelf of anderen hanteren op kortere en langere termijn, een gevoel van onbehagen en een lager zelfbeeld doet ontstaan. Je probeert die situaties dan ook vaak te ontlopen. Wanneer je die situaties echter niet kunt ontlopen, rijst de vraag hoe je dan omgaat met je eigen gebreken en onvolkomenheden?

We moeten hierbij vertrekken van een heel merkwaardige vaststelling: meestal hebben mensen een vrij hoge dunk van zichzelf. - We omschrijven onszelf meer in positieve dan in negatieve trekken. - We overschatten onze bijdrage in een team. In vergelijking met anderen

voelen we ons beter en competenter. - We overdrijven de manier waarop we controle uitoefenen op ons leven.- We stellen voorop dat we een schitterende toekomst hebben en zoeken

meer informatie over onze sterke dan over onze zwakke punten.- We denken dat we minder kans maken op een ongelukkige gebeurtenis

en meer op een gelukkige, vandaar het succes van gokspelen en - We vinden die letters uit het alfabet waaruit onze naam bestaat mooier

dan andere letters.- We vinden de producten die wij bezitten of gebruiken altijd beter dan

andere (auto, laptop…) Mijn kind, schoon kind, weet je wel.Kortom, als je vlug een oordeel moet vellen, dan ben je bijna reflexmatig erg positief over jezelf. Maar het kan toch niet dat we allemaal beter zijn dan het gemiddelde? Wat houdt dan deze illusie in stand?

Er zijn vier methodes waarmee mensen rationaliseren of met andere woorden hun zelfwaardegevoel opkrikken: - opportunistische denkpistes (self serving cognitions), - zichzelf in een zwakkere positie steken (self handicapping), - zich koesteren in de glorie van anderen - neerwaarts sociaal vergelijken.Het zijn machtige wapens om te overleven, eigenlijk een beetje zelfbedrog, maar tegelijk niet zo ongezond…

Page 15: Het sociaal zelf - Jongeren op het bot | Web viewPrecies omdat het zo moeilijk is om jezelf te beoordelen, word je gedwongen jezelf af te meten aan anderen om je heen Wanneer je van

152.2.1 Bevooroordeeld, opportunistisch denken

Een eerste manier waarmee je je zelfwaardegevoel opkrikt is het opportunistisch vooroordeel. Je neemt successen voor je persoonlijke rekening en wijst externe factoren aan als oorzaak voor je falen en krikt zo je zelfwaardegevoel op.Als studenten hun resultaten krijgen, dan zijn de geslaagden ervan overtuigd dat dit het resultaat is van hun inspanningen en inzet; de niet geslaagden daarentegen wijten dit aan de docent of aan smerige vragen op het examen.Als een artikel gepubliceerd wordt, dan is dit een logisch gevolg van de merites van de auteur; als het daarentegen geweigerd wordt, is dit veroorzaakt door een kortzichtige uitgever of een redactie die er niets van snapt.

Uit verschillende onderzoeken is gebleken dat studenten zichzelf meer kans geven dan andere om:- te slagen, - ooit een betere job denken te hebben, met een hoger salaris, - een gelukkiger huwelijk te sluiten, - begaafde kinderen te krijgen,- nooit problemen te zullen tegenkomen.Zo schat je ook de kans op een relatiebreuk veel lager in dan het landelijke gemiddelde van de scheidingen.

De vraag kan terecht gesteld worden wat dit toch wel onrealistisch optimisme in leven houdt. Het blijkt dat mensen allerlei rooskleurige voorstellingen ondersteunen door er weloverwogen theorieën op na te houden die een verbinding vormen tussen hun persoonlijke karaktertrekken en de gewenste resultaten. Zo denken sommigen bijvoorbeeld dat een goede opleiding de kans op een geslaagde relatie verhoogt.

