50
UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2009 2010 De keuze voor een investeringsproject in China. Een Case-study voor Agfa-Gevaert Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de bedrijfseconomie Charlotte Van Doren onder leiding van Prof. Bruno Merlevede

De keuze voor een investeringsproject in China. Een Case ...€¦ · China. Een Case-study voor Agfa-Gevaert Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de

  • Upload
    others

  • View
    2

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: De keuze voor een investeringsproject in China. Een Case ...€¦ · China. Een Case-study voor Agfa-Gevaert Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de

UNIVERSITEIT GENT

FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE

ACADEMIEJAAR 2009 – 2010

De keuze voor een investeringsproject in

China.

Een Case-study voor Agfa-Gevaert

Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van

Master in de bedrijfseconomie

Charlotte Van Doren

onder leiding van

Prof. Bruno Merlevede

Page 2: De keuze voor een investeringsproject in China. Een Case ...€¦ · China. Een Case-study voor Agfa-Gevaert Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de

Vertrouwelijkheidsclausule

Ondergetekende verklaart dat de inhoud van deze masterproef mag geraadpleegd en/of

gereproduceerd worden, mits bronvermelding.

Charlotte Van Doren

Page 3: De keuze voor een investeringsproject in China. Een Case ...€¦ · China. Een Case-study voor Agfa-Gevaert Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de

I

Woord vooraf

Vanuit mijn achtergrond als sinologe en mijn interesse voor het multinationale aspect

van ondernemingen enerzijds, en aangezien China en haar economie meer dan ooit actueel

zijn anderzijds, besloot ik voor mijn masterproef FDI in China nader te onderzoeken.

Vooreerst wens ik mijn promotor, Bruno Merlevede, te bedanken om mij in het

gehele proces van mijn masterproef bij te staan met raad en daad.

Verder wil ik ook mijn oprechte dank uitdrukken aan de mensen van Agfa-Gevaert,

Herman Cornelissen, Jozef Verdonck en Francis Delwiche, die tijd hebben vrijgemaakt voor

een interview met mij. Zonder hen zou deze masterproef nooit kunnen zijn geweest wat ze

nu is.

Ten slotte mijn oprechte waardering voor iedereen die deze masterproef nagelezen

heeft en voor hun raad en kritieken.

Page 4: De keuze voor een investeringsproject in China. Een Case ...€¦ · China. Een Case-study voor Agfa-Gevaert Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de

II

Inhoudsopgave

Woord vooraf I

Inhoudsopgave II

Lijst van gebruikte afkortingen III

Lijst van grafieken IV

1. Inleiding 1

2. China, zijn economie en de rol van FDI 3

2.1 Het begin van China‟s weg naar een markteconomie in 1978 3

2.2 De toetreding van China tot de WTO 6

2.2.1 Economische gevolgen voor China en voor FDI 7

2.3 FDI in China: enkele cijfers 8

2.4 China‟s institutioneel kader met betrekking tot buitenlandse handel en FDI 10

3. Voordelen van investeren in China 11

3.1 Marktomvang 11

3.2 Lage lonen 13

3.3 Productcyclustheorie van internationalisatie 14

3.4 China Development Zones 15

4. Nadelen van investeren in China 16

4.1 Guanxi 16

4.2 Patentinbreuk 19

4.3 Corruptie 22

4.4 Concurrentie van Chinese en buitenlandse bedrijven 23

4.5 Een tekort aan geschoolde arbeid? 26

5. De Groep Agfa-Gevaert 27

5.1 Ontstaan en schets 27

5.2 Wat en waar? 28

5.3 DE EJV van Agfa-Gevaert en Shenzhen Brothers: wat dit ons vertelt over 29

investeren in China

5.4 Welke voor- en nadelen zijn van toepassing op Agfa-Gevaert? 30

5.5 Zijn Agfa-Gevaert‟s ondernemingen in China rendabel? 36

6. Conclusie 37

6.1 China‟s toekomst: zal China aantrekkelijk blijven voor buitenlandse 37

investeerders?

6.2 Waarom buitenlandse ondernemingen wel of niet moeten investeren in 38

China

Bibliografie V

Page 5: De keuze voor een investeringsproject in China. Een Case ...€¦ · China. Een Case-study voor Agfa-Gevaert Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de

III

Lijst van gebruikte afkortingen

ASEAN Association of SouthEast Asian Nations

AWIC Agfa Wuxi Imaging Company

AWPP Agfa Wuxi Printing Plate

BBP Bruto Binnenlands Product

CCP Chinese Communistische Partij

CDZ China Development Zone

CPI Corruption Perceptions Index

CJV Contractual Joint-Venture

EU Europese Unie

EJV Equity Joint-Venture

FDI Foreign Direct Investment

FIE Foreign-Invested Enterprise

GVIO Gross Value Industrial Output

HTID High-Tech Industrial Development

IP Intellectual Property

IPR Intellectual Property Right

IPRI Intellectual Property Right Index

JV Joint-Venture

LSG Leading Small Group

MRI Magnetic Resonance Imaging

OECD Organisation for Economic Co-operation and Development

RMB Renminbi

SEZ Speciale Economische Zone

SIPO State Intellectual Property Office

SOE State-Owned Enterprises

TAC Tri-acetyl cellulose

TRIPS Trade-Related aspects of Intellectual Property Rights

UN United Nations

USTR Office of the United States Trade Representative

VSA Verenigde Staten van Amerika

WEI World Education Indicators

WFOE Wholly Foreign-Owned Enterprise

WIPO World Intellectual Property Organisation

WND Wuxi New District

WTO World Trade Organisation

Page 6: De keuze voor een investeringsproject in China. Een Case ...€¦ · China. Een Case-study voor Agfa-Gevaert Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de

IV

Lijst van grafieken

Figuur 1.1: aantal FDI-projecten in China per jaar 1

Figuur 1.2: totale waarde van de FDI-projecten in China per jaar 2

Figuur 2.1: evolutie van de waarde van China‟s import 5

Figuur 2.2: evolutie van de waarde van China‟s export 5

Figuur 2.3: evolutie van de jaarlijkse reële groei van China‟s BBP 6

Figuur 2.4: aandeel van de verschillende investeringsvormen per jaar 9

Figuur 2.5: procentueel aandeel van de FDI-projecten van EU-landen 10

Figuur 5.1: evolutie van analoge en digitale platen op de wereldmarkt 32

Figuur 5.2: Geschatte evolutie van de vraag naar analoge film in China 33

Figuur 5.3: Evolutie van de vraag naar analoge platen in China en Europa 33

Page 7: De keuze voor een investeringsproject in China. Een Case ...€¦ · China. Een Case-study voor Agfa-Gevaert Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de

1

1. Inleiding

Het mag geen wonder heten dat in deze alsmaar meer globaliserende en

mundialiserende wereld FDI een belangrijk deel uitmaken van de internationale economie.

De OECD definieert FDI als volgt: “Foreign direct investment (FDI) is the category of

international investment that reflects the objective of a resident entity in one economy to

obtain a lasting interest in an enterprise resident in another economy.” (OECD)

Deze definitie impliceert dat enkel het verwerven van een significant aandeel in een

buitenlands bedrijf gezien kan worden als FDI. In deze masterproef wordt echter ook het

oprichten van een eigen dochteronderneming in het buitenland als een FDI beschouwd.

Hoewel FDI een fenomeen is dat al zeer lang deel uitmaakt van de internationale

handel, zien we de laatste decennia een exponentiële stijging van het aantal buitenlandse

investeringen en worden ook steeds meer regio‟s hierin betrokken. Vooral Azië, met als grote

speler de Volksrepubliek China1, kende de laatste twintig jaar een enorme stijging van het

aantal internationale bedrijven dat er kwam investeren. Volgens cijfers van de Chinese

regering zijn in 2009 in China 23.435 buitenlandse projecten opgezet, met een totale

gerealiseerde waarde van ongeveer 91.8 miljard dollar. Figuur 1.1 biedt een overzicht van

het aantal nieuwe FDI-projecten per jaar in China van 2000 tot 2009 en figuur 1.2 geeft de

waarde ervan weer.

1 Vanaf hier kortweg “China” genoemd.

0

10000

20000

30000

40000

50000

2000200120022003200420052006200720082009

Bron: www.fdi.gov.cn

Fig. 1.1: aantal FDI-projecten in China per jaar

Page 8: De keuze voor een investeringsproject in China. Een Case ...€¦ · China. Een Case-study voor Agfa-Gevaert Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de

2

Hoewel na een exponentiële stijging in de jaren ervoor, het aantal projecten sinds 2005 is

afgenomen en in 2009 bijna terug op het peil van 2000 zat, zien we dat de waarde ervan

continu gestegen is, met uitzondering van een terugval in 2009, uiteraard te verklaren door

de globale economische crisis.

Niettegenstaande het feit dat FDI veel goeds doet voor het internationale

economische klimaat, heeft het voor alle landen, zowel ontvangend als investerend,

belangrijke voor- en nadelen. In deze masterproef zal ik proberen te verklaren op basis van

welke aspecten een bedrijf een beslissing kan nemen met betrekking tot het al dan niet

investeren in het buitenland. Enerzijds zal ik mij vooral focussen op FDI van EU-landen in

China omdat China zoals gezegd steeds belangrijker wordt als gebied voor buitenlandse

investeringen, anderzijds koppel ik aan mijn bespreking van FDI een casestudy over Agfa-

Gevaert omdat naast arbeidsintensieve bedrijven ook bedrijven uit sectoren met hoge

technologie alsmaar meer in landen buiten de EU en de VSA beginnen te investeren.

Eerst zal ik aan de hand van een literatuurstudie een kort overzicht geven van de

verschillende scharniermomenten in de evolutie van China‟s economie en het belang hiervan

voor buitenlandse investeerders. In een tweede deel ga ik dieper in op de verschillende

voordelen en moeilijkheden die buitenlandse investeerders mogelijk ondervinden bij het

investeren in China. Mijn bronmateriaal hiervoor is tweeërlei. Enerzijds maak ik gebruik van

wetenschappelijke literatuur en artikels, anderzijds heb ik informatie verzameld uit drie

interviews in het voorjaar van 2010 met Francis Delwiche, VP Legal bij Agfa Graphics,

Herman Cornelissen, Plant Manager van Agfa (Wuxi) Printing Plate Co., Ltd. China, en Jozef

Verdonck, directeur Global Production Materials/Operations bij Agfa-Gevaert. Tevens had ik

contact met Willy Van Abbenyen, hoofd van Product Marketing and Customer Operations bij

Agfa Graphics aangaande film en platen. Het derde deel omvat een analyse van de FDI-

0

20000

40000

60000

80000

100000

120000

2000200120022003200420052006200720082009

Bron: www.fdi.gov.cn

Fig. 1.2: totale waarde van de FDI-projecten in China per jaar (in miljoen $)

Page 9: De keuze voor een investeringsproject in China. Een Case ...€¦ · China. Een Case-study voor Agfa-Gevaert Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de

3

projecten van Agfa-Gevaert in China. De basis voor deze sectie zal hoofdzakelijk bestaan uit

de afgenomen interviews.

2. China, zijn economie en de rol van FDI

2.1 Het begin van China‟s weg naar een markteconomie in 1978

Hoewel nu economisch zeer bloeiend, was China nog geen kwarteeuw geleden een

zeer arm land, met een inkomen per bevolkingshoofd dat slechts 7% was van dat van de

VSA, en slechts een 32e plaats bekleedde op de lijst van grootste exporteerders in de wereld

(Story, 2003).

De dood van Mao Zedong betekende op vele vlakken een grote verandering voor het

land. De derde sessie van het 11e partijcongres van de CCP in december 1978 luidde voor

China de verschuiving van een staatsgeleide naar een marktgedreven economie in, en

hiermee het begin van de verandering. De economische hervormingen die ermee gepaard

gingen, vormden een onderdeel van de door Deng Xiaoping geïmplementeerde “Vier

Moderniseringen”, met name de modernisering van landbouw, industrie, wetenschap en

defensie. Het doel ervan was in twintig jaar tijd, van 1980 tot 2000, China‟s GDP te

verviervoudigen (Wei & Liu, 2001). De landbouwhervormingen waar in het begin zeer sterk

de nadruk op gelegd werd, zorgden op hun beurt voor een hervorming van de industriële

sector (Ambler, Witzel, Xi, 2009).

In 1979 werd begonnen met de hervorming van de SOE‟s, o.m. door de uitbreiding

van hun autonomie, en aan het begin van 1981 verschoof de focus van het uitbreiden van

hun autonomie naar het implementeren van een systeem van “economische

verantwoordelijkheid” waarbij autonomie op het vlak van dagdagelijkse leiding en

economische stimulansen hand in hand gingen. Twee jaar later hadden reeds 80% van de

SOE‟s dit systeem geïmplementeerd (Ambler et al., 2009).

Het jaar 1979 kan tevens gezien worden als het begin van China‟s opendeurpolitiek

en haar streven naar buitenlandse handel en het aantrekken van FDI, aangezien in dit jaar

de wet op joint ventures tussen buitenlandse en Chinese ondernemingen (“Law on Sino-

Foreign Joint Ventures”) werd uitgevaardigd (Xie & Dutt, 1993). De sterke groei van zowel

handel als FDI heeft gezorgd voor een snelle industrialisatie en modernisering in en van

China (Wei & Liu, 2001).

Een andere belangrijke maatregel in het aantrekken van FDI was de creatie van vier

SEZ‟s in Shenzhen, Zuhai, Shantou en Xiamen. Deze kregen de toestemming om speciale en

flexibele beleidsmaatregelen uit te vaardigen met betrekking tot buitenlandse handel en

Page 10: De keuze voor een investeringsproject in China. Een Case ...€¦ · China. Een Case-study voor Agfa-Gevaert Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de

4

investeringen en verkregen een hoge graad van autonomie (Wong, 1987). Aangezien het

oprichten van deze zones een zeer succesvolle onderneming was gebleken, werden de SEZ‟s

Zuhai, Shantou en Xiamen in 1984 enorm vergroot (Wei & Liu, 2001) en werden veertien

kuststeden aangeduid als „coastal open cities‟, in grote mate vergelijkbaar met de SEZ‟s

(Pecht, 1999). De aantrekkelijkheid van deze steden, o.m. door de goede infrastructuur

ervan en door de nabijheid van markten, uitte zich in het feit dat aan het einde van 1990

reeds meer dan 2000 buitenlandse ondernemingen zich in één van deze veertien steden

hadden gevestigd. In 1992 kregen nog meer steden, waaronder Shanghai, deze status

(Ambler et al., 2009).

Het jaar 1984 kenmerkte het begin van een nieuwe fase in de economische

hervormingen, met het invoeren van twee belangrijke maatregelen. De eerste was het

„two-tier plan/market system‟, een overgangsmechanisme waarin planeconomie en

markteconomie gezamenlijk bestonden. In de praktijk kregen de staatsbedrijven output

targets en inputquota‟s. Dit deel van hun productie moesten ze verkopen aan vooraf door de

regering vastgelegde prijzen. Voor alle input, output en productie boven deze targets en

quota‟s moesten de bedrijven een beroep doen op vrije markt (Byrd, 1987). Een tweede

maatregel was het „contract responsibility system‟, waarbij het bedrijf een contract tekende

met zijn superviserende orgaan (lokaal of centraal) over de productie- en winstquota‟s die de

onderneming moest halen. In essentie was het de bedoeling hiermee zowel meer

verantwoordelijkheid als meer stimulansen te geven aan de staatsondernemingen. Het

systeem bestond enige tijd, al werd het nooit echt een groot succes (Koo, 1990). Ook voor

de ontwikkeling en groei van niet-staatsbedrijven vormde 1984 een keerpunt, aangezien het

voor deze private bedrijven in de steden vanaf dan toegestaan was meer dan acht mensen

te werk te stellen (Ambler et al., 2009).

