Upload
votu
View
217
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
1
Deze biografie is niet te vergelijken met welk
ander boek ook dat u ooit hebt gelezen...
Bill, ik hoop dat je weet waar je mee bezig bent, zei
Meda.
Wel, ik denk: Hij maakte zijn zin niet af. Er was iets
vreemds aan het gebeuren. In plaats van dat hij naar zijn
vrouw keek, keek hij naar twee slonzige jongens die langs
een zandweg op hem toe kwamen lopen. Hun blote voeten
wierpen een stofwolk op die neerkwam op hun haveloze
broeken. Ze droegen geen overhemd. Beide jongens hadden
bossig zwart haar, donkere ogen, en een bruine, zongebran-
de huid. Een van hen trok een kar met houten wielen.
Lieverd, zei Bill, kijk eens wie daar aankomen.
Waar heb je het over? vroeg Meda. Tegen die tijd was
Bill te ver in het visioen om haar te antwoorden. Toen ver-
liet zijn vrouw de kamer en werd het een en al visioen.
Iets krachtigs nam hem mee naar voorbij de kinderen
U staat op het punt
een blik te slaan in de sferen van
het bovennatuurlijke
2
3
BOVENNATUURLIJK BOEK 5
(1955 - 1960 )
Copyright 2002 by Owen Jorgensen
Vertaling: H.J.J. Terburg - 2011 -
Alle rechten zijn voorbehouden onder Internationale- en Pan-Amerikaanse copyrightverdragen. Geen gedeelte van dit boek mag worden gereproduceerd in welke vorm ook, zonder dat eerst een geschreven toestemming van de auteur wordt verkregen. Dit omvat alle vermenigvuldigings-technieken, hetzij elektronische- of mechanische-, inclusief fotokopiren, bandopnamen, of welke andere wijze van gegevensopslag of zoeksystematiek ook. Het zonder toestemming dupliceren van dit boek is een overtreding van internationale copyrightwetten.
0502-001-CPEd1
ISBN 0-9700955-5-4
Oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd door: Tucson Tabernacle
2555 North Stone Avenue Tucson, Arizona 85705 USA
Andere talen: www.supernaturalchristianbooks.com
Nederlandse uitgave:
GEMEENSCHAP VAN CHRI STENEN E-mail: [email protected]
Kwartelweg 3A 8191 AP Wapenveld
Nederland
mailto:[email protected]
4
5
INHOUD BOEK 5
De Leraar en zijn Verwerping
Voorwoord van de schrijver... 9 68. (1955) Zijn Leraarsbediening Begint. 13
69. (1955) Een Plechtige Waarschuwing. 29 70. (1955) De Ware en de Valse Wijnstok... 41 71. (1955) Controverse in Zwitserland.... 55 72. (1955) Opossum Koorts.... 65 73. (1955) De Engel Gefotografeerd in Zwitserland 79 74. (1955) De Engel Leert Hem Hoe te Vissen 95 75. (1956) Mexico: Mysterie en Wonderen 111 76. (1956-57) Amerika Staat als Isral bij Kadesh-Barnea. 131 77. (1957) Een Erfenis Verdelen. 149 78. (1958) Teleurgesteld in Waterloo. 177 79. (1958) Uitleg over de Kennis van Goed en Kwaad ... 187 80. (1959) Er Zij Leven!... 199 81. (1960) Voorbij de Voorhang van de Tijd. 225 z.o.z.
6
- Slotnotities en Bronvermelding... 241 - Bibliografie ......... 251 - Engelse Predikingen ............... 253 - Nederlandse Uitgaven ... 255 - Meer dan 50 andere talen 257 - Alfabetische INDEX BOEK 5.... 259 - Samenvattingen van boek 1 t/m 5. .. 281 - Algemene informatie.... 287
7
Jezus zeide tot hen:
Hebt gij nooit gelezen in de Schriften:
De steen, die de bouwlieden afgekeurd hadden,
deze is tot een hoeksteen geworden.
Van de Here is dit geschied,
en het is wonderlijk in onze ogen?
(Matths 21: 42)
8
9
VOORWOORD VAN DE SCHRIJVER
WIE WAREN DE GROOTSTE LERAARS
aller tijden? Socrates van Athene, Jezus van Naza-reth en Paulus van Tarsus zouden zeker passen aan de top van de lijst. Hoewel de leringen van de-ze drie mannen in hun eigen dag werden verwor-pen, veranderden de principes die zij onderwezen de kijk die mensen op de wereld hadden. Zo is het ook met de leringen van William Branham. Met steeds toenemende vaart veranderen zijn leringen de wijze waarop Christenen hun Bijbels verstaan, en hoe ze Gods plan voor hun levens begrijpen. Of u het nu wel of niet eens bent met zijn ideen, dit boek zal u verbazen, uitdagen en inspireren.
Ik gaf Boek Vijf de ondertitel: De Leraar en zijn Verwerping, omdat dat in n opzicht precies deze periode van William Branhams leven be-schrijft. Aan het eind van 1954 ervoer hij dat de Heilige Geest hem leidde om de diepere dingen van God te onderwijzen tijdens zijn internationale geloofs-genezings- campagnes; met als gevolg dat nu eens deze en dan weer die persoon, nu eens de-ze denominationele leider en dan weer een andere zich eraan stootte, totdat hij zoveel mensen had gergerd, dat hij de vraag naar zijn diensten aan-merkelijk zag dalen.
Hetzelfde overkwam Jezus Christus in Zijn be-
diening. Vele 1mensen hielden van Jezus toen Hij
gewoon de zieken genas, hen vis en brood te eten gaf en hen onderwees in gelijkenissen.
Ten laatste zette Hij de zuigfles weg en onder-wees Hij het vaste voedsel van het Evangelie.
1 Verwijzend naar Johannes 6: 67
10
Jezus zei: Zalig is wie aan Mij geen aanstoot neemt.
2
Maar vele mensen namen er wel aanstoot aan toen ze de moeilijke zaken hoorden die Hij onder-wees. Jezus zei bijvoorbeeld: Tenzij gij het vlees van de Zoon des Mensen eet en Zijn bloed drinkt, hebt gij geen leven in uzelf. Nadat ze dit gehoord hadden, dunde de scharen toehoorders zo drastisch uit, tot zelfs zeventig van Zijn trouwste aanhangers Hem verlieten. Jezus wendde Zich tot Zijn twaalf discipelen en vroeg: Gij wilt toch ook niet weg-gaan? Maar Simon Petrus antwoordde Hem: He-re, tot wie zullen wij heengaan? Gij hebt woorden van eeuwig leven; en wij hebben geloofd en er-kend, dat Gij zijt de Heilige Gods.
3
Na die dag kon Jezus Zich in Isral nooit meer verheugen in een breed gedragen populariteit. Een criticus zou hebben mogen aanvoeren dat het met Zijn bediening sindsdien bergafwaarts ging, totdat zelfs Jezus Zelf aan het kruis uitriep: Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?
4 Maar
bedenk, dat de algemene mening niet hetzelfde is als de waarheid. Hoewel Zijn populariteit onder de mensen afnam, vervulde Jezus het doel waarvoor Zijn Vader Hem op aarde had gezet: de redding van al diegenen die in Zijn naam zouden geloven.
In noem dit om te laten zien dat het afnemen van de algemene populariteit bij William Bran-ham, eerder al in de Schrift voorkomt. Terwijl de toehoorderaantallen bij zijn campagnes kleiner werden, en de keren dat hij werd uitgenodigd om te spreken afnamen, was God hem aan het voorbe- reiden voor het uiteindelijke stadium van zijn be-diening: zijn derde trek om de woorden van
2
Verwijzend naar Matths 11: 6; Lukas 7: 23
3
Verwijzend naar Johannes 6: 47 - 71
4
Verwijzend naar Matths 27: 46; Markus 15: 34
11
de engel te gebruiken die zou uitgaan boven alles wat tevoren was geweest.
De ondertitel die ik heb gekozen voor Boek Vijf van Bovennatuurlijk, Het Leven van WiIliam Branham, beschrijft slechts n kant van de me-daille. Dit boek beschrijft ook de andere kant, maar u zult met geestelijke ogen moeten lezen om het te zien.
- Owen Jorgensen, 2002 -
.
12
13
HOOFDSTUK 68
Zijn Leraarsbediening Begint
1955
VANAF HET MOMENT dat er in 1946 een engel bij hem kwam,
veranderde William Branhams leven voorgoed. Verdwenen was de
donkerte van zijn kleine-stads bediening. Plotseling wenkte de we-
reld, ja smeekten ze om zijn aanwezigheid. In het begin brachten zijn
geloofs-genezings campagnes hem in de zuidoostelijke staten, maar al
spoedig reisde hij door heel Noord Amerika en uiteindelijk naar
Europa, Afrika en India, het Evangelie predikend aan miljoenen
mensen. Na zeven jaren van internationale evangelisatie schatte hij
dat vanwege zijn prediking 500.000 mensen Jezus Christus hadden
aangenomen als hun Redder; en er was met geen mogelijkheid te
schatten hoeveel miljoenen genezing hadden ontvangen vanwege zijn
gebeden.
In weerwil van deze fenomenale resultaten kreeg hij tegen het
eind van 1954 een vreemd gevoel van onvoldaanheid. Hij had ge-
hoopt dat zijn bovennatuurlijke gave van onderscheiding denominati-
onele barrires omver zou werpen en Christenen zou verzamelen rond
een diepere toewijding aan Christus. Slechts lichtelijk verstoord
stroomde de brede rivier van Christelijke middelmatigheid gestaag
bergafwaarts.
Na veel nadenken en gebed besefte William Branham tenslotte
dat zijn benadering ver omzichtig was geweest. Omdat zijn geloofs-
genezings campagnes interdenominationele menigten trok, had hij
altijd eenvoudige predikingen gehouden, in de hoop kritiek te mini-
maliseren en acceptatie te maximaliseren. Meestal bleef hij bij drie
onderwerpen: redding, geloof en genezing in Jezus naam. Hoewel
deze onderwerpen hoog gewaardeerd stonden op de lijst van essenti-
le Christelijke leerstellingen, vertegenwoordigden ze nog steeds
slechts het begin van het overvloedige leven in Jezus Christus.5 God
bedoelde dat Zijn kinderen zoveel mr zouden weten en zijn. De
apostel Paulus berispte Christenen die babies bleven, slechts melk
5
Verwijzend naar Johannes 10: 10
14
drinkend en de vaste spijze van Gods Woord afwijzend.
Paulus schreef: Laten wij daarom het eerste onderwijs aangaande
Christus laten rusten en ons richten op het volkomene. 6 Bill voelde
dat zijn bediening de Christelijke kerk kon helpen om door te gaan
naar het volkomene. Om dit te bereiken, wist hij dat hij de vaste
spijze van Gods Woord zou moeten prediken gedurende zijn campag-
nes, zelfs als dat betekende dat sommige mensen er aanstoot aan
namen.
Wetend dat God hem riep om meer over de leer te onderwijzen,
wierp hij zich in 1955 met een hernieuwde ijver op zijn campagnes.
In januari predikte hij 13 keer in 11 dagen in de Philadelphia Kerk in
Chicago, Illinois.
Pastor Matteson-Boze gaf hem de vrijheid om over elk onderwerp te
spreken dat hij wenste.
Bill gebruikte deze vrijheid om verschillen-
de leerstellige predikingen te brengen
waaronder: De Zeven Samengestelde Na-
men van Jehova, Begin en Einde van de
Heiden Bedeling, en Fundamentele Grond-
slag voor Geloof.
