Upload
others
View
3
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
1
Feel the fear and
do it anyway
Voor creatieven, acteurs, muzikanten en iedereen
die meer geld wil verdienen en minder wil twijfelen
Cabaretier Johan Stevens gaat met de billen bloot en vertelt hoe hij
op zoek gaat naar minder gezeik, getob en gedoe en meer
leven vanuit liefde en lol.
Met toffe opdrachten die goed betalen!
2
Inhoud Inleiding ..........................................................................................................................................3
If Anything Were Possible What Would I Want .............................................................................5
Wees Sterk Genoeg Om Jezelf Te Zijn ............................................................................................8
Last van uitstelgedrag? Lees dit: De Eredivisie van Spijt gevoelens ........................................... 10
Hoe mindfuck ik minder in de liefde? ......................................................................................... 11
Hoe Mindfuck ik Minder In Het Ondernemen en krijg ik meer opdrachten? ............................. 13
Zwaarte, gedoe en eenzaamheid is zo 1980. .............................................................................. 15
Hoe creëer ik het leven dat ik echt wil? ...................................................................................... 18
Bonus stuk: Hoe Maak Ik Echte Vrienden In Amsterdam? ......................................................... 20
3
Inleiding
Eén van mijn favoriete quotes is:
Niemand dacht dat het zou kunnen lukken, totdat er iemand langskwam die dat niet
wist.
Ik las ‘m voor het eerst een jaar of drie geleden op een raam in de Jordaan, in
Amsterdam en ik wist: dit is zo waar en het gaat zo over mij.
Want zó gaat het dus. We denken steeds van alles en nog wat en daardoor voelen
we ons gestrest, alleen gelaten, kut en boos. Je gaat er van stil zitten, van Netflixen
of Facebooken, nog meer chips kanen, terwijl op de achtergrond je dromen
verdrietig om aandacht jengelen. We zijn zo vaak onzeker over hoe we overkomen,
dat we niet gewoon die stappen zetten die nodig zijn om te krijgen wat we willen.
Ben je daar ook klaar mee? Kijk, we leven op één van de mooiste plekken van de
wereld en je hebt echt alle kans om er iets heel tofs van te maken. Natuurlijk is het
soms zoeken en vind je niet direct altijd wat je wil. En als je iets voor eerst doet gaat
er van alles mis vaak. Maar je kunt stappen zetten en als je dat consistent doet…
Wat is er dan allemaal mogelijk?
In dit persoonlijke e-boekje lees je hoe ik echt goed ben in mindfucken. Maar je leest
ook hoe ik er stappen in zet. Je leest mijn inspiratiebronnen en hoe ik meer en meer
doe wat ik het liefst doe: Mensen inspireren, aan het lachen maken om zichzelf en zo
de mindfucks van zich af gooien.
Hoewel ik mij in dit boekje richt op creatives, acteurs en onder andere muzikanten,
is het interessant voor iedereen die een droom heeft en een talent en daar voor wil
gaan.
Feel the fear and do it anyway.
Iets meer over mij:
Ik heb jarenlang als trainingsacteur gewerkt en mij met name gericht op de vraag:
hoe kun je contact maken in een zakelijke gesprek en daarin je doelen bereiken. Ook
met lastige types.
Sinds mijn 16e speel ik cabaretvoorstellingen en daar word ik het meest blij van. En ik
ben enorm gefascineerd door hoe dat werkt in ons hoofd.
4
Als de cijfers kloppen zijn 1 miljoen mensen aan de antidepressiva en daarnaast zijn
heel veel mensen dat niet, mensen die toch best moeite hebben om de negatieve
gedachten en overtuigingen los te laten.
Het is mijn missie om daar lucht, lichtheid en helderheid in te brengen. Zodat er
meer en meer mensen zijn die met een rechte rug, een glimlach, asses kicken en
daardoor weer een inspirerend voorbeeld voor anderen zijn. Zodat de creativiteit
meer ruimte krijgt!
Daarom dit e-boekje, daarom speel ik De Acquisitieshow: voor iedereen die minder
wil uitstellen en meer opdrachten wil.
En daarom help ik teams die elkaar beter willen leren kennen met een programma
dat mensen op een komische manier nader tot elkaar brengt, wat gedoe en
misverstanden voorkomt de komende periode en snel zorgt voor inspirerende
resultaten.
Ik wens je veel inspiratie en plezier toe met dit e-boekje!
Meer inspiratie vind je op de facebookpagina voor creatieven en kunstenaars.
Wil je mij boeken als spreker: johanstevens.nl en wil je gewoon even bellen, dan kan dat ook:
06 418 457 42.
5
If Anything Were Possible What Would I Want
In december 2015 werd ik 40 en sindsdien heb ik haast. Het liedje van Herman van
Veen zit constant in mijn kop.
Oh, en ik heb voor de allereerste keer een héél klein beetje gelogen over mijn
leeftijd, toen een meisje met pikzwarte krullen mij op de dansvloer met een
duckface er naar vroeg. Ik zei haar dat ze een gokje mocht wagen, ze gokte, en ik zei:
‘In één keer goed! Je gaat door voor de volgende ronde.’ Het meisje, net 26 lentes
jong, had me 34 geschat.
De vraag die mij steeds meer op de hielen zit, in hart en hoofd, is: hoe maak ik er
een fantastisch leven van? Wat ga ik doen om alles uit het leven te halen? Want dat
ik dat niet helemaal doe, is een feit.
Zoals Youp al zong: ‘Is het vijf voor twaalf of net half zeven, hoeveel uur heb ik nog,
of rest mij een kwartier?’ Precies: niemand weet hoe laat het is.
De onrust werd er niet minder op toen ik kortgeleden in Volkskrant Magazine een
artikel las van en over een vrouw van 35 die te horen had gekregen dat ze kanker
had en nog maar kort zou leven. Het meest intens vond zij het antwoord op de
vraag: heb ik wel alles uit mijn leven gehaald wat er in zit? Zij ging dat terstond doen,
want het antwoord was volmondig: nee, nog helemaal niet!