In 1990 werd de eerste aandelenbeurs van China opgericht, de Shanghai Stock

Exchange (Avery, Zhu, Cai, 2009), en in 1992 werd op het 14e nationale congres van de CCP

het ontwikkelen en oprichten van een socialistische markteconomie aangenomen als

belangrijkste doel in de economische hervormingen (Ambler et al., 2009).

Hoewel de Aziatische financiële crisis in 1997 ook voor China niet zonder gevolgen

bleef – China kreeg te kampen met een vertraging in zijn groei, een terugval in zijn

inwaartse FDI en een afname van zijn export – groeide tussen 1978 en 2000 China‟s handel

bijna vijf keer zo snel als de wereldhandel. De FIE‟s zijn hieraan voor een groot deel

schatplichtig; hun aandeel in de export van China steeg in de periode 1980 tot 2000 van 1%

naar maar liefst 45% (Story, 2003). Momenteel wordt meer dan de helft van China‟s

exportgoederen geproduceerd door buitenlandse bedrijven (“EU-China trade in facts and

Page 11: De keuze voor een investeringsproject in China. Een Case ...€¦ · China. Een Case-study voor Agfa-Gevaert Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de

5

figures”, 2009). Figuur 2.1 en 2.2 geven een overzicht van respectievelijk de evolutie van

China‟s import en de evolutie van China‟s export van 1990 tot 2008. In 2007 was China het

tweede grootste exportland ter wereld, na Duitsland, of na de EU, indien intra-EU-handel

niet meegerekend wordt. Figuur 2.3 geeft de evolutie van de reële groei van China‟s BBP van

1980 tot 2009 weer.

Sinds 2004 is de import van Chinese goederen in China jaarlijks met ongeveer 16.5%

gegroeid. Hoewel deze importen in 2009 omwille van de economische crisis een terugval van

13% kende, bedroeg het totale bedrag aan uit China in Europa geïmporteerde goederen nog

steeds 215 miljard euro (“EU-China trade in facts and figures”, 2009).

Het is meer dan duidelijk dat China in de laatste 30 jaar met een ongelooflijke

snelheid gegroeid is en dat het een economische transformatie heeft ondergaan die

Westerse landen bijna 200 jaar heeft gekost (Ambler et al., 2009).

0

4000

8000

12000

16000

1990

1991

1992

1993

1994

1995

1996

1997

1998

1999

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

Bron: www.fdi.gov.cn

Fig 2.1: evolutie van de waarde van China's import (in 100 miljoen $)

0

4000

8000

12000

16000

1990

1991

1992

1993

1994

1995

1996

1997

1998

1999

2000

2001

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

Bron: www.fdi.gov.cn

Fig. 2.2: evolutie van de waarde van China's export (in 100 miljoen $)

Page 12: De keuze voor een investeringsproject in China. Een Case ...€¦ · China. Een Case-study voor Agfa-Gevaert Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de

6

2.2 De toetreding van China tot de WTO

In de jaren voor China‟s toetreding tot de WTO kende het land een slecht economisch

klimaat. De staatssector was reeds sterk verzwakt, wat zich onder meer uitte in een daling

van haar tewerkstelling van 76.2% van de totale tewerkstelling in China in 1980 naar 31.9%

in 2001 en het dalen van haar aandeel in de waarde van China‟s Gross Value Industrial

Output (GVIO) in diezelfde periode met meer dan de helft. Meer algemeen zat de gehele

industriële sector in China in moeilijkheden, omwille van vier samenhangende hoofdredenen.

Ten eerste kende de sector een lage concentratie, m.a.w. weinig bedrijven groeiden uit tot

een groter bedrijf. Ten tweede kende de sector niet alleen (te) kleine maar ook te veel

bedrijven, wat leidde tot het derde probleem: veel bedrijven binnen de sector kampten met

overcapaciteit, ze produceerden m.a.w. niet op volle sterkte, wegens een gebrek aan vraag.

Een vierde groot probleem was dat er op de meeste plaatsen op lokaal vlak een hoge graad

van protectionisme was, waardoor inefficiënte bedrijven in stand werden gehouden door het

beperken van handel door niet-lokale bedrijven in de lokale markt (Bao, Lin, Zhao, 2006).

Hiernaast vertraagde in de tweede helft van de jaren ‟80 de groei van de

buitenlandse handel, voornamelijk veroorzaakt door een daling van de regionale BBP-groei in

Oost-Azië. Omdat Oost-Azië een groot aandeel had in China‟s export, droeg deze dalende

BBP-groei bij tot een negatieve groei van China‟s export aan het eind van de jaren ‟90.

Ondanks de invloed van deze negatieve economische factor, had China tegen het jaar 2000

de negende plaats ingenomen bij de grootste exportlanden van de wereld (Chu & Wong,

2007).

Verder werden in de periode 1995-2001 de Chinese staatsbedrijven gekenmerkt door

opvallend veel consolidaties, wat leidde tot een daling van het aantal staatsbedrijven maar

0,0%

2,0%

4,0%

6,0%

8,0%

10,0%

12,0%

14,0%

16,0%

198019821984198619881990199219941996199820002002200420062008

Bron: www.stats.gov.cn

Fig. 2.3: evolutie van de jaarlijkse reële groei van China's BBP

Page 13: De keuze voor een investeringsproject in China. Een Case ...€¦ · China. Een Case-study voor Agfa-Gevaert Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de

7

een stijging in hun totale tewerkstelling (Bao et al., 2006).

2.2.1 Economische gevolgen voor China en voor FDI

China werd officieel lid van de WTO op 11 december 2001 (website WTO). Dit

lidmaatschap vormde het einde van de zogenaamde “opendeurpolitiek” die de Chinese

regering 20 jaar gevoerd had. Om toe te mogen treden tot de WTO moest China echt zijn

deuren openzetten voor internationale handel. WTO-lidmaatschap vormde het begin van een

hervorming die noodzakelijk was voor de modernisering van de Chinese economie.

Zowel voor China zelf als voor de rest van de WTO-landen had de toetreding van

China tot de WTO een aantal gevolgen.

Voor China zelf zorgde dit er in de eerste plaats voor dat de export verhoogde

doordat Chinese bedrijven nu toegang kregen tot zeer veel nieuwe markten, en dat China

meer buitenlands kapitaal aantrok. De export verhoogde in 2002 met 21.6% tegenover een

verhoging van 6.8 % in 2001, en de import bedroeg 20.5% tegenover 8.22% in 2001 en

bleef hierna systematisch groeien (Databank van FDI-statistieken van de Chinese overheid).

De groei van FDI bedroeg in 2002 17.33%, de grootste groei sinds 1995, waarmee China de

VSA voorbijstak als grootste ontvanger van FDI (in absolute cijfers) (Bao et al., 2006).

Een tweede gevolg was de enorme groei van de industriële bedrijfstakken die gebruik

maken van hoge technologie. Onder andere de steenkool-, machinebouw- en

automobielsector kenden in 2002 een stijging van meer dan 10% tegenover 2001. Binnen de

industriële sector werd eveneens aan clustervorming gedaan, wat de macro-economische

groei ten goede kwam (Bao et al., 2006).

Ten derde creëerde het WTO-lidmaatschap en de bijbehorende internationalisering

een nieuwe groeiomgeving voor China‟s private bedrijven, aangezien deze bedrijven door de

opheffing van toegangsbarrières nu dezelfde kansen kreeg als bedrijven die vroeger

profiteerden van een staatsmonopolie (Bao et al., 2006).

Voorts heeft de openstelling ook een grote invloed gehad op staatsbedrijven, die zo

met buitenlands kapitaal geherstructureerd konden worden. Hiervoor vaardigde de regering

de regeling “Utilizing Foreign Capital to Restructure State-Owned Enterprises” uit, dewelke

een investering in, overname van of merger met Chinese staatsbedrijven door middel van

buitenlandse kapitaal toestond (Bao et al., 2006).

Ten vijfde zorgde China‟s toetreding tot de WTO ervoor dat China het grote

middelpunt van de Aziatische en Pacifische economieën werd. Ten slotte – wat China zelf

misschien wel het belangrijkste vindt – betekende enerzijds de toetreding een erkenning van

Page 14: De keuze voor een investeringsproject in China. Een Case ...€¦ · China. Een Case-study voor Agfa-Gevaert Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de

8

China als economisch belangrijke macht door de overige landen, en zorgde het er anderzijds

voor dat China nu ook zijn zeg kon doen in het opstellen van de reglementeringen in

verband met de wereldhandel (Story, 2003).

Ook voor buitenlandse bedrijven die geïnteresseerd waren om te investeren in China,

had China‟s toetreding en bijhorende aanvaarding van WTO-clausules uiteraard enkele

belangrijke gevolgen, die als gezamenlijk resultaat hadden dat het voor buitenlandse

bedrijven veel gemakkelijker werd om te investeren in China.

Het eerste en misschien belangrijkste gevolg is het opgeven van staatscontrole voor

toegang tot sommige bedrijfstakken. Sommige industrieën werden in één keer geheel

opengezet, in andere, voornamelijk de industriële sectoren, werden de toetredingsbarrières

stap voor stap geëlimineerd. Aangezien de dienstensector vóór de openstelling het meest

gesloten was, had ze in deze sector het grootste effect (Bao et al., 2006).

Ten tweede vaardigde het Nationale Volkscongres, het Chinese parlement, als gevolg

van China‟s toetreding in 2002 een reeks nieuwe wetten en regulaties uit, onder meer de

“Regulations Guiding the Direction of Foreign Investment and the Catalogue for the

Guidance of Foreign Invested Industries” – waarin o.m. werd bepaald of buitenlandse

investeringen in een bepaalde sector aangemoedigd, beperkt of verboden werden – (Ambler

et al., 2009), “Enterprise Law on China-Foreign Joint Investment”, de “Foreign Enterprise

Law” en de “Patent Law”. Op juridisch vlak vaardigde China ook een bepaling in verband met

dumpingpraktijken uit, en in 2002 werden effectief meer rechtszaken in verband met

dumping gevoerd dan in de jaren ervoor (Shi, 2008). In 2003 werden de “Rules on the

Establishment of Investment Companies by Foreign Investors” uitgevaardigd (Gu, 2006).

In lijn met de bepalingen van de WTO moest China ook zijn importtarieven drastisch

aanpassen. Gemiddeld werden ze verlaagd met 35% (Bao et al., 2006).

2.3: FDI in China: enkele cijfers

Wat betreft de juridische investeringsvormen waarmee buitenlandse bedrijven

investeren in China, zijn er drie belangrijke vormen, met daarnaast een kleine restgroep.

Naast de WFOE‟s – buitenlandse bedrijven die niet samenwerken met een Chinees bedrijf –

zijn er nog de twee vormen van joint ventures, namelijk EVJ‟s en CVJ‟s. Het belangrijkste

verschil tussen deze twee ligt in het feit dat een CVJ een loutere samenwerking inhoudt,

terwijl in een EVJ zowel het buitenlandse bedrijf als de Chinese partner aandelen heeft (Wei

& Balasubramanyam, 2004). In het begin van China‟s openstelling moesten buitenlandse

bedrijven verplicht investeren onder de vorm van een joint venture (Amber et al., 2009), en

Page 15: De keuze voor een investeringsproject in China. Een Case ...€¦ · China. Een Case-study voor Agfa-Gevaert Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de

9

was de EVJ de meest gebruikte. Pas in 1986 werden investeringen onder de vorm van een

WFOE toegestaan (Story, 2003). Vanaf de toetreding van China tot de WTO komt er een

enorme kentering en wordt er alsmaar meer gebruikt gemaakt van de WFOE (Brahm, 2002)

hoewel in het kader van bijvoorbeeld guanxi, de Chinese vorm van netwerken – zoals later

besproken zal worden –, een EVJ of CVJ meestal meer voordeel biedt. Want hoewel het

oprichten van een EVJ of CVJ ook risico‟s inhoudt – men weet bijvoorbeeld nooit met

zekerheid of men zijn partner kan vertrouwen – loopt bij het oprichten van een WFOE een

onderneming immers het risico een op zichzelf staand “eiland” te worden, waardoor het er

niet of slechts moeizaam in slaagt te verkopen of contracten af te sluiten (Story, 2003).

Figuur 2.4 geeft het procentuele aandeel van elke investeringsvorm in de nieuwe

investeringen per jaar tussen 2002 en 2009 weer. Hierbij dient opgemerkt dat 2005 uit de

grafiek is weggelaten, omdat de gegevens hiervan onbetrouwbaar zijn.

Het leeuwendeel van de investeringen in China is afkomstig uit andere delen van Azië,

met een zeer prominente plaats voor Hong Kong, waar vele Chinezen wonen en dat zeer

nauw verbonden is met het Chinese vasteland. Op basis van gerealiseerde FDI-waarde

waren de drie grootste investeerders in China in 2008 Hong Kong – dat hiervan bijna 40%

voor zijn rekening neemt – , de Maagdeneilanden en Singapore. Wanneer we echter afgaan

op het aantal FDI-projecten zijn dit Hong Kong – dat instaat voor meer dan 45% van de FDI-

projecten –, Taiwan en Zuid-Korea (Databank van FDI-statistieken van de Chinese overheid).

De FDI-projecten van de EU waren in 2008 goed voor 6.7% van het totaal aantal

projecten en 4.61% van de totale gerealiseerde waarde. Fig. 2.5 illustreert de evolutie van

het procentuele aandeel van FDI-projecten van EU-landen van 2002 tot 2008, in vergelijking

met zowel het totale aantal projecten als met de totale gerealiseerde FDI-waarde.

0,00%

20,00%

40,00%

60,00%

80,00%

100,00%

2002 2003 2004 2006 2007 2008 2009

Bron: www.fdi.gov.cn

Fig. 2.4: aandeel van de verschillende investeringsvormen per jaar

WOE

CJV

EJV

Page 16: De keuze voor een investeringsproject in China. Een Case ...€¦ · China. Een Case-study voor Agfa-Gevaert Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de

10

België alleen was in 2008 goed voor 470 FDI-projecten, 1.11% van het totaal (Databank van

FDI-statistieken van de Chinese overheid), en bekleedt hiermee de negende plaats binnen de

EU-landen wat betreft investeringen in China (Hsiao, 2009).

Meer dan 95% van de FDI bevindt zich in de secundaire en tertiaire sector.

In 2009 was China volgens de Foreign Direct Investment Index van het consultancybureau

A.T. Kearney voor het achtste opeenvolgende jaar de grootste bestemming van FDI en

afgaande op de cijfers voor de eerste helft van 2010 zet deze trend zich voort. Van januari

tot juni 2010 heeft de Chinese regering de oprichting van 12.400 buitenlandse bedrijven in

China goedgekeurd, een stijging van 18.8% tegenover dezelfde periode in 2009 (“Foreign

direct investment in China increases 19.6% in H1”, 2010).

FDI is voor het gastland zowel op lange als op korte termijn economisch voordelig.

De voordelen van FDI voor China zijn legio: het verhoogt het totale investeringsgedrag met

geld dat bovendien minder volatiel is dan bijvoorbeeld leningen en dus het financiële risico

van China naar beneden brengt, het brengt kennis betreffende technologie en management

over van Westerse naar Chinese bedrijven, het verhoogt arbeidskwantiteit en (mogelijk)

-kwaliteit en het geeft een grote impuls aan de economische groei, doordat het de

internationale handel verhoogt (Liang, 2004).

