56
MAGAZINE VRIJZINNIGE ACTUALITEIT OOST-VLAANDEREN JAN BLOMMAERT Ook ‘stoute’ asielzoekers hebben rechten BRECHT DECOENE Omgaan met complotdenken ISSN0780-2989 P608277 VERSCHIJNT TWEEMAANDELIJKS NIET IN JULI EN AUGUSTUS › JAARGANG 48 › NR.3 › MEI 2016

De Geus mei 2016

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Magazine vrijzinnige actualiteit Oost-Vlaanderen

Citation preview

Page 1: De Geus mei 2016

MAGAZINE VRIJZINNIGE ACTUALITEIT OOST-VLAANDEREN

JAN BLOMMAERT

Ook ‘stoute’ asielzoekers hebben rechten

BRECHT DECOENE

Omgaan met complotdenken

ISSN0780-2989 › P608277 › VERSCHIJNT TWEEMAANDELIJKS › NIET IN JULI EN AUGUSTUS › JAARGANG 48 › NR.3 › MEI 2016

Page 2: De Geus mei 2016

INHOUD

VAN DE REDACTIEEen irritante tijdsgeest 3

PLAKKAATOver de banalisering van religieuze motieven bij terroristen 4

ACTUA Omgaan met complotdenken 7De informalisering van de rechtsstaat 11Wie zijn gat verbrandt, moet op de blaren zitten? 16

VRAAGSTUKMarina Van Haeren 18

FILOSOOF OVER FILOSOOFHubert Dethier, een zijnsloyale denker? 24

BÈTABLOKFilosofie van de kosmologie 28

COLUMN Tout va très bien 31

BOEKENREVUEAprès nous le déluge 32Een soort van liefde 35

POËSTILLEWrakhout en bordeel. Jan Vanriet schouwt een mummie 37

CULTUUREen collage van drie. Mark Cloet, Sleppe, Pjeroo Roobjee 38

BLOEDVERWANTL’Apollonide: een ongenadige binnenfilm 42Flowers of Shanghai: amoureuze enclave 43

CODA‘HOME’ 44

NIEUWSBRIEF 45

COLOFON 55

2 > mei 2016 DEGEUS

Page 3: De Geus mei 2016

DEGEUS mei 2016 > 3

VAN DE REDACTIE

Een irritante tijdsgeestIn de stortvloed aan opiniestukken in de nasleep van de aanslagen in Brussel, verscheen één column die de rechts-links polarisering in dit debat wist te overstijgen.

Rob Wijnberg, van het uitstekende online nieuwsplatform De Correspondent, had het in zijn column Alles is al gezegd, iedere stelling geponeerd, elke conclusie getrokken over een grote groep mensen die in de kou wordt gelaten in deze opinieoorlog (De Correspondent, 23/03). Mensen die begrij-pen dat ‘aanslagen die met Allahu Akbar worden ingeleid’ wel degelijk iets te maken hebben met religie en islam, maar die tegelijk beseffen dat een wereldreligie die door miljoenen mensen vreedzaam wordt beleefd niet de enige of belangrijkste oorzaak kan zijn van het feit dat er nu bomgordels in Zaventem ontploffen.

Dat laatste punt kun je echter in het vergiftigde Vlaamse opinieklimaat niet meer maken zonder te worden weg-gezet als bomenknuffelende linkie-winkie met een vijs los. Vooral storend aan dat opinieklimaat, is wat Ico Maly aanduidde als ‘het apolitieke en ahistorische bewustzijn’ dat erin geëtaleerd wordt (De Morgen, 23/03). De recente gebeurtenissen kunnen pas ten volle worden begrepen, aldus Maly, in een ‘historisch en interactioneel perspec-tief’. Ik dacht dat dát kritisch denken was, maar als je zo’n perspectief hanteert wordt je door zogenaamd kritische denkers weggezet als een ‘wij-bakker’, een naïeveling met ideologische oogkleppen op of als ‘regressief links’.

Er is een situatie gecreëerd die IS mogelijk maakte. Is het dan zo achterlijk om na te gaan wat daarin de verantwoor-delijkheid is van het optreden van westerse mogendheden in het Midden-Oosten? Als je merkt dat een bepaalde middeleeuwse en letterlijke interpretatie van de islam do-minant is geworden, moet je je dan niet afvragen welke factoren daartoe hebben bijgedragen? Als een bepaalde ideologie zich meester maakt van het brein van zoveel jongeren, is het dan niet nuttig je af te vragen wat daar de voedingsbodem voor is? Doe je dat niet, ga je te kort door de bocht en ben je de kwalificatie ‘kritisch denker’ niet waardig.

Een andere irritante tendens is de steeds groter wordende invloed van complottheorieën. Je vraagt je misschien af waarom we hieraan zoveel bladzijden besteden, in deze tijden van rampspoed. De relevantie ervan blijkt uit een onlangs verschenen rapport van de Nederlandse journalis-te Margalith Kleijwegt (Twee werelden, twee werkelijkheden). Kleijwegt trok langs (Nederlandse) middelbare scholen om studenten en docenten te bevragen over hoe gevoelige actuele kwesties het klaslokaal komen binnenwaaien. Blijkt dat allochtone en autochtone jongeren in volstrekt gescheiden werelden leven, en recente gebeurtenissen in een totaal ander daglicht plaatsen. Wat daarbij opviel,

was de verregaande invloed van complottheorieën op het denken van beide groepen. Ze ontdekte bij ‘witte’ studen-ten bijvoorbeeld de visie dat de driejarige Aylan (van de bekende foto) bewust in de branding werd neergelegd om empathie voor de vluchtelingen op te wekken. Moslimjon-geren dachten dat de aanslagen in Parijs en die op Charlie Hebdo (het rapport verscheen vóór Brussel), net als de aanslagen op de Twin Towers destijds, samenzweringen of false flag operations waren. Dat de Amerikanen hierachter zaten, om moslims zwart te maken. Dat dit alles het werk is van de ‘Illuminati’, een illuster en duister gezelschap dat de wereld zou bestieren. Dat dit gezelschap samen met de VS en de zionisten handlangers zijn van de antichrist. Kortom: het is hoogstnoodzakelijk om een manier vinden om tegengewicht te bieden aan dat complotdenken. Net daarover heeft Brecht Decoene een boek geschreven, waar-uit we een exclusieve voorpublicatie mochten plukken.

Een derde irritante tendens die in deze Geus aan bod komt, heeft te maken met wat Jan Blommaert omschrijft als de informalisering van de rechtstaat. Het is de tendens om de rechten die onze rechtsstaat biedt, voorwaardelijk te maken. Bovendien blijken die voorwaarden vaak sub-jectief, willekeurig te zijn. Dat haalt de essentie van onze rechtsstaat zélf onderuit, want die ligt net in het feit dat basisrechten een absoluut en onvoorwaardelijk karakter hebben. Ze gelden voor iedereen, ongeacht of de persoon in kwestie een schoft is, een prins, pauper of paus, en on-geacht of die persoon ‘onze normen en waarden’ deelt of naleeft. Op die manier gesteld, roept de tekst ook vragen op over de nieuwkomersverklaring van Francken en Ver-meersch.

De recente beslissing van het RIZIV om het longfibroseme-dicijn Ofev enkel terug te betalen als de patiënt middels urinestalen kan bewijzen dat hij/zij niet rookt, ook al is er geen afdoend bewijs dat het medicijn een verminderde werking heeft als men blijft roken, situeert zich trouwens in het verlengde van deze tendens: het voorwaardelijk ma-ken van bescherming die eigenlijk categoriaal zou moeten zijn. Ignaas Devisch zet in zijn tekst samen met Wim Van Lancker de onwenselijkheid hiervan uiteen.

Dat de Geus een tijdschrift is dat de controverse niet schuwt, ook in deze sombere tijden, bewijst de actua-ru-briek van onze mei-editie. Veel leesplezier.

Thomas Lemmens

Page 4: De Geus mei 2016

Over de banalisering van religieuze motieven bij terroristen OF, ZOU OOK ONS KOOKBOEK KUNNEN LEIDEN TOT ZELFMOORDAANSLAGEN?

Na de door IS gepleegde aanslagen in Brussel stelt zich opnieuw de vraag of de islam in het algemeen en de koran in het bijzonder enige invloed of impact heeft op de motieven en drijfveren van terroristen. In de verschillende verklaringsmodellen valt het op dat vanuit een dramatisch collectief schuldgevoel en een linkse politieke correctheid tegenover de gematigde of ‘moderne’ islam, elke kritische analyse naar godsdienstige of religieuze motieven bij voorbaat verdacht is. Het gaat van een volledige ontkenning van ook maar enige islamitische drijfveer bij terroristen, tot hoogstens een besef dat de islam wordt misbruikt door terreurorganisaties als IS en al-Qaida. De hamvraag is hier waarom de islam momenteel een quasi monopolie heeft op het internationaal (zelfmoord)terrorisme en of dit iets te maken heeft met intrinsieke eigenschappen van de islam zelf.

TERRORISTISCHE PERSOONLIJKHEID?

Als het over de terroristen zelf gaat is er consensus tussen specialisten dat er niet zoiets bestaat als een uitgespro-ken ‘terroristische persoonlijkheid’. De meeste terroristen zijn niet zwaar gestoord of gek, maar akelig banaal en conformistisch. Met andere woorden, als het wat tegenzit zouden u of ik even goed een bommengordel kunnen ombinden.

Ook het sociaal milieu, maatschappij of cultuur waarin men leeft en op-groeit zijn geen goede voorspellers om de echte terrorist er uit te halen. De visie dat het enkel paria’s van de wes-terse maatschappij zouden zijn, getor-menteerd door armoede, uitsluiting en racisme, moet grotendeels naar het rijk der fabelen worden gestuurd.

Vaak zijn het hoog opgeleide, welge-stelde burgers die zich tijdelijk laven in westerse luxe, onverschillige rit-

selcriminelen of goed georganiseerde gangsters.

Volgens historici komt terrorisme trouwens over heel de wereld en in alle maatschappijen en culturen voor, en de enige rode draad blijkt dat het Homo Sapiens zijn. Toch blijkt het in-ternationaal zelfmoordterrorisme een fenomeen te zijn van de laatste veertig jaar. Wat is dan de grote motivator, de ultieme drijfveer van de terrorist om anderen en zichzelf gewelddadig om het leven te brengen?

De hamvraag is hier waarom de islam momenteel een quasi monopolie heeft op het internationaal

(zelfmoord)terrorisme en of dit iets te maken heeft met intrinsieke eigenschappen

van de islam zelf

WIJ-ZIJ TEGENSTELLINGEN!

Eerst en vooral blijkt een diepe frus-tratie of permanent ongenoegen in het mens- maatschappij- of wereld-beeld van de potentiële terrorist aan de basis te liggen van de nood naar een radicalere en gewelddadigere levensfase. Dit kan gaan van geopoli-

4 > mei 2016 DEGEUS

PLAKKAAT

Page 5: De Geus mei 2016

tieke frustraties zoals het westers im-perialisme in Arabische landen of de onderdrukking van de Palestijnen in Israël, tot interpsychische frustraties van islamfobie, discriminatie of religi-eus identiteitsverlies. Gelukkige men-sen zijn door de band ongevaarlijk, maar wie lang en diep gefrustreerd geraakt ontwikkelt hoe dan ook agres-sieve tendensen naar reële of illusoire vijanden. In dit stadium is fanatieke religieuze of politieke beïnvloeding, indoctrinatie en hersenspoeling een eerste gevaarlijke stap om mogelijk iemand in de richting van het terro-risme te duwen.

Wat me als vrijzinnig humanist erg verontrust is dat er ‘een lezing’ van de koran (en dit is dan meestal de letterlijke!)

bestaat die oproept tot een moordende heilige strijd tegen alle ongelovigen

met als pasmunt voor de terrorist een paradijselijk

resort in de hemel

Toch zijn terroristen zoals gezegd door de band geen gekken en hoe dan ook zal men met een sterk conflicterend verhaal moeten afkomen om iemand in de lente van zijn leven te doen kie-zen voor een gewelddadige zelfdoding. Van de grote heilige geschriften die zowel een sterk vijandbeeld bezitten, een goddelijke legitimatie verlenen, als een transcendente zingeving voor-wenden door jihad en het martelaar-schap, blijft slechts de koran (en voor een stuk het oude testament) over om in deze dodelijke cocktail te voorzien. En dat heeft een specifieke reden. De koran kent een extreme wij-zij tegen-stelling die zich vertaalt in de strijd tussen gelovigen en ongelovigen, met andere woorden: tussen gelovigen en al wie geen moslim is. Deze wij-zij tegenstelling, waarvan ook onze eigen maatschappij is doordrongen, vormt blijkbaar een ideale invulling om aan

het vijandbeeld te appelleren en om de opgelopen frustraties te lenigen.

Het is cynisch dat we in onze maat-schappij op alle niveaus zo fulmineren tegen dit soort wij-zij ideologie, maar

dat nu net de tweede grootste we-reldgodsdienst een heilig boek uit de 7de eeuw hanteert dat van begin tot het einde mensen tegen elkaar opzet. Deze tegenstelling is natuurlijk niet nieuw. In de politieke geschiedenis hebben extreme ideologieën als mar-xisme, fascisme, nazisme en commu-nisme elk met hun perverse politieke boekjes ongeveer niets anders gedaan dan mensen, groepen en klassen ge-demoniseerd, ontmenselijkt en elkaar massaal laten decimeren in naam van de juiste en zuivere wij-zij-tegenstel-ling. Bij Pol Pot was het de boer tegen-over de intellectueel, in het nazisme de Jood tegenover de rest en in het communisme de arbeider versus de kapitalist. Bij IS is het de 14de-eeuwse islamist tegenover alle wereldburgers. In de koran de moslim tegenover de niet-moslim.

TRANSCENDENT MARTELAARSCHAP

Maar ondanks het feit dat al deze ideologieën elk hun terreurdaden heb-ben gekend is het zelfmoordterroris-me, buiten de Japanse Kamikazes, hier

bijna volledig afwezig (en pas ont-staan vanuit een heel andere hoek in de jaren ’70 bij de Tamiltijgers). Welke triggers heeft de moslimextremist

De koran draagt potentieel alle noodzakelijke

ingrediënten in zich om van een diep gefrustreerde mens een nietsontziende

zelfmoordenaar te maken. Het woord potentieel is hier cruciaal omdat

het allicht niet betekent dat er een noodzakelijk verband bestaat tussen de koran en terrorisme

© Norbert Van Yperzeele

DEGEUS mei 2016 > 5

PLAKKAAT

Page 6: De Geus mei 2016

naast een geperverteerde wij-zij ideo-logie nog nodig om uiteindelijk een zelfmoordenaar te worden? Ook hier wordt het zelfmoordmotief al te vaak gebanaliseerd, alsof jonge mensen zich zo maar voor om het even wat en door eender wie in een immorele zelf-moord laten storten. In dit opzicht is er een zeer sterke en dwingende moti-vator nodig om uiteindelijk de gordel om te doen, alles achter zich te laten en in het aanschijn van andere men-sen de ontsteker in te drukken.

Godsdiensten halen het beste, maar ook het slechtste uit de mens, en

daardoor zijn ze tegelijkertijd juist zo verwerpelijk

Deze motivator ligt mede in een fundamentalistische islamcultuur, met name de gewelddadige combi-natie tussen de overtuiging van de noodzaak om een heilige strijd te leveren, de jihad, en het geloof in een transcendent martelaarschap. In de moslimwereld is er een hele theolo-gische discussie over het woord jihad en haar juiste invulling. Wat me als vrijzinnig humanist erg verontrust is dat er ‘een lezing’ van de koran (en dit is dan meestal de letterlijke!) be-staat die oproept tot een moordende heilige strijd tegen alle ongelovigen met als pasmunt voor de terrorist een paradijselijk resort in de hemel. De koran voorziet ook in dit laatste door zeer uitgebreid en lyrisch te rap-porteren over bestaan en inrichting van de hemel als ultiem eindparadijs. Weten dat een aanslag slechts enkele seconden duurt, om dan eeuwig naast Mohammed als martelaar te mogen plaats nemen, maakt het drukken op de knop niet alleen makkelijker, maar blijkbaar ook aantrekkelijk als we kijken naar de vele zelfmoordrekruten die zich blijven aanbieden.

POTENTIEEL ZIT HET FOUT

Het punt dat ik hier in dit plakkaat wil maken is het feit dat de koran potentieel, alle noodzakelijke ingre-

diënten (vijandbeeld als motor, jihad als middel en transcendent marte-laarschap als doel) in zich draagt om van een diep gefrustreerde mens een nietsontziende zelfmoordenaar te maken. Het woord potentieel is hier cruciaal omdat het allicht niet bete-kent dat er een noodzakelijk verband bestaat tussen de koran en terrorisme. Integendeel, het feit dat de overgrote meerderheid van de moslims relatief vredevol met hun geloof omgaan is hier een bewijs van.

Maar uiteindelijk gaat het hier niet over de gematigde islam (en het schuldgevoel dat wij er alsmaar meer tegenover hebben), maar om de kans dat een boek als de koran kan leiden tot internationaal zelfmoordterro-risme dat maatschappelijk bijzonder ontwrichtend is. Het feit dat IS een lezing van de koran kan geven die elke moraliteit verliest, betekent dat er minimum genoeg negatieve inhoud aanwezig is om deze aan te kunnen boren en er zelfs in de Arabische we-reld financiële en morele steun voor te krijgen. Anders gezegd: hoe kan een zogezegd moreel hoogstaand boek als de koran inspireren en leiden tot de meest afschuwwekkende en afgrond-diepe immoraliteit? Laat ik mijn standpunt tot slot verduidelijken door de koran te vergelijken met enkele andere religieuze boeken waarbij dit niet het geval is.

DE DAODEJING, DE DHAMMAPADA, DE UNIVERSELE VERKLARING VAN DE RECHTEN VAN DE MENS EN ONS KOOKBOEK

Godsdiensten halen het beste, maar ook het slechtste uit de mens, en daardoor zijn ze tegelijkertijd juist zo verwerpelijk. Er zijn wereldwijd heel wat religies, natuurfilosofieën en le-vensbeschouwingen waar de perverse oudtestamentische of islamitische wij-zij-tegenstelling totaal vreemd aan is en waar men in plaats van conflict, geweld en strijd eerder harmonie, ont-hechting en vrede predikt. In het tao-istisch hoofdwerk de Daodejing roept Laozi op tot algehele bescheidenheid, conflictloos meegaan met de natuur, onthechting en menslievendheid. En in de Dhammapada van Boeddha moet

het individu vooral zichzelf verlos-sen van zijn ego en verlangens om tot eenheid met de natuur te komen. Ook de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, het moreel handvest van de Verlichting, is gestut op waarden als vrijheid, gelijkheid en solidariteit en wil juist eenheid en verbondenheid tussen alle mensen brengen in plaats van verdeeldheid en conflict.

De koran kan en wordt negatief, gewelddadig en explosief geïnterpreteerd. En dit ligt zowel aan de interpretator, als aan de koran zelf! Helaas wordt

dit, ook door vrijzinnigen, al te vaak gebanaliseerd

Deze geschriften hebben gemeen-schappelijk dat ze geen conflicterende wij-zij-tegenstelling hanteren, geen strijd of jihad promoten en geen hemel beloven. Dit soort geschriften kunnen natuurlijk op hun beurt op verschillen-de manieren worden geïnterpreteerd maar het lijkt quasi onmogelijk om op basis van de inhoud ervan zelfmoord-terroristen te motiveren. Kent u veel taoïstische, boeddhistische of UVRM-terroristen? Kent u boeddhistische, taoïstische of vrijzinnig humanistische terreurorganisaties of terroristenben-des die zich baseren op de rechten van de mens? Natuurlijk niet, want er be-staat geen verknipte interpretatie van bovenstaande vrede- en menslievende boeken om (zelfmoord)aanslagen te vergoelijken.

In dit opzicht heeft de islam een zeer groot probleem, de koran kan en wordt negatief, gewelddadig en explosief ge-interpreteerd. En dit ligt zowel aan de interpretator, als aan de koran zelf! Helaas wordt dit, ook door vrijzin-nigen, al te vaak gebanaliseerd. Ons kookboek, met de beste wil van de we-reld, kan mensen niet aanzetten tot terroristische aanslagen, de koran keer op keer.

Philippe Juliam

6 > mei 2016 DEGEUS

PLAKKAAT

Page 7: De Geus mei 2016

Omgaan met complotdenkenHet is een merkwaardig gegeven dat in onze samenleving de onwetendheid blijft groeien, ondanks of juist wegens al die kritiekloze communicatiekanalen en sociale media die de wereld dichter bij de mensen brengen. Meer, de vooruitgang van die laatste staat de ontwikkeling en verspreiding van de pseudo-wetenschap niet in de weg, integendeel. Opdat SKEPP haar doelstelling zou bereiken, namelijk het ontwikkelen van meer gezond verstand bij nog meer mensen, wil uitgeverij ASP samen met SKEPP een reeks pockets ontwikkelen. Binnenkort verschijnt in deze reeks het boek Achterdocht tussen feit en fictie. Kritisch omgaan met complottheorieën van moraalwetenschapper Brecht Decoene. Hij bespreekt ondermeer de verschillende methodes om complottheorieën te benaderen en kritisch aan te pakken. Een broodnodig werk, want complottheorieën zijn niet zonder gevaar. Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat veel moslimjongeren van mening zijn dat Amerika achter de aanslagen van Parijs zit, dat de aanval op de Twin Towers in scène is gezet, allemaal met de bedoeling moslims in een kwaad daglicht te plaatsen. Het is duidelijk dat het kritisch denken meer aandacht verdient. Een voorproefje.

Hoe spring je nu het best om met complottheorieën? Welke strategie gebruik je om ze kritisch te benaderen? Dit is misschien wel het spannendste gedeelte, maar ook het moeilijkste. De discussie aangaan is moeilijk. Er is geen eenduidige, steeds doeltreffende aanpak, wel een hoop variabelen van geval tot geval. Hoe sterk is de complotdenker overtuigd, hoe goed kent hij de materie, in welke mate staat hij nog open om zijn ideeën te herzien, hoe bedreven gebruikt hij immunisatiestrategieën om zich aan kritiek te onttrekken?

Hoe dan ook is je eerste uitdaging altijd: heeft de

complotdenker het gevoel dat je hem respectvol benadert?

Hoe dan ook is je eerste uitdaging altijd: heeft de complotdenker het gevoel dat je hem respectvol benadert? Vanaf daar zijn er ruwweg De truthers geloven dat 9/11 een inside job was. Dit is nog maar één voorbeeld van een complottheorie die

dankzij enige feitenkennis gemakkelijk onderuit te halen is. De mensen die dergelijke dingen écht goed kunnen beoordelen, hebben daar meestal jaren voor gestudeerd. ‘Sommigen denken dat ze na een uurtje surfen op het internet veel over fysica weten, maar zo werkt het niet’, beaamt Noam Chomsky. © YouTube

ACTUA

mei 2016 > 7

Page 8: De Geus mei 2016

vier methodes die je vervolgens kan hanteren: kritische vragen stellen, zo veel mogelijk correcte informatie aanbrengen, het principe van de falsifieerbaarheid, uitgewerkt door wetenschapsfilosoof Karl Popper, en ten slotte het tegen elkaar uitspelen van verschillende complotdenkers.

VRAGEN STELLEN

Deze eerste aanpak kan je zien als een toepassing van de socratische methode. De Griekse filosoof Socrates (469-399 v.o.t.) trachtte in zijn conversaties met vooraanstaande Atheense medeburgers door het onophoudelijke stellen van kritische vragen dichter bij de oplossing van filosofische kwesties te komen. De socratische methode is bijzonder waardevol. Een vraaggesprek heeft altijd meer kans op succes dan een dovemansgesprek. Op deze manier leg je immers je eigen ideeën niet eenzijdig aan de ander op. Je begeleidt hem veeleer in het geboorteproces van nieuwe gedachten. Door gezonde twijfel te zaaien waar daarvoor slechts onwrikbaar geachte overtuiging was, geef je een impuls om verder op zoek te gaan naar een betere theorie. Je vragen staan je bovendien toe om af te tasten hoe zeker je gesprekspartner van zijn stuk is. Verder kunnen de antwoorden ook voor jou nieuwe kennis opleveren, en in het beste geval zelfs nieuwe argumenten.

Complotdenkers stellen zelf ook van alles in vraag. Soms is dat terecht en verdienen ze zeker een antwoord. Elkaar vragen kunnen stellen is belangrijk, het is zowaar een wezenlijk onderdeel van kritisch denken. Maar bij complotdenkers draait dat anders uit – spijtig genoeg in een onkritische houding. Sommige complotdenkers raken verzeild in een dynamiek van eindeloos interpreteren en zoeken naar antwoorden, zonder ooit af te ronden tot een bepaalde conclusie. Die kritische reflexen schieten dus door, met als resultaat dat alles verdacht wordt. Hyperkritisch ten opzichte van anderen, maar niet over zichzelf. Bijgevolg lijken ze niet zozeer een antwoord te zoeken, maar hopen de tegenstander onzeker te maken. En

daar slagen ze vaak echt heel goed in. Geregeld plaatsen ze in één adem verschillende feiten in een verdacht kader, in een poging hun alternatieve versie van het verhaal gemakkelijker ingang te doen vinden.

Er zijn ruwweg vier methodes die je kan hanteren: kritische

vragen stellen, zo veel mogelijk correcte informatie aanbrengen, het principe van de falsifieerbaarheid en het tegen elkaar uitspelen van

verschillende complotdenkers

Ik geef twee voorbeelden. Een behoorlijk onschadelijke, maar fascinerende complottheorie draait om de vermeende dood van Paul McCartney, en is bekend als PID of Paul Is Dead. Volgens een sinds 1969 circulerend gerucht is de Beatle op een regenachtige nacht in de winter van 1966 omgekomen in een auto-ongeluk, maar werd hij vanwege het grote succes van de muziekgroep vervangen door William Campbell, een dubbelganger. Al gauw maakten muziekrecensenten, fans en journalisten er een sport van om hiervoor aanwijzingen te

vinden in platenhoezen, film- en fotomateriaal, teksten en zelfs achterwaarts afgespeelde songs. Op YouTube vind je heerlijke filmpjes met massa’s ‘bewijsmateriaal’. Maar welke kritische vragen kan zo’n verhaal nu oproepen? Bestaat er wel iemand met de naam William Campbell? Is er een geboorteakte? Waarschijnlijk wel, want het is een vrij courante naam. Google leidt me naar een doorverwijspagina van de Engelse Wikipedia met bijna 70 personen uit Canada, Amerika, Australië en het Verenigd Koninkrijk met deze naam: een bioloog, een Nobelprijswinnaar, een golfer, een acteur, een gouverneur, een piloot, een metaalbewerker ... Hoeveel kandidaten zijn er dan die niet bekend zijn? Is er beeldmateriaal van een jonge Campbell die inderdaad verbazingwekkend goed op Paul lijkt? En hoe haalbaar is het om zo snel na een fataal ongeluk een dubbelganger te vinden? Eén die toevallig ook linkshandig basgitaar kan spelen, goed kan zingen, min of meer hetzelfde stemtimbre en accent heeft en steengoeie songs kan schrijven? Wat moesten zijn familie, vrienden, ouders en collega’s denken van de plotse verdwijning van die William Campbell? Herkenden zij hun eigen verwant of makker dan niet bij The Beatles? Zaten ze misschien allemaal mee in het complot? Konden ze dat dan

© Norbert Van Yperzeele

ACTUA

8 > mei 2016

Page 9: De Geus mei 2016

allemaal voor zichzelf houden? En kon de stand-in alle herinneringen uit het verleden van Paul uit het hoofd leren? Kan het fabeltje niet even goed bedacht zijn als mediastunt door The Beatles zelf? Of waren latere verwijzingen in hun teksten en hoezen er doelbewust ingestoken als ironische grapjes met een knipoog naar de hoax om het mysterie rond hun groep te voeden? Als de PID-theorie waar zou zijn, moet men op al deze vragen een afdoend antwoord geven en niet slechts op een handige selectie. Verklaringen moeten daarenboven de theorie verduidelijken en niet nóg ingewikkelder maken. Een antwoord dat opnieuw een hele resem vragen oproept, is vaak gewoon een slecht antwoord.

Een tweede, al wat ernstiger voorbeeld is het verhaal over de chemtrails. Er zijn mensen die beweren dat overheden of de NAVO doelbewust zware metalen en andere chemische stoffen (vandaar chemtrails in tegenstelling tot contrails of condensatiesporen) in de atmosfeer spuiten via straalvliegtuigen om ons ziek of meer gedwee te maken, om het klimaat te beïnvloeden ... Volgens hen zijn die ‘chemtrails’ makkelijk te herkennen doordat ze langer in de lucht blijven hangen en in een rasterpatroon gesproeid worden. Wat zou Socrates daarover willen weten? Hoe kan men die gifstoffen op zo’n manier verspreiden dat ze geen dierbaren treffen? Men moet namelijk rekening houden met de verschillende luchtlagen en winden die de schadelijke stoffen naar onverwachte plaatsen kunnen voeren.

Hoe calculeren de boosdoeners deze oncontroleerbare factoren in? Gesteld dat degenen die de tanks aan boord brengen niet op de hoogte zijn van wat ze precies laden, zijn er dan geen piloten of personeelsleden die de laadruimte controleren of bepaalde verdachte tankcontainers opmerken? Worden die chemicaliën automatisch geloosd of is er iemand die op een bepaald moment de kraan opendraait? Wanneer is men daar eigenlijk mee begonnen? Wat met de instanties zoals de Vlaamse Milieu Maatschappij die dagelijks de lucht- en waterkwaliteit

onderzoeken: stellen zij dan nooit verdacht hoge concentraties van deze of gene schadelijke substantie vast? Of hebben ook zij allemaal boter op het hoofd? Niet evident, want hoe meer mensen erbij betrokken zouden zijn, hoe groter de kans wordt op een mogelijke klokkenluider of spijtoptant. Hoe is het ondanks die chemtrails mogelijk dat we de laatste decennia steeds langer en gezonder leven? Waarom zijn de ziekten die men zogezegd oploopt door blootstelling aan de chemicaliën toevallig vaak typische ouderdomsverschijnselen? Opnieuw, indien je ervan uitgaat dat er complotten met chemtrails bestaan, dan moet je op al deze vragen duidelijk verklarende antwoorden kunnen geven om geloofwaardig te blijven.

