Upload
randstad-group-belgium
View
671
Download
4
Embed Size (px)
DESCRIPTION
Citation preview
Dienstencheques en het ‘trilemma’ van
de diensteneconomie
Frank Vandenbroucke
Randstad-seminar, 10 mei 2013
Trilemma van diensteneconomie, 1998
Iversen & Wren (1998): in postindustriële economie kunnen
welvaartsstaten drie doelstellingen niet langer gelijktijdig realiseren:
• Werkgelegenheidsgroei
• Inkomensgelijkheid
• Beheersing van overheidsuitgaven
Inspirerende en invloedrijke, maar ook betwistbare stelling…
Trilemma van diensteneconomie: Scandinavisch model
Beheersing van
overheidsuitgaven
Inkomensgelijkheid Werkgelegenheidsgroei
Trilemma van diensteneconomie: Angelsaksisch model
Beheersing van
overheidsuitgaven
Inkomensgelijkheid Werkgelegenheidsgroei
Trilemma van diensteneconomie: Continentaal model
Beheersing van
overheidsuitgaven
Inkomensgelijkheid Werkgelegenheidsgroei
Trilemma van de diensteneconomie, 2013
Wren, 2013 (The Political Economy of the Service Transition):
Genuanceerde versie ‘trilemma’ blijft overeind:
• Loonongelijkheid als voorwaarde voor groei in het laaggeschoolde
segment
• Rol van onderwijs en loonvorming in het hooggeschoolde segment
Dienstencheques als partieel antwoord op het
‘trilemma’ van diensteneconomie
• Forse subsidiëring van consumptie
• => tewerkstelling van laaggeschoolden
• met loonniveau boven minimumloon & volwaardige
socialezekerheidsrechten
• in een driehoeksverhouding ‘gebruiker’, ‘werknemer’, ‘erkende
werkgever’ ( het bilaterale model)
Een driehoeksmodel vs. een bilateraal model
Bron: Farvaque (2013)
Een driehoeksmodel vs. een bilateraal model
Bron: Farvaque (2013)
Evaluatie van het Belgische ‘driehoeksmodel’
• Impact op werkgelegenheid?
• Impact op inkomensverdeling & kwaliteit van jobs?
• Impact op begroting?
Directe impact op arbeidsmarkt:
aantal dienstenchequejobs en voltijdse equivalenten
Bron: IDEA Consult
Bijdrage dienstencheques in werkgelegenheid, CRB
CRB (2013), Tabel 2-7
België, 2003-2011
Bijdrage aan werkgelegenheid van openbaar bestuur,
onderwijs, gezondheidszorg & maatschappelijke
dienstverlening, dienstencheques, CRB
CRB (2013), Tabel 2-8
België, 1996-2011
Werkgelegenheidsdynamieken in dienstverlening
(QNST)* = N78+N80-82+Q87-88+S96+T
• N78: Employment activities
• N80-82: Security and investigation, service and landscape, office administrative and support activities
• Q87-88: Residential care activities and social work activities without accommodation
• S96: Other personal service activities
• T: Activities of households as employers; undifferentiated goods- and services-producing activities of
households for own use
(OPQ86)* = O + P + Q86
• O: public administration and defense; compulsory social security
• P: education
• Q86: human health activities
Werkgelegenheidsdynamieken in dienstverlening
Werkg.
(QNST)*
Werkg.
(QNST)*
Aandeel
(QNST)* in
totale werkg.
Groei totale
werkg.
Groei
(QNST)*
Aandeel
(QNST)* in
totale groei
Groei
(OPQ86)*
Aandeel
(OPQ86)*
totale groei
1000 pers. 1000 pers.