2.4 China‟s institutioneel kader met betrekking tot buitenlandse handel en FDI

Onder invloed van de exponentiële stijging van het aantal buitenlandse investeringen

en vooral van de toetreding van China tot de WTO, ontstond de noodzaak om het in grote

mate geleide handelsregime van China om te vormen tot een systeem van relevantere,

transparantere en duidelijkere wetten op FDI en buitenlandse handel. Dit was niet alleen

0,00%2,00%4,00%6,00%8,00%

10,00%12,00%

Bron: www.fdi.gov.cn

Fig. 2.5: procentueel aandeel van de FDI-projecten van EU-landen

% totaal aantal projecten

% totale waarde projecten

Page 17: De keuze voor een investeringsproject in China. Een Case ...€¦ · China. Een Case-study voor Agfa-Gevaert Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de

11

voordelig voor China‟s handelspartners, ook China kon een meer open wettelijk handelskader

gunstig aanwenden, namelijk als bescherming in de open buitenlandse markten en om

China‟s importgevoelige sectoren te beschermen tegen buitenlandse invoerders (Zeng, 2007).

Hiermee gepaard gaand werd in 2003 China‟s institutionele economische kader omgevormd.

Het probleem met deze nieuwe handelswetten is echter dat de instituties die ze moeten

implementeren nog steeds zwak blijven. De kloof die hierdoor ontstaat tussen wet en

uitvoerende instituties kan China‟s economische ontwikkeling tegenhouden.

Algemeen kunnen we zeggen dat de verandering die China‟s beleid op het vlak van

buitenlandse handel heeft ondergaan vier kenmerken kent, met name decentralisatie – de

lokale autoriteiten hebben alsmaar meer zeggenschap in het bepalen van de

(handels)wetten – , globalisering, pluralisering en professionalisering (Lampton, 2001).

Deze veranderingen hebben een gunstig effect gehad op zowel China‟s sociale en

wettelijke systemen als op de internationale gemeenschap en China‟s relaties hiermee (Zeng,

2007).

Na de hervormingen in 2003 zijn de belangrijkste instituten op vlak van economie en

(buitenlandse) handel het „Ministry of Commerce‟ (MOFCOM), het „Department of WTO

Affairs‟, het „Department of International Trade and Economic Affairs‟ , de „State Economic

and Trade Commission‟ (SETC) en de „Central Financial and Economic Affairs LSG‟ geworden.

Deze laatste staat in voor het maken, implementeren en coördineren van China‟s economisch

beleid. Ook het SETC houdt zich bezig met het opstellen van het economisch beleid (Zeng,

2007).

3. Voordelen van investeren in China

Het volgende deel vormt een bespreking van de meest voorkomende redenen

waarom buitenlandse ondernemingen in China zouden willen investeren. Achtereenvolgens

worden marktomvang, lage lonen, de productcyclustheorie van internationalisatie en de

China Development Zones besproken.

3.1 Marktomvang

China heeft zonder twijfel de grootste en aantrekkelijkste markt ter wereld voor

buitenlandse investeerders. Momenteel staat China‟s bevolkingsteller op ongeveer 1.300.000

miljard mensen, en verwacht wordt dat dit tegen 2050 zal aangroeien tot bijna anderhalf

miljard bron (“One in four Chinese „aged above 65 by 2050‟ ”, 2010). Daarenboven wordt

Page 18: De keuze voor een investeringsproject in China. Een Case ...€¦ · China. Een Case-study voor Agfa-Gevaert Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de

12

niet alleen China zelf rijker van FDI, maar ook de bevolking profiteert hiervan, wat de

consumptie doet stijgen.

Veel Westerse bedrijven bevinden zich in hun land van herkomst in een positie waarin

ze door de verzadiging van de markt onmogelijk nog (sterk) kunnen groeien en uitwijken

naar de rest van Europa biedt geen oplossing, aangezien de bedrijven daar in dezelfde

positie verkeren. Het logische gevolg hiervan is dat Westerse bedrijven hun pijlen richten op

nog niet volledig geëxploiteerde markten met veel groeipotentieel (Madura & Fox, 2007).

Hoewel vele landen in Afrika, Azië en Latijns-Amerika aan deze voorwaarden voldoen, heeft

China tegenover vele andere landen een aantal voordelen.

Vooreerst is China, net zoals een deel van Azië, maar in tegenstelling tot de meeste

Afrikaanse landen, reeds meer onder de invloed van verwestersing, waardoor de vraag naar

“Westerse” producten, zoals elektronica, er veel groter is. Verder liggen, wederom net zoals

in sommige andere Aziatische landen, de lonen er tegenover Afrikaanse landen en tegenover

bijvoorbeeld Vietnam, een stuk hoger. Bijgevolg is de koopkracht er dus groter, wat

uiteraard de consumptie ten goede komt. In 2005 moest 36.3% van de Chinese bevolking

rondkomen met minder dan 2$ per dag, waar dit in de landen van Sub-Sahara-Afrika

gemiddeld 72,9% was en in Vietnam 48,4% (in 2006) (Wereldbank). Hoewel er reeds veel

internationale bedrijven aanwezig zijn, kan de markt in China nog enorm groeien.

Internationale bedrijven zijn nu hoofdzakelijk aanwezig in grote steden als Beijing, Shanghai

en Shenzhen, en in mindere mate in de gordel rond deze steden, maar het Chinese

platteland is nog volledig onverkend. De grote Chinese steden herbergen echter maar een

beperkt gedeelte van de totale Chinese bevolking; derhalve zullen deze (meer) afgelegen

regio‟s zullen binnenkort ongetwijfeld markt- en investeringsgebied worden (interview H.

Cornelissen), enerzijds omdat de consumenten in de grote Chinese steden al dermate

gewend zijn aan buitenlandse merken dat de distributie, verkoop en promotie van producten

er zeer gelijklopend is met deze van de consumentenmarkten in het Westen, en anderzijds

vanwege de groeiende rijkdom in de kleinere Chinese steden (“Chinese regionale steden

volgende groeimarkt”, 2010).

Het voordeel dat China daarnaast heeft als markt tegenover een aantal andere

Aziatische landen, waaronder Japan, is de grote openheid van haar economie sinds 1978

(Wei & Liu, 2001).

Bovendien moeten we ook wijzen op de gunstige effecten van een grote markt met

betrekking tot schaal- en leereffecten (Madura & Fox, 2007).

Page 19: De keuze voor een investeringsproject in China. Een Case ...€¦ · China. Een Case-study voor Agfa-Gevaert Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de

13

3.2 Lage lonen

In een land dat bijna een kwart van de wereldbevolking uitmaakt, is er niet alleen

een gigantische consumentenmarkt maar eveneens een zeer grote arbeidsmarkt, die omwille

van het feit dat de lonen er een stuk lager liggen dat in de Westerse wereld, een grote

aantrekkingskracht heeft voor Westerse bedrijven.

Hoewel Westerse bedrijven moeten investeren in opleiding van hun Chinese

arbeiders en 20-50% meer loon betalen dan hun lokale tegenhangers (Story, 2003), blijven

zelfs dan de lonen in China een stuk lager liggen dan in het land van oorsprong van de

buitenlandse investeerders. Het hogere loon dat buitenlandse ondernemingen betalen heeft

o.m. een daling van het personeelsverloop – wat in alle bedrijven in China, buitenlands of

lokaal, een probleem is – tot gevolg doch kan niet verhinderen dat elke 2 à 3 jaar 20 à 30%

van de werkkrachten in buitenlandse bedrijven vertrekken om een nieuwe job te zoeken, op

zoek naar hoger loon, erkenning, meer opleiding of een mooier vooruitzicht wat betreft

carrièreplanning (interview H. Cornelissen).

Waarschijnlijk zullen de lonen van sommige zich ontwikkelende landen zoals China

nog een tijd lager blijven dan die van de ontwikkelde landen, maar het verschil zal kleiner

worden, wat voor FDI in China twee belangrijke gevolgen zal hebben.

Ten eerste zal het een verschuiving van industriële activiteit van arbeidsintensieve

naar kapitaal- en technologie-intensieve processen tot gevolg hebben (Garnaut & Song,

2007).

Ten tweede is het niet onwaarschijnlijk dat het verkleinen van de loonkloof tussen

zich ontwikkelende en ontwikkelde landen de groei van offshoring in China negatief zal

beïnvloeden (Enderwick, 2007). Stijgende productiefactorkosten en het duurder worden van

de arbeid in China tegenover arbeid in andere regio‟s van Azië en de wereld zullen

mogelijkerwijs een vertraging van de Chinese economische groei tot gevolg hebben (Malkiel

& Taylor, 2008).

Ten slotte zal deze loonstijging de verschuiving van de Chinese economie van export-

georiënteerd naar consument-georiënteerd versterken, wat voor de gehele Chinese

maatschappij positieve gevolgen zal hebben (Malkiel & Taylor, 2008).

Reeds nu is een wegtrekken van export- en assemblagebedrijven uit China om zich te

vestigen in Thailand en Vietnam, waar de lonen nog lager liggen, merkbaar (“Vietnam Begins

to Lure Business Away from China”, 2010). Bovendien trekt de Chinese regering regelmatig de wettelijke minimumlonen omhoog,

in een poging de Chinese levensstandaard omhoog te krijgen, zoals de regering onlangs nog

Page 20: De keuze voor een investeringsproject in China. Een Case ...€¦ · China. Een Case-study voor Agfa-Gevaert Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de

14

aankondigde (Klok, 2010).

In de beschouwing van loonkost als mogelijke stimulans voor FDI mogen we nooit uit

het oog verliezen dat loonkosten slechts een deel van de operationele kosten vormen,

waarvan de omvang voornamelijk afhankelijk is van de sector waarin het bedrijf operationeel

is. Niettemin kan de lagere loonkost voor sommige (vooral arbeidsintensieve) bedrijven een

belangrijke rol spelen in de beslissing waar te investeren (Story, 2003).

Een zeer groot probleem waarmee de hele Chinese economie kampt en waar de

regering haar uiterste best voor doet om het te veranderen, is de leegloop van de

randgebieden naar de steden. Deels zien we de laatste jaren een natuurlijke vertraging van

het aantal mensen dat de agriculturele sector verlaat om te gaan werken in de stad, en deels

probeert de regering dit aan te moedigen door o.a. investeringen, het uitreiken van subsidies

aan bedrijven om de lonen op te kunnen trekken en het gelijk maken van de

levensomstandigheden en mogelijkheden in de randgebieden en de grote steden (website

Rural Poverty Portal).

3.3 Productcyclustheorie van internationalisatie

Deze theorie, die vooral voor technologische bedrijven die willen investeren in of

exporteren naar het buitenland van belang kan zijn, is een aanpassing en aanvulling van de

productcyclustheorie zoals deze in 1966 door Raymond Vernon ontwikkeld werd. Vernon wou

met deze theorie, die de levenscyclus van een product opsplitst in vier fases, voornamelijk

verklaren waarom bedrijven in ontwikkelde markten moeten blijven innoveren om

competitief te blijven (Borghoff, 2005.) De productcyclustheorie van internationalisatie

daarentegen stelt dat eens een product in de ontwikkelde wereld zijn competitiviteit verliest,

bijvoorbeeld onder invloed van nieuwe innovaties, dit product nog steeds aantrekkelijk kan

zijn in de minder ontwikkelde landen. Dit geldt met name voor technologische producten,

aangezien de ontwikkeling van de technologie in zich ontwikkelende landen een paar

decennia achterloopt op die van de ontwikkelde landen. Eens het product ook in deze landen

zijn competitiviteit verliest, kan het nog verkocht worden in nog minder ontwikkelde landen

tot een bedrijf zijn product in alle regio‟s van de wereld verkocht heeft. Hoewel deze theorie

nog steeds een zekere geldigheid heeft en vele bedrijven al dan niet bewust deze theorie

volgen, is er – zeker gezien de economische evolutie van de laatste decennia – een

belangrijke kanttekening te plaatsen bij deze theorie. Door de stijgende lonen en betere

educatiemogelijkheden is er vanuit de tweede en derde wereld steeds meer vraag naar

producten die meer aansluiten bij de kwaliteit en karakteristieken van de producten die in de

Page 21: De keuze voor een investeringsproject in China. Een Case ...€¦ · China. Een Case-study voor Agfa-Gevaert Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de

15

ontwikkelde landen verkocht worden. Dit zorgt ervoor dat de commerciële levenscyclus van

producten verkort wordt (Sanchez & Heene, 2004).

Relevanter in deze economische tijden is een andere interpretatie van de

internationale productcyclustheorie die stelt dat wanneer een bedrijf een product heeft

binnengebracht op een buitenlandse markt, dit bedrijf verplicht zal zijn het product ook in

deze markt te gaan produceren wil het zijn competitiviteit behouden (Madura & Fox, 2007).

3.4 China Development Zones

Om buitenlandse investeringen in China te stimuleren, besloot de Chinese regering in

1984, deels aangemoedigd door haar goede ervaring met SEZ‟s, “economic and

technological development zones” op te richten. Later kwamen hier nog de “free trade zones”

bij en – voornamelijk voor het aantrekken van hoogtechnologische buitenlandse bedrijven –

de “High-Tech Industrial Development Zones” (Waugh, 2000).

Zo werd o.m. in november 1992 in Wuxi, een stad met 4.5 miljoen inwoners in de

oostelijke provincie Jiangsu, de “Wuxi High-Tech Industrial Development Zone” opgericht,

later omgedoopt tot “Wuxi New District”. Hoewel de reguleringen en het beleid voor alle

HTID-zones over het algemeen dezelfde zijn, zal ik hier nu steeds spreken over WND,

aangezien Agfa-Gevaert hier productiebedrijven heeft, “Agfa (Wuxi) Printing Plate Co., Ltd.”

en “Agfa Wuxi Imaging Company”. WND is 220 vierkante kilometer groot (ongeveer 5% van

de totale oppervlakte van Wuxi), heeft ongeveer 275.000 inwoners (ongeveer 8% van het

totaal aantal inwoners van Wuxi) en telt naast bedrijven ook o.m. scholen en een vliegveld

(website Wuxi New District).

In 2007 was het BBP van WND 60 miljard RMB – dit is ongeveer 8.8 miljard dollar -

en eind 2007 was de waarde van FDI er gestegen tot meer dan 10 miljard dollar. Eind 2008

waren er in WND ongeveer 1200 bedrijven geregistreerd, waaronder grote investeerders als

Sony, Volvo en Kodak (website Wuxi New District).

Op basis van recente cijfers blijkt dat de gehele economie in de eerste maanden van

2010 in WND relatief stabiel bleef o.m. op het vlak van innovatie en wordt verwacht dat zijn

BBP voor het eerste kwartaal zal stijgen met 10% tegenover vorig jaar (website Wuxi New

District).

In ongeveer 15 jaar heeft WND zich ontwikkeld tot een hoogtechnologische en

internationaal gerichte industriële cluster en één van de grootste industrieparken van China.

Dit uit zich ook in het feit dat een aantal grote internationale spelers op het vlak van

technologie in WND een R&D-centrum gevestigd hebben (website Wuxi New District).

Naast het feit dat WND veel goede leveranciers en veel geschoolde arbeid te bieden

Page 22: De keuze voor een investeringsproject in China. Een Case ...€¦ · China. Een Case-study voor Agfa-Gevaert Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de

16

heeft, worden bedrijven ook aangetrokken door de speciale beleidsmaatregelen voor

hoogtechnologische buitenlandse bedrijven die hier investeren. Zo betalen zij geen

importtaksen op machines en ondersteunende technologieën voor eigen gebruik, op import

van technologische onderdelen die niet in China geproduceerd kunnen worden en op

geavanceerde technologieën. In bepaalde gevallen kan ook de aankoop van Chinese

machines afgetrokken worden van de bedrijfsbelasting en kan ook de kost van hulp aan

scholen of universiteiten op het vlak van wetenschap of onderzoek worden afgetrokken van

hun belastbaar inkomen (website Wuxi New District).

De voordelen die het WND zelf haalt uit de aanwezigheid van hoogtechnologische

bedrijven zijn, behalve de stijging van FDI en daaruit volgende stijging van BBP, de

verbetering van het niveau van productiebekwaamheid, de stijging van werkgelegenheid en

de instroom van cash. Ook zeer belangrijk voor zowel de HTID-zones als de Chinese regering

is het streven naar verticale integratie en het streven naar geïntegreerde bedrijven die niet

enkel hun productie- en R&D-centra maar ook hun verkoopsafdelingen en hoofdkwartieren

vestigen in China (interview H. Cornelissen).