Een vraaggesprek heeft altijd meer kans op succes dan een dovemansgesprek

FEITENMATERIAAL AANBRENGEN

Feitenmateriaal confronteert je gesprekspartner met de kracht van onomstotelijke elementen die zijn versie ondergraven. Complotdenkers focussen zich op details, framen die zodanig dat ze in een dubieus daglicht komen te staan en haken daar dan hun twijfelachtige hypothese aan vast. Deze hypothese is over het algemeen gemakkelijk aan te vechten als je de moeite neemt om één en ander nader te onderzoeken. Vaak is de feitelijke onderbouwing van de complothypothesen zwak of zelfs onbestaande. Het karakter van hun informatie situeert zich doorgaans ergens tussen het bedenkelijke en het leugenachtige. Feiten worden maar al te graag met fictie vermengd.

Laat ons een interessant voorbeeld bekijken. Zogenaamde truthers van de 9/11-beweging vermoeden dat de Twin Towers niet zomaar zijn ingestort als gevolg van de inslag van de twee vliegtuigen. Zij beweren dat alles wat er op die dag gebeurde, alleen maar mogelijk was met medeweten, misschien zelfs medewerking van

hooggeplaatste figuren binnen de Amerikaanse regering. Hoe divers de verschillende subtheorieën ook zijn, allemaal stellen ze één intrigerende bedenking centraal: brandende kerosine haalt nooit de temperatuur waarop staal kan smelten. Hoe kan het dan dat men ‘gesmolten staal’ tussen het smeulende puin van de Twin Towers vond? Dat is op zich een goede vraag. De temperatuur waarop staal smelt is uiteraard afhankelijk van de legering van verschillende metalen, maar doorgaans is dat bij 1500°C, soms al bij 1400°C. Kerosine (of JET A1 voor de luchtvaart) brandt tussen de 426°C en 815°C. Alleen binnenin de motor ligt de temperatuur hoger. Aan de hand van schattingen van alle brandbare materiaal aanwezig in de kantoren van het gebouw concludeert het NIST (National Institute of Standards and Technology, een wetenschappelijke instelling die vanaf 2002 het onderzoek naar de instorting van de WTC-torens verrichtte) dat het inferno temperaturen tot 1000°C kon bereiken. Dat is een eind onder het smeltpunt van 1400 of 1500°C. Vreemd, want waarom stortten de Twin Towers dan toch in? Anders dan wat de truthers of ‘waarheidszoekers’ beweren, is de verklaring niet zo moeilijk. Al rond 650°C verliest staal 50% van zijn sterkte, en bij 1000°C (de geschatte temperatuur in de WTC-torens die dag) vermindert dat zelfs tot een schamele 10%. Staal wordt dus betrekkelijk snel ‘zacht’, ook al bij temperaturen ver onder het eigenlijke smeltpunt. Dat verklaart waarom de integrale structuren van de WTC-torens zo verzwakt waren dat de gebouwen instortten onder hun eigen gewicht.

Foto’s van verwrongen en geplooid staal hoeven ons dus niet te verontrusten, vanwege het snelle verzwakken ervan en de kracht waarmee tonnen puin naar beneden kwamen. Evenmin vreemd zijn de beelden van gloeiend staal. Dat is nog niet hetzelfde als smeltend staal. Wie deze informatie dubbel checkt, vindt makkelijk overzichtelijke schalen met de kleuren waarin staal gloeit op

DEGEUS mei 2016 > 9

ACTUA

Page 10: De Geus mei 2016

verschillende temperaturen.

Maar in onze zoektocht naar een antwoord op de vragen over het gesmolten staal zouden we het belangrijkste feit nog over het hoofd zien: er was gewoon helemaal geen gesmolten staal tussen het puin van de Twin Towers. Er waren wél andere metalen die al op lagere temperaturen smelten. De vliegtuigen bijvoorbeeld bestonden voor 80% uit aluminium (wat ongeveer neerkomt op 60.000 kg) en dat wordt vloeibaar tussen 475°C en 660°C. Zeer waarschijnlijk was het ‘gesmolten staal’ dus in feite het aluminium van de vliegtuigen of nog andere metalen aanwezig in het gebouw.

Sommige complotdenkers beweren dat de Twin Towers naar beneden zijn gehaald met op voorhand aangebrachte explosieven, genaamd thermiet. Het ‘bewijs’? De explosies waren hoorbaar. Dat is vreemd, want thermiet ontploft niet. Het geeft een reactie waardoor het opbrandt. Op het internet vind je intrigerende filmpjes van allerhande experimenten die dit proces tonen. Dat ‘bewijs’ verliest zo alle betekenis. Eventuele ‘ontploffingen’ in de kelders zijn veeleer te verklaren door het naar beneden storten van de liftkokers, dan door een gecontroleerde afbraak. Opnieuw biedt YouTube genoeg videomateriaal van gebouwen die met behulp van explosieven gesloopt worden. Het verschil vaststellen in vergelijking met de instorting van de Twin Towers is kinderspel. Een gecontroleerde sloop gebeurt van onderuit, terwijl de WTC-torens beiden beginnen in te storten van bovenaf, en wel exact op de plaats van de inslag van de vliegtuigen. De instorting begint dus heel logisch waar de structuur van de torens het zwakst was. Dat de ontploffingen in de kelders explosieven waren blijkt een tweede keer onhoudbaar aangezien de torens daar geen tekens van verzwakking of instorting vertoonden.

Dit is nog maar één voorbeeld van een complottheorie die dankzij enige feitenkennis gemakkelijk onderuit te halen is. Een gedegen en correcte

kennis van zaken is onontbeerlijk bij het weerleggen van dergelijke uitspraken. De mensen die dergelijke dingen écht goed kunnen beoordelen, hebben daar meestal jaren voor gestudeerd. ‘Sommigen denken dat ze na een uurtje surfen op het internet veel over fysica weten, maar zo werkt het niet’, beaamt Noam Chomsky in een YouTubefilmpje Chomsky Has No Opinion on Building 7. Echter, iemand van mening doen veranderen lukt uiteraard nog niet door gewoon enkele feiten op tafel te gooien. Weinigen zullen enkel daardoor hun overtuigingen opgeven. Ook een complotdenker wil volhouden dat hij niet goedgelovig is.

Hyperkritisch ten opzichte van anderen, maar niet over zichzelf

BEST OF BOTH WORLDS

Meestal kan je wel beide bovenstaande methodes combineren. Zo valt er op het internet te lezen dat voormalig CIA-medewerker en klokkenluider Edward Snowden documenten van de NSA lekte waaruit blijkt dat IS-kalief Abou Bakr Al-Baghdadi eigenlijk een Mossadagent is. Naar verluidt heet Al-Baghdadi in het echt Shimon Elliot. Deze Joodse acteur zou getraind zijn in spionage en psychologische oorlogsvoering. Op die manier kan de CIA samen met de Mossad de moslimlanden destabiliseren zodat de regio nog makkelijker te manipuleren valt. Op basis waarvan heeft men deze vermoedens? Wat is anders de reden dat IS Israël nog niet aanviel? En waarom laat IS de oliepijplijn met rust die recht door hun gebied naar Israël loopt?

De eerste kritische vragen die je in dit geval moet stellen: weten we dat echt? Verwijst men naar een (betrouwbare) bron? In alle internetartikelen die beweren dat Snowden dit aan het licht bracht, valt meteen de afwezigheid van bronnenvermelding op. Andere pertinente bedenkingen liggen voor de hand: neemt Israël met een dergelijk

vermetel en ultrageheim plan dan geen gigantisch risico op mislukking of een lek? Is het echt zo gemakkelijk om zomaar even een acteur te laten opstaan om een hele beweging op touw te laten zetten die de wereldvrede bedreigt? Hoe heeft die Joodse acteur zo goed Arabisch geleerd – met een distinctief Noord-Iraaks Arabisch accent dan nog – dat hij niet door de mand valt? En zouden foto’s van een undercover Mossadagent zo gemakkelijk op internet te vinden kunnen zijn?

In tweede instantie gooi je dan het nodige feitenmateriaal in de strijd. Alle verzamelde documenten van Snowden vind je terug op cryptome.org. Die website kan beschouwd worden als de voorloper van Wikileaks en werd tien jaar eerder opgericht in 1996. Bronverwijzing ware dus makkelijk, maar is er niet. Meerdere mensen hebben via Twitter Glen Greenwald, journalist van The Guardian, gecontacteerd met de vraag of hij deze bewering kon bevestigen. Greenwald bracht in 2014 met Laura Poitras de documentaire Citizinfour uit. Beiden werden begin 2013 gecontacteerd door iemand die beweerde te kunnen bewijzen dat de NSA in het geheim, illegaal en op grote schaal surveillanceprogramma’s gebruikt om wereldwijd burgers te bespieden op het internet. Vijf maanden later reisden ze in alle discretie af naar een hotel in Hong Kong voor een eerste ontmoeting met de man die later bekend werd als klokkenluider Edward Snowden. Glen Greenwald is dus een vertrouweling van Snowden. Zijn antwoord: ‘Ik heb nooit één document gezien waarop staat dat hij dat beweert of ook maar suggereert’. Ook Snowdens advocaat liet weten dat het een hoax betreft.

Brecht Decoene

Brecht Decoene, Achterdocht tussen feit en fictie. Kritisch omgaan met complottheorieën. Uitgeverij ASP, 2016, 100 p., ISBN: 9789057185236. Prijs: € 16.

10 > mei 2016 DEGEUS

ACTUA

Page 11: De Geus mei 2016

De informalisering van de rechtsstaatOOK ‘STOUTE’ ASIELZOEKERS HEBBEN RECHTEN

Er is in dit land, en elders, al geruime tijd een beweging aan de gang die zeer verontrustend is omdat ze een aantal zeer grote en belangrijke beginselen van een open en verlichte samenleving ondermijnt. Die beweging is de informalisering van de rechtsstaat, en het hoofdkenmerk ervan is dat men morele oordelen over gedrag laat overwegen op onvervreemdbare rechten binnen een rechtsorde.

Samengevat komt deze beweging erop neer dat men pleit voor een tweestro-menland in de rechtsorde, waarbij het onderscheid tussen beide stromen op grond van uitgesproken subjectieve en ideologische criteria wordt gemaakt. Brave mensen krijgen rechten, stoute mensen verdienen die niet.

De gelijkheid van alle mensen voor de wet ligt mee aan de basis van de moderne

democratie. Het beginsel zorgde ervoor dat prins, paus of pauper allemaal even strafbaar werden voor het zelfde vergrijp

De hoeksteen van een rechtsstaat zoals de onze (een seculiere staat, voor alle duidelijkheid) is nochtans het absolute en onvoorwaardelijke karakter van rechten: ook al ben je ‘s werelds grootste schurk, dan nog heb je recht op een eerlijk onderzoek en een faire behandeling door de wet. En ook al schreeuwt de goegemeente om bloedwraak, dan nog zal een rechter de doodstraf niet uitspreken, want ze is afgeschaft. Dit eenvoudige beginsel – de gelijkheid van alle mensen voor de wet – ligt mee aan de basis van de moderne democratie. Het beginsel

zorgde ervoor dat prins, paus of pau-per allemaal even strafbaar werden voor het zelfde vergrijp, allemaal een even grondig en onbevooroordeeld onderzoek zouden krijgen, en allemaal dezelfde strafmaat konden krijgen wanneer de strafbare feiten bewezen waren. Het is dit beginsel dat onze samenlevingen seculier maakte.

Het beginsel moet rigoureus worden toegepast: ook de grootste schoft is onschuldig tot wanneer een recht-bank hem schuldig bevindt inzake een wetsovertreding (niet omdat de rechter hem een schoft vindt), en die rechtbank kan dat slechts doen wanneer die schoft alle rechten van de verdediging heeft genoten en de rechterlijke macht zelf alle opgelegde procedures zorgvuldig heeft toegepast.

We maken ons geregeld erg boos wanneer een crimineel vrijuit gaat omwille van procedurefouten. Mo-reel klopt dat niet, maar juridisch wel: slordigheid of willekeur horen nu eenmaal niet thuis in het recht, want recht is een bijzonder ernstige zaak. Als de overheid zich niet houdt aan de regels, dan moet die overheid aanvaarden dat een schuldige vrijuit gaat – eigen schuld dikke bult. Want dat is nog altijd te verkiezen boven het veroordelen van een onschuldige met behulp van geïmproviseerde procedu-res of gefabriceerd bewijsmateriaal. Met dat soort spanning moeten we nu

eenmaal leven: de wet gehoorzaamt niet aan onze luimen, vooroordelen en fobieën, ze moet die luimen, voor-oordelen en fobieën precies temperen.

We maken ons geregeld erg boos wanneer een crimineel

vrijuit gaat omwille van procedurefouten. Moreel klopt dat niet,

maar juridisch wel

TOO BIG FOR JAIL

Er zijn minstens drie domeinen waar-in we vandaag zien dat dit beginsel met de grootste vanzelfsprekendheid in woord en daad uitgehold wordt.

Er is, ten eerste, de  fiscale fraude waarin personen en bedrijven die bijzonder grote bedragen frauduleus uit de greep van de fiscus hebben ge-houden een deal kunnen maken met de overheid, en op die manier een strafprocedure (en strafblad) kunnen vermijden. Hoe groter de fraude, hoe vaker men dit soort deals ziet en hoe relatief lager de afkoopsom blijkt. Mil-jardenfraude is afkoopbaar voor een goeie honderd miljoen – een schamel handvol procenten van het verschul-digde bedrag.

De gelijkheid van prins, paus en

DEGEUS mei 2016 > 11

ACTUA

Page 12: De Geus mei 2016

pauper is hier duidelijk doorbroken, en een strafbaar vergrijp wordt weg-getoverd, vaak omdat het gaat om ‘too big for jail’ criminelen. Frauderende bedrijven hanteren daarbij nogal eens het argument dat ze tewerkstelling scheppen als drukkingsmiddel om de overheid gunstig te stemmen – een moreel argument – en ze vinden vaak genoeg gehoor.

Een tweede domein zijn de GAS-boetes. We zien met dit systeem dat zaken die geen misdrijf zijn maar wel als ‘storend gedrag’ worden bestem-peld bestraft kunnen worden zonder dat de gebruikelijke rechtsgang wordt gevolgd en dus zonder dat de gestrafte de gebruikelijke rechten geniet. Het is een vorm van parallelle justitie die zich baseert op instant morele oorde-len over ‘goed’ of ‘fout’ gedrag – een informalisering van jewelste van de rechtsorde. Het onderscheid tussen wat strafbaar en niet strafbaar wordt niet langer bepaald door wetten, maar wel door wat ik, jij of eender wie ‘niet kunnen’ vindt. Subjectiviteit troef.

Het derde domein waarin we datzelfde fenomeen zien is dat van de migran-ten, vluchtelingen en asielzoekers, en hierop wil ik even dieper ingaan.

GEEN KLEINIGHEID

Vooreerst: het migrantendebat in dit land is al een kwarteeuw een uitge-sproken moreel debat, waarbij met name de moslims het vaak moeten ontgelden. Gedragsmatige details zoals het dragen van een hoofddoek of het spreken van een andere taal onder mekaar werden eindeloos gemora-liseerd en verheven tot kwesties die onze samenleving aan het wankelen zouden kunnen brengen. Structurele maatregelen die de achterstandspo-sitie van allochtone groepen zouden corrigeren werden uitgesteld omwille van dit soort moraliserende beuzela-rijen.

En racisme werd slechts met grote omzichtigheid aangepakt, omdat ‘onze’ mensen uiteraard om begrij-pelijke redenen afwijzend stonden tegenover die onaangepaste vreemde-lingen. Meer nog, politici ontdekten een politiek-retorische scoringsma-chine wanneer ze racistische uitlatin-gen konden voorstellen als ‘de zaken durven zeggen zoals ze zijn’, de parler vrai die een ‘debat moest mogelijk maken’ en die ‘taboes moest doorbre-ken’ (linkse taboes, vanzelfsprekend). En uiteraard was elke anekdote goed genoeg om er het beste moraliserende

kruit op te verschieten.

De beeldvorming over de huidige vluchtelingencrisis is deels een breuk met de structuren van dit lange de-bat, terwijl het er deels ook gewoon bij aansluit. Zeker de rechterzijde – staatssecretaris Francken laat zich daarbij niet onbetuigd – wijst op de ‘rotte appels’ die zich in de mand der vluchtelingen schuilhouden, en de chronologische samenhang van de exodus uit het Midden-Oosten met terreuraanslagen in Parijs gooit nog olie op het vuur.

Ook wie absoluut niéts meer heeft, blijft

onvervreemdbare rechten behouden, want ze zijn

absoluut en onvoorwaardelijk en vloeien voort uit het eenvoudige gegeven dat men nog altijd mens is

De grote media produceren een niet-aflatende stroom van berichten die de dreiging bevestigen die uitgaat van die vluchtelingen: er zijn de echte of vermeende mensensmokkelaars, er

Over de vechtpartij in een vluchtelingencentrum in Leopoldsburg, naar aanleiding van een meisje dat geen hoofddoek wilde dragen: ‘Het is een zaak van privé-overtuigingen die, als er geen vechtpartij op was gevolgd, op geen enkele wijze te bestraffen zou zijn. En maar goed ook, want mensen hebben in dit land nog altijd recht op onfrisse, foute en onbetamelijke meningen – en ik reken Francken tot degenen die ze vlot en genereus produceren.’ © www.newslocker.com

12 > mei 2016 DEGEUS

ACTUA

Page 13: De Geus mei 2016

was de massa-aanranding in Keulen, gevallen van verkrachting en geweld-pleging, van diefstal, van vechtpar-tijen in opvangcentra, en zo meer. Francken komt telkens straf tussen-beide: wie zich niet aan onze waarden en normen houdt, die gaat eruit. Mi-gratie en veiligheid staan weer netjes op een rij, en moralisering voorziet in het brugje tussen beide.

Het aanhangen van ‘bedorven religieuze

principes’ is naar mijn weten geen strafbaar feit

De verplichte cursus ‘omgaan met vrouwen’ voor asielzoekers is in dit verband een prima voorbeeld. Vermits de opvang van vluchtelingen ‘soli-dariteit’ vereist, en vermits men die solidariteit nu liever voorstelt als een organisch en subjectief gegeven, eer-der dan als de wettelijke verplichting die ze in essentie is, luidt de bood-schap dat vluchtelingen onze mede-werking moeten verdienen door zich te gedragen als brave burgers. Doen ze dat niet, dan flikkeren we ze eruit. Die moralisering – ik geef dit even mee – behoort tot de kern van de N-VA ideo-logie, is door Bart De Wever uitvoerig besproken, en sluit aan bij de traditie van de anti-Verlichting, waarin niet wetten maar morele waarden en nor-men de mate van burgerschap (en de daaraan gekoppeld rechten) bepalen.

Er wordt dan ook opgeroepen (onder andere door De Wever en Vande Lanotte) om de Conventie van Genève ‘te actualiseren’, een aan-tal EU-lidstaten wenst enkel christe-lijke vluchtelingen op te nemen, men roept op om de grenzen te sluiten en hekken of muren te bouwen, en burgemeesters en gouverneurs in dit land roepen op om de vluchtelingen te laten stikken. Het regent dan ook klachten van mensenrechtenorganisa-ties over de aanpak en de opvang van de vluchtelingen in allerlei Europese landen. Immers, zowat alles waartoe men oproept is in strijd met interna-tionale rechtsregels en verdragen die door alle EU-lidstaten zijn geratifi-

ceerd, die dus ongeacht de plaatselijke politieke windrichting uitgevoerd moeten worden, en die behoren tot het arsenaal van de internationaal geldende basisrechten van elke mens. Wie ze afneemt van een ander moet ook verdragen dat hij/zij ze zelf ver-beurt. Het rommelen aan deze regels is dan ook geen kleinigheid.

REALISME

Op 20 februari 2016 plaatste de voor-malige voorman van Rood, Erik De Bruyn, een bericht op zijn Facebook-pagina, dat als volgt begon:

‘De orthodoxen ter linkerzijde zullen mij wel weer een racist vinden. Of zelfs een ‘Pegida-trol’. Maar ik vind het totaal niet kunnen dat een groepje Afghaanse boeren in een asielcentrum een Syrisch meisje viseren omdat ze geen hoofddoek draagt.’

De tekst ging in op een incident dat breed uitgemeten was in de pers, waarbij een groep Afghaanse vluch-telingen slaags was geraakt met een groep Syrische vluchtelingen in het opvangcentrum van Leopoldsburg, naar verluidt omdat de Afghanen zich hadden beklaagd over het feit dat een Syrisch meisje geen hoofddoek droeg. De Bruyn vindt dat ‘niet kunnen’.Hij vervolgt:

‘Die mensen komen hier geen veiligheid of vrede zoeken. Het allerbelangrijkste in hun leven zijn blijkbaar de bedorven religieuze principes in hun hoofd, en ze zijn bereid om daarvoor te vechten. In dat geval horen ze thuis in één of andere Afghaanse moddervallei.’

Eén van de conclusies die hij trekt uit de gebeurtenissen luidt dan ook:

‘De ene asielzoeker is de andere niet. Theo Francken heeft mijns inziens ge-lijk als hij zegt dat geen zin heeft om asielzoekers per nationaliteit gescheiden te houden. Als die mensen enkel kun-nen aarden bij hun volksgenoten of zelfs enkel onder een bepaalde sekte van hun volksgenoten dan zullen ze nooit aarden in onze samenleving en verknoeien ze het voor mensen die hier oprecht asiel aan-vragen. Wie geen respect heeft voor een seculiere samenleving moet ook geen asiel

aanvragen bij een seculiere samenleving.’

 Vanzelfsprekend is deze oproep geen ‘racisme’ (enkel misschien, zoals De Bruyn aangeeft, in de ogen van ‘or-thodoxen ter linkerzijde’). Neen, het is realisme dat de linkerzijde moet helpen wat ‘minder wereldvreemd’ te staan tegenover deze kwesties. En dit om goede politieke redenen:

‘Ik ben het beu om de Europese publieke opinie verder te laten verrechtsen door een handjevol strak in de religieuze leer staande boeren, en ik doe nog maar eens een oproep aan de ‘kameraden’ van Groen, Rood en PVDA om hun stand-punten ter zake eens wat minder wereld-vreemd te maken. Zo niet kan rechts de voortschrijdende irritatie over dit soort toestanden blijven gebruiken als breek-ijzer om onze sociale verworvenheden te ondermijnen.’

Dus, om de rechterzijde de adem te ontnemen moeten we dat soort ‘strak in de religieuze leer staande boeren’ hier buiten houden. Ze kunnen im-mers blijkbaar ‘enkel aarden bij hun volksgenoten’, hebben ‘geen respect voor een seculiere samenleving’ en zoeken hier per slot van rekening ‘geen veiligheid en vrede’. (De Bruyn blijkt dat allemaal met grote zekerheid te weten, al geeft hij ons geen inzicht in zijn bron van kennis hierover). Laat ze dus maar in hun ‘Afghaanse mod-dervallei’.

Het was opvallend hoeveel bijval deze uitspraken kregen in de Facebook-reacties.

Strengheid, eerder dan gerechtigheid, is

blijkbaar de kern van ons rechtsbestel geworden

WILLEKEUR

Ik pik de tekst van Erik De Bruyn op, niet omdat die op zich zo bijzonder is en nog minder omdat ik De Bruyn persoonlijk wil kruisigen. Ik heb ‘m gekozen om aan te geven hoe ver de pensée unique al is opgeschoven naar standpunten die men onmogelijk kan

DEGEUS mei 2016 > 13

ACTUA

Page 14: De Geus mei 2016

aanvaarden vanuit een besef van het belang van de rechtsorde als hoeksteen van een seculiere samenleving.

Ook wie absoluut niéts meer heeft, blijft onvervreemdbare rechten be-houden, want ze zijn absoluut en on-voorwaardelijk en vloeien voort uit het eenvoudige gegeven dat men nog altijd mens is, ook al heeft men er bitter wei-nig kenmerken van. De tekst van De Bruyn is gewoon een goed voorbeeld van de zorgwekkende tendens die ik hier beschrijf.

Als vluchtelingen zich in een samenleving als de onze

niet langer veilig voelen betekent dat, dat ook wij zelf niet langer veilig zijn

Immers, De Bruyn pleit er kennelijk voor om mensen met wie hij niet ak-koord gaat, of niet aangenaam vindt, het recht op asiel te ontnemen – ze huldigen immers ‘bedorven religieuze principes’ en ‘zijn bereid daarvoor te vechten’. Het aanhangen van ‘be-dorven religieuze principes’ is naar mijn weten geen strafbaar feit: het is een moreel oordeel dat voortvloeit uit De Bruyns eigen houding tegenover religie (‘ik heb geen respect voor (bij)geloof. Ik tolereer het enkel’). Het is dus volkomen subjectief. Even subjec-tief is het criterium ‘respect hebben voor een seculiere samenleving’, dat wordt aangewend om te bepalen of men al dan niet màg asiel zoeken in zo’n seculiere samenleving. Via welke objectief meetbare elementen gaan we de hoeveelheid ‘respect’ vastleg-gen bij asielaanvragers? En met welke parameters gaan we checken of hun religieuze principes ‘bedorven’ zijn, dat het hier gaat om ‘boeren’ die ‘strak in de religieuze leer staan’? Hoe gaan we trouwens dat onderscheid bepalen – in alle ernst en objectiviteit – tussen dat soort ‘boeren’ die het niet echt menen en de ‘oprechtheid’ van ‘mensen die hier oprecht asiel aanvragen’?

De Bruyn volgt hier een lijn die vele jaren terug werd uitgezet door de rech-terzijde – ik gaf ze eerder aan – en die

een informeel onderscheid inbouwt tussen zij die onze solidariteit verdie-nen en zij die dat niet doen. The deser-ving versus non-deserving heet het in het jargon van wat onder de neocons van George W. Bush bekend werd als compassionate conservatism: een sys-teem waarin de ‘goede’ burgers, en zij alleen, bepalen wie mag meerijden op de trein van de welvaart en voorspoed, de vrede en veiligheid en het burger-schap. De voorwaarden daarvoor zijn onbepaald en onbeperkt: ze zijn volko-men subjectief en dus rekbaar, toepas-baar op individuen zowel als op enor-me groepen mensen (zoals moslims), en bovendien à la tête du client toe-pasbaar. Men hoeft in het geheel niet consequent of rechtlijnig te zijn in hun toepassing, want de rechtsorde is ge-woon vervangen door de willekeur van zij die de lakens uitdelen. Absolutisme van de elites, met andere woorden. En ook wat vroeger de ‘progressieve zijde’ heette doet er vlijtig aan mee.

Die willekeur, daar wil men onder progressieven al wel eens voorzichtig rond fietsen door allerhande pseudo-objectieve criteria in te roepen. Luckas Vander Taelen heeft het graag over onze waarden en normen (net als Bart De Wever, Theo Francken en Filip De Winter overigens), al is het al heel lang wachten op een sluitend lijstje daarvan; en Etienne Vermeersch ziet de fundamentele teneur van de koran en de ‘achterlijkheid van de moslim-wereld’ als bepalende criteria (net als vader en zoon Van Rooy, Geert Wilders en Filip De Winter overigens). De Bruyn zoekt het in een wat onduidelijk onderscheid tussen Afghanistan en Syrië-Irak:

‘Syrië en Irak zijn niet gelijk aan Afgha-nistan. In de eerste twee landen is een uitgesproken oorlog aan de gang tussen obscurantisme en moderniteit. In Sy-rië wordt het regime geviseerd door de reactionaire islam, niet omdat het een dictatuur is maar omdat het een seculier regime is. En door het Westen omdat het een staatsgeleide economie is.’

We nemen aan dat Afghanistan an-ders is dan Syrië en Irak (maar wachten op bijzonderheden), en dit

is voldoende voor De Bruyn om de Afghaanse ‘boeren’ als groep het recht op asielaanvraag te ontzeggen in onze ‘seculiere samenleving’, ook al eist nét het seculiere karakter van onze samen-leving precies het tegenovergestelde. Want men is de term ‘seculier’ gaan begrijpen als ‘atheïstisch’ – waar het niets mee te maken heeft – en is ver-geten dat de term precies die open en verlichte rechtsorde aanduidt.

OUTER EN HEERD

Nodeloos te zeggen dat onze bevoegde staatssecretaris zich met graagte in dit debat mengt. Hij liet weten dat het ontoelaatbaar is dat de Afghanen in kwestie een Syrisch meisje onder druk zetten om een hoofddoek te dragen. Ontoelaatbaar? Het valt misschien in de categorie van slechte manieren, maar wat Francken hier beschrijft is geen misdrijf. Het is een zaak van privé-overtuigingen die, als er geen vechtpartij op was gevolgd, op geen enkele wijze te bestraffen zou zijn. Hij kan het wel ‘ontoelaatbaar’ vinden, maar voor de wet is het volmaakt toelaatbaar. En maar goed ook, want mensen hebben in dit land nog altijd recht op onfrisse, foute en onbetame-lijke meningen – en ik reken Francken tot degenen die ze vlot en genereus produceren.

Het is dus die rechtsorde die het ‘politieke’ niveau

in een samenleving als de onze beperkt tot meningsverschillen die

als meningsverschil moeten beslecht worden

en niet als vergrijp

Francken, we zijn dit gewend geraakt, is van mening dat ook deze individu-ele vrijheid selectief moet aangewend worden. Immers:

‘Dat ze hun plan maar trekken, als ze denken dat het noodzakelijk is om een meisje onder druk te zetten, hun wetten te komen stellen en amok te

14 > mei 2016 DEGEUS

ACTUA

Page 15: De Geus mei 2016

maken’, zegt hij. ‘Waarom zouden wij daar dan zoveel geld insteken? Dat moet je mij eens uitleggen.’

En hij wil dus onderzoeken of asiel-zoekers die ‘zich misdragen’ – hoe? en volgens welke criteria? – van alle opvang kunnen uitgesloten worden. Het antwoord ligt voor de hand: zijn juridische adviseurs zullen hem dat met grote stelligheid afraden omdat er geen rechtsgronden voor bestaan. Maar ja, onze staatssecretaris leeft nu eenmaal in een wereld waarin hij één beleid voert in woorden en een heel ander moet voeren in daden. In zijn discours gaat hij stelselmatig de weg op van de ontoelaatbare informa-lisering van de rechtsstaat en werpt hij zich op als de zedenmeester des volks die naar eigen inzicht beslist wie mag blijven en wie niet. En zoals we merken bij De Bruyn slaat dat liedje bijzonder goed aan. De Allerhoogste zij geprezen dat er nog zoiets als een wettelijk kader is, en dat met name Francken zich moet houden aan juri-dische regels die vér boven zijn Vlaam-

se outer en heerd beslist en beheerd worden.