Op dinsdagavond vertelde hij de geeste-
lijke kant van zijn levensgeschiedenis. Hij
legde uit, hoe hij als jongeman - in verwar-
ring was geraakt toen Christen predikers hem
vertelden dat zijn visioenen van de duivel
kwamen. Bill beschreef de namiddag in 1946
toen hij naar een grot in de bossen vluchtte en God zocht om ant-
woorden. Op een zeker moment verscheen er in de duisternis, voorbij
middernacht, een licht in zijn grot. Vanuit het midden van dat licht
stapte een man. Hij stond daar: meer dan 1 meter 80 groot en woog
ten minste 90 kilo. Zijn witte mantel stak scherp af bij het donkere
haar rond zijn baardeloos gezicht.
Sprekend tot dit gehoor, comfortabel gezeten in een warme kerk
in Chicago, probeerde Bill de vrees over te brengen die hij voelde op
dat moment: Eerlijk vrienden, ik dacht dat mijn hart het zou bege-
6
Verwijzend naar Hebreen 5: 9-14
Afb.1
Rev. Matteson Boze
15
ven. Stelt u zich eens voor! Plaats uzelf in die positie. Het zou u zich
op dezelfde wijze laten voelen. Na honderden en honderden bezoe-
kingen, verlamt het me nog steeds wanneer Hij dichtbij komt. Soms
raak ik bijna compleet buiten bewustzijn. Als ik te lang blijf bidden
voor de zieken, zal ik volledig het bewustzijn verliezen.
Dus ik zat daar naar hem te kijken. Hij had een diepe stem, en
hij zei: Vrees niet. Ik ben gezonden uit de tegenwoordigheid van de
Almachtige God. Toen hij sprak, herkende ik die stem als dezelfde
die tot mij had gesproken sinds ik drie jaar oud was. Ik wist dat hij
het was. Hij zei: Vrees niet. Ik ben gezonden uit de tegenwoordigheid
van de Almachtige God, om u te vertellen dat uw bijzondere geboor-
te (u weet misschien wat er
bij mijn geboorte gebeurde,
daarboven in dieblokhut in
Kentucky, in 1909: dat zelfde
Licht hing boven mij toen ik
werd geboren) en uw
verkeerd begrepen leven is
geweest om aan te geven dat u
over heel de wereld zult gaan
en voor zieke mensen zult
bidden; ongeacht wat ze
hebben, als u de mensen er toe
krijgt om u te geloven, en wanneer u oprecht bent wanneer u bidt, zal
niets voor uw gebeden standhouden, zelfs kanker niet.
Ik zei: Meneer, ik ben een arm man en ik woon bij mijn fami-
lie die arm is. Ik heb geen opleiding genoten. Ze zouden niet naar me
luisteren.
Hij zei: Zoals de profeet Mozes twee tekenen werden gegeven
om zijn bediening te betuigen, zo zullen u twee tekenen gegeven wor-
den om uw bediening te betuigen.7 De ene gave zal een teken in uw
hand zijn wanneer u bidt voor een ziek iemand, houd dan de rech-
terhand van de persoon vast met uw linkerhand. Blijf dan gewoon
rustig staan. Ziekten die door demonen worden veroorzaakt, zullen
een lichamelijke uitwerking hebben op uw lichaam, wat u in staat zal
7
Verwijzend naar Exodus 4: 1-8
Afb. 2 De blokhut waarin William
Branham op 6 april 1909 ter
wereld kwam.
16
stellen om ze te identificeren. Dan bidt u. Als de zwelling van uw
linkerhand weggaat, dan is de ziekte van de persoon geweken. Ver-
klaar ze gezond. Als het niet weggaat, vraag gewoon een zegen en
loop weg.
Ik zei: Meneer, ik ben bang dat ze me niet zullen ontvangen.
Hij zei: Als ze niet zullen horen naar het eerste teken, dan zal
het komen te geschieden dat u de diepste geheimen van hun harten
zult kennen. Dit zullen ze horen.
Ik zei: Meneer, dat is waarom ik hier vannacht ben. Er is mij
verteld door geestelijken dat die visioenen die tot mij komen, ver-
keerd zijn.
Hij zei: U werd geboren in deze wereld voor dat doel.
Toen Bill zijn getuigenis beindigd had, zette zich een ongeziene
aanwezigheid naast hem, die zijn emoties overweldigde met een
heilige vreze, zo tastbaar, dat het maakte dat zijn huid tintelde. Hij
wist dat de engel van de Heere naast hem stond. Toen voelde hij dat
de engel bij hem wegging en boven het gehoor ging zweven. Hij kon
het nu duidelijk zien: een amberkleurige bal van vuur, schijnend als
een niet dovende flits van een camera. Bill lette aandachtig op hoe het
bewoog, wetend dat zijn visioenen op een of andere wijze met dat
licht waren verbonden. De engel stopte boven een kleurling dame.
Bill voelde dat haar geloof trok aan zijn gave.
Er is een kleurling dame die hier zit met haar handen opgesto-
ken. Sta op, zodat ik u kan onderscheiden. Ik ben slechts een mens,
maar Jezus Christus is de Zoon van God, en Hij zond Zijn Geest om
deze dingen te betuigen. Als God mij zal vertellen wat er verkeerd
met u is (en u weet dat er geen manier voor mij is om welk contact
ook met u te hebben), zult u dan geloven met heel uw hart?
De vrouw antwoordde: Ja!
God zegene u. Uw hoge bloeddruk heeft u verlaten. Dat is wat
u had, klopt dat niet? Ga dan zitten. U voelt zich anders, is het niet,
dame? Ja. Zo is het.
De kleine dame die naast u zit, zij lijdt aan artritis en een vrou-
wenkwaal. Is dat niet juist, dame? Sta even een ogenblik op de
kleine dame met de rode jurk aan. U was zo dicht bij de engel dat het
visioen nu naar is gekomen. U hebt: artritis, een vrouwenkwaal en
iets anders U maakt zich zorgen over uw man. Hij is een dronk-
aard. Hij wil niet naar de gemeente gaan. Als dat juist is, steek dan
17
uw hand op.
Ze bevestigde het met haar opgeheven arm.
God zegene u, dame. Ga nu naar huis en ontvang uw zegen. U
bent genezen. Ik zag dat het licht werd om u heen.
De engel zweefde naar achterin het heiligdom. Bill bleef tot de
toehoorders spreken, terwijl hij wachtte om te zien waar het licht stil
zou houden. Heb geloof in God. Wat denkt u er allen over, daar
helemaal achteraan? Gelooft u? Wees eerbiedig.
Er is een dame die een shawl draagt, die daar achter in de hoek
zit. Ik zie dat licht boven haar hangen. Ze lijdt aan een hartkwaal.
Haar man zit naast haar. Zijn maag is van streek. Klopt dat niet,
meneer? Steek uw handen op als dat waar is.
Op de achterste rij in het gebouw stak een man zijn hand op.
Meneer, u met uw opgestoken hand, ik zie in het visioen dat u
de gewoonte hebt om te roken. Stop met dat te doen. U rookt sigaren.
U behoorde dat niet te doen. Het maakt u misselijk. Klopt dat niet?
Als het zo is, wuif dan zo met uw hand. Dat is wat u in de war maakt.
Het werkt slecht op uw zenuwen. Gooi die smerige dingen weg en
doe het niet meer, en u zult in orde zijn en ook zal de hartkwaal van
uw vrouw haar verlaten. Gelooft u dat? Klopt dat? Ik kan u van hier-
uit niet zien, en u weet dat, maar u hebt sigaren bij u in uw voorzak.
Dat is zo. Leg de dingen eruit en leg uw hand op uw vrouw; vertel
God dat u afgedaan hebt met dat soort spul en u zult beide gezond
naar huis gaan. Gezegend zij de naam van de Heere Jezus!
Het gehoor huiverde van opwinding. Bill kon werkelijk hun
geloof voelen opkomen, vanuit elke hoek trekkend aan zijn gave. Hij
bleef zijn ogen gericht houden op de Vuurkolom terwijl ze zich boven
de hoofden van de mensen verplaatste. Heb geloof in God, zei hij.
Ik kan dit niet uit mijzelf doen; het is slechts Zijn soevereine genade.
Gelooft u? Ik kan deze dingen alleen zeggen zoals Hij ze mij toont.
Beseft u dat dit niet uw broeder is die dit doet? Het is uw geloof dat
een Goddelijk gave in werking zet. U staat in Zijn tegenwoordigheid.
Even een ogenblik
Hij zag toe hoe het licht weer naar hem terug zweefde. Het stop-
te boven een oude man. In deze hoek daar, zie ik een kleurling man
zitten, al wat ouder, met een bril op. Ga een ogenblik staan, meneer.
Gelooft u dat ik Gods dienstknecht ben? U denkt aan iemand anders,
is het niet? Als dat juist is, wuif dan met uw hand.
18
Terwijl de man wuifde, zei Bill tot het gehoor: Ik zie dat licht
boven hem hangen. Het is nog niet doorgebroken tot een visioen. Als
de Almachtige God deze man zal vertellen wat zijn moeite is, zal de
rest van u dan uw genezing aannemen? Er is een man die een 15
meter van mij vandaan staat. Ik heb hem nooit eerder in mijn leven
gezien. Als de Almachtige God zal openbaren wat er verkeerd is met
die man, dan behoorde ieder van u hier als een gezond persoon naar
buiten te lopen. Wat kan God mr doen?
Meneer, er is niets verkeerd met u. U bent zwak en hebt een
klein probleem met uw prostaat, maar dat is niet uw moeite. Uw
probleem is uw zoon, die bevindt zich in een rijks-psychiatrische
inrichting, omdat hij een dubbele persoonlijkheid heeft. Klopt dat
niet? Wuif met uw hand als dat waar is. Ziet u, dat is precies juist.
Nu, hoevelen van u geloven dat Jezus Christus, de Zoon van
God, hier is? Laten we opstaan en Hem lof offeren en onze genezing
aannemen.
De microfoon versterkte Bills gebed boven het geluid van de
menigte uit. Almachtige God, Schepper van het Leven, Gever van
elke goede gave, U bent hier, dezelfde Heere Jezus Christus, dezelfde
gisteren, heden en voorimmer. Satan, je hebt lang genoeg tegen deze
mensen gebluft. Ik bezweer je bij de levende God wiens tegen-
woordigheid hier is in de vorm van de Vuurkolom ik bezweer je in
de naam van Jezus Christus
om deze mensen te verlaten
en uit hen te komen.
Nu, laat ieder van u
zijn handen opheffen, God
prijzen en uw genezing
ontvangen!
Velen ontvingen het,
maar niet allen.
NA zijn januari-campagne in Chicago reisde William Branham naar
het zuidwesten, naar Phoenix, Arizona.
Billy Paul Branham, Jack Moore en Young Brown gingen met hem
mee. Bill had 12 avonden op het schema staan in de Shriner Tempel
Afb. 3 Rev. Jack Moore (links) en
Rev. Young Brown (rechts)
en Rev. Jack Moore
19
in Phoenix, Arizona, beginnend op zondag, 20 februari 1955.
De zaterdag vr deze samenkomsten reed Bill buiten Phoenix
de woestijn in, op zoek naar een plek om te bidden. Er was iets wat
hem nog steeds zorgen baarde. Hij was er dikwijs op bekritiseerd dat
hij niet voldoende persoonlijk voor mensen bad gedurende zijn cam-
pagnes. Door de jaren heen had hij honderden brieven ontvangen
waarin werd geklaagd: Terwijl voor vjf mensen bidt, heeft Oral
Roberts er voor vijftig gebeden. Dat was waar. Oral Roberts legde
mensen de handen op en bad voor ze terwijl ze langs hem liepen. Bill
daarentegen zette mensen in een rij en riep ze dan n voor n naar
voren, zodat hij door een visioen de nood van elke persoon kon on-
derscheiden. Niet alleen nam deze methode meer tijd in beslag, de
visioenen zelf vergden zoveel van zijn lichaam, dat dit het aantal
mensen beperkte waar hij elke avond aan toe kon komen. Een enkel
visioen vermoeide hem meer dan als hij een uur bezig zou zijn ge-
weest om een sloot te graven met spade en houweel. Na 15 visioenen
op rij zou hij zich zo vermoeid voelen, dat hij nauwelijks kon staan.
