Upload
natuurstudiegroep-dijleland
View
256
Download
1
Embed Size (px)
DESCRIPTION
Â
Citation preview
Tijdschrift van de
Natuurstudiegroep Dijleland
•
Jaargang 39 - september 2011
r-S NATUU RSTUDIEGROEP
� i ïeland Regionale werkgroep van Natuurpunt Studie vzw nat u u r p u n t
St die
Bestuur • Bart Creemers (voorzitter), Aarschotsesteenweg 420,
3012 Wilsele, 0496-893106
• Kris Van Scharen (penningmeester), Korbeekstraat 27,
3061 Leefdaal, 02-7672638
• Bruno Bergmans, Mgr. Van Waeyenberglaan 54 DI5 bus3,
3000 Leuven, 0498-760722
• Frederik Fluyt, Rapengang 24 bus 4, 3000 Leuven, 0479-920172
• Joris Menten, W. De Croylaan 49/21, 3001 Heverlee, 0495-275393
• Kelle Moreau, Korenbloemlaan 5, 3052 Blanden, 0486-125877
• Hans Roosen, Abstraat 101, 3090 Overijse, 02-6879518
• Robby Stoks, Ch. De Beriotstraat 32, 3000 Leuven
• Roel Uyttenbroeck, Langeveld 76, 3220 Holsbeek, 0495-628863
• Gert Vanautgaerden, Tulpenlaan 7, 3052 Blanden, 0477426868
• Koen Vandenberghe, Blijde Inkomststraat 85/5, 3000 Leuven,
0485162619
• André Verboven, Groeneweg 60, 3001 Heverlee, 016-238184
Werkgroep vogels • Algemeen coördinator: Kelle Moreau ([email protected])
• Watervogeltellingen, Luc Hendrickx( luchendrickx2003@yahoo.
com) • Trektellingen: Frederik Fluyt ([email protected])
Werkgroep zoogdieren
• Archivering waarnemingen: Kelle Moreau
• Vleermuizen: Hans Roosen ([email protected])
• Hamster: Kris Van Scharen ([email protected])
Werkgroep ongewervelden
• Archivering en rapportering waarnemingen: Bart Creemers
Werkgroep planten
• Themaverantwoordelijke: Joris Menten ([email protected])
Website: www.n atuu rstudiegroepdijleland.be
Rondzendlijst Dijleland: Stuur een blanco e-mail naar:
• I
De Boomklever Driemaandelijks tijdschrift van de
Natuurstudiegroep Dijleland. De Boomklever brengt bijdragen over studie en beheer van de biodiversiteit in het Dijleland en verschijnt
viermaal per jaar (maart, juni, september, december).
Redactie
Hoofdredacteur: Bruno Bergmans
leden: Bart Creemers, Frederik Fluyt, Kelle Moreau en Kris van Scharen
Redactie-adres Artikels, foto's en korte bijdragen worden verwacht op het redactiesecretariaat, p/a Bruno Bergmans e-mail: [email protected]
Het copyright van de teksten, illustraties en foto's blijft bij de respectievelijke auteurs, tekenaars en fotografen. Overname is mogelijk mits hun uitdrukkelijke toelating en bronvermelding
Abonnement Geïnteresseerden kunnen De Boomklever ontvangen door overschrijving van 10 € op rekeningnummer 001-1552168-50 van
de Natuurstudiegroep Dijleland, met opgave van naam en adres. Een steunabonnement kost 15 € of meer.
Natuurpunt vzw
Natuurpunt is de grootste vereniging voor natuur en landschap in Vlaanderen. Ze telt 87.000 leden en beheert 17 .000 hectare natuurgebied. Lid worden van Natuurpunt vzw kan door storting van 24 € op rekeningnummer 230-0044233-21. www.natuurpunt.be
Druk: www.Koloriet.info Oplage: 200 ex.
v.u.: B. Creemers, Aarschotsesteenweg 420
- 3012 Wilsele
• ' L----
J
/(lap roos
Senne Rouffaer
Uit: Sennes Herbarium
Vurige inzet: Vuursalamanders in Meerdaalwoud en Dijlevallei (2010-2011)
Het is inmiddels weer twee jaar geleden sinds de laatste update over de Vuur
salamanderpopulatie (Salamandra salamandra terrestris) in Meerdaal
woud in de Boomklever (Vanautgaerden & Moreau, 2009) terwijl het archief van
de Dijlevallei sinds 2010 verwend werd met talrijke nieuwe gegevens over onze
enige landsalamander.
We brengen de lezer ter herinnering dat in 2009 gestart werd met het syste
matisch opvolgen van de populatie Vuursalamanders in Meerdaalwoud, meer be
paald in het deelgebied Mollendaalbos, in een vaste tijdspanne: recht in het hoog
tepunt van de voortplantingsperiode vanaf half maart tot begin april. In 2009
werd enkel de Weertse dreef en de gekende "poel des doods" (Moreau, 2004)
bezocht samen met de paddenoverzet aan de Zoete Waters. In 2010 werd het
monitoringsgebied onder impuls van Arcadis (zie Lambrechts et al., 201 1 ), uitge
breid met de Mommedel, de Schoonzichtdreef, de Warande en het bosreservaat
"Pruikenmakers". De belangrijkste resultaten van het Arcadis-onderzoek, die
ook in rapportvorm verschenen, worden in deze bijdrage samengevat in combi
natie met mijn bevindingen en resultaten uit 2010 en 201 1.
58 De Boomklever - september 201 1
Voortplantingsseizoen 2010 In het onderzoek (Lambrechts et al., 2011) werd eerst een computermodel opgemaakt waarmee aan
de hand van een selectie abiotische en biotische va
riabelen én netwerkschattingen afgetoetst kon wor
den in hoeverre een locatie geschikt Vuursalaman
derhabitat zou zijn. Deze locaties werden na uitfil
tering ook op het terrein bezocht, waar zowel naar adulte exemplaren (onder dood hout etc.) als naar
larven (in poelen en karrensporen) gezocht werd. In
de Dijlevallei ging het om volgende gebieden :
1. Meerdaalwoud Zowel de bekende locaties als enkele andere mogelijke locaties werden op drie dagen (3, 12 en 17 april
2010) in samenspraak met de boswachters afgezocht op larven. - Vallei van de Mommedel (bosreservaat): geen
waarnemingen ondanks het volgens de literatuur
geschikte biotoop van bronbeek en -poel met een dikke strooisellaag.
- Vallei van de Warande: bovenloop ten oosten en ten westen van de Naamsesteenweg {N25) : in de bronbeek zelf waren er geen waarnemingen maar in een kunstmatig aangelegde poel langs de beek, die meer vegetatie had en meer zonlicht kreeg, werden 9 larven en een dode adult gevonden. Deze zone is gelegen in het bosreservaat "de Prui
kenmakers" en sluit aan de oostzijde aan op het stuk bos met de bekende "poel des doods" langs de Weertse Dreef. Ten westen werden geen individuen gevonden maar de beek lag grotendeels droog.
- Weertse Dreef, "poel des doods": Het bos rondom de 'poel des doods; waar veel waarnemingen
van bekend zijn, werd tijdens de winter 2010/2011 - voorjaar 2011 ontgonnen. De poel werd volledig open gekapt, maar er werden door de moeilijke toegang door kroonmateriaal slechts 5 larven ge
vonden (zie verder). - Schoonzichtdreef : 11 bemonsterde plassen en
karrensporen die elk larven van Vuursalamander bevatten (65ex. in totaal zonder volledige telling,
er werd indicatief gezocht). - Godensalon : geen waarnemingen, dit bestaat eer
der uit zurige drogere eikenbossen of monotoon naaldhout.
Deze resultaten zijn zeer belangrijk want hoewel Van
Beek {1992, fide Lambrechts et al., 2011) en Catthoor (1991) andere voortplantingsplaatsen meldden, zo-
als karrensporen en bospoelen, situeerden deze zich
allemaal langs de Weertse Dreef. Inmiddels is dus bekend dat de Vuursalamanders niet enkel afhanke
lijk zijn van de Weertse Dreef en de "poel des doods';
hoewel deze een belangrijke voortplantingsplaats
met een hoge graad van activiteit blijft. Het rapport
bevestigt de voortplanting van de Vuursalamander
in stagnerende plassen en bospoelen zoals genoteerd
door Catthoor {1991) en Bauwens & Claus {1997),
en niet in bronbeken zoals de meeste vakliteratuur
vermeldt (bv. Stumpel & Strijbosch, 2006).
Zelf heb ik in de periode van 12 maart tot 1 april
2010 met andere vrijwilligers op dertien nach.telijke
bezoeken niet minder dan 36 effectief verdronken en
19 levende Vuursalamanders gevonden in de "poel des doods''. Drie schijndode exemplaren zijn weer
uitgezet ter hoogte van de Springputten (bornput
ten) in het Meerdaalbos, ten westen van de Naamsesteenweg, door boswachter Luc De Keyser. Via ver
gelijking van fotomateriaal heb ik kunnen vaststellen dat er slechts één individu {!) gemeenschappelijk was
voor de jaren 2009 en 2010. De overige waren allemaal unieke individuen, 67 in totaal voor beide jaren.
In 2010 zijn hogere aantallen vastgesteld vergeleken met 2009 (13 exemplaren in totaal), mogelijk door
de strenge winter en vervolgens abrupt intredende lente.
De hoge sterfte was in 2010 mogelijk te wijten aan
drie belangrijke oorzaken : • de grote massa kikkerdril waar de Vuursalaman
ders in vast raken • de steile, rechte oevers van de poel die toegang be
moeilijken
• de grote aantallen Bruine Kikkers (Rana temporaria), vaak tot meer dan SOOex., die Vuursalamanders in amplexus nemen en zo doen verdrinken
Dit is een zeer hoge turnover van de populatie. Samen met de vaststelling van 67 unieke individuen aan de "poel des doods" én de ontdekking van nieu
we voortplantingsplaatsen, zijn dit de schatters die in Lambrechts et al. {2011) gebruikt werden om de
populatiegrootte in Meerdaalwoud op enkele honderden individuen te schatten.
Een eigen opmerking wil ik nog maken : de vondst
van de individuen in het grootste bosreservaat "Pruikenmakers'; in de poel langs de Warande (De
De Boomklever - september 2011 59
Becker, 1999; Lambrechts et al., 2011), indiceert dat
de populatie hier misschien een belangrijke schuil
plaats heeft, met veel dood hout en een gevarieerde
vegetatie die beschutting biedt. In dit verband zou
het zeer interessant zijn om na te gaan vanuit welke
bosdelen de Vuursalamanders naar de verschillende
voortplantingsplekken trekken.
Ook de emmers van de paddenoverzet aan de Zoe
te Waters en Kouterbos werden in 2010 (zoals in
2009) door mij met de zaklamp gecontroleerd in
dezelfde periode. Ook werd er het bos ingegaan aan
het bosreservaat "Klein moerassen'; waar enkel met
de zaklamp werd gezocht : noch adulten noch larven
werden aangetroffen. Uit historische gegevens blijkt
wel dat de soort hier gezeten moet hebben (Bauwens
& Claus, 1997).
2. Laanvallei
In het VNR Rodebos-Laanvallei werd vaak inten
sief fauna-onderzoek uitgevoerd, Vuursalamanders
werden er echter nooit waargenomen. Wat wel on
derzocht werd is het Bois de Bilande in Tombeek
(Overijse) en aanpalend Waver (Wallonië). Het
ANB kocht hier recent percelen aan. Dit is een zeer
waardevol en gevarieerd bos met vele nat-droog
gradiënten. Hier werden bronbeekjes, grachten en
stilstaande wateren bemonsterd op 13 april 2010 (Lambrechts et al., 2011). Er werden echter geen
waarnemingen van Vuursalamander genoteerd hoe
wel dit een zeer geschikt biotoop lijkt, wellicht zijn
historische redenen (hooiland?) de oorzaak.
Belangrijk is om op te merken dat 2010 een droog
voorjaar kende waardoor veel geschikte poeltjes en/
of karrensporen voortijdig uitdroogden en zo inven
tarisatie van larven bemoeilijkten.
Het rapport maakt ook vermelding van enkele dicht
bijgelegen Waalse vindplaatsen die voor 2010 be
kend waren: in bossen tussen Chaumont-Gistoux
en Grez-Doiceau en in bossen rond het riviertje 'Le
Train' die uitmondt in de Dijle. Dit gebied ligt (net)
ten zuiden van Meerdaalwoud.
Voortplantingsseizoen 201 1 Tijdens het voortplantingsseizoen 2011 werden zo
wel de Weertse Dreef, de Schoonzichtdreef (met
bosreservaat "Mommedel"), de bovenloop van de
Warande, de Kluis en omgeving (Sint- Joris-Weert)
en de Zoete Waters afgezocht. Het belangrijkste
nieuws in dit seizoen was evenwel de heraanleg van
de "poel des doods" langs de Weertse Dreef dankzij
de input van Hyla (Natuurpunt).
Vuursalamander overrompeld door paarlustige Bruine kikkers, foto: Gert Vanautgaerden
De poel des doods na de heraanleg, foto: Gert Vanautgaerden
60 De Boomklever - september 201 1
I. Heraanleg "poel des doods" en resultaten
De "poel des doods" werd in februari 2011 in drie
delen verdeeld met aarden "dammen''. Om de verlan
ding op te heffen werd het middelste gedeelte uit
gediept. Hier werd ook een oever sterk afgeschuind
om de toegang voor Vuursalamanders te vergemak
kelijken. Tegelijkertijd werden er vier andere putten
gegraven om eventueel tijdelijke plassen te vormen,
wat in het droge voorjaar van 2011 helaas niet het
geval was. Een laatste punt van vernieuwing was de
"stoppenwal" van dood hout die vlakbij de poel ge
legd werd om zo meer schuilmogelijkheden te creë
ren. De foto toont de poel zoals men er in oostelijke
richting naar kijkt, men ziet de drie dammen en de
stoppen wal.
Samen met vrijwilligers werd de poel tussen 13 maart en 5 april 2011 zestien keer 's nachts bezocht. Er werden in het uitgediepte middelste deel van de
poel meermaals adulte vrouwtjes waargenomen die
larven afzetten met hun achtereind in het water.
Minstens twee keer werd een "zwemmend" exemplaar gezien zoals ook in 2005 waargenomen werd
(Hyla.flits, 2005). Ook werd vastgesteld dat de Vuursalamanders zich boven het uitgediepte deel niet ver
van de kanten begeven, waarna ze de poel relatief makkelijk weer kunnen verlaten, terwijl ze zich op
de verlandde delen vaak te ver wagen, waar ze door het moeraseffect én amplexi met Bruine Kikker kun
nen verdrinken. Zo werd er onder andere een Vuursalamander gevonden die in een amplexus met maar
liefst vijf(!) Bruine Kikkers zat waarbij de Vuursala
mander al onder water geduwd werd (zie foto waar twee kikkers reeds afgevallen waren).
Er werden in 2011 in totaal 29 levende (twee op 26/02) en 4 verdronken exemplaren genoteerd. De heraanleg lijkt dus een succes in vergelijking met
2010. Toch is er een belangrijke kanttekening: 3 van de 4 verdronken exemplaren werden in de eerste week gevonden samen met de vele amplexi van Bruine Kikkers. De Bruine Kikkers waren deze eerste week zeer actief. Zij vormen nog steeds een risico maar de verbeterde toegankelijkheid van de poel
doet wonderen. Er werd ook waargenomen dat vele adulten 's nachts de nieuwe stoppenwal volgden ! Zij zoeken dus effectief de beschutting hiervan op in een anders open terrein.
2. Nieuwe locaties - Warande, bovenloop ten westen van de Naam
sesteenweg (Meerdaalbos): ook hier werden on
der impuls van Hyla diverse poelen gegraven in
de verlandde delen, en met effect! Er werden bij
een Hyla-inventarisatie op 26 maart (mond. med.
B. Vandebosch, 2011) en ook tijdens een eigen
inventarisatie op 12 april 2011 immers telkens
larven van Vuursalamander aangetroffen. Dit is
voor zover bekend het eerste bewijs van voort
planting ten westen van de Naamsesteenweg! Dit
kan erop duiden dat de Naamsesteenweg geen
absolute barrière vormt, en dat er (hoewel er veel
slachtoffers zullen vallen - hierover bestaan geen
gegevens) dieren zijn die succesvol oversteken ter
hoogte van de Warande en het ecoduct. Eventueel
kunnen het ook getransloceerde dieren zijn. Dit
verdient meer onderzoek. Het plotse voorplan
tingssucces in de nieuw gegraven poelen kan ook een gebrek aan geschikte voortplantingsplaatsen
tijdens de voorbije jaren illustreren, dat nu ineens
door de nieuwe poelen opgeheven wordt. Jacobs
(2008) bereikte dezelfde conclusie in Oost-Vlaanderen.
- Vallei van de Mommedel (bosreservaat): hier werd op 31 maart 2011 's nachts succesvol met
de zaklamp gezocht, er werden in de bronbeek 2 Vuursalamanderlarven aangetroffen! Zo blijkt dat
het zoeken met een zaklamp soms betere resultaten oplevert dan de overdagse inventarisatie met een netje zoals dat in 2010 gebeurde. Ook kan het aan lokale omstandigheden liggen dat er nu plots
wel larven aanwezig waren. Het is de eerste keer
dat de Vuursalamander in zijn "typisch" biotoop
aangetroffen werd in Meerdaalwoud. - Een nieuw karrenspoor in een exploitatieweg
langs de Weertse dreef telde tot 20 larven samen
met ca 10 Vinpootsalamanders (Lissotriton helve
ticus). - De diverse plassen langs de Schoonzichtdreef
waren in dit uitzonderlijk droog voorjaar allemaal droog gevallen. In de poel in het speelbos werd net
als in 2010 niets gevonden. - De Kluis: hier werd op 16 maart 's nachts met de
zaklamp naar adulten en larven gezocht langs de
benedenloop, terwijl op 12 april overdag met een netje werd gezocht naar larven, langs zowel bo
ven- als benedenloop. Er werden geen Vuursalamanders aangetroffen.
- Kouterbos: hier, en langs de paddenoverzet, werd
zoals in 2009 en 2010 terug 's nachts gespeurd met
De Boomklever - september 201 1 61
de zaklamp, zonder resultaat. Op 12 april werd er
kort naar larven gezocht, eveneens zonder resul
taat.
Conclusie en toekomst De situatie ziet er in Meerdaalwoud weer rooskleu
riger uit voor de Vuursalamander! Indien men blijft
waken over de exploitatie, en mits kleine beheers
maatregelen, is het een duurzame situatie voor de
huidige populatie (Lambrechts et al., 2011). Of de
Vuursalamander op andere plaatsen in de Dijleval
lei ooit zal (terug)komen is wel nog een grote vraag.
Het INBO is in 2010 gestart met het nemen van
weefselstalen van Vuursalamanders voor populatiegenetisch onderzoek. Deze studie kan in de toe
komst wellicht belangrijke conclusies trekken in ver
band met de duurzaamheid van bepaalde Vuursalamanderpopulaties in Vlaanderen, en zo indicaties voor beheer meegeven. Daarom werden in 2010 en
2011 enkele dode exemplaren van Vuursalamander uit de "poel des doods" aan het INBO bezorgd.
Maar ook voor de veld-inventariseerders blijft er in
tussen werk aan de winkel: er moet nog gecontroleerd worden in Meerdaalwoud ten westen van de Naamsesteenweg op locaties zoals de springputten of andere poelen en/of karrensporen in de buurt van de Warandevijver. Eventuele getransloceerde dieren (zoals in 2010) kunnen zich ook op andere plaatsen in het bos voortplanten. In 1999 (De Becker) was er ook sprake van Vuursalamanderlarven aan de zuidrand van Mollendaalbos (Veldkant van de Renissart), het loont de moeite om daar ook eens te zoeken. Dit geldt evenzeer voor de Putten van de IJzeren Weg waar talrijke bronnen aanwezig zijn met veel dood hout; de noord- en zuidrand van het Kouterbos met de "Klein moerassen'; en de zuidrand van Heverleebos tegen de Vaalbeekvallei. Een doorgedreven larvenzoektocht is in deze drie laatste gebieden wenselijk.
Ook nu, in moderne tijden, nu we weten dat Vuursalamanders niet uit vuur geboren worden, blijven de verborgen levenswijze, grootte en felle on-Europese kleuren inspireren. Net als de vurige inzet die voor deze dieren hopelijk blijft bestaan, zowel op vlak van studie als van behoud". Ik ben blij daar samen met anderen een bijdrage aan te kunnen leveren !