En weer vlak na dat artikel struikelde ik over een stuk op Entrepeneur.com over het
stellen van doelen. Vind ik altijd fijne artikelen, ze kietelen zo lekker. Eén van de tips
was dat je antwoord moet geven op de vraag: If Anything Were Possible, What
Would I Want? Ik voelde mijn maag een krimpen. Ik las de zin nog eens en nog eens.
Fuck, ik wist meteen wel een paar dingen die ik zou willen en ik voelde een eruptie
van verlangen opkomen. Tegelijkertijd golft daar de angst en onzekerheid achteraan.
Mag ik eigenlijk wel gewoon fantaseren en echt mijn hart volgen? Doe maar
normaal, dan doe je al gek genoeg… zo ben ik opgevoed. Wees bescheiden… was
een ander discreet.
En toch: ik ging er eens lekker voor zitten. Ik pakte er een wit vel bij en een pen. Ik
schoof mijn bureaustoel goed aan en zette beide voeten op de grond.
Ik haalde diep adem en wilde het eerste ding opschrijven, maar… Ik moest natuurlijk
eerst naar YouTube om een muziekje op te zetten, want dat denkt makkelijker, dat
6
snapt iedereen. Ik schoof mijn papiertje en de pen aan de kant. Op YouTube hebben
ze zoals je weet alles in het werk gesteld om je te verleiden om nog even te
koekeloeren op al die andere filmpjes, maar dat ging ik natuurlijk niet doen. Het is
fucking vijf voor twaalf. Nou, ja: ik ging heel even kijken. Maar vijf minuutjes. Ik
bedoel tien. Tien minuutjes. En daarna moest ik even checken of die post op
Facebook geliked was. Ja, ja, als alles mogelijk zou zijn, dan zou ik zeker elk dagdeel
een kwartiertje op Facebook gaan. Ik fluisterde tegen mezelf dat ik een eikel was en
ik sloot mijn computer af, gewoon uit dus en pakte het papier er weer bij. Ik schreef
op: een mooie reis maken naar Zuid-Amerika. Een dakterras. Regelmatig naar mooie
restaurants met lieve vrienden. Mijn voorstelling voor bedrijven in theaters spelen.
In theaters spelen.
Ik nam een slok van mijn water dat ik in de tussentijd had gepakt. Ik staarde uit het
raam. Ik keek nog eens naar het blaadje. Ik voelde me zwaar worden. Een frons groef
zich in mijn voorhoofd.
Ik dacht bij veel plannen: ach, dat kan toch niet, en wie ben ik eigenlijk dat ik dat wil?
Ik kan toch ook gewoon tevreden zijn? Na flink wat soul searching weet ik inmiddels
dat dit een stem uit het verleden is. Een echt leuk leven is voor anderen bestemd,
was de boodschap uit mijn jeugd. Wees maar gewoon rustig en anderen niet te veel
tot last, zeiden mijn ouders vaak.
Ik pakte mijn mobiel en opende Facebook. Ik typte de naam in van het meisje dat
mijn leeftijd had proberen te gokken. Ik wist alleen haar voornaam, dus dat werd
een hele zoektocht.
Na een paar minuten knalde ik Facebook weer uit. Ik dacht: het wordt niks met jou
zo. Hoeveel uur in je leven zit je zo te verklooien? En direct daarna dacht ik: en die
gedachte helpt ook niet heel erg, meneer Stevens. Ik moest denken aan de
opmerking van schrijver en trainer Jan Geurtz dat discipline eigenlijk vriendelijke
regelmaat is. Ik ging weer vriendelijke regelmaat betrachten.
Ik keek naar mijn blaadje. Ik vulde het aan met meer dromen. Ik vroeg me af wat de
eerste stap zou zijn om de reis naar Zuid-Amerika te maken. En waarom ging ik
vanavond niet uit eten in Duende, die fijne tapasbar in de Jordaan? Wat houdt me
tegen? Is dat de altijd aanwezige angst om onverantwoord geld uit te geven? Is het
een realistische terughoudendheid omdat de opdrachten niet uit de lucht komen
7
vallen? Is het juist een heel juiste keus dat ik nu gewoon thuis mijn sperziebonen
opeet?
Ik keek nog eens naar de vraag: If Anything Were Possible, What Would I Want?
Ik voelde dat grote gevoel van onvermogen in mijn lijf, wetend dat dat gevoel echt
totale flauwekul is. Ik kan een stap zetten. En nog één. Ik ben slim, ik ken mensen, ik
heb talenten.
En alle keren in het leven dat er echt iets moois gebeurde was het die keer dat ik
mijzelf liet zien én iets ondernam. Door bijvoorbeeld een middagje wat (nieuwe)
klanten te bellen op zoek naar een nieuwe opdracht. Door bijvoorbeeld bij een
toneelclubje te gaan in Amsterdam.
Ik belde een lieve vriendin om te gaan eten in Duende, zij was ooit in Brazilië
geweest en haar ogen gaan stralen als ze er over vertelt.
Dat is stap één.
8
Wees Sterk Genoeg Om Jezelf Te Zijn
Ik raak altijd een beetje geïrriteerd van suffe quotes op internet die roepen: Just Be
Yourself. Ik heb een aversie tegen clichés en ik denk: ja maar zo makkelijk is dat niet!
Ik las in de week na de dood van David Bowie deze quote van hem:
Wees sterk genoeg om jezelf te zijn.
Toegegeven: die is best mooi. Het raakt aan een diep verlangen om de vrijheid te
voelen te zijn wie je bent. En als ik de quote lees voel ik meteen de onrust van een
eventuele afwijzing. Dat ik mezelf ga zitten zijn en dat mensen - op de sociale media
en in het echt - het dan stom vinden.
Dus... kan ik geloven dat als ik echt mijzelf ben, met mijn talent voor acteren, voor
ontspannen voor een groep staan, mensen raken, mijn vrije denken, mijn directheid,
scherpe blik en fascinatie voor de menselijk geest en zijn rare fratsen en het geloof
dat we als we echt willen kunnen kiezen voor liefde, lichtheid en zelfvertrouwen, dat
dat goed genoeg is?
Want, even terug: ‘Wees Sterk Genoeg Om Jezelf Te Zijn’, wat betekent dat
eigenlijk?