Als hij probeerde om na dit punt verder te gaan, dan riskeerde hij om
van uitputting in te storten. Zijn zoon, Billy Paul, en zijn huidige
zaakwaarnemer, Jack Moore, hielden hem nauwlettend in de gaten
om er zeker van te zijn, dat hij dat punt niet overschreed.
Hoewel Bill dit fenomeen voortdurend
uitlegde aan zijn toehoorders, begrepen veel
mensen het nog steeds niet.
Zelfs zijn medewerkers hadden er moeite mee
om het te begrijpen. Gordon Lindsay vroeg
eens: Waarom zou u niet gewoon bij een of
twee mensen onderscheiden, dan terugtreden
en voor de rest van de gebedsrij bidden zoals
wij doen? Om een of andere reden werkte
zijn gave van onderscheiding niet op die
wijze. Wanneer de engel naast hem stond
tijdens een gebedsrij, kwmen de visioenen
gewoon. Hij had er geen controle over. Vele
malen voelde hij of mensen door hun geloof
de onderscheiding uit hem trokken.
Op deze bepaalde zaterdag in de woestijn buiten Phoenix knielde
Bill neer in de schaduw van een grote rotsteen en vroeg hij God om
Afb. 4
Rev. Gordon Lindsay
20
hem te helpen, om voor meer mensen in elke samenkomst persoonlijk
te bidden. De zon rees hoger, bakte het rode zand en maakte dat hete
vlagen de bergen in de verte deden vervagen. Alles wat zich kon
verplaatsen, zocht beschutting in wat er maar aan schaduw voorhan-
den was. De planten hadden het zwaar te verduren. Hier was de woes-
tijn bedekt met statige Saguaros, struikvormige chollas, en op een
zweep lijkende ocotillos, naast vele andere cactussoorten.
Na een poosje voelde Bill dat de engel van de Heere naderde.
Plotseling vervaagde de woestijn. Bill vond zichzelf staande op een
podium in een gehoorzaal, kijkend naar een rij mensen die wachtten
op gebed. Achter zich merkte hij een korte, kaalhoofdige man op en
een lange, magere man: hij kende geen van beide. Een kleine vrouw,
die een bruin colbertjasje droeg met een bijpassende rok, liep op hem
toe. In haar armen droeg ze een in een deken gewikkelde baby. Ze
stopte zo rond een meter van hem af, dicht genoeg bij om Bill haar
lichte huidskleur te laten zien, haar donkere ogen en zwart haar. De
blik richtend op haar armen, zag hij een klein bleek kind, dat eruit zag
alsof het de dood nabij was. Nadat Bill had gebeden, genas God de
baby. Toen stapte de engel in zijn gezichtsveld en zei: Wanneer je
ziet dat dit komt te gebeuren, zal je bediening veranderen.
Elke avond in Phoenix verwachtte hij dat dit visioen vervuld zou
worden. Het gebeurde niet gedurende die campagne, maar er gebeur-
de wel een ander verbazingwekkend iets. Op woensdagavond, de 23e
februari 1955, was Bill halverwege zijn prediking, toen hij plotseling
een visioen zag. (Hij zag zelden visioenen als hij aan het prediken
was; gewoonlijk kwamen ze onder de zalving tijdens de gebeds-
dienst.) Hij ging verder met prediken, terwijl hij toekeek hoe dit
visioen zich ontvouwde; het direct inpassend in zijn prediking. Vr
hem bloeide de Hof van Eden in al zijn schoonheid. Hij zag Adam
zijn arm om Eva heen slaan en met haar aan zijn zijde de hof verlaten.
Het visioen maakte duidelijk dat Adam niet was gedwongen om te
vertrekken, aangezien niet hij verleid was, zoals Eva. Hij verliet
vrijwillig de hof, omdat hij Eva liefhad en met haar mee in balling-
schap wilde gaan. Zowel Adam als Eva waren gekleed in schapen-
vachten, voorafschaduwend dat er een dag zou komen wanneer een
Verlosser de zonden van elke Christen zou bedekken. Deze schapen-
vachten waren van een pas gedood dier, wat veroorzaakte dat er een
21
druppel bloed langs Adams benen naar beneden liep. Bill kon zelfs de
schapenvacht tegen Adams dijen horen slaan als hij liep.
Toen veranderde het toneel. Nu kon Bill de Tweede Adam zien (Je-
zus Christus, het Lam van God), met gebogen schouders, Zich met
moeite de heuvel Golgotha opslepend, Zijn kruis dragend. Bloed
doorweekte de rugkant van Zijn mantel en drupte neer langs Zijn
benen. Het visioen maakte duidelijk dat Jezus gewillig Zijn eigen
dood tegemoet ging, omdat Hij Zijn Gemeente, Zijn Bruid, liefhad.
Bill predikte: Adam was nschuldig. va was schuldig. Maar
Adam had Eva zo lief, dat hij hoe dan ook met haar mee vertrok. Dat
is een beeld van Christus en de Gemeente. Christus keek naar de
Gemeente en wist dat we verkeerd waren; toch ging Hij met ons mee
om onze plaats ginds in te nemen als zondaar, om voor ons te sterven,
om de angel des doods er voor ons uit te trekken. Zondaar, hoe kunt u
zon niet te evenaren liefde verwerpen?
Nadat de samenkomst geindigd was, bleven Bill en zijn mede-
werkers op, tot n uur doorpratend over dit visioen. Op donderdag-
avond vertelde hij dit aan zijn gehoor. Hij voelde dat dit visioen zijn
besluit bevestigde om meer leerstellig te gaan onderwijzen.
Gedurende de vrijdagavond samenkomst zei hij: Vanavond:
hoeveel mensen in het gebouw hebben gebedskaarten? Laat me uw
handen zien. Wel, dat is een goed, fijn aantal. Nu, ik ben voornemens
om voor iedereen te bidden die een gebedskaart heeft. Ik kan ze niet
allemaal door de rij laten komen. Zoals u kunt zien, raakt mijn kracht
na een paar visioenen snel uitgeput; op die manier kan ik dus niet bij
iedereen komen. Maar mijn samenkomsten zijn er niet op gebaseerd
dat ik persoonlijk contact heb met iedere persoon. Ze zijn gebaseerd
op het verheerlijken van de Heere Jezus Christus en Zijn opstanding,
door het prediken en demonstreren van het Woord van God.
Doordat de mensen het Woord gepredikt horen worden, zouden de
mensen moeten geloven dat de Heere Jezus in Zijn opstandingskracht
in ons midden is en dezelfde dingen doet die Hij deed toen Hij hier op
aarde was, als een betuiging van Zijn immerdurende alom-
tegenwoordigheid. Hij is hier nu bij ons en zal het voorimmer zijn.
Christengelovigen, wij zullen nooit zonder de Heere zijn. We zijn
voor de eeuwigheid met Hem verbonden. Is dat niet wonderbaar?
22
Jezus zei: Ik zal met u zijn, altijd 8 Mijn samenkomsten zijn
gebaseerd op het principe dat het voor de gelovige slechts: zie en
leef behoorde te zijn. 9
Hoewel deze campagne tot en met woensdag 2 maart 1955 zou
doorlopen, was er in Phoenix voor zaterdagavond, 26 februari geen
meeting voorzien. Die zaterdag reed Bill 160 kilometer oostwaarts,
zodat hij n gebedsdienst kon houden voor de Apachen in het San
Carlos Indianen Reservaat.
De laatste keer dat hij in San Carlos had gepredikt was in 1947, twee
jaar voordat zijn tweede teken verscheen. Toentertijd kon hij ziekten
alleen onderscheiden door het teken in zijn hand. Toen die samen-
komst in 1947 begon, waren de Indianen terughoudend om naar voren
te komen voor gebed, denkend dat hij waarschijnlijk een bedrieger
was. In een gemeenschap, saamhorig als de Apachen, waar iedereen
iedereen kende, verdween hun argwaan toen ze een buitenstaander
nauwkeurig de diagnose zagen stellen van de eerste paar patinten, en
8
Verwijzend naar Matths 28: 20
9
Hij verwijst hier naar het principe van geloof. Zie en leef grijpt terug
op wat verteld wordt in Numeri 21: 4-9. Toen een plaag van giftige
slangen de Isralieten overviel, hief Mozes aan een paal een koperen
slang omhoog. God zei, dat wie er maar naar die koperen slang keek,
zou leven. De koperen slang symboliseerde de zonde die was geoor-
deeld. Die Oud Testamentische geschiedenis was een beeld van Jezus
aan het kruis. (Johannes 3: 14-15). Jezus droeg de zonden van de mens-
heid aan het kruis. Wie in geloof op Hem ziet, zal voor immer leven.
Afb. 5 Predikend in het Apachen Indianen reservaat - San Carlos 1955
23
vormden ze vol verlangen een rij die Bill de helft van de nacht bezig
hield met bidden. De wonderenstroom vloeide net zo vrij als in het
voorjaar het water van de Witte Bergen.
Nu, in 1955, waren de Apache Indianen verlangend om nog een
geloofs-genezings dienst te hebben in hun reservaat. Zodra Bill arri-
veerde, kwam er een vrouw uit een met teerpapier beklede hut, kniel-
de neer op het erf, boog haar hoofd en bad onafgebroken door, de
hele dienst lang.
Young Brown en Jack Moore begeleidden Bill op deze reis,
maar Billy Paul bleef achter in Phoenix. Aangezien Billy Paul ge-
woonlijk de gebedskaarten voor elke samenkomst verdeelde, had Bill
totaal geen aandacht geschonken aan dit onderdeel, totdat hij al in
San Carlos was. Toen besefte hij dat hij helemaal geen gebedskaart-
den had om orde te hou-
den in de gebedsrij.
Gelukkigerwijs hielden
deze Apachen orde zon-
der zon hulpmiddel. Bill
was van plan om te bid-
den voor zoveel mensen
als hij zou kunnen; dan,
nadat zijn kracht het af
liet weten, zouden zijn
medewerkers het bidden
voortzetten totdat ze
ieder in de rij hadden
gehad.
Als start van de
gebedsrij liep een moeder
naar voren met een baby
in haar armen.
De moeder droeg een
traditionele Apachen
jurk, met de tot op de
enkels hangende wollen rok, waar in de stof pastelkleurige patronen
waren geweven. Bill sprak een ogenblik met haar om haar geest te
onderscheiden. Ze was bezorgd over haar kindje. Zijn eerste visioen
van die avond toonde hoe glaucoom de ogen van deze baby had
Afb. 6 Na de prediking was er een
ordelijke gebedsrij zonder gebedskaarten.
( San Carlo Indianenreservaat - 1955 )
24
verblind. Een eenvoudig gebed tot een Almachtig God keerde de loop
der natuur. Toen Bill een vinger voor het gezichtje van de baby heen
en weer bewoog, richtten die kleine oogjes zich erop en volgden ze de
beweging.
Dat eerste wonder ontketende een kettingreactie van geloof, die
zich snel verspreidde door de stam. Weldra hoorden doven, liepen
kreupelen, en bezweken talloze ziekten onder de kracht van Jezus
Christus. Terwijl Bill aan het eind van zijn kracht aan het komen
was, bracht een zendeling, die Michell heette, een klein Apachemeis-
je. Bill knielde neer en stelde haar een vraag, maar ze antwoordde
niet.