62 De Boomklever - september 2011
Dankwoord Ik wil eerst en vooral mijn peter Désiré Vanautgaerden en mijn talrijke medestudenten die meegingen
op de vele late avonden (ondanks de drukke pro
gramma's) bedanken! Deze hulp werd erg gewaar
deerd ! Ik wens ook Sjoerd Rommes te bedanken
voor de hulp op de dag van de larvenzoektocht. Een speciale dank gaat uit naar Hyla en voornamelijk
Bert Vandebosch voor de vlotte communicatie en
het invullen van de dagen dat ik niet kon. Daarnaast
wordt Jorg Lambrechts bedankt die mij toelating gaf
elementen uit het onderzoeksrapport van Arcadis
samen te vatten. Ook mogen de boswachters Chris
Vandenbempt en Bart Meuleman niet vergeten wor
den die openstaan voor onderbouwde suggesties
omtrent Vuursalamanderhabitat en er ook zo goed
als mogelijk naar handelen. Tenslotte bedank ik ook
nog Kelle Moreau voor het nalezen van dit artikel.
Bronnen • Bauwens, D. & Claus K. (1996) - Amfibieën en reptie
len in Vlaanderen. Uitgave Wielewaal vzw. • De Becker P. (1999) - De bosreservaten van Heverlee
bos & Meerdaalwoud . Uitgave Vrienden van Heverlee
bos en Meerdaalwoud vzw. 144pp. • Catthoor, G. (1991) - Waarnemingen van reptielen en
amfibieën in Meerdaalwoud in de periode 1985 - september 1991. Eigen uitgave.
• Hyla.flits (2005) - De 'Poel van de Dood' in het Mollendaalbos. Hyla.flits, 2005(2):2.
• Jacobs, 1. (2008) - Toestand van de Vuursalamander in Oost-Vlaanderen. Ecologie, verspreiding en aanzet tot soortbescherming. Eindrapport van de studie Soortbeschermingsplan voor de Vuursalamander in Oost
Vlaanderen' Rapport Natuurpunt Studie 2008/7, Mechelen, België.
• Lambrechts, J., Stijnen, T. & Vanderheyden I. (2011). Onderzoek naar de verspreiding van en opmaak van een soortbeschermingsplan voor de Vuursalamander (Salamandra salamandra L.). Arcadis Belgium iov ANB Vlaams-Brabant. 143 blz +kaartenbundel.
• Moreau, K. (1999) - Ontdek de Vuursalamander Salamandra salamandra en ontmoet baltsende Houtsnippen Scolopax rusticola. De Boomklever, 27:29-32.
• Moreau, K. (2004) - De poel des doods. De Boomklever, 32:85-86.
• Vanautgaerden, G. & Moreau, K. (2009) :.... Leucistische Vuursalamander in het Meerdaalse water. De Boomklever, 37:40-43
• Stumpel, T. & Strijbosch H. (2006) - Veldgids amfi
bieën en reptielen. KNNV, Utrecht. 318 pp.
Gert Vanautgaerden [email protected]
Anthophila fabriciana, Laanvalllei Sint-Agatha-Rode, foto: André Verboven
1 n deel 1 van dit overzicht werden de meest primitieve families Micropterigidae (Oermot
ten) tot en met Lyonetiidae (Sneeuwmotten) behandeld. Dit tweede deel omvat de families
Ethmiidae tot en met Choreutidae (Glittermotten).
De zeldzaamheid wordt zoals in Deel Il aangeduid als volgt: * Algemeen **
***
****
Vrij Algemeen
Zeldzaam
Zeer Zeldzaam
Ethmiidae
- Ethmia quadrilella (Goeze, 1783) - Kleine
zwartwitmot - **
Depressariidae
- Agonopterix angelicella (Hübner, 1813) - Moeras
kaartmot - **
- Agonopterix arenella ([Denis & Schiffermüller],
1775) - Bleke kaartmot - **
- Agonopterix ciliella (Stainton, 1849) - Bonte kaartmot - **
- Agonopterix ocellana (Fabricius, 1775) - Rood
vlekkaartmot - **
Agonopterix propinquella (Treitschke, 1835) -
Zwartvlekkaartmot - **
Agonopterix yeatiana (Fabricius, 1781) - Peen
kaartmot - **
- Depressaria depressana (Fabricius, 1775) - Klein
peenplatlijfje - **
Elachistidae (Grasmineermotten)
- Elachista argentella (Bruand, 1859) - grijsgevlek
te grasmineermot - *
- Elachista argentella (Clerck, 1759) - Witte gras
mineermot - **
- Elachista rufocinerea (Haworth, 1828) - Rossige
grasmineermot - **
De Boomklever - september 201 1 63
Chimabachidae (Kortvleugelmotten) - Diurnea fagella ([Denis & Schiffermüller], 1775) -
Voorjaarskortvleugelmot - *
- Diurnea lipsiella ([Denis & Schiffermüller], 1775)
- Herfstkortvleugelmot - **
Diurnea fagella, Egenhovenbos Egenhoven, 5 april 2009, foto: André Verboven
Oecophoridae (Sikkelmotten)
- Batia lunaris (Haworth, 1828) - Kleine mosboorder - **
- Borkhausenia fuscenscens (Haworth, 1828) - Dwergsikkelmot - •
64 De Boomklever - september 201 1
- Borkhausenia luridocomella (Herrich-Schäffer,
1856) - Geelkopdwergsikkelmot - **
- Borkhausenia minutella (Linneaus, 1758) -
Schuursikkelmot - **
- Carcina quercana (Fabricius , 1775) - Yuurmot - *
- Crassa unitella (Hübner, 1796) - Zwamboorder - *
- Dasycera oliviella (Fabricius, 1794) - Schorsvaan-
deldrager - ****
- Denisia similella (Hübner, 1796) - Citroenstam
gastje - **
Endrosis sarcitrella (Linneaus, 1758) - Witkopmot - *
- Harpellaforficella (Scopoli, 1763) - Bruine molmboorder - **
- Hofmannophila pseudospretella (Stainton, 1849)
- Bruine huismot - *
- Metalampra cinnamomea (Zeiler, 1839) - Kaneel-
sikkelmot - **
- Oecophora bractella (Linneaus , 1758) - Molmboorder ) - •
Stathmopoda pedella (Linnaeus , 1761) - Pootmot
**
Op 27 juni 2006 ving de auteur één exemplaar van Dasycera oliviella in het Onderbos (Terlanen). Dirk en Wanda Hennebel noteerden op 26 mei 2010
eveneens een exemplaar te Holsbeek. De rups leeft onder de schors van dode loof- en naaldbomen.
Coleophoridae (Kokermotten) - Coleophora albitarsella Zeiler, 1849 - Zwarte wei
dekokermot - **
- Coleophora alcyonipennella (Koilar, 1832) - Metaalkokermot - **
- Coleophora alnifoliae (Barasch, 1934) - Elzenkokermot - **
- Coleophora anatipennella (Hübner, 1796) - Witte meidoornkokermot - *
- Coleophora caespittiella Zeiler, 1839 - Bieskokermot - **
- Coleophora currucipennella Zeiler, 1839 - Okervlerkkokermot - **
- Coleophora flavipennella (Duponchel , 1843) -
Donkere eikenkokermot - **
- Coleophora glaucicolella Wood, 1892 - Bleke ruskokermot - **
Coleophora kuehnella (Goeze, 1783) - Blaasjespistoolkokermot - **
Coleophora laricella (Hübner, 1817) - Larikskokermot - *
- Coleophora lineolea (Haworth, 1828) - An
doornkokermot - **
- Coleophora mayrella (Hübner, 1813) - Kamspiet
kokermot - **
- Coleophora pennella ([Denis & Schiffermüller],
1775) - Haartjeskokermot - **
- Coleophora serratella (Linnaeus, 1761)
Bruingrijze kokermot - *
- Coleophora sternipennella (Zetterstedt, 1839) -
Ganzenvoetkokermot - **
- Coleophora striatipennella Tengström, 1848 -
Muurkokermot - **
- Coleophora versurella Zeiler, 1849 - Bleekge
streepte meldekokermot - vrij aglemeen
Momphidae (Wilgenroosjesmotten)
- Mompha epilobiella ([Denis & Schiffermüller], 1775) - Gewone wilgenroosjesmot - **
- Mompha langiella (Hübner, 1796) - Zwarte heksenkruidmot - ***
- Mompha subbistrigella (Haworth, 1828) - Baster
dwederikpeulmot - *
Op 2 juni 2009 ontdekten Paul en Krista Nuyts
Degreef een bladmijn van Mompha langiella in het
Meerdaalwoud. De larve mineert in de bladeren van Groot heksenkruid en verschillende soorten Baster
dwederik (Epilobium).
Cosmopterigidae (Prachtmotten)
- Cosmopterix ziegleriella (Hübner, 1810) - Hopprachtmot - ***
- Limnaecia phragmitella Stainton, 1851 - Lisdoddeveertje - **
Hoewel Cosmopterix ziegleriella als *** vermeld
wordt in waarnemingen.be is ze dat in onze streek beslist niet. De karakteristieke bladmijnen op Hop
(Humulus lupulus) kunnen in vrijwel het ganse Dijleland talrijk aangetroffen worden.
Gelechiidae (Palpmotten)
- Anacampsis blattariella (Hübner, 1796) - Spik
kelpalpmot - **
Argolamprotes micella ([Denis & Schiffermüller], 1775) - Frambozenpalpmot - *""'
Brachmia blandella (Fabricius, 1798) - Puntvleu
gelpalpmot - **
Brachmia inornatella (Douglas, 1850) - Poeltjespalpmot - ***
- Bryotropha domestica (Haworth, 1828) - Mo
spalpmot - *
- Bryotropha terrella ([Denis & Schiffermüller], 1775) - Oranje mospalpmot - **
- Chionodes electella (Zeller, 1839) - Gevlekte wit
koppalpmot - **
- Chrysoesthia drurella (Fabricius, 1775) - Glorie
mot - **
- Gelechia senticetella (Staudinger, 1859) - Zwarte
haakpalpmot - **
- Helcystogramma rufescens {Haworth, 1828) -
Rietpalpmot - **
- Hypatima rhomboidella (Linnaeus, 1761) - Zand
lopermot - **
- Isophryctis striatella ([Denis & Schiffermüller],
1775) - Streepbandmot - **
- Parachronistis albiceps (Zeller, 1839) - Zebramot
**
- Recurvaria leucatella (Clerck, 1769) - Gordel
palpmot - **
- Syncopacma larseniella (Gozmány, 1957) - Band
palpmot - **
- Teleiodes luculella {Hübner, 1813) - Maanpalpmot - **
- Teleiodes vulgella ([Denis & Schiffermüller], 1775)
- Gammapalpmot - **
Tijdens een lichtvangst van Natuurpunt Studie op 14 juli 2010 in de Molenbeekvallei te Erps-Kwerps
(geleid door Wim Verachtert) werden niet minder
dan 35 exemplaren van Argolamprotes micella ge
meld. De biologie van deze soort is slecht gekend, maar men neemt aan dat de rups op Framboos leeft.
Tijdens diezelfde excursie verscheen ook een exemplaar Brachmia inornatella in de val. De rups van
deze soort leeft in de stengel van Riet.
Limacodidae (Slakrupsvlinders)
- Apoda limacodes (Hufnagel, 1766) - Slakrups - *
- Heterogenea asella ([Denis & Schiffermüller],
1775) - Kleine slakrups - ****
Heterogenea asella werd een eerste maal waargenomen tijdens een NSG Dijleland nachtvlinderexcursie
in het Meerdaalwoud {Sint- Joris-Weert) op 27 juli 2008. Later werd de soort nog tweemaal waargeno
men: door K.Hansen op de Kesselberg (Kessel-LO) op 20 en 25 juli 2010 en door B. Misonne op 29 juli
2010 in het Moorselbos (Tervuren). De rups leeft op
beuk en eik in oude loofbossen.
De Boomklever - september 201 1 65
Zygaenidae (Bloeddrupjes) - Zygaena .filipendulae (Linnaeus, 1758) - Sint
jansvlinder - **
Sesiidae (Wespvlinders) - Pennisetia hylaeiformis (Laspeyres, 1801) - Fram
bozenwespvlinder - ***
- Sesia apiformis (Clerck, 1759) - Hoornaarvlinder
**
- Synanthedon vespiformis (Linneaus, 1761) - Ei-
kenwespvlinder - ***
Joris Menten ving op 25 juli 1998 een exemplaar
Synanthedon vespiformis in het bosreservaat Pruikenmakers (Bierbeek). De rups boort in de stam en
takken van eik. Thibault Tassignon ontdekte op 19
augustus 2010 drie exemplaren Pennisetia hylaeiformis in La Hulpe en 2 dagen later ving Nobby Thys
een vrouwtje van dezelfde soort in Putkapel - Kwade
Hoek. De determinaties werden bevestigd door Theo Garrevoet, de Vlaamse specialist van deze familie.
Cossidae (Houtboorders) - Cossus cossus (Linneaus, 1758) - Wilgenhoutvlin
der - *
- Zeuzera pyrina (Linneaus, 1761) - Gestippelde houtvlinder - **
Tortricidae (Bladrollers)
- Acleris cristana ([Denis & Schiffermüller], 1775) -
Diamantborsteltje - **
- Acleris emargana (Fabricius, 1775) - Gehakkelde bladroller - **
- Acleris forsskaleana (Linnaeus, 1758) - Kleine boogbladroller - **
- Acleris hastiana (Linnaeus, 1758) - Kameleonbladroller - **
- Acleris Laterana (Fabricius, 1794) - Variabele driehoeksbladroller - **
- Acleris sheperdana (Stephens, 1852) - Spireaboogbladroller - ••
- Acleris variegana ([Denis & Schiffermüller], 1775)
- Witschouderbladroller - **
- Adoxophyes orana (Fischer von Röslerstamm, 1843) - Vruchtbladroller - **
- Aethes cnicana (Westwood, 1854) - C-smalsnuitje
- Aethes rubigana {Treitschke, 1830) - Donker c
snuitje - ••
- Aethes smeathmanniana (Fabricius, 1781) - Kom
mabladroller - ••
66 De Boomklever - september 201 1
- Agapeta amana (Linneaus, 1758) - Distelbladroll-
er - **
- Aleimma loeflingiana (Linnaeus, 1758) - Zonne
sproetbladroller - *
- Ancylis achatana ([Denis & Schiffermüller], 1775)
- Dwarsstreephaakbladroller - *
- Ancylis laetana (Fabricius, 1775) - Witte haak-
bladroller - **
- Ancylis mitterbacheriana ([Denis & Schiffermül
ler], 1775) - Oranje haakbladroller - •
- Ancylis obtusana (Haworth, 1811) - Rossige haakbladroller - **
- Apatomis betuletana (Haworth, 1811) - Berken
marmerbladroller - **
- Aphelia paleana (Hübner, 1793) - Gele bladroller
**
- Archips opporana (Linnaeus, 1758) - Fraaie den
nenbladroller - *
- Archips podana (Scopoli, 1763) - Grote appelbladroller - •
- Archips xylosteana (Linnaeus, 1758) - Gevlamde
bladroller - **
- Argyrotaenia ljungiana (Thunberg, 1797) - Bruin
bandbladroller - *
- Bactra lanceolana {Hübner, 1799) - Gewone biesbladroller - **
- Cacoecimorpha pronubana {Hübner, 1799) - Anjerbladroller - **
- Celypha lacunana ([Denis & Schiffermüller], 1775) - Brandnetelbladroller - •
- Celypha rufana (Scopoli, 1763) - Smallijnbladroll-er - **
- Celypha striana ([Denis & Schiffermüller], 1775)
- Paardenbloembladroller - *
Clepsis consimilana (Hübner, 1817) - Tuinbladroller - *
Clepsis rurinana (Linnaeus, 1758) - Cirkelbladroller - ***
Clepsis spectrana {Treitschke, 1830) - Koolbladroller - **
Cnephasia incertana (Treitschke, 1835) - Spikkelbladroller - *
Cnephasia stephensiana (Doubleday, 1849) -
Zomerspikkelbladroller - **
Cochylis dubitana {Hübner, 1799) - Blauwedistelbladroller - **
Cochylis rupicola (Curtis, 1834) - Veelkleurige bladroller - ***
Cydia fagiglandana (Zeiler, 1841) - Beukenspiegelmot - **
- Cydia pomonella (Linnaeus, 1758) - Fruitmot - *
- Cydia splendana (Hübner, 1799) - Gewone spie-
gelmot - *
- Dichelia histrionana (Fröhlich, 1828) - Splinter
vlekbladroller - **
- Dichrorampha acuminatana (Lienig & Zeller,
1846) - Margrietwortelmot - **
- Dichrorampha agilana (Tengström, 1848) - Klei
ne wortelmot - **
- Dichrorampha petiverella (Linnaeus, 1758) -
Kommawortelmot - **
- Dichrorampha simpliciana (Haworth, 1811) -
Bleke kommawortelmot - **
- Ditula angustiorana (Haworth, 1811) - Zomer
bladroller - *
- Enarmonia formosana (Scopoli, 1763) - Schors
boorder - **
- Endothenia gentianaeana (Hübner, 1799) -
Kaardebolbladroller - **
- Endothenia quadrimaculana (Haworth, 1811) -
Paardenkopbladroller - **
- Epagoge grotiana (Fabricius, 1781) - Schemer
bladroller - **
- Epiblema foenella (Linnaeus, 1758) - Hoefijzer
mot - **
- Epiblema scutulana ([Denis & Schiffermüller],
1775) - Distelzadelmot - **
- Epinotia bilunana (Haworth, 1811) - Witte oog
bladroller - **
- Epinotia brunnichana (Linnaeus, 1767) - Witvle
koogbladroller - **
- Epinotia cruciana (Linnaeus, 1761) - Fraaie oog
bladroller - **
- Epinotia huebneriana Koçak, 1980 - ****
- Epinotia immundana (Fischer von Röslerstamm,
1843) - Elzenoogbladroller - *
- Epinotia nisella (Clerck, 1759) - Variabele oog
bladroller - **
- Epinotia pygmaeana (Hübner, 1799) - Witvleu
geloogbladroller - **
- Epinotia solandriana (Linnaeus, 1758) - Zade
loogbladroller - *
- Epinotia tedella (Clerck, 1759) - Sparrenoog
bladroller - **
- Epinotia tenerana ([Denis & Schiffermüller],
1775) - V-oogbladroller - **
- Eucosma campoliliana ([Denis & Schiffermüller],
1775) - Zwartwit knoopvlekje - **
- Eucosma cana (Haworth, 1811) - **
- Eucosma conterminana (Guenée, 1845) - Sladis
telknoopvlekje - **
- Eulia ministrana (Linneaus, 1758) - Papegaai
bladroller - **
- Grapholita compositella (Fabricius , 1775) - Ser
geant-majoortje - **
- Gypsonoma aceriana (Duponchel, 1843) - Populi
erenbladroller - **
- Gypsonoma dealbana (Frölich, 1828) - Loof
boombladroller - **
- Gypsonoma minutana (Hübner, 1799) - Rode po
pulierenbladroller - **
- Gypsonoma oppressana (Treitschke, 1835) -
Zwartepopulierenbladroller - **
- Gypsonoma sociana (Haworth, 1811) - Witsnuit
populierenbladroller - **
- Hedya nubiferana (Haworth, 1811) - Gewone wit
vlakbladroller - *
- Hedya pruniana (Hübner, 1799) - Pruimwitvlak
bladroller - *
- Hedya salicella (Linneaus, 1758) - Pinguintje - **
- Lathronympha strigana (Fabricius, 1775) -
Hertshooibladroller - *
- Lobesia abscisana (Doubleday, 1849) - Slangenk
ruidbladroller - **
- Lozotaeniodesformosana (Frölich, 1830) - Stipjes
bladroller - **
- Notocelia cynosbatella (Linnaeus, 1758) - Her
melijnbladroller - *
- Notocelia roborana ([Denis & Schiffermüller],
1775) - Scherpe hermelijnbladroller - **
- Notocelia rosaecolana (Doubleday, 1850) - Rozen
hermelijnbladroller - **
- Notocelia trimaculana (Haworth, 1811)
Breedgehaakte hermelijnbladroller - *
- Notocelia uddmanniana (Linnaeus, 1758) - Bra
menbladroller - **
- Pammene aurana (Fabricius, 1775) - Oranje dw
ergbladroller - **
- Pammene fasciana (Linnaeus, 1761) - Gewone
dwergbladroller - **
- Pammene germmana (Hübner, 1799) - Haakjesd
wergbladroller - ***
- Pandemis cerasana (Hübner, 1786) - Kerseblad
roller - *
- Pandemis cinnamomeana (Treitschke, 1830) -
Witsnuitbladroller - **
- Pandemis corylana (Fabricius, 1794) - Hazelaar
bladroller - *
De Boomklever - september 201 1 6 7
- Pandemis heparana ([Denis & Schiffermüller],
1775) - Leverkleurige bladroller - *
- Phallonidia manniana (Fischer von Röslerstamm,
1839) - Muntbladroller - **
- Phtheochroa inopiana (Haworth, 1811) - Dof
smalsnuitje - **
- Pseudargyrotoza conwagana (Fabricius, 1775) -
Zilvervlekbladroller - *
- Rhopobota naevana (Hübner, 1817) - Topspinertje - **
- Rhyacionia pinicolana (Doubleday, 1849) - Rode
dennenlotboorder - **
- Spatalistis bifasciana (Hübner, 1787) - Azuurbladroller - **
- Spilonota laricana (von Heinemann, 1863) - Bonte lariksbladroller - **
- Spilonota ocellana ([Denis & Schiffermüller],
1775) - Rode knopbladroller - *
- Strophedra weirana (Douglas, 1850) - Beukenbladroller - **
- Syndemis musculana (Hübner, 1799) - Struikbladroller - **
- Tortricodes alternella ([Denis & Schiffermüller], 1775) - Voorjaarsbladroller - *
- Tortrix viridana (Linnaeus, 1758) - Groene eikenbladroller - •
- Zeiraphera isertana (Fabricius, 1794) - Grootkopbladroller - **
Tijdens de NSGD inventarisatietocht in het Wijgmaalbroek (Wijgmaal) op 3 juli 2005 werd één exemplaar Cochylis rupicola verzameld. De rups leeft leverkruid en wolfspoot.