Ik ken bijvoorbeeld zenuwachtige mensen die al hun werk vier keer controleren voor
ze het naar buiten sturen. Ik ken ook iemand die 's avonds nooit voor zichzelf kookt,
'want ja, ik vind het zo een gedoe'. Anderen weer gaan kotsen als ze voor een groep
groter dan drie personen moeten spreken en sommigen zitten uren op de bank niet
te doen wat ze eigenlijk willen.
Zijn deze mensen zichzelf? Ben ik mijn angsten, ben ik mijn onzekerheid? Ben ik mijn
verslaving? Of ben ik iemand die ongelofelijk veel voor elkaar kan krijgen?
Ben ik de gozer 'die echt niet tegen afwijzing kan'? Het bewijs ligt hier: ik ben al zeg
een keer of 195 afgewezen door heel mooie meiden, of potentiele opdrachtgevers.
En ik leef nog.
Terwijl het is een feit dat ik als volwassene altijd een keus heb. Soms een moeilijke
keus, maar ik heb een keus. Ik ga niet dood als ik kies om te stoppen met die ene
relatie, als ik stop met die baan, ook al heb nog niet direct iets nieuws.
9
Zolang je niet in de gevangenis zit heb je altijd een keus en kun je als volwassen
mens voor jezelf zorgen... Je hebt het niet nodig dat een ander het met je eens is, je
kunt het overleven als iemand je keus totaal belachelijk vindt, er zijn altijd mensen
waar je je opnieuw aan kan verbinden en er zijn duizenden opties, zeker in het rijke
Nederland, die je kan onderzoeken om opnieuw gelukkig te worden.
Wees Sterk Genoeg Om Jezelf Te Zijn.
Misschien betekent dat wel dat je steeds opnieuw jezelf herinnert dat je eindeloze
mogelijkheden hebt, dat je angst van je af kan gooien, dat je in compassie met je
omgeving en jezelf grote stappen kan zetten, of elke dag een paar kleine stappen.
Let's Dance.
10
Last van uitstelgedrag? Lees dit: De Eredivisie van Spijt gevoelens
Sta even stil. Ga even zitten en vraag jezelf af: als je nu terug kijkt op je leven, waar
heb je dan spijt van? Wat is dan een gemiste kans of wat had je echt anders willen
doen?
Waarschijnlijk weet je het direct. Onthoud je antwoord even, want hieronder het
‘officiële’ lijstje van mensen die op hun sterfbed antwoord geven op die vraag.
Ik gok dat jij op dit moment midden in je leven staat. Je bent vol met plannen, een
carrière, dromen en drukte, de ambitie spat eraf, dagelijkse files, of misschien ben je
druk met het vinden van een leuke man of vrouw.
Er bestaat dus een top 5 spijtgevoelens (zoals Ronald Giphart het noemde ‘De
Eredivisie Spijtgevoelens), opgetekend door Bronnie Ware in het boek The Regrets
Of The Dying.
Zij interviewde een hoop mensen die wisten dat ze binnenkort zouden overlijden en
vroeg hen om terug te kijken met de vraag: Waar heb jij spijt van? En dit lijstje
verschilt enorm met mensen die midden in het leven staan!
Als ikzelf terugkijk op mijn leven, en ik sta er midden in zeg maar, had ik toch graag
een echte acteursopleiding gedaan, vaker van de bank willen komen en net iets
vaker seks, of mooie nachten met een vrouw had ik ook leuk gevonden.
Grappig verschil tussen mannen en vrouwen: mannen zeggen midden in hun leven
dat ze meer seks hadden willen hebben en vrouwen hebben juist enorme spijt dat ze
met allemaal eikels het bed hebben gedeeld. Smiley met tandjes.
Maar nu het lijstje van waar je écht spijt van hebt, liggend op je sterfbed. Het lijstje
uit Regrets of the Dying.
➢ Ik wou dat ik de moed had gehad om mijn eigen leven te leven en niet het
leven dat anderen mij probeerden op te leggen
➢ Ik zou willen dat ik niet zo hard gewerkt had.
➢ Ik zou willen dat ik de moed gehad had om mijn gevoelens te uiten
➢ Ik zou willen dat ik in contact was gebleven met mijn vrienden
➢ Ik zou willen dat ik mezelf meer had toegestaan om gelukkig te worden
11
Fascinerend lijstje toch? Welke herken je het meest?
Hoe mindfuck ik minder in de liefde?
Op een warme donderdagmorgen in de zomer ontmoette ik in een hippe koffietent,
een prachtige vrouw. Prachtig lijf en donkere lange haren. Het was een
netwerkochtend met andere ondernemers. We hadden een leuk gesprekje met
grapjes en ik gaf haar mijn visitekaartje, een kaartje waar toen op stond:
‘Hallo beste relatie, zullen we huggen?' Een grapje om mijn voorstelling voor
bedrijven onder de aandacht te brengen. De dame stond op (veerde op? Had ik dat
goed gezien?) glimlachte en zei: jij krijgt van mij een hug hoor!
Wow, dat was fijn. Ik gloeide.
Na de netwerkborrel fietste ik een beetje in de war naar huis. Wat een vrouw. Vond
ze mij ook leuk? Was ik niet weer eens te licht ontvlambaar? Of zat zij er met een
strikt zakelijke blik in.
Opgewonden en zenuwachtig belde ik haar op, direct toen ik thuis kwam, om haar te
vragen of ze nog eens wat wilde drinken. Ik vond het stoer dat ik dat deed, meteen
haar bellen en niet al dat gedenk over tactisch wachten en zo.
Ik kreeg haar aan de telefoon en probeerde luchtig te klinken en vroeg haar uit. En
ze zei: ‘Ja, leuk, wanneer?’ Even viel ik stil. Wat? Zei ze ‘Ja?’
Ik hing op met een brede glimlach. Ik pakte mijn kat op en zei: ‘Julius, ik ga met een
heel mooie vrouw uit! Joehoe!’ We draaiden een rondje door de kamer. Vet
awkward, geef ik toe.
Die zaterdagavond gingen we wat drinken. Ik zag haar bij een terras, ze had een
mooie legergroene jurk aan. We dronken drankjes. Maakten grappen. Ik was onder
de indruk van haar, zij speelde het cooltjes.