Spijtig genoeg kun je niet altijd over jezelf denken op een manier die je tevreden stelt. De realiteit confronteert je soms met een onbereikbaar doel, een job die te zwaar is, een liefde die onbeantwoord blijft. In dergelijke situaties, rationaliseer je je tekorten helemaal privé. De bedoeling van je rationaliseren is je gezicht te redden tegenover de anderen.

2.2.2 Zelf-handicapping: je eigen prestaties saboteren

Een andere manier waarmee je je zelfwaardegevoel opkrikt is het saboteren van je eigen prestaties. Het is normaal dat je excuses aanvoert als je in iets mislukt bent. Als je bang bent om in een belangrijke opdracht te falen, dan voer je allerhande motieven aan (zoals schuchterheid, angst, depressie, medicijnen, traumata…) anticiperend op een mogelijk falen, waardoor dit falen minder erg wordt. Dit kan ook door allerlei hindernissen in te bouwen, waardoor een mislukking zo goed als onontkoombaar wordt.

Page 16: Het sociaal zelf - Jongeren op het bot | Web viewPrecies omdat het zo moeilijk is om jezelf te beoordelen, word je gedwongen jezelf af te meten aan anderen om je heen Wanneer je van

16Als je een mentale of fysieke factor kunt aanvoeren als oorzaak van je falen, dan heb je bij wijze van spreken al een excuus klaar om de meest pijnlijke factor van al, een gebrek aan mogelijkheden, te vermijden. Soms ga je echter verder dan een louter verbaal verdedigingspatroon: je doet aan zelf-handicapping, je gedraagt je zo dat je je eigen prestaties saboteert om bij een eventueel falen reeds een excuus te hebben.

Zelf-handicapping heeft een dubbel voordeel. - Je hebt een excuus in geval van falen - In het omgekeerde geval verhoogt het je prestatie en zelfwaardegevoel

(je bent inderdaad schitterend na de prestatie die je geleverd hebt in die bijzonder moeilijke omstandigheden).

Zelf-handicapping wordt door de één meer gebruikt dan door de ander en er zijn meerdere manieren om het te gebruiken. Mannen nemen bijvoorbeeld medicijnen of oefenen te weinig, vrouwen spreken over stress of andere fysische symptomen.

2.2.3 Je koesteren in de glorie van anderen

Tot op zekere hoogte wordt je zelfbeeld ook beïnvloed door individuen en groepen waarmee je je identificeert. Je kunt je zelfwaardegevoel dan ook opkrikken door je te koesteren in de succes van anderen, hierbij doe je je zelfwaardegevoel toenemen door je te spiegelen aan anderen die succesvol blijken te zijn. Denk aan voetbalsupporters die na de overwinning fier rondlopen met hun gekleurde sjerpen…

Als je echter geassocieerd wordt met vrienden, familieleden en collega’s van een lagere status, dan behoud je je zelfbeeld door je te distantiëren van deze verliezers. Net zoals een supportersteam zullen de spelers na verlies door de eigen achterban even zeer uitgefloten worden. Zo bleken de militairen die terugkwamen van de succesvolle (?) operatie Desert Storm in Amerika veel positiever onthaald dan de loosers van Vietnam.

2.2.4 Neerwaarts vergelijken: je voordeel halen uit de miserie van anderen

Tot slot kun je ook je zelfbeeld opkrikken door je neerwaarts te vergelijken.

Zoals we hoger reeds zagen kwam FESTINGER tot de bevinding dat je jezelf evalueert in vergelijking met min of meer vergelijkbare anderen. Je zoekt hierbij niet altijd naar objectieve informatie. Als iemands zelfwaardegevoel ter discussie staat, kan hij of zij handig gebruik maken van het neerwaarts vergelijken.