Van Clepsis rurinana ving de auteur tweemaal één exemplaar in zijn tuin (Heverlee) op 11 juni 2006 en op 30 augustus 2006. Erik Toorman ving dezelfde soort op vier verschillende dagen tussen 16 augustus 2010 en 6 september 2010 in Linden. De rups is polyfaag.
Tijdens een nachtvlinderinventarisatie op 14 juli 2010 in de Molenbeekvallei te Veltem-Beisem werden 4 exemplaren van Epinotia huebneriana gevangen door Wim Veraghtert en Natuurpunt Studie.
De soort bleek nieuw te zijn voor België. De soort heeft een groot verspreidingsgebied dat van NoordAfrika tot Oost-Azië loopt, maar in de lage landen was ze nog nooit gezien. Nochtans leeft de rups op
68 De Boomklever - september 201 1
Gewone Braam en Framboos, die beide wijdver
spreid zijn in België.
Verscheidene exemplaren Pammene germmana wer
den door de auteur waargenomen op 20 juni 2005 op
het Termunckveld te Heverlee en een ander exem
plaar werd gemeld door Roel Uyttenbroeck en Johan
Vandeplas op 22 mei 2010 in het Dunbergbroek te
Holsbeek. Over de leefgewoonte van de rups van
deze soort is weinig geweten.
Choreutidae (Glittermotten)
- Anthophila fabriciana (Linnaeus, 1767) - Brand
netelmot - *
De fladderiep, fladderolm, steel iep of
steelolm (U/mus /aevis Pallas) is als in
heemse loofboom bij velen onbekend. In te
genstelling tot de andere inheemse en beter
bekende iepensoorten, de ruwe iep of ber
golm (U/mus glabra Huds.) en de gladde iep of
veldolm (U/mus minor Mill.), blijkt de fladderiep
in de natuur nochtans zelden aangetast te
worden door de olmenziekte.
Samen met zijn natuurlijke habitat (hardhout-ooi
bossen) verdween deze soort echter uit het land
schap. Relictpopulaties zijn in Vlaanderen dan ook
uiterst zeldzaam geworden.
Vanuit het INBO (Instituut voor Natuur en Bosonderzoek) geniet deze zeldzaamheid, naast andere
zorgenkindjes zoals bvb. zwarte populier (Populus
nigra ) en wilde appel (Malus sylvatica ) bijzondere
aandacht. Via de aanleg van genenbanken en zaad
boomgaarden tracht men de nog aanwezige genen
diversiteit maximaal te bewaren.
Determinatie Kenmerkend voor de soort zijn de lang gesteelde
bloemen en vruchten. Daarentegen zijn bij zowel de
ruwe als de gladde iep de bloemen en vruchten zeer
kort gesteeld. Naast de opvallende bloeiwijze, kan
ook het blad in de richting van de juiste soort leiden.
Bij fladderiep lopen de zijnerven van het blad mooi
evenwijdig en splitsen bijna niet (in tegenstelling tot
de twee andere inheemse iepen waarbij de zijnerven
regelm.atiger splitsen). De bovenzijde van het blad is
kaal en glad, terwijl de onderzijde zacht behaard is.
Daarnaast heeft de fladderiep een zéér sterk asym
metrische bladvoet, al dient te worden opgemerkt
dat dit ook bij de andere iepen het geval kan zijn.
Tot slot vormen de volgroeide exemplaren van deze
soort plankwortels, die zorgen voor extra stevigheid
in een van nature vochtige habitat. De soort wordt
tot maximaal 35m hoog.
Voorkomen in Vlaanderen en Europa Als soort van vochtige, voedselrijke grond hoort de
steeliep thuis langs beken en rivieren. Maar door
het indijken van grote rivieren verdween op heel wat
plaatsen de typische habitat. Wat Vlaanderen be
treft leverde de inventaris naar autochtone bomen
De Boomklever - september 201 1 69
en struiken (in opdracht van het Agentschap voor
Natuur en Bos; sinds 2008 gebiedsdekkend aanwe
zig voor Vlaanderen) naast de reeds gekende locaties
nog een aantal nieuwe standplaatsen op. Daarnaast
is de soort eveneens teruggevonden in relatief recent
aangeplante bossen en privé-tuinen, lanen en arbo
reta.
Op de meeste autochtone vindplaatsen betreft het
oude knotbomen (Ruiselede, Sint-Lievens-Houtem,
Zoerselbos; Kermt, Heers) of hakhoutstoven (De
Panne, Heers, Zandhoven, Zoerselbos, Moerbeke,
Lembekebos, Heers, Brakelbos, Overijse), naast nog
een beperkt aantal locaties met opgaande en soms
oude bomen (Moerbekebos, Heers).
Niet enkel in Vlaanderen maar ook in de rest van
Europa heeft de soort te lijden gehad onder habitat
verlies. Kleine en sterk gefragmenteerde populaties
zijn nog te vinden langsheen sommige Europese
rivieren. Ook deze populaties zijn zo sterk geredu
ceerd dat ze dreigen verloren te gaan als gevolg van o.a. genetische factoren (inteelt, beperkte genetische
diversiteit).
70 De Boomklever - september 201 1
Voorkomen in het Dij/eland Naast een hakhoutstoof in de zuidelijke bosrand
van het Bertemboscomplex, en een aantal bomen
in de omgeving van de hertenbergstraat in Tervuren
(mond. meded. Willy Verbeke), werden er door de
auteur begin 2009 twee oude hakhoutstoven en een
solitaire boom ontdekt in de Laanvallei.
De solitaire boom legde in de zomer van 2009 echter
het loodje. Deze vertoonde symptomen van de ge
vreesde iepenziekte (pers. mededeling). De stoven -
waarvan de grootste met een omtrek van meer dan 9
meter - bevinden zich beide op de oeverwal van de
Laan, hetgeen als een typische standplaats kan wor
den bestempeld. Deze waarneming werd op terrein
bevestigd door het INBO en het ANB. De leeftijd
van de stoven kan voorzichtig geschat worden op 100
tot 300 jaar.
lepenziekte De olmen- of iepenziekte is een sterk besmettelijke
verwelkingsziekte. De ziekte wordt veroorzaakt door
een schimmel die overgedragen wordt door iepen
spintkevers (Scolytus scolytus en S. multistriatus) en
die zich via de houtvaten verspreidt. Als reactie op de
infectie sluit de boom zijn eigen vaten af, waardoor
de sapstroom in de geïnfecteerde takken - en later ook de gehele boom - stilvalt. Een geïnfecteerde olm vertoont dus verwelkingsymptomen en sterft meestal hetzelfde groeiseizoen af. Vooral gladde en ruwe iep zijn heel gevoelig voor de olmenziekte. Ook de fladderiep is er gevoelig voor, al worden er bij fladderiepen in West-Europa slechts zelden symptomen van de ziekte waargenomen. Dit heeft te maken met het feit dat iepenspintkevers in de natuur niet aangetrokken worden tot fladderiep. In centraal en OostEuropa daarentegen, werd de olmenziekte wel reeds waargenomen op fladderiep. De gladde iep en de ruwe iep komen daar van nature minder of niet voor, zodat de kevers die de schimmel overdragen, niet de keuze hebben tussen verschillende iepensoorten.
Zaadboomgaarden Momenteel worden er door het INBO zaadboomgaarden aangelegd van o.a. fladderiep. Het inzamelen vaR het resterend genetisch materiaal wordt een eerste stap naar een nieuwe toekomst voor deze bedreigde soort. De boomgaarden zullen op termijn commercieel haalbare zaadoogsten toelaten. Ook van de beide stoven in de Laanvallei (Overijse) werden in het vroege voorjaar van 2010 stekken verzameld en naar het INBO opgestuurd. Deze werden met succes opgenomen in de genenbank zodat hun genetische informatie in de toekomst aanwezig kan blijven in de zaadoogsten uit de autochtone zaadboomgaarden. Op die manier kan fladderiep op termijn misschien worden aangeplant als een volwaardig alternatief voor ruwe en gladde iep ... en daarmee misschien ook voor de Iepenpage (Satyrium w-album ).
Hans Roosen
Met dank aan Kristine Vander Mijnsbrugge (JNBO) en Erik Bartholomees (ANB) voor het aanleveren van
info, terreinbezoeken en het verzamelen van stekmateriaal.
'ntj-' -_· tanten ,�f}.�� ··� -
Referenties: - MAES, B. , J. BASTIAENS, 0. BRINKKEMPER,
K. DEFORCE, C. RÖVEKAMP, P. VAN DEN BREMT & A. ZWAENEP OEL, 'Inheemse bomen en struiken in Nederland en Vlaanderen: herkenning, verspreiding, geschiedenis en gebruik; Uitgeverij Boom, Amsterdam, 2006
- Kristine Vander Mijnsbrugge, An Vanden Broeck & Jozef Van Slycken, 'Ulmus laevis in Flanders; lnstitute for Forestry and Game Management, Gaverstraat 4, B-9500 Geraardsbergen, Belgium, 2005
De Boomklever - september 20 1 1 71
Dijlelandse biodiversiteit opgelijst (april-juni 201 1) Nieuw ingevoerde soorten voor de periode april - juni 201 1
1 n de periode april tot en met juni 201 1
werden er 3 23 nieuwe soorten toegevoegd
aan de soortenlijst op waarnemingen.be
voor het Dijleland s.s., zijnde de gemeenten
Kortenberg, Herent, Leuven, Bertem, Hever
lee, Oud-Heverlee, Huldenberg en Overijse
en het volledige Meerdaalwoud. Slechts 20
soorten waren toevoegingen van oude waar
nemingen voor 20 1 1.
In deze bijdrage is het onmogelijk om alle nieuw ingevoerde soorten te vermelden. In veel gevallen worden algemene soorten, exoten en niet aanvaarde waarnemingen van moeilijke groepen achterwegen gelaten. Het overzicht dat hier gegeven wordt kan niet aanzien worden als de lijst van nieuwe soorten in de regio. Waar deze status gekend is wordt dit wel meegegeven. Voor meer duiding en nuances zie (Creemers 2011). Voor eenvoud en referentie worden dezelfde pragmatische soortengroepen onderscheiden en in dezelfde volgorde besproken als kan teruggevonden worden op waarnemingen.be (wn.be) en de regiopagina. Ondanks de bedenkingen die er zijn bij de aanwijzing van zeldzaamheidsklassen voor sommige soortgroepen, geven we deze info wel mee tussen haakjes: bij de titel van de soortgroep als een verdeling van de zeldzaamheidsklassen van alle nieuwe ingevoerde soorten binnen die groep en achter de vermelde soortnamen (A=Algemeen, VA= Vrij Algemeen, Z=Zeldzaam, ZZ=Zeer zeldzaam, versie januari 2011). Nb= Niet beoordeeld door administrator op het moment van schrijven (vaak door afwezigheid van een foto) en Av= aanvaard door adminstrator. Wn.be = waarnemingen.be.
72 De Boomklever - september 201 1
Vogels (A 0, VA 0, Z 0, ZZ /) De eerste waarneming van Ralreiger (Ardeola ralloides) in de regio wordt besproken in het vogelwaarnemingenoverzicht in dit nummer.
Zoogdieren (A I, VA I, Z 0, ZZ 0) Aardmuis (Microtus agrestis, VA, Nb) en Gewone bosspitsmuis (Sorex araneus, A, Nb) zijn, net als andere 'muizen; soorten die zelden levend worden gezien én gemeld. Het zijn echter algemene soorten waarvan resten veelvuldig in braakballen (vnl. Kerkuil) worden gevonden. Ook in het verleden in onze regio werden deze soorten voor onze regio zo bevestigd. Determinaties gebeuren voornamelijk op basis van de schedel en het gebit. De Gewone bosspitsmuis is uitwendig moeilijk te onderscheiden van Twéekleurige Bosspitsmuis (Sorex coronatus), een zustersoort die in V laams-Brabant in vergelijkbare dichtheden voorkomt.
Dagvlinders (A 0, VA 0, Z I, ZZ I) Kleine parelmoervlinder (Issoria lathonia, Z) 1 ex. 24/04 te Winksele (Bart Vercoutere, Av). In onze regio is deze soort een niet jaarlijkse dwaalgast. Zwervers werden in de regio eerder gezien in 2004 en 2006. In 2009 werd ook een exemplaar gezien in de buurt van Pécrot (plateau van Bossut-Gottechain).
Kleine weerschijnvlinder (Apatura ilia, ZZ). Een eerste waarneming van een mannetje te Tervuren/ Arboretum (05/06, Bernard & Alexandre Misonne, Nb). Com. Waarnemer: "vorm clythie gelukkig was mijn zoon ook getuige. Zo ben ik zeker dat het geen droom was!''. Een tweede waarneming van een vrouwtje te Mollendaalbos (22/06, Jorg Lambrechts, Av). Com. Waarnemer: "forma clytie, gevonden op bospad omstreeks 20u; ik heb haar verplaatst naar veiliger plek''.
Tot voor dit jaar werden slechts 4 waarnemingen van
deze soort genoteerd in Vlaanderen (pers. med. Dirk
Maes)! In Vlaanderen zijn naast deze, voorlopig ook ander waarnemingen gekend van Kleine weerschijn
vlinders te Lubbeek, de Demervallei en in NoordLimburg. Deze 'invasie' is vermoedelijk gerelateerd aan de hoge temperaturen in het voorjaar.
Kleine weerschijnvlinder in Mollendaal. Foto: forg Lambrechts
Nachtvlinders en micro's (A 16, VA 31, Z 20, ZZ 4) Meer en meer van de nachtvlinderwaarnemers beginnen nu ook met het op naam te brengen van de microvlinders die te herkennen zijn in het veld, nu dat ze de macrovlinders onder de knie hebben. Met als gevolg dat er naast 33 nieuwe macro's, ook 37 nieuwe soorten microvlinders werden ingevoerd in wn.be.
Van 14 soorten werden oudere waarnemingen doorgegeven. Allen afkomstig van Tervuren uit de periode 1996 - 2009 (Bernard & A lexandre Misonne). De bijzonderste soorten betreffen Roestige stipspan
ner (Jdaea inquinata, ZZ, Av), Gehoekte Schim
melspanner (Dysstroma citrata, ZZ, Nb), Vlek
daguil (Heliothis peltigera, Z, Av), Tweekleurige
tandvlinder (Leucodonta bicoloria, Z, Av), Zwarte-
1-vlinder (Arctornis l-nigrum, ZZ, Av), Tere zomer
vlinder (Hemistola chrysoprasaria, Z, Av), Witte
hermelijnvlinder (Cerura erminea, Z, Av).
-��-��;: . Biodivèrsiteit
, :1."-:.�' ;
De gebieden met het meeste aantal nieuw ingevoer
de soorten zijn de gemeente Erps-Kwerps met o.a. de Molenbeekvallei (24), gemeente Overijse (20), ge
meente Tervuren (6) en Kesselberg en omgeving (5). De voornaamste nieuw ingevoerde microvlinders die enkel waargenomen zijn in 2011 zijn:
Druivenbladroller (Lobesia botrana, Z) 1 ex. op
licht, 25/04 te Overijse (paul & krista nuyts-de greef, Av). Deze waarneming was de eerste in enkele dece
nia voor België (pers. med P. Nuyts). De soort was voordien ook enkel gekend van Brabant. Ondanks zijn schijnbare zeldzaamheid veroorzaakt dit vlindertje grote problemen in de druiventeelt en wordt hij actief bestreden. Hij is van afkomst een Zuid-Europese soort die als pest wordt beschouwd in wijngaarden. Bij de ontdekking van deze soort in wijngaarden van California in 2009 werden zelfs quarantaines ingericht om de verspreiding in te dijken. Het gaat dus om een soort die voornamelijk in de drui
venserres in Overijse voortplant en bij warm weer, na ontsnapping, enige tijd zal kunnen overleven. Een (tijdelijke) vestiging van deze soort in warme jaren is niet uitgesloten vermits ze ook andere waardplanten kan gebruik, waaronder klimop en voorkomt in 2 tot 4 generaties.
Tweekleurige wiJgenroosjesmot (Mompha rasch
kiella, Z) 1 ex. 30/04 te Overijse (P aul & Krista Nuyts-De Greef, Av). Een vrij zeldzame soort in België. De soort is algemeen in Nederland langs wegen, op ruderale terreinen, open plekken in bossen, aan bosranden en op heidevelden.
Rode duifmot (Pseudoswammerdamia combinella,
VA) 1 ex. 02/05 te Bertem/Koeheide (Jan Van Uytvanck, Av). Zelden gezien in België. In Brabant is bij kenners de aanwezigheid enkel gekend van voor 1980. Niet vermeld op de regiolijst van Verboven (2011). Op dit moment slechts 5 locaties in België, waarvan 2 in Vlaanderen op wn.be. De larve maakt een mijn in een laag hangend blad van sleedoorn (Prunus spinosa).
Gemarmerde drievlekbladroller (Lozotaenia for
sterana, Z) 1 ex. 28/05 te Kesselberg (Krien Hansen, Av) en tot 3 ex. in de Molenbeekvallei (Griet Nijs, Wim Veraghtert en Gerard Moors, Nb). Een zeer zeldzaam en lokale soort in België. Ook in Holsbeek werd deze soort gemeld op wn.be, net als uit slechts
De Boomklever - september 201 1 73
vijf andere locaties in Vlaanderen. Waardplanten
zijn o.a. Bosbes (Vaccinium), andoorn (Stachys),
klimop (Hedera), kamperfoelie (Lonicera), Ribes, Le
dum, Larix, spar (Picea, Abies) en Fragaria.
Cirkelbladroller (Clepsis rurinana, Z) 1 ex. 29/05 te
Erps - Kwerps (Pieter Moysons, Av). Niet algmene
soort in België. Net buiten de regio ook waargeno
men in Linden. Daarbuiten enkel ingevoerde waar
nemingen van de regio Brussel, Scherpenheuvel
Zichem en Hasselt.
Nieuw ingevoerde macrovlinders in 2011, die het meeste opvallen zijn :
Prunusspanner (Aleucis distinctata, Z) 1 ex. 22/04
te Eizer/Horenberg (Tom Deroover, Av). Een zeld
zame soort in België, voornamelijk gekend van het
zuidelijke deel van het land, maar populaties in Bra
bant waren eerder ook gekend. Voorlopig 4 locaties
in Vlaanderen op wn.be (allen in Vlaams-Brabant).
De vliegtijd van deze soort valt ongeveer samen met de bloeitijd van sleedoorn. Andere Prunus soorten
en meidoorn zijn ook waardplanten.
Eikenoogspanner ( Cyclophora porata, Z) 1 ex.
30/04 te Tervuren/Moorsel (Bernard & Alexandre
Misonne, Av). Com. waarnemer: "Eerste vangst.
Misschien tot hiertoe over het hoofd gezien o.w.v.
gelijkenis met sommige punctaria. " Een zeldzame
soort in heel België, behalve in het westen. In Vlaan
deren gaat het om een tiental gebieden op wn.be.
Metaalvlinder (Adscita stati
ces, A, Av) respectievelijk 2ex
en lex (29/05) op twee afzonderlijke locaties te Wijgmaal
broek (Bart Creemers, Frederik
Fluyt en Thomas Vandenberg
he). Dit bloeddrupje (verwant
met o.a Sint-Jansvlinder) met
groene metaalglans is dagac
tief en heeft als waardplanten
Veldzuring en Schapenzuring.