Diep in de nacht namen we afscheid met een hug. Het afscheid was eigenlijk een
beetje raar, want zij wilde nog dansen in vreselijke tenten op het Leidseplein, ik
wilde dat niet. Ik had al veel geleerd in het daten en vond het best goed dat ik ‘bij
mezelf bleef’ en zelf alleen naar huis ging.
12
En dan de dagen erna. Ik werd wakker met een kater en een glimlach. En met
gedachten, veel gedachten. Wat te doen? Meteen bellen, niet bellen? Een dagje
wachten? De ene gedachte buitelde over de andere.
Vermoeiend? Enorm.
En dus gingen er vier dagen voorbij. We hadden nog niets van elkaar gehoord. Ik had
niet geappt, en zij ook niet.
Ik raakte in gesprek met een vriendin, vertelde dit verhaal, vooral over dat
zogenaamd tactisch wachten, en de vriendin stelde de vraag: wat wil je met haar?
Wat zou je het liefst willen?
Ik antwoordde, bijna verontschuldigend: ‘Een drankje, gewoon nog eens verder
kletsen. (oké en neuken, dat ook)’
‘Nou, dan ga je haar bellen en dat ga je dus tegen haar zeggen. ‘Hallo, ik wil nog eens
wat met je drinken. Ik kan morgenavond, ga je mee?’’
Mijn mond viel open van de eenvoud van dit advies. Ik dacht: ja, natuurlijk. JA!
Gewoon zeggen wat je wilt en dan kijken wat er gebeurt. Hoe simpel kan het zijn.
Die avond belde ik haar op. Ik kreeg de voicemail en sprak iets in. Twee dagen later
had ik nog niets gehoord. Ik belde nog eens, want ik moest vooral niet te veel
denken en gewoon mijn ding doen. Dus. Zat ik er te veel bovenop? Zou kunnen.
Pas een week later stuurde ze een appje. Dat ze te druk was om af te spreken.
Dat is een best jammere uitkomst, en ik twijfelde of ik een heel romantische einde
voor dit verhaal zou kiezen. Maar nee. Want mijn inzicht is en blijft: je kunt altijd
vragen wat je wilt, and you can’t always get what you want… but if you try
sometimes…
13
Hoe Mindfuck ik Minder In Het Ondernemen en krijg ik meer
opdrachten?
Het voorgaande verhaal ging over de liefde, maar kun je bijvoorbeeld ook op ondernemen
toepassen.
Als jij als creative, acteur of muzikant heel graag iets wil, meer spelen, mooiere podia, veel
meer verdienen met je creativiteit zodat je alleen dit kan doen en niet meer al die bijbaantjes,
dan zal je naar buiten moeten. Actie. Contact leggen. Die enkele muzikant of acteur waarbij
alles zomaar op z’n pad komt, dat is echt een uitzondering op de regel. Iedereen moet actie
ondernemen, mensen zijn te druk om de hele dag aan jou te denken.
Ik ken best veel acteurs en muzikanten die dit helemaal niks vinden. Acquisitie daar moeten
ze niet aan denken. Zelfs mensen bellen die ze een maand geleden spraken op een borrel of
een set die gaan ze niet zomaar bellen. Wat is dat precies? Ongemakkelijk.
Resumé: we willen iets heel graag, maar de weg ernaar toe is soms ongemakkelijk en dan
doen we het niet.
Ik denk dat in de vorige stukken al best veel heb gezegd over hoe het werkt in ons hoofd en
in de volgende stukken schrijf ik er ook nog wat over. Voor nu dus: concrete tips. Hoe je
vandaag nog 5 mensen kan bellen, om eens mee af te spreken, te brainstormen over
gezamenlijke projecten.
1. Ga in je telefoon scrollen en zoek op: met wie wil ik zelf graag nog eens werken?! Wees
eerlijk naar jezelf. Misschien zit je op dit moment zo te twijfelen over wat je kan dat je
niemand kan bedenken, maar denk even aan de quote: If Anything Were Possible…
Schrijf deze mensen op een briefje. Ga je hele telefoon af.
2. Voordat je iemand gaat bellen bepaal je het doel. Wat is wat jou betreft de uitkomst van het
gesprek? Koffie? Wil je weten waar de ander mee bezig is? Probeer concreet te worden.
3. Mindset: als je gaat bellen kan het voelen als ‘leuren’. En dat is een gevoel wat zo snel
mogelijk uit je systeem moet. Dat komt gewoon weer neer op: ik ben niet goed genoeg en
alle variaties daarop. Onzin. Iedereen heeft iemand anders nodig om mooie dingen mee te
doen. Degene die je belt is misschien ook wel vijf mensen aan het bellen.
Wat je doet in plaats van leuren is kijken of er nog kansen zijn! Je stelt jezelf kwetsbaar op, je
staat voor wat je graag wilt en de ander waardeert dat je aan hem of haar denkt. En je biedt
jezelf aan. Goed bezig!
14
4. Bel op en stel de gelegenheidsvraag. De gelegenheidsvraag is een simpele vraag: Komt het
even uit dat ik bel?
Wel heel belangrijk omdat je daar al het eerste mee tackelt: niet iedereen heeft echt tijd om
in gesprek te zijn, ondanks dat mensen toch opnemen. Je voorkomt een ongemakkelijk
gesprekje waarbij je merkt dat de ander heel snel is of afhoudend, als je even vraagt of het
gelegen komt. Komt het niet gelegen, spreek af wanneer je wel belt.
5. Vertel waarom je belt. Wees gewoon eerlijk, je hoeft je nergens voor te schamen:
‘Ik bel omdat ik benieuwd ben of we de komende tijd nog kunnen samenwerken.’
‘Ik bel omdat ik de vorige opdracht leuk vond en ben benieuwd of ik je op dit moment kan
helpen?’
6. Laat de ander met name praten. Een gesprek loopt zoals die loopt, maar voorkom dat jezelf
vooral aan het ouwehoeren bent. Vraag met name waar de ander mee bezig is. Dan hoor je
veel meer en bij wat er vertelt wordt, daar kun je wellicht op inhaken. Misschien weet je
bijvoorbeeld dat diegene de vorig keer met een project bezig was dat maar moeizaam van de
grond kwam, en waar diegene wel met hart en ziel aan werkte: vraag daar naar.