Het is een defensieve tendens om jezelf te vergelijken met anderen die er nog

Page 17: Het sociaal zelf - Jongeren op het bot | Web viewPrecies omdat het zo moeilijk is om jezelf te beoordelen, word je gedwongen jezelf af te meten aan anderen om je heen Wanneer je van

17slechter aan toe zijn dan jij (slechter, minder succesvol, minder gelukkig, minder welstellend…) en waardoor je er zelf beter uitkomt. Als je goed uitkijkt vind je altijd wel ergens iemand die het nog slechter heeft getroffen dat jij of er nog slechter aan toe is en dat lucht op.

Zo voelt een gemiddelde leerling zich beter in een zwakke dan in een sterke groep. Mensen die getroffen worden door een zwaar leed (slachtoffer van een misdaad, een ongeval, ziekte, de dood van een geliefde):- sluiten zich ofwel aan bij mensen die het op een gezonde manier verwerken,- of vergelijken zichzelf met anderen die er nog slechter aan toe zijn.

MORSE en GERGEN plaatsten sollicitanten in een wachtkamer, de ene keer in het gezelschap van een Mr. Clean, de andere keer met een Mr. Dirthy. In het laatste geval schatten ze hun kansen veel hoger in dan in het eerste.

MEDVEC, MADEY en GILVICH stelden vast bij de Olympische Zomerspelen van 1992 dat diegene die zilver hadden gewonnen over het algemeen minder tevreden waren dan wie met brons moest tevreden zijn. Zij verklaarden dit vanuit de redenering dat wie zilver haalde vooral opkeek naar het niet behaalde goud en dat wie brons haalde zich eerder vergeleek met wie net naast het podium viel.

3 De gedragscomponent: zelfpresentatie

Je denkt van jezelf dat je je altijd voordoet zoals je bent. Niets is echter minder waar, heel dikwijls doe je jezelf anders voor dan je bent. Men spreekt in dit verband over zelfpresentatie of impressiemanagement. De term verwijst naar het geheel aan pogingen die je onderneemt om anderen over te halen je op een welbepaalde manier te zien. Het is dus een verzamelterm voor de bewuste en onbewuste strategieën die je gebruikt om ervoor te zorgen dat anderen op een bepaalde manier over je denken. Je wil dus de mensen om ons heen overtuigen dat je een bepaald soort persoon bent, zelfs al klopt dat beeld niet altijd met de werkelijkheid en van daaruit spiegel je anderen voortdurend een vertekend beeld van jezelf voor.

De meeste mensen zijn erg begaan met het beeld dat zij aan anderen voordragen.Denk maar aan het succes van de mode-industrie, cosmetica, diëten, plastische chirurgie, haargroeimiddelen of juist ontharingscrèmes. We zijn ook allemaal zo bezorgd om wat de buren van ons zullen denken en we kopen allemaal graag merkkledij of een dure auto om goed over te komen.

GOFFMAN nam het oude adagium van Shakespeare weer op: “Life is a stage…” het leven is een schouwtoneel … waar elk van ons verschillende rollen inspeelt.

Page 18: Het sociaal zelf - Jongeren op het bot | Web viewPrecies omdat het zo moeilijk is om jezelf te beoordelen, word je gedwongen jezelf af te meten aan anderen om je heen Wanneer je van

18In niet-westerse culturen, waar het zelfbeeld heel sterk sociaal bepaald is, is je gezicht redden of zorgen dat je in het openbaar niet afgaat bijvoorbeeld extreem belangrijk. Dit gaat soms zeer ver: in Japan bestaan er agentschappen waar je mensen kunt inhuren om aanwezig te zijn op een feest of bij een begrafenis!

3.1 Strategische zelfpresentatie

Strategische zelfpresentatie omvat dan al je inspanningen om een invloed uit te oefenen op het beeld dat anderen hebben over je en je te tonen aan anderen, om zo meer invloed te verwerven, meer macht, sympathie of goedkeuring te ervaren. Kortom, je probeert vanuit strategisch standpunt een goede indruk op anderen na te laten.Voorbeelden van strategische zelfpresentatie zijn o.m.: - huwelijksaankondigingen of prestigieuze huwelijksfeesten om aanzien te

verwerven bij vriend en vijand, - alles wat politici doen tijdens verkiezingscampagnes om geloofwaardiger

over te komen, - allerlei pogingen van vrouwen om in het gezelschap van mannen

vrouwelijker over te komen.