Reverend Michell zei: Broeder Branham, ze spreekt geen En-
gels. - Ze is blind.
Bill wuifde met zijn hand voor haar gezichtje langs. Ze knipper-
de nog niet eens met haar ogen. Hij bad voor haar, en wuifde toen
opnieuw zijn hand voor haar gezichtje langs. Haar jonge ogen staar-
den naar een duistere toekomst, zonder reaktie. Kijkend naar deze
mooie kleine Indiaanse prinses, overstroomde hem een geweldige
droefheid. Plotseling zag hij een vreemd visioen. Hij zag zichzelf de
hand van dit meisje nemen, omhoog vliegen door de hemelen met
haar en samen gingen ze binnen in de troonzaal van God. Daar lag het
bloed van Jezus op de troon. Dat bloed zou dit meisje kunnen gene-
zen als ze het slechts zou kunnen geloven, maar ze had niet genoeg
geloof. Toen kwam het vreemdste gedeelte: God accepteerde Bills
sterke geloof in het bloed van Jezus in plaats van het minimale geloof
van het meisje. Ogenblikkelijk was hij terug in het Indianen reservaat,
geknield naast dat kleine Indiaanse prinsesje. Hij zei: Broeder Mi-
chell, er is iets gebeurd. Het leek alsof ik door het uitspansel ging met
dit kind aan mijn hand Terwijl hij sprak zwaaide hij met zijn arm
naar de hemel. Op deze plotselinge beweging, rukte het meisje ver-
baasd haar handen omhoog naar haar mond. Ze kon zien!
Rev. Michell nam het meisje onmiddellijk mee naar de dokter
van het reservaat, die haar onderzocht en het wonder bevestigde.
Ondertussen stond de volgende persoon in de rij voor Bill, een man
die eveneens blind was. Toen het visioen doorbrak, zag hij dat deze
man de vader was van het meisje dat zojuist was genezen. Die avond
herstelde de genade van God ook zjn gezichtsvermogen.
Tegen deze tijd was Bill zo vermoeid, dat zijn lippen doof aan-
25
voelden en zijn benen als van rubber leken. Jack Moore wilde dat hij
stopte, maar Bill zei dat hij dacht dat hij nog n visioen meer aan-
kon. Een jonge Apache vrouw haastte zich naar voren. Ze droeg een
paar sokken in haar ene hand en een heren stropdas in de andere. Ze
overhandigde deze voorwerpen aan Bill, die ze aannam, denkend dat
zij niet meer wilde dan dat hij ze vasthield, terwijl hij voor haar bad.
Zij had iets anders in gedachten, wat het visioen prompt openbaarde.
Bill zei: Deze sokken horen toe aan een geliefde van u, die een
ziekte heeft in haar voeten, en u wilt dat ze genezen wordt als zij ze
aantrekt. Deze stropdas is voor uw man, die een ongelovige is. U wilt
dat hij de Heilige Geest ontvangt wanneer hij haar om zijn nek doet.
De vrouw zei dat dit precies was wat ze wenste. Bill zei: Indien u het
kunt geloven: in Jezus naam kunt u hebben waar u om vraagt.
Later die avond, terwijl ze terugreden naar Phoenix, spraken
Young Brown en Jack Moore opgewonden over de Apache samen-
komst. Young Brown was er verbaasd over dat Bill voor zoveel Indi-
anen had gebeden voor zijn kracht hem begaf rond de 30 mensen,
tweemaal zoveel als gebruikelijk. Brown vroeg zich af hoe Bill zo
lang de spanning van die visioenen kon hebben doorstaan.
Bill vroeg zich hetzelfde af. Hij wist dat het de mensen zelf
waren die zijn gave in werking stelden. De onderscheiding kon niet
genezen; ze kon slechts geloof opwekken, door de mensen te tonen
dat Jezus Christus aanwezig was, gewillig was, en in staat was hen te
genezen. In het begin vertelde de engel hem:Als je de mensen er toe
kunt krijgen om je te geloven, zal niets voor je gebed standhouden,
zelfs kanker niet. Wat ieder van zijn bediening ontving, hing af van
het geloof van die persoon. Misschien hadden deze Apachen eenvou-
dig meer geloof dan de meeste andere Amerikanen, wat voor hem van
zijn kant de spanning verminderde. Hij zag hetzelfde onder de inboor-
lingen van Zuid-Afrika en India. Het scheen of de nadruk die de
Westerse cultuur legde op opleiding en intellectuele redenatie, de
mensen dikwijls hinderde in plaats van hielp, om het Woord van God
te geloven.
Terwijl Jack Moore en Young Brown over de samenkomst
discussieerden, dacht Bill over de vrouw die wilde dat hij bad over
een stropdas en een paar sokken. Er was iets met die stropdas en die
sokken dat iets in zijn geheugen wakker riep. Toen hij de volgende
morgen wakker werd, fladderden die sokken nog steeds rond in zijn
26
gedachten. Op een zeker moment sprak de Heilige Geest:Pak je
visioenen-boek. Zijn notitieboek openend bij de laatste aantekening,
zocht hij terug door de aantekeningen van zijn visioenen, totdat hij
het vond: Op 3 december 1954, in Binghamton, New York, om
zeven uur in de morgen, had God hem een visioen laten zien van de
laatste avond met de Apachen, van het ene eind tot het andere, de
vrouw die de stropdas en de sokken vasthield, inbegrepen.
Die zondag in de gemeente (op 27 februari 1955), zei Bill: De
meest gewijde samenkomst die ik ooit had op Amerikaanse bodem,
vond gisteravond plaats in het Indianen Reservaat. Ik ben gewend om
te prediken tot 15.000 tot 18.000 mensen. Gisteravond waren er maar
500 of zo, maar nooit tevoren in Amerika heb ik de Geest van God zo
vrij zien bewegen.
Voor hij zijn prediking begon, wilde hij een misverstand uit de
wereld helpen. Eerder in de week had hij gezegd dat Adam nschul-
dig was en Eva schuldig was. Klaarblijkelijk hadden enige mensen
(waaronder predikers) Jack Moore opgebeld om te vragen of broeder
Branham geloofde, dat Adam niet had gezondigd in de Hof van Eden.
Nu probeerde Bill uit te leggen wat hij had bedoeld. Sommigen van
u dachten dat ik zei dat Adam niet zondigde. Adam zondigde wel, en
werd veroordeeld, net zoals Eva. De lamsvacht die hem als een ver-
lossende mantel bedekte, toonde dat. Maar Eva handelde verkeerd,
denkend dat ze just handelde. Zij werd verleid. Adam werd niet
verleid. 10
Hij zondigde met zijn ogen wijd open: precies wetend wat
hij deed. Hij nam weloverwogen zijn plaats in bij zijn vrouw omdat
hij van haar hield. En Jezus, niet onwetend van wat Hij aan het doen
was, nam Zijn plaats in bij de zondaar, de Gemeente, zodat Hij de
Gemeente zou mogen terug verlossen tot Zichzelf. Ziet u? Adam was
een beeld. Door de eerste Adam stierven allen; door de Tweede
Adam leven allen. 11
Omdat Adam Eva liefhad, nam hij gewillig haar
zonde op zich en werd veroordeeld. Omdat Christus Zijn Gemeente
liefhad, nam Hij gewillig onze zonden op Zich en werd Hij veroor-
deeld, stierf en werd naar de hel gestuurd. Zo is het. God zou Hem
niet rein naar de hel hebben gestuurd. Hij was veroordeeld. Hij stierf
als zondaar. Christus zondigde nooit Zelf, maar Hij nam onze zonden
10
Verwijzend naar 1 Timothes 2: 14
11
Verwijzend naar 1 Corinthirs 15: 20-22
27
op Zich; en op de derde dag wekte God Hem op, de dood overwin-
nend en eeuwig leven aanbiedend aan ieder die in Hem zal geloven.
Bill hoopte dat deze uitleg zijn vroegere uitspraken zou verdui-
delijken. Het was niet de eerste keer dat iemand hem niet correct
begrepen had. Hij besefte dat hoe meer hij vastere spijze onderwees,
hoe meer zulke misverstanden zouden voorkomen. Dat ontmoedigde
hem niet en bracht hem niet af van zijn nieuwe doelstelling. Zijn visie
over de eerste Adam en de Tweede Adam bevestigde zijn overtui-
ging, dat hij zowel geroepen was om te onderwijzen als om te evan-
geliseren. Hij wilde zijn God-gegeven invloed gebruiken om mensen
vast te grondvesten op Bijbelse waarheid. Hij voelde dat als Christe-
nen ooit een openbaring van de opgewekte Jezus Christus in hun
midden konden vatten, alles zou veranderen.
* * *
28
29
HOOFDSTUK 69
Een Plechtige Waarschuwing
1955
WILLIAM BRANHAMS campagne in Phoenix eindigde op woens-
dag, 2 maart 1955. De volgende dag reed hij naar Los Angeles, Cali-
forni, om een campagne van vijf avonden te beginnen in de Angelus
Tempel, de kerk die gesticht was door Aimee Semple McPherson,
een beroemde vrouwelijke evangelist uit de twintiger jaren.
Toen verhuisde hij naar een groter gebouw
in Los Angeles voor twee samenkomsten,
gesponsord door de Internationale Gemeen-
schap van Volle Evangelie Zakenlieden
(FGBMFI).
De vice-president van de Gemeenschap,
Miner Arganbright, had de Stock Arena
gehuurd voor vrijdag- en zaterdagavond, 11
en 12 maart.
Bill hoopte dat deze twee campagnes beter
zouden slagen, dan degene die hij de afgelo-
pen zomer in Californi had gehouden.
In augustus 1954, toen hij in de Calvary
Tempel in Los Angeles predikte, was het
aantal toehoorders elke avond veel kleiner dan zijn sponsors ver-
wachtten. Achteraf vernam Bill dat veel mensen weigerden ze bij te
wonen, omdat ze iets hadden tegen de kerk waar zijn samenkomsten
werden gehouden. Zelfs al was hij met geen enkele denominatie
verbonden, hadden toch conflicten tussen denominaties uitwerking op
zijn bediening.
Sinds 1947 had hij de West Kust regelmatig bezocht. In het
begin vertoonden zijn samenkomsten in Californi een explosie van
geloof en wonderen, en elk jaar dat hij terugkeerde, werden zijn
toehoorderscharen groter dan het voorgaande jaar. Kort geleden was
die trend omgeslagen. Christenen in de Orange County schenen de
interesse in zijn bovennatuurlijke gave te verliezen. Films en televi-
sieshows trokken beslist veel mensen af van de dingen van God.
Afb. 7
Minor Arganbright
30
Misschien zoog zelfs Hollywood enige Christenen in haar illusies,
hun geestelijke zintuigen afstompend voor het teken van de Messias
in hun midden. Of misschien maakte jaloezie en wedijver onder
denominaties dat kerkleiders onwillig waren om met elkaar samen te
werken. Wat de reden ook was, het aantal bezoekers in Bills campag-
nes in Californi was over de afgelopen drie jaar aan het terugvallen
geweest.
Bill herinnerde zich een gesprek dat hij had met een Baptisten
predikant tijdens de eerste keer dat hij in Los Angeles kwam, in 1947.
De prediker waarschuwde: Broeder Branham, nu u aan de West Kust
bent, kunt u maar beter voorzichtig zijn met waar u over predikt.
Dat begreep hij niet. Ik predik Goddelijke genezing. Wat is daar
verkeerd mee?