Ze is niet zo algemeen in het
zuiden van België en veel zeld
zamer in Vlaanderen. De soort komt verspreid voor in het
Metaalvlinder. zandig gedeelte van het oos-Foto: Jan Waumans ten van Vlaanderen (Kempen,
74 De Boomklever - september 2011
Noord-Hageland), hoewel uitzonderingen niet lijken
uitgesloten (cf. Braakakker met bufferstrook te Bou
tersem). Omdat de soort nog niet eens gekend was
uit onze regio (pers. Med. A . Yerboven), zijn meer
dere vondsten die wijzen op een vestiging van een
populatie bijzonder. De locaties in Wijgmaal vormen
op dit moment de ZW-grens van het verspreidings
gebied in Vlaanderen (dichtstbijgelegen vindplaat
sen zijn Vorsdonkbos en Haacht-Schorisgat).
Schijnnonvlinder (Panthea coenobita, Z) 1 ex.
25/06 te Overijse (Paul & Krista Nuyts-De Greef,
Av). Een zeer zeldzame en lokale soort in België,
voornamelijk gekend van drie zuidelijke provincies.
In Vlaanderen ook recent gezien in Maaseik, Neer
pelt, Lommel en Laakdal. Waardplanten zijn spar,
den en lork.
Gepluimde snuituil (Polypogon plumigeralis, Z)
lex. 26/06 in de omgeving van de Kesselberg (Tim
caers, Av). Com. Wim Veraghtert: "Eerste waar
neming ten oosten van de as Antwerpen-Brussel!
Nieuw voor Vlaams-Braban,t!''. Deze Zuid-Europese
soort werd in België voor het eerst waargenomen
in 2000. Ondertussen heel wat waarnemingen in
West- en Oost-vlaanderen. De rups leeft o.a. van
roos(Rosa), brem (Cytisus) en klimop (Hedera helix).
Phegeavlinder (Amata phegea, Z) 1 ex 27 /06 te
Silsombos (Johan Denonville, Av). Deze dagactieve
beervlinder is een lokale en zeldzame soort in België,
vooral gekend van kleine populaties in de Kempen.
De dichtstbijgelegen locatie ligt in Testelt (Scher
penheuvel-Zichem). Voorkomend in bloemrijke
graslanden, bosranden en -paden en open plekken
in droge dennenbossen en oude steengroeven. Het
is uitkijken of deze soort in onze streek ook aan een
opmars maakt bezig is zoals andere beervlinders
(Spaanse vlag en Bonte beer), of dat het bij dit enig
exemplaar (zwerver?) blijft.
Eikenweeskind ( Catocala promissa, ZZ) 1 ex. 30/06
te Tervuren - Arboretum (Bernard & Alexandre
Misonne, Nb). Nog tijdens het schrijven werden
een 2e en een 3e waarneming voor onze streek geno
teerd te Erps-Kwerps Dorp (01/07, Ewoud l'amiral,
Nb) en Overijse (03/07, paul & krista nuyts-de greef, Av). Aanvullende waarnemingen in de loop van de
zomer zijn zeker nog mogelijk vermits eind juni
nog maar het begin is van de vliegtijd (tot septem
ber). Deze soort kwam recent enkel lokaal voor in
Eikenweeskind. Foto: Paul Nuyts
het zuiden van het land. De eerste vondst in Vlaan
deren dateert nog maar van 2010 (Antwerpen). De
waarnemingen van Overijse en Tervuren bevinden
zich, net als 2 vondsten bij Halle, dus ook in de buurt
van de boscomplexen ten zuiden van Brussel. Zo
als de naam doet vermoeden is het Eikenweeskind
aangewezen op oude eikenbossen. Dit lijkt het begin
van een opmars zoals reeds eerder beschreven voor
andere liefhebbers van eiken zoals het Karmozijn
rood weeskind (C. Sponsa) en de Middelste Bonte
specht (Dendrocopus medius).
Libellen (A 0, VA 0, Z I, ZZ, 0) Beekoeverlibel ( Orthetrum coerulescens, Z) 1 m
12/06 in de omgeving van Erps-Kwerps/Silsombos
(Bruno Nef, Nb). Een verwachte nieuwe soort voor
het Dijleland s.s. vermits de soort een vaste popu
latie heeft in het nabijgelegen Torfbroek (Kampen
hout). Buiten de Kempen wordt deze soort amper gezien. Buiten het Torfbroek en omgeving zijn er
waarnemingen ingevoerd in Oos-Vlaanderen (Vlierzele) en ook eenmaal in het Walenbos. Komt voor
voornamelijk voor aan kleine, langzaam stromende
kwel beken.
Sprinkhanen en krekels ( A 0, VA I, Z I, ZZ 0) Veenmol ( Gryllotalpa gryllotalpa, Z) 2 roepend
18/04 te Neerijse/Tersaert (Iwan Lewylle, Nb) en
lex. gevonden in een regenput op 04/06 te Erps
Kwerps (Pieter Moysons, Av). Veenmol kan voor de
hobby tuinder een ware plaag zijn, vooral op zandige
grond. Maar dat is tegenwoordig nog maar op weinig plaatsen zo. Voor onze regio gaan zo'n verhalen terug
naar de jaren '60 en '70. De meest recente meldingen
komen uit Leuven (buurt Redingenhof) rond 2002
(maar sindsdien verdwenen) en een waarneming in
2005 te Kortenberg (Elzenbroekstraat) en net buiten
het Dijleland s.s. in Bierbeek (langs Bevekomstraat).
Blauwvleugelsprinkhaan ( Oedipoda caerules
cens, VA). In deze periode werd een oude, gekende
waarneming ingevoerd van een exemplaar in 2004
op de Philipssite (Heverlee), dicht bij de spoorweg
(Louis-Philippe Arnhem, Av). De soort werd eerder
ook waargenomen aan het rangeerstation net ten
noorden van Leuven en, tot voor kort het meest re
cent, langs de spoorweg ter hoogte van OHZ (2007).
Tijdens dit schrijven werd blauwvleugelsprinkhanen
ook gevonden aan de rand van het militair domein
in Heverlee (03/07, Bart Creemers, Nb) en langs
de Meerdaalboslaan te Kessel-Jo (11/07 Jorg Lam
brechts, Nb), in de buurt van, u raadt het nooit...
de spoorweg. In Vlaanderen komt de blauwvleugel
sprinkhaan op veel plaatsen voor aan de kust en in de
Limburgse Kempen, elders is het een zeldzaamheid.
Bijen, wespen en mieren (A 9, VA 11,Z 4,ZZ 0) Zeldzamere, nieuw ingevoerde soorten met aan
vaarde waarnemingen zijn:
Abia lonicerae (Z) 1 ex. 24/04 te Meerdaalwoud/
Pruikenmakers (Joris Menten, John Vandeput e.a.).
Een knotsprietbladwesp (Cimbicidae)
Geelbuikknoopwesp ( Cerceris quadricincta , Z) lex. 15/06 te Kortenberg/Vrebos (Axel Smets)
Een uitvoerige lijst van wilde bijen en wespen zal
later in een specifieke bijdrage worden opgenomen.
Vliegen en Muggen (A 15, VA 23, Z 5, ZZ 4) Het grootste deel (37 soorten) van de nieuwe dip
tera zijn van de hand van Joris Menten, met o.a.
vondsten, sommige echt nieuw voor de regio, van
Zwartsprietwimperzweefvlieg (Dasysyrphus pin
astri, VA), Onderbroken-bandzweefvlieg (Syrphus
nitidifrons, ZZ), Zwarte Myolepta (Myolepta vara,
ZZ), Wimpercitroenzweefvlieg (Xanthogramma
laetum, ZZ), Roodpuntbladloper (Chalcosyrphus
piger, Z) en Metalimnobia quadrimaculata (een
steltmug, Limoniidae, Z). Een bijdrage over de deze
ontdekkingen in het Meerdaalwoud wordt voor
bereid.
De Boomklever - september 2011 75
1 1 1
! 1
t
Nieuw ingevoerde soorten die (ook) gezien werden
door andere waarnemers en die bevestigd werden,
waren de algemene langpootmuggen (Tipuloidea)
Gele Kamlangpootmug (Ctenophora ornata), Tip
ula fascipennis, Tipula oleracea, Tipula varipennis
en volgende zweefvliegen (Syrphidae): Bloedrode
Bladloper (Brachypalpoides lentus, VA), Grote Fop
wesp (Chrysotoxum cautum, VA), Moeraszweefv
lieg (Tropidia scita, VA), Pocota (Pocota personata,
ZZ). De eerste drie zweefvliegen zijn geen zeldzaam
heden en reeds eerder gekend (pers. med. J. Menten).
Pocata is echter een zeer bijzondere, verborgen lev
ende zweefvlieg en nieuw voor het Dijleland. Meer
achtergrond over deze laatste zal verwerkt worden in
de bijdrage over Meerdaalwoud.
Kevers (A I 0, VA 54, Z /, ZZ I) Het aantal nieuw ingevoerde keverssoorten ( 66 taxa
van 22 families) is voorlopig te groot en de literatuur is te versnipperd om de meest interessante waarne
mingen te filteren. In de meeste gevallen gaat het hier
nog om algemene soorten. De meeste waarnemingen
worden/kunnen ook niet beoordeeld worden. Voor
sommige waarnemingen wordt er door de waarne
mer zelfs toegelicht dat het ook een andere soort kan
zijn, ondanks dat de waarneming als zeker werd in
gevoerd. Nieuwe soorten waarvan waarnemingen wel al aanvaard werden, zijn de algemene Mierenboktor
(Anaglyptus mysticus), Phytoecia cylindrica en Slak
kenvreter (Drilus flavescens). De eerste twee behoren
tot de boktorren (Cerambyccidae) en werden al eerder gevonden in regio (Menten 2009). Vier soorten bok
torren afkomstig uit het Meerdaalwoud, zijn wel nieu
we soorten voor het Dijleland en zullen later bespro
ken worden door de waarnemer in en aparte bijdrage.
Wantsen en cicaden (A 9, VA 3, Z 0, ZZ 0) Aanvaarde waarnemingen van nieuw ingevoerde
soorten waren er van Gestreepte Eikenblindwants
(Rhabdomiris striatellus, VA), Grypocoris sexguttatus (A) en Deraeocoris flavilinea (VA). Alle drie be
horen ze tot de blindwantsen (Miridae).
Insecten (overig) (A I, VA 2, Z 0, ZZ 0) Er werden enkel waarnemingen ingevoerd van Mystacides longicornis (A, Av, schietmot-Trichoptera)
Panorpa germanica (VA, Av, schorpioenvlieg-Panor
pidae) en Raphidia maculicollis (VA, Nb, kameelhalsvliegen- Raphidioptera).
16 De Boomklever - september 2011
Geleedpotig en (overig) ( A 2, VA 2, Z I, ZZ 0) Grote Kaardespin (Amaurobius ferox, VA) 1 ex
27 /04 in bunker te Herent (Koen Berwaerts, Av)
Zwartrugrenspin (Philodromus dis par, A) 1 m 04/05
binnenshuis te Kessel-la (Joris Souffreau, Av). Com.
Koen van Keer: "is in België met geen enkele andere
te verwarren''.
Waarnemingen van de pissenbed Oproller (Lekane
sphaera rugicauda, VA) en de mijten Aceria macro
tricha (Z) en Okkernootviltmijt (Aceria erinea, A)
werden niet beoordeeld.
Paddenstoelen (A /,VA l,Z l,ZZ /) Narcisamaniet (Amanita gemmata, VA) 1 ex. 05/06 te Meerdaalwoud (Geert Bleys, Av). Vrij zeldzaam in
de regio Leuven. Was eerder al gekend van hetzelfde
gebied.
Waarnemingen van Zwart-witte Bokaalkluifzwam
(Helvella leucomelaena, Z), Kroonroest (Puccinia coronate, A) en Hazelaarschorsbreker (Vuilleminia
coryli, ZZ maar in de regio Leuven vrij zeldzaam)
moeten nog bevestigd worden.
Vissen (A 2, VA 0, Z 0, ZZ 0) Van deze slecht geïnventariseerde groep werden er
voor het eerst waarnemingen ingevoerd van de alge
mene Riviergrondel (Gobio gobio, A, Nb) en de even
eens algemene exoot Blauwband (Pseudorasbora parva, A, Nb)
Mossen en Korstmossen (A 2, VA 0, Z I, ZZO) De eerste ingevoerde waarnemingen van Pluim
staartmos (Rhytidiadelphus triquetrus, Z), Witkop
schorsmos (Hypogymnia tubulosa, A), Blauwgrijs
Steenschildmos (Parmelia saxatilis, A) werden niet
beoordeeld.
Planten (A 11, VA 19, Z 36, ZZ 8) In totaal werden er 74 nieuwe plantensoorten ingevoerd in deze periode. Waarnemingen van slechts 42
soorten van de 70 nieuw ingevoerde soorten voor
2011 zijn (waarschijnlijk) geen aangeplante, ver
wilderd, tuin- of stinzenplanten of worden door de voornaamste literatuur niet vermeld als uitheems
voor België. Hoewel het mogelijk is dat sommigen
van deze laatse groep hun natuurlijke standplaatsen
misschien niet in de regio hebben is deze selectie
nog steeds meer ristrictief dan in het geval we de lijst
van inheemse planten op wm.be volgen (60 op de 70
soorten worden als inheems beschouwd).
De meeste nieuw ingevoerde soorten werden gevon
den in de stadsomgeving van Leuven (17 soorten).
Langs de spoorwegbermen werden soorten gevon
den als Zwenkdravik, Fijne kervel, Paardenbloem
streepzaad, Veldkruidkers, Stijf vergeet-mij-nietje
en Knopherik. In de bermen langs de ring vond
men Hokjespeul, Dichte bermzegge, Ruig viooltje
en ook Fijne kervel, en Paardenbloemstreepzaad. El
ders in Leuven waren er meldingen van Bergdravik,
Groene bermzegge, Rankende helmbloem, Gewoon
langbaardgras, Uitstaande vetmuur en Glad vinger
gras. Andere gebieden waar ook veel nieuwe soorten
werden doorgegeven zijn de omgeving van Egenho
venbos (Oeverzegge, Rietorchis, Klavervreter, Heg
genvogelmuur, Zachte naaldvaren, Puntkroos, Kale
vrouwenmantel), Meerdaalwoud en de Vaalbeekval
lei (Heelkruid, Witte veldbies, Stekelbrem, Kleine
pimpernel, Oeverzegge, Heksenmelk en Geschubde
mannetjesvaren) en de Molenbeekvallei met Sil
sombos (Rosse vossenstaart, Gekroesd fonteinkruid,
Puntkroos, Kleine ratelaar, Grote trosdravik). Voor
sommige van de hier vemelde soorten is bevestiging
wel nog nodig.
Knopherik (Raphanus raphanistrum, ZA, Av, Wil
sele-Dorp) is een zeer algemene soort die nu pas
voor het eerst werd ingevoerd, wellicht omdat floris
ten weinig aandacht hebben voor gele kruisbloemi
gen. Dat deze soort nu pas voor het eerst wordt door
gegeven is dus een waarnemingseffect , hoewel de
soort wel zeldzamer is in onze regio dan op Vlaamse
schaal volgens de Verspreidingstlas van de planten in
het Dijleland (1975-2002). Andere nieuw ingevoerde
soorten die duidelijk zeldzamer zijn in het Dijleland
dan in de rest van Vlaanderen zijn o.a Fijne kervel,
Oeverzegge, Addertong, Gekroesd fonteinkruid, Ge
woon sterrenkroos en Puntkroos.
Volgende waarnemingen zijn soorten die niet opge
nomen zijn in regionale verspreidingsatlas:
Bergdravik (Bromopsis erecta, syn. Bromus erec
tus, Z) 1 ex. 23/04 te Leuven op een oude muur van
zandsteen (Erik Molenaar, Av). Dit is een soort van
voedselarme graslanden op zonnige locaties op kalk
rijke bodems en kalkrotsen. Ze is vrij algemeen tot
algemeen in het zuidelijke deel van het land, maar in
Vlaanderen kan de soort enkel nog geregeld gevon
den worden in het zuiden van Haspengouw, elders is
ze bijzonder zeldzaam, zoals in oude duingraslanden,
op forten in de omgeving van Antwerpen en spoor
wegbermen. In het Brusselse zijn waarnemingen ge
kend van 1939-1971.
Dichte bermzegge (Carex muricata, Z) 1 ex. 16/06
te E. Leuven/Ruelensvest (Kasper Van Acker, Av). Dit
is een zoomplant die aanwezig kan zijn op grazige
plaatsen op zwak zure en matig voedselrijke gron
den. In Vlaanderen wordt ze zowel gevonden in weg
bermen, bosranden als van iets verwilderde plaatsen
in parken en tuinen. Volgens de Vlaamse planten
atlas (Van Landuyt et al. 2006) uiterst zeldzaam in
Vlaanderen, met de dichtsbij gelegen vindplaatsen
liggend bij Diest.
Rietorchis (Dactylorhiza praetermissa, Z) 50 bloei
ende ex. 30/04 te Egenhoven Bos (Johan Robben,
Av). Werd vroeger, en door sommige auteurs nog
steeds, aanzien als een ondersoort van Brede Orchis
(D. majalis). Hierdoor en ook alsgevolg van zijn grote
heterogeniteit, werden in het verleden waarnemin
gen vaak als Brede orchis op naam gebracht. Het
aantal vindplaatsen wordt mogelijk nog steeds licht
onderschat. De Rietorchis is te beschouwen als een
van de meest ruderale soorten onder de inheemse orchideeën en kan plaatselijk massaal voorkomen.
Ze houdt van plaatsen met wat verstoring en kolo
niesatiepotentieel, bij voorkeur op kalkhouden of
klakrijke bodem.
Duinvogelmuur (Stellaria pallida, VA) 10 vrucht
dragende ex. 23/04 te Leuven (Erik Molenaar, Av).
Soort van droge, zandige, stikstofrijke plaatsen.
Komt voornamelijk voor in ondergroei van duinbossen en -struwelen. In het binnenland is Duinvo
gelmuur zeldzaam, maar neemt hij toe. Hij is daar
vooral te vinden langs wegen (bermen en ondergroei van aanplantingen). Zowel in de Duinen als in het binnenland wordt de soort vaak vergezeld van Fijne
kervel (ook nieuw ingevoerde soort 2011), die vooral toeneemt door het gebruik van strooizout (dus ook het geval voor Duinvogelmuur?).
Eveneens niet opgenomen in de regionale atlas zijn
De Boomklever - september 201 1 77
het moeilijk te onderscheiden Hongaars haviks
kruid (Anthriscus caucalis, Z, Nb, Everberg, K.
Van Acker), Kleine pimpernel (Sanguisorba minor
subsp. Minor, Z, Nb, J. Menten), ) en Zomerbitter
ling (Blackstonia perfoliata, Z , Nb, klaverblad E314-
E40, K. Van Acker). Nieuwe soorten die bovendien
op de Rode lijst staan zijn de bedreigde Geschubde
mannetjesvaren (Dryopteris affinis, ZZ, Nb , rand
Meerdaalwoud, K. Van Acker) en Geelhartje (Linum
catharticum, Z, Nb, klaverblad E314-E40, K. Van
Acker) en het achteruitgaande Stekelbrem ( Genista
anglica, VA, Nb, Meerdaalwoud, J. Menten). Zomer
bitterling en Geelhartje zijn twee soorten die eerder al werden opgemerkt op dezelfde vindplaats tijdens
inventarisaties in 2005 en 2006 (Hens 2006). Stekel
brem en Kleine pimpernel werden vermoedelijk ingevoerd van elders via aangevoerde grond.
Wel reeds gekend uit de streek, maar ook vermel
dingswaardige meldingen zijn de kwetsbare Kleine
Ratelaar (Rhinanthus minor, Z, Nb, Silsombos/ Erps-Kwerps, J. Denonville en Plantenwerkgroep
Oost-Brabant), de achteruitgaande Eenjarige Hard
bloem (Scleranthus annuus subsp. annuus, VA, Nb, omgeving Tersaert/Neerijse, K. Van Acker), de zeer
zeldzame Kale vrouwmantel (Alchemilla glabra, Z, Nb, Egenhovenbos) en de uiterst zeldzame Zachte
naaJdvaren (Polystichum setiferum, ZZ , Nb, Egen
hovenbos, K. Van Acker en J. Robben). Deze laatste
plant werd reeds ontdekt op de vindplaats in 2009 (com. Wn.be, K. Van Acker).
78 De Boomklever - september 201 1
Referenties - Creemers, B. 2011. Dijlelandse biodiveristiteit op
gelijst januari-maart 2011. 39 (1): 40 - 45.