Soms heb je er inderdaad belang bij om je wat op te tutten en een positiever beeld van jezelf uit te dragen omdat je op die manier misschien makkelijker een bepaald doel kunt bereiken. Je kunt dit doen door- ofwel een sympathieker uitstraling te etaleren om liefde of genegenheid

of te wekken- ofwel bepaalde eigenschappen voor te wenden om jezelf te promoten- ofwel een grotere zelfstandigheid of autonomie te tonen om je als

individu te affirmeren- ofwel een bepaald standpunt te verdedigen om je als moreel verhevener

en integer te tonen

3.2 Expressieve zelfpresentatie

De expressieve of zichzelf bevestigende presentatie impliceert al je inspanningen om je te tonen aan anderen zoals je jezelf ziet. Het is het verlangen dat anderen het beeld dat je van jezelf hebt accepteren zodat zij je kennen zoals je jezelf ziet.

Dit is vooral belangrijk als je de indruk hebt dat anderen een verkeerd beeld van je hebben. Je wil dat dan liefst zo snel mogelijk recht zetten en corrigeren.

SWANN wees erop dat mensen erg gemotiveerd zijn om hun bestaande zelfconcept te verifiëren aan het beeld dat anderen hebben over hen en dat mensen ook proberen om een éénmaal verworven zelfbeeld zoveel mogelijk te bewaren en in stand te houden.

Page 19: Het sociaal zelf - Jongeren op het bot | Web viewPrecies omdat het zo moeilijk is om jezelf te beoordelen, word je gedwongen jezelf af te meten aan anderen om je heen Wanneer je van

19“Meisjesstudenten werden vooraf getest op de mate waarin ze zichzelf als dominant beschouwden. Alleen de (naar eigen zeggen) hoog- en laagdominanten werden in het verdere onderzoek betrokken. Wie tussenin scoorde, viel erbuiten.

In de eigenlijke proef, die werd voorgesteld als een onderzoek in verband met de manier waarop mensen problemen oplossen, kwam één van hen telkens tegenover een pseudoproefpersoon te staan, met wie ze samen een denkspel (een variant op het gekende

Mastermind) moest spelen.

Na een eerste oefensessie werd aangekondigd dat beiden voor de volgende sessie dienden te overleggen wie als leidster zou fungeren. Daarbij gaf de pseudoproefpersoon te kennen dat zij haar compagnon ofwel nogal dominant ofwel heel weinig dominant vond.Voor sommigen kwam die commentaar dus perfect overeen met het zelfbeeld dat ze van zichzelf hadden, voor anderen was het daaraan tegengesteld.

De reacties van de deelnemers op die commentaren werden opgenomen en nadien geanalyseerd.De resultaten waren duidelijk!- Wanneer de commentaar overeen kwam met het beeld dat de

deelnemers van zichzelf hadden, was er tussen de hoog en de laag-dominanten maar weinig verschil te merken, zowel wat betreft de hoeveelheid reacties als wat de mate van dominantie betreft.

- Wanneer de commentaar tegengesteld was aan het zelfbeeld, was er in beide groepen beduidend meer reactie. Uit de inhoud daarvan bleek dat beide groepen zich vooral inspanden om de verkeerde indruk die eruit naar voren kwam te corrigeren.- bij de laagdominanten was er nog minder dominantie te bespeuren

dan bij diegenen die correcte commentaar ontvangen hadden- bij de hoogdominanten stak de hoeveelheid commentaar torenhoog

uit boven het niveau van diegenen die correcte commentaar ontvangen hadden.”4

4 CRAEYNEST, P. e.a., Sociale psychologie, een inleiding.. Leuven- Voorburg, Acco, 2008, blz. 118.

Page 20: Het sociaal zelf - Jongeren op het bot | Web viewPrecies omdat het zo moeilijk is om jezelf te beoordelen, word je gedwongen jezelf af te meten aan anderen om je heen Wanneer je van

204 Besluit: het zelf met zijn vele gezichten…

Al te lang is door psychologen, pedagogen maar ook door allerlei andere auteurs over het zelf, over iemands persoonlijkheid, gedacht als een vrij consistent en constant gegeven.