O, ik geloof ook in Goddelijke genezing, antwoordde de
prediker, maar hier in Californi is het anders. Pak een zaterdagkrant
en zie het zelf. Hier wordt het ergste fanatisme dat u ooit hebt gezien
gekoppeld aan Goddelijke genezing vreemde mensen met allerlei
soorten theorien en eigenaardige gevoelens die zij tekenen van God
noemen. Als u niet oppast, zult u maken dat dat soort gedoe zich
zelfs nog verder verspreidt.
Op dat moment antwoordde Bill: Kijk, meneer, mijn gave komt
van God. Ik geloof dat ze een zegen zal zijn voor Christenen. Mijn
verlangen is om te zien, dat deze verdeelde groep Pinkstermensen in
eenstemmigheid bij elkaar komt. Ze hebben de geweldigste zaak van
de wereld: de doop van de Heilige Geest. Zeker zullen die mensen die
geestelijk gezind zijn, mijn gave zien, en begrijpen wat ik probeer te
doen.
De Baptisten voorganger antwoordde: Ik twijfel niet aan uw
gave of uw motieven, maar broeder Branham: God zij met u.
Hij sprak deze zin plechtig uit niet als een zegen, maar meer als een
waarschuwing. Op dat moment wist Bill niet wat deze prediker had
bedoeld. Hij stond op het punt om het uit te vinden.
Op maandag 7 maart 1955 werd Bill om drie uur in de morgen
wakker. Omdat hij niet meer in slaap kon komen, stond hij op om te
bidden. Weldra voelde hij de engel van de Heere in de kamer. Een
paar momenten later, nam een visioen hem mee.
Nu stond hij boven op de rand van een steil voorgebergte, wat
hem een panoramisch uitzicht gaf over Los Angeles. Vlak onder hem
31
was een straat waar palmbomen langs stonden. Overal fladderden
gieren al krijsend rond, sommige vlogen tussen bomen, andere ver-
zameld rond een dood dier op de straat. Elke gieren-soort was verte-
genwoordigd. Vanuit de top van een palmboom schreeuwde n gier
naar de groep die zich te goed deed aan het op de straat gedode dier:
Ik hb het. Een van de aasgieren op de straat keek op van zijn
maaltijd en schreeuwde terug: Ik heb het ook. Dit veroorzaakte een
kabaal, met elke gier die naar het dier naast hem krijste: Ik hb het!
Ik hb het!
Bill vroeg zich af wat dit vreemde lawaaierige toneel betekende.
Plotseling stond naast hem op de steilte dezelfde Baptisten predikant
die hem die plechtige waarschuwing had gegeven bij zijn eerste tocht
naar Los Angeles. De predikant keek Bill recht in de ogen en zei
ernstig: Wat heb ik u acht jaar geleden gezegd, broeder Branham?
Meneer, ik bied mijn verontschuldiging aan. Ik dacht zeker dat
ze me zouden begrijpen.
De engel van de Heere trad naar voren op de rand van de steilte
aan Bills rechterzijde. De engel zei: Zo dacht Mozes dat de Isralie-
ten het zeker zouden begrijpen. 12
Toen vervaagde het visioen en was hij terug in zijn kamer.
OP VRIJDAGAVOND in de Stock Arena vertelde Bill dit visioen
aan het gehoor en bood hij in het openbaar zijn verontschuldigingen
aan aan die Baptisten predikant, voor het niet acht geven op zijn
waarschuwing. Toen probeerde hij het de mensen opnieuw te laten
begrijpen. Twee avonden lang legde hij het verschil uit tussen het
zegel van God op de gelovige en het zegel van de antichrist op de
ongelovige. Hij leerde dat het zegel van God de doop van de Heilige
Geest was, wat veroorzaakte dat een Christen heel het Woord van
God als genspireerd zou accepteren. De antichristelijke geest be-
weerde evenzo God lief te hebben, maar deze geest kon niet alles in
de Bijbel als waar accepteren.
Bill zei: Mensen met de antichristelijke geest zijn lauw, grens-
gelovigen, die niet regelrecht verder komen tot de Heilige Geest, en
12
Verwijzing naar Exodus 2: 11-15; Handelingen 7: 22-25
32
zeggen dan: Ik geloof niet in zulk gedoe. Ze kunnen zo ver komen
als hun leider, Judas erg fundamenteel in de leer, maar wanneer het
er op aankomt om de doop van de Heilige Geest te ontvangen, dan
zeggen ze: O, dat is fanatisme; dat stelt niets voor. Ze zouden het
Woord intellectueel mogen geloven, maar ze kunnen het niet vanuit
hun hart geloven.
De antichristelijke geest zal een religieuze geest zijn. Jezus zei
dat het zo dicht naast de werkelijke zaak zou liggen, dat het de uit-
verkorenen zelf zou misleiden, als het mogelijk ware. 13
Dat werpt er
een ander licht op, nietwaar? Het is een religieuze geest; een die kan
dansen, jubelen, demonen uitwerpen en wonderen doen en nog
steeds is het antichrist. Jezus leerde, dat niet iedereen die Hem Heer
noemt, het Koninkrijk der Hemelen zal binnengaan. Op de Dag des
Oordeels zullen vele mensen tot Hem zeggen: Here, hebben wij niet
in Uw Naam geprofeteerd en in Uw Naam boze geesten uitgedreven
en in Uw Naam vele wonderen gedaan? Dan zal Jezus hen zeggen:
Gaat weg van Mij, gij werkers der wetteloosheid. Ik heb u nooit
gekend. 14
U kunt uw redding niet baseren op emoties. In India zag ik
mensen zich opwerken tot een razernij, schreeuwend met wat ze maar
uit hun longen konden persen, en dan blootsvoets door een put met
wit hete kolen lopen zonder zich te branden en ze ontkennen dat er
ooit een man als Jezus Christus is geweest! Emoties betekenen dus
niets. 15
Wat telt, is de vrucht van de Heilige Geest: liefde, blijd-
schap, vrede, lankmoedigheid, goedheid en vriendelijkheid . 16
Zo is
het. Ik wil uw gevoelens niet kwetsen, maar het moet worden gezegd.
U hebt de Heilige Geest zien uitgaan in mijn bediening met deze gave
van onderscheiding. Nu is het tot het moment gekomen, waar ik u
evenzo de waarheid over deze andere dingen wil vertellen.
Een paar ogenblikken later haalde hij zijn visioen aan over de
aasgieren die zich voedden met kadavers, terwijl ze toch beweerden
de waarheid te hebben. Bill zei: Broeders, u begrijpt niet wat mijn
bediening allemaal inhoudt. De God des Hemels probeert om u bij
13
Verwijzing naar Matths 24: 24
14
Verwijzend naar Matths 7: 21-23
15
Verwijzend naar Matths 7: 13-20
16
Verwijzend naar Galaten 5: 22
33
elkaar te brengen. Maar elke keer dat ik hier kom, wordt het aantal
toehoorders minder en minder. Wat ik ook probeer te doen, sommige
mensen bestempelen mijn bediening nog steeds als sekte. Broeders en
zusters: deze geweldige Pinkster Beweging zal nooit voorspoedig
zijn, totdat u uw vooroordelen afbreekt en n van hart wordt in
eenheid van geest. Als u het blijft afwijzen - herinner u dat Laodicea,
het laatste gemeente tijdperk, lauw wordt en dat God het uit Zijn
mond spuwt.17
Hoor het Woord des Heeren!
De Pinksterkerk is aan het afkoelen en te star aan het worden.
Dat is de reden dat u niet met elkaar kunt samenwerken u besteedt
meer aandacht aan uw organisaties dan aan Jezus Christus. Elke
gemeente probeert de andere te overtreffen door het meest fantasti-
sche gebouw van de stad neer te zetten. Wat zullen kerkgebouwen
God een zorg zijn? Als u gelooft dat Jezus spoedig komt, waarom
steekt u dan miljoenen dollars in uw gebouwen? Dat geld zou besteed
moeten worden op de zendingsvelden, om het Evangelie te versprei-
den onder diegenen die het nooit hebben gehoord.
U Pinkstermensen hebt uw normen verlaagd door zonde toe te
laten in uw kerken. Vroeger was het gebruikelijk dat Pinkstervrou-
wen lang haar hadden en zich keurig kleedden. Nu knippen de mees-
ten van hen hun haar, gebruiken make-up en dragen korte, zeer nauwe
kleding en nog altijd zeggen dat ze met de Heilige Geest gedoopt
zijn? Ik geloof dat de Heilige Geest zal maken dat u zich waardig
kleedt en juist leeft. Als de Heilige Geest die zaken in het begin ver-
oordeelde Hij is vanavond nog altijd dezelfde Heilige Geest. Hij
verandert niet.
Ik vrees dat er iets is dat van de beginne niet goed is begonnen.
Amen. O, tjonge, ik vind het vreselijk om dat te zeggen. Maar hoe
kan ik het weerhouden om te zeggen, wanneer het zo hard als het
maar kan uit me wordt geduwd?
Vanavond hebben de Christen Zakenlieden me hier naar deze
grote arena gebracht, zodat we vrij konden zijn van banden met de-
nominaties. Het behoorde hier volgepakt te zitten met voorgangers
die elkaar de hand schudden en God prijzen voor het zenden van een
opwekking. Maar teveel voorgangers hebben tegen hun mensen ge-
17
Verwijzend naar Openbaring 3: 14-22
34
zegd: Ga daar niet heen, want hij hoort niet bij onze groep. Mijn
broeders, dat is de duivel die zich tussen u indringt, u afscheidt, u
afbreekt. Kunt u niet zien wat ik bedoel?
Dus als die Baptisten prediker hier vanavond is, ik bied op-
nieuw mijn verontschuldigingen aan. In plaats van dat mijn bediening
Christenen in Californi tot elkaar bracht, heeft het fanatisme aange-
moedigd. Ieder moet een demon ruiken of een duivel eruit schoppen.
O, broeder, als u gelooft dat ik Gods dienstknecht ben, hoor dan mijn
stem vanavond. Kom terug naar het Evangelie. Bid dat de Heilige
Geest u genoeg liefde zal geven om u los te breken van al deze voor-
oordelen. Verootmoedig u en bid dat God u zal vormen naar Zijn
beeld. Dan zult u niet in de val lopen door welke van deze valse
wijnstokken ook, die proberen om de echte gaven van God na te
bootsen.
WILLIAM BRANHAM wist dat zijn gave bij veel mensen over-
kwam als onorthodox. Hij probeerde dikwijs om zijn gehoor uit te
leggen hoe zijn visioenen werkten, hopend dat zon uitleg Christenen
zou helpen om misvattingen te vermijden. Desondanks begrepen
sommige mensen hem verkeerd.
Eens kwam er een jonge Pinksterman naar Bill toe, met de vraag
om hem in zijn huwelijk te helpen. De man zei: Mijn vrouw is een
verknochte Lutheraan en ik kan haar de doop van de Heilige Geest
niet laten zien. Broeder Branham, ik heb gezien hoe u in uw samen-
komsten duivels aanpakt, dus wanneer mijn vrouw gekheid over mij
maakt, dan beveel ik die duivel om haar te verlaten in Jezus Naam.
Maar het maakt niet uit hoe krachtig ik ook optreed, ik kan die duivel
er niet toe krijgen om uit haar te gaan. Nu ziet het ernaar uit dat we
gaan scheiden.
Broeder, u gaat er op de verkeerde manier tegenin, antwoordde
Bill. Wanneer zij op die manier tegen u begint, zeg dan: God zege-
ne je, lieverd, ik houd van je, en wees echt vriendelijk voor haar.
Doe iets fijns voor haar, en blijf de hele tijd stil in je hart voor haar
bidden. God zal voor de rest zorg dragen.
Drie weken laten belde de man Bill op, om te berichten: Mijn
huis heeft een ommekeer beleefd. Mijn vrouw is een ander iemand
geworden.