SLAGVELD

We worden dus bedolven onder dit soort informaliseringen van zaken die geen enkele informalisering ver-dragen. We hebben het over ‘radica-lisering’, bijvoorbeeld, en doen alsof die term een simpele en eenduidige beschrijver is van een feitelijke, waar-neembare toestand. Terwijl de term een gradatie uitdrukt, en dus meteen de vraag naar een nulpunt stelt, en bo-vendien een evaluatieve term is – een morele code voor ‘fout’.

We horen onze beleidsmensen in de media praten over zaken ‘die niet door de beugel kunnen’, ook al zijn ze per-fect legaal en horen ze, in de originele versie van democratie, tot de private levenssfeer waarop de beugel van de overheid niet mag toegepast worden. En voor dat soort zaken zoekt men dan alternatieve vormen van sanc-tie – de GAS-boetes kennen we al, en Francken stuurt asielzoekers wegens wangedrag naar gesloten centra of wil hen, zoals we zagen, elk recht op op-vang ontzeggen. Want strengheid, eer-der dan gerechtigheid, is blijkbaar de kern van ons rechtsbestel geworden.

Men moet goed beseffen wat men daarmee aan erosie blootstelt. Het is die rechtsorde die een niveau van veiligheid schept voor elk van ons, waarbij onze politieke vijanden, wan-neer ze de macht in handen hebben, ons niet onbeperkt kunnen lastig vallen en schade berokkenen. Het is dus die rechtsorde die het ‘politieke’ niveau in een samenleving als de onze beperkt tot meningsverschillen die als meningsverschil moeten beslecht wor-den en niet als vergrijp. Het is precies de afwezigheid van die rechtsorde die mensen op de vlucht jaagt en die hen asiel doet aanvragen elders in de wereld, waar die orde nog geldt. Het verwijt dat we nu bijna dagelijks horen uit de mond van vluchtelingen, dat wij die orde schenden, is dus onver-draaglijk voor elke burger die het goed meent met z’n samenleving. Want als vluchtelingen zich in een samenleving

als de onze niet langer veilig voelen betekent dat, dat ook wij zelf niet lan-ger veilig zijn.

Ik vind het dan ook ‘niet kunnen’ dat men daarmee zo lichtzinnig omspringt, emotionele oprispingen verheft tot politieke visie, vooroorde-len tot realisme, en geen enkele zin vertoont om hierover even rustig na te denken. Ik hoop dat men mijn gezeur hierover vergeeft: de rechtsstaat is stil-aan een slagveld aan het worden, en er moet meer volk op dat slagveld staan om de waarde ervan te verdedigen.

De rechtsstaat is stilaan een slagveld aan het worden, en er moet meer volk op dat slagveld staan om de

waarde ervan te verdedigen

PS. Heb ik hiermee nu iets goedge-praat, een taboe verklaard, de kop in het zand gestoken of wat men ook aan ‘orthodox links’ wenst te verwijten? Ik denk het niet. Want een moordenaar of verkrachter heeft nog altijd asiel-recht, ook al zal hij terzelfder tijd voor een strafrechter moeten verschijnen. Er zijn dus rechtsmiddelen genoeg om elke wetsovertreding te vervolgen zonder dat men aanvullende sancties uitspreekt, en er bestaat in een rechts-staat geen enkele rechtvaardiging voor het straffen van onschuldigen. In de twee gevallen begaat men het tegen-deel van gerechtigheid: discriminatie. Het laten gelden van rechten is iets ge-heel anders dan ‘straffeloosheid’: het betekent dat de straf via de geijkte en legitieme wegen wordt toebedeeld. Wie law and order wil zal zich door mij dan ook niet tekort gedaan weten. Ik heb, denk ik, eerder een verzwegen pro-bleem aangekaart, een taboe eigenlijk: dat de manieren waarop men al een kwarteeuw omgaat met het zogeheten ‘migrantenprobleem’ de kern van dat probleem vormen, en dat men daar echt, dringend, moet over nadenken.

Jan Blommaert

(reeds verschenen op DeWereld Morgen.be, 22 februari 2016)

‘EEN MENS VOOR EEN MENS’

21 juni 2016, Stadshal GentNaar aanleiding van de Dag van het Humanisme en Wereldvluchtelingendag organiseren de Oost-Vlaamse vrijzinnig-humanistische organisaties en IN-Gent een benefietactie t.v.v. Werkgroep Vluchtelingen Gent, Hand-in-Hand en VLOS. Samen plaatsen we de vluchteling als mens centraal op de langste dag van het jaar.Vanaf 18:00 tot 21:00 worden onder de Gentse Stadshal BV’s geveild voor het goede doel. Reserveer een partijtje biljart met Daniël Termont of een schaakpartij met Daan Hugaert. Of bied op een persoonlijke fotoshoot door Lieve Blancquaert, een huiskamerconcert door Melike, een tête à tête in de Oude Vismijn met Jean Paul Van Bendegem of Marijke Pinoy. Mong Rosseel is ceremoniemeester van dienst, Maxime de Winne leidt de veiling in goede banen. Kom snuisteren langs de verschillende standjes of kom een glas drinken in het gezelschap van vrienden, familie en kennissen. Famba zorgt voor het nodige tromgeroffel. Alle opbrengsten gaan naar het goede doel! Zie p. 49 in de nieuwsbrief.

DEGEUS mei 2016 > 15

ACTUA

Page 16: De Geus mei 2016

Voor steeds meer mensen is het blijkbaar een aantrekkelijk idee: voor wie lijdt aan ziektes waarvoor men zelf verantwoordelijk kan zijn, moet de samenleving niet opdraaien. De dronkelap, de roker, de veeleter, de onveilig vrijende medemens, zij verdienen het niet langer om hun ziektekosten terugbetaald te krijgen, toch? ©Tim Hogendoorn

Wie zijn gat verbrandt, moet op de blaren zitten?WAAROM EEN MERITOCRATISCHE LOGICA NIET OPGAAT IN DE GEZONDHEIDSZORG

Gezondheidszorg kost geld. Massa’s geld. De sociale zekerheid kreunt, en staat langs alle kanten onder druk. Is het in zo’n context een goed idee om de terugbetaling van dure geneesmiddelen (of zorg in het algemeen) te koppelen aan de leefstijl en de eigen verantwoordelijkheid van de patiënt? Heel je leven gezopen? Draai zelf maar op voor je levercirrose! Het ethisch debat over deze vraag woedt al een tijdje. Met de beslissing van het Riziv om het longfibrosemedicijn Ofev niet terug te betalen, tenzij de patiënt via urinestalen kan bewijzen dat hij/zij niet rookt, laaide de discussie weer in alle hevigheid op.

Ignaas Devisch, medisch filosoof, reageerde in de media al afwijzend. In HUMO wees hij op een niet onbe-langrijk bezwaar: er is helemaal geen afdoend bewijs dat Ofev minder of niet werkt als de patiënt blijft roken. Was dat wél het geval geweest, twij-felt hij niet: ‘niet terugbetalen. We moeten geen geld weggooien’ (HUMO 22/03/2016).

Los daarvan, is het interessant om de bredere vraag te stellen: moet de samenleving opdraaien voor wie lijdt aan ziekten waarvoor hij of zij zélf ver-antwoordelijk is? Waarom zouden we een verstokte roker de kosten van zijn chemokuur niet zélf laten ophoesten? In hetzelfde HUMO-interview geeft

Devisch al een heel belangrijk tegen-argument: ‘Onze sociale zekerheid is gebouwd op het principe: iedereen heeft recht op gezondheidszorg. Dat betekent echter niet dat we de plicht hebben om voor onze gezondheid te zorgen. Op den duur mondt die visie uit in het principe: iedereen zorgt voor zichzelf. En dan drei-gen we ook het kernprincipe van onze sociale zekerheid onderuit te halen.’

Bovendien: zo simpel is het verhaal van de persoonlijke verantwoordelijkheid niet. De complexiteit ervan is op zich een goede reden om niet mee te stappen in deze ‘meritocratische logica’, zoals Devisch betoogt in onderstaand artikel dat hij samen met Wim Van Lancker (UA) schreef.

DE ONDRAAGLIJKE COMPLEXITEIT VAN PERSOONLIJKE VERANTWOORDELIJKHEID

In 2013 peilde de vijfde nationale ge-zondheidsenquête (HIS 2013), al naar attitudes rond ‘gezondheidszorg en leefstijl’ bij de bevolking. Twee opval-lende vaststellingen uit die enquête: 1) een vierde van de Vlamingen vond dat de ziekenhuiskosten na een ongeval niet moeten worden terugbetaald voor wie gedronken heeft. 2) Haast nie-mand van de Vlamingen vond dat wie genetisch voorbestemd is om een ziek-te te krijgen meer zou moeten betalen aan de ziekteverzekering. Dat is de perfecte illustratie van het debat: wie is verantwoordelijk voor welk gedrag, en hoe gaan we daar als samenleving mee om?

Voor steeds meer mensen is het blijk-baar een aantrekkelijk idee: voor wie lijdt aan ziektes waarvoor men zelf verantwoordelijk kan zijn, moet de samenleving niet opdraaien. De dron-kelap, de roker, de veeleter, de onveilig vrijende medemens, zij verdienen het niet langer om hun ziektekosten terug-betaald te krijgen, toch? Behalve dat die clichés natuurlijk nooit als zodanig bestaan, zijn er in dit debat bijzonder

16 > mei 2016 DEGEUS

ACTUA

Page 17: De Geus mei 2016

veel bezwaren om vlot mee te stappen in deze ‘meritocratische logica’. We geven er enkele.

Zelfs in tijden van individuele verant-woordelijkheid bestaan er nog altijd heel wat ‘externe factoren’ waarvoor het individu geen individuele ver-antwoordelijkheid draagt. Wanneer bijvoorbeeld de samenstelling van ons voedsel er voor zorgt dat we eraan ver-slaafd geraken, in hoeverre is dat dan onze eigen verantwoordelijkheid? Juist, wij consumeren zelf, dat spreekt, maar we krijgen hier toch een flink duwtje in de rug. Zoals recent in een artikel in The New York Times is aangetoond (The extraordinary science of junk food) wordt in heel wat junkfood de balans tussen zout, suiker en vet zo geop-timaliseerd dat het even verslavend wordt als drugs. Geen detail is dat: de samenleving en de markt stimuleren nog steeds het maken van ongezonde keuzes.

Vervolgens leidt eenzelfde eetgedrag bij verschillende mensen niet altijd tot de-zelfde leefstijlziekten. Sommige men-sen hebben geluk en zijn er minder vatbaar voor; anderen hebben pech en krijgen al snel te kampen met overge-

wicht, omwille van genetische aanleg of wat ook meer. En zelfs al ligt leefstijl aan de basis van overgewicht, er be-staat nog steeds grote onduidelijkheid over de precieze oorzaken van overge-wicht: is het nu vet, of toch suiker, of allebei? We weten wel een beetje wat heel erg ongezond is, maar daarna is het vooral een grijze zone.

De samenleving en de markt stimuleren nog steeds het

maken van ongezonde keuzes

DE GEZONDHEIDSKLOOF: EEN MAATSCHAPPELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID

Op vlak van gezondheid kunnen we daarom concluderen dat sommige zaken zeer ongezond zijn, maar dat er daarnaast geen duidelijke één-op-één relatie bestaat tussen ons voedingspa-troon en het zich voordoen van ziek-tes. Bovendien maakt de wijze waarop onze samenleving is georganiseerd, de ongezonde keuzes veel makkelijker dan de gezonde. Dat is geen excuus om niet persoonlijk verantwoordelijk te zijn, wel een belangrijk feit dat persoonlijke verantwoordelijkheid veel moeilijker

maakt dan het zou kunnen zijn.

Dat brengt ons vanzelf bij de complexe verhouding tussen persoonlijke verant-woordelijk en leefstijl. Het is simpelweg niet mogelijk om op individueel niveau te onderscheiden waar de omstan-digheden stoppen en de persoonlijke verantwoordelijkheid begint. Hoe zou het ook? We zijn niet in staat om elke genomen beslissing te isoleren en daar het deeltje uit te halen waarvoor men persoonlijk verantwoordelijk is. Op het niveau van de samenleving daarentegen kunnen we wel duidelijk aantonen dat een groot deel van de maatschappelijke fenomenen die we makkelijk toeschrijven aan het gedrag van een individu, gebonden is aan zeer hardnekkige klassenverschillen. Of het nu gaat om roken, obesitas, spij-belen, of meer algemeen: gezondheid en levensverwachting hangen samen met sociale ongelijkheid. Wie zich on-deraan de inkomensladder bevindt, is over het algemeen ongezonder en heeft minder toegang tot gezond voedsel. Die gezondheidskloof ontstaat zelfs al voor de geboorte. En we weten dat de toegang tot gezondheidszorg even-eens ongelijk is verdeeld: wie minder middelen heeft, gaat minder naar de dokter; al zeker niet naar een diëtist. Als diezelfde samenleving vervolgens schromelijk faalt in het opzetten van een degelijk preventief beleid, wie is dan waarvoor verantwoordelijk?

Eenzijdig mensen persoonlijk verant-woordelijk achten voor hun leefstijl, miskent een cruciaal gegeven in het hele debat: zoals een samenleving cen-ten verdeelt, zo verdeelt ze ook kansen en gezondheid. Op beide vlakken faalt onze samenleving schromelijk. Het is dus niet het kwetsbare individu, maar de samenleving die een verant-woordelijk te dragen heeft door een gezondheidszorg te organiseren die de verantwoordelijkheid van mensen over hun eigen gezondheid versterkt, eerder dan de uitsluiting nog erger te maken dan ze nu al is.

Ignaas Devisch, professor medische filosofie en ethiek (UGent)

Wim Van Lancker, Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck (UA)

Voor steeds meer mensen is het blijkbaar een aantrekkelijk idee: voor wie lijdt aan ziektes waarvoor men zelf verantwoordelijk kan zijn, moet de samenleving niet opdraaien. De dronkelap, de roker, de veeleter, de onveilig vrijende medemens, zij verdienen het niet langer om hun ziektekosten terugbetaald te krijgen, toch? ©Tim Hogendoorn

DEGEUS mei 2016 > 17

ACTUA

Page 18: De Geus mei 2016

MARINA VAN HAEREN - °24 mei 1951, Jette - was van jongs af aan geëngageerd in

het socio-culturele leven van Jette - richtte het jeugdhuis De Finkel

op en was voorzitter van de socio-culturele raad in Jette

- was voorzitter van de overkoepelende beweging van de 22 Brusselse gemeenschapscentra

- kwam na haar studies terecht bij OSB en rolde zo in het vrijzinnig verenigingsleven

- eerste werknemer van UVV (1 november 1981)

- eindigt haar loopbaan als algemeen directeur UVV

Zebrastraat Gent © Gerbrich Reynaert

VRAAGSTUK

Page 19: De Geus mei 2016

Afscheidsinterview Marina Van Haeren Het einde van een tijdperkDe grande dame van de georganiseerde vrijzinnige gemeenschap gaat met pensioen. Jaren stond zij als algemeen directeur (voorheen secretaris-generaal) aan het roer van de Unie Vrijzinnige Verenigingen, vandaag beter bekend als deMens.nu. Op 31 mei 2016 sluit ze haar 35-jarige loopbaan bij de Unie af.

Kan je iets over jezelf en je achtergrond vertellen?Ik ben een echte Brusselaar. Ik ben geboren op de boerderij van mijn grootouders, in de buurt waar nu het UZ-Jette staat.

Ik liep school in het gemeentelijk on-derwijs in Jette. Daarna ging ik naar de Rijksnormaalschool in Laken. Ik was zeer geëngageerd in het socio-culturele leven van Jette, richtte er het jeugdhuis De Finkel op en zetelde in de sociaal-culturele raad waarvan ik later voorzitter werd. In die periode werd ik ook voorzitter van de overkoe-pelende vereniging van de 22 Brus-selse gemeenschapscentra. Die vereni-ging organiseerde meerdere congres-sen voor de Brusselse Vlamingen.

LOOPBAAN

Hoe kwam je in dienst bij UVV?Na mijn studies kwam ik terecht bij de Oudstudentenbond (OSB) van de VUB. Daar werd ik vertrouwd met het vrijzinnig verenigingsleven. Ik was verantwoordelijk voor de rondreizende tentoonstelling ‘200 jaar vrijzinnig-heid in Vlaanderen’, waardoor een samenwerking werd gecreëerd tussen OSB en de lokale afdelingen van het Humanistisch Verbond, Willemsfonds

en Vermeylenfonds. Vanuit mijn functie bij OSB gaf ik ook administra-tieve ondersteuning aan UVV.

Van éénmansbedrijf op 1 november 1981

is UVV uitgegroeid tot een organisatie met 170

personeelsleden, uiteraard met vallen en opstaan

Begin jaren 70 bestond de Raad van Bestuur van UVV uit vijf beheerders. Samen met het Centre d’Action Laï-que (CAL), de Franstalige zusterorga-nisatie, vormen zij de Centrale Vrij-zinnige Raad (CVR).

In januari 1981 werd er voor de CVR voor de allereerste keer een budget ingeschreven in de begroting bij het ministerie van justitie, die de uitbouw van de lekenwerking mogelijk maakte. Hiervoor werd tien miljoen Belgische frank uitgetrokken: de helft voor UVV en de helft voor CAL. Daarmee kon gedacht worden aan aanwervingen van personeel.

In juni 1981, na de Raad van Bestuur van de CVR, stelde een beheerder van

UVV mij voor om full time te werken bij UVV. In september 1981 werden de eerste selectieproeven uitgeschreven en ik nam eraan deel. Op 1 november ‘81 ben ik aangeworven, samen met de administratieve medewerkers Yo-lande De Boevere, die in Gent werd aangesteld, en Eddy Bruyninckx die in Hasselt terechtkwam.

In januari ’82 volgden nog extra aan-wervingen. In elke provincie werd één medewerker aangesteld als ‘pros-pector’. De taak van de prospector bestond erin het vrijzinnig vereni-gingsleven in kaart te brengen. Dat onderzoek resulteerde in de oprichting van Centra voor Morele Dienstverle-ning. Om de prospector te ondersteu-nen werd vanuit de lokale afdelingen een provinciale adviescommissie geïn-stalleerd, de voorloper van de begelei-dingsgroep van de HuizenvandeMens.

Je gaf administratieve onder-steuning, maar werd uiteindelijk benoemd tot secretaris-gene-raal, nu algemeen directeur.Ik had reeds van in het begin een co-ordinerende administratieve functie. Leo Ponteur noemde mij ‘administra-teur’. In 1997, ter voorbereiding op de wet van 2002, werden volgende func-ties gecreëerd: secretaris-generaal,

DEGEUS mei 2016 > 19

VRAAGSTUK

Page 20: De Geus mei 2016

adjunct secretaris-generaal en pro-vinciaal moreel consulent hoofd van dienst. Naar aanleiding van de nieu-we huisstijl in 2011 werd de benaming van de functies gewijzigd in algemeen directeur, adjunct algemeen directeur en provinciaal directeur.

TERUGBLIK

Zijn er projecten waar je trots op bent? Wat is volgens jou de groot-ste verwezenlijking van UVV? UVV zelf! Van éénmansbedrijf op 1 november 1981 is UVV uitgegroeid tot een organisatie met 170 personeelsle-den, uiteraard met vallen en opstaan. Alle stappen in de uitbouw van het klavertje vier dat Leo Ponteur opge-steld heeft, werden gezet: de morele begeleiding, de vrijzinnige plechtighe-den, de gemeenschapsvorming en de informatieverstrekking worden geleid vanuit de HuizenvandeMens.

Natuurlijk zijn er uitschieters waar ik fier op ben. Ik kon altijd rekenen op de medewerking van mijn collega’s. Ik vond de teamvergaderingen altijd leuke momenten. Daar werden ideeën en initiatieven gelanceerd die op het werkveld werden gerealiseerd onder het motto: we proberen en we zien wel. Wat succesvol blijkt, houden we verder aan. Dat was het geval voor de deelname aan trouwbeurzen en fes-tivals.

De gelijkberechtiging blijft een aandachtspunt. Het zit

hem in zoveel dingen, je moet er constant mee bezig zijn. Politieke partijen zijn

ons niet altijd gunstig gezind

Zonder deftig promotiemateriaal schuimden we alle trouwbeurzen van Oostende tot Maaseik af en merkten dat er veel vrijzinnigen op zoek waren naar informatie. Na evaluatie beslo-ten we ons te concentreren op drie grote trouwbeurzen: Gent, Kortrijk en Antwerpen. Het communicatiebureau van wijlen Wim Schamp ontwik-kelde het concept ‘Altaarnatief’ en dat

bleek een schot in de roos. Sindsdien boomen de trouwplechtigheden. We spelen dus duidelijk in op een vraag die leeft.

Dit gold ook voor muziekfestivals. Gaandeweg gingen we meer en meer het accent op de jongerenwerking leg-gen, waardoor we besloten aanwezig te zijn op verschillende festivals. Na evaluatie bleek Pukkelpop het meest relevant.

Ik ben ook trots op onze publicaties: UVV-info, vandaag Magazine. Hiermee beogen we een ruimer publiek. Het is een blad geworden met een sterke inhoud en leesbaar voor iedereen. Antenne is eerder een vakblad dat aandacht geeft aan specifieke dossiers zoals het project ‘de Sokken van de Olifant’ (rouwbegeleiding op maat voor kinderen en jongeren, nvdr).

De jaarlijkse ontmoetingsdagen in juni met het personeel en in sep-tember aangevuld met de Raad van Bestuur, blijven me ook steeds bij. Het zijn momenten om samen te zijn en elkaar beter te leren kennen.

In mijn loopbaan heb ik drie keer de functie van provinciaal directeur opgenomen, gecumuleerd met mijn job als algemeen directeur. In West-Vlaanderen, Brussel en Limburg nam ik tijdelijk deze functie over ter vervanging van een zwangerschap, of omdat er nog niemand aangesteld was. Een dag per maand trok ik naar de provincie, om te vergaderen met het team, de begeleidingsgroep of de Instelling Morele Dienstverlening (IMD). Ik heb altijd graag geluisterd naar de problemen die in het werkveld leven, om dan samen met collega’s mogelijke oplossingen te bedenken. Dit gaf steeds een goeie interactie, leidde tot veel leuke momenten en gaf mij veel voldoening.

Had je iets liever an-ders zien verlopen?Op het politieke vlak had ik uiteraard de dingen anders – sneller – willen zien verlopen. De gelijkberechtiging blijft een aandachtspunt. Het zit hem in zoveel dingen, je moet er constant mee bezig zijn. Politieke partijen zijn ons niet altijd gunstig gezind. Maar

Ik kon altijd rekenen op de medewerking van mijn collega's. Ik vond de teamvergaderingen altijd leuke momenten. Daar werden ideeën en initiatieven gelanceerd die op het werkveld werden gerealiseerd onder het motto: we proberen en we zien wel. © Gerbrich Reynaert

VRAAGSTUK

20 > mei 2016

Page 21: De Geus mei 2016

om dit nu echt als iets negatiefs te be-kijken? Neen, ik blijf positief ingesteld en heb vertrouwen in de toekomst.

Als je consequent bent met je gedachtegoed, is de

volledige scheiding van kerk en staat het ultieme doel

SAMEN AAN HET ROER

Aan welke voorzitter heb je de beste herinneringen? Aan allemaal. Ik ben aangesteld onder het voorzitterschap van wijlen Walter Matthijs (van 1981 tot 1987). Samen leverden we pionierswerk: we gingen op zoek naar huisvesting, personeel, enzovoorts. Ik heb hem enorm geap-precieerd, al was het maar omwille van zijn manier van aanpak en zijn praktische geest voor organisatie. We hebben altijd fijn samengewerkt en goeie afspraken kunnen maken.

Onder Leo Ponteur (van 1987 tot 1992) werd de eerste fax geïnstalleerd

op de Brand Whitlocklaan 50. Dit oud Belgacomtoestel was toen ons enige communicatiemiddel. Wij faxten teksten door naar Leo thuis, die hij op de trein verbeterde en ons terugbe-zorgde. Hij legde vooral het accent op de inhoud van onze job en werkte het klavertje vier (zie eerder, nvdr) uit. Hij installeerde overlegstructuren (zoals het moreel beraad) en organiseerde de eerste Staten-Generaal.

Luc Devuyst (van 1992 tot 1997) heeft de eerste stappen gezet richting grondwettelijke erkenning, de hoek-steen voor de wet van 2002. Hiervoor pleegde hij veel overleg met het kabi-net van de minister van justitie. Hij voerde verkennende gesprekken voor de aanstelling van moreel consulenten in het leger en in de strafinrichtingen. Ook onder zijn voorzitterschap werd een Staten-Generaal georganiseerd.

Michel Magits (van 1997 tot 2006) werkte tijdens zijn mandaat, dat uit-zonderlijk negen jaar duurde, intensief verder aan de toepassingsmodaliteiten van de grondwettelijke erkenning. Ook Michel organiseerde een Staten-Generaal dat resulteerde in de ‘Ver-klaring van Wemmel’ en de ‘definitie van morele dienstverlening’. Op 21 juni 2002 werd onze financierings-wet gestemd. Het uitbouwplan werd opgesteld, waardoor extra collega’s, vooral types II gemeenschapsvorming, werden aangeworven. Hij heeft ook de IMD’s geïnstalleerd.

Sonja Eggerickx nam het voorzitter-schap waar van 2006 tot 2012. Het uitbouwplan was er, waardoor meer aandacht kon besteed worden aan het personeel en de opening van nieuwe Centra voor Morele Dienstverlening. Zij had veel contact met iedereen van ons. Tijdens deze periode ging opnieuw een Staten-Generaal (2009) door. Daar werd veel aandacht besteed aan de uitbouw van de Morele Dienst-verlening en in het bijzonder aan de interne en externe communicatie. In 2011 vierde de Unie haar veertigste verjaardag. Naar aanleiding daarvan stelde ik aan Sonja voor iets te doen aan onze naam en huisstijl. Hiertoe werd een bureau ingeschakeld uit

Gent, Keppens Design & Communi-cation. Het concept ‘deMens.nu’ en de ‘HuizenvandeMens’ werd door UVV goedgekeurd. De officiële voorstelling van de nieuwe huisstijl vond plaats op de Nieuwjaarsreceptie van 2011. Dit is voor mij de mooiste realisatie van de laatste jaren.

Huidig voorzitter Sylvain Peeters (vanaf 2012) zet zijn schouders onder de verdere uitbouw van deMens.nu. Tijdens zijn beleid wenst hij opnieuw aandacht te besteden aan de inhoud van de Morele Dienstverlening. Er werd beslist om een extern deskun-dige aan te stellen om een strategisch plan uit te werken. Gedurende een jaar hebben 14 themagroepen hier-aan gewerkt. Dit resulteerde in het huidige beleidsplan, dat het accent legt op jongeren en vrijwilligerswerk. In elk HuisvandeMens is een vrijwil-ligersambassadeur aangesteld die instaat voor de werving en ondersteu-ning van de vrijwilligers. Ook dit is een mooi initiatief, maar staat nog in kinderschoenen.

Is er een lidorganisatie van UVV waar je een bijzon-dere band mee hebt? OSB! Ik ben er nooit van weggeweest en ben er erelid.

Het is niet omdat iets wettelijk geregeld is dat het

geen aandacht meer verdient. We moeten blijven strijden voor onze verworvenheden

Ik heb ook een lidkaart van HVV omdat ik secretaris ben van de OVM-afdeling Jette, die ik 30 jaar geleden samen met een aantal Jetse vrijzinni-gen heb opgericht.

Veel lidorganisaties zijn interessant. Ik lees de tijdschriften en nieuwsbrie-ven die binnenkomen op het federaal secretariaat. Ik kruis aan welke activi-teiten ik wil bijwonen, maar na twee à drie avondvergaderingen per week ontbreekt mij de goesting om opnieuw de baan op te gaan. Maar dat veran-dert binnenkort.

Ik kon altijd rekenen op de medewerking van mijn collega's. Ik vond de teamvergaderingen altijd leuke momenten. Daar werden ideeën en initiatieven gelanceerd die op het werkveld werden gerealiseerd onder het motto: we proberen en we zien wel. © Gerbrich Reynaert

VRAAGSTUK

mei 2016 > 21

Page 22: De Geus mei 2016

HET GEVECHT MET DE GROTE K

Tijdens je loopbaan viel twee keer het verdict: kanker. Hoe ging je hiermee om?In augustus 2006 werd borstkanker vastgesteld. Een operatie en alle nood-zakelijke behandelingen zoals chemo en bestraling drongen zich op. Als je zo’n diagnose krijgt, valt het plafond naar beneden. Ik heb heel moeilijke momenten beleefd. Maar ik heb al-tijd kracht gehaald uit het besef dat ik niet alleen ben met deze ziekte. Ik ben veel te rade geweest bij mijn soulmate en collega Kathleen Lasoen, die vroeger in hetzelfde schuitje zat. Ook zij was een vechter, maar zij heeft het gevecht jammer genoeg verloren (geëmotioneerd). Na het verdict ben ik onmiddellijk met mijn partner Bruno op vakantie vertrokken naar Zwit-serland, zoals dat gepland was. Terug thuis werd ik geopereerd en volgden de nabehandelingen. Drie weken na mijn eerste chemo verscheen ik voor het eerst met pruik op de viering van 35 jaar UVV aan de VUB. De meesten merkten niet eens dat ik een pruik droeg. Ik had het ‘geluk’ dat ik de chemobehandelingen redelijk goed verdroeg. Een gevolg van de ingreep is mijn ‘dikke arm’ waarvoor ik alle dagen een steunmouw draag en weke-lijks naar de kine ga voor lymfedrai-nage.

Als je zo’n diagnose krijgt, valt het plafond naar beneden. Ik heb heel

moeilijke momenten beleefd

Maar tijdens mijn behandeling ben ik niet lang thuisgebleven. Het ligt niet in mijn aard om stil te zitten, ik voelde me wel moe maar niet ziek. Mijn living werd omgevormd tot bu-reau voor een periode van vier maand. Anne-France Ketelaer heeft toen mijn taken overgenomen. Bij mij thuis be-reidde ik samen met haar en collega’s Marina Van Belle en Nancy Nechel-put de vergaderingen voor. Maar ik heb alle begrip voor collega’s lotge-noten die een langere herstelperiode nodig hebben. Iedere vrouw reageert

anders op zo’n behandeling, dat heb ik met eigen ogen kunnen zien in het UZ-Jette.

Nooit heb ik het gevoel gehad deel uit te maken van een vrijzinnige kerk. Uiteraard werken we met

materiële middelen om ons te kunnen manifesteren;

andere levensbeschouwingen doen dat ook

December 2013 viel het tweede ver-dict: darmkanker. Opnieuw een zware opdoffer. Gelukkig bleek, na een geslaagde operatie, dat chemo niet nodig was. Na twee maanden herstel thuis, ben ik halftijds terug beginnen werken. Zelf mocht ik nog niet met de auto rijden, daarom werd ik door Bruno heen en teruggebracht.