4. Nadelen van investeren in China

In het deel dat nu volgt zullen enkele aspecten worden aangehaald die investeren in China

bemoeilijken en aldus mogelijk kunnen leiden tot de beslissing om niet te investeren. Het zijn

guanxi, patentinbreuk, corruptie, concurrentie en de mogelijkheid van een tekort aan

geschoolde arbeid.

4.1 Guanxi

Vele opkomende economieën, vooral Aziatische, zijn eerder relatiegebaseerd dan

marktgebaseerd (Enderwick, 2007). In China uit dit zich in het bestaan van de zogenaamde

guanxi.

Guanxi, letterlijk „relatie‟, vormt doorheen heel de Chinese geschiedenis de

belangrijkste bron van netwerken, zowel op persoonlijk als op bedrijfsvlak.

Het concept heeft zijn wortels in de Chinese filosofieën, meer bepaald in het

Confucianisme en de eraan verbonden “vijf belangrijkste relaties”2 (Yao, 2000) en kan het

2 De « vijf belangrijkste relaties » zijn deze tussen vader en zoon, tussen koning en onderdaan, tussen man en

vrouw, tussen oudere broer en jongere broer en tussen twee vrienden.

Page 23: De keuze voor een investeringsproject in China. Een Case ...€¦ · China. Een Case-study voor Agfa-Gevaert Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de

17

best worden omschreven als het opbouwen van een langetermijnrelatie tussen twee

individuen die een vorm van „sociaal kapitaal‟ vormt. Het extreem grote belang van guanxi

wordt weerspiegeld in het feit dat guanxi soms wel eens omschreven wordt als een „tweede

munt‟ en dat de afspraken die binnen guanxi-netwerken worden gemaakt, over het

algemeen even geldig zijn als geschreven contracten (Ambler et al., 2009).

Historisch gezien wordt guanxi opgebouwd wanneer de ene partij iets voor de andere

doet zonder hiervoor iets in ruil te verwachten (Standifird & Marshall, 2000). Oorspronkelijk

kon dit „iets‟ zowel materieel (giften, geschenken, diners,..) als immaterieel zijn, maar de

laatste jaren neemt het belang van het materiële af en wordt in het kader van corruptie

tegen bepaalde vormen van materiële guanxi (o.m. steekpenningen) streng opgetreden

(Dunfee & Warren, 2001); de lijn tussen guanxi en omkoping is (immers) dun (Douw & Chan,

2006). Immateriële vormen van guanxi daarentegen worden steeds belangrijker; zo is het

mogelijk voor buitenlandse bedrijven om de relaties met hun leveranciers te verbeteren door

hen te betrekken bij bijvoorbeeld bedrijfsbezoeken of presentaties, omdat dit hen

bekendheid verschaft, waaraan ze zeer veel waarde hechten (interview H. Cornelissen).

Voor Westerse bedrijven is guanxi in zijn zuiverste vorm minder belangrijk, maar zijn

goede relaties met de overheid, leveranciers, ambtenaren e.d. onontbeerlijk, o.m. omdat dit

ervoor zorgt dat in de ingewikkelde Chinese bureaucratie vele procedures ingekort kunnen

worden (Chatterjee, Pearson, Nie, 2006). Vele Westerse bedrijven zullen dan ook omwille

van het belang van de waarde van lokale kennis en lokale contacten en guanxi, geneigd zijn

om als investeringsvorm in China ofwel een joint venture met een Chinese partner te kiezen

ofwel Chinese dealers aan te trekken om hun producten verkopen op de lokale markt,

aangezien het opbouwen van een eigen distributiesysteem zowel duur als tijdsrovend is

(Enderwick, 2007).

De redenen waarom het hebben van goede guanxi zo noodzakelijk is voor

buitenlandse investeerders, zijn legio. Zoals reeds aangehaald is het van groot belang voor

het onderhouden van belangrijke contacten met investeerders, klanten, de overheid e.a.

Voorts blijft guanxi ook in de 21e eeuw een belangrijk kanaal voor communicatie en in een

omgeving die zo dynamisch is en zo snel verandert als China is snelle toegang tot o.a.

juridische en wettelijke informatie een groot voordeel. Ook kunnen sommige vormen van

guanxi voor buitenlandse bedrijven zorgen voor een beter begrip van de sociale omgeving

(Douw & Chan, 2006)

Buitenlandse bedrijven die willen investeren in China hebben de keuze tussen twee

strategieën. De defensieve strategie, die er in hoofdzaak uit bestaat de afhankelijkheid van

de lokale markten te beperken, is in een opkomende economie alles behalve wenselijk. De

Page 24: De keuze voor een investeringsproject in China. Een Case ...€¦ · China. Een Case-study voor Agfa-Gevaert Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de

18

offensieve strategie maakt gebruik van guanxi en zorgt ervoor dat door het opbouwen van

netwerken en het opbouwen van leveranciersrelaties, buitenlandse investeerders sterker

kunnen staan in de competitie met hun Chinese concurrenten. Bovendien worden ze

hierdoor alsmaar meer beschouwd als „lokaal‟ wat leidt tot lagere kosten en een grote

aanvaarding door de lokale bevolking, beide grote voordelen voor het winstgevend maken

van een bedrijf (Enderwick, 2007).

Het aantrekken van een lokale partner kan bovendien een cognitieve en culturele

brug slaan tussen het buitenlands bedrijf en het gastland (Enderwick, 2007) en kan door de

sterke politieke banden van de partner het politieke risico minimaliseren (Brink, 2004).

Twee grote vaststellingen verklaren waarom buitenlandse bedrijven er zo moeizaam

of niet in slagen om zelfstandig guanxi op te bouwen. Ten eerste hebben ze te weinig kennis

van wat guanxi en netwerken precies inhoudt. Hoewel er veel literatuur over bestaat, wordt

guanxi toch slechts echt begrepen door Chinezen. Ten tweede is er de grote taalbarrière.

Zeer weinig Westerse bedrijfsmensen spreken Chinees en zeer weinig Chinezen spreken

Engels – zelfs in bedrijfsomgevingen (infra, p. 27) –, waardoor het gebruik van tolken en

vertalers een noodzakelijk kwaad is. Omwille hiervan is er weinig direct contact wat tot

gevolg heeft dat het opbouwen van guanxi langer duurt (interview H. Cornelissen).

Vanuit het standpunt van de internationale gemeenschap wordt guanxi echter wel

eens negatief bekeken. Guanxi wordt beschouwd als onwenselijk, omdat men van mening is

dat het het principe van gelijkheid ondermijnt en dat het schadelijk is voor ontwikkeling en

goed management (Ambler et al., 2009).

Hoewel China deels onder druk van zijn toetreding tot de WTO zijn wettelijke en

institutionele structuur aan het ontwikkelen is, kunnen we verwachten dat dit wettelijke

systeem en het guanxi-systeem in de toekomst nog zeer lang samen zullen bestaan. Er zijn

verschillende redenen waarom het wettelijke systeem, ondanks zijn vele voordelen zoals

bijvoorbeeld meer transacties en lagere transactiekosten, het guanxi-systeem niet zal

verdringen. Ten eerste is het louter bestaan van een wettelijk systeem geen voldoende

voorwaarde voor de aanvaarding ervan door de Chinese bevolking en het Chinese

bedrijfsleven. Voorts zou het gevolg hiervan zijn dat in rechtszaken het voordeel zal

verschuiven van diegenen met sterke netwerken, die het nu hebben, naar diegenen met veel

middelen en geld, aangezien dit nodig is om via een proces iets te bekomen. Ten derde is

het verre van zeker dat machtige Chinese politici deze verschuiving naar een overkoepelend

(niet-individueel) wettelijk systeem zullen ondersteunen. Zulk een verschuiving zou immers

het nadeligst zijn voor diegenen die veel hebben geïnvesteerd in en veel voordeel halen uit

hun netwerken. Tenslotte mogen we niet vergeten dat guanxi geen louter economisch

Page 25: De keuze voor een investeringsproject in China. Een Case ...€¦ · China. Een Case-study voor Agfa-Gevaert Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de

19

systeem is, maar een mechanisme dat vervat zit in de hele Chinese maatschappij, op alle

niveaus. In dit opzicht lijkt het onlogisch dat een systeem dat reeds 2000 jaar bestaat, snel

aan de kant geschoven zal worden (Enderwick, 2007).

4.2 Patentinbreuk De economische globalisatie zorgt er voor dat inbreuken op intellectuele

eigendomsrechten een alsmaar groter probleem vormen, niet in het minst in Azië. Van de

buitenlandse firma‟s die werkzaam zijn in China, zegt 70% reeds het slachtoffer van

inbreuken op intellectueel eigendomsrecht te zijn geweest (“Eu-China trade in facts and

figures”, 2009). Intellectueel eigendom - door de WIPO gedefinieerd als “creations of the

mind: inventions, literary and artistic works, and symbols, names, images, and designs used

in commerce” (WIPO) - is in onze alsmaar meer kennisgedreven economie een belangrijke

factor voor succes. Om deze negatieve trend van toenemende inbreuken op patentrecht

tegen te gaan, werd in 1967 het WIPO, een agentschap van de UN, opgericht, dat tot doel

heeft de bescherming van IPR binnen zijn lidstaten te coördineren (website WIPO). In 1994

werd in Marokko het zogenaamde TRIPS-akkoord gesloten, dat internationale

minimumstandaarden voor de bescherming van IPR inhoudt die de verplichtingen van de

eerste twee conventies over IPR, namelijk de Paris Convention (1883) en Berne Convention

(1886), behelzen, en waar WTO-lidstaten geacht worden naar te handelen (website WTO).

Het TRIPS-akkoord omvat dus geen verplichte uniforme set van regels, maar benadrukt de

verplichting van elk land om maatregelen te nemen teneinde inbreuken op IPR te vermijden

(Shi, 2008).

Het geringer belang van intellectueel eigendom in ontwikkelingslanden, voornamelijk

in Azië, weerspiegelt zich o.m. in het aantal patenten. In 2009 diende China 7946

internationale patentaanvragen in, wat overeenkomt met ongeveer één patentaanvraag per

163.000 inwoners. De VSA dienden 45.790 aanvragen in wat neerkomt op ongeveer één

patentaanvraag per 6700 inwoners en België deed iets meer dan 1000 aanvragen, oftewel

ongeveer één aanvraag per 10.000 inwoners. Het is wel belangrijk om hierbij op te merken

dat China – hoewel zijn aantal aanvragen nog steeds laag is – in 2009 met voorsprong de

sterkste stijger was. Het diende bijna 30% meer aanvragen voor internationale patenten in

dan in 2008, terwijl bij bijna alle Westerse landen onder invloed van de economische crisis

een daling of slechts lichte stijging in hun aantal aanvragen merkbaar was (“International

patent filings dip in 2009 amid global economic downturn”, 2010).

De oorzaak van het toch nog steeds geringer belang van intellectueel eigendom in

Page 26: De keuze voor een investeringsproject in China. Een Case ...€¦ · China. Een Case-study voor Agfa-Gevaert Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de

20

minder ontwikkelde landen ligt volgens sommigen in het feit dat in landen waar er weinig

aan innovatie wordt gedaan en waar de kenniskloof relatief groot is, een verhoogde

bescherming van IPR zou kunnen leiden tot een vermindering van de welvaart van dat land.

Het is een feit dat een zwakke bescherming van IPR voor vele ontwikkelingslanden

essentieel is geweest in een bepaald stadium van hun economische ontwikkeling. Deze

landen menen dat ze door middel van een tolerant IPR-beleid hun proces van economische

ontwikkeling kunnen versnellen (Shi, 2008).

De wetenschappelijke meningen over het verband tussen IPR en innovatie lopen

sterk uiteen. Volgens sommigen is er geen sterke positieve correlatie of zelfs helemaal geen

verband tussen IPR en innovatie, en is China dat ondanks één van de hoogste

piraterijpercentages in de wereld er nog steeds (en alsmaar meer) in slaagt FDI en

overdrachten van technologie aan te trekken, hiervan een goede illustratie. Anderen menen

daarentegen dat in industrieën die gebruik maken van hoogwaardige technologie, het

systeem ter bescherming van IPR een groot effect heeft op de omvang van overdracht van

technologie (Shi, 2008).Tevens zijn er wetenschappers die van mening zijn dat een te hoge

bescherming van IPR een negatief effect heeft en kan leiden tot afremming van de innovatie

(Enderwick, 2007). Nog anderen verdedigen het standpunt dat hoewel sterkere bescherming

van IPR een stimulans voor innovatie en internationale overdrachten van technologie kan

zijn, het er tevens kan voor zorgen dat voor ontwikkelingslanden, die veelal

technologieconsumerende landen zijn, het de kost van het verwerven van nieuwe

technologie en producten kan doen stijgen, waardoor de voordelen van internationale handel

vooral ten goede komen aan de technologieproducerende landen (Maskus, 2000).

Sommigen menen dat de basis voor de veelvuldige imitatie waaraan Chinese

bedrijven zich schuldig maken, diep geworteld is in de Chinese geschiedenis en cultuur.

Nochtans is het versterken van Chinese IPR-wetten ook voor China zelf van belang, wil het

zijn bedrijven aanmoedigen om te innoveren (Enderwick, 2007).

De grootste moeilijkheid om als Westers bedrijf een patent aan te vragen in China, is

dat het systeem zeer verschillend is van het Westers systeem. Waar men in Europa of

Amerika één patent aanvraagt voor de theorie of het proces (dat de basis vormt) en de

applicatie, ontstaan in China patenten „vanuit‟ een applicatie. In China kent men drie

verschillende klassen van patenten: patenten voor uitvindingen, ontwerppatenten en

gebruikspatenten. Deze laatste categorie heeft betrekking op nieuwe technische oplossingen

in verband met de vorm of de structuur van een product, die bestemd zijn voor praktische

toepassingen (website China Patent Trademark Office). Bedrijven zijn “verplicht” om zowel

hun theorie te beschermen met een uitvindingpatent als hun applicatie veilig te stellen met

Page 27: De keuze voor een investeringsproject in China. Een Case ...€¦ · China. Een Case-study voor Agfa-Gevaert Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de

21

een ontwerppatent, want indien ze enkel op de applicatie een patent nemen, kan de theorie

die er aan ten grondslag ligt straffeloos worden gebruikt in een ander soort industrie

(interview H. Cornelissen).

Verbetering is echter merkbaar op verschillende vlakken. Aan de vooravond van haar

toetreding tot de WTO, in augustus 2000, werd in China het SIPO opgericht dat vanaf dan

de taak kreeg de implementatie van de patentwet in China op te volgen (website SIPO).

Verder heeft China sinds 1993 op de verschillende niveaus van de “People‟s Courts”

(volksrechtbanken) zogenaamde “Intellectual Property Tribunals” opgericht die in 2009

30.626 zaken behandelden, een stijging van meer dan 25% tegenover 2008, en ook de

“Criminal Tribunals” houden zich bezig met inbreuken op IPR (website SIPO). Deze kentering

in het aanpakken en bestraffen van inbreuken op IPR was en is noodzakelijk, wil China

economisch mee kunnen spelen op internationaal vlak. Ten slotte is er op het vlak van IPR

een intense samenwerking ontstaan tussen China en de EU, wat o.m. heeft geresulteerd in

het oprichten van de EU-China Intellectual Property Dialogue en de IP Working Group (Shi,

2008).

Hoewel dankzij China‟s inspanningen verbetering merkbaar is, heeft China nog steeds

een lange weg te gaan in het installeren van een efficiënt, naar internationale standaarden

voldoende bescherming biedend IPR-systeem, zoals blijkt uit verschillende rapporten.