Wat is krachtiger, vroeg Bill, schreeuwen en schoppen, of in
35
liefde je arm om haar heen slaan? Bedenk altijd dat God liefde is. Dat
is hoe dat ik in mijn samenkomsten die duivelen uitwerp: door de
kracht van liefde.
De meeste misvattingen waren echter niet zo gemakkelijk te
corrigeren. Het ergst van alle waren de predikers die over Bills gave
hadden gehoord en probeerden om het voor eigen gewin na te boot-
sen, wat veel verwarring veroorzaakte onder Christenen. Enige van
deze predikers waren regelrechte bedriegers, die inspeelden op de
lichtgelovigheid van oprechte, maar geestelijk onwetende mensen.
Andere predikers waren oprecht ingenomen met de gaven van de
Heilige Geest, maar waren niet zo zorgvuldig dat ze op schriftuurlijke
wijze met deze gaven omgingen, en ze werden daardoor bijna net zo
schadelijk als de bedriegers.
Bill kende n voorganger die in de war was, bewerend dat hij
een gave van onderscheiding had, die zei: Deze vrouw heeft drie
duivels in zich. Een ervan heet Jeff en een andere heet Seth. Ze heb-
ben elk een andere kleur. De ene duivel is groen, een andere is blauw
en de laatste is roze. Toen Bill dit hoorde, bad hij: O God, heb ik
ooit iets gezegd om mensen zulke ideen te geven? Laat dat niet
gebeuren, o God. Veel van die mensen worstelen zo hard om te
proberen het Koninkrijk van God te zien. Hoe konden ze met hon-
derden bij elkaar komen om naar dergelijke rommel te luisteren? Laat
ze de Stem van de Grote Herder horen, opdat ze de stemmen van
deze vreemden niet zullen volgen.
De waarheid met betrekking tot Bills gave van onderscheiding
was veel krachtiger en verbazingwekkender dan welke van deze
nabootsers zich konden voorstellen. Wanneer de zalving op hem
kwam tijdens een gebedsdienst, dan was het alsof er een gordijn voor
een raam opzij werd getrokken, wat hem een glimp toonde van de
geestelijke wereld er achter. Hij kon voelen als de engel van de Heere
zon halve meter rechts van hem stond, en dikwijls kon hij de engel
zien, er uitziend als een Vuurkolom die in de lucht hing. Wanneer
mensen in de gebedsrij naar voren liepen in de tegenwoordigheid van
die engel, kon Bill zeggen of ze gelovigen waren of ongelovigen,
omdat zich rond Christenen een bleke stralenkrans vertoonde en ze
een geest van welkom zijn meebrachten. Als twijfel een Christen
lastig viel, zag Bill het als een donkere streep die hen volgde. Als een
gelovige werd gekweld door een duivel, zag Bill het als een zwarte,
36
golvende schaduw boven hen.
Over het algemeen verschenen duivels als donkere wolken, koud
en onverschillig. Een persoon die overwoog om zelfmoord te plegen,
werd omringd door een zwarte mist van demonen, die de persoon
aanzetten om de daad uit te voeren. Als iemand stervende was, zag
Bill dit vaak als een donkere schaduw rond het hoofd. Dan zou hij
zeggen dat de persoon door de dood overschaduwd werd. Dikwijls
wanneer een demon die een specifieke ziekte veroorzaakte op het
podium werd ontmaskerd, dan zou hij om hulp roepen bij demonen
in de nabijheid die eveneens dezelfde ziekte in anderen veroorzaak-
ten. Bill zag dit als een donkere streep die van de persoon op het
podium naar iemand in het gehoor liep. Dan kon hij beide demonen
in n keer ontmaskeren. Zijn diagnose was nimmer verkeerd.
Onder de zalving kon hij werkelijk het geloof van mensen aan
zijn gave voelen trekken. De voornaamste reden dat hij ook maar een
gebedsrij had, was om het geloof van de persoon voor wie hij aan het
bidden was, af te zonderen. Hij wist dat zijn gave werkte door het
geloof van elke individuele persoon. Wanneer mensen naar voren
kwamen voor gebed, was er maar een gesprekje van een paar woor-
den nodig om een visioen te laten komen. Als Bill bleef doorpraten,
ging het visioen door totdat hij lichamelijk uitgeput was. Om het
onvermijdelijke uit te stellen, probeerde hij juist genoeg te zeggen om
het geloof van elke persoon naar het punt te brengen waar hij of zij
bovennatuurlijke genezing zou kunnen aannemen van Jezus Christus.
Zelfs zonder een visioen kon Bill dikwijls zeggen wanneer een Chris-
ten was genezen, omdat de stralenkrans rond die persoon plotseling
extra helder oplichtte. Dikwijls zou de engel van de Heere het podium
verlaten en zich naar boven het gehoor begeven. Dan was alles wat
Bill nodig had om te doen: op te letten waar de Vuurkolom stopte; het
visioen brak altijd door onder dat licht. Soms groeide in een samen-
komst het geloof van Christenen zozeer, dat Bill het werkelijk kon
zien als een melkachtige mist die over het gehoor hing. Wanneer dit
gebeurde, trokken er zoveel mensen tegelijkertijd aan zijn gave, dat
het moeilijk voor hem was om individuele problemen te onderschei-
den. Gewoonlijk zou hij op dit punt stoppen met de gebedsrij en een
algemeen gebed opzenden voor de genezing van elke zieke persoon
in het gebouw.
Ondanks de vele keren dat hij probeerde om het geestelijke
37
aspect van zijn gave uit te leggen, konden de meeste mensen het niet
vatten. Dat deerde niet. Het kon wl kwaad, wanneer mensen zijn
uitleg van de gave gebruikten, om te proberen zijn bediening na te
bootsen. Dit kwam pijnlijk aan het licht toen op een morgen een
vrouw van middelbare leeftijd naar Bills huis kwam om zijn hulp in
te roepen. Hij liet haar binnen in zijn woonkamer. Meda was aan het
koken voor het ontbijt. De vrouw ging in de luie stoel zitten, deed
haar schoenen en kousen uit, trok haar benen onder zich op en begon
nerveus in haar handen te wrijven. Haar gezicht zag er verwilderd uit.
Toen Bill haar vroeg wat er aan scheelde, was alles wat ze zei dat ze
zich eigenaardig voelde. Hij drong bij haar aan op meer details, maar
ze bleef vaag en mysterieus.
Toen kwam het visioen, doorstotend tot het hart van het myste-
rie. Dame, u komt uit St. Louis. Uw man werkt daar bij de politie.
Ja, dat klopt. Hoe wist u dat?
Bill gaf geen antwoord op haar vraag. Hij lette nog steeds op het
visioen. U was vroeger een liefelijke huisvrouw, maar sinds kort ziet
uw huis er uit als een varkensstal. Uw volwassen dochter is daar nu
om voor uw man te zorgen.
U hebt gelijk. Wie vertelde u dat?
Toen u zich eigenaardig begon te voelen, ging u een dokter
bezoeken. Hij gaf u een hormoon injectie. Toen ging u naar een be-
paalde kerk waar de voorganger zei dat u door demonen bezeten was.
Hij stuurde u naar Californi om een prediker te bezoeken, die u
vertelde dat u zeven demonen had. U geloofde hem, omdat u dacht
dat dat uw vreemde gevoelens verklaarde. Toen luisterde u naar een
vrouwelijke prediker die zei dat u vjf demonen had. Zij vertelde u om
naar Jeffersonville te komen en mij er over te bezoeken.
Ja, dat is allemaal waar. Hoe wist u dat? Heeft mijn dochter u
gebeld?
Het visioen eindigde, wat Bill in n klap terugzette in zijn
woonkamer. Nu kon hij haar antwoorden. De Heilige Geest vertelde
me die dingen door een visioen.
De vrouw rechtte haar benen en ging rechtop zitten. Nu kan ik
op de achtergrond hiervan komen. Ik heb diverse dagen niet gegeten,
en ik zal niet gaan eten totdat ik uitvind wat er gebeurd is met die
twee demonen. Als ik er achter kan komen waarom die twee demo-
nen me verlieten, dan kan ik maken dat de rest van ze op dezelfde
38
manier weggaan.
Mevrouw, om te beginnen hebt u geen demonen.
Heb ik die niet?
Nee, mevrouw. Hebt u niet uw moeder door de overgang zien
gaan? Hetzelfde is met u aan het gebeuren. Waarvoor denkt u dat die
hormoon injecties waren?
Dat weet ik niet.
Die waren voor de menopauze; daar waren ze voor.
Zult u voor mij gaan bidden en ze uitwerpen?
Er is niets om uit te werpen. Uw vreemde gevoelens worden
niet veroorzaakt door demonen; het is gewoon een natuurlijke levens-
omstandigheid.
Haar gezicht ontspande zich aanmerkelijk. De geur van bradend
rookspek maakte dat haar hoofd in de richting van de keuken draaide.
Beetje hongerig? vroeg Bill met een ietwat ironisch glimlachje.
Weldra zat ze aan de keukentafel gebakken spek, eieren en toast te
eten. Toen ze haar tweede kop koffie op had, zei Bill: Ga nu naar
huis, breng het huis op orde, en bak dan voor uw man een fijne appel-
taart. Wanneer hij vanavond thuiskomt, ga dan op zijn schoot zitten,
sla uw beide armen om hem heen, kus hem, en zeg hem dat u van
hem houdt. Leef vanaf nu zoals een Christen vrouw behoort te leven.
Terwijl hij haar zag wegrijden, dacht Bill aan de twee predikers
in Californi die deze lichtgelovige vrouw hadden verteld dat ze
demonen had. Hij vroeg zich af of die predikers ooit in zijn samen-
komsten waren geweest. Hij hoopte dat ze niet probeerden om in hun
bedieningen de zijne na te doen. Bill dacht weer aan die Baptisten
predikant en zijn plechtige waarschuwing: God zij met u.
Tegen die tijd kwam een jongeman naar Bills huis rijden in een
oude half open Chevrolet bestelwagen. Bill zat op zijn veranda en
luisterde naar het probleem van de jongeman.
Broeder Branham, ik was eigenaar van een verkoopterrein voor
tweedehands autos in Minneapolis. Een paar jaar geleden ging mijn
vrouw naar een Pinkstergemeente en ontving de Geest. Ze wilde dat
ik met haar meeging naar de gemeente, maar ik vertelde haar: Nee,
ik ben niet van het religieuze type. Toen gebeurde er een paar maand
geleden iets dat me wakker schudde. Ik had net een auto verkocht aan
een oudere vrouw en was mijn jas aan het ophangen, toen ik me
39
afvroeg of ik haar beide sleutelsetjes had gegeven. Toen ik mn
jaszak doorzocht, vond ik een stuk papier waarop stond: Waar zult u
de eeuwigheid doorbrengen?
Die vraag raakte mij zo diep, dat ik mijn zaak overliet aan een me-
dewerker en naar huis ging om God te zoeken. Ik ging naar een van
Billy Grahams samenkomsten. Hij vertelde me, dat als ik mijn hand
opstak en Christus aanvaardde als mijn persoonlijke Redder, de zaak
dan beklonken zou zijn: ik zou de eeuwigheid bij Jezus doorbrengen.
Ik stak mijn hand op, maar ik voelde nog steeds niet dat het beklon-
ken was. Dus bezocht ik een Nazarener kerk. De Nazarener mensen
vertelden me dat, tnzij ik gelukkig genoeg was om te jubelen, ik niet
gered was. Dus ik bad totdat ik jubelde, maar nog steeds voelde ik
niet dat het klaar was. Vervolgens ging ik naar de Pinkstergemeente.