Vrijzinnigen pleiten voor zelfbe-schikking en hebben reeds heel wat rechten verworven. Maar on-langs nog weigerde een katholiek ziekenhuis een dokter toegang om euthanasie te verlenen en kwam er een oproep vanuit de UA om geen euthanasie toe te passen op patiënten die lijden aan depres-sie. Keren we terug naar af? Soms hebben we dat gevoel als er zo’n bericht opduikt, en is het opnieuw alle hens aan dek. Het is niet omdat iets wettelijk geregeld is dat het geen aandacht meer verdient. We moeten blijven strijden voor onze verworven-heden. Het plafond is, wat ons betreft, zeker niet bereikt. We blijven verder ijveren voor de uitbreiding van de euthanasiewet.

SCHEIDING KERK EN STAAT

Een van de principes waarachter UVV zich schaart, is de scheiding van kerk en staat. Ben je voorstan-der van een volledige scheiding, dus ook de niet-financiering van de vrijzinnige gemeenschap?Uiteraard! Als je consequent bent met je gedachtegoed, is dat het ultieme

doel. Gaan we dat ooit bereiken? Ik vrees van niet. Daarom verzoenen we ons met de financiële middelen vanuit de overheid om onze levensbeschou-wing verder uit te bouwen. Maar we moeten alert blijven voor details die zich blijven manifesteren.

Wat vind je van de kritiek dat met UVV een nieuwe zuil ontstaan is? Ik vind deze kritiek onterecht. Nooit heb ik het gevoel gehad deel uit te ma-ken van een vrijzinnige kerk. Uiter-aard werken we met materiële midde-len om ons te kunnen manifesteren; andere levensbeschouwingen doen dat ook. De grondwettelijke erkenning kwam er pas in ’93, dat is potverdorie eergisteren. Maar binnen UVV hante-ren we het principe van vrije mening en gaan we in discussie. Niemand denkt er voor een ander. Kijk naar de morele begeleiding: nooit gaan wij zeggen tegen een cliënt: doe dit of dat. Wij bieden een luisterend oor.

UVV is geen zuil. Structuren waren nodig om dingen te realiseren. Een kader was nodig om bijvoorbeeld personeel te kunnen aanwerven. Dit werd ons ook opgelegd door de wet van 21 juni 2002. Maar we blijven ijveren voor een volledige scheiding van kerk en staat.

De interlevensbeschouwelijke dialoog wordt steeds meer ge-institutionaliseerd door de overheid. Sta je hierachter?Absoluut. De tijd van tegenover elkaar te staan, is voorbij. Iedereen wordt vandaag geconfronteerd met wat er gebeurt in de maatschappij. Samen-werking en respect is essentieel.

Net zoals bij veel gepensioneerden, zal ik

tijd te kort hebben om te doen wat ik wil doen

VOORUITBLIK

Welke rol kan UVV nog spelen in de toekomst? UVV kampt, net zoals veel andere organisaties, met een gebrek aan jongeren. Ook de raden van bestuur krijgen het

22 > mei 2016 DEGEUS

VRAAGSTUK

Page 23: De Geus mei 2016

steeds moeilijker om hun rangen verder aan te vullen. Ligt het aan UVV, aan de organisaties, aan het vrijzinnige verhaal? Of ligt het aan de tijdsgeest waarbij jongeren zich niet meer binden aan deze of gene zuil? Hoe kunnen we dit oplossen?Grote boosdoener is de tijdsgeest. Er is een gigantisch aanbod aan vrije-tijdsbesteding. De nood om zich te verenigen, is er niet meer. De ouderen blijken nog steeds het meest actief, zij hebben vroeger de strijd geleverd en hebben ervoor gezorgd dat we staan waar we nu staan. Maar de maat-schappij is ondertussen enorm ver-anderd. Het leven van jongeren is nu anders. Ze studeren af, ondergaan een moeilijke zoektocht naar werk, dan naar een huis en starten een gezin. Zelfs als de ouders sterk geëngageerd zijn in het verenigingsleven, zijn de jongeren meestal begaan met de uit-

bouw van hun privéleven. De groep tussen 25 en 40 jaar is moeilijk te bereiken, niet alleen voor ons, maar voor veel verenigingen. Ze komen wel graag naar een debat of een lezing, maar hebben geen zin of tijd om zich te engageren in structuren. Ik denk dan ook dat we ons meer moeten focussen op de groep van 45plussers. Dit is een uitdaging voor deMens.nu., zoals het in het beleidsplan werd opgenomen. De doelstelling is om van deMens.nu een grote vrijwilligersor-ganisatie te maken.

Hoe zie je de nabije toekomst? Wacht nu het zwarte gat of blijft je agenda volgeboekt?Net zoals bij veel gepensioneerden, zal ik tijd te kort hebben om te doen wat ik wil doen. Als vrijwilliger ga ik me engageren in het HuisvandeMens-Brussel, voor het beheer en de uitba-

ting van het gebouw. Ik blijf secretaris van OVM-Jette. Op vraag van Mario Van Essche zal ik de afdeling van HVV-Brussel nieuw leven inblazen, en op vraag van Wim Distelmans ga ik ook TOPAZ in Wemmel (een palliatief dagcentrum waar ernstig zieke patiën-ten terecht kunnen, nvdr) ondersteu-nen, ik woon er trouwens vlakbij.

De nood om zich te verenigen, is er niet meer

Uiteraard zal ik ook genieten. Bruno en ik plannen enkele reizen en heb-ben binnenkort eindelijk tijd om deel te nemen aan activiteiten van de Hui-zenvandeMens en de lidorganisaties. Toch zal het raar aanvoelen. Ik word 65 en heb mijn job altijd heel graag gedaan.

Griet Engelrelst

In 2011 vierde de Unie haar veertigste verjaardag. Naar aanleiding daarvan stelde ik aan Sonja Eggerickx voor iets te doen aan onze naam en huisstijl. Het concept ‘deMens.nu’ en de ‘HuizenvandeMens’ werd door UVV goedgekeurd. Dit is voor mij de mooiste realisatie van de laatste jaren. © Gerbrich Reynaert

DEGEUS mei 2016 > 23

VRAAGSTUK

Page 24: De Geus mei 2016

Hubert Dethier, een zijnsloyale denker?Wie maakt nu niet graag kennis met een aangename, innemende en intelligente persoon? Mag het een man, die ook denkt als een vrouw, zijn? Die altijd open en verbindend denkt? Die het zachte denkt en het denken verzacht? Iemand die welbespraakt is en met een aangepaste ritmiek zinnen uitspreekt die u wegvoeren uit het hier en nu dat wel eens vol zit? Vol van wat? Ja, van wat? Van beslommeringen, angsten, plannen, to do’s, irritaties, mogelijkheden die uiteindelijk onmogelijk blijken te zijn of omgekeerd? Hij brengt u met zijn woorden en via een omweg op andere en nog andere gedachten. Hij doet dat door open te denken en niet gericht op een concrete uitkomst of raadgeving die u absoluut moet opvolgen. Hij heeft het graag over de verschillende aspecten van het zijn en brengt u daarbij dichter bij uzelf. Want hij denkt verbindend. Hij verbindt tegenpolen, of probeert dat althans. Dat kunnen mensen zijn, maar ook de posities waarop mensen intellectueel staan of theorieën, tijdperken, auteurs. Als u die man wenst te leren kennen, dan kan dat. Hij heet Hubert Dethier en was jarenlang professor filosofie aan de Vrije Universiteit Brussel. Een vriend-student van hem, Julien Libbrecht schreef een interessante (auto)biografie over Dethier die verscheen onder de titel: Denken in de spiegel. Filosofie en zingeving voor de 21ste eeuw (ASP, 2015).

Wat voor boek is het eigenlijk? Het boek bevat meerdere hoofdstukken die chronologisch de levensloop van Dethier volgen en die gelardeerd worden met getuigenissen van zijn vrienden, collega’s en voormalige studenten. Die verschillende

hoofdstukken vormen tevens een soort inleiding tot de filosofie van de laatste zeventig jaar. Bovendien vertrekt het van een interessante opvatting over filosofie.

‘Dit boek is niet enkel de biografie van een filosoof en academicus, het heeft

ook de aspiratie om filosofie dichter bij de mensen te brengen en de filosoof in de lezer wakker te maken’ (Libbrecht, p. 22). Boek en persoon, en dat is niet vreemd voor een biografische dialoog, raken daardoor verstrikt in een spiegelrelatie. Je leest niet alleen een boek dat vertelt over de recente geschiedenis van de filosofie, je leert ook de denker kennen die daar een eigen interpretatie van maakt. Het boek is dan ook een relevant tijdsdocument.

RETORISCH TALENT

Het woord ‘document’ is hier op zijn plaats. Het is verwant aan ‘doceren’ en verwijst naar onderwijzen, vertellen, op de hoogte brengen. Dat is precies wat Dethier doet. Hij vertelt zijn visie op de grote wijsgerige stromingen en hun onderlinge samenhang met

Hubert Dethier © Gerbrich Reynaert

24 > mei 2016 DEGEUS

FILOSOOF OVER FILOSOOF

Page 25: De Geus mei 2016

een indrukwekkend vakmanschap. Onderhoudend en verleidend snijdt hij de moeilijkste kwesties aan. Mag ik tussendoor mijn vriend Willem Elias citeren die de inleiding schreef tot het boek Op de gelukzalige eilanden, het sluitstuk van Dethiers magnus opus, namelijk de vijfdelige reeks De beet van de adder? ‘Hubert Dethier is behept met een niet te evenaren retorisch talent waardoor hij de geschiedenis en de problematiek van de filosofie ongemeend boeiend op de planken brengt. Hij is daarenboven een erudiet die speelt met het denken van de voor-Socratici tot de na-postmodernen’ (p.18). Dat retorisch talent is niet zomaar een gave, het is een geoefend en doordacht vakmanschap, een bijzonder wervend doceren. Niet belerend, wel uitnodigend en vooral zelffunderend, maar daar komen we nog op terug. Het boek legt zijn

enorme rijkdom aan ideeën bloot en onderstreept het thematiserende subject dat Dethier in de loop der jaren voor zichzelf construeerde. Het legt ook de zachte aard van zijn denken bloot. Hij gaat immers vaak uit van de alledaagse ervaring zonder te vergeten dat die ingebed zit in cultuur en geschiedenis, waardoor hij de relevantie van de filosofie voor het leven en het sterven niet uit het oog verliest. Anderzijds is hij geen aanhanger van de zogenaamde ‘heldere’ ideeën die helder zijn omdat ze lineair en perfect corresponderen met de dingen. Neen, de dingen staan op zichzelf en worden door de mens taalkundig gecreëerd, benoemd. Daarom is de werkelijkheid retorisch, ze wordt beschreven en verwoord met respect voor de geschiedenis en vanuit verschillende perspectieven die er samen deel van uitmaken. Dat is eerder een zachte manier van denken dan een harde. Het vertrekt vanuit de eigen ervaring van de werkelijkheid. Zo’n vertrekpunt is twijfelachtig als basis, maar zijn de twijfel en vooral de zelftwijfel niet inherent aan de filosofie?

Je leest niet alleen een boek dat vertelt over de recente

geschiedenis van de filosofie, je leert ook de denker

kennen die daar een eigen interpretatie van maakt

Een voorbeeld ter verduidelijking. De vroege maar langdurige fascinatie voor de Marxistische theorie zit verankerd in de familiale roots van Dethier, waarin het communisme aanwezig was, én in de terugkerende negatieve ervaringen van mensen met de kapitalistisch georganiseerde economie. Denk maar aan de bankencrisis van 2008 die heel wat families wereldwijd berooid achterliet. Hij heeft dan ook niet toevallig gedurende jaren een gastcollege ‘Marxistische Filosofie’ aan de universiteit van Amsterdam gegeven. Het ecosocialisme dat hij op deze basis

van het toen nog marginale groene gedachtegoed voorstond, steunt op de duurzaamheid van materie, producten, relaties of levenshoudingen. In combinatie met het fundamentele recht van de burger om zich niet te laten vervreemden van zichzelf en de wereld door productie-, excellentie- of consumptieplichten, kleurt dit ecosocialisme humanistisch. Het toont ook hoe Dethier probeert de verschillende grote stromingen van het denken met elkaar in verband te brengen.

Filosofie veronderstelt protest tegen de mainstream

en een moedige beaming van het bijzondere

GETEMD VERSTAND VERSUS HET WILDE DENKEN

Exemplarisch voor het verbindend of dialectisch denken van Dethier is zijn reconstructie van het werk van de Franse structuralist Claude Lévi-Strauss. Wat vandaag nogal ongenuanceerd verweten wordt aan het rationalisme, dat het een eendimensionaal rekenend en analytisch denken geworden is, werd door Lévi-Strauss in een antropologische tegenstelling tot het wilde denken gebracht. Het getemde verstand en het wilde denken vatten immers de mens en de natuur verschillend op. Wanneer de natuur als het ontembare leven telkens opnieuw ontsnapt aan de koele ratio omdat het intuïtief, emotioneel en soms overmatig is, dan ligt het voor de hand dat het denken dat daaruit voortkomt of bij aansluit wild is. Het kan driftig en roekeloos zijn, materieel of ideëel, zintuiglijk of visionair, bewonderend of confronterend, liefdevol en vriendschappelijk of hatelijk en giftig, het is nooit vlak, ongevoelig of berustend. Het is een verliefd en bevrijdend denken. Daartegenover staat het doel- en resultaatgerichte rationaliseren dat zich uitermate efficiënt bedient van metingen, prognoses, hypothesen en uitkomsten om te normeren. En het

DEGEUS mei 2016 > 25

FILOSOOF OVER FILOSOOF

Page 26: De Geus mei 2016

werkt, dat is zeker, het is toepasbaar en wetenschappelijk utilitaristisch. Het is bovendien licht despotisch geworden omdat het mee aan de basis ligt van het managementsdenken.

Het wilde denken daarentegen beschrijft relaties tussen mensen aan de hand van mythen en verhalen. Het eerbiedigt de lotgevallen van mensen en brengt het eigene en het andere samen in beeld. Het onderscheid tussen beide denkvormen kan geïllustreerd worden met de zeer actuele mediatieve verslaggeving over de internationale vluchtelingenproblematiek. Enerzijds is er de dagelijkse telling van het aantal mensen die aan grenzen staan te wachten op ‘gastvrijheid’. Anderzijds is er het verhaal van die mensen die met heel beperkte en veelal zonder middelen en dakloos een beter leven, een leven zonder oorlog of bedreiging, zoeken. De telling schrikt af, het verhaal vermenselijkt, het ene ver- en ontvreemdt, het andere empathiseert. Er ontstaat zelfs een hele (illegale) economie rond de vluchteling die hem als klant van het product ‘levenskwaliteit’ beschouwt en tegen betaling van zijn laatste centen een beter illusoir leven voorspiegelt.

Zoals Dethier ecologie en economie probeert te overstijgen met het ecosocialisme doet hij dat ook met het wilde en het getemde denken. In navolging van heel wat filosofen past hij daartoe de techniek van de dialectiek toe, wat we hier gemakshalve begrijpen als de kunst van het redeneren. Een kunst die bestaat uit het bij elkaar brengen en overstijgen of neutraliseren van tegenstellingen. Nemen we het wilde en het getemde denken als voorbeeld, dan is het een kunst om ze uit een elkaar vernietigende oppositie te halen. Opnieuw kiest Dethier voor een zachte weg, de omweg. Die vermijdt een directe confrontatie die meestal aanleiding geeft tot een conflictueus treffen. De omweg is een afleiding, niet noodzakelijk een misleiding, hoewel het bedrog of de leugen vaak de dubbelheid van de waarheid toont. Stel dat er naast het getemde en het

wilde denken nog andere vormen van denken bestaan zoals het horizontale en het verticale bijvoorbeeld. Dan moeten we misschien vaststellen dat het hier niet om een uniek onderscheid tussen twee vormen van denken gaat maar om de verscheidenheid van het denken. En om die verscheidenheid te zien, dienen de verschillende vormen onderscheiden maar vooral ook uit elkaar gehouden te worden.

Met de maître-penseur Flam (1912 - 1995) heeft Dethier zijn leven lang een ‘problematische’ relatie onderhouden

Is de metafoor van de archipel dan niet geschikt om deze beweging van het uit-elkaar-plaatsen te beschrijven? De archipel werd door Lyotard bedacht om de markt van (maatschappelijke) instituties, dominante en onderdrukte ideologieën en sociale en bestuurlijke krachten aan te duiden. Toegepast op de bestaansmogelijkheden van het wilde, het getemde, het horizontale en verticale denken gaat het om een beeld dat recht doet aan het idee van een eilandengroep van betekenissen van ‘het denken’. De scheiding (door het water) is niet absoluut. Men kan van het ene naar het andere varen of stappen over bruggen, wat het redeneren over verschillende vormen van denken mogelijk maakt. Lyotard heeft het begrip gebruikt om de noodzaak van het onderscheid of le différend dat ook een ‘geschil’ kan zijn te poneren. Het onderscheid dient dan ook onthaald te worden als resultaat en als aanzet tot het denken op zich. Via de omweg van de grote verscheidenheid van stellingen zijn we erachter gekomen dat filosoferen een kijken veronderstelt dat het zien van zijden, keerzijden en tegenzijden mogelijk maakt. Maar voor Dethier is de filosofie een onderscheidend en verbindend denken dat niettegenstaande de afstand tussen de verschillende standpunten aan het onderscheid een belangrijke zingevende kracht toekent.

EEN MOEDIG TEGEN-DENKEN

Filosofie veronderstelt immers protest tegen de mainstream en een moedige beaming van het bijzondere. ‘Het ‘mainstream’ denken kan nooit een denken zijn, omdat het bestaande patronen van doen en leven klakkeloos overneemt. Denken in de spiegel is altijd een ‘tegen-denken’ en om ‘tegen’ te denken is moed nodig.’ (p. 22) Zonder specificatie, zonder verbijzondering, zonder eigen karakter en originaliteit, zonder kleur- en vormverschillen komen we onvermijdelijk in de mainstream terecht. Dethier poneert daarom het ‘tegen-principe’, dat verschillende verschijnings- en belevingsvormen kan aannemen: de negatie, het protest, de ironie of het tragische bijvoorbeeld. Voor de exploratie van het tegen bekeert hij zich tot de alledaagse ervaring van het leven. Met zijn leermeester Leopold Flam deelt hij de existentiële noodzaak om na te denken over leven, liefde en dood. Wie ontsnapt overigens aan die algemene maar tegelijk bijzonder persoonlijke vraag ‘wat wil ik met mijn leven doen?’

Met de maître-penseur Flam (1912 - 1995) heeft Dethier zijn leven lang een ‘problematische’ relatie onderhouden. Het meest problematische was wellicht de extreme vorm van samen-weten of con-science die hun intersubjectiviteit heeft voortgebracht. Ik gebruik de term ‘probleem’ hier in zijn oorspronkelijke Griekse betekenis als ‘wat naar voren wordt gebracht’. Want de intense samenwerking tussen twee geesten die dialogisch tot hun interpretatie van de geschiedenis van de filosofie wilden komen roept de vraag op wat, welk idee nu van wie is. Wie heeft dat idee of die woorden, begrippen en tekst naar voor geschoven? Meestal is de chronologie vast te stellen, maar heel vaak zijn ideeën maar duidelijk wanneer ze bij herhaling en onder verschillende bewoordingen zijn uitgewerkt. Opnieuw Elias citerend wil ik verwijzen naar wat in de filosofie ‘intertekstualiteit’ (Kristeva) of ‘dialogisme’ (Bachtin) is gaan noemen. ‘In een dergelijke dialoog is Hubert Dethier sinds

26 > mei 2016 DEGEUS

FILOSOOF OVER FILOSOOF

Page 27: De Geus mei 2016

zijn inspirerende ontmoeting met Leopold Flam getreden. Dit boek (Op de gelukzalige eilanden, nvdr) is er de apotheose van. Het is een echo, maar de echo is een ander geluid dan zijn oorzaak, verstoord, vermengd en aangevuld met zijn eigen bronnen en zijn eigen filosofische existentie.’ (Op de gelukzalige eilanden, p. 25) Ook in het boek dat ik hier bespreek hoor je die echo van Flams denken. Een echo die niet alleen de intertekstualiteit in het werk van Dethier verklaart maar ook de intersubjectiviteit van beide denkers, een harde en een zachte, ontbloot. Een gezamenlijkheid waarin de vraag naar de zingeving te vaak wordt herhaald om onopgemerkt te blijven. Een vraag die aan veel andere vragen voorafgaat of nog anders geformuleerd, de zingeving als anticiperende vraagstelling.

De existentiële dynamiek van het zijn is verzet tegen het conformisme. ‘Het is de uitdaging van elke mens om zich te ontdoen van elke vorm van vervreemding ten aanzien van zichzelf. Eens in ons leven worden wij hiermee geconfronteerd: het zich conformeren wreekt zich vroeg of laat, maar staat onverbiddelijk op het levensprogramma van iedereen die in meer of mindere mate bewust wil leven.’ (p. 59) Neem nu de existentiële reactie op de ontmoediging als voorbeeld van wat het non- en anticonformisme kan betekenen. Flam benoemde dit als de negatie van de negatie. Wanneer de ontmoediging, het beroofd worden van het initiatief als een negatie van het zijn en zelfs van het leven kan beschouwd worden, stelt zich de vraag hoe ze op haar beurt kan genegeerd worden.

FILOSOFIE ALS ZIJNSDENKEN

De ontmoediging kan het gevolg zijn van persoonlijke tegenslagen, zoals ziekte, ongevallen of het verlies van geliefden, maar ook van een meer structurele of systematische ervaring. Het mattheuseffect, wat eigenlijk net omgekeerd zou moeten geformuleerd worden, is daar een voorbeeld van. Het is het ‘ef fect dat aan de ge ne die reeds veel heeft (geld,

roem e.d.), nog meer ge ge ven wordt, m.n. de om stan dig heid dat de ge nen die ze het minst no dig heb ben, het meest pro fi te ren van door de over-heid in het le ven ge roe pen voor zie-nin gen.’ (van Dale) Wie ze het meest nodig heeft, krijgt het minst van de maatschappelijke voorzieningen. Deze historische paradox, die heel gekend is binnen welzijn, heeft tot gevolg dat veel mensen maatschappelijk en sociaal uitgesloten worden. Hoe deze vormen van ontmoediging weerstreven? Hoe verzetten we ons tegen het burgerlijke status quo dat de ontmoediging endemisch verspreidt? De filosofie kan als zijnsdenken tegen deze ervaring in opstand komen, het protest maakt immers deel uit van haar fundamenten, omdat reflectie aanmoedigt tot betrokkenheid en engagement.

De existentiële dynamiek van het zijn is verzet

tegen het conformisme

Het hervinden van de levensmoed en -zin is volgens mij ‘het nieuwe’ of ‘transcenderende’ wat Dethier ook als religiositeit benoemt. Wel religieus, ook in lijn met het begrip ‘atheïstische religiositeit’ van Leo Apostel, maar niet godsdienstig. Integendeel, waar bepaalde godsdiensten in sommige perioden van de geschiedenis en op sommige plaatsen op aarde segregatie veroorzaken, begrijpt Dethier religie precies als een verbindend of transcendent gebeuren. Door de verbinding ontstaat er een nieuwe leefwereld aan deze zijde. Het nieuwe kan dus niet buiten het bestaande universum worden gezocht, het moet er zich in bevinden, en steunt op nieuwe connecties. ‘Er is niet ergens een buiten, er bestaat niet ergens een ontsnappingsroute; wat er ook met ons gebeurt na dit aardse leven, wij blijven deel uitmaken van het universum waar één belangrijke wetmatigheid telt: niets gaat verloren.’ (p.98) In de 21ste eeuw zal het denken over het leggen van relaties dan ook centraal staan. De laatste jaren duikt het besef dat vrijheid steunt op het gegeven dat we

als mensen op elkaar aangewezen zijn, steeds vaker op. Een eigen weg uitgaan is alleen mogelijk binnen een cultuur en samenleving van verscheidenheid en openheid die het nieuwe en de vernieuwing van zich ontwikkelende mensen en vormen van samenleven toelaat en toejuicht.

Reflectie moedigt aan tot betrokkenheid

en engagement

Het is mijn overtuiging dat Hubert Dethier, die de geschiedenis van de filosofie van de laatste vijftig tot zeventig jaar bestudeerd heeft, niet voor niets in deze (auto)biografie op het belang van het zijnsdenken voor de filosofie terugkomt. Wanneer het Denken in de spiegel zoals door de auteur J. Libbrecht verwoord, testamentair geschreven is, mag de lezer de conclusie trekken dat de behandelde thema’s aan jonge mensen ter inspiratie worden aangereikt. Van wat? Van een leven dat in het teken kan staan van: ‘Het steeds in vraag stellen, het steeds meer en dieper willen doorgronden van alles waarmee je bezig bent’ (p. 75). Maar ook van protest tegen een kleinburgerlijk conformisme dat steeds opnieuw uitwijkt voor existentiële kwesties die vervelend worden genoemd, saai. Het staat iedereen vrij om met de filosofie en deze belangrijke vrijdenker kennis te maken. Maar ik kan het u volmondig aanraden. Ik kreeg een inkijk in een kleurrijk, soms verliefd en aanstekelijk denken en dat geeft moed.

Jean-Pierre Vanhee Moraalfilosoof & algemeen directeur

Intersectorale Toegangspoort (jeugdhulp)

Julien Libbrecht, Denken in de spiegel. Hubert Dethier: filosofie en zingeving voor de 21ste eeuw. ASP editions, Brussel: 2015, 176 p., ISBN 9789057184468.

DEGEUS mei 2016 > 27

FILOSOOF OVER FILOSOOF

Page 28: De Geus mei 2016

Filosofie van de kosmologieDe lambda-parameter, donkere energie, dark matter ... geen samenvatting van de nieuwe Star Wars hier, maar wel een gebalde verkenningstocht langs de geschiedenis van de kosmologie. Gustaaf C. Cornelis laat ons de belangrijkste stappen zien die tot het hedendaagse standaardmodel van de kosmologie hebben geleid, verklaart de belangrijkste begrippen en wijst ons en passant op het filosofische karakter van deze tak van de wetenschap.

Aan de gerenommeerde universiteiten van Oxford en Cambridge (Engeland), kan je sinds kort ‘filosofie van de kos-mologie’ studeren. Wellicht denk je nu: ‘so what?’ Wetenschapsfilosofen bestuderen nu eenmaal wetenschap-pelijke disciplines en dan is er niets verbazends aan dat je zo’n vak als ‘filosofie van de kosmologie’ in het studiecurriculum van een universiteit tegenkomt. Je vindt het dan misschien wel een beetje vreemd dat er geen ‘filosofie van de scheikunde’ of een ‘fi-losofie van de biologie’ zou voorkomen in de lijst van opleidingen. Overigens, ‘bio-ethiek’ is al erg ingeburgerd en dat is eigenlijk zoiets als ‘filosofie van de biologie’. Maar als we de inhoud van ‘filosofie van de kosmologie’ be-kijken, dan stellen we vast dat het ‘in tandem volgen van natuurkunde en filosofie’ betreft. Wat de organisato-ren van het nieuwe programma wil-len bereiken, is dat de afgestudeerden zowel onderlegd zijn in natuurkunde als in filosofie, willen ze zich kosmolo-gen noemen.

DE FILOSOFISCHE ASPECTEN VAN DE KOSMOLOGIE

De kosmologie is de studie van het universum omtrent de centrale vra-gen ‘Wat is de structuur van het heelal?’ en ‘Wat is de evolutie van het heelal?’ Maar dergelijke vragen

kunnen slechts een antwoord krijgen als tegelijk andere problemen worden aangepakt zoals de plaats van de mens in het geheel en het wezen van tijd en ruimte. Dat zijn vragen die filosofen zich al tweeduizend vijfhonderd jaar stellen. Als je de Timaios leest, dan merk je dat Plato al die problemen reeds zag omstreeks 350 voor het be-gin van de jaartelling en probeerde om ze te beantwoorden. Binnen de wijsbegeerte vinden we dus de kiemen van de hedendaagse wetenschappen terug die zich er in de loop der ge-schiedenis van hebben losgemaakt. De grote kentering komt er in de 17e eeuw wanneer de moderne sterren-

kunde én de moderne natuurkunde zich onttrekken aan de filosofie van Aristoteles (Plato’s volgeling) — de aristotelische manier om de werkelijk-heid te benaderen had dan zowat twee millennia lang het (pre)wetenschap-pelijke denken beheerst. Gedurende de volgende drie eeuwen ontpopte de kosmologie zich tot een ‘gerespecteer-de’, ‘exacte’ ‘wetenschap’ en verdreef ze haar filosofische aspecten naar de achtergrond.

Aristoteles had het heelal ingedeeld in twee zones: het bovenmaanse en het ondermaanse. Vanaf de Maan bewo-gen de vijf (toen zichtbare) planeten samen met de sterren in cirkelvormige banen omheen de centraal in het heelal vertoevende Aarde. In het ge-

De vragen van de kosmologie kunnen slechts een

antwoord krijgen als tegelijk andere problemen worden aangepakt zoals de plaats van de mens in het geheel en het wezen van tijd en

ruimte. Dat zijn vragen die filosofen zich al tweeduizend

vijfhonderd jaar stellen

© Wikipedia

28 > mei 2016 DEGEUS

FILOSOOF OVER FILOSOOFBÈTABLOK

Page 29: De Geus mei 2016

bied onder de Maan bewoog alles line-air: vuur stijgt op en alles wat zwaar is valt recht naar de Aarde. Er waren dus twee ‘natuurkundige theorieën’ nodig. Met de ene stelde Aristoteles dat de hemellichamen van nature een cirkelvormige beweging uitvoeren, met de andere verkondigde hij dat van nature de dingen – die bestaan uit een samenstelling van de vier elementen (aarde, water, lucht of vuur) – zich onmiddellijk naar de natuurlijke plaats van het overeenstemmende element bewegen. Een schep aarde valt naar de Aarde omdat het centrum van de wereld de natuurlijke plaats is van het element aarde (en daarrond de watersfeer, de luchtsfeer en de vuursfeer). Isaac Newton toonde op

het einde van de 17e eeuw aan dat één natuurkunde volstond om de bewe-ging van alle lichamen te verklaren. De universele gravitatiewet gold zowel voor de Maan, de Zon en de planeten als voor een object direct in de buurt van de Aarde. Het onderscheid tussen het bovenmaanse en ondermaanse was dus niet langer nodig. Newton bewees het op wiskundige wijze in zijn majestueuze boek Principia Mathematica Philosophiae Naturalis, oftewel: de wiskundige beginselen van de natuurfilosofie. De titel is een vlag die de lading dekt. Want Newton had drie axioma’s ingevoerd (wetten van Newton) waaruit hij – door gebruik te maken van door hem ontwikkelde wiskundige technieken (de latere dif-ferentiaalmeetkunde) in combinatie met eenvoudige waarnemingen en schattingen – een nieuwe natuurfi-losofie afleidde. Natuurkunde werd toen nog natuurfilosofie genoemd, en dat vanuit arbitraire axioma’s werd vertrokken was evident. Het nieuwe systeem werkte fantastisch – ook al waren er een klein aantal anoma-lieën: fenomenen die erbinnen geen volledige verklaring kregen. Zo kon de Newtoniaanse theorie de beweging van de planeet Mercurius niet vol-komen vatten. Dat kon de algemene relativiteitstheorie uit 1916 van Albert Einstein dan weer wel.