7. Noteer wat er is afgesproken en spreek iets af als het mogelijk is. Als iemand bijvoorbeeld
zegt dat hij je ‘wel laat weten wanneer er iets bekend is over dat project’ kun je gerust
vragen: en wanneer kan ik je bericht verwachten? Maak het concreet!
15
Zwaarte, gedoe en eenzaamheid is zo 1980.
In de Volkskrant las ik een reeks artikelen onder de titel ‘Dit Is Mijn Bijbel’. Een
aantal schrijvers en denkers, waaronder Ionika Smeets en Bert Wagendorp, werd
gevraagd naar het boek waar zij altijd weer op terugvallen.
Voor mij is dit het boek Illusies van psychologe Ingeborg Bosch.
Het was op mijn 22e dat ik in aanraking kwam met het werk van Ingeborg Bosch via
een psycholoog. Ik was jong, net afgestudeerd, en ik voelde me steeds wat eenzaam
en kon uren dralen en belangrijke dingen uitstellen.
Toen ik Illusies las was ik geschokt door de herkenbaarheid.
Misschien dat je dit wel kent: dat iemand jou móet terugbellen. Soms misschien een
vriendin die je gebeld hebt of een vriend, of misschien je moeder. En dat je dan
denkt: diegene móet mij terugbellen, niet negeren. Het gevoel dat iets nú moet. Ik
moet nú een leuke avond. Ik moet nú een drankje met iemand. Ik moet nú op mijn
facebook kijken of er nog likes zijn.
Ik zat op een avond thuis en belde de vrouw waarmee ik iets had, ik sprak haar
voicemail in en zij belde niet terug. Niet na een uur, niet na twee uur. Ik liep naar de
aansluiting om te checken of er niks mis was. Ja, maar nee, serieus: een draadbreuk,
dat kan toch?! Gek werd ik, toen ik om één uur in de nacht nog niets had gehoord en
ik liep naar de avondwinkel en begon maar weer met roken. ‘En twee halve liters
graag.’
De uitleg van Ingeborg Bosch over deze en vele andere ingewikkelde emoties klopte
voor mij als een bus: Zij legt uit dat deze reacties, de gevoelens en gedachten en
gedrag waar we eigenlijk vooral veel last van hebben, afweren zijn tegen oude
onverwerkte situaties uit de jeugd.
Een situatie in het hier en nu kan zomaar dat oude pijnlijke gevoel raken. Een gevoel
van niet gezien worden, van niet begrepen worden, uit de vroege jeugd en het maffe
is dat je je dan weer gaat voelen als het kind in het nu. Dan is een afwijzing zomaar
ineens verpletterend, terwijl dit natuurlijk nooit zo is. Je kunt gewoon verder. En dus
is dat ene telefoontje of dat appje (nog heftiger als net een nieuwe vlam hebt
opgeduikeld) dan ineens heel erg urgent. Wat natuurlijk niet zo is!
16
Kijk, als kind zijn wij overgeleverd aan onze ouders of opvoeders. Zíj moeten het
doen: ons aandacht, voedsel, liefde, uitleg en troost geven. We kennen de
verschrikkelijke verhalen van mishandeling, maar ook als het niet zo duidelijk en
manifest is, maar meer het subtiele geïrriteerde, of een moeder die emotioneel om
wat voor reden niet beschikbaar kan zijn… dat is al heel heftig voor een kind.
Daarbij is de tijdsbeleving van een kind vertekend. Dus een kind denkt dat mama’s
afwezigheid altijd zo blijft. Het kan niet bedenken: mama komt over een kwartier.
Als mama niet reageert op het huilen in de nacht, of begint te schreeuwen dan is dit
voor een kind haast letterlijk het einde van de wereld, in elk geval levensbedreigend.
Om deze ervaringen als kind te overleven komen er afweren in stelling. Afweer is
een manier om deze waarheid te ontkennen en te verdringen. Onbewust gaat het
kind bijvoorbeeld enorm zijn best doen om leuk, aardig, gezellig, sportief te zijn. Of
het gaat heel erg denken dat het aan zichzelf ligt. Het kind betrekt alles op zichzelf,
schuld en schaamte en onzekerheid krijgen een plaats in zijn leven. Of een kind voelt
niks meer, passie en plezier vertrekken uit zijn of haar leven.
Hoewel we als volwassenen een totaal andere realiteit hebben, we kunnen echt
voor onszelf zorgen, de tijd veranderd alles en de wereld is groot en vol met
mensen. Maar dit wat hierboven staat, die werkelijk veranderd gewoon zomaar
ineens!
Dáarom voelt kritiek, of een lullige opmerking soms zo verschrikkelijk en heb je er
soms dagen last van. Daarom is het soms zo spannend om echt intiem te zijn,
daarom kan alleen zijn zo verschrikkelijk voelen en blijf je je Facebook maar checken.
Dit heeft een technische oorzaak in onze hersens, iets met de amygdala, best stom
dat dit zo is eigenlijk. Het was leuker geweest als er rond ons 17e gewoon een harde
reset zou komen.
Wat je precies kan doen om van deze ingewikkelde gevoelens af te komen, kun je
het best lezen in Illusies. Het gaat er om dat je leert die gevoelens weer te voelen,
terwijl je weet dat die oud zijn.
Het is best een weg, maar steeds meer echt voelen dat je gewoon volwassen bent is
een zegen. Je kunt een plan maken, je kunt stappen zetten, lol maken, even pauze
nemen, doorpakken. Je kunt iets leren als je iets nog niet kan. Je kunt acquireren,
mensen bellen voor een toffe opdracht waar je echt van houdt. Je kan advies vragen.
17
En als mensen geen tijd hebben? Dan zijn er altijd wel anderen die het wel hebben.
De wereld is heel erg groot met heel veel mensen en mogelijkheden, dat is toch een
prachtig feit.
Ingeborg Bosch beschrijft het zo: ‘Als we het hier en nu kunnen ervaren voor wat het
werkelijk is, dan is het meestal verrassend onbelast.’