De mensen daar vertelden me dat als ik in tongen sprak, mijn eeuwige
bestemming vast zou staan. Ze baden de halve nacht met me totdat ik
in tongen sprak, maar nog steeds voelde ik niet dat het beklonken
was. Toen ontmoette ik een paar mensen van het tijdschrift De Stem
der Genezing. Zij vertelden me dat u een profeet bent. Ze zeiden, dat
als ik hier kwam, u me zou kunnen
vertellen wat voor mij nodig was om
te weten. Broeder Branham, hoe kan
ik weten waar ik de eeuwigheid zal
doorbrengen?
Wel, broeder, ten eerste wil ik u
vertellen dat ik geen profeet ben; ik
ben gewoon Zijn dienstknecht. Maar u
hebt geen profeet nodig om u op het
rechte pad te krijgen; u hebt slechts het
Woord van God nodig.
Billy Graham, de Nazareners en de
Pinkstermensen vertelden u de waar-
heid, en toch is het niet de waarheid,
niet heleml.
Uw hand opsteken, jubelen of in ton-
gen spreken is niet het ontvangen van Chrisus. Christus ontvangen is
de persoon van de Heere Jezus Christus ontvangen.
De jongeman knikte alsof hij het begreep, maar de uitdrukking
op zijn gezicht leek nog steeds verward. Waar kan ik Jezus Christus
Afb. 8 Rev. Billy Graham -
vertelde u de waarheid,
en toch is het niet heleml
de waarheid
40
vinden?
U zei, dat op het moment dat u dat briefje las, iets u trof en u
God wilde. Voor die tijd ging u bij Hem vandaan. Toen draaide u 180
graden om en ging op weg de andere kant op. Wat deed uw gedachten
veranderen?
Dat weet ik niet.
God kwam op datzelfde moment in uw hart toen u naar dat stuk
papier keek.
Bedoelt u dat ik het de hele tijd al had?
Zeker, broeder. Dat is wat bekering betekent: Omkeren.
Broeder Branham, wilt u voor me bidden?
Bill glimlachte en schudde zijn hoofd. U hebt geen gebed no-
dig. De waarheid heeft u vrijgemaakt. Dat is het werk van de Heilige
Geest - de Persoon, niet een gedachte. De Heilige Geest is de Persoon
van de Heere Jezus Christus die we in ons hart accepteren, die ons
een nieuwe en andere houding geeft ten opzichte van alles in het
leven. 18
* * *
18
Verwijzend naar Johannes 8: 30-36; Johannes14: 15-19
en Handelingen 3: 19-21
41
HOOFDSTUK 70
Ware- en Valse Wijnstokken
1955
HET WEER VAN INDIANA IN HET VOORJAAR kan een tempe-
ramentvolle metgezel zijn. Soms warmt de zon de masvelden gedu-
rende een week of twee op met zwoele windstille dagen. Dan slaat het
weer om en kolken er stormwolken over de horizon, reusachtige
stapelwolken met opgezwollen witte heuvels er bovenop, appel-
schimmelgrauw in het midden en blauwachtig zwart aan de voet,
langs de hemel marcherend als legers uit de Burger Oorlog, met
donderende kanonnen en flitsende explosies, de zwarte aarde door-
drenkend met reinigende regen.
William Branhams leven had ook een paar bulderende dagen in
de meimaand van 1955. Terwijl voor Meda haar derde zwangerschap
ten einde liep, beukten de winden van tegenstand tegen Bill op, totdat
het leek alsof er een tornado zijn gezin dreigde te vernietigen. Een
vrouw profeteerde dat Meda Branham zou gaan sterven tijdens deze
geboorte. Ze beweerde dat God haar had gezonden om William Bran-
ham te leiden, en omdat hij haar leiderschap afwees, zou God zijn
vrouw gaan slaan om het hem betaald te zetten dat hij haar niet ge-
hoorzaamde. Ze liet dit op briefkaarten drukken en stuurde die het
land door.
Ongelukkigerwijs hoorde Meda van deze profetie en dat wond
haar nog meer op; ze was al nerveus. In 1946 moest haar eerste doch-
ter, Rebekah, al met de keizersnede worden gehaald. Vijf jaar later,
werd ook haar tweede dochter, Sara, met de keizersnede geboren.
Beide keren waarschuwde Medas dokter hen, dat het krijgen van ng
een baby schadelijk voor haar zou zijn, of haar zelfs zou kunnen
doden. Nu was er deze afschuwelijke profetie. Een tijdlang probeerde
ze er geen aandacht aan te schenken, maar naarmate haar operatie
dichterbij kwam, begon haar moed te wankelen.
Op 18 mei 1955, de dag vr Medas derde keizersnede operatie,
vond Bill zijn vrouw in tranen. Hij probeerde haar gerust te stellen.
Ik wil dat Margie bij me komt, Bill, ik voel niet dat ik naar het
ziekenhuis moet gaan. Meda Branham en Margie Morgan waren
42
boezemvriendinnen. Margie was er bij elk van de kinderen bij ge-
weest, toen ze geboren werden, maar deze keer was ze weg naar een
noodgeval en kon ze niet komen.
Bill antwoordde: Kijk , lieverd, we houden van Margie, maar
Margie is niet onze God. Margie is onze zuster. Wij zijn niet afhanke-
lijk van Margie; we zijn afhankelijk van de Heere Jezus.
Bill, denk je dat ik zal gaan sterven?
Ik weet het niet, maar de baby zal geboren gaan worden. Je zult
een Jozef krijgen.
Is dit hem?
Ik weet het niet, lieverd. Ik kan het niet zeggen, maar God zei
dat je Jozef zou gaan krijgen, en we zullen Jozef gaan krijgen. Het
maakt mij niet uit wat wt anders ook zegt; we zullen een Jozef gaan
krijgen. Dezelfde God die me al deze openbaringen heeft verteld,
heeft me dt verteld. Hij heeft bij de andere niet gefaald, en Hij zal
ook daarmee niet falen.
Hij deed zijn best om haar te bemoedigen, maar het verscheurde
haar zo, dat het hen bide aantastte.
Bill stapte in zijn auto en reed in de richting van Greens Mill
hij was op weg naar zijn grot om te bidden. Hij wist dat God hem had
gezegd dat hij nog een zoon zou krijgen bijna vijf jaar geleden.
IN JULI 1950 hield Bill een geloofs-genezings campagne in een tent
in Minneapolis, Minnesota. Terwijl hij in zijn hotelkamer was, zat
hij zich te verblijden, terwijl hij in de Bijbel las over het leven van
Jozef, de aartsvader. Hij ging naar het kamertje waar zijn kleren
hingen, trok de deur dicht en ging weer door met zich te verblijden en
te wenen.
Hij kon zien dat Abraham verkiezing voorstelde; Isak recht-
vaardiging en liefde; Jacob genade - en Jozef: volmaaktheid, een
volmaakt type van Christus. Jozef werd geliefd door zijn vader en
gehaat door zijn broeders omdat hij geestelijke dromen droomde.
Voor 20 zilverlingen verkochten zijn broeders hem als slaaf, net zoals
Judas Jezus verried voor 30 zilverlingen. Na veel moeiten en zelfs
gevangenschap werd Jozef verheven tot de positie van heerser in
Egypte, de tweede man, met alleen Farao zelf boven hem. Vanuit
die positie was hij in staat om zijn familie tijdens een hongersnood
43
van de hongerdood te redden. Evenzo werd Jezus beproefd, veroor-
deeld, en naar de gevangenis van de hel gezonden, maar stond Hij op
uit de dood en werd verheven tot de rechterhand van de Vader, met
alle macht in de hemel en op aarde: onder Zijn bevel. Nu kon Jezus
Zijn familie op aarde redden van de eeuwige dood.19
O, verheugde Bill zich al, op een dag als ik oversteek, zal ik
zo blij zijn om Jozef te ontmoeten en hem de hand te schudden. Om
Danil te zien en hem te vragen hoe hij zich voelde toen die Vuurko-
lom daar stond en de hele nacht lang die leeuwen weghield. Om de
Hebreen kinderen te zien, hoe ze uit de vurige oven kwamen met die
Pinksterwind rond hen wervelend. Wat een wonderbare tijd!
God, bad Bill, ik wil U danken voor een man als Jozef, een
man die eens leefde op aarde; een man van hetzelfde vlees als ik; een
man die U kon geloven en Uw Woord nemen. Dank U Heer, dank U
voor zon man. Bill voelde sympathie voor Jozef, de aartsvader.
Jozef kon het niet helpen dat hij geestelijk was. Hij zag visioenen. Hij
legde dromen uit. Daarom haatten ze hem allemaal. Hij kon het niet
helpen; dat was gewoon wat hij was. Terwijl Bill doorging met bid-
den, zei hij: O God, als U mij ooit een kind geeft, een jongen, dan
zal ik hem de naam Jozef geven.
Bill kende de drie elementaire beginselen waar mensen bij leven.
Het eerste is zoals je op een menselijke manier voor iemand bidt: Ik
hoop dat u gezond zult worden.- Ik geloof samen met u, en probeer
al het geloof te gebruiken dat ik maar kan. Dat is menselijk. Het
tweede is Goddelijke openbaring, wat iets is dat je wordt geopen-
baard. Je weet in je hart dat het zal gaan gebeuren; toch is er niets dan
alleen die openbaring. Het derde is een visioen, wat Zo Spreekt de
Heere is, en dat is perfect en positief.
Terwijl Bill bad en huilde, sprak iets gewoon tegen hem (Geen
visioen): Je zult een jongen gaan krijgen, en je zult hem de naam
Jozef geven. Bill dacht: Wel nu, dt is fijn! Ik dank U, Heer, en
ging opgetogen naar buiten en begon iedereen er over te vertellen.
In de zomer van 1950 werd Meda zwanger. Bill vroeg zich af of
deze baby hun Jozef zou zijn. Toen de baby werd geboren in maart
van 1951, was het een meisje. Ze noemden haar Sara. Na de operatie
19
Verwijzend naar Genesis hoofdstuk 30-50 (speciaal 37: 28) Matth-
us 26: 15; Handelingen 2: 36; 1 Corinthirs 15: 4; Hebreen 12: 2, enz.
44
met de keizersnede, legde de dokter uit: Meneer Branham, de bek-
kenbeenderen van uw vrouw geven niet mee zoals ze behoren te doen
bij een geboorte; ze zitten even vast als bij een man. Echt, ze be-
hoorde nooit meer ng een kind ter wereld te brengen; haar schoot is
te dun. U kon mij maar beter de eileiders laten afbinden.
Nee, dat kan ik u niet laten doen, dokter.
Ze behoorde niet ng een kind te krijgen. Als ze ooit ng een
baby draagt, zou het haar mogen doden. We hadden daar een afschu-
welijke tijd. Ze is er nog maar net doorheen gekomen.
Toch kan ik u haar die eileiders niet laten afbinden. God vertel-
de me dat ik een zoon zou gaan krijgen.
Wel, u zou opnieuw kunnen trouwen en toch die jongen krij-
gen.
Nee, zei Bill, zijn hoofd schuddend. God zei dat ik een zoon
zou gaan krijgen bij Meda. Zelfs hoewel hij het niet in een visioen
had gezien, was het door openbaring in zijn hart gegrift, door geloof.
Niet iedereen deelde zijn geloof. Nadat Sara was geboren, belde
een man Bill op door de telefoon en lachte hem uit. Zal ik u eens wat
zeggen? U bedoelde Josefine.
Meneer, God zei me dat ik een zoon zou gaan krijgen en dat ik
hem Jozef zou noemen. (De man stierf.)