EINSTEINS WORSTELING MET HET DYNAMISCHE KARAKTER VAN HET HEELAL

Wat als Einstein in zijn theorie de to-tale massa van het heelal invulde? Hij kwam tot de voor hem ontstellende vaststelling dat het heelal dynamisch was: ofwel zou het uitdijen ofwel inkrimpen. Vesto Slipher had even voordien waargenomen dat de nevels die zich buiten ons Melkwegstelsel bevonden (omdat ze verder stonden dan alle zichtbare sterren) zich op één uitzondering na allemaal van ons weg bewogen. Einstein wist er niet van of moet van mening geweest zijn dat het op kosmische schaal om een lokaal fenomeen ging, want in 1917 publiceerde hij een artikel met een vergelijking die impliceerde dat het heelal globaal statisch was. Daartoe

had hij een parameter ingevoerd – de kosmologische constante – die hij een zodanige waarde gaf dat uit de verge-lijking een statische oplossing voor het heelal tevoorschijn kwam. In de jaren twintig leidde de Leuvense kos-moloog en priester Georges Lemaître uit zeer precieze waarnemingen van Edwin Hubble af dat hoe groter de afstand tot de nevels was, des te snel-ler ze zich van ons verwijderden. Het was duidelijk dat het universum uit-dijde. Einstein vertelde Lemaître dat zijn berekeningen misschien wel juist waren, maar dat hij van kosmologie erg weinig kaas had gegeten (later schaamde hij zich voor die opmerking en prees hij Lemaître).

Lemaître legde de kiemen voor het oerknalmodel. Een ander Belg, François Englert, kwam met een

oplossing voor een vervelend kwantumfysisch probleem

LEMAÎTRE EN ENGLERT: BELGEN MET EEN ONUITWISBARE INVLOED OP HET HUIDIGE STANDAARDMODEL VAN DE KOSMOLOGIE

Begin jaren dertig concludeerde Lemaître dat de vastgestelde uitdijing in combinatie met de algemene relati-viteitstheorie alleen maar kon beteke-nen dat het heelal vroeger kleiner was geweest en dus heter. Hij suggereerde bovendien dat het heelal was ontstaan uit een kwantumfluctuatie en dat de ruimtetijd (van dit universum) voor-dien niet bestond.

Lemaître legde de kiemen voor het oerknalmodel zoals het later zou wor-den genoemd door de tegenstanders; die lachten het idee van Lemaître weg door het te beschrijven als een ‘eenmalige grote knal’, een ‘big bang’. Lemaître had inderdaad wat ongeluk-kig de metafoor van ‘groot vuurwerk’ gebruikt. Maar hij had tevens aan-gegeven dat de vroegst vrijgekomen straling nog waarneembaar zou zijn, zij het sterk afgekoeld. In de jaren zestig bevestigden waarnemingen het bestaan van de achtergrondstraling

DEGEUS mei 2016 > 29

FILOSOOF OVER FILOSOOFBÈTABLOK

Page 30: De Geus mei 2016

en daarmee de oerknaltheorie, die het meteen tot standaardmodel van de kosmologie maakte.

In dezelfde periode ontwikkelde een ander Belg, François Englert, samen met de Amerikaan Robert Brout aan de Université Libre de Bruxelles, een oplossing voor een vervelend kwan-tumfysisch probleem. Het gangbare model in de deeltjesnatuurkunde voorspelde dat bepaalde deeltjes geen massa zouden hebben, terwijl uit waarnemingen het tegendeel bleek. De theorie was te mooi om te laten

varen. Englert (onafhankelijk van de Engelsman Higgs) bedacht daarom een mechanisme om aan die deeltjes massa te verlenen, maar het mecha-nisme leverde een nieuw type deeltje op (Higgsdeeltje) dat heel erg moeilijk te detecteren zou zijn. In de jaren tachtig ging Alan Guth na wat het mechanisme van Englert en Higgs te betekenen had op kosmische schaal: hij kwam tot de conclusie dat het universum zich kort na het begin en op zeer korte tijd (denk in beide geval-len aan een fractie van een seconde) waarschijnlijk gigantisch vergroot had (van de grootte van een proton naar de omvang van een pompelmoes). Met andere woorden, na de ‘gewone uitzetting’ van het heelal maakte het een ‘inflatoire fase’ door om dan weer de gewone uitzetting verder te zet-ten. Het inflatiemodel kon een aantal moeilijke vraagstukken beantwoorden en dat maakte dat een groot aantal kosmologen er welwillend tegenover stond. Desalniettemin bleef het zeer speculatief en zou het geen deel uitmaken van het standaardmodel. Voornamelijk omdat het Higgsdeeltje, waarvan het bestaan het Englert-Brout-Higgs-mechanisme zou beves-tigen, nog niet was waargenomen. In 2012 toverde de deeltjesversneller van

Genève het deeltje tevoorschijn. Eng-lert en Higgs kregen de Nobelprijs in 2013 – Brout was overleden in 2011. Het inflatiemodel genoot niet mee van de triomf; de mogelijkheid bleef gewoon open.

DARK MATTER

In de jaren negentig kwamen astrono-men (Adam Riess, Brian Schmidt en Saul Perlmutter) tot de conclusie dat het heelal al een tijdje versneld aan het uitdijen was. Na miljarden jaren een gewone, vertragende uitdijing te hebben doorgemaakt – als gevolg van de oerknal – bleek het heelal een fase van exponentiële expansie te hebben ingezet. Natuurlijk rees de vraag waar het universum de energie vandaan haalde om die versnelling in te zetten. Wetenschappers bedachten als ant-woord dat het vacuüm virtuele energie vrijmaakte: de donkere energie. Meer vacuüm betekende meer energie, dus meer expansie, dus meer energie, en-zoverder. De kosmologische parameter lambda (al lang niet meer beschouwd als een constante) kon worden geher-interpreteerd als uitdrukking van die tegendruk veroorzaakt door de (theo-retische) donkere energie.

Het zogenaamde Lambda-Cold Dark Matter Model is vandaag het concor-dantiemodel van de kosmologie. Er is dus sprake van donkere materie: onzichtbare materie die sedert de ja-ren tachtig wordt verondersteld om een aantal fenomenen te verklaren waarvoor het bestaan van zichtbare materie niet volstaat. Het vreemde is nu dat de donkere energie zowat twee derde van de totale massa-energie in het heelal uitmaakt, de donkere materie één vierde en de zichtbare materie (onze zintuiglijke werkelijk-heid) slechts één twaalfde. In die verhouding binnen het ΛCDM-model kunnen we de fenomenen aan het uitspansel duiden.

Om welke fenomenen gaat het dan? Als we ons de moeite getroosten om eens bij een klare hemel onze ogen naar boven te richten dan zien we fonkelende lichtjes, desgevallend de Maan en misschien herkennen we

zelfs enkele planeten. In onze con-treien is er zoveel lichtpollutie dat we de Melkweg (die zich als een band, die ons aan een rivier van melk doet denken, aan de hemel uitspreidt) niet kunnen zien. Is het duidelijk dat dit op kosmische schaal onze directe omgeving is? De theorieën waarvan sprake hebben betrekking op verschijnselen die we slechts met bij-zondere instrumenten kunnen waar-nemen. Astronomen (die de waarne-mingen leveren waarop kosmologen zich baseren) bestuderen stertypes en sterresten die het bevattingsvermogen van de leek ver overstijgen. De Zon staat op 150 miljoen kilometer, heeft een diameter van ongeveer honderd keer de diameter van de aarde. Maar astrofysici veronderstellen het bestaan van sterren van duizend zondiameters en honderdduizenden keren licht-krachtiger. En sterren die nauwelijks zwaarder zijn dan de Zon komen op het einde van hun leven tot een spec-taculaire ontploffing waarbij ze hun materie in het heelal slingeren; de atomen in ons lichaam zijn dergelijke sterresten. We zijn sterrenstof.

NATUURFILOSOFIE

De hedendaagse kosmologen erken-nen eindelijk dat hun vak toch wel meer natuurfilosofie is dan louter empirische natuurkunde. Kosmologie is ‘gerenommeerd’, is ‘exact’ en is een ‘wetenschap’, maar de queeste en de initiële redeneermethoden zijn de-zelfde als die van Thales, Anaximenes en Anaximander. Het verschil tussen de wetenschapsmensen van vandaag en de natuurfilosofen van weleer is veel kleiner dan al het instrumenteel onderzoek uit de twintigste eeuw doet vermoeden. ‘Filosofie van de kosmo-logie’ is een vorm van thuiskomen. Overigens, aan de VUB kan je ‘wijsbe-geerte van het kosmologisch denken’ volgen. Geïnteresseerd?

Gustaaf C. Cornelis wetenschapsfilosoof VUB & UA

Meer informatie: Cornelis, G. (2012) Het geheim van de kosmologie ontrafeld (Brussel, ASP).

De queeste en de initiële redeneermethoden van de

kosmologie zijn dezelfde als die van Thales, Anaximenes

en Anaximander

30 > mei 2016 DEGEUS

FILOSOOF OVER FILOSOOFBÈTABLOK

Page 31: De Geus mei 2016

Tout va très bienWaarover geschreven in deze woelige tijden van lijden en onrust? Over mijn bezoek aan mevrouw B., een oude vriendin die al lange jaren helemaal alleen op een verval-len landgoed woont. Ik heb iets met bouwvallen en ruïnes. Haar kasteeltje straalt nog steeds een zekere grandeur uit, ondanks of dankzij gebroken ruiten, afbladderende verf, lossende pleisters en lekkende dakgoten. Wie in armoede leeft wordt gauw een marginaal genoemd, maar rijke mar-ginalen zijn dan weer excentriek dacht ik, terwijl ik me-vrouw B. gadesloeg.

We trokken ons terug in het oudste salon waar een aan-gename duisternis heerste. Begin april kan het nog kil zijn en B. besloot de open haard aan te steken. Ze stak de lont in een gigantische takkenbos en toen het vuur hoog oplaaide deed ze er vrolijk een schep bovenop door stapels noten in de haard te gooien. Onder het drinken van een paar glazen belegen wijn maakte ik terloops een opmerking over hoe goed de schouw nog trok. En toen viel er door de schoorsteen plots van alles naar beneden en ontstond er een heuse vuurhoos. De schouw trok niet langer, maar tierde en kreunde. ‘Dat heb ik nog niet meegemaakt’ zei B. kalm, en toen het vuur de proporties van een voorbijrazen-de tyfoon aannam, stond ze waardig recht en verklaarde een kijkje te gaan nemen op de zolder. Ondertussen hulde de naar binnen wervelende rook ons in een gezellige mist en probeerde ik de op het parket gevlogen vuurvonkjes zo goed en zo kwaad als dat ging te doven.

Kijk, dat bewonder ik uitermate bij sommige (zeldzame) mensen: stoïcisme. Een eigenschap die mij nu eenmaal ten volle vreemd is. Van Zeno de Stoïcijn weten we dat een wijze niet vecht tegen de gebeurtenissen, maar ze op laconieke wijze ondergaat (en wie weet, zelfs een beetje uitdaagt). Ik dronk alle nog beschikbare wijn op en ver-mande mij: nu niet in paniek de brandweer bellen of de nooduitgang zoeken. Kalm, waardig en stoïcijns wachten op wat komen gaat, zoals vriendin B. Tezelfdertijd schoot dat vervelende liedje van Madame la Marquise door mijn hoofd, je weet wel:

Cela n’est rien, Madame la Marquise,  Cela n’est rien, tout va très bien.  Pourtant il faut, il faut que l’on vous dise,  On déplore un tout petit rien :  Si l’écurie brûla, Madame,  C’est que le château était en flammes.  Mais, à part ça, Madame la Marquise  Tout va très bien, tout va très bien. 

B. kwam na redelijk lange tijd geheel ontspannen terug, overschouwde het strijdtoneel en besloot dat we ontsnapt waren aan een schoorsteenbrand. Ik nam me voor om voortaan ook stoïcijns(er) door het leven te gaan. Ik vroeg de weg naar het toilet, kreeg de gewenste instructies en werd gewaarschuwd voor het feit dat ik zou moeten zoeken naar het licht. ‘Dat doe ik al heel mijn leven’ repliceerde ik in een poging geestig te zijn.

Op de bestemming aangekomen zocht ik een tijdje het licht en toen het aanfloepte stond ik oog in oog met een duister figuur, gezeten op het toilet. Een op het eerste ge-zicht ongure kerel die ik in deze bange tijden onmiddellijk associeerde met een terrorist. Daar gaf hij me prompt ge-lijk in. Hij ontblootte niet alleen zijn glimlachende tanden, maar ook zijn borst waar onmiskenbaar een bomgordel rond zat. ‘Ha, een kruisvaarder!’ sprak hij. ‘Zeg me nu niet dat de Belgen er voor niets tussen zaten. Uw Godfried van Bouillon leidde de Eerste Kruistocht. En het waren echt niet alleen ridders en avonturiers, maar ook boeren en dieven die Jeruzalem binnenvielen. 15 juli 1099, zegt u dat iets, mijnheer? ‘Dieu le veut!’ riepen ze, en ‘Wij zijn de bevrijders!’ en er werd geplunderd, gemoord, verkracht, vernield en bekeerd dat het een lust was!’.

Toen ik buiten liep, riep hij me nog achterna: ‘Zeg niet dat ge het niet weet! In Cicilea heeft Godfried nog gevochten met een beer en hem met de blote hand geveld. En hij onthoofde een kameel met één slag van zijn zwaard. Zijn standbeeld staat nog altijd op de Coudenberg in Brussel!’ brulde hij. En toen trok hij door en vloog heel de boel de lucht in.

‘Ik wou nochtans stoïcijns blijven vanavond’ riep ik in het voorbijgaan naar mevrouw B. terwijl ik strompelend de uitgang voor het dienstpersoneel zocht.

Willem de Zwijger

© www.geocaching.com

DEGEUS mei 2016 > 31

COLUMN

Page 32: De Geus mei 2016

Après nous le délugeDE VERSCHRIKKELIJKE KINDEREN VAN DE NIEUWE TIJD

De verschrikkelijke kinderen van de nieuwe tijd, de titel van het recent-ste boek van de vermaarde Duitse filosoof Peter Sloterdijk (1947), doet denken aan de eeuwenoude klacht over de jeugd van tegenwoordig. Deze verzuchting wordt vaak aan Socrates toegeschreven. Dat de wijsgeer die ter dood veroordeeld werd wegens zijn ‘slechte’ invloed op de jeugd, onder meer omdat hij de goden van Athene niet vereerde, de man ook die in Plato’s Symposium een lans breekt voor romantisch-erotische omgang tussen filosofen en jeugdigen – dat uitgerekend hij die klacht geuit zou hebben, lijkt onwaarschijnlijk.

De vermoedelijke bron van deze mis-vatting is een passage in boek IV van Plato’s De staat, met name een dia-loog tussen Socrates en Adeimantos, een broer van Plato. Burgers, stelt Socrates, hebben een goede opvoeding nodig om verstandige mannen te wor-den (mannen, jawel). Zwijgen wan-neer ouderen praten, opstaan voor ouderen, ouders eren, correcte kle-ding, schoenen en haartooi dragen, de juiste manieren en gedragingen erop nahouden – dat alles moet niet wette-lijk geregeld worden. Volgens Socrates heeft niemand dat ooit geprobeerd en hij twijfelt er niet aan dat dergelijke wettelijke bepalingen nooit lang stand zouden houden.

In De verschrikkelijke kinderen van de nieuwe tijd heeft Sloterdijk het niet over deze generatiekloof maar over een veel ingrijpender historische breuk. Neuzeit in de oorspronkelijke titel verwijst namelijk naar een ge-schiedkundige periode en die had als Nieuwe Tijd (met hoofdletters) of Moderne Tijd vertaald mogen

worden. De ondertitel op het titel-blad, Over het antigenealogische experi-ment van de moderniteit, onderstreept dat. Voor de rest heeft Hans Driessen (1953) dit prachtige maar aartsmoei-lijke boek voortreffelijk vertaald.

In De verschrikkelijke kinderen van de nieuwe tijd heeft Sloterdijk het niet over

deze generatiekloof maar over een veel ingrijpender

historische breuk

ERFZONDEN

Iedereen wordt in de wereld geworpen. Het leven begint in het ongewisse, met het zoeken naar betekenissen en woorden. Mythes, bakerrijmpjes en godsdiensten richten het denken en heffen onbehagen op. ‘Elk verhaal is beter dan geen verhaal,’ vervolgt Sloterdijk, ‘wie van verdere vragen afziet, is voorlopig in veiligheid’. Die geborgenheid is evenwel betrekkelijk, want volgens het christendom, ‘de dwaling die de westerse ‘cultuur’ in belangrijke mate vormde’, zijn we verdrevenen, belast met de seksueel overdraagbare erfzonde. Ook al blijft de hemel bestaan, ‘naast god komen weinig plaatsen open’, engelen sterven immers niet. Zonde, boetedoening en hiernamaals wierpen een schaduw over de ontwikkeling van het Westen, en haar cultuur wordt nog steeds be-neveld door existentiële lichaamsvij-andigheid, seksueel-neurotische be-klemming, culpabilisme en een cultus van ellende.

Ouder en beklijvender dan de reli-

gieuze erfzonde is de culturele: de symbolische africhting – ook wel ‘so-cialisatie’ geheten – die iedere jongere op weg naar volwassenheid onkritisch moet ondergaan. Onwillekeurig ver-worven regels en beperkingen leggen ieders culturele plaats, voelen en den-ken bijna onomkeerbaar vast. Boven-dien worden mensen ‘ingesponnen in een familieroman met een min of meer neurotische inslag’. Voeg daar de biologische en sociaaleconomische overerving aan toe, en de speelruimte voor wilsvrijheid wordt wel bijzonder klein.

Wie bij een cultuur hoort, ‘moet zich vroeg of laat bereid verklaren een door ouderschap te bevestigen bezetenheid door te geven’. Sinds oertijden gelden zij die zich voortplanten als prototype van de normale mens. Ouders zijn in belangrijke mate ‘missionarissen die samen met hun clangenoten de

32 > mei 2016 DEGEUS

BOEKENREVUE

Page 33: De Geus mei 2016

vreemdste volken, namelijk hun eigen kinderen, het bericht brengen van de ware manier waarop ze moeten leven.’ Familie, volk en natie, ‘samenlevings-verbanden die niet zelden op een trauma zijn gebaseerd’, verwonden hun nakomelingen ‘zo duurzaam en zo suggestief, met klingen die in het vlees snijden, met herinneringen aan erfelijke vernederingen en met neu-rotiserende wraakmandaten, dat die nakomelingen niets anders overblijft dan in de sporen van hun identiteit scheppende kwetsuren verder te lo-pen.’

Omarming van de opgedrongen le-vensvorm alias cultuur veronderstelt berusting in verplichte ficties en de dwang van totaal lidmaatschap. Wie zich verzet tegen dressuur en ver-plichting, wie beseft dat er een andere wereld mogelijk is, wordt genadeloos uitgesloten.

Ouder en beklijvender dan de religieuze erfzonde is de culturele: de symbolische

africhting – ook wel ‘socialisatie’ geheten – die iedere jongere op weg naar volwassenheid onkritisch

moet ondergaan

PERMANENTE ZONDVLOED

Culturen zijn schepen op de rivier van de tijd. Hun voortbestaan, ver-bouwing of verval hangt af van het verloop van de filiaties. Tijdens dat kopieerproces kunnen nakomelingen muteren, iets wat vrijwel meteen als ontaarding wordt afgedaan. Kan con-servatisme de zeden niet langer veilig stellen, dan dreigen eigen kinderen ‘verschrikkelijke kinderen’ te worden. Ze komen in opstand, keren het pas-sief paradijs de rug toe, proeven van de boom der kennis, blikken vooruit naar een actief paradijs, dromen luid-op van vrijheid. Het accent verschuift van nabestaan naar bestaan, van transcendentie naar immanentie, van hiernamaals naar hiernumaals. Met springstoffen als ‘dynamiet, utopie, staking, familierecht, genetische ma-nipulatie, drugs en popmuziek’ jagen Sloterdijks verschrikkelijke kinderen het bestaande de lucht in.

Van mensen hier en nu, althans die in de ‘hoger’ ontwikkelde landen, is Après nous le déluge de leefregel ge-worden. Met dat even legendarische als gewetenloze bon mot troostte Ma-dame De Pompadour, raadgeefster en geliefde van Lodewijk XV, de koning na diens nederlaag in een beslis-sende slag van de Zevenjarige oorlog (1757). Toekomst was in de dagen van Madame een vaag en onzeker begrip. Wat gebeurd was primeerde op wat komen kon of moest. Het besef dat van de voorbije geschiedenis nooit geleerd wordt had nog niet postgevat, ‘alle verzamelingen van exemplarische vertellingen ten spijt’.

In het midden van de achttiende eeuw

veranderde de verhouding tussen verleden en toekomst. Men begon te beseffen dat de belangrijkste gebeur-tenissen misschien nog moesten ko-men. Het verleden ketende het heden niet meer, het werd geschiedenis. Aan de horizon doemde onder een bedrieg-lijk onschuldige naam een monster op: ‘het nieuwe’, de permanente zond-vloed door een voortdurende vlucht naar voren. Sloterdijk: ‘Wat bestaat en blijft bestaan, zal ongelijk krijgen; wat voorwaarts gaat en voor vrijhe-den op de trom slaat, heeft alle gelijk aan zijn zijde.’ Leo Trotski predikte ‘permanente revolutie’, neoliberale bedrijfsadviseurs dwepen met ‘perma-nente innovatie’ en ‘het carnaval van de hedendaagse kunst’ wordt gedreven door ‘permanente usurpatie’.

Met oorlogen, revoluties, terreur en koningsmoorden begon de sloop van het Oud-Europese huis, gevolgd door een ‘eeuw van zuiveringen met als karakteristieke mentale operatie het tellen van de doden’. De destabilisatie van alle verhoudingen liet een mon-sterlijke bouwput achter. Sloopbe-drijven en constructeurs vochten om opdrachten.

Met springstoffen als ‘dynamiet, utopie, staking,

familierecht, genetische manipulatie, drugs en

popmuziek’ jagen Sloterdijks verschrikkelijke kinderen het bestaande de lucht in

Vroeg Joseph de Maistre, conservatief tegenstander van de maakbaarheids-gedachte, zich begin negentiende eeuw nog af hoe God de Franse revolutie had kunnen toelaten, een halve eeuw later publiceerde Nikolaj Tsjernyjevski zijn roman Wat te doen? (1863) en eind die eeuw stelde Friedrich Nietzsche in Die fröhliche Wissen-schaft (1882) bij monde van de Dwaze Mens vast dat we niet in een richting bewegen maar aan één stuk doorval-len, alle kanten op, meegesleept door niet te controleren bewegingen.

DEGEUS mei 2016 > 33

BOEKENREVUE

Page 34: De Geus mei 2016

Vooruitgang werd een voortdurende val naar voren op een hellend vlak. De hellingshoek hangt af van de strijd die wordt geleverd. Beleefde mensen noe-men dat ‘politiek’. Macro-economisch begon in 1971 de duikvlucht met Richard Nixons inruilen van de goud-dekking voor een spookachtig systeem van ‘verwachtingen van verwachtin-gen’ en ‘vastkoppeling aan prognoses van het bruto binnenlands product’. Een bastaardeconomie gebaseerd op ‘een ten diepste illegitieme, door de betrokkenen regelmatig ontkende, maar objectief evident medeplichtige samenwerking tussen regeringen, bestuurders van de centrale banken en agentschappen van de geldaristo-cratie, die – waarschijnlijk zonder een masterplan te volgen – geen ander doel nastreven dan de bereikte graad van onhoudbaarheid door de overgang naar een nog hogere graad van de-zelfde narigheid te ‘stabiliseren’.’

De destabilisatie van alle verhoudingen liet een

monsterlijke bouwput achter

Schulden uit het verleden betalen met schulden voor de toekomst. Werd de negentiende eeuw gekenmerkt door reactie en vooruitgang, de eenentwin-tigste eeuw beperkt zich tot prutswerk en reparaties, aldus Sloterdijk.

POURVU QUE CELA DURE

De moderne mens is een kracht die de wereld verandert. We zijn, schreef de Oostenrijkse filosoof Otto Neurath in 1932, als schippers die op volle zee voortdurend het schip der beschaving moeten verbouwen zonder het ooit voor een grondige nabeurt naar een droogdok te kunnen brengen. En die verbouwing wordt volgens Sloterdijk ‘hectischer dan ooit voortgezet door teams van ingenieurs die kennelijk geen onderling overleg hebben gehad’. Of met een modernere metafoor: ‘het vliegtuig, aan boord waarvan de mensheid de toekomst tegemoet reist, is gestart voordat de technici het lan-dingsgestel hebben ingebouwd’. Para-doxale vluchten – in beide betekenis-

sen van het woord – gekenmerkt door het zeldzame gegeven dat de gedachte aan een landing verboden is.

Werd de negentiende eeuw gekenmerkt door reactie en vooruitgang,

de eenentwintigste eeuw beperkt zich tot prutswerk en

reparaties, aldus Sloterdijk

De trektocht naar een verhoopte toe-komst deed de draden van de traditie knappen. Het risico nam toe dat ‘indi-viduen kinderen van hun tijd worden, kinderen van een onbekend type’. Of, om met Nietzsche te spreken, ‘legioensoldaten van het moment’, die zich als emigranten, onderne-mers, politieke rebellen, charlatans, misdadigers, kunstenaars, sporters, woordvoerders van bewegingen en columnisten, kortom als ‘burgerlijke maatschappij’, op zogenaamd nieuwe kansen storten, aanspraak makend op een hoger en beter leven.

Het pregnante kenmerk van de he-dendaagse beschavingsdynamiek, stelde socioloog Gabriel Tarde eind negentiende eeuw al, is de onafwend-bare zege van de mode op de zede. Het gebaar van nabootsing dat cultuur mogelijk maakt verschoof van ‘nor-men stellende doden’ naar levende uitvinders en rolmodellen. Het ‘cultu-rele erfgoed, de op verschillende leef-tijden beproefde nabootsing,’ maakte plaats voor gerichtheid op actuele en onbeproefde patronen. Met als cul-minatiepunt ‘de jeugdculturen van de 20ste eeuw waarbij een publiek van adolescenten even oude sterren beju-belt: men heeft een manier gevonden hoe jonge mensen langs de omweg van het idool zichzelf als voorbeeld mogen kiezen’.

Filiaties werden afgezworen en vrij-heid werd ‘het theoretische en ethische motto’. In een klimaat van desoriëntatie gedijt het pathos van de keuzevrijheid het best. Nu verleden en zeden ontkracht waren, moesten mensen zichzelf ‘uitvinden’, zichzelf

modieus als individu grimeren. Of ze die vrijheid danken aan het afschud-den van een meester, dan wel aan het feit dat ze zonder uitleg op straat gezet werden, is een kwestie van interpre-tatie.

Herkomst werd voor het eerst op grote schaal tussen haakjes gezet in de door immigranten bevolkte Nieuwe We-reld. Het toen en daar vanzelfspreken-de primaat van heden en toekomst, de American way of life waaide na de Tweede Wereldoorlog over naar het verslagen en bevrijde Europa. De jacht op vrijheid en geluk was geopend, zij het veelal in de gietvorm van goud en consumentisme. Tegenwoordig wor-den in de ‘rijke wereld’ zelfs proletari-ers verondersteld meer te consumeren dan te produceren. Uitstel van bevre-diging is onaanvaardbaar afstel; wie spaart verliest.

Het pregnante kenmerk van de hedendaagse

beschavingsdynamiek is de onafwendbare zege

van de mode op de zede

Al wie niet totaal verdoofd is door obligate bedrijfsleugens, consumen-tisme, natuur- en mensonvriendelijke plannen, concludeert Sloterdijk, moet beseffen dat een cultuur en levens-houding die geen rekening houden met de mogelijkheid van zondvloed niet kunnen blijven duren. Hij schreef een ‘verschrikkelijk’ boek: zware en pessimistische kost, maar wat een inzichten, wat een verrijking!

Gie van den Berghe

Peter Sloterdijk - De verschrikkelijke kinderen van de nieuwe tijd. Over het antigenealogische experiment van de moderniteit, Amsterdam, Boom, 2015, 352p. ISBN 9789089534439

Deze tekst verscheen eerder op de Reac-tor, een Vlaams-Nederlands webplatform voor literaire kritiek.

34 > mei 2016 DEGEUS

BOEKENREVUE

Page 35: De Geus mei 2016

Een soort van liefdeALICJA GESCINSKA

Alicja Gescinska (°1981) vluchtte in 1988 met haar familie van het communistische Polen naar België. Aan de Universiteit Gent werd ze doctor in de wijsbegeerte met een proefschrift over morele verantwoordelijkheid in het denken van Max Scheler en de filosoof en (latere) paus Karol Wojtyła. Met haar filosofische boek, De verovering van de vrijheid, won ze de eerste prijs deMens.nu, uitgereikt voor het beste non-fictieboek van de afgelopen twee jaar in de Nederlandse taal (2010-2011). Ze heeft columns en opiniestukken gepubliceerd in België en Nederland. Daarbij viel ze op door haar brede interesse en haar genuanceerde denken. Ze deed onderzoek aan Princeton University en is nu verbonden aan het Amherst College. Met Een soort van liefde schreef ze haar eerste roman.

Door literatuurliefhebbers werd al een tijdje uitgekeken naar Gescinksa’s eerste roman. Voor de promotie ervan werden de grote middelen bovenge-haald. Er kwam een boekvoorstelling in de Gentse schouwburg ‘Minard’, waar de alomtegenwoordige BV Dirk De Wachter – in bijberoep psychia-ter – niets dan lovende woorden had voor Een soort van liefde. Enkele weken was de filosofe niet weg te slaan uit de pers: er werden recensies geschre-ven en de auteur gaf in snel tempo interviews voor kranten, tijdschriften, radio en televisie. Ze is gedreven, die Gescinska. Dat alleen al dwingt res-pect af.