De Knijf, G" Anselin, A., Goffart, P" Marc, T. Eds.
2006, De Libellen (Odonata) van België: versprei
ding - evolutie - habitats, Libellenwergkroep
Gomphus i.s.m. Instituut voor Natuur- en Boson
derzoek, Brussel, pp. 368
Lambinon, J" De Langhe, J.-E" Delvosalle, L, Du
vigneaud, J. 1998. Flora van België, het Groother
tegdom Luxemburg, Noord-Frankrijk en de aan
grenzende gebieden (Pteridofyten en Spermatofy
ten). Nationale plantentuin van België, Meise. Pp.
1091
- Menten J. 2009. Boktorren van het Dijleland. De
Boomklever 37 (3): 72-77.
- Steeman, R" Langendries, R" Monnens, R, Bue
lens, G., De Pauw, S., Walleyn, R. eds. 2006 Pad
denstoelen in de regio Leuven 1981-2004. Natuur
punt Studie, Mechelen pp. 431.
- Stuckens, J. & Vercoutere, B., eds. Verspreidingsatlas van de planten in het Dijleland 1975-2002, Een
uitgave van Vrienden van Heverleebos en Meer
daalwoud vzw, Natuurstudiegroep dijleland en Flo.
Wer. Leuven, pp 341. - Van Landuyt, W., Hoste, W" Vanhecke, L., Van
den Bremt, L., Vercruysse, W" and De Beer, D.,
eds. 2006. Atlas van de flora van V laanderen en het Brussels Gewest. Instituut voor natuur- en boson
derzoek/Nationale plantentuin van België , Brus
sel, pp 686-687. - Verboven A. 2011. De dag- en nachtvlinders (Lepi
doptera) van het Dijleland Deel 1: Mycropterigidae
(Oermotten) tot en met Lyonetiidae (Sneeuwmotten). De Boomklever 39 (1): 12-15.
- Verkem, S" De Maeseneer, ]., Vandendriessche, B.,
Verbeylen, G. & Yskout, S. Zoogdieren in Vlaanderen. Ecologie en verspreiding van 198 7 tot 2002.
Natuurpunt Studie en JNM-Zoogdierenwerkgroep,
Mechelen en Gent, België. Pp. 452
- en.wikipedia.org/wiki/Lobesia_botrana - Natuurberichten.be
- www.microlepidoptera.nl - www.phegea.org
- www.vlinderwerkgroep.be/ vlinders/ nachtvlinders - www.waarnemingen.be
Bart Creemers hart. [email protected]
Opmerkelijke vogelwaarnemingen in de Dijlevallei en omgeving december 201 0 - mei 201 1
Dit overzicht van opmerkelijke en inte
ressante vogelwaarnemingen in het
Dijleland beslaat voornamelijk de periode
december 2010 - mei 20 1 1. De bestreken
regio omvat de gemeenten Kortenberg, He
rent, Bertem, Leuven, Oud-Heverlee, Hul
denberg, Overijse, Tervuren en de aangren
zende gebieden. De volgende rubriek zal
de periode juni - augustus 201 1 omvatten.
Waarnemingen worden voor S september
201 1 ingevoerd op www.waarnemingen.be,
of via andere wegen bezorgd aan Kelle Mo
reau, Meibloempjeslaan 2, bus 3, 8400 Oost
ende, 0486/ I 2.58. 77, kelle.moreau@gmail.
com.
Waarnemingen van onder meer Knobbelzwaan,
Bergeend, Krakeend, Slobeend, Pijlstaart, Winter
taling, Tafeleend, Kuifeend, Patrijs, Dodaars, Fuut,
Blauwe Reiger, Havik, Waterral, Kievit, Witgat, Wa
tersnip, Stormmeeuw, Zilvermeeuw, Kleine Mantel
meeuw, Kerkuil, Steenuil, Bosuil, Ransuil, Ijsvogel,
alle spechten, Veldleeuwerik, Graspieper, Grote Gele
Kwikstaart, Kramsvogel, Koperwiek, Vuurgoudhaan,
Glanskop, Matkop, Kuifmees, Zwarte Mees, Roek,
Ringmus, Keep, Putter, Sijs, Kneu, Kruisbek, Goud
vink, Appelvink, Geelgors, Rietgors en alle exoten
werden niet in dit verslag opgenomen maar wel ver
werkt. Meldingen van een aantal onzekere fonologi
sche extremen, enkele overvliegende Pontische en
Geelpootmeeuwen, twee onzekere Klapeksters, een
Kleine Klapekster, een mogelijke Aziatische Rood
borsttapuit, een grote groep Witkopstaartmezen en
een onzekere Noordse Kauw werden niet weerhou
den. Meerdere waarnemingen in dit overzicht die
nen door het Belgisch Avifaunistisch Homologatie-
comité beoordeeld te worden vooraleer ze definitief
op de Dijlelandse lijst kunnen bijgeschreven worden,
en worden dus onder voorbehoud gepubliceerd.
Gebiedsafkortingen
WLS = Wilsele/Vijvers Bellefroid, LP = Kessel-Lo/
Leopoldspark, AVP = Heverlee/ Abdij van Park,
ZW = Oud-Heverlee/Zoete Waters, OHN = Oud
Heverlee/N, OHZ = Oud-Heverlee/Z, Oppem =
weilanden tussen Bogaardenstraat (Oud-Heverlee
- Korbeek-Dijle) en NGB, NGB = Neerijse/Grote
Bron (deel Doode Bemde), NKV = Neerijse/Kliniek
vijvers (deel Doode Bemde) en SAR = Sint-Agatha
Rode/ Grootbroek.
Jonge Bosuil. Foto: Marc Walravens
Wilde Zwaan Cygnus cygnus
De adulte Wilde Zwaan die reeds sinds 28/11 in het
weilandencomplex tussen Oud-Heverlee,
Korbeek-Dijle en NGB pleisterde, bleef hier tot op
De Boomklever - september 201 1 79
9/01 aanwezig en maakte in die tijd geregeld uitstappen naar NGB en NKV (versch. waarn.). Na op 9 en 15-16/01 weer te zijn waargenomen te NKV (A. Mallentjer, B. Nef, L. Hendrickx) dook de vogel op te SAR waar hij van 22/01 tot 21/02 werd waargenomen op de vijver en in de Vette Weide (versch. waarn.). Dit betreft slechts het derde geval van Wilde Zwaan voor het Dijleland in de 21 e eeuw, het vierde betrof 2 ex. NO te SAR/Reebeemd op 26/12 (F. Vandeputte).
Kleine Zwaan Cygnus bewickii
27/12 22 ex. te Wilsele-Putkapel (T. Vandezande) 18/02 1 ad te SAR (I. Nel, G. Vanautgaerden, P. Moysons) 23-28/02 & 3/03 1 ad te Oppem & OHZ (L. Hendrickx, R. Uyttenbroeck, P. Moysons e.v.a.)
Grauwe Gans Anser anser
We vermelden enkel het resultaat van een geslaagd broedgeval in de buurt van OHN: 2 ad met 1 jong op 26/04 en 15/05 (R. Stoks, P. Moysons).
Kolgans Anser albifrons
20/12 76 ex. ZW te AVP (A. Smets) 25/12 7 ex. Z + 70 ex. NO te Wilsele-Putkapel (L. Smets, J. De Rycke), 31 ex. N te Leefdaal/plateau (J. Nysten) 18/02 3 ex. NW te Kessel-Lo/N (L. Smets) 07 /03 6 ex. te OHN (T. Vandezande)
Toendrarietgans Anser serrirostris
27 /12 16 ex. W te Leefdaal/plateau (D. von Wer-ne) 28/12 17 ex. W te Herent (L. Smets) 02/01 1 ex. W te Korbeek-Dijle/plateau (F. F luyt, J. Nysten, L. Hendrickx), later hier nog 9 ex. over die nadien te NGB invallen en nog later terug te Korbeek-Dijle/plateau pleisteren (versch. waarn.) 03-04 & 05/01 resp. 16 & 11 ex. heen en weer vliegend te Korbeek-Dijle - Leefdaal/plateau (W. Desmet, l. Nel, L. Hendrickx e.a.) 08/01 10 ex. te Oppem (P. Moysons) 09-11, 13 & 16-17/01 10 ex. te Pécrot/ Grand Pré & SAR/Vette Weide (I. Nel, L. Hendrickx, J. Nysten) 10/01 12 ex. NO te Leefdaal/plateau (1. Nel) 05-06/02 5 ex. te Pécrot/Grand Pré (F. Van Hove, B. Nef, l. Nel, B. Creemers)
80 De Boomklever - september 201 1
Rotgans Branta bernicla
Het 7e en se geval van Rotgans voor het Dijleland betroffen 3 en 13 ex. die op resp. 20 en 25/ 12 naar ZW vlogen over Wijgmaalbroek (L. Smets). Het gaat hierbij om de eerste decemberwaarnemingen (huidige maandverdeling: februari 1 - maart 3 - mei 1 - november 1 - december 2).
Smient Anas penelope
We beperken ons tot de maandmaxima: 7 ex. te LP op 20/12 (P. Moysons, R. Uyttenbroeck, W. Desmet), 8 ex. op 21/01 te SAR (H. Paques), 16 ex. op 20/02 te OHN (C. Carels) en op 23/02 te OHZ (L. Hendrickx), 18 ex. op 7 & 12-13/03 te OHZ (T.
Vandezande, 1. Nel, J. Rutten, L. Hendrickx) en 6 ex. te OHZ op 10/04 (L. Hendrickx). In mei waren er nog waarnemingen van een mannetje op 5-10, 14 &
17 /05 te SAR (versch. waarn.), en een late melding van een ex. op 22/05 te AVP (M. Mussche).
Zomertaling Anas querquedula
De eerste twee Dijlelandse Zomertalingen voor 2011 waren een mannetje te Oppem op 19/03 (R. Stoks) en een vrouwtje te SAR op 21/03 (L. Petre). Nadien werd de soort vooral waargenomen in de Doode Bemde (lml v op 2, 10, 25/04, 2, 8 & 10/05; 2m op 12/05; lm op 17, 21 & 27 /05; 2m op 28/05; versch. waarn.) en te SAR (2ml v op 18-19/04; lm op 2/05; 2m op 3/05; lm op 14, 16, 22-23, 25 & 30/05; versch. waarn.). De enige andere waarnemingen betroffen mannetjes te Gastuche/ Etang Paradis op 22/04 (F. Van Hove) en te OHZ op 7/05 (J. Nysten).
Krooneend Netta rufina
30/12-1/01 & 7/02 resp. lm & 2mlv te NGB (S. Michiels, L. Hendrickx, R. Stoks e.a.)
Witoogeend Aythya nyroca
Een naar alle waarschijnlijkheid zuiver mannetje Witoogeend verbleef van 20/03 tot 9/05 in de Dijlevallei ten Z van Leuven, en werd achtereenvolgens waargenomen te OHZ op 20-23/03 (R. Stoks, A. Smets, P. Moyso.ns, S. Peten), te Pécrot/vijver van\ 27/03 tot 2/04 (H. Paques, J. Coulee e.a.), terug te OHZ op 3-4/04 (J. Nysten, 1. Nel, T. Vandezande), terug te Pécrot/vijver op 10, 17 & 22/04 (M. Walravens, J. Dandois), te SAR op 22/04 (R. Stoks) en te Gastuche/Etang Paradis op 6 & 9/05 (H. Paques, F. Van Hove).
Witoogeend x Tafeleend Aythya nyroca x A.ferina
28/01 & 12/02 lm te Leefdaal/Kasteelvijver (K.
Van Scharen)
27 /03 1 ex. te Pécrot/vijver {H. Paques, L. Hen-
drickx, 1. Nel)
Witoogeend x Kuifeend Aythya nyroca x A. fuli
gula
30/01-27 /02 lm te SAR (J. Menten, 1. Nel, L.
Hendrickx, T. Vandezande e.v.a.)
Topper Aythya marila
02/01 2 1 e win m te NGB (P. Moysons, J. De Ryc-
ke)
03/02 1 ex. te Tervuren/Park KMMA (A. Reygel)
Brilduiker Bucephala clangula
30/12 & 8/01 1 ad m te NGB (S. Michiels, P.
Moysons, L. Hendrickx, J. Menten e.a.)
09/01 1 ad m te OHZ {L. Raty)
09 & 25/01 1 ad v te Tervuren/Park KMMA
(L. Raty, A. Smets)
Nonnetje Mergellus albellus
18/12-08/01 1 v te LP (F. Vandeputte, B. Ver-
straete e.v.a.)
19/01 waarnemingen op 25 data tss 19/01 &
6/03, met max. lm3v op 27 /02 (versch. waarn.)
22/01 lm te OHN {L. Hendrickx)
5, 7 & 19/02 resp. lm, 1 v & lm te NGB (S. Be-
nisch, 1. Nel, H. Paques)
12/02 1 v te WLS/N (B. Creemers)
25/02 2 ex. te OHZ (E. Zvar)
Grote Zaagbek Mergus merganser De strenge winter 2010/2011 bracht eindelijk nog
eens behoorlijke aantallen Grote Zaagbekken naar onze streken. Na twee enkelingen in november
bracht december 2m3v naar NGB op 26/12 (R.
Polfliet), maar vooral vanaf januari doken de boter
buiken overal op. Een overzicht : LP {resp. lm,
2ml v, lm, 3m3v, 3m4v, 3 ex., 7 ex., 5 ex., lml v & 1 v op 1-2, 3, 4, 7, 8, 9, 10, 11, 15/01 & 2-3/02 {J.
Menten e.v.a.), Pécrot/vijver (resp. 7, 2 & 1 v op 8, 15
& 16/01; F. Van Hove, J. De Cock, B. Nef ), NGB
(telkens lv op 8/01 & 23/03; F. Van Hove, J. Menten
e.a.), OHN (resp. 3mlv & lv op 8 & 16/01; F.
Van Hove e.a.), SAR (resp. lm over + 2v tpl, 2v tpl &
lmlv tpl op 15/01, 22-23/02 & 5/03; L.
Hendrickx, 1. Nel, R. Polfliet e.a.), Overijse/Meer van
Genval (resp. 3v, lm4v, 4v, 1 v & 3 ex. op 16-27,
29, 30/01, 31/01-6/02 & 8/02; G. Delforge, J. Tay
mans e.v.a.), Wilsele/N {3 ex. op 2/02; E. Godts),
Gastuche {2v op 22/02; F. Van Hove).
Kwartel Coturnix coturnix
De eerste Kwartel voor 2011 werd reeds op 18/04 ge
hoord te Erps-Kwerps/dorp (P. Moysons).
Nadien volgden waarnemingen te Erps-Kwerps/Do
renveld (resp. 1, 1 & 2 zp op 26/04, 6 & 20/05; A.
Smets, P. Moysons, L. Raty), Korbeek-Dijle/plateau
{resp. 1 ex. & 4-5 zp op 30/04 & 28/05; J. Nysten,
D. von Werne), Bertem/Koeheide (telkens 1 zp op
14, 17, 26 & 31/05; G. Bleys), Winksele (1 zp op
14/05; F. Vandekeybus), Erps-Kwerps/dorp (1 zp op
22/05; D. Walton) en Plateau Sterrebeek-
Moorsel (14 zp op 29/05; vwg NW-Brabant).
Geoorde Fuut Podiceps nigricollis
22/03 1 ad zom te OHZ (J. Rutten, D. von Werne,
1. Nel, F. Vandeputte)
25-26/03 1 ad win te SAR (P. Moysons, 1. Nel e.v.a.)
24/04 & 2/05 resp. 3 & 2 ad zom te SAR (M.
Walravens, F. Van Hove, L. Hendrickx, 1. Nel)
Aalscholver Phalacrocorax carbo sinensis
Voor het tweede jaar op rij broedden er succesvol
Aalscholvers in het Park van Tervuren (versch.
waarn.). Net zoals in 2010 ging het om 3-4 broed
gevallen.
Purperreiger Ardea purpurea
19/04 1 ex. te SAR (J. Denonville)
20 & 22/04 telkens 1 ex. N te Korbeek-Dijle
{L. Hendrickx, R. Stoks)
03/05 1 ad te OHZ (J. Rutten)
Grote Zilverreiger Casmerodius albus De maandmaxima illustreren een vrij constant aan
tal Grote Zilverreigers in de Dijlevallei : 5 ex. op
13/12 te ZW (1. Nel), 4 ex. op 16 & 29/01 te SAR (H.
Roosen, J. Nysten), 5 ex. op 6 & 27/02 te SAR (J.
Pelckmans, 1. Nel), 4 ex. op 26/03 te OHZ (J. Rutten)
en op 27 /03 te SAR (A. Smets, 1. Nel, J. Nysten, L.
Hendrickx), 5 ex. op 3, 26 & 30/04 te SAR (J. Nysten,
1. Nel, F. Van Hove, A. Smets) en 6 ex. op 4-5/05 te SAR (1. Nel, L. Hendrickx). Een piekQe) in pleiste
rende doortrekkers was er enkel op 22/04, toen
kortstondig 9 ex. te SAR zaten (D. Capart). Buiten de Dijlevallei werden Grote Zilverreigers
De Boomklever - september 20 1 1 81
waargenomen te Overijse (telkens 1 ex. op 1 , 9/12,
4-5, 7 /01, 6°, 18/02 & 9/04; 1. Nel, P. Moysons),
Korbeek-Dijle/plateau (resp. 1 ex. tpl, 1 ex. Z & 4 ex.
NO op 3/1 2, 2/01 & 27 /03; F. Fluyt, J.
Kempeneers, A. Smets), WLS/N (1 ex. ZW op 9/12;
L. Smets), Terlanenveld (telkens 1 ex. op 12/12 &
14/01 ; 1. Nel, S. Peten), Leefdaal/plateau (2 ex. N op
14/12; M. Dusselier, 1. Nel), LP (1 ex. NO op
21/12; T. Vandezande), Leuven/centrum (1 ex. Z op
21/12; E. Debbaut), Wijgmaal/Vaart (1 ex. ZO op
28/1 2; L. Smets), Overijse/ljsbroeken (1-2 ex. op 29
data tss 1 1 /01 & 21 /04; 1. Nel e.v.a.), Neerijse/
Zingende Wind (1 ex. over op 15/01 ; D. Capart),
Erps-Kwerps/Silsombos (1 ex. op 22/01; E. L'Amiral),
Leefdaal/kasteelpark (1 ex. op 30/01 ; l. Nel), Malei
zen (1 ex. op 19/02; B. Nef), Kessel-Lo/centraal (1 ex.N op 28/02; J. Cuppens), Kwerps/Zuurbeekvallei
(1 ex. over op 3/03; P. Moysons), Kessel-Lo/N (1
ex. op 5/03; A. De Block), Loonbeek/Margijsbos (1
ex. op 1 2/03; F. Fluyt), Erp-Kwerps/dorp (1 ex. op
24/04; C. P levoets), Kwerps/vijvers (resp. 1, 2, 1 & 1 ex. op 25-26, 27, 28/04 & 2-3/05; R. Ghijsen, F.
Fluyt, J. Rutten e.a.) en AVP (2 ex. op 22/05; M. Mussche).
Kleine Zilverreiger Egretta garzetta
11 -1 2/05 1 ad zom te OHN, op 1 2/05 in namiddag te SAR (F. Van Hove, l. Nel)
Ralreiger Ardeola ralloides
Dé verrassing van voorjaar 201 1 was ongetwijfeld de
adulte Ralreiger in zomerkleed die zich op 8/05
liet ontdekken te AVP (W. Goussey e.a.). Tot plezier van velen bleef de vogel nog tot op 10/05 ter
plaatse, hij werd in die periode maar liefst 98 keer
ingegeven op dijleland.waarnemingen.be. Het betreft hier een nieuwe soort voor het Dijleland!
Roerdomp Botaurus stellaris
Zeven waarnemingen in de periode december 201 0
- maart 2011 : op 1 3/12 1 ex. te SAR (R. Strubbe), op 25/1 2 1 ex. te OHN (K. Van Overtveld), op 30/1 2
1 ex. te SAR/ Vette Weide (R. Stoks), op 29/01 en
13/02 telkens 1 ex. te OHZ (L. Hendrickx), op 20/02 1 ex. te SAR (H. Paques) en op 6/03 2 ex. te OHZ (J. Menten, J. Nysten).
Ooievaar Ciconia ciconia
Een overzicht van alle waarnemingen (dubbeltellin
gen mogelijk): op 12/02 1 ex. NO te
82 De Boomklever - september 201 1
Overijse/Ketelhuis (I. Nel)+ 1 ex. NO te Winksele (F.