2000 2010 2010 2000-2010 2000-2010 2000-2010 2000-2010 2000-2010
België 527 679 15,1% 9,0% 28,8% 41,1% 16,0% 40,6%
Denemarken 421 469 16,6% 2,1% 11,4% 84,2% 7,5% 68,4%
Duitsland 4.639 5888 14,5% 3,1% 26,9% 102,3% 7,3% 43,4%
Ierland 104 165 8,9% 9,0% 58,3% 39,8% 45,9% 84,7%
Griekenland 167 281 6,0% 10,7% 67,9% 24,9% 19,7% 33,9%
Frankrijk 3.648 4249 15,9% 4,6% 16,5% 51,1% 3,0% 14,6%
Italië 2.478 3500 14,2% 7,5% 41,2% 59,1% -1,9% -4,5%
Nederland 1.574 1902 22,0% 6,4% 20,8% 63,0% 17,4% 42,6%
Oostenrijk 263 397 9,8% 8,9% 51,3% 40,5% 11,3% 23,6%
Finland 226 313 12,6% 8,2% 38,7% 46,3% 9,0% 22,8%
Zweden 591 655 14,6% 4,6% 10,8% 32,5% 6,0% 28,9%
Werkgelegenheidsdynamieken in dienstverlening
0%
1%
2%
3%
4%
5%
6%
7%
8%
9%
10%
0%
20%
40%
60%
80%
100%
120%
België Nederland Frankrijk Duitsland
aangroei QNST/totale groei (L-as) aangroei OPQ86/totale groei (L-as) Groei totale werkgelegenheid (R-as)
Profiel van dienstenchequewerknemer (%, 2011)
Woonplaats Vlaams Gewest 59,5
Waals Gewest 26,4
Brussels H. Gewest 13,5
Geslacht Mannen 3,0
Vrouwen 97,0
Leeftijd < 30 jaar 21,7
30 - 49 jaar 59,5
≥ 50 jaar 18,9
Onderwijsniveau Laaggeschoold 56,1
Middengeschoold 39,2
Hooggeschoold 4,7
Bron: IDEA Consult (2012) en FOD WASO
Alleenstaande ouders: 19,4
Werkzaamheidsgraad laaggeschoolde vrouwen (25-64 jaar,
theoretische bruto-raming maximale impact dienstencheques)
Bron: Eurostat
26
28
30
32
34
36
38
40
42
44
46
48
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
Vlaams Gewest
België
EU 15
Vlaams Gewest zonder dienstencheques
België zonder dienstencheques
Kwaliteit van dienstenchequejobs (2011)
• Contracten:
◦ Daling van aantal contracten van bepaalde duur: meer dan 4 op 10 contracten is
van onbepaalde duur, t.o.v. 1 op 10 in 2007
◦ Verschil naargelang profiel van dienstencheque-onderneming: meer contracten
van onbepaalde duur in non-profitsector dan in profitsector
• Loon:
◦ Algemeen gekend brutoloon (gemiddeld 10,54 euro)
• Aantal uren:
◦ Veel vrijheid m.b.t. aantal uren en uurregeling
◦ Slechts 12% dienstenchequewerknemers werkt voltijds, bijna 2/3 werkt halftijds
◦ Tendens van stijging van aantal uren
◦ Verschil naargelang gewest en profiel van dienstencheque-onderneming:
• 23% van Brusselse dienstenchequewerknemers werkt voltijds, t.o.v. ongeveer 10% in
andere gewesten
• In gemeenten (o.a. OCMW’s) werkt 19% voltijds, t.o.v. 4% in uitzendbedrijven
• Omkadering:
◦ Gemiddeld 33 dienstenchequewerknemers per omkaderingspersoneelslid
◦ Verschil naargelang profiel van dienstencheque-onderneming: 1
omkaderingspersoneelslid op 17 dienstenchequewerknemers in gemeenten (o.a.