Drie mensen in zijn gemeente (die een bepaalde denominationele
kerk hadden verlaten) besloten dat hij een valse profeet was. Wacht
een ogenblik, antwoordde Bill, ik heb nooit gezegd wanneer,
evenmin zei God wanneer. God zei tegen Abraham dat hij Isaac zou
gaan krijgen, maar ondertussen werd Ismal geboren. Dat deed niets
af aan de belofte. Op een dag zal ik een jongen gaan hebben door
Meda en we zullen hem de naam Jozef geven, precies zoals God zei.
Vier jaar waren sindsdien voorbij gegaan, en nu zou Meda weer
een baby gaan krijgen
BILL VERLIET de hoofdweg en reed naar Greens Mill. Hij par-
keerde zijn auto en ging op weg naar zijn grot om te bidden. Zo gauw
hij rond de kromming van de weg kwam, zag hij dat wervelende
Licht hangen onder een struik, tussen twee bomen Keer om en ga
terug naar je auto. Je Bijbel zal open liggen.
Toen Bill terugging naar zijn auto en zijn Bijbel oppakte, zag hij
45
dat de bladzijden van zijn Bijbel door de wind waren omgeslagen
naar waar de profeet Nathan tot David sprak: Doe alles wat in uw
hart is, want God is met u. 20
Toen verscheen de Heere die nacht
aan Nathan en zei: Ga, spreek tot Mijn knecht David, Heb Ik hem
niet van de schaapskooi genomen, van achter die paar schapen? En
heb hem een naam gemaakt zoals de groten der aarde? Heb Ik niet al
zijn vijanden uitgeroeid van voor zijn aangezicht? Ben Ik niet met
hem geweest? Ik kan hem de tempel niet laten bouwen Ik
zal uw zaad na u doen opstaan, hetwelk uit uw zonen zal zijn
die zal Mij een huis bouwen. Zodra er stond zijn zonen, o
tjonge, daar was het. Bill zei: Jozef? - Zo was het.
Bill wist dat de Heere hem liet weten om niet bezorgd te zijn. Hij
begon te huilen.
Hij stapte in zijn auto en reed naar huis. Terwijl hij de oprit in
reed, zag hij dat Meda naar buiten liep om de afvalbak te legen. Ze
kon nauwelijks lopen, ze was zo dik haar gezicht zag er grauw uit.
Ze huilde en was helemaal zenuwachtig. Bill liep snel naar haar toe,
sloeg zijn armen om haar heen, en zei tegen haar: Ik wil dat je goede
moed hebt.
Waarom?
Weet je waar ik geweest ben?
Ik vermoed van wel.
Ik heb het Zo Spreekt de Heere. Lieveling, Jozef is op komst.
Jozef is onderweg. Maak je geen zorgen, het is nu alles in orde. Dat
beklonk het op hetzelfde moment.
Om zeven uur de volgende morgen (19 mei, 1955), reed Bill zijn
vrouw naar het ziekenhuis. De dokter zag dat de baby gedurende de
nacht als was ingedaald en riep: O, genade! Grote goedheid!
Bill kuste zijn vrouw en zei: Lieverd, het zal niet lang duren; Jozef
zal er zijn.
Ze haastten zich om Meda de verloskamer binnen te brengen.
Bill wachtte en ijsbeerde heen en weer met al de andere bezorgde
vaders die er het vloerkleed aan het verslijten waren. Een paar minu-
ten gingen voorbij; toen kwam de verpleegster terug naar de wacht-
kamer: Rev. Branham?
20
Verwijzend naar: 1 Kronieken 17: 1-12
46
Afb. 9 William Branham met Miner Arganbright:
een kleine man, maar een reus in het geloof
Ja, mevrouw?
U hebt een fijne jongen van zes pond en 250 gram.
Jozef, lieverd, je hebt er lang over gedaan om hier te komen.
Pappa is wel blij om je te zien.
De verpleegster zei: Noemt u hem Jozef?
Dat is zijn naam.
EEN PAAR DAGEN nadat Jozef was geboren, stopte Miner Argan-
bright bij Bills huis om een bezoekje af te leggen. Miner was een
kleine man. Bill zei een keer voor de grap dat je Miner en zijn vrouw
samen moest hebben, om tot het formaat van n persoon te komen.
Ondanks de kleine gestalte van zijn vriend, beschouwde Bill Miner
Arganbright als een reus in het geloof.
Hij was vice-president van de Internationale Gemeenschap van Volle
Evangelie Zakenlieden. Hij was ook de redacteur van het maandblad
van die organisatie: De Stem der Volle Evangelie Zakenlieden, die
regelmatig artikelen afdrukte over de Branham Campagnes. Bill
kende Miner al verscheidene jaren en respecteerde het Christelijke
karakter van de man: Nederig, vriendelijk, vrijgevig, en altijd gevoe-
lig voor de leiding van de Heilige Geest. Zittend op de rand van zijn
stoel, zei Arganbright: Broeder Branham, ik heb een geweldige
openbaring van de Heere.
Bill boog zich voorover. Ja, wat dan?
De Heere wil dat ik naar Zrich ga, in
Zwitserland. Wilt u met me meegaan?
Ontspannen terugzakkend in de kussens
van zijn stoel, zei Bill: Ik heb n avond
in Denver. Dan heb ik een week in Macon
(Georgi). Daarna ben ik vrij.
Laat me erover nadenken.
Het bidden over Zwitserland liet Bill achter
met gemengde gevoelens.
God vertelde hem niet direct dat hij behoorde te gaan. Toch, hoe meer
47
Bill erover nadacht, destemeer voelde hij, dat als Miner Arganbright
een openbaring had over deze reis, het Gods wil moest zijn.
BILLY PAUL BRANHAM klopte dringend op de deur van zijn
vaders hotelkamer. Er kwam geen antwoord; er kwam zelfs geen
teken van beweging naar buiten. Billy Paul wist dat zijn vader diep in
gebed was voor de avonddienst. Elke andere avond zou Billy Paul
zijn weggegaan en het 15 minuten later nog eens hebben geprobeerd
- maar niet vanavond. Hij bleef zachtjes kloppen en riep: Vader,
kom maar beter; u zult vanavond opnieuw moeten prediken. Broeder
Jack is er niet.
Jack Moore, destijds Bills zaakwaarnemer, had de samenkom-
sten in Macon (Georgia) gearrangeerd; te beginnen op vrijdag 3 juni,
en voor de duur van tien achtereenvolgende avonden. Een fout in het
tijdschema verhinderde Moore om er gedurende de eerste drie sa-
menkomsten te zijn. Hij had Bill echter beloofd, dat hij tegen maan-
dag zou komen opdagen. Nu was het dinsdagavond en Jack Moore
was nog steeds niet gearriveerd. Dat betekende dat Bill opnieuw zou
moeten prediken voordat hij voor de zieken bad. Hij zou er de voor-
keur aan hebben gegeven om zijn zaakwaarnemer een voorafgaande,
geloof-opbouwende prediking te laten houden. Op die manier zou
Bill zich kunnen concentreren op de gebedsdienst, wat zijn kracht zou
sparen. De zalving om te prediken en de zalving om visioenen te zien
waren totaal verschillend de laatste was inspannender dan de eerste.
Het overschakelen van de ene naar de andere kostte hem extra in-
spanning; maar hij kon het doen als het noodzakelijk was.
Deze campagne in Macon werd buiten gehouden, in een rugby
stadion.
Langs het rugbyveld stonden rijen klapstoelen. Na vier avonden van
wonderen kon zelfs dreigende regen de interesse van de mensen niet
verflauwen elke vouwstoel op het veld was bezet, zowel als de
meeste van de plaatsen op de open tribunes. Vlakbij de ene doellijn
was een verhoogd podium gebouwd. Toen Bill de trappen van het
podium opklom, wist hij nog steeds niet wat hij zou gaan prediken.
Het was pas toen hij de mensen begroette, dat zijn onderwerp tot hem
kwam.
Hij opende zijn Bijbel bij het boek Jol, waar de profeet sprak
over de insectenplaag die elke vruchtboom en wijnstok in het land
48
Isral schade toebracht. Eerst las hij Jol 1:4: Wat de knager had
overgelaten, heeft de sprinkhaan afgevreten; wat de sprinkhaan had
overgelaten, heeft de verslinder afgevreten, en wat de verslinder had
overgelaten, heeft de kaalvreter afgevreten.
Toen las hij Jol 2: 25: Ik zal u vergoeden de jaren, toen de sprink-
haan (alles) opvrat, de verslinder en de kaalvreter en de knager, mijn
groot leger dat Ik op u afzond.
Zijn stem galmde lichtelijk na, vanwege de tijd die er lag tussen
het dozijn luidsprekers dat aan lichtmasten rondom het speelveld was
opgehangen. God vergelijkt Zijn Gemeente met een wijnstok. Jezus
zei: Ik ben de Wijnstok; gij zijt de ranken. 21
Daarom moet het
leven dat in Christus was, in elke rank zijn. Dus als Christus het
koninkrijk van God predikte door de zieken te genezen, zal elke rank
die uitloopt hetzelfde moeten doen, omdat zij hetzelfde leven in zich
moet hebben dat in de wijnstok is.
Tot zover was hij op bekend terrein gebleven, maar vanaf dit
punt sloeg hij een nieuw pad in en plantte nieuwe zaden. Hij zei dat er
twee geestelijke wijnstokken op de aarde zijn: de ne wr, en de
andere vals. Deze twee wijnstokken groeien zij aan zij, zodat hun
ranken in elkaar gewikkeld zijn, wat het soms moeilijk maakt om uit
te maken welke rank naar welke wijnstok gaat... Maar Jezus zei:
Aan hun vruchten zult gij hen kennen. 22
Onthoud, benadrukte Bill: de antichristelijke geest is religi-
eus. Jezus zei dat het in de laatste dagen z dicht naast elkaar zou
liggen, dat het ware het mogelijk de uitverkorenen zelf zou
verleiden. 23
Verwijzend naar het boek Genesis toonde Bill hoe zowel Kan
als Abel religieus was; beide waren gelovig; beide bouwden altaren;
en beiden brachten God offers. Kan aanbad God even oprecht als
Abel het deed. In feite was Kans offer mooier dan dat van zijn broer.
Kan offerde vruchten en bloemen, terwijl Abel een geslacht lam
offerde. Kans woede laaide op toen God zijn offer verwierp, maar
dat van zijn broer accepteerde. Abel had een geestelijke openbaring
dat het geen vruchten waren die veroorzaakten dat zonde in de wereld
21
Verwijzend naar: Johannes 15: 1-6
22
Verwijzend naar: Matths 7: 15-23
23
Verwijzend naar: Matths 24: 24
49
kwam; zonde kwam door blod. Abel realiseerde zich dat de enige
manier waarop zonde kon worden verzoend, was, door het vergieten
van bloed, wat sprak van een dag waarop het Lam van God Zijn eigen
bloed zou geven voor de zonden van de gevallen mens. 24
Bill volgde deze twee wijnstokken van Genesis naar Numeri
hoofdstuk 23, waar de kinderen van Moab moeite hadden met de
stammen van Isral. Deze Moabieten, die afstammelingen waren van
Abrahams neef Lot, aanbaden dezelfde God als Isral. Net zoals
Isral een profeet had in Mozes, zo vond Moab een profeet in Bileam.
Moab bood Bileam heel wat geld aan, als hij God zou vragen om
Isral te vervloeken. Bileam accepteerde Moabs aanbod. Om tot God
te naderen, offerde Bileam zeven stieren en zeven rammen op zeven
altaren. Naar de Levietische wetten was dat fundamenteel correct.25
Hier schokte Bill sommige mensen in zijn gehoor, door te verklaren:
Je kunt nog zo fundamenteel en orthodox zijn, en nog steeds op weg
naar de hel. Hij legde het uit: Hoewel deze twee wijnstokken zij
aan zij groeien beide religieus, bei