Vandekeybus), op 19/02 1 ex. 0 te Haasrode/
industrie (J. Verroken), op 23/02 1 ex. N te Neerijse/
Zingende Wind (K. Van Scharen) + 1 ex. 0 te LP
(B. Verstraete), op 28/02 1 ex. over Everberg (A. Van
De Laer), op 6/03 1 ex. N te NGB (J. Nysten), op
9/03 1 5 ex. pleisterend te Neerijse/Ganzeman (I.
Nel), op 1 5/03 1 ex. N te Terlanenveld (I. Nel), op
16/03 2 ex. pleisterend te Doode Bemde/Groot Riet
veld (R. Stoks), op 20/03 1 ex. N te Neerijse/
Ganzeman (A. Smets), op 24/03 2 ex. NO te Wijg
maal (L. Smets), op 26/03 1 ex. over Sint-Joris-Weert
(R. Stoks) + 3 ex. over SAR (J. Menten), op 28/03 1
ex. NO te OHN (R. Polfliet), op 4/04 1 ex. Z te
Leuven/centrum (F. Van de Meutter, R. Stoks) + 3
ex. NO te Kessel-Lo/Kesselberg (T. Yandezande), op
10/04 1 ex. 0 te Herent/Kastanjebos (R. Ghijsen) + 1
ex. over LP (B. Verstraete) + 4 ex. NO te
Heverlee/ Arenberg (H. Roosen), op 20/04 1 ex.
pleisterend te Erps-Kwerps (M. Vandervelpen, P.
Moysons), op 21/04 1 ex. over Winksele (P. Moy
sons), op 23/04 2 ex. over Erps-Kwerps (M. L'Amiral)
+ 6 ex. N te Bertem (R. Stoks, P. Standaert), op 25/04
1 ex. N te Winksele (F. Vandekeybus), op 26/04
4 ex. pleisterend te Herent (S. Raymaekers), op 1 /05 1 ex. pleisterend te Korbeek-Dijle/plateau (F.
Fluyt) + 2 ex. over Herent (K. Thonissen) en op 2/05
1 ex. W te Heverlee/Arenberg (G. Catthoor, T.
Yandezande) + 10 ex. over Oud-Heverlee (G. Ma
thijs).
Lepelaar Platalea leucorodia
1 9-22/05 1 ad zom te SAR (I. Nel, R. Stoks, P. Moysons, P. Michel e.v.a.)
Rode Wouw Milvus milvus
Er waren opvallend veel decemberwaarnemingen van Rode Wouw in 2010:
04/1 2 1 ex. ZW te Veltem-Beisem/Kastanjebos (B. Laukens)
06/1 2 2 ex. Z te Leuven (D. Van den Heuvel) en
ZW te Overijse/Ketelhuis (I. Nel)
08/1 2 1 ex. te Kessel-Lo/centraal (I. Spelmans) + 1 ex. Z te Wijgmaal (E. Zvar, L. Smets)
20/12 1 ex. W te Leuven/centrum (R. Stoks) De volgende twee kwamen er in februari aan, eentje op 1 6/02 te Leefdaal/plateau (C. Carels) en
eentje op 21 /02 te Loonbeek/Ganspoel (N. Ryckeboer). Een overzicht van de maart- en aprilwaarnemingen: op 8/03 1 ex. N te Leuven/een-
trum (J. Lambrechts), op 13/03 1 ex. te Leefdaal/
plateau (R. Stoks), op 16/03 1 ex. in de Doode Bemde
(K&L), op 19/03 1 ex. NO te Blanden (G. Bleys)
+ 1 ex. N over de Doode Bemde (A. Smets), op 24/03
1 ex. N te Korbeek-Dijle (A. Smets), op 25/03 1
ex. Zover de Doode Bemde (P. Moysons, G. Vanau
tgaerden), op 26/03 1 ex. N te OHZ (J. Rutten), op
27 /03 1 ex. NO te SAR/Vette Weide (M. Derycke),
op 2/04 1 ex. over Blanden (S. Goethals) + 1 ex. W
te SAR (L. Hendrickx, 1. Nel)+ 1 ex. NO te Korbeek
Dijle (J. Nysten), op 17 /04 1 ex. NO te Korbeek
Dijle (J. Nysten, A. Smets), op 18/04 1 ex. NO te SAR
(H. Van Bosstraeten), op 19/04 min. 2 ex.
Korbeek-Dijle/plateau (A. Smets, P. Moysons, F.
Vandeputte), op 21/04 1 ex. N te Erps/Dorenveld (L.
Raty), op 24/04 1 ex. te Korbeek-Dijle (L. Hendrickx,
1. Nel, F. Fluyt) + 1 ex. N te SAR (1. Nel, ]. Nysten,
R. Stoks, L. Hendrickx) en op 26/04 1 ex. te Winksele
(P. Floré). Mei bracht nog twee waarnemingen: 1 ex. op 6/05 te Kwerps/vijver (T. Vandenberghe) en
1 ex. N op 15/05 te OHZ (L. Smets).
Zwarte Wouw Milvus migrans
De eerste Zwarte Wouw voor 2011 vloog op 19/03
over Wilsele-P utkapel (S. Goethals). In april-mei
werden de volgende waarnemingen opgetekend
(dubbelwaarnemingen mogelijk): op 2/04 1 ex. te
Korbeek-Dijle/plateau (]. Nysten, F. Fluyt), op 17-
18/04 1 ex. tpl te SAR (1. Nel, L. Hendrickx, H. Van den Broeck), op 19/04 1 ex. achtereenvolgens N te
SAR(]. Rutten) en Korbeek-Dijle (P. Moysons), 0
te Sint-Joris-Weert (R. Stoks) en Z te SAR (1. Nel, R.
Stoks), op 20/04 1 ex. NO te Korbeek-Dijle (A.
Smets, L. Hendrickx), 1 ex. tpl te Erps/Dorenveld (P. Moysons) + 1 ex. 0 te Leefdaal/Duivendelle (F.
Vandeputte), op 21/04 1 ex. 0 te Korbeek-Dijle (A.
Smets), op 24/04 1 ex. ZW te Bertem/Koeheide
(G. Bleys) +telkens 1 ex. 0, NO, Zen tpl te Korbeek
Dijle - Leefdaal/plateau (versch. waarn.), op 25/05 1 ex. NO te SAR (L. Hendrickx, ]. Nysten, 1.
Nel), op 26/04 1 ex. NO te Korbeek-Dijle (F. Van
Hove), op 30/04 1 ex. NO te Neerijse/Ganzeman (K.
Van Scharen)+ 2 ex. O/NO te SAR (H. Roosen, ].
Nysten), op 1/05 2 ex. N te Korbeek-Dijle/plateau (L.
Hendrickx, F. Fluyt) + 2 ex. NO te SAR (L.
Hendrickx, J. Nysten) + 2 ex. N te Kessel-Lo/centraal (J. Kempeneers), op 7 /05 1 ex. NO te Korbeek-
Dijle (A. Smets), op 8/05 1 ex. achtereenvolgens te
Korbeek-Dijle/plateau, Sint-Joris-Weert/Doode
Bemde, SAR en N over Korbeek-Dijle (L. Hendrickx,
L. P etre, M. Walravens, A. Smets e.a.) + 1 ex. over
Ottenburg (F. Vandeputte) en op 21/05 1 ex. te OHZ
(M. Walravens).
Blauwe Kiekendief Circus cyaneus
We vermelden enkel de meiwaarnemingen: resp. 1
v-type en lm te Leefdaal/plateau op 1 en 7 /05 (F.
Fluyt, R. Stoks).
Grauwe Kiekendief Circus pygargus
Grauwe Kiekendieven warden tijdens het voorjaar
van 2011 enkel opgemerkt te Korbeek-Dijle/
P lateau, met in april respectievelijk lm, 1 v, lm & 1 v
N/NO op 19, 20, 24 & 30/04; A. Smets, L.
Hendrickx, F. Fluyt, J. Nysten, B. Creemers e.a.), ge
volgd door nog 1 v te Bertem/Koeheide op 23/05
(G. Bleys).
Ruigpootbuizerd Buteo lagopus
De winter 2010/2011 was eindelijk nog eens een
'goede' winter voor Ruigpootbuizerd in de Lage
Landen, het was erg lang geleden dat onze vogelkij
kende gemeenschap dit nog eens mocht
meemaken. Een jagend ex. op 14/12 te Korbeek-Dij
le/plateau (H. Roosen) en een adult over
Wijgmaal op 24/12 (L. Smets) waren nog enkel voor
de ontdekkers weggelegd, maar vanaf 1/01
kregen alle vogelkijkers de kans om de veldkenmer
ken van Ruigpootbuizerd in eigen regio onder de
knie te krijgen. Op die dag werd in het plateaucom
plex Korbeek-Dijle - Leefdaal immers terug een
exemplaar in 1 • winterkleed ontdekt (T. Vandezan
de), dat minstens tot op 15/01 aanwezig bleef
(versch. waarn.). Op 12, 13 en 15/01 werden hier bo
vendien twee ex. waargenomen (H. Roosen, 1.
Nel, K. Van Scharen). Op 28/01 tenslotte werd nog
een ex. gezien te Leefdaal/Kasteelpark (K. Van Scharen).
Visarend Pandion haliaetus 25/03 1 ex. tpl te SAR (J. Menten, T. Vandezande)
26/03 1 ex. NO te Korbeek-Dijle/plateau(]. Nys-
ten) 10, 16, 17 & 19/04 resp. 1 ex. W, 2 ex. N, 1 ex. tpl & 1 ex. tpl te SAR (1. Nel, S. Feys, G. Ryken, ]. Rutten e.a.) 21, 23-24 & 30/04 resp. 1 ex. NO, 1 ex. tpl & 1 ex. NO te OHZ (1. Nel, D. von Werne, F. Vandeputte e.a.)
23/04 1 ex. over Tervuren/P ark KMMA (G.
Fluyt)
De Boomklever - september 201 1 83
30/04-01 & 17 /05 1 ex. tpl te SAR (S. Benisch, P. Goubau, J. Buys, S. De Saegher, J. Fléron) 01/05 1 ex. te NGB, dan W over Korbeek-Dijle/ plateau (F. F luyt)
Smelleken Falco columbarius 10/12 & 22/01 telkens 1 ex. tpl te Leefdaal/pla-teau (K. Van Scharen, J. Nysten) 29/01 lv tpl te Korbeek-Dijle/plateau (S&K), lv tpl te SAR (P. Goubau) 22/02 1 ex. NO te Terlanen/Terlanenveld (F. Van-deputte) 27/02 & 19/03 resp. lm tpl & 2 ex. N te Kor-beek-Dijle/plateau (J. Nysten, A. Smets) 26/03 1 ex. te AVP (P. Van Dauwe) 27 /03 lm NO te Winksele (G. Bleys) 17, 19 & 24/04 resp. 3m NO, 1 ex. NO & 1 ex. NO te Korbeek-Dijle/plateau (A. Smets, J. Nysten, P. Moysons, F. Fluyt)
Slechtvalk Falco peregrinus Laten we meteen beginnen met het belangrijkste nieuws! Datgene waar we al jaren op wachtten gebeurde dan eindelijk in 2011: een koppel Slechtvalken broedde succesvol vier jongen uit in de nestkast op de Sint-P ieterskliniek! Op 18/05 werden de jongen geringd en werd het grote nieuws bekend gemaakt, wat met de nodige media-aandacht gepaard ging. Buiten Leuven vonden waarnemingen plaats te Leefdaal/plateau (telkens 1 ex. op 2, 18/12, 4, 14, 21, 30/01 & 16/02; versch. waarn.), SAR (telkens 1 ex. op 12/12, 8/01, 22/02 & 20/03; 1. Nel, L. Hendrickx, R. P olfliet, T. Vandezande), Overijse/ Ketelhuis (1 ex. op 18/12; I. Nel), Heverlee/Terbank (1 ex. op 29/12; F. Van Den Houte), OHZ (resp. 2 ex., 1 v & 1 ex. op 30/12, 2 & 9/01; F. Fluyt, J. Rutten, J. Nysten), Korbeek-Dijle/pateau (resp. 1 ex., 1 ex. over, 1 ex. Z, 1 ex. & 1 ex. op 5/01, 5/03, 21, 30/04 & 8/05; versch. waarn.), OHN (telkens 1 ex. op 9 & 26/01; J. De Rycke, J. Menten, J. Lambrechts), Erps-Kwerps/dorp (1 ex. NW op 26/02; P. Moysons), Erps/Dorenveld (resp. 1 ex. ZW & 1 ex. NO op 5/03 & 6/05; P. Moysons), Kessel-Lo/Kesselberg (1 ex. NW op 9/03; T. Yandezande), P lateau Sterrebeek - Moorsel (1 ex. NO op 28/03; A. Smets), Wijgmaal (telkens 1 ex. over op 10/04 & 21/05; L. Smets) en Heverlee/O (1 ex. op 20/04; D. Michiels).
84 De Boomklever - september 201 1
Kraanvogel Grus grus Zoals we van Kraanvogels gewoon zijn eindige de najaarspiek van 29-30/11 even abrupt als hij begonnen was, met enkel nog één auditieve waarneming (enkele 10-tallen ex.) op 1/12 om Ou50 over Overijse/centrum (I. Nel). De periode januarifebruari leverde de volgende waarnemingen op: enkele ex. ZW te Overijse/centrum op 1/01 (I. Nel), 7 ex. NO te Leuven/centrum op 17 /02 (J. Lenaert, E. Debbaut) en 4 ex. N te Bertem/Koeheide op 22/02 (E. Malfait). Vanaf maart kwam de voorjaarstrek dan goed op gang: op 2/03 4 ad NO te Terlanenveld (H. Roosen), op 7 /03 2 + 3 + 8 ex. N te Ormendaal/OHZ/Doode Bemde (A. Smets, E. Bruyninckx, G. Vanautgaerden, R. Claes) en 55 + 6 ex. N te Loonbeek/Ganspoel (N. Ryckeboer), op 8/03 4 ex. N te Heverlee/Langestaart (R. Strubbe, G. Vanautgaerden), 7 ex. 0 + 71 ex. NO te SAR (I. Nel), 45 ex. N te Kessel-Lo/Centraal (F. Fluyt), 46 ex. N te Meerbeek (A. Smets), 48 ex. N te Heverlee/O (A. Smets), 120 ex. NO te Haasrode/industrie (B. Mulkens) en 150 ex. NO te Maleizen (S. P eten), op 9/03 3 ex. NO te Sint-Joris-Weert (1. Nel), op 20/03 1 ex. NO te Huldenberg/Spitsberg (F. Fluyt), op 25/03 3 ex. NO te Oppem/OHZ (F. Fluyt, 1. Nel) en 8 ex. NO te Korbeek-Dijle (F. Fluyt) die later landen te Heverlee/Langestaart (H. Verboven), op 4/04 1 ex. NW te SAR (F. De Vos), op 10/04 3 ex. achtereenvolgens N te SAR, Heverlee/Terbank en Wijgmaal (P. Dauwe, l. Nel, A. Verboven, L. Smets e.a.), op 24/04 1 ex. tpl te OHZ (M. Walravens) en later 1 ex. NO te Kessel-Lo/centraal (W. Claes) en op 26/04 3 ex. N te SAR (E. Le Docte).
Scholekster Haematopus ostralegus 13/03 1 ex. Z te NK V (J. Kempeneers) 7, 21, 30/04 & 16/05 resp. 2, 2, 1 & 1 ex. te Haasrode/industrie (J. Nysten, D. von Werne e.a.) 24/04 1 ex. N te Ottenburg (F. Vandeputte) 14/05 2 ex. te Winksele (K. Van Breedam)
Kluut Recurvirostra avosetta
25/02, 21 & 29/05 resp. 2, 1 & 2 ex. te SAR (J. Nysten, F. Vandeputte, J. Buys, B. Nef e.v.a.)
Bontbekplevier Charadrius hiaticula
19/05 1- ex. te Heverlee/Langestaart (M. De Beenhouwer) 25/05 3 ex. N te SAR (J. Rutten)
Grutto. Foto: Luc Hendrickx
Kleine Plevier Charadrius dubius
De eerste Kleine P levier voor 201 1 verscheen in het
Dijleland op 1 9/03 te OHZ (L. Hendrickx). Hier
kon de soort tot op 7 /05 bijna onafgebroken worden
waargenomen (versch. waarn.), met maxima
van 8 ex. op 27 /03 en 6 ex. op 6/04 (L. Hendrickx, }.
Menten e.a.). Andere waarnemingsplaatsen
waren Heverlee/Langestaart ( 45 waarnemingen van
1 -5 ex. tss 2 1 /03 & 29/05; versch. waarn.) en
Heverlee/Terbank (resp. 2, l, 2 & 1 ex. - telkens balt
send - op 3, 6, 1 3 & 1 7 /04; H. Roosen).
Goudplevier Pluvialis apricaria
1 6/01 telkens 1 ex. over Leefdaal en Korbeek-
Dijle/P lateau (B. Nef, }. Nysten)
26/02 1 7 ex. NW te SAR(}. Nysten, 1. Nel)
28/03 1 ex. over OHZ (1. Nel)
08, 1 2, 1 9 & 27 /03 resp. 2 1 ex. NO, 1 6 ex. N, 2 ex. N & 70 ex. NO te Korbeek-Dijle (P. Moysons, 1. Nel, A. Smets)
1 3/03
20/03
Fluyt)
1 ex. te Erps/Dorenveld (P. Moysons)
2 ex. NO te Huldenberg/Spitsberg (F.
Wulp Numenius arquata
23/02, 1 9/03 & 2/04 resp. 1 , 2 & 2 ex. te
Erps/Dorenveld (A. Smets, P. Moysons, F. Wyns)
0 1 /04 1 ex. Z te Haasrode/zandgroeve (W. Gous-
sey)
02/04
06/04
1 9/04
1 ex. te Korbeek-Dijle/plateau (J. Nysten)
2 ex. 0 te OHZ (E. Bruyninckx)
1 ex. N te SAR (R. Stoks)
Regenwulp Numenius phaeopus 27/03 2 ex. NW te Korbeek-Dijle (A. Smets)
26/04 min. 1 ex. aud N te OHZ (J. Rutten)
Grutto Limosa limosa
20/03 1 ex. te OHZ (1. Nel, R. Stoks, J. Nysten, L.
Hendrickx)
24-27/03 1 ad zom te NKV (P. Moyons, G. Vanau
tgaerden, 1. Nel e.v.a.)
Zwarte Ruiter Tringa erythropus
22-23/04 & 4/05 resp. 2 ad en 1 ex. te OHZ (D. von
Werne, L. Hendrickx, A. Smets)
02-03/05 1 ad zom te SAR (L. Hendrickx, 1. Nel, E.
Zvar e.v.a.)
De Boomklever - september 201 1 85
Tureluur Tringa totanus Op 26/03 vloog de eerste Tureluur voor 2011 over
SAR (R. Stoks, H. Roosen, L. Hendrickx, 1. Nel).
Hierop volgden waarnemingen te OHZ (1 ex. op
17 /04; J. Kempeneers), Heverlee/Langestaart (resp.
1, l, 2 & 1 ex. op 26/04, 10-11, 19 & 24/05; J. Kempe
neers, P. Moysons, E. Toorman e.a.) en SAR
(resp. 4, l, 1 & 1 ex. op 4, 7, 24-25 & 27-30/05; 1. Nel,
D. von Werne, J. Kempeneers, R. Stoks e.a.).
Groenpootruiter Tringa nebularia
De eerste Groenpootruiter voor 2011 zat op 16/04
te OHZ (J. Nysten). Vervolgens werden hier tot op
5/05 bijna onafgebroken 1 - 5 ex. waargenomen
(versch. waarn.). Andere waarnemingsplaatsen
waren SAR (resp. l, 2, 1 & 2 ex. op 30/04, 2, 5 &
21/05; H. Roosen, J. Nysten e.v.a.), Heverlee/
Langestaart (resp. 4, 3, 1 & 1 ex. op 22, 26/04, 4 &
9-11/05; P. Moysons, J. Kempeneers, E. Toorman)
En Korbeek-Dijle/plateau (1 ex. N op 30/04; K. Mo
reau).
Bosruiter Tringa glareola
Op 20, 21-22, 23, 24, 25, 28/04, 30/04-3/05 & 5/05
zaten resp. 1, 2, 3, l, 12, l, 3 & 2 ex. te OHZ
(versch. waarn.). Vanop het pateau van Korbeek
Dijle kon worden gezien hoe de groep van 12 ex. op
25/04 eerst inviel te NGB (A. Smets).