Zelfverwerkelijking lijkt een evidente opgave voor veel mensen, maar welke

zijn de factoren in het leven die dit moeilijk maken?

In Een soort van liefde worden twee verhalen verteld, via afwisselende hoofdstukken, die al vlug met elkaar verweven worden. Elisabeth staat voor de taak om het huis van haar net overleden vader leeg te halen. Sinds de scheiding van haar ouders had Elisabeth een moeilijke relatie met haar vader. Ze lijkt koel te reageren op

BOEKENREVUE

mei 2016 > 35

Page 36: De Geus mei 2016

zijn dood. De man was een professor Duitse cultuurgeschiedenis die door zijn studenten werd verafgood. Hij werd door hen gezien als het huma-nistische ideaal van de renaissancist. Hij was het soort man dat piano speelt om als mens het dichtst bij de kern te komen van wat het is om een mens te zijn, en die bij elke gelegen-heid een citaat van Dante of Schubert klaar heeft.

De auteur filosofeert over liefde, schuldgevoelens

en vrijheid zonder dat het echter zwaar op de hand is

De tweede verhaallijn gaat over Anna, een jonge studente Germanistiek. Na haar studies in Leuven krijgt ze een beurs om een jaar onderzoek te doen aan de University of Massachusetts. De universiteit is gelegen in de zoge-naamde pioniersvallei waar zich naast de universiteit ook nog vier colleges bevinden, waaronder Amherst. In dit Amherst woonde Emily Dickinsons, de dichteres over wie ze van plan is een proefschrift te schrijven. Dat proefschrift komt eigenlijk op de tweede plaats. In Leuven was Anna een brave studente die altijd in de pas liep. Ze wil in de Verenigde Staten vooral genieten van de vele feestjes en wisselende seksuele contacten. Via een onenightstand komt ze in contact met Ray Vernon, de gerenommeerde professor Duitse cultuurgeschiedenis. Ze belandt in het exclusieve clubje de ‘Exiles’, een groepje studenten dat, samen met Vernon, op geregelde tijd-stippen samenkomt om tijdens een goed glas wijn te filosoferen over de meest uiteenlopende onderwerpen.

De professor en zijn studente raken verwikkeld in een relatie, een soort van liefde. Zonder het te weten heeft Elisabeth een rol gespeeld bij de afloop van dit liefdesavontuur.

Het is vanzelfsprekend om Gescinska’s filosofisch boek over de vrijheid te gebruiken als leeswijzer bij haar roman. In De verovering van de vrijheid werd, om het wat simpel sa-men te vatten, een pleidooi gehouden voor de positieve vrijheid: ‘Daar is de positieve vrijheid over bekommerd: de zelfverwerkelijking van de mens. De mens probeert zijn eigen leven in handen te nemen en wordt steeds vrijer naarmate hij beter in staat is om zichzelf te ontplooien en daarin zijn geluk te vinden.’ In Een soort van liefde lijkt Anna dit te verbinden met de filosofie van Vladimir Jankélévitch (Gescinska toont zich hier een leerlin-ge van Ronald Commers): ‘Je leeft je leven of je weigert te leven, er is geen tussenweg. Je kan niet half geleefd hebben. Wie halfslachtig leeft, leeft niet.’ We kunnen ons dan ook bij elk personage afvragen of hij of zij iets van zijn leven heeft gemaakt. Zelfver-werkelijking lijkt een evidente opgave voor veel mensen, maar welke zijn de factoren in het leven die dit moeilijk maken? Evident is het niet om vol-ledig te leven. Wat bijvoorbeeld met stom toeval? Wil Gescinska met haar roman aantonen dat het leven en de liefde te complex zijn om volledig maakbaar te zijn? Waar begint en ein-digt de vrijheid van iemand die naar Amerika gaat om er op los te neuken? Waar begint en eindigt de vrijheid van een professor die een jonge studente neemt? Welke prijs wordt betaald voor die zogenaamde vrijheid? Welke ver-antwoordelijkheden gaat iemand aan

en waarom? Wat is waarheid en moet zij altijd worden verteld? Wat is de rol van het gevoel en van het verstand? In welke wisselwerking bestaan zij? Hoe beperken zij de zelfgekozen zelfverwer-kelijking? En kan er wel zelfstandig worden gekozen? Is liefde iets wat ons tot mens maakt en is daarom ook het toeval niet meebepalend?

Wil Gescinska met haar roman aantonen dat

het leven en de liefde te complex zijn om volledig

maakbaar te zijn?

Gescinska heeft een roman geschre-ven met meerdere filosofische lagen. Daarbij overvalt ze de lezer gelukkig niet met al te veel filosofische ter-minologie of theorievorming. Spo-radisch, en naar het einde toe wat meer, filosofeert de auteur over liefde, schuldgevoelens en vrijheid zonder dat het echter zwaar op de hand is. Daar-bij probeert ze ook het tegenwoordig populaire proza van de korte zinnetjes te vermijden. De titel en de vormge-ving van het boek doen denken aan chicklit, maar beide zijn wellicht een commerciële zet van de uitgeverij. Gescinska valt hier en daar door de mand door een clichématige vergelij-king te gebruiken of een manke zin te produceren. ‘Ik probeerde iemands ademhaling te ontwaren, maar de stilte hield haar lippen stijf op elkaar om zichzelf niet te breken’, is een zin die beter niet was geschreven. Ook de voorspelbaarheid van de verhaallijn is een vervelend minpunt. Enkel op het einde van de roman volgt er een onverwachte plotwending. Maar Een soort van liefde is wel een roman die niet lijkt te zijn geschreven door een debutante en gerust kan concurreren met romans van menig Nederlandsta-lige auteur met meer ervaring.

Kris Velter

Alicja Gescinska, Een soort van liefde. De Bezige Bij: 2016, 240 p., ISBN 9789023496588.

36 > mei 2016 DEGEUS

BOEKENREVUE

© YouTube

Page 37: De Geus mei 2016

Wrakhout en bordeelJAN VANRIET SCHOUWT EEN MUMMIE

Tijdens een interview (met Jooris van Hulle in het Cultureel Centrum van Knokke-Heist op 7 februari 2016) hoorde ik Jan Vanriet (°1948), dichter en beeldend kunstenaar, verklaren: ‘Al mijn werk is autobiografisch, ik heb geen fantasie.’

Wij mogen dus probleemloos aanne-men dat hij een van de vele miljoenen is die het Moskouse mausoleum van Vladimir Iljitsj Oeljanov, alias Lenin, hebben bezocht.

Ik heb dat ook gedaan, op een rode namiddag, nog in de tijd van de rode tsaren. De pelgrims stonden in rijen aan te schuiven. Zwijgend en gedis-ciplineerd, want de geberenmutste militairen eisten eerbied en Siberische stilte. Als je je voet even buiten de rij zette, werd die prompt weer inge-schopt.

Jan Vanriet, wijzer, bezocht het Mekka van de marxisten aller landen in de morgen. Toen het imposante plein er verlaten bij lag. En leeg. Toch was er krakeel – over de aard en oorsprong waarvan wij in het ongewisse blijven. In de sneeuw op het Rode Plein: wei-nig ervaringen maken je stiller, elk geluid voelt aan als krakeel. Hij zag aan de ochtendlijke hemel een strook van kleur die bij mijn weten nooit eerder aan de hemel is waargenomen, of althans nog nooit zo benoemd.

Ook binnen het gebouw is stilte gebo-den, de dichter zegt het met een sober en bijzonder beeld:

In het mausoleum

zwijgen onze voetstappen

van graniet

Zelf heb ik destijds niet zo direct aan een rosse buurt gedacht, maar won-derlijk is de associatie niet: een lig-gend lichaam achter glas, in de halve duisternis, onduidelijk maar sugges-tief belicht …

Zo letterlijk hoeven wij het beeld overigens niet te nemen: de beteke-nis ligt op het ethische en politieke vlak. Vanriet hekelt sober en efficiënt de personencultus, zo kenmerkend voor totalitaire regimes (waartoe ook sommige religies moeten gerekend

worden).

De revolutionair werd een cultfiguur. Een lichaam, zijn lijk, werd te kijk gezet en gebruikt voor politieke pro-paganda. Het ligt daar, als een levens-grote relikwie. Misschien wel nep, zoals alle relikwieën. Het verhaal gaat dat Lenins lichaam slecht gebalsemd werd, met ontbinding tot gevolg. En vervangen door een mannequin. Hoe dan ook: wrakhout van de geschiede-nis.

Het gedicht Rode Plein komt uit Moe-derland (Amsterdam: Hollands Diep, 2016), een qua formaat, omvang en vormgeving uitzonderlijke bundel. Het corpus van zo’n honderd pagina’s gedichten wordt voorafgegaan en ge-volgd door telkens acht full-page re-producties van aquarellen die Vanriet schilderde op basis van foto’s; foto’s van nazislachtoffers, te zien in het

museum Kazerne Dossin te Mechelen.

De tekst wordt niet ingedeeld in cycli maar herhaaldelijk onderbroken door aquarellen die tegenover elkaar lig-gende pagina’s beslaan. Het zijn geen ‘illustraties’, zij vormen een merk-waardig geheel met de tekst.

Vanriet was destijds een bentgenoot van de nieuwrealisten die zich in en rond de tijdschriften Yang en Kreatief verenigden. In antwoord op een enquête omtrent de neorealistische poëzie, formuleerde hij zijn ‘poëtisch credo’: ‘Poëzie is iets grilligs. Het duikt plotseling op en is meteen weer weg. Het is gewoon een facet van het leven van iedere dag. Je mag er geen mythe in zien, en ook geen dogma-tisch karakter aan verlenen. Poëzie is pure lukse’ (Kreatief, nr. 43, 1970).

Nog altijd zijn hermetisme en manië-risme vreemd aan zijn poëzie die een neerslag is van ervaringen, gericht op de werkelijkheid en soms op heel nuchtere, elementaire wijze een ac-tualiteit registreert, impliciet kritiek. Urban Design is daarvan een welspre-kend voorbeeld:

Eerst was er het bostoen ontstond het projectwerd het plan ontworpenen ingekleurddaarna werd er gestemdwas er de zonenu is het bos zonevreemd

Aan vormexperimenten waagt deze dichter zich niet. Vanriet schrijft vrije verzen, ongebonden in alle betekenis-sen van het woord. In haar directe, schromeloze eenvoud, gesteund door een adequate ritmiek, ligt de (aan-trekkings)kracht van deze poëzie.

Renaat Ramon

RODE PLEINIn het krakeel van de ochtendsneeuwt het zachte vlokkenen het plein is leegde stadsrivier kraaktde hemel heeft een zoom van kaneelIn het mausoleumzwijgen onze voetstappenvan granietEen bontmuts knikt de wegnaar het roze schijnsel –het bordeel van een ideologieHardnekkig ligt hij achter glasals aangespoeld wrakhout

DEGEUS mei 2016 > 37

POËSTILLE

Page 38: De Geus mei 2016

Een collage van drieWillem Elias bespreekt drie Vlaamse kunstenaars: Mark Cloet, Pjeroo Roobjee en Sleppe zijn stuk voor stuk tot de verbeelding sprekende artiesten, die volop onze aandacht verdienen. Hun werk kunt u bekijken in respectievelijk het beeldenbos en de galerij van William Wauters, het Maison de la Culture van Doornik en Jan Colle Galerij.

Mark Cloet speelt voor grote duimMen zegt wel eens dat men een kei het vel niet kan afstropen. Mooie wijsheid. Maar voor de steenachtige vormen van Mark Cloet geldt dit niet: integendeel, hij geeft ze een huid, een gevoeligheid, een karakter. Geen ‘ziel’, dat is innerlijkheid, verheerlijking van de kern als illusie van wat er zo al essentieel zou zijn aan het één of ander ding. Buitenkanten zeggen soms meer dan niet te vatten diepten. Claude Lévi-Strauss

noemde het impressionisme ooit een ‘epidermische revolutie’. Kan wel zijn, maar het zette wel het platonische academisme op zijn kop. Kunstenaars zijn specialisten van de oppervlakten, niet van de oppervlakkigheid. De geknede stenen van Mark Cloet dragen betekenisvolle sporen, ze tonen de werelden die hij oproept.

Als ik Jimmy Koppen mag geloven in zijn magnum opus, Vrijmetselarij

voor Dummies, zou dit achtbaar genootschap de kubieke steen zien als symbool voor de vervolmaakbaarheid van de mens. Raar, de mens als ideale kubus. Allicht is Plato in de buurt. Die heeft wat met ideeën aangericht. Van kunst hield hij niet omdat het een afbeelding van een afbeelding is. In de negentiende eeuw braken kunstenaars met dit gedachtegoed. Kunst is geen afbeelding en de realiteit evenmin. Kunstenaars drukken haar uit of construeren haar. Soms maken ze de idee zelf.

Voor Mark Cloet zijn de stenen de oriëntatiepunten

in zijn leven. Hij bakent er zijn existentie mee af. Zijn steenachtigen zijn

levensmijlpalen, bakens in de cakewalk van het bestaan

Dat is ook wat Mark Cloet doet. Hij kapt niet aan de ruwe steen om er een gladde kubiek van te maken. Anti-platonisch zoals veel hedendaagse kunstenaars zijn, doet hij het omgekeerde: van de perfectheid van de kubus maakt hij een vorm die spreekt en het leven zelf uitstraalt. De mens draagt de sporen van het werken aan zichzelf. Dat maakt precies de huid waarover ik het had. Voor Mark Cloet zijn de stenen de oriëntatiepunten in zijn leven. Ja, zoals de keitjes van Klein Duimpje,

Mark Cloet, ‘Op grensgebied Gent en rechtbank Gent’ © Ingrid de Mecheleer

CULTUUR

DEGEUS

Page 39: De Geus mei 2016

maar dan niet enkel om de terugweg te vinden. Cloet bakent er zijn existentie mee af. Zijn steenachtigen zijn levensmijlpalen, bakens in de cakewalk van het bestaan.

EXISTENTIËLE ERVARINGSRUIMTE

Een steen spreekt tot de verbeelding. Als gebakken klei vormt hij de basis van de bouwcultuur. Als kei heeft hij een lange reis afgelegd, gebeeldhouwd door de natuur. In die zin symboliseert hij de overgang tussen cultuur en natuur, tussen construeren en constructie zijn. Het werk van Mark Cloet heeft te maken met de ervaring van ruimtelijkheid. Geef me wat stenen in de hand, vraag me ze te plaatsen en het wordt een hoopje brikkeljon. Wijs die opdracht aan Mark Cloet toe en hij tovert een plaats om tot existentiële ervaringsruimte met zelfs metafysische trekjes: wat is de oorsprong van het bestaan? Wat is de zin van de levensweg? Zijn stenen geven geen aanstoot waarvoor Petrus – overigens met zijn naam ongetwijfeld een specialist ter zake – in de bijbel waarschuwt:

maak van een verkeerd gelegde steen geen hoeksteen waarover men struikelt. Petrus had beter gezwegen over slecht bouwwerk want hij was ook een meester-verloochenaar op de chronometrie van de haan. Integendeel, de stenen van Mark Cloet scheppen vertrouwen. Doorheen een tentoonstelling van Mark Cloet stap je niet met SS-achtig laarzengeklak. Je loopt op je tenen en schuifelt luisterend naar wat de stenen fluisteren.

Doorheen een tentoonstelling van Mark

Cloet stap je niet met SS-achtig laarzengeklak. Je loopt op je tenen en

schuifelt luisterend naar wat de stenen fluisteren

Komt nog bij dat zijn objecten niet van steen zijn, maar een waaier van betekenis-producerende materie-wisselingen in zich

dragen. Het materiaal maakt naast de vormloosheid van de vorm hun inhoud uit. Wat Umberto Eco toeschreef aan de informele schilderkunst, Pollock en co, geldt ook voor Mark Cloet: het zijn open sculpturen. Wie een lentewandeling met een kunstbezoek wil combineren moet bij William Wauters ook eens naar de zijmuur van zijn galerij gaan kijken. Daar hangen drie prachtige platen, zeg maar drie bronzen tafelen, die de ongeschreven teksten symboliseren. Op het einde is er het woord. Dat werk geeft te kennen hoe een goed boek moet zijn, namelijk open en gesloten tegelijk. Het is een hommage aan de tekstvaardigheid van de mens. Het geloof in de letter dat letterlijk een ongeloof moet zijn wil de tekst geloofwaardig blijven.

Behalve de installaties die in Europa ongezien zijn omdat ze in de Far West van Texas gecreëerd werden en zich nu in het nabije oosten (Oost-Eeklo) bevinden, zijn er ook de tekeningen waarin Mark Cloet zich uitleeft als in een dagboek, kompas en reisverslag tegelijk.

De rebelse artistieke wildeman, Sleppe, maar sobere jongelingen te vriend

De drie eerste de besten samen nemen om een tentoonstelling te maken, behoort niet tot de regels van de job die men ‘curator’ noemt. Even reflecteren over dit eigenaardige jonge duo, Marjolein Labeeû en Niels Ketelers, samen met de niet-streken-verlerende vos, Sleppe, komt dus neer op het zoeken naar een gemeenschappelijkheid. In de controversiële Jan Colle Galerij kan de reden niet zijn dat ze alle drie goed verkopen. Jan is nog van de zeldzame soort die van een filosofie vertrekt als grond voor zijn selectie. Hij is een karakter-galerist, voor een stuk zelf kunstenaar. De basis zou uiteraard ook een verschil kunnen zijn. Hopelijk. Maar dan nog moet dat

Sleppe, ‘Ikea’ Olie op doek, 2011 – 2012, 110 cm x 160 cm © Jan Colle

CULTUUR

mei 2016 > 39

Page 40: De Geus mei 2016

verschil vergelijkbaar zijn wil het enige significantie vertonen. Appelen naast peren etaleren, deugt enkel op een fruitkraam.

DE GEKKE WERELD VAN SLEPPE

Sleppe (°1953) was van bij zijn eerste tentoonstelling (1977) een revelatie. Hij en zijn vrouw Della waren vernieuwers van het medium ‘keramiek’. Potten bakken was hun ding niet, ze braken ze liever. In tegenstelling tot hun leermeesteres, Carmen Dionyse (1921-2013), een internationale naam in de keramiekwereld, maakten zij geen mystieke heidens-religieus aandoende statuetten, waarbij het gebakken-zijn de kleur bepaalt met hoogstens wat groen of purper in het glazuur. Sleppe en Della evoceerden daarentegen een frivole wereld vol gekke toestanden in een wild coloriet. Wie goed kijkt ziet daarenboven een scherp maatschappij-kritische inslag, nagalm van mei ’68. In de schilderkunst zit men op dat ogenblik in volle ‘nieuwe figuratie’, zeg maar de Vlaamse versie van de Pop Art. Een vorm van schilderkunst die Sleppe dan ook zelf beoefende.

Sinds een paar jaar heeft Sleppe zijn

keramiekinstallatie van de hand gedaan. Schilderen blijft hij. De gek houden

met de wereld ook

Sinds een paar jaar heeft Sleppe zijn keramiekinstallatie van de hand gedaan. Gezond zijn ovendampen niet. Schilderen blijft hij. De gek houden met de wereld ook. Zo maakte hij een reeks Ikea-schilderijen. En inderdaad waarom niet? Deze meubelgigant zou beter de zwakke kwaliteit van zijn producten niet bevestigen door clichématige kitsch tableautjes aan te bieden die eerder ontsieren dan verfraaien. En een politieke ondertoon opwekken, kan Sleppe niet laten en evenmin deren. Een reeks keukenkastachtige werkjes houdt een knipoog in naar de politiek

doorgestoken kaarten van vandaag. Maar het is niet hier dat we een band gaan vinden met zijn twee jonge vrienden. Onze generatie is het lachen aan het verleren, zonder het te kunnen verloochenen weliswaar. De wijsheid zit nu bij de jeugd.

Hier een geslachtelijke interpretatie aan te

geven durf ik niet meer. Maar op fluisteren is nog

steeds weinig controle mogelijk. Dus.

Er is een andere connectie. In zijn nog steeds flamboyante coloriet (dit is het grote verschil met Marjolein en Niels) zitten een aantal schilderkundige regels die wel aansluiten bij de esthetische principes van de twee anderen. In zijn huidige schilderijen zit een onzorgvuldig (weer een verschil) afgewogen spel van polariteiten. De gulden snede wordt er al eens verborgen in toegepast. Maar in een dergelijke ordening vindt God zijn katten niet terug. Volgens de oude dialectiek worden tegendelen tegenover delen geplaatst, echter steeds slechts gedeeltelijk, zodat de evenwichtsoefening haar geloofwaardigheid bewaart, zeg maar haar menselijkheid.

NIELS KETELERS EN MARJOLEIN LABEEÛ

Niels Ketelers (°1985) en Marjolein Labeeû (°1982) zijn niet, zoals Sleppe, in Sint-Lucas Gent aan de deur gezet. Zij vonden er hun artistieke weg en elkaar. Deze grote geestesverwantschap tussen beiden resulteert toch in een groot verschil in het werk. Hier een geslachtelijke interpretatie aan te geven durf ik niet meer. Maar op fluisteren is nog steeds weinig controle mogelijk. Dus.

Niels verkiest dat ik weinig woorden gebruik over zijn werk, maar hij vergeet hoe moeilijk kort schrijven is. Nochtans slaagt hij er zelf in om dat minimalisme in zijn artistieke arbeid te realiseren en dat kan niet

gemakkelijk zijn. Maar dat is snel vergeten als men het kan en hij kan het. Parmenides en Heraclitus brengt hij tot onrustige stilstand: worden en zijn, in één beeld gebracht. Daarvoor zoekt hij de losse grond. Zwart verlaat het wit niet en het witte wordt niet zwart. Grijze schaduwen zijn niet voor op atelier. Orde is verborgen chaos en chaos heeft haar eigen ritme. Het tweedimensionale verlangt naar een uitbreiding naar een derde (sculptuur, installatie), maar wil ook zichzelf blijven. Daarom houdt schilderkunst van de materie van haar eigen huid, die haar karakter toont, haar identiteit.

Elke generatie heeft zo haar vorm van protest

Ook Marjolein bevraagt de identiteit. Ze ziet deze niet als een ‘telos’, als iets waar naar toe gewerkt wordt, maar als een oorsprong en wat daar ooit uit voortgekomen is. Voorwaarde overigens opdat er toekomst zou zijn. De herinnering houdt haar bezig. Ook hier speelt de huid een

CULTUUR

40 > mei 2016

Pjeroo Roobjee, ‘De Neerval van de amechtige engel Messire Roobjee d’Ellezellles’, april-mei 1999, olie op doek, 180 x 195 cm. De tentoonstelling ‘Een kleine rétrospectieve, une petite retrospectief’ is nog te bezichtigen tot 30 juni 2016 in het Maison de la culture, Doornik. © William Wauters.

Page 41: De Geus mei 2016

rol, maar ze is leder geworden. Dit materiaal houdt het geheugen vast en laat ook toe dat men erin krast. Om die abstracte werken beter te begrijpen, neemt men best een ouder werk in ogenschouw. Een duidelijk oertypische oude oma, verf op doek, met wazige blik, metafoor voor zowel de herinnering aan het verleden als voor de vraag naar de eigenheid van onze voorsprong, wordt deels met kruissteken overnaaid. Haar identiteit

wordt aldus ingewikkeld, complex verpakt.

Marjolein en Niels hebben ook samen een video gemaakt: Sound of See. Een zeelandschap, samengesteld uit een verwikkeling van vijf locaties, laat een rustgevend klotsend op en neer geluid horen. Ontspannend bij het eten van zelf te pellen garnalen met een Rodenbach. De klank is echter opgenomen aan de oprit van

een autosnelweg. Behalve dat het een mooi voorbeeld is van een van de strategieën van de conceptuele kunst, namelijk ons bewust te maken van de mogelijke misleiding van de zintuigen, bevat het ook een ecologische boodschap. Dan toch een verwantschap met de maatschappij-kritische dimensie van Sleppe? Elke generatie heeft zo haar vorm van protest.

Pjeroo Roobjee wordt gevierd, niets te vroeg!Pjeroo Roobjee (°1945) is een rasechte vertegenwoordiger van de ‘narratieve schilderkunst’. Hij mag tot de eerste lichting gerekend worden van de vernieuwing in de Gentse Academie onder invloed van Jan Burssens en Pierre Vlerick. Als jonge held was hij reeds als twintiger een symbool voor de vrijheid van die tijd.

Hij is een groot verteller, maar zijn verhaal is niet echt dit van een vrolijke Hans. Het is wrang en sarcastisch. Dit ‘sarcasme’ mag men niet verkeerd verstaan. Het betreft niet zijn negatieve kijk op de wereld, maar wel de visie van een lieve bezorgde man op de negativiteit van het verloop op de aardkloot en zijn bewoners. Dit verschil is een beetje te vergelijken met de twee lopende interpretaties van het werk van de Sade. Of hij is een viespeuk met een abnormale fantasie, of hij is een ziener die oog heeft voor de penibele machtsverhoudingen in de maatschappij. Niet Sade is sadistisch, maar de mens is het. Hetzelfde geldt voor Roobjee. Hij ‘is’ geen sarcast, maar hij schildert de sarcastische realiteit van onze tussenmenselijke verhoudingen. Hij gebruikt hiervoor het medium van de bittere lach, homerisch en sardonisch tegelijk, grimmend en allerminst glimmend. Hij gebruikt hiervoor alle betreffende stijlfiguren die de literatuur ons overgeleverd heeft: de parodie, de travestie, de pastiche en de persiflage. Roobjee past deze technieken van de taal toe op het beeld. Dit is een belangrijk aspect van zijn ‘narratief’ schilderen. Daarenboven is hij ook een meester van het woord. Hij schrijft romans en theaterstukken in een woordbrekend taalgebruik. Dat doet hij ook in zijn schilderijen.

Zijn beelden zijn iconoclastisch en blasfemisch tegelijk, ze breken met de geijkte voorstellingswijze en ze tarten de gevestigde waarden. Qua compositie vertrekt hij van al dan niet gekende schilderijen waarop hij zijn ontluistering toepast. De voorwerpen van zijn spot zijn de menselijke tekortkomingen, zoals de burgerlijke bekrompenheid, de hypocrisie, alle vormen van geweld, racisme, fascisme en … we kennen onszelf. Zoniet zal Pjeroo Roobjee het ons leren. Hij sluit uiteraard goed aan bij het geweten-schoppend anarchisme van Louis Paul Boon.

De voorwerpen van zijn spot zijn de menselijke

tekortkomingen, zoals de burgerlijke bekrompenheid,

de hypocrisie, alle vormen van geweld,

racisme, fascisme en … we kennen onszelf

Roobjee heeft verder ook een voorliefde voor zowel de creatieve als de verdorde kant van de volkse gemeenplaats en de eraan verbonden wereld van de kitsch. Waarheden zijn nu eenmaal clichés die rijmend klinken.

Willem Elias

CULTUUR

mei 2016 > 41

Pjeroo Roobjee, ‘De Neerval van de amechtige engel Messire Roobjee d’Ellezellles’, april-mei 1999, olie op doek, 180 x 195 cm. De tentoonstelling ‘Een kleine rétrospectieve, une petite retrospectief’ is nog te bezichtigen tot 30 juni 2016 in het Maison de la culture, Doornik. © William Wauters.

Page 42: De Geus mei 2016

L’Apollonide: een ongenadige binnenfilmZo bekeken lijkt het een wat pikante plattelandsidylle. Een déjeuner sur l’herbe, waarbij de vrouwen in bekoor-lijkheid wedijveren met de groene omgeving. Het gezelschap gekscheert, klimt in bomen en lacht uitbundig. Zoals schoolmeisjes delen ze plaagsto-ten uit door elkaars kleren te stelen. Er wordt naakt gezwommen in een meer. Het gevoel van vrijheid lijkt absoluut.

In werkelijkheid gaat het om gevan-genen die gelucht worden, prostituees uit een Parijs’ luxebordeel die, als belles de nuit, het zonlicht zelden zien. Geen beeld is minder representatief voor Bertrand Bonello’s L’Apollonide - Souvenirs de la maison close (2011). Het zeldzame buitentafereel accentueert in hoge mate een ongenadige binnen-film. Aan de hand van somptueuze ensceneringen en een hypnotiserende soundscape schildert Bonello een claustrofobisch universum dat buiten de tijd lijkt te staan. De dames in het

maison close bevredigen vreemde voor-keuren: seks in een bad champagne, onbeweeglijk als een pop genomen worden of poseren als een geisha die doet alsof ze Japans spreekt. Een traag bewegende camera evoceert de repe-titieve gang van zaken en het daarbij horende ennui. Het spel van verlei-ding in de salons, badkamerrituelen en intieme hygiëne komen gedetail-leerd in beeld.

De prostituees zijn op elkaar aange-wezen om hun problemen te trotse-ren: zwangerschap, syfilis, verdovende middelen, vernederende medische onderzoeken en gewelddadige klan-ten. De wat kinderachtige spelletjes van gefortuneerde hoerenlopers uit de aristocratie en hoge burgerij lopen al eens uit de hand. Tijdens een bon-dagesessie wordt Madeleines mond met een mes verminkt door een vaste klant. Door het vreselijke litteken transformeert zij in la femme qui rit, een freak die voyeurs aantrekt. Om zo

lang mogelijk geestelijk gezond te blij-ven zoeken de jonge sekswerkers steun bij elkaar als lotgenoten en smeden ze affectieve banden.

In wezen is L’Apollonide een gevange-nisfilm. Net als gedetineerden fanta-seren de vrouwen over ontsnappings-routes. Behoren tot de mogelijkheden: trouwen met een gefortuneerde klant, het artificiële paradijs van opium of nog meer seksuele dwangarbeid om zonder schulden te kunnen vertrek-ken. De meeste pistes blijken ijdele hoop. Hoerenmadam Marie-France gedraagt zich als een cipier die soms vriendelijk oogt, maar haar meisjes voortdurend in de tang heeft. Zij laat niet na te beklemtonen dat slechts heel weinig mannen in het huwelijks-bootje willen stappen met een hoer. Zo ontneemt ze haar werkneemsters van meet af aan elk perspectief op vervroegde vrijlating. Als ze beseffen dat ze levenslang hebben gekregen, kwijnen de vrouwen langzaam weg. Voor de kijker dreigt een zuurstofte-kort door de verstikkende atmosfeer en de giftige schoonheid van een film die in meerdere opzichten herin-neringen oproept aan zijn Taiwanese evenknie, Hou Hsiao-Hsiens Flowers of Shanghai.