Nu blijkt echter dat het zelf niet zo constant is, dat het evolueert gedurende een mensenleven en dat mensen afhankelijk van de situatie waarin ze verkeren over een heel repertoire aan gedragsmogelijkheden beschikken. Reeds in 1890 schreef JONES dat het zelf helemaal niet zo eenvoudig is, maar complex en vele verschijningsvormen kent.

Er is inderdaad een stuk van het zelfconcept dat vrij stabiel blijft over de jaren heen. Maar er is ook een zelf dat afhankelijk is van de situatie waarin je verkeert en de informatie die je krijgt van anderen.

Als we het dan over zelfwaardering hebben, zijn er momenten waarop je genoeg op jezelf gericht bent om je bewust te worden van je tekortkomingen. Maar er zijn ook momenten waarop je jezelf beschermt door opportunistische voorstellingen, zelfhandicapping en neerwaartse sociale vergelijkingen.

Elk van ons beschikt in zijn zelfconcept ongetwijfeld over een geheime innerlijke dimensie (angsten, verlangens, zelfschema’s), maar er is ook het zelf dat we naar buiten toe tonen, onze zelfpresentatie, met zijn verschillende rollen en maskers.

Het is evident dat al deze aspecten niet losstaand en chaotisch naast elkaar bestaan, maar onderling heel sterk verbonden zijn. In dit hoofdstuk werd echter vooral benadrukt dat ons zelfconcept, zelfbeeld en zelfpresentatie heel erg sociaal bepaald is. Dit wil zeggen dat het zelfconcept tot stand komt door vergelijking met relevante anderen uit de nabije omgeving. Door vergelijking met anderen wordt het je dus duidelijk over welke eigenschappen je beschikt (de cognitieve component), hoe je die eigenschappen evalueert (de affectieve component) en hoe je die eigenschappen en hun evaluatie naar buiten toe toont (de gedragscomponent).

Page 21: Het sociaal zelf - Jongeren op het bot | Web viewPrecies omdat het zo moeilijk is om jezelf te beoordelen, word je gedwongen jezelf af te meten aan anderen om je heen Wanneer je van

215 Bibliografie

ARONSON, E., WILSON, T.D., AKERT, R.M. en BIRNIE, S., Sociale psychologie. 5e editie Amsterdam, Pearson Education, 2007, XIX, 504 p. + bijl.

BERNE, E., MULLER-VAN SANTEN, J.J.G., Mens erger je niet : de psychologie van de intermenselijke verhoudingen. Amsterdam, Bert Bakker, 1991, 199 p.

BREHM, S.S., KASSIN, S.M. en FEIN, S., Sociale psychologie. Gent, Academia Press, 2004, XVII, 668 p

CRAEYNEST, P. e.a., Sociale psychologie, een inleiding. Leuven- Voorburg, Acco, 2008, 431 blz.

MERTENS, R.W. (red.), Sociale psychologie. Groningen, Wolters-Noordhoff, 1988, 487 p.

VONK, R., Sociale Psychologie. Groningen-Houtem, Wolters-Noordhoff, 2007, blz. 126.

VONK, R., (ed.) Cognitieve Sociale Psychologie, Psychologie van het dagelijks denken en doen. Utrecht, Lemma, 2001, 478 blz.

WILKE, H.A.M., Oriëntatie in de sociale psychologie. Het individu en de groep. Houten-Diegem, Bohn Stafleu Van Loghum, 1995, 269 p.