In de IPRI van 2010 staat China met een score van 5.1 (op een schaal van 0 tot 10)

op de 64e plaats. Ter vergelijking, België heeft een score van 7.5 waarmee het de 19 e plaats

bekleedt. Deze ranking wordt bepaald op basis van zowel „zachte‟ als „harde‟ criteria. Een

groot deel van de variabelen zijn gebaseerd op opinieonderzoeken, waaraan experts in

verschillende velden hebben deelgenomen. Belangrijk is hierbij dus dat het vooral gaat om

hoe landen worden gepercipieerd in termen van goede of slechte IPR. Deels zijn in de

ranking echter ook feitelijke data opgenomen, zoals het aantal procedures, het aantal dagen

nodig om IP te laten registreren en de graad van piraterij (International Property Right

Index).

Bovendien staat China in 2010 nog steeds op de “Priority Watch List” – een soort

„zwarte lijst‟ – in het jaarlijkse “Special 301 Report”, uitgevoerd door het “Office of the United

States Trade Representative” (USTR). Dit bureau analyseert sinds 1989 jaarlijks op welke

manier en hoe effectief de handelspartners van de VS intellectueel eigendom beschermen en

kan indien het vertrouwen in de beschermingsmaatregelen van een land niet groot (genoeg)

is landen onderbrengen in de sectie “Watch List” of “Priority Watch List”. Er bestaat ook nog

een sectie “306 Monitoring” waarbij het USTR het recht heeft om bij schending van de

bilaterale overeenkomsten met betrekking tot IPR door een land in deze sectie

Page 28: De keuze voor een investeringsproject in China. Een Case ...€¦ · China. Een Case-study voor Agfa-Gevaert Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de

22

handelssancties tegen dit land uit te voeren. Momenteel bevindt enkel Paraguay zich in deze

sectie, maar ook China heeft hiervan tot 2004 deel uitgemaakt. Het feit dat het er sindsdien

geen deel meer van uitmaakt, bewijst de stappen voorwaarts die China gezet heeft.

4.3 Corruptie

Een universeel kenmerk van opkomende, zich ontwikkelende economieën is politiek

risico als gevolg van politieke instabiliteit en conflicten. In zulk onstabiel klimaat ontstaat er

niet zelden corruptie in één of andere vorm. Corruptie, door de Wereldbank gedefinieerd als

“the abuse of public office for private gain” (website Wereldbank) heeft een sterke impact op

zowel maatschappij als economie (Kaditi, 2006). Zowel de oorzaken als gevolgen van

corruptie zijn veelvuldig, maar komen niet steeds in elke opkomende economie voor.

Een eerste reden is het feit dat het ontwikkelingspad van opkomende economieën de

nadruk legt op industriebeleid en actieve regeringsinterventie, terwijl hoe meer een natie

neigt naar het opdrijven van de regulatie en de prijscontrole, des te hoger haar

waarschijnlijke corruptie. Tevens hebben ontwikkelende economieën vaak te weinig

middelen om corruptie op te sporen en af te straffen. Vervolgens kunnen we ook de

delegatie van activiteiten van autoriteiten naar ambtenaren aanhalen. Hoe meer delegatie,

des te meer mogelijkheid tot en dus kans op corruptie. Verder zijn ook het beleid en de

instituties van een land van cruciaal belang, aangezien corruptie hierop steunt en zij dus de

macht hebben om deze corruptie te versterken of af te bouwen (Enderwick, 2007). Ten

slotte is het belangrijk te wijzen op het belang van het controleren van de eigen ambtenaren,

het beschermen van eigendomsrechten en het voorzien in instellingen die de wet te

ondersteunen. Hoe zwakker een land, des te slechter het de voorgaande taken kan uitvoeren

en hoe groter bijgevolg de kans op corruptie (Kaditi, 2006).

De gevolgen van corruptie zijn in veel gevallen onvoorspelbaar, en bovendien altijd

ernstig.

Corruptie verhoogt zowel voor bedrijven als voor consumenten de kosten en onzekerheid

van transacties. Bovendien bestaat de kans dat ambtenaren onder invloed van corruptie niet

de economisch meest wenselijke projecten kiezen, wat investeringsopportuniteiten verstoort

en zo leidt tot een suboptimale allocatie van middelen (Enderwick, 2007).

Over het algemeen wordt aangenomen dat de invloed van corruptie groter is op

buitenlandse bedrijven met FDI dan op lokale bedrijven, en dat hoe meer macht een bedrijf

heeft op zowel aan- als verkoopmarkt, des te minder het zal worden beïnvloed door

corruptie (Kaditi, 2006). Corruptie beïnvloedt het niveau van FDI, zijn samenstelling en het

Page 29: De keuze voor een investeringsproject in China. Een Case ...€¦ · China. Een Case-study voor Agfa-Gevaert Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de

23

groeiniveau ervan. Het effect van corruptie op FDI kunnen we grosso modo onder twee

noemers plaatsen. Ten eerste creëert het een destimulerend effect: doordat de kosten

– o.m. door de kost van steekpenningen – en de onzekerheid voor potentiële investeerders

groter worden, zijn buitenlandse bedrijven minder geneigd tot FDI. Aangezien in deze zin

corruptie gezien kan worden als een vorm van onvoorziene belasting, wordt de impact van

corruptie hoger naarmate het niveau ervan minder voorspelbaar is. Ten tweede brengt het

een verstorend effect met zich mee, doordat het leidt tot een suboptimale en inefficiënte

verdeling van middelen en geld (Kaditi, 2006). Om de invloed van corruptie enigszins te

kunnen verminderen kiezen bedrijven bij FDI meestal voor een JV in plaats van een WFOE,

omdat ze zo gebruik kunnen maken van de kennis van hun lokale partner in verband met het

omgaan met corruptie. Ook het gebruik van dealers kan hiervoor nuttig zijn (interview F.

Delwiche).

Wat China betreft, creëert het eerder aangehaalde systeem van guanxi extra

mogelijkheden voor corruptie, aangezien de meeste zaken persoonlijk worden geregeld.

Hoewel de corruptie in China is gestegen sinds de openstelling van de economie is er de

laatste jaren een sterk dalende trend merkbaar, voornamelijk veroorzaakt door de politieke

stabiliteit die China ontwikkeld heeft. Hoewel hetgeen Westerse bedrijven als corruptie

beschouwen, dat in China niet hoeft te zijn, en wat in een Westers perspectief illegaal lijkt, in

China een zeer acceptabele, alledaagse praktijk kan zijn (Enderwick, 2007), blijft toch het

feit dat China een land is dat nog steeds te kampen heeft met een aanzienlijke graad van

corruptie. In de CPI van Transparency International van 2010 staat China met een score van

3.6 op 10 pas op een 79e plaats, waar België met 7.1 een 21e plaats bekleedt (website

Transparency International). De combinatie van onduidelijke regels en officiële ontkenning

biedt in China aan ambtenaren en privépersonen een uitgelezen kans om omwille van

opportunistisch gedrag te verzeilen in corruptie.

4.4 Concurrentie van Chinese en buitenlandse bedrijven

Het hoeft niet te verbazen dat na de toetreding van China tot de WTO de druk van de

concurrentie van Westerse bedrijven drastisch omhoog ging, en dat terzelfdertijd bleek dat

vele Chinese bedrijven, voornamelijk de onefficiënte SOE‟s, door jaren van relatieve

geslotenheid van de Chinese economie oncompetitief en zwak waren geworden (Ambler et

al., 2009). Nochtans blijven er industrieën bestaan, zoals de bierindustrie, waar meer dan 90%

van de totale markt in handen is van Chinese bedrijven (Enderwick, 2007).

Page 30: De keuze voor een investeringsproject in China. Een Case ...€¦ · China. Een Case-study voor Agfa-Gevaert Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de

24

Hoewel de resultaten van de onderzoeken naar de profitabiliteit van buitenlandse

bedrijven in China in grote mate verschillen, is het alleszins zo dat, indien ze winst maken,

het dikwijls noodzakelijk is de winsten die ze in deze markt genereren, in dezelfde markt te

herinvesteren teneinde een sterkte marktpositie te behouden, omwille van een beperkte

groei van de vraag, druk op de prijzen, overinvesteringen en overcapaciteit (Enderwick,

2007).

Ook de visies op de invloed van de aanwezigheid van Westerse bedrijven in China op

de competitiviteit van Chinese bedrijven verschillen in grote mate van elkaar. Er zijn zowel

wetenschappers die menen dat Chinese bedrijven omwille van spillovereffecten profiteren

van hun competitie met Westerse bedrijven (Liang, 2004), als wetenschappers die beweren

dat FDI de marktaandelen van de lokale bedrijven drastisch doet krimpen (Dries & Swinnen,

2004).

Voor buitenlandse bedrijven in China komt de concurrentie zowel van andere

buitenlandse investeerders, waarmee ze soms ook reeds op andere markten concurreren, als

van lokale bedrijven. Deze laatste worden alsmaar sterker, in sommige gevallen omdat zij

(o.m.) de beste buitenlandse partners kunnen aantrekken en de beste handelsbescherming

genieten. Een uitzondering hierop zijn internationale bedrijven die in hun „go-to-market‟-

strategie Chinese verkoopskanalen gaan betrekken, meestal via een joint venture (interview

H. Cornelissen).

Een groot verschil tussen Chinese en buitenlandse bedrijven, dat een grote impact

heeft op de concurrentievoering, is het feit dat de Chinese markt zeer prijsgedreven is en

Chinese bedrijven over het algemeen meer gefocust zijn op korte termijnwinst dan op

strategieplanning op lange termijn (interview F. Delwiche). Algemeen gezien is het

belangrijkste doel voor Chinese bedrijven het halen van een zo groot mogelijk marktaandeel

of zelfs enkel overleven, in plaats van de winstmaximalisatie waar de meeste Westerse

bedrijven in de eerste plaats naar streven, en proberen ze hierin te slagen door zoveel

mogelijk de kosten te drukken (Ambler et al., 2009). Als buitenlandse investeerders in China

competitief willen blijven, zal het noodzakelijk zijn dat ze nieuwe producten en strategieën

ontwikkelen die meer bij de lokale markt en meer bij de strategieën van de lokale bedrijven

aansluiten, bijvoorbeeld het produceren van producten met lagere kwaliteit aangezien de

consumenten in de Chinese markt veel meer prijs- dan kwaliteitsgericht zijn, en tevens hun

kosten drastisch kunnen inkrimpen (Enderwick, 2007).

Een ander groot verschil tussen buitenlandse bedrijven en lokale bedrijven op de

Chinese markt, dat van belang is in het kader van concurrentie, is hun businessaanpak. Waar

Westerse bedrijven met de kennis die ze bezitten rechtstreeks hun pijlen richten op de grote

Page 31: De keuze voor een investeringsproject in China. Een Case ...€¦ · China. Een Case-study voor Agfa-Gevaert Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de

25

steden, beginnen Chinese bedrijven, zowel beginnende bedrijven als gevestigde waarden,

aan de randgebieden van een (geografische) markt om van daaruit te pogen een groot

aandeel te veroveren in de gehele markt (interview H. Cornelissen).

Hoewel multinationals, in vergelijking met de Chinese bedrijven die pas recent deel

zijn gaan uitmaken van een markteconomie, een voordeel hebben op het vlak van

managementkennis en internationale ervaring, geeft hen dit geen absoluut concurrentieel

voordeel. Ook wat betreft managementvaardigheden zijn Westerse bedrijven een stuk meer

ontwikkeld dan hun Chinese concurrenten, maar daartegenover staan leiders van Chinese

bedrijven meer zelf in de markt als consument en doen ze aan marketingresearch door

middel van communicatie met klanten. Dit gegeven, samen met het feit dat buitenlandse

bedrijven in het buitenland voor beslissingen dikwijls afhankelijk zijn van het hoofdkwartier

van hun onderneming, heeft tot gevolg dat Chinese bedrijven veel beter en sneller in staat

zijn te reageren op opportuniteiten. Deze flexibiliteit is essentieel om succesvol te kunnen

zijn, in het bijzonder in snel evoluerende markten zoals China (Ambler et al., 2009).

Bovendien wordt het om succesvol te zijn en te blijven in China alsmaar belangrijker

de lokale concurrentie een paar stappen voor te blijven en hierin speelt innovatie een

cruciale rol. Teneinde deze stijgende nood aan zowel flexibiliteit als innovatie op te vangen,

wordt het voor vele buitenlandse bedrijven interessant en/of noodzakelijk om ook één of

meerdere R&D-afdelingen te gaan plaatsen in hun buitenlandse markten, zodat zij sneller

kunnen inspelen op lokale preferenties en omstandigheden (Story, 2003). Ook in China is dit

de laatste jaren een opvallend fenomeen, voornamelijk in CDZ (supra, p. 15).

Zoals hiervoor reeds uitgebreid besproken, heeft imitatie door Chinese bedrijven –

ondanks de inspanningen die er geleverd worden – nog steeds een grote negatieve impact

op de concurrentiële positie van FDI in China. Ondanks het feit dat deze producten dikwijls

van veel lagere kwaliteit zijn, liggen ze toch goed in de markt omwille van twee belangrijke

redenen. Ten eerste is het aspect kwaliteit voor Chinezen veel minder belangrijk dan voor

Westerlingen, zelfs in B2B-omgevingen. De kwaliteitsstandaarden die Chinese bedrijven

hanteren, zouden in het Westen onaanvaardbaar zijn. Dit heeft ten dele te maken met het

feit dat in China ondernemingen over het algemeen nog veel meer manueel werken,

waardoor de grenzen voor aanvaardbare kwaliteit veel breder zijn (interview H. Cornelissen).

Ten tweede is de verhouding tussen prijs-kwaliteitverhouding bij de Chinese producten

dikwijls beter (Álvarez & Claro, 2006).

De Chinese wetten op concurrentie zijn zeer gelijklopend met deze van Europa en

Amerika - zo heeft China bijvoorbeeld ook een antitrustwetgeving - maar in de praktijk

komen prijsafspraken nog regelmatig voor (interview H. Cornelissen).

Page 32: De keuze voor een investeringsproject in China. Een Case ...€¦ · China. Een Case-study voor Agfa-Gevaert Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de

26

4.5. Een tekort aan geschoolde arbeid?

De Chinese arbeidsmarkt kampt ondanks zijn omvang en de relatief lage lonen

(tegenover het Westen), met een groot aantal problemen op het vlak van opleiding.

Zo is sinds het midden van de jaren ‟90 de Chinese arbeidsmarkt voor buitenlandse

bedrijven – i.e. de arbeidsmarkt van hooggekwalicifeerd personeel – kleiner geworden,

waardoor deze onderling moeten concurreren met betrekking tot het aantrekken van goede

arbeidskrachten (Douw & Chan, 2006).