18
Hoe creëer ik het leven dat ik echt wil?
Ik ben benieuwd welke tips, of welke inspiratie jij allemaal uit mijn verhalen hebt
gehaald. Veel mensen zitten met de handen in het haar als het gaat van de bank
afkomen en stappen zetten.
Mijn simpele tip:
Begin nu. Vandaag. Wees imperfect. Als je nu op je werk zit en iets anders te doen
hebt, doe het vanavond. Ging je ergens eten? Of komt je favoriete serie op tv? Kun
je het afzeggen? Doen?
Begin nu. Vandaag. Ga zoals ik in het eerste verhaal deed aan een tafel zitten en ga
schrijven. Schrijf op wat je wilt, waarom je voelt dat je het wilt, hoe je het wilt. Begin
met schrijven en doe het een half uur lang, non-stop. Of een uur.
Begin nu. Vandaag. Wat is de allereerste stap die je kunt zetten, nu, vandaag,
concreet? Bel een vriendin op, of een vriend. Je zus, of je moeder, iemand die je
vertrouwt en die zelf ook vertrouwen heeft. In jou en het leven. Deel je plan.
Probeer concreet voor ogen te zien hoe het er gaat uit zien. En als je klaar bent,
spreek direct met jezelf af wat de volgende stap is. Wanneer ga je er mee verder en
wat moet je dan doen? Wat is je eerste stap?
Ik geef toe dat ik zelf niet goed ben in plannen, maar dat is wel iets wat ik beter wil
leren. Ik begin meestal gewoon. Ook goed, maar een plan maken, een lijst maken
met dingen die je te doen hebt om je plan te verwezenlijken dat helpt.
Scoor vandaag nog het boek Getting Things Done van David Allen.
Ken je het niet?
David Allen beschrijft hoe je een geest als water krijgt. Om progressie te boeken op
allerlei terreinen in je leven.
Een geest als water: daar bedoelt hij mee dat wij bijna allemaal alles in ons hoofd
proberen te onthouden, zodat de hele dag fucking druk voelt. Je hoofd is daar niet
voor bedoeld. Bewaar alles buiten je hoofd in een betrouwbaar systeem.
Anders heb je wat je nu hebt: dat je bezig bent met iets en ondertussen het vreselijk
onrustige gevoel hebt dat je nog 100 andere dingen moet doen. Zodat je nooit weet
of je echt kan chillen of dat je nog even moet doorpakken. Zodat je ’s avonds als je
19
bijna slaapt, wakker wordt met: ‘Oh, kut, ik moet nog een kaartje sturen aan…’ Of:
‘De belastingpapieren, nou, die moet ik maar morgen doen, shit, eigenlijk te laat.’
Ken je dat? Zit je ineens recht op in je bed.
En David Allen zegt dus heel fijn dat als je met een project bezig bent, dat je dan als
je stopt meteen opschrijft wat je eerst volgende fysieke actie is. Heel concreet.
Bijvoorbeeld nu ik bezig ben met dit boekje, dat ik dan op schrijf (ik gebruik
Evernote): Lees alle verhalen nog eens door. Zoek een foto uit en plaats deze op de
voorpagina. Zet deze op je website. Maak in je mailprogramma een link naar die
pagina. Plaats een goede link bij elke blogpost.
Zie je hoe concreet dit is? Het idee is: het moet uit je hoofd en op een plek waar je
het ook gaat checken.
Als laatste de opmerking van David Allen dat je ‘een project niet kan doen’. Het
overweldigende gevoel heeft denk ik namelijk én te maken met de mechanismen
zoals Ingeborg Bosch deze beschrijft, maar ook met te groot denken in deze plannen.
Een project bestaat altijd uit vele mini-stappen die meestal niet meer dan twee
minuten duren.
En al die twee minuten bij elkaar dan kun je een heel groot deel verwezenlijken van
het plan dat jij hebt.
Vandaag beginnen. Dat wel.
Feal the fear and do it anyway.
20
Bonus stuk: Hoe Maak Ik Echte Vrienden In Amsterdam?
Het artikel dat je hieronder leest stond in september 2013 in Het Parool. Ik had een
ideetje gelanceerd bij de hoofdredacteur van PS, de zaterdagbijlage van de krant,
dat ik wel columns wilde schrijven over vrienden maken. En ik kreeg ineens een
telefoontje. Of ik ook een artikel wilde maken. Ik was trots! Hieronder lees je het
artikel.
Goed. Ik ga dus vrienden maken. In de Jordaan, of misschien wel in De Pijp, of in de
Plantagebuurt of in Osdorp. Nee, wacht: niet in Osdorp, dat is alweer veel te ver weg
van het o zo hippe centrum.
Ik ga het dus echt doen. Stappen zetten. Naar clubjes. Naar kroegen. Gesprekjes
aanknopen in het Vondelpark, en wat voor spec-ta-cu-lairs al niet meer. Want
vrienden maken is natuurlijk heel erg makkelijk. Weet wat je interesses zijn en maak
contact. Easy does it.
Of moet ik het helemaal anders aanpakken? Is het misschien heel moeilijk? Heeft
Amsterdam helemaal geen zin in een nieuwe vriend? En sta ik er zelf wel voor open?
En waarom is het eigenlijk zo awkward om toe te geven en te ontdekken dat dat zo
is?
Links intellectueel
Ik stel mezelf graag aan u voor. Mijn naam is Johan, ik ben single en ik woon ruim zes
jaar in Amsterdam-West. Ik ben bedrijfscabaretier, in te huren in het kader van
teambuilding. Ik geniet van de stad, kom in kroegen, theaters en restaurants en ik
ben eigenlijk best heel spontaan in de omgang.
Wat ik bedoel: ik ben gewoon zo’n Amsterdamse gozer. Als ik mezelf in een
winkelruit met een iets te haastige pas zie gaan, denk ik: ha, daar loopt weer zo’n
links-intellectueel type. Van de buitenkant ziet het er ontspannen en misschien zelfs
succesvol uit, van binnen struikelt het regelmatig over zichzelf.