Oeverloper Actitis hypoleucos
Reeds op 1/04 werd de eerste Dijlelandse Oeverloper voor 2011 waargenomen aan de vijver van
Pécrot (T. Maniquet). Vanaf 10/04 trok de soort dan
goed door, met waarnemingen te LP (resp. 1, 2,
1, 3, 12 & 1 ex. op 10, 23/04, l, 4, 5 & 11/05; B. Ver
straete, J. Rutten), Heverlee/Langestaart
(waarnemingen op 15 data tss. 22/04 en 20/05 -
versch. waarn.; max. 12 ex. op 5/05 - E. Toorman),
ZW (resp. 2, 1, 9 & 2 op 19, 28/04, 6 & 14/05; J.
Denonville, J. Jansen, J. Kempeneers, R. Stoks e.a.),
NGB (telkens 1 ex. op 23, 30/04 & 8/05; P. Moysons,
B. Creemers, J. Kempeneers, L. Petre), AV P
(waarnemingen op 7 data tss. 23/04 en 12/05 -
versch. waarn.; max. 4 ex. op 11/05 - A.
Hollebeke), SAR (waarnemingen op 12 data tss.
24/04 & 29/05 - versch. waarn.; max. 4 ex. op 24/05 - l. Nel), Leuven/centrum (1 ex. aud op 26/04; W.
Desmet), Tervuren/Park KMMA (resp. l, l, 2 & 3
ex. op 26/04, 4, 6 & 7 /05; N. Ryckeboer, A. Reygel
e.a.), Haasrode/industrie (1 ex. op 30/04; R.
86 De Boomklever - september 201 1
Putter. Foto: Hervé Paques
Uyttenbroeck), OH/Ormendaal (1 ex. op 2/05; L.
Hendrickx), Gastuche/Etang Paradis (1 ex. op 4/05;
H. Paques), NKV (resp. 2 & 1 ex. op 6 & 9/05; J. Nys
ten, S. Van Looveren), OHN (3 ex. op 12/05; 1.
Nel), OHZ (resp. 1, 3 & 1 ex. op 4, 5 & 16/05; J. Kem
peneers, R. Stoks, L. Hendrickx e.a.), Oppem (1 ex.
op 13/05; L. Hendrickx), Wilsele-Putkapel (1 ex. op
13/05; J. Verroken), Doode Bemde/Groot Rietveld
(1 ex. op 20/05; P. Moysons), Neerijse/ljsevallei (1 ex.
op 21/05; F. F luyt) en Kwerps/vijvers (1 ex. op
22/05; P. Moysons).
Bokje Lymnocryptes minimus
23/03 & 4/04 1 ex. te OHN (S. Peten)
24/03 1 ex. te Oppem (R. Stoks)
Houtsnip Scolopax rusticola
De winter veroorzaakte een opmerkelijke piek in de
cemberwaarnemingen van Houtsnippen in het Dij
leland: tot 3 ex. te Heverlee/Terbank op 2-31/12 (H.
Roosen), 1 ex. te LP op 10/12 (S. Goethals), 3 ex. te
Overijse/stad op 18/12 (F. Kramer), 1 ex. te Terlanen/
Terlanenveld op 19/12 (H. Roosen), 1 ex. te Kessel
Lo/N op 22/12 (T. Vandezande) en 1 ex. te Meerbeek
op 24/12 (P. Moysons). Januari leverde enkel een ex.
op te Tombeek/Laanvallei op 29/01 (H. Roosen). Van-
af februari waren dan de gebruikelijke baltsplaatsen
weer bezet (versch. waarn.), al betreft Wilsele-Putka
pel, met telkens balts op 9, 16 & 19/04 (R. Uytten
broeck) een nieuwe locatie voor het archief.
Kemphaan Philomachus pugnax
24-27 /03 & 23/04 resp. 1 ex. & lm te OHZ (R.
Stoks, F. Fluyt, D. von Werne, P. Moysons e.a.)
27 /03 & 3/05 resp. 6 ex. N & 1 ad m zom N te
SAR (1. Nel, J. Nysten, R. Stoks, J. Kempeneers e.a.)
Dwergmeeuw Hydrocoloeus minutus
03/04 8 ad zom + 1 1 e zom te SAR (1. Nel, J. Kem-
peneers, J. Nysten, R. Stoks, L. Hendrickx)
Pontische Meeuw Larus cachinnans
27 /01 & 5/02 resp. 1 ad & 1 4e kj te Overijse/
Meer van Genval (L. Petre, G. Delforge)
Visdief Sterna hirundo
Tussen 24/04 en 16/05 werden op 15 data 2 Visdie
ven waargenomen te SAR (versch. waarn.). Op
30/05 zat hier 1 ex. (L. Petre, C. Deschepper). De enige waarnemingen op andere plaatsen betroffen
2 ex. te OHN op 24/04 (J. De Rycke) en 2 ex. te NGB
op 7/05 (J. Nysten).
Zwarte Stern Chlidonias niger
22, 24, 25, 28, 30/04 & 4-6/05 resp. 1 ad, tot
16 ex., 5 ex., 1 ad, tot 34 ex. {!) & 1 ad te SAR (versch.
waarn.) 25, 30/04 & 14/05 resp. 5 ex., 4 ex. & 8 ad zom te
NGB (versch. waarn.)
20/05 1 ad te LP (E. Toorman)
Zomertortel Streptopelia turtur
25/04 1 zp te OHN (R. Uyttenbroeck, P. Moy-sons)
26/04 1 zp te SAR (G. Vanautgaerden, 1. Nel)
07105 1 zp + 5 ex. NO te Korbeek-Dijle/plateau (A. Smets)
14 & 23/05 resp. 2 & 1 ex. te OHZ (W. Des-met, J. Rutten)
Velduil Asio flammeus 05/12 1 ex. ZW te Bertem/dorp (E. Malfait, S. Van der Auwera)
Draaihals Jynx torquilla
21/04 1 ex. te OHZ (R. Stoks, J. Kempeneers, P.
" . " �
'1.t.�. ':" ���·l:��ogels
Moysons)
22/04 1 slachtoffer van kat te Heverlee/Oost
(NSG Dijleland)
Boomleeuwerik Lullula arborea
04/12 2 ex. ZW te Everberg/Vrebos (A. Smets)
01/03 1 ex. Z te Heverleebos (J. Rutten)
03 & 07 /03 resp. 1 ex. N & 6 ex. tpl te Hever-
lee/Zwanen berg (G. Bleys)
20/03 1 ex. N te Korbeek-Dijle/plateau (A.
Smets), 1 ex. NO te Huldenberg/Spitsberg (F. Fluyt)
Noordse Kwikstaart Motacilla thunbergi
30/04 2m te Heverlee/Langestaart (J. Kempe-
neers, B. Creemers)
01/05 min. enkele ex. NO te Korbeek-Dijle/pla-
teau (F. Fluyt)
02/05 lm te Maleizen (S. Peten)
07/05 1 ex. te Korbeek-Dijle/plateau (J. Nysten)
Rouwkwikstaart Motacilla yarrellii
04/01 1 ad win te Wilsele/dorp (1. Nel)
27 /03 1 ex. te Korbeek-Dijle/plateau (K. Lam-beets)
Rouwkwikstaart x Witte Kwikstaart Motacilla
yarrellii x M. alba
27 /04 1 ex. te OHZ (D. von Werne)
Duinpieper Anthus campestris
21/04 1 ex. NO te Korbeek-Dijle (A. Smets)
Waterpieper Anthus spinoletta
De grootste concentratie Waterpiepers van winter/
voorjaar 2010-2011 betrof 48 ex. te OHZ op
27 /03 (L. Hendrickx). De laatste 4 ex. van het voor
jaar verbleven hier op 6/04 (versch. waarn.).
Pestvogel Bombycilla garrulus
Er waren nog steeds Pestvogels in de streek: 2 & 14/12 resp. 2 & 1 ex. te Leuven/cen-
trum (J. Almeida)
17-23/12 1 ad v te AVP (E. Zvar e.v.a.) 21/12 1 ex. te Kessel-Lo/Z (K. Geukens) 01/01 7 ex. te Loonbeek/Ganspoel (N. Rycke-
boer) 25, 28/01-3/02& 9/02 2 1 e win te Winksele (F. Vandekeybus e.v.a.) 20/03 1 ex. N te Korbeek-Dijle/plateau (A. Smets)
De Boomklever - september 2011 87
Nachtegaal Luscinia megarhynchos Na een eerste waarneming van een zingende Nachtegaal op 14/04 te Winksele (R. Ghijsen) was er in de behandelde periode eindelijk nog eens een langdurig bezette zangpost in de Dijlevallei, van 19 /04 tot en met 23/05 kon immers een ex. gehoord worden te OHZ (J. Rutten e.v.a.). De enige andere Nachtegalen zongen op 20/05 te Erps-Kwerps/Silsombos (3 zp; T. Neirynck) en op 27 /05 te Heverlee/Langestaart (B. Willaert).
Gekraagde Roodstaart Phoenicurus phoenicurus
09/04 lm te OHN (T. Vandezande) 19 & 30/04 1 zp te Blanden (J. Rutten, P. Moysons, R. Uyttenbroeck) 20/04 1 v te Bierbeek/Builoog (D. von Werne) 09/05 lm te Haasrode/zandgroeve (D. von Wer-ne) 10/05 1 zp te Winksele (M. De Beenhouwer) 29-31/05 1 zp te Leuven/centrum (F. Fluyt; zit er al langer)
Zwarte Roodstaart Phoenicurus ochruros Winterwaarnemingen waren er op 4/01 te KesselLo/centraal (lm; K. Aerts) en op 21/02 te Heverlee/ W (R. Uyttenbroeck).
Paapje Saxicola rubetra Een vroeg Paapje werd reeds op 2/04 gemeld te Erps/ Dorenveld (F. Wyns). Nadien werd de soort opgemerkt op de volgende plaatsen: Haasrode/zandgroe.ve (resp. l, 3, 1, l, 5, 2 & 1 ex. op 11, 22, 29, 30/04, l, 8 & 12/05; D. von Werne, G. Vanautgaerden e.a.), Heverlee/0 (telkens lm op 22/04 &
2/05; J. Kempeneers), Oud-Heverlee/Ormendaal (lm op 22/04; D. von Werne), Plateau Sterrebeek -Moorsel (1 ex. op 22/04; A. Smets), Korbeek-Dijle/ plateau (resp. l, 1, 1, 1, 7, 2 & 1 ex. op 23, 25-26, 30/04, 1, 2, 4, 7-8/05; R. Stoks, J. Nysten, F. Van Hove, A. Smets), Leefdaal/plateau (resp. 2 & 4 ex. op 23 & 30/04; l. Nel, J. Nysten e.a.), OHZ (resp. 2, 4 & 6 ex. op 26/04, 1 & 2/05; G. Vanautgaerden, R. Stoks, R. Polfliet e.a.), Oppem (1 ex. op 30/04; J. Kempeneers, P. Moysons, K. Moreau, R. Uyttenbroeck), Erps/Dorenveld (lm op 1/05; L. Raty), Winksele (1 ex. op 1/05; G. Bleys), Gastuche/ Grands Prés (1 v op 2/05; H. Paques), SAR/Vette Weide (1 ex. op 7/05; J. Nysten) en Leefdaal/ Duivendelle (1 ex. op 9/05; M. O' Briain).
88 De Boomklever - september 201 1
Tapuit Oenanthe oenanthe De eerste Tapuiten voor 2011 waren meteen 8 ex. te Erps/Dorenveld op 2/04 (F. Wyns). Nadien werd de soort op 28 data van 6/04 tot 15/05 genoteerd op 18 Dijlelandse locaties (versch. waarn.). Het grootste aantal betrof 16 ex. op 1/05 te Leefdaal/plateau (J. Nysten).
Beflijster Turdus torquatus Met een totaal van 21 meldingen was het een goed voorjaar om Beflijsters waar te nemen in het Dijleland. De eerste twee ex. vlogen op 28/03 over het plateau Sterrebeek - Moorsel (A. Smets), waar vervolgens nog Beflijsters werden gezien op 29/03, 18/04 (telkens lml v; A. Smets) en 19/04 (lm; F. Vandeputte). Andere waarnemingsplaatsen waren Bierbeek/Mollendaal Plateau (1 ex. op 29/03; J. Kempeneers), Korbeek-Dijle/plateau (resp. lml v, 1 ex. 0, 1 ex. N, lm2v, lml v N & 1 ex. op 2, 3, 6, 17, 21 & 22/04; J. Nysten, F. Fluyt, A. Smets, L. Hendrickx, R. Stoks), Leuven/centrum (1 v kort pleisterend op 7 /04; R. Stoks), Winksele (1 ex. op 8/04; P. Moysons), Neerijse/Doode Bemde (lm op 10/04; P. Hendrickx, G. Delforge), Terlanen/Terlanenveld (2 ex. op 20/04; R. Ghijsen), Bertem/Koeheide (3 ex. op 21/04; G. Bleys) en Leefdaal/plateau (1 ex. op 25/04; F. Fluyt, A. Smets, L. Hendrickx).
Cetti's Zanger Cettia cetti
Alweer een strenge winter, en alweer hebben onze Cetti's Zangers er niet al te veel last van gehad, in tegenstelling tot de situatie in sommige andere regio's. Tijdens het voorjaar 2011 werden immers nog steeds drie territoria geteld te OHN, 2 te OHZ en 2 te SAR (versch. waarn.). In de Doode Bemde waren er waarnemingen op 2 locaties, waaronder minstens één territorium (J. Kempeneers, J. Menten). Dit maakt dat de Dijlelandse populatie anno 2011 op minstens 8 paren geschat kan worden.
Rietzanger Acrocephalus schoenobaenus Op 4/04 werden de eerste Rietzangers voor 2011 gehoord, en het waren er meteen twee te OHN (T. Vandezande). Hier werd nadien enkel nog op 6/04 een ex. gemeld. Vanaf 5/04 zong er ook een ex. te OHZ (T. Vandezande e.a.), en dat bleef zo tot minstens op 24/05 (versch. waarn.). Ook te SAR was minstens één territorium gevestigd, met waarne-
mingen tss 10/04 en 22/05 (versch. waarn.) en een
maximum van 3 zp op 14/04 (1. Nel). Zowel te OHZ
als te SAR viel op dat er nagenoeg geen
waarnemingen uit de eerste twee decaden van mei
zijn ... de stilte tijdens het broeden en dus goed
nieuws? Andere waarnemingsplaatsen waren A V P
(telkens 1 zp op 13/04 & 11-11/05; ]. Nysten, ].
Denonville, A. Hollebeke, F. Rampelbergh) en NKV
(1 ex. op 19/04; G. Vanautgaerden).
Spotvogel Hippolais icterina
Alle waarnemingen: 1 zp op het plateau Sterrebeek -
Moorsel op 9, 11 & 29/05 (O. Hendrick, A.
Smets, VWG NW-Brabant), 1 zp te Leefdaal/Dui
vendelle op 12/05 (H. Roosen), 2 zp te Erps/
Dorenveld op 22/05 (P. Moysons) en 1 zp te Wilsele
Putkapel op 30/05 (W. Desmet).
Zwartkop Sylvia atricapilla
Er was een winterwaarneming van een mannetje op
een voederplaats te Winksele op 9/01 (P.
Luyten).
Braamsluiper Sylvia curruca
De eerste Braamsluiper voor het voorjaar van 2011
zong op 21/04 te Haasrode/industrieterrein (D.
von Werne), waar hij nog tot op het einde van de
besproken periode aanwezig bleef (versch. waarn.).
Andere waarnemingsplaatsen waren: Bertem/Koe
heide (1 zp op 22, 24/04 & 28/05; G. Bleys, T.
Vandenberghe), Plateau Sterrebeek - Moorsel (1 zp op 24/04; R. De Boom), Bierbeek (1 zp op 30/04-
1/05 & 8/04; D. von Werne), Wilsele-Putkapel/dorp
(1 zp op 4/05; E. Meert), Kwerps/Zuurbeekvallei
(1 zp op 7 & 22/05; R. Ghijsen, P. Moysons), Kessel
Lo/N {1 zp op 9/05; R. Uyttenbroeck), AVP (1 zp op 9-10/05; ]. Menten, W. Vanwesemael) en Kessel
Lo/centraal (1 zp op 12/05; E. Toorman).
Fluiter Phylloscopus sibilatrix
20/04 1 zp te Tervuren/Kapucijnenbos (R. Ghij-sen) 22/04
Smets) 1 zp te Plateau Sterrebeek - Moorsel (A.
30/04 1 zp te Oud-Heverlee/Ormendaal (P. Moy-sons, R. Uyttenbroeck) 07 /05 1 zp te Bertem/Bertembos (F. Geenen) 08/05 4 zp te Haasrode-Bierbeek/Mollendaal-
woud (M. Walravens, G. Bleys, R. Stoks), 1 zp te He
verleebos (F. Vandeputte)
20/05 1 zp te Tervuren/ Arboretum (R. De Boom)
Tjiftjaf Phylloscopus collybita
De winterwaarnemingen: telkens 1 ex. te LP op 9,
25/12 & 3/01 (B. Verstraete, K. Hansen, B. Zurings),
1 ex. te Tervuren/Park KMMA op 11/12 (F. Hollan
der) en 1 ex. te Heverlee/ Arenberg op 16/02 (T.
Meekers).
Grauwe Vliegenvanger Muscicapa striata
5 & 10/05 resp. 1 ex. & 2 ex. te Heverleebos
(]. Kempeneers, R. Stoks)
8, 11 & 13/05 telkens 1 ex. te Bierbeek/Mol
lendaalwoud (M. Walravens, P. Moysons, D. von
Werne)
10, 11 & 17 /05 resp. 2 koppels, 2 ex. & 1 ex. te
Haasrode/Mollendaalwoud (R. Stoks, ]. Kempe
neers, D. von Werne)
21/05 1 ad te LP (N. Ryckeboer), 1 ex. te Tervu
ren/Zoniënwoud (A. Seynaeve), 1 zp te Bertem/Ber
tembos (W. Claes)
Bonte Vliegenvanger Ficedula hypoleuca
15/05 lm te Vaalbeek (J. Denonville)
Baardmannetje Panurus biarmicus
6, 8 & 13/12 1 ex. te OHZ (R. Uyt-
tenbroeck, ]. Lambrechts) 21/01, 20-25/02 & 5-20/03 resp. 1 ex., lm & lm te
SAR (R. Uyttenbroeck, L. Hendrickx e.v.a.)
Baardmannetje in SAR. Foto: Ingrid Nel
De Boomklever - september 201 1 89
Middelste bonte specht Foto: Stephan Peten
90 De Boomklever - september 201 1
Buidelmees Remiz pendulinus
23/03 1 ex. te OHN (S. Peten)
Witkopstaartmees Aegithalos caudatus caudatus
De invasie van Witkopstaartmezen, die sinds no
vember 2010 merkbaar was in de Lage Landen en
ook de eerste Dijlelandse waarnemingen met zich
mee bracht, leidde in de besproken periode nog
tot de volgende gevallen: telkens 1 ex. te Leuven/
centrum op 14 en 21/12 (R. Stoks), telkens 1 ex. te
Tervuren/Park KMMA op 27/12, 31/01 en 1-2/02
(C. Carels, C. Deschepper), 2 ex. te Leefdaal/
Korbeekstraat op 29/12 (K. Van Scharen), 1 ex. te
OHZ op 31/12 (J. Rutten), 1 ex. te Heverlee/O op
5/01 (P. Moysons), 1 ex. te Heverlee/Langestaart op
24/01 (F. Baert) en 1 ex. te Overijse/stad op
26/02 {l. Nel). Ter vergelijking: witkoppige staartme
zen A. c. europaeus werden tijdens dezelfde
periode opgemerkt te Néthen, Oppem, OHZ, He
verlee/ Arenberg en Erps-Kwerps (versch. waarn.).
Russische Kauw Corvus monedula soemmerringii Exemplaren met kenmerken van deze ondersoort
werden waargenomen op 26/12 te Egenhoven en
op 11/03 te Heverlee/Terbank (J. Lenaert).
Wielewaal Oriolus oriolus
De enige waarneming (!) van het voorjaar betrof een
zingend mannetje op 14/05 te Bertem/
Bertembos (F. Geenen).
Europese Kanarie Serinus serinus 07 /03 1 ex. te Heverlee/Langestaart (B. Willaert)
Kleine Barmsijs Carduelis cabaret
Kleine Barmsijzen werden tijdens de winter 2010-
2011 op de volgende plaatsen waargenomen: SintJoris-Weert (2 ex. op 2/12; R. Stoks), SAR (2 ex. op
25/12; R. Stoks), OHZ {9 waarnemingen van 9/01-
16/03 - versch. waarn.; maximum 15 ex. op 19/02 -
F. Vandeputte; 1 zingend ex. op 16/03 - J.
Rutten), OHN {4 ex. op 16/01; D. von Werne), Huldenberg/Spitsberg (resp. 3 & 1 ex. op 20 & 27 /03; F.