Voorts heeft China, nu het zijn industriële structuur opwaardeert, bovendien steeds

meer nood aan mensen met de juiste talenten en opleiding, maar deze vormen helaas nog

steeds een kleine groep op de arbeidsmarkt (minder dan 10% van het totaal aantal

beschikbare werkkrachten) (Enderwick, 2007), hoewel verbetering merkbaar is. Volgens het

WEI-rapport 2007 was in 2006 het percentage jongeren op afstudeerleeftijd dat afstudeerde

aan een Chinese middelbare school 57.3%, wat iets minder is dan in de andere WEI-landen3

– met een gemiddeld percentage van 60.5% – en ongeveer tweederde van de 82.3% die in

de OECD-landen4 werd opgetekend. Aan het hoger onderwijs studeerde in 2006 in China

26.4% van de jongeren op afstudeerleeftijd af, tegenover gemiddeld 30.8% in de WEI-

landen en 46.6% in de OECD-lidstaten. Algemeen vormt dit gegeven voor de buitenlandse

bedrijven echter minder een probleem aangezien Chinezen die een hogere opleiding hebben

genoten bijna uit zichzelf gaan werken in een internationale onderneming omwille van de

uitstraling ervan en omwille van het betere loon en de betere sociale voorwaarden (interview

H. Cornelissen). Het feit dat deze werkkrachten een opleiding in China genoten hebben, lost

echter nog niet alles op, aangezien bijvoorbeeld veel Chinese managers wel allerlei

competenties hebben maar niet per se deze die in een open en competitieve omgeving

noodzakelijk zijn en door internationale bedrijven gevraagd worden (Enderwick, 2007). Er

zijn daarentegen bepaalde regio‟s, zoals het eerder besproken Wuxi New District, waar ten

3 Dit zijn de landen die deelnemen aan het World Education Indicators (WEI)-programma. Dit programma is een

samenwerking tussen de OECD en het Unesco Instituut voor Statistiek (UIS) en ontwikkelt voor elk land apart

samen met de nationale coördinator van één van deze 19 landen aspecten van het onderwijs die relevant zijn

voor het beleid van dat land. De 19 WEI-landen ten tijde van het WEI-rapport 2007 waren Argentinië, Brazilië,

Chili, China, Egypte, de Filippijnen, India, Indonesië, Jamaïca, Jordanië, Maleisië, Paraguay, Peru, Rusland, Sri

Lanka, Thailand, Tunesië, Uruguay en Zimbabwe. In 2009 maakten Chili, Rusland en Zimbabwe er geen deel

meer van uit.

4 Onder de 32 lidstaten van de OECD bevinden zich 20 lidstaten van de EU en 12 andere landen, waaronder

Noorwegen, Turkije, de VSA en Zwitserland. Voor een volledige lijst van de OECD-lidstaten, zie:

http://www.oecd.org/document/58/0,3343,en_2649_201185_1889402_1_1_1_1,00.html.

Page 33: De keuze voor een investeringsproject in China. Een Case ...€¦ · China. Een Case-study voor Agfa-Gevaert Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de

27

gevolge van de zeer hoge vraag echter wel een arbeidstekort ontstaan is (interview H.

Cornelissen).

Het feit dat slechts een fractie van de Chinese afgestudeerden, zelfs vandaag de dag,

voldoende Engels spreekt om in een internationaal bedrijf aan de slag te kunnen, vormt

eveneens een groot obstakel (interview H. Cornelissen). Geschat wordt dat tussen de 200 en

350 miljoen Chinezen in staat zijn om Engels te gebruiken en dat 70 miljoen Chinezen –

ongeveer 5% – het ook daadwerkelijk gebruiken, waarvan ongeveer 10 miljoen op dagelijkse

basis. Zelfs in bedrijfsomgevingen wordt het in werkelijkheid slechts beperkt gebruikt .

Hoewel Engels in China vanaf de derde graad van het lager onderwijs verplichte leerstof is,

wordt er in realiteit weinig aandacht aan besteed en zijn enkel de jonge Chinezen die recent

afgestudeerd zijn aan de betere Chinese universiteiten zowel bekwaam in het lezen,

schrijven, spreken als begrijpen van de Engelse taal (Yang, 2006).

China heeft veel potentieel om zich te ontwikkelen als een bron van hoog

gekwalificeerde arbeidskrachten, maar heeft nog een lange weg te gaan voor het op dit vlak

een comparatief voordeel zal hebben (Story, 2003).

Een laatste probleem met betrekking tot arbeid vormt het oprichten van een R&D-

afdeling in China door buitenlandse bedrijven. Hoewel de kennis en competentie hiervoor

niet ontbreken, past het concept van R&D niet in de Chinese filosofie. Chinezen zijn harde

werkers, maar hebben eerder de gewoonte om voor zichzelf of voor een kleine groep te

werken dan zich werkelijk in dienst te stellen van een bedrijf (interview H. Cornelissen).

5. De Groep Agfa-Gevaert

5.1 Ontstaan en schets

De beeldverwerkingsgroep Agfa-Gevaert NV, waarvan de hoofdzetel gevestigd is in

Mortsel, ontstond in 1964 als een merger tussen het bedrijf Agfa AG, een dochter van de

onderneming Bayer, en het bedrijf Gevaert Photo Producten NV, dat dan al meer dan 100

jaar bestond.

In juni 1999 bereikt Agfa-Gevaert NV een nieuwe mijlpaal: het bedrijf gaat naar de

beurs van Brussel.

In 2003 wordt een nieuwe fabriek opgericht in China, met name in Wuxi.

In 2004 richt worden de activiteiten op het vlak van Consumer Imaging onder de

naam AgfaPhoto verkocht aan een derde.

In 2007 worden de resterende ondernemingsactiviteiten ondergebracht in drie aparte

businessgroepen. Zowel Agfa Healthcare dat producten ontwikkelt voor de medische

Page 34: De keuze voor een investeringsproject in China. Een Case ...€¦ · China. Een Case-study voor Agfa-Gevaert Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de

28

industrie, als Agfa Graphics dat zich toelegt op de grafische industrie, worden separate

juridische entiteiten en volledige dochterondernemingen van Agfa-Gevaert NV, dat dan nog

het hoofdkwartier, met als functie o.m. een deel gezamenlijke R&D voor de drie

businessgroepen, en Agfa Materials bevat, dat voornamelijk produceert voor en verkoopt via

de twee genoemde dochterondernemingen (website Agfa-Gevaert NV).

5.2 Wat en waar?

De Groep Agfa-Gevaert is een zeer globaal bedrijf. Het heeft meer dan 40

verkoopsafdelingen in zowat alle landen van de EU, de rest van Europa, Azië, Noord-Amerika

en Zuid-Amerika, en productiefabrieken in o.a. de VSA, Argentinië, Canada en een aantal EU-

landen.

Inzake productie in Azië heeft het een dochteronderneming in Korea, een Technology

License Agreement met de Indische onderneming Technova voor het produceren van

analoge en digitale platen. Het heeft verkoopsafdelingen in o.m. Hong Kong, Taipei en

Shanghai. De twee productiebedrijven die Agfa-Gevaert in China heeft zijn Agfa Wuxi

Printing Plate Co. Ltd., voor de grafische businessgroep, en Agfa Wuxi Imaging Co. Ltd., voor

de businessgroep Materials, beide gevestigd in WND (website Agfa-Gevaert NV).

De eerste aanwezigheid van Agfa-Gevaert in China en tevens het begin van een reeks

gebeurtenissen die zullen leiden tot de oprichting van AWIC wordt in 1985 gevormd door

een samenwerking tussen Agfa-Gevaert en de Chinese onderneming “Wuxi Aermei Film &

Chemicals Corporation” (tegenwoordig “Wuxi Aermei New Material Co. Ltd.”), opgericht in

1958 en producent van o.m. TAC-film. Hun gezamenlijke activiteiten omvatten het afwerken

en verpakken van o.m. medische X-ray film. Naargelang deze samenwerking over de jaren

heen evolueerde en versterkte, werd dit een wederzijds voordelig akkoord, dat de volledige

goedkeuring van de Chinese autoriteiten kreeg. In 1989 wordt de samenwerking met Aermei

uitgebreid, en in 1995, 10 jaar na de eerste samenwerking, richtten Aermei en Agfa-Gevaert

samen een joint venture op, “Agfa Wuxi Film Production Co Ltd.”. Oorspronkelijk had Agfa-

Gevaert een aandeel van 76% en Aermei een aandeel van 24%, maar in 1999 veranderde

dit naar respectievelijk 99% en 1%, wat tot op heden nog steeds zo is (website China-

Europe Management Center).

In mei 2001 wordt in Shanghai het operations center van AWIC geopend dat zal

instaan voor alle verkoops-, service- en logistieke activiteiten van AWIC binnen China en het

centrum wordt van een netwerk van verkoopsorganisaties (website Agfa-Gevaert NV).

Twee jaar later, in 2003, wordt tevens in de WND een fabriek voor het produceren

Page 35: De keuze voor een investeringsproject in China. Een Case ...€¦ · China. Een Case-study voor Agfa-Gevaert Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de

29

van (digitale) printplaten voor de grafische industrie opgericht, “Agfa Wuxi Printing Plate Co.

Ltd.”, in de vorm van een WFOE. Er wordt gekozen voor WND als locatie onder meer omdat

deze uitstekende omstandigheden biedt voor nieuwe investeerders (website Agfa-Gevaert

NV).

5.3 De EJV van Agfa-Gevaert en Shenzhen Brothers: wat dit ons vertelt over investeren in

China

Op 26 januari 2010 maakt Agfa-Gevaert voorbeurs bekend dat het een overeenkomst

heeft getekend met de Chinese onderneming Shenzhen Brothers voor het creëren van een

gezamenlijke onderneming. Deze onderneming, die de vorm van een EVJ zal aannemen,

krijgt de naam “Agfa Imaging (Shenzhen) Co., Ltd” en zal instaan voor de verkoop in

“Greater China” en de ASEAN. Verwacht wordt dat de EJV, waarvan het operationele

hoofdkwartier zich zal bevinden in Shenzhen in de kustprovincie Guangdong, operationeel zal

worden in het derde kwartaal van 2010 en in zijn eerste werkjaar een omzet van 200 miljoen

euro zal halen. Agfa-Gevaert en Shenzhen Brothers worden respectievelijk 51% en 49%

aandeelhouder (“Agfa Graphics en Shenzhen Brothers creëren joint venture Agfa Graphics

Asia”, 2010).

De overeenkomst komt niet als een verrassing, aangezien Agfa-Gevaert en Shenzhen

Brothers reeds tien jaar partners zijn op de Chinese markt. In 2000 begon Shenzhen

Brothers met het afwerken en distribueren van grafische filmmasterrollen in China en

bouwde zo een groot en succesvol distributienetwerk in de grafische industrie op (“Agfa

Graphics en Shenzhen Brothers creëren joint venture Agfa Graphics Asia”, 2010).

De EJV zal door de combinatie van de wereldwijd vooruitstrevende en

toonaangevende technologie die Agfa-Gevaert bezit – zowel op het vlak van grafische als

medische industrie –, de uitstekende productiecapaciteiten en infrastructuur van Shenzhen

Brothers en de sterke reputatie en hechte banden met lokale klanten, leveranciers en

overheden van deze laatste de marktpositie in China van beide bedrijven verstevigen. Voor

Agfa-Gevaert is deze EJV “een belangrijk middel met het oog op de uitvoering van onze

ambitieuze groeiplannen voor digitale drukvoorbereiding en industriële inkjet in Azië”, zo zei

Stefaan Vanhooren, directeur van Agfa Graphics, die voorzitter van de Raad van Bestuur van

de nieuwe onderneming zal worden (“Agfa Graphics en Shenzhen Brothers creëren joint

venture Agfa Graphics Asia”, 2010).

Deze EJV toont andermaal het voordeel voor Westerse bedrijven van het hebben van

een Chinese partner aan, zowel op het vlak van het uitbouwen van een distributienetwerk als

Page 36: De keuze voor een investeringsproject in China. Een Case ...€¦ · China. Een Case-study voor Agfa-Gevaert Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de

30

op het vlak van (voordelige) lokale connecties, de eerder vermelde „guanxi‟. We kunnen

bijgevolg aannemen dat Agfa-Gevaert in China op het vlak van grafische industrie zonder

Shenzhen Brothers nooit had gestaan waar het nu staat.

Bovendien wijst de lange tijd die de evolutie van contractuele naar JV-partners heeft

ingenomen erop dat een partner vinden voor het oprichten van een JV in China een werk

van lange adem is. Door middel van contractuele samenwerking konden de twee

ondernemingen elkaar leren kennen, kon het vertrouwen groeien en kon hierdoor het

inherente risico van een EJV voor het grootste deel worden geëlimineerd, waarna de stap om

een EJV op te richten veel gemakkelijker konden worden gezet.

5.4 Welke voor- en nadelen zijn van toepassing op Agfa-Gevaert?

De informatie in onderstaand deel is afkomstig uit de verschillende interviews die ik

afgenomen heb, tenzij uitdrukkelijk anders vermeld.

In deel drie van deze verhandeling zijn de verschillende voor- en nadelen aan bod

gekomen die voor de meeste Westerse bedrijven die in China investeren, onafhankelijk van

de sector waarin ze investeren, van belang zijn.

Als voordelen ging het om marktomvang, loonkosten, de levensproductcyclus van

internationalisatie en de China Development Zones; de besproken nadelen waren guanxi,

corruptie, concurrentie, patentinbreuk en een mogelijk tekort aan geschoolde arbeid. Welke

van deze zijn van belang voor (de activiteiten van) Agfa-Gevaert?

Er is geen bedrijf, uit welke sector of welk land ook, waarvoor de omvang van de

Chinese markt niet van belang is als factor bij een investeringsbeslissing. Ook voor

ondernemingen zoals Agfa-Gevaert wiens activiteiten voor een groot deel B2B zijn, gaat dit

uiteraard op, zoals bijvoorbeeld het afsluiten van een vierjarig contract ter waarde van 370

miljoen euro met Agfa‟s Chinese partners voor de distributie, de installatie en het onderhoud

van MRI-apparatuur aan het eind van 2009 aantoonde. Bovendien heeft de Chinese regering

aangekondigd de komende drie jaar veel geld te zullen investeren in de gezondheidssector

met onder andere de bouw van 5000 nieuwe hospitalen, en Agfa hoopt een grote rol te

kunnen spelen in de verwezenlijking van deze plannen (“Agfa Graphics new joint venture

with Shenzhen Brothers”, 2010). Hoewel hier een voorbeeld uit de medische sector werd

aangehaald om een bewering te staven, valt de medische sector voor het overige buiten het

veld van deze masterproef, aangezien Agfa-Gevaert in de medische sector enkel via

verkoopskanalen in China aanwezig is. Ook schaal- en leereffecten zijn voor een

hoogtechnologisch bedrijf als Agfa-Gevaert niet oninteressant.

Page 37: De keuze voor een investeringsproject in China. Een Case ...€¦ · China. Een Case-study voor Agfa-Gevaert Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de

31

Hoewel voor vele – voornamelijk de hoogtechnologische en dus kapitaalintensieve –

bedrijven loonkosten slechts een klein deel vormen van hun operationele kosten, kan dit

toch een belangrijke overweging zijn. Want hoewel stijgend, liggen de gemiddelde lonen in

China nog steeds 30 à 40 keer lager dan voor dezelfde arbeid in Europa – een Chinese

arbeider kost gemiddeld ongeveer 12.000 RMB (€ 1400) per jaar. Zelfs bij

hoogtechnologische bedrijven zijn er meestal toch nog productieactiviteiten die zeer

arbeidsintensief zijn, zoals de confectie van filmmasterrollen in het geval van Agfa-Gevaert.

Voor zulke activiteiten kan het dan, indien men voor de keuze staat, ook interessanter zijn

om in China een investering te doen teneinde deze manuele activiteit daarheen te kunnen

verschuiven dan in het thuisland een investering voor automatisering te doen, zoals Agfa-

Gevaert heeft besloten met de oprichting van AWIC. Bovendien verdient zulk een investering

zichzelf gemakkelijk terug. Lagere lonen kunnen met andere woorden een drijfveer voor

relocatie zijn.

Wat betreft de levensproductcyclus van internationalisatie, kunnen we voor Agfa-

Gevaert in de eerste plaats wijzen op de verkoop van analoge film in China (en tevens in

andere markten zoals Latijns-Amerika). Waar in Europa de analoge film een (definitieve)

terugval kent ten voordele van de digitalisatie, kan verwacht worden dat in de minder

ontwikkelde landen de analoge film voor de grafische filmindustrie nog een lange toekomst

tegemoet gaat. Immers, elke vierkante meter analoge drukplaat heeft nood aan een

vierkante meter analoge film, en verschillende onderzoeken wijzen uit dat in China het

gebruik van analoge platen nog een lang leven beschoren is.

De evolutie van zowel analoge als digitale platen op de wereldmarkt op basis van een

intern onderzoek van Agfa-Gevaert uit 2008 is weergegeven in figuur 5.1.