En op een zondagmiddag een paar maanden geleden wandelde ik alleen door één
van de parken. Just another sunday. Een tikkie frisse dag nog, in het Rembrandtpark.
Ik liep daar heel dapper een ommetje te maken. Ik was een frisse neus aan het
halen, zoals sommigen een lijntje coke inhaleren. Met een verbetenheid, alsof die
21
neus maar niet fris wilde worden. Ik was mijn best aan het doen om de zondag door
te komen. Ik had er al twee afleveringen van Dexter opzitten en nu liep ik door het
park. Hè, lekker.
Of toch niet lekker?
Eh, nee. Eigenlijk niet. Want ik wilde… samen. Ik was in dat weekend ook
zaterdagavond alleen geweest en zo ging het wel vaker. De zaterdagavond, ja.
Alleen. Je leest het goed. Die koortsachtige avond waarop iedereen, maar dan ook
echt iedereen, helemaal los aan het gaan is in de stad en iedereen van iedereen
houdt en tongend dronken wordt, op die supersonische zaterdagavond zit ik wel
eens alleen. Thuis, op de bank.
Natuurlijk zou ik naar Cuijk of Nigtevecht kunnen om gezellig koffie te drinken met
oprecht leuke verre vrienden, maar ik ben niet binnen de ring gaan wonen om elk
zondag over stille straten en pleinen te gaan in Schubbekutterveen. Ik vind de
zondag een moeilijke dag, met name in Schubbekutterveen.
Welaan. Actie! Op een zaterdagmiddag ga ik naar een gratis tangoles voor singles.
Met dikke tegenzin zit ik op de fiets. Wat een gedoe. Vrienden maken.
Of ik stiekem niet uitkijk naar dat single meisje dat ik over die dansvloer ga sleuren?
Ja, ja, tuurlijk, maar weet je, ik had me voorgenomen niet meer te zoeken naar een
geliefde, want alles en iedereen zegt mij met een ernstige blik: je moet niet zoeken,
je moet vooral NIET zoeken! (dwaze tip natuurlijk, want als je een huis zoekt in
Amsterdam raadt nooit iemand aan om niet te zoeken, maar zeggen ze juist dat je je
als een malle op Funda moet storten).
Bij de ruime, wat donkere tangodanszaal aangekomen, zie ik vijf stelletjes zitten.
Hoppa. Mijn nieuwe vrienden, dat kan niet anders. Ik geef iedereen een net iets te
enthousiaste hand. Voorzichtig vraag ik waar mijn danspartner is. Die is er nog niet.
Oké. Geen paniek. Komt goed. Geduld is een schone zaak als het gaat om
vriendschap.
De dansles begint en nog steeds is het meisje er niet. Ik roep naar de tangoleraar dat
ik op de website mijn lengte desgevraagd had ingevuld, ‘zodat jullie een goede
match zouden vinden!’ De tangoleraar danst woeste tangopassen en roept: ‘Kijk
maar goed naar de andere stelletjes. Doe maar gewoon lekker mee!’ Daar sta ik dan,
in mijn eentje te dansen. Een treffende samenvatting van mijn leven.
22
Na het solodansen plof ik op een terras en vraag me af of Amsterdam überhaupt nog
wel zit te wachten op vriendschap. En hoe doen anderen dat?
Ik stel de vraag aan Merel Hendrikse, socioloog. Haar antwoord vind ik
onrustbarend: “In Amsterdam wonen meer hoogopgeleiden. Als je een beetje
hersens hebt, ga je in de stad wonen. Het zijn vaak ambitieuze mensen die naar de
stad komen om carrière te maken. Zij zitten niet te wachten op nieuwe vrienden, of
die nieuwe vrienden moeten nuttig zijn.”
Ik laat de woorden van Merel op mij inwerken en kijk om me heen in het café waar
ik heb afgesproken met haar. Café Gent aan de Schinkel. Ik realiseer me dat ik dáár
heb afgesproken omdat ik hoop dat er succesvolle types zullen zijn. Mensen die
nuttig zijn voor werk. Ben ik dan ook zo driftig bezig met carrière?
Enquete
Een dag later zet ik op Facebook een enquête over vriendschap in Amsterdam. Mijn
vraag is: ‘Hoe tevreden ben je over je sociale netwerk?’ De resultaten (26
respondenten) vallen me tegen. Het merendeel reageert: ‘Zeer tevreden. Genoeg
mensen in de buurt!’ ‘Erg tevreden, ik ken schitterende mensen bij wie ik terecht
kan!’ en ‘Mischa’ schrijft dat zij op haar verjaardag veertig vrienden verwacht en
daar trots op is. Alleen Yvonne kan mij een beetje troosten. Zij schrijft: ‘Laatst wilde
ik na een dag hard buffelen iets afspreken en niemand kon. Toen heb ik thuis een
fles wijn leeg gezopen.’
Volgende activiteit. Ik ging naar de introductieborrel van de club Nieuwe Mensen
Leren Kennen. Ik neem me voor wat vrijblijvend te snuffelen. Wat kan er misgaan?
Met bonzend hart loop ik het café in de Jordaan binnen en daar sta ik dan. De
introductieborrel. Omgeven door andere mensen die ook Nieuwe Mensen Willen
Leren Kennen. Dat is wat ons verbindt. We zijn eenzaam. We kijken elkaar onzeker
en schaapachtig aan en er worden links en rechts wat slappe handjes geschud. Ik
heb me nog nooit zo treurig gevoeld.
Maar waarom eigenlijk? Het is toch hartstikke levenslustig om nieuwe mensen te
leren kennen? Het is toch goed om je open te stellen?
Toch wil dat idee niet echt postvatten in mijn hoofd. Ik denk één ding: ik sta hier met
andere sukkels, die te lelijk zijn voor een normale vriendschap. Of te debiel. Of te
contactgestoord. Ik twijfel of ik het pand grommend zal verlaten, maar nee, ik blijf.
23
Gloeiende, gloeiende. Ik bestel een biertje en in de uren die volgen heb ik
goedbedoelde gesprekjes, met mannen en vrouwen waar ik weinig klik mee heb. Ze
zijn echt lief, hoor, maar ik mis coolness. Teleurgesteld fiets ik door de Jordaan naar
huis. Ik kom langs Proust en Thijssen, waar drommen mensen met elkaar staan te
drinken en te lachen. Ik trap door en vervloek mezelf. Waarom niet gewoon even
daar een biertje doen? De meeste mensen hebben toch best zin in een praatje?