Ive Verdoodt

Bertrand Bonello, L'Apollonide - Souvenirs de la maison close (Frankrijk, 2011). Beschikbaar op dvd bij O'Brother Distribution/Twin Pics en Universal Pictures UK.

In deze rubriek geven Tim Deschaumes en Ive Verdoodt een impressie in handpalmformaat van twee verwante films.

© Intermedio

42 > mei 2016 DEGEUS

BLOEDVERWANT

Page 43: De Geus mei 2016

Flowers of Shanghai: amoureuze enclaveSmaragd, een concubine van een luxe-bordeel in het fin-de-siècle Shanghai, tafelt met haar beschermheer. Na ja-renlange dienst als uitverkoren flower girl bespreekt ze met hem de prijs van haar vrijheid. Als weesmeisje groeide ze op in deze amoureuze enclave. Nu acht ze de tijd rijp om de bloemenwe-reld te verlaten.

Flowers of Shanghai, van de Taiwanese regisseur Hou Hsiao-hsien, verbeeldt de weergaloze schoonheid van de bloemenmeisjes en het besloten uni-versum waarin ze leven en werken. Het is een biotoop waarin bekoorlijk-heid evolueerde tot hoogtepunten van smaak en finesse. De vrouwen dragen oorringen met een wolkpatroon of een armband van blauw kristal. Ze schuiven aan tafel in zijden gewa-den, kenmerkend voor de keizerlijke Qing-dynastie. De ruimtes waarin ze vertoeven, echoën hun elegantie. In vazen van Chinees porselein lonken pioenrozen. Schilderijen en prenten overtreffen elkaar met florale motie-

ven. De vrouwelijke schoonheid deint uit naar alle objecten in de ruimte. Wijn of ginsengsoep wordt uit het delicaatste porselein gedronken. Zelfs de opium- en waterpijpen zijn hoog-standjes van negentiende-eeuws de-sign. De staande klokken zijn er voor hun looks, niet om het verschrijden van de tijd aan te wijzen.

Deze tastbare schoonheid krijgt rug-gensteun van ongrijpbare esthetiek: het licht. De eetkamers of boudoirs baden ‘s nachts in de oranje gloed van ranke olielampen. Rood-gele glasramen zorgen ervoor dat licht van belendende vertrekken in de gewenste kleur naar binnen straalt. Vensters bieden nooit een rechtstreekse blik op de buitenwereld. Die wordt enkel op de meest abstracte wijze gesuggereerd: als blauw licht achter een bloemmo-tief. Het interieur verkiest spiegels bo-ven vensters. De warme lichtpartijen van lampen en ramen wisselen af met schemerzones. Een flower girl die zich daar ophoudt – doorgaans in sombere stemming – is slechts zichtbaar door een lichaamszone die oplicht: een ontblote nek of enkel. De intimiteit van de ruimte wordt geaccentueerd doordat Hou vaak talloze personages in een shot verenigt, als een geor-chestreerd familieportret.

De focus op schoonheid en vorm neemt niet weg dat in het bordeel passie woedt. De concubines heb-ben semimonogame relaties met hun

meesters, wat leidt tot jaloezie en onversneden romantisch gedrag, zo-als een poging tot dubbele zelfdoding met rauwe opium. Het spiegelpaleis bedwelmt en verleidt, maar vertoont uiteindelijk barsten. Olielampen vliegen aan diggelen, harten worden gebroken. Smaragd, Karmozijn en Jasmijn lijken op de haarspelden die ze dragen: bekoorlijke koopwaar voor de rijkste bieder. Of is deze metafoor, die de film zelf aandraagt, misleidend? Zijn de meesters net zo kwetsbaar als hun courtisanes?

Hou maakte kennis met de flower houses via Han Bangqings roman Sing-Song Girls of Shanghai. Zijn ver-beelding van Smaragds leefwereld is een waarachtige interpretatie, die zijn eigen stempel draagt. De tafelgesprek-ken toont hij in langdurende shots met langzame camerabewegingen, die de verhoudingen tussen de bordeel-bewoners belichten. De shots doen recht aan hun individuele gratie en familiale verbondenheid. De camera nadert dichter dan gebruikelijk voor Hou, maar blijft een afstandelijk ob-servator. Of zoals de regisseur het met Confucius zegt: ‘Kijk, maar kom niet tussen. Observeer, maar oordeel niet.’

Tim Deschaumes

Hou Hsiao-hsien, Flowers of Shanghai (Taiwan, 1998). Oorspronkelijke titel: Hai shang hua. Beschikbaar op dvd bij Fox/Lorber.

© Intermedio

DEGEUS mei 2016 > 43

BLOEDVERWANT

Page 44: De Geus mei 2016

‘HOME’Een tijdje geleden woonde ik samen met mijn Liefste in het mooie, gezellig kleine stadje Delft de première bij van Te-genwind, de nieuwste voorstelling van de Nederlandse ca-baretière Lenette van Dongen. Op humoristische, ontroe-rende én – soms – confronterende wijze vermaakte Lenette het publiek alweer op onnavolgbare wijze door het een spiegel voor te houden. Een spiegel waarin de enthousiaste aanwezigen zichzelf en hun dagelijkse gedrag duidelijk herkenden. Een vergrotende spiegel waarin de occasionele absurditeit van ons doen en laten scherp zichtbaar was.

Eén van de topics die Lenette onder haar glasheldere loepe nam, was het feit dat we ons meer en meer in onze interi-eurs omringen met woorden. Woorden zoals Home, Love, Smile, Shine, Laugh ... Je vindt ze op blokjes, op kadertjes, op kussens, op kaartjes, op steentjes … puur als woorden op zich. Ook in de vorm van warmte-uitstralende slogans zie je ze overal opduiken: op rustiek ogende houten bor-den, of op allerlei recipiënten voor theelichtjes. Ze zijn werkelijk bijna alomtegenwoordig. Kreten zoals Happiness is homemade, Light up my day, Live your dream …. roepen je van alle kanten toe.

Kijk effe rondom u, beste lezer(es), misschien ziet u in de omgeving waarin u op dit moment deze column in De Geus leest, voorbeelden van deze actuele WOORDEN-schat. Voel u – als dit inderdaad zo is – vooral niet betrapt. De auteur van deze column geeft grif toe dat er ook in haar werk- en thuismilieu (zelfs tal van) voorbeelden te vinden zijn van dit maatschappelijk intrigerende feno-meen.

Nikske mis mee, toch? Alhoewel het wél iets raars heeft dat we ons in de vorm van woorden (die grappige lettertjes op een rijtje) omringen met die dingen waar we zo naar streven, naar hunkeren …

Is het – zoals Lenette Van Dongen zich afvraagt – om in de draaikolken van onze drukke levens niet te vergeten dat we op deze plek home zijn, of geacht worden ons home te voelen? Of omdat love datgene is waar we zó naar verlan-gen, en het dus in de vorm van een verbogen TL-lamp in onze living hangen. Onze grootouders kozen ervoor hun leefruimte op te leuken met bijvoorbeeld een wijze spreuk van Vondel (u weet nog wel, dat van dat ‘schouwtoneel, en ‘elk speelt zijn rol en krijgt zijn deel’). En in 1985 rijmde de cabaretier Herman Finkers ‘Niets is zo charmant als een spreuk aan de wand’. Ironisch bedoeld natuurlijk, want het getuigde destijds van vrij slechte smaak als je een delfts blauw tegeltje aan de muur hangen had waarop je bijvoor-beeld wijzer werd inzake het ‘Concert des Levens’.

Of hoe dingen veranderen, en tegelijk ook altijd schijnen terug te keren.

HOME, LOVE, HAPPINESS, LUCK, LIFE, SMILE ...

In de morele bijstandsgesprekken die ik als vrijzinnig mo-reel consulente met cliënten heb, gaat het vaak over het onvervulde (of niet te vervullen) verlangen naar precies deze zingevende elementen in ons tijdelijke, kwetsbare menselijke bestaan. Een verlangen schenkt ons een doel, bijvoorbeeld naar een Home (in zichzelf of in een bakste-nen uitvoering), naar Love (voor zichzelf of voor/van een Ander), naar Happiness (om wat er is, ondanks alles wat/wie er niet (meer) is). Een doel dat ons doen en denken richting geeft.

Als dit doel niet (of nooit meer) bereikbaar blijkt te zijn, rest ons het heroriënteren op een ander (levens-)doel, of het ons verhouden tot een blijvend (existentieel) verlies en gemis. Vaak een eenzame weg waarin consulenten mensen nabij kunnen (en mogen) zijn.

Soms wordt er in de ontstane leegte een ander Woord ge-vonden dat een nieuw baken wordt om het Leven richting te geven; soms niet. Dan rest er de stilte. Een stilte die kan gedeeld worden. Met een consulent of een andere zorg-zame, betrokken medemens. Een stilte waarin zoveel ver-woord kan worden. Misschien wel die stilte waarover een andere bekende Nederlander het volgende schreef:

‘Woorden kunnen strelen of pijn doen,opbouwen of afbreken – liefde verklankenof haat, helen of doden.Woorden zijn waarheid of leugen…Je kunt er alle kanten mee op.Toch zeggen woorden lang niet alles,en er zijn momenten waarop woordentekortschieten, niet kunnen uitdrukkenwat we denken of voelen.Dan is er stilte.Zij is niet gemaakt van letters,niet gemaakt van klanken – en zij manifesteert zichin haar mysterieuze ‘niets’.Zij zegt wat nooit gezegd kan wordennoch geschreven;het diepste woord schuilt in de stilte.’

Toon Hermans

Beste Lezer(es),

Ik wens u leuke, gelukkige Woorden, en – als u daaraan toe bent – ook elke dag éven een moment deugddoende stilte.

Winnie Belpaeme

44 > mei 2016 DEGEUS

CODA

Page 45: De Geus mei 2016

DEINZEVRIJDAG 13 MEI 2016, 20:00

Toneelvoorstelling ‘Moulin Rouge’

Vooruit Deinze

WF DEINZE

De jonge schrijver Christian wordt harts-tochtelijk verliefd op Satine, de ster van de Moulin Rouge. De graaf, hoofdsponsor van de nachtclub, heeft het ook zwaar te pakken en wil kost wat kost Satine aan zijn zijde.

Huisregisseur John Lammertijn bewerkte deze fantastische musical. De prachtige muziek en het mooie liefdesverhaal slepen je ongetwijfeld mee naar het Parijs van 1899.

Inkom: € 7,5.

Info: Annie Mervillie - 0476 46 67 26

[email protected]

Locatie: Zaal Palace, Markt, Deinze.

ZATERDAG 18 JUNI 2016, 19:30

Maatjesprimeur

WF DEINZE

Het Willemsfonds Deinze neemt opnieuw deel aan het jaarlijkse maatjesfestival van Sparta Petegem. De deelnemers kunnen genieten van maatjes à volonté met aange-paste wijn en een Filliers.

Deelname: € 20.

Info: Annie Mervillie - 0476 46 67 26

[email protected]

Locatie: Kantine K.F.C. Sparta Petegem,

Gaversesteenweg 240, Deinze (Petegem a/d Leie).

DONDERDAG 28 JULI 2016

Wandeling ‘Zeveren planke’

WF DEINZE

Gids John De Vlieger neemt ons mee op een 6,5 km lange wandeling naar de prachtige Zeverenbeekvallei. We wandelen daarbij over ‘Zeveren planke’, wat momenteel een volwaardige houten brug geworden is. De Zeverenbeekvallei behoort tot de mooiste verborgen stukjes natuur van Vlaanderen. Omwille van de grote biodiversiteit is de vallei van de Zeverenbeek beschermd als habitatrichtlijngebied.

Deelname: € 1,5.

Info: Annie Mervillie - 0476 46 67 26

[email protected]

Locatie: zaal Malpertuus, Hermeleinestraat, Deinze.

DENDERMONDEWOENSDAG 18 MEI 2016, 20:00

Wereldkidsconcert ‘Welcome to the World of Musical Theatre’

HVV DENDERMONDEInkom: € 20.

Info en inschrijving: Frank Verheyleweghen (secretaris)

[email protected]

htpp://hvvdendermonde.wordpress.com.

Inschrijving door overschrijving van € 20

op rek.nr. BE03 0010 4796 7384 van HVV met vermelding

‘naam, mail en/of telefoonnummer'.

Locatie: Cultuurcentrum, Minderbroedersgang 5,

Mechelen. We nemen samen de trein om 18:15 in

Dendermonde en komen terug rond +/- 23:30 à 00:00.

VRIJDAG 17 JUNI 2016, 20:00

Lezing ‘Onderwijs in tijden van onmacht – Allegorie

van de twijfel – Preventie & opvolging radicalisering’

HVV DENDERMONDEKarin Heremans

Karin Heremans is directeur van het athe-neum Antwerpen, beleidscoördinator pre-ventie-radicalisering GO! Afdeling Beleid & Strategie, werkgroepverantwoordelijke

DEGEUS mei 2016 > 45

MAGAZINE VRIJZINNIGE ACTUALITEIT OOST-VLAANDEREN

NIEUWSBRIEFDe nieuwsbrief verschijnt tweemaande-lijks. In deze nieuwskatern vindt u de activiteiten terug van mei t.e.m. augustus 2016 (geen Geus tijdens de zomervakan-tie). De volgende nieuwsbrief verschijnt op 1 september 2016. Bijdragen hiertoe worden ten laatste op 1 augustus 2016 verwacht op onze redactie.

Page 46: De Geus mei 2016

voor de RAN Education (Radicalisation Awareness Network Europe).

Deelname: € 3 (HVV-leden) / € 5 (niet-leden).

Info en inschrijving:

Frank Verheyleweghen (secretaris)

[email protected]

http://hvvdendermonde.wordpress.com.

Locatie: CC Belgica bis, Kerkstraat 115, Dendermonde.

DENDERLEEUWDONDERDAG 26 MEI 2016, 14:00

Bron van levensbeschouwelijke vrijheid en gelijkheid

Jurgen Slembrouck

HVV DENDERLEEUW & UPV

Karel werd jarenlang misbruikt door een priester. De ambtenaar bij wie hij een klacht wenst neer te leggen draagt een hals-ketting met een houten kruis. Mohammed formuleert een aanvraag tot gezinsher-eniging. Het dossier blijkt onvolledig. De ambtenaar bij wie hij verhaal gaat halen, draagt een pin van het Vlaams Belang. Kan het uiterlijk van de ambtenaar een schade-lijke invloed uitoefenen op de perceptie van de dienstverlening of op de vrijheid van de burger? Voor wiens vrijheid moeten we dan kiezen? De gewetensvrijheid van de amb-tenaar of het zelfbeschikkingsrecht van de burger? De lezing brengt aan de hand van concrete voorbeelden alle argumenten sa-men die duidelijk maken dat deze visie de beste garantie biedt om de vrijheid en de ge-lijkheid te waarborgen en dat alternatieve neutraliteitsmodellen minder geschikt zijn.

Deelname: € 5.

Info en inschrijving: [email protected]

053 66 99 66 - www.hvv-denderleeuw.be.

Locatie: ’t Kasteeltje, Stationsstraat 7, Denderleeuw.

EEKLOWOENSDAG 18 MEI 2016, 20:00

Lezing ‘Is onze rechtstaat bedreigd?’

Jos Van Der Velpen

GRIJZE GEUZEN EEKLOJos Van Der Velpen is doctor in de rech-ten, advocaat aan de balie te Antwerpen en voorzitter van de Liga van de Rechten van de Mens.

Deelname: € 2 (GGE-leden, studenten, werklozen)

€ 5 (niet-leden) / KomUitPas: gratis.

Info en inchrijving:

[email protected] - 0495 32 20 71.

Locatie: CC De Herbakker, Pastoor De Nevestraat, Eeklo.

GENTZATERDAG 7 MEI 2016, 20:30

Voorstelling ‘Hard Candy’

Cie Blauwtong

WF GENT

Een thriller over de gevaren van internet-daten en zijn perversiteiten. Bikkelharde tienergrappen en een verrassende plotwen-ding. Laat u boeien door deze voorstelling.

Info en inschrijving:

[email protected].

Locatie: Lakenmetershuis, Vrijdagmarkt 24-25, Gent.

DINSDAG 10 MEI 2016, 20:00

Debat: ‘Is het een meisje of een jongen?’

Joz Motmans, Alexandra Vanvooren en Jacinta De Roeck

HUMANISTISCH VERBOND GENT I.S.M. DE MAAKBARE MENSDit is vaak de eerste vraag bij een geboorte. Zo vanzelfsprekend. Of niet?

Zeer zeker niet! Soms staat genderidentiteit haaks op de werkelijke sekse waarmee ie-mand geboren wordt. Vrouwen voelen zich mannen en omgekeerd. Sommigen willen hun genderexpressie, en vaak ook hun li-chaam, aanpassen.

Willen ze juridisch van geslacht veranderen dan moeten ze zelfs een medische ingreep ondergaan. De vraag is of de wetgever daar de juiste beslissing nam. Is dit wel in over-eenstemming met het mensenrechtenver-drag?

Hoe lossen we bij ongewijzigd geslacht het volgende probleem op: een transman die bevalt van een kind?

En als we het over jongeren en kinderen hebben, dan is het taboe nog groter. Kan het dat we aan een 13-jarig meisje hor-moonremmers geven om de puberteit uit te stellen?

We laten specialisten aan het woord in een boeiend debat dat alle aspecten van de transgenderproblematiek zal belichten.

De vragen uit het publiek zijn bovendien zeer welkom.  Al zal de vraag of het een jongen of een meisje is achteraf misschien overbodig lijken.

Deelname: € 4 (HV-leden en studenten) / € 7 (niet-leden).

Info en inschrijving: Brigitte Walraeve

[email protected] - 09 220 80 20.

Locatie: Geuzenhuis, Kantienberg 9, Gent.

VRIJDAG 13 - ZONDAG 15 MEI 2016, 20:30

‘Theatervoorstelling - zij’

Theater Toi Toi

WF GENT

46 > mei 2016 DEGEUS

AGENDA

Page 47: De Geus mei 2016

Kent u dat gevoel dat we geobsedeerd zijn door wat we hebben en als we dat niet zijn, we bang zijn om iets te verliezen? ‘Het’ speelt zich af in de rauwe werkelijkheid. Een rauwe werkelijkheid die ook Wonder-land kan zijn. Of toch niet?

Deelname: € 9 (WF-leden) / € 10 (niet-leden).

Info en inschrijving: [email protected].

Locatie: Lakenmetershuis, Vrijdagmarkt 24-25, Gent.

ZONDAG 15 MEI 2016, 8:15-19:00

Bezoek Hasselt

WF GENT EN WF GENTBRUGGE

In de voormiddag staat de ‘Madammen-route’ op het programma. ‘s Middags wor-den wij voor de lunch verwacht in het Bor-relhuis en genieten van het Jenevermenu, waarbij iedereen bij inschrijving moet melden ‘vis of vlees’. Na het eten kan je vrijblijvend gaan shoppen of bezoek je het jenevermuseum.

Deelname: € 46 (WF-leden) / € 49 (niet WF-leden) /

€ 18 kinderen -12 jaar (van WF-leden) / € 20 kinderen

niet-leden.

Info en inschrijving (vóór 09/05): Jan De Groof

(WF Gentbrugge) - [email protected]

0486 22 77 02.

Locatie: afspraak aan het station Gent-Sint-Pieters

om 8:15.

VRIJDAG 20 - ZATERDAG 28 MEI 2016, 20:30

Herenleed: 25 jaar weemoed en verlangen

Multatuliteater

WF GENTDeelname: € 10 (WF-leden) / € 11 (niet-leden).

Info en inschrijving: [email protected]

www.multatulitheater.be.

Locatie: Lakenmetershuis, Vrijdagmarkt 24-25, Gent.

MAANDAG 23 MEI 2016, 20:00

Algemene Ledenvergadering

VC GEUZENHUISGeïnteresseerde leden kunnen hun kan-didatuur indienen om een mandaat op te nemen in de Raad van Bestuur van het VC Geuzenhuis.

De voorwaarde is lidmaatschap van een van de aangesloten lidverenigingen van het VC Geuzenhuis. U wordt aangesteld door de algemene vergadering en verkozen voor een termijn van drie jaar. De manda-ten van bestuurders zijn hernieuwbaar. De Raad van Bestuur komt een vijftal keer per jaar samen.

Gratis toegang.

Info en inschrijving: Annette De Vos

[email protected] - 09 220 80 20.

Locatie: Geuzenhuis, Kantienberg 9, 900 Gent.

ZONDAG 29 MEI 2016, 14:15

Natuurwandeling Beernemse Bossen (Bulskampveld)

WF GENTJe voorziet je best van stevige wandelschoe-nen!

Deelname: € 6 (WF-leden) / € 8 (niet- leden).

Ter plaatse te betalen.

Inschrijven (uiterlijk 25/05):

Walter De la Ruelle - [email protected]

0496 86 07 36.

Locatie: samenkomst op de gratis parking ‘Aanwijs’.

Reigerbosstraat, Beernem. E40 – afrit 10: pijl volgen naar

‘Bulskampveld-Lippensgoed’. Na 1,5 km rechts afslaan

en de pijl ‘Bulskampveld’ volgen. De parking (P) ligt links.

ZATERDAG 4 JUNI 2016

Voorstelling ‘De Milano’

Salamie Improv

WF GENTSalamie Improv speelt De Milano, hun ei-gen licht geniale improvisatieformat (zeg-gen ze zelf). De Milano is een vlotte mix tussen korte impro games en langere impro-visatiescènes. Een show met improvisatie van de bovenste plank.

Inkom: € 3 VVK en € 5 ADD (WF-leden)

€ 5 VVK en € 7 ADD (niet-leden).

Info en inschrijving: www.salamie.be.

Locatie: Lakenmetershuis, Vrijdagmarkt 24-25, Gent.

ZONDAG 5 JUNI 2016, 11:00

Literaire matinee: Reimond Stijns

Paul De Pessemier ‘s Gravendries

WF GENT

Paul de Pessemier ‘s Gravendries schreef een boeiende biografie over Reimond Stijns (1850-1905). Stijns publiceerde in zijn le-ven drie belangrijke romans. Arm Vlaan-deren (samen met Isidoor Teirlinck), In de Ton en Hard Labeur. Toch kreeg hij nooit de waardering die hem toekwam. Hij werd door de overheid sterk tegengewerkt in zijn beroepsloopbaan. Pas rond zijn veertigste werd hij benoemd als leraar aan het athe-neum van Brussel. Heel zijn leven werd hij

DEGEUS mei 2016 > 47

AGENDA

Page 48: De Geus mei 2016

verteerd door heimwee naar zijn geboorte-streek, de Vlaamse Ardennen, en naar de paradijselijke jaren van zijn jeugd. Beide thema’s komen dan ook veelvuldig in zijn geschriften aan bod. Zijn laatste werk, Hard Labeur, betekende echter een breuk met het voorafgaande deel van zijn oeuvre en was tegelijk een mijlpaal in de literatuur.

Inkom: € 5 (WF-leden) / € 7 (niet-leden).

Info en inschrijven (uiterlijk 1 juni): Adrien De Vos

[email protected] - 09 220 55 15.

Locatie: Lakenmetershuis, Vrijdagmarkt 24-25, Gent.

ZATERDAG 11 JUNI 2016, 19:00-01:00

Songs voor ‘t gemoed

VERMEYLENFONDS EN VINDERHOUTSE VINGERS

Een internationaal gezelschap houdt een muzikale stop in Vinderhoute.

PROGRAMMA- Johannes Wannijn legt in zijn liederen telkens

een ander stukje van zijn ziel bloot, los van grote bewegingen en sier. Mijmeringen naar de jeugdjaren, liefde in alle maten en gewich-ten, keuzestress als ziekte van de tijd: met zijn muzikanten gaat hij op zoek naar eerlijkheid in tekst én muziek.  Nederlandstalig soloprogramma samen met Lotte Remmen/viool en Lara Rosseel/contra-bas en zang.

- J. Eoin Ierse singer-songwriter (Londen), is een heel veelzijdig muzikant, speelt een ruim repertoire van liederen. Hij is zowel thuis in Ierse muziek als ook country en heeft een verdienstelijke waaier van eigen songs.

- John Snauwaert/ sax, Yves Peeters/ percussie Lotte Remmen/ viool, Jan Oelbrandt/ slide & strings

- Tuur West-Vlaamse bard – eigen num-mers vanuit een maatschappijkritische ingesteldheid Begeleiding: John Snauwaert/ sax, Yves Peeters/ percussie, Jan Oelbrandt/ slide & strings

- Old Salt Jonge Amerikaan ‘Dan Wall’ zag

opeens het muzikaal licht. Nam een banjo ter hand, gooide z’n levensroer onbevreesd om en zette als busker koers richting de straten van de wereld. Old Salt brengt verfrissende bluegrass en oldtime, uitgepuurd tot op het bot. 

- Dan Wall (USA)/ banjo en zang, Lotte Remmen (België)/viool, Johannes Wannijn (België)/ gitaar en zang, Anton Teljebäck (Zweden)/ viool, Lara Rosseel (België)/ bas, Dave Barfoot (Schotland)/ percussie

- Het woord tussen de sets in, intermezzo’s door Carmien Michels (Kampioen Poetry Slam 2016) Voordracht, al dan niet voorzien van een muzikaal tapijtje. Carmien is een fijne dame en dat zal je geweten hebben. Bruisend van energie en inspiratie, de perfecte mayonaise voor bij deze avond.

- Afsluitende jamsessie. Voor al wie nog goes-ting heeft in meer, om te spelen of te luisteren, breien we er een schoon einde aan.

Inkom: € 10 VVK en € 15 ADD.

Info en inschrijving: [email protected].

Locatie: Pastoor Moernautstraat 10,

Pastoor Moernautstraat 10, Vinderhoute.

ZONDAG 12 JUNI 2016, 9:45-13:00

Gegidst bezoek aan de tentoonstelling ‘Invisible

Beauty’ (SMAK)

WF GENT

Door de systematische vernieling van het Irakees cultureel erfgoed is het belangrijker dan ooit om te focussen op kunstenaars die in het land blijven werken. Invisible Beauty toont vooral nieuw maar ook ouder werk in verschillende media van vijf actuele kun-stenaars uit Irak en de diaspora.

Deelname: € 5 (WF-lid en Gentenaar) / € 6

(WF-lid en niet-Gentenaar) / € 8 (niet-lid en Gentenaar) /

€ 9 (niet-lid en niet-Gentenaar).

Info en inschrijven (verplicht): [email protected]

09 220 55 15.

Locatie: SMAK, Jan Hoetplein 1, Gent.

Afspraak in de inkomhal om 10:45.

DONDERDAG 16 JUNI 2016, 20:00-22:00

Vernissage dubbeltentoonstelling Benjamien Baetens &

Pieter-Paul Gilson

Schilderwerk en meubelontwerp

KUNST IN HET GEUZENHUIS

Baetens’ schilderwerk kan je best omschrij-ven als Pop-Art/Street Art met een vleugje grafische vormgeving. Hij gebruikt ver-schillende technieken zoals sjablonen, spuitbussen en acrylverf. Thema’s zijn vooral insecten en portretten, geïllustreerd in felle speelse kleuren.

Samen met zijn goede vriend Pieter-Paul Gilson ontwerpt hij meubels. Benjamien is het creatieve brein, terwijl Pieter-Paul de ontwerpen verder uitwerkt op computer. Samen vormen zij een mooi geheel.

Gratis toegang.

De tentoonstelling loopt van 17 t.e.m. 25 juni 2016.

Openingsuren: weekdagen van 9:00 tot 16:30 / vr tot 16:00

(op weekdagen graag een seintje vooraf) /

zaterdag & zondag van 14:00 tot 17:00.

Info en inschrijving: KIG - [email protected]

09 220 80 20.

Locatie: Geuzenhuis, Kantienberg 9, Gent.

ZATERDAG 18 JUNI 2016, 10:00

Gegidst bezoek aan Kortrijk … de highlights van de Groeningestad

WF GENT10:00 koffie en kennismaking met onze gids in brasserie Beau-M.  Onze voormid-dag wordt gevuld met een bezoek aan het

48 > mei 2016 DEGEUS

AGENDA

Page 49: De Geus mei 2016

Begijnhof, het belevingscentrum van het Begijnhof, O.L.V. Kerk met de Gravenkapel e.a.

12:30 lunch in brasserie Beau-M met op het menu: aperitief (Kir) - Kortrijkse kalfs-bil met seizoengroenten - een streekbier, wijn of water - koffie.

14:00 bezoek Stadshuis met zijn historische zalen, prachtige schouwen en muurschilde-rijen. We gaan ‘Manten en Kalle’ begroe-ten die in al hun glorie op de toren van het Belfort prijken. Na verdere omzwervingen sluiten we af aan de Broeltorens.

Deelname: € 43 (WF-leden) / € 45 (niet-leden). Incl. koffie

bij ontvangst, lunch, dranken en gids. Excl. vervoer.

Info en inschrijven (uiterlijk 6 juni):

[email protected] - 0496 86 07 36.

Geldig na voorafgaande overschrijving van het

verschuldigd bedrag op rek.nr. BE31-2900-3304-1655

t.a.v. Walter De la Ruelle met vermelding ‘Kortrijk + naam

deelnemer(s)’.

Locatie: Brasserie Beau-M, Grote Markt 22, Kortrijk.

ZONDAG 19 JUNI 2016, 18:00-24:00

Benefiet/cd-presentatie Tarhan

VERMEYLENFONDS, DE CENTRALE, MELIKE TARHAN, IN-GENT VZW, MASEREELFONDS, NIC BALTHAZAR

Benefiet is ten voordele van Hand in hand, Werkgroep vluchtelingen, De tinten, Een hart voor vluchtelingen

PROGRAMMA18:00 hapjes (vrijwilligers vluchtelingen-

werkingen)19:00 monoloog theatervoorstelling Nee-

land (geschreven door Nic Balthazar)20:30 optreden Tarhan: is tevens de

CD-presentatie! Meer info zie www.melike.be

22:30 optreden Humble Ego’s: groep met Nic Balthazar

Inkom: VVK € 7 (VF-leden en uitpas) en € 10 euro

(niet-leden) / ADD € 10 (VF-leden en uitpas) en € 13

(niet-leden).

Info en inschrijving: www.uitbureau.be - 09 233 77 88.

Kaarten kunnen ook worden afgehaald bij Uitbureau,

Veldstraat 82, Gent. Zie ook

www.facebook.com/melike.tarhan.music.

Locatie: De Centrale, Kraankinderstraat 2, Gent.