OCMW’s), 1 op 100 in uitzendbedrijven
Kwaliteit van dienstenchequejobs (2011)
Opleiding: federaal opleidingsfonds (2011)
• Slechts 20,7% van alle ondernemingen doet beroep op fonds: vooral kleine en nieuwe
ondernemingen weten weg nog niet te vinden…
• … maar meer ondernemingen dan voorheen ontvangen terugbetalingen: meer dan 300 putten
hun terugbetalingsrecht volledig uit
• Toch blijven meer euro’s in fonds achter (62,8% van budget) dan er worden besteed
• Blijvende en duidelijke verschillen tussen ondernemingstypes: 62,2% van PWA’s en 58,7% van
invoegbedrijven vragen terugbetalingen t.o.v. 13,6% van commerciële private ondernemingen
(excl. uitzendsector) en 4,0% van natuurlijke personen; uitzendsector neemt tussenpositie in
(32,3%)
• Bij uitzendsector ligt benuttingspercentage van toegewezen budget substantieel hoger dan
percentage ondernemingen dat maximumrecht aanwendt: 10 van 31 ondernemingen benutten
77,4% van budget
Vooral ondernemingen met aanzienlijk budget doen beroep op fonds
Bron: FOD WASO
Opleiding: IDEA Consult-werknemersenquête (2011)
• Resultaten lopen parallel aan die van federaal opleidingsfonds
• Relatief substantiële opmars: 38,2% van dienstenchequewerknemers geniet
opleiding t.o.v. 14,1% in 2006
Fonds heeft tijdens voorbije jaren rol van betekenis gespeeld, wat kritiek
m.b.t. gebrek aan opleiding nuanceert, maar uitdaging blijft groot.
Bron: IDEA Consult
‘Aplatissement’ van de driehoeksverhouding (Defourny
et al.)
Rendabiliteit is groeiende contrainte => model kan onder druk komen
Prijs, subsidie en inkomsten per uur (euro)
0
5
10
15
20
25
J04 A13
eu
ro
Gebruikersprijs
Subsidie voorondernemingen
Bruto-inkomstondernemingen
januari 2004 – april 2013
Prijs, subsidie en inkomsten per uur (index)
0
20
40
60
80
100
120
140
160
J04 A13
Gebruikersprijs
Subsidie voorondernemingen
Consumptieprijsindex
Bruto-inkomstondernemingen
januari 2004 – april 2013
Kosten-bateninventaris voor (federale) overheid:
brutokostprijs (IDEA Consult, 2011)
• Overheidstussenkomst: ± 1,42 miljard euro
• Omkaderingskost van uitvoering van maatregel: ± 13 miljoen euro
• Kost van fiscale aftrekbaarheid: ± 221 miljoen euro
Brutokostprijs: ± 1,66 miljard euro
• (ruwe) vergelijking: Frans systeem
• bruto 6,6 mrd (2009)
• voor ca. 1,5 mln personen, 500.000 fte (vandaag) (Farvaque, 2013)
Evolutie van overheidstussenkomst in dienstencheques (mln euro)
Bron: IDEA Consult en RVA
Kosten (miljoen euro) Baten (miljoen euro)
Overheidstussenkomst 1.421,1
Omkadering van uitvoering
van maatregel
13,3
Fiscale aftrekbaarheid 220,9
Bruto kostprijs (1) 1.655,3
Besparing in
werkloosheidsuitkeringen
314,5
Activeringsuitkeringen 52,0
Inkomensgarantie-uitkeringen 44,4
Tijdelijke werkloosheidsuitkeringen 17,3
Direct terugverdieneffect in
werkloosheid
200,7
Direct terugverdieneffect in sociale
zekerheid
307,3
Direct terugverdieneffect in
bedrijfsvoorheffing
148,0
Totaal direct terugverdieneffect (2) 656,0
Netto kostprijs 999,3 (2)/(1) = 39,6%
Kosten-baten voor (federale) overheid:
netto-kostprijs na directe terugverdieneffecten (IDEA Consult, 2011)
Substitutie?
• Huishoudelijke hulp (aan particulieren) werd voorheen vnl. in zwart circuit
uitgevoerd. Er waren weinig of geen reguliere aanbieders actief.
• Activiteiten zijn welomschreven: bv. geen klussen of
tuinonderhoudsactiviteiten die reeds worden aangeboden in commerciële
en niet-commerciële circuit
• Bovendien kunnen ondernemingen bestaand arbeidsvolume (met reguliere
contracten) niet omzetten in arbeidsovereenkomsten dienstencheques
• In specifieke segmenten van bejaarden- en gezinshulp en
mindermobielenvervoer heeft er wel substitutie plaatsgevonden
Kinderopvang?