Een crashvriend
Waar vind ik die plek waar ik altijd direct terecht kan met mijn verhaal, met mijn
dagelijkse sores? Want dáár ben ik naar op zoek. Een crashvriend.
In Amsterdam heb ik één zogenaamde crashvriend, D. Hem kan ik zo bellen voor
koffie, om even te crashen dus. Dan heb ik ook nog een andere enthousiaste
vriendin, maar die heeft een relatie. Wordt al minder spontaan. Daarnaast heb ik
nog een emmer vol buren. En misschien wel meer dan vijftig kennissen.
Het specifieke kenmerk van een crashvriend is dat je spontaan kunt aanwaaien.
Spontaan is daarin het sleutelwoord. Dat lijkt mij heerlijk. Dat wil ik. Dat je maximaal
een kwartier hoeft te fietsen. Ach, wat: ik wil drie straten verderop al kunnen
crashen. En dat het bakkie koffie dan uitloopt op een paar biertjes omdat je
spontaan en diepzinnig over vrouwen en de zin van het leven en Ajax komt te
kletsen. Dat kan met vriend D., maar daar wil ik er dus meer van. (Vriend D. heeft
daarnaast een opvallend genereuze kant, heel sympathiek, want eigenlijk vindt hij
Ajax niet zo boeiend, maar toch praat hij mee. Kijk, dat is vriendschap.) Een
crashvriend dus. Diepzinnige en openhartige gesprekken (over de ware aard van de
mensen en hun motieven) doorspekt met versgebakken zelfinzichten en een snufje
vrouwenupdates, gekruid met wetenswaardigheden over de nieuwste films en
theater met als toetje gelul over Frank de Boer en z’n team. Dat is het
wensenpakket.
Ik besluit een psycholoog, Jitske Zengerink, te raadplegen over mijn zoektocht. Ik
vraag me af of er iets met Amsterdam is, wat vriendschappen sluiten zo pittig maakt.
Wat treft zij in haar praktijk?
Ideaal
“Wat je ziet in de snelle mooie stad, is dat mensen gevoelig zijn voor een
ideaalplaatje. Mooie baan, mooi huis, genoeg geld, veel vrienden met wie je van
24
alles onderneemt, een relatie, kinderen. Het lijkt door de sociale media en de
hotspots wel alsof iedereen het wel heeft en jij niet. Dat kan een gevoel van
eenzaamheid geven. Terwijl het maar de buitenkant is waar je naar kijkt. Bovendien
hoeft dat perfecte plaatje niet jouw eigen plaatje te zijn.”
Ik denk na over de woorden van Jitske. Die gaan over mij. Mensen die iets minder
hip overkomen en niet direct in de creatieve hoek zitten, daar sluit ik mijn hart voor.
Niet interessant.
Wat Jitske vertelt over de zoektocht naar het perfecte plaatje doet mij denken aan
de ideeën van de psycholoog Ingeborg Bosch. Bosch schrijft over hoe wij ons door
allerlei gedrag afwenden van pijn uit onze jeugd. Ze schrijft en spreekt over het
hunkeren. Hunkeren naar geld, seks, een hele hoop perfecte vrienden en een
topcarrière. En het verkrijgen van die perfectie is ook nog eens doordrongen van een
urgentie alsof ons leven ervan afhangt.
Die urgentie, die herken ik ook in mijn zoektocht. Ik ben op zoek naar een perfect
plaatje.
Daarnaast weet ik dat ik nog wel eens last heb van een ander fenomeen: als iemand
mij niet terug appt of belt, trek ik verdomde snel conclusies. Conclusies als: ze willen
me niet. Ik heb vast iets verkeerds gezegd. Ze vinden me een zeur. In negen van de
tien gevallen blijkt dat ik er in mijn conclusie compleet naast zit. Mensen vinden het
leuk als ik er ben.
Ik wil absoluut nog een derde poging wagen. Ik plaats een bericht op Twitter: ‘Ik ben
het alleen eten een beetje zat, wie wil er eens voor mij koken?’
Ik kreeg een bericht van Joël. Hij wil wel voor mij koken. Mijn eerste reflex is om te
schrijven dat het een geintje is, mijn tweet, maar ik besluit op de uitnodiging in te
gaan. Ook al lees ik in zijn Twitterbio dat Joël deelraadslid is van de VVD en van foie
gras houdt. Zelfs deze imperfecties neem ik op de koop toe. Foie gras? En eten bij
een VVD’er? VVD’ers zijn toch verschrikkelijk?
Marinade
Op een zondagavond ben ik welkom. Joël gaat lam maken. De avond ervoor, zo
twitterde hij, lag het lam al in de marinade. Heerlijk.
25
Aangekomen bij zijn appartement zie ik Joël al op het balkon staan. Met z’n vriend.
Wat?! Vriend? Dat stond niet in z’n Twitterbio! Ga ik eten bij een homostel? Ja, dus.
Get over it, niet zeiken. Maak contact. Zolang ze je niet willen marineren, is er niets
aan de hand. Hup! Boven geef ik ze een hand, steek een sigaret op en Joël verzoekt
me op het balkon te roken. Tuurlijk. Geen probleem.
Of het afgezien daarvan een leuke avond is? Ja. Absoluut. De lam is voortreffelijk, de
wijn vloeit rijkelijk, Joël en z’n vriend zijn aardig en de gesprekken zijn amusant.
Trots op deze actie kom ik die avond thuis. Of dit het begin van een nieuwe
vriendschap is? Het is in elk geval een voorzichtig bewijs van dat wat ik even
vergeten was: er zijn echt wel mensen die openstaan voor contact. Zelfs ambitieuze,
hoogopgeleide Amsterdammers.
Daarnaast heb ik besloten de banden aan te halen met een goede kennis. Ik heb al
een paar keer gebeld en hij belt niet terug, maar ik laat me niet gek maken. Ik spreek
’m binnenkort, beloofd.