DINSDAG 21 JUNI 2016, 18:00-21:00

Dag van het Humanisme

‘Een mens voor een mens’: benefietactie met BV-veiling

VRIJZINNIG OOST-VLAANDEREN

VC Geuzenhuis en zijn lidorganisaties, alle Oost-Vlaamse HuizenvandeMens, Vermey-lenfonds, Willemsfonds, HVV O-VL en de-Mens.nu staan op de Dag van het Huma-nisme stil bij het lot van de vluchtelingen. Als humanist laat de problematiek van de vluchtelingencrisis ons niet onbewogen. Daarom stellen we vandaag de vluchteling als mens centraal.

Sinds heel wat maanden lezen we in kran-ten en horen we op de televisie verhalen over mensen die hun eigen land verlaten en op zoek gaan naar een veilige plek om te leven.

Heel wat initiatieven pogen op heel diverse

wijzen tegemoet te komen aan de noden en behoeften van mensen op de vlucht. Ook in Gent.

We organiseren een benefiet onder de Stadshal en grijpen dit moment aan om nog eens samen te komen onder gelijkge-stemden. We maken er een mooie avond van, we laten ons goed hart zien en vieren onze feestdag onder leuk gezelschap.

We doen een warme oproep aan alle afde-lingen van alle Oost-Vlaamse Vrijzinnige organisaties om langs te komen.

PROGRAMMA18:00 stoet onder begeleiding van Famba19:00 BV-veiling. Reserveer een partijtje

biljart met Daniël Termont of een schaakpartij met Daan Hugaert. Of bied op een persoonlijke fotoshoot door Lieve Blancquaert, een huis-kamerconcert door Melike, een tête à tête in de Oude Vismijn met Jean Paul Van Bendegem of Marijke Pinoy. Mong Rosseel is ceremoniemeester van dienst, Maxime de Winne leidt de veiling in goede banen.

Kom snuisteren langs de verschillende standjes of kom een glas drinken in het gezelschap van vrienden, familie en kennissen.

Alle opbrengsten gaan naar Werkgroep Vluchtelingen Gent, Hand-in-Hand en VLOS. Zij werken, samen met IN-Gent, ook mee aan dit project. Zo plaatsen wij Wereldvluchtelingendag (20 juni) samen met de Dag van het Humanisme (21 juni) in de kijker.

(Zie ook p. 11 in deze Geus.)

Gratis toegang.

Info en inschrijving: VC Geuzenhuis

[email protected] - 09 220 80 20.

Locatie: Stadshal, Emile Braunplein, Gent.

VRIJDAG 24 JUNI 2016, 20:00

Vernissage ‘Samen Spel van een Fotograaf en een Filosoof’

Benn Deceuninck & Karel Boullart

VERMEYLENFONDS@UGENT Benn Deceuninck is wandelaar, staat stil, capteert en verbeeldt.

Geïnspireerd door de foto’s van Benn schrijft professor Karel Boullart filosofisch-

DEGEUS mei 2016 > 49

AGENDA

Page 50: De Geus mei 2016

lyrische beschouwingen en laat de foto-graaf zich inspireren door de tekst van de filosoof.

Benn Deceuninck is fotograaf en medewer-ker van het Gents Universiteitsmuseum.

Karel Boullart is filosoof en ereprofessor Universiteit Gent. Hij doceerde esthetica en kunstfilosofie, cultuurfilosofie, esthe-tica van de literatuur en metafysica en is de auteur van Vanuit Andromeda gezien.

Expo geopend van zaterdag 25 t.e.m. zondag 26 juni 2016

tussen 14:00 en 17:00.

Info: [email protected].

Locatie: Zilverhof, Zilverhof 34, Gent.

ZATERDAG 25 JUNI 2016, 11:00-17:00

Geefplein

VERMEYLENFONDS, OCMW GENT, MASEREELFONDS, WEGGEEFWINKEL RABOT, CDF, IN-GENT VZW, STAD GENT

Op zaterdag 25 juni wordt de Gentse Stadshal vanaf 11:00 opnieuw omgetoverd tot een groot Geefplein, waar je bruikbare spullen kunt weggeven en/of meenemen. Tijdens het Geefplein kun je ook spullen laten repareren in het repair café (naaia-telier, fiets- en electro-reparatie). Daar-naast is er kinderanimatie en zal er ook een streepje muziek te horen zijn.

Heb je een schaar op overschot? Of eentje nodig?

Bloempotten te veel? Een papfles te kort?

Kom af en doe mee met onze actie!

Geven en nemen is onze leuze.

Gratis toegang.

Info: [email protected] - 09 223 02 88.

Locatie: Stadshal, Emile Braunplein, Gent.

VRIJDAG 15 – ZONDAG 24 JULI 2016

‘Gentse Feesten programma’ met o.a. kinderfestival

CIE I-LUNA

WF GENT

Locatie: Lakenmetershuis, Vrijdagmarkt 24, 9000 Gent.

GERAARDSBERGENZONDAG 1 MEI 2016, 14:00

Namiddaguitstap

WF GERAARDSBERGEN

Volledig geleid bezoek aan de Geuzenhoek van Horebeke: natuurwandeling (1 uur), de omgeving, de oude en de nieuwe kerk, het kerkhof én het museum met info over Abraham Hans.

Deelname: € 8 (WF-leden) / € 13 (niet-leden) /

€ 4 kinderen -13 jaar.

Info en inschrijven: [email protected]

van ‘Geuzenhoek + namen deelnemers’ (en al dan niet lid-

maatschap WF) bij de betaling van het verontschuldigde

bedrag op rekeningnr. BE42 0010 1541 1154 van WF

Geraardsbergen.

Locatie: vertrek (14:00) op de parking van ‘de Reep’

(Astridlaan Geraardsbergen, kerk Macarius)

via carpooling.

DONDERDAG 16 & VRIJDAG 17 JUNI 2016

Scotland & The Flemish People

WF GERAARDSBERGENGeïnteresseerd in ‘de Vlaamse migratie naar Schotland’? Dan kun je met Laurent

Rens mee naar een congres in Schotland.

Info/afspreken: [email protected].

Locatie: St-Andrews University, Schotland.

HERZELEZATERDAG 18 JUNI 2016, 8:00

Daguitstap naar Moerbeke-Waas, Terneuzen en Sluis

WF HERZELE

PROGRAMMA08:00 vertrek op het Kerkplein te Herzele.09:00 koffie met koek in ’t Smulderken te

Moerbeke-Waas. Van daar rijden we naar de Meetjes-

hoeve (escargot- en saffraankweke-rij) in Moerbeke-Waas.

12:30 komen wij terug naar ’t Smulderken voor de lunch.

14:30 vertrek naar Terneuzen voor een bezoek aan het schoolmuseum en een rondrit in de haven.

Daarna rijden we naar Sluis waar vrije tijd voorzien is.

Deelname: nog niet gekend tijdens het ter perse gaan van

dit nummer.

Info en inschrijving: Christine Glorieux

[email protected] - 0478 23 56 05.

Locaties: Moerbeke-Waas, Terneuzen, Sluis.

ZONDAG 21 AUGUSTUS 2016, 17:00

Barbecue

WF HERZELEDeelname: nog niet gekend tijdens het ter perse gaan

van dit nummer.

Info en inschrijving: Christine Glorieux

[email protected] - 0478 23 56 05.

Locatie: ’t Labierint, Markt 14, Herzele.

50 > mei 2016 DEGEUS

AGENDA

Page 51: De Geus mei 2016

LOCHRISTIZONDAG 28 AUGUSTUS 2016, 9:00

Oost-Vlaamse dag in Lochristi

PROVINCIAAL VERBOND OOST-VLAANDEREN

PROGRAMMA09:00 ontvangst met koffie en koffiekoek 09:30 verwelkoming 09:45 bezoekers LOS nemen

bus naar Zaffelare 10:00 inleiding deelnemers rondrit door

gids. Bezoekers Park van Beervelde worden opgehaald door de gidsen

10:10: vertrek rondrit met bus 12:15: lunch (apero, barbecue, koffie) 14:30: namiddagprogramma

(zie voormiddag) 17:00 afsluitmoment.

Deelname: € 45.

Info en inschrijving (t.e.m. 01/08): Nancy Vleurinck

09 224 10 75 - [email protected] of via je afdeling.

Doe dit vooraleer je betaalt en vermeld bij je inschrijving

duidelijk je naam, contactgegevens, afdeling, aantal

personen, aantal personen bus en jouw twee keuzes. Je

inschrijving is pas definitief na het overmaken van het

correcte bedrag (45 € of 55 € p.p.) op rek.nr. BE27 3900

5834 7373 van WF O-VL met vermelding ‘Oost-Vlaamse

Dag 2016’.

Locatie: Plaats: Feestzaal ‘Breughel’, Beerveldse baan 32,

Beervelde.

OUDENAARDEDONDERDAG 12 MEI 2016, 13:30

Bezoek Kortrijk

WF OUDENAARDE I.S.M. WF KORTRIJK

We nemen samen de trein naar Kortrijk. We bezoeken het vlasmuseum Texture met gids, gevolgd door drink. Vervolgens wandelen we langs de Leieboorden naar het centrum voor een klassieke rondlei-

ding (stadhuis, begijnhof, gravenkapel O.L.Vrouwekerk).

Deelname: € 4 - € 6 ingang museum /

treinticket zelf te regelen.

Info en inschrijving :

[email protected] - 055 31 55 46.

Locatie: afspraak in het station, trein naar Kortrijk vertrekt

om 13:31.

VRIJDAG 3 JUNI 2016, 20:00

Het Boek der Kampen

VERMEYLENFONDS OUDENAARDE

Sis Van Eeckhout, voorzitter van Vermey-lenfonds, afdeling Mol,  heeft het monu-mentale standaardwerk van zijn overleden vader Het Boek der Kampen opnieuw uitge-bracht. 

Dit meest complete overzicht van de Duitse concentratie- en uitroeiingskampen tijdens de Tweede Wereldoorlog is het levenswerk van Ludo van Eck (pseudoniem voor Ludo van Eeckhout), zelf een gewezen gevangene van Dachau.

Het boek, dat sinds de jaren 1970 talloze herdrukken kende, werd  zowel inhou-delijk als qua fotografie in een modern kleedje gestoken, met veel nieuwe infor-matie  en  kleurenfoto’s. Sis van Eeckhout zet de missie van zijn vader voort en geeft regelmatig lezingen over de concentratie-kampen.

Hij verrijkt dit boek met enkele anekdoti-sche en persoonlijke verhalen die de herin-nering aan Ludo van Eck levendig houden, o.a. gerelateerd aan de vele bezoeken die hij na de oorlog met zijn vader aan de concen-tratiekampen bracht.

Inkom: € 3 (VF-leden) / € 5 (niet-leden) / € 1 OK-pas.

Info en tickets: [email protected]

[email protected].

Locatie: VC Liedts, Parkstraat 4, Oudenaarde.

VRIJDAG 1 JULI 2016, 19:30

Jaarlijkse maatjesavond

WF OUDENAARDE

Deelname: € 14.

Info en inschrijving: [email protected]

0472 51 83 56.

Locatie: VC Liedts, Parkstraat 4, Oudenaarde.

RONSEDINSDAG 10 MEI 2016, 19:30

Infoavond ‘Stevia’

HUISVANDEMENS RONSE, VC DE BRANDERIJ EN VORMINGPLUS VLAAMSE ARDENNEN

Jan M.C. Geuns

Wat is stevia? Waar wordt de plant voor gebruikt? Is het een goed alternatief voor suiker?

Er rijzen veel vragen op wanneer we pra-ten over stevia. Professor Jan M.C. Geuns staat bekend voor zijn wetenschappelijk onderzoek naar de plant. In een boeiende uiteenzetting praat hij over de zin en de onzin omtrent stevia, en de strijd tegen de suikerindustrie.

Tijdens de lezing krijgen de mensen kans om te genieten van enkele proevertjes waarin stevia vervat zit. Onder andere pan-nenkoeken en enkele biertjes worden voor-geschoteld. Kom langs en laat u verrassen!

Inkom: € 4.

Info en inschrijving: HuisvandeMens

[email protected] - 055 21 49 69.

Locatie: De Branderij, Zuidstraat 13, 9600 Ronse.

DEGEUS mei 2016 > 51

AGENDA

Page 52: De Geus mei 2016

WOENSDAG 18 MEI 2016, 19:30

Infomoment LETS

HUISVANDEMENS RONSE & VC DE BRANDERIJ

Wat is dat LETS? En wanneer ben je een LETSER?

L.E.T.S. staat voor Local Exchange and Trade System, een plaatselijk ruil- en dien-stensysteem. Maar wat houdt dit dan pre-cies in?

Leg op dinsdag 18 mei je oor te luisteren en laat je onderdompelen in de wereld van een LETSER!

Gratis deelname.

Info en inschrijvingen: HuisvandeMens

[email protected] - 055 21 49 69.

Locatie: VC De Branderij, Zuidstraat 13, Ronse.

VRIJDAG 20 MEI 2016

Bubbles: champagnecursus

Leander De Cauter

WF RONSE

Schuimwijn of champagne? Champagne of schuimwijn? Bent u liefhebber of gewoon nieuwsgierig? Dan is deze avond de uitge-

lezen kans om verschillende schuimwijnen en champagnes te proeven. Onder begelei-ding en met deskundige uitleg van Leander De Cauter leren we het verschil kennen en leren we herkennen welke kwaliteit zich in ons glas bevindt.

Deelname: € 20.

Info en inschrijving (verplicht):

[email protected] - 0476 35 64 56.

Locatie: Zuidstraat 19 (lokaal KHSCR - gelijkvloers), Ronse.

ZELZATEZATERDAG 28 MEI 2016, 20:00

Jazzcafé

Freddy Starks

VERMEYLENFONDS ZELZATE

We kunnen opnieuw een klepper van for-maat aankondigen voor de volgende editie van Jazzcafé. Deze keer hebben we het trio Freddy Starks and Cosy Band in ons midden. Freddy, afkomstig uit Louisiana (USA), ver-diende zijn strepen vooral als drummer van Ike Turner en Johnny Guitar Watson. Hij brengt voor ons een frisse set bestaande uit funk, soul en afrobeat, goed voor oude en nieuwe tunes die teruggrijpen naar de ziel van zwart Amerika. Het belooft dus op-nieuw een zwoele avond te worden in café Noorderlicht.

Inkom: € 5 (VF-leden) / € 10 (niet-leden).

Info en inschrijving: [email protected]

0 477 93 56 13.

Locatie: Café Noorderlicht, Marktstraat 2, Zelzate.

ZOMERGEMZATERDAG 27 AUGUSTUS 2016, 19:30

Jazz in de tuin

VC ZOMERLICHTOptreden van Cream Colored Ponies, niet te missen!

Info en locatie: VC Zomerlicht

[email protected] - 0475 31 79 67

Weldadigheidstraat 30, Zomergem.

ZOTTEGEMDINSDAG 3, 10 EN 17 MEI 2016, 19:30

Cursus ‘Ik ben goed genoeg’

HVV ZOTTEGEM I.S.M. VORMINGPLUS

Driedelige lessenreeks rond zelfontplooi-ing. 

Info en inschrijving: [email protected] - 09 326 85 70.

Locatie: huisvandeMens, Hoogstraat 42, Zottegem.

WOENSDAG 11 MEI 2016, 14:00 EN 19:30

Vorming ‘Zorg voor het levenseinde’

Liesbeth Geeroms

HUISVANDEMENS ZOTTEGEM

‘Sterven is het eindpunt van een continu-

52 > mei 2016 DEGEUS

AGENDA

Page 53: De Geus mei 2016

um dat we het leven noemen. Het zou iets normaals moeten zijn.’ (Marc Cosyns)

Rechten als patiënt, palliatieve zorg, eu-thanasie ... Deze onderwerpen zijn meer en meer bespreekbaar. Er komen films en boeken over uit, er worden reportages over gemaakt.

De Belgische regelgeving rond deze thema’s is sinds 2002 in voege. Maar zijn we alle-maal vertrouwd met deze termen? Weten we waar ze inhoudelijk voor staan? Wat is het verschil tussen euthanasie, ‘passieve’ en ‘actieve’ levensbeëindiging, sedatie en palliatieve zorg? Wat is de huidige stand van zaken? Wat is nu wel en niet mogelijk?

Misschien bent u al vertrouwd met de wet-geving en neemt u zich voor om een wils-verklaring op te stellen. Maar hoe gaat dat ook weer?

Liesbeth Geeroms, vrijzinnig humanistisch consulent van het huisvandeMens Zotte-gem geeft een vorming over deze materie. U kunt ter plaatse ook een afspraak maken om u te laten begeleiden bij het invullen van de administratie hieromtrent.

Gratis toegang.

Info en inschrijving (vóór 04/05):

[email protected] - 09 326 85 70.

Locatie: huisvandeMens, Hoogstraat 42, Zottegem.

DONDERDAG 12 MEI 2016,19:30

Lezing rond loopbaancoaching

HUISVANDEMENS ZOTTEGEM I.S.M. HET THERAPIEHUIS

Info en inschrijving: [email protected] - 09 326 85 70.

Locatie: huisvandeMens, Hoogstraat 42, Zottegem.

DINSDAG 24 MEI 2016, 19:30

Filosofiecafé

Alex Klijn

HVV ZZH

Info en inschrijving: [email protected] - 09 326 85 70.

Locatie: huisvandeMens, Hoogstraat 42, Zottegem.

DONDERDAG 2 JUNI 2016, 19:30

Toogbabbel met projectie van de foto’s van het Lentefeest

& Feest Vrijzinnige Jeugd

HVV-ZZHInfo en inschrijving: [email protected] - 09 326 85 70.

Locatie: huisvandeMens, Hoogstraat 42, Zottegem.

VASTE ACTIVITEIT VC DE BRANDERIJ

Elke eerste en derde woensdag van de maand van 19:30 tot 21:00Bijeenkomst van SOS Nuchterheid, zelfzorg bij verslaving.

SOS Nuchterheid is een vrijzinnig en humanistisch zelfzorg initiatief en is een lidvereniging van deMens.nu

Info SOS Nuchterheid: 0486 25 66 71

[email protected] - www.sosnuchterheid.org.

Info en locatie: De Branderij, Zuidstraat 13, 9600

Ronse - 055 20 93 20 - [email protected].

VASTE ACTIVITEIT VC GEUZENHUIS

Elke woensdag en vrijdag om 20:00:Bijeenkomst van SOS Nuchterheid, zelfzorg bij verslaving (alcohol en andere versla-vingen). Aarzel niet om een afspraak te maken. De lotgenoten uit uw buurt verwel-komen u van harte!

Uw contactpersoon:

Eddy - 0494 65 19 84  ( woensdag )

Cynthia - 0477 65 72 11 ( vrijdag )

Locatie: Geuzenhuis, Kantienberg 9, 9000 Gent.

VASTE ACTIVITEITEN VC LIEDTS

Elke maandag om 20:00:Workshop hatha yoga, ingericht door het Willemsfonds (geen yoga tijdens schoolva-kanties).

Elke maandag om 14:00 en elke woensdag om 19:30 Bridgewedstrijd. Organisatie: Liedts Bridge Club (uitgezonderd feestdagen).

Elke dinsdag om 19:30Lessen ‘tai chi’ (geen les op schoolvrije da-gen). Organisatie: VC Liedts.

Elke dinsdag om 20:00 Bijeenkomst SOS Nuchterheid (ook tijdens schoolvakanties).

De vrijzinnig humanistische bibliotheek is te bezoeken tijdens openingsuren of na af-spraak via 055 30 10 30 of [email protected] (uitgezonderd feestdagen en schoolvakan-ties). Uitlenen enkel mogelijk voor leden.

Openingsuren VC Liedts: van maandag tot donderdag

van 9:00 tot 12:00 en van 13:30 tot 15:30.

vrijdag op afspraak.

Info en locatie: VC Liedts - Parkstraat 4,

9700 Oudenaarde - 055 30 10 30

[email protected] - www.vcliedts.be.

VASTE ACTIVITEITEN VC ZOMERLICHT

Elke eerste vrijdag van de maand, 19:30Bordspel-, borrel- en praatavond

Zondagen 20 maart en 17 april, 11:00 - 13:30Vrijzinnig aperitief

Gratis toegang.

Info en locatie: VC Zomerlicht

[email protected] - 0475 31 79 67

Weldadigheidstraat 30, Zomergem.

DIGITALE NIEUWSBRIEF

Met het verdwijnen van de maandelijkse nieuwsbrief, maken wij werk van een digitale versie. Indien u graag op de hoogte blijft van het reilen en zeilen van de Oost-Vlaamse vrijzinnige gemeenschap, stuur ons dan uw e-mailadres door naar [email protected].

DEGEUS mei 2016 > 53

AGENDA

Page 54: De Geus mei 2016

VACATURE COÖRDINATOR VC GEUZENHUIS

Het vrijzinnig centrum Geuzenhuis zoekt een coördinator die met visie en inspiratie de schouders zet onder het lokaal vrijzinnig verenigingsleven. Deze eindverantwoorde-lijke denkt innovatief, gaat vlot samenwer-kingen aan en vindt het een uitdaging een team te coachen. Werkt u graag aan de ver-dere uitbouw en uitstraling van het vrijzin-nig gedachtegoed, dat ook u nauw aan het hart ligt? Dan is dit de geknipte vacature voor u.

OPDRACHTDe coördinator van het VC Geuzenhuis is verantwoordelijk voor het beleid en de dag-dagelijkse organisatie van het VC Geuzen-huis. Met een ploeg van medewerkers werkt hij/zij aan de opdrachten van het VCG. Hij/zij is zowel verantwoordelijk voor een goede interne samenwerking binnen de or-ganisatie alsook voor de inschakeling van de organisatie in het bredere geheel van de georganiseerde vrijzinnigheid. Hij/zij is de contactpersoon tussen de dagelijkse wer-

king, de voorzitter en de raad van bestuur.

Hij/zij is vrijzinnig en is vertrouwd met de georganiseerde vrijzinnigheid, is flexibel en bereid tot overwerk indien nodig. Hij/zij blijft stand-by per telefoon na het normaal uurrooster.

De coördinator van het VC Geuzenhuis valt rechtstreeks onder de Raad van Bestuur.

Verantwoordelijkheidsgebieden en onder-liggende taken

DE COÖRDINATOR STAAT IN VOOR:- Het operationaliseren en uitvoeren van

het strategisch beleid, inhoudelijk beleid, personeelsbeleid, financieel en administratief beleid van de vzw.

- Het zorg dragen voor de realisering van de doelstelling van de vzw.

- Het organiseren van de organisatie met oog op efficiëntie en effectiviteit.

- Netwerking met oog op het realiseren van de doelstellingen van de vzw en het anticiperen op toekomstige uitdagingen en maatschap-

pelijke veranderingen in uitvoering van de beslissingen van de raad van bestuur.

ABSOLUTE VEREISTEN- Diploma hoger onderwijs.- Bereidheid tot frequent avondwerk en week-

endwerk

ANDERE VEREISTEN- Beschikken over minimum 5 jaar ervaring (bij

voorkeur in beheer of leidinggevende ervaringOns aanbodEen bediendecontract met een opdrachtbreuk

van 38/38. Het contract is van onbepaalde duur.

- Salariëring: II klasse D met eindejaarspremie en maaltijdcheque.

- Een goede vorming, training en bijscholing eigen aan de werkvorm.

Zie www.geuzenhuis.be voor de uitgebreide vacature. Deadline kandidaatstelling: 30 juni 2016. Indienststelling vanaf 1 oktober 2016.

OPLEIDINGSAANBOD LERAAR NIET-CONFESSIONELE ZEDENLEER

Ben je geïnteresseerd in levensbeschou-wing, heb je een open geest en een passie voor kritisch en autonoom denken, geloof jij in de emancipatorische kracht van on-derwijs?

Op zoek naar een gevarieerde job met morele diepgang of naar een nieuwe uitda-ging als leraar?

Aarzel dan niet om meer te weten te ko-

men over het opleidingsaanbod leraar Niet-Confessionele Zedenleer in het Basis-onderwijs en het Secundair Onderwijs in de gemeentelijke, stedelijke en provinciale scholen en de scholen van het GO! On-derwijs van de Vlaamse Gemeenschap.

Kom meer te weten op de website van de RIBZ, www.ribz.be en contacteer voor meer informatie de opleidingsverantwoor-delijken van de verschillende Hogescholen en de academische opleidingen aan UGent en VUB.

54 > mei 2016 DEGEUS

AGENDA

Page 55: De Geus mei 2016

COLOFON

Hoofdredactie: Fred Braeckman

Eindredactie: Griet Engelrelst, Thomas Lemmens

Redactie: Kurt Beckers, Freia DeBuck, Annette De Vos, Frederik Dezutter, Karim Zahidi

Vormgeving: Gerbrich Reynaert

Druk: New Goff

Verantwoordelijke uitgever: Sven Jacobs p/a Kantienberg 9, 9000 Gent

Werkten aan dit nummer mee: Winnie Belpaeme, Jan Blommaert, Gustaaf C. Cornelis, Brecht De-coene, Tim Deschaumes, Ignaas De-visch, Willem Elias, Philippe Juliam, Pierre Martin Neirinckx, Renaat Ramon, Gie van den Berghe, Jean-Pierre Vanhee, Wim Van Lancker, Norbert Van Yperzeele, Kris Velter, Ive Verdoodt.

Cover: Boy in a tin foil hat © Suzanne Tucker

De Geus is het tijdschrift van het Vrijzinnig Centrum-Geuzenhuis vzw en de lidvereni gingen en wordt met de steun van de PIMD verspreid over Oost-Vlaanderen.

Het VC-Geuzenhuis coördineert, ondersteunt, bundelt de Gentse vrijzinnigen in het Geuzenhuis, Kantienberg 9, 9000 Gent09 220 80 20 – f09 222 70 73 [email protected] www.geuzenhuis.be

U kan de redactie bereiken via Thomas Lemmens, [email protected] en Griet Engelrelst, [email protected] of 09 220 80 20.

De verantwoordelijkheid voor de gepubliceerde

artikels berust uitsluitend bij de auteurs.

De redactie behoudt zich het recht artikels in te

korten. Alle rechten voorbehouden.

Niets uit deze uitgave mag gereproduceerd of overge-

nomen worden zonder de schriftelijke toestemming

van de redactie. Bij toestemming is bronvermelding

– De Geus, jaargang, nummer en maand – steeds

noodzakelijk.

Het magazine van De Geus verschijnt tweemaande-

lijks (5 nummers).

Fred Braeckman

GrietEngelrelst

ThomasLemmens

KurtBeckers

GerbrichReynaert

AnnetteDe Vos

FrederikDezutter

FreiaDeBuck

KarimZahidi

LIDMAATSCHAPPEN

Kunst in het Geuzenhuis €12 op rekening IBAN BE38 0013 0679 1272 van Kunst in het Geuzenhuis vzw met vermelding ‘lid KIG’.

Grijze Geuzen €12 op rekening IBAN BE72 0011 7775 6216 van HVV Leden-rekening, Pottenbrug 4, 2000 Antwer-pen met vermelding ‘lid GG + naam afdeling (bv. lid Gentse Grijze Geuzen)’.

Humanistisch-Vrijzinnige Vereniging €12 op rekening IBAN BE72 0011 7775 6216 van HVV Ledenrekening, Pottenbrug 4, 2000 Antwerpen met vermelding ‘lid HVV + naam afdeling (bv. lid HV Gent)’.

Vermeylenfonds €15 (-26 jarigen gratis) op rekening IBAN BE50 0011 2745 2218 van Vermeylenfonds vzw, Tolhuislaan 88, 9000 Gent met vermelding ‘lidgeld naam, voornaam, geboortedatum, M of V’.

Willemsfonds €15 op rekening IBAN BE39 0010 2817 2819 van WF Ledenre-kening, Vrijdagmarkt 24-25, 9000 Gent met vermelding ‘lid WF’.

ABONNEMENTEN

De Geus zonder lidmaatschap: €13 op rekening IBAN BE54 0011 1893 3897 van het VC-Geuzenhuis met vermelding ‘abonnement Geus’. Prijs per los num-mer: €2.

Het Vrije Woord gratis bij lidmaatschap HVV en GGG.

Combinaties van lidmaatschappen met of zonder abonnementen zijn mogelijk.

LIDVERENIGINGEN VC-GDe Cocon vzw, Jeugdhulp aan huis

info: 09 222 30 73 of 09 237 07 22 [email protected] - www.decocon.be

Feest Vrijzinnige Jeugd vzw info: Thomas Lemmens - 09 220 80 20 [email protected]

Feniks vzw info: www.plechtigheden.be huisvandeMens - 09 233 52 26 [email protected]

Fonds Lucien De Coninck vzw info: [email protected]

Humanistisch Verbond Gent info: B. Walraeve - 09 220 80 20 [email protected]

Humanistisch - Vrijzinnige VerenigingOost-Vlaanderen

info: T. Dekempe - 09 222 29 48 [email protected]

Gentse Grijze Geuzen info: R. Van Mol - 0479 54 22 54 [email protected]

Kunst in het Geuzenhuis vzw info: Griet Engelrelst - 09 220 80 20 [email protected]

SOS Nuchterheid vzw In Gent, woensdag en vrijdag (alcohol en andere verslavingen). info: 09 330 35 25(24u op 24u) [email protected] www.sosnuchterheid.org

UPV GentInfo: Geert [email protected]

Vermeylenfonds Oost-Vlaanderen info: 09 223 02 88 [email protected] www.vermeylenfonds.be

Willemsfonds Oost-Vlaanderen info: 09 224 10 75 [email protected] www.willemsfonds.be

Werkgemeenschap Leraren Ethiek vzw info: [email protected] www.digimores.org

PARTNERDe Geus van Gent

open van ma t.e.m. vr vanaf 16:00 zaterdag en zondag vanaf 19:00 info: www.geuzenhuis.be 09 220 78 25 - [email protected]

huisvandeMens Gent Het centrum biedt hulp aan mensen met morele problemen. U kan er terecht van ma t.e.m. vr van 9:00 tot 16:30 De hulpverlening is gratis! info: Sint-Antoniuskaai 2, 9000 Gent 09 233 52 26 - f 09 233 74 65 [email protected]

Met de steun van IMD

DEGEUS mei 2016 > 55

Page 56: De Geus mei 2016

Benefietactie

EEN MENSVOOR

EEN MENSDinsdag

21/6 201618:00 > 21:00

opbrengsten gaan naar werkgroep

vluchtelingen gent, Hand-in-Hand &

VLOS

Info: [email protected] - 09 220 80 20 - www.geuzenhuis.be

Stadshal Emile Braunplein Gent

AugustVermeylenFonds

BV-veiling Lieve Blancquaert, Maxime de Winne, Daan Hugaert, Melike, Marijke Pinoy, Mong Rosseel, Jean Paul Van Bendegem, Daniël Termont

Standenmarkt & bar