Non-profit thuiszorg in Vlaanderen, 2011
Bron: Socialistische Mutualiteit
Non-profit thuiszorg in Vlaanderen, 2011
Bron: Socialistische Mutualiteit
Een middenweg in het ‘trilemma’
• Het Belgische dienstencheque-experiment zocht een middenweg inzake kwaliteit en
verloning van werk om de uitdaging van het ‘trilemma’ te beantwoorden:
– Bovenminimaal loon (bij voltijds werk)
– Werknemers openen rechten op pensioen, gezondheidszorg, kinderbijslag en werkloosheid
– Driehoeksverhouding met wisselende kwaliteit
• Dienstencheques ondersteunen belangrijke maatschappelijke doelstellingen:
– combinatie van werk en gezin;
– verhoging welzijn dankzij huishoudelijke hulp
• Substitutie t.a.v. eigen sociale verantwoordelijkheid van gemeenschapsoverheden?
• Dit model komt onder druk
– Vernauwing financiële marges
– Regionalisering => ‘terugverdieneffecten’ worden opgesplitst
Hoe van de regionalisering een succes maken?
Zesde staatshervorming vergt een ‘masterplan’ dat moet voorbereid worden:
• Grondige maatschappelijke kosten-batenanalyse van overheidsinterventie in:
– Dienstencheques
– Thuiszorg en aanvullende thuiszorg
– Doelgroepenbeleid arbeidsmarkt
• Afstemming van beleid & sociaal overleg inzake thuiszorg en dienstencheques
• Prijs zal verder moeten stijgen (indexering?; fiscale aftrek?) omwille van:
– Kwaliteit van werk en dienstverlening
– Afbakening ‘zorg’ vs. ‘comfort’
• Debat kan niet los gezien worden van:
– Regionaal beleid m.b.t. kortingen voor kwetsbare doelgroepen
– Maximumfactuur zorg
– Federaal: verdere verlichting patronale bijdragen?
• Economische mechanismen verdienen voorkeur boven gecompliceerde administratieve
mechanismen
Bronnen
• CRB (2013). Bijlagen bij het Technisch verslag 2012 van het secretariaat over de maximale
beschikbare marges voor de loonkostenontwikkeling. Nr. CRB 2013-0398.
• Defourny, J., Arnaud, H., Nassaut, S., Nyssens, M. (2009). Les titres-services: quelle qualité
d’emploi et d’organisation du service?. Regards Économiques, 69 (avril 2009), 1-16.
• Farvaque, N. (2013), Developing personal and household services in the EU. A focus on
housework activities. Report for the DG Employment, Social Affairs and Social Inclusion.
• FOD WASO (2013). Opleidingsfonds dienstencheques. Evaluatierapport 2011-2012.
• Gerard, M., Neyens, I., Valsamis, D. (2012). Evaluatie van het stelsel van de dienstencheques
voor buurtdiensten en -banen 2011. Brussel: IDEA Consult.
• Iversen, T., Wren, A. (1998). Equality, employment and budgetary restraint: the trilemma of the
service economy. World Politics, 50 (4), 507-546.
• Pacolet, J., De Wispelaere, F., De Coninck, A. (2011), De dienstencheque in Vlaanderen. Tot uw
dienst of ten dienste van de zorg?. Leuven: Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin.
• Sansoni, A.M. (2009). Limits and potential of the use of vouchers for personal services. An
evaluation of titres-services in Belgium and the CESU in France. ETUI Working Paper 2009.06.
• Termote, H., Martin, Th. (2008). De dienstenchequejobs: springplank of valstrik voor mensen in
armoede en bestaansonzekerheid?. Over.Werk. Tijdschrift van het Steunpunt WSE, 1, 90-96.
• Wren, A. (2013). The Political Economy of the Service Transition. Oxford: Oxford University
Press.