Page 38: De keuze voor een investeringsproject in China. Een Case ...€¦ · China. Een Case-study voor Agfa-Gevaert Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de

32

Agfa Graphics

Analogue vs Digital Plate evolution

2005 2006 2007 F2008 F2009 F2010 F2011 F2012

Total Plate Market 73,413,184 112,008,650 125,958,194 133,493,957 142,253,431 152,758,830 164,429,718 179,721,967

Growth % 52.57% 12.45% 5.98% 6.56% 7.38% 7.64% 9.30%

0

20,000,000

40,000,000

60,000,000

80,000,000

100,000,000

120,000,000

140,000,000

2005 2006 2007 F2008 F2009 F2010 F2011 F2012

sq

m

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

70%

80%

90%

100%

Analogue Plate Digital Plate Film/Analog Plate Ratio

We zien dat hoewel op de wereldmarkt de groei van de vraag en het gebruik veel groter is

bij digitale platen dan bij analoge platen, deze laatste in absoluut aantal nog steeds meer

dan het dubbele van de digitale platen bedragen en dit is voor een groot deel te danken aan

de groeiende vraag naar analoge platen in de groeilanden zoals China. In Japan, Noord-

Amerika en Europa samen was de vraag naar analoge platen in 2009 gedaald met gemiddeld

69.5% tegenover 2004.

Volgens een rapport van het marktanalysebureau Vantage Strategic Marketing uit

2008 zou de vraag naar analoge film in China in 2009 59.4 miljoen vierkante meter zijn, een

stijging van 7.2 miljoen vierkante meter of bijna 14% tegenover 2007. Figuur 5.2 geeft de

voorspelde evolutie van de vraag naar analoge film in China van 2007 tot 2012 volgens VSM

weer.

Page 39: De keuze voor een investeringsproject in China. Een Case ...€¦ · China. Een Case-study voor Agfa-Gevaert Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de

33

Een rapport uit 2010 van hetzelfde bureau voorspelt dat de vraag naar conventionele

of analoge platen in China in 2010 een lichte stijging tegenover 2009 zal kennen, in 2011

stabiel zal blijven en hierna licht zal dalen tot 107 miljoen vierkante meter in 2014, wat

echter nog steeds een stijging van meer dan 15% inhoudt tegenover 2004 en meer dan 26

keer de vraag van Europa is. Figuur 5.3 geeft de vergelijking van de gemeten en vanaf 2010

voorspelde vraag naar analoge platen in China en in Europa weer van 2004 tot 2014.

Op de markt van grafische film is Agfa, sinds Konica in 2008 en Kodak in 2009 de

grafische filmmarkt verlieten, samen met Fuji de enige overgebleven speler, zowel in Europa

als in de groeilanden zoals China. Agfa‟s marktaandeel op deze markt van grafische film is

ruim drie keer groter dan dat van Fuji en het produceren van analoge film is voor hen zeer

48

50

52

54

56

58

60

2007 2008 2009 2010 2011 2012

Bron: Rapport "Developing market opportunities for 'direct-to' technologies 2007-2012", Vantage Strategic Marketing, 2008

Fig. 5.2: Geschatte evolutie van de vraag naar analoge film in China van 2007 tot 2012 (in miljoen m2)

0

20

40

60

80

100

120

2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014

Bron: Rapport "Developing market opportunities for 'direct-to' technologies 2009-2014", Vantage Strategic Marketing, 2010

Fig. 5.3: Evolutie van de vraag naar analoge platen in China en Europa van 2004 tot 2014 (in miljoen m2)

China

Europa

Page 40: De keuze voor een investeringsproject in China. Een Case ...€¦ · China. Een Case-study voor Agfa-Gevaert Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de

34

rendabel. Bovendien streeft Agfa ernaar om uiteindelijk de laatste overblijvende producent

van grafische film te zijn – om het in de woorden van het officiële mission statement te

zeggen: “In the Graphics Film Market, Agfa will be the last man standing.” Als het hierin

slaagt en als de voorspelde cijfers met betrekking tot de toekomst van analoge film en platen

in China kloppen, zal Agfa met analoge film nog veel winst kunnen genereren in China.

Na verloop van tijd zal echter ook in China de preferentie verschuiven van analoog

naar digitaal. Een JV zoals deze met Shenzhen Brothers kan ook in dat opzicht interessant

zijn, omdat men hierdoor de kans heeft de ontwikkeling van de grafische markt in China

nauwgezet te volgen en aldus de concurrentie voor te zijn. Aangezien de technologie

constant in beweging is, zal de levensproductcyclus van internationalisatie naar alle

waarschijnlijkheid belangrijk blijven voor multinationale ondernemingen.

De China Development Zones proberen – zoals eerder besproken – door middel van

een aantal gunstige regimes hoogtechnologische Westerse bedrijven aan te trekken en

slagen hier tamelijk goed in. Ook Agfa-Gevaert heeft zich, aangetrokken door o.m. subsidies,

in zulk een zone, met name WND gevestigd.

Ook guanxi is voor elk bedrijf belangrijk, al is het niet altijd even gemakkelijk te

bereiken. Voor Agfa-Gevaert zijn bijvoorbeeld goede guanxi met leveranciers belangrijk om

de kwaliteit en zekerheid van leveringen te garanderen. Chinezen hebben geen

kwaliteitsstandaard, dus is het nodig om hen op het vlak van kwaliteitsbeleid “op te voeden”.

Deze Chinese leveranciers zullen hier echter pas voor openstaan als zij met het buitenlands

bedrijf een goede verstandhouding hebben.

Guanxi kan ook helpen bij het begrijpen van de manier van denken en drijfveren van

Chinezen, wat nodig is om op een effectieve manier te kunnen onderhandelen.

Op het vlak van relaties met overheid en ambtenaren is het meestal zo dat deze

beter zijn naargelang een bedrijf langer in China aanwezig is. Aangezien Agfa-Gevaert zijn

eerste economische activiteit in China reeds in 1985 uitbouwde, vormen deze dus geenszins

een belemmering voor zijn investeringsactiviteiten.

Omwille van voornamelijk twee redenen schijnt corruptie voor Agfa-Gevaert geen

probleem te zijn. Ten eerste komt het alsmaar minder voor – hoewel het een niet te

onderschatten probleem blijft –, en ten tweede slaagt Agfa-Gevaert erin om hierin niet

betrokken te raken door middel van het gebruik van Chinese dealers en verkoopskanalen.

Agfa-Gevaert heeft in China met verschillende soorten concurrenten te maken, in

totaal 40 à 50. Haar voornaamste concurrentie is afkomstig van internationale bedrijven met

vestigingen in China, zoals Fuji en Kodak, maar – hoewel minder belangrijk in de

concurrentiestrijd – mogen de lokale bedrijven ook niet onderschat worden.

Page 41: De keuze voor een investeringsproject in China. Een Case ...€¦ · China. Een Case-study voor Agfa-Gevaert Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de

35

Intellectueel eigendomsrecht en de problematiek die hier in China nog steeds rond

bestaat, is uiteraard vooral voor hoogtechnologische bedrijven een mogelijk

doorslaggevende factor in een investeringsbeslissing. Nochtans blijkt Agfa-Gevaert hier tot

op heden in China nauwelijks moeilijkheden mee gehad te hebben – ze is nog nooit

verwikkeld geweest in rechtszaken hieromtrent – en houdt het haar dus ook niet tegen om

nieuwe technologieën in te voeren in haar Chinese fabrieken. Integendeel, de fabrieken in

WND zijn meestal bij de eerste waar Agfa-Gevaert een nieuwe technologie invoert.

Het vinden van geschoolde en geschikte arbeid schijnt voor Agfa-Gevaert niet echt

een probleem te zijn, omwille van het eerder genoemde feit dat Chinese hoger opgeleiden

zich uit zichzelf meer aangetrokken voelen tot internationale bedrijven. Bovendien zijn

mensen met zeer specifieke competenties overal ter wereld even moeilijk te vinden. Agfa-

Gevaert heeft wel, zoals de meeste Westerse en Chinese bedrijven in China, te kampen met

een groter personeelsverloop dan in Europa, wat echter niet ervaren wordt als een storende

factor.

We kunnen naast deze algemene(re) voor- en nadelen wijzen op een aantal

specifieke(re) problemen en voordelen die Agfa-Gevaert ervaart bij het investeren in China.

Ten eerste kunnen we erop wijzen dat voor hoogtechnologische bedrijven het

aanpassen van hun producten, bijvoorbeeld wat betreft kwaliteit, dikwijls noodzakelijk is om

beter aan te sluiten bij de preferenties van de lokale markt. Het komt erop aan kwaliteit te

bieden die “just good enough” is. Bij Agfa-Gevaert zien we op dit vlak een groot verschil

tussen de grafische industrie en de medische industrie. In de grafische industrie is er nood

aan drukplaten die „georiënteerd‟ zijn op de Chinese markt, i.e. aangepast aan de Chinese

omgeving, bv. drukkerijen, waarin deze platen gebruikt worden. Zo is het nodig dat deze

platen een hoge robuustheid hebben zodat ze in verschillende omstandigheden gebruikt

kunnen worden en dat deze platen passen bij de Chinese processors, die verschillend zijn

van Westerse processors. Deze criteria zijn voor Chinese ondernemingen van veel groter

belang dan kwaliteit. In de medische industrie echter speelt voor Chinese bedrijven kwaliteit

een veel grotere rol, wat deze bedrijven er soms zelf toe aanzet hun producten aan te kopen

in het Westen. Door middel van o.m. het inzetten van expats probeert Agfa-Gevaert de

kwaliteit van medische producten die geproduceerd worden in China, omhoog te halen.

Ten tweede blijkt de kost van energiebronnen en van sommige grondstoffen in China

lager te liggen. Zo is aluminium, dat een belangrijk deel vormt van drukplaten van Agfa-

Gevaert, in China goedkoper dan hier. De nominale kostenverlaging die hieruit voortvloeit,

wordt versterkt door de verlaging in werkkapitaal die het aankopen van aluminium in China

tot gevolg heeft. Immers, wanneer het aluminium hier aangekocht zou worden, moet het

Page 42: De keuze voor een investeringsproject in China. Een Case ...€¦ · China. Een Case-study voor Agfa-Gevaert Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de

36

daarna nog per boot getransporteerd worden naar China, wat zes weken duurt. Zulk een

lang transport heeft vanzelfsprekend een verhoging van het werkkapitaal tot gevolg, en de

meeste (Westerse) ondernemingen streven ernaar hun werkkapitaal zo laag mogelijk te

houden.

Het derde grote voordeel dat enkel betrekking heeft op AWIC, waar men film

confectioneert, is het feit dat men de voorraad naar beneden kan halen doordat de

masterrollen die hier vervaardigd worden pas in China versneden worden. Bovendien is door

de lange cyclustijd die nodig is voor het gieten van een masterroll dit een activiteit waarin

„make-to-forecast‟ hoe dan ook in zekere mate belangrijk is. Door de confectie pas na het

transport, i.e. zo laat en zo dicht mogelijk bij de markt (in China zelf), te doen – wat men

„make-to-order‟ noemt – kan men de specificatie (door middel van confectie) van deze rollen

echter uitstellen, wat als voordeel heeft voor zowel de klant als Agfa-Gevaert dat de klant

zijn bestelling minder vroeg hoeft door te geven; de levertijd voor platen aan Chinese

klanten wordt dus verkort. Ideaal voor Agfa-Gevaert zou zijn om zijn masterrollen die

bestemd zijn voor de Chinese markt zowel te gieten als te confectioneren in China, maar ten

eerste is dit een complex proces en ten tweede zijn hiervoor (te) grote investeringen vereist.

Ten slotte – maar minder belangrijk – zorgt produceren in China voor (natuurlijke)

risicospreiding, maar dit geldt tevens voor het produceren in andere niet-Europese regio‟s.

Het grote verschil ligt echter in het feit dat China monetair in grote mate zelfvoorzienend is

en hierdoor weinig afhankelijk van de globale financiële markten en dus een stabieler

economisch klimaat kent.

5.5 Zijn Agfa-Gevaert‟s ondernemingen in China rendabel?

Hoewel het zeer interessant zou zijn om op basis van cijfers de rendabiliteit van een

investering van Agfa-Gevaert in China te bepalen, is dit helaas niet mogelijk, aangezien

aparte cijfers over de Chinese ondernemingen wegens de concurrentiële gevoeligheid ervan

niet kunnen vrijgegeven worden aan derden.

Hiernaast kan ook opgemerkt worden dat de belangrijkste maatstaf de algemene

winstgevendheid van een onderneming is en dat een dochteronderneming hier slechts voor

een klein deel aan bijdraagt.

Op basis van een interview wordt het echter wel duidelijk dat AWPP van het begin

van zijn activiteiten tot begin 2007 verlies leed, waarna het in 2007 een kleine winst en in

2008 een iets grotere winst boekte. In 2009 draaide AWPP break-even. Als voornaamste

reden voor het verlies tot begin 2007 wordt aangehaald dat het bedrijf in zijn eerste jaren

Page 43: De keuze voor een investeringsproject in China. Een Case ...€¦ · China. Een Case-study voor Agfa-Gevaert Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de

37

slechts een klein deel van de Chinese markt in handen had.

Op het vlak van export is Agfa-Gevaert nog steeds competitief.

6. Conclusie

De conclusie zal opgesplitst worden in twee delen, waarbij het eerste deel nagaat hoe

China zich in de toekomst moet ontwikkelen wil het FDI in dezelfde mate blijven aantrekken

en het tweede deel een conclusie schetst over de aantrekkelijkheid van China als FDI-

bestemming, met een focus op de case-study.

6.1 China‟s toekomst: zal China aantrekkelijk blijven voor buitenlandse investeerders?

Het valt niet te betwijfelen dat China, hoewel een bloeiende natie, op de meeste

vlakken nog niet op het niveau van andere Westerse landen staat. China is het Europa van

60 à 70 jaar geleden en heeft dus nog ruime groeimogelijkheden. China‟s “gouden jaren „60”

moeten nog komen. Hoewel China een stijgende consumptie en dus grote en groeiende

markt kent, financiële middelen heeft en globaal sterk staat, zal het toch met een aantal

factoren rekening moeten houden wil het deze aantrekkelijkheid in stand houden.

Vooreerst moet China de weg die het recentelijk is ingeslagen op het vlak van IPR

blijven volhouden en indien nodig bijkomende maatregelen nemen, in het bijzonder indien

het er in wilt blijven slagen om hoogtechnologische bedrijven aan te trekken.

Hoewel de lonen in China stijgen en bijgevolg ten opzichte van een aantal van zijn

buurlanden duurder worden, blijven ze in vergelijking met Westerse lonen laag en zal deze

graduele stijging geen (grote) impact hebben op het aantal buitenlandse investeringen in

China. Wat belangrijker is, is het omhoog brengen van de kwaliteit van de arbeid. Teneinde

meer hoog opgeleiden af te leveren en aldus een grotere arbeidsmarkt van geschoolde

markten te creëren – wat niet alleen een groot voordeel is voor het aantrekken van nog

meer buitenlandse bedrijven maar wat eveneens nodig is wil China in staat zijn zijn eigen

binnenlandse technologie te verhogen en zijn innovatie een ferme duw in de rug te geven –

zal China moeten investeren in educatie en opleiding van zijn alsmaar groeiende bevolking.

Wanneer de kwaliteit van arbeid te laag blijft, zal China niet in staat zijn te profiteren van de

technologie die door buitenlandse ondernemingen China binnengebracht wordt.