F luyt) en OH/dorp (1 zingend m op 9/04; J. Rutten).
Grote Barmsijs Carduelis flammea 31/12 & 16/01 resp. 12 & 3 ex. te OHN (J. Nys-
ten, L. Hendrickx, D. von Werne)
18/03 2 ex. te Wijgmaal (L. Smets)
barmsijs sp. Carduelis cabaret!flammea
';. �·: f.j . ..:. .
�'Vogels -...... .:� �
15, 31/12, 19/01, 14/02, 4 & 12/03 1-2 ex. te
OHZ (J. Lambrechts, J. Rutten, J. Menten)
27 /12, 9/01, 2, 18, 26/02, 2-3/03 resp. 1, 2, 11,
1, 1 & 1 ex. te OH/dorp (J. Rutten)
28/12 & 12/03 telkens 1 ex. over Huldenberg/
Spitsberg (F. Fluyt)
09/01 1 ex. ZW te Winksele (F. Geenen)
16/01, 9/02 resp. 28 & 1 ex. te OHN (D. von
Werne, J. Lambrechts)
29/01 1 ex. te SAR/Rodebos (J. Menten)
30/01 30 ex. te Overijse/Meer van Genval (S. Pe-
ten)
06/02 8 ex. te Bierbeek/Mollendaalwoud (G. Cat-
thoor)
08/02 6 ex. te AVP (G. Catthoor)
12/02 1 ex. te Haasrode+ 1 ex. te Meerdaalwoud/
Heide (J. Menten)
13/02 5 ex. te SAR (J. Menten)
02/03 1 ex. NO te Terlanenveld (H. Roosen)
12/03 1 ex. W te Bertem/Koeheide (G. Bleys)
Noordse Goudvink Pyrrhula pyrrhula pyrrhula Op 28, 30/12, 1 & 3/01 verbleven resp. 1 v, lml v, 1
ex. & 1 ex. te SAR (R. Stoks, J. Nysten, J. Menten).
Minstens op 28 & 30/12 kon worden vastgesteld dat het om de intussen gekende teutertypes ging. Twee andere waarnemingen van Noordse Goudvin
ken werden opgetekend te OHZ (1 ex. op 31/12; R.
Stoks) en in Rodebos (1 v op 30/01; J . Menten).
Grauwe Gors Emberiza calandra 5/12-7/02 waarnemingen tot 15 ex. op 22 data te
Leefdaal/plateau (versch. waarn.) 24/12, 1, 9/01 & 19/03 resp. 11, 3, 1 & 1 ex. te Kor
beek-Dijle/plateau (R. Stoks, J. Nysten, L. Raty)
25-26/12 2 ex. te Kessel-Lo/N (T. Vandezande) 01/01 1 ex. te Haasrode/zandgroeve (D. von Werne)
14/03 1 ex. over te Gastuche/Grands Prés (H. Paques)
14 & 19/03 telkens 1 ex. te Leefdaal/plateau (D. von
Werne, J. Nysten)
20/04 1 zp te Erps/Dorenveld (P. Moysons)
De Boomklever - september 20 1 1 91
Fenologie
Soort ' Eerste data ; #+locatie
Wespendief 25/04 1 N Doode Bemde
Pernis apivorus 29/04 1 NO Kessel-Lo/N
Bruine Kiekendief 10/02 1 Leefdaal
Circus aeruginosus 13/02 lOHZ
Boomvalk 10/04 1 NO Korbeek-Dijle
Falco subbuteo 12/04 1 NO Moorsel/plat.
Koekoek 08/04 1 Doode Bemde
Cuculus canorus 09/04 !SAR
Gierzwaluw 19/04 2 Leuven
Apus apus 21/04 5 Heverlee/Oost
Oeverzwaluw 20/03 !SAR
Riparia riparia 23/03 50HZ
Boerenzwaluw 16/03 2SAR
Hirundo rustica 18/03 2 LP, 4 SAR/Hoek
Huiszwaluw 21/03 !SAR
Delichon urbicum 28/03 1 AV P,1 OHZ
Gele Kwikstaart 27/03 1 OHZ, 1 Ijsebroeken, 1 Dorenveld
Motacilla flava 02/04
Boompieper 27/03
Anthus trivialis 28/03
Blauwborst 30/03
Luscinia svecica 01/04
Zwarte Roodstaart 12/03
Phoenicurus ochruros 15/03
Roodborsttapuit 09/03
Saxicola rubicola 12/03
Sprinkhaanzanger 06/04
Locustella naevia 07/04
Kleine Karekiet 09/04
Acrocephalus scirpaceus 10/04
Bos rietzanger 30/04
Acrocephalus palustris 01/05
Tuinfluiter 09/04
Sylvia borin 15/04
Zwartkop 25/03
Sylvia atricapilla 26/03
Grasmus 08/04
Sylvia communis 09/04
1jiftjaf 02/03
Phylloscopus collybita 09/03
Fitis 23/03
Phylloscopus trochilus 25/03
92 De Boomklever - september 2010
14 Dorenveld
1 NO Korbeek-Dijle
1 NO Moorsel
lOHZ
!SAR
1 Winksele
1 Leuven
1 Korbeek-Dijle
!SAR
lOHN
! NKV
lOHZ
!SAR
1 NKV,1SAR,1 OHN
! AVP
1 Heverlee/ Arenberg
1 NKV, 1 Overijse/stad
1 SJ-Weert, 1 Leuven
5 locaties
1 Langestaart, 1 NKV
1 Korbeek-Dijle
1 Kessel-Lo/Kesselberg
1 Leuven/centrum
1 zp te Overijse
1 zp te OHZ
1 Waarnemers
J. Kempeneers
S. Goethals
H. Roosen
J. Menten
A. Smets
A. Smets
G. Bleys
l. Nel
LP Arnhem
K. Gielen
T. Vandezande
S. P eten
NSG Dijleland
B. Verstraete, A. Smets
l. Nel
W. Goussey, R. P olfliet
verschillende waarn.
F. Wyns
A. Smets
A. Smets
P. Moysons
J. Nysten
J. Van trappen
P. Moysons
H. Roosen
1. Nel
T. Vandezande
R. Stoks
L. Hendrickx.
1. Nel
verschillende waarn.
W. Goussey
B. Willaert
M. Walravens, l. Nel
R. Stoks, J. Lambrechts
Versch. waarn.
R. Uyttenbroeck, J Kempeneers
T. Vandezande
T. Vandezande
F. Van de Meutter
1. Nel
P. Moysons
Blauwborst. Foto: Eric Malfait
Samenstelling Kelle Moreau, [email protected]
Medewerkers en correspondenten Michaël Abts, Kamiel Aerts, Raf Aerts, Lars Akkermans, J. Almeida , Louis-Philippe Arnhem, Tim Audenaert, Frederik Baert,
Jan Baert, Stijn Baeten, Rutger Barendse, Mathieu Bauduin, Peter Bellen, Hugo Bender, Sébastien Benisch, Bruno Bergmans,
Koen Berwaerts, Geert Bleys, Pierre Blocloc, Pierre-Yves Bodart, Stephen Boddington, Alain Boeckx, Johan Bogaert, Wannes
Bogers, Luc Boon, Stijn Borny, Frank Boulanger, Kurt Boux, A. Braem, Bernard Brochier, Lucien Brochier, Jonathan Brutin,
Evert Bruyninckx, Vincent Bulteau, Juul Buys, Tim Caers, Erik Callebaut, Linde Camps, Dany Capart, Charles Carels, Guido
Catthoor, Rik Claes, Warre Claes, Yann Coatanéa, Peter Collaerts, Stijn Cooleman, Patricia Cornet-Poussart, Jean Coulee,
Bart Creemers, Jos Cuppens, Jonas Daems, Véronique Daems, Willy Daems, Jean Dandois, Paul Dauwe, Johan De Baere,
Edward Debbaut, Matthias De Beenhouwer, Andreas De Black, Benoit De Boeck, René De Boom, Lut De Broeck, Erik De Broyer, Steven De Bruycker, J. De Cock, Nicolas De Crom, Krista De Greef, Rik De Jaegher, Pierre Manuel De Lemos Esteves,
Gilles Delforge, Johan De Meirsman, Tom Deroover, Bart De Rudder, Johan De Rycke, Marc Derycke, Steven De Saeger,
Frans De Schampelaere, Stefaan D'Espallier, Lieve De Vis, Frederik De Vos, Gerrit De Vos, Kris De Wit, B. Demarsin, Johan
De Boomklever - september 2010 93
Denonville, Wout De Rouck, Chantal Deschepper, Louis Desmet, Wouter Desmet, Pierre Devillers, Joost Dewyspelaere,
Pieterjan D'Hont, Steven D'Hont, Sven D'Huyvetter, Catherine Dickburt, Gwenn Dodeur, Daan Drukker, Annelies Dupont,
Michiel Dusselier, Nicolas Dutoit, Joris Elst, Mathias Engelbeen, J. Eyletten, Paul Falkenback, Ronan Felix, Simon Feys, Jacky
Fléron, Patrick Floré, Frederik Fluyt, Gerda Fluyt, Marc Fosséprez, Frans Geenen, Hilde Geeraerts, Stefan Gerris, Kathleen
Geukens, Raf Ghijsen, Sander Ghijsen, Karin Gielen, JP Gillain, Nicole Goetghebeur, Sven Goethals, Edward Godts, Patrick
Goubau, Niels Goulem, Werner Goussey, Christophe Gruwier, Karl Hammarlund, Krien Hansen, Olivier Hendrick, Maxime
Hendrick, Luc Hendrickx, Peter Hendrickx, Jo Hendriks, Roel Hendriks, Dirk & Walda Hennebel, Philippe Hermand, S.
Hermans, Marc Herremans, Marc Hofman, Peter Hofman, Franck Hollander, Anthony Hollebeke, Sylvian Hotton, Michel
Houssa, Ronny Huybrechts, Jacques lde, Philippe Jacob, Gauthier Jacobs, Willem Jans, Johannes Jansen, Guy Janssens, Stefan
Janssens, Jochen Kempeneers, E. Kerssens, Steven Keteleer, Gerda Keulemans, Jean Kiebooms, Fried Kramer, Johan Laere
mans, Kevin Lambeets, Jorg Lambrechts, Ewout L'Amiral, Merlijn L'Amiral, Brecht Laukens, Raphael Lebrun, Elfriede Le
Docte, David Leemans, Stijn Leestmans, Vincent Legrand, Karel Lemmens, Jan Lenaert, JK Leroy, Iwan Lewylle, Jean-Marie
Lommaert, Ken Lossy, Michel Louette, Patrick Luyten, Eddy Macquoy, Yvan Mahaux, Eric Malfait, Ann Mallentjer, Thierry
Maniquet, Greet Mathijs, Tine Meekers, Etienne Meert, Roger Meganck, Luc Menschaert, Joris Menten, Patrick Michel,
Dimitry Michiels, Stéphane Michiels, Erik Molenaar, Kelle Moreau, Pieter Moysons, Bart Mulkens, Marit Mussche, Bruno
Nef, Laurentz Nef, Tony Neirinck, Ingrid Nel, Michael Nicolai, Hans Nietvelt, Griet Nijs, Marc Nollet, Bastiaan Notebaert,
Paul Nuyts, Rik Nuyts, Johan Nysten, Micheal O 'Briain, C. Olivier, Hervé Paques, Christian Paquet, Bernard Pasau, Geert
Pauwels, Kris Peeters, Jan Pelckmans, Annabel Pennings, Stephan Peten, Ludovic Petre, Carlos Plevoets, Renaat Polfliet, Jo
nas Portier, Yvon Princen, Fre Rampelbergh, Laurent Raty, Stijn Raymaekers, Thomas Reher, Paivi Reijonen, Steven Renders,
Alain Reygel, G. Rijmenans, Johan Robben, Hans Roosen, Jean-Sébastien Rousseau-Piot, Jos Rutten, Niels Ryckeboer, Geert
Ryken, Wim Sauwens, Maarten Schurmans, Benoît Segaert, Koen Selleslagh, GuiUaume Senterre, JB Sepulchre, Adriaan
Seynaeve, JF Simonart, Dan Slootmaekers, Axel Smets, Ludo Smets, Philippe Smets, Lars Smout, Jan Soors, Joris Souffreau,
lngemar Spelmans, Peter Standaert, Christof Stessens, Gerrit Stockx, Robby Stoks, Reinhardt Strubbe, Stefaan Sys, Julien
Taymans, Koen Thibau, Koen Thijs, Koen Thonissen, Filiep T 'Jollyn, Erik Toorman, Roel Uyttenbroeck, Kasper Van Acker,
Gert Vanautgaerden, Herman Van Bosstraeten, Kristof Van Breedam, Filip Vandekeybus, André Van De Laer, Harry Van De
Laer, Frank Van de Meutter, Thomas Vandenberghe, Yves Vanden Bosch, Gert Vanden Broeck, Hans van den Broeck, Chris
Van den Haute, Dieter Van den Heuvel, Frank Van Den Houte, Maarten Vanderhallen, Maarten Vandervelpen, David Van
den Schoor, Guido Van den Wyngaert, John Vandeput, Lisbeth Vandeput, Michaël Vandeput, Filip Vandeputte, Stefaan Van
der Auwera, Chris Vanderperre, Stefan Vandevenne, Hilde Vandevoorde, Gert Vandezande, Tom Vandezande, Benny Van
Dyck, Wim Van Gils, Wouter Van Gompel, Johan Vanhees, Gerda Van Hoovels, Frits van Hout, Fabrice Van Hove, Kathleen
Vanhuyse, Sien Van Looveren, Philippe Vanmeerbeeck, Marc Van Meeuwen, Gertjan van Noord, Mattias Van Opstal, Koen
Van Overtveld, Paul Van Sanden, Kris van Scharen, Johanna Van Tonder, Joost Vantrappen, Mathijs Vantrappen, Willy Van
wesemael, Wim Veraghtert, Dirk Verbeelen, Andre Verboven, Hans Verboven, Erwin Vereecken, Emmanuel Verhegghen,
Wim Verheyden, Lies Verlinden, Glenn Vermeersch, Robin Vermeylen, Jan Verroken, Patrick Versonnen, Bart Verstraete, Dirk von Werne, Christian Voogd, Kris Vos, Marc Walravens, Denzil Walton, Martine Wauters, Siel Wellens, Judy Wickens,
Bernd Willaert, Wim Willems, Courtenay Willis, Sander Wouters, Philippe Wyckaert, Koen Wyers, Francis Wyns, T. Yse
baert, Bert Zurings en Ernesto Zvar.
94 De Boomklever - september 201 1
�H�·�· ; ctiviteiten
3:�··
Activiteiten
Alle activiteiten van de Natuurstudiegroep Dijleland en eventuele wijzigingen zullen ook
aangekondigd worden via de Dijlevallei-maillijst (http://groups.yahoo.com/group/Dijle
vallei/).
Zondag 2 oktober 2011
Simultaantrektelling
Dé kans op het spectaculaire vogeltrekgebeuren met eigen ogen te observeren.
Afspraak: trektelpost Bredeweg te Leefdaal: http://www.natuurstudiegroepdijleland.be/trek.htm
Leiding: Frederik Fluyt ([email protected], 0479920172)
Los van de beide simultaantellingen zal deze tel post ook de meeste andere weekends van september tot half november bemand worden. Kort na zonsopgang is de beste tijd tot het einde van de voormiddag, maar bij goede roofvogeltrek wordt er ook 's namiddags doorgeteld. Soms zullen ook de telposten aan het Pompstation van Meerbeek en aan het Sanatorium van Tombeek bemand worden. Alle resultaten verschijnen op trektellen.nl
Zaterdag 15 oktober 2011
Watervogel telling
Een voormiddagexcursie langs de belangrijkste watervogelgebieden in de Dijlevallei om de overwinterende watervogels in kaart te brengen.
Afspraak: 8u30, station van Oud-Heverlee Leiding: Luc Hendrickx ([email protected], 0477192835)
Zondag 23 oktober 2011
Simultaantrektelling
Dé kans op het spectaculaire vogeltrekgebeuren met eigen ogen te observeren.
Afspraak: trektelpost Bredeweg te Leefdaal: Leiding: Frederik Fluyt ([email protected], 0479920172)
Zaterdag 12 november 2011
Watervogel telling
Een voormiddagexcursie langs de belangrijkste watervogelgebieden in de Dijlevallei om de overwinterende watervogels in kaart te brengen.
Afspraak: 8u30, station van Oud-Heverlee Leiding: Luc Hendrickx ([email protected], 0477192835)
De Boomklever - september 2011 95
Zondag 4 december 2011
Monitoring Sleedoornpage
Een namiddagexcursie op zoek naar eitjes van de Sleedoornpage op de Koeheide om de populatiedynamiek van
deze soort op lange termijn op te volgen.
Afspraak: 14u, aan het einde van de Bremstraat in Heverlee
Leiding: Bart Creemers ([email protected], 0496893106)
Zaterdag I 7 december 2 0 I I
Watervogel telling
Een voormiddagexcursie langs de belangrijkste watervogelgebieden in de Dijlevallei om de overwinterende
watervogels in kaart te brengen.
Afspraak: 8u30, station van Oud-Heverlee Leiding: Luc Hendrickx ([email protected], 0477192835)
Wasplatenexcursies
Zoektochten naar deze kleurige graslandpaddenstoelen zullen aangekondigd worden via de Dijlevallei-maillijst: http://groups.yahoo.com/group/Dijlevallei/.
96 De Boomklever - september 201 1
Deze actueelrubriek op de keerzijde van de achterflap is ondertussen zowat traditie geworden ... Het was bij aanvang de bedoeling om één bijzonder "natuur-event" uit het voorbije trimester even in herinnering te brengen. Maar er zijn zo van die periodes dat in de Dijleregio alles tegelijkertijd schijnt te gebeuren en dan is het erg moeilijk kiezen wat nu die extra aandacht verdient!
Zou ik kiezen voor vogels dan weet ik niet of ik het reigerfestival met permanent enkele Grote zilverreigers, tot 8 ex. Kleine zilverreiger, 1 tot mogelijk 3 Kwakken en behoorlijke aantallen Blauwe reiger, dan wel de nieuwe juliwaarneming van Reuzenstern of nog de waarneming van 5 "aai bare" Krombekstrandlopers op het Terlanenveld, als uitschieter zou kiezen.
Dan maar naar de ongewervelden ... maar ook hier een overvloed van zeldzamere beestjes. Of wat dacht u van: Keizersmantel, Grote Vos, Kleine ljsvogelvlinder, Grote weerschijnvlinder en zelfs een Phegea-vlinder, er kwam
gewoon geen einde aan en terloops werd ook nog een Bronlibel gespot. En zo komt het dat ik uiteindelijk opteerde voor de "Grote Beverhapening" ! Het is met name echt niet alledaags om gedurende 3 dagen , van 19 tot 21 juli, meerdere tientallen vrijwilligers ergens in de vallei met enthousiasme te zien postvatten om gedurende enkele koude en natte uren de al-dan-niet aanwezigheid van Bevers te noteren. Dit gebeurde in het kader van een doctoraal onderzoek door Kristijn Swinnen (Univ.Antw) naar de Europese bever in Vlaanderen. Opvallend was toch het aantal waarnemingen. Exacte cijfers volgen later wel, maar de meeste deelnemers zagen wel één en soms meerdere dieren. Ook werden er erg fraaie foto's gemaakt en sommigen gingen
hierbij toch wel erg ver! Of wat dacht u van het volgende tafereel: de fotograaf, foto-apparaat in de hand, in buiklig op de Dijle-oever met het hoofd naar het water, waarbij zijn partner hem bij de enkels houdt om te verhinderen dat hij in 't water schuift ... ! En op de andere oever een Bever die zich wellicht afvroeg wat voor vreemde wezens er die avond opdoken ...
Kris van Scharen
De Boomklever - september 201 1
•
Inhoud Cl! J - •
EDITORIAAL Klaproos
AMFIBIEEN
Vurige inzet : Vuursalamanders in Meerdaa/woud
en Dij/eva/lei (20 I0-2011)
LEPIDOPTERA
De dag- en nachtvlinders (Lepidoptera) van het Dijle/and
Deel Il: Ethmiidae tot en met de Choreutidae
57
58
(Glittermotten) 63
PLANTEN
Fladderiep in het Dijle/and
BIODIVERSITEIT
Dijlelandse biodiversiteit opgelijst
(april-juni 2011)
VOGELS
Opmerkelijke vogelwaarnemingen in de Dij/eva/lei
en omgeving, december 20 I 0 - mei 20 I I
ACTIVITEITEN
coverfoto: Bronlibel in Meerdaalwoud
foto: Johan De Rycke
! Il
69
72
79
95