Voorts is het van groot belang dat de Chinese regering erin slaagt een stabiel (sociaal)

klimaat te creëren. Hoewel China‟s economische ontwikkeling van de laatste decennia, en in

het bijzonder de enorme stijging van inwaartse FDI en buitenlandse handel, gezorgd heeft

Page 44: De keuze voor een investeringsproject in China. Een Case ...€¦ · China. Een Case-study voor Agfa-Gevaert Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de

38

voor een algemene welvaartstijging voor China, blijft armoede bestaan (supra, p.12),

voornamelijk op het platteland. Sinds 1970 is de inkomenskloof tussen China‟s stedelijke en

haar rurale bevolking aanzienlijk vergroot, en de stedelijke inkomens zijn momenteel meer

dan het driedubbele van de rurale inkomens (website Rural Poverty Portal). Deze vergroting

van de welvaartskloof kan (op termijn) gaan zorgen voor interne onrust, die gevaarlijk en

destabiliserend werkt. Dit kan FDI om twee redenen naar beneden brengen. Een onstabiel

sociaal en politiek klimaat tast onvermijdelijk ook het economische klimaat aan, wat het

vertrouwen van investeerders naar beneden haalt. Daarnaast zorgt het mogelijk – zoals

eerder besproken – voor een stijgende corruptie, wat investeerders als een (te) groot risico

kunnen zien.

Hoewel sommige experts (Malkiel & Taylor, 2008) argumenteren dat China‟s huidige

groei onhoudbaar is, wordt over het algemeen aangenomen dat China op de goede

economische weg is en alles in zich heeft om een economische supernatie te worden –

indien het dit niet al is. Echter, hoe gunstig de vooruitzichten ook zijn, zonder inspanningen

zal China nooit de top bereiken.

6.2 Waarom buitenlandse ondernemingen wel of niet moeten investeren in China

China‟s grote aantrekkingskracht is onbetwistbaar zijn enorme potentiële markt. In

China hebben ondernemingen nog enorme groeimogelijkheden, terwijl in de Westerse

wereld voor de meeste bedrijven het plafond bereikt is en de markt verzadigd. Bovendien

staat China ook op het vlak van technologie hoe dan ook een paar decennia achter, wat het

tot een ideale afzetmarkt maakt voor producten die hier reeds door een nieuw, verbeterd

product vervangen zijn. Hoewel het niet noodzakelijk een belangrijke drijfveer is, kan elk

bedrijf bovendien in mindere of meerdere mate profiteren van de relatief lage lonen. Voor

sommige hoogtechnologische bedrijven hebben bovendien de CDZ‟s, met hun speciale

reglementeringen, een grote aantrekkingskracht.

De keerzijde van de medaille is echter minder fraai. Een heel aantal problemen, zoals

guanxi, corruptie en gebrekkige kennis van de markt, kunnen deels worden opgelost door

het gebruik van Chinese partners. Een iets moeilijker op te lossen probleem wordt gevormd

door de inbreuken op patentrecht en de veelvuldige imitatie. Hoewel China sinds zijn

toetreding tot de WTO oprecht probeert dit probleem aan te pakken – o.m. te merken aan

een stijging in het aantal rechtszaken rond IPR (supra, p. 21) – is dit verre van eenvoudig.

Het mag dan ook verwacht worden dat in de komende decennia dit één van China‟s grootste

uitdagingen zal worden. Hoewel buitenlandse ondernemingen dit wel in beschouwing nemen

Page 45: De keuze voor een investeringsproject in China. Een Case ...€¦ · China. Een Case-study voor Agfa-Gevaert Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de

39

bij hun investeringsbeslissing, blijkt dit in de praktijk nochtans dikwijls geen doorslaggevende

factor te zijn. Niettegenstaande het feit dat het aantal universitair afgestudeerden in China

relatief laag ligt, blijkt ook dit voor buitenlandse ondernemingen geen groot probleem te

vormen, voornamelijk omdat deze universitairen zelf omwille van loon en reputatie bij

voorkeur in een internationaal bedrijf gaan werken. Wellicht wordt in de komende decennia

het omgaan met de competitie met lokale bedrijven de grootste uitdaging voor buitenlandse

ondernemingen. Immers, lokale bedrijven kunnen op vele vlakken concurreren met Westerse

en hebben zelfs enkele voordelen, zoals meer kennis van de lokale markt. Momenteel vormt

hun technologische kennis het grote voordeel dat Westerse bedrijven nu hebben maar het

kan beargumenteerd worden dat de Chinese bedrijven de komende jaren technologisch

sterker zullen worden, en aldus niet te onderschatten concurrenten.

Het moge duidelijk zijn dat hoewel er zeer zeker een aantal grote moeilijkheden

vasthangen aan investeren in China, de positieve punten, met als allerbelangrijkste de grote

markt, de negatieve ruimschoots overtreffen.

Uit de interviews met verschillende mensen van Agfa-Gevaert is gebleken dat ook

voor dit bedrijf de baten de kosten compenseren en dat de potentieel grote markt de

belangrijkste overweging was en is. Voor het arbeidsintensieve deel van hun productie –

confectie – zijn de loonkosten een belangrijke reden om een fabriek op te zetten in China.

Voor de kapitaalintensieve activiteiten vormen de loonkosten een zeer klein deel van de

totale operationele kosten en is het loonvoordeel aldus niet doorslaggevend. De

productcyclustheorie van internationalisatie vinden we in zeer duidelijke vorm terug bij Agfa-

Gevaert. Het tijdsverschil tussen China en de Westerse wereld in de verschuiving van

analoge naar digitale producten vormt voor hen een belangrijke stimulans, voornamelijk om

bij de geprefereerde leveranciers te (kunnen) zijn bij de geleidelijke omschakeling naar

digitalisatie in China. De CDZ‟s zijn geen stimulans om in China te investeren, maar hebben

wel hun belang bij de beslissing waar te investeren. Immers, om het investeren in dergelijke

zones te stimuleren worden subsidies uitgekeerd, wat de paybackperiode van een

investering aanzienlijk kan verkorten, waardoor ze sneller rendabel wordt.

De noodzaak aan goede guanxi vormt voor Agfa-Gevaert geen groot probleem,

enerzijds omdat ze samenwerkt met lokale ondernemingen, zoals bijvoorbeeld Shenzhen

Brothers, anderzijds omdat ze reeds lang in China aanwezig is. De competitie is intens maar

komt (voorlopig) grotendeels van internationale ondernemingen en slechts in kleine mate

van lokale bedrijven. Op het vlak van patentinbreuk ervaart Agfa-Gevaert weinig problemen.

Ze heeft er nog maar weinig problemen mee gehad en twijfelt niet om nieuwe technologieën

in China in te voeren. Ook geschoolde arbeid is geen probleem, omwille van de reeds

Page 46: De keuze voor een investeringsproject in China. Een Case ...€¦ · China. Een Case-study voor Agfa-Gevaert Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de

40

vernoemde reden.

We kunnen dus stellen dat Agfa-Gevaert positief staat tegenover investeren in China,

voldoende motieven heeft om dit te doen en weinig problemen ervaart. Als de Chinese

omstandigheden voor Agfa-Gevaert dezelfde blijven, zal de onderneming dus waarschijnlijk,

net als vele andere, niet geneigd zijn zich snel terug te trekken uit China.

Page 47: De keuze voor een investeringsproject in China. Een Case ...€¦ · China. Een Case-study voor Agfa-Gevaert Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de

V

Bibliografie

Artikels:

- Byrd W., 1987, The impact of the two-tier plan/market system in Chinese industry, Journal

of Comparative Economics, jg. 11, nr. 3, 295-308

- Chatterjee S.R., Pearson C. en Nie K., 2006, Interfacing business relations with southern

China: an empirical study of the relevance of guanxi, South Asian Journal of Management, jg.

13, nr. 3, 59-75

- Dries L. en Swinnen J.F., 2004, Foreign direct investment, vertical integration and local

suppliers: evidence from the Polish dairy sector, World Development, jg. 32, nr. 9, 1525-

1544

- Dunfee T.W. en Warren D.E., 2001, Is guanxi ethical? A normative analysis of doing

business in China, Journal of Business Ethics, jg. 32, nr. 3, 191-204

- Hsiao R., 2009, Xi‟s European tour: China Central-Eastern strategy reaches for new heights,

China Brief, jg. 9, nr. 20

- Klok P. (2010, 4 juni), Minimumloon China stijgt fors, De Volkskrant

- Koo A.Y., 1990, The contract responsibility system: transition from a planned to a market

economy, Economic Development and Cultural Change, jg. 38, nr. 4, 797-820

- Standifird S.S. en Marshall R.S., 2000, The transaction cost advantage of guanxi-based

business practices, Journal of World Business, jg. 35, nr. 1, 21-42

- Wong K., 1987, China's Special Economic Zone Experiment: An Appraisal, Geografiska

Annaler. Series B, Human Geography, jg. 69, nr. 1, 27-40

- Xie Y. en Dutt A.K., 1993, Foreign joint ventures in the People‟s Republic of China, 1979-

1985, Geojournal, jg. 29, nr. 4, 385-397

- Xin D. (2010, 20 mei), One in four Chinese 'aged above 65 by 2050', China Daily

- Yang J., 2006, Learners and users of English in China, English Today, jg. 22, nr. 2, 3-10

Boeken:

- Ambler T., Witzel M. en Xi C., 2009, Doing business in China, Routledge, London

- Avery M., Zhu M. en Cai J., 2009, China‟s emerging financial markets: challenges and

global impact, John Wiley & Sons (Asia) Pte. Ltd.

- Bao S., Lin S. en Zhao C., 2006, The Chinese economy after WTO accession, Ashgate,

Aldershot

Page 48: De keuze voor een investeringsproject in China. Een Case ...€¦ · China. Een Case-study voor Agfa-Gevaert Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de

VI

- Borghoff T., 2005, Evolutionary theory of the globalisation of firms, Universiteit Dortmund,

Dortmund

- Brahm L.J., 2002, China after WTO, China Intercontinental Press, Beijing

- Brink C.H., 2004, Measuring political risk: risks to foreign investment, Ashgate Publishing

Limited, Aldershot

- Chu T. en Wong K., 2007, China‟s accession to the WTO, Elgar, Cheltenham

- Douw L. en Chan K.B., 2006, Conflict and innovation: joint ventures in China, Brill, Leiden

- Enderwick, P., 2007, Understanding emerging markets: China and India, Routledge, New

York

- Garnaut R. en Song L., 2007, China: linking markets for growth, ANU E Press, Asia Pacific

Press en Social Sciences Academic Press

- Gu M., 2006, Understanding Chinese company law, Hongkong University Press, Hongkong

- Kaditi, E., 2006, Foreign direct investments in transition economies, K.U. Leuven: faculteit

economische en toegepaste economische wetenschappen, Leuven

- Lampton D.M., 2001, The making of Chinese foreign and security policy in the era of

reform, 1978-2000, Stanford University Press, Stanford

- Liang G., 2004, New competition: foreign direct investment and industrial development in

China, Erasmus University Rotterdam, Rotterdam

- Madura J. en Fox R., 2007, International financial management, Thompson, London

- Malkiel B.G. en Taylor P.A., 2008, From Wall Street to the Great Wall: how investors can

profit from China‟s booming economy, Norton, New York

- Maskus K., 2000, Intellectual property rights in the global economy, Institute for

international economics, Washington

- Pecht M., 1999, The Chinese electronics industry, CRC Press LLC, Florida

- Sanchez R. en Heene A., 2004, The new strategic management: organization, competition

and competence, John Wiley & Sons, Inc., New York

- Shi, W., 2008, Intellectual property in the global trading system: EU-China perspective,

Springer, Berlin

- Story, J., 2003, China: the race to market: what China‟s transformation means for business,

markets and the new world order, Prentice Hall, London

- Waugh D., 2000, Geography: an integrated approach, Nelson, Scarborough

- Wei Y. A. en Balasubramanyam V.N., 2004, Foreign direct investment: six country case

studies, Edward Elgar, Cheltenham

- Wei Y. en Liu X., 2001, Foreign direct investment in China: determinants and impact, Elgar,

Aldershot

Page 49: De keuze voor een investeringsproject in China. Een Case ...€¦ · China. Een Case-study voor Agfa-Gevaert Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de

VII

- Yao X., 2000, An introduction to Confucianism, Cambridge University Press, Cambridge

- Zeng, K., 2007, China‟s foreign trade policy: the new constituencies, Routlegde, London

Internetartikels:

- Agfa Graphics en Shenzhen Brothers creëren joint-venture Agfa Graphics Asia” (2010, 26

januari), <http://www.agfa.com/en/co/news_events/press_archive_months/press_releases/

CO20100126_FAM_NL.jsp>

- Agfa Graphics new joint venture with Shenzhen Brothers,

<http://www.diplomatie.be/Beijing/default.asp?id=33&mnu=33&ACT=5&content=132>

- Chinese regionale steden volgende groeimarkt (2010, 16 juni),

<http://www.analist.be/hottopics/2010/06/16/2636/Chinese+regionale+steden+volgende+

groeimarkt>

- EU-China trade in facts and figures (update: 2010, juni),

<trade.ec.europa.eu/doclib/html/144591.htm>

- Foreign direct investment in China increases 19.6% in H1 (2010, 16 juli),

<http://www.china-briefing.com/news/2010/07/16/foreign-direct-investment-in-china-

increases-19-6-in-h1.html>

- International patent filings dip in 2009 amid global economic downturn (2010, 8 februari),

<http://www.wipo.int/pressroom/en/articles/2010/article_0003.html>

- Vietnam Begins to Lure Business Away from China (2010, 7 april),

< http://www.ibtimes.com/articles/18893/20100407/vietnam-begins-to-lure-business-away-

from-china.htm>

Rapporten:

- Unesco Institute for Statistics, 2007, WEI 2007 report,

<http://www.uis.unesco.org/template/pdf/wei/2007/WEI2007report.pdf>

- USTR, 2010, 2010 Special 301 report, <http://www.ustr.gov/webfm_send/1906>

- Vantage Strategic Marketing, 2008, Developing market opportunities for „direct-to‟

technologies 2009-2014 (report 1310)

- Vantage Strategic Marketing, 2010, Developing market opportunities for „direct-to‟

technologies 2007-2012 (report 1280)

Websites:

Page 50: De keuze voor een investeringsproject in China. Een Case ...€¦ · China. Een Case-study voor Agfa-Gevaert Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de

VIII

- Agfa, http://www.agfa.com, laatste raadpleging op: 16/5/2010

- China-Europe Management Center, http://www.cemcweb.com, laatste raadpleging op:

16/5/2010

- China Patent & Trademark Office, http://www.chinatrademarkoffice.com

- Chinese Nationale Statistische Bureau, http://www.stats.gov.cn, laatste raadpleging op:

16/5/2010

- Consultancybureau A.T. Kearney, http://www.atkearney.com/, laatste raadpleging op:

16/5/2010

- CPI 2009, http://www.transparency.org/policy_research/surveys_indices/cpi/2009, laatste

raadpleging op: 16/5/2010

- Databank van FDI-statistieken van de Chinese overheid, http://www.fdi.gov.cn, laatste

raadpleging op: 16/5/2010

- IPRI 2010, http://www.internationalpropertyrightsindex.org, laatste raadpleging op:

16/5/2010

- National Economic and Technogical Development Zones (China),

http://china.org.cn/english/SPORT-c/76751.htm, laatste raadpleging op: 16/5/2010

- OECD (Glossary of Statistical Terms), http://stats.oecd.org/glossary/, laatste raadpleging

op: 16/5/2010

- Rural Poverty Portal, http://www.ruralpovertyportal.org<

- Wereldbank, http://www.worldbank.org, laatste raadpleging op: 16/5/2010

- WIPO, http://www.wipo.int, laatste raadpleging op: 16/5/2010

- WTO, http://www.wto.org, laatste raadpleging op: 16/5/2010

- Wuxi New District, http://en.wnd.gov.cn/, laatste raadpleging op: 16/5/2010

Working papers:

- Álvarez R. en Claro S., 2006, The China phenomenon: price, quality or variety?, Central

Bank of Chile Working Paper (